FYSIOTHERAPIE
Revalidatieprogramma voor COPD-patiënten
ADVIES
Revalidatieprogramma voor COPD-patiënten Bij patiënten met een longaandoening is vaak meer aan de hand dan alleen een longziekte. De aandoening beïnvloedt uw lichamelijke en psychische welzijn. Om ervoor te zorgen dat u weer beter kunt functioneren, is er een revalidatieprogramma ontwikkeld. Uw longarts is degene die u een verwijzing geeft voor het revalidatieprogramma. • • • •
De onderdelen van het revalidatieprogramma Het revalidatieprogramma bestaat uit de volgende onderdelen: • verbetering van conditie en spierfunctie; • aandacht voor uw psychosociale situatie; • gebruik van medicatie; • zo nodig: aanpassing van uw voeding; • als u rookt: stoppen met roken.
de diëtist; de longverpleegkundige ; de ergotherapeut; de psycholoog.
Afhankelijk van uw situatie krijgt u begeleiding van één of meer personen van dit behandelteam. Verderop leest u meer over de leden van het behandelteam, en wat ze voor u kunnen betekenen.
Wie helpen u bij de longrevalidatie? Als u na het lezen van de folder nog vragen hebt, kunt u altijd terecht bij één van de leden van het behandelteam.
Wij begeleiden u zo goed mogelijk op alle bovengenoemde gebieden. Daarom zijn er deskundigen van verschillende disciplines bij uw longrevalidatie betrokken. Dat zijn: • de longarts; • de longfunctieassistent ; • de fysiotherapeut;
1
Longarts
In een trainingsprogramma kunnen bijvoorbeeld de volgende onderwerpen aan bod komen: • verbetering van het uithoudingsvermogen; • kracht; • coördinatie; • mogelijkheid tot ontspannin; • ademhalings- en hoesttechnieken; • als de spierkracht van de ademhalingsspieren onvoldoende is, kan er bijvoorbeeld ook een specifieke ademspiertraining nodig zijn.
Voordat u met het revalidatieprogramma begint, brengt de longarts uw beginsituatie in kaart door een uitgebreid onderzoek.
Longfunctieassistent De longfunctieassistent meet onder andere uw longfunctie, de kracht van uw ademhalingsspieren en de vetvrije massa. Eventueel krijgt u ook een inspanningsonderzoek. Over deze verschillende onderzoeken kunt u op de polikliniek Longziekten en op de afdeling Longfunctie folders krijgen. Vraag daar gerust naar.
Tijdens het revalidatieprogramma overlegt uw behandelteam regelmatig, zodat het programma zo nodig kan worden aangepast.
Fysiotherapeut
De revalidatieperiode duurt minimaal drie maanden en u traint twee- tot driemaal per week. De begeleiding van de training gebeurt individueel of in groepsverband.
De fysiotherapeut doet een intake, meet uw spierkracht en laat u een looptest doen. Aan de hand van de resultaten van deze onderzoeken bekijken we welke disciplines we het beste bij uw revalidatieprogramma kunnen betrekken.
Na de revalidatieperiode Om behaalde verbeteringen te behouden is het noodzakelijk dat u in één of andere vorm blijft trainen. Wij kijken samen met u waar en hoe u dit het beste kunt doen. Sommige patiënten krijgen het advies om éénmaal per week in een nazorggroep van het St. Antonius Ziekenhuis te blijven trainen.
Afhankelijk van de resultaten van alle onderzoeken stelt de fysiotherapeut een trainingsprogramma voor u samen. De precieze inhoud van het trainingsprogramma is voor iedereen anders.
Voor het oefenen hoeft u geen speciale sportkleding aan te schaffen. Het is wel belangrijk dat u makkelijk zittende kleding draagt, waarin u zich goed kunt bewegen. Uw programma is afgestemd op uw situatie en uw mogelijkheden.
2
Diëtist
Longverpleegkundige
De diëtist geeft u informatie over de relatie tussen voeding en COPD. U komt meer te weten over uw eigen voedingstoestand en het belang van voedingsstoffen voor de opbouw van spieren en andere weefsels.
Uw longaandoening kan emotionele, relationele en praktische problemen met zich meebrengen, niet alleen voor u, maar ook voor de mensen om u heen. Zo kan uw kortademigheid en het gevoel ‘invalide’ te zijn, uw stemming beïnvloeden.
De diëtist stelt een voedingsplan met u op dat bij uw persoonlijke omstandigheden past. Daarna gaat u onder begeleiding van de diëtist uitproberen hoe u dit voedingsplan het beste in uw dagelijks leven kunt inbouwen. De diëtist maakt hiervoor een aantal poliklinische afspraken met u.
Als daar behoefte aan is, kan de longverpleegkundige u en (eventueel) uw naasten begeleiden bij het zo goed mogelijk leren omgaan met uw ziekte en de beperkingen die daaruit voortvloeien. In de regel verwijst de longarts u door naar de longverpleegkundige. Maar u kunt ook op eigen initiatief contact opnemen met de polikliniekassistente van de poli Longgeneeskunde om een afspraak met de longverpleegkundige te maken.
Goede voedingstoestand Een goede lichamelijke conditie is voor patiënten met longemfyseem of chronische bronchitis heel belangrijk. Uw voedingstoestand speelt daarbij een grote rol. Ongewenst gewichtsverlies komt vaak bij longpatiënten voor, ook als ze normaal eten. Als u een longziekte hebt, verbruikt u extra veel energie. U breekt dan niet alleen vetweefsel af, maar ook spiermassa. Daardoor vermindert uw spierkracht, ook van uw ademhalingsspieren.
Aanvullende informatie De longverpleegkundige geeft u, in aansluiting op de voorlichting door de longarts, informatie over wat de longaandoening voor u kan betekenen. Zo leert u uw eigen mogelijkheden en beperkingen beter begrijpen, en zult u de nodige leefregels makkelijker kunnen naleven.
Als u te veel gewicht verliest, kan dit bovendien de werking van uw immuunsysteem beïnvloeden. Uw weerstand neemt af. Dit betekent dat u gemakkelijker vatbaar bent voor andere ziekten en/of infecties. Goede voeding is dus van groot belang om in conditie te komen en te blijven!
Signaleren en oplossen van problemen De longverpleegkundige bekijkt samen met u of er problemen zijn en hoe ze aangepakt kunnen worden. Soms kunnen eenvoudige oplossingen al voldoende zijn om uw leven aangenamer te maken.
3
Ergotherapeut
Medicijnen en hulpmiddelen De meeste mensen met een longziekte gebruiken verschillende soorten inhalatiemedicijnen. De verpleegkundige zoekt samen met u naar een zo geschikt mogelijk apparaat om de medicijnen mee te inhaleren. Zij legt uit hoe u de medicatie correct gebruikt. De longverpleegkundige kan u bovendien informeren en adviseren bij het aanvragen van hulpmiddelen en apparaten, zoals zuurstof thuis en vernevelapparatuur. Zij begeleidt u bij het juiste gebruik van deze apparatuur.
Misschien hebt u al enige tijd problemen met uw dagelijkse bezigheden. Kortademigheid en toenemende vermoeidheid belemmeren u om actief en zelfstandig te blijven. De ergotherapeut helpt u zo onafhankelijk mogelijk te functioneren op allerlei gebieden, zoals lichaamsverzorging, mobiliteit, huishoudelijk werk en recreatieve activiteiten. Onder begeleiding van de ergotherapeut oefent u de activiteiten waar u problemen mee hebt, zodat u die weer zelfstandig(er) kunt uitvoeren.
Stoppen met roken
De ergotherapeut inventariseert samen met u welke problemen u hebt. Wat zijn precies de problemen, wat zijn de oorzaken en wat zijn de mogelijke oplossingen?
Om verergering van uw COPD te voorkomen, is stoppen met roken noodzakelijk! De longverpleegkundige biedt u in een apart spreekuur ‘stoppen met roken’ ondersteuning. In een eerste gesprek wordt uw rookgedrag in kaart gebracht. Daarna krijgt u een persoonlijk advies. U kunt een jaar lang begeleiding krijgen bij het stoppen met roken. In het begin zijn de contacten intensief, later worden ze langzaam afgebouwd.
De ergotherapeut legt u uit hoe u uw ademhaling beter kunt beheersen bij de inspanningen van alledag en hoe u uw inspanningen minder vermoeiend kunt maken. De ergotherapeut kan u ook adviseren over zaken als: • het omgaan met uw beperkingen; • het aanpassen van uw woonomgeving; • het kiezen en leren gebruiken van hulpmiddelen en voorzieningen.
Roken is de belangrijkste oorzaak van COPD. Stoppen met roken is belangrijk, ook als u al jaren rookt!
De longarts kan u naar de ergotherapeut verwijzen. U kunt telefonisch contact opnemen met de ergotherapeut. Het is ook mogelijk dat de ergotherapeut u thuis bezoekt.
4
Psycholoog Uit onderzoek blijkt dat bij patiënten met COPD meer angst- en stemmingsklachten voorkomen dan bij andere mensen. Deze klachten kunnen het beloop van de ziekte negatief beïnvloeden. Daarom vragen we u om aan het begin en aan het einde van het revalidatieprogramma een psychologische vragenlijst in te vullen. De psycholoog van het behandelteam bekijkt uw vragenlijst en bespreekt de resultaten in het team. Als de vragenlijst aangeeft dat u last hebt van angst- en stemmingsklachten, zal de longarts dat in een volgend bezoek met u bespreken. Hebt u bepaalde problemen met uw ziekte die u niet zelf of met anderen in uw omgeving kunt oplossen (bijvoorbeeld omdat u angstig of somber bent)? Dan kan de longarts u hulp van onze psycholoog aanbieden. U kunt ook altijd zelf een gesprek met een psycholoog van ons team aanvragen
Praktische informatie Astma Fonds Advieslijn 0800 - 227 25 96
Nog vragen? Hebt u vragen? Bel ons dan gerust. U vindt het telefoonnummer in het grijze kader hiernaast.
5
St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00 E
[email protected] www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp 088 - 320 33 00 Longgeneeskunde 088 - 320 14 00
Fysiotherapie 088 - 320 77 50 Ergotherapie 088 - 320 77 10 Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern
6
Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
FYS 86/09-’10
Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis