SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm:
TSO
GRAAD:
TWEEDE GRAAD
LEERJAAR:
EERSTE EN TWEEDE LEERJAAR
Studiegebied:
Maritieme opleidingen
FUNDAMENTEEL GEDEELTE
Optie:
MOTOREN
Vak(ken):
TV Zeemanschap
Vakkencode:
IT-q
Leerplannummer:
2001/047 (nieuw)
1 Lt/w
Algemeen deel
1
VISIE OP DE STUDIERICHTING De studierichting ‘Motoren bestaat uit een 2de en een 3de graad technisch secundair onderwijs. De studierichting sluit aan op de 1ste graad A-stroom ‘Maritieme vorming’ waar de leerlingen kennis maakten met een kleine hoeveel kennis en vaardigheden behorend zowel tot de opties dek als motoren. In deze studierichting worden de kennis en de vaardigheden bijgebracht die noodzakelijk zijn om een loopbaan op te bouwen die uiteindelijk leidt tot hoofdwerktuigkundige, met volgende beperkingen • • •
niet geldig op tankschepen en passagiersschepen niet geldig op schepen die niet voortgestuwd worden met scheepsdieselmotoren niet geldig op schepen met een voortstuwingsvermogen van 3000 kW of meer, behalve op aannemersmateriaal ingezet binnen 200 mijl uit een kust.
of om door te stromen naar het hoger onderwijs (Hogere Zeevaartschool). Praktisch gezien betekent dit dat een afgestudeerde volgende loopbaan kan opbouwen: •
inscheping aan boord voor een eerste reis (geen beperking qua schip);
•
na 2 maanden vaart (+ goedgekeurd opleidingsprogramma) verkrijgt hij de vaarbevoegdheid als om als scheepsgezel machinekamerwacht te vervullen (hij kan dus vertrekken als rating aan boord van eender welk schip);
•
na nog eens 6 maanden vaart (en in totaal 6 maanden wachtdienst in de machinekamer) verkrijgt hij de vaarbevoegheid om als officier-werktuigkundige belast met machinekamerwacht te varen; hij kan dus vertrekken op alle schepen (exclusief niet diesels, tankers, passagiersschepen) als machinist en opklimmen tot derde WTK;
•
na 12 maanden als WTK te hebben gevaren, bekomt hij de vaarbevoegdheid van tweede WTK beperkt tot schepen met een voortstuwingsvermogen tot 3000 kW, of op aannemersmateriaalbeperkt tot 200NM uit de kust; hij kan dus als tweede WTK varen op koopvaardijschepen tot 3000 kW (enkel diesels, geen tankers, geen passagiersschepen) of op baggerschepen en slepers (onbeperkt vermogen) maar tot 200NM uit de kust.
•
na 24 maanden WTK of na 12 maanden als tweede WTK bekomt de betrokkene de vaarbevoegdheid van HWTK met dezelfde beperkingen als hierboven (tweede WTK).
Algemeen deel
2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN Over de verschillende vakken heen wordt ernaar gestreefd om de leerling de noodzakelijke kennis en vaardigheden bij te brengen om uiteindelijk te voldoen aan de het profiel van de optie. De derde graad ‘Motoren’ dient de studenten voor te bereiden op een loopbaan in de maritieme sector. Zij zullen de mensen worden op verantwoordelijke posten. De opleiding moet de leerlingen daarop voorbereiden, zowel naar een doorgedreven kennis als naar attitude. Voor kennis betekent dit dat een zeer gespecialiseerde en doorgedreven opleiding nodig is in TV en PV Scheepswerktuigkunde en in TV Zeemanschap, zodat zij autonoom en zelfstandig een vaartuig kunnen voeren in de moeilijkste omstandigheden. Hierbij refererend naar een aanvankelijk operationeel niveau volgens tabel AIII/1 van de STCW’95 – code. Gezien de finaliteit moeten de volgende attitudes aangebracht te worden: • • • • • • • • • • • • •
kunnen samenwerken in ploegverband aanvaarden van strikte gezagsstructuur respecteren van materiaal plichtsgetrouw uitvoeren van de opgelegde taken respect voor het milieu leren volhouden, vooral ook met het oog op lange zeereizen oog hebben voor veiligheidsregels nemen van verantwoordelijkheid zin voor orde en netheid kritisch denken ontwikkelen van een goede werkmethode respect hebben voor de collega's koelbloedigheid.
Om verantwoordelijke functies te kunnen uitoefenen, worden de leerlingen getraind in : • • • • • • •
Leidinggevende vaardigheden Organisatorische vaardigheden Daar bovenop komt het verwerven van attitudes als : Sterke flexibiliteit Koelbloedigheid Ontwikkelen van een scherp kritisch vermogen Voldoende luisterbereidheid
Tezelfdertijd dienen de leerlingen te worden voorbereid op het eventueel verder studeren aan het maritiem hoger onderwijs. Er zal dus voldoende kennis moeten verworven zijn. Daarbij zal de leerling zich op het einde van de derde graad een goede studiemethode en efficiënte studieplanning eigen gemaakt moeten hebben. De nodige attitudes naar studeren aan het hoger onderwijs dienen dus aangebracht te worden en aangeleerd, zoals : • bereidheid tot volgehouden studie-inzet bereidheid tot studie-inspanning, zowel tijdens de studie als nadien om zich verder te blijven bijscholen.
TSO – 2de graad – optie MOTOREN TV ZEEMANSCHAP (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)
INHOUD Visie ........................................................................................................................................................2 Beginsituatie............................................................................................................................................2 Algemene doelstellingen .........................................................................................................................2 Leerplandoelstellingen / leerinhouden.....................................................................................................3 TV Zeemanschap / Techniek ..................................................................................................................3 Pedagogisch-didactische wenken en timing ...........................................................................................6 Minimale materiële vereisten ..................................................................................................................6 Evaluatie .................................................................................................................................................7 Bibliografie ..............................................................................................................................................8 Timing en jaarplan...................................................................................................................................9
1
TSO – 2de graad – optie MOTOREN TV ZEEMANSCHAP (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)
VISIE Het technisch vak zeemanschap heeft tot doel de nodige kennis en vaardigheden in verband met zeemanschap bij te brengen die in het STCW-95 vermeld zijn. De leerinhouden in kwestie zijn gedetailleerd in model Courses 7.02 en 7.04 (cf. verwijzingen bij de “leerplandoelstellingen/leerinhouden”).
BEGINSITUATIE De leerlingen slaagden in een 1ste graad die – conform toepasbare onderwijsregelgeving– toelaat om een 1ste jaar van de 2de graad TSO te volgen. Die leerlingen die voorheen opteerden voor een 1ste graad ‘maritieme vorming’ maakten reeds kennis met enkele aspecten van het beroep. Hierdoor kan er een enigszins ‘veranderlijke’ beginsituatie in de klas vastgesteld worden. Het is aangewezen dat de leraar meteen het beginniveau van zijn leerlingen vaststelt. Eventuele tekorten zullen zo vlug als mogelijk weggewerkt worden door binnenklasdifferentiatie of door inhaallessen buiten het normale lessenrooster.
ALGEMENE DOELSTELLINGEN Naast het bijbrengen van de noodzakelijke technische kennis, eigen aan het beroep, zal de leraar ook hebben voor de vereiste persoonlijkheidskenmerken: • • • • • • • • • • • •
Bewust veiligheidsbevorderend en preventief optreden Verantwoordelijkheidszin opbrengen en plichtsbewust handelen Zin voor samenwerking aan de dag leggen Kritisch ingesteld zijn ten opzichte van het eigen werk Zin voor orde en netheid nastreven Bereidheid tot permanente vorming en belangstelling voor technologisch vernieuwingen Economisch verantwoord omgaan met materialen Kwaliteitszorg alsook zin voor nauwkeurigheid, volledigheid en stiptheid nastreven Kostenbewust denken en werken Zin voor productiviteit ontwikkelen Groeien naar gestructureerd zelfstandig werken Het raadplegen van informatiebronnen aanmoedigen
2
TSO – 2de graad – optie MOTOREN TV ZEEMANSCHAP (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)
3
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN TV ZEEMANSCHAP / TECHNIEK 1ste jaar: 1 lestijd/week 2de jaar: 1 lestijd/week Decr. nr.
LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN 1 De theorie van brand kennen en aan de hand van deze kennis inzien 1.1 dat brandpreventie en –bestrijding noodzakelijk zijn. • • • Weet hebben van brandpreventie en naleven. 1.2
Brandbestrijding Theorie Branddriehoek Warmte transport Brandklassen Preventie
• • • • 1.3
In de machinekamer Bij lassen Bij droogdokken Bij bunkeren van brandstof Organisatie
• • • 1.4
Alarmrol Veiligheidsplan Indeling van een schip Blustoestellen
• • •
Blusstoffen Kleine blusmiddelen Grote blusmiddelen
De blusstrategie kennen: redden –uitbreiding voorkomen – blussen.
1.5
Strategie bij blussen
De kubusgedachte kennen.
• • •
Inleiding Machinekamerbrand Elektrische branden
Een brandrol kunnen lezen en toepassen. Een veiligheidsplan kunnen lezen en zich daarop oriënteren. Weet hebben van de verschillende soorten schotten i.v.m. brand. De verschillende blusstoffen kennen. Kleine blusmiddelen kunnen onderscheiden en weet hebben van de werking en bediening. De procedure van total-flooding kennen.
Weet hebben van de handelingen bij het blussen van machinekamer en elektrische branden.
2 • Weet hebben van het belang en de noodzaak van onderhoud van de • verschillende reddings brandbestrijdings en veiligheidsmaterialen
Onderhoud Aan reddingsmiddelen Aan brandbestrijdingsmateriaal
Model Course
Timing
4.3
16 u
Model course 7.04
4.3.3 Model course
4u
TSO – 2de graad – optie MOTOREN TV ZEEMANSCHAP (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week) Decr. nr.
4
LEERINHOUDEN
Model Course
•
Aan andere veiligheidssystemen
7.02
3
Lijfsbehoud
4.4
8u
Handelingen om het schip te redden en schade te beperken na: Brand Ontploffing Aanvaring of vastlopen
4.3.5
4u
Maken van doorlopende planningen op noodgevallen. Oorzaken van ongevallen en preventie Veiligheidsoverweging en –bepaling Veiligheidsplan Alarmrol
4.41
9u
4.4.2
4u
4.5.1.1
19 u
LEERPLANDOELSTELLINGEN verschillende reddings-, brandbestrijdings- en veiligheidsmaterialen.
De individuele reddingsmiddelen spontaan en juist kunnen gebruiken. Weet hebben van de verschillende soorten van reddingsvlotten en – boten, en waar ze terug te vinden zijn. Weet hebben van de lanceerprocedure. De verschillende onderdelen en inventaris kennen. De pyrotechnische middelen kunnen bedienen. De mogelijkheden en doelen van een speedline kennen.
3.1
Reddingsmiddelen
• • • •
Reddingsvesten en reddingsboeien Overlevingspakken Reddingsvlot; automatisch – pneumatisch Reddingsvlot; opstelling, verpakking, lanceren, inventaris, verblijf Reddingsboot; soorten, opstelling, lanceermogelijkheden, verblijf De pyrotechnische middelen; handstakellichten, valschermsignalen en rookpotten Speedline
• • • 4
Weet hebben van de materialen die aan boord zijn om na een brand, • ontploffing of lekkage schade te beperken en het schip te redden. • • 5 Een alarmrol kunnen lezen en toepassen aan de hand van het veiligheidsplan. Weet hebben van de nodige planaanpassingen na een oefening.
• • • •
Aan de hand van veiligheidsplannen kunnen oriënteren en weet hebben van de gevolgen van schade.
6
Schade kunnen inschatten en lokaliseren via veiligheidsplan
Inzien dat bepaalde handelingen bij een bepaalde opdracht niet kunnen en niet mogen.
7
Organisatie van het personeel en het bijhorende management Werkvergunning Veiligheidsboekje
Beseffen dat er zonder risico’s te nemen reeds ongevallen gebeuren. Na een opdracht een werkvergunning kunnen invullen. De interne wetgeving (reglementen) kunnen opzoeken en
• •
4.5.1.2
Timing
TSO – 2de graad – optie MOTOREN TV ZEEMANSCHAP (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN interpreteren in een veiligheidsboekje.
5
LEERINHOUDEN
Model Course
Timing
TSO – 2de graad – optie MOTOREN TV ZEEMANSCHAP (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)
6
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN TIMING Het is aangewezen bij de verwerking van de leerstof, na een beperkte theoretische omschrijving van de leerinhouden, vooral toepassingen of oefeningen op de materie te geven. Visuele voorstellingen en demonstraties ‘on the site’ zijn hier zeker nodig. Visuele beelden van noodsituaties zijn de beste manier om de motivatie van de leerlingen en de ingesteldheid tot veiligheid en preventie te bevorderen. Veel demonstraties door afbeeldingen en/of bezoeken aan plaatsen waar reddingsmiddelen en materialen kunnen getoond en gebruikt worden. Bij demonstraties of oefeningen met reddingsmiddelen is het een voordeel als dit in barre weerssituaties kan, om de leerlingen te overtuigen van de te nemen voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen Belangrijk te benadrukken; het is meestal veiliger het schip te vrijwaren en aan boord te kunnen blijven, dan de reddingsmiddelen te moeten gebruiken. ( zie ook brand en preventie) Benadrukken en de leerlingen doen aanvoelen; het belang van teamgeest en van aanpakken van ieders verantwoordelijkheid. Door onderwijsleergesprek en verwijzend naar geziene noodsituaties de leerlingen zelf (groepstaken) tot organisatiemodellen laten zoeken. Zoveel mogelijk met videomateriaal (Marpol) en verder gewoonten omschrijven en de mening of inhoud van competentie voorbrengen door vertellen en onderwijsleergesprek. Collega’s over de inhoud van deze aspecten, tijdens nautische technieken, laten demonstreren of benadrukken. Zoveel mogelijk praktische oefeningen opstellen en laten werken met de publicaties. Kunnen werken met deze boekwerken en het kunnen terugvinden is belangrijker dan een van buiten kennen.
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN Voor het theoretisch gedeelte volstaat het werken met transparanten en een overheadprojector. Ook het gebruik van een video’s vereist uiteraard de aanwezigheid van een videotoestel en televisietoestel. Het praktisch gedeelte dient te worden gegeven in een daartoe uitgerust brandweer opleidingscentrum alwaar men dient te beschikken over het voorgeschreven equipement, zoals brandslangen en nozzles, poedersnelblussers en CO2 blussers, persluchtmaskers, enz… • • • • •
een reddingssloep voor oefenen van roeien; didactisch materiaal zoals nood- en reddingsmiddelen; videobanden over veiligheid, redding en medische onderwerpen; mogelijkheid voor uitstappen naar schepen of plaatsen met reële reddingsmiddelen en mogelijkheid voor training in brandbestrijding (in budget te voorzien) en EHBO.
TSO – 2de graad – optie MOTOREN TV ZEEMANSCHAP (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)
EVALUATIE Onderscheid moet gemaakt worden tussen de evaluatie van het leerproces en de evaluatie van het eindproduct. Bij de procesevaluatie wordt doorlopend gepeild naar de verwerking van het leerproces, met de bedoeling dit proces zo nodig bij te sturen, zodat elke leerling op de meest effectieve manier kan leren. De klemtoon ligt hierbij duidelijk op het optimaal functioneren van de leerling. Het verloop van het proces wordt, vooraf, door de leraar uitgetekend. Zij/hij bepaalt • •
welke de verschillende stappen zijn; welke fouten op elk moment ontoelaatbaar zijn.
Afhankelijk van het resultaat van feedbackmomenten (kleine toetsen, gesprekken, volgsystemen,…) wordt het proces verder gezet of zo nodig bijgestuurd. Om de leerling te motiveren gebeurt dit in een constructieve, positieve sfeer. Productevaluatie gebeurt op het einde van het leerproces (bijvoorbeeld na een hoofdstuk, een opdrachtenreeks, een project, een trimester). Hierbij wordt nagegaan in hoeverre de leerling de basisdoelstellingen bereikt heeft. Iedere evaluatie gebeurt in 3 stappen • • •
Registreren (veelvuldig afnemen van proeven, oefeningen, opdrachten, kleine toetsen, …). Interpreteren (de gegevens toetsten aan de criteria of normen die de vakwerkgroepen vooraf duidelijk heeft bepaald). Rapporteren (de leerling en de ouders krijgen op een duidelijke wijze een beeld van de vorderingen van de leerling door geregelde momenten van feedback voor de leerling en door een schriftelijke rapportering door middel van agenda, rapport ...
7
TSO – 2de graad – optie MOTOREN TV ZEEMANSCHAP (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)
BIBLIOGRAFIE Verschillende veiligheidscursussen waaronder: • Veiligheidsonderricht voor aan boord van schepen • Schip verlaten • Bedrijfsbrandweer Decloedt & Zoon • Inleiding brandbestrijding aan boord Commando instructie van de Zeemacht, NBCD school Handboek voor helpers Rode Kruis Syllabus cursus nijverheidshelper
8
TSO – 2de graad – optie MOTOREN TV ZEEMANSCHAP (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)
TIMING EN JAARPLAN De opgegeven timing per leerinhoud werd overgenomen uit de Model Course. De tijd die nodig is voor de evaluatie (inbegrepen de examens) is hierin inbegrepen, waardoor gerekend wordt met een schooljaar van 34 weken. Bij het opstellen van de jaarplanning, zal de lerares/leraar hiermee moeten rekening houden. Van elke leraar wordt verwacht dat hij/zij in het begin van het schooljaar een jaarplanning maakt. Die planning kan gemaakt worden volgens het bijgevoegd model. Eenvormigheid is een noodzaak voor de verschillende collega’s binnen eenzelfde vakgebied De verschillende jaarplannen moeten zodanig gemaakt worden dat er – waar mogelijk – per week een coördinatie is tussen de verschillende vakken. Een overleg tussen de verschillende leraars zal absoluut noodzakelijk zijn! Tijdens het schooljaar zullen de vorderingen door de verschillende collega's samen regelmatig geëvalueerd worden met het doel de verschillende jaarplannen eventueel bij te sturen. De timing en de volgorde van de leerstofonderdelen is niet bindend. Indien afgeweken wordt, moet dit in overleg tussen de verschillende collega's gebeuren en moeten – indien nodig – de andere jaarplannen eveneens aangepast worden. Steeds moet erover gewaakt worden dat de noodzakelijke voorkennis aanwezig is.
9
TSO – 2de graad – optie MOTOREN TV ZEEMANSCHAP (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week) Jaarplan
10
Optie: ………………………………………..
Leerkracht: ............................…………………………..........................…………
Onderwijsvorm: ..............
Jaar: .........................
Vorderingsplan Graad: ....................
Schooljaar: …………………………………
Vak: ..........................................................................................
Leerplannummer: .........................………
Handboek/cursus:...........................................................................
Lestijden/week: ...........
JAARPLAN Week nummer
Nr in leerplan
VORDERINGSPLAN Leerinhouden
Gegeven op (datum)
Opmerkingen