patiënteninformatie
i
Spoedgevallendienst
Hersenschudding
GezondheidsZorg met een Ziel
Inhoud Voorwoord...........................................................................................................5 1. 2. 3. 4. 5.
Wat is een hersenschudding..........................................................................6 Welke verschijnselen kunnen optreden?........................................................6 Wat kan ik als familie of begeleider doen?......................................................9 Wat kan ik als patiënt doen?.........................................................................10 Wanneer contacteert u onmiddellijk de huisarts of de dienst spoedgevallen?.................................................................................10
3
4
Geachte heer Geachte mevrouw Een hersenschudding (commotio cerebri) is een lichte vorm van een hersenletsel met een kort verlies van hersenfuncties. Oorzaken zijn een klap op het hoofd, een val of ander geweld op de schedel. Deze brochure geeft een antwoord op de meest gestelde vragen over een hersenschudding. Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen, aarzel dan niet de dienst Spoedgevallen te contacteren. We zullen u graag te woord staan. De verpleegkundigen en artsen dienst Spoedgevallen campus Maria Middelares: tel. 09 260 70 04 campus Sint-Jozef: tel. 09 260 37 30
5
1
Wat is een hersenschudding?
Een hersenschudding (commotio cerebri) is een lichte vorm van een hersenletsel met een kort verlies van hersenfuncties. Oorzaken zijn een klap op het hoofd, een val, of ander geweld op de schedel. De schedel en het hersenvocht beschermen de hersenen, maar bij een harde klap op het hoofd kan toch een hersenschudding worden veroorzaakt. Men spreekt van een hersenschudding als een eventuele bewusteloosheid niet langer duurt dan tien minuten en/of een geheugenstoornis niet langer dan een uur.
2
Welke verschijnselen kunnen optreden?
Na de val of de klap op het hoofd kan er een kortdurende bewusteloosheid optreden, maar dit is zeker niet steeds het geval. Na deze bewusteloosheid treedt het bewustzijn bij een ernstige hersenschudding terug in een aantal fasen. Een eerste fase is een toestand van half-bewustzijn, waarbij de patiënt zich nog niet bewust is van zijn omgeving. Een volgende fase is een periode van onrust en verwarring. Nadien volgt een fase waarin de patiënt weer vragen kan beantwoorden, zij het nog op automatische wijze. Kort na deze fasen is het bewustzijn weer helder. Na een hersenschudding kan de patiënt last hebben van: Hoofdpijn Hoofdpijn is de meest voorkomende klacht en verdwijnt meestal vanzelf na een paar dagen of weken. Bij vermoeidheid en stress kan de hoofdpijn toenemen. Slapen, even pauzeren of rusten kan de hoofdpijn verminderen. Contacteer de huisarts als de hoofdpijn niet vermindert of erger wordt. Misselijkheid en/of braakneigingen Misselijkheid, braakneigingen of braken zijn veel voorkomende verschijnselen. Geheugenstoornissen De patiënt herinnert zich vaak niet wat er precies gebeurd is. Hij heeft als het ware een ‘gat’ in zijn geheugen van kort voor hij bewusteloos raakte tot enige tijd erna. Door het hoofdtrauma zijn de gebeurtenissen rondom het ongeval niet goed in zijn geheugen vastgelegd. Waarschijnlijk zal hij zich deze periode nooit meer goed herinneren, wat geen reden tot ongerustheid is. 6
Duizeligheid De patiënt kan zich duizelig voelen en merken dat de dingen om zich heen draaien wanneer hij zijn hoofd snel beweegt of wanneer hij snel overeind komt. Deze duizeligheid gaan vanzelf over na enkele dagen. Contacteer de huisarts wanneer de duizeligheid langer duurt dan twee weken. Om de duizeligheid zoveel mogelijk te beperken vermijdt de patiënt plotselinge bewegingen of plotse veranderingen van houding. Vermoeidheid, sufheid Zelfs een kleine inspanning kan erg vermoeiend zijn. De patiënt heeft meer slaap nodig dan normaal. Concentratieproblemen Door de vermoeidheid zijn concentratieproblemen mogelijk. De patiënt neemt daarom best geregeld een pauze tijdens activiteiten waarbij hij zich moet concentreren. Zaken die zijn volledige aandacht vereisen of belangrijke zaken stelt hij beter uit. Vergeetachtigheid Vaak is het moeilijker om zaken te onthouden in de periode kort na de hersenschudding, zoals een telefoonnummer of een naam. Hierover hoeft u zich geen zorgen te maken. Deze vergeetachtigheid verdwijnt spontaan na enige tijd. Veel noteren kan hulp bieden. Onhandigheid Het is mogelijk dat de patiënt vaker tegen iets aan loopt, dat hij soms wankel op de benen staat of dat hij meer laat vallen. Dit verschijnsel is niet abnormaal. De hersenen moeten immers alle signalen die binnenkomen verwerken om de juiste prikkels naar de juiste spieren te kunnen sturen. Na een hersenschudding kan deze controlefunctie van de hersenen tijdelijk iets minder goed functioneren. Alles rustiger aandoen en de patiënt een beetje meer tijd gunnen kan hierbij helpen. Traagheid Na een hersenschudding is het mogelijk dat de patiënt een beetje trager denkt dan normaal en dat hij moeite heeft om gesprekken te volgen. Het duurt doorgaans langer alvorens hij een taak afgewerkt. Probeer hiervoor drukke situaties te vermijden waarin hij snel taken moet uitvoeren. Tracht hem extra tijd te geven om taken af te werken.
7
Prikkelbaarheid Sommige patiënten zijn sneller geïrriteerd, prikkelbaar en kunnen hun emoties moeilijker onder controle houden. Deze verhoogde prikkelbaarheid kan lastig zijn voor de patiënt en zijn omgeving. Om deze emotionele toestanden zoveel te voorkomen, vermijdt de patiënt situaties die hem irriteren en probeert hij zich te ontspannen of zoekt afleiding. Omdat de prikkelbaarheid toeneemt met vermoeidheid is het belangrijk voldoende rust in te lassen. Gevoeligheid voor geluid Sommige patiënten horen geluiden die ze normaal niet opmerken. Dit kan erg storend zijn. In normale omstandigheden zorgen de hersenen er voor dat deze omgevingsgeluiden niet worden opgemerkt of storen. Maar na een hersenschudding kan deze functie tijdelijk minder goed werken. In dit geval licht de patiënt best zijn familie en vrienden hierover in zodat zij hiermee rekening kunnen houden. Problemen met zien Het is mogelijk dat het zicht van de patiënt wazig is en dat hij moeite heeft om zijn blik ergens op te richten. Dit kan een gevolg zijn van een probleem in de hersenen bij het afstemmen van beelden uit beide ogen. Ook overgevoeligheid voor fel licht kan voorkomen, maar gaat meestal snel voorbij. Deze verschijnselen of klachten zijn normaal gedurende de eerste dagen na het ongeval en verdwijnen vanzelf. Concentratiestoornissen en overgevoeligheid voor licht kunnen drie tot zes weken aanhouden. De kans op complicaties na een lichte hersenschudding is erg klein. Als echter het bewustzijn vermindert, kan dit ernstig zijn en moet dit vaak meteen behandeld worden. Daarom is het zeer belangrijk de patiënt thuis in het oog te houden.
8
3
Wat kan ik als familie of begeleider doen?
Het is belangrijk om tijdens de eerste 24 uur na het ongeval, op regelmatige tijdstippen het bewustzijn van de patiënt met de hersenschudding zorgvuldig te controleren. De persoon die de controle uitvoert mag geen alcohol drinken of slaapmiddelen gebruiken, of onder invloed zijn hiervan. Het bewustzijn moet elk uur gecontroleerd worden, ook als de persoon met hersenschudding gaat slapen. De patiënt moet gewekt worden, moet elke keer onmiddellijk goed aanspreekbaar zijn en antwoord kunnen geven op eenvoudige vragen zoals ‘welke dag is het vandaag?’, ‘welke maand, welk jaar?’, ‘hoe heet je?’,… Naast het bewustzijn kan ook de grootte en de gelijkheid van de pupillen gecontroleerd worden. Wekadvies bij kinderen Het bewustzijn bij baby’s controleren gebeurt door hen te laten drinken en te controleren of het kind reageert zoals het gewend is. Het is belangrijk dat het kind zich niet verslikt. Een andere methode is controle van de reactie bij het wegnemen van de speen. Wanneer het niet lukt om het kind te wekken, wrijf dan krachtig onder de voeten. Het kind zal dit onaangenaam vinden en huilen wanneer het kind alert is. Bij peuters en kleuters controleert men na het wekken of het kind suf is. Dit kan men zien aan de manier waarop het kind loopt. Wanneer het kind boos reageert of huilt bij het verstoren van de slaap, wijst dit erop dat het kind alert is. Wanneer het kind op eenvoudige vragen kan antwoorden, is het kind alert. Wanneer het moeilijk is om het kind wakker te maken, knijp dan in een nagel of oorlel. In normale omstandigheden vindt het kind dit niet aangenaam en zal huilen. Oudere kinderen (tot 12 jaar) kan men eenvoudige vragen stellen, zoals “hoe heet je”, “wie ben ik” of “hoe heet je knuffel?”. Het juiste antwoord op zo’n vraag geeft u dan aan dat het kind alert is. Wanneer het moeilijk is om het kind wakker te maken, knijp dan in een nagel of oorlel. In normale omstandigheden vindt het kind dit niet aangenaam en zal huilen of “au” zeggen.
9
4 • • • • • •
5 • • • • • • • •
10
Wat kan ik als patiënt doen? Gebruik geen alcohol, kalmerende middelen of slaapmiddelen. Neem geen aspirine bij hoofdpijn. Een volwassen persoon mag wel paracetamol nemen (maximaal 4 gram per 24 uur. Als u misselijk bent, mag u enkel een beetje drinken. Probeer pas te eten wanneer u zich beter voelt. Eet dan licht verteerbaar voedsel zoals bouillon, beschui of thee. Doe het de eerste dagen rustig aan. Het is niet nodig om een hele dag in bed te blijven, maar rust voldoende uit. Start pas met autorijden als u zeker weet dat uw concentratie voldoende is, u snel genoeg kunt reageren op onverwachte situaties en u afstanden goed in kunt schatten. Sporten: breng uzelf niet in situaties waarbij u opnieuw een klap tegen het hoofd kunt krijgen. Vermijd activiteiten als voetbal en skateboarden tot u bent hersteld. Sommige sportverenigingen hebben hiervoor richtlijnen. Vraag raad uw club om advies.
Wanneer contacteert u onmiddellijk de huisarts of de dienst spoedgevallen? De persoon met hersenschudding is moeilijker wekbaar. Bij een toename van misselijkheid of braken. Bij tekenen van een epileptische aanval (schokken, beven). Bij bloed of waterige afscheiding uit de neus of het oor. Bij ernstig toenemende hoofdpijn. Bij ongelijkheid van de grootte van de pupillen. Bij zwakte of gevoelsverlies in een arm of been. Bij dubbelzien.
Juli 2010 - 1080
AZ Maria Middelares vzw en haar artsen hebben deze brochure met de grootste zorg opgemaakt. Mocht deze brochure drukfouten, vergissingen, tekortkomingen of onvolledigheden bevatten dan zijn AZ Maria Middelares, haar personeel en haar artsen hiervoor niet aansprakelijk.
Tel. 09 260 60 60 - www.azmmsj.be -
[email protected] campus Maria Middelares: Kortrijksesteenweg 1026 - 9000 Gent campus Sint-Jozef: Kliniekstraat 27 - 9050 Gentbrugge