INLElDING De rapport age die voor u ligt is een bundeling van vier inventarisaties die in 1984 bij de volgende bedrijven zijn gemaakt: ODA, fabrikant van Stalen Meubelen, te St. Oedenrode Robert Bosch, fabrikant van verpakkingsmachines te Weert Inalfa, fabrikant van produkten uit plaat en bandmateriaal te Venray Grasso Stacon, fabrikant van compressoren voor industri~le koeling te 's Hertogenbosch
Achtergrond van het onderzoek Deze vier inventarisaties hebben plaatsgevonden in het kader van een onderzoek naar de toepassing van classificatiesystemen in 15 metaalverwerkende bedrijven uit de regio. Het onderzQek wordt uitgevoerd door ondergetekenden en vindt plaats vanuit de vakgroep Technische Produktiesystemen van de afdeling Bedrijfskunde aan de TH Eindhoven. Uiteindelijk doel van het onderzoek is om te komen tot een verbeterde aanpak van de overdracht van technische informatie tussen de drie "pijlers" van een bedrijf: produktontwikkeling, procesontwikkeling en fabrikage (voorbereiding). Zie het schema in onderstaande figuur.
fUNKltfSPt:CIFtCATIES
PROOUKT-
MARKT
ONTWIKKEUNG PRODUtll
PAOOUKT.UhOOUf to!
FA8AlKAGf
tNSTRUKTtfS
MAli IUAAl
MARKT
Fig. 1. Overdracht van technische informatie.
Wij Zl.JIl ervan overtuigd dat in de komende tien jaar, met name door de invoering van de computer (CAD/CAM), het technische communicatiepatroon in de bedrijven zeer sterk zal veranderen. Een van de hulpmiddelen die men hierbij nodig zal hebben is "classificatie". Onder classificatie verstaan we hier: "het ordenen van gegevens op een zodanige manier dat er overzicht ontstaat, -
1 -
waardoor de in het bedrijf aanwezige kennis en ervaring toegankelijk wordt" Zo is er binnen een ontwerpafdeling en binnen een afdeling werkvoorbereiding vooral behoefte aan de classificatie van produkten (geometrische kenmerken) en bewerkingen (fabrikage kenmerken). Classificatiesystemen kunnen dan bijv. de volgende toepassingen hebben: zoeken naar geschikte bestaande produkten om (delen ervan) te kunnen overnemen bijeen zoeken van gelijkwaardige produkten om te kunnen standaardiseren zoeken naar vergelijkbare produkten voor wat betreft fabrikage instrukties.
Aanpak van de inventarisatie Het doel van deze inventarisatie is het vastleggen van de bestaande situatie bij de bedrijven die aan het onderzoek deelnemen. Sinds wij in september 1983 met het onderzoek zijn begonnen, z1Jn er vier bedrijven geInventariseerd en weI ODA, Inalfa, Robert Bosch en Grasso. De inventarisatie in het eerste bedijf, ODA, is uitgevoerd door ir. F. Smulders. Het tweede bedrijf, Inalfa, is geInventariseerd door R. Pans, in het kader van een studentassistentschap. Grasso en Robert Bosch zijn ge!nventariseerd door resp. J. Ronckers en E. de Lange, in de vorm van een stage van 6 weken bij de betreffende bedrijven. Hulprniddel bij de inventarisaties, waren de vragenlijsten, die door de bedrijven al eerder (januari 1984) waren ingevuld. De vragenlijsten zijn opgenomen als bijlage. AIle vier verslagen zijn min of meer identiek van opbouw. Er wordt eerst een overzicht gegeven van de classificatie- en coderingssystemen die door het bedrijf worden gebruikt. Vervolgens wordt een beeld geschetst van de afdelingen die van de systemen gebruik maken. Dit zijn met name de constructieafdeling en de werkvoorbereiding. Door gebrek aan mankracht zijn wij nag niet in staat geweest het betreffende materiaal te analyseren, zodat wij u in dit stadium uitsluitend de originele rapporten kunnen aanbieden. De deelnemende bedrijven kunnen zodoende zelf een beeld vormen van de aanpak van de andere bedrijven en hun eigen aanpak daarmee vergelijken. Het is de bedoeling dat in de komende tijd nog meer van deze inventarisaties zullen worden uitgevoerd. Wij danken ODA, Robert Bosch, Inalfa en Grasso voor hun toestemrning onderzoekmateriaal naar buiten te mogen brengen.
Dr. ir. H.H. oktober 1984
ir.
van Mal
- 2 -
F.
Smulders
om
het
INVENTARISATIE CLASSIFICATIESYSTEMEN Rapport nr. 1 ODA, ST. OEDENRODE
Auteur: Ir. F. Smulders
INHOUDSOPGAVE
Blz.
1.
1 1 2
2.
Goderingssysteem ODA 1. 1 Algemeen 1.2 Voorbeelden van codenummers 1.3 Nadere uitleg van de begrippen hoofdgroep en subgroep 1.4 Gebruiksmogelijkheden van het coderingssysteem 1.5 Glassificatie van universele gereedschappen Beschrijving van de afdelingen 2.1 Inleiding 2.2 Ret constructiebureau 2.3 Rulpmiddelen voor het constructiebureau 2.4 Produktiemiddelen ontwerp 2.5 Rulpmiddelen produktiemiddelen ontwerp 2.6 Ret GNG programmeren 2.7 Rulpmiddelen CNG programmeur 2.8 Technische ondersteuning 2.9 Rulpmiddelen technische ondersteuning 2.10 Ret bepalen van de produktiemethode van een halffabrikaat (voorbeeld)
Bijlage 1 Godering voor tekeningen van halffabrikaten en halfprodukten Bijlage 2 Codering voor tekeningen van gereedschappen
3 5 9 11
13 14 15 15 17 18 18 19
22
i·
HOOFDSTUK 1 CODERINGSSYSTEEM ODA
1.1
ALGEMEEN
Binnen de ontwerp- en fabricageafdelingen wordt een code ring toegepast die bestaat uit 9 of 10 cijfers. De eerste twee cijfers van een codenummer geven de hoofdgroep aan. Zo ontstaat de volgende indeling (zie figuur 1): "10" "11" "12" "15" "17" "60"
nummers nummers nummers nummers nummers nummers
gereedschappen grondstoffen haiffabrikaten magazijndelen halfprodukten eindprodukten
Het coderingssysteem is sinds 1965 in gebruik en wordt toegepast op aIle tekeningen en stuklijsten binnen het bedrijf. In het navolgende wordt aIleen de codering besproken van hetgeen door aDA zelf wordt ontworpen en gefabriceerd. Dit zijn de gereedschappen, halffabrikaten, halfprodukten en eindprodukten.
I gereedschappen 10 nuunners
grondstoffen II nummers
I
r---------
knippen persen zetten
halffabrikaten 12 nummers
'-
gereedschappen 10 nurnmers
lassen I ..1------ finishing------
magazijn-delen 15 nummers
'--------,
magazijn-delen 15 nummers
montage
Fig. 1. Globaal overzicht -
1 -
oodenUlIlIErS
1.2
VOORBEELDEN VAN CODENUMMERS.
Gereedschappen "10" nummers: Deze tekeningnummers beginnen met een 10, gevolgd door 8 cijfers in groepjes van twee, twee en vier ciJfers. 1 0
1 1
I
o
1 0
3 2 9
gereedschap meubelhoofdgroep soort gereedschap volgnummer Betekenis van dit codenummer: "Dit is een gereedschap be~temd,.V:,oor buroos (= II), het is een snijstempel (kopklapper) met hoeken en kanten, het volgnummer is 329". Halffabrikaten "12 nummers" Dit tekeningnummer begint met een 12, gevolgd door acht cijfers in van twee, twee, drie en een cijfer.
1 2
1 7
1 0
067
groepjes
1
1
halffabrikaat meubelhoofdgroep subgroep volgnummer "puntnummer" Betekenis van dit codenummer: "Dit is een halffabrikaat, bestemd voor tafels (=10), het is een (=17), die al gezet is (=1), het volgnummer is 67".
onderregel
Halfprodukten "17 nummers" Deze tekeningnummers beginnen met een 17, groepjes van twee, twee en vier cijfers.
gevolgd
Voorbeeld: 1 7
1 0
I
4 1
o0
2 9
hllfProdukt meubelhoofdgroep subgroep volgnummer
- 2 -
door
acht
cijfers,
in
Betekenis van dit eodenummer: "Oit is een halfprodukt, bestemd voor tafels (=10), het is (=41), dat gereed is voor afmontage, het voignummer is 29".
een
faeetraam
Eindprodukten "60 nummers" Deze tekeningnummers beginnen met een 60, gevolgd door vier eijfers voor meubelsoort.
de
voorbeeld:
6t
1 S 4 9
eindprodukt meubelsoort Betekenis van dit eodenummer: "Oit is een eindprodukt, en weI een faeet tafel 1800 x 900".
1.3
NADERE UITLEG VAN OE BEGRIPPEN HOOFDGROEP EN SUBGROEP.
In het algemeen kan men zeggen dat een tekeningnummer van een halffabrikaat of halfprodukt informatie geeft over: wordt gebruikt het soort meubel, waarin het onderdeel (meubelhoofdgroep) de benaming van het onderdeel (subgroep) Ret tekeningnummer van het gereedsehap geeft informatie over: het soort meubel, waarvoor het gereedsehap gemaakt (meubelhoofdgroep) de benaming van het gereedsehap (subgroep)
wordt
Meubelhoofdgroep. Oeze is ontstaan door de meubels in te delen in 34 groepen. Iedere heeft een naam, die meestal iets zegt over de funetie van het meubel. kleerkasten, kaartenkasten, buroo's, tafels. Men gebruikt dezeIfde die in de verkoopeatalogus voorkomen. Subgroep
~
halffabrikaten
~
groep Bijv. namen
halfprodukten.
Oeze subgroep is ontstaan door aIle onderdelen, die in de meubels van ODA voorkomen, in 6S groepen in te delen. In deze groepen zijn zowel - 3 -
halffabrikaten als halfprodukten opgenomen. Halffabrikaten ontstaan uit grondstoffen, zoals rol-, plaat- en stafmateriaal, via bewerkingen als knippen, persen en zetten (zie figuur 1). Halfprodukten ontstaan uit halffabrikaten na een samenstellende bewerking (lassen) en een finishing bewerking (spuiten). In figuur 2 is de samenhang tussen halffabrikaten, halfprodukten en eindprodukten schematisch weergegeven. Dit verband wordt ook wel de produktstruktuur genoemd. EP
HF7
EP HP HF
= eindprodukt = halfprodukt = halffabrikaat
Fig. 2.
Sche~tische
HF8
voorstelling van de produkt-
__~_____
___ I'ltrnk.:tuur
Bij een aantal onderdelen is geen samenstellende bewerking nodig. In zo'n geval wordt een onderdeel na het persen en/of zetten meteen gespoten, en ontstaat er uit de grondstoffen geen halffabrikaat maar een halfprodukt. De namen van de groepen zijn veelal traditioneel gegroeid en zeggen iets over de functie, vorm of plaats van het onderdeel in een meubel. Bijz. zijplaten, bladregels, poten, verbindingen, facetramen etc. In bijlage 1 staat een opsomming van de 65 groepen. Subgroep
~
gereedschappen.
Deze subgroep is ontstaan door de gereedschappen in te delen in 85 groepen. Iedere groep heeft een naam of omschrijving die betrekking heeft op de functie en soort van het gereedschap. Een globale indeling is als volgt te maken: - 40 6 - 33 3
groepen: groepen: groepen: groepen:
snij- en buiggereedschap (snijstempels etc.) hulpgereedschappen (mallen) stellatten voor diverse halffabrikaten combinaties van snij- met buiggereedschappen, zetmessen met zetbalken en stellatten met snijstempels.
In bijlage 2 staat een opsomming van de 85 groepen.
- 4 -
------,
1.4
GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN VAN HET CODERINGSSYSTEEM.
Aan de hand van twee schematische voorstellingen zal de werking van het coderingssysteem voor resp. halffabrikaten/halfprodukten (figuur 3) en gereedschappen (figuur 4) worden ge~llustreerd.
]
TAFELS
BUROOS 1....-
EN !HALFPROOlJ
I
11 [
---,...----_-'-_----'
HAl.FPR(OI(lEN EN
HAlFFASRIKATEN
BUROOS
11 ~l
"'>-
IONDERREGELS
I~
&
1171
IrUSSENREGELS
LII~
&
118\ ~I
Toelichting op figuur 3. 1.
Door het tekeningnummer worden telkens twee kenmerken vastgelegd: de meubelsoort, waarin het halffabrikaat of halfprodukt voorkomt het halffabrikaat of halfprodukt dat getekend is Voorbeeld:
2.
onderregels voor buroos.
In de figuur kan men zien dat de tekeningen van het "halffabrikaat" onderregels (=17), die in buroos voorkomen, zitten opgeborgen onder buroos (=11). De tekeningen van onderregels die in tafels - 5 -
voorkomen t zitten opgeborgen onder tafels (=10). De codering geeft dus geen overzicht op het ,niveau van halffabrikaten (en halfprodukten)t bijvoorbeeld aIle tussenregels. 3.
Ret aantal volgnummers van een bepaald tot meer dan honderd.
halffabrikaat
kan
oplopen
Ais een constructeur op zoek is naar een bepaalde onderregel t dan is het handig om te weten: In welke meubelsoort(en) komt deze onderregel voor; anders moet hij bij aIle meubelsoorten gaan zoeken. Bij welke volgnummers moet worden gezocht; anders moet hij aIle honderd volgnummers doorzoeken. In zo'n geval geeft de "meubellijn" (serie meubels volgens hetzelfde ontwerp) enig houvast t omdat de verschillende variant en van onderregeis binnen die meubellijn meestal opvolgende volgnummers hebben. 4.
Onderdelen uit de subgroep zoais ruggen t verbindingen t regeis en steunen worden in aIle meubeis toegepast. Het blijkt dat deze halffabrikaten dikwijls dezeIfde funktie (= verbinden) vervullen en ook qua vorm op elkaar lijken. Het zoeken naar een bestaand onderdeel dat geschikt is om in een nieuw ontwerp een "verbindende" funktie te vervullen is lastig omdat er geen compleet overzicht bestaat van aIle "verbindende" onderdelen.
- 6 -
]
TAFELS
BUROOS
10 L..-
11 [
~~--'-----'
GEREEDSCHAPPEN
GEREEOSCHAPPEN
BUROOS
.11.
i.~
1SNIJSTEMPEL MEERVOUOIG
1-8--G--B-
i.~
1171 ~
IENKELVOlIlIG BUIGSTEMPEL
LII~
1
~
18 ]
~l
Toelichting op figuur 4. 1. Door het tekeningnummer worden telkens twee kenmerken vastgelegd: de meubelsoort, waarvoor het gereedschap gebruikt wordt de gereedschapsoort Voorbeeld:
meervoudig snijstempel voor buroos.
2.
In de figuur kan men zien dat de tekeningen van meervoudige snijstempels (=17), die in buroos voorkomen, zitten opgeborgen onder buroos (=11). De tekeningen van meervoudige snijstempels voor tafels zit ten opgeborgen onder tafels (=10). De code ring geeft dus geen overzicht op het niveau van gereedschappen, bijvoorbeeld aIle meervoudige snijstempels.
3.
Er kan via de codering geen relatie worden gelegd met: eventuele andere meubelsoorten, waarvoor het gebruikt wordt halffabrikaten en halfprodukten die met het vervaardigd worden - 7 -
gereedschap gereedschap
1.5
CLASSIFICATIE VAN UNIVERSELE GEREEDSCHAPPEN
Inleiding Binnen het totale gereedschappenbestand ("aIle 10 nummers") heeft aDA voor twee categoriegn gereedschappen een classificatie opgesteld. Het gaat hier om: 1. Snijgereedschap, waarmee gaten en hoeken uit platen worden gesneden. 2. Buiggereedschap, waarmee kant en kunnen worden omgezet. Het doel van deze classificatie is om de meubelconstructeur een beter overzicht te geven van de beschikbare gereedschappen dan met de tekeningcodering mogelijk is. Met het begrip "klasse" wordt hier een groep gereedschappen bedoeld, waarmee dezelfde bewerking kan worden uitgevoerd. De term "universeel gereedschap" betekent dat het gereedschap in principe voor meerdere toepassingen gebruikt kan worden. De classificatie is opgesteld en wordt bijgehouden door de bedrijfsnormalisatie. Hoe ziet de classificatie eruit? Per klasse zijn er een of meer A4 bladen. verzameld. Er is een inhoudsopgave.
Al deze bladen zijn in een ordner
Klassebepalingssysteem. Men zoekt in de inhoudsopgave het klassenummer (aDA noemt dit "het nummer van de bedrijfsnorm") op via de naam van het gereedschap. Meestal kent men de naam van het soort gereedschap uit het hoofd en bladert men in de ordner tot men de klasse gevonden heeft. Elke klasse wordt voorgesteld door een principetekening, hetzij van de vorm die uitgesneden wordt. hetzij van het gereedschap zelf. Zie figuur 5 en 6. Gereedschapzoeksysteem. De gereedschappen zijn per klasse gesorteerd op een kenmerk. Bij de snijgereedschappen is dit een kenmerk van de vorm die uitgesneden wordt. Bij de buiggereedschappen is dit meestal de lengte die gezet kan worden. Zie figuur 5 en 6. Zoekgegevens. In de principetekening staan de relevante parameters van het gereedschap aangegeven. Op het "klasseblad" staat voor elk gereedschap aangegeven: de waarden van deze parameters enkele andere gegevens zoals bijvoorbeeld de plaatdikte van het te bewerken plaatmateriaal.
Eind-
~
verwijsgegevens.
Gereedschapnummer, tevens tekeningnummer.
- 9 -
mt:=:~==A==-+.Ytv-Y~---l'ioR''''NT--_- -~
principe tekening _ _+zoekgegevens
..-----lr---.::..-~
sorteerkenmerk
.i ""w""
.~w"'.~_
~
I
I~.
A ro"ax
-
'3
-
3
-
-
n
-
-
50
-
3
ger.soort opmerking~ereedschapnr.
1<
'6·
:t.K.
,.
10.7<.10.1··.·
36·
K.K.
10
~,
K.K..
"
.1"-+---- verwijsgegevens ~
./ ' . r::-'~
a
B lOmax.
Ol
':/
,/ ~ ~
lAm-
I
!
'00 -;;;
.eo -a.·5 1i c
1
1 0
1
•
1 0
10.7·.10.1?1.Q
1
1 .
10
6
0
1<
~,.
K.K..
10.'1";.10.1 "
1
2,
t---,;so
K.K ..
10.09.10.002.9
1
2
0
K.K.
10. 7"i.tO 00 •
1
1
10
1 0
<
I-
-
-
I--
~_.
-
-
21
2J
klassenaam ....-----+-
12
1
~,.
K.
~,'
K .. K.
met
ns
MilAn
0
1
I
Fig.S
1980-0')-29
I
I
dir.
1
I blad
I
no.
I
?
1.
10.01 .. 10
HOEl\-SNijSTEMPE LS
datum
0
2
0.7'
• klassenummer
SN'OO 507 1
Voorbeeld classifieatieblad snijgereedschappen
BEDRIJFSNORM
·t- '143 !.~;.~rr
uitvoering 1 lengte
--:
'uiivoering 2
e
B'
A
D
-,--
_._'
R
op,."erkingen gereedschapnr.
"~ 0
i ::: Q. 'S
_. 19
10
-
'0
'.7
-
21
"
22
2,
-
-
20
10
270
"70
33.5
10
-
~o
~
RECHTE
datum
Fig. 6
-
-
-
90
-
'0
1
1
1
.
1
90
-
ZO~?~.22 .. 1"'.9
~5
-
10.75.22.272.9
1
1
90
-
10.75.22 .. 26C.9
1
1
90
-
_.
20. 75. 22.13~.9
2
.-'-
170
-'---
-
10 .. 50.22..092.9
I
MESSEN 1980-03-01
10.50.22.01~.9
dir.
I
I blad no.
1
1
1
f-:i
_L.-...
SN'OO
~O9
1
'-
Voorbeeld classificatieblad buiggereedschappen -
10 -
HOOFDSTUK 2 HET PRODUKT- EN GEREEDSCHAPSTRAJECT
2.1
lNLEIDlNG
Bij het opzetten van een nieuwe meubellijn (levenscyclus van wordt globaal het in figuur 7 afgebeelde traject gevolgd. afdelingen spelen hierin een role
5-10 jaar) De volgende
Constructieburoo: Men maakt constructietekeningen en kiest gereedschap c.q. opdracht voor het ontwerp van nieuw gereedschap. De produktiemethode wordt hiermee grotendeels al vastgelegd.
geeft
Produktiemiddelen ontwikkeling: Men ontwerpt nieuw gereedschap c.q. wijzigt bestaand gereedschap op verzoek van het constructiebureau. De gereedschapfabricage wordt soms uitbesteed. Werkuitgifte: de "Verkeersagent"; men verstuurt constructietekeningen naar diverse fabricageafdelingen, CNC programmeur en afdeling technische ondersteuning. De stuklijst wordt in het MAPleS systeem ingevoerd. CNC programmeur: Deze vervaardigt seriewerk).
(aIleen
klein
Technische ondersteuning: Hier wordt de produktiemethode voor aIle andere produkten gedetailleerd en ingevoerd in het MAPlCS systeem.
verder
ponsbanden
voor
- 11 -
de
CNC
pers
schetsen van designers
programma van eisen
1
constructiebureau
ontwl.kkeling roduktiemiddelen
constructietekeningen
constructietekeningen gereedSchTen
uitbesteden van tekeningen naar fabricageafdelingen
<
fabrica~
stuklijst invoeren in MAPlCS
andere tekeningen
tekeningen van perswerk 1n kleine series
1
1
CNC programmeur
afdeling technische
CNC programma's
detailleren produktiemethode
invoergegevens voor produktiebesturing in MAPlCS
fig. 7: het produkt- en gereedschaptraject.
- 12 -
2.2
HET CONSTRUCTIEBUREAU
Het constructiebureau van ODA houdt zich bezig met het vervaardigen van: tekeningen van halffabrikaten (onderdelen = 12 nummers) t~keningen met stuklijsten van halfprudukten (subsamenstelLingen 17 Ilummers) tekeningen met stuklijsten van eindprodukten (hoofdsamenstellingen = 60 nummers)
Het te gebruiken gereedschap (10 nummers) wordt op de tekening vermeld. Bij het ontwerp van een nieuwe meubellijn probeert de constructeur zoveel mogelijk van bestaand gereedschap gebruik te maken. Bij het zoeken kan hij over de volgende hulpmiddelen beschikken: de classificatie voor universele sn1J- en buiggereedschappen het tekeningenarchief voor gereedschaptekeningen (10 nummers) het tekeningenarchief voor produkten (12, 17 en 60 nummers) De constructeur zal eveneens proberen om gebruik te maken van bestaande componenten voorzover het nieuwe ontwerp dit toelaat. Als hulpmiddel bij het zoeken kan bij beschikken over het tekeningenarchief voor produkten. Informatie over de aantallen nieuwe en gewijzigde tekeningen per jaar en gebruikte formaten staan in tabel 1.
Formaat
Aantal nieuwe tekeningen per jaar
Aantal gewijzigde tekeningen per jaar
AO Al
25%
A2
A3
25%
A4
50%
Totaal
+ 1500
+ 750
Tabel 1. Formaat en aantal nieuwe en gewijzigde tekeningen per jaar van het constructiebureau.
- 13 -
de
2.3
HULPMIDDELEN VOOR HET CONSTRUCTIEBUREAU
Tekeningarchief
~
produkten:
Tekeningen van halffabrikaten, halfprodukten, eindprodukten en stuklijsten worden door ODA op calcques gearchiveerd en horizontaal opgeborgen in ladenkasten. De indeling vindt plaats op formaat en binnen het formaat op tekeningnummer. In tabel 2 volgen nog enkele gegevens over de grootte en leeftijd van dit archief.
Aantal tekeningen tim augustus 1983
+ 5000
percentage uit 1983 en 1982
percentage uit
1981, 1980 en 1979
uit
25%
25%
percentage ouder dan 1979
50%
Tabel 2. Aantal tekeningen en leeftijd van het tekeningenarchief
Tekeningarchief voor gereedschappen:
Dit is een archief met vereenvoudigde tekeningen van aIle gereedschappen. Het formaat van de tekeningen is A4 en de berging vindt plaats in ordners. Binnen de ordners staan de tekeningen op tekeningnummer gesorteerd. Zo'n vereenvoudige tekening wordt door ODA "het gereedschapgegeven" genoemd. Een gereedschapgegeven bevat de volgende informatie: een schets van het gereedschap een schets van het produkt dat ontstaat (bij snijen buiggereedschappen) de belangrijkste afmetingen van het gereedschap (bijv. stelmaat) de belangrijkste afmetingen van het produkt dat ontstaat enkele andere gegevens (snijkracht, te bewerken materiaal, stempelhuis)
De gereedschapsgegevens z1Jn opgesteld door de afdeling produktiemiddelen ontwerp ten behoeve van de eigen afdeling, het constructiebureau en de produktie.
Gereedschapsclassificatie:
Deze is reeds besproken in paragraaf 1. 5.
- 14 -
2.4
PRODUKTIEMIDDELEN ONTWERP
Deze afdeling is opgedeeld in twee groepen. De ene groep ontwerpt snij-, pers- en buiggereedschap of combinatie daarvan. Deze gereedschappen dienen voor de fabricage van halffabrikaten. De andere groep ontwerpt hulpgereedschappen voor de montage van halfprodukten en eindprodukten. Dit zijn voornamelijk schuifmallen, lasmallen en boormallen. (Subgroepen 31 tIm 36). De afdeling ontwerpt nieuwe gereedschappen en wijzigt bestaande gereedschappen op verzoek van het constructiebureau. Men wordt regelmatig door het constructiebureau geraadpleegd bij het zoeken naar geschikt bestaand gereedschap. Informatie over de aantallen nieuwe en gewijzigde tekeningen per jaar en gebruikte formaten staat in tabel 3.
Formaat
Aantal nieuwe tekeningen per jaar
de
Aantal gewijzigde tekeningen per jaar
AO
200
20
Al
70
10
A2
100
10
A3
50
5
A4
350
30
Totaal
770
75
Tabel 3. Formaat en aantal nieuwe en gewijzigde tekeningen per jaar van de afdeling produktiemiddelen ontwerp.
2.5
HULPMIDDELEN PRODUKTIEMIDDELEN ONTWERP
Tekeningenarchief
~
gereedschappen:
Tekeningen van gereedschappen worden door ODA op calcques gearchiveerd en horizontaal opgeborgen in ladenkasten. De indeling vindt plaats op formaat en binnen het formaat op tekeningnummer. In tabel 4 volgen enkele gegevens over de grootte en leeftijd van het archief. - 15 -
Aantal tekeningen tim augustus 1983
percentage uit 1983 en 1982
6000
percentage uit uit 1981, 1980 en 1979
8%
percentage ouder dan 1979 80%
12%
Tabel 4. Aantal tekeningen en leeftijd van het tekeningenarchief voor gereedschappen Tekeningenarchief voor gereedschapgegevens: Archief van vereenvoudigde gereedschaptekeningen op A4 formaat, opgeborgen in ordners en gesorteerd op tekeningnummer. Dit archief is identiek aan het constructiebureau (Zie 2.3 voor een uitgebreidere beschijving). Gereedschapclassificatie: Deze is reeds besproken in paragraaf 1.5. Gereedschapcodekaart:
Van ieder gereedschap bestaat een gereedschapcodekaart. Het formaat van deze kaart is A5. De kaarten z1Jn gesorteerd op tekeningnummer. Op een codekaart staan de volgende gegevens: benaming verwijzing naar vorige tekening (bij wijziging) of halffabrikaat naam constructeur en datum van tekening hoofdafmetingen bijzonderheden combinatienummer (gereedschap met stellat) Het komt voor dat het gereedschap, dat voor een bepaalde meubelgroep is ontworpen, door het constructiebureau voor een andere meubelgroep wordt toegepast. Dit wordt echter niet op de codekaart vermeld. Produktkennis: Vit de antwoorden op de vragenlijst en een gesprek met de afdeling blijkt de
produktkennis een belangrijke gereedschaptekeningen.
rol
te
spelen
bij
het
terugvinden
van
Produktkennis kan worden omschreven als: de kennis hoe verschillende halffabrikaten en meubelsoorten zijn en worden gefabriceerd
- 16 -
de kennis van de gereedschappen die daarbij worden gebruikt het verleden zijn gebruikt.
2.6
en
in
HET GNG PROGRAMMEREN
Tekeningen voor het perswerk in kleine series of eenmalige grote series worden door het bedrijfsbureau (werkuitgifte) doorgezonden naar de programmeur in de produktieafdeling. Door het constructiebureau wordt in over leg met het bedrijfsbureau bepaald of een produkt op de GNG pers (merk AMADA) wordt vervaardigd. In dat geval wordt de maatvoering aangegeven vanuit linksonder in de tekening. Dit is gemakkelijker voor de programmeur. De programmeur maakt ponsbanden in een kantoortje naast de GNG pers. Het eindresultaat van het programmeren bestaat uit: 1. pons band bestemd voor GNG pers 2. gatenpatroon en bewerkingsgegevens voor de machinebediende (in de vorm van een copie van het beeldscherm) 3. geschreven lijst met aanwijzingen voor machinebediende
Gatenpatroon: dit is een schematische bewerkingsprogramma.
voorstelling
van
het
eindresultaat
van
het
Bewerkingsgegevens: plaatafmetingen in x en y richting tekeninggegevens (tekeningnummer. benaming) aantal persslagen klemposities bewerkingstijd en handelingtijd gereedschapgegevens (nummer. soort) hoekinstelling snijgereedschap afmetingen van stempel
Geschreven lijst: tekeningnummer gereedschapnummers bijzonderheden voor machinebediende (bijv. geprogrammeerd)
dat
een
wachttijd
is
Ten behoeve van de produktieplanning (MAPIGS systeem) worden de volgende gegevens doorgegeven aan de afdeling technische ondersteuning (zie figuur
n.
tekeningnummer afmetingenprodukt
- 17 -
knipmaat (= plaatafmetingen) bewerkingstijd en handlingtijd
2.7
HULPMlDDELEN CNC PROGRAMMEUR
Hij heeft de beschikking over de volgende hulpmiddelen: 64 Kb microcomputer met beeldscherm, merk "Tektronix" pons band lees- en printunit hardcopier voor het maken van een copie van de inhoud beeldscherm
van
het
Vanuit de tekening wordt op interactieve w1Jze het programma opgebouwd. Het eindresultaat van een bewerkingsprogramma is het in de uitgangsplaat aan te brengen gatenpatroon, dat op het beeldscherm wordt weergegeven. De programmeur kan op deze wijze zijn werk controleren. Een extra ponsband, hardcopie en geschreven lijst worden door de programmeur gearchiveerd op tekeningnummer in een speciale opbergkast. De functie van dit archief is het kunnen terugvinden van de fabricagegegevens bij een herhaalorder. Bij het programmeren van nieuwe produkten wordt van dit archief geen gebruik gemaakt.
2.8
TECHNlSGHE ONDERSTEUNlNG.
De afdeling technische ondersteuning houdt zich bezig met het bepalen van de produktiemethode van halffabrikaten, halfprodukten en eindprodukten. Deze taakstelling is vergelijkbaar met een afdeling werkvoorbereiding in een machinefabriek. Een belangrijke aktiviteit is het bepalen van de produktiemethode nieuw meubeL Dit houdt in: het bepalen van bewerkingstijden en steltijden het opstellen van bewerkingsinstrukties het bepalen van machinegroepnummers het vastleggen van de routing het bepalen van het uitgangsmateriaal
van
een
Deze gegevens worden daarna ingevoerd in het MAPlCS systeem. Dit systeem van IBM is bij ODA in gebruik voor de produktiebesturing. Door MAPICS worden per produkt de benodigde fabricagegegevens en fabricageopdrachten afgedrukt op: routingkaart bewerkingsopdrachten materiaalbonnen Een voorbeeld van een routingkaart is in figuur 8 afgebeeld.
- 18 -
()(IA S-UE. E.NRUl'E:
-- ':::c S:;l,~'-'Ol
tekeningnurmner
benaming
materiaalcode
l---==~::;;::;::=======~~Ej~;;:~:a~_'~_;_:;
=t==t====----"", ,", " '"
250
U10··..02
2301
1101 11.06.01.003.4 1102 11.06.01.000.0 J
O,720-·K(·j
t 120 ::';200["
102
302
0,22
1 3 2
~,122()F
kostenplaats
1 .3 2
21ooX1000X2.0
0,30
. -t- -----.. ,,- i
:l 330
i 0,20 010i
0,70
oc"
I"
a
KOMPLEET PERSEN - - - - - - - - -.... 1010950107 SNIJ-KOHT>INATIE
1 M-(--------L-r--------E"OC- .~ ~-
0,50 035
bewerkingstijd
2,25
ZETTEN 4X 1010960028 IlUIGKOHT>INATIE
steltijd
omschrijving bewerking
gereedschapnurmner
Fig. 8. Routingkaart van een halffabrikaat.
Men heeft daarnaast te maken met het doorvoeren van wijzigingen in bestaande produktiemethoden. Het gaat hier om wijzigingen in: de constructie van onderdelen het uitgangsmateriaal het gereedschap machines produktiemethoden Deze wijzigingen treden dikwijls op in combinatie met elkaar. De input van de afdeling is afkomstig van het constructiebureau en bestaat uit: tekeningen en stuklijsten van halffabrikaten, halfprodukten en eindsamenstellingen gegevens over de te gebruiken gereedschappen; deze staan op de tekening vermeld als gereedschapcodes (10 nurmners) gegevens over het toe te passen uitgangsmateriaal; deze staan op de tekening vermeld als materiaalcodes (11 nurmners)
2.9
HULPMIDDELEN TECHNISCHE ONDERSTEUNING
Routinglijsten Per tekeningnummer is een overzicht van aIle gegevens die op - 19
de
routekaart
staan. Dit overzicht wordt de routinglijst genoemd. Oit zijn bijv. steltijden, bewerkingstijden, gereedschapscodes, bewerkingsomschrijvingen etc. Het betreft hier dus "produkten" die al in fabricage zijn genomen. De routinglijsten van aIle produkten zijn verzameld in afzonderlijke ordners voor halffabrikaten, halfprodukten en eindprodukten. Binnen een ordner staan de routinglijsten gesorteerd op tekeningnummer. In tabel 5 volgen enkele kwantitatieve gegevens.
Aantal routinglijsten tim augustus 1983
percentage uit 1983 en 1982
2000
percentage uit
1981, 1980 en 1979 20%
25%
percentage ouder dan 1979
55%
Tabel 5. Aantal en leeftijd van de routinglijsten. Bij het bepalen van de produktiemethode van een nieuw produkt, kan via de routinglijsten gezocht worden naar de fabricagegegevens van vergelijkbare produkten. Tekeningmappen
AIle tekeningen van de in produktie zijnde meubels z1Jn (op A4 formaat) opgenomen in ordners. Er zijn afzonderlijke ordners voor halffabrikaten, halfprodukten en eindprodukten (12, 17 en 60 nummers). Binnen een ordner staan de tekeningen gesorteerd op tekeningnummer. De tekeningmap wordt geraadpleegd als men wil weten hoe een "vergelijkbaar" produkt er precies uitziet en welke toleranties voorgeschreven zijn.
Calculatieblad
~
knippen
Het aanvoeren, inleggen en wegleggen van platen bij knipbewerkingen vindt plaats door menselijke handelingen. Uitgaande van bepaalde standaardkenmerken van platen (lengte, breedte, gewicht) vindt men in het calculatieblad overeenkomstige standaardtijden voor de diverse lichaamsbewegingen. Dit systeem wordt ook weI Ready Workfactor genoemd.
Hulpprogramma voor plaatgebruik
Uitgaande van de knipmaat van een produkt heeft men de keuze uit verschillende standaardafmetingen van het uitgangsmateriaal (platen). Het gaat erom dat zoveel mogelijk produkten uit een plaat geknipt worden. Anders gezegd betekent dit dat het afvalpercentage minimaal moet zijn. Bij het kiezen van de beste plaatafmeting heeft men de hulp van een computerprogramma, dat men via de terminal kan oproepen.
- 20 -
De input van het programma bestaat uit de knipmaat van het produkt. de plaatdikte en de plaatsoort. De output bestaat uit een lijst van de tien platen met het kleinste afvalpercentage. In figuur 9 wordt het resultaat van een computerberekening getoond. Uitgangspunten in dit voorbeeld zijn een knipmaat van 425 * 332mm en een plaatdikte van 0.95mm.
:I. :I. • (U • ():I. • 009 • :3 1 :I. ~ 0-"5 . . O:i. + O,:sl) . . :5 :1.:1. + ()~~ + O:!. to \}O~.~ +;S t:l. i' 0:::$ c. 0:1. 0> u~') '{'. 3 :1:1. ,o . ~.():1. .()09.,5 1.1 +O,~~+Ol .010.4 :I.:I.0:3.VI..ol6>."1 l:l. .0::$. OJ. • o~J~·:J •.5 11 + ():~) + ():I. • () 1 () + "1 :I. :l. . . () ,.~ .. 0:1. + () :I. ~;.:; y .::.
;:.>:;'::00
1330
DUO
:l.3e~,i
::.~
2:?40
:1.040
,::'
,J
4 4 :5
n~:_:}o
2~2B~:.:.i
:::.~
(,
:1.330 :,,000
2200
:.3 4
(,
12.B2 1.3.2
:.3
:L~). 34
.;:'
.~
l~::i + :34
'I
:I.~';.34
:1.<,,, 7f,
2!:SOO
:1.000 :l.O()O
1010
1. :I. O~";
I::' -••J
'"
;1. OO()
~!()OO
;?
:.3 6>
900
::'>:!60
:~~
6
F~AAIGUURT
?
1-st.pL.bl.. I.• b I. + ::;"""t.p I..b I.. 4''',;;'(.pl..bl.. ~'i",::. t.p L.b I.. 2::::1:'~'l".p
, r,:.>
mm flHIl
:I :I
mm mm
6::::·,:~·1: p l b I. 1"',,;'( p I. .b I. B:o;: ~:~ (.:~ 1'1 cJ "7. i m i .. 9::::~:;c\ncl Z i m I r'
frnl)
(k'l'~
:::~
.,
2~::.,
•.!
,0
l? .1!5
:I.~':;.:.34
'~"')
(), 9~5
()
7.3B
.
:.132
WL.L.KL.
r,FVAL %
AANTAI... F'W:lDUKTEN >( Y
F'L.(.>,r,TCOl.lL.
.
V, ~:;
,
:.:.~
,
~::.i
mill
3,0 :I ,",.J
mm mm
2tO
film
0
mm
, (,
Fig. 9. Berekening van plaata:firetingen. Overzicht van tekeningnummers per gereedschap en bewerking
Men maakt zo nu en dan gebruik van de mogelijkheid om via MAPleS een overzicht te krijgen van aile produkten (= tekeningnummers en benamingen) die op een machine gefabriceerd worden, gesorteerd naar het gereedschap. Zo'n overzicht is bijvoorbeeld nodig als wijzigingen in de produktiemethode voor een bepaalde machine worden ingevoerd. Deze wijzigingen hebben dan consequenties voor aile produkten die op die machine vervaardigd worden. In figuur 10 is een klein gedeelte te zien van zo'n lijst voor een bepaalde excenterpers. De volledige lijst voor deze pers telt 167 gereedschappen en ongeveer 400 verschillende halffabrikaten.
- 21 -
ARTNRS. F'ER WERKPLAATS EN GEREEDSCHAP
kostenplaats
••- - - - - 5210J 1001970022 1719270010 1230 5210J
tekeningnunnner .'---1233040018
1002120019 1230
[I.D.
24.02.84
SAM.STEUNER 60.4198
ONIIERPL.
gereedschapnummer - - - - - -....., 5210J 1002260159 1202030241 1320 1202030251 1420
BOVENPLAAT EcOVENPLAAT
5210J 1002950115 1202390011 1230
l-IANDGREEP VPL.FACET/SYST/REG.
5210J 1002950125 1202080051 1330 1202080061 1430 1202080061 1530 1202080071 1630 12020800'71 1730 1202100061 1430 1202100071 1430
BINNENVOORPL.4182 BINNENVOORPL.4121 BINNENVOORPL.4121 BINNENVOORPL.4122 BINNENVOORPL.4122 ACHTERPL.LADE 4121 ACHTERPL.LADE 4122
Fig. 10. Deel van een lijst van aIle gereedschappen en bijbehorende _________________~~~~ningn~~er voor een bepaalde ~x~enterpers.
Ret opstellen van de produktiemethode van een nieuw halffabrikaat meestal neer op: zoeken naar een gelijksoortige produktiemethode vergeIijken, overnemen en aanpassen van gegevens
komt
Uit gesprekken met de afdeling bIijkt dat dit neerkomt op het zoeken naar de produktfamilie via de beantwoording van de volgende vragen: 1.
2.
3.
Wat is het produkt? Door het bekijken van de tekening en het Ie zen van men zich een beeld.
de
Hoe wordt zoiets gemaakt? Uit ervaring en de associatie van naam en vorm van vormt men zich een beeld van de produktiemethode. Welke halffabrikaten worden ook zo gemaakt? Men gaat zoeken in routinglijsten bij de vergelijkbare halffabrikaten. Meestal zal - 22 -
naam
het
vormt
produkt
tekeningnummers van men dan zoeken bij
dezelfde subgroep. omdat de kans om daar een vergelijkbaar produkt aan te treffen. het grootst is. Wordt er niets gevonden. dan moet men bij vergelijkbare halffabrikaten van andere meubels gaan zoeken. Een goed geheugen voor alles wat aDA maakt cq. heeft gemaakt is hierbij onontbeerlijk. 4.
Bij welke volgnummers binnen de subgroep moet ik kijken? Dit hangt af van de meubellijn waartoe het halffabrikaat behoort en de periode waarin deze lijn is ontworpen. Via zijn geheugen weet de man dan bij welke volgnummers hij moet kijken (bijv. tussen de 20 en 40).
5.
Wat is "the best fit"? Er wordt nu geselecteerd op een of meer kenmerken (bijv. afmetingen) tot een vergelijkbaar produkt is gevonden. De benodigde gegevens worden nu: met de hand overgenomen en aangepast handmatig onder het nieuwe tekeningnummer in het MAPleS systeem ingevoerd
- 23 -
Codering voor tekeningen van halffabrikaten en halfprodukten
Bijlage
Hoofdgroep(meubels)
Subgroep(halffabrikaten en halfprodukten)
01 = kaartenkMten en schuiflad_
01 =
roIIp8D
02 = laden op teleecopiach loopverk
02
zijpla ten
03 0;'
= draaid~urkuhll = jaloU4iekuten
03 = boveaplaten 04- = onderpla ten (voor onderplaa t
05 = waardekas teu
05
06 = tekeningkas ten 07 ::. schuifdeurkaaten 09 :: keukens
12
= onclerkasten
DO.
32:)
voor buro's en tafela
13 = rekken, Yakkenkaaten en open kasten 14 :: kassierskappen
= tuese1lreSela
18 = POD8kaartosa.lI'belB
18
19 ... tuaeenplaten 20
21 :: bal.1.e_ en blltVolk1n.gelr:aaten
21 '" ui ttrekblacleD
II:
leSbordea
22 :: 1n:et.tUkk8ll
22 '" .entellatt_
2} :: traneportbakken
l)
I:
opleSlere
24 :. verkplaatameubels en ger.edachapkaetea
21t
::c
ruggeD
25 = kasten DIet laden op akulon- en koseU. . .rloopvertt
25 ... loopverka ell se1e1.ct1.Ds:_
26 :: 6okkel..s, ond.eretellea ell dekbladen 2::l = meubela voor apparaten
26
='
~
= "teUJlera = poteD.
28 :: kaa tV_d.en
=
30 = bloe.bakken }1
l::.
aOD.tagetek.ell1.Dgell
2B
yulatW&:keD ell YU1.p1.ateD
29 ... alllit"erk 30 = IIODtag. . trippeD. )1 = ophansregels
= beyea tig1D.gen
32 :: 8chrijfmachinetaf'ela 33 = diverse aeubel.
32
34 ::
34 ...
ga.r4erobekaateD
ladeD. st.
12 :: deuren
19 :: kaartenbaike ell troggen 20 := lade-ele.en ten
29
Y.
13 = ,bl"drepla .
17 :: adressographkuten
= kleerkaatea
ladeD rle no. 11)
09 = lad.llraap... 10 = acbtorplatea v. ladft 11 = oD.4erpla tea. v. ladea
14 = YoorreaelA 15 = aijregela 16 = achterregela 17 = ond.erregela
15 """ sleu telk.." ten
16
Y.
pl1nten en 81ofteD.
;<
06 = achterplateJl (voor achterplaat 07 = Toorplaten 08 = biaDeD.TOorplatell
08 :: papierbakken en brievenbakjea 10 :: tafels ('Voor I!Ichrijfaachinetaf'els z1.. 11 :: buro's
:I
33 = yerbind1ngen
}9 :: Hehes
35
'*9 ::< cOIlIbinatie van 02 .et to - 11 _ 12 60 :: toebehoren
}6
70 = aanvraag_ eo be.tel tekeningen
}8
I';
yens terk1D.gen aansl.agen k.1earegels
37
roedeD. ::I
indeling materiaal
39 = haDdgrepen ell handgreeponderdeleD.
40 ... haJr:eD. 41
= tacetr_en
(zander poten)
42 "" boekpanelen 43 = serv:i.c8panelen 44 = vlakke panelen. 45 = eiAclplUlelen 46 = glaepanelen 47 bo....npanelen
'+8
aldekpuelen
49 = pljp... 50
= dags tukk...
51 = platondpanelen 52 = onderkaaten
53 ,. scharnieren en scharnieroMerdeleD 54
:I
kozijnen
55 = plattegranden
56
:3'
pl&DDJ.D,gsch. . . I s
57 = a1'dekplaten
58 = bo....nr.gels 59 = fraae'a 60 :: gelmipt. stroken 61 II:. bakke.a. 64
II:
kleppelto
65 = nabewerkte mag. onderd.eloD
66 = Voor- en zijpanelen 70 "" Detail t.eken ingen 90 = Hoofds8IIIf!onstellingen 91 "" Sub. sa.enstellingen
.-
no. 10)
Bijlage 2.Codering voor tekeningen van gereedschappen
Hoofdgroep(meubels) 01
= kaartenkaatea
eD,
schulladen
~teerfunctie
27 '"
02 = laden op tel. .eopiech loopverk 03
stempel, opgebouwd:
snijden-buigen, s:\ijden-a(}(appen t
= draaideurkuten
2S = Compleet stempel:
04 :;:. jalouaiekuten
Stempe1.~lUis
snijden-doordrukke~
stroken en platen
05 = vaardekas teu
29 = Complete stempel: opgebouwd voor cOIGplete produktie
06 = tekenugkasten
stroken en .platen
07 = 8chuifdeurkasten
3D .. Spui tgietmatrijzen vaor kW'lststoffen
08 = papierbakken en brievenbakj e8
) 1 = ::Oor- en tapmallen
09 :;:. keukens
)2 = PuntlaSll'lallen en lasmallen
10
tatela (voar schrijf.achinetaf'els z;ie
'1
bux-0 1 s
)4 = Div. Mallen
12
onderkaaten Yaor buro's en tatel.s
)5 = Iiulpgereedschapt stoelen t AfUlslag t tafftls cnz.
DO.
32)
13 = rekken. yaltkeakasten ell open k8.8ten 14 15 16
17 18
19
= kaasierskappen = sleutelkaatea. = kl.eerkaaten = adressograpbkaaten = POD8kaarteuielibela = kaartenbakkea. en troggen
3J .. ControleMallen
)6 '" Q1,derdelen 17 "' Schema's vlg. nUDDerlau van hoo rdoroepen gelden voor bcdradinga- ell/oC a&nslui taChet.la' s )8 = Div. st8llllpels 39 = Div. valsgereedschappen
!to '" Sn.iJD.essen voar snijstempels 42 = Afzetlllessen voar afstrij(.buigers
20 = lade-ele••nten
43 '" p-talplaten voor Wiedemanpers
21 = bali.... en bn'olkiDgskas ten
44 .. Gereedschapset Wiedeman ronde gaten
22 = 1Azetetukken
45 '" Gereedschapset Oliedeman rechthoekige gaten
23 = transportbakken
46 .. Gereedschapset WiedeMld\ slobgaten
24 = verkpl•• ta••ubela en gereedachapkaate.
47 .. Gereedschapset Wiede.an snijdoordrukgaten
25 = kaat8Jl 8et laden op ak.ulon- en kogeUacerloopwertr:
48 '" GereedBchapset Wiedeman profie! gaten
26 ~
= aokkela, onderet.nen en dekbladen :;:. ••ubels vaor apparaten
49
= Gereedschapaet
A-'tADA
div~
= Idem
51
29 "
52 .. Idea
voor laden
30 = bloe.bakken
5) ... Iden
vOGr geleidingen
32
gaten
50 = Stellatten/stelplaten voor .-.pen
28 = kg tv_den
31
= Baa.tagetekea.1D.gen = .ehrijt'.ach1D.etatele
54 :
Id8lll
voor achterplaten
YOor voorplaten
55 : Idelll
voor verbindingen: hoeken, strippen
33 = diverae t:IIeubele
56 '" Id_
voor ruggen
}4 = garderobek.a.ten
57 = Ideal
voor regel.
)9 '" Mehes
58 '"
voor zijplaten: binnen en t>ui te,'
Idem
49 = Combinatie va.., 02 r:\et lOt 11 en 12
59 ". Idem
50 .. Speciaal
60 '"
60 = Toebe~loren
61 : Idem
voor tussenplaten en llIiddenschotten voor 5lui tingen en onderdelen daarvoor
r... etIl
voor bovenplaten en bladen voor onderplat.en
74 "" Stelplaat
62 '" Idem
75 "" Universeel gereedschap
6) '" Idem
voor ui ttrekbladen
76 = O!lderdelen voor gereedscnappe.\ die (nog ~ geen vaste
64 :: Idem
voor aanslagen
65 '" Idem
voor deuren
66 '" Idem
voor legborden
bestemming
hebbe~1
73 = P-Iachines t gebouwen en installaties 'Welke i~:direct yoor produktie worden gebr,Jikt
6.7 = Stellatten/stelplaten voor verstelbare onderdelen:
79 '" Constructies en -tekeningen voar ondernoud, reparaties, bedrading t schema' s
Subgroep (gereedschappen) 01 '" Schaana8ssen
lat ten, platen, schotten 6S .. Idem
voor strippen: staf en stroak
69 = Idem
voor sloffen, sokkelll en plinten
70 = Idem
voor opvullingen: platen t strippen
71 = Idea
voor steWlers
72 '" Ideal
voor poten
7) '" Idem
YOor afstellatten
74 .. Idem
voar versterkingen
75 .. Id_
voor di versen
76 = Idem
voar anderregels
02 "" Snijste.pel enkelvoudig
S.". (~12)
77 "" Idem
voor bladregels
0) '" Id8lrl
P.M. (~12 - ~J3)
78 = Ideal
voor rechte panelen
04 '" Id_
M.M. (~J3 - ~75) .
79 = Idena
voor hoekpanelen
80 '" Ide.
voor glaspanelen
os
= Idem
Di verse constructies ronde gaten
06 = Idem
Diverse ponsbeugels rechthoek.ig en alobgaten
07 = Idem
K .. K. rechthoekig en slobgaten
Idem·
0.'::' :
__ 09 "" Idem
eo;l
12 '" Idem
Un! piercet diverse
13 '" Idem
K.K.,
lit "" Idem
Oi verse constructi es
diverse
Snijstenlpel lII8ervoudig
Unt pierce
16 '" Idem Idem
Diverse constructie.
18 '"' &Iigst_pel enkelvoudiy, atetDpttlhui ..... c.a.llleet 19 '" 3ulgsteeapel meervoudig, st_pelhuia en c,,*pl. . t 20 '" Diverae snijden en buigen
21
=.
voor eindpanelen voor kozijnen
96 = COIIbinatie van zetntes en zetbalk
D1 verse co~structies hoeken en kanten
=
Idenl
95 '" Combinatie van stellatten/-platen .-t snijste.pe18
kanten
11 = Idem
17
=.
Diverse constructies rechtho~kig en slobgaten
Uni Crop hoeken
K.K. hoeken en kanten
=.
8t
82 '" Idem
10 '" Idem
15
enz.
voor complete produktie va.,
Trekste.pe1t enk.el en JDeervoudig •• t
plooi~r
22 = ZetJDessen ehlcel voudig 2)
= Zetbalken enkelvoudig
24
=.
Zetgereedschap lIleerTOudig en diYersen
26 '" ~teerfunctie stempelt stelllpelhuis: snijden-buigen t snijden-a£'kappent snijden-doordnlkken- ena.
97 '" CoAlbinatie van snij- en buiggereedschap
VB.!1
INVENTARISATIE CLASSIFICATIESYSTEMEN Rapport nr. 2
ROBERT BOSCH, WEERT
Auteur: J. Ronckers
VOORWOORD
nit verslag is gemaakt in het kader van het doctoraal programma van de afdeling bedrijfskunde van de Technische Hogeschool Eindhoven. Het is een inventarisatie van de in gebruik zijnde koderingssystemen bij Robert Bosch Verpakkingsmachines B.V. te Weert. In het eerste hoofdstuk wordt een beschrijving van deze systemen gegeven, met de opbouw en het aanwezig computersysteem. Het tweede hoofdstuk bevat een globaal overzicht van de orderdoorloop. In de laatste vier hoofdstukken worden de afdelingen besproken die veel met de koderingssystemen werken, te weten : - de orderbehandeling - de konstruktie - de normalisatie en tekeningbeheer de werkvoorbereiding
Hierbij wil ik iedereen bedanken voor de prettige samenwerking, in het bijzonder de Heer Spittka en de Heer van Gansewinkel.
John Ronckers augustus 1984
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 3
Beschrijving van de koderingssystemen 1.1 Inleiding 1.2 De opbouw van het kIass.nr. per artikel 1.2.1 komplete instaIIatie 1.2.2 bouwgroepen 1.2.3 inkoopartikelen 1.2.4 onderdelen 1.2.5 materiaal 1.2.6 bedrijfsmiddelen 1.2.1 moedertekeningen en hun samensteIIing 1.3 het computersysteem De orderdoorloop 2.1 Inleiding 2.2 Mogelijke wegen De orderbehandeling 3.1 3.2
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 6
bIz. 1 II
1
II
2
" " "
2
1\
II
" "
2
4 4
5 5
5
II
6
II
1
II
1
II
9
"
10
Input en output De werkzaamheden
II
10
II
11
De konstruktie 4.1 Input en output 4.2 De werkzaamheden
" "
13 13 15
" "
11 11
II
18
"
19 19
"
21 21
De normalisatie en tekeningbeheer 5.1 Input en output 5.2 De werkzaamheden 5.3 Uitgifte kIass.nr. en ident.nr. 5.4 Aanmaak mikrofilm en mikrofiche De werkvoorbereiding 6.1 Input en output 6.2 Het opstellen van een AP 6.2.1 6.2.2 6.2.3 6.2.4
inleiding het zoeken naar een bestaand AP er wordt geen bestaand AP gevonden zorgen voor huIpmiddeIen en invoeren in de computer
6.3 Het besteIIen van een NO-programma 6 G 4 Zorg voor speciaal hulpgereedschap en bewerkingsbladen 6.5 Werkzaamheden m.b.t. de gereedschapkatalogus
II
II
" " II
" "
II
II
22
22 23 24 24
"
25 21
"
21
- 1 -
HOOFDSTUK 1
Beschrijving van de koderingssystemen
Binnen Robert Bosch worden drie koderingssystemen toegepast, te weten : - het oud tekening nummer, een kode naar funktie bestaande uit maximaal 10 cijfers en 1 letter. In het vervolg zal dit tot oud tek.nr. afgekort worden. het identnumme~een identifikatienummer bestaande uit 10 cijfers. Dit wordt in het vervolg ident.nr. genoemd. het klassifikatienummer, een klassificerende kode bestaande uit 5 cijfers. Dit zal verder klass.nr. worden genoemd. De opbouw van het oud tekening.nr. is als voIgt : 3 of 4 cijfers geven een machine type of een groepstype binnen een machinetype. De laatste twee cijfers van het groepstype geven het machine type aan waarin deze groep wordt verwerkt. Bijvoorbeeld : - 330 A is een machine type - 302Q A is een groep (vormpijpen)behorend bij de machine 32Q A - 20~ A is een groep (dwarsnaadbekken) behorend bij de machine 32Q A De volgende 2 of 3 cijfers van het oud tek.nr. geven een groepsnummer. De laatste 2 of 3 cijfers zijn een volgnummer. Het ident.nr. bestaat uit 10 cijfers en in het algemeen kan men zeggen dat het een identificerende funktie heeft. De eerste 4 cijfers .geven aan welke onderneming van Robert Bosch het betreft. Het 4e cijfer geeft ook een kode voor de vestiging in Weert of in Viers en. Het 5e cijfer geeft het soort artikel aan, men kent hier 10 mogelijkheden, te weten :
o 1 2
3
= = =
gietwerk materiaal mechanische inkoop
6 1
= =
elektrische inkoop
8
5
= = =
= =
handelswaar bedrijfsmiddelen voorbew. onderdelen onderdelen
4 ge~eedschap 9 bouwgroepen De Iaaste 5 cijfers van het ident.nr. geven een volgnummer. Er zijn echter enkele nrs. uitgegeven voor bepaalde onderdelen.
~
2
Ret klass.nr. bestaat uit 5 cijfers. Ret eerste cijfer geeft aan welk artikel het betreft, 0 = komplete installatie 5 = materiaal 1 = bouwgroepen 7 = bedrijfsmiddelen 2 = inkoopartikel 9 = moedertekeningen en hun samenstelling 3 = onderdelen De opbouw van de resterende 4 cijfers is voor elk artikel verschillend en wordt besproken in de volgende paragraaf. 1.2
De opbouw van het klass.nr. per artikel 1.2.1
Komplete installatie, O.NN.NN. De klassifikatie is hi~rarchisch en bestaat uit 4 niveau's. Dit is te zien in figuur 1.
o.omm 100 0.1mrn 125 O.2N1m 175 o.3~
320 330 0.5IDlN .4-':;:l.jde o.6mm Duplex
500rt doser:l.ng
Soori 'Droduct .
O.NONN O.N1NN O.li2NN O.N}BV
O.IDIOli 1'oedingsmiddelen'
Geen dosering 1'ol:d08. WO=d08. weegscbaal
o.4lOOi
O.li4NN O.li5ID1 Eleva.tor O.li6ID1 Yol.dos.+elev.
O.7N1m
O.1l1IDl O.NeIDI Veegscb.+elev. O.li9ID1
O.BNlrN O.9NlrN Over:l.ge mach.
500rt
O.IDI1li O.IDI2B O.W3li O.IDI4N O.IDI5li O.IDI6N
Genots~iddelen
Zoet- en bakva:en Dra.nken Over1g voedsel Cheo.tecbn. p:oducten XOBmet1sche producten
O.l/ll71l' O.WBli O.B1l9:N Overige
la.ssv8tee~
O.BNNO
ES-8Y8tee~
O.~1
Tuf~-.ysteem
O.HRi2 XTE-systee: O.IDlli; XISS-systeem O.~4 Roog!requent O.XNN5 Ultrasoon
O.~6
O.IDlli7 Eoltmelt O.liIDlB Xo!!1eTent1el O.liIDl9
figuur 1.1
opbouw O.NN.NN
Zijn er binnen een klass.nr. meerdere komplete installatie's aanwezig, dan staan deze geordend naar oplopend ident.nr. 1.2.2
Bouwgroepen, 1.NNNN. Rier is voor een indeling naar funktie voor elk van de 4 cijfers gekozen. Deze indeling is gemaakt voor het gehele Bosch koncern. Daar veel van deze funkties niet worden uitgevoerd door verpakkingsmachines, worden er maar enkele klass.nrs. benut.
3 In de onderstaande figuur is de indeling van de eerste twee kodeposities gegeven, in bijlage 1 de indeling van de 1.0NNN klasse.
1.0
I
1.1
I
1.2
Alse•• machlnebouw lunetlea Enersle overdracht Stat1ach
Enersle veranderins
1.N~
•
1. ~
PH
~o';;bereld. IIormen
~1truaten
Lager Geleiding ~andrijving Opnemen
Container 1
verbrengin (enkelY.)
2
verbrensin ~entilator (meerv.)
,
Fr....
Hech. Verbinding
Pomp
"
6
Drager
8
VenUel
Koeling Verwormins
Leiding
Reinigen
Uydr./pneul 'Smeren sturins
1 Atscherminf
1.5
Beveiliging
I
1.6
PO
PH
Vullen
Sluiten
Tranaport.
Behandeline
Schuhen
PO
Doseren
Lasaen
trekken
Vormen
Wegen
Krimpen Smelten
011jden
VeMormen
'1'ellen
Peraen Drukken
Draalel)
lIrJ J"on
J.ijmcm
VerzaJlelen Verspreider
Voorbereid. Controleren
Scheiden Uitrusten lIIet
Clippen Productbescheming
Ileleiclnn
Overgeven
Verblijven
Bodlenen
9
figuur 1.2
I
Wikkelen o.hullen
'l'alol
5
1.',
Verp. Nch. functiea
Huia Kaat
o;
I
opbouw 1.NN.
De 1.1NNN, de 1.8NNN en de 1.9NNN klasse zijn leeg. Om beter gebruik te maken van het bouwgroepen klass.nr. is men bezig met het opstellen van een indeling voor Bosch Weert alleene Het tweede cijfer geeft hierin het machinetype aan, het derde de hoofdgroepen, het vL~rde de subgroepen en het vijfde cijfer geeft een verdere indeling. Deze nieuwe indeling moet gelden voor alle verpakkingsmachines. Belangrijk is dat er nu een koppeling is gemaakt tussen de bouwgroepenen de komplete installatie (machine type) • In eerste instantie wordt dit koderingssysteem op een personal computer gezet waarbij met mogelijk zal zijn om binnen een klasse nog op een aantal kenmerken te zoeken. Daar deze kenmerken in het huidige systeem niet meegenomen worden, moet men ze per groep opzoeken op de tekeningen~
- 4 1.2.3
Inkoopartikelen, 2.NNNN. De indeling is hier als voIgt funktie - subfunktie - vorm - vorm. Voor de indeling naar funktie bestaan de volgende mogelijkheden :
o = 1 2
=
bevestiging
5 6
bediening lageringen
7
aandrijvingen
8
3
= =
4
= kompletering
=
= = =
pijp- slangverbindingen pneum.-hydraulisch elektrisch verwerking
In bijlage 2 is ook de indeling van het 3e cijfer (subfunktie) gegeven. Daar er zich in vrijwel elke klasse meerdere inkoopartikelen bevinden, is een verdere indeling naar diameter en andere belangrijke afmetingen gemaakt. Ook kunnen artikelen die nog nooit zijn besteld (en dus geen ident.nr. hebben) erin staan. In bijlage 2 op het tweede blad is dit te zien voor het klass.nr. 2.2105. De klass.nrs. staan verzameld in een katalogus, geordend op klass.nr. 1.2.4
Onderdelen, 3.NNNN. AIle onderdelen die bij Robert Bosch worden ontworpen zijn ondergebracht binnen deze klasse. De indeling is als voIgt ~ het tweede cijfer geeft een vorm of hoofdfunktie. Na de indeling op vorm gaal; het verder met : - het derde cijfer geeft informatie over de buitenvorm. - het vierde cijfer geeft informatie over de binnenvorm. - het vijfde cijfer geeft informatie over bewerkingen aan vlakken en radiale boringen. Zie hiervoor bijlage 3, blad 1. Bij de klassifikatie naar funkties wordt in de volgende drie cijfers een nadere omschrijving van de funktie gegeven : - het derde cijfer geeft informatie over de funktie. - het vierde cijfer over de verschillende uitvoeringsvarianten binnen een groep. - het vijfde cijfer geeft nadere informatie over de uitvoeringsvarianten. Zie bijlage 3, blad2. In de klassifikatie zijn ongeveer 24.000 onderdelen opgenomen binnen een totaal van een 2000 klassen. Via de kodering vindt men de klasse, waarbij elke klasse wordt voorgesteld door een principetekening. Binnen zo'n principetekening zijn soms varianten mogelijk. Voorbeelden hiervan zijn te vinden in bijlage 3, blad 3.
- 5 De klassegrootte is variabel en ligt tussen de 1 en 195 onderdelen. Deze staan geordend naar de belangrijkste afmetingen. Zie hiervoor bijlage 3, blad 4. De vaker gebruikte onderdelen, waarvan er meerder in een klasse voorkomen, staan op klass.nr. in een katalogus. Bij elk onderdeel staat het ident.nr. ervan en het klass.nr. van het materiaal waaruit het bestaat.
1.2.5
Materialen, 5.NNNN. De klassifikatie van materialen is als voIgt opgebouwd de eerste twee cijfers geven de kwaliteit. Waarbij een splitsing wordt gemaakt tussen metaal en niet-metaal. De laatste twee cijfers hebben betrekking op de vorm of toestand van het materiaal. In bijlage 4 zijn de mogelijkheden gegeven voor de indeling van 5.NNNN klasse. In een katalogus staan de materialen geordend op de laatste twee cijfers. Dus eerst aIle mogelijkheden van 5.NNOO, daarna die van 5.NN10 enz. Verder staan er de ident.nrs, de afmetingen en evt. de normen bij.
1.2.6
Bedrijfsmiddelen, 1.NNNN. Bij de bedrijfsmiddelen wordt er onderscheid gemaakt naar de volgende kenmerken; het tweede cijfer geeft het soort bedrijfsmiddel aan, het derde cijfer de groepen, het vierde cijfer bevat de groepsonderverdeling, en hetlaatste cijfer is een kengetal voor grootte, prestatie enz. In bijlage 5 (blad 1 en 2) is de indeling van een aantal klassen gegeven. Binnen een klasse is, als er meerdere gereedschappen instaan, nog een onderverdeling gemaakt naar diameter en lengte. Er kunnen ook gereedschappen bijstaan die nog niet besteld zijn, en dus geen ident.nr. hebben. Zie hiervoor bijlage 5, blad 3.
1.2.1
Moedertekeningen en samenstellingen, 9.NNNN. Moedertekeningen worden gemaakt van bepaalde veel voorkomende onderdelen, die bijvoorbeeld aIleen in sommige afmetingen verschillen. Dit kunnen ook groepen zijn, zodat er ook moedertekeningen van samenstellingen zijn. Binnen de klasse is nog geen verdere indeling gemaakt, dan het eerste cijfer. Er is weI een ordening naar oplopend ident.nr •• Moedertekeningen hebben altijd een 8.101.829.NNN ident.nr., samenstellingen een 8.101.908.NNN nummer. Er bevinden zich ongeveer 300 stuks in deze klasse.
- 6 -
1.3 Het csmputersysteem Robert Bosch in Weert heeft een aansluiting op de centrale computer van het Bosch-koncern, die in Duitsland staat. Er is sprake van een batchverwerking, zodat ingaven per dag worden opgespaard en in een keer verwerkt. Het is dus niet mogelijk om een ingave direkt op juistheid te kontroleren. Foutmeldingen zijn een dag na de ingave beschikbaar. AIle belangrijke gegevens van een order worden ingevoerd. Er kan gezocht worden op ident.nr., oud tek.nr. en op klass.nr. Het is echter niet mogelijk om op naam te zoeken. Medio 1985 zal een nieuw computersysteem in gebruik worden genomen. Hierop zijn meer mogelijkheden om artikelen terug te zoeken. Behalve de drie genoemde nummers kan er dan ook op naam gezocht worden en daarbij nog op een aantal kenmerken. Het nieuwe systeem heeft een real-time verwerking, kontrole kan direkt na ingave plaatsvinden.
- 7 -
DE ORDERDOORLOOP
HOOFDSTUK 2 2.1
Inleidin,!l' In de onderstaande figuur is globaal te zien welke afdelingen betrokken zijn bij het afhandelen van een order.
orderbehandeling
~ 1
15
14
konstruktie
13 werkvoorbereiding
normalisatie en
12
tekeningbeheer
3 materiaalvoorziening
17
Iol(l~:-----
en voorraadbeheer
6
I.
18 figuur 2.1
5 11
produktieplanning
produktie
computer
De orderdoorloop
- 8 -
Verklaring van de cijfers (de inhoud van de termen wordt later behandeld)
o
een order
1
een tekenopdracht
2
de originele tekening van onderdelen, met samenstelling en stuklijst
3
invoeren struktuurgegevens, groepenstuklijst en onderdelenstuklijst (de Stammsatz)
4 5
kopie~n
6 7 8
9
van 2 bewerkingspapieren werkmap werkmap en planblad order gereed aanvraag voor een arbeidsplan
10
arbeidsplan invoeren
11
NC-programma, speciaal hulpgereedschap en bewerkingspapieren
12
melding arbeidsplan ingevoerd
13
wijzigingsvoorstel
14 15
melding accoord groepenstuklijst voor klantenorder
16
reservering materiaal
17
bepaling levertijd
- De orderbehandeling kontroleert een order, maakt een groepenstuklijst, zorgt voor tekenopdrachten van nieuwe onderdelen en behandelt orderwijzigingen en aanvullingen. - De konstruktie zorgt voor de ontwikkeling van nieuwe machines, tekeningen van standaard machines en klantgebonden onderdelen, opstellen van samenstelling en stuklijst. - Normalisatieen tekeningbeheer zorgt voor de uitgifte van identnrs. en klass.nrs., voor het ingeven van de Stammsat~ de vervaardiging van kopie~n van tekeningen, de vervaardiging van mikrofilm en mikrofiche. - DewerkvoorbeTeidingzorgt voor de aanmaak van Arbeidsplannen, zowel voor konventionele- ale NC-machines en voert ze in de computer. Ook zorgt ze voor eventuele hulpmiddelen (speciaal gereedschap, ponsbanden). Een Arbeidsplan wordt in vervolg afgekort tot AP. Materiaalvoorziening en voorraadbeheer zorgt voor de aanmaak van bewerkingspapieren (werkmappen) en voor de aanwezigheid van het benodigde materiaal. - De produktieplanning bepaalt de levertijd, houdt de voortgang per order bij, kan prioriteiten aan een order toekennen en maakt planbladen voor de produktie.
- 9 -
2.2
Mogelijke wegen Een order heeft altijd een standaardgedeelte (de grondmachine) en een klantgebonden gedeelte. Voor het eerste zijn de teke~ ningen al eens gemaakt en is de Stammsatzenhet AP al ingevoerd. Voor het klantgebonden gedeelte moet dit nog gebeuren. Er zijn 3 mogelijke wegen door figuur 2.1. 1.
Betreft het het standaardgedeelte, de gevolgde weg is dan: o - 15 - 16 - 17 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 3 betekent hier invoeren struktuurgegevens en groepenstuklijst.
2.
Voor het klantgebonden gedeelte en voor wijzigingen van onderdelen geldt : o - 15 - 16 - 17 - 1 - 2 - 3 - 9 - 10 - (11) - 12 - 4 - 5 -
6 - 7 - 8 3 betekent invoeren onderdelenstuklijst.
3.
Kunnen er volgene de werkvoorbereiding fabrikagetechnische verbeteringen worden aangebracht, dan wordt de weg : o - 15 - 16 - 17 - 1 - 2 - 3 - 9 - 13 - 14 - 10 - (11) - 12 -
4 - 5 - 6 - 7 - 8 3 betekent invoeren onderdelenstuklijst. QE~~~!!~g : 11 staat tussen haakjes omdat deze output aIleen voor --------bepaalde machines geldt. De afdelingen die direkt met het klassifikatiesysteem te maken hebben zijn : orderbehandeling, konstruktie, normalisatie en tekeningbeheer en de werkvoorbereiding. Ze zullen in de komende hoofdstukken besproken worden.
- 10 -
HOOFDSTUK 3
3.1
De orderbehandeling
Input en output Input 1.
Een order, die bestaat uit een hoeveelheid tekst met specifikaties en een ordernummer.
2.
Orderwijziging of aanvulling, het komt vaak voor dat een order naar inhoud verandert, doordat een klant toch iets anders of nogwat extra's erbij wil hebben.
Output
3.
Een groepenstuklijst, die aIle benodigde groepen voor een machine (of een ordernummer) bevat. Er staat per groep een korte omschrijving op, met het ident.nr. en het benodigde aantal. De groepen waa~ een tekenopdracht voor is uitgegeven krijgen er de index t op en wordt de tijd gevraagd die nodig is voor het aanmaken van de tekeningen bij de konstruktie. De groepenstuklijst wordt doorgestuurd naar de produktieplanning (levertijd), materiaalvoorziening en voorraadbeheer (reserveringen) en de normalisatie en tekeningbeheer.
4.
Een orderwijziging of aanvulling krijgt als het nieuwe groepen betreft een nieuw ident.nr. en wordt dan coor·-gestuurd.
5.
Een tekenapdracht, als er van een groep geen eerder gemaakte groepen aanwezig zijn die erop lijken. Deze omvat een omschrijving van een paar zinnen van het gevraagde. Er staat verder het ordernummer van de verpakkingsmachine, het nieuwe ident.nr. en het oud tek.nr. Ope
-
3.2
11 -
De werkzaamheden In de onderstaande figuur worden de aktiviteiten getoond om te kom~n tot een stuklijst en/of tekenopdracht.
order
groepen
zoek soortge11 jke
gevonden
!liet gevonden
vergelijk tekenlng
besta.ande groepeD
gedeeltelijk te eebruiken
'\.;=...----., ma.ak tekenopdracht
stel de groepenstuklijst op
stuur de l1jst door
figuur ;.1
De'mogelijke wegen naar een stuklijst en/of tekenopdraoht.
- 12 Bij de binnenkomst van een order wordt deze eerst gekontroleerd op inhoud en daarna wordt gekeken in hoeverre deze te leveren is met standaard groepen onderdelen. Dit kan met behulp van een katalogus waarin de groepen per machine type staan geordend. Ook kunnen groepen gehaald worden uit de prijslijstenkatalogus, eveneens per machine type geordend. Verder is er een katalogus waarin de reserveonderdelen staan die per machine type worden meegeleverd. De groepen die zo gevonden worden zet men op de stuklijst. Kan een verpakkingsmachine geheel met standaardgroepen gemaakt worden, dan stuurt men de stuklijst door. Worden er variaties van groepen gevraagd, dan probeert men een gelijksoortige groep te vinden. Dit kan met een aantal katalogi (groepsoverzichts~ijsten), waarin aIle variaties staan die van een groep al eens gemaakt zijn. Zo'n lijst is opgesteld per machinetype, met eronder de naam en een omschrijving van een groep met het groepsnummer. Dit zoeken geschiedt vrijwel uitsluitend met het oud tek.nr., het ident.nr. en het klass.nr. geven geen houvast. Hierin wordt verandering gebracht door de al in par. 1.2.2 genoemde herindeling van de 1.NNNN klasse. Heeft men een gelijksoortige groep gevonden dan kunnen met de mikrofilm de tekeningen vergeleken worden. Is een groep te gebruiken, dan zet men ze op de stuklijst. Wordt er niets gelijksoortig gevonden of is een bestaande groep maar deels te gebruiken, dan geeft men een nieuw lioud'· tekeningnr. uit en vraagt een nieuw idp~~.nr. aan bij normalisatie en tekeningbeheer. Verd~r wordt een tekenopdracht voor deze groepen uitgegeven. Nu aIle groeps-ident.nr's.bekent zijn, wordt de stuklijst aangevuld en doorgestuurd.
Als de nieuwe indeling van de bOU1{groepen (zie par. 1.2.2) op de personal computer is ingevoerd, zal het voor de orderbehandeling mogelijk zijn om hiermee groepen te zoeken.
- 13 HOOFDSTUK 4
4.1
DE KONSTRUKTIE
Input en output
1
Een tekenopdracht, komend van de orderbehandeling.
2
Een wijziging van een tekening, komend van de werkvoorbereiding of de fabrikage.
£~~~~~ 3 : Een tekenopdracht resulteert in een tekening of tekeningen, met samenstelling en een stuklijst. - een tekening bevat ook nog een aantal gegevens over het onderdeel, deze staan altijd in de rechteronderhoek. De belangrijkste zijn : het oud tekeningnr., het identnr., het klass.nr., de benaming, het klass. nr. en het identnr. van het materiaal en het identnr. waarvan dit onderdeel is afgeleid, of het identnr. van de moedertekening. Voor een uitgebreider overzicht zie bijlage 6. - voor de montage wordt een tekening van de samenstelling gemaakt. - de onderdelen van een groep worden achterelkaar op de stuklijst gezet, zie onderstaande figuur.
figuur 4.1.
De stuklijst
Bij de meeste velden is de inhoud al aangegeven. Ter verduidelijking: veld nummer 1 bevat het identnr. van de groep, veld nummer 2 het identnr. waarvan deze groep is afgeleid of het identnr. van de moedertekening en veld nummer 3 de identnummers van de onderdelen.
- 14 -
4
Wordt er een wijziging doorgevoerd aan een groep of onderdeel, dan wordt een wijzigingsbesluit ingevuld. Hierop komt te staan : - de reden tot wijziging. - de naam van degene die ze doorgevoerd heeft. - het klass.nr., identnr. en oud tek.nr. voor en na de wijziging. - de datum waarop het van kracht wordt. - wat er gedaan moet worden met evt. voorraden, lopende orders en bestellingen. De gewijzigde tekeningen met evt. ook samenstelling en stuklijst en het wijzigingsbesluit worden naar de normalisatie en tekeningbeheer gestuurd.
Het ontwikkelen van nieuwe machines gebeurt ook binnen de konstruktie. Er bestaat dan intensief overleg met de werkvoorbereiding en de voor/nakalkulatie. Het ontwikkelingsproces wordt verder buiten beschouwing gelaten.
- 15 De werkzaamheden. De onderstaande figuur laat de aktiviteiten zien die nodig zijn om een tekening, met samenstelling en stuklijst te maken tekenordracht
1 poer nunme:."
~!lijk
moedertekenine
zoeken naar
opzoeken
soortig(e) oDierdeel (groep)
gelijksoortig
gdijlcsoortig niet £evonden
zoeken naar een ~lijksoortie:e
groep
vergelij1c tekening
tekening to'
tekening Diet
gebruiken
,.~\
/
msak EPl! m.b.v. tekenord:t'a.cht
Qvernemen wat van
vraag klass.
toe passing is
nr. san
doorsturen -tekening -samenstelling -stuklijst
figuur
4.~
het opstellen van een tekening, met samenstelling en stuklijst.
- 16 -
Men krijgt van de orderbehandeling een tekenopdracht, dit is een summiere omschrijving van het gevraagde met een nieuw identnr. en oud tek.nr. Is dat laatstehet nummer van een groep, dan is het zoeken naar een gelijksoortige groep gemakkelijk. In een katalogus staan onder dat oud tek.nr. de totnogtoe gemaakte tekeningen verzameld, met oud tek.nr •• Met dit nummer kan met de computer de stuklijst opgevraagd worden. Zijn er tekeningen van onderdelen te gebruiken dan worden de kopie~n van de originele tekeningen bij normalisatie en tekeningbeheer aangevraagd. Wijzigingen worden waar nodig doorgevoerd, de rest wordt aangevuld en de tekeningen worden doorgestuurd met samenstelling en stuklijst, naar normalisatie en tekeningbeheer. Van bepaalde veel voorkomende onderdelen of groepen zijn moedertekeningen gemaakt. Deze opzoeken kan met een katalogus, hierin staat een overzichtslijst van moeder.tekeningen geordend naar het oud tek.nr. van een machine of een klantgebonden groep. Er staan verder de naam, het klass.nr., het identnr. en het.formaat van de moedertekening in. Er wordt weer een kopie van de originele tekening gevraagd, deze wordt ingevuld en de tekening met samenstelling en stuklijst worden naar normalisatie en tekeningbeheer doorgestuurd. Kan er niet van de eerder geneemde mogelijkheden gebruik gemaakt worden, dan probeert men een gelijksoortig(e) onderdeel (groep) te vinden. Dit kan m.b.v. de omschrijving op de tekenopdracht en een katalogus (de nummerlijst) waarin aIle variaties staan die van dat onderdeel voor die machine al eens gemaakt zijn. De katalogus is opgesteld per machinetype, op oplopend oud tek.ilr. (groep), met eronder de naam en een omschri,jv';~.g van het onderdeel of de groep met het volledige oud tek. T".::-. Met een gevonden oud tek.nr. zoekt men met de computer het ident.nr. op en kijkt met de mikrofilm naar de tekening (evt. kan hiervan een afdruk worden gemaakt op A3 formaat). Is een tekening ts gebruiken dan neemt men over wat van toepassing isevt. ook de stuklijst en de rest wordt aangevuld. Is een tekening niet te gebruiken of worden er geen gelijksoortige groepen gevonden, dan moeten die zelf getekend worden. De materiaalkeuze kan worden gedaan m.b.v. een katalogus, waarin de materialen geordend staan op klass.nr. (zie hiervoor par. 1.2.5). Voor het schrijven van de stuklijst moeten ook de inkoopartikelen bepaald worden. Dit kan met de katalogus,beschreven in par. 1.2.3. Is dit gedaan dan wordt er voor de tekeningen klass.nrs. en/of identnrs. aangevraagd bij normalisatie en tekeningbeheer. Dit wordt ingevuld en de tekeningen, met samenstelling en stuklijst worden naar die afdeling gestuurd. Het kan voorkomen dat voor een tekenopdracht aIle drie de mogelijke wegen doorlopen kUnnen worden. Dit ligt aan de inhoud van de groep waarvoor een tekenopdracht is opgesteld.
- 17 HOOFDSTUK 5 5.1
De normalisatie'en tekeningbeheer
Input en output ~g~~~
1. 2.
3.
4. 5.
een groepenstuklijst, komend van de orderbehandeling. nieuwe tekeningen met samenstelling en stuklijst, komend van de konstruktie. eenwijzi~ingsbesluit, komend van de orderbehandeling (groepen) of de konstruktie. een aanvraag voor een ident.nr., komend van de orderbehandeling (groep) of de konstruktie. Of voor een klass.nr., afkomstig van de konstruktie. aanvragen voor kopieijn van tekeningen, komend van mat. voorziening en voorraadbeheer.
~~~~~
6.
7. 8.
9.
kopieijn van tekeningen, met samenstelling en etuklijst, voor een aanvraag van een AP bij de werkvoorbereiding. Eventueel met een wijzigingsbesluit. uitgifte van ident.nrs. en klass.nrs. kopieijn van tekeningen voor mat. voorziening en voorraadbeheer. verdelen van mikrofilm en mikrofiche naar diverse afde:Ungen.
- 18 -
5.2 De werkzaanbeden. ================ In de onderstaande figuur worden de aktiviteiten van de normalisatie en tekeningbeheer getoond. groepenstuklijst
invoeren
met tekenopdracht
r-------I
~~~s.:~t:e-~ I
I
I
I
bepaal lc1.ass. nr. I~.Io_--I 'tekeningen '-
I J
kontrole op normal1satie
aanmaken kopie
,------------.., I materiaalvaorziening I
en vaerraadbebeer
t ---
lnvoeren
I
--------1
r--------l I
werkvoerbereidlng
I
aanvraa.g veer JJ
I
I
I
I
I
I
'
I
I
:
I
I
I
I
I
I
I
I I
I
I
I
I I
I I
I I
I
:
..
... :---..-..-..,. .'.I
I . aanvragen kaplen
aanmaken kapien
,.....
I.~_-
I
I
kopien
I
I
.1. _ _ '_ _' _ _
--'
figuur 5.1
-4 I
/~~~:;;~_a~ __ J
,
I
I
I
:""-"_............".....".". .ps_.,. .-k-o-n-t-r-o-l-e-o-p-,i-n-ga-v-e---,l
I I melding etuklijst ingevoerd
I
f----------,
I
melding graepen ingevoerd
I
I
.I
De aktiviteiten.
I
- 19 De groepenstuklijst komt van de orderbehandeling en wordt meteen in de computer gevoerd. Bij de materiaalvoorziening en voorraadbeheer wordt gemeld dat de groepen zijn ingevoerd. Op de groepenstuklijst kan men zien voor welke groepen een tekenopdracht is uitgegeven (index t, zie par. 2.2.1 punt 3). Als hiervan de tekeningen met samenstelling en stuklijst van de konstruktie komen, wordt het klass.nr. van de onderdelen bepaald. Dit gebeurt met behulp van de katalogus, beschreven in par. 1.2.4. Is het klass.nr. bepaald, dan gaat men de tekeningen kontroleren op normalisatie (zijn de juiste symbolen gebruikt, staan de afmetingen op de juiste plaats etc.). Men maakt voor de werkvoorbereiding een kopie van de tekeningen, met samenstelling en stuklijst. De laatste wordt in de computer gevoerd. De originelen worden opgeborgen in een archief. De kopieijn worden naar de werkvoorbereiding gestuurd, met de aanvraag voor een AP. Men wacht dan op ue melding dat het AP is ingevoerd. Na deze melding kontroleert men de eigen ingave en vervolgens stuurt men een bericht naar de mat. voorziening en voorraadbeheer, de stuklijst is kompleet ingevoerd. Tegen de tijd dat de werkmappen gemaakt moeten worden komt er van die afdeling een aanvraag voor kopie~n van de tekeningen. Deze worden aangemaakt en erheen gestuurd. Een wijzigingsbesluit (beschreven in par. 4.1 punt 4) voIgt dezelfde weg als een groepenlijst.
5.3 Uitgifte klass.nr. en ident.nr. De uitgifte van en er zijn maar Verder wordt er of aanvullingen
klass.nrs. berust geheel bij deze afdeling twee personen gemachtigd dit te doen. gezorgd voor het versturen van wijzigingen van de katalogi.
Ook het beheer van de ident.nrs. ligt bij de normalisatie en tekeningbeheer. Dit geldt voor aIle ident.nrs. behalve de 8101.6NNNN-reeks, deze wordt door de werkvoorbereiding beheerd.
5.4 Aanmaak mikrofilm en mikrofiche Het gehele onderdelen tekeningbestand is op mikrofilm gezet en kan worden geordend naar ident.nr. of klass.nr •• Een tekening staat in zijn geheel op de mikrofilm, zodoende zijn de gegevens van de rechteronderhoek ook direkt beschikbaar. De mikrofilm wordt op 5 afdelingen gebruikt.
- 20 -
De mikrofiches bevatten een aantal koppelingen van gegevens 1•
het oud tek.nr. (ingang) met de naam van het onderdeel, het klass.nr. en het ident.nr. .
2.
het ident.nr. (ingang) met de naam. het klass.nr. en het oud tek.nr.
3.
het klass.nr. (ingang) Hierin is een splitsing gemaakt tussen : -
4.
inkoopdelen, geordend naar oplopend ident.nr. gereedschap, " II II " onderdelen, II " " II " oplopende afmetingen materiaal, " groepen II " oplopend ident.nr. komplete installaties, geordend naar oplopend ident.nr.
het ident.nr. (ingang) Hierin is te zien welke onderdelen, groepen of inkoopartikelen in welke verpakkingsmachines gebruikt worden. Een andere fiche geeft het gebruik van materiaal in welke onderdelen aan.
De mikrofilm en de mikrofiches worden buiten het bedrijf aangemaakt. De normalisatie en tekeningbeheer zorgt voor de opdracht hiervoor en voor de verdeling na binnenkomst.
- 21 -
HOOFDSTUK 6
6.1
DE WERK"VOORBEREIDING
Input en output
1.
De meest voorkomende input is de aanvraag voor een AP. Deze omvat de tekeningen van onderdelen, een samenstelling, de stuklijst en de leverdatum. Deze aanvragen kunnen komen van: normalisatie en tekeningbeheer, als het nieuwe onderdelen betreft. normalisatie en tekeningbeheer, als het gewijzigde onderdelen betreft. . -,de voor/nakalkulatie, als er bewerkingstijden ontbreken, dit kan voorkomen op oude arbeidsplannen. - de materiaalvoorziening en voorraadbebeer, als er onderdelen van oude'machines (service) bijgemaakt moe ten worden. De laatste twee komen niet vaak voor.
2.
Er kan van de fabrikage of van materiaalvoorziening en voorraadbeheer het verz6ek komen tot het op voorraad houden van een nieuw gereedschap.
3.
Tijdens het ontwikkelingastadium van machines kunnen aanvragen van de konstruktie of de voor/nakalkulatie binnenkomen. Het betreft dan adviezen en voorlopige arbeidsplannen over tekeningen en materialen.
4.
Terugkoppeling van gerealiseerde bewerkingstijden uit de fabrikage.
2~~pu~
5.
Het kan voorkomen dat de werkvoorbereiding vindt dat een tekening in fabrikagetechnisch opzicht gewijzigd moet worden. Dit wordt dan met de konstrukteur besproken.
6.
Per onderdeel wordt een AP gemaakt en in de computer gevoerd. De inhoud van een AP wordt besproken in bijlage 7. Het onderdeel wordt dan bij de normalisatie en tekeningbe~eer gereed gemeld.
-
7.Wordt een'bewerking op een NC-~~~hine uitgevoerd, dan wordt een ponsband, een uitdruk van de ponsband, een gereedschapblad en een opspanblad naar de fabrikage gestuurd, om daar bij de machine bewaard te worden. 8.
Aanvullingen of wijzigingen van de gereedschapkatalogus worden naar de betreffende afdelingen gestuurd.
22 -
6.2 Het opstellen van een AP 6 .2.1. Inleiding. In de onderstaande figuur zijn de aktiviteiten om te komen tot een AP uitgesplitst. Ingang: tekening t etuklijstt eamenstelling en leverdatum.
kontrole op 1'abrikage technische aspekten
zoek gelijkeoortig onderdeel
vexmelding van moedertekening nr. of afgeleide tekening nr.
zoek AP OPt kopieer en vul &an
AP te gebru.1ken
AP niet te gebruiken
neem ever wat van toepaesing is
stel zelf AP op -bewerkingsvolgorde -machinekeuze
zorg voor hulpmiddelen -bestel NO-programma . -speciaal hulpgereedechap -bewerkingsbladen
figuur 6.1.
Mogelijke wegen tot het opstellen van een AP
- 23 -
Een aanvraag voor een AP bestaat uit een tekening van een nieuw onderdeel, een samenstelling, de stuklijst en de leverdatum, zie figuur 6.1. Op de tekening is tevens aangegeven van welk materiaal het onderdeel gemaakt moet worden. De werkvoorbereiding kontroleert de tekening op fabrikagetechnische aspekten. Bij aanmerkingen wordt de konstrukteur gebeld, met het verzoek tot veranderen. In deze fase wordt ook de beslissing genomen over zelf bewerken of uitbesteden. In principe wordt er aIleen gekozen voor het laatste als het technisch niet mogelijk is om het onderdeel zelf te bewerken. Het verschil met een inkoopdeel is dat bij het uitbesteden Bosch de specifikaties voor het onderdeel opstelt, bij inkoop wordt dit door de leverancier bepaald. Voor elk uitbestedingsonderdeel wordt een AP gemaakt, ook als het niet meer nabewerkt moet worden. De tijd die nodig is om een AP te maken hangt af van de ingewikkeldheid van het onderdeeI. Bij "gemakkelijke" onderdelen is het niet lonend om een AP van een gelijksoortig onderdeel op te zoeken, bij moeilijke gebeurt di t weI. 6.2.2
Het zoeken naar een bestaand AP
===============================
Dit kan op
4 manieren.
1: Voor vaak voorkomende onderdelen die aIleen in afmetingen verschillen worden moedertekeningen en moederarbeidsplannen gemaakt. Het identnr. van de moeder wordt o~ de tekening van het onderdeel gezet. Er wordt nu ongeveer een jaar gebruik van gemaakt. 2: Is een tekening afgeleid van een andere, de overeenkomsten tussen de onderdelen is dus niet zo groot als bij 1, dan wordt ook dat identnr. op de nieuwe tekening gezet.
3: Een andere mogelijkheid is het klass.nr. dat het onderdeel heeft gekregen en de naam. M.b.v. de mikrofiche kunnen zo identnrs. van gelijksoortige onderdelen gevonden worden. In sommige klassen komen echter veel (soms meer dan 100) identnrs. voor, dan wordt een andere mogelijkheid gekozen.
4: De laatste mogelijkheid is het oud tek.nr. van het onderdeel en het zoeken met de mikrofiche. Dit lukt het best met funktieonderdelen, want daarop is de klassifikatie van het oud tek.nr. gebaseerd.
- 24 -
Bij de eerste twee mogelijkheden worden er snel arbeidsplannen gevonden en kan men ervan kopie~ren wat van toepassing is. De rest wordt dan aangevuld. Bij de laatste twee mogelijkheden dient men, als men korresponderende identnrs. vindt, de tekeningen te vergelijken met de mikrofilm. Wordt er een overeenkomstig onderdeel gevonden, dan zoekt men het AP op in het archief en neemt over wat van toepassing is. De rest wordt aangevuld.
6.2.3 ~~=~~~~~=~~~~=£~~~~~~~=M:=~~~~~~~~' Er moet dan achtereenvolgens de bewerkingsvolgorde, machinekeuze en bewerkingstijden bepaald worden. Hiervoor is vakkennis en ervaring nodig. Bij het bepalen van de bewerkingsvolgorde heeft men als hulp een overzicht met aanwezige machines en een overzicht met de koppeling tussen bewerking, kostenplaats en machinenr. (ingang is het soort bewerking). Bij de machines kan men kiezen tussen konventioneel of NC bewerken. Dit is afhankelijk van het onderdeel (sommi~e onderdelen kunnen beter op een NC-machine gemaakt worden), de herhalingsgraad en de seriegrootte (± 10 stuks). Is een onderdeel eenmaal NO bewerkt, dan blijft dat zo, ook al wordt er de volgende keer maar 1 stuks gemaakt. De fabrikage zelf kan beslissen om het onderdeel konventioneel te maken, in het AP blijft echter de index N staan. Na de machinekeuze worden er yoor de konven.tionele bewerkingen, m.b.v. tabellen met no~~~jden, de tijden bepaald.
6.2.4 g~~~~~=~~~~=~~~~~~~~~~~~=~~=~~~~~~~~=~~=g~=g~~~~~~~ Nadat het AP is opgesteld dient men voor de hulpmiddelen te zorgen. Dit kan zijn: - het bestellen van een NC-programma bij een programmeur, zie de volgende paragraaf. - het zelf ontwerpen, tekenen en opdracht geven tot fabrikage van speciaal gereedschap, evt. ook uitbesteding. Zie paragraaf 6.4. het opstellen van bewerkingsbladen en tekeningen voor machines~ voornamelijk stanzbladen. Zie paragraaf ~.4. De laatste stap is het invoeren in de computer, dit kan na ingave van het identnr. en de bewerkingsindex. De dag na de invoering krijgt de werkvoorbereiding het formulier van bijlage 7 toegestuurd, dat wordt opgeslagen in het archief. Het komt nogal eens voor dat er binnen een AP iets veranderd, via bovenstaande ingang kan er ook per veld of per bewerking gewijzigd worden.
- 25 -
6.3 Het bestellen van een NO programma Voor het opstellen van een NC-programma bestaan de onderstaande mogelijkheden. ingang: tekening, AP en
IV c te
met variabele programma
ge~~iker.
niet met variabele programma
is er een gelijksoor-
programma al gemaakt, bepaal de variabelen
tig onderdeel
programma te
programma niet
gebruiken
te gebruiken
maak zeIt, evt. neem over wat van toepassing is, vul aan
zorg voor hulpmiddelen -gereedschapblad -opspanblad -ponsband
figuur 6.2.
de mogelijke NC-trajekten
m.b.v. modules
- 26 -
Er Z1Jn 7 NO-machines in de fabrikage aanwezig, van 6 verschillende merken. Met uitzondering van een oudere machine zijn ze voorzien van €len Bosch besturing en bij aankoop van nieuwe machines wordt hier rekening mee gehouden. De programmeur krijgt, bij de aanvraag naar €len programma, €len tekening en €len kopie van het AP. Hij dlent dan voor €len (of meerdere) bewerking(en) €len programma op te steIIen, zie figuur 6.2. Werd er eerder (zi€l vorige paragraaf) €len AP gevond€ln waar al €len NO-bewerking opstaat, dan zal het programma met geringe veranderingen ook te gebruiken zijn. Het wordt opgezocht, men neemt over wat van toepassing is en vult de rest aan. Is dit niet het geval dan wordt gekeken of €len bewerking a1 dan niet met €len variabelen programma kan worden uitgevoerd. De belangrijkste hulp hierbij is €len katalogus waarin de variabelen programmais staan gerangschikt. De ingang is €len tekening van €len onderdeel op A4-formaat, met daarachter het programmanr. Wordt er €len programma gevonden, dit kan ook €len koppeling van deelprogrammais zijn, dan kan er na ingave van de nieuwe waarden gekopie{:jrd worden. Dit kan snel gebeuren daar programma's (geordend op programmanr.) op diskette staan. Het prgramma wordt in €len werkgeheugen gezet, de waardsn verandert, het wordt gekopie~rd en met ~3n nieuw programmanr. weer op de diskette gezet. Kan €len onderdeel niet met €len variabelenprogramma gemaakt worden, dan probeert men €len geIijksoortig onderdeel te vinden. Dit kan eerst m.b.v. €len katalogus met schetsen van onderdelen (ingang) en hun bijbehorende oud tekeningnummers. De bijbehorende identnrs. worden nog toegevoegd. De schetsen zijn op A4-formaat, €len voorbeeld is te vinden in bijlage 8.· Verder kan dit weer met de mikrofiche, de mogelijkheden 3 en 4 van de vorige paragraaf. Worden er gelijksoortige onderdelen gevonden, dan zoekt men de programma's daarvan Ope In €len katalogus is €len koppeling per NO-machine aangebracht tussen het programmanr. (ingang), het oud tek.nr., het identnr. en de naam van het onderdeel. Het programmanr. is opgebouwd uit €len kode voor de machine en €len volgnummer. In €len archiefkast zitten verder op oplopend oud tek.nr. (ook dit wordt gewijzigd in identnr.): de tekening van het onderdeel, het bewerkingsb1ad in computertaal, €len gereedschapblad en een opspanblad. Is €len programma te gebruiken, dan wordt dit m.b.v. de diskette gekopie~rd, eventueel aangevuld en met €len nieuw programmanr. op de diskette gezet.
- 27 -
Wordt er geen goed programma gevonden, dan leidt men dit af van de tekening, zoveel mogelijk met behulp van modules (deelprogramma's) en wordt dit met een nieuw programmanr. op diskette opgeslagen. Is een programma geheel of gedeeltelijk gekopieerd, dan kan dit waarschijnlijk ook voor het gereedschapblad en het opspanblad. Zoniet dan kan het eerste met behulp van de gereedschappenkatalogus worden opgesteld. Om het intekenen van het opspanblad te vergemakkelijken is dit op schaal per machine voorgedrukt. Verder wordt een ponsband aangemaakt.
6.4
Zorg voor speciaal hulpgereedschap en bewerkin~sbladen Mallen, stempels en ander hulpgereedschap worden o.a. gebruikt bij de opspanning van een onderdeel op een machine. Ze worden door de werkvoorbereiding zelf ontworpen en er wordt een schets van gemaakt. Ze kunnen maar voor een (of enkele) onderde(e)l(en) gebruikt worden. De normalisatie en tekeningbeheer heeft een blok identnr's. beschikbaar gesteld, zodat de werkvoorbereiding zelf een identnr. kan toekennen. Verder wordt er opdracht gegeven tot aanmaak of tot inkoop. De bewerkingsbladen bevatten gegevens voor de bediener van een machine. In de meeste gevallen is dit de stanzmachine, en het bewerkingsblad bevat hiervoor een opspanschets met benodigd gereedschap en de ko~rdinaten. De gegevens van het speciale hulpgereedschap en de bewerkingsbladen worden in een archief op identnr. bewaard. Voor de bewerkingsbladen is dit het identnr. van het onderdeel.
6.5
Werkzaamheden m.b.t. de gereedschapkatalo~s Er kan van de fabrikage of van de materiaalvoorziening en voorraadbeheer een verzoek komen om een gereedschap op voorraad te gaan houden. . Dit verzoek omvat een omschrijving van het gewenste en de reden tot aanschaf. De werkvoorbereiding beoordeelt of het past in de normalisatie en wat er eventueel met oude voorraden gedaan moet worden. Als het verzoek wordt toegekend, dan vraagt de werkvoorbereiding een identnr. aan bij de normalisatie en tekeningbeheer. Er wordt dan een juiste omschrijving van het gereedschap gegeven en een klass.nr. toegekend. De werkvoorbereiding past de gereedschapkatalogus aan en geeft dit door aan alle'gebruikers.
Bijlage 1: de indeling van de 1.0NNN klasse.
r1A3SI:ICAT!~~. GROE?~
1 • OOID!
3~i
s
1 • Oo:!l'Y il:"3:~::
1.0040 Alu=.hu1s, balk
1.06003evestigi:gsplaat c:l::lsole ,··.0620 O¥~=gi::lg glijgoot
1.0043
1.0622
1.0000 Opbouv trame syn.kast elev. D-~.3ei:ke~uis
Iangsn.bei:kechuis aluo.huis + aand::-. 1.0052
?=i:~e::l=ek
1.0090 O:bouv/a=v.ond.huis '.009'
aes.on~.huis
E:l~~e::-s
bekke::l
1.0625 O;h=gi::lg tr=spo::-tb~~ 1.0625 Eo~~e::-s algemee::l O?~L.gi::lg algeDee: 1.06~0 Soi:kel
1.0645
O:~e=s~el bevee~:&a: bei:ke,~:l?
1.0675 3alk bekken,
ZOOOA
1.06,0 O:bouv/a~v.ond.d=age= 1.0115
~levatorbak
1.0'9' Aes.ond. drage::-
1.0190 O:bouv/aanv.o~d.co~tai::ler 1.0'9' Aes.ond.c:lntaine::-
1.0aoo
~:e~;laat
stofplaat
1.03W-' ?==e 1.0300
30Te:¥laa~
1.0808 Plexiglas afsc~e==i::lg 1.0S10 Xetti:gkast, sto~~a?
1.0353
E:le~st~ elev. X:l?,. t-.:k el ev.
1.0e18 ?lexiglas kap
1.0355 ?=a:e, ,oot .1.0390 O:bouv/aa:v.ond. t==e 1.0;9' Res.ond.!::-=e
1.0850 !leu=' 1.C852 3elche==kap 1.08,0
d~ibaa=
~:ouv/aanv.o:d.
a!sche=:ing
1.009' aes.ond. afscher:i:g 1.0.crn
Ta~~l
1.0450 Tafel (verstelbaa::-) 1.0460 Tarel (vast)
1.0490 Ombouv/&a:v.ond. tafel 1.0491 aes.ond. tafel
(1) 2: Indeling van de 2.NN klasse.
Eijlage
------
,
'NO, •. 4
ISi/;OI HAMAC ~
HiJw:iR
P'o,,'"
[[JJ
·Ifonpnf'tyng
I'
I I
2.0NNN 2.00 02 03 0406 07 08
15 16 18
I
I
i
2.2NNN 2.20 21 22 23 2425 26 27
29
In "''''
Bevestigin~ Bou~en,sch=oeven
I
Noeren Ringen Borgingen Stiften Pen.!len 11.1in.mage 1 s
31 ·32 33
34 35 36 37 39
42
44
46 49
I'
57 ,,.,0
I
Lageringen I Glijlagers Kogellage=s Flenslagers Rollage::-s Naaldlage::-s Hollen Kogelgeleidingen Stangenkoppen Spec.lagers Mo'toren Askoppelingen Riemen,banden Riemschijven Kettingen lte tting't1i elen Tandwiele!l ltoppelingen Overbrengir~selem.
D~Cl1'tingen
Veren J::luffers M.agneten Aan·t1ij zen,me ten
2.5J:m Pijn-3langve~bindi~~en 2.,0 5 i:EL..:e:!. araaa 5,'. steke::.-steken
56
liand',delen Sluitingen Scharnieren Sceertoestellen Pla?-tjes
2.4-'lNtI Komoleterin;
2.40
I
52 53 55
2.3NNN Aandrijvingen
2.30
H
~ ~ -'--
2.' NN~I J:ledieni!'..g 2.10 ltnoppen,g~e;:en ,1 ltegelg::-epe!l 12 14
15
...... II NKOOPART I KELEN ! i I !ILJN:NiNiN] I--:Wolt.•
I
te.lc nitlzl"r,,",. - Hr
7
59 [ 2. 6:.:~1 2.60
6; 62 63
6!. 65
65
6~
I 2.7",:;:1 2.70 7; 72 7.1. 75 77
79 2.80 82 8~
86 87 85
I
walze~-draad
walzeJ!-\.alzen draad-draad lasse::.-steken lassen-draad lasse::.-Iassen Installstie toebeho~en Pceu=.-~vd=aul~sch D:,,~..:..b.. c~er
I
Cili:::'e::-s Wege7~:!.tielen Stroo~ventielen Te~~gs!a~ventielen
Dru.:":7entie len Lucll77erzorgi!lg Pne=-=.ydr. toebehoren Elek"";:":'sc~
Sc='a~-:e':"aars
Bevelsa?p. Stuu=,3.egelapp. .l:leveiligingen Stroc=<erzorging ·Elekt::-cnische ann. Elekt::-.installatie Trans::or.eren Dosyre Samen.cegen K.limatiser.en K.en.r:le=~2.n'O.
Uit:::J.;-:iD.ge::l
I
!
( 2)
Indeling binnen klass. nr. 2.2105.
5:<:::
25
26
I--
29
[lLJ2,1os[ ~Qnf!
~ E:.:'::~
~,
in '"",
---: b I---
I.
. 1
"0
"0"
I1 II. Nr.
d]
I
]j
,~
[( ~
t 1·T L
Tragzchl C dyn.fNl
Kurzzeichen
1.'01- Hr.
llJ pi
331
P',
:iiI?',
3'
....J < ~:
'10
10
:1 '2
11 12
13
11 '5:
14
15 16
17 I
a
19
20 21
;23
24 15
'25
'8525 '6 OOS-iRS 107.80'S2'OS-2RS 117~50 :6305-2RS
t:iliJ
;:;:;:0 S~' '052 , . ; , ::OS~:079~
; ~:as-z- '08 7
;1,,:
( 1)
Bijlage 3: de indeling van de 3.0NNN klasse.
A~ bearbtg.. rt:C. 3c~.r~
N
I
Ell
,
~2
-- f - - - - - - i
8
1--------1 rUe...
,unitt;
.f------i
ti~'"tMatl,..• .;;
e
\-------1
--
o > c'
i
.!:!
,!
.
"0
~I
c:
!..
!la::t
! •
I--' • i--r--~---I
i :1
.
01
..
'"
llJ
tEs Es
s;: _ ,
.-
i - .: j-,-~,-,.-,,-,,-,::-.,-1
tl;tt
~ -: • f - - - - - - i 1- -
A
6!a . :'M~t 7 II
~
6 ••
~
.... """-'1[
_EE3 o.
• •
_
.: : l-_.....".;.:.i;_H:
t-------I
8
~8
9
9 ........ l_""__ lr
'-
6
~.-1-------1 ... f'-k....
;loll
E.7~ ~@ st.~
I - .: J--_.i.l..;."_ .... _---I
9
rlBli
...t.l.Mc;loc'ti!chU:
11.~ ~~ :9
I-_-"'-"-_-'.-"k-'-"~!
1--.-.-",_.-,_-..-..... - ....--<
de indeling van de 3.74NN klasse.
I~...~~,:~ -
Art
I c:
..
I
0
-
r-j:
I:
1
i
2'
21 I
.. 3;
3
c
r---.----~
,.:tt,
I
..
E
~,.u
~
.
C\
UJ
_3':. ;
t.
lC .... i~
~
----v ~1t'1~
::c~..
~
Sc"T.-cIl_W
c:
5
-':
r--ltil'l'''C.
,
6;
\Vf:::j z..........t.
;
5
~
°1I
lri.J
~
!l'u
~.5
11, I !
I
2i
I
in 2
2'[
" - -f-----j
,""IIM
I
cgr L~~' i
i
co.
!..
W ~
1
t-'ocui
NI
NI 7
c:
~. \:tl~.
'. !hE.
Gr;.jppe
Kiasse
61
llln"..,.
I
\il l.S
I
hi J
,I
Shu-
~
6\
.~
7
I
o...l.Iti.1"Y14
7
u.• ,
iis ~
Stit's- t.ln.j
ef
81~~
't-I- - , , - . ,... ----
i
....j -~
Qi
9
~i
--'-"'-11..-'- - j
:-j
l
8
Iv.- •. lit....... /l.tt......
.
9 ...,tt~
-....
------·-····
principetekening en varianten binnen een klasse.
HAMAC1C::J
.,;-.=~..,-'-=-"'--_-..!:,. "'•._~-.-. .• " ~ : I iJi.I0001Jr:.:-
Hi5u.ER~-·OVERZICHT c:::J
GJ.loloioiol
-f--
-~
-0
[31./01010111
-G
-+
0-
[3J. [01011151 +-~}---3
[3j .10 1015[01
-@- t=}
rn ./01013101 @--3 -@-
®-
-EJ
~
~ -ED-
-1
I
-Eft-
--EJ- -EJ-
-([D-
BLl
[3J ./01110101
BE3 -e-
.~
-,
St 2
[3J.loloI0121
+=-1
0
[3J .10/013151 t:~-~3
-@-
[3] .101110 121
+¥&3 0
6; 3
[3J. [ol%isl
1~
--~
-0
[3] .lololoj61
-F0:}-G[JJ ,10!011101
[j].Iololl.lol
[3] .1011/0151
p-*;q $
-FEB-{$-
[3]. loioll. j21
f~-"',:}
m.lol, 11.101
@- {}t- '9 ~
[3] .Iolol[.ls[
[3].Ioj210101
E=8@-
-Ie-...=.--D-=--_---Il81 L
'· W o
1
-1-'
a=3 -0-8! 5
"<e:=}-
-e-
indeling binnen klass. nr. 3.7422 •
.1.·..,\11 PJ}!}Yt.C 1[IJJ
~.
---~~~.:;,:;-;---~~-----
7
.
.'
~Q"'"1O ..
....
,.
;{·C~-E~~I,,~n!ilroN. TANDWLEU ! ! ~ I
I
::r:
0
('J
N~N('JIC'J ~ ~ddddd~d~~dddd
I
NC\I"'lC\l
21~3~11~~ 15~~~ ~~ ~~ ~
... " E
.I
I ,
i
-..tj~""'!~~..;{;~"'l""1"'1~"P"l"": I I I I I
i
('J
;1 ~~~~~~~~~~3~~
~linllrrll
0
I
81a"
g:g: IL~ )7i£.'2:21 .~
u.
c·' "
II
un9'.H"
H . . . 11
I I I I I I I I I I I , I I I I I I I I I I I I I I I I ,I I I I I " I I I
\oJ
J<
I
1
2S
11
I 11
1
I
1
!
'
I-
I
,
I
,.,' .<::.
I
I !
op
I'
~ Ii ~ J~ ~1111 , I IJ~ 111 J I~ ~II
.<::.
I
/K '"
I
,
,-~~ ~ ~ I ~ i 1
'"
j .
L:J lP
I
IIII1
NI
\
11
"
:;:
,.,
.<::.
.<::. .<::.
N
-'" ~
~ 0
-0
I
I
I
.
"
jJJ~9J1J9 JjJJ IIIII 111 1,"t 111111 '.
~~~~~ 14~:; ~~~~~ 11111 Jd.~ ::::::: ~~~9~ 9~9411111 I /1 =I ---IIj
N
"\7..:
---
~
i
d~~~ 11111 i: 1'1119111~ 1lli ~~~~~ ~~~~ "I~~~~ 11111 JJ~ ~~~~~ ii 99~~9~ III " 'NIJJ1,jJ~~ -111 II ~ 9~9911111
0 -0
-
:
9 ~ J ~ '-,"~ d~1'1~I '1I ,J1 i~1IIc) 11111 ; ,. 11
:<:
"
~""~
'" lLll
!
c
N
op
i
aLIi
a)~CJ
N
I
I
~1499~~~~9'~'~911111 1
2:
-~
M t:r,l,-. L:t:r-- k.oblol-IN:~'.:2' ~;~.C' b :'::'"110 ,f'"'1t.-l...... I..... I_I_._I_I..... I_~
010101010 lol 010 10
-_.-
--
SACHN.UMMER KLASS.-NR. -...... ' __
IDENT-NR. _ __----1.'
5 •NNNN
N NNN NNN NNN
TL:
Qualitat
(~etalle~
S T A H L + lIS £ H Unle&ierte Stahle I 11 !lau,Uhle 12 Autosaten.tahl. 1i £in.at~.tahle 1. VergUtung,.tlhle 10
1~
16 17 20 23
Wer~£eug.tahle
reder.tahle Hichtrostend. Stahle ROhei,en, GuAei.en Stahl' Verbund.toll, Stahl, .." omantelt 27 ~onstige Stahle II £ - S C H W £ R 3J Ku:>!er. :-ein 31 Kupterlegie:-ungen 32 Bronn 38 Kupfer' Verbund.tofl 39 Sons:ige HE-schwer lit-LEICHT .0 Alu~iniu~, rein .1 Alu~iniullllegierungen .8 Aluminiu~ + Verbundstott .9 Son.tige Ht-leicht
Qual;t!t (Hichtmetallel
FORM _ZUSTANO QUAL/TAT
H ICIITH£TALLE
Ouroplaste (Ouromerell'l'"' w~4vl 61 Thermopla.te (Plestomere) 6. Gummi, £la.te (Ela.tomerel 66 Leder 67 Papier. Pappe 68 "ol~. SchichtpreAetotte 10 ra.erstotfe. Textl1len 71 Basismaterialien. gedruckte Schaltungen 12 KunststofCe + Gewebe. GUlMli • Gewebe 7. Keramik Hinerelien, A.be.t, ·tternit 7S 71 Glas 19 Sonstige Hichtmetalle V E R 8 1 II 0 U II G SST 0 r r E 80 LOtstoff .. (auch fluBmittel) 82 SchweiB.toffe (auch Zu,atzstotte) 8. KlebstoCCe (jl~rter. VerdUnnung) 86 Oicht~asse. GieAmas,e 81 AnstrichstoCfe. farbpigmente 89 Sonstige Verbindung.stotte II 1 L r SST 0 r r E 90 fette, Ole. Schmiermittel 91 KlIhlmi ttel 92 C~emikalien fUr ObartlAchen Chemikal~~n allgemein 9~ 96 Reinig~ngsll\ittel 91 Treib- und Brennstofte 99 Sonstige Hiltsatotte 60
Form. Zustand
form, Zustand fuRHLOS 00
formlo. f LAC H 111 fL. BRfL Flach. 8relttlach 1. BO, fOL . 8and. folle 18
B1.. Tn.
• Blech. Platte. Tatel 19
Sond8l'tlach R' U II D
SONSTICl: 60 GWO. G!T. ORGWO, ORCfT Ge ... e~e. Gitter 63 PULV. GRANU 11' Granulat. Pulver. Hehl 6. PAST. fETI P•• t., fett 65 FWSS I OEL L~sung. flUs.ilk.it U GAS Ge. 57 GUSS GuAlecierllnc
20
RO Rund
58
22
DR
69
tli 26 28
Schmiedelegierun,
~ ll.D L/f) f I
G£W Stange (ohne RD. FL •• KT. 5KT) S
Schnur. Seil R 0 H R
30 3~
38
RO. PRO Rohr, Buchie lID ...... Rina
til) ~,
SilL
Schlauch PROFIL .0 4KT Vierkent-Protll 41 6KT Sechekant-Protl1 43 1.. l.S Winkel-ProtH
.
"5
T
.. 7
U
.8
U-Pro!!l FLRO
T-Prolil. Doppel-T-Protil
Fla~-lIohr.
Vierkant-lIohr
49 Son.tise Profile
Sonatige Zust~nde K A S CHI HEN B A U 70 KET. O-XET, T-KET Kette 12 Rie ..en 75 SNRBO Schar-nier 16 fED Feder ELEY.TIIIK 80 KA. KA-D. KA'D Kabelkanal. l.eitun.sk.nal 81 SHl. !solierschlaltch 82 SltH Schhne 85 LTG LeitunA. elcktri.ch 86 LTG Litze. blank
.
t:xJ
1-'t'"_J.
I-'
PJ
(Jlj
CD
.p.. p, CD
1-'-
::l
p,
CD I-' 1-"
::l
(Jlj
~
::l
p, CD
.
V1
~~
~
I-'
PJ
(j) ()l
CD
(1) Bijlage
I
5: de indeling van de 1.N en de 1.3N klasse • -- .._-~
.
--
--
.. '
4.
3.
2. Stelle
5.
'"
IN
0
1
Energle-, Erzeugungs- und Vertellungsanlagen Fert1gungse1nr1chtungen e1nsch11ess11ch Handarbeltspl~tzen
3
Werkzeugmasch1nen
4
Spanende Werkzeuge
C.
Vbr1ge Werkzeuge, Hllfsm1 t te1 und Vorr1chtungen
7 8
9
0
I---
I-
1
1
2
i6
0
0
-
t--
2
f-
3
3
'--
I--
4
4
4
5
For'der- und
6
7
Lage~lttel
fret Betrlebs- und Ges~aftsausstattung
6
.7
7
t--
I---
8
8
f--
~
3. Stelle
1~1 l-l.
i .
;
i
1
I
2
Hobeln und Stossen
!~~ ;~I-
j......2J .r .;
-
4.
5. S\elle
.
3
Frasen Sagen, Feilen und Raumen
--I ;a
-
2 I--
[B
3
5:
Bearbe1tung m1t geometr1sch unbest1mmter Schne1denform
·,•• ...,
---i -f
4
5
,
~
(/'l
fT1 r
>-
5
5
-
I--
6
Urformen, Umformen, Zerte11en und Fugen
7
Phys1kal1sche und chem1sche Abtragung
L-~
6
---.
6
~' ",I
I--
-
p.
7
7
!
W ~ ~i
I--
8
9
",r
ril
1
4
~,
U)w
I--
4
. '0
i
-
3
:; !
~ O~!
0
2
·
,, '",
tl o
h--
Bohren
~
rz~
9
1
I
j
9
0
Drehen .
'"
IfTl,rl
N 0
~
··,
,:5:! ,,
6 I--
9
I~I
I---
~
8
1:\
5
5 t--
PrUf- und Mesem1ttel
'~r
I--
I---
i
oflO)
1
t--
\
·0 I
2
L
3
l::.~
.'11 §~ .>
I
---
Grundstucke und Gebaude
!
:
:
~J:
~lelte
Besch1chten und Stoffe1genachaften and ern
8
,
8
9 .
_-
__
9 .
-
.
._. __ ......
~I
•
·
~
I
Lp
I-:-
Vorbere1tende und abachllessende Verfahren
._---
·z;
I !n:
!
,2
~
( 2) De indeling van de 7.30N en de 7.300N klasse.
- - - - - - - - - - - - - -._-.3. Stelle
4.Slelle
5, Slelle
N 0
Drehen
1
.
o
0
Spltzendrehmaschine mit Zugsplndel
1
Spltzendrehmaschlne mit Lelt- und Zugaplndel
1
2
Plan- und Kopfdrehmaschine
2
3
Koplerdrehmaschine
I--
2
-
tTl OJ
f---
3
3
I--
it
4
Revolveidrehmaschine
4
5
Drehautomaten
5
-
.
~
..,
· <
~
fTI ·r
f---
5
(f)
:s: ;,, -
I
......
-
... .. ~
r·
6
0
frei
'--
6
"
S'-J::;: ·,
'--
;;
7
7
NC- Drehmaschinen
7
R~
I-
.
S
'
8
Oewindeschneidmaschinen
9
Sonderdrehmaschlnen
1--'
~,
8 .~~
9
9
.
4. Stelle
5. Stelle
N
o
o
Drehen
1
1
I--
t-:-
2
2
!-
I--
!3
Spitzeodrehmaschlne mit Zuglipindel
Bett
'bis: ~6~O mm ·u~laur.. ~~er bis;;. 800 mm Drehlange
Bet~
;:i... ~
3
-
bis' 1500. nun Drehlange .
p630mm Umlauf. uber Bett 4 . uber 1500 nun Drehlange -
~
~
t-
6
6
II
5
~ber
p630 nun Umlauf uberBett
m AI
-
. U>ffi ·; . -5: ..", ~
~
~
trl
..-_... ... ...
7
~
7
7
-
f--
I
B
-
8
B
-
r---o
9
~
9 ...
---
.. '-.--
'--
6
t---
.
- . .. .
_9 .
-~
r
. rar ~ :
~
-
I
n ~ n"t
~
I
I1
U, U..
r._..-
5
!
.. I
-
,. gis
4
!
.'
.
bilS': p630mm Umlauf. uber Bet t
t--
:4
bis' p400. min Umlauf. uber Bett bis:, 8DO mm Drehlange •
1 ~~:r,P~pg ::~~;~~~n~~er 2
3
-
O
<
c v
I i ~ I I~
..
3- Stelle
·, N
..
"
;
De indeling van de 1.4202 klasse.
Kia "ifizi.f\""~- ler.
Sf~iELVCORCl.HLb~
..sPlfA>'ILbOQR
teO
tli.y.3-38.
~'7frz- IV • +l H
4
5 6 7
,e 10 11 12 13 14
15 16
17
18 1,
20 21
27 23
:
.
H 25 HtnWf'11o .
J
Ersatz flir: Ers.tzt dutch:
GEGEVENS OP TEKENING
BIJLAGE 6
In de onderstaande figuur staat de rechteronderhoek afgedrukt.
olgemene ruwhe,d: vorm er,
ploots 101 HH -We
CD
ozmene I I onlie: moe ISO -E ruwheld HH-We
@ Datum
-El4r
7L61
7LSI
[jelel<end
Ge2ien
®
Datum
(3)
]hoek:
@ Datum
sach-,.,.•.
Ve rpakkings machine s 'II~. J ~ L1 01J l
B.V.
benomn9
socli -,.,..
®
ITek.rv.:
U ~ UUUL..J
moleriool
®>
Oalum
(i:)
ISChool:
ME
U I (j{ I I§j l1QJ L..J W ®
U hoe_lL.....LJ heid (9)'-
I
I
Inorm ® Imol.
®
Normgecon f'rodgecon ruwe maot
ROBERT BOSCH' DOrSp,.ong
Q)
I
I
, , ,
I
UL!J
JU ~U L1.iJ ~ l1Q!J u
@ ,
I
, , ,
\§'lffiJJ
I
,
I
,
,
(f~
,
U U
I
Fonnoci.
SOd®
60
Bt.
ul:ru L~ @I!Q1J LJ L......
De van belang zijnde gegevens zijn 4 de schaal waarop de tekening getekend is 5 het oud tekeningnummer 6 : het klass.nummer en identnummer van de gietlegering 7 het klass.nummer en identnummer van het materiaal 8 kode voor de hoeveelheid materiaal 10 de ruwe maat van het materiaal 11 de norm bij het materiaal 13 naam van de tekenaar en datum 14 naam van de groepsleider die de tekening heeft gekontroleerd 15 naam van degene die de tekening op normalisatie heeft gekontroleerd 16 : de afdeling die van de tekening een AP heeft geschreven 17 benaming in 18 letters en/of cijfers 18 het klass.nr. en het identnr. van het onderdeel 21 het identnr. waarvan dit onderdeel is afgeleid, of het ident.nr. van de moedertekening Indien een onderdeel wordt gemaakt uit meerdere materialen, dan worden er boven de rechteronderhoek een aantal velden toegevoegd. De velden 7 tot en met 12 worden dan niet ingevuld, erbij komen voor elke materiaalsoort het ident.nr. en klass.nr., de benaming, de hoeveelheid en de afmeting van het materiaal.
(1 ) Bijlage 7 : De inhoud van een AP. Een AP bevat aIle belangrijke bewerkingsgegevens van een onderdeel, zie ook blad 2. Dit zijn : 1: het ident.nr. 2: het klass.nr. 3: de naam van het onderdeel 4: het oud tek.nr. 5: de kode voor Bosch Weert 6: drukdatum 7: een bewerkingsindex: A. betekent konventionele bew. NO bew. aanwezig N. " P. provisorisch, " niet optimaal uitbesteding z. 8: het nummer van de bewerking " 9: de naam van de bewerking 10: het kostenplaatsnr. 11: het machine (groep)nr. 12: de bewerkingstijden (stel- en stuktijd) 13: het ident.nr. van het AP waar dit AP een kopie van is (evt. gewijzigd) 14: ruimte voor extra informatie 15: datum van aanleg of wijziging van de bewerking. De niet benoemde kodes zijn nodig voor de computersturing. De arbeidsplannen worden bewaard in een archief, met als ingang het ident.nr. Dude arbeidsplannen van bepaalde onderdelen, die niet in de computer zijn ingevoerd, worden bewaard i.v.m. mogelijke aanvragen voor een AP. Deze staan gerangschikt op oud tekening nr.
Een arbeidsplan.
I.l:n
5
3
4
1 \'l.
/4
5 :Ie
.3 '
I"'""''' I .",,""
laX,
llijlage 8: Overzicht van s cb.etsen van tekeningen.
- - - - - - - - - - - - - - - ---=--.,.. .-+-......+I---J.-+o
.. .
I
~ Dit onderdeel komt
m~t
He-programma voor onder de volgende
oud tekening nummers. 1095.A- 0 5.205
1 iOO.B-015.001
05.206
1700.A-005·001
1 800. A-006 •001
145.002
006.022
106.008 Bijvoorbeeld: met behulp van de mikrofiche kunnen de naam, het ident. nr. en het klass. nr. gevonden worden. 1095.A-05.205 is een stelschotel links. ident. nr. 8101 812627.
klass. nr. ;.8030.
1800.A-006.001 is een stelschotel rechts. ident. nr. 8101 811628.
klass. nr. ;.8030.
INVENTARISATIE CLASSIFICATIESYSTEMEN Rapport nr. 3
INALFA, VENRAY
Auteur: R. Pans
INHOUD INALFA.
BIz.
1. Inalfa algemeen
2
2. Het bedrijfsclassificatiesysteem 2.1 Algemeen 2.2 De hoofdklassen
2 2 3
3. Het codeboek 3.1 De functie 3.2 De alfabetische index
7 7
4. De stuklijst
11
5. Het gebruik van coderingen
13
6. De werkvoorbereiding 6.1 Het gereedschap 6.2 De bewerkingsstaten
15 15 15
10
- 1 -
1.0
INALFA ALGEMEEN
Inalfa is een bedrijf dat een groot deel van haar activiteiten ontleent aan toelevering uit plaat en band materiaal gewalste, gesneden en gezette produkten. Als eigen produkt worden autoschuifdaken op de markt gebracht. Afnemers van Inalfa zijn vooral de automobiel-, de fijnmechanische en de elektrotechnische industrie. Toeleveringsprodukten worden op contract basis aangemaakt. Dit aan de hand van toegeleverde tekeningen en normspecificaties. Het vereiste speciaal gereedschap wordt door Inalfa waar nodig gespecificeerd en vervolgens door Inalfa of derden vervaardigd. Het gereedschap wordt vaak eigendom van de klant. Door de aard van de produkten en de aard van de produktie methoden kent Inalfa veel speciaal en relatief weinig universeel gereedschap. In tabel 1 is af te lezen hoe de verhouding ligt tussen toe levering en eigen produktie met betrekking tot de omzet en absolute aantallen produkten.
omzet
aantallen produkten
toelevering
60%
90%
eigen produktie
40%
10%
(de aangegeven percentages zijn schattingen). Tabel 1. Verhouding tussen toelevering en eigen produktie Inet betrekking tot omzet en absolute aantallen produkten
2.0
HET BEDRIJFSCLASSIFICATIESYSTEEM
2.1
Algemeen
Het bedrijfsclassificatiesysteem is afgeleid van een algemeen classificatiesysteem dat toegepast is door het Bureau voor Industri~le Classificatie. (Het systeem van Brisch). Het doel van het systeem is voor Inalfa tweeledig: 1. Het dient ter unieke identificatie van een object 2. Het dient een object te kenmerken
De kenmerken en de gebruiksmogelijkheden van het systeem bij de beschrijving van de afzonderlijke klassen. Het coderingssysteem biedt plaats aan 10 hoofdklassen.
- 2 -
komen
ter
Deze zijn:
sprake
hoofdklasse 00 1 2 3 4 5 6 7 8 9
gereedschappen ter vervaardiging van produkten van Inalfa en derden grondstoffen grondstoffen (bevestigingsartikelen) grondstoffen (handelsartikelen) halffabrikaten gereed produkt wordt niet benut handelsgereedschappen terreinen, produktiemiddelen, transport uitbestede bewerkingen
Tabel 2 Hoofdklassen Binnen elk van deze hoofdklassen is er sprake van een hierarchische structuur. Bij deze structuur geldt in het algemeen dat de betekenis van een cijfer in een codenummer afhankelijk is van de waarde van het voorafgaande cij fer. Het codenummer bestaat uit 8 cijfers. Het aantal kenmerken dat in een hoofdklasse nodig is om een codecijfer te benoemen verschilt per hoofdklasse en per codepositie. Een meer gedetailleerde beschrijving van de classificatie vindt U in het volgende.
2.2
Uitleg Hoofdklassen
Gereedschappen ter vervaardiging van produkten van Inalfa en derden
xx
00
T klantaanduiding
x
T
klasseaanduiding
xxx
T
volgorde nummer KLASSEAANDUIDING
o 1 2 3 4 5
Proefgereedschapswerktuigen 6 Draai en freesgereedschapswerktuigen Snijgereedschapswerktuigen 7 Controlegereedschapswerktuigen Zetgereedschapswerktuigen 8 Combinatiegereedschapswerktuigen Trekgereedschapswerktuigen 9 Anders dan 0 tim 8 Las en puntlasgereedschapswerktuigen Boor en tapgereedschapswerktuigen
Tabel 3 Klasseaanduiding In dit nummer wordt de klant van het eindprodukt aangeduid. Vooral in de toeleveringssector komt het nogal eens voor dat van een klant produkten
- 3 -
voorkomen die niet aangepast kunnen worden op bestaand gereedschap. De relatie tussen het eindprodukt en het gereedschap wordt zeer sterk geacht. Ret beoordelen of vereiste gereedschappen reeds aanwezig zijn of van bestaande gereedschappen af te Ieiden zijn is met de classificatie niet mogelijk en wordt ook niet nuttig geacht. Inalfa gereedschap staat onder klantnummer 00. Er is geen apart overzicht van universeel bruikbaar gereedschap. Grondstoffen en handelsgereedschappen
x
Thoofdklasse 1.2.3 of 7
x
x
x
xxx
x
I
klasse onderklasse
groep ondergroep
volgorde nummer Deze 4 hoofdklassen zlJn wat de indeling betreft identiek zoals aan het bovenstaande overzicht is te zien. De onderverdeling binnen de verschillende klassen en groepen is echter per hoofdklasse weer uniek. De wijze waarop de onderverdeling wordt gemaakt wardt aIleen besproken voor hoofdklasse 7 (zie pag 6 ). Ralffabrikaat
4.
xx
x
xxxx
T
klasseaanduiding
1
onderverdeling
volgorde nummer
Klassenoverzicht. Deze ZlJn ingedeeld in eigen produkten (00 49) en produkten in de toeleveringssector (50 - 99). De indeling binnen deze twee is weer identiek.
- 4 -
00
50
04 09
54 59
20
70
40 47
90 97
plaatprodukten staafprodukten getrokken profiel produkten nabewerkte handelsprodukten samengestelde produkten bedieningsvoorschriften
Tabel 4. Voorbeelden klassenaanduiding. Per klasse is er een onderverdeling.
Binnen de staafprodukten 04 is dit:
04.0 recht 04.1 gezet 04.2 gedraaid Tabel 5. Onderverdeling. Een 9 als 5e cijfer, geeft aan dat het om een op tekening ingekocht halffabrikaat gaat. De 4 laatste cijfers geven een betekenisloos volgorde nummer , zodat halffabrikaten uit dezelfde ontwikkelingsfase bijeen staan. Meestal gaat het dan ook om op een of andere manier verwante halffabrikaten. Voor halffabrikaten geldt dat zij een nieuw codenummer krijgen zodra ze uit een magazijnvoorraad opnieuw in bewerking worden genomen b.v. plaatprodukt (401) wordt koudgewalst profielprodukt (410) of een volgnummer verandert. Gereed produkt/toeleveringssector
T
xxxx
x
5 XX klantaanduiding
T
klasse aanduiding naar soort uitvoering Net als bij de gereedschappen is hier de klant een belangrijk Indien hier 00 staat gaat het om een eigen produkt. De klasseaanduiding geeft van een onderdeel de plaats produktstruktuur. Uitwerking in figuur 1. sarrengesteld enkelvQudig
gereed
gereed
produkt
produkt
kenmerk. in
de
5 de klassemmners zijn aangegeven
FIGUUR 1
7 RELATIES VAN KLASSENUMMERS VAN HOOFDKLASSE 5
De cijfers 0, 2, 4, 6 en 8 worden niet benut. De vier cijfers uitvoering wGrden aangegeven geven een volgorde nummer weer.
die
als
Handelsgereedschappen
7 X
X
T
klasse
X
X
1
onderklasse
XXX
I
groep
ondergroep volgordenummer De indeling in klassen en groepen is dezelfde als voor de hoofdgroepen 1, en 3. De betekenis van de klassen en groepen is voor hoofdgroep 7 als voIgt: Klasse: Onderklasse: Groepen:
Ondergroepen: Volgordenummer:
aanduiding van het doel van het gereedschap. voorbeeld: meten, hameren, vasthouden, schoonmaken aanduiding van het onderwerp van de doelstelling. Voorbeeld voor meten: lengte, massa, spanning. De aanduiding is verder niet eenduidig. Zo wordt er binnen het meten van lengte (7.11) geclassificeerd naar instelbaarheid, de aanwezigheid van een schaalverdeling en naar het meten van hoeken en volume. De aanduiding bevindt zich op het niveau van handelsbenaming. Voorbeelden: duimstokken, maatlatten. De aanduiding is die van afzonderlijke artikelen op volgnummer, samen met een korte omschrijving. Voorbeeld: duimstok staal, 1 m., 6-delig, 711.18.001.
Terreinen, machines, transportmiddelen
8XX. XX. XXX Binnen deze hoofddgroep is er eigenlijk geen sprake van een classificatie. De nummers dienen aIleen ter identificatie en zijn willekeurig verdeeld. Uitbestede bewerkingen 9X
~
;rdergrOe~ Klasse
XX~
T
B etekenisloos
- 6 -
2
De verdeling in de ondergroep is gemaakt naar hoofdbewerking zoals o finish behandeling 1 verspanend 2 warmte behandeling In de klasse aanduiding wordt de hoofdbewerking verbijzonderd. Voorbeelden 00 verzinken 01 vernikkelen De laatste vier cijfers zijn betekenisloos en vormen een volgorde nummer.
3.0
HET CODEBOEK
3.1
De Funktie
Exemplaren bevinden De codeboeken z1Jn opgebouwd uit een aantal ordners. zich in verschillende afdelingen. In de codeboeken zijn de objecten op codenummer gerangschikt. Behalve de informatie die het code nummer bevat, staat per codenummer nog een geringe hoeveelheid aanvullende informatie vermeld (zie overzicht in tabel 6). Gezien de beperktheid van de informatie zal het praktische nut van het als codeboek niet groot zijn. Zij zal dienen als moederbestand; Deze verzameling van aIle aanwezige codenummers en enige zoekinformatie. rol vervult zij nu reeds en deze rol zal in de toekomst aIleen nog maar benadrukt worden. Implementatie zoals dat nu op de computer wordt verwezenlijkt heeft zijn voordelen zoals het meer up-to-date z1Jn van de bestanden en het gemakkelijker zoeken. De nadelen van de systematiek worden er echter niet door opgeheven. Voor het overzicht in tabel 6 zijn 2 bladzijden uit het codeboek afgebeeld.
- 7 -
__
'I-'~~(~,~'.~~~~,~-~------"--------_~-' ~..~ __- - _ r~ ~:,-;:-;:--
-_ .._---_._.. _--- - lJEREEDPRODUKTCODE
':< :,.,': ,"
..
--
..•
_._.-._- -
-
GEREEDPRODUCTCOOERING
508.50.254
TOELEVERINGSSECTOR
tCU~lr>
~ GITTl
n'J
508.50.254
A1
Pleat bevestigingsponeel R (zie voor tek.508:50.253)
526.153
255
Spiegelsteun bewerkt geen tekening
597.567
256
Spiegelsteun bewerkt geen tekening
597.566
257
f43
Profiel voor vergrendelihg 11 nks 227.301 geen tekening
258
Profiel voor vergrendaling re <.nts geen tekening 227.302
259
Oeksel veerschotel links
526.298
Deksel veerschote1 rechts
526.29'-J
Schetsploot sluitstijl L
555.028
508.50.260 261 262
Schetsploot sluitstijl R
555.029
263
Plaat voor
892.527
264
Pleat bey. vee rdroge r
521 ,341
26S
Deksel plgnonhuls
190.020
266
Deksel pignonhuls
190.096
267
Drempel bUlten L
159.762
26E t 26CJ
Drempel buiten R
159.763
KLANTCODE
Versterking spotbord 1igger L 521.314
508.50.270
Versterking spotbord l1gger R 521.315
271
Afdichtprofie1 kofferdeksel
!
:021.072
272
Afdichtprofiel koffer·deksel
,"<
521.073
273
Steunremleiding
172.173
274
Bumpersteun voor
590.066
275
Bumpersteun vorx-
557.752
276
Bumpersteun cchter
557.772
277
Strips
520.700
278
Hefboom R
520.551
279
Hefboom L
520.55C
Steun profie1 hemelbrood
526.935
502.50.280 281 222
3
Borgringwormkost
324.270
283
8
Langsligger links
521.614
Langsligger rechts
521.615
285
A1
Schetsplaat frontploat links
557.026
236
--
Schetsp1cot frontploot splege1beeid (zie voor tek. 508.50.225) 557.0&7
2
Strip
284
rl i (I L:
- !
287 288 289
I I
2
Hoek1ijn
2
_~-.:'~o_f_le_1
- 8 -
502.457 302.84E .
.
..~.s6 .372
[
L
__
_
.. '
GEREEDSCHAPCODE l.J(:nJ. n1ill lJ
I
SNIJGEREEDSCHAPWERKTUIGEN
00.00.1.583
---,---------------------j-------, I r o rl\1.l BcholJf1 hii
-----_._~,
CO(I::" no.
t------00.00.1.583
Snijger. werkt. v. snijden omtrek + alle gaten (behalve' 4x~6r "'aneelversterking Snijger. werkt. v. snijden omtrek incl. uitsporiogen Poneel
400.80.613
585
Snijger. werkt. v. snijden woterpijpjes
Frome
400.80.612
586
Snijger. werkt. v. soijden omtrek + gaten
Frome
1100.80.612
587
Snijger. werkt. v. snijden omtrak + olle goten Glijroom
588
Afkapgar. warkt. v. ofkappan band 1.5-3mrn dikte op Versonpars. Max. braadte band Diversen
599
Volgsnijgar. werkt. v. snijden en zetten 4 st. in 1x cpl.
Vear
00.00.1.600
Volgsnijgar. werkt. v. snijden en zetten cpl.
Schuifbeugal
601
Ui thoekge r :·...a rkt.
Baffle
1150.89.080
602
Volgsnijgar. werkt. v. snijden omtrek + gaten
Plaat
4uU.OO.142
603
Snijger. werkt. v. nasnijden gat ~ 40
Plaot
604 605
Ui thoekge r. we rkt • U-profiel VO 0233
606
VO 0045
607
SN 1814
608
Sierlijst SN 1569
609
Hoeklijn Z-profial SN 1549
I
'--_+---'
584
.--
,
i
\.),"'n
00.00.1.61C
400.80.607
400.80.595
400.80.614/620
450.00.386 Divarsan
.
Steun SN 1531
611
SN 0858
612
Div. productan SN 0443
r
613
Montel branderpot SN 0734
llJl
614
Monobak SN 0779
'~I
400.80.611
- 9 -
HALFFABRIKAAT
hoofdklasse
codenummer geeft informatie over
codeboek geeft informatie over
00
klant toepassingsklasse
codenummer van bijbehorend halffabrikaat of gereedprodukt benamingsgereedschap
1
diverse kenmerken en eigenschappen
benaming normen
2
zie 1
zie 1
3
zie 1
zie 1
4
bewerkingsklasse
benaming halffabrikaat codenummer eindprodukt tekeningformaat
5
klant samengesteldheid
benaming gereed produkt orginele klantcodering
6
zie 1
7
zie 1
8 9
soort bewerking met nadere indicatie
codenummers van bijbehorende halffabrikaten
Tabel 6. Overzicht van de informatie die per hoofdklasse in het code boek staat.
3.2
Alfabetische Index
Ten behoeve van het zoeken in de hoofdkiassen grondstoffen en handeisgereedschappen (.1,2,3,7) is er een alfabetische index gemaakt. Deze geeft de relatie weer tussen een algemeen gangbare dan weI genormaliseerde benaming en het codenummer tot op het ondergroepen niveau (5 cijferige verwijzing). Op dit ondergroepen niveau wordt in de codeboeken dan ook deze benaming aangegeven.
- 10 -
anode aluminium ••••••••• 172.38 anode cadmium••••••••••• 172.38 anode chroom•••••••••••• 172.38 anode koper ••••••••••••• 172.38 anode lood antimoon ••••• 172.18 anode lood-tin •••••••••• 172.18 anodemessing •••••••••••• 172.38 anode nikkel •••••••••••• 172.38 anode tin-zink •••••••••• 172.18 anode zak ••••••••••••••• 172.48 anode zink •••••••••••••• 172.18 anti epat ••••••••••••••• 187. 68 apparaten knoppen ••••••• 187.88 araldiet •••••••••••••••• 186 .48 argon •.........•...•.••• 168.78
ark
triumphant rond •••• 115.78
armatuur ••••.•••.••••••• 351.28
aromaatloze terpetine ••• 176.48 aroae •.••..•••••.••••••• 18 4.18
as flexibel ••••••••••••• 326.88
B~:~~::'···············~------------~
=r Tabel 7.
Andere systematische ingangen in het codeboek zijn er niet. Zo is een overzicht met universele gereedschappen niet meer in gebruik. De reden hiervoor is dat soortgelijke produkten praktisch niet meer voorkomen.
4.0
DE STUKLIJST
De stuklijst van Inalfa is opgesteld voor gereedprodukten. De halffabrikaten zijn hierop terug te vinden. De stuklijst is weergegeven in figuur 2. De indeling van de stuklijst. Per regel is nu het volgende aangegeven. 1. De positie van een halffabrikaat in de produktstruktuur. Daarvoor zijn op de lijst per regel 7 posities beschikbaar. De eerste positie geeft een hoofdsamenstellingsniveau aan. Op de volgende regels volgen dan de delen waaruit de hoofdsamenstelling is opgebouwd. Dit is in de tweede positie aangegeven (2e niveau). Zo kan men elke hoofdsamenstelling niveau voor niveau ontleden tot in haar componenten. Dan neemt men de volgende hoofdsamenstelling. 2. Het magazijnnummer. Dit nummer wordt aangegeven voor inkoopartikelen. Dit z1Jn nummers vande hoofdklassen 2 en 3 en soms 4 (de 40009 serie). 3. Het tekeningnummer. Dit nummer wordt gevormd door een combinatie van het bedrijfscodenummer en een wijzigingsnummer. Dit wijzigingsnummer houdt bij hoeveel keer de eerste tekening zich
- 11 -
heeft gewijzigd. Ret wijzigingsnummer staat vermeld onder wijz. let. De tekeningformaten AD tim A4 en speciale formaten worden toegepast. Deze worden op formaat en op codenummer opgeslagen. In totaal zijn er circa 20.000 gereedschaps- en produkttekeningen. Er komen circa 2.000 per jaar bij, terwijl er circa 1.000 wijzigingen worden doorgevoerd. De klantencode. Inalfa codeert tekeningen van klanten om naar het eigen systeem. De oorspronkelijke klantencodenummers zijn op de stuklijst aangeduid onder de kop "opmerking".
4.
PRODUKTSTRUKTUUR
GEREEDPRODUKT
I HALFFABRIKAATCODE ~
..... . _.
'-'
11....... ,"'\1
N.V. MetuIw.Nnf.briek
...... .... . I
I? 2 3
-
~
v...,
,
- . _.
I------
.....'-'-'... ,... ......
'1
581l..Q£Q! ;,.~
Do< Wljlet.t
~""nf
I!~_",_t
.~
r
1 2 3
~
r.bN"lIn,.
W;/a let
49000001 "OMOM
00 00
45080002 49040001
01 00
45080003
DO
45000000 45000001
00
45000002
00
45070010
0"
45060110
00
:e."'"
..... ... . .-",....~
lanteno:xle
21478001 45009(11"1
~
4
INKOOPARUKE'],
5
2
I
16
L
~
DO
. 45089001
TE'KE'NI NGNliMMER
U voorbeel<'l
FIGUUR 2 ------
11 5'lU<1.I=
- 12 -
,-
5.0
HET GEBRUIK VAN CODERINGEN.
Het door Inalfa gebruikte systeem van classificeren heeft als doel objecten te identificeren aan de hand van die kenmerken die in een bepaalde werksituatie relevant zijn. Daarbij moeten objecten met de zelfde eigenschappen bijeen staan terwijl er een splitsing moet bestaan voor objecten die voor een bepaald kenmerk verschillende waarden hebben. In de praktijk betekent dit dat er en veel kenmerken relevant zijn en dat elk van die kenmerken een of meerdere eigenschappen aangeven. Deze uitgebreide classificatie moet gepresenteerd worden. Hierbij is de keuze van een geschikte codering van belang. Het door Inalfa gebruikte systeem gaat uit van een aantal basis soorten. Analoog aan de hierarchische code is er de monocode. Hierbij is het gebruikte codecijfer direkt afhankelijk van het voorgaande cijfer, d.w.z. voor elke codenummer is de gebruikte coderingssystematiek afhankelijk van het voorafgaande codenummer. Indien het geringe aantal codecijfers op posities dit toelaten, dan kunnen Dan een aantal pasities samen worden genomen, geintegreerde cades. representeerd een codepositie meerdere kenmerken en hun eigenschappen. Palycodes zijn direkt afgeleid van de niet-hierarchische classificatie. Per codepositie is er precies een kenmerk die onder te verdelen is in waarden. Multicodes zijn combinaties van de voorafgaande mogelijkheden in een codenummer. Voarbeelden van codenummers:
met beschermstrip met la
1
[
1
zonder beschermstrip
2
met beschermstrip
1
groot 1 [ zonder la 2 tafels
-klein 2
r l
[
zander beschermstrip met beschermstrip
met la
1 [ .zonder beschermstrip
zander la 2
2 1 2
met beschermstrip
1
[ zonder beschermstrip
2
Polycode 1.2.1
- 13 -
I
met la
met beschermstrip
1
[ zonder beschermstrip
2
groot met beschermstrip
3
[_ zonder beschermstrip
4
met beschermstrip
5
[ zonder beschermstrip
6
met beschermstrip
7
[ zonder beschermstrip
8
1_ zonder 1a
tafels met la klein [ zonder la
Geintegreerde monocode 3.
Bij Inalfa is het gebruik geconstateerd bestaande uit geintegreerde monocodes.
van
multicodes,
voorname1ijk
Daarnaast vergt de w1Jze van weergeven van de classificatiemogelijkheden in het codeboek dat er een aanvullende code wordt gebruikt. Deze bestaat uit de combinaties van een symbool (-,) die het mogelijk moet maken de bij een bepaald codecijfer behorende kenmerken en waarden te ontcijferen. Een voorbeeld hiervan vind u in de onderstaande tabel. De streepjes zijn bedoeld om een bijbehorende bewerking te coderen. Onderklassentabel GEWAIST OF Al'IDERS GEKLEED STAAL: -, ZONDER
,PCODE
~'lETALLISCHE
BEKLEDING:
\-.-.
mEl' "" "XUN, -,-,-, NIET OF Z\VAK GELEX;EER[) COOSTIll.X:TIESTAAL:
-,-,-,-, ZONDER EISEN AAN DE VERI'lERKBAARHEID:
.
131.00
-,-,-,-,-, Warmgewalst staal ( zwart of gebeitst )
132.00
-,-,-,-,-, KOudgewalst staal ( blank 10.03 )
133.00
-,-,-,-, Gereserveerd.
134.00
-,-,-,-, Koudgewalst staal met eisen aan de verwerkbaarlleid
135.00
-,-,-,Corrosie, zuur en hitte bestendig staal met meer dan
136.00
-, -, -, C,ereedsdlapsstaal en corrosiebestendige staalsoorten
137.00
-,-, Gereserveerd.
5% legeringsbestanddelen. met minder dan 5% legeringsbestanddelen.
138.00
-, Met metallische bekleding (verzinkt, vertind, ...
139.00
Anders dan 131.00/138.00. Besterrd voor artikelen in de toeleveringssector.
Tabel 8,
Onderklassen tabel, klasse 3, hoofdklasse 1.
14
6.0
DE WERKVOORBEREIDING
6.1
Het Gereedschap
Bij Inalfa wordt per klantenorder bekeken welke aanmaak van gereedschap nodig is. Een klantenorder is in principe een eenjarig contract voor de levering van een aantal produkten. Nadat Hoe bepaald wordt welk gereedschap nodig is, is nog niet bekend. een voorstel tot bekeken is of een gereedschap nodig is wordt dit op wijziging of aanmaak nader gespecificeerd. Hier wordt ook meteen een procesgegevens gereedschapnummer toegekend. Verder worden enkele gespecificeerd. Dit voorstel wordt vergezeld van een comnlentaarblad langs zes afdelingen gestuurd, nl. werkvoorbereiding, bedrijfsbureau. voorcalculatie. gereedschapskonstructie, verkoop en directie. Na goedkeuring kan het gereedschap worden aangemaakt. Tijdens de produktie van de order wordt het gereedschap gevolgd door een informatiestaat. Hierop staan o.a. instelgegevens en een bewerkingsvolgorde. De genoemde formulieren worden uitgegeven via de werkvoorbereiding. Een controlestaat voor het gereedschap komt terug bij de werkvoorbereiding.
6.2
De Bewerkingsstaat
In de enquete wordt aangegeven dat er circa 1100 werkvoorbereidingen operationeel zijn. Deze bewerkingsstaten hebben eenzelfde codenummer als het bijbehorende halffabrikaat of gereedprodukt. Voor de halffabrikaten zijn grondstofcodes, kostenplaatsencodes, gereedschapcodes. uitbestedingscodes en gereedproduktcodes bekend. Bij gereedprodukt wordt aangegeven welke halffabrikaatcodes. kostenplaatsencodes, uitbestedingscodes en gereedschapscodes van toepassing zijn. De input van de werkvoorbereiding kan bestaan uit onderdeeltekeningen, stuklijsten. meetmethodes en verpakkingsvoorschriften. Met behulp van een kostenplaatsenoverzicht en andere bewerkingsstaten wordt dan per te fabriceren produkt een bewerkingsstaat gemaakt. Hierbij wordt per bewerkingsstaat een aparte bewerkingsroute bepaald. Standaardroutes zijn er niet. De wijze van ordenen van de routes maakt het zoeken hiernaar ook moeilijk. Doordat de bewerkingsstaten in een computer z1Jn gearchiveerd is opzoeken, dupliceren en wijzigen gemakkelijk. Zie de volgende figuur voor een bewerkingsstaat.
- 15 -
---
HALFFABRIKAATCODE
------------------
GEREEDPRODUKTCODE
f'Effl'\l. IISSY
~--5~.1().?()2/()O
~Gl-MIITERIAAL
025
OMSCHRIJVING------PN
P[DAL-DIrrERENTIAL-LOC~
RGL-DEW[n~lNG
- -1
j~J
120
T~J
02 06 450.00.473/00 001000.0 001000.0 ST 101
OMSCHRIJVING--------FW-KOSTENPlAA--N.UREN---GER. KODE--ST-AFD-
-J00 TPI UN1VETTEN P.2 10~
ONTVE1TEN P.l
450.00.473
06 109.5B1.02
0000.20
G
454.?9.?7~
05 109.581.02
0000.20
G
\Jrl:?CNDEN HAM: Uln,c.STEDEF: Vr~Z~Nt~[N
DY-MI'\TERIAl'\l~ODE----BRUTO-----NErTO-EH-ArD-
G 0000.0-0 -- -------.---- - - - t - - - - - - - - - 02 900. 00.84 0000.00
03 161. 21.00
VLGS. TEt(ENING
- -1'
-N
--
G--------------------- -----
--------- ----
---- --------t--------
01) F-ORD CODE Nf\ ._~D~8~N~N:_-::4i:N=1=9=l-=A=I'\=--8S5-(2)CONfROlEMAL ~ 00.05.7.169 GSO
.:..:::;=======---_-----1~
~2'-Hl£f(Hlt(tiE-N--VU35. VOOf~!; rHR 1FT -ItO .-()5.>t ,i>4e - - - -
865 02)CEREEDSCHI'IP EVENTUEEl OMBOUWEN.
KOSTENPLAATSCODE
-'--
KLANTENCODE
I GEREEDSCHAPCODE
- - - ------ - --
--
-----
----
FlGUUR 3 ------~--------_.
---- - - - - ---------
-- ----
-
--.- ------
- 16 -
INVENTARISATIE
CLASSIFIC~TIESYSTEMEN
Rapport nr. 4
GRASSO, 's-HERTOGENBOSCH
Auteur: E. de Lange
INHOUD.
1•
Inleiding.
Deel 1.
Hoofdstuk 1.
SCHETS VAN GRASSO STACON B.V.
3•
Hoofdstuk 2.
HET CLASSIFICATIESYSTEEM BIJ
5•
GRASSO M.B.T. DE PRODUKTIE
Deel 2.
9.
Hoofdstuk 3.
PRODUKT CLASSIFICATIE
Hoofdstuk 4.
MATERIAAL CLASSIFICATIE
13.
Hoofdstuk 5.
GEREEDSCHAP CLASSIFICATIE
14.
Hoofdstuk 6.
BEWERKINGSMACHINE CLASSIFI-
20.
CATIE Hoofdstuk
7.
ADAPT-PROGRAMMA EN PONSBAND CLASSIFICATIE
21•
Deel 3.
Hoofdstuk 8.
HET PRODUKT- EN GEREEDSCHAPS-
22.
TRAJEKT Hoofdstuk 9.
CONSTRUCTIE BUREAU
24.
Hoofdstuk 10.
GEREEDSCHAP BEHEER
29.
Hoofdstuk 1 1 •
FABRIKAGE ONTWIKKELING
32.
Hoofdstuk 12.
PRODUKTIE VOORBEREIDING EN
35.
ONDERSTEUNING
Bijlagen
44.
INLEIDING.
Binnen de vakgroep Technische
Produktiesystemen aan de
Technische Hogeschool Eindhoven loopt momenteel een onderzoek naar de toepassing van classificatiesystemen in 15 metaalverwerkende bedrijven uit de regio. Bij Grasso Stacon kwam een inventarisatie van de classificatiesystemen m.b.t.
de produktie gelegen,
gezien de
verhoogde aandacht binnen het bedrijfvoor het normalisatiegebeuren wat betreft de produkten en de gereedschappen.
De inventarisatie bij Grasso Stacon is uitgevoerd in het kader van een stage
"Praktisch Werken II",
en heeft geleid
tot dit verslag.
Belangrijke zaken bij het verrichten van deze werkzaamheden zijn geweest: - een door het bedrijf ingevulde vragenlijst - het bestuderen van de normbladen -
het voeren van gesprekken
-
het zelf gebruiken van de systemen.
-
1 -
Tot slot wil ik al de personen, die hebben bijgedragen aan het tot stand komen van dit rapport, gaarne mijn dank toezeggen. Met name Hr.Ir.B.van der Hoogen, technisch adjunct direkteur van Grasso Stacon B.V., voor de bereidheid om medewerking te verlenen aan dit onderzoek, en de onderstaande heren voor hun sturende adviezen
R. van Geffen
, chef Constructie Buro Grasso Stacon
J. Scheutjens
, chef Technologisch Buro Grasso Stacon
B. van Breughel
, normalisator Grasso Stacon
Dr. Ir. H.H. van Mal
, begeleider onderzoek T.H. Eindhoven
Ir. F. Smulders
,
begeleider onderzoek T.H. Eindhoven
-
2 -
Deel
1.
Hoofdstuk 1.
SCHETS VAN GRASSO STACON B.V.
Grasso Stacon BV is een
~an
de produktie bedrijven van
Grasso's Koninklijke Machinefabrieken NV.
Zie schema
op de volgende pagina.
Grasso is een onderneming die nationaal en internationaal werkzaam is op het gebied techniek.
van de koel- en perslucht-
De activiteiten vinden plaats vanuit twee
devisies. De fabrikagedivisie legt zich toe op het ontwikkelen, fabriceren en verkopen in binnen- en buitenland van koel- en persluchtapparatuur, welke toepassing vindt in vele industrietakken. In de installatiedivisie zijn ondergebracht de Grenco bedrijven, die koelinstallaties ontwerpen, installeren.
verkopen en
Deze apparatuur wordt in binnen- en buiten-
land gebruikt in industriele processen waar lage temperaturen worden vereist, alsmede bij de opslag en het transport van aan verderf onderhevige produkten.
De produkten die bij Grasso Stacon vervaardigd worden zijn: -
zuigercompressoren
-
schroefcompressoren
(industrieel) (industrieel)
- afsluiters -
koelcompressorunits
- airconditioningscompressoren.
- 3 -
Hierbij wordt ondermeer gebruik gemaakt van
11 NC bestuurde
machines en ongeveer 100 conventiole bewerkingsmachines. Een organigram van het produktiegedeelte van Grasso Stacon is opgenomen in hoofdstuk 8.
De belangrijkste concurrenten zijn:
type schroef
zuiger
x
X
Hall, Engeland
X
X
Mycom, Japan
X
X
Stal, West Duitsland
X
Sabroe,
Denemarken
X
Carrier, Verenigde Staten
In het bedrijf zijn ongeveer 500 mensen werkzaam.
- 4 -
.
/
B
. ,..... -...... BEl
GRASSO'S KONINKLIJKE MACHINEFABRIEKEN N.V. GRASSO ROYAL MACHINE WORKS
MANUFACTURING DIVISIONl
INSTALLATION DIVISION
GRENC'O BEDRIJFSKOELING B. V.
GRENCO FOREIGN :SUBSIDIARIES
II
GRENCO REFIRIGERATItDNI: B.V.
GRENCO SPECMl APPLI CATIONS B.V.
GRASSO PTE LTD. SINGAPORE
GRASSO STACON B.V.
GRASSO INC. U.S.A.
GRASSe PERSLUOHT B.V.
"
1:,~~ \"
Hoofdstuk 2.
HET CLASSIFICEREN BIJ GRASSO STACON M.B.T.
DE PRODUKTIE.
Bij Grasso Stacon wordt gebruik gemaakt van diverse normbladen: - nationale en internationale normen: -
NEN,
DIN,
ISO
bedrijfsgerichte normen in de vorm van normklappers zie schema
ten behoeve van
soortnaam
vastgelegd in
het produkt
materiele normen
N-klapper
niet materiele normen
N-klapper
de produktie
bedrijfsnormen
B-klapper
organisatie/admini-
organisatie normen
O-klapper
stratie
Door opheffing van de normalisatie afdeling, geleden, Sedert
zijn de klappers
zo'n
10
jaar
jarenlang onvoldoende bijgewerkt.
juni 1983 is een normalisator wederom belast met
deze taak.
Hij is geplaatst in de Constructie afdeling.
De letters in de kolom links bovenaan op ieder normblad dateren uit een grijs verleden en staan soms voor niet meer bestaande Grasso vestigingen.
Zie bijlage 4.
In de klappers wordt ondermeer het gebruik van kode- en artikelnummers vastgelegd. reeds zo'n 20
De Grasso-kodering waarmee
jaar gewerkt wordt is als voIgt opgebouwd.
- 5 -
L1 C-1 CO C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 L2. De cijfers en letters hebben de volgende betekenissen:
L1
=
bedrijfsletter. Grasso Stacon was vroeger opgedeeld in twee BV's. De een voor de produktie en de ander voor de verkoop. De centrale administratie gaf de BV's aan met de letters A en B.
De bedrijfsletter is niet meer
van toepassing.
C-1 CO
=
categorie code. De categoriecode is vele jaren geleden,
bij het
terugbrengen van het aantal cijfers voor het artikelnummer van 9 naar 7, en,
in het leven geroep-
voornamelijk ten behoeve van het financieel
beheer. De categoriecode geeft de herkomst van een onderdeel aan.
Hierdoor kan men de produkten opsplitsen
in grondstoffen, halffabrikaten en gerede produkten wat vereist is in de wet op de jaarrekening. Binnen deze groepen is er een opsplitsing gemaakt naar produkten om zo de rentabiliteit van de verschillende bedrijfsaktiviteiten te kunnen beoordelen. De material manager maakt m.b.v. de categoriecode een opsplitsing voor controle- en budgetaire doeleinden resp.
(dit zijn trends in voorraadverloop
voorspellingen).
Voor de indeling van de categorie code: bijlage 3.
- 6 -
zie
- - - - - - - -
=
artikelnummer
C 1 C2
=
funktiegroep
C3 C4
=
vormgroep
C5 C6 C7
=
afmetingengroep
C 1 •••• C7
=
tekeningnummer
waarin (gebruiksdoel)
De funktiegroepen worden aangegeven met een symbool.
De volgende funktiegroepen C1
C2 worden
onderscheiden: 01 . . . . 19
=
niet-specifieke onderdelen van koelcompressoren en appendages
06
=
appendages
20
= =
koelcompressoren
21 . . . . 29
specifieke onderdelen van koelcompressoren
40 ..•. 49
=
60
= giet- / smeed- / lasstukken = uitgangsmaterialen = gereedschappen = koelcompressor units
61
69
70
79
81
specifieke onderdelen van appendages
Een lijst van aIle funktiegroepen is in de bijlage te vinden.
L2
=
(BijIage 4)
wijzigingsletter Indien een produkt voor een bepaalde toepassing een zeer geringe wijziging ondergaat dan wordt aan het artikelnummer een A,
een Benz., toegevoegd.
Bij grotere wijzigingen krijgt het produkt een nieuw nummer.
- 7 -
-
Definities van de begrippen - artikel - werkstuk -
produkt
zijn in de bijlagen opgenomen. Er is getracht deze terminologie zoveel mogelijk aan te houden.
In deel 2 worden enkele van de bij Grasso Stacon gehanteerde classificatiesystemen behandeld die betrekking hebben op de produktie.
Zie onderstaand overzicht.
classificatie
funktie-groepen
geheel of gedeeltelijk buiten het, uit
van
11
posities bestaande, coderingssysteem vallend
produkten
20, 21. •.. 29 06,
40 •••• 49
(01. ... 19) materialen
60, 61. ... 69
gereedschappen
70 •••• 79
x
bewerkingsmachines
x
Adapt-programma's
x
en ponsbanden
In Deel 3 worden de afdelingen beschreven die in belangrijke mate betrokken zijn bij het classificatiegebeuren.
- 8 -
Deei 2. Hoofdstuk 3.
PRODUKT CLASSIFICATIE.
In dit hoofdstuk wordt het ciassificeren m.b.t. standaardkoopdeien, werkstukken en eindprodukten behandeid. Dit ciassificeren gebeurt met een hierarchisch ciassificatie systeem. De kenmerken uit het biok Cl ...• C7, funktie,
vorm en afmetingen,
te weten
zijn dan ondergeschikt aan
eikaar. Het systeem op zich is een mengvorm van een hierarchische structuur en een matrix structuur.
Zie schets.
afmetingengroepen funktie-
vorm-
groepen
groepen
\
•
~
matrix structuur
hierarchische structuur
-
9 -
Grasso vervaardigt diverse types koelcompressoren. Een type kent meerdere uitvoeringen.
by.
refrigeration compressor met
zuigerslag
RC9
85 mm
naam
aantal
aantal
type
trappen
cilinders
1
naam uitvoering
artikel nummer
2
RC29
20.21.200
4
RC49
20.21.400
6
RC69
20.21.600
3
RC219
20.21.310
6
RC429
20.21.620
RC9
2
Het bovenstaande overzicht geeft,
via de naamgeving,
de
relatie tussen type en uitvoering en artikelnummer. Aan een type wordt een vormgroepnummer toegekend en aan een uitvoering een afmetingengroepnummer. Wat de produktstruktuur betreft wordt er bij Grasso gesproken over samenstellingen en componenten. Componenten kunnen sub-samenstellingen en enkelvoudige onderdelen zijn.
Tussen uitgangsmateriaal en samenstelling liggen
maximaal 7 niveau's.
-
10 -
De componenten van een koelcompressor kunnen zijn: _ speciale componenten
(funktiegroepen 21
29)
_ niet speciale componenten
(funktiegroepen 01
19)
Binnen by. de eentrapsuitvoeringen zijn er weer: _ uitvoerings afhankelijke componenten
(21,
bv. krukas _ uitvoerings onafhankelijke componenten bv.
22)
(23 . . . . 2 9)
zuiger
Een nieuw type compressor ontstaat vaak na een face-lift van een bestaand type.
De ongewijzigde onderdelen behouden dan
het oorspronkelijke artikelnummer. Ter verduidelijking het volgende voorbeeld: De RC9 is ontstaan uit de KA85.
De krukas
is ongewijzigd ge-
bleven. De zuigers daarentegen zijn nieuw. Het vormgroepnummer van de KA85 is 14 en van de RC9 is 21. Zie schema.
~
RC29
RC49
RC69
krukas
22.14.200
22.14.400
22.14.600
zuiger
24.21.000
24.21.000
24.21.000
component
-
11 -
Wanneer men de artikelnummers van de subsamenstellingen onderzoekt, tussen het uitgangsmateriaal en de samenstelling, dan zijn hierin de volgende bewegingen binnen de funktie groepen 21 .•.. 29 te zien: -
binnen een vormgroep
(dus aIleen ander afmetinggroepnummer)
-
binnen een funktiegroep
-
tussen funktiegroepen
(ander vormgroepnummer)
(ander funktiegroepnummer)
Gezien de aard van dit onderzoek is een verdere analyse van deze,
vaak complexe bewegingen,
-
12 -
niet wenselijk.
Hoofdstuk 4.
MATERIAAL CLASSIFICATIE.
Het hoofdblok C1 ..•. C7 wordt gebruikt voor de classificatie van materialen die nodig zijn voor de bouw van koelcompressoren en appendages.
De indeling vindt wederom plaats op
basis van: C2
=
hoofdgroep
C3 C4
=
vormgroep
C5 C6 C7
=
afmetingengroep
C1
Het materiaalclassificatie systeem is een zelfde mengvorm als die van de produktclassificatie. Voor de materialen zijn de funktiegroepen 60 . . . . 69 gereserveerd. by.
60
giet- / smeed- /
61
pijp /
62
plaat
63
rond staf
69
materiaal eigenschappen
lasstuk
bus
De lasstukken vormen enigzins een vreemde eend in de bijt. Een lasstuk wordt bij Grasso vervaardigt uit basismaterialen zoals pijpen en komt na een tijdelijk verblijf in andere groepen weer terug in de materialen groep.
Enkele voorbeelden van een vormgroep binnen de hoofdgroep pijp
/
bus zijn:
61.25
stalen rechthoekigepijp
61.56
bronzenbus
61.61
aluminiumpijp
-
13 -
Hoofstuk 5.
GEREEDSCHAPCLASSIFICATIE.
5.1
INLEIDING.
Er zijn drie classificatiesystemen in gebruik:
- de oude kode - de 1- cijferige kode voor gereedschappen - de nieuwe 6- cijferige kode voor standaard gereedschap.
Het begrip "standaard gereedschap" komt in twee betekenissen voor
- universeel gereedschap, dat betrokken wordt van leveranciers.
Deze zijn opgenomen in de B-klapper.
- gereedschapset, gebruikt bij Mori Seiki's en Olivetti's zie 6- cijferige kode.
-
14 -
5.2
DE OUDE KODE.
De oude kode was oorspronkelijk opgebouwd uit een letter en
7 cijfers.
L 1 C 1 C2 C3 C4 C5 c6 C7
= A,
L1
B,
C,
D of H
geeft aan apparaten
(vroeger),
compressoreil,
appendages C1
C2
C3 C4 C5 C6 C7
= = =
type produkt bewerkingssoort volgnummer binnen een letter
De kenmerken die in deze kode zijn opgenomen zijn nevengeschikt aan elkaar.
Dit wil zeggen dat er in principe geen relatie
is tussen de kenmerken onderling.
Dit systeem heet een meer-
dimensionaal classificatiesysteem. Op een bepaald moment zijn de cijfers C1 •... C4 komen te vervallen. Hierdoor is gericht zoeken moeilijk geworden. De kode staat nog op oude gereedschapkistjes en op enkele span- en stelgereedschappen. Er wordt gestreefd naar een zo snel mogelijke omzetting in de 7- cijferige kode.
-
15 -
5.3
DE 7- CIJFERIGE KODE.
AIle gereedschappen die bij Grasso gebruikt worden behoren voorzien te zijn van een 7- cijferige kode.
Dit geldt zowel
voor het standaard gereedschap dat aangekocht wordt bij leveranciers als voor het speciale gereedschap, gemaakt door Gereedschap Constructie.
C1
C2 C3 C4 C5 C6 C7
wordt verdeelt in drie groepen C 1 C2 C3 C4
= =
hoofdgroep
(funktiegroep)
soort gereedschap
(vormgroep)
C5 C6 C7 = volgnummer
(afmetingengroep)
Dit gereedschapclassificatie systeem is een zelfde mengvorm als het produktieclassificatie systeem.
Zie aldaar.
De hoofdgroepen Cl C2 zijn:
70 = span- /
positioneer gereedschap
7 1 = verspanend gereedschap 72 = vervormend- I snij gereedschap 73 = hand gereedschap 74 = pneumatisch gereedschap Binnen by. de verspanende gereedschappen zijn de vormgroepen C3 C4 onder andere: 01
= spiebaanfrees
02 = vingerfrees 14 = spiraalboor 70 = ruwbeitel 73 = steekbeitel
-
16 -
5.4
DE NIEUWE 6- CIJFERIGE KODE VOOR STANDAARD GEREEDSCHAP.
Gereedschap,
voor het verrichten van draaibewerkingen op de
Mori Seiki NC en CNC bestuurde draaibanken en voor het uitvoeren van kotter- / freesbewerkingscentra,
/
boarbewerkingen op de Olivetti
wordt aangegeven met de nieuwe 6- cijferige
kade.
Men spreekt bij deze machines over standaard gereedschap in de betekenis van gereedschapssamenstelling. Zo'n samenstelling kan bestaan uit de volgende componenten: -
houder
-
opnamebus
-
beitelschacht
-
hard metalen plaatje.
Deze componenten zijn gereedschappen uit de hoofdgroepen 70,
71
en 72.
Een uitgangspunt bij het werken met dit standaard gereedschap is dat de gereedschapssamenstelling niet meer bij de machine wordt afgesteld maar op een centrale plaats. Het afstellen voor de Olivetti's gebeurd in een aparte ruimte. Het samenstellen voor de Mori Seiki's zal in de Gereedschapsuitgifte gaan plaatsvinden en het afstellen op de machine.
Onder begeleiding van het Metaalinstituut van TNO is de gereedschapsstandaardisatie voor deze machines tot stand gekomen. Het standaard gereedschap wordt gekodeerd met een 6- cijferige kode.
Deze 6- cijferige kode is een uitgebreide versie van
de 4- cijferige TNO - kade.
-
17 -
N1 N2 N3 N4 N5 N6
is opgebouwd uit:
N1 N2 N3 N4 N5 N6
= =
hoofgroep
(zie
bijlage 7)
volgnummer binnen de hoofdgroep
De cijfers binnen de hoofdgroep worden door de volgende factoren
N1
=
bewegingsrichting van het gereedschap bv.
N2
N3
=
=
bepaald:
bij draaibank
van losse naar vaste kop
bij bewerkingscentrum
van vaste kop naar werkstuk
de richting van de bewerking
axiaal -
radiaal
de plaats van de bewerking
buiten -
binnen
het type bewerking
voor - nabewerking
hoofd- of nevenbewerkingssoort
N2 en N3 vormen een matrix. Zie
bijlage 6
Het volgnummer N4 . . . . N6 is afhankelijk van de stabiliteit van het gereedschap. De stabiliteit wordt bepaald door de doorsnede en lengte. Een laag volgnummer betekent een hoge stabiliteit.
Het nieuwe gereedschap classificatiesysteem is een mengvorm van een hierarchische structuur en een matrixstructuur. Zie onderstaande schets.
-
18 -
I
I N\
:4 hierarchische structuur
:
~
N2
N3
/
I
~I ~'
I I
I I
I
I
I
I I
I
I
.. I
.,
matrix structuur
I
-
19
-
N4 N5 N6
I
~ hierarchische structuur
Hoofdstuk 6.
BEWERKINGSMACHINE CLASSIFICATIE.
De kodering van machines be staat uit 3 cijfers
Ml M2 M3 Zo zijn 999 machinenummers te gebruiken. Er is een verdeling gemaakt in zo'n 25 ongelijke klasses.
Zie
bijlage 8. De afde-
ling Fabrikage Ontwikkeling bepaalt de klasse waarin een machine moet worden ondergebracht. Hierna wordt door de Bedrijfsadministratie een nummer binnen die klasse aan de machine toegekend.
De machinekode die in Miplan gebruikt wordt,
bestaat uit
4 cijfers MO Ml M2 M3 MO is aan Ml M2 M3 toegevoegd.
Voor MO zie
bijlage 9.
De aanleiding tot deze toevoeging is de overweging geweest om in de toekomst over te stappen op de binnen Miplan gehanteerde kodering van bewerkingsmachines
(men wilde
4 cijfers hiervoor reserveren). De indeling in klasses binnen MO en binnen Ml M2 M3 is uitgevoerd op grond van hetzelfde criierium: de bewerking die door de machine verricht wordt.
-
20 -
Hoofdstuk 7.
7.1
ADAPT-PROGRAMMA EN PONSBAND CLASSIFICATIE.
De Adapt-programma's en ponsbanden zitten opgeslagen in de VAX 11/780 Digital computer. Er zijn twee gescheiden bibliotheken: een voor draaien en een voor overige bewerkingen.
De kodering van de Adapt-programma's:
L1
C1
C2 C3 C4 C5 C6 C7
=
L1
• L2 L3 L4
A bij eerste opspanning B bij tweede opspanning enz.
C1 . . . . C7
= artikelnummer
L2 L3 L4
=
DAT
7.2 DE KODERING VAN DE PONSBANDEN.
LO L1
C1
C2 C3 C4 C5 c6 C7
.
c8 C9 C10
LO
=
P
Ll .•.. C7
=
zie bij Adapt-programma's
c8 cg C10
= machinenummer
Een Adapt-programma wordt via een postprocessor vertaald in een programma voor een specifieke machine:
de ponsband.
Van ieder Adapt-programma wordt hoogstens een pons band bewaard,
zowel in de bibliotheek van de computer als in het
ponsbandenmagazijn.
-
21
-
Deel 3. Hoofdstuk 8.
HET PRODUKT- EN GEREEDSCHAPSTRAJEKT.
In het produkt- en gereedschapstrajekt zijn de afdelingen aangegeven die in belangrijke mate betrokken zijn bij het classificatiegebeuren. Zie volgende bladzijde. am de plaats van deze afdelingen te laten zien binnnen de Grasso Stacon organisatie is er op deze pagina een organigram gedeeltelijk uitgewerkt. In de hoofdstukken 9 tIm 12 worden deze afdelingen nader bekeken. Organigram : [
Direktie
Grasso Stacon BV
I
secretariaat - - - - - - - - + - - - - - - - - P e r s o n e e l s Zaken
Techniach Management
Ontwikkeling
I
I
Technologiach Bureau Fabrikage Ontwikke11ng
Management
Materiaal Beheer
I conatructie Bureau
Marketing
Financieel Management
Gereedachap Beheer
- 22 -
Produktie Voorbereiding en Ondersteuning
l
P roduktie
Organigram: Direktie
Grasso Stacon BV
I
secretariaat
Technisch Management
Personeels Zaken
Marketing Management
Financieel Management
Materiaal Beheer
Ontwikkeling
ProduktiE
Technologisch Bureau Constructie Bureau
fabrikage Ontwikkeling
Gereedschap Beheer
Produktie Voorbereiding en Ondersteuning
I
I
PRODUKT- en m.b.t.
GEREEDSCHAPSTRAJEKT
de afdelingen
ONTWIKKELING
produkt schets
~II
CONSTRUCTIE BUREAU
produkt tekening
opdracht proefserie
r
",
FABRIKAGE ONTWIKKELING ..
resultaten
gereedschap aanvraagkaart (evAnttlecl r.12t schets)
,II
~
GEREEDSCHAPS BEHEER
terugmelding /
['
r
1
I
I
GEREEDSCHAPS CONSTRUCTIE
produkt tekening gereedschapstekening bewerkingsblad
gereedschapsaanvraagkaart
PRODUKTIE VOORBEREIDING en
ONDERSTEUNING
bewerkingsblad (eventueel gewijzigd) werkinstruktieblad gereedschapsblad pons band
- 23 -
GEREEDSCHAPS MAKERIJ/ UITGAVE
Hoofdstuk 9.
CONSTRUCTIE BURO.
De werkzaamheden van het Constructie Buro (CB) zijn in hoofdzaak als volgt te verdeLen: construeren van nieuwe compressoren - construeren van verbeteringen aan bestaande compressoren - wijzigen van bestaande constructies -
berekeningen voor nieuwe constructies
-
orderwerk
- construeren van afsluiters -
wijzigingsvoorstellen en administratieve afwerking
-
ondersteunning diverse afdelingen
Het Constructie Buro beschikt hierbij over volgende hulpmiddelen: -
tekeningenarchief
- normklappers - computerlijsten +
stuklijsten van compressoren
+
where used lists:
per onderdeel staat aangegeven
in welke samenstelling het onderdeel voorkomt +
artikelinformatie lijst t.b.v.
prijs- en voorraad-
indicatie - documentatie van de onderdelen die bij leveranciers ingekocht worden,
bv.
zuigers
-
voorschriften/ regels
-
eindige elementenmethode
- ervaring van anderen bv. machinebediener -
overleg met: +
gereedschap constructeurs
+
werkvoorbereiders
+
leveranciers
-
24 -
Bij het construeren van onderdelen wordt rekening gehouden met de mogelijkheden van de voorhanden zijnde bewerkingsmachines.
Dit geldt niet voor de bestaande gereedschappen
zoals spangereedschap en stelstukken daar deze produktgericht zijn.
De output van het Constructie Buro bestaat uit: -
schetsen
-
berekeningen
-
paketten tekeningen
-
begeleidende rapporten voor het Stoomwezen en voor verzekeringsmaatschappijen
De tekeningen worden dusdanig opgesteld dat ze in principe overal gelezen zouden kunnen worden en dat de onderdelen ook in een andere machinefabriek vervaardigd zouden kunnen worden. De informatie op de tekeningen omvat: - maatvoering en maattoleranties - materiaal -
ruwheden
-
plaats- en vormtoleranties
-
warmte behandelingen
-
oppervlakte behandelingen en -bedekkingen
De stuklijst wordt m.b.v.
(nauwkeurigheid)
(harden,
gloeien)
een scriber boven het "tekening-
hoofd" geschreven en in de computer gezet. is een stuklijst,
In de bijlagen
tekeninghoofd en een overzichtslijst
van de in het hoofd voorkomende letters,met bijbehorende betekenis,
opgenomen.
(Bijlagen 11,12)
Een pakket tekeningen bestaat uit de tekeningen van de samenstelling delen.
(blad
1,
2 enz.) en tekeningen van de onder-
De tekeningen worden voorzien van een tekeningnum-
mer dat hetzelfde is als
het~artikelnummer.
- 25 -
Bij een tekening van een speciale klantorder of van een voorontwerp wordt er een T voor het tekeningnummer geplaats en bij de tekeningen van fundatiebalken voor units een FB. De samenstellingen- en onderdelentekeningen worden, een mono-opbergsysteem,
volgens
onder de bijbehorende tekening-
nummers opgeborgen in hangkasten.
De tekeningen van de
standaardprodukten hangen bij de lichtdrukkerij. De tekeningen van speciale klantorders en van nieuwe ontwikkelingen zijn op het Constructie Buro opgeslagen in een hangkast.
Aan deze tekeningen is een kaartenbak toege-
voegd. De FB-tekeningen zijn vastgelegd op microfilm (niet meer op tekeningen in een kast).
De tekeningen van standaardpro-
dukten staan eveneens op microfilm.
Dit is het zgn.
schaduw-
archief. Op diverse afdelingen wordt hiermee gewerkt.
Hieronder voIgt een overzicht van de opbouw van het tekeningenarchief naar
jaar.
aantal tekeningen
percentage
tim juli 1984
uit
'84 en 10%
6000
'83
percentage
percentage ou-
uit
der dan 1980
'82,'81,'80
30%
Vervolgens laat onderstaand overzicht, de opbouw van het aantal nieuwe en gewijzigde tekeningen per jaar naar formaat,
zien.
- 26 -
60%
formaat
aantal nieuwe
tekeningen
teken~ngen
aantal gewijzigde
per jaar
tekeningen per
AO
20
70
A1
40
140
A2
35
125
A3 A4
35
125
20
140
150
500
totaal
jaar
Bij het zoeken naar informatie op tekeningen kan de zoeker aIleen indien hij over enige ervaring beschikt snel de gewenste gegevens vinden.
De tekeningen op de microfilms worden m.b.v. zichtbaar gemaakt.
een viewer
De keuze van de funktiegroep geeft veelal
geen moeilijkheden.Om hierbinnen redelijk uit de voeten te kunnen komen is het bekend zijn met de voorgangers van de types echter onontbeerlijk.
Bij het zoeken binnen zoln groep wordt er vaak gebruik gemaakt van de geillustreede onderdelenlijsten en figuren in de bedieningsvoorschriften
(manuals)
van de diverse
types. Bestaande overzichten van alle componenten aan de hand van de produktstruktuur van een samenstelling zijn voor dit doel niet te gebruiken.
- 27 -
Bij het opnemen van nieuwe elementen in de bestaande systemen do en zich de volgende situaties voor: het onderdeel is (nog) geen standaarddeel. Er is een redelijke kans dat het dit wel zal worden. Het onderdeel wordt voorlopig opgeborgen in de funktiegroep 98.
- de voorlopige tekeningen,
de voorontwerpen,
worden
ondergebracht bij de T-tekeningen op volgnummer. Indien zo'n T-tekening de definitieve tekening wordt dan krijgt ze een 7 cijferig nummer,
behorend bij de
erop getekende samenstelling.
Het wijzigen van tekeningen en normbladen vindt plaats volgens een uitgebreide procedure.
- 28 -
Zie
bijlage 13
Hoofdstuk 10.
GEREEDSCHAP BEHEER.
De afdeling Gereedschap Beheer kent de volgende taken: - normoverleg gereedschap - gereedschap constructies -
aanmaak c.q. aankoop
De gereedschapsnormalisatie heeft zowel be trekking op de standaard gereedschappen, ranciers,
die aangekocht worden bij leve-
als op de speciale gereedschappen. Wat betreft
de kodering wordt er geen onder scheid gemaakt tussen standaard en speciaal gereedschap.
Onder de afdeling Gereedschap Beheer vallen de subafdelingen Gereedschap Constructie en - Makerij/Uitgifte.
Deze sub-
afdelingen richten zich op het ontwerpen en aanmaken van speciale gereedschappen zoals boor-, las-, spangereedschap.
Gereedschap Constructie ontvangt de opdrachten veelal van Fabrikage Ontwikkeling middels een gereedschap aanvraagkaart. Zie bijlagel0. Enige tijd geleden is er gewerkt met een aanvraagkaart waarop meer informatie voor de constructeur vermeld stond dan op de hUidige kaart.
De hulpmiddelen van deze afdeling(en)
zijn:
- m.b.t. standaardgereedschap +
documentatie
+
B-klappers, waarin aile standaard gereedschappen. Hierin zijn tevens de standaard gereedschappen opgenomen die bij Grasso een bewerking hebben ondergaan.
- 29 -
- m.b.t. speciaal gereedschap +
tekeningen in hangkasten
+ gereedschapskaart:
onder het gereedschaps-
nummer staan onderdelen vermeld die m.b.v. dit gereedschap bewerkt worden + onderdelenkaart:
onder het onderdeelnummer
staan de speciale gereedschappen vermeld die nodig zijn voor de bewerking van dit onderdeel.
De samenstelling van de hangkasten is in onderstaand overzicht af te lezen.
aantal tekeningen
percentage
tIm juni 1984
uit
'84 en
'83
5%
8000
percentage
percentage
uit
van voor 1980
'82, '81, '80
8%
Op de afdeling Gereedschap Constructie staan drie seer ten hangkasten namelijk kasten veer: - gereedschappen
(G + gereedschapsnummer)
- eude gereedschappen
(letter + 3 cijfers)
- machine onderdelen
(MO + machinenummer)
- 30 -
87%
De tekeningen zijn niet volgens een mono-systeem opgeborgen. Hierdoor wordt het zoeken bemoeilijkt. De verdeling naar formaat ziet er als volgt uit:
formaat
aantal nieuwe
aantal gewijzigde
tekeningen
tekeningen per jaar
tekeningen per
AO
nihil
nihil
A1
45
30
A2
40
30
A3
25
15
A4
10
5
120
80
totaal
- 31 -
jaar
Hoofdstuk 11.
FABRIKAGE ONTWIKKELING.
Sinds kort is de afdeling Technische Werkvoorbereiding (TWV) opgesplitst in de afdelingen Fabrikage Ontwikkeling (FO) en Produktie Voorbereiding en Ondersteuning
(PVO).
De achtergrond van deze opsplitsing is het beleid van de direktie.
Zij wil meer aandacht richten op nieuwe ontwik-
kelingen in het produktieproces,
zonder dat hierbij de
aandacht voor de dagelijkse gang van zaken op de produktievloer vermindert.
De afdeling FO richt zich nu op de toekomstige ontwikkelingen in het fabrikage proces.
Zij probeert hierin ver-
beteringen aan te brengen op lange termijn.(projektmatig).
Om een indruk te krijgen van de werkzaamheden van de afdelingen FO en PVO is in onderstaand overzicht de betrokkenheid aangegeven van beide afdelingen bij de achtereenvolgende fases
van het :produkttrajekt.
- 32 -
Produkttrajekt
Fabrikage
Produktie Voor-
Ontwikkeling
bereiding en Ondersteunning
Orientaties in ontwikkelingsgroep
x
Verschillende ontwerpen
x
Keuze ontwerp
x
Ontwikkeling en constructie
x
Prototype
x
Proef- /pilot- /nulserie
x
x X
Produktie
De aktiviteiten van FO zijn als volgt onder te verdelen: -
ontwikkelingen van Grasso produkten +
bestaande produkten: facelift RC11, t.b.v.
+
-
produktieverbetering en kostprijsverlaging
nieuwe produkten:
RC6.
E-afsluiter.
ontwikkelingen van fabrikageproces +
Mori Seiki NC draaibanken
+
Olvetti bewerkingscentra
+
cilinderbusprojekt
+
lasrobotisering
+ montagemethoden
-
investeringsbeslissingen wat betreft + machines + gereedschappen +
RC9
hulpmiddelen
- 33 -
- maken/wijzigen van lay-out t.g.v. +
aanschaf nieuwe machines
+
verplaatsen van machines
+
verbeteren van de routing van produkten
- normaliseren van diverse regelmatig gebruikte gereedschappen en hulpmiddelen.
Bij het verrichten van deze aktiviteiten kan gebruik gemaakt worden van een aantal hulpmiddelen: -
produkttekeningen op microfilm
- machinekaarten en -gegevens - grondtijden
(basis-I
deeltijdenl tabellen)
de volgende bladen zijn voor een groot gedeelte opgeslagen in Miplan +
bewerkingsbladen
+
werkinstrukties
+ gereedschapsbladen
- gegevens van leveranciers +
machines
+
gereedschappen
+
hulpmiddelen
(laselectroden,
olie,
straal- en
beitsmiddelen)
De output van de afdeling
Fa
bestaat uit:
-
bewerkingsbladen in Miplan
(bewerkingsmethoden)
-
na het maken van een gereedschapskeuze wordt er een gereedschapaanvraagkaart naar Gereedschap Constructie verzonden
-
bestellingen van o.a. machines en hulpmiddelen
Evenals de andere afdelingen kunnen door
Fa
aIleen voor-
lopige wijzigingen worden aangebracht in de bewerkings-, gereedschaps- en werkinstruktiebladen die in Miplan staan opgeslagen.
De definitieve wijziging voert de afdeling
Order Voorbereiding in.
- 34 -
Hoofdstuk 12.
PRODUKTIE VOORBEREIDING EN ONDERSTEUNING.
12 • 1
ALGEMEEN.
Voor een stukje voorgeschiedenis wordt verwezen naar hoofdstuk 11.
De afdeling Produktie Voorbereiding en Ondersteuning (PVO) richt zich op de produktie op korte termijn. De belangrijkste taak van PVO is het verrichten van de werkvoorbereiding.
Zij moet keuzes maken t.a.v.
- werkmethoden - machines - gereedschappen
Indien het tijdstip van definitieve produktie meer dan een half jaar verwijderd is dan behoort de opdracht door FO uitgevoerd te worden. De werkvoorbereiding van PVO wordt ook weI
"het produktie
rijp maken" genoemd. Het begin is soms al door FO gemaakt.
Bij de medewerkers van de afdelingen PVO en FO is er niet in aIle situaties duideIijkheid omtrent een afbakening van de werkzaamheden van de beide afdelingen.
- 35 -
De taken van
pva dragen een direkt produktie ondersteunend
karakter. Het takenpakket ziet er als voIgt uit:
-
het werkvoorbereiden omvat: +
het maken en wijzigen van werkmethoden
+ het +
bepalen van bewerkingstijden
het bepalen van gereedschappen
+ het maken en + het
(snij-, span-)
bewaken van werkinstructies
schrijven van programma's voor
NC machines
- het oplossen van storingen in de produktie
- het beheer van CAM +
Miplan
+ Adapt
- het beoordelen en uitvoeren van wijzigingsvoorstellen (tekeningen en normbladen)
pva maakt hierbij gebruik van de volgende -
hulpmid~elen:
produkttekeningen op microfilm
- gereedschapstekeningen (bij Gereedschap Constructie) - normklappers gereedschappen +
B-klapper
+ standaardgereedschappakket voor
Mori Seiki's NC
draaibanken -
tijdstudies
-
taakstellingsbladen
-
in computer opgeslagen + Adapt:
* +
Adapt-programma's en ponsbanden
Miplan:
*
bewerkingsbladen
*
werkinstructies
*
gereedschapsbladen
- 36 -
-
restant nog niet in Miplan opgeslagen +
bewerkingsbladen
+
werkinstructiesbladen
+ gereedschapsbladen
De werkinstructies staan bijelkaar in een aparte kast. Ze zijn gerangschikt op het nummer van de machine waarop de bewerking plaats vindt. De rest van het "werkvoorbereidingspakket", te weten:
-
tekening van het produkt
(eventueel)
- bewerkingsblad - tijdstudie - taakstellingsblad zijn opgeborgen in lades onder het artikelnummer.
De pakketten
van de compressor types MS10 en Rc6 zijn apart gehouden van de overigen.
Bij het maken van een nieuwe werkvoorbereiding kan er gebruik gemaakt worden van bestaande gelijksoortigen. Om zo'n gelijksoortige werkvoorbereiding te kunnen achterhalen is de kennis en ervaring van de werkvoorbereiders het belangrijkste hulpmiddel. Dit zoeken gebeurt vaak bij gelijksoortige produkten. Of het hierbij makkelijker zou zijn om de werkvoorbereidings pakketten, veer het opbergen op artikelnummer, eerst op te splitsen naar compressortype is niet duidelijk.
- 37 -
~
12.2
ONTWIKKELINGEN ROND DE INVOERING VAN ADAPT.
Voor de NC en CNC bestuurde draaibanken werden door programmeurs programma's in verschillende machinetalen geschreven. Hierdoor was een bewerkingsprogramma voor 'n onderdeel aIleen op een machine uit te voeren. De beperking in fabrikagemogelijkheden,
de uniformiteit van
de programma's en de capaciteit van de programmeurs vormden de aanleiding tot het invoeren van een algemene computertaal. Deze taal kan vertaald worden naar de specifieke machinetalen d.m.v.
zgn.
post-processors
("v~rtaalbureau").
Twee tal en kwamen in de laatste fase in aanmerking voor invoering: Adaptation of Automatically
- ADAPT (General Electric)
Programmed Tools Programmeertaal voor zowel draaials freesbewerkingen
- MITURN (TNO i.s.m.
Programmeertaal voor aIleen draaibewerkingen
General Electric)
Gezien de toepasbaarheid van de programmeertaal voor zowel deMo~i
Seiki draaibanken als voor de Olivetti Horizon
bewerkingscentra is er gekozen voor Adapt.
- 38 -
De input bij Adapt bestaat uit:
- algemene gegevens zoals teksten en machinedata - geometrie v.h. werkstuk - verspaningscondities -
tooling
- contouring (gereedschapsbeweging) Er wordt hierbij eerst een Adapt-programma geschreven. Dit programma wordt via een postprocessor omgezet in een machine programma. Hierna wordt een pons band geprint.
Het programmeren in Adapt heeft bijgedragen tot het invoeren van een standaardgereedschapspakket. De filosofie achter het gereedschapspakket uit Miplan, te weten een op de bewerkingsfunktie gebaseerd gereedschapscoderingssysteem,
vormde de basis voor de
stan-
daardisatie. Zie paragraaf 5.4.
Na een zorgvuldige analyse van zo'n 400 produkttekeningen met bijbehorende werkmethoden is er een keuze gemaakt t.a.v. de te gebruiken standaard gereedschappen. Dit had tot gevolg dat erop de tekeningen veranderingen moesten worden aangebracht
(afrondingen, ruwheden,
tole-
ranties).
Het standaard gereedschapspakket voor de Mori Seiki's staat reeds in een catalogus. Het pakket voor de Olivetti Horizons is bijna afgerond.
- 39 -
Voor beide pakketten is veel nieuw gereedschap aangeschaft dat nog voorzien moet worden van een Grasso artikelnummer. Aan de standaardgereedschapsnummers (6-cijfers) moeten, mogelijk m.b.v. de computer, de Grasso nummers van de componenten gekoppeld worden.
- 40 -
12.3
MIPLAN.
Miplan is een tekstverwerkend systeem dat hoofdzakelijk toegepast wordt in de werkvoorbereiding. Het systeem, van TND,
dat afkomstig is van het Metaal Instituut
is medio 1983 in gebruik genomen.
In Miplan zijn de volgende bladen opgeslagen
-
bewerkingsblad
- werkinstruktieblad - gereedschapsblad - familieblad
Een voorbeeld van de eerste drie bladen is in de bijlagen opgenomen. Hieronder volgt een toelichting op de bladen. Tussen haakjes staat de wijze van rangschikken vermeld.
Bewerkingsblad
(op artikelnummer)
Op dit blad wordt de bewerkingsmethode opgesplitst in de diverse bewerkingen bv. lassen, stellen,
kotteren
Per be werking kunnen er een werkinstruktie en/of een gereedschapsblad zijn opgesteld.
Dit staat aange-
geven in de laatste kolom van het bewerkingsblad.
Werkinstruktieblad
(op artikelnummer/bewerkingsnummeropspanningsnummer)
Bij sommige bewerkingen is het nodig om de werkmethode uit te werken.
Dit gebeurt dan voor een bepaalde be-
werking op het werkinstruktieblad.
Gereedschapsblad
(op artikelnummer)
Op dit blad wordt de benodigde informatie over gereedschappen opgenomen.
- 41 -
Familieblad T.b.v.
efficiente
produktie zijn er families
van produkten gevormd. Op het bewerkings- en gereedschapsblad is ruimte gereserveerd voor een Miclasnummer.
De teksten in Miplan worden opgebouwd uit standaard woorden. De gebruikers kunnen aIleen voorlopige aanvullingen en wijzigingen in Miplan aanbrengen. De definitieve versie wordt door de afdeling Order Voorbereiding ingevoerd.
12.4 CONVENTIONEELI NUMERIEK BESTUURD.
Op de volgende pagina wordt in de vorm van een schets, de opbouw van de werkvoorbereiding voor conventionele en numeriek bestuurde bewerkingsmachines, aangegeven.
- 42 -
Inhoud bijlagen.
Hoofdstuk 1.
Hoofdstuk 2.
Hoofdstuk 5.
Hoofdstuk 6.
Hoofdstuk 9.
1.
Bedrijfsfolder
2.
Bedrijfsfolder
3.
Categorie Code C-1
4.
Funktiegroepen Cl
5.
Symboliek
6.
Matrix van N2 en N3
1.
Hoofdgroepen N1
8.
Machine klasses M1 M2 M3
9.
Bewerkingen Mo
CO C2
N2 N3
11. Stuklijst 12. Tekeningenhoofd
( rechter-onderzoek)
13. Invoering/wijziging Hoofdstuk 10.
10. Gereedschapsaanvraagkaart
Hoofdstuk 12.
14. Bewerkingsblad 15. Werkinstruktieblad 16. Gereedschapsblad
Literatuurlijst
Enkele definities
i) _ _ _ _ _ ··._r-
r~.~·:j~~~.t~i~;;~~':'U.l. ... \ -,
1~ ~ 02
· -03 O~ 1/
05
ae c';' o~
09
I I '10 ~
1"
;
12
i
I
?•
.
;'" , . / p ; . .
.
"ilf_tverklC + !fd. : .~. ODderdelen~ VaL Gel. c;derdelen Be eise:tabr. . ,C~d.rdelen A~al. eigenrabr. Onderdele:: EC vreecdfabr. OLderdele:: Atsl. vree:df&tr. ~ereed.Froduct RC. SUP4aaemblage 2:.
t 'it
r i 11
L:18 t:-1g
}2 :53
34 36
G;rondsto1'te~ At ,....-"
.
...
Onderdele~
}8 39
-.'......
"-0 • • ,
."
. "-"-.' - ~:;:.. -'".~. •'•:.*tL . . . . -,....-.
~~--~ ~#~-.-.;
-'£: .~~
I:
" 82)c.4.r~u- "'1~~'~·~~:~.t~'~CI1:~t. ~3 _. , r:,"':'Jj: " , . 84 Oll4erl5elen Itoelc. ei".Ilt&jr" '1'r~ts.ecOlU'ailt. !5 Ollderl!e~ Afal. dgedab:. ., 8C'
AC vree: Cabr.
,.--, 87
., 18
Gereed Product ~C. SUbassemblage'AC.
.
:~--~~~~-.~~i~~~~-;~~ ~~""J:,,:::,:
eo . OCderblu "~~.:'""":.' '. . ' •. 81 ,,":·.}r!\:r·'.;':i;-:;'~-j"·;'i:r!-!····
--_ ,. •.
Gi.her': AC:' • Or.cierdelen I.e V~ Gel. . Onderdelen AC eice::rabr.
37
~erGelen
Boele. Yreecelf'aDr.
Pr04~ot1e
cou.rant.
Oa4erde1ea. At.l..~el:ldfabr.
89
Gereed ps:.oChlot. Su1la..ell"1&8e &Ode.
90 91 92
Rulpstoffen
~.
~o
4~
42
&3
'.,
Aceeesoires en lIeeleverdele:: ...e/fal-r. ",Ill
Speciaal ingekochte
•
35
Gereed Product Afel. Gereedschap. iulpst9ffen •
,..
..
":-::-" ......__ ~--4 -.--~------"":"~~~--;;"";-.
30 .3'
"
1}
I 14 f 15
· ._.
_~ ,-,~";~:.c4r.<~~,,-
7L •
artikele~.
en meeleverdelen vr./fabr. v/h 76. van derden.
4L
93 94 95 96 97
L5
.~cee..oiree
4&
~1enaten
47 48
Afval asteriaal, in-courant etc.
Gror.dstoffen LB. Gietwerk L8. Onderdelen L5 van Gei. Onderdeler. L5 ei£enfa~r. Onderdelen L8 vreemdtabr. Gereed Product L8.
98 99
49
I
Onde~.len AC :Onderdelen LC ODderdelen Onderdelen;C
AC
eisenfabr. eigenfabr. v/h 64.
o III c:T
eo
~eemd1abr.
Otl
o
vreemdfabr. v/h 66.
"1 f-"
eo
Sub-assemblage AC.
o
\
o
• '20
5°
~'21
;1 52
Grondsto!fen KS.
N.B.
eo
Giet~erk ~s.
De groepen 84 en 86 bevatten producter. die towel bt Service
o
:3
~derdelen
alE
t
Grondatoffen'L9. I · .22 Gietverk 1.9. \ (2} Onderdelen 1.9 van Gel. ~:-.24 . Onderdelen 1.9 eisenrabr • ~' ,:'25 L.. t·.~ ,OsIderd.len 1.9 neeadC.br.
54
.
:~' ~1 r
56 58 , 59
aereed Product 1.9.
~i-!~:~
•. ¥
_
•• "
__
__
••
~
,_""
•••
~"
•••_.
_
MS van Gel. Onderdelen ~~ eige:rabr.
b~
I
Produetie op yoorra.d ztn.
o a
55
~t?-·....
~~~
0-
.
Onderdelen
~$ vreee~f.~r.
Gereed Product MS. SubaeeeebleFea KS. .,_._ _ ~.
•
, .•. ~.
;._~
,:,:;-~~_
-.i.lI.:.t&.-:;. •• _
_ "•• _ •••.••• ,..~,--,•. _-.;.-
,
~«,._,-
.....
OJ f-'.
w. I-'
III
Otl
eo
w
Funktiegroepen Cl
N.V.
GRASSO'S
NORMBLAD
KON INKllJKE
MACHINEFABRIEKEN's H~" TOGENBOSCH uiii. No.
AFGELEID VAN:
l5.tum
HOLLAND ~ P.r••'
Bladllilde
1/''''
f/p. f~!!!:...!!.~oapan 6 •. I---
Bijlage 4
C2
00. 000 de o~frk4!h~n.""e~~ hahJut:~ oqa'&t-.stoQ,.,Q"e ~J!.-'."/$. )hiJ,,.J,.i· /3 it: . haaa"JCch dQ& iIIen O'J'-td:el vl!t/-..sG~1/II" NeTt!! lu"J:.i/.~ J:;,17 ~ qoch clot .sII!!:G),t.~ Cli,,:h. l~h,4'/1!!: ge.i:oZt!!iH Mqh k/o/'"d." .6,;·-~d ".qna~h/J.J.n
•••".l
L1-A/--J-a-J,i-_ N7d.i!.&i£C!!t'~~V_""I!I~$ ".1t.Jo"'-~~dare9roeeC'?._.fl •• " /~n~tl••• i.J..#I"JS -'DC~ _n ~"'... I--
C;
K
f--'-
I----
qi~ " 00
of
O~
'* CU tJ$
f--
06
.1,.
4;"71ovdc _t:t ,7" ,c..."w1:ll., "'t¥h AI."!" ... :4;C7•• ..o;q• OOM. '~.I1.()..o -:r.,.'/'. M.t nu:;,ie"/.e/ So - - - - _. ------- - - - ---------------------1 Bc",a$(./gl"!l-s lWu:ld ... ._ 15(,_1--1
aAi "'./"-
5i.uI1 FfJ.- - a',.aoa'~."...J,.
a-=.;.:::i?=---1~----------------- ....
_.
S~
,,#~~ ~$./~/~ ".".:6., JII" ... - /1."$ .,.".b.
. _.__._. ·-.....:::.S'=V·-:+------------------t
.Q/~/uitt:~
.
r--......;;;~+)i'~~!z./o'.,..
.-f"S .._ ~~b_+_I
._._ .~-.l-----------------...-I
~
&'1/
r--
- I t J b O
NQc.h/..,c d.t:J
..10
L~c.ld ~O'OI'Luc;"t c;.i/. o'7d J.I~/.s
.:II
.J~
5!J
,Q/e¥'/clrlio1I1
~t'
6/
_
JS
Phd, lu~~ ; - " . 9 ' _ .
~-
f-
J:Ce / 6u .:J ~~ s~~1/a'oe.<'-b.t:¥t'k.L iT
'&;:0
0'/
Roc/~nTt
·-------·--I...;:t1'.27+~~,.:::I.:.::Q::::.,~.oo...;,,1_::.,--------,,r-------
kl.lWhZ~;'fl,.nt~1 /)05 / ~oP. . . /;"g
l&wi-./.I",..../ ...... (~i
&'0
_.
J.l
,I'I
-1
6'3 ko"/~.e..'.N/ __ ------------1t-·~tAl7+==.;~:.::.:=~-----------I
86- L"C.I,'UH;t 96 1:17 Luc."f
~ L~c/,t
qq<1/-,
CLOO,1_.
.. _--------1
Stukje Symboliek
CIU on @] QB {;13 ~~LTCill [Q5 []] [[] .,11 N BLAO At.,~"I"I('
,4,
11
Bijlage 5 " Ht '1lltJ
v
~nOGr NBOSCH
Nfl
~-----
2-
,k
II ,II
,'"
-:T~8~
l-',I'~il.1 !j,,,,l.' ,l~
BvB 1 7/ 1
~
--- f-.--- '" •... _0_.
_..
-_.
_.. -
_.~-
01
ot1
18
~
02
--=C
19
~
03
$
61
6/ 0
l--~~
--
1..---
t:-
,
,
~'---
.
------
04
O
62
05
[QJ
63
06
07
b
65
ctJ
66
67 09 11
©
@
12
(j)
13
~
15
69
~
,
MATE/G.
.
75
$
GROEPSINDELING
0/ cV
77
AAA[ /VIM.
.
EJ .....,,_.
~
-.--, ---""j
I ~7TD--'aQ .,,,- " .-----
!.\ '.·r . . . . . "r-A-,--.,N ~J ..;1'1'''/;':: / v : '. ,
NI -- I
,r--NA
Matrix van N2 en N3
,
N3
,#'t
'#
II U U I u
IIICItTINC
-
I'LMTS
w
,.
~
I
\I
J.
~
I ,. (. :
I
,. ~ " "
Nl -- I
I I. I.
~
" X I A " l
I<
....
Bijlage 6
II Ii 1 1
lYP[
V 0 0 R
"
[
HA
•
I "
V 0 0 II
.. E ); Ii
A
"'1 (
" 11 1 A A l
• 1 10
II Ii 1 T E .. V 0 0 R
Ii
A
V 00 R
r;
[ H HA
:I
... •
CODE ll00f08Ew .
I
2
Center Joren Spir. Iloun
(1
Copicerbciu!. (bu)
5S
J
~
~
llind loor-
V.V· la
~)o
~
Copi .. .,beiteh 3,50
1
\
0::2
Vhkboren
t§3
Copieerb.lula
Copi.crbeiteh
P
"'-J
te-s
~ ~~
l[) lb tu
Copinr·· beiula nO
~
3
Copieerllo.kbdula b.i ul. (bi) bulun
"
Iloekbciula binn.n
~ CO
<SS)
8
1
t.
Zijruw b.hela
~ Ilu.kb.iuh bui ten
~
.4
3
a Ilo.kb.iuh binn.n
Q:::.\
Copicerb,iul.
pC\
n°
~
Ruimer5
~
•
~ -ODE I\E\T:;BL\o:.
12.
JI.
'·3.
4.
Ste.kbeit.l. St.elr.beitel. Isteekb.i ula
5
~
~
c:C4
Draadsnijden Drudlnijden Pr ••dlnijden
b
'I~
0
Sprinf Snij"up
1
i=}
).
Steekbeitela Steelr.beil.h
~
Ii
'6.
1-
teekbeil.l1
~
Il
Dr.adlnijden Dr ••dlnijden Pr ..dlnijden
/=j
II
[J
C~ \
& I
.3
,
lijv. I<.a rte len
\
lijv. Rollen
\ N1 N2 N3 = 137
o.
leekbeiuh
p
Draadlnijden Draadlnijd.n
~
appen
SHe _
Ste.kbeiteh
8.
p
\I.
Hoofdgroepen N1
N2 N3 Bijlage 7
GRASSO - GEREEDSCHAP
GROEPEN
GROEP
BENAMING
111.000
VOORDRAAIEN
BUllEN
115.000
AXIAAL INDRAAIEN
BUllEN
121.000
NADRAAIEN
BUllEN
122.000
NADRAAIEN
BUllEN
130.000
BOREN + CENlERBOREN
131.000
VOORDRAAIEN
133.000
VLAKBOREN
137.000
TAPPEN
141.000
NADRAAIEN
143.000
RUIMEN
155.000
IN/AFSTEKEN
BUITEN
156.000
DRAADSNIJDEN
BUllEN
161.000
AXIAAL INDRAAIEN
BINNEN/BUITEN
175.000
INSlEKEN
BINNEN
176.000
DRAADSNIJDEN
BINNEN
221.000
AXIAAL INSTEKEN
BUITEN/BINNEN
900.000
SPECIAAL GEREEDSCHAP
BINNEN
BINNEN
Machine klasses Ml M2
M~
Bijlage 8
/
r-<Wl._~A.""~
....~.,;..A::s. :"..~"t\Jf.t'T',Iit&.~'4IIi
'I
_.7__.. . . .
~
Categorie-indeling Machines:
Nr,
Omschrijving
001-049 050-099 100-150 151-170 171-199 200-214 215-239 240-299 300.324 325-335 336-369 370-399 400-4'4 'II'S - If 3'" 435-455
Draaibanken (handbediend)
, 456-~l) '1'-'"r 500-599 600-618 619-709 710-799 800-849 850-889 e90-909 910-999 •1 "{ ".
,
,
•... , .......
Draai-automaten Boormachines. Freesbanken. Kotterbanken. EN ~R"<:I'h~.-),~:SSchaa fbanken. Steekbanken. en hoonmachines I. Zaagmachines (Metaal) Slijp~
S11jp-
en hoonmachines II.
Persen. Plaatbewerkingamachines o.a. scharen (nieuw) Walsen.
1?£!IJ"'J'~SI1PP.;ll
Buigmac.hines. Hijsinstallaties III. HU1~\lI:St .... :~:..-·':.{ ... (· .... c ,
r_
.
Gebl.okkeerd. Autogeen snijmachines. Gloei- en beitsapp./Hef- en Lasdraaitafels. Hijsinstallaties I. Materiaalbeproevingsmachines/Houtbewerkingsm. Hijeiostallaties II. Vorkheftrucks. Reinigingsapp.,
HUisvestings1n5tallatie~
en dive bewerkingsplaatsen. :[ N.B.
In principe bepaalt Technol. bureau in welke
L~,-=':~::.::~::::':::~~d . . . . . =',.~~:,~::.:O--.2.. . - J
"
Bewerkingen MO Bijlage 9
•
Groep
0
Zagen Draaien
"
2
Frezen + kotteren
3
Boren
4
Slijpen
5
Overige verspanende bewerkingen
6
Lassen
-
snijden
7
Buigen
-
vormen
8
Overige niet verspanende bewerkingen
9
Hand- en overige activiteiten
-
solderen
- knippen
gereedschapsaanvraagkaart
Prod uk, ' ....ning
L•••,detum G.,••d.chap B.gln t.k.nln,
Tekenino klaar
r
Produkt b.namlng
S.rl. ,rooU.
Bijlage 10 J•• r••,brulk
G.r••d.ch. eenvreg. omschrIJ.ln,
G.r••d.chapnumm.,
V.rwecht. b••perlng p/laer
I/d ~ ~~ Ol,~f ./1M~o/A ~tof tV>J)Jl
0..
J J -t-..J
4.1
(l_
~C1tA~
Neem w.rk"oo,b.r.ld.r
,
"Y6~ Aen",ee, d.tum
1<1/ l2iJ.
<. - &- ~'I G.r••dlch k'aar
G.,••dlch "onlr
Naam kon.trukt.ur
G.,••d.chap t.ken'n,
IC-. ro.", ./39 ~
Kontr calc. bled
Par. ch.f '
. To.
6~ .olPc,
G.r••d_chap ord., no.
54-3
-"0
stuklijst
8
,
80
CE-'2~E_~~___M I. ... 10 _
79
Ploafschroe' Hammer drive screw 2. 9 "
f--
,
78 I 77 8 76
i
Cil kop schr
Type ploOf
R 05
Ty". plale Kompr. afsl. Compr. va/ve
Z.sk.bout
-~---
75
,
74
/ttIaaszeef Sucfion strairtttr
73
OiIit-ring
3
06
-_.
67
06
HV51.
It
~:,~~::Z.
2
69
=:; :~~..
07
03.65.510 01.10.535
3.5' ... 158,34
O-ring
09.52.36' 09.62.05'
6
55'
07 16.5'"
81 .,.5
09.03.067
?~~~.pip_!:~_~ 71
to
NPT
07 5"
5" " '00
f--- SI prec.pijp
I 2
36
31.
0'. '0.811
------- I--
1
~~:Hn9SSfOP
Zeskantbout Hex. bolt ""0 ... 35
26.36.100
11.7/'.012
-,---- f---
""6 ... 110
flsx.bolt
8
37
01.33.305
HVI.2
Kampr. als/ Campr. valve
r_~
0168210
5
Bijlage 11
I'
~ __1f--_-+_6t. OS. 006
Zesk
bout
32
Hex
31
Filferhuis FiJt.,.housing T30
30
O-rmg
bolt
07 80 t ____1r--'-'-'--
5
F,ltercarfr/¥
~:1'd
01 '5.300
ItI6
Papie,fiI'e'
28
07.02.130 09.52 363
3,53 ... 136. 12
~:C=t
29
01.10575
""0. 75
=
_'_8__0__,_'__----t
01.51 320 20 f- f---. ~=':="--------+--__+-____1f_-----t_--+-+_+_+_t_+~~=.__----_+--_+-____1f__----t----t-26.36.700 1 70 ~:",;~k~":UeI. 6610 03.38. 106 Z6 ~=:~::' RC 6 03 39 136
6613
27
06.80. 122
FIens
67
Ie
--/-------1f----+----+-----1f-----i-----j-+---+-;~~.....- - - _ + - - - - + - _ + _ - - - + - - + _. .
3W220
~'-~ _~~~7;[.~-~-~;~~=_. __ -~-r-- ----~ --~~.23.3'0 Z
M6
FlorIg.cdap~~tr.
---
:15
I
2'
- - - -.--f--f-- -
.--~-
RC 6
'7
27.36.700
e"",-__ ~
~~
1
26 36
1-----
0 ring 3,53 .. M9. I'"
09
600
52 365
~---------t~---
Soc•• "'-«J screw
23
01 0' 510
H,a" '00
.....
f---f-~ ~P"*king----·- I - - ~ f---t--·------+----+-++-+-+--+~,;;;;;;;:=-c=:::.._---+--_t--+~-----_+---_tI
! ..~ ~'..E!'..k.!'I~7-"--~~ ;
65
I--
__ __
~~;''':pringl.25''POMn.SM51
_09__._07 • ._OB __ 7
f--
+-_+-+++-2-2 +;::::;:;-:-'-;-:'sing 2
".31. 132
RC
6
=:~U:od sere""
21
26.36
500
01. CU. 525
Hla,. 25
f--f-- fi~hih~_C:m-"-'g ? . . . - - - - - - - - + - -----t--+-----+-----+---+___!-~-I_____!...;;.==~~=:..------+---t_-___!------I__---t___1.
~~~-:!.ITl..L-.--
i;;:m::;t' .....'---------___t---+--t_-----t_----r-.
20 09.70.056 60 " 5 - -+--/---.------t_---+-++--+--+-+,,;:''-'-'~_:__ ,g ~ 60 If 50 09 70.~O
56,,51,3,,2
Rechth. -,ing
~~~~ ~ '0" 36,6" 2
L2 f-----62 I :;
+-=~_
I"
60
Zuiger c'¥'. reg. Piston cap. control RC cyl. cap. control
RC 6
27,36
SOO
01.10512
2 58 Oilit 190x40S" t5-2CR - - j - - - - ut ,-1---56 57 1 ""'0,. 100
,i!_~_s..eEyIin_MadRC
r't-- -_ 55
54
Ass
_,e'
15
09 07.192
"
01 10,510
23 36. '
~-~:r---;'290.t5---L- --
._--+
'6
-
~:~::;:/~r
6
50
Curvf!dspnng 87
6
49
';:;:;~~~e
6
'8
O."ng .J.5J" 117,07
Vee~hotJder
OS 30.175
0907. 175
3
125,,"
valvfl RC
01.10.5'0
1410" '0
j-
11.13.501
HIO
--
I
6Q. 50 11.5
~~~~~~L_
I1.U/iDO
~~~
6,5 x 1.5
12.'6.001
Zesk boul
12. ,g. 333
26.5 G33
+____1r---+-06-.07_._11_3_ _+-
11
H.x.bolt
146.16
01.10.316
10
s;ghtglass
29,.60
12.24.029
+ __
--+--+--t-1f---+-::IGO::"ik::-:glas7-""--------t-----T---r---------~
-+-+----.j-I-=--t·.:o~_!!:"ing~':!2!.,6-2=-,::..3-2.=-99=---------+---+---t-09-.5-2-2-8,--+----+-...1 t
Di Min
P/~
0110530
.___ __
RC 6 J(
22.36./iDO
RC 66
---1I-----jI--+-+-+-..:'2-+~~~""'fsNi~,v~:~e:,.H7--NP-T _'_3
~~bou~----------
\ ~1. ~r!!_~~~?!!~~.~ __ 'iF
500
'3
09.07.190
- -- I----
175_290
COli,"
'7
'6
Crankshaft
Z.sk bou' "'x."'olt
--+-_t-----+---+-++++-+'~ """';::::':i'6;"!."""""""!r7=...:..---+---+--+------t----iI-......
6- OCR n,. Pakk,ng VffI'.Gask.t1901C40SX1S-OCR
----~nl.
2
1--; ---;;
70 '5
23.36.520
~~~-~
.
".'3.6S0
---+----+--I--+--+-+-___!~=~-------l---+_--j-------+---+-.rl
RC 6-2CR
':::sZ';r f:.'::i!::t
i
= ==....
18
27.36.600
""0 .. 120
+-1- f--. C,Ii",wbp ~ _5!_~nokNhead
1<4'0
Krukas
6
Cd. cop. reg
;;~~b:a:t
11.25.'05
If
Plug
27 36 '00
03.65.533
gssOIJ NPT 33
Oichtingsstop
NPT 21
03.65.521
11 33.087 5 6 c;:,.c~tingsstop NPT 13 03.65.513 --+_-+------+_-~+-+_HH-~'~ .. ==~-~-____1r-~_+-____1~~~~___+~--t__-
6
27.36
U10
09 52 362
2
5
c;;:;ttngSbout G 21
,
Alu~ring
21" 25
01.36.216 M
I
09. '2 021
~~ =,~ f::::;:I',"'2--.-·'!.~~_0~'--_--_~ --+-_-_f-t----'-'_-3_-3-0~8~8~~~+-·---t-_-._-_-j_-_I-._+-_2-_+1---3--1f-"","'.."_'::nr"_u::;gs"_e:::-~:::,~_gk::;n::"_a::;~c..-e:_K~I-_5~~~-_-_~~~:~~~~~~:~_~~~~f-_-06~_.-2~7_~_505~~~-_~~+-~~~~--~~:~~~. 6'6~~~:~~ __. 6
~5 ~~f:~t 85 RC 6
~~- D 7o"n-"n ;;',ogd ~~ ~o ~~--;; . ..
c +---_1----_ ._. !-6
:=--- ~~derline, Cilmd.rbus
' 6 1.2 '-f---
85f?C_6
O-ring 3,53,.91.67
-
~_-r--_ _~'_'_3_'_~_8_ __t----/___-~++2+~2~~~~-~~~:~:!~-M-'-6---_-_~--~--+0_'-.-~-8-~--+---~-~1 _ _ ~~~-tO----+----+--I-...l:~~I--+.ft!!r:.!!l!!ch':"£l;,.!!!.e__::..=C=6::6 _==:----t--_;;;;--t----t..:2~I.L36:; =.=. 6pO;-.....+ ~....1
. _ _-j-__ "__ ~
2".36 500 2336 100
-+--t-0-9-5-2-3-6-'--t----+---1
r-----.--.---~~--------
38
~;
11..9><70
11 OZ. 570
+_--1 t----1
OM. NO
:::..-:u" .... Grwtrooy Kompressor ~=;~::.E'j~~~E~~~~:~:.~8~'~.0~'~.0~gE~=~ ;.a:,-:., ~ 00 . . 321
I---------t------t-----j
~ ~- ~~:k:;;;~_~:. ~~~ +-- ___1----+-0-7 .-'-6--'_6_0_ _+ r--' ~:' !'..an_d_16 ,!2~ .-i"----- _O_3__'_'_2_23 +e---'3!.... fa;;'"1":l'i!",,-"..!-'-~-~ .__+a_3_3'_'_J6__+ f
0UCRPn0N....
IIi
=- ,:
v.o."." 1
~
L
Compressor
RC 66
_
1--....
f-A2_!.I'I:::..:::..==__~__2_0..L...-;3_6......._6_0_0_-'-....L_-..:2Li::..-=3_·
--+_-+--'---J---JlL3L..J......l.....L...J......L..l-.l-l-J-J........... rn:l 00 E[] ~ ~ ~~Iif [[] OU _ " ' _ ......... _
~-.,-
~.1tlJU.NC)
tekeningenhoofd
Bijlage
's HERTOGEN80SCH U... No
NILAO
0....
,.,...
5 17-'84 BvB R£CHTER-ONDERHO£K-'fd TEKENING
H-' ~""uilt W
vokj..
"••"rtiH' - noam
\fICIn
12
.....1... 7/1
d. r.o. hOflk (z; e onder) is:
/lCXJm IlGIl geffikenl! ortik.lIsche!"o I o.verzicht. tfOOrroodorders ( z/e oo.S5OO3): nI ets /nvu" en klontorders ( Zifl 00.56.oo7J: ordernummer ortikflJnummer( ~ wijzigingslefter) hoog S (zifl 00.77.(05) nr.:r W>lgnummflr von het blad oootol. totool oontal blodfln \IOn h,I tflk.nummer lind;." tHl g.wenst,.lwt bfltreffende numm.r invuflfln
_ ordM' . . . . . . . • • N#tnt .' • bladWl '. . .
• th.,.m."'h. - opp. Mh. .opp. b«J,kJ<.
- SA . . . ..
indifln niflt gflwflnsf, doorsfr.pen
.. dotum van v.rw.rking in schoduworchi.f
• TA
"foepossingorchief .
- VT • . . . - NT. . .
. . vC!O'fJOond t.k. nummflr
. . . ni.uw t,k. numm.r . .. datum VO'l v.r~rking in computer: wordt nl.t gebruikt. - dot. .. . . . .. datum von gere,dkomen tek.ning. _ get noom von konstrukteur (gefln poroofJ - gfc. .. . . . .. noom lIOn d(J chflf - IC hool. . . . . . voor k,uz, z i fI 00 , - wiJz;girtg nr:. .. HrSte vakj. =nummer .-on wijz.voorst. of A . twe,d. va Joe = paroo! von uitvoerdfN"
- C
..
noos
stu klijstdee I - oontol
bij mono lekening de rechterrij gebruiken bi) lobe/tekening ook de onder, rijenl eventue,' uitbreid. - pos. . . .... nummer van toepassingpfoofs in de figuur. - art; kelnoom . I( naam lIOn toeg,post ort;kel (zie art. teklnormblod) -.ofm. . • a!m,ting,n Voor groncJst. v/g. 0P9ov, prod. bur. - met. .. . fI mat,rioo/soort, bl} genormde ort. Ultsluitend indien OO'9«J'~fl . in ." stuk/ijstteks.t" . • artik,'numm,r - ortik(Jlnr. . bijzonderhfiden, zoveel mogelijk vermijden. - bijz. -"4 . M= uit magazijnvoOrrOOd} -B B =te btutellen wordt vrijwel nooit gebruikt. A= aon te mok.n -A
-
*
voor klontordertekeningfin zie 0077.005 bl.5/S
•
NMrN.. QUANT.
AATlICEI. NMM DIi8ClRIPTION
PO$.
.,..,... ....
THENol l'RliAT
00.64 . . •
TA
0I'f'.1IH. llUFlF. TIlEAT
00.86 . . .
OPP.".
IUAF.COAT.
SA
00;88 •••
YT NT
c
i
~
_.-.- -
.....T.
OM
-
t;'.
--
=t:-
AA
~
'-w..
....
I
I
NJl'llIILHR,
DMWNO.
M B
IIIJZ.
A
.. f!lIlOI.
BLADEN -SHl:F.TS
@r::J
HR.
1tIICJlA DfWl!IlfiIG NO.
,
MNTAl jQUANT
III
Ctl 00 EU ~'~ ~UE[] [Q5 [[] [][]
Auleut1lfechl voorbe_ votgena de _
•....-n'08BfII08CH • HOLLAND
CopyrIghI _ e e l by lew
invoering / wijziging
BLAD
Bijlage 13
Afgeleld ven Dok.
Veranderingen in het artikelen: - invoering van nieuw toegepaste artikelen - v~ziging van bestaande artikelen . afvoer1ng van vervallen (niet meer toegepaste) art1kelen vindt plants na goedkeuring van een invoerings/wijz1ginga/afvoerings vooratel. Vooratel worlit gedaan door de hoofden der afd. :konstruktie, tecbnologisch bureau,verkoop service afd.,material manager. Bij de omsc1uij\7ing wordt de minimale hoeveelheid gegevena gevoegd die het voorgestelde ondubbelzinnig maakt, in de vorm van afdrukken van t ekeningen/no rmbladen: . . - voor nieuwe artikelen een volledig ontwerp van teken~n~/normblad; de keuze tUBsen deze vormen is gemaakt tussen konstr. en norm.; daarbij tevens de tekeningen ver£eleken met bestaande normen. - voor ~zigine van artikelen beataande tekening/normblad~waaropin rood de ~ziging 1s aangegevenj bij wijziging van een ser1e Boortgelijke tekeningen kan volstaan worden met het toevoegen van 1 tekeni en het vermelden van de andere tekeningnummers op het voorstel. - voor vervallende artikelen de bestaande tekening/normblad die in rood is gemerkt "vervallen lt • B~ het voorgestelde moeten de voordelen duidelljk genoemd worden, als besparing het doel is moet daze worden uitgedrukt in een besparingsbedrag; als dit besparincsbedr88 f1.000.- is VlOrdt het teniet gedaan door de koaten van de wljzigingsprocedure die gemiddeld f1.000.- zijn. Bij goedkeuring zijn in de doorvoeringa fase nog ~f1.- per artikel te verwachten. Voorsteller geeft een kopie van het vooratel met toebehoren, bij voorkeur gel~ktijdig, aan alle betrokken afdelingen en stelt daarbij een redelijke termijn, (niet korter dan 14 dagen) voor beoordelins. In speciale gevallen kan techn.leiding deze verkorten, door met de betrokken afd. en de van te voren verstrekte gegevens, hetvoorstel gezamelijk te beoordelen. Is binnen de gestelde te~n geen tegenvoorstel gedaan, dan wordt aangenomen dat de betrokken afdeling geen bezwaar of opmerking heeft. Indien de beoordelaar b~ de invoering no~ over z~n opmerkineen wil beschikken is bewaren van een fotokopie (zie 00.11.011) het eenvoudig ate middel. Indien gemeenachappelijk belang bestaat met zusterbedrljven (zie ~/~) worden deze op dezelfde Wljze b~ de beoordeling betrokken.
Voorsteller geeft het voorstel met de commentaren en met z~n eevolgtrekking voor goedkeuring aan de techn.leid. van het bedrljf onder w~ens verantwoord1ng het te Wijzigen artikel valt B~ gemeenschappel~k belanggeeft deze techn.leid. de Wljziging ook doc aan de tech.leid. van het zusterbed~fi indien deze het er niet mee eens is, en een oplossing in overleg Diet mogelijk b1JJkt, wordt arbitrage gevraagd van de tech.leid. der moedermaatschappU.
B~ afwijzing wordt voorateller hiervan in kennia gesteld, bij goedkeuring regelt konstr. afd. de doorvoering.
.
F~ertoe wordt een doorvoerschema met tljden opgesteld enaan de beorok~en afdeling~n medegedeeld, deze voeren het voorgestelde binnen de
oegewezen tjjd in, en zorgen voor doorzending aan de volgende afdeling
Bijlage 14
Bewerkingsblad PAGE
DATE:
!
1 OF
6/15/84
1--------------------
BEWERKINGSBLAD GRASSO STACON JART. ~R.:11-25-105 MIGbAS NR: IBENAMING:MEENEEMSCHIJF bOX5 INAAM WVB:VS OPGEST.DD:04-04-84
--------------------1 I
I AFD:SFI
I=~~=~================================================================1
IF'O::; IMACHIMAT. CODEI
MATERIAAL+AFMETINGEN
IBEW leODEI
BEWERKINGEN
I _. _. - I
I .-. -- - - .- -
1-- - - -- - - - - - -- - - '- -
-- -- - - - - - - - - - - - .. -- .-
If""ANT I VERBR.IB\ I r: I ISTELI STUKT.IWI
I _. - "'" I _
00
_.
'-
-
_.
)----1----1--------------------------------------------1----1-------1-1 I
1
I
I
1
IFOOll
I
160-11-5601G.ST.MEENETMSCHIJF
11
11
I I
I
I
I
I
I0010110871STELLEN I
I
I
I
I
11.5 I
f
I
I
I
I I I
I
I0020110871DRAA1EN I
I
J
10.0450 I
I
I
I
I003012J.87ISTEL.LEN
10.~j
I
I I
I I. I 10040 I 2187 1BOREN EN FREZEN I I I I00501902510NTBRAMEN
I I 1 I
I 10.0350 1 10.0150
I I I I
I 1 I I
1
I
I
1
10060154151
1 I -
I -1-
LAF'.f'EN
I I -
-
-
-
-- -
-
-
-
--
-
-
-
-
-
_. -
I
I
I
I
10.0300
I I
I I -
I "
I -1- -
-
-
1 I -
Bijlage 15 Werkinstruktieblad
DATE; ........ ~
-
-'
.. _. _.
6/26/B4
WE F~ K I Pi f. r Rue
TIE BL
WERKINSTR:11-25-105/0010-1
GF~ (-I HS 0 S T AC (1 N
MACH.
--
..
. -
NR.:109!
WVf;.:HE
I
I
BENAMING :MEENEEMSCHIJF CWGE[;T.DII:22 . · 06 .... B4
(ARTIKELNR/BEWK-OPSP) N{~AM
r.'-I It
I AFD:l(11
~~=========~=========================================================1
Nh: I HANDELING ...... I _ - - .- - _. - _ - _..- -- , - .-" _. - - ..- - .() I F' 0 NS £I A N [I NU MMEl': .- .. - _. -- .- . - -.. -- -- ... -- .- - _. -- - " .- _..-.. _..-_.... PAl I 1 IUITSTEEKLENGfE F'RODUKT--------------------)18 f
:>
12 5
I X _.. I .. _ _. _.'. :t ~'.'i I I ffiml I
0
I I I I I I
I _. - -
---------------------:>******** I I D2=****** D3=****** I I L1=****** L2=****** L3=****** ' II I I I 3 15PANDRUK----------------------------------:>20 BARl I I I I 4 IGENTER *** NUMMER------------------------->******** I I I I I 5 IMATERIAAL--:> GIET5TUK GGG60---------------:>6011560 I 1 IAFMETINGEN DIAMETER----------------------:>88 mml I 2 IKLAUW NR.---- HARDE IAFMfTINGEN D1=******
I
LENGT£------------------------>28
I
GER.NR.
6 IGER.rOS.
GORRECTIE
mml
SNIJMAT.
I
I I I \ I I
I
I II
I I
I I I
I
I
I
I
I
I
I
1 111100 01 ** ** **** 1-30000112500 I I 2 ******* ** ** ** **** ,******1******1 I 3 ******* ** ** ** **** 1******1******' I 4 131604 04 ** ** **** 1-354001 5000 I I' 65 ***'**' ** ** ** **** 1******1******1 141684 06 ** ** **** 1-326001 8000 I 1 7 ******* ** ** ** **** 1******1******' II 8 ******* ** ** ** **** '******1******1 I I I 8 IUPMERKINGEN:****************************************t I I ****************************************1 I 1 I I ****************************************1I II I I I
j
_.. I _..
.-
-.
-
--
_.
.. -
-'. -
.. -
_.
-- .. .. -
.. -
-
-
-
I
-- I --
I
..
Bijlage 16 Gereedschapsblad
P{~GE
~_
1 OF
I.
. "'..,._ . _--_.. _,.. ----
-.. -- -- GE:REEDSCHAPBLAD GPASSO
I tl HT. t·! f\ .. : :I. 1 .... ;~ ~:; - 1. ,~, '5 j; t·; I CL I:; 3. NP : I f.< EN(.\ M11'·1 Ci ;: hE E "I EE >, .: CHI :J E' i (! PI {, M ~\I i} P : !'·i D DPGE ';J '.t D:O : I :::: : : :", :0: 'C: -: "" "" "" :..: '.: ..: . .... -- .. jBEW M0:H GER2~D· i i~ H .. r: ["'; E ':: I H(, P HP , II
.
",",
. : . -••:
-.j
':",'
(:1 ' ) '- ()
~~;
...
ST!~C~:JN
"3 4
i '. .' I 'X' 'J: 1~1 (, i C.: Ei3
(,i:!:
Literatuur.
Boetzkes,
p.
NORMALISATIE- EN CODERINGSSYSTEMEN uit: Organisatie rond de produktinnovatie Onder redaktie van prof. ir. C.H.Botter Kluwer Deventer,
1982
Smith, P. SYSTEMEN VOOR
PRODUKTCLASSIFICATIE
uit: Afstudeeronderzoek aan de THE afd. Bedrijfskunde Uitgevoerd bij DAF Trucks te Eindhoven, van
't Veld,
1983
J.
van der Staay,
ir.K.
INTERNE BEDRIJFSORGANISATIE Kluwer Culemborg,
1976
GROEPENTECHNOLOGIE Rapport van de Werkgroep 64 van de Sec tie voor Bedrijfsorganisatie van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs Universitaire Pers Rotterdam Wolters -
Noordhoff, Groningen,
1971
Enkele definities: artikel
is een gereed produkt
werkstuk
is een artikel in bewerking, tussen uitgangsmateriaal
dus in de tijd
(oak een artikel)
en half- of eindprodukt. -
produkt
,
is een voortbrengsel van arbeid of van een natuurlijk of industrieel proces.
Fasering nieuwe werkvoorbereiding voor CONVENTIONELE machines.
BEWERKINGSBLAD eventueel aanpassing
1
tekening
SYNTHETISCH TARIEF
van Fabrikage Ontwikkeling (na overleg met PVC)
t.b.v.
voorcalculatie
1
WERKI NS'TR UKTIEBLA D
eventueel
1
GEREEDSCHAPSBLAD
door Gereedschap Constructie
TIJDSTUDIE
t.b.v. kostprijscalculatie
tijdens produktie:
1 1
TAAKSTELLINGSBLAD
eventueel wijzigen van:
BEWERKINGSBLAD
(in overleg met mechanische
WERKINSTRUKTIE-
afdeling)
BLAD
Fasering nieuwe werkvoorbereiding voor
NUMERIEK
BESTUURDE
machines (NC en CNC)
BEWERKINGSBLAD eventueel
1 1 1 1 1
aanpassing tekening
SYNTHETISCH TARIEF
van Fabrikage Ontwikkeling (na overleg PVO)
t.b.v. voorcalculatie
WERKINSTRUKTIEBLAD
ADAPT-PROGRAMMA EN ANDEREN
PONSBAND
GEREEDSCHAPBLAD DOOR PVO tijdens produktie; TIJDSTUDIE
1
TAAKSTELLINGSBLAD
eventueel wijzigen van:
1
BEWERKINGSBLAD WERKINSTRUKTIEBLAD
t.b.v. kostprijscalculatie
INVENTARISATIE CLASSIFICATIESYSTEMEN
VRAGENLIJSTEN
Vragenlijst Ontwerpafdeling/tekenkamer
Ingevuld door: functie: telefoon: afdeling: S.V.P. BIJVOEGEN (indien aanwezig) - voorbeeld tekeninghoofd
- coderingsvoorschriften (indien nodig)
- voorbeeld stuklijst
- andere output die de werking van uw systemen illustreert (indien nodig)
I. Waaruit bestaat de output van uw tekenkamer?
(Betreffende categorieen in onderstaande lijst aankruisen) 2. Welke categorieen krijgen een tekening nummer? (S.v.p. aankruisen in onderstaande lijst) 3. Welke categorieen worden bovendien geclassificeerd? (S.v.p. aankruisen in onderstaande lijst)
Output tekenkamer? a. tekeningen van samengestelde onderdelen b. tekeningen van enkelvoudige onderdelen (mono's) c. stuklijsten d. schema's (hydraulisch, elektrisch, pneumatisch) e. meetmethodes g. h.
J•
k.
o o o o o o o o o o o
4. Hoe Z1Jn de onderlinge relaties tussen a tim k vastgelegd? (Bijv. op stuklijst staan tekening nummers).
tekening nr?
o o o o o o
o o o o o
Classificatie?
o o o
o o o o o o o o
- 2 -
5. Op welke objecten heeft de output van uw tekenkamer betrekking? (Bijv. produkten of onderdelen daarvan, fabricage (hulp)middelen, etc.).
6. Door welke functionaris wordt een tekeningnummer voor een nieuwe tekening (categorieen a. en b.) uitgegeven?
7. Wat voor soort codering wordt voor het tekeningnummer gebruikt, uit hoeveel posities bestaat de codering en wat is de betekenis van iedere positie? soort codering: 0 cijfers
voorbeeld :---~---------
o letters
o
aantal
codeposities:--~~-------
combinatie
o anders
tow.
betekenis van iedere positie: (eventueel coderingsvoorschrift bijvoegen)
8. Welke hulpmiddelen worden gebruikt bij het vastleggen en opzoeken van tekening~ummers? (Kaartenbak, catalogus, computerverwerking, etc.).
9. Welke afdelingen maken nog meer gebruik van het tekeningnummer? _______ "'''_________.....-¥t1'~_
10. Wat voor soort codering wordt voor de classificatie' gabruikt, uit hoeveel posities bestaat het classificatienummer en wat is de betekenis van iedere positie?
(INDIEN NIET VAN TOEPASSING GA VERDER NAAR VRAAG 17 soort codering: 0 cijfers
o letters o comb inatie o anders t.w.
)
voorbee ld :----~------~-~-aantal codeposities:--------------------
betekenis van iedere positie: (eventueel coderingsvoorschrift bijvoegen)
- 3 II. Welke hulpmiddelen worden gebruikt bij het vastleggen en opzoeken van
classificatienummers (kaartenbak, catalogus, computerverwerking, etc.)?
12. Welke afdelingen maken nog meer gebruik van de classificatienummers?
13. Door welke functionaris wordt het eventuele classificatienummer uitgegeven?
14. Hoe komt deze aan het classificatienummer?
IS. Wie is verantwoordelijk voor eventuele uitbreidingen en wijzigingen van
de classificatie?
16. Kan via het classificatienummer de bijbehorende tekening(en) worden gevonden en zoja, hoe dan?
17. Welke tekeningformaten worden toegepast?
o
AO
o
A2
o
Al
o
A3
o o
A4 anders t.w.
18. Kunt u per tekeningformaat aangeven hoeveel tekeningen jaarlijks nieuw getekend en gewijzigd worden? (INDIEN NIET MOGELIJK PER FORMAAT, DAN VOOR HET TOTAAL AANGEVEN) Formaat AO Al A2 A3 A4
TOTAAL
Aantal nieuwe tekeningen per jaar
Aantal gewijzigde tekeningen per jaar
- 4 -
19. Hoe worden de tekeningen binnen uw afdeling gearchiveerd ? Omschrijving outillage en hu Inmiddelen
Welke handelingen am tekeningen te .. vinden (korte opsornrning)
Op calques
Op microfilm
Anders t. w.
20. Uit hoeveel tekeningen (tim augustus 1983) bestaat het tekeningenarchief en hoe is de samenstelling van het archief naar leeftijd ? Aantal tekeningen tim augustus 1983
percentage uit 1983 en 1982
percentage uit uit 1981 ,1980 en 1979
percentage ouder dan 1979
-
21.
Heeft u,uitgaande van de catalogi van toeleveranciers, een systeem opgezet om snel artikel-specificaties en prijzen onderling te kunnen vergelijken ? Indien geen systeem gebruikt wordt, waarom niet ?
22.
Zijn deze artikelen in uw eigen classificatiesysteem(vraag 10) opgenomen ?
23.
Indien u een ander systeem gebruikt, kunt u hier dan een beschrijving van geven ?
-5-
24. TERUGVINDEN VAN
..
niet mogelijk
huidige systeem voldoet
huidige systeem voldoet niet am de volgende redenen
niet mogelijk
huidige systeem voldoet
huidige systeem voldoet niet om de volgende redenen: - -
tekeningen van mono's tekeningen van samenstellingen stuklij sten
koopartikelen
schema's
ZOEKEN NAAR GELIJKSOORTlGE
tekeningen van mono's tekeningen van samenstellingen s tuklij s ten
koopartikelen
schema's
.111Ii Vragenlijst Werkvoorbereiding Ingevuld door : - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - functie: telefoon: afdeling: SVP BIJVOEGEN (indien aanwezig) - voorbeeld documenten werkvoorbereiding - coderingsvoorschriften (indien nodig) - andere output die de werking van uw systemen illustreert (indien nodi g) I. Waaruit bestaat de input van uw werkvoorbereiding?
(Betreffende categorieen in onderstaande lijst aankruisen) 2. Welke categorieen krijgen een volgorde nummer? (Svp. aankruisen in onderstaande lijst) 3. Welke categorieen worden door de werkvoorbereiding geclassificeerd? (Svp aankruisen in onderstaande lijst)
a. tekeningen van samengestelde onderdelen
input werkvoor ber5iding?
volgordenUfTller?
classificBtie?
b. tekeningen van enkelvoudige onderdelen (mono's)
0
0
0
c. stuklij sten
0
0
0
d. schema's (hydraulisch, elektrisch, pneumatisch)
0
0
e. meetmethodes
a
0
0
a
0
0
0
i-
a a a a a
a a
0
0
j.
0
a
a
k.
0
0
0
f-
g. h.
4. Kamen in bovenstaande categorieen afzonderlijk bij werkvoorbereiding binnen of in een bepaald (order) pakket en hoe is dit pakket samengesteld? ------~-_._~_._~-------------------
- 2 -
5. Wat voor soort code ring wordt voor de classificatie gebruikt, uit hoeveel posities bestaat het classificatienummer en wat is de betekenis van iedere positie? (INDIEN NIET VAN TOEPASSING GA VERDER NAAR VRAAG 12). soort codering: 0 cijfers
o o
letters
voorbeeld:
---------------
aantal codeposities:
-----------
combinatie
o anders tow. betekenis van iedere positie: (eventueel coderingsvoorschrift bijvoegen)
6. Welke hulpmiddelen worden gebruikt bij het vastleggen en opzoeken van classificatienummers (kaartenbak, catalogus, computerverwerking, etc.)
7. Welke afdelingen maken nag meer gebruik van de classificatienummers?
8. Door welke functionaris wordt het eventuele classificatienummer uitgegeven?
9. Hoe komt deze aan het classificatienummer?
10. wie is verantwoordelijk voor eventuele uitbreidingen en wijzigingen van de classificatie?
11. Kan via het classificatienummer de bijbehorende tekening(en) worden gevonden en zoja, hoe dan? ------------------------~-------._------------
- 3 -
12. Uit welke documenten bestaat de output van de werkvoorbereiding? (in onderstaande lijst svp namen of omschrijvingen aangeven, die binnen het bedrijf worden gehanteerd). 13. Hoe kan een document worden teruggevonden? (Svp met steekwoorden aangeven in onderstaande lijst). omschrijving document
hoe terugvinden?
r s t u v w x y
z 14. Wat voor soort codering of nummering wordt voor werkvoorbereiding-documenten gebruikt, uit hoeveel posities bestaat deze codering en wat is de betekenis van iedere positie? (INDIEN NIET VAN TOEPASSING GA VERnER NAAR VRAAG 15) soort codering: 0 cijfers
o letters
voorbeeld: aantal codeposities:----------
o combinatie o anders t.w. betekenis van iedere positie: (eventueel coderingsvoorschrift bijvoegen)
15. Hoe wordt een werkvoorbereiding voor een onderdeel gemaakt? (Svp in korte steekwoorden beschrijven, zie voor NC programmatuur vraag 24)
16. Over welke hulpmiddelen kan de werkvoorbereider hierbij beschikken?
- 4 17. Heeft u een overzicht van aIle bewerkingen die binnen uw bedrijf mogelijk zijn? Zoja, hoe is dit vastgelegd?
18. Heeft u de kenmerken van verschillende machines (produktiemiddelen) vastgelegd en zoja, hoe dan (bijv. met een machinematrix, lijsten, codering)
19. Heeft u een bepaalde ordening in de routes aangebracht (standaard routes, voorkeur route)?
20. Heeft u een ordening in uw gereedschappen en hulpmiddelen en zoja, hoe dan (lijsten, codering).
21. Hoe worden werkvoorbereidingen binnen uw afdeling gearchiveerd?
22. Uit hoeveel (ongeveer) werkvoorbereidingen (tim augustus 1983) bestaat het archief en hoe is de samenstelling van het archief in de tijd?
aantal werkvoor- percentage uit bereidingen tim 1983 en 1982 lQQ~
percentage uit 1981, 1980 en 1070
percentage ouder dan 1979
- 5 -
23. huidige niet mogelijk systeem voldoet
huidige systeem voldoet niet om de volgende redenen :
_.. TERUGVINDEN VAN bestaande werkvoorbereidingen ZOEKEN VAN gelijksoortige werkvoorbereidingen DUPLICEREN VAN (delen van) bestaande werkvoorbereidingen --~-
WIJZIGEN VAN bestaande werkvoorbereidingen
24. Hoe komt de NC programmatuur in uw bedrijf tot stand?
omschrijving procedure
-
met welke hulpmiddelen ?
archivering NC programma's ?
- 6 -
25. niet mogelijk
huidige systeem voldoet
.
huidige systeem voldoet niet om de volgende redenen :
-
TERUGVINDEN VAN bestaande NC programma's ZOEKEN NAAR gelijksoortige NC progrannna's DUPLICEREN VAN (delen van) bestaande NC programma's WIJZIGEN VAN bestaande NC programma's
---