GDEL- VOI-KABEL2010 Aanvraag Ontheffing Verordening ondergrondse infra Randstad 380 kv Zuidring

GDEL- VOI-KABEL2010 Aanvraag Ontheffing Verordening ondergrondse infra Randstad 380 kV Zuidring

~

Vol energie voor iedereen

.

TenneT TSO B.V.

Utrechtseweg 310 Postbus 718 6800 AS Arnhem Factuuradtes

Postbus 428 6800 AK Arnhem Telefoon 026 37311 11

Gemeente Delft T.a.v. Dhr. J.w. Verhoog Staalweg 1 Postbus 340 2600 ME DELFT

Fax 026 3731112 WNW,tennetorg Handelsregister Amhem 09155985

Datum 5 februan 2010 Onzereferenlie R380 100072 GDEL-VOI-KABEL2010 Behandeld door Wenda van Dijk Direct nummer

026

373

29

75

Direclfa' 026373 12 13 E-mail w. [email protected] Onderwerp Aanvraag ontheffing Verordening Ondergrondse Infrastruetuur -Randstad380 kV Zuidring

Geaehte Verhoog, Op 28 augustus 2009 zijn het Rijksinpassingsplan en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten ten behoeve van de realisatie van de hoogspanningsverbinding Randstad380 Zuidring vastgesteld en vervolgens op 14 september gepubliceerd. Een aantal uitvoeringsbesluiten zijn naar voortschrijdend inzicht additioneel nodig. Een zogenaamde tvYeede uitvoeringsmodule voor deze uitvoeringsbesluiten is daardoor noodzakelijk. Hierbij ontvangt u derhalve een aanvraag kabel- en leidingwerkzaamheden ten behoeve van het ondergrondse trace van de nieuwe Randstad380 kV verbinding gelegen in de gemeente Delft, met uniek kenmerk GDEL-VOI-KABEL201 O. De vOlgende bijlagen maken onderdeel uit van deze aanvraag (5-voud):

o

Aanvraagfomnulier kabel-/leidingwerkzaamheden;

1 Tracekaart Randstad380 Kv Zuidring «R380 08 0357, d.d. 09-07-2009); 2. Uitvoeringsplan (kenmerk P_HUP_EXP-001-3404708Hoofduitvoeringsplan_02_CEX_BAM, d.d. 15-01-2010) 3.Tekeningen (Kenmerk detailed overview en allignementstekeningen (E_CSA_TRC-001-3404708_DETAILED OVERVIEW_380 kVTRACE19JFA_BAME_CSA_TRC-011-3404708ALiGNEMENT01_05JFA_BAM tim

TenneT

Datum Onze referenlie

Pagina

5 februari 2010

TenneT T50 B.V.

R380 100072 GDEL-VOI-KABEL2010

2 van 2 E_CSA_TRC-061-3404708-ALIGNEMENT11_04_IFA_BAM, d.d.04-122009); Ten aanzien van uw bestuit op deze aanvraag zal ingevolge de planologische kernbeslissing 'pkb Randstad 380kV verbinding' van januari 2008 de Rijkscocrdinatieregeling uit de (nieuwe) Wet op de ruimtelijke ordening van toepassing zijn. Hierbij is de Minister van Economische Zaken aangewezen als projectminister. In verband daarmee heeft de Minister van Economische Zaken mij gevraagd het volgende op te nemen in deze aanvraag:

1.

Ingevolge de coordinatieregeling dient u een kopie van onderhavige aanvraag te verzenden aan: Minister van Economische Zaken pia Bureau Energieprojecten T.a.v. mw. E.J.G Witsenburg Postbus 93144 2509 AC DEN HAAG

2. 3.

o. v. v. Randstad380 Zuidring Tenne T zal er echter voor zorgen dat de Minister van Economische Zaken een exemplaar van deze aanvraag ontvangt. U hoeft dus geen exemplaar door te sturen. In reactie op deze kopie van de aanvraag zal de Minister u per brief melden wanneer van u verwacht wordt een ontwerp-besluit gereed te hebben. Het ontwerp-besluit, en later ook het besluit, stuurt u niet aan Tenne T, maar aan de Minister van Economische Zaken.

Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende Ie hebben geInformeerd. Ingeval van onduidelijkheden of onlbrekende gegevens verzoeken wij u zo spoedig mogelijk contact met ons op te nemen.

Hoogachlend, TenneT TSO B.Y.

Aantal bijlagen 3

(in 5-voud)

TenneT

Gemeente Delft AANVRAAG KABEL-/LEIDINGWERKZAAMHEDEN

1. GEGEVENSBEDRIJFNETBEHEERDER

Postcode:

kn.().J T~.Q. ~V .12.0(') ds.+. .Ct 0 2, &. 0.. ........ .......... .. .. ........ .. .... ..... .. .. ....... 9 Q.s. :H? .u..\ 11.& .b.Q.Q..\) f\.s Plaats: q.r. r.\ hR..f.Yl

Contactpersoon:

..V.hL.. T~..N

Naam bedrijf: Afdeling: Postbus:

+J .<:-.((Y.\ \Jr.t ~

\.Jlh.7 2>.1.b II I.l

Telefoonnummer:

,

.. ..

.

. .. .

..

Emailadres: OPTA nummer:

A.

.G.2,D \.Q. 2.2..

.....0. \9..00'

..

Factuuradres voor legesl degeneratiekosten:

Naam bedrijf:

...2.1 e. 0r.\.d.9J

1.·

..

Afdeling: Postbus: Postcode:

............................ Plaats:

.

Contactpersoon: Telefoonnummer: Onder vermelding van:

..

2. GEGEVENS AANNEMER Naam bedrijf: Contactpersoon: Telefoonnummer:

....t\I./:(T

. l~on

.e.~~rdHS

.... o.6··~······'L3·Q.s:G'O.~!

.

. ..

KvK nr.:

I Paraaf gezien: ro N

o

2

Gemeente Delft AANVRAAG KABEL·/LEIDINGWERKZAAMHEDEN 3. AARD VAN DE KABELS

-ffr Elektra o Gas o Water

o Telecom o Kabel TV

o Mantelbuizen

DAnders:

4. STRAATNAAM + HUISNUMMER

.... 1.l~

k.k'O,x\\-(\l~n \o&.I.~g Z-

Huisnr

..

5. BESCHRIJVING WERKZAAMHEDEN

1\1 Aanlegl vervan§ingl ruirnenJ omlegQ8n van kabels

o Huisaansluiting (onder 15 meter geul, haaks op de hoofdkabel) o Aanbrengen van lasgaten (Handholes)

DAnders, namelijk:

.

tCd(vJ..sh::ld. ..3"QO

A.

Projectnummer:

B.

Hoeveel meter geul wordt er opengebroken?

.

33-&.2.'16. 4meter c.

Bovengrondse voorzieningen:

ja

0

nee~

Ja, namelijk:

..

6. TIJDSTIP WERKZAAMHEDEN Startdatum: (Verwachte) einddatum: Handtekening aanvrager: ro

25

...3./ - .o(Q ...10. - a.Y -

1.QJ.D.. 1-.0.1.~ 3

Bijlage 3

Bijlage 1 Tracétekening

Tracékaart; Generieke bijlage 1

Bijlage 3

Bijlage 2 Uitvoeringsplan werkzaamheden

Hoofduitvoeringsplan

BAM Infratechniek Midden-West bv

P_HUP_EXP-001-3404708-Hoofduitvoeringsplan_02_CEX_BAM

Blad 1 van 40

Randstad 380 Zuidring

HOOFDUITVOERINGSPLAN (HUP)

BAM Infratechniek Midden-West bv Randstad 380 Zuidring

Documentnaam: P_HUP_EXP-001-3404708-Hoofduitvoeringsplan_02_CEX_BAM

AANNEMER BAM Infratechniek MW bv Haarlemmerstraatweg 79 1165 MK HALFWEG VERSIE STATUS OPSTELLER

DATUM

00

IFC

KAK

2-11-09

01

CEX

GPL

15-12-09

02

CEX

GPL

15-01-10

GEVERIFIEERD EVA/MD U/FPI

EVA/MD U/FPI

DATUM

VRIJGEGEVEN

DATUM

EDU

EDU

Disclaimer: Dit document is bedoeld voor intern gebruik door BAM Infratechniek Midden-West BV en nkt cables GmbH . De inhoud van dit document, met name de beschreven werkmethodes en de volgorde hiervan, kunnen op een later moment door BAM en/of NKT gewijzigd worden. Daarom kunnen aan de inhoud van dit document geen rechten of plichten worden ontleend, en kan dit document door andere partijen slechts ter informatie worden gebruikt.




Blad 2 van 40


Distributielijst ORGANISATIE

NAAM

FUNCTIE

TenneT

Alex Jansen

Contract Manager

Nkt Cables GmbH

L. Reijnders

Project Manager

1

BAM

Erik Duwel

Project Manager

1

BAM

K. Akerboom

Construction Manager

1

Derden

AANTAL

VERSIE

PARAAF

DATUM


Hoofduitvoeringsplan P_HUP_EXP-001-3404708-Hoofduitvoeringsplan_02_CEX_BAM


Blad 3 van 40

INHOUDSOPGAVE

1.

INLEIDING.................................................................................................................................... 5 1.1

ALGEMEEN .................................................................................................................................. 5

1.2

STRUCTUUR UITVOERINGSPLANNEN ............................................................................................. 6

1.2.1

Hoofduitvoeringsplan (HUP) .............................................................................................. 6

1.2.2

Deeluitvoeringsplannen (DUP) .......................................................................................... 7

2.

ORGANISATIE............................................................................................................................. 8 2.1

ORGANIGRAM .............................................................................................................................. 8

2.2

COÖRDINATIE OP HET WERK......................................................................................................... 9

2.3

ONDERAANNEMING .................................................................................................................... 10

2.3.1

Onderaannemers en leveranciers ................................................................................... 10

2.3.2

Werktijden ........................................................................................................................ 11

2.3.3

Inkoop en ingangscontrole............................................................................................... 11

3.

OMSCHRIJVING WERK............................................................................................................ 12 3.1

ALGEMEEN ................................................................................................................................ 12

3.2

WERKZAAMHEDEN ..................................................................................................................... 13

3.2.1

Uitzetten tracé.................................................................................................................. 13

3.2.2

Nulmeting werkgebied ..................................................................................................... 13

3.2.3

Werklocaties .................................................................................................................... 13

3.2.4

Toegang- en werkwegen ................................................................................................. 20

3.2.5

Boren HDD’s en aanbrengen HDPE-buizen.................................................................... 20

3.2.6

Drainage en Bemaling ..................................................................................................... 22

3.2.7

Grondwerk ....................................................................................................................... 23

3.2.8

Kabeltrekken .................................................................................................................... 24

3.2.9

Glasvezelbekabeling........................................................................................................ 27

3.2.10

Plaatsen putten ................................................................................................................ 28

3.2.11

Moflocatie......................................................................................................................... 28

3.2.12

Kabellaswerkzaamheden................................................................................................. 30

3.2.13

Opstijgpunten................................................................................................................... 32

3.2.14

Eindsluiting....................................................................................................................... 33

3.3

KEURINGEN EN CONTROLES ....................................................................................................... 35

3.3.1

Monitoring zettingen ........................................................................................................ 35

3.4

VERKEERSMAATREGELEN .......................................................................................................... 36

3.5

MILIEU, ARCHEOLOGIE EN EXPLOSIEVEN .................................................................................... 36

3.5.1

Milieu................................................................................................................................ 36

3.5.2

Archeologie ...................................................................................................................... 37




3.5.3 4.

Blad 4 van 40

Explosieven...................................................................................................................... 38

SPECIFICATIES EN EISEN....................................................................................................... 38 4.1

DOCUMENTEN ........................................................................................................................... 38

4.2

EISEN VANUIT BESTEK/OVEREENKOMST ...................................................................................... 38

4.3

AFWIJKINGEN ............................................................................................................................ 38

5.

PLANNING ................................................................................................................................. 38

6.

VEILIGHEID, GEZONDHEID EN MILIEU .................................................................................. 39

7.

6.1

PROCEDURES EN REGELS OP DE BOUWPLAATS ........................................................................... 39

6.2

RISICO-INVENTARISATIE EN –EVALUATIE (RI&E).......................................................................... 39

6.3

BEDRIJFSHULPVERLENING ......................................................................................................... 39 BIJLAGEN.................................................................................................................................. 40




Blad 5 van 40

1. INLEIDING 1.1

Algemeen

De komende jaren werken het ministerie van Economische Zaken en TenneT aan de aanleg van een nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding in de Randstad. De nieuwe verbinding stelt de voorziening van elektriciteit in de Randstad veilig. Het ontwerptracé van de nieuwe Randstad 380 kV verbinding is sinds eind 2008 bekend. De plannen gaan uit van twee ringen, tussen Wateringen en Zoetermeer (de Zuidring) en tussen Zoetermeer en Beverwijk (de Noordring). In opdracht van TenneT TSO B.V. voert nkt cables GmbH (nktc) het ondergrondse deel van project Randstad380 uit. BAM Infratechniek Midden-West B.V. (BAM) draagt in opdracht van Nktc zorg voor het complete civiele ontwerp van het ondergrondse tracé en de uitvoering hiervan. Dit tracé is ongeveer 10 km lang en op dit moment het grootste ondergrondse hoogspanningsproject ter wereld. Dit Hoofduitvoeringsplan (HUP) is het werkdocument waarin in hoofdlijnen de uitvoeringsmethode wordt beschreven voor het gehele werk. Het is onderdeel van het uitvoeringsontwerp (UO) en is een uitwerking van het workplan (WPL) dat ingediend is bij het definitief ontwerp (DO). Tevens geeft het HUP inzicht in welke formulieren en instructies dienen te worden toegepast tijdens de uitvoering van dit project.

Het HUP is bestemd voor alle partijen welke betrokken zijn bij de uitvoering van het ondergrondse deel van de Zuidring. Per onderdeel kan men inzien welke voorwaarden hierop van toepassing zijn, en welke resultaten er bij het uitvoeren van zijn of haar taken worden verwacht.




1.2 1.2.1

Structuur uitvoeringsplannen Hoofduitvoeringsplan (HUP)

Blad 6 van 40



P_HUP_EXP-001-3404708-Hoofduitvoeringsplan_02_CEX_BAM Randstad 380 Zuidring

1.2.2

Blad 7 van 40

Deeluitvoeringsplannen (DUP)

Tijdens de uitvoering worden er per uit te voeren werkzaamheden deel uitvoeringsplannen gemaakt, hierin worden zaken beschreven zoals; -

aan-/afvoer

-

verkeersmaatregelen

-

keuringen en controles

-

aard van de werkzaamheden

-

plaats van de werkzaamheden

-

in te zetten materieel

-

werkvolgorde

-

specificaties, eisen en vergunningen

-

specifieke V&G voorzieningen

-

specifieke risico’s met te nemen maatregelen (RIE)

-

bijlagen: tekeningen, planningen, keuringsformulieren

Overzicht welke dups er komen; 1. Nulmeting werken invloedsgebied 2. Verwijderen groen 3. Werklocaties 4. Toegang- en werkwegen 5. Boren HDD’s en aanbrengen HDPE-buizen (per boring) 6. Drainage en Bemaling 7. Grondwerk (per tracédeel) 8. Kabeltrekken (per tracédeel) 9. Glasvezelbekabeling 10. Plaatsen putten 11. Moflocatie 12. Kabellas werkzaamheden 13. Opstijgpunten (Bleiswijk & Wateringen) 14. Eindaansluiting werkzaamheden .




2. ORGANISATIE 2.1

Organigram

Blad 8 van 40




Blad 9 van 40


2.2

Coördinatie op het werk

Aannemer Naam

: BAM Infratechniek Midden-West B.V.

Adres

: Haarlemmerstraatweg 79

Postcode + plaats

: 1165 MK Halfweg

Contactpersoon

: Kees Akerboom

Telefoon

: +31 (0) 6 538 28 456

Werklocatie (Ketenpark) Naam

: BAM Infratechniek Midden-West B.V.

Adres

: XXX

Postcode + plaats

: XXX

Contactpersoon

: Kees Akerboom

Telefoon

: +31 (0) 6 538 28 456

Projectleider Uitvoering (Construction Manager) Naam

: Kees Akerboom

Telefoon

: +31 (0) 6 538 28 456

Hoofduitvoerder Naam

: XXX

Telefoon

: XXX

Werkvoorbereider Naam

: Bas van Soest

Telefoon

: +31 (0) 6 518 47 044

Werkvoorbereider Naam

: Giuseppe Pluchino

Telefoon

: +31 (0) 6 316 52 892

(=V&G coördinator uitvoering)



Blad 10 van 40


2.3 2.3.1

Onderaanneming Onderaannemers en leveranciers

De belangrijkste onderaannemers en leveranciers zijn: Producten/diensten

:

Naam

:

HDPE Lassen xxx

Adres

:

xxx

Postcode + plaats

:

xxx

Contactpersoon

:

xxx

Telefoon

:

xxx

Producten/diensten

:

Horizontaal Gestuurde Boring

Naam

:

xxx

Adres

:

xxx

Postcode + plaats

:

xxx

Contactpersoon

:

xxx

Telefoon

:

xxx

Producten/diensten

:

Platenbaan aanbrengen/ onderhouden

Naam

:

xxx

Adres

:

xxx

Postcode + plaats

:

xxx

Contactpersoon

:

xxx

Telefoon

:

xxx

Producten/diensten

:

Graafwerkzaamheden/ Grondwerk

Naam

:

xxx

Adres

:

xxx

Postcode + plaats

:

xxx

Contactpersoon

:

xxx

Telefoon

:

xxx

Producten/diensten

:

Groenwerkzaamheden

Naam

:

xxx

Adres

:

xxx

Postcode + plaats

:

xxx

Contactpersoon

:

xxx

Telefoon

:

xxx

Producten/diensten

:

Beveiliging

Naam

:

xxx

Adres

:

xxx

Postcode + plaats

:

xxx

Contactpersoon

:

xxx

Telefoon

:

xxx

Producten/diensten

:

Montage/Plaatsen staalconstructie

Naam

:

xxx

Adres

:

xxx

Postcode + plaats

:

xxx

Contactpersoon

:

xxx

Telefoon

:

xxx




2.3.2

Blad 11 van 40

Werktijden

In het algemeen zullen werkzaamheden plaatsvinden van maandag tot en met vrijdag tussen 07:00 en 19:00 uur. Wanneer er buiten deze tijden werkzaamheden plaatsvinden dan dient dit te worden aangegeven bij de (hoofd)uitvoerder. Deze bespreekt dit met de projectleider uitvoering.

2.3.3

Inkoop en ingangscontrole

De inkoop van materialen en diensten vindt plaats conform proces 2.30 Inkoop. In inkoopcontracten respectievelijk overeenkomsten van onderaanneming dienen de volgende zaken, mits van toepassing, expliciet vermeld te worden:  

Dat leveranciers/onderaannemers zich dienen te houden aan de eisen en voorschriften uit het HUP Dat door Onderaannemers op te stellen deeluitvoeringsplannen door de BAM geaccepteerd en vrijgegeven dienen te worden en de instemming te hebben van nktc.

Op het werk worden de ontvangen goederen gecontroleerd op aantallen, visueel op beschadigingen en specificaties. Indien van toepassing dienen materialen voorzien te zijn van testrapporten en/ of verklaringen van herkomst.

Identificatie en naspeurbaarheid Voor de kabels is besloten de naspeurbaarheid vast te stellen. Dit doordat we documenteren welke kabel van welke kabelhaspel waar in de grond is gestopt.




Blad 12 van 40

3. OMSCHRIJVING WERK 3.1

Algemeen

In opdracht van TenneT TSO B.V. ( TenneT ) voert nkt cables GmbH (nktc ) het ondergrondse deel van de Zuidring van project Randstad380 uit. BAM Infratechniek Midden-West B.V. ( BAM ) draagt in opdracht van nktc zorg voor het complete civiele ontwerp van het ondergrondse tracé en de uitvoering hiervan.

Het ondergrondse tracé loopt van het opstijgpunt Wateringen ( OSP WAT ) naar het opstijgpunt Bleiswijk (OSP BLE.) Het tracé bestaat uit twee van elkaar gescheiden systemen welke ieder bestaan uit 6 hoogspanningskabels. Kijkend van OSP WAT, in de richting van OSP BLE is het linker systeem “wit” en het rechter systeem “zwart”. De kabels worden aangebracht in 24 tracédelen (totaal 6 kabels x 24 tracédelen = 144 trekken). De trekken worden op 11 laslocaties met elkaar verbonden door middel van 132 moffen. Waar het tracé de bestaande infrastructuur kruist zullen de hoogspanningskabels door horizontaal gestuurde boringen onder de bestaande infrastructuur door worden getrokken. Prognose is dat het project eind 2011 zal worden opgeleverd, waarbij gebruik wordt gemaakt van de diverse disciplines binnen de BAM, maar ook die van derden.




3.2 3.2.1

Blad 13 van 40

Werkzaamheden Uitzetten tracé

Voor er met uitvoerende werkzaamheden kan worden begonnen zal BAM de hartlijn van het tracé en de werkstrook digitaal uit te zetten. TenneT zal dit onafhankelijk laten controleren en vrijgeven voor start werkzaamheden. De werkzaamheden mogen de grens van de werkstrook en de aangewezen werklocatie niet overschrijden.

3.2.2

Nulmeting werkgebied

Om na het uitvoeren van de werkzaamheden te kunnen vaststellen of de werkzaamheden schade aan de omgeving hebben veroorzaakt dient de status van de omgeving voor aanvang werkzaamheden vastgelegd te worden. Het betreft de werlocatie, het werkterrein en de omgeving van het werkterrein tot 25 meter buiten het hart van het tracé. Er zal een dichtheidsmeting van de bestaande grond (de te ontgraven grond) worden gedaan. De actuele status van wegen, paden, slootkanten, beplanting/groen en gebouwen zal worden opgenomen. Dit wordt gedaan aan de hand schriftelijke rapportage aangevuld met foto en video materiaal. De opnamen worden door een extern bureau gemaakt en door hen notarieel vastgelegd. Deze opnamen worden toegevoegd aan het opleverdossier. In overleg met TenneT worden ook aanvoerroutes geschouwd.

3.2.3

Werklocaties

Op 6 locaties zal er een werklocatie worden ingericht. De ondergrond van deze locaties worden opgebouwd uit wegendoek, houtsnippers en stalen rijplaten. Op deze werklocaties worden de kabelhaspels, de HDPE-buizen en ander materiaal opgeslagen. Tevens worden hier de benodigde bouwplaats voorzieningen geplaatst. De werklocaties zijn beveiligd en omheind met hekwerk. Gedurende werkuren zal er toegangscontrole aanwezig zijn. Buiten werkuren is er constante beveiliging aanwezig. De bereikbaarheid van de werklocaties zal vanaf de openbare weg middels bewegwijzering worden aangegeven. De werklocaties worden tevens voorzien van de benodigde directie-/schaft-/sanitairketen en er worden afvalcontainers geplaatst.




Blad 14 van 40

Locatie 1 Nabij OSP WAT (zie tekening E_CSA_DLA-001-3404708-DRUM ALLOCATION AREA A4_BAM.pdf) Terrein gelegen naast de A4 in aanleg. Bereikbaar via de A4 of de Kruithuisweg en het parallelpad van de A4 in aanleg. Delen van de route die van uit dit punt bediend kunnen worden zijn: OSP WAT t/m moflocatie 02 (zie tekening E_CSA_TRC-001-3404708-DETAILED OVERVIEW 380kV TRACE_BAM.pdf)

Afbeelding 1. Locatie 1




Blad 15 van 40

Locatie 2 Tanthofdreef Delft (zie tekening E_CSA_DLA-002-3404708-DRUM ALLOCATION AREA Tanthofdreef_BAM.pdf) Parkeer terrein tussen de spoorlijn en de sportvelden. Bereikbaar via de A13 de Kruithuisweg en de Tandhofdreef. Delen van de route die van uit dit punt bediend kunnen worden, zijn: moflocatie 02 t/m moflocatie 04 (zie tekening E_CSA_TRC-001-3404708-DETAILED OVERVIEW 380kV TRACE_BAM.pdf)





Blad 16 van 40

Locatie 3 Vrijenban bij parkeerterrein A13 (zie tekening E_CSA_DLA-003-3404708-DRUM ALLOCATION AREA Vrijenban A13_BAM.pdf)

Bereikbaar via de A13. Delen van de route die van dit punt bediend kunnen worden, zijn: moflocatie 04 t/m moflocatie 05 (zie tekening E_CSA_TRC-001-3404708-DETAILED OVERVIEW 380kV TRACE_BAM.pdf)





Blad 17 van 40

Locatie 4 Rijksstraatweg, keet locatie (zie tekening E_CSA_KTP-001-3404708-OVERVIEW KETENPARK_BAM.pdf) Bereikbaar via de A13 en de te maken doorsteek van af het parkeerterrein Ruyven naar de Rijksstraatweg. Delen van de route die van dit punt bediend kunnen worden, zijn: moflocatie 05 t/m moflocatie 08 (zie tekening E_CSA_TRC-001-3404708-DETAILED OVERVIEW 380kV TRACE_BAM.pdf)





Blad 18 van 40

Locatie 5 Groenekade bij de Klapwijkseknoop (zie tekening E_CSA_DLA-005-3404708-DRUM ALLOCATION AREA Groenekade_BAM.pdf)

Bereikbaar via de A13 en N470. Delen van de route die van dit punt bediend kunnen worden, zijn: moflocatie 08 t/m moflocatie 11 (zie tekening E_CSA_TRC-001-3404708-DETAILED OVERVIEW 380kV TRACE_BAM.pdf)





Locatie 6 OSP BLE (zie tekening E_CSA_DLA-006-3404708-DRUM ALLOCATION AREA N470 OSP BLE_BAM.pdf) Bereikbaar via de A13 en N470 Delen van de route die van dit punt bediend kunnen worden zijn: moflocatie 11 t/m OSP BLE (zie tekening E_CSA_TRC-001-3404708-DETAILED OVERVIEW 380kV TRACE_BAM.pdf)


Blad 19 van 40




3.2.4

Blad 20 van 40

Toegang- en werkwegen

Om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren is het noodzakelijk om op een aantal plaatsen de openbare weg te kunnen verlaten om in het werkgebied te komen. De plaatsen waar dit nodig is zijn aangegeven op tekening E_CSA_RRW-001-3404708-OVERVIEW ACCESS ROADS_BAM.pdf.

In het werkterrein wordt tussen de kabelsleuven, d.m.v. stalen rijplaten een werkweg aangelegd met een breedte van 5 meter. De ondergrond van de toegang – en werkwegen is opgebouwd uit wegendoek, een laag houtsnippers en stalen rijplaten. Op deze wegen geldt een maximum snelheid van 10km/uur. Er mag niet worden ingehaald en het elkaar passeren dient te worden vermeden. Er zullen maatregelen worden getroffen in de vorm van parkeervoorziening en passeer- en draailocaties. Bij het verplaatsen en/of verwijderen van de werkwegen dient er zorg te worden gedragen dat er geen houtsnippers e.d. achterblijven in het terrein. Alleen voertuigen welke toestemming hebben van de uitvoerder mogen de werkwegen betreden. Bij de toegang tot de werkwegen geeft een bord aan dat de toegang verboden is voor onbevoegden.

Op een aantal locaties moeten watergangen worden gekruist. Hiervoor moeten bruggen of doorgangen worden aangelegd. Wanneer er een doorgang, overkluizing K&L of waterweg wordt gemaakt dan dient deze te worden opgebouwd conform de opties in de volgende tekeningen:

-

E_CSA_WCR-001-3404708-Overzicht Waterkruisingen

-

E_CSA_RWR-010-3404708-Typical Uitvoering Tracé & Slootkruisingen

De keuze zal worden opgenomen in het betreffende DUP.

De werkwegen en werklocaties worden naar behoefte schoongehouden en de openbare toegangswegen worden dagelijks geïnspecteerd en schoongehouden wanneer dit noodzakelijk is.

In- en uitritten alsmede toegangspaden moeten te allen tijden vrijgehouden worden ten behoeve van perceelgebruikers.

3.2.5

Boren HDD’s en aanbrengen HDPE-buizen

In het tracé wordt op 11 locaties horizontaal gestuurd geboord, Het betreft hier op 10 boorlocaties 13 stuks separaat aangebrachte HDPE buisleidingen van Ø250mm en Ø315mm en op 1 boorlocatie 4 boringen waar bundels met 4 Ø250mm HDPE buisleidingen in worden aangebracht.




Blad 21 van 40


In 12 van deze leidingen komen de HV-kabels te lopen en in de 13e leiding komen de glasvezelmantelbuizen. Bij de bundelboring zullen de glasvezelmantelbuizen worden aangebracht in de vrije leiding van de twee middelste bundelboringen.

Voor aanvang van de werkzaamheden dient aan alle vergunningseisen te worden voldaan. Voor het uitvoeren van de horizontaal gestuurde boringen zal er een werkterrein worden ingericht. Dit terrein voldoet aan de afmetingen zoals op de betreffende tekeningen is aangegeven. Het werkterrein wordt opgebouwd met geotextiel, houtsnippers en stalen rijplaten. Als deze werkzaamheden gereed zijn wordt het boor materieel aangevoerd en opgesteld. Er zal hiervan een opstellingstekening worden gemaakt. (zie opstellingstekeningen in het betreffende DUP). De boringen worden naar gelang de grootte uitgevoerd met een mid rig of maxi rig. De complete booruitrusting is ingericht met een hydraulisch en elektrisch systeem en heeft geen voeding van buitenaf nodig. De booruitrusting bestaat o.a. uit:

-

Mid rig of maxi rig Mix / pompunit Recycle unit Materiaal containers Slurry containers Slurry pompen Schaft/directiekeet Opslag bentoniet

De HDPE buizen worden door middel van spiegellassen aan elkaar gelast en de rillen zullen worden verwijderd. De bundel buizen wordt geprefabt op de buizen uitleglocatie zoals aangegeven op tekening in de betreffende DUP. De HDPE buizen worden voor het trekken naar gelang de situatie in een bocht achter het uittredepunt gelegd. De locatie voor het uittredepunt wordt binnen de standaard werkstrook ingericht.

Na het aanbrengen van de HDPE buizen dienen deze te worden gekalibreerd en ingemeten bij het intrede en uittrede punt. Daar waar de boring een hoofdwaterweg dan wel dijklichaam kruist wordt iedere HDPE-buis afgeperst met lucht. Druk 2 tot 4 bar om de waterdichtheid aan te tonen.

De boorvloeistof zal een mengsel zijn van bentoniet met water. Het bentoniet zal van het type “Bentonite hydraul EZ of gelijkwaardig” zijn. De boorspoeling bevat geen toevoegingen en dient beschouwd te worden als een natuurproduct en heeft geen nadelige effecten op het milieu. Het bentoniet zal voor deze boringen worden gemengd met water dat wordt aangevoerd. Het doel van de boorvloeistof is: -

Het gat te boren d.m.v. een jetting assembly Het smeren van de beitel en de boorstreng Het in stand houden van het gecreëerde boorgat Het transporteren van uitgebrachte grond naar de oppervlakte




Blad 22 van 40


-

Het reduceren van het eigen gewicht van de leiding.

De boorspoeling welke vrijkomt aan het uittredepunt van de eerste boring wordt in containerbakken opgevangen en vervolgens met behulp van tankwagens naar het intredepunt teruggebracht. Hier zal de boorspoeling worden gerecycled alvorens te worden hergebruikt. Hierna wordt door de eerste boring een Ø 160 pijpleiding getrokken welke zal worden gebruikt als retourleiding van de boorspoeling (de bentoniet) Hierdoor is na de eerste boring het omrijden van de boorspoeling vloeistof niet nodig. Als de boorwerkzaamheden zijn afgerond dient deze leiding te worden gereinigd. Overtollige grond, water en bentoniet dient op een verantwoorde manier te worden afgevoerd, hiervan dient een stortbewijs te worden overhandigd aan werkvoorbereiding. Van iedere boring dient een boorstaat gemaakt te worden. Het boordossier bestaande uit de boorplannen, boorstaten en as-built tekeningen zullen in het oplever dossier worden opgenomen.

3.2.6

Drainage en Bemaling

Minimaal twee weken voor de start van de graafwerkzaamheden zullen er drainagebuizen, machinaal, worden aangebracht. Voor het aanbrengen van de drainagebuizen dient er een Klic -melding te worden geraadpleegd welke niet ouder mag zijn dan 20 dagen. Deze drainagebuizen worden gelegd in stukken van 80 meter, op een diepte welke in het betreffende DUP zal worden aangegeven. In iedere kabelsleuf worden twee drainagebuizen aangebracht. (zie tekening D_CSA_TRN-001-3404708-TYPICAL CROSS SECTIONS_BAM.pdf). Rond de drainagebuizen dient drainagezand te worden aangebracht. Nadat de werkweg is aangelegd kan de stamleiding met bij behorende appendages, pompen en verzamelbakken, conform het bemalingplan worden geplaatst. De drainagebuizen worden elke 80 meter op de stamleiding aangesloten. De stamleiding zal bij vrije ligging op maaiveld een diameter van 250 mm hebben, door HDD 021, HDD 031, HDD 121 en HDD 122 zal de afvoerleiding door een loze buis worden gestoken en 125 mm bedragen. Door HDD 101 en HDD 111 zal de afvoerleiding 160 mm bedragen en door HDD 041, HDD 051, HDD 061 en HDD 071 zal de volledige mantelbuis 250 mm worden benut. Specificaties zijn in het bemalingsplan opgenomen. Het onttrokken water uit het tracé, aan beide zijden van de Schie, moet aan de westelijke kant van de Schie, bij de Schieweg worden geloosd, zoals omschreven in het betreffende DUP. Het onttrokken water van de oost zijde van de Schie dient via de HDD (HDD 051) onder de Schie naar de west zijde van de Schie gebracht te worden. Dagelijks wordt met geijkte debietmeters de debieten van het onttrokken water te worden geregistreerd. Dag 1 & 3 en daarna 2 x per week dienen er watermonsters te worden genomen van het onttrokken water en worden onderzocht op vervuiling. Te allen tijde zal er tijdens het bemalen worden voldaan aan per locatie gestelde maximale geluidsniveau. Om vanuit het werkgebied de Schie te kunnen bereiken moet de Schieweg worden




Blad 23 van 40

gekruist. Hier voor wordt een leiding brug aangebracht ( zie tekening D_CSA_LDB-001-3404708LEIDINGBRUG CONSTRUCTIE_BAM.pdf)

3.2.7

Grondwerk

Alvorens een tracé wordt ontgraven dient de Klic-melding te worden geraadpleegd. Deze Klic-melding mag niet ouder zijn dan 20 dagen. Kabels en/ of leidingen die bekend zijn binnen het te rooien gebied worden handmatig ontgraven en beschermd conform de eisen van de eigenaar/ beheerder. Op locaties waar geen kabels en/ of leidingen bekend zijn worden proefsleuven gegraven om te kunnen controleren of er inderdaad geen kabels en leidingen liggen. Indien er wel kabels en/of leidingen worden aangetroffen dient direct onderzocht te worden wie de eigenaar/ beheerder en contact met deze te worden opgenomen. K&L worden opgevangen en beschermd tegen beschadigingen.

Om de mate van verdichting van de teruggebrachte grond voor oplevering vast te kunnen stellen wordt door middel van een aantal dichtheidsmetingen de oorspronkelijke dichtheid (voor aanvang werk) vastgesteld.

De ontgraven grond, wordt gescheiden opgeslagen en brengen we in de oorspronkelijke configuratie terug. (laatst ontgraven grond als eerste terugbrengen) (zie tekening E_CSA_RWR-006-3404708-Detail cross section trench execution_BAM.pdf).

In het werk zijn verschillende breedtes en dieptes van sleuven nodig, in het betreffende DUP wordt aangegeven uit welke types sleuf het betreffende tracédeel bestaat. (zie tekening D_CSA_TRN-0013404708-TYPICAL CROSS SECTIONS_BAM.pdf)

In de kabelsleuf dient tot bovenkant drainagebuis te worden gegraven, eventuele beschadiging van de drainagebuis dient terstond te worden gerepareerd. Wanneer de kabelsleuf op de vereiste diepte en breedte is wordt het geotextiel aangebracht. Het geotextiel wordt geleverd in een breedte van 5.60 meter en dient ,dwars op de lengterichting van de sleuf, met een overlapping van minimaal 20 cm te worden aangebracht. (Het geleverde werk wordt digitaal vastgelegd) Er dient rekening gehouden te worden, dat bij het sluiten van het geotextiel (Propex Geotextiel 7060 PP), over de kabels, er een overlap van minimaal 1.00 meter wordt bereikt. Na het aanbrengen van het geotextiel dient er 15 cm zand te worden aangebracht. Na het aanbrengen van de hoogspanningskabels (zie 3.2.8) heeft de opdrachtgever de mogelijkheid om de kabels te inspecteren (bijwoonpunt, tevens wordt de ligging van de kabels digitaal vastgelegd) Hierna wordt de kabelsleuf in lagen aangevuld tot de vereiste dekking, deze zal in het betreffende DUP worden aangegeven. Het zand dient tussentijds steeds te worden verdicht tot een waarde van 95%, welke middels een dichtheidsmeting, iedere 50 meter zal worden gecontroleerd.




Blad 24 van 40

Na het aanbrengen en verdichten van het zand worden de HDPE glasvezel mantelbuizen aangebracht (2 mantelbuizen per systeem zie tekening D_CSA_TRN-001-3404708-TYPICAL CROSS SECTIONS_BAM.pdf) Hierna kan het geotextiel worden gesloten, waarna direct boven elke

hoogspanningskabel in de lengte een kabelafdekplaat wordt aangebracht. De kabelafdekplaten worden op rol aangeleverd in variërende lengtes en dienen middels kunststof pennen te worden gekoppeld. De benodigde tussenruimte in de lengterichting wordt aangegeven in het DUP. Het geleverde werk wordt digitaal vastgelegd

Na het aanbrengen van de kabelafdekplaten wordt in opdracht van BAM door Nktc een kabelmanteltest uitgevoerd. Wanneer de uitkomst van deze test (dit is tevens een bijwoonpunt voor de opdrachtgever) positief is wordt de uitgekomen grond in de oorspronkelijke configuratie teruggebracht. (laatst ontgraven grond als eerste terugbrengen) en verdicht te worden tot 95% van de originele waarde, de benodigde hoogte van de grond wordt in het DUP aangegeven. Tevens zal er wanneer alle werkzaamheden gereed zijn en de bemaling verwijderd is (en het seizoen geschikt is) worden ingezaaid om het groen te herstellen. Het geleverde werk wordt digitaal vastgelegd.

De kabelmoflocaties zullen worden ontgraven als onderdeel van het tracé. De moflocatie zal worden afgeschermd tot de laswerkzaamheden zullen aanvangen. Zie tekening F_CSA_JBT-001-3404708-JOINT BAY TENT_BAM.pdf

Daar waar sloten of waterwegen worden gekruist zullen er maatregelen worden getroffen om de kabelsleuf door te laten lopen dit zal gebeuren in overeenstemming met eigenaar/ beheerder. (zie tekening E_CSA_RWR-010-3404708-TYPICAL UITVOERING TRACE & SLOOTKRUISING_BAM) Deze locaties en eisen zullen in het betreffende DUP worden aangegeven. Ter plaatse van slootkruisingen worden de afdekplaten in twee lagen op elkaar worden aangebracht.

3.2.8

Kabeltrekken

De 12 hoogspanningskabels die per sectie gelegd worden zijn verdeeld in twee systemen van 6 kabels. Het tracé bestaat uit twee van elkaar gescheiden systemen welke ieder bestaan uit 6 hoogspanningskabels. Kijkend van OSP WAT, in de richting van OSP BLE is het linker systeem “wit” en het rechter systeem “zwart” De kabels worden aangebracht in 24 tracédelen. (totaal 6 kabels x 24 tracédelen = 144 trekken) De trekken worden met elkaar verbonden door middel van 132 moffen. Waar het tracé bestaande infrastructuur kruist zullen de hoogspanningskabels door horizontaal gestuurde boringen onder de bestaande infrastructuur door worden getrokken. (zie tekening E_CSA_TRC-001-3404708-DETAILED OVERVIEW 380kV TRACE_BAM.pdf ) Het witte en zwarte systeem worden gescheiden van elkaar gelegd, de ruimte tussen de systemen fungeert als werkweg. De ruimte tussen de systemen wordt bepaald door het tracé type en wordt in




Blad 25 van 40

het DUP aangegeven. (zie tekening D_CSA_TRN-001-3404708-TYPICAL CROSS SECTIONS_BAM.pdf en tekening E_CSA_TRC-003-3404708-OVERVIEW TRENCH TYPES_BAM.pdf)

De kabelhaspels worden met een verrijdbare kabelbok van de werklocatie naar de treklocatie gebracht, hier wordt de haspel opgesteld in een kabelbok. De kabelbok is gestationeerd in het verlengde van de trek. Nktc zal nu de kabelmanteltest uitvoeren. Wanneer deze een positief resultaat heeft wordt de haspel officieel vrijgegeven voor de kabeltrek.

De kabel wordt met een geijkte, schrijvende lier, in de sleuf opgestelde kabeltransporteurs en kabelrollen afgerold en zo naar de eindlocatie getransporteerd. In de planning ( P_PRJ_PLN-012-3404708-LEVEL 1 TIME-ROAD SCHEDULE_BPM) wordt per trek aangegeven waar en wanneer deze moet worden gelegd. Bij HDD boringen is over het algemeen geen werkweg. De kabel wordt hier door de HDD boring getrokken. Gedurende de werkzaamheden dient nauwlettend op de maximale trekspanning en de minimum buigstraal van de kabel gelet te worden. Tevens zullen er op diverse punten zoals bij de haspel en intredepunten en uittredepunten van de HDD ten alle tijden kabelleggers aanwezig zijn om controle uit te oefenen op de kabeltrek deze kabeltrekkers hebben de middelen om ten alle tijden met elkaar te communiceren (portofoon & GSM) Er zullen op de kabeltransporteurs en de kabelbok noodstoppen aanwezig zijn om in een noodgeval de trek te kunnen stoppen. Voor we met een kabeltrek starten dient eerst de noodstopprocedure te worden getest. Om te voor komen dat de maximale trekspanning van de kabel wordt overschreden is de lier van een beveiliging voorzien die een aanslaat wanneer de maximale trekspanning overschreden dreigt te worden. De trekkracht van de lier wordt tijdens de kabeltrek digitaal geregistreerd. Het kabel transport materieel wordt voor iedere kabel trek gepositioneerd. Als de kabel is afgerold en op de eindlocatie is aangekomen wordt de kabel d.m.v. een boogkabelrol van de kabeltransportmiddelen gelicht en afgelegd op de definitieve locatie in het systeem.

Nadat alle kabels van het tracédeel op z’n plaats zijn gelegd worden ze digitaal ingemeten. Als de kabels zijn ingemeten worden ze visueel op beschadiging geïnspecteerd. De opdrachtgever heeft nu ook de mogelijkheid om de kabels te inspecteren (bijwoonpunt) Dit wordt schriftelijk en digitaal vastgelegd. Indien er kabels beschadigd zijn moet dit worden gemeld. Als de kabels onbeschadigd zijn wordt het zand op de kabels aangebracht.




3.2.8.1

Blad 26 van 40

Kabeltrek materieel

Voor het leggen van de hoogspanningskabel worden de volgende materieelstukken gebruikt.

Kabeltransporteurs Centraal aan te sturen kabeltransporteurs met regelbare Variabele duwkracht tot 7kN met noodstop.

Kabelrollen Zullen worden uitgevoerd met extra voetplaat om meer stabiliteit te creëren in verband met de massa en het zwaartepunt van de hoogspanningskabel.

Lier Mobiele kabellier met regelbare variabele trekkracht tot 7kN met noodstop.




Blad 27 van 40

Krachtmeter Gedurende een trek zal de kabellier de trekkracht/ snelheid en getrokken meters registreren.

Verrijdbare Kabelbok De kabelhaspel zal worden afgerold op een verrijdbare kabelbok welke een traploos regelbare aandrijving heeft. Deze kabelbok is uitgerust met een noodstop en geschikt voor haspels met een gewicht van 60 ton.

Boog kabelrol Deze boog kabelrol is voorzien van een snelwissel Connectie en wordt toegepast om de kabel van de Kabeltransporteurs te lichten.

3.2.9

Glasvezelbekabeling

Er worden per systeem (6 hoogspanningskabels) twee HDPE buizen van Ø 40 mm (kleur rood) gelegd. Deze buizen worden, onder de geotextiel, boven de buitenste hoogspanningskabels gelegd. In het ontwerp zijn de buizen die aan de buiten kant van het tracé liggen voor communicatie en Partial Discharge meting (PD meting) gereserveerd. Wij zullen 2 glasvezelkabels met 48 vezels aanbrengen ten behoeve van de communicatie. Deze kabels zullen in drie sectielengtes worden geblazen. De secties worden verbonden in moffen welke zich bevinden in de grond. De glasvezelkabels dienen aan het intrede en uittredepunt een overlengte te hebben van 70 meter. Er zal tevens 1 glasvezelkabel met 4 vezels worden aangebracht voor de PD meting. In het tracé worden 3 hand holes bij de moflocaties 3, 6 en 9 geplaatst. Hierin zitten lasmoffen in waar de communicatie glasvezel wordt gelast en wordt de 4 vezelkabel afgetakt en via een HDPE Ø 40 mm naar de linkbox gelegd (met 5 meter overlengte).




Blad 28 van 40

De glasvezelkabels worden getest met een OTDR meting. Het doel van een OTDR-meter ( Optical Time Domain Reflecto meter) is het doormeten van een glasvezelverbinding tussen een optische zender en ontvanger. Het principe van deze meting is dat er met behulp van een laser een lichtpuls in de vezel wordt gestuurd. Hiermee kan worden bepaald of de verbindingen goed zijn en waar een defect zit.

3.2.10 Plaatsen putten Ten behoeve van de cross bonding en het aarden, moeten er betonnen putten worden geplaatst. Per moflocatie worden er 2 betonnen putten geplaatst voor de cross bonding of voor het aarden. De exacte plaatsbepaling wordt in het betreffende DUP aangegeven. (zie tekening F_CSA_LBX-001-3404708Detail Tekening Betonput_BAM)

Onder de putten wordt grondverbetering toegepast door middel van een verdicht zandpakket van 0.20 meter dikte.

3.2.11 Moflocatie Ten behoeve van de kabellaswerkzaamheden worden er moflocaties ontgraven, deze krijgen een afmeting van 12.000 x 5150 x 2100 (lxbxd). Hierin wordt een drainagebuis aangebracht en de drainagebuis wordt aangesloten op de bemalinginstallatie. Tevens zal er een ringaarde worden geplaatst. Vervolgens wordt het geotextiel aangebracht. Op het geotextiel wordt de houten vloer van de lastent aangebracht en vervolgens wordt de lastent opgebouwd. Ten behoeve van de benodigde apparatuur en verlichting zal er een aggregaat bij de lastent worden geplaatst. Tekeningen en montagehandleiding wordt in het betreffende DUP bijgevoegd.

Ten behoeve van de kabellaswerkzaamheden zullen kabelschragen ter ondersteuning van de kabels worden gebruikt. De kabellaswerkzaamheden worden door nktc uitgevoerd

Na de kabellaswerkzaamheden zal de lastent worden verwijderd, hierna wordt het zand in het lasgat aangebracht, de kabels en kabelmoffen worden op de vereiste hoogte gebracht. Het zand zal worden verdicht. Door middel van dichtheidsmetingen wordt vastgesteld of de vereiste verdichting is bereikt.




Blad 29 van 40

Na het aanbrengen en verdichten van het zand worden de HDPE glasvezel mantelbuizen aangebracht (2 mantelbuizen per systeem) Hierna kan het geotextiel worden gesloten, waarna de kabelafdekplaten worden aangebracht. Alle stappen zullen digitaal worden vastgelegd. Locaties en aantallen zullen in het betreffende DUP worden vermeld.

Na het wegnemen van de lastent zullen de putten voor de cross bonding en aarding worden aangebracht en door nktc worden afgewerkt. Hierna wordt de oorspronkelijke grond teruggebracht en afgewerkt.

Afbeelding 7. Voorbeeld lastent 1




Blad 30 van 40

Afbeelding 8. Voorbeeld lastent 2

Afbeelding 9. tekening lastent

3.2.12 Kabellaswerkzaamheden De kabellaswerkzaamheden vinden plaats nadat de moflocatie is uitgegraven en voorbereid. De bewuste kabels zijn met de benodigde overlengte aangebracht en al het benodigde gereedschap en materieel is door nktc aangevoerd.




Blad 31 van 40

Elke moflocatie van 1 380kV circuit bevat 6 lasmoffen (5 lasmoffen zonder glasvezel en 1 lasmof met glasvezel).

De gedetailleerde werkomschrijving is te vinden in de las instructie documenten: X_ELC_MOF_001-N241367-Fitting instruction for SM420-S and X_ELC_MOF_002-N241367-Fitting Instruction for SM420-S with FO.

Voor het verbinden van de conductors, het over de kabel schuiven van de adapters en de lasmof en voor de installatie van het binnenwerk van de mof worden de kabeleinden gefixeerd in een kabel lasframe. Deze werkzaamheden zullen voor twee of drie moffen tegelijkertijd plaatsvinden.

Afbeelding 10. kabel lasframe

Na de installatie van het binnenwerk van de mof zal het geheel worden gelift met kettingen of touwen opdat het kabel lasframe verwijderd kan worden. Deze kan dan worden verplaatst naar de volgende kabelmof in dezelfde moflocatie.

Afbeelding 11. binnenwerk van de mof




Blad 32 van 40

Het onderste deel van de corrosie beschermende behuizing (inclusief het stalen frame met klampen om de kabels te fixeren) wordt onder de mof gepositioneerd and opgevangen door statieven op de houten vloer. Hierna kunnen de kettingen/ touwen worden verwijderd. Het bovenste deel van de corrosie beschermende behuizing zal worden geïnstalleerd en het vulmiddel zal worden aangebracht.

De verbindingskabels van de las worden zo dicht mogelijk bij de toekomstige linkbox locatie geplaatst.

Nadat alle zes de lassen zijn afgemonteerd zal de lastent en de houten vloer worden verwijderd en de moflocatie zal worden aangevuld met zand. De linkboxes voor aarding of cross bonding zullen in betonputten worden geplaatst tussen de twee sleuven conform de montageinstructies

X_ELC_EAR_002-N241367-Fitting Instruction Three Phase Link Box for Earthing X_ELC_CBD_001-N241367-Fitting Instruction Three Phase Link Box for Crossbonding.

Uiteraard wordt alle belangrijke data gedurende installatie geregistreerd. Zoals namen van medewerkers lasploeg, d.d. van lassen, id nummers van mof onderdelen, en test rapporten van glasvezel lassen. Alles conform de lasinstructies.

3.2.13 Opstijgpunten Aan het begin en einde van het tracé wordt een opstijgpunt gemaakt, OSP Wateringen en OSP Bleiswijk. Per OSP worden er 12 hoogspanningskabels opgevoerd, hiervoor worden per OSP 12 staalconstructies geplaatst ten behoeve van de terminations en 6 stalen buisconstructies ten behoeve van de Surge Arrestors. (Op aanwijzing van nktc zullen er ter plaatse las-/montagetenten worden geplaatst.) Voor het invoeren van de kabels in het OSP wordt de grond tot 1,10 meter onder maaiveld uitgegraven en wordt er geotextiel aangebracht. Hierover wordt eerst een laag zand aangebracht van 0,20 meter en verdicht. De kabels worden met een overlengte van 15 meter gelegd en vervolgens door nktc afgemonteerd. De overlengte wordt in het OSP weggewerkt volgens tekening (E_CSA_COC-901-N241367-Cables at OSP WAT 2887-2e _NKT.pdf & E_CSA_COC-801-N241367-Cables at OSP BLE 3245-2b _NKT.pdf), deze wordt in het DUP bijgevoegd.

(gegevens dienen digitaal te worden vastgelegd) Na het bevestigen van de kabels op de terminations wordt het zand tot 1.00 meter dekking aangevuld en verdicht. Hierna wordt het geotextiel gesloten en afgedekt met lavasteen van 0.10 meter, er worden in de OSP’s geen kabelafdekplaten toegepast.



Blad 33 van 40


3.2.14 Eindsluiting Voordat de eindsluitingen in het OSP gemaakt kunnen worden moeten er eerst hulpconstructies bij tenminste, twee naast elkaar gelegen staalconstructies van één fase als aangegeven in afbeelding 12 en principe tekening D_CSA_TMP001-N241367 (BAM) worden geplaatst. In principe worden twee naast elkaar liggende kabels van één fase gelijktijdig gemonteerd. Aansluitend worden de overige fasen gemonteerd. Er moeten minimaal twee, en zo nodig drie, hulpconstructies gelijktijdig worden opgebouwd zodat er alvast met de voorbereidende werkzaamheden van de volgende kabel kan worden begonnen. Voor het aanpellen van de kabel en het installeren van de eindsluiting moeten de hierna genoemde instructies strikt worden opgevolgd.

Afbeelding 12. hulpconstructie eindsluiting

X_ELC_TMP-001-N241367 X_ELC_TMP-002-N241367 X_ELC_EAR-001-N241367 X_ELC_CTF-001-N241367 Voor het plaatsen van de kunststof isolator op de staalconstructie moet het dak van de hulpconstructie worden verwijderd. Het OSP gebied moet met rijplaten worden afgedekt zodat de kraan bij het plaatsen van de isolator moeiteloos naast de hulpconstructie kan komen als aangegeven in afb.13 en afb.14

Afbeelding 13. Hijsen van de kunststof isolator

Afbeelding 14. Ontmantelen en aansluitende werkzaamheden

Nadat de installatie van de eindsluitingen en de bijbehorende werkzaamheden zijn afgerond kan de hulpconstructie verwijderd worden.




Blad 34 van 40


Als de werkzaamheden van nktc beide OSP’s zijn afgerond moet er een hoogspanningstest worden uitgevoerd. Als de hoogspanningstest succes vol is afgerond kunnen de overspanningbeveiligingen en transformatoren worden geplaatst. Referenties; D_CSA_TMP-001-N241367

Installation Scaffolding

X_ELC_TMP-001-N241367

Fitting Instruction for FEV 420-V

X_ELC_TMP-002-N241367

Fitting Instruction for FEV 420-V with FO

X_ELC_EAR-001-N241367

Fitting Instruction Single Phase Link Box for Earthing

X_ELC_CTF-001-N241367

Fitting Instruction Current Transformer




3.3

Blad 35 van 40

Keuringen en controles

Gedurende het project dienen verschillende keuringen en controles te worden uitgevoerd. In ieder DUP wordt een keuringsplan opgenomen met een overzicht van welke formulieren wanneer gebruikt moeten worden. Tevens dienen deze als bijlage te worden bijgevoegd. In een keuringsplan wordt minimaal opgenomen: eisomschrijving, tolerantie, verantwoordelijke, meetmethode, soort meetmiddel, wanneer, stop- en bijwoonpunten (HW), wijze van vastlegging en werkwijze bij een afwijking. Met controles wordt ook het digitaal vastleggen van gegevens bedoeld. We kunnen de volgende keuringen en controles onderscheiden: -

Manteltest van de kabels bij aflevering

-

Boorstaten per boring

-

Stortbewijzen afvalwater en Bentoniet

-

Debietmetingen lozingswater

-

Trekrapporten HDPE-leidingen

-

Monsternamen lozingswater

-

Dichtheidsmeting vóór start graafwerkzaamheden

-

Klic-meldingen

-

Digitaal vastleggen aanbrengen geotextiel

-

Dichtheidsmeting aanvullende zandlaag

-

Trekrapporten kabellier

-

Digitaal vastleggen gelegde kabels

-

Digitaal vastleggen ligging afdekplaten

-

Manteltest van de gelegde kabels

-

Digitaal vastleggen teruggebrachte grond

-

Dichtheidsmeting teruggebrachte grond

-

Rapportage opname zakbakens

-

Meetrapporten glasvezelbekabeling

-

Meetrapporten moffen conform lasinstructie document

-

Meetrapporten eindsluiting conform einsluiting instructie document

De keuringsformulieren moeten tijdig, compleet, ondertekend, overzichtelijk en geordend worden aangeleverd bij de WvB.

3.3.1

Monitoring zettingen

Tijden het terugbrengen van de ontgraven grond in de kabelsleuven zullen er op de kabelafdekplaten zakbakens worden geplaatst. De afstanden en uitvoering zal in het DUP worden aangegeven.




Blad 36 van 40

Na plaatsen zal het zakbaken worden ingemeten. De eerste maand na plaatsen zal er 1 keer per week worden gemeten (4 metingen). De tweede tot twaalfde maand zal er 1 keer per maand worden gemeten (11 metingen) Het tweede tot vijfde jaar zullen we 1 keer per 3 maanden meten (16 metingen). Dit houdt in dat we gedurende 5 jaar 4 + 11+ 16 = 31 metingen zullen verrichten.

3.4

Verkeersmaatregelen

Verkeersmaatregelen zullen worden getroffen in overeenstemming met de CROW publicatie 96b “Maatregelen bij werken in uitvoering op niet-autosnelwegen en wegen binnen de bebouwde kom”. Verkeermaatregelen zullen tijdig worden gemeld/ aangevraagd bij de belanghebbende instanties. Wanneer er voor de in het DUP omschreven werkzaamheden verkeersmaatregelen nodig zijn zullen deze in het betreffende DUP worden omschreven. Tevens zal er een projectbreed bewegwijzeringplan worden opgesteld opdat alle werklocaties goed te vinden zijn en waarin eventuele omleidingen in zijn opgenomen.

3.5 3.5.1

Milieu, Archeologie en Explosieven Milieu

Het uitgangspunt binnen het project Randstad380 Zuidring is om plant en dier zo min mogelijk te verstoren tijdens de uitvoering van het project en de periode daarna. Er wordt er van uitgegaan dat het broedseizoen begint op 1 maart en eindigt op 1 september.

Flora Er mogen alleen bomen en bossage worden gerooid die zich binnen de werkstrook bevinden en waar vergunning voor is. Het rooien van de bossage zal in principe machinaal gebeuren. Kleinere struiken en bomen worden versnipperd met een hakselaar en vervolgens afgevoerd.. Dikkere stammen worden in z’n geheel afgevoerd.

Fauna Ten behoeve van het kabeltracé zullen er bomen en struiken moeten worden weggenomen. Alvorens over te gaan tot het daadwerkelijk verwijderen zal er met een deskundige contact worden opgenomen om een inventarisatie van eventueel bewoonde vogelnesten te maken, daar waar nodig zullen deze op aanwijzing worden verplaatst. Twee weken voor aanvang van de graafwerkzaamheden zal er met de desbetreffende deskundige een ronde worden gemaakt om eventuele bewoonde nesten van weidevogels over een breedte van 25 meter uit de hartlijn, aan beide zijden, te inventariseren, daar waar nodig zullen deze op aanwijzing worden verplaatst.




Blad 37 van 40

Om te voorkomen dat deze strook later weer interessant wordt voor weidevogels zal deze over een breedte van 50 meter zo vaak als nodig worden gemaaid om het gras kort te houden. Afhankelijk van de te verwachten periode van uitvoering kunnen in overleg met deskundigen extra maatregelen worden genomen ten einde een ongestoorde uitvoering zeker te stellen.

Bij diverse werkvlakken dient water te worden weggepompt. (waterkruisingen e.d.) Alvorens tot volledige drooglegging over te gaan zal op aanwijzing van desbetreffende deskundige eventuele levende have worden gevangen en op aanwijzing van deze deskundige op een andere plaats weer worden losgelaten. Eventuele ‘beschermde’ vegetatie zal door desbetreffende deskundige worden beoordeeld en naar nader te bepalen plaats worden herplaatst.

Milieuparken Op strategische posities zullen op de werklocaties milieuparken worden gecreëerd. Het vrijkomend afval zoals restanten geotextiel, HDPE, verpakkingsmaterialen en huishoudelijk afval zal gescheiden worden ingezameld en door een erkend bedrijf worden afgevoerd. Hiervan zullen de stortbewijzen worden gedocumenteerd.

3.5.2

Archeologie

In de ‘Procedure archeologisch noodonderzoek’ wordt omschreven hoe gereageerd dient te worden in het geval er een toevalsvondst wordt aangetroffen. Een toevalsvondst is een ongekende archeologische waarde die tijdens de uitvoering van civiele grondwerken wordt aangetroffen. Een toevalsvondst is een op zichzelf staand incident en kan aanleiding zijn om de graafwerkzaamheden stil te leggen. Omdat het stilleggen van het werk een ernstige bedreiging vormt voor het bouwproces, is zorg voor toevalsvondsten een belangrijk thema. Er zal dus zo snel mogelijk gereageerd dienen te worden, zodat het grondwerk met zo min mogelijk vertraging kan doorgaan. Er zal na het aantreffen van een toevalsvondst volgens een vaststaande procedure (zoals in de instructie archeologie wordt omschreven) wordt gehandeld, zo lopen de civiele werkzaamheden minimale vertraging op. Er zal na een toevalsvondst direct gehandeld worden waarop er binnen 4 uur een archeoloog ter plaatse is om de vondst veilig te stellen en te registreren. In de daaropvolgende 48 uur wordt er een waardestellend onderzoek gedaan. Na deze 48 uur kunnen de civiele werkzaamheden weer ongestoord verder of blijkt het om een vondst van hoge waarde te zijn wat valt onder de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag.




Blad 38 van 40


3.5.3

Explosieven

Uit vooronderzoek blijkt er geen noodzaak te bestaan om ter plaatse veldonderzoek uit te voeren. Ondanks deze uitkomst wordt het advies gegeven een uitvoeringsprotocol op te stellen welke omschrijft hoe om te gaan met het onverhoopt aantreffen van UXO (Un-Exploded Ordnance) objecten tijdens de uitvoering.

Wanneer er explosieven worden aangetroffen dan dient direct te worden gestopt met de werkzaamheden en met de direct leidinggevende contact worden opgenomen. Deze dient direct de projectleider uitvoering in te lichten over de vondst. De projectleider uitvoering zal hierop actie ondernemen en de benodigde instanties benaderen (Explosieven Opruimingsdienst)

4. SPECIFICATIES EN EISEN 4.1

Documenten

Voor de werkzaamheden in de uitvoeringsfase zijn de documenten van toepassing zoals opgenomen in het volgende document; P_PRJ_PLN-022-3404708-Planning Level 2_BPM.xls

4.2

Eisen vanuit bestek/overeenkomst

Alle eisen worden verzameld en bijgehouden in Relatics. Al deze eisen zullen worden verwerkt in een eisenplanning waar de specifieke eisen ook aan tijd en werkzaamheden zullen worden gekoppeld. Specifieke eisen zullen worden opgenomen in de betreffende DUP.

4.3

Afwijkingen

Afwijkingen moeten worden vastgelegd op een afwijkingsformulier For.3.60.02 en in Relatics onder Deviations & Changes en binnen 2 werkdagen gemeld bij de Kwaliteitsmanager.

5. Planning Er zal worden gewerkt met de volgende planningen;

Projectplanning:

P_PRJ_WPL-01.02-N241367-Project Plan_NKT

Werkplanning:

P_PRJ_PLN-012-3404708-LEVEL 1 TIME-ROAD SCHEDULE_BPM




Blad 39 van 40

6. Veiligheid, Gezondheid en Milieu 6.1

Procedures en regels op de bouwplaats

Dit VGM deel van het HUP geldt als aanvulling op de regels en procedures, zoals zij voor dit project al zijn vermeld in het VGM plan van Nktc onder document: P-PRJ-SHE-001-N241367-SHE Plan-04-001NKT-doc.

6.2

Risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E)

Sedert augustus 1994 is in Nederland wettelijk het ARBO-Besluit op bouwplaatsen van kracht. Het doel van dit ARBO-Besluit is om op bouwplaatsen veilige werkomstandigheden en de coördinatie hiervan tussen de verschillende bouwende partijen op dezelfde bouwplaats te kunnen garanderen. Het ARBO-Besluit voor bouwplaatsen stelt het maken van een veiligheids- en gezondheidsplan verplicht, inclusief een risico inventarisatie en evaluatie (RIE) van de bouwactiviteiten om de veiligheid en gezondheid van de op de bouwplaats tewerk gestelde medewerkers te kunnen garanderen tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden.

Het doel van de RIE voor dit project, is om alle betrokken eigen en externe medewerkers te informeren over de potentiële risico’s die voortvloeien uit de bouwactiviteiten, de potentiële risico’s die dit met zich meebrengt voor het milieu en de potentiële risico’s verbonden aan de te volgen werkmethode. Een en ander inclusief de benodigde veiligheidsprocedures en veiligheidsmaatregelen. Het accent ligt hierbij op het opsporen, inventariseren en minimaliseren van de veiligheids-, gezondheids- en milieurisico’s; hoe kunnen zij tijdig worden herkend en welke voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om het risico te vermijden of in ieder geval te minimaliseren. De te nemen voorzorgsmaatregelen moeten zodanig zijn, dat de bouwactiviteiten van alle interne en externe betrokken medewerkers aan het bouwproces in een efficiënte, veilige, gezonde en milieuvriendelijke manier kunnen worden uitgevoerd.

De uitwerking van de RIE voor de bouwactiviteiten binnen het HUP van dit project kan worden gevonden in de bijlage.

6.3

Bedrijfshulpverlening

Alarmkaarten zijn aanwezig op voor ieder toegankelijke ruimten, zoals de keet/kantine. Op de alarmkaarten zijn de alarmnummer aangegeven.




Blad 40 van 40


De op het werk aanwezige BHV-ers/EHBO-ers zijn vermeld op de alarmkaart.

7. BIJLAGEN De volgende bijlagen zijn bijgevoegd in het deelwerkplan:

Bijlagen t.b.v. deelwerkplan Omschrijving Tekeningen Onderzoeksrapport RI&E Keuringsplannen Keuringsformulieren Alarmkaart

Nummer



RIE_Hoofduitvoeringsplan_02_CEX_BAM Randstad 380 Zuidring

Blad 1 van 42

Bijlage 6.1. : Risicoanalyse (RIE)

NUMMER ACTIVITEIT

RISICO

PREVENTIE MAATREGEL

1. Algemeen 1.1.

Werken nabij of in openbare wegen



Aanrijdgevaar

  

  

1.2.

Langdurig werken in dezelfde houding zoals: tillen, duwen, hijsen, graven

Draag altijd een oranje veiligheidvest of oranje signaalkleding Zorg ervoor dat de medewerkers de cursus “Veilig werken langs de weg” hebben gevolgd Neem de vereiste verkeersmaatregelen op basis van een vooraf gemaakt verkeersplan waarin omschreven type verkeersafzetting, omleidingsroutes, gebruik verkeerslichten, etc. Laat verkeersmaatregelen plaatsen door daarvoor speciaal opgeleid personeel Zorg ervoor dat personeel en materieel alleen binnen de afzetting werkzaam kan zijn Zorg dat de afzetting intact blijft en controleer deze regelmatig



Gehoorschade door verkeerslawaai



Gebruik bij veel lawaai van passerend autoverkeer (snelwegen) gehoorbeschermers



Fysieke klachten



Neem een goede werkhouding aan tijdens de werkzaamheden Zorg ervoor dat er voldoende mankracht is voor afwisseling en verdeling van het werk Maak zoveel mogelijk gebruik van machines Volg de STEP cursus

   

Letsel door vallende voorwerpen

 



Letsel door stoten of schaven

 

Draag in de buurt van steigers, hijsen graafmachines altijd een goedgekeurde helm Zorg voor goedgekeurd hijsmaterieel/gereedschap Draag altijd op het werk afgestemde en passende werkkleding en werkhandschoenen Draag altijd veiligheidsschoenen/laarzen




Blad 2 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

1.3.

Werken in de nabijheid van hoogspanningskabels

RISICO 

Elektrocutie door aanraking kabels

PREVENTIE MAATREGEL  

1.4.

Werken in de nabijheid van spoorwegen

  

Aanrijdgevaar Gevaar om meegezogen te worden Elektrocutie door aanraking hoogspanningskabels

       

1.5.

1.6.

Transporten

Werken bij warm weer in de zon

Kraan/graafmachine uitrusten met hoogte beperker, zodanig dat deze ver genoeg weg blijft van de hoogspanningskabels. Kraan/graafmachine uitrusten met aarding Werkzaamheden uitvoeren volgens de veiligheidsregels voor de railinfrastructuur (RVV) Werk overeenkomstig de specifieke voorschriften van de plaatselijke veiligheids instructie Werken in of langs in dienst zijnd spoor mag alleen onder begeleiding van speciale veiligheidsmensen Zorg voor voldoende veiligheidsmensen bij inzet van meerdere ploegen en/of lawaaierig materieel Alle te werk gestelde medewerkers moeten de cursus “Veilig werken langs het spoor” hebben gevolgd Draag een geel veiligheidsvest of gele signaalkleding Vermijd het graven in de ballast door graafmachines en voorzie deze van hoogte beperkers i.v.m. hoogspanning Zorg voor goede en voldoende afzettingen en bewegwijzering voor passagiers bij het werken op perrons



Aanrijdingen door te hoge snelheid of onoplettendheid



Blijf geconcentreerd door je aan rusten rijtijden te houden en houd je aan de snelheidslimieten en verkeersregels



Ongelukken door verschuiven van lading



Zet de lading degelijk vast en laad niet meer dan op/in het voertuig dan is toegestaan



Verbranden van de huid



Houd alle huid bedekt en werk niet met korte broek of ontbloot bovenlijf Draag helm of pet met nekdoek Gebruik zonnebrand en draag een zonnebril

 




Blad 3 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO

PREVENTIE MAATREGEL



Uitdroging door waterverlies



Zorg voor voldoende water en drink regelmatig om het vochtverlies weer aan te vullen

1.7.

Werken op of in de nabijheid van open water

 

Verdrinking Onderkoeling

 

Zorg voor een deugdelijke afzetting/valbeveiliging Zorg voor voldoende reddingsvesten en reddingslijnen in de onmiddellijke omgeving indien geen deugdelijke afzetting aanwezig is

1.8

Werken met gevaarlijke en de gezondheid bedreigende stoffen zoals: gascilinders, brandstoffen en chemicaliën

  

Explosie Brand Vergiftiging, gezondheidsschade



Plaats deze stoffen in goed geventileerde en afsluitbare buitenruimten Zorg voor lekbakken en opvangvoorzieningen bij lekkage van milieu onvriendelijke stoffen Zorg voor voldoende ventilatie op de werkplek Scheid de opslag van gas en zuurstof Zorg ervoor dat de chemiekaarten en veiligheidsinformatiebladen op de werkplek beschikbaar zijn Zorg voor een identificatie- en gevarenetiket op de verpakking Zorg voor voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen Verbied roken en open vuur Voorzie de gascilinders van reduceerventielen en vlamdovers Zorg voor de aanwezigheid van voldoende gekeurde brandblussers (12-A/B/C) onder handbereik Zorg voor de beschikbaarheid van voldoende spoelwater voor de ogen Zorg voor gescheiden opvang en adequate verwerking van gevaarlijke afvalstoffen

          

1.9

Samenwerken met andere bedrijven op hetzelfde bouwterrein



Ongevallen en onveilige situaties als gevolg van geen of onvoldoende coördinatie

 

Stel vooraf vast wie van de partijen de veiligheidscoördinatie van de gezamenlijke bouwplaats verricht Maak vooraf een plan met goede afspraken over welke partij, waar en wanneer werkzaamheden verricht en welke veiligheidsrisico’s en maatregelen deze bouwonderdelen met




Blad 4 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO

PREVENTIE MAATREGEL 

zich meebrengen Maak goede afspraken over het gezamenlijk gebruik en in stand houden van veiligheidsvoorzieningen

2. Materieel en gereedschap 2.1.

Werken met machines



Letsel door onoordeelkundig gebruik en nalatigheid

 

Zorg voor goed opgeleid en gecertificeerd personeel waar nodig Zorg voor een goede naleving van de bedienings- en veiligheidsinstructies



Letsel door rijdende en draaiende delen

  

Scherm de draaiende delen af Voorzie de machine van een terug draai functie Laat de medewerkers de juiste PBM’s dragen



Letsel door hoge luchtdruk

  

Controleer luchtslangen en koppelingen voor gebruik Overschrijd de maximum gebruiksdrukken niet Keuring en inspectie van luchtdrukmaterieel tenminste 1 x per jaar



Gehoorschade door lawaai

 

Scherm de lawaaibron zoveel mogelijk af Laat de medewerkers oorbescherming dragen



Milieuschade door olielekkage



Zorg voor regelmatig onderhoud in de daarvoor bestemde ruimte met goede voorzieningen Zorg voor lekbakken e.d. Zorg voor goede aftank mogelijkheden zonder lekkage

  2.2.

Werken met elektrisch gereedschap



Elektrocutie/elektrische schok

 

Draagbaar elektrisch gereedschap moet dubbel zijn geïsoleerd Voor aanvang werk het gereedschap visueel controleren op




Blad 5 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO


2.3.

2.5.

Werken met snij- en slijpgereedschap

Werken met handgereedschap

beschadigingen Controleer de goede werking van de veiligheidsvoorziening



Verbranding door oververhitting



Oplaadbaar elektrisch gereedschap moet worden voorzien van een veiligheid ter voorkoming van overladen



Struikelen over stroomdraden



Berg gereedschap correct op en let op de loop van stroomdraden






Gebruik oorbescherming

 

Zie eveneens onder 2.2. Oogletsel door slijp/snijsel/delen van slijpschijf

   

Draag een ruimzicht veiligheidsbril of gezichtsscherm Gebruik voor elke handeling de slijpschijf die erbij hoort Vervang beschadigde slijpschijven onmiddellijk Gebruik de veiligheidsvoorzieningen aan het apparaat



Letsel door aanraking draaiende delen

  

Verwijder de slijpschijf niet terwijl hij nog niet stil staat Draag de juiste werkkleding Draag geen los hangende of los zittende kleding



Longbeschadiging door stof



Draag een stofmasker bij slijpwerk



Snij- en slagverwondingen



Gebruik de juiste gereedschappen voor het daarvoor bestemde werk Draag de juiste en beschermende werkkleding (handschoenen) Hou hamers, beitels, schroevendraaiers, etc. vrij van beschadigingen. Sla gereedschap na gebruik op een ordelijke wijze op

  




Blad 6 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO

PREVENTIE MAATREGEL

3. Mobilisatie en demobilisatie 3.1.

Transport van materieel en bouwketen



Lawaai en overlast voor de omgeving



Maak in overleg met de autoriteiten gebruik van een transportroute waarin zo weinig mogelijk hinder wordt veroorzaakt



Letsel of schade door vallen of schuiven van lading



Zet de lading vast met de daarvoor bestemde bevestigingshulpmiddelen



Letsel of schade tijdens laden en lossen



Gebruik gekeurd en de juiste hulpmiddelen voor het hijsen en zet personeel in die de cursus “Veilig hijsen” hebben gevolgd.



Wegschuiven van machines tijdens op en afrijden van de dieplader

 

Maak gebruik van op en afrij balken met een goed profiel Verwijder vuil, modder en zand van de op en afrij balken, rupsen en banden Controleer voor op/afrijden of de dieplader/trailer op de juiste manier opgesteld staat



3.2.

Plaatsen/verwijderen van bouwketen, schaftketen/wagens, etc.



Lawaai of hinder voor de omgeving



Maak een opstelplan voor keten, etc. in overleg met eigenaar van de locatie en/of autoriteiten. Waarschuw omwonenden.



Letsel of schade bij langskomend verkeer



Zet medewerkers in om de locatie tijdelijk af te zetten en passanten te waarschuwen



Letsel door struikelgevaar



Houd de bouwplaats opgeruimd en in goede staat

3.3

Aansluiten van de keten op de nutsvoorzieningen



Gevaar voor explosie, brand en elektrocutie, ziektekiemen



Laat de installatie aansluiten door daarvoor opgeleid en gecertificeerd personeel en volgens de veiligheidsregels van de nutsbedrijven

3.4.

Opslag van gevaarlijke stoffen



Vervuiling van bodem, grond- of



Opslag van vloeistoffen altijd in een opvangbak/bassin om




Blad 7 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO

PREVENTIE MAATREGEL

oppervlakte water   



Gevaar voor explosie of brand

     

3.5.

Verzamelen en afvoeren van afval



Vervuiling van bodem, grond- of oppervlaktewater

   

4. Verkeersvoorzieningen en maatregelen

lekkage naar het milieu te voorkomen volgens CPR 9-6 Opslag altijd in overeenstemming met de veiligheidsvoorschriften van de leverancier Zorg voor een goed geventileerde opslagruimte Het transport, laden en lossen van gevaarlijke stoffen alleen uit laten voeren door daarvoor goed uitgeruste en gecertificeerde bedrijven/vaklieden Zorg voor goed zichtbare waarschuwingsaanduidingen “Open vuur en roken verboden” Zorg voor de aanwezigheid binnen handbereik van voldoende en het juiste type brandblussers Zorg voor verpakkingen met identificatie- en gevarenetiket en etiketten met instructies hoe te handelen in geval van nood Zorg ervoor dat flessen steeds rechtop staan en beschermd worden tegen omvallen Voorkom dat er direct zonlicht kan doordringen in de opslag Zorg ervoor dat de chemiekaarten en veiligheidsinformatiebladen op de werkplek beschikbaar zijn Zorg voor een gescheiden verzameling en opslag van bouwafval, chemisch/olie afval en groen afval Zorg voor de aanwezigheid van voldoende afval containers van elke afvalstroom op een goed zichtbare en bereikbare plaats Geef het personeel de instructie de afval containers op de juiste manier te gebruiken Zorg voor regelmatige afvoer en verantwoorde verwerking door een hierin gespecialiseerd en gecertificeerd bedrijf




Blad 8 van 42


NUMMER ACTIVITEIT 4.1.

Plaatsen van tijdelijke verkeersafzettingen, barriers, verkeerslichten, etc.

RISICO 

Aanrijdgevaar voor de medewerkers die de afzettingen plaatsen/verwijderen/onderhou den

PREVENTIE MAATREGEL    



Verkeersmaatregelen en afzettingen vallen onvoldoende op



  

4.2.

Veilig in en langs de weg werken



Aanrijdgevaar van medewerkers werkzaam achter de verkeersafzetting

  

4.3.

In- en uitrijden of lopen van de tijdelijke werkwegen langs de kabelroute



Aanrijdgevaar

  

Zet hiervoor speciaal opgeleid en gespecialiseerd en ervaren personeel in Maak gebruik van veilig materieel voorzien van oranje knipperlichten en waarschuwingsseinen Draag altijd een oranje veiligheidvest of oranje signaalkleding Zorg ervoor dat de medewerkers de cursus “Veilig werken langs de weg” hebben gevolgd Neem de vereiste verkeersmaatregelen op basis van een vooraf gemaakt verkeersplan waarin omschreven type verkeersafzetting, omleidingsroutes, gebruik verkeerslichten, etc. Zorg voor reflecterende waarschuwingsborden De uitvoering van de verkeersmaatregelen moet altijd zijn volgens de voorschriften in CROW 96B van juli 2005 Controleer tijdens, aan het begin en het eind van de werkzaamheden of de verkeersafzetting nog in goede staat verkeert Wijs de medewerkers door middel van een toolbox meeting continue op de gevaren die zich voordoen tijdens hun werk in het doorgaande verkeer Zorg voor een minimum afstand van de werkzaamheden tot de verkeersafzetting van tenminste 60 cm Maak indien nodig gebruik van barriers om een veilige werkomgeving te creëren Plaats waarschuwingsborden voor langskomend verkeer bij de inen uitgangen van de werkwegen Gebruik oranje waarschuwingsknipperlichten op het materieel Laat medewerkers altijd een oranje veiligheidvest of oranje signaalkleding dragen




Blad 9 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO



Vuile en gladde wegen door inen uitrijden


Wijs de medewerkers door middel van een toolbox meeting continue op de gevaren die zich voordoen tijdens het inen uitrijden



Zorg ervoor dat machines en auto’s schoon zijn als ze de openbare weg oprijden Zorg ervoor dat vrachtauto’s niet over beladen zijn met zand, e.d. Zorg voor een regelmatige schoonmaak van wegen bij inen uitritten

 

4.4.

Oversteken van openbare weg met materieel en personeel



Aanrijdgevaar voor personeel en derden

    



Gevaar voor glijden/slippen in geval van slecht wegdek

 



4.5.

Gebruik van polderwegen



Letsel tijdens het manoeuvreren van de machines Letsel door veroorzaakte

Neem de juiste maatregelen i.v.m. afzettingen en verkeersmaatregelen Laat medewerkers hun auto’s niet in bermen van wegen parkeren maar op daarvoor speciaal ingerichte parkeerplaatsen Vraag eventueel om assistentie van speciale verkeersbegeleiders en/of politie ingeval van wegen met zeer intensief verkeer Gebruik oranje waarschuwingsknipperlichten op het materieel Laat medewerkers altijd een oranje veiligheidvest of oranje signaalkleding dragen Maak vooraf een inventarisatie van de staat van de aanwezige wegen Neem de nodige maatregelen/voorzieningen om een kwalitatief goed wegdek te kunnen gebruiken



Zorg voor voldoende medewerkers ter begeleiding van en aanwijzigen voor de machinist



Gebruik stalen rijplaten e.d. om de bestaande verharding van




Blad 10 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO

PREVENTIE MAATREGEL

schade aan wegdek i.v.m. (te) zware transporten



Lekkage van olie of brandstof



wegen te beschermen tegen ongecontroleerde schade. Vraag de locale autoriteiten om advies alvorens de wegen zwaar te belasten

5. Bemalingen 5.1.

Installeren en verwijderen van filters en pompen





Instrueer de medewerkers door middel van een toolbox meeting continue hoe lekkage van brandstof te voorkomen tijdens het vullen van de machines Zorg voor regelmatig en tijdig onderhoud van machines in de daarvoor bestemde werkplaatsen



Oorbeschadiging vanwege lawaai

 

Gebruik stille pompen voor de bemaling Daar waar dit niet mogelijk is gebruik een lawaai afscherming van de pompen (bijvoorbeeld door het plaatsen van lege containers als geluidsscherm)



Letsel door spuitend water of vallende voorwerpen

 

Zet gespecialiseerd, goed opgeleid en ervaren personeel in Zorg voor het bezit van en gebruik door de medewerkers van de juiste PBM’s Gebruik alleen regelmatig gekeurd en goed gekeurd materieel en hijsgereedschap

 

Letsel door het stappen in boorgaten



Vul de opengebleven gaten na het boren van de filtergaten en verwijderen van de filters onmiddellijk op



Het verstoren van grondwater scheidende grondlagen



Zorg ervoor dat er een goed grondonderzoek beschikbaar is voor de uitvoering van de werkzaamheden Analyseer de resultaten van dit grondonderzoek en neem de nodige maatregelen in het bemalingsplan om verstoringen tijdens de bemaling te voorkomen Neem in het bemalingsplan, indien nodig, een maatregel op

 




Blad 11 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO

PREVENTIE MAATREGEL om de grondlagen weer af te dichten in de boorgaten

5.2.

Het oppompen van het grondwater



Letsel of schade door onverwachte zettingen van grond, gebouwen en/of infrastructuur

 





Het oppompen van vervuild water

 







Het overtreden van wetgeving voor het oppompen van grondwater

 

Zorg ervoor dat er een goed grondonderzoek beschikbaar is voor de uitvoering van de werkzaamheden Maak op basis van dit grondonderzoek een bemalingsplan waarin rekening is gehouden met de gevolgen voor het evenwicht in de nabij gelegen ondergrond en fundaties constructies Houdt rekening in het bemalingsplan met eventueel benodigde monitoring voor grondzettingen (zetbakens) en grondwaterstanden (peilfilters) Voer een historisch onderzoek uit naar de eventuele aanwezigheid van vervuilde bodemdelen binnen het werkgebied van de kabelroute Voorzie in het bemalingsplan maatregelen om verdere verspreiding van vervuild grondwater tegen te gaan en om het opgepompte vervuilde grondwater verantwoord te kunnen verwerken Controleer de noodzaak van toestemmingen en vergunningen voor het oppompen en lozen van het opgepompte grondwater Maak de voorwaarden van deze vergunningen e.d. onderdeel van het bemalingsplan

Letsel door overstromingen als gevolg van gebarsten afvoerleidingen

 

Zorg voor goed onderhouden en in goede staat verkerende afvoerleidingen Maak gebruik van goed opgeleid en ervaren personeel voor een vakkundige koppeling van de afvoerleidingen

Letsel door overstroomde werkputten en sleuven als

 

Zet een voldoende aantal goed onderhouden pompen in Maak gebruik van goed opgeleid en ervaren personeel voor




Blad 12 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO gevolg van slecht of niet functionerende pompen

5.3.

Het afvoeren van het bemalingswater



Overstroming van bestaande waterwegen, sloten en/of riolen

PREVENTIE MAATREGEL   



Afvoer van vervuild grondwater in schoon oppervlaktewater

 



Afvoer van zout grondwater in zoet oppervlaktewater

 



Letsel of schade door de instroom van bemalingswater in open water



de installatie Gebruik een bewakingssysteem om tijdig gewaarschuwd te worden ingeval van niet functionerende pompen Controleer de uitstroomcapaciteit bij de locale water kwantiteit beheerder en vraag een afvoervergunning Maak een afvoerplan met de plaatsen en hoeveelheden van de afvoer als onderdeel van het bemalingsplan Controleer regelmatig of het afgevoerde bemalingswater voldoet aan de eisen en voorwaarden van de water kwaliteit beheerder Als dit niet het geval is neem dan maatregelen om vervuiling te voorkomen Controleer of het zoutgehalte van het op te pompen en af te voeren bemalingswater voldoet aan de eisen van de water kwaliteit beheerder Zorg dat deze eisen onderdeel zijn van het uit te voeren bemalingsplan



Neem maatregelen op in het bemalingsplan om waterbodem en oevers te beschermen tegen de instroomkrachten van het af te voeren bemalingswater Neem maatregelen op in het bemalingsplan om de flora en fauna in de oppervlaktewateren te beschermen tegen de instroomkrachten van het af te voeren bemalingswater



Doe voorafgaande aan het graafwerk tijdig een KLIC melding

6. Grondverzetwerkzaamheden 6.1.

Graven nabij bestaande ondergrondse



Brand, explosie, elektrocutie




Blad 13 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO


(of bovengrondse) kabels en leidingen

 



6.2.

Verwijderen en herstellen verhardingen en groen



Verstoring van de vegetatie of dieren

 



Overtreding van wetgeving tegen verstoring van vegetatie of dieren

   



Verstoring van de rechten van landeigenaren of gebruikers

 

Maak, indien nodig, gebruik van kabel en leiding opzoek apparatuur vooraf de bodem te onderzoeken op de aanwezigheid van kabels en leidingen Maak vooraf altijd proefsleuven om de ligging van de bestaande kabels en leidingen te kunnen verifiëren Vraag aan de betreffende beheerder n geval van de aanwezigheid van hoge druk gas- en waterleidingen en/of hoogspanningsleidingen om veiligheidsmaatregelen en/of assistentie Zorg ervoor dat nabij de vrij gegraven kabels en leidingen veilig gewerkt kan worden en dat deze in goede staat blijven Maak een inventarisatie rapport van de aanwezige kwetsbare vegetatie en dierlijk leven en bepaal of er wettelijk beschermde soorten aanwezig zijn Maak een plan voor de benodigde voorzieningen ter bescherming van de flora en fauna en ter instructie van de betrokken medewerkers Maak een inventarisatie van de benodigde voorzieningen en vraag indien nodig ontheffing voor de bouwactiviteiten bij de autoriteiten Instrueer de medewerkers hoe om te gaan met flora en fauna zodat deze zoveel mogelijk beschermd wordt Zorg voor tijdige aanwezigheid van kapvergunningen voor zover nodig bij het verwijderen van vegetatie Neem maatregelen voor het beschermen van boomstammen tegen de bewegingen van graafmachines Maak een inventarisatie van de afspraken met de landeigenaar/gebruiker in de ZRO (zakelijk recht overeenkomst) Instrueer alle medewerkers nooit toegangen tot boerderijen,




Blad 14 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO


6.3.

Het afzetten van de werkstrook en het maken van tijdelijke werkwegen en depots

gebouwen en stallen te blokkeren Instrueer alle medewerkers over de afspraken met de landeigenaren/gebruikers



Teveel lichamelijke inspanning



Instrueer de medewerkers om de juiste lichaamshouding aan te nemen tijdens het werk, niet te zwaar te tillen en de juiste hulpmiddelen te gebruiken



Gehoorbeschadiging door lawaai

 

Gebruik oorbescherming Scherm waar mogelijk de geluidsbron af



Letsel aan hand en/of knie



Gebruik handschoenen en kniebeschermers



Milieuvervuiling in geval van teerhoudende asfalt



Stel vooraf de kwaliteit van het bestaande asfalt vast en zorg ingeval van teerhoudend asfalt voor afvoer en verwerking volgens de hiervoor geldende regelgeving



Agressie van de landeigenaren/gebruikers bij het betreden van het terrein



Zorg dat de landeigenaar/gebruiker tijdig is ingelicht over de geplande werkzaamheden Zorg ervoor dat de medewerkers goed geïnstrueerd zijn over de voorwaarden van het gebruik van het betreffende perceel en zorg dat men zich daaraan houdt Zorg ervoor dat de landeigenaar/gebruiker een vast contactpersoon heeft ingeval van klachten over de uitvoering

 



Letsel bij het wegzinken in de slappe ondergrond

 



Letsel door in een van de sloten



Maak een plan voor de tijdelijke werkstrook afzetting en de aanleg en onderhoud van tijdelijke werkwegen, werkbruggen, opslagdepots en parkeerfaciliteiten langs de hele kabelroute Zorg dat machines waar nodig zijn uitgerust met voldoende schotten Maak stevige tijdelijke bruggen voorzien van leuning, zodat




Blad 15 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO

PREVENTIE MAATREGEL

c.q. watergangen te geraken

6.4.

Grondwerkzaamheden voor graven en dichten van putten en sleuven

materieel en medewerkers veilig kunnen oversteken zonder daarbij in het water te vallen



Letsel door struikelen of wegglijden



Houdt de tijdelijke wegen, bruggen en depots in goede conditie en zorg dat ze regelmatig schoon gehouden worden van vuil en overtollige grond



Letsel of schade door rijdend verkeer op de (werk)wegen



Maak een plan voor de tijdelijke wegen en opslagdepots langs de kabelroute Houdt bij dit plan rekening met de zwakke plekken in bestaande wegen, dijken, en andere infrastructuur zodat hieraan geen schade ontstaat Instrueer de medewerkers om altijd gebruik te maken van veiligheidsvesten, signaal werkkleding en oranje knipperlichten en andere waarschuwingssignalen

 



Schade aan de bestaande laag teeltaarde

   



Letsel door grond instorting of aardverschuiving

  

Maak een werkprocedure voor het ontgraven, opslaan en herstellen van de teeltaarde laag boven de kabelroute Zorg ervoor dat er tijdens de werkzaamheden geen vermenging van de teeltaarde met de andere grondlagen kan ontstaan Zorg ervoor dat er geen transporten plaatsvinden over de teeltaarde laag van de kabelroute Instrueer de machinisten en overige medewerkers overeenkomstig bovenstaande voorschriften te werken Maak voorafgaande aan het graafwerk een plan op welke plaatsen van de kabelroute sleufbekisting of eventueel damwand benodigd is. Zorg ervoor dat de sleuftaluds onder een voldoende veilige hoek worden ontgraven Laat machines niet te dicht bij de insteek van de sleuf komen




Blad 16 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO 

Letsel als gevolg van schade aan bestaande kabels en leidingen

PREVENTIE MAATREGEL   



Letsel bij het wegzinken in de slappe ondergrond

  



Letsel of schade door de aanwezigheid van vervuilde grond



Analyseer de KLIC gegevens en maak voldoende proefsleuven ter verificatie Instrueer machinisten en overige medewerkers over de aanwezigheid van bestaande kabels en leidingen Zorg ervoor dat de medewerkers zich op ten tenminste 50 cm afstand van de bestaande kabels en leidingen kunnen bevinden Zorg ervoor dat de sleufbodem schoon en droog is Maak gebruik van drains aan beide zijden van de sleuf om ook resterend overtollig water te verwijderen Instrueer de medewerkers gebruikte maken van veiligheidslaarzen

Voer een historisch onderzoek uit naar de eventuele aanwezigheid van vervuilde bodemdelen binnen het werkgebied van de kabelroute  Onderzoek de aard en omvang van eventueel aanwezige vervuilde bodemdelen voorafgaand aan de graafwerkzaamheden  Maak een goedgekeurd werkplan hoe te handelen met de vervuilde grond in overeenstemming met de KWALIBO wetgeving (BRL 7000 e.a.) e.e.a. inclusief medische controles voor de medewerkers, de noodzaak voor specialae beschermende uitrusting, waarschuwingssignalen voor gevaarlijke of explosieve dampen, de inzet van een veiligheidwacht, het gebruik van overdruk cabines en vonkenvangers, etc.  Instrueer de medewerkers over de werkwijze en maatregelen van dit werkplan in een extra toolbox meeting In geval van de aanwezigheid van een onverwachte vervuiling:




Blad 17 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO

PREVENTIE MAATREGEL      



Schade en verstoring van bestaande archeologische overblijfselen in de bodem

   



Letsel als gevolg van de aanwezigheid in de bodem van ongeëxplodeerde explosieven

  

Onmiddellijk de grondwerkzaamheden stoppen Informeer de constructie manager en de eigenaar/gebruiker van de grond Onderzoek de omvang en aard van de vervuiling Informeer de autoriteiten voor zover dit wettelijk verplicht is Maak een werkplan inclusief veiligheidsmaatregelen hoe te handelen met de vervuilde grond in overeenstemming met de KWALIBO wetgeving en overeenkomstig CROW 132 Instrueer de medewerkers over de werkwijze en maatregelen van dit werkplan in een extra toolbox meeting Maak een studie van de mogelijkheden van de aanwezigheid van belangrijke archeologische overblijfselen in de bodem voorafgaande aan de grondwerkzaamheden Zorg voor een onbeschadigde instandhouding van deze belangrijke archeologische overblijfselen in de bodem volgens de geldende wetgeving Maak een procedure hoe te handelen in geval van de ontdekking van onverwachte belangrijke archeologische overblijfselen in de bodem Instrueer de medewerkers over de werkwijze en maatregelen van deze procedure in een toolbox meeting Maak een studie van de mogelijkheden van de aanwezigheid van ongeëxplodeerde explosieven in de bodem voorafgaande aan de grondwerkzaamheden Laat in geval van verdachte percelen EOD specialisten voorafgaande aan de grondwerkzaamheden de bodem afzoeken op ongeëxplodeerde explosieven In geval van aanwezige ongeëxplodeerde explosieven laat dan EOD specialisten deze identificeren, ontmantelen en verwijderen




Blad 18 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO


Zorg voor een noodprocedure in geval van het kleine risico dat er nog ongeëxplodeerde explosieven aanwezig kunnen zijn ook na de boven genoemde acties Deze noodprocedure moet in ieder geval de volgende stappen omvatten:  Onmiddellijk stoplegging van alle graafwerkzaamheden  Sluit de onveilige werkomgeving vaf voor medewerkers en blijf op veilige afstand van het verdachte gebied  Verzoek dan EOD specialisten om het gebied verder te onderzoeken en eventuele ongeëxplodeerde explosieven te identificeren, ontmantelen en verwijderen 

Letsel of schade door zetting van aangevulde grond

 





Milieuschade of letsel door afvoer van vervuilde overtollige grond



Letsel als gevolg van de aanwezigheid binnen de draaicirkel van een machine





  

Gebruik goedgekeurde trilplaten en ander verdichtingsmaterieel om de grond optimaal te kunnen verdichten Controleer de gerealiseerde verdichting door regelmatige testmetingen van de verdichting Stel zeker dat de af te voeren grond niet is vervuild en van een schone grond verklaring kan worden voorzien Zorg ervoor dat de af te voeren overtollige grond wordt afgevoerd op een legale wijze en naar een legaal depot Zorg voor een goede communicatie tussen kraanmachinist en hiermee samenwerkende collega’s Geef een goede veiligheidsinstructie aan machinist en overige medewerkers Instrueer de medewerkers om buiten de draaicirkel van de kraan te blijven Verzeker het gebruik van PBM’s en oranje vest dan wel signaal werkkleding door de medewerkers die in de omgeving




Blad 19 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO


van de kraan werkzaam zijn Laat de machinist gebruik maken van waarschuwingssignalen bij rijdende bewegingen



Gehoorschade als gevolg van lawaai



Instrueer de medewerkers om gehoorbescherming te dragen



Teveel lichamelijke inspanning



Instructie aan de medewerkers voor een goede lichaamshouding en het gebruik van de juiste hulpmiddelen



Letsel door vervuiling van wegen met overtollige grond



Maak wegen en toegangen regelmatig schoon van overtollige grond en vuil



Letsel door slechte toegankelijkheid wegen

 

Realiseer passende en de juiste verkeersmaatregelen Geef tijdig de juiste informatie over bereikbaarheid aan medewerkers, omwonenden en hulpdiensten



Letsel als gevolg van vallend overtollig materiaal

 

Laad niet meer op een vrachtauto dan is toegestaan Verbeter de laadcapaciteit eventueel met technische voorzieningen (laadschotten)



Letsel als gevolg van het omvallen van een kraan

 

Positioneer de machines zo vlak en stabiel mogelijk Ingeval van slechte ondergrond maak dan gebruik van schotten voor het opstellen en rijden van de machines



Beknelling van ledematen

 

Zet de machine uit ingeval van reparatie of onderhoud Gedurende onderhoud of reparatie moet de bak op de grond rusten Blokkeer de werking van de handels tijdens het wisselen van de bakken

 

Letsel door trillingen tijdens



Pas de snelheid van rijden en graven aan, aan de




Blad 20 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO transport en grondwerkzaamheden 

6.5.

Het leggen van folie om de kabel met het zandpakket te omsluiten




Inademen van uitlaatgassen door medewerkers vlakbij machines



Letsel bij het aanvoeren en leggen van de folie







6.6.

Het leggen van beschermplaten



Letsel bij het aanvoeren en leggen

 

6.7.

Het aanbrengen van zand in de folie en op de kabel







Letsel of schade door het transport van nieuw zand langs de kabelroute



Letsel tijdens het vullen van de folie met zand



Milieuschade als gevolg van het



(grond)omstandigheden Zorg ervoor dat de kraan stabiel opgesteld staat Instrueer de medewerkers om buiten de draaicirkel van de kraan te blijven Zorg tijdens de werkzaamheden dat de uitlaat van de machine zover mogelijk is verwijderd van de medewerkers Maak een veilige werkprocedure wanneer en hoe de folie aangevoerd en gelegd moet worden en hoe en in welke stadia deze met zand gevuld moet worden Instrueer de machinisten en medewerkers om zich aan deze werkprocedure te houden Maak een veilige werkprocedure wanneer en hoe de beschermplaten aangevoerd en gelegd moeten worden Instrueer de machinisten en medewerkers om zich aan deze werkprocedure te houden Zorg ervoor dat de werkwegen en bruggen tijdens de hele aanleg periode in goede conditie zijn voor de transporten Instrueer de chauffeurs tijdens een toolbox meeting over de te volgen veilige gedragsregels tijdens het rijden over de werkwegen en bruggen



Zorg voor een goede communicatie tussen kraanmachinist en hiermee samenwerkende collega’s Verzeker het gebruik van PBM’s en oranje vest dan wel signaal werkkleding door de medewerkers die in de omgeving van de kraan werkzaam zijn



Verzeker het gebruik van schoon zand dat gecertificeerd is of




Blad 21 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO

PREVENTIE MAATREGEL

vullen van de folie met verontreinigd zand 



voorzien van een schoon grond verklaring

Elektrocutie of brand door beschadiging van de reeds gelegde kabel met scherpe voorwerpen aanwezig in het aangevoerde zand



Gevaar door oververhitting van het zandpakket bij de kabel in bedrijf



 

 

 

Garandeer dat het nieuw te leveren zand vrij is van scherpe verontreinigingen en/of stenen Zorg er voor dat er geen scherpe voorwerpen in het aan te brengen zand kunnen vallen tijdens het aanbrengen Instrueer de medewerkers om alert te zijn op de anwezigheid van eventuele scherpe voorwerpen in het zand en deze onmiddellijk te verwijderen Maak een voorspellende calculatie van de te verwachten hitte afgifte van de kabel in vol bedrijf en stel de benodigde afkoelcapaciteit vast van de omringende grond (g-waarde) om een veilige in bedrijfsname te kunnen garanderen Verricht een grondonderzoek om de g-waarde van de aanwezige grond te kunnen vaststellen Zorg voor een grondverbetering door vervanging van de bestaande bodem in geval van onacceptabele g-waarde van de bestaande bodem door zand met een g-waarde die wel aan de eisen van de g-waarde voldoet na verdichting Maak een meetprocedure om de benodigde verdichting te kunnen meten van het aanvulzand, dat nodig is om de vereiste g-waarde te kunnen halen Instrueer de medewerkers over het belang van een goede verdichting, de vereiste verdichtingsgraad en de meetmethodiek hiervan in een toolbox meeting

7. Horizontaal gestuurd boren (HDD) 7.1.

Gereed leggen van de mantelbuizen om in te trekken



Letsel door scherp gereedschap

 

Gebruik alleen goed gekeurd gereedschap Instrueer de medewerkers om PBM’s te gebruiken




Blad 22 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO 

Ledematen bekneld tussen de pijpeinden






Verbranding door hete onderdelen van de HPE lasuitrusting



Elektrocutie door de lasuitrusting





 

Letsel door wanordelijk opgeslagen mantelbuizen

 



Letsel door van de hijshaak vallende onderdelen

 

7.2.

Transport, open afstellen van de boorunit





Letsel door wegschuiven of wegzakken in de zachte ondergrond



Letsel tijdens laden en lossen







Instrueer medewerkers de pijpeinden niet aan de uiteinden vast te pakken Zorg voor een goede communicatie tussen kraanmachinist en hiermee samenwerkende collega’s Zorg voor de inzet van ervaren, goed opgeleid en gecertificeerd laspersoneel Instrueer het personeel de lasmachine te vervoeren met de daarvoor bestemde handgrepen en de machine tijdends het lassen niet aan te raken. Zorg voor goed onderhouden, goedgekeurde en beveiligde lasequipement Instrueer het personeel de benodigde PBM’s te gebruiken Maak vooraf een opslag- en opstelprocedure van de mantelbuizen Instrueer het personeel over deze procedure Instrueer medewerkers buiten de draaicirkel van de kraan te blijven en altijd een helm te dragen Gebruik alleen goedgekeurd en gecertificeerd hijsmaterieel en gereedschap Maak een tijdelijk boorplatform en toegangsweg met behulp van stalen platen en/of draglineschotten Stel de boorequipement op dit boorplatform op Gebruik alleen goedgekeurd en gecertificeerd hijsmaterieel en gereedschap Zet alleen goed opgeleide en ervaren medewerkers in voor




Blad 23 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO

PREVENTIE MAATREGEL deze werkzaamheden

7.3.

Het boren en ruimen van het boorgat



Letsel door wanordelijk opgestelde onderdelen van de boorunit

  

Maak een opstellingsplan van de boorequipement Instrueer het personeel te handelen volgens dit plan Beveilig de opslag van boorbuizen tegen onverwacht wegrollen of vallen van boorbuizen



Elektrocutie of brand door foutief aangesloten stroomaggregaten



Gebruik alleen een door een vakman goedgekeurde elektrische installatie volgens NEN 1010/NEN3140 Controleer de installatie regelmatig op goede werking van de beveiligingen



Struikelgevaar



Hang daar waar mogelijk kabels van de stroomvoorziening vrij van de grond zonder hinder voor de medewerkers



Schade of letsel door schending van vergunningsvoorschriften



Vraag vooraf een vergunning voor de booractiviteiten aan de autoriteiten Zorg ervoor dat de eisen en voorwaarden van de vergunning onderdeel vormen van het boorplan

Letsel of schade door onverwacht gedrag van de ondergrond, blow-outs, of grote trekkrachten









   

Zorg ervoor dat er een goed grondonderzoek beschikbaar is voor de uitvoering van de werkzaamheden Maak een voorspellende berekening van de verwachte muddrukken, boor- en trekkrachten tijdens de boring volgens NEN 3650 t/m 3652 Maak op basis van dit grondonderzoek een boorplan waarin rekening is gehouden met de gevolgen voor het evenwicht in de ondergrond om onverwacht grondgedrag te voorkomen Bepaal het type ruimer en de methode van ruimen en zorg dat dit onderdeel is van het boorplan Evalueer tijdens de booractiviteiten continue de voorspelde en werkelijk optredende krachten en grondgedrag. Overschrijdt




Blad 24 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO




Ecologische schade door het boren in grondlagen met zout grondwater

  



Schade aan milieu of infrastructuur door kwel van diepere grondwaterlaag naar de oppervlakte

  



Letsel door het verschuiven van de boorrig als gevolg van te grote boor- c.q. trekkrachten



Letsel van ledematen door draaiende delen van de boorrig

  

nooit de voorspelde waarden Houdt rekening in het boorplan met eventueel benodigde monitoring voor grondzettingen (zetbakens) en grondwaterstanden (peilfilters) Instrueer de medewerkers over de inhoud en werking van het boorplan Zorg voor een goed grondonderzoek waarin de mogelijke aanwezigheid van zout water in de grondlagen is meegenomen Als deze lagen aanwezig zijn, probeer deze tijdens het ontwerp te vermijden Indien het noodzakelijk is door deze lagen heen te boren, gebruik dan speciaal hiervoor bestemde bentoniet en zorg ervoor dat de zoute mud geen zoet water kan vervuilen Zorg voor een goed grondonderzoek waarin de mogelijke aanwezigheid van spanningswater in de grondlagen is meegenomen Als spanningswater aanwezig is, probeer deze grondlagen dan tijdens het ontwerp te vermijden Indien het noodzakelijk is door deze lagen heen te boren, gebruik zorg er dan voor dat geen kwel langs de mantelbuis kan optreden door bijvoorbeeld een kwelscherm Houd rekening met de boorkrachten op de boorequipment Indien nodig, maak dan een ankerconstructie in de vorm van een damwandscherm of i.d. om de boorrig op zijn plaats te fixeren Voorzie de boorequipement zoveel mogelijk van afscherming van draaiende delen tegen aanraking door medewerkers tijdens het boren




Blad 25 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO



Letsel door het spuiten van mud onder hoge druk nabij werknemers


Instrueer de medewerkers om geen los zittende kleding te dragen tijdens de werkzaamheden



Monteer de verschillende machine onderdelen op de bouwplaats volgens de bijbehorende voorschriften Vervang kapotte of twijfelachtige onderdelen tijdig en onderhoud de machines volgens de voorschriften Controleer de werking van alle onderdelen regelmatig tijdens de werkzaamheden

 





Letsel door glad geworden onderdelen van het boorplatform of de boorequipement



Letsel door wegzinken in het muddepot





 

Letsel bij het ontkoppelen van de boorbuizen

 



Letsel door het breken van een van de boorbuizen

 



Lekkage van machines in de schone bodem



Houd de equipement en het boorplatform schoon en vrij van gemorste bentoniet en mud Controleer tijdens de werkzaamheden regelmatig de werking en de goede staat van pompen, slangen, koppelingen, etc. Zorg voor een deugdelijke afzetting en aanduiding van het muddepot Zorg ervoor dat er geen onbevoegden in de buurt van het muddepot kunnen komen Zorg voor goed opgeleide en ervaren medewerkers in de boorploeg Zorg voor de juiste en in goede staat verkerende gereedschappen en hulpmiddelen en PBM’s Zorg tijdens het boren voor een regelmatige visuele inspectie van de boorbuizen Zorg voor een periodieke controle van de boorbuizen op onzichtbare gebreken Pleeg regelmatig onderhoud aan de machines en voorzie deze van een keuringssticker




Blad 26 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO



Verontreiniging van de bodem door het vermorsen van mud/bentoniet


Instrueer de medewerkers om morsen van brandstof te voorkomen tijdens het voltanken



Houd de equipement en het boorplatform schoon en vrij van gemorste bentoniet en mud Controleer tijdens de werkzaamheden regelmatig de werking en de goede staat van pompen, slangen, koppelingen, etc. Gebruik mudrecycling om de bentoniet te kunnen hergebruiken, zodat alleen de geboorde grond overblijft

 



Verontreiniging door het dumpen van de overtollige mud

  



Hinder en gehoorschade door lawaai van de boorequipement

  



Milieu- en gezondheidsschade door het boren in verontreinigde bodem

  

Maak alleen bentoniet aan die noodzakelijk is voor het uitvoeren van de boring Maak zoveel mogelijk gebruik van recycling units voor hergebruik van bentoniet Indien na afloop van een boring er mud overblijft, verwerk deze dan volgens de wettelijke voorschriften op een milieu verantwoorde manier Scherm lawaaierige delen zoveel mogelijk af met geluiddempend materiaal Werk niet in de nacht zonder geluiddempende maatregelen rondom de boorunit zoals een geluiddscherm van containers Zorg voor gehoorbescherming van de medewerkers Voer een historisch onderzoek uit naar de eventuele aanwezigheid van vervuilde bodemdelen binnen het werkgebied van de kabelroute Onderzoek de aard en omvang van eventueel aanwezige vervuilde bodemdelen voorafgaand aan de graafwerkzaamheden Maak een goedgekeurd werkplan hoe te handelen met de vervuilde grond in overeenstemming met de KWALIBO




Blad 27 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO

PREVENTIE MAATREGEL wetgeving (BRL 7000 e.a.) e.e.a. inclusief medische controles voor de medewerkers, de noodzaak voor specialae beschermende uitrusting, waarschuwingssignalen voor gevaarlijke of explosieve dampen, de inzet van een veiligheidwacht, het gebruik van overdruk cabines en vonkenvangers, etc.  Instrueer de medewerkers over de werkwijze en maatregelen van dit werkplan in een extra toolbox meeting In geval van de aanwezigheid van een onverwachte vervuiling:  Onmiddellijk de grondwerkzaamheden stoppen  Informeer de constructie manager en de eigenaar/gebruiker van de grond  Onderzoek de omvang en aard van de vervuiling  Informeer de autoriteiten voor zover dit wettelijk verplicht is  Maak een werkplan inclusief veiligheidsmaatregelen hoe te handelen met de vervuilde grond in overeenstemming met de KWALIBO wetgeving en overeenkomstig CROW 132  Instrueer de medewerkers over de werkwijze en maatregelen van dit werkplan in een extra toolbox meeting

7.4.

Het intrekken van de mantelpijpen in het boorgat



Letsel of schade door te grote krachten op de mantelpijp tijdens of na de boring

  



Letsel of schade door vastlopende of losrakende mantelpijpen tijdens het intrekken

 

Maak een voorspellende berekening van de te verwachten krachten op de mantelpijpen tijdens de boring en tijdens gebruik volgens NEN 3650 t/m 3652 Zorg dat de mantelpijpen kunnen voldoen aan de optredende krachten in elke bouw en gebruiksfase Voorzie de mantelpijpen van een deugdelijke trekkop die de optredende krachten kan weerstaan Maak een procedure hoe de positie van de voortglijdende mantelpijpen tijdens het intrekken op een veilige manier verzekerd en beheerst kan worden Stel indien nodig mantelpijp rollen en boogconstructies op om een veilige en goede intrekoperatie te kunnen uitvoeren en/of




Blad 28 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO

PREVENTIE MAATREGEL    



Beknelling van ledematen tussen de in te trekken mantelpijpen

  



Letsel door het breken van hijs gereedschap

  

7.5.

Kabel in gebruik



Oververhitting van de kabel in de mantelpijp

 

zorg voor voldoende hijskranen tijdens het intrekken Zorg voor goede communicatie apparatuur en procedure tussen de medewerkers die zich bevinden nabij de boorrig en de medewerkers aan de zijde van de in te trekken mantelpijp Zorg voor goed opgeleid en ervaren personeel om de intrek operatie van de mantelbuis te begeleiden Instrueer de medewerkers over het boorplan en alle bijbehorende procedures Ingeval van letsel of schade stop onmiddellijk de intrekoperatie Instrueer de medewerkers die aanwezig zijn bij het intrekken van de mantelpijp om op een veilige afstand te blijven tijdens de intrek beweging Zorg voor goede communicatie apparatuur en procedure tussen de medewerkers die zich bevinden nabij de boorrig en de medewerkers aan de zijde van de in te trekken mantelpijp Instrueer de medewerkers om alle benodigde PBM’s te dragen Gebruik alleen goedgekeurd en ingoede staat verkerend hijs gereedschap Doe voor het gebruik steeds een visuele inspectie van het hijsgereedschap Instrueer de medewerkers om alle benodigde PBM’s te dragen (helm) Maak een voorspellende berekening van de warmteontwikkeling in het water van de mantelpijp Controleer of de koelingscapaciteit van het water in de mantelpijp voldoende is voor een veilige in gebruik name van de kabel




Blad 29 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO


Ontwerp indien nodig een koelingsconstructie om te verzekeren dat de temperatuur van het water in de mantelbuis de veilige temperatuur niet overschrijdt en zorg dat deze geplaatst wordt op die punten waar nodig

Schade of letsel als gevolg van het verstoren van de waterstroom in de watergang

 

Vraag vergunning aan de beherende autoriteiten om de watergang te mogen afdammen Als dit niet mogelijk is, rust de afdamming dan uit met een constructie die de waterstroom niet verstoort



Schade of letsel door het wegzakken in de zachte ondergrond



Rust de kranen uit met draglineschotten



Gevaar door vallende damplanken of andere delen van grond en water kerende constructies



Gebruik alleen goedgekeurd en ingoede staat verkerend hijs gereedschap Doe voor het gebruik steeds een visuele inspectie van het hijsgereedschap Instrueer de medewerkers om alle benodigde PBM’s te dragen (helm) Zorg dat onbevoegden uit de buurt bliven van de werkzaamheden

8. Kruisingen van watergangen in open sleuf 8.1.

Aanleg van dammen, damwanden of andere grond en water kerende constructies



  



Gevaar voor vallende aanklevende resten grond op grondkerende constructies

 

Maak elke damplank e.d. schoon van aanklevende grond Instrueer de medewerkers om alle benodigde PBM’s te dragen (helm)



Gevaar voor vallen van de opgeslagen damwanden



Instrueer het personeel niet op de stapel damwanden te gaan staan, zeker niet tijdens het laden en lossen




Blad 30 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO 

Beknelling van ledematen tussen de diverse grond kerende onderdelen




Schade aan bestaande infrastructuur door vibraties in de grond tijdens het intrillen van grond kerende onderdelen

  



Letsel door vibraties en lawaai

  

8.2.

Het graven en aanvullen van sleuven



Letsel of schade als gevolg van de overtreding van voorschriften of eisen

   



Instorten van de sleufwand

  

Instrueer de medewerkers de uiteinden van een damwandplank niet beet te pakken met de hand maar te sturen met een stuurtouwtje tijdens het laden en lossen, etc. Zorg voor een goede communicatie tussen machinist en overige medewerkers Onderzoek of er zich infrastructuur in de nabijheid van de werkzaamheden die nadelige gevolgen van de trillingen kan ondervinden Indien bovenstaande het geval is, neem dan voorzorgen in de werkmethodiek of inzet van equipement om schade en/of letsel te voorkomen Neem de staat van de infrastructuur op voorafgaande aan de uitvoering en controleer eventuele zettingen Gebruik goed onderhouden en gekeurd materieel Zorg waar mogelijk voor een goede afscherming van de geluidsbron in het materieel Instrueer de medewerkers om oorbescherming te gebruiken Zorg voor een vergunning van de beherende autoriteiten om de watergang te mogen kruisen Maak een werkplan voor de kruising van de watergang Zorg dat de eisen van de vergunning zijn geïntegreerd in het werkplan Instrueer de medewerkers over eisen en werkmethodiek Stel vooraf vast op welke plaatsen van de te kruisen watergangen damwanden of andere waterkerende constructies nodig zijn en neem deze op in het werkplan Zorg voor veilige taluds van de open ontgravingen Instrueer de kraanmachinisten niet te dicht op de insteek van




Blad 31 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO

PREVENTIE MAATREGEL de sleuf te komen



Omvallen van kranen

 

Instrueer de machinisten om de kranen stabiel op te stellen Rust de kranen uit met draglineschotten bij inzet in zachte bodem



Wegglijden, struikelen of wegzakken in de zachte bodem

 

Zorg ervoor dat de sleufbodem droog en schoon is Zorg voor goed werkende drains aan beide zijden van de sleufbodem Instrueer het personeel om veiligheidslaarzen te dragen

 

Letsel door aanwezigheid binnen de draaicirkel van de kraan

  

Instrueer de kraanmachinist en de medewerkers om extra oplettend te zijn Zorg voor een goede communicatie tussen machinist en medewerkers Instrueer de medewerkers steeds zichtbaar te zijn voor de machinist en een veiligheidsvest of signaal werkkleding te dragen




 

Afschermen van de geluidsbron daar waar mogelijk Instrueer de medewerkers geluidsbescherming te dragen



Milieuschade door lekkende machines



Zorg voor regelmatig onderhoud in de daarvoor bestemde ruimte met goede voorzieningen Zorg voor lekbakken e.d. Zorg voor goede aftank mogelijkheden zonder lekkage

  

Beknelling van lichaamsdelen

  

Zet de machine uit ingeval van reparatie of onderhoud Gedurende onderhoud of reparatie moet de bak op de grond rusten Blokkeer de werking van de handels tijdens het wisselen van de bakken




Blad 32 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO 

Van de graafbak vallende voorwerpen/grond

PREVENTIE MAATREGEL     

Gebruik alleen goedgekeurd en ingoede staat verkerend hijs gereedschap Doe voor het gebruik steeds een visuele inspectie van het hijsgereedschap Instrueer de medewerkers om alle benodigde PBM’s te dragen (helm) Zorg dat onbevoegden uit de buurt bliven van de werkzaamheden Instrueer de medewerkers uit de draaicirkel van de machine te blijven



Verzakking door vibraties van machines



Instrueer de machinist om de rijden draaisnelheid aan te passen aan de (grond)omstandigheden en zijn machine stabiel op te stellen



Inhaleren van uitlaatgassen



Instrueer de medewerkers om buiten de draaicirkel van de kraan te blijven Zorg tijdens de werkzaamheden dat de uitlaat van de machine zover mogelijk is verwijderd van de medewerkers



9. Het leggen van kabel 9.1.

Lossen, in depot zetten en laden van de kabelhaspel



Beknelling van ledematen tussen de te hijsen haspel en kraan, verharding en/of haspelwagen

   

Instrueer de medewerkers die aanwezig zijn bij het hijsen van de haspel om op een veilige afstand te blijven tijdens de hijs beweging Zorg voor goede communicatie en procedure tussen de medewerkers voor het aanpikken en losmaken van de kabelhaspel en de machinist Instrueer de medewerkers om alle benodigde PBM’s te dragen Maak vooraf een goede hijsen losprocedure en instrueer




Blad 33 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO

PREVENTIE MAATREGEL






   



Letsel door aanwezigheid binnen de draaicirkel van de kraan

  



Omvallen van kranen

  



Schade of letsel door het wegzakken in de zachte

 

hierover alle medewerkers zodat zij precies weten hoe de hijsoperatie verloopt Laat voldoende ruimte (tenminste 1 m1) tussen de haspels bij de tijdelijke opslag en bepaal vooraf de plaats van elke haspel in het tijdelijke depot Instrueer medewerkers buiten de draaicirkel van de kraan te blijven en altijd een helm te dragen Gebruik speciaal voor het hijsen van de kabelhaspels gemaakte hijshulpmiddelen Gebruik alleen goedgekeurd en gecertificeerd hijsmaterieel en gereedschap en instrueer medewerkers om dit voor elke hijsbeweging visueel te controleren op schade Sluit het depot en/of de opstelplaats van de haspels af voor de aanwezigheid van onbevoegden Instrueer de kraanmachinist en de medewerkers om extra oplettend te zijn Zorg voor een goede communicatie tussen machinist en medewerkers Instrueer de medewerkers steeds alert en zichtbaar te zijn voor de machinist en een veiligheidsvest of signaal werkkleding te dragen Instrueer de machinisten om de kranen stabiel op te stellen Zorg voor de juiste hijscapaciteit in relatie tot de afstand van de te hijsen last , de hijskraan en de benodigde draaicirkel Rust de kranen uit met draglineschotten bij inzet in zachte bodem Positioneer de machines zo vlak en stabiel mogelijk Maak een opstelplan van de kraan voor de hijsbewegingen




Blad 34 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO



PREVENTIE MAATREGEL

ondergrond



Ingeval van slechte ondergrond maak dan eerst een stabiel hijsplatform van schotten, rijplaten of andere tijdelijke verharding voor het opstellen en rijden van de machines

Schade of letsel door het ongecontroleerd gaan rollen of verzakken van de kabelhaspel



Plaats de kabelhaspels op een stevige en vaste ondergrond en maak daarvoor in zachte ondergrond een opslag platform van schotten of een andere tijdelijke verharding Zet de haspels na lossen vast op de tijdelijke opslagplaats door bevestiging van 2 stuks spieën ter weerszijden van de rol en deze te fixeren op de schotten/verharding Sluit het depot en/of de opstelplaats van de haspels af voor de aanwezigheid van onbevoegden

 

9.2.

Langs de kabelroute transporteren van de kabelhaspel



Letsel of schade door het manoeuvreren met de haspelwagen

    



Gevaar bij het hijsen van de kabelhaspel in/uit de haspelwagen

    

Geef een goede instructie aan de machinist om alert te zijn Maak gebruik van een goed opgeleide en ervaren chauffeur Instrueer de medewerkers om steeds tijdens de rij- en hijsbewegingen op veilige afstand te blijven Rust de kabelwagen uit met luid te horen waarschuwingssignalen voor achteruit rijden en oranje waarschuwingslichten Zorg voor goede communicatie tussen machinist en overige medewerkers Zorg ervoor dat de haspelwagen is ontworpen, toegerust en goedgekeurd voor het veilig dragen van en rijden met de last van deze speciale en zware kabelhaspels Maak een hijsen laadprocedure voor de haspelwagen Instrueer machinist en medewerkers over deze procedure Sluit het depot en/of de opstelplaats van de haspels af voor de aanwezigheid van onbevoegden Zorg voor goede communicatie tussen machinist en overige medewerkers




Blad 35 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO 

Letsel of schade tijdens het transport van de haspel naar de haspel opstelplaats

PREVENTIE MAATREGEL     



Gevaar door wegglijden of wegzakken in de zachte bodem

  

9.3.

Het laden, langs de kabelroute transporteren, lossen en opstellen van de kabeltrek machines



Beknelling van lichaamsdelen

 




  

Zorg voor een vooraf bepaalde en veilige rijweg en rijroute Instrueer de machinist deze rijroute aan te houden en oranje waarschuwingslichten te gebruiken tijdens zijn ritten Maak gebruik van een goed opgeleide en ervaren chauffeur Informeer de medewerkers tijdens een toolbox meeting over de periode waarin de haspeltransport bewegingen in een bepaalde sectie plaatsvinden en de gevaren hiervan Instrueer de medewerkers om steeds tijdens de rijbewegingen op veilige afstand te blijven Zorg ervoor dat de constructie van de tijdelijke werkweg en tijdelijke brugconstructies geschikt zijn voor het transport van de haspels met de haspelwagen Voorzie bij zachte bodemgesteldheid de opstelplaats van de haspel voor de trekoperatie van draglineschotten, rijplaten of een andere deugdelijke tijdelijke verharding Hou de opslagdepots en opstelplaatsen schoon en vrij van modder en klei Instrueer de medewerkers de uiteinden van een machine niet beet te pakken met de hand maar te sturen met een stuurtouwtje tijdens het laden en lossen, etc. Zorg voor een goede communicatie tussen machinist en overige medewerkers Instrueer medewerkers zoveel mogelijk buiten de draaicirkel van de kraan te blijven en altijd een helm te dragen Voorzie de machines van veilige hijsogen voor het hijsen en instrueer de medewerkers deze te gebruiken Gebruik alleen goedgekeurd en gecertificeerd hijsmaterieel en gereedschap en instrueer medewerkers om dit voor elke




Blad 36 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO

PREVENTIE MAATREGEL hijsbeweging visueel te controleren op schade



Gevaar bij wanordelijk geplaatste kabeltrek machines

  

Maak een opstellingsplan van de gehele kabeltrek equipement Zorg voor een stevige en veilige opstellingsmethodiek van de kabeltrek machines dat geïntegreerd is in dit plan Instrueer het personeel te handelen volgens dit plan



Gevaar bij wegglijden of wegzakken in de zachte bodem van de kabeltrek machines

 

Zorg voor een stevige en veilige opstellingsmethodiek Maak indien nodig gebruik van draglineschotten rijplaten, etc. om wegzakken van de machines te voorkomen



Gevaar door transport van de kabeltrek machines langs de kabelroute

 

Zorg voor een vooraf bepaalde en veilige rijweg en rijroute Instrueer de machinist deze rijroute aan te houden en oranje waarschuwingslichten te gebruiken tijdens zijn ritten Maak gebruik van een goed opgeleide en ervaren chauffeur Informeer de medewerkers tijdens een toolbox meeting over de periode waarin de transport bewegingen in een bepaalde sectie plaatsvinden en de gevaren hiervan

 



Elektrocutie of brand door onveilige delen van de kabeltrek machines

   



Letsel door aanwezigheid binnen de draaicirkel van de



Zorg ervoor dat het energiesysteem van de kabeltrek machines is ontworpen, gecontroleerd en goedgekeurd volgens de NEN 1010 en NEN 3140 voorschriften Rust het systeem uit voor de werking op een voltage van 110 V gelijkstroom Instrueer de medewerkers om regelmatig een visuele inspectie te verrichten op zichtbare gebreken van verbindingskabels en stekkers, veiligheidsvoorzieningen, etc. Controleer regelmatig of het aardlek systeem nog functioneert Instrueer de kraanmachinist en de medewerkers om extra oplettend te zijn




Blad 37 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO kraan


9.4.

Het trekken en leggen van de kabel



Gevaar bij het optreden van te grote trekkrachten tijdens de trekoperatie

       



Elektrocutie of brand als gevolg van inductie van de te leggen kabel

 

Zorg voor een goede communicatie tussen machinist en medewerkers Instrueer de medewerkers steeds alert en zichtbaar te zijn voor de machinist en een veiligheidsvest of signaal werkkleding te dragen Maak een voorspellende berekening/inschatting van de te verwachten trekkrachten in relatie tot de maximaal toegestane trekkrachten Verdeel de kabelroute in een aantal kabeltrek secties rekening houdend met de maximaal toelaatbare trekkrachten op de kabel Maak een opstellingsplan van de kabeltrek machines in relatie tot de te verwachten trekkrachten in elke sectie Zet voldoende kabeltrek machines en geleide rollen in voor de kabeltrek om tot een evenwichtige krachtenverdeling te kunnen komen Zorg voor voldoende ruime en schone mantelbuizen die vrij van hindernissen zijn Vul de mantelbuizen met water om de trekkrachten te verminderen Evalueer tijdens de intrek operatie continue de verwachtte trekkracht versus de werkelijk optredende trekkracht en overschrijdt daarbij de maximale trekkracht niet Zorg dat geen onbevoegden zich in het gebied van de trekoperatie bevinden Leg de kabel niet onder een in bedrijf zijnde en zeer nabij parallel lopende hoogspanningslijn Controleer de kabel op eventueel aanwezige spanning door een meting te verrichten tussen de kabel en een aarde alvorens aan de metalen delen te werken




Blad 38 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO 

Elektrocutie of brand door mantelfouten in de kabel




Gevaar door ongecontroleerd los komende kabeleinden of kabeldelen van de haspel

  



Gevaar door ongecontroleerd wegrollen van de kabelhaspel

 



Lichaamsdelen die bekneld raken tussen bewegende delen van de kabeltrek machines

   



Gevaar door glijden als gevolg van de grafiet laag op de buitenzijde van de kabel

 

Behandel de kabel met de grootst mogelijke zorg en bescherm hem voor beschadigingen van de mantel Doe een manteltest voor en na de legoperatie om de veilige werking van de mantel te kunnen controleren Instrueer de medewerkers op veilige afstand te blijven bij het afrollen van de kabel Beheers de positie van kabel en kabeleinden door de inzet van een kraan van voldoende hijscapaciteit Voorzie het afrolmechanisme van de kabelhaspel van een goed werkende remfunctie Instrueer de medewerkers op veilige afstand te blijven van de kabelhaspel Plaats de haspel in een daarvoor ontworpen en veilig gefixeerd afrolmechanisme Zorg voor de inzet van goed opgeleide en ervaren medewerkers tijdens het trekken en leggen Voorzie de kabeltrek machines van beschermings voorzieningen voor draaiende delen en een noodstop Instrueer de medewerkers geen losse werkkleding e.d. te dragen Zorg voor goede communicatie(middelen) tussen de medewerkers tijdens de trekoperatie Maak de medewerkers bewust van de gladde mantel van de kabel in een toolbox meeting Zorg dat de medewerkers zo weinig mogelijk met de kabel in aanraking komen




Blad 39 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO 

Gevaar door ongecontroleerde bewegingen of vastlopen van de kabel


    

Gevaar door reeds op hun plaats gelegde kabels

  



Gevaar door een defecte of slecht functionerende kabeltrek machine in de trek opstelling

  



Gevaar door van de hijshaak vallende onderdelen

 

Zet voldoende kabeltrek machines en geleide rollen in tijdens de kabeltrek en plaats deze in het opstellingsplan zodanig dat geen ongecontroleerde bewegingen kunnen optreden en een veilige trek van de kabel mogelijk is Zorg voor voldoende begeleiding en toezicht op de loop van de kabel tijdens de intrek operatie Zorg voor voldoende en goede communicatie(middelen) tussen de medewerkers tijdens de trekoperatie Bij ongecontroleerde bewegingen stop de trek operatie onmiddellijk en los de oorzaak van deze bewegingen op Zorg voor de inzet van goed opgeleide en ervaren medewerkers tijdens het trekken en leggen Maak een plan van aanleg in welke volgorde de diverse kabels worden gelegd Zorg er voor dat de volgorde van intrekken kan gebeuren zonder onveilige of gevaarlijke situaties te veroorzaken vanwege de reeds gelegde kabels Instrueer de medewerkers over de identificatie van de kabel(haspels) en de volgorde van de te leggen kabels Zorg voor voldoende toezicht op de goede werking van de kabeltrek machines die voorzien zijn van goede communicatiemiddelen Zorg voor tijdig en goed onderhoud van de kabeltrek machines in de daarvoor bestemde werkplaats In geval van defect of disfunctioneren van een kabeltrek machine stop onmiddellijk het trek proces Instrueer medewerkers zoveel mogelijk buiten de draaicirkel van de kraan te blijven en altijd een helm te dragen Gebruik alleen goedgekeurd en gecertificeerd hijsmaterieel en




Blad 40 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO

PREVENTIE MAATREGEL gereedschap en instrueer medewerkers om dit voor elke hijsbeweging visueel te controleren op schade

9.5.

Het installeren, onderhouden en weer demonteren van tijdelijke voorzieningen voor het maken van de kabelmoffen



Instorting of schade door weersomstandigheden van de tijdelijke tentconstructie

   



Gevaar door ongezonde luchtkwaliteit in de tent

 




   

Maar een goed ontwerp van de tijdelijke tent, welke tevens is voorzien van alle benodigde hijsvoorzieningen voor het monteren van de moffen. Zorg dat er met de constructie en in het ontwerp rekening is gehouden met slechte weersomstandigheden Zorg voor een procedure voor het transport, opstellen,gebruik en demonteren van de tent Neem matregelen om te voorkomen dat de tent in de zachte bodem wegzinkt. Informeer de medewerkers over de procedures van transport, opstellen,gebruik en demonteren Instrueer de medewerkers in de tent om te zorgen voor een continue ventilatie in de tent Voorzie de tent van voldoende goed zichtbare en aangeduide ventilatieopeningen Voorzie de hijsapparatuur in de tent van een maximum te hijsen gewicht Instrueer medewerkers een helm te dragen Voorzie de onderdelen van de moffen van veilige punten voor het hijsen en instrueer de medewerkers deze te gebruiken Gebruik alleen goedgekeurd en gecertificeerd hijsmaterieel en gereedschap en instrueer medewerkers om dit voor elke hijsbeweging visueel te controleren op schade

10 Activiteiten rondom de eindsluitingen 10.1.

Grond- en kablelegwerkzaamheden



Gevaar door activiteiten van



Zorg dat bekend is wie de bouwcoördinator op het




Blad 41 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO andere bedrijven die niet goed afgestemd zijn


  

10.2

Bouwactiviteiten van transformatoren etc.



Gevaar door het hijsen van de installatie onderdelen

   



Gevaar door het werken boven het grondoppervlak

   



Ledematen die bekneld raken tussen onderdelen van de constructie en de hijslast



bouwterrein is Maak geen aanvang met de werkzaamheden dan nadat door de bouwcoördinator een goede afstemming van bouwactiviteiten met alle partijen is gedaan binnen het bouwterrein. Zorg voor goede afstemming met derde partijen van onderlinge werkzaamheden en bijbehorende veiligheidsvoorzieningen binnen het bouwterrein Zorg voor goede afspraken van gezamenlijke benutting en instandhouding van aanwezige en benodigde veiligheidsvoorzieningen Instrueer de medewerkers over de regels en afspraken die met derde partijen gemaakt zijn Zorg ervoor dat de hijscapaciteit van de kraan past bij het te verrichten hijswerk Maak een opstel- en hijsprocedure Hou de draaicirkel van de kraan vrij van personeel dat daar niet direct werkzaam is Zorg voor adequate aanvoer en opslagmogelijkheden Maak gebruik van steigers die gebouwd, gecontroleerd en goedgekeurd zijn door een hierin gespecialiseerd bedrijf Maak een opstellingsplan voor de steigers en de hijskranen Voorzie de medewerkers daar waar nodig van veiligheidsharnas en veiligheidslijn om vallen te voorkomen Zorg voor een goede communicatie tussen montagemedewerkers en kraanmachinist Instrueer de medewerkers de uiteinden van de hijslast niet beet te pakken met de hand maar te sturen met een stuurtouwtje tijdens het laden en lossen, etc.




Blad 42 van 42


NUMMER ACTIVITEIT

RISICO



Gevaar door van de hijshaak vallende onderdelen


Zorg voor een goede communicatie tussen machinist en overige medewerkers



Instrueer medewerkers zoveel mogelijk buiten de draaicirkel van de kraan te blijven en altijd een helm te dragen Gebruik alleen goedgekeurd en gecertificeerd hijsmaterieel en gereedschap en instrueer medewerkers om dit voor elke hijsbeweging visueel te controleren op schade





Omvallen van kranen

  

Positioneer de machines zo vlak en stabiel mogelijk Maak een opstelplan van de kraan voor de hijsbewegingen Ingeval van slechte ondergrond maak dan eerst een stabiel hijsplatform van schotten, rijplaten of andere tijdelijke verharding voor het opstellen en rijden van de machines

Bijlage 3

Bijlage 3 Tekeningen

Tracékaart; Generieke bijlage 1

05 04 03 02 01 00 REV.

WKR WKR WKR WKR WKR WKR GET.

30-01-2009 13-08-2009 17-03-2009 29-06-2009 11-06-2009 07-05-2009 DATUM

EDU EDU EDU EDU EDU EDU CNTR.

EVA EVA EVA EVA EVA EVA ACC.

STATUS IFA TITELBLOCK AANGEPAST FO KABELS TOEGEVOEGD STATUS IFC STATUS ICN STATUS PLN OPMERKING

LRE

1:500 WKR

07-05-2009

-

04 03 02 01 00 REV.

WKR WKR WKR WKR WKR GET.

30-09-2009 13-08-2009 29-06-2009 11-06-2009 07-05-2009 DATUM

EDU EDU EDU EDU EDU CNTR.

EVA EVA EVA EVA EVA ACC.

STATUS IFA TITELBLOCK AANGEPAST STATUS IFC STATUS ICN STATUS PLN OPMERKING

LRE

1:500 WKR

07-05-2009

05 04 03 02 01 00 REV.


30-09-2009 07-09-2009 24-06-2009 12-06-2009 11-06-2009 07-05-2009 DATUM



STATUS IFA TITELBLOCK AANGEPAST / GOLVEN VERWIJDERD STATUS IFC DIVERSE WIJZIGINGEN STATUS ICN STATUS PLN OPMERKING

LRE

1:500 / 1:50 WKR

07-05-2009

06 05 04 03 02 01 00 REV.

WKR WKR WKR WKR WKR WKR WKR GET.

01-10-2009 07-09-2009 13-07-2009 24-06-2009 12-06-2009 11-06-2009 07-05-2009 DATUM

EDU EDU EDU EDU EDU EDU EDU CNTR.

EVA EVA EVA EVA EVA EVA EVA ACC.

STATUS IFA TITELBLOCK AANGEPAST / GOLVEN VERWIJDERD KABELAFSTAND BIJ MOFFEN OP 0.75m GEZET STATUS IFC DIVERSE WIJZIGINGEN STATUS ICN STATUS PLN OPMERKING

LRE

1:500 WKR

07-05-2009

05 04 03 02 01 00 REV.


01-10-2009 07-09-2009 13-07-2009 29-06-2009 15-06-2009 07-05-2009 DATUM



STATUS IFA TITELBLOCK AANGEPAST / GOLVEN VERWIJDERD KABELAFSTAND BIJ MOFFEN OP 0.75m GEZET STATUS IFC STATUS ICN STATUS PLN OPMERKING

LRE

1:500 WKR

07-05-2009

05 04 03 02 01 00 REV.


01-10-2009 07-09-2009 13-07-2009 29-06-2009 15-06-2009 07-05-2009 DATUM




LRE

1:500 WKR

07-05-2009

05 04 03 02 01 00 REV.


01-10-2009 07-09-2009 13-07-2009 29-06-2009 15-06-2009 07-05-2009 DATUM




LRE

1:500 WKR

07-05-2009

05 04 03 02 01 00 REV.


01-10-2009 07-09-2009 13-07-2009 29-06-2009 15-06-2009 07-05-2009 DATUM




LRE

1:500 WKR

07-05-2009

05 04 03 02 01 00 REV.


01-10-2009 07-09-2009 13-07-2009 29-06-2009 15-06-2009 07-05-2009 DATUM



STATUS IFA TITELBLOCK AANGEPAST / GOLVEN VERWIJDERD / Y11->Y13 STATUS IFC STATUS ICN STATUS PLN OPMERKING

LRE

1:500 WKR

07-05-2009

05 04 02 01 00 REV.


01-10-2009 07-09-2009 29-06-2009 15-06-2009 07-05-2009 DATUM



STATUS IFA TITELBLOCK AANGEPAST / GOLVEN VERWIJDERD STATUS IFC STATUS ICN STATUS PLN OPMERKING

LRE

1:500 WKR

07-05-2009

04 03 02 01 00 REV.


01-10-2009 07-09-2009 29-06-2009 15-06-2009 07-05-2009 DATUM



STATUS IFA TITELBLOCK AANGEPAST / GOLVEN VERWIJDERD STATUS IFC STATUS ICN STATUS PLN OPMERKING

LRE

1:500 WKR

07-05-2009

19 18 17 16 15 14 13 12 11 10 09 08 07 06 05 REV.

WKR WKR WKR WKR WKR WKR WKR WKR WKR WKR WKR WKR WKR WKR GET.

04-12-2009 29-09-2009 23-09-2009 02-07-2009 26-06-2009 24-06-2009 11-06-2009 28-05-2009 25-05-2009 18-05-2009 06-04-2009 18-02-2009 04-02-2009 26-01-2009 16-01-2008 DATUM

EDU EDU EDU EDU EDU EDU EDU EDU EDU EDU EDU EDU EDU EDU EDU CNTR.

EVA EVA EVA EVA EVA EVA EVA EVA EVA EVA EVA EVA EVA EVA EVA ACC.

KILOMETRERING / MOFNUMMERS TOEGEVOEGD STATUS IFA HDD BENAMINGEN / GEDETAILLEERD TRACE TOEGEVOEGD TRACE GEWIJZIGD BIJ HDD-07 POS. MOFFEN VLGS R_ELC_CLT-001-N241367 (24-06-2009) DIVERSE AANPASSINGEN / STATUS IFC RODE MOFFEN VERWIJDERD / STATUS ICN TRACK M10 - M11 ALS REV 09 TRACK M10 - M11 GEWIJZIGD LOCATIES LASGATEN TOEGEVOEGD / AANGEPAST TRACE NEAR HDD-11 MOVED TRACE KM INDICATION REVISED / STATUS IFA TRACE EXTENDED/DRILLING 1+2=1A STATUS IFC OPMERKING

LRE

1:5000 WKR

18-12-2008

-

Randstad 380 kV

Ondergronds - Gemeente Delft

10

11

12

13 14

Randstad

380 kV

Ondergronds -Gemeente Delft

Legenda Plangebied Bovengronds Bovengronds Masten Opstijgpunten Ondergronds binnen de Gemeente Delft Boring Open ontgraving

Versie

Concept

Datum

Schaal

1:15.000

Formaat A3

Kenmerk

Ondergronds buiten de Gemeente Delft boring

0

21-01-2010

A:\R380\data\traces\zuidring\150kv_wateringen_delft/ p_r380_overz_trace15kVDelftOSP14_A0l.mxd

100

200

300 m

open ontgraving Aan deze tekening kunnen geen rechten worden ontleend. © TenneT TSO B.V.

GDEL- VOI-KABEL2010 Aanvraag Ontheffing Verordening ondergrondse infra Randstad 380 kv Zuidring

Recommend Documents