GEZONDHEID & HYGIËNE
Centexbel INFO Nummer 4 van 30 april 2009
Textielimplantaten voor regeneratie van menselijke organen en beenderreconstructie
Inhoudstafel Textiel voor gezondheid en hygiëne : een groeimarkt met ongekende mogelijkheden Dienstverlening aan de industrie
Hygiëne- en gezondheidsaspecten van materialen voor woon- en werkruimtes Verhoog uw winst dankzij de hygiënecontrole uitgevoerd door Centexbe l DIMETEX : grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma rond medische hulpmiddelen
Testen
Cytotoxiciteit: Centexbel controleert de onschadelijkheid van veredelde textielmaterialen Beoordeling van antimicrobieel textiel: Centexbel trekt ten strijde tegen de “superbugs” (MRSA) Genormaliseerde methode voor de meting van deeltjesafgifte (linting) Uniek in Europa: Centexbel bepaalt de weerstand van operatiedoeken tegen lasterstralen Beoordeling van de weerstand tegen bacteriële doordringing van medisch textiel
Onderzoek & Ontwikkeling
Onderzoek naar methoden voor de evaluatie van de eigenschappen van cosmetotextiel Optische vezels voor het monitoren van patiënten tijdens MRI scanning Slaapbewaking via intelligent textiel Intelligent textiel voor comfortbeoordeling, gezondheidsbewaking op afstand en thuisverpleging Nanozilver voor de creatie van duurzaam antimicrobieel textiel Beoordeling van de weerstand tegen bacteriële doordringing van medisch textiel
Opmerkelijke resutltaten
FIGELCEL: textiel-hydrogel composiet zorgt voor mooi gebit Textielimplantaten herstellen en/of vervangen organen en weefsels
Colofon
Verantwoordelijke uitgever Jan Laperre, Centexbel
Gastredacteurs Yvette Rogister, Geneviève Garsoux, Marc Gochel, Mark Croes, Bernard Paquet, Jean Léonard, Philippe Lemaire, Pieter Heyse
Redactiecomité Jan Laperre, Bob Vander Beke, Ann De Grijse & Eline Robin
Fotografie Marc Van Hove & Centexbel Verviers
4
5 6 9
10 11 12 13 14
15 17 18 19 20 21
22 23
Layout Eline Robin Copyright Centexbel april 2009
Centexbel INFO 4-2009 p. 4
Textiel voor gezondheid en hygiëne Een groeimarkt met ongekende mogelijkheden
H
et thema dat we deze maand behandelen zijn medische textieltoepassingen en textiele hygiëneproducten. Het spreekt vanzelf dat gezondheidsproblemen zoals allergie, astma… nu net veroorzaakt kunnen worden door de aanwezigheid van schadelijke stoffen die onder bepaalde voorwaarden uit bepaalde textielproducten vrijgesteld worden. Deze aspecten gekoppeld aan luchtemissies of aan extracties bij het wassen behandelen we meer in detail in een van de volgende Centexbel INFO’s. Medisch textiel en hygiëne zijn belangrijke groeimarkten voor de textielindustrie. Maatschappelijke ontwikkelingen en trends zoals vergrijzing, vereenzaming, verstedelijking, onthaasting, wellness, intelligente omgeving … zullen hun economisch belang slechts doen toenemen. Door in te spelen op de nieuwe maatschappelijke behoeftes of door het toepassen van nieuwe materialen, additieven of technologieën ontstaan tal van nieuwe textielontwikkelingen. Het functionaliseren van textielmateriaal of het incorporeren van elektronische componenten maakt textiel ook slimmer en intelligenter. Dit “slimme textiel” kan bijvoorbeeld ingezet worden in een intelligente omgeving of voor de diagnose en de bewaking op afstand van verschillende gezondheidsparameters. In dit nummer willen we enkele nieuwe toepassingen illustreren op basis van recente technologische ontwikkelingen en enkele testen toelichten voor het controleren van medisch textiel, hygiëneproducten en -procedures. Contact Bob Vander Beke Directeur Sales & Marketing tel 09 243 82 17 e-mail
[email protected]
Centexbel INFO 4-2009 p. 5
Technologische Adviesdienst Hygiëne- en gezondheidsaspecten van materialen voor woon- en werkruimtes
D
e technologische adviesdienst “Hygiëne- en gezondheidsaspecten van materialen voor woon- en werkruimtes”, gesteund door IWTVlaanderen, is een samenwerking tussen de experts van Centexbel (textiel), het WTCB (bouw) en CoRI (verven). De adviesdienst richt zich tot alle producenten/ leveranciers van producten voor het afwerken van interieurs (bouwmaterialen), decoratiematerialen (interieurtextiel, vloerbekleding, verven en lijmen) en van producten voor onderhoud en herstellingen; producten die een impact zouden kunnen hebben op de gezondheid van de bewoners. Ondanks de groeiende belangstelling voor gezondheidsproblemen in verband met interieurmaterialen, worden slechts heel weinig producten gepromoot of verkocht onder de noemer ‘gezond’. Er zijn dus weinig ondernemingen die profiteren van de mogelijkheden die geboden worden door de “gezondheidsmaatschappij”. Ondernemingen kunnen contact opnemen met de adviesdienst van Centexbel voor informatie over de huidige en toekomstige gezondheidseisen van gebruikers en wetgeving en over de manier om deze vereisten te vertalen in technische productspecificaties. Omdat deze vereisten soms leiden tot het beperken of vervangen van schadelijke bestanddelen in bouwmaterialen, adviseert de dienst u ook hierin.
De adviesdienst ondersteunt en promoot eveneens innovaties op het vlak van bouwmaterialen, interieurtextiel en verven/lijmen die betrekking hebben op de ontwikkeling van materialen met bijkomende functionaliteiten met het doel om bijvoorbeeld schadelijke bestanddelen te bestrijden. Binnenkort organiseert de adviesdienst activiteiten rond: • labels: hoe “gezonde” materialen te kiezen • wetgeving met een samenvatting van de Best Beschikbare Praktijken, REACH... • schimmels en geuren: hoe ze te detecteren en te vermijden De adviesdienst verspreidt en valoriseert ook resultaten van onderzoeksprojecten die de drie partners rond dit thema uitvoeren. Bijvoorbeeld: • katalytische afbraak van vluchtige organische componenten • ontwikkeling van nieuwe methoden voor emissiemetingen • toepassing van antimicrobiële producten om schimmelvorming te voorkomen
Contact Mark Croes Technologisch adviseur tel: 087/322450 gsm: 0474/681093 e-mail:
[email protected]
Centexbel INFO 4-2009 p. 6
Hygiënecontrole Verhoog uw winst dankzij de hygiënecontrole uitgevoerd door Centexbel
H
ygiënecontrole: werkplek, kleding en reinigings- Om de hygiëne (m.a.w. de kwaliteit vanuit microbiologisch proces oogpunt) van een werkomgeving in te schatten, kan Centexbel volgende analyses uitvoeren: In de voedings- en farmaceutische industrie is de beperking Luchtstalen van besmettingsrisico’s in productieruimten essentieel. Producten besmet met micro-organismen kunnen infecties Hiertoe gebruiken we een aërobiocollector. veroorzaken bij de eindgebruiker en aanleiding geven Principe : tot financiële verliezen omwille van verworpen producten, De te controleren lucht wordt aangezogen met een bepaald rappels en geschillen. debiet doorheen een doorboorde kop, en rechtstreeks Dit artikel legt uit hoe Centexbel u kan helpen om de aangedrukt op een agar-medium. Door impactie in het agarverschillende besmettingshaarden en de te nemen kweekmedium kunnen de kleine levensvatbare partikels maatregelen om die te voorkomen, te identificeren. (1μm) opgevangen worden, zonder de levensvatbaarheid Hygiëne van textielproducten en beschermkleding in het van de kwetsbare cellen aan te tasten of de clusters van bijzonder is niet alleen belangrijk in de bovenvermelde micro-organismen op te splitsen. sectoren maar ook in de ziekenhuizen en de rusthuizen. Op het einde van de bemonstering wordt het agarIn het algemeen dient dit type beschermkleding niet alleen kweekmedium geïncubeerd en, na afloop van incubatie, om de drager maar ook de omgeving tegen eventueel worden de micro-organismen geteld besmettingsgevaar te beschermen. Het is dus zeer belangrijk Oppervlaktestalen dat het ontsmettingsvermogen van de onderhoudsprocessen van deze kleding efficiënt genoeg is. Centexbel kan de De bepaling van het aantal kiemen aanwezig op een onderhoudsbedrijven helpen om deze onderhoudsprocessen oppervlak kan uitgevoerd worden door bemonstering met behulp van agar-afdrukplaten, ook RODAC-platen te beoordelen. (Replicate Organism Detection and Counting plates) 1. Hygiënecontrole van een werkomgeving genoemd. Aërobiocontaminatie, m.a.w. de aanwezigheid van Principe : levensvatbare partikels in de lucht en op de oppervlakken, RODAC-platen (20-25 cm2) gevuld met specifieke agarkan gemeten worden ter bepaling of controle van de media worden aangebracht met behulp van een toestel microbiologische kwaliteit: dat een constante en uniforme druk (25 g/cm2) aanhoudt • ofwel van een werkomgeving teneinde te zorgen voor gedurende minstens 10 seconden (ISO DIS 14698-1). Deze de gezondheid van de werknemers platen worden vervolgens geïncubeerd op aangepaste • ofwel van een productiesite om de (microbiologische) temperaturen. Na afloop van de incubatie worden de microorganismen geteld. Andere technieken (swabs of doekjes kwaliteit van het eindproduct te behouden. die bemonstering op een groter oppervlak mogelijk maken) In dit laatste geval kunnen hygiënecontroles toelaten om: kunnen eveneens overwogen worden. Naast de telling kan • de “kritische punten” te lokaliseren, wat een invloed zal ook de flora geanalyseerd worden om b.v. na te gaan of hebben op de reinigingsprocedures een micro-organisme zich bij voorkeur vermenigvuldigt (in • de reinheidsgraad van de oppervlakken en de lucht dat geval kan de identificatie waardevolle aanwijzingen in ruimten waarin het product gefabriceerd wordt, te over het ontstaan van de besmetting opleveren) en om beoordelen eventueel een aangepaste behandeling te zoeken, d.w.z. • permanent de routine reinigings- en zuiveringsprocedures een efficiënt ontsmettingsmiddel tegen deze problematische te beoordelen kiem.
aérobiocollecteur
boîte RODAC
Centexbel INFO 4-2009 p. 7
2. Controle van de efficiëntie van de reinigingsprocessen
De hygiëne binnen een omgeving wordt ook bepaald door de reiniging die voor die omgeving wordt voorzien. Wil men een reine omgeving garanderen, dan is de efficiëntie van de reinigingsprocessen dus een belangrijk te controleren punt. Centexbel kan testen on site uitvoeren om de efficiëntie van de voorziene reinigingsprocessen te controleren. Daartoe zijn diverse bemonsteringen on site en in reële omstandigheden nodig. Deze worden uitgevoerd op:
Centexbel kan het ontsmettingsvermogen van een wasproces beoordelen. Principe : Stukken weefsels, besmet met een gekende hoeveelheid kiemen, worden in de wasmachine met een klassieke belading geplaatst. Het te evalueren onderhoudsprogramma wordt uitgevoerd en de weefsels worden vervolgens gerecupereerd om de residuele microbiële lading en het ontsmettingsvermogen van de wascyclus te bepalen.
1. Oppervlakken Controle op besmetting van textielmaterialen Vóór en na reiniging kan een bemonstering worden Naast de controle van het ontsmettingsvermogen van uitgevoerd. wasprocessen, kunnen ook controles op besmetting aan de oppervlakte van kleding uitgevoerd worden: Oppervlaktebesmetting (niet-destructief) De 2. Mops of doekjes De controle van de efficiëntie van de reiniging oppervlaktebesmetting van een textielmateriaal kan veronderstelt ook dat er wordt nagegaan of de gemeten worden aan de hand van bemonsteringen kiemen wel degelijk door de mops of doekjes worden met behulp van agar-afdrukplaten, volgens het meegenomen, en niet achterblijven in een hoek van hierboven beschreven principe voor oppervlakken. “Globale” besmetting (destructief) Mechanische de ruimte of van het werkblad. extractie is een andere methode om de microbiologische besmetting van een textielmateriaal 3. Controle van de hygiëne van kleding Evaluatie van de ontsmetting van textielmaterialen te bepalen. tijdens onderhoud (wasproces) Bepaalde sectoren, zoals verzorgingsinstellingen, de farmaceutische sector, de voedingsmiddelenindustrie,… eisen een reine omgeving. Werkkleding draagt echter bij tot de algemene hygiëne van de omgeving en van de patiënt of het product. Daarom is de microbiologische reinheid van werkkleding een belangrijk, zelfs cruciaal punt voor deze sectoren. Controles op de ontsmetting van textielmaterialen tijdens hun onderhoud laten toe de microbiologische reinheid te garanderen.
Principe : Door mechanische actie (met een blender, type Stomacher) worden de micro-organismen onttrokken aan de textielstalen die in een extractievloeistof worden geplaatst. Via een telling (via Plate Count en membraanfiltratie) uitgevoerd op de extractievloeistof, kan het aantal kiemen aanwezig op het textielmateriaal berekend worden. Deze testen kunnen dienen om de microbiologische reinheid van propere kleding te beoordelen maar ook om de reinheid van een textielmateriaal tijdens gebruik te volgen om bijvoorbeeld te bepalen hoe lang het gedragen kan worden.
Centexbel INFO 4-2009 p. 8
4. Onderzoek naar een efficiënt ontsmettingsmiddel tegen aanwezige micro-organismen In het geval van een inefficiënte reiniging kan een analyse van het type kiemen (gevarieerde of uniforme flora) worden uitgevoerd om de redenen van deze inefficiëntie beter te begrijpen. Onderzoek naar efficiënte ontsmettingsmiddelen voor de on site gevonden kiemen kan ook binnen het microbiologisch laboratorium worden uitgevoerd. Bepaling van de benodigde concentratie aan product X om de groei van Staphylococcus aureus te remmen.
Bij de keuze van de producten en de invoering van een reinigingsprocedure kunnen een bemonstering van de on site gevonden micro-organismen en een evaluatie van de antibacteriële efficiëntie van de geselecteerde reinigings-/ontsmettingsmiddelen bovendien de keuze van het product en de in te voeren procedure beïnvloeden. Contact Geneviève Garsoux Onderzoeker tel: 087/322444 e-mail:
[email protected] Mark Croes Technologisch adviseur tel: 087/322450 gsm: 0474/681093 e-mail:
[email protected]
Détermination de la concentration nécessaire en produit X pour inhiber la croissance de Staphylococcus aureus
Centexbel INFO 4-2009 p. 9
Grensoverschrijdende samenwerking DIspositifs MEdicaux TEXtiles – DIMETEX
D
IMETEX kadert in een grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma rond textiel, Interreg IV en loopt tot 31 oktober 2012.
Het project ging van start in november 2008 en brengt spelers uit Wallonië en het Franse Nord Pas de Calais en Picardië samen. Medisch textiel is een van de belangrijkste segmenten met sterke troeven dat een grote aantrekkingskracht uitoefent op producenten van technisch textiel. Er werden drie thema’s afgebakend die grote ontwikkelingsmogelijkheden kunnen bieden voor de KMO’s uit de regio. Het programma heeft de ambitie een transversale Europese biotextielcluster op te richten door netwerken te creëren van actoren uit de sector “textiel en gezondheid” met een goede regionale spreiding.
De acties van DIMETEX: • Zonale spreiding van netwerken van spelers op het vlak van textiel en gezondheid
• Oprichting van drie werkgroepen: • producten voor biologische cultuur en filtratie
• implantaten en orthesen • verzorgend en hygiënisch medisch textiel Contact Marc Gochel Market manager “Gezondheid, Veiligheid & Besherming” Tel: +87/32 24 49 Gsm: 0477/655 377 e-mail:
[email protected]
Het programma wil ook de aantrekking van deze grensstreek verhogen. De doelstelling is het opzetten van minstens zeven onderzoeksprojecten rond de geïnventariseerde problematieken.
Onze partners in het DIMETEX project Marie-Laurence THIERRY Pôle de compétitivité UP-tex +33 (0)3 20 99 47 68
[email protected]
Alain Coillot EURASANTE +33 (0)3 28 55 90 60
[email protected]
Stéphan VERIN Centre Européen des Textiles Innovants +33 (0)3 20 99 46 36
[email protected]
Centexbel INFO 4-2009 p. 10
Testen
Centexbel controleert de onschadelijkheid van veredelde textielmaterialen
D
e jongste jaren werden steeds meer gefunctionaliseerde textielmaterialen (geparfumeerd, brandwerend, vlekkenwerend, waterproof, antibacterieel, afslankend, anti-UV…) op de markt gebracht. Het is evident dat hierdoor nieuwe markten ontstaan voor de industrie. Toch moet innovatie gepaard gaan met een duidelijk verantwoordelijkheidsgevoel van de producten want textiel, onze “tweede huid”, mag in geen geval schadelijke effecten op onze gezondheid veroorzaken. Het is dus raadzaam om de weefselcompatibiliteit van veredelde textielmaterialen te controleren en om na te gaan of de nieuwe chemische stoffen gebruikt voor de functionalisatie geen toxische risico’s voor de huid inhouden (cytotoxiciteit, irritatie, sensibilisatie,…). Centexbel heeft een laboratorium voor celcultuur opgericht en kan het voortaan de celtoxiciteit (cytotoxiciteit) volgens onderstaande norm beoordelen: ISO 10993-5 “biologische evaluatie van medische hulpmiddelen – deel 5 –Beproeving op cytotoxiciteit : in vitro methoden” Deze testmethode is oorspronkelijk bedoeld om na te gaan of medische hulpmiddelen biologisch schadelijke stoffen kunnen vrijgeven maar kan ook gebruikt worden voor de evaluatie van de veiligheid van textielmaterialen. Deze test is zeer gevoelig als gevolg van de afzondering van de zoogdiercellen in cultuur (in vitro) en de afwezigheid van beschermingsmechanismen die de cellen in het lichaam bijstaan. Deze test is nuttig voor de screening van materialen (om een onderscheid te maken tussen reactieve en nietreactieve materialen) om een voorspellende aanwijzing over biocompatibiliteit te verkrijgen, voor vergelijkingen tussen partijen, voor de vervanging van een momenteel gebruikt materiaal, om de impact van een productieverandering te bepalen... Principe: Zoogdiercellen worden in contact gebracht met een textielextract. De celtoxiciteit wordt vervolgens bepaald via een meting van de cellevensvatbaarheid met een MTT-test. Deze test meet het redoxpotentiaal van de actieve levende cellen via colorimetrische reactie (reductie van MTT tot gekleurd formazan). De intensiteit van de gemeten kleuring is bijgevolg evenredig met het aantal tijdens de test aanwezige levende cellen en met hun metabolische activiteit.
In vitro cultuur: muisfibroblasten (cellen L929)
Procedure : Een textielextract wordt bereid en vervolgens in contact gebracht met de zoogdiercellen (bijvoorbeeld muisfibroblasten L929) tot sub-confluentie, ter vervanging van het medium dat de cellen tot dan voedde. Op die manier komen de cellen in contact met het nieuwe medium dat de extraheerbare stoffen afkomstig uit het textiel bevat. De cellen worden vervolgens gedurende 24 uur terug op 37°C gebracht, dan wordt het extract verwijderd en wordt de cellevensvatbaarheid bepaald via toevoeging van een MTToplossing. De gevormde formazankristallen worden opgelost in zuur isopropanol en de absorbantie bij 570 nm wordt gemeten. De gemiddelde absorbantie bij 570 nm voor de niet behandelde controle (extractiemedium) vertegenwoordigt een cellevensvatbaarheid van 100 %. Evaluatie : De resultaten worden uitgedrukt onder de vorm van een percentage ten opzichte van de 100% levensvatbaarheid (controle). Indien het gemiddelde van de cellevensvatbaarheid van de geteste stalen minder dan 70% bedraagt, wordt het textielextract beschouwd als zijnde cytotoxisch. Een negatief resultaat betekent dat het textiel vrij is van extraheerbare schadelijke stoffen of dergelijke stoffen bevat in een concentratie die te laag is om acute effecten in buitensporige omstandigheden met geïsoleerde cellen te veroorzaken. Dit levert echter niet het bewijs dat het textiel biocompatibel zou zijn maar is toch een eerste stap. Daarentegen moet een positief resultaat beschouwd worden als een alarmsignaal dat het materiaal een of meerdere extraheerbare stoffen bevat die klinisch van belang zouden kunnen zijn. In dergelijk geval is bijkomend onderzoek vereist om het nut van een dergelijk materiaal te bepalen.
Contact Geneviève Garsoux Onderzoeker tel: 087/322444 e-mail:
[email protected] Schema van de cytotoxiciteitstest
Centexbel INFO 4-2009 p. 11
Testen
Centexbel trekt ten strijde tegen de superbugs (MRSA)
M
RSA of “Methicillin-Resistant Staphylococcus Aureus” is per definitie een Staphylococcus aureus stam (bacterie Gram +) die resistent is tegen een grote groep antibiotica, de Bèta-lactamantibiotica (waaronder penicilline en cephalosporinen).
Testmethodes van CENTEXBEL
Daarom wordt het ook “multidrug-resistant Staphylococcus aureus” of “oxacillin-resistant Staphylococcus aureus” (ORSA) genoemd.
A. kwalitatieve en semikwantitatieve proeven
Centexbel voert proeven uit met deze resistente stafylococcen (MRSA) in zijn microbiologisch laboratorium en beoordeelt de antibacteriële werking ten opzichte van de MRSA volgens de volgende methodes: ISO 20645 – Agar diffusie (foto A) SN 195920 – Agar diffusie (foto A)
AATCC 147 - methode met parallelle strepen (foto B) AATCC 174-1 – Methode unieke streep MRSA Bacterie (scan met elektronische microscoop)
De jongste jaren werd vastgesteld dat de ziekenhuisbacteriën (waaronder de MRSA) resistent zijn geworden tegen het grootste deel ontsmettingsmiddelen en antiseptische middelen die in ziekenhuizen worden toegepast en dat bacteriën die is staat zijn een biocideaanval te overleven “supermicroben” worden die uiterst resistent zijn (en daarom vaak “superbugs” genoemd worden)! MRSA is een groot probleem in ziekenhuizen waar het zogeheten nosocomiale infecties (ziekenhuisinfecties) veroorzaakt die doorgaans heel ernstig zijn met een verhoogd sterftecijfer. Maar MRSA veroorzaakt ook infectieproblemen (abcessen...) in andere leefgemeenschappen: in rusthuizen en kindercrèches, en bij atleten, soldaten en gevangenen.
Daarom vragen deze leefgemeenschappen antimicrobiële textielproducten die niet enkel een antimicrobiële maar tevens een effectieve werking hebben tegen de MRSA.
Test de la "Shake flask"
B. kwantitatieve methodes
ASTM E2149 - Antimicrobiële activiteit van onbeweeglijke producten onder dynamische omstandigheden – “Shake flask” test ISO 20743 - antibacteriële werking van producten met antibacteriële behandeling – “Challenge test” – Absorptiemethode (foto) of transfermethode JIS L1902 – Antibacteriële werking en doeltreffendheid van textielmaterialen - “Challenge test” – Absorptiemethode ATCC 100 : 2 – Antibacteriële finishing op textielmaterialen – “Challenge test” – Absorptiemethode ISO 22196 / JIS Z2801 - Antimicrobiële werking en doeltreffendheid van antimicrobiële producten “Challenge test” – “Film Contact” methode Contact Geneviève Garsoux Onderzoeker tel: 087/322444 e-mail:
[email protected]
Méthode par absorption ou transfert
Centexbel INFO 4-2009 p. 12
Testen
Genormaliseerde methode voor de meting van deeltjesafgifte (linting)
D
e meetmethode met Gelbo Flex wordt in de praktijk gebruikt om de neiging van textielproducten (weefsels en non-wovens) tot afgifte van pluisjes en andere deeltjes in droge toestand te bepalen. Deze methode maakt gebruik van een deeltjesteller per klasse van verschillende deeltjesgroottes en onderscheidt zich van de andere door de manier waarop de deeltjes aan het geteste staal onttrokken worden, en door de wijze waarop ze in de lucht in suspensie worden gebracht en naar het telsysteem geleid worden.
ISO 9073-10 2003 : deeltjesafgifte met Gelbo Flex
Voor deze methode moeten weefselstalen met afmetingen 220 x 285 mm² klaargemaakt worden. Deze stalen worden onderworpen aan wisselende afschuifvervormingen in het weefselvlak, 60 keer per minuut, gedurende 5 minuten. In de Gelbo Flex (Figuur 1) wordt een weefselstaal, dat in buisvorm is gesneden, vastgeklemd aan twee cilinders die, via relatieve verschuiving en rotatie, deze voor de deeltjesafgifte bijzonder gunstige vervormingen overbrengen. Het geheel wordt afgedekt met een kamer in plexiglas waarin de lucht wordt afgezogen en vervolgens naar de meetcel van een deeltjesteller wordt geleid. De deeltjes worden in functie van grootte ingedeeld. De limieten in µm van de verschillende klassen worden als volgt gedefinieerd: [ 0,5 – 1 ] [ 1 – 2 ] [ 2 – 3 ] [ 3 – 4 ][ 4 – 5 ] [ 5 – 7 ] [ > 10]
Het toestel kan tellingen per klasse of een combinatie van meerdere klassen uitvoeren. De blanco meting (zonder staal) wordt afgetrokken van de meting van de stalen om rekening te houden met de residuele deeltjes. Een tweede background wordt gemeten in aanwezigheid van het staal maar zonder enige beweging. Het aantal getelde deeltjes wordt op het einde van elk van tien opeenvolgende perioden van 30 seconden genoteerd. Figuur 2 illustreert de evolutie van de telling in functie van de tijd. Deze toont ook een aanpassingscurve. Deze komt overeen met een exponentiële afname met betrekking tot “vreemde” deeltjes dat toegevoegd wordt aan een constante waarde gerelateerd aan linting in regime. De linting waarden (“Linting”, “Foreign Particles” en “Limiting Linting Rate”) die in dit diagramma voorkomen, worden herleid naar de oppervlakte-eenheid (1 m²) en hebben betrekking op alle klassen samen (vezels > 0.5 µm). De tijdsconstante wordt in seconden uitgedrukt. Dezelfde parameters kunnen uiteraard voor een willekeurige subeenheid van deeltjesklassen berekend worden. Deze methode maakt deel uit van de Europese voorschriften in het kader van de richtlijn betreffende de medische hulpmiddelen voor de operatiedoeken, chirurgenjassen en omlooppakken. Ze wordt ook gebruikt voor de karakterisatie van kleding voor reine ruimten. Het gaat hier om een destructieve methode (de kleding wordt versneden) die ook vrij lang duurt (er moeten 10 stukken weefsels versneden en gemeten worden) en de aanwezigheid van een clean room vereist. Contact Marc Gochel Market manager “Gezondheid, Veiligheid & Bescherming” Tel: +87/32 24 49 Gsm: 0477/655 377 e-mail:
[email protected]
Deeltjestelling in functie van de tijd (ISO 9073-10)
Centexbel INFO 4-2009 p. 13
Testen
Centexbel bepaalt de weerstand van operatiedoeken tegen lasterstralen
I
n operatiekwartieren wordt vaak met lasers gewerkt. Centexbel is als enige in Europa in staat de test volgens de Nochtans is het gebruik van laserstralen niet helemaal ISO norm 11810 uit te voeren. zonder gevaar.
Wanneer een laserstraal per ongeluk in contact komt met de huid kan dit wonden veroorzaken, gaande van lichte brandwonden tot diepe snijwonden. Aangepaste afdekdoeken moeten de patiënt tegen dit gevaar beschermen. De Europese richtlijn 93/42/EEG van toepassing op alle medische instrumenten beschrijft de essentiële voorwaarden voor hun design en productie. Het technisch comité van ISO ontwikkelde de norm ISO 11810 voor het testen en verifiëren van de producentenclaims en voor het bepalen van het beschermingsniveau van afdekdoeken tegen laserstralen.
Dankzij onze nieuwe testapparatuur onderwerpen wij textielmonsters aan een CO2-laserstraal en analyseren wij de initiële aansteektijd, de schade veroorzaakt door de ontbranding en de penetratie van de stralen. Bovendien voeren wij de testen uit in zowel een normale als in een met zuurstof verrijkte atmosferische omgeving. Contact Bernard Paquet Onderzoeker Tel: 087/32 24 38 Gsm: 0474/681 092 e-mail:
[email protected]
Uniek in Europa
Centexbel INFO 4-2009 p. 14
Testen
Beoordeling van de weerstand tegen bacteriële doordringing van medisch textiel
T
extielmaterialen die een barrière vormen tegen virussen worden voornamelijk gebruikt:
•
ofwel voor de confectie van medisch textiel ter bescherming van personeel dat is blootgesteld aan bloed en/of aan biologische vloeistoffen die mogelijk besmettelijk zijn (aidsvirus of hepatitisvirus bijvoorbeeld). • ofwel voor de confectie van beschermkleding tegen biologische stoffen, kleding gebruikt in de laboratoria, maar ook voor minder specifieke toepassingen: afvalverwerking, behandeling van besmette dieren,… zonder het geval van de pandemieën te vergeten (zoals SARS of vogelgriep). Centexbel beoordeelt de barrière-eigenschappen tegen virussen volgens onderstaande normen: • ISO 16604 – Weerstand tegen indringing van door bloed overgebrachte ziektekiemen • ASTM F1671 - Weerstand tegen indringing van door bloed overdraagbare ziektekiemen, via het gebruik van de bacteriofaag Phi-X174.” Er moet echter een voorafgaande test* (respectievelijk ISO 16603 en ASTM F1670) uitgevoerd worden met synthetisch bloed (in plaats van de suspensie met de bacteriofaag) om na te gaan of het monster barrièreweerstand tegen bloed vertoont (geen doordringing doorheen het monster) en, in bepaalde gevallen van de ISO-norm, om de hoogste druk te bepalen waartegen het monster een barrièrewerking tegen bloed verzekert, druk waarbij de test met het virus dan moet uitgevoerd worden. De twee methoden ter bepaling van de barrière tegen viruspenetratie zijn gelijkaardig, gezien de ISO-norm van de ASTM-norm is afgeleid. De verschillen situeren zich ter hoogte van de toegepaste tijd- en druksequenties : • ASTM F1671 : 5 minuten bij atmosferische druk, vervolgens 1 minuut bij 13.8kPa en 54 minuten bij atmosferische druk • ISO 16604 : ofwel 0 kPa gedurende 5 minuten, dan 14 kPa 1 minuut en 4 minuten bij 0 kPa, ofwel 0 kPa gedurende 5 minuten, dan x kPa 5 minuten, X zijnde de hoogste druk waartegen het monster een barrière tegen synthetisch bloed vormt*
Bacteriofaag ΦX174
Principe Deze twee normen bepalen de barrièrewerking van een materiaal tegen een bacteriofaag (d.i. een bacterieel virus): de ΦX174 (ر27nm), dat gebruikt wordt om gevaarlijke, in het bloed en de lichaamsvloeistoffen voorkomende virussen te simuleren (b.v. het aids-virus (HIV, Ø 80-120nm) en het hepatitis-B- en hepatitis-C-virus (HBV ر42nm en HCV Ø3060nm). Het monster wordt blootgesteld aan een suspensie met de bacteriofaag gedurende een specifieke tijd- en druksequentie. Naast een visuele detectie van de doordringing van de vloeistof, omvat de test ook een detectieprocedure van de penetratie via meting van de levensvatbare virussen die door het monster heen zijn doorgedrongen (ook als geen vloeistofdoorgang visueel wordt opgemerkt, wordt deze procedure uitgevoerd). Bij virusdoorgang is het monster niet geslaagd. Deze methode is een test van het type “Pass/Fail”. Procedure De suspensie met de bacteriofaag wordt in de holte van de testcel geplaatst, in contact met de buitenzijde van het monster, vervolgens wordt de tijd- en druksequentie aangebracht. De binnenzijde van het monster (zijde van het monster die niet in contact met de suspensie met de bacteriofaag is geweest) wordt met spoelvloeistof gespoeld. Deze laatst wordt vervolgens op een nutriënt-agar gebracht die vooraf geïnoculeerd is met Escherichia coli (gastheerbacterie van de bacteriofaag ΦX174). Na incubatie is de aanwezigheid van plaques op de agar synoniem van doordringing van de bacteriofaag doorheen het monster. BEOORDELING Het betreft een test van het type “Pass” of “Fail”. Detectie van één enkele plaque betekent een mislukking. In dat geval wordt het monster als “slecht” beschouwd. Een monster wordt aanzien als barrière indien geen doorgang van bacteriofaag doorheen het monster kon worden aangetoond. Contact Geneviève Garsoux Onderzoeker tel: 087/322444 e-mail:
[email protected]
testcel
Plaque
Centexbel INFO 4-2009 p. 15
Onderzoek & Ontwikkeling Onderzoek naar methoden voor de evaluatie van de eigenschappen van cosmetotextiel
D
e nieuwe textielmaterialen genaamd “cosmetotextiel” vertegenwoordigen nieuwe mogelijkheden voor de Belgische textielbedrijven. Deze gefunctionaliseerde textielmaterialen, behandeld met diverse actieve bestanddelen (Aloë vera, groene thee, essentiële oliën, parfums, …) bezorgen comfort en welbehagen. Geurvrije sportkleding, afslankende panty’s, geparfumeerd ondergoed, hydraterende lingerie: dit zijn slechts enkele voorbeelden van producten die reeds op de markt beschikbaar zijn. Er bestaan diverse technieken om het textiel te functionaliseren (inbreng van het actief bestanddeel) en het een cosmetische eigenschap te verlenen; de meest courante zijn impregnatie, enting, inbreng tijdens extrusie en micro-inkapseling. Cosmetotextiel is zonder enige twijfel een technologische vooruitgang maar deze loopt ietwat vooruit op de middelen waarover de textielindustrie momenteel beschikt om: enerzijds, duidelijk de geclaimde cosmetische efficiëntie te bewijzen en anderzijds, te bewijzen dat het cosmetotextiel zonder impact en vooral zonder risico voor de huid kan gedragen worden In deze context en in afwezigheid van een reglementering en geschikte testmethoden, werd een normalisatiewerkgroep rond het thema “cosmetotextiel” opgericht. In het kader van dit onderzoeksproject heeft CENTEXBEL tot doel een kennisplatform rond cosmetotextiel bij Centexbel op te bouwen om de textielbedrijven te ondersteunen bij de ontwikkeling van nieuwe producten in dit domein. Dit zal gebeuren door het op punt stellen van wetenschappelijke testmethoden die zullen toelaten om • volgende parameters te kwantificeren en te bestuderen • het cosmetisch effect dat geclaimd wordt door het “cosmetotextiel” • de kwaliteit van het proces dat het cosmetisch actief bestanddeel op het textiel aanbrengt • de onschadelijkheid van cosmetotextiel ten opzichte van de huidsoutenir le travail de normalisation • de normalisatiewerkzaamheden te ondersteunen
1) Ontwikkeling van methoden voor de evaluatie van het cosmetisch effect Drie cosmetische effecten worden bestudeerd.
GEURVERDRIJVING De meeste “geurverdrijvende” behandelingen die op textielmaterialen worden aangebracht, hebben tot doel het wegwerken of bestrijden van geuren die ontstaan als gevolg van de afbraak van zweet door de op de huid aanwezige bacteriële flora. Om dit effect te meten, trachten wij deze geurproductie in het laboratorium te simuleren en de geurverdrijvende werking van een textielmateriaal rechtstreeks te meten. Via een literatuuronderzoek konden wij meerdere formules van kunstzweet opstellen en de op de huid aanwezige bacteriestammen selecteren die aan de basis konden liggen van diverse geuren. We selecteerden onder meer volgende stammen: Corynebacterium tenuis, xerosis, minutissimum… Micrococcus luteus, sedentarius… Staphylococcus epidermidis, Bacillus licheniformis, Brevibacterium casei, epidermidis… en onderzochten hun gedrag. De test bestaat erin een geurvrij behandeld textiel in contact te brengen met een “kunstzweet” dat voorafgaand besmet is met een bacterie dat verantwoordelijk kan zijn voor de transpiratiegeur. In dit stadium van het project wordt de vrijgekomen geur geïdentificeerd via een Snif test, in parallel met een analyse via gaschromatografie.
Illustratie van de geurverdrijvingstest: kunstzweet + textiel + bacterie Geur ?
Centexbel INFO 4-2009 p. 16
“AFGIFTE VAN EEN PARFUM”
Dosering van het actief bestanddeel
De meeste “geurende” textielmaterialen worden bekomen via inbreng van microcapsules die een parfum bevatten. De afgifte van het parfum berust op een vrij eenvoudig principe. Onder invloed van de wrijving en de druk die de kleding tijdens gebruik ondervindt, springen de microcapsules open en geven ze het parfum vrij. Textielmaterialen behandeld met microcapsules van lavendel worden momenteel bestudeerd. De test bestaat erin om via chemische weg (gaschromatografie) de afgifte van het parfum na een gecontroleerde wrijving te onderzoeken.
De dosering van het actief bestanddeel houdt een extractie uit het textielmateriaal in. Hiertoe verdient het aanbeveling methoden te gebruiken die het actief bestanddeel in een solvent kunnen oplossen. De extractiemethode hangt zowel van de aard van het cosmetotextiel als van de aard van het actief bestanddeel af. Twee situaties kunnen zich voordoen: • ofwel is de chemische stof of bereiding ingekapseld • ofwel is de actieve stof als dusdanig aangebracht In de twee gevallen wordt de extractiemethode uitgevoerd met behulp van een vloeibaar solvent waarin de actieve stof oplosbaar is; de extractierendementen moeten bepaald worden. Het type solvent moet door de leverancier van het actief bestanddeel geleverd worden. Nadien wordt de kwantitatieve analyse uitgevoerd volgens de klassieke chemische analysemethoden die op het onderzocht actief bestanddeel zijn afgestemd (GC, HPLC, enz.)
“HYDRATATIE” Cosmetotextiel verwerft in de meeste gevallen ook hydraterende eigenschappen via inbreng van het hydraterend bestanddeel in een microcapsule. De actieve bestanddelen die het meest frequent gebruikt worden, zijn van plantaardige oorsprong: Aloë vera, Jojoba olie, …. In deze context moeten methoden ontwikkeld worden die toelaten de wrijving van het textiel op de huid te simuleren en de hydratatie van de huid als gevolg van de vrijgave van het actief bestanddeel in de tijd te meten. De test bestaat erin hydraterende textielmaterialen op de huid van een panel personen aan te brengen en er het hydraterend effect van te meten met behulp van een instrument dat veel in de cosmeticasector gebruikt wordt: de corneometer.
3) Meting van de onschadelijkheid van cosmetotextiel ten opzichte van de huid In het kader van normalisatie tekenen verschillende tests ter controle van de toxiciteit van het textielmateriaal zich op verschillende niveaus af: we noteren onder meer de cytotoxiciteit, de genotoxiciteit, het irriterend en corrosief vermogen van het cosmetotextiel.
2) Evaluatie van de kwaliteit van het applicatieproces van het Evaluatie van de cytotoxiciteit van cosmetotextiel cosmetisch actief bestanddeel op het textiel Om de kwaliteit van het applicatieproces (en de wasbestendigheid) te evalueren, dient men het cosmetisch actief bestanddeel te doseren, of het nu ingekapseld is of niet, rechtstreeks op het textiel. Daarom moeten doseringsmethoden of methodologieën die deze informatie kunnen bekomen, op punt worden gesteld. De onderzochte doseringsmethodologie is de volgende:
Bepalen of controleren onder welke vorm het actief bestanddeel werd ingebracht Het actief bestanddeel kan als dusdanig op het textiel zijn aangebracht, ofwel onder de vorm van microcapsules. Een eerste stap bestaat erin de aanwezigheid van microcapsules via elektronenmicroscopie te detecteren en de capsules te kwantificeren.
De cytotoxiciteitstest werd op punt gesteld op basis van de norm ISO 10993-5 “Biologische evaluatie van medische hulpmiddelen – Deel 5: beproeving op cytotoxiciteit: in vitro methoden”, waarin we voor de extractiemethode gekozen hebben. De cytotoxiciteit wordt bepaald volgens een kwantitatieve colorimetrische methode. Zo werd gekozen voor de MTT-test die een kwantitatieve bepaling van de cellevensvatbaarheid mogelijk maakt. Het betreft een colorimetrische test, die in het algemeen beschreven wordt als een snelle en reproduceerbare test
Contact Yvette Rogister Onderzoeker 087/342445
[email protected]
Illustratie van de corneometer en de hydratatiemeting
Lavendel microcapsules op katoen
Centexbel INFO 4-2009 p. 17
Onderzoek & Ontwikkeling Optische vezels voor het monitoren van patiënten tijdens MRI scanning OFSETH – Optical Fibre Sensors Embedded into technical Textile for Healthcare Het OFSETH onderzoeksproject bestudeert de mogelijke impact van in medisch textiel geïntegreerde optische vezelsensoren tijdens een onderzoek via MRI scans (magnetic resonance imaging).
Op dit moment wordt een prototype ontwikkeld van een textielharnas met geïntegreerde sensoren die aan de ergonomische eisen van het medisch personeel voldoen en die zijn uitgerust met een volledig monitoringsysteem.
De taak van Centexbel bestond erin de optische vezels in textielstructuren te integreren. Tijdens het onderzoek werden verschillende optische detectietechnologieën onderzocht om de zuurstofopname en de ademhalingsbeweging van de patiënt te meten. In de loop van de laatste maanden werden verschillende prototypes van in textiel geïntegreerde optische detectoren ontwikkeld die aan een reeks intense testen werden onderworpen om hun prestaties te meten. De resultaten van deze “uithoudingstesten” op verschillende tienduizenden uitrekcycli waren zeer bemoedigend.
Contact Bernard Paquet Onderzoeker Tel: 087/32 24 38 Gsm: 0474/681 092 e-mail:
[email protected]
Centexbel INFO 4-2009 p. 18
Onderzoek & Ontwikkeling Slaapbewaking via intelligent textiel
V
andaag de dag weet men al te goed dat slaapstoornissen een enorme invloed op de gezondheid vertonen. Zo bijvoorbeeld lijdt 3 à 4% van de bevolking aan slaapapneu. Dit probleem kan op termijn ernstige gevolgen voor de gezondheid (onder meer hartaandoeningen) hebben. Het MONSOTEX-project heeft tot doel een systeem op punt te stellen voor slaapbewaking (op afstand), gebaseerd op intelligent textiel met verschillende ingebouwde fysiologische sensoren (elektrocardiogram, ademhaling, temperatuur…). Het gebruik van textiel biedt voordelen zoals comfort voor de patiënt, eenvoudig gebruik en redelijke kostprijs waardoor de slaapbewaking thuis kan plaatsvinden. De fysiologische sensoren worden ofwel direct in het textiel verwerkt, of bestaande sensoren worden in het textiel ingebouwd door middel van inkapsel- en schakeltechnieken die de eigenschappen van het textiel respecteren (comfort, ademende eigenschappen, duurzaamheid en wasbestendigheid...). Contact Jean Léonard In dit project werkt de Universiteit Luik als partner Onderzoeker samen met Centexbel voor de integratie van Tel: 087/32 24 34 microsystemen in het textiel. e-mail:
[email protected]
Centexbel INFO 4-2009 p. 19
Onderzoek & Ontwikkeling Intelligent textiel voor comfortbeoordeling, gezondheidsbewaking op afstand en thuisverpleging
H
et ENVI-MEDIA-project heeft tot doel een groot aantal sensoren van diverse aard (multimodale aanpak) in een textiel te integreren met het oog op twee concrete toepassingen:
1. optimalisatie van de comforttesten op werkkleding en medische kleding door de integratie van temperatuur- en vochtigheidssensoren. De comforttesten worden zowel uitgevoerd op thermische mannequins in klimaatruimten als op levende personen. De metingen worden aangevuld met infrarood thermografie.
2. gezondheidsbewaking op afstand van patiënten, thuisverpleging, telegeneeskunde medische begeleiding op afstand.
en
socio-
Voor deze toepassing zullen diverse types van fysiologische sensoren, valdetectoren evenals lokalisatiesystemen in een kledingstuk ingebouwd worden. Het ENVI-MEDIA project loopt in samenwerking met MULTITEL dat gespecialiseerd is in het ontwerp van diverse sensoren, onder meer sensoren op basis van optische vezels.
Contactez Jean Léonard Onderzoeker Tel: 087/32 24 34 e-mail:
[email protected]
Centexbel INFO 4-2009 p. 20
Onderzoek & Ontwikkeling Nanozilver voor de creatie van duurzaam antimicrobieel textiel Historisch perspectief
Nanozilver, een extra wapen in de strijd?
Het gebruik van zilver als ontsmettingsmiddel werd voor het eerst vermeld rond 1000 vC, toen bleek dat water in zilverhoudende kruiken langer drinkbaar bleef. Deze techniek werd ook toegepast tijdens de lange oorlogsexpedities van de Perzische koningen (500 vC), Alexander de Grote (335 vC) en als bewaarmiddel voor wijn en azijn tijdens lange handelsreizen van de Feniciërs. We moeten wachten tot de 16de en 19de eeuw voor het gebruik van zilver in de medische wereld doorbreekt met de aanwending van zilveren maskers en zilvernitraat om wonden na chirurgische ingrepen te beschermen. De echte doorbraak kwam er pas in 1968, toen Fox zilverzouten combineert met met sulfadiazine. Het resultaat, Flamazine® blijft tot op heden het belangrijkste ontsmettingsmiddel in de behandeling van brandwonden. Vandaar was het maar een kleine stap om zilver in wondpleisters te gaan gebruiken.
Omdat zilver in ionische vorm werkzaam is, is het oppervlak waaruit de zilverionen kunnen vrijkomen heel belangrijk. Hoe groter, hoe beter. Als men daarbij het volume zo klein mogelijk houdt, kunnen de lage actieve concentraties de materiaalkosten van zilver compenseren. Het gebruik van zilvernanodeeltjes is hierbij de logische gevolgtrekking.
Zilver, van klein naar groot De veiligheid van nanodeeltjes wordt steeds meer in vraag gesteld en uit sommige proeven blijkt dat het gebruik van zilvernanodeeltjes niet helemaal onschadelijk zou zijn voor de mens. In het collectief onderzoeksproject ‘Nanozilver’, probeert Centexbel de mist rond nanozilver op te trekken en de mogelijkheden voor het gebruik van nanozilver in textiel af te tasten. Het project wordt gesteund door het IWT en loopt nog tot 2010.
Antimicrobiële activiteit van zilver Zilver op zich is weinig actief, in tegenstelling tot zilverionen die vrijkomen in contact met water. Zelfs concentraties lager dan 100 ppm vertonen nog steeds een duidelijk effect. De ionen binden zich op de celmembraan, inactiveren belangrijke eiwitten en blokkeren het DNA. Dankzij deze drievoudige actie wordt het voor bacteriën en micro-organismen zeer moeilijk om resistent te worden. Enkel in zeer vervuilde milieus werden resistente kiemen gevonden, terwijl alle gekende stammen die resistent zijn aan multiantibiotica reageren op zilver.
Term
Contact Pieter Heyse Onderzoeker Tel: 09/243 82 54 e-mail:
[email protected]
Symbol
Diameter (nm)
Elemental; Metallic
Ag (from Latin Argentum)
0.288
The form found in silver jewellery, coins and utensils. Not found in nature as a single atom.
Ionic; Silver ion
Ag+
0.258
A single silver ion can be dissolved in water. Inonic silver is much smaller than nanosilver.
No special symbol has been adopted. May be referred to as nano-Ag
1-100
Can be suspended in water or embedded into fabrics or plastics.
1-1000
A colloid is a mixture containing particles larger than those found in a solution but small enough to remain suspended in the fluid for a long time. Only those colloids measuring between 1-100 nm satisfy most accepted definitions of "nano'.
Nanosilver Nanoparticulate silver
Colloidal
No special symbol has been adopted.
Attributes
Centexbel INFO 4-2009 p. 21
Onderzoek et Ontwikkeling Beoordeling van de weerstand tegen bacteriële doordringing van medisch textiel
C
entexbel heeft een prenormatief onder- DOELSTELLINGEN zoeksproject over textiel voor het • een kennisplatform over de beoordeling van operatiekwartier voorgesteld. Opdat de medisch textiel (en meer in het bijzonder de markt zou kunnen groeien en de Belgische bedrijven textielmaterialen voor het operatiekwartier (EN hier voordeel zouden kunnen uit halen, moet een 13795) met inbegrip van de chirurgische maskers bevredigende (dus reproduceerbare) normalisatie (EN 14683)) in Centexbel uitbouwen om de beschikbaar zijn voor alle medische textielmaterialen, Belgische textielondernemingen te begeleiden en onder meer voor textiel dat in het operatiekwartier bij de ontwikkeling van nieuwe producten in dit gebruikt wordt en aan een Europese regelgeving domein, en hen een volledig dienstenpakket voor onderworpen is. de evaluatie van hun hospitaalproducten aan te bieden. Textielmaterialen voor het operatiekwartier worden beschouwd als medische hulpmiddelen en moeten • de verworven kennis doorgeven om de werkzaamheden van de normalisatiegroep in beantwoorden aan bepaalde eisen (EN 13795) wat het kader van de herziening van de ISO 22610 CE-markering betreft. methode te steunen. Binnen de testmethoden voor deze textielmaterialen wordt de ISO 22610 methode ter beoordeling van de weerstand tegen bacteriële doordringing ONDERZOEKSTAKEN via vochtigheid sterk in vraag gesteld en • de testmethode voor de evaluatie van de weerstand tegen bacteriële doordringing via momenteel herzien omwille van het gebrek aan vochtigheid – ISO 22610 (ISO/TC94/SC13/ reproduceerbaarheid en betrouwbaarheid. Deze WG3) herzien om ze reproduceerbaarder en problematiek wordt op Europese schaal erkend en betrouwbaarder te maken een normalisatiegroep ISO/TC94/SC13/WG3 werd opgericht om deze methode te herzien en om ze • beoordelingstesten voor chirurgische maskers indien nodig te wijzigen. EN 14683 (TC205/WG14/PG1) uitwerken om in Europa ervaring te verwerven en voor Wat de chirurgische maskers betreft werd een norm de vage punten, een herziening van de norm EN 14683 gepubliceerd maar geen enkel Europees bewerkstelligen laboratorium is in staat om de prestaties van de maskers volgens de vereiste methoden te beoordelen. • vergaderingen organiseren en resultaten binnen de normalisatiecomités en de deelnemende Deze norm is op Amerikaanse normen geïnspireerd ondernemingen verspreiden. maar blijft zeer vaag, omwille van het gebrek aan ervaring met de voorgestelde methoden in Europa. Contact Marc Gochel Market manager “Gezondheid, Veiligheid & Bescherming” Tel: +87/32 24 49 Gsm: 0477/655 377 e-mail:
[email protected]
Centexbel INFO 4-2009 p. 22
Opmerkelijke resultaten FIGELCEL: textiel-hydrogel composiet zorgt voor mooi gebit
F
igelcel : textiel-hydrogel composiet voor • botinducerende factoren zoals de BMP’s (“Bone botreconstructie in de tandheelkunde morphogenetic proteins”)
• autogene beenmergcellen gecombineerd met de
Wetenschappelijke onderbouw van het project
toevoeging van een matrix.
Doelstellingen van het FIGELCEL-project
Botreconstructie in mondaandoeningen is een uiterst frequente klinische behoefte, voornamelijk Ons onderzoeksproject heeft tot doel een composiet in de parodontologie. In dit domein wordt er in de textiel-hydrogel biomateriaal te optimaliseren. Dit zal samengesteld zijn uit een hydrogel membraan volgende situaties een beroep op gedaan: • de behandeling van parodontitis, dat zich versterkt door een textielmateriaal (breisel) dat combineerbaar is met een macroporeus hydrogel kenmerkt door een afbraak van infectieuze en voor de opvulling. inflammatoire oorsprong van de weefsels die de tanden ondersteunen, met inbegrip van het Dit nieuw biologisch afbreekbaar biomateriaal zal ook zijn belang hebben als botinducerende matrix. tandkasbot (figuur 1a)
• het verlies van één of meerdere tanden als gevolg Wegens het gunstig verloop van het project voorzien van een infectie of trauma: om de tanden te vervangen worden steeds vaker tandimplantaten (kunstmatige tandwortels) geplaatst. De prognose van deze techniek is uitstekend indien de kwantiteit en de kwaliteit van het tandkasbot waarin de implantaten geplaatst worden, goed zijn (figuur 1b). Als de tanden echter uitvallen, is dit meestal omdat het steunbot in gebreke blijft.
Om deze weefselproblemen te verhelpen, worden meerdere strategieën toegepast of momenteel nog onderzocht:
we twee octrooien te kunnen nemen.
Contact Marc Gochel Market manager “Gezondheid, Veiligheid & Bescherming” Tel: +87/32 24 49 Gsm: 0477/655 377 e-mail:
[email protected]
• een matrix bestemd om de te behandelen botleemte op te vullen: deze matrix is ofwel inert (bijvoorbeeld eiwitvrij runderbot, ofwel autoloog, intra- of extraoraal afgenomen bot
• een obliteratiemembraan dat de invasie van de
beschadigde botzone door het tandvleesepitheel en het bindweefsel verhindert
figuur 1a
figuur 1b
Centexbel INFO 4-2009 p. 23
Opmerkelijke resultaten Textielimplantaten herstellen en/of vervangen organen en weefsels
B
iomedische implantaten worden gebruikt voor het herstel of de vervanging van beschadigde weefsels of organen. Aangezien transplantatie vaak om verschillende redenen niet mogelijk is. Het is belangrijk dat een biomedisch textielmateriaal de functie uitvoert waarvoor het ontworpen en aangewend wordt. Bijvoorbeeld, hechtingsdraad is vaak samengesteld uit een biodegradeerbaar materiaal, terwijl een kunstmatig ligament permanent moet zijn en met bloedcellen en het omliggende weefsel moet kunnen reageren. Een implanteerbaar apparaat moet eerst en vooral biocompatibel zijn en de invloed van het medisch textiel op de ‘gastheer’ moet steeds gecontroleerd worden. Enkele andere vereisten waaraan een textielimplantaat moet voldoen zijn:
Porositeit:
deze bepaalt de snelheid waarmee weefsel zal groeien en het implantaat zal inkapselen.
Vezeldiameter: kleine cirkelvormige vezels worden
beter ingekapseld door menselijk weefsel dan grotere vezels met onregelmatige doorsneden.
Niet-toxisch:
vezelpolymeren of de productietechnieken mogen niet-toxisch zijn en de vezels moeten vrij zijn van contaminatie.
Biodegradeerbaarheid en bio-stabiliteit: afhankelijk
van de toepassing. Bij de keuze van de geschikte productietechniek voor de implantaten spelen bijvoorbeeld ook de elasticiteit en de sterkte van de volledige structuur een grote rol.
Onlangs onderzocht Centexbel in het kader van een GTA-onderzoek in samenwerking met een bedrijf het gebruik van textielimplantaten voor het herstel van een beschadigde of verwijderde tussenwervel bij herniapatiënten. Voor deze toepassing die gericht is op een langdurig gebruik zijn de mechanische sterkte en de fixatie van zeer groot belang. Polipropyleen komt door zijn laag risico op infectie en allergie in aanmerking als een geschikt materiaal. Centexbel heeft het bedrijf ondersteuning verleend op het vlak van materiaalkeuze, ontwerp van de geschikte vorm en de uitwerking en realisatie van gebreide proefstukken. Contactez Mark Croes Technologisch adviseur tel: 087/322450 gsm: 0474/681093 e-mail:
[email protected]
uw partner in textiel
CENTEXBEL GENT Technologiepark 7 BE-9052 Zwijnaarde (Gent) Tel. +32 9 220 41 51 Fax +32 9 220 49 55 e-mail
[email protected]
www.centexbel.be
CENTEXBEL VERVIERS Avenue du Parc 38 BE-4650 Herve (Chaineux) Tél. +32 87 32 24 30 Fax +32 87 34 05 18 e-mail
[email protected]