Galblaasoperatie Heeft u opmerkingen of suggesties i.v.m. deze brochure? Geef ons gerust een seintje!
Dienst kwaliteit E-mail:
[email protected] Tel: 011 33 55 11
Jessa Ziekenhuis vzw Maatschappelijke zetel: Salvatorstraat 20, 3500 Hasselt
www.jessazh.be
versie juli 2015 (Object-ID 230129)
Welkom Deze brochure geeft u informatie over de galblaasoperatie (cholecystectomie). Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven. In deze brochure overlopen we stap voor stap al de aspecten van uw opname. Zowel de fase voor uw verblijf in het ziekenhuis, het ziekenhuisverblijf zelf als de periode na het ontslag komen uitvoerig aan bod. Tijdens uw verblijf krijgt u nog bijkomende informatie, met een aantal praktische raadgevingen voor de toekomst. Indien u na het lezen van deze brochure nog vragen heeft of bijkomende informatie wenst, kan u steeds terecht bij de arts of de verpleegkundigen. We wensen u een aangenaam verblijf in ons ziekenhuis, en een spoedig herstel.
1
2
Inhoud 1. De galblaas
p. 4
1.1. Ligging en functie van de galblaas
p. 4
1.2. Galstenen
p. 4
1.3. Diagnose en onderzoeken
p. 4
2. De behandelingsmogelijkheden
p. 5
2.1. Laparoscopische cholecystectomie
p. 5
2.2. Conventionele cholecystectomie (gewone)
p. 6
3. Galwegstenen
p. 6
4. Voor de operatie
p. 6
5. Risico’s van de galblaasoperatie
p. 7
6. Verloop van de opname
p. 7
6.1. Wat moet u meenemen naar het ziekenhuis?
p. 7
6.2. De opname in het ziekenhuis
p. 8
7. Verloop van de operatie
p. 8
8. Na de operatie
p. 9
9. Ontslag uit het ziekenhuis
p. 9
10. Na vertrek uit het ziekenhuis
p. 10
11. Wanneer moet u uw chirurg contacteren?
p. 10
12. Slotbemerking
p. 11
13. Contactgegevens
p. 12
3
1. De galblaas 1.1. Ligging en functie van de galblaas De galblaas is een klein peervormig orgaan dat aan de onderzijde van de lever ligt, rechts boven in de buik. De galblaas is door gangetjes verbonden met de lever en met het eerste deel van de dunne darm (de twaalfvingerige darm). Gal is een vloeistof die belangrijk is voor de vertering van vetten. Gal wordt continu aangemaakt in de lever en afgevoerd naar de galblaas, waar het wordt ingedikt en opgeslagen. Zodra er voedsel in de darm komt – en vooral bij vet voedsel – perst de galblaas de gal via de afvoerbuis naar de dunne darm. Wanneer de galblaas is verwijderd wordt deze functie overgenomen door de lever en de galgangen.
1.2. Galstenen De meest voorkomende aandoening van de galblaas is de vorming van galstenen. Galstenen geven echter niet altijd aanleiding tot klachten. Alleen bij klachten van de galstenen is een verwijdering van de galblaas (cholecystectomie) aangewezen. Ook kan een operatie nodig zijn wanneer de galblaas ontstoken raakt. Iedereen kan afwijkingen aan de galblaas krijgen, maar mensen die te zwaar zijn en met name vrouwen tussen 35 en 55 jaar lopen meer risico.
1.3. Diagnose en onderzoeken Aan de hand van uw klachten en aanvullend onderzoek kan de arts een diagnose stellen. Aanvullend onderzoek bestaat meestal uit een echografie. Dit is een veilig en pijnloos onderzoek waarbij gebruik gemaakt wordt van hoogfrequente geluidsgolven. Daarmee kunnen de galblaas en de zich daarin bevindende galstenen in beeld gebracht worden.
4
2. De behandelingsmogelijkheden Er zijn twee methoden om de galblaas te verwijderen, de laparoscopische cholecystectomie en de gewone (conventionele) cholecystectomie. Uw behandelende arts zal met u bespreken wat in uw geval het beste is. Een galblaasoperatie duurt meestal één tot anderhalf uur. De anesthesist geeft u informatie over de anesthesie.
2.1. De laparoscopische cholecystectomie Bij de operatie maakt de arts gebruik van een videocamera en speciale instrumenten om de galblaas te verwijderen zonder een grote snee in de buik te maken. In plaats daarvan maakt hij enkele kleine sneetjes of één incisie (SILS: single incision laparoscopic surgery). Een laparoscoop is een lange rechte buis waarop een kleine videocamera is gemonteerd en een lichtbron. Voordat de laparoscoop in de buikholte wordt gebracht wordt de buikholte opgevuld met kooldioxyde, een onschuldig gas. Dit is nodig om een goed overzicht te verkrijgen. Dit gas kan het middenrif enigszins prikkelen. Via een zenuwbaan die in de richting van de schouder loopt, kan dit ertoe leiden dat u na de operatie gedurende enkele dagen een gevoelige schouder heeft. Dit verdwijnt vanzelf en u hoeft zich daar geen zorgen over te maken. Via een snede van circa 2cm bij de navel wordt de laparoscoop in de buikholte gebracht. Met de laparoscoop kan de arts in de buik kijken via een videomonitor. Nu worden de andere sneden in de buikwand gemaakt. Ieder van deze sneden wordt gebruikt om een speciaal instrument in de buikholte te brengen, om de galblaas te pakken, te bewegen en te verwijderen. Na het verwijderen van de galblaas wordt soms een wonddrain achtergelaten. Het kan voorkomen dat de arts tijdens de operatie vaststelt dat het niet (veilig) mogelijk is de galblaas laparoscopisch te verwijderen. Dat kan omdat bijvoorbeeld de galblaas ernstig ontstoken is of omdat er teveel littekenverklevingen in de omgeving van de galblaas zijn. Dan is het nodig om op de conventionele manier de galblaas te verwijderen.
5
Omdat de arts de galblaas niet kan zien voordat de laparoscoop is ingebracht zijn sommige situaties niet te voorspellen en kunnen alleen maar worden ontdekt als de operatie al is begonnen. Daarom moet u altijd rekening houden met de kans dat er een conventionele cholecystectomie moet worden uitgevoerd, terwijl er een laparoscopische operatie was voorgesteld.
2.2. De conventionele (gewone) cholecystectomie Bij deze operatie maakt de arts een snede die 10 tot 15cm lang kan zijn, midden in de bovenbuik of aan de rechterkant onder de ribbenboog, om langs die weg de galblaas te verwijderen
3. Galwegstenen Indien blijkt dat er nog galstenen in de galwegen zitten, worden deze geopend om de stenen te verwijderen. De galwegen worden daarna weer gesloten en er blijft in de galwegen een dunne drain achter, die via een aparte steekopening door de buikwand naar buiten wordt geleid. Hierdoor kan de gal naar buiten lopen. Het afvloeien van de gal voorkomt dat er in het begin een te hoge druk in de galwegen heerst. Behalve deze galwegdrain wordt er veelal ook een wonddrain in de buik achter gelaten die eveneens via een aparte opening in de buikwand naar buiten wordt geleid.
4. Voor de operatie De avond vóór de operatie blijft u nuchter vanaf middernacht. Indien u dagelijks geneesmiddelen neemt, moet u dit melden aan uw chirurg. Men kan vragen dat u bepaalde geneesmiddelen de ochtend van de operatie inneemt met een slok water. Indien u anticoagulantia neem (geneesmiddelen die de bloedstolling vertragen) of anti-inflammatoire geneesmiddelen (tegen artritis, artrose….) moet u hierover praten met uw chirurg, dit om de datum te bepalen waarop u de geneesmiddelen tijdelijk stopzet. Vaak moeten geneesmiddelen ingenomen of ingespoten worden voor de operatie. 6
Een medewerker van het medisch team zal vóór het starten van de ingreep een fijne naald of katheter inbrengen in één van uw aders om de geneesmiddelen die noodzakelijk zijn gedurende de operatie te kunnen toedienen. U zal zich gedurende de operatie meestal onder algemene anesthesie (verdoving) bevinden. In principe verloopt de ingreep via hospitalisatie in daghospitaal doch omwille van medische of chirurgisch-technische redenen kan een verlengde hospitalisatie nodig zijn.
5. De risico’s van een galblaasoperatie Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is ook bij deze operatie de normale kans op complicaties aanwezig die bij een operatie altijd bestaan, zoals nabloeding, wondinfectie, trombose of longontsteking. Een ernstige specifieke complicatie bij deze operatie is een beschadiging van de galwegen. Dit gebeurt gelukkig zeer zelden. De gevolgen daarvan zijn afhankelijk van de aard van het letsel en het tijdstip waarop het wordt vastgesteld. Een hersteloperatie kan nodig zijn.
6. Verloop van de opname 6.1. Wat moet u meenemen naar het ziekenhuis? • de preoperatieve vragenlijst, gekregen op de consultatie, door u of uw huisarts ingevuld • de geneesmiddelen die u thuis inneemt in de originele verpakking • uw bloedgroepkaart • eventueel een attest van arbeidsongeschiktheid • eventuele verzekeringspapieren • eventuele documenten voor het ziekenfonds • deze infobrochure • voldoende nachtkledij, toiletgerief, handdoeken en washandjes 7
Er is gratis draadloos internet op onze afdeling, u kan dus uw laptop gebruiken.
6.2. De opname in het ziekenhuis • U komt ‘s morgens naar het ziekenhuis op het afgesproken uur op de dag van de operatie. • Indien nodig wordt de schaamstreek geschoren.
7. Verloop van de operatie Vooraleer u naar het operatiekwartier vertrekt, zal u gevraagd worden: • te gaan plassen • juwelen, bril, lenzen, piercings, tandprothese en hoorapparaat te verwijderen • een operatieschort aan te doen Ook wordt de pre-narcose toegediend. U bent ongeveer 3 tot 4 uur weg van uw kamer. Hierin is ook de tijd meegerekend die u na de operatie doorbrengt in de ontwaakruimte. In het operatiekwartier staat de anesthesist in voor de algemene verdoving.
8
8. Na de operatie • De operatie heeft soms tot gevolg dat u direct erna wat misselijk en dorstig bent. Tegen de misselijkheid kunt u medicijnen krijgen. • Om er voor te zorgen dat u voldoende vocht krijgt, heeft u een infuus in de arm. Zodra u weer zelf voldoende kunt drinken, kan het infuus verwijderd worden. • Als de galwegen tijdens de operatie geopend zijn geweest is er nog een tweede slangetje. Zoals u gelezen heeft, voert deze dunne drain de gal af. Een week na de operatie worden er enkele röntgenfoto’s gemaakt, waarbij via dat slangetje contrast in de galwegen wordt gespoten. • Het slangetje dat soms in het wondgebied is achtergelaten is nodig om bloed en vocht af te voeren. Zodra er geen vocht meer uit de drain komt kan deze worden verwijderd. Op de foto’s is te zien of de gal goed naar de darm stroomt en of er geen stenen in de galwegen zijn achtergebleven. Als alles in orde is kan deze galwegdrain worden verwijderd.
9. Ontslag uit het ziekenhuis • In onderling overleg met de arts zal er bepaald worden wanneer u het ziekenhuis mag verlaten. Na een laparoscopische cholecystectomie kunt u over het algemeen dezelfde dag weer naar huis toe. Bij een conventionele cholecystectomie is de opnameduur langer. Uw chirurg komt steeds langs om u de nodige uitleg te verschaffen. • U krijgt een brief voor de huisarts mee, een afspraakkaartje met wanneer u op controle moet komen, en een voorschrift voor de apotheek. • De wondjes of wonde dient door de huisarts geïnspecteerd te worden 1 week à 10 dagen postoperatief. • Tegen pijn kan u pijnstillers als paracetamol gebruiken. Het is raadzaam om voor de ingreep al wat pijnstillers in huis te hebben.
9
10. Na vertrek uit het ziekenhuis De vermoeienissen die u thuis te wachten staan worden vaak onderschat. Hulp vanuit uw directe omgeving kan zeker helpen. Al weer snel zult u merken dat u geleidelijk meer aan kunt. De wonde heeft geen speciale verzorging nodig. U kunt uzelf gewoon wassen of douchen. U hoeft geen dieet te volgen. Met veel vet tijdens een maaltijd moet u echter nog voorzichtig zijn. Probeer steeds meer uit wat u kunt verdragen. Heeft u klachten na gebruik van bepaalde voedingsmiddelen? Laat deze dan weg en probeer het later nog eens. Het is de bedoeling dat u na korte tijd weer eet wat u gewend was. Wanneer de wonde genezen is, mag u alle normale activiteiten weer hervatten. Na een laparoscopische cholecystectomie kunt u meestal weer snel aan het werk. Na een conventionele operatie kan het herstel wel eens wat langer duren. Dat is mede afhankelijk van het soort werk. Uw chirurg zal u hier alle nodige informatie over geven.
11. Wanneer moet u uw chirurg contacteren? Naast de postoperatieve controle moet u absoluut uw arts contacteren wanneer u bijvoorbeeld één van de volgende symptomen vertoont: • aanhoudende koorts; • rillingen; • bloedingen; • een toenemende zwelling van de buik of toenemende pijn; • aanhoudende misselijkheid of aanhoudend braken; • aanhoudende hoest of ademhalingsmoeilijkheden; • aanhoudende pijn bij het inslikken van voedsel; • het doorsijpelen van vloeistof uit om het even welke wonde.
10
12. Slotbemerking De informatie in deze brochure heeft een algemeen karakter, en omvat dus niet alle aspecten van de galblaasoperatie. Heeft u nog bijkomende vragen? Stel ze dan aan uw chirurg. Hij overloopt dan samen met u de voor- en nadelen van deze chirurgie. Bij dringende vragen of problemen vóór uw behandeling kunt u zich het beste wenden tot de afdeling waar de behandeling plaats moet vinden. Wanneer zich thuis na de operatie problemen voordoen, neem dan contact op met de huisarts of het ziekenhuis.
11
13. Contactgegevens Artsen dr. Bart Appeltans dr. Wim Bouckaert dr. Bert Houben dr. Pierre Hourlay dr. Joep Knol dr. Gregory Sergeant dr. Guido Vangertruyden
Verpleegafdelingen campus Salvator Abdominale heelkunde D1 Tel: 011 33 90 10 Chirurgisch daghospitaal Tel: 011 33 96 20
Verpleegafdelingen campus Virga Jesse Algemene en abdominale heelkunde TO Tel: 011 30 91 90 Chirurgisch daghospitaal Tel: 011 30 91 10
12