SECUNDAIR ONDERWIJS
Onderwijsvorm:
BSO
Graad:
tweede graad
Jaar:
eerste en tweede leerjaar
Studiegebied:
Mechanica-elektriciteit
FUNDAMENTEEL GEDEELTE Optie(s):
Elektrische installaties
Vak(ken):
PV Praktijk elektriciteit
Vakkencode:
IT-e
Leerplannummer:
2003/013 (vervangt 98037)
Nummer inspectie
2003/12//1/N/SG/1/II/ /D/
16/16 lt/w
BSO – 2de graad – ELEKTRISCHE INSTALLATIES PV PRAKTIJK ELEKTRICITEIT (1ste jaar: 16 lestijden/week, 2de jaar: 16 lestijden/week)
1
INHOUD Visie
2
Beginsituatie
2
Algemene doelstellingen
3
Leerplandoelstellingen / leerinhouden
4
Pedagogisch-didactische wenken en timing
7
Minimale materiële vereisten
9
Evaluatie
12
Bibliografie
15
Toelichting bij gebruik van het leerplan
15
Jaarplan
16
Samenstelling van de leerplancommissie
18
BSO – 2de graad – ELEKTRISCHE INSTALLATIES PV PRAKTIJK ELEKTRICITEIT (1ste jaar: 16 lestijden/week, 2de jaar: 16 lestijden/week)
2
VISIE Het vak praktijk elektriciteit is voor deze leerlingen te beschouwen als hun hoofdvak. De leerstof gegeven in het technisch vak elektriciteit zal in functie staan van de praktische oefeningen. Een goede coördinatie (VGW) zal dus zeker noodzakelijk zijn. In het vak praktijk elektriciteit worden vaardigheden bijgebracht die eigen zijn aan een aantal beroepen uit de sector. Hiervoor werd gebruikt gemaakt van volgende beroepsprofielen en beroepsopleidingsprofielen: • •
residentieel elektrotechnisch installateur (inbouw in wanden, verwarming) 1. industrieel elektrotechnisch installateur 2
De niet opgenomen vaardigheden worden opgenomen in het leerplan voor de 3de graad Elektrische Installaties. Het vak sluit aan bij het technisch vak elektriciteit (subvakken technisch tekenen en technologie), waar de noodzakelijke theoretische achtergrond wordt bijgebracht.
BEGINSITUATIE Voor het vak praktijk elektriciteit is er geen enkele voorkennis noodzakelijk. Afhankelijk van vooropleiding, kunnen sommige leerlingen reeds een aantal vaardigheden verworven hebben. Van de lerares/ leraar wordt verwacht dat zij/hij zich vergewist van hetgeen elke leerling reeds verworven heeft, en dat zij/hij hiermee rekening houdt bij het bepalen van eventuele uitbreidingsoefeningen.
1
SERV, ‘Onderzoek naar de kwalificatiebehoeften voor residentieel elektrotechnisch installateur’ en VLOR, studie 185 2
SERV, ‘Onderzoek naar de kwalificatiebehoeften voor industrieel elektrotechnisch installateur’ en VLOR, studie 184
BSO – 2de graad – ELEKTRISCHE INSTALLATIES PV PRAKTIJK ELEKTRICITEIT (1ste jaar: 16 lestijden/week, 2de jaar: 16 lestijden/week)
3
ALGEMENE DOELSTELLINGEN Over de verschillende vakken heen wordt ernaar gestreefd de leerling de noodzakelijke basiskennis en vaardigheden bij te brengen om uiteindelijk te voldoen aan het opleidingsprofiel van de optie. Bij alle leerinhouden – waar mogelijk – zal de nodige aandacht besteed worden aan het bijbrengen van de genormaliseerde eenheden bij de verschillende nieuwe begrippen en aan de voorschriften van ARAB en AREI. Naast de "technische" vaardigheden, zal de lerares/ leraar ook oog hebben voor de vereiste persoonlijkheidskenmerken: • • • • • • • • • • •
veiligheid en milieubewustzijn doorzettingsvermogen flexibiliteit imagobewustzijn zelfstandigheid klantgerichtheid zin voor samenwerking zin voor zelfevaluatie leergierigheid zin voor samenwerking zin voor zelfevaluatie leergierigheid
BSO – 2de graad – ELEKTRISCHE INSTALLATIES PV PRAKTIJK ELEKTRICITEIT (1ste jaar: 16 lestijden/week, 2de jaar: 16 lestijden/week)
4
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1
een opgedragen taak uitvoeren met voortdurende aandacht voor welzijn, (veiligheid, gezondheid en hygiëne) en milieu.
1
Het eigen werk organiseren
omgaan met persoonlijke beschermingsmiddelen. het materiaal en gereedschap nodig voor de uitvoering van de opdracht bepalen en eventuele tekorten melden. zorg dragen voor gereedschap, machines en meetapparatuur. materiaal uitpakken (U), visueel controleren en eventuele gebreken melden. gereedschap en materiaal volgens instructies op de werkplek opslaan en beschermen. nagaan of het werk volgens de opdracht uitgevoerd kan worden en afwijkingen melden. een geschikte werkmethode en werkvolgorde bepalen, vertrekkend van een werkopdracht. de eigen werkplek inrichten. de werkplek tijdens en na het werk opruimen. afval volgens instructies sorteren.
U
2
de bewerkingen uitvoeren volgens de regels van de kunst met in acht 2 name van de voorschriften voor welzijn en zin voor het milieu.
Solderen en vertinnen
3
de verbindingen maken volgens een ter beschikking gesteld schema. 3
Dataconnectoren en datakabels aansluiten
4
kleine stellingen volgens instructies veilig monteren, gebruiken en demonteren.
Ladders en stellingen
ladders veilig opstellen gebruiken.
4
BSO – 2de graad – ELEKTRISCHE INSTALLATIES PV PRAKTIJK ELEKTRICITEIT (1ste jaar: 16 lestijden/week, 2de jaar: 16 lestijden/week)
5
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 5
een leidingtracé uitzetten op basis van een werkopdracht.
5
Lichtschakelingen installeren en controleren
gaten maken voor inbouwdozen in holle wanden.
• •
residentieel industrieel
6
Signalisatie-, veiligheid- en comfortschakelingen
inbouwdozen en centraaldozen plaatsen (in holle wanden en opbouwmateriaal). buizen bewerken (vaste, en voorbekabelde buizen), inwerken (in holle wanden) en bevestigen. kabelgoten plaatsen. kabels leggen, inwerken (in holle wanden) en bevestigen. draden in buizen trekken. schakelaars en contactdozen (opbouw, inbouw en spatwaterdicht) plaatsen en aansluiten. armaturen en railsystemen voor verlichting plaatsen en aansluiten. de uitgevoerde schakelingen controleren, onder spanning brengen en testen. een aardingsinstallatie conform het AREI uitvoeren en uitmeten. fouten in die schakelingen op een gestructureerde manier opzoeken en herstellen. 6
een installatie voor • bel • deurbode • parlofoon • videofoon • telefoon (o.a. binnenhuistelefooncentrale) • noodverlichting • afstandsbediening (U) • elektrische bediening van een rolluik of zonnewering (U) • elektrische bediende garagepoort (U) • … plaatsen en aansluiten op basis van een werkopdracht, rekening
BSO – 2de graad – ELEKTRISCHE INSTALLATIES PV PRAKTIJK ELEKTRICITEIT (1ste jaar: 16 lestijden/week, 2de jaar: 16 lestijden/week)
6
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen houdend met de instructies van de constructeur. fouten in die schakelingen op een gestructureerde manier opzoeken en herstellen. 7
een verdeelbord plaatsen.
7
Schakelkast en meterkast
componenten in een verdeelbord plaatsen, verbinden en aansluiten. een meterkast plaatsen. stroomkringen en voedingsspanningen etiketteren. 8
een eenvoudige installatie uitvoeren vertrekkend vanaf een bouwplan 8 en vanaf de schema's die met de toestellen geleverd worden.
Installatie van coaxiale TV/FM stopcontacten en van een TV-distributieversterker
9
een eenvoudige installatie uitvoeren vertrekkend vanaf een bouwplan 9 en vanaf de schema's die met de toestellen geleverd worden. (U)
Plaatsing van een installatie voor muziekdistributie in een woning (U)
10
de toestellen demonteren.
Kleine huishoudelijke toestellen zonder motor
het schakelschema opnemen. fouten opsporen en herstellen. toestellen monteren en testen.
10
BSO – 2de graad – ELEKTRISCHE INSTALLATIES PV PRAKTIJK ELEKTRICITEIT (1ste jaar: 16 lestijden/week, 2de jaar: 16 lestijden/week)
7
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN TIMING Om tijdverlies te vermijden, zullen de praktijklessen bij voorkeur in blokken van 4 uur gegeven worden. Minder dan 2 uur na elkaar is in geen geval aanvaardbaar! Omwille van coördinatie met andere vakken, kan het vak (in één leerjaar) niet verdeeld worden tussen verschillende leraars. De leraar zal ervoor zorgen dat de leerlingen steeds begrijpen wat ze uitvoeren. De opdrachten zullen voorbereid worden in het vak technisch tekenen. Een degelijke coördinatie tussen de verschillende vakleraars is absoluut noodzakelijk. Regelmatig zal een evaluatie van de coördinatie noodzakelijk zijn om de verschillende jaarplannen eventueel bij te sturen. Elke nieuwe oefening wordt voorafgegaan door een duidelijke uiteenzetting omtrent de toe te passen werkmethode. Deze laatste omvat minstens de bewerkingsvolgorde, de technische reglementering en de situering van de oefening als onderdeel van een in de praktijk toegepaste elektrische installatie. De leerlingen ontvangen hierbij de nodige teksten en tekeningen. Indien noodzakelijk, zal de nodige tijd besteed worden aan het correct leren gebruiken van de verschillende gereedschappen. Bij het verwerken van materialen of het realiseren van montageoefeningen moeten de leerlingen in de mogelijkheid gesteld worden om persoonlijk initiatief te ontwikkelen. De leraar zal elke gelegenheid te baat nemen om in de werkplaats de begrippen van veiligheid, hygiene en zorg voor het milieu bij te brengen. Gereedschap en materiaal moet ordelijk en doelmatig weggeborgen worden. De werkplaats moet steeds netjes gehouden worden en in ieder geval net zijn bij het einde van de les. De leraar zal de verschillende leerlingen nauwgezet volgen bij hun opdracht. Eventuele foutieve of gevaarlijke werkmethodes moeten meteen gecorrigeerd worden. Eventueel wordt dit klassikaal behandeld. Welzijn en milieu Tijdens alle praktijkopdrachten, moet er over gewaakt worden dat steeds voldaan is aan alle voorschriften betreffende welzijn (veiligheid, gezondheid en hygiëne) en milieu. Enkele speciale aandachtspunten zijn o.a.: • • •
de bepalingen van de Wet van 4 augustus 1996 betreffende ‘Het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk’ het K.B. van 3 mei 1999 betreffende ‘De bescherming van jongeren op het werk’. het KB arbeidsmiddelen en machinerichtlijn.
BSO – 2de graad – ELEKTRISCHE INSTALLATIES PV PRAKTIJK ELEKTRICITEIT (1ste jaar: 16 lestijden/week, 2de jaar: 16 lestijden/week)
Nr.
8
Timing Pedagogisch-didactische wenken
In weken (W)
1
Hier wordt een aantal vaardigheden vermeld dat geleidelijk aan moet bijgebracht worden. Het is de bedoeling dat de leerling deze vaardigheden op het einde van de opleiding verworven heeft. Het is van belang hier elke les enige tijd aan te besteden en steeds te wijzen op fouten.
*
2
Voorzie voldoende oefentijd. Let op een goede verluchting van het praktijklokaal. Maak de leerlingen attent op de risico's van slechte soldeerverbindingen.
2W
3
Het aansluiten van dataconnectoren kan ook gebruikt worden als oefening in het fijnsolderen.
(U)
4
De lerares/ leraar zal rekening houden met de vigerende regelgeving. Voor wat ladders betreft:
*
•
5
voldoen aan Belgische norm NBN 108-001 (1976) ladders van aluminiumlegeringen, NBN 108402 (ontwerp) terminologie, type, functionele afmetingen, NBN 108-003 (ontwerp) vereisten, proeven, merken en informatie, certificatie. • ARAB artikel 43 bis Een ladder is een hulpmiddel dat toelaat een hoogteverschil te overbruggen. Een ladder is duidelijk niet bedoeld om werken op uit te voeren. Een ladder dient opgesteld te worden volgens de vereiste regels (opstellingshoek,....). Stel je praktijkopdracht op alsof het een werkopdracht voor een installateur zou zijn. Hou er uiteraard rekening mee dat de leerling in de beginperiode heel wat extra informatie (die geleidelijk aan kan verminderen) zal nodig hebben. Het is zeker niet de bedoeling om alle lichtschakelingen met alle soorten materiaal uit te voeren. Zorg voor een holle wand, waar de leerlingen op realistische wijze kunnen leren omgaan met het hiervoor bestemde inbouwmateriaal. Voorzie voldoende tijd voor het zoeken van fouten.
6
Besteed voldoende aandacht aan het zoeken van fouten, waarbij de leerlingen moeten kunnen vaststellen of de fout aan de toestellen of aan de bedrading te wijten is.
7
Zorg voor een opstelling die zo goed mogelijk een werkelijke situatie benadert.
30 W
10 W
Voorzie een aansluiting op 230 V enkelfasig en – indien het niveau van de leerlingen dit toelaat – op 3,230 V en op 3,N400 V. Bij de driefasige aansluiting zal enige extra theoretische uitleg noodzakelijk zijn, vermits deze leerstof pas in de derde graad aan bod komt. Hou rekening met plaatselijke reglementering.
5W
8
Vooral aandacht besteden aan het gebruik van coaxiale draden. Maak de leerlingen attent op de verschillende soorten coaxiale draden.
1W
9
Het betreft hier een eenvoudige muziekdistributie in de verschillende kamers, vertrekkend van één centrale bron bij een residentiële installatie.
(U)
10
Eenvoudige herstellingen aan deze toestellen kunnen uitvoeren.
2W
* Deze leerinhouden worden best niet geïsoleerd behandeld, maar zullen bij alle oefeningen – waar toepasselijk – aan bod komen.
BSO – 2de graad – ELEKTRISCHE INSTALLATIES PV PRAKTIJK ELEKTRICITEIT (1ste jaar: 16 lestijden/week, 2de jaar: 16 lestijden/week)
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN (*) 1 set basisgereedschap bestaande uit: • • • • • • • • • • • •
schroevendraaiers 2 tot 8 mm, kruisschroevendraaiers nr 1-2-3, geïsoleerde combinatietang, geïsoleerde zijkniptang, geïsoleerde striptang, geïsoleerde ronde bektang, geïsoleerde fijne bektang (recht of gebogen), juniorbeugelzaag, elektricienmes, lichte hamer, testapparaat, rolmeter;
algemeen gereedschap (aantallen afhankelijk van het aantal leerlingen): • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
werkbanken, lichte soldeerbouten, hete luchtblazer voor krimpkous, elektrische schroevendraaier, tang voor drukverbindingen, handboormachine, tafelboormachine, universeel meettoestel, veiligheidsbrillen, vijlen, set platte steeksleutels, set ringsleutels, set inbussleutels, set boren, buizenklem, zelfklemmende tang, ontmanteltang voor kabel, metaalbeugelzaag, plooiveer, trekveer,
•
waterpas;
1 geïnstalleerde werkbox (of plank met voldoende grote afmetingen) met spanningsvoorziening; verbruiksmateriaal afhankelijk van de uitgevoerde oefeningen. (*)Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: • • • •
Codex ARAB AREI Vlarem.
9
BSO – 2de graad – ELEKTRISCHE INSTALLATIES PV PRAKTIJK ELEKTRICITEIT (1ste jaar: 16 lestijden/week, 2de jaar: 16 lestijden/week)
10
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: • de uitrusting en inrichting van de lokalen; • de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel. Zij schrijven voor dat: • • • •
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden; de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
BSO – 2de graad – ELEKTRISCHE INSTALLATIES PV PRAKTIJK ELEKTRICITEIT (1ste jaar: 16 lestijden/week, 2de jaar: 16 lestijden/week)
11
EVALUATIE Onderscheid moet gemaakt worden tussen evaluatie van het leerproces en evaluatie van het eindproduct. Bij de procesevaluatie wordt doorlopend gepeild naar de verwerking van het leerproces, met de bedoeling dit proces zo nodig bij te sturen, zodat elke leerling op de meest effectieve manier kan leren. De klemtoon ligt hierbij duidelijk op het optimaal functioneren van de leerling. Het verloop van het proces wordt, vooraf, door de leraar uitgetekend. Zij/hij bepaalt • • •
welke de verschillende stappen zijn; welke fouten op elk moment ontoelaatbaar zijn; welke fouten kunnen gemaakt worden.
Afhankelijk van het resultaat van feedbackmomenten (evaluaties na elke opdracht of deelopdracht) wordt het proces verder gezet of zo nodig bijgestuurd. Om de leerling te motiveren gebeurt dit in een constructieve, positieve sfeer. Productevaluatie gebeurt op het einde van het leerproces (bijvoorbeeld na een hoofdstuk, een opdrachtenreeks, een project, een trimester, ...). Hierbij wordt nagegaan in hoeverre de leerling de basisdoelstellingen bereikt heeft. Elke evaluatie dient te vertrekken vanuit duidelijke en operationele doelstellingen. Zowel het proces als het product moeten op een zo objectief mogelijke manier geëvalueerd worden. De evaluatie steunt altijd op een vaardigheids- en werkanalyse die het verloop, de verantwoording en de criteria weergeeft van de opdracht. Proces- en productgericht evalueren kan vier aspecten omvatten: • • • •
de denkactiviteit (bijvoorbeeld instructies lezen, aantekeningen maken, …), de motorische handelingen (bijvoorbeeld verbindingen maken, …), de praktijkattitudes (bijvoorbeeld nauwkeurig werken, scherp waarnemen, …), de uitvoeringstijd, waarbij gestreefd wordt naar een haalbaarheid voor 90 % van de leerlingen.
Bij de evaluatie zal er in ieder geval rekening gehouden worden met het feit dat het om leerlingen gaat. Onnauwkeurig werken, kleine fouten maken, moet in zekere mate aanvaardbaar zijn. Belangrijk is de evolutie. Daarom zal de lerares/ leraar voortdurend de vorderingen van de leerlingen controleren. Indien nodig zal zij/hij meteen remediërend optreden. Bij het begin van iedere praktijkopdracht zal de lerares/ leraar (indien nodig aan alle leerlingen afzonderlijk) meedelen welke (sub)doelstellingen tijdens die les moeten bereikt of nagestreefd worden: iedere leerling moet bij het begin van iedere les weten wat van hem tijdens die les verwacht wordt. In het evaluatieproces kunnen 3 stappen onderscheiden worden: • • •
registreren (door middel van een evaluatieschema), interpreteren (door middel van een vierpuntenschaal), rapporteren.
Registreren Om zo objectief mogelijk te kunnen registreren, wordt voor elke praktijkopdracht (met de daarbij horende gedragsvaardigheden) een evaluatieschema opgesteld. Zo’n schema bevat alle doelstellingen (met de daarbij horende subdoelstellingen) en attitudes die bij de opdracht zullen geëvalueerd worden. Het is niet noodzakelijk om bij alle opdrachten steeds alle mogelijke subdoelstellingen te evalueren. Sommige subdoelstellingen kunnen eventueel weggelaten worden als ze vroeger reeds vaker aan bod kwamen of later ruimschoots aan bod zullen komen. De selectie van de attitudes en de wijze van registratie, wordt in vakgroep overlegd.
BSO – 2de graad – ELEKTRISCHE INSTALLATIES PV PRAKTIJK ELEKTRICITEIT (1ste jaar: 16 lestijden/week, 2de jaar: 16 lestijden/week)
12
Bepaalde aspecten zijn objectief meetbaar (bijvoorbeeld een buis op lengte zagen binnen een aangegeven tolerantie), andere aspecten zijn subjectief waarneembaar (bijvoorbeeld een geschikte kleurcombinatie kiezen). De mate waarin een objectief waarneembare doelstelling bereikt werd, kan in het schema aangeduid worden door middel van een tweepuntenschaal: • •
+ : doelstelling bereikt - : doelstelling niet bereikt.
Voor niet objectief meetbare doelstellingen wordt geadviseerd om te werken met een driepuntenschaal: • • •
+ : doelstelling bereikt ± : doelstelling niet helemaal bereikt - : doelstelling niet bereikt
Door het evaluatieschema samen met de opgave ter beschikking van de leerling te stellen, kan de zelfevaluatie bij de leerling sterk aangemoedigd worden. Interpreteren Door middel van het evaluatieschema controleert de lerares/ leraar bij het einde van iedere les in welke mate de leerlingen de vooropgestelde lesdoelstellingen bereikten. Dit wordt kort met iedere leerling individueel besproken. Aan de registraties in het evaluatieschema kunnen verschillende interpretaties gegeven worden. Enkele voorbeelden: +
+
-
(doel bereikt)
(doel niet helemaal bereikt)
(doel niet bereikt)
niveau is voldoende
Voldoende, maar leemten
niveau onvoldoende
voor verbetering vatbaar
onaanvaardbaar niveau
nagenoeg foutloos
aanvaardbare tekorten
schadelijke fouten
nagenoeg correct
aanvaardbaar, aantal lichte of onvergeeflijke fouten detailfouten of leerproces fouten zware inbreuken
volledig
kleine tekorten
onvolledig zware tekorten
behoorlijk, zinvol
storingen, fragmentarisch
onlogische uitvoering
kan het en doet het vrijwel altijd, spontaan en zonder aarzelen
kan het en doet het af en toe, zonder overtuiging, wisselvallig
kan het niet, doet het niet of nooit, afwijzend en met tegenzin
Om eenvormigheid te bekomen in verband met de gebruikte interpretatie, is een overleg binnen de vakgroep absoluut noodzakelijk. Rapportering Na iedere les (liefst uiterlijk bij het begin van de volgende les) worden de resultaten van het evaluatieschema omgezet op een vierpuntenschaal. Die quotatie wordt in de agenda van de leerling genoteerd, waarbij uiteraard voldoende aandacht moet besteed worden aan een eventueel noodzakelijke remediëring. De omzetting van de (eventueel gewogen) evaluaties kan op verschillende manieren gebeuren. Om eenvormig te kunnen omzetten, is een overleg binnen de vakgroep absoluut noodzakelijk. Hoe de omzetting zal gebeuren moet in ieder geval vooraf vastgelegd worden.
BSO – 2de graad – ELEKTRISCHE INSTALLATIES PV PRAKTIJK ELEKTRICITEIT (1ste jaar: 16 lestijden/week, 2de jaar: 16 lestijden/week)
13
Dit kan bijvoorbeeld als volgt gebeuren. Heel goed • • • • •
meer dan 80% van de subvaardigheden, subdoelstellingen zijn bereikt (nagenoeg) foutloos, uitstekend enkel + codes volledig zelfstandig uitgevoerd vlotte uitvoering, met overtuiging, belangstelling, …
Goed • • • • • •
60 à 80 % van de onmisbare vaardigheden of doelstellingen zijn bereikt veel + en weinig + codes aanvaardbare kwaliteitsverschillen aanvaardbare fouten in het leerproces geen schadelijke fouten zichtbare vorderingen
Zwak • • • • • •
50 à 60 % van de onmisbare vaardigheden of doelstellingen zijn bereikt alleen een deel van de subdoelen zijn bereikt weinig + en veel + codes veel onnodige leerfouten soms zware schadelijke fouten geen zichtbare vorderingen
Niet goed • • •
minder dan 50% van de onmisbare vaardigheden of doelstellingen zijn bereikt veel + codes of alleen maar + codes en - codes veel schadelijke of onvergeeflijke fouten, onlogisch handelingen
Het rapportcijfer Naar het rapport toe moeten alle quotaties (vierpuntenschaal – resultaat van remediëring) omgezet worden naar een cijfer. Ook die omzetting moet overlegd worden binnen de vakwerkgroep. Alle ernstige tekorten (cf. diverse evaluatieschema’s) worden steeds vermeld in de rubriek commentaar, waarbij er steeds een duidelijk geformuleerde remediëring moet voorzien worden (geen algemene opmerkingen).
BSO – 2de graad – ELEKTRISCHE INSTALLATIES PV PRAKTIJK ELEKTRICITEIT (1ste jaar: 16 lestijden/week, 2de jaar: 16 lestijden/week)
BIBLIOGRAFIE AIB - VINÇOTTE, Algemeen Reglement op de Elektrische installaties AREI, Brussel CED - SAMSON, Algemeen Reglement op de Elektrische installaties, Diegem COOREMAN, Serie Elektrotechniek: Elektrotechnisch tekenen, Plantyn DEKELVER, Serie elektrotechniek: Installatieleer, Plantyn ELECTRABEL, Vademecum voor installateurs GASELWEST, Veilig gebruik van de elektriciteit, Brussel MICHIELSEN, L., De voorrangsschakelaar en de voorkeurschakelaar, Electrabel VEGB, Veilig werken met elektriciteit, Brussel VEKENS, J., Installatiepraktijk voor de elektricien, Standaard VYNCKIER, Het Installatieboek, Gent
14
BSO – 2de graad – ELEKTRISCHE INSTALLATIES PV PRAKTIJK ELEKTRICITEIT (1ste jaar: 16 lestijden/week, 2de jaar: 16 lestijden/week)
15
TOELICHTING BIJ GEBRUIK VAN HET LEERPLAN In het leerplan zijn een aantal uitbreidingsdoelstellingen opgenomen. Uitbreidingsdoelstellingen worden aangeduid door een (U) na de doelstelling. Uitbreidingsdoelstellingen moeten enkel bereikt worden als het niveau van de leerlingen dit toelaat. Zij kunnen ook gebruikt worden indien een of meerdere lestijden complementaire activiteiten besteed worden aan het praktisch vak praktijk/ stages elektriciteit.
JAARPLAN Van elke leraar wordt verwacht dat hij/ zij in het begin van het schooljaar een jaarplanning maakt. Die planning kan gemaakt worden volgens het bijgevoegd model. Eenvormigheid is een noodzaak voor de verschillende collega's. De verschillende jaarplannen moeten zodanig gemaakt worden dat er - waar mogelijk - per week een coördinatie is tussen de verschillende vakken. Een overleg tussen de verschillende leraars zal absoluut noodzakelijk zijn! Tijdens het schooljaar zullen de vorderingen door de verschillende collega's samen regelmatig geëvalueerd worden met het doel de verschillende jaarplannen eventueel bij te sturen. De timing is gemaakt voor 25 weken per schooljaar. De resterende tijd kan door de lerares/ leraar vrij gebruikt worden voor uitdiepingen en/ of uitbreidingen. Ook nieuwe ontwikkelingen kunnen hier eventueel aan bod komen. De timing en de volgorde van de leerstofonderdelen zijn niet bindend. Indien afgeweken wordt, moet dit in overleg tussen de verschillende collega's gebeuren en moeten – indien nodig – de andere jaarplannen eveneens aangepast worden. Steeds moet erover gewaakt worden dat de noodzakelijke voorkennis aanwezig is.
BSO – 2de graad – ELEKTRISCHE INSTALLATIES PV PRAKTIJK ELEKTRICITEIT (1ste jaar: 16 lestijden/week, 2de jaar: 16 lestijden/week) Jaarplan
16
Optie: ........................................................................................
Leerkracht: ...........................................................
Onderwijsvorm: .............. Graad: ....................
Schooljaar: ………… / …………..
Vorderingsplan Jaar: .........................
Vak: ..........................................................................................
Leerplannummer: ...........................
Handboek/ cursus :.........................................................................
Uren/ week : ...........
JAARPLAN Week nummer
Nr in leerplan
Leerinhouden
VORDERINGSPLAN Gegeven op (datum)
Opmerkingen
BSO – 2de graad – ELEKTRISCHE INSTALLATIES PV PRAKTIJK ELEKTRICITEIT (1ste jaar: 16 lestijden/week, 2de jaar: 16 lestijden/week)
SAMENSTELLING VAN DE LEERPLANCOMMISSIE Voorzitters:
dhr. John Chapman
pedagogisch adviseur
Leden:
dhr. Crevits Gilbert
KTA Roeselare
dhr. Dardenne Pierre
KTA Brugge
dhr. D’hooge Luc
KA Wetteren
dhr. Van den Broeck Jozef
KTA 1 Gent
dhr. Van den Roye Willem
KTA Heist-op-den Berg
dhr. Rotsaert Gilbert
KTA Brugge
17