SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm:
BSO
GRAAD:
TWEEDE GRAAD
LEERJAAR:
EERSTE EN TWEEDE LEERJAAR
Studiegebied:
Goud en juwelen
FUNDAMENTEEL GEDEELTE
Optie:
GOUD EN JUWELEN
Vak(ken):
TV Goudsmeden-juwelen
Vakkencode:
IT-r
Leerplannummer:
2001/068 (vervangt 2000/021)
7 Lt/w
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen ste vak TV Goudsmeden - juwelen (1 leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
1
INHOUD Visie ........................................................................................................................................................2 Beginsituatie............................................................................................................................................2 Algemene doelstellingen .........................................................................................................................4 leerplandoelstellingen / leerinhouden......................................................................................................6 Subvak 1: Technisch tekenen .................................................................................................................6 Subvak 2 : Gereedschappen...................................................................................................................8 subvak 3: Materialenleer .......................................................................................................................12 subvak 4: Machineleer ..........................................................................................................................18 subvak 5: Calculatie ..............................................................................................................................24 subvak 6: Stenen en parels...................................................................................................................27 subvak 7: Mechanica ............................................................................................................................30 subvak 8: Elektriciteit ............................................................................................................................32 Pedagogisch-didactische wenken en timing .........................................................................................33 Subvak 1: Technisch tekenen ...............................................................................................................35 Subvak 2: Gereedschappen..................................................................................................................36 Subvak 2: Materialenleer ......................................................................................................................38 Subvak 4: Machineleer..........................................................................................................................39 Subvak 5: Calculatie .............................................................................................................................41 Subvak 6: Stenen en parels ..................................................................................................................42 Subvak 7: Mechanica............................................................................................................................44 Subvak 8: Elektriciteit............................................................................................................................46 Minimale materiële vereisten ................................................................................................................48 Evaluatie ...............................................................................................................................................48 Bibliografie ............................................................................................................................................51
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen ste vak TV Goudsmeden - juwelen (1 leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
2
VISIE De goudsmid/juwelier moet technisch en praktisch gevormd zijn om een rol te spelen in de wereld van de sieraden en juwelen. - Sieraden en ringen hebben in het leven van de mens steeds een belangrijke rol gespeeld. Door de eeuwen heen hebben deze voorwerpen een belangrijke evolutie ondergaan. - Het beroep van goudsmid is in feite een kunstambacht dat een evolutie qua vormgeving, toegepaste technieken en materialen ondergaan heeft. - De opleiding is gespreid over vier jaar. In de 2de graad worden de fundamenten gelegd om uit te monden in een doorgevoerde opleiding in de 3de graad. - Het beroep van goudsmid/juwelier beperkt zich niet alleen tot het herstellen van sieraden en ringen. De leerling moet ook voorwerpen kunnen ontwerpen en uitvoeren. Een flinke vingervaardigheid is onontbeerlijk. - Naast de technische bagage moet bij de leerling ook sociale gerichtheid aangekweekt worden om later met klanten te kunnen omgaan.
BEGINSITUATIE De studierichting beoogt leerlingen voor te bereiden op het vervaardigen van sieraden en van Juwelen met het benodigde gereedschap en volgens de geëigende methoden in het arbeidsveld. Leerlingenkermerken: gewenste instroom eventueel specifieke leerlingenkermerken Er is geen vereiste voorkennis nodig. De leerling is voldoende handig en creatief. inhoudelijke aansluitingsmogelijkheden op vervolgonderwijs en/of tewerkstelling De leerling kan doorstromen naar de derde graad. De leerling is beperkt inzetbaar voor basismetaalgericht werkzaamheden. Relatie van de specifieke vakken tot de vakken van de basisvorming •
De leerling kent de geometrische figuren die frequent toegepast worden in het beroep
•
De leerling leert rekenvaardigheden in functie van beroepswerkzaamheden
Houdingen •
De leerling heeft zin voor creativiteit en werkt nauwkeurig binnen een aangegeven tijdspanne;
•
leert op een economisch verantwoorde manier omgaan met grondstoffen en Gereedschappen;
•
De leerling is eerlijk, loyaal ten aanzien van de werkgever en volgt de beroepsregels, voorgeschreven door de deontologie van het vak;
•
De leerling heeft zin voor verantwoordelijkheid, orde en netheid;
•
De leerling leert veiligheid-, milieu- en kwaliteitsbewust denken en handelen;
•
De leerling leert teamspirit verwerven.
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen ste vak TV Goudsmeden - juwelen (1 leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
3
Aansluitend houdt dit het volgende in: •
De beroepsmatige vraagstellingen kunnen herkennen;
•
Een veiligheids-, gezondheids- en milieubewustzijn kunnen vergroten;
In aansluiting op het Pedagogisch Project van het Gemeenschapsonderwijs wordt van de leerlingen verwacht, dat zij onder begeleiding, de volgende attitudes ontwikkelen en /of nastreven: •
beroepsfierheid hebben: opbrengen van de nodige beroepsfierheid;
•
doorzetten: erop gericht zijn een doel te bereiken;
•
flexibel zijn: bereid zijn zich aan te passen aan de wijzigende omstandigheden;
•
imagobewust zijn: aandacht hebben voor impact die het eigen gedrag en voorkomen op anderen kan hebben;
•
kwaliteitsbewust zijn: actief en pro-actief gericht zijn op kwaliteit door zin voor orde en netheid te hebben;
•
loyaliteit betuigen: sterk betrokken zijn op de organisatie, de regels en de afspraken die er gelden;
•
milieubewust zijn: actief en pro-actief gericht zijn op het beschermen van het milieu;
•
welzijnsbewust zijn: actief en pro-actief gericht zijn op veiligheid, gezondheid en hygiëne.
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen ste vak TV Goudsmeden - juwelen (1 leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
4
ALGEMENE DOELSTELLINGEN •
Het ligt voor de hand dat buiten de psychomotorische ook cognitieve en affectieve doelstellingen nagestreefd worden.
•
De goudsmid/juwelier moet technisch en praktisch gevormd zijn om een rol te kunnen spelen in de wereld van sieraden en juwelen. De motivatie zal verschillend zijn naargelang de vooropleiding, de sociale en culturele herkomst.
•
De leerling moet klanten kunnen voorlichten, begeleiden bij de aankoop van sieraden of juwelen en instaan voor dienst na verkoop.
•
De leerling moet in staat zijn een enig stuk te vervaardigen. De opleiding moet ook de weg open laten om een gespecialiseerde tak binnen te stappen.
•
Het is de bedoeling dat, eenmaal de leerlingen de opleiding tot een goed einde gebracht hebben, zij in staat zullen zijn de werkproblemen zelfstandig op te lossen om te voldoen aan het gestelde beroepsprofiel. Een goede coördinatie tussen de verschillende leervakken zal hierbij een belangrijke rol spelen.
•
De materie leren verwerken tot een nuttig product.
•
De gereedschappen, machines en toestellen op de juiste manier gebruiken en behandelen.
•
De geschikte gereedschappen leren kiezen in verband met noodzakelijke bewerkingen.
•
De verantwoordelijkheid inzake toepassingen van de veiligheidsvoorschriften integreren.
•
Toestellen met veel zorg gebruiken. Gereedschappen met zorg leren gebruiken.
•
Doelmatig inrichten van hun werkpost.
•
Rationeel inrichten van de werkplaats.
•
Gericht zijn op energiebesparing.
•
De hogere gedragsniveaus "toepassen en integreren" bereiken door : o
training en inoefenen in de problematiek van nieuwe situaties
o
ontwerpen, beoordelen, construeren ...
•
Integratie bereiken na langdurige motivatie, training en inoefenen.
•
De leerlingen met behulp van catalogi of technische documentatie in staat stellen zelfstandig bestellingen te doen en herstellingen of regelingen uit te voeren.
Onder toepassing van de juiste gereedschappen en machines en met inachtneming van de geldende voorschriften op het gebied van kwaliteitszorg, welzijnszorg, en milieuzorg, voert hij/zij volgende vaardigheden, ondersteund door kennis en houdingen, uit: 1 De leerling kan een werkplek inrichten; 2 De leerling kan de basistechnieken van het technisch tekenen met het oog op het juweeltekenen en het tekenen van een sieraad toepassen; •
Het normschrift kunnen toepassen;
•
Een technische tekening en schets kunnen maken met het aangepast tekengereedschap en begrijpen;
•
Lijnen, raaklijnen, hoeken en bogen met behulp van passer en lat precies kunnen tekenen;
•
Uit technische tekeningen gegevens, die door de leraar opgevraagd worden, kunnen vinden;
•
Eenvoudige juweel kunnen ontwerpen, schetsen en beschrijven naar de uitvoering toe;
•
Eenvoudige technische tekeningen in functie van het juweel kunnen realiseren binnen de opgegeven tijd;
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen ste vak TV Goudsmeden - juwelen (1 leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) •
Schaduwen kunnen aanbrengen;
•
Een tekening kunnen inkleuren volgens opgave.
5
3 De leerling kan met behulp van de gekozen gereedschappen en grondstoffen voorbereidende werkzaamheden uitvoeren; •
Hij/zij kent de gereedschappen en de basiseigenschappen van de grondstoffen;
•
de leerling kent de voornaamste vindplaatsen van de ertsen, die worden vernoemd in het vakgebied en de voornaamste eigenschappen van de ertsen.;
•
de leerling kent de legeringen en hun basiseigenschappen in functie van het gebruik.
4 De leerling kan de basisbewerkingen uitvoeren om sieraden en juwelen te maken: •
verspanende en niet-verspanende bewerkingen, inpassen, smelten en legeren, draad en plaat bewerken, elementaire verbindingstechnieken uitvoeren;
5 De leerling kan traceren, meten en wegen volgens de wettelijk vastgestelde normen; 6 De leerling kan een werkstuk afwerken.
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
6
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN SUBVAK 1: TECHNISCH TEKENEN 1ste jaar: 2 lestijden/week 2de jaar: 2 lestijden/week Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
1.1
• • • •
2
• •
1
2.1
2.2
• • • • • •
2.3
• • •
2.4
• • •
2.5
•
2.6
• •
normschrift herkennen de genormaliseerde afspraken herkennen Toepassingen maken op normschrift Het verband leggen tussen het schoonschrift en het graveren De lettertypes aan de hand van een kopie reproduceren Begrippen technisch tekenen
1
Normschrift
1.1
Kalligrafie of schoonschrift
2
Begrippen technisch tekenen
Het nut omschrijven van een technische tekening Het nut aanhalen van de normalisatie De afspraken omschrijven van de normalisatie Een voor,- zij,- en bovenaanzicht aanduiden Een schets maken van een werkstuk in verschillende aanzichten Toepassingen maken op voor,- zij,- en bovenaanzicht bij eenvoudige juwelen Het begrip ruimtelijk inzicht omschrijven en toepassen De ware grootte omschrijven en het symbool verklaren en tekenen Een toepassingen maken op ware grootte van een werkstuk Zich het begrip schaal herinneren Het symbool verklaren Een toepassing maken op schaal van een opgemeten werkstuk Een cirkelomtrek verdelen in 2, 3, 4, 5, 6, 8, 10, 12 gelijke delen Lijnen nauwkeurig tekenen en toepassen in verschillende opdrachten Het arceren toepassen
2.1
Begrip technische tekening
•
Normalisatie
2.2
Begrip voor,- zij,- en bovenaanzicht
• •
Aanzichten Ruimtelijk inzicht
2.3
Begrip ware grootte
2.4
Begrip schaal
2.5
Verdelingen in een cirkel
2.6
Lijntekening en arceren
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
7
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 3
3.1
• • • • • • • • • • •
4
• • • • • •
5
• • • • •
Een perspectief tekening herkennen Verschil tussen een technische tekening en een perspectief tekening herkennen Begeleide toepassingen maken van eenvoudige juwelen Ruimtelijk inzicht oefenen De internationale norm voor de lichtinval bij het schaduwen van juwelen reciteren De schaduw van een technische tekening volgens de norm bespreken De schaduw van een technische tekening evalueren volgens de norm Schaduw en slagschaduw oefenen met de potloden H, HB en B volgens de norm bij eenvoudige juwelen De grijswaarden van de potloden H,HB en B demonstreren en typeren Slagschaduw verklaren Ervaren dat de papierkorrel invloed heeft op de grijswaarde van de tekening Een parel schaduwen volgens de norm Nauwkeurigheid oefenen bij het schaduwen Het verband leggen tussen de normen bij het schilderen van juwelen en bij het schaduwen Witte en zwarte verf mengen en het kleur interpreteren. Zilveren en wit gouden juwelen schilderen met passende verf (door gebruik te maken van witte en zwarte verf) De juiste wit zwart verhouding zoeken om de gepaste grijswaarde te bekomen Zilveren en witgouden eenvoudige juwelen schilderen Nauwkeurig schilderen Een eenvoudig juweel ontwerpen De ontwerpen tekenen in vooraanzicht en schaduwen Stileren
3
Begrip perspectief tekening
3.1
Norm: licht komt van links boven
•
Begrip schaduw en slagschaduw
•
De potloden H, HB en B H = licht HB = tussen licht en donker B = donker
4 •
Schilderen Zilveren en wit gouden juwelen worden nagebootst met witte en zwarte plakkaatverf
•
Verschillende verhoudingen tussen witte en zwarte verf geven verschillende grijswaarden
5
Begrip ontwerpen en stileren
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
8
SUBVAK 2 : GEREEDSCHAPPEN 1ste jaar: 1/2 lestijden/week 2de jaar: 1/2 lestijden/week Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 6
6
6.1
•
6.2
• • •
7
• • • •
8
•
Een veilige machineplaatsing omschrijven en toelichten met 6.1 voorbeelden De veiligheidsregels toelichten de functie van daglichtlampen verklaren 6.2 Het nut en toelichten van de juiste lichtinval (licht van links laten invallen) Het gebruik van een afzuigsysteem beschrijven met het doel veilig te werken de onderdelen van de werkbank toelichten 6.3 het gebruik van de opvangbak met voorbeelden verklaren • • • De handscharen en tangen beschrijven 7 De functie weergeven. • Het veilig gebruik toelichten • Handelsvormen opzoeken in recente documentie • • • • • • Aftekengereedschappen 8
• •
de functie van de gereedschappen aantonen Het veilig gebruik omschrijven en demonstreren
• 6.3
• •
• • • • • • •
De Uitrusting De ruimte en de inrichting van het lokaal
De verluchting en de verlichting van het lokaal
De Werktafel Opvangbak Zaagpen Laden Handschaar en Tangen Handschaar Plattang Ronde bektang Smalbektang Speciale plooitang Parallel tang Pincet Vuurtang Aftekengereedschappen Meetlatje krasnaald rechte passer mallen afsnijmaat tiende maat
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
9
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 9
•
Meetgereedschap
9
Meetgereedschap
9.1
•
De nonius aflezen van een schuifmaat met nauwkeurigheid van 1/20 mm; De schuifmaat hanteren en zowel buiten-, binnen en dieptematen meten De nonius aflezen van een schroefmaat met nauwkeurigheid van 1/100 mm De schroefmaat vlot hanteren de functie van de gereedschappen aantonen Het veilig gebruik omschrijven en demonstreren Een zaagbeugel beschrijven De functie weergeven De zaagbeugel veilig hanteren De meest gebruikte zagen opnoemen De verschillende vijl vormen en kappingen onderscheiden De functie weergeven Het veilig hanteren toelichten
9.1
Schuifmaat – nonius
9.2
Schroefmaat
9.3
hoekmeter
De verschillende soorten boren opsommen en het gebruik omschrijven De kenmerken aan een boor toelichten De verschillende soorten schuurpapier en schuurstenen opsommen en het gebruik toelichten
12
Boren
13 • •
Schuurmiddel Schuurpapier Schuursteen
De balans en de elektronische weegschaal beschrijven. De functie weergeven. Het gebruik toelichten en demonstreren
14 • •
Weegschalen Balans voor de goudsmid Elektronische weegschaal
• 9.2
9.3 10
11
• • • • • • • • • • •
12
•
13
• •
14
• • •
10 Zagen • Zaagbeugel voor goudsmid •
Soorten zagen
11 De Vijlen • Volgens de kapping grove vijl fijne vijl zeer fijne vijl • Volgens de vorm platte vijl halfronde vijl brugvijl naaldvijl
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
10
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 15
15
Ringtoestellen
De smeedstaf gebruiken om de ring rond te smeden. De smeedstaf beschrijven. De smeedstaf gebruiken. De maatstok gebruiken om de maat van een ring te nemen. De maatstok beschrijven. De maatstok gebuiken De maatringen gebruiken in de maten van de vingers te nemen De maatringen beschrijven De maatringen gebruiken De ringzaagtang gebruiken om ringen open te zagen die vastgeklempt zijn aan de vingers De ringzaagtang beschrijven De ringzaagtang gebruiken De ringwals gebruiken om banddelen te walsen van de ring De ringwals beschrijven De ringwals gebruiken
15.1
Smeedstaf
15.2
Maatstok
15.3
Maatringen
15.4
Ringzaagtang
15.5
Ringwals
Vergroten en verkleinen met het trouwringapparaat Het trouwringapparaat toelichten. Het trouwringapparaat gebruiken.
15.6
Trouwringapparaat
16
Doorslagplaten en Stempels
17
Ruimers en Ruimerhouders
18 • •
Draadsnijgereedschappen Draadsnij-ijzer Schroefboor
19
De doorslagplaten en stempels beschrijven. De doorslagplaten en stempels gebruiken De ruimers en ruimerhouder beschrijven. Het veilig gebruik beschrijvend weergeven De functie van het draadsnij-gereedschap beschrijven en de werking toelichten • Een werkvolgorde opstellen waarbij het veilig hanteren van het gereedschap beschreven wordt Smeltapparatuur
19
Smeltapparatuur
19.1
•
19.1
De Brander
15.3
• • • • • • •
15.4
• • •
15.1
15.2
15.5
15.6
16 17 18
• • • • • • • • • • • • • •
De brander beschrijven.
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
11
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Het veilig gebruik van de brander toelichten De vlam beschrijven. De vlam veilig hanteren. De gasabsorptie beschrijven
19.2
De Vlam
19.3
• • • •
19.3
De gasabsorbatie
19.4
•
Voorbeelden geven van oxidatie in functie van het vak
19.4
Oxidatie
19.5
De Smeltoven
19.6
De Kroezen
19.7
•
19.7
De Gietijzer
20
• • • •
De functie van de smeltoven beschrijven De veilige werking van de smeltoven toelichten De functie van de kroes beschrijven en de werking omschrijven De eigenschappen van gietijzer beschrijven aan de hand van voorbeelden (u) De zandspuit beschrijven. De zandspuit veilig gebruiken De toetsgereedschappen beschrijven. De toetsgereedschappen veilig gebruiken.
19.5
19.6
• • •
20
De Zandspuit
21
Testgereedschappen
19.2
21
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
12
SUBVAK 3: MATERIALENLEER 1ste leerjaar: 1 lestijden/week 2de leerjaar: 1 lestijden/week Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 22
De metalen
22
22.1
• •
De definitie geven van een atoom Een atoom tekenen en de belangrijkste onderdelen aanduiden Herinneren zich de naam molecule Cohesiekracht toelichten Adhesiekracht toelichten (u) De 3 aggregatietoestanden opsommen De overgangen tussen de verschillende aggregatietoestanden benoemen
22.1
• • • • •
De metalen Metalen : de fysische en chemische kenmerken
•
Begrip atoom
•
Begrip molecule
•
Begrip cohesiekracht
•
Begrip adhesiekracht
•
De 3 aggregatietoestanden
22.2
•
Het begrip smeltpunt definiëren
22.2
Begrip smeltpunt
22.3
•
Kristallijnen vorm
22.4
• • • •
Een voorbeeld geven van een stof met een kristallijnen 22.3 vorm Een voorbeeld geven van een stof met een amorfe vorm 22.4 Een synoniem geven voor amorf Aannemen dat elementaire stoffen bestaan uit een element 22.5 Zich verschillende soorten verbindingen herinneren (u) • Een homogeen mengsel uitleggen en een voorbeeld geven Een heterogeen mengsel uitleggen en een voorbeeld geven (u) Een metalloïde omschrijven
22.6
Begrip homogeen mengsel en heterogeen mengsel
22.7
Begrip metalloïde
Enkele algemene metaal kenmerken opsommen Het chemisch, algemeen geldende metaalkenmerk uiteenzetten (u)
22.8
De definitie van een metaaloxide reproduceren Toelichten wat oppervlakte oxidatie is en kunnen een voorbeeld geven Toelichten wat volledige oxidatie is en kunnen een
22.9
22.5
22.6
• •
22.7
•
22.8
• •
22.9
• • • •
•
•
Amorf Begrip elementaire stof Begrip enkelvoudige verbinding en samengestelde verbinding
Kenmerken van de metalen Begrip metaaloxide
Oppervlakte oxidatie
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
13
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen • •
voorbeeld geven Zich het woord patine herinneren (u) Corrosie uitleggen
•
Volledige oxidatie
•
Begrip patineer
•
Begrip corrosie
22.10
•
Een metaalkorrel tekenen en met daarin de kristallieten
22.11
• • •
22.12
•
De grote vervormbaarheid van de metalen uitleggen 22.11 Het scheuren van metalen bij te grote vervorming verklaren De 3 kristalstelsels die de verschillende metalen hebben opsommen Het begrip: soortelijk gewicht uiteenzetten 22.12
22.13
•
23
•
24
25
• • • • • • •
26
•
22.10
Begrip kristallieten De structuur van de metalen : de kristalstelsels
Begrip Soortelijk gewicht
De chemische symbolen van de verschillende metalen identificeren Het symbool, het soortelijk gewicht, het kleur en het smeltpunt van goud, opsommen De hardheid van goud toelichten De relatie tussen goud en oxidatie toelichten Het kristalstelsel van goud benoemen Aannemen dat goud een edelmetaal is Eén stof opnoemen die goud aantast en oplost (u) De samenstelling van koningswater geven Zich herinneren dat goud aangetast of opgelost wordt door kwik
22.13
Begrip chemisch symbool
23
Het metaal goud, eigenschappen of kenmerken
24
Begrip edelmetaal, koningswater
25
Het metaal: kwik
26
Het metaal zilver, de eigenschappen of kenmerken
• • •
Het kleur, het chemisch symbool, het smeltpunt en soortelijk gewicht, opsommen van zilver De hardheid van zilver typeren Het kristalstelsel van zilver benoemen Eén stof opnoemen waarin zilver oplost (u)
26.1
•
Het opspatten van zilver uiteenzetten en verklaren
26.1
Fenomeen: het opspatten van zilver
26.2
• •
De oorzaak van het zwart uitslaan van zilver typeren (u) Aannemen dat zilver een edelmetaal is
26.2
Fenomeen: zwart uitslaan van zilver
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
14
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 26.3
•
Het reflectievermogen van zilver toelichten
26.3
Begrip reflectievermogen
27
• •
De metalen van de platinagroep opsommen De kleur, het chemisch symbool, het smeltpunt en het soortelijk gewicht van platina opsommen Aannemen dat platina een edelmetaal is De oxidatie bij platina toelichten (u) Zich herinneren dat platina een hard metaal is Herinneren zich dat platina niet oplost in koningswater De kleur, het chemisch symbool van palladium opsommen
27 27.1
De platinagroep, de eigenschappen en kenmerken Het metaal platina
Herinneren zich dat palladium een lager smeltpunt heeft dan platina (u) Herinneren zich dat de metalen van de platinagroep enkel gesmolten konden worden met een lasinstallatie De kleur en het chemisch symbool voor osmium, rodium,rutenium en irridium kunnen opsommen Uiteenzetten waarvoor rodium meest gebruikt wordt in de goudsmederij
27.2
Het metaal palladium
27.3
De metalen: osmium, rodium, rutenium en irridium
De kleur, het chemisch symbool, het soortelijk gewicht en het smeltpunt van koper opsommen De warmte- en elektrische geleidbaarheid van koper toelichten Het kristalstelsel van koper benoemen Oxidatie bij koper verklaren Eén stof waarin koper oplost benoemen De kleur en het symbool van nikkel opsommen Het smeltpunt van nikkel typeren De kleur en het chemisch symbool van cadmium Het smeltpunt van cadmium typeren Verklaren waarom cadmium gebruikt wordt bij het maken van soldeer De kleur en het chemisch symbool voor zink opsommen Het smeltpunt van zink typeren
28 •
Het metaal koper, de eigenschappen en kenmerken Begrip warmte- en elektrische geleidbaarheid
29
Het metaal nikkel, de essentiële kenmerken voor het vak
30
Het metaal cadmium, de essentiële kenmerken voor het vak
31
Het metaal zink , de essentiële kenmerken voor het vak
• • • • • 27.1
• •
27.2
• •
28
• • •
29 30
31
• • • • • • • • • •
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
15
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 32
• • • •
33
• •
34
• • • • • • •
35
De gietbaarheid zink kunnen toelichten De kleur en het chemisch symbool voor tin opsommen Het smeltpunt voor tin toelichten Omschrijven onder welke vorm tin hoofdzakelijk gebruikt wordt, in de goudsmederij De kleur en het chemisch symbool voor lood opsommen Zich herinneren waarvoor lood aangewend wordt in de goudsmederij De kleur en symbool van ijzer opsommen (u) Het ijzeren gereedschap in de praktijk aanduiden (u) Uiteenzetten waarom zuivere metalen gelegeerd worden Een binaire, ternaire en quateraire legering kenschetsen Het smeltbereik bij legeringen toelichten Het begrip gehalte omschrijven Typeren wanneer een legering geen edellegering meer is
36 36.1
•
36.2
• • •
36.3
• •
36.4
36.5
• • • • •
De 3 belangrijkste gehaltes voor geelgoud legeringen opsommen in karaat en duizendsten De legeringmetalen voor geel goudlegering opsommen De legeringmetalen voor rood goudlegering opsommen De legeringmetalen opsommen voor een wit goudlegering op basis van goud
Het zacht zetten van een legering voor de verwerking, omschrijven voor een geel goudlegering en een wit goudlegering Verklaren waarom goudsoldeer in verschillende kleuren vervaardigd wordt Hardsoldeer en zachtsoldeer typeren De legeringmetalen voor geel goudsoldeer opsommen De techniek van het voorlegeren uiteenzetten Het kenmerk van oud goud geven Verklaren welke gouden juwelen, siervoorwerpen en
32
Het metaal tin, de essentiële kenmerken voor het vak
33
Het metaal lood , de essentiële kenmerken voor het vak
34
Het metaal ijzer, de essentiële kenmerken voor het vak
35
•
Legeringen Binaire, ternaire en quaternaire legeringen
•
Begrip smeltbereik
•
Begrip gehalte
36
De eigenschappen van goudlegeringen
36.1
Begrip: karaat
36.2
Goudlegeringen
•
Geel goudlegeringen
•
Rood goudlegeringen
•
Wit goudlegering
36.3
Begrip: soldeer, geel goudsoldeer
36.4
Begrip: hardsoldeer en zachtsoldeer
•
Techniek: voorlegeren
36.5
Techniek: zuiveren van oud goud
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
16
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
36.6
• • • • • •
37
• • • •
38
• • • • • • • • • •
39
• •
onderdelen geselecteerd worden om te zuiveren De techniek van het zuiveren van oud goud uiteenzetten De vorm van de gehaltestempel voor een goudlegering op basis van goud tekenen en identificeren De kenmerken van een meesterstempel opsommen Nemen aan dat de meesterstempel en een gehaltestempel in België verplicht is bij edelmetaallegeringen De vorm van de gehaltestempel voor een platinalegering tekenen of omschrijven Het gehalte voor de meeste platina legeringen zetwitgoud geven Aannemen dat platinalegeringen duur zijn De hardheid van platinalegeringen met als toevoegingsmetalen: osmium,irridium en ruthenium typeren Herinneren zich dat platinalegeringen niet behandeld mogen worden op houtskool of grafiet Herinneren zich palladiumlegeringen De vorm van de gehaltestempel van een zilverlegering tekenen Het eerste en tweede gehalte van een zilverlegering opsommen Het meest toegevoegde metaal voor een zilverlegering benoemen Het fenomeen van het ontstaan van zwarte vlekken in een zilverlegering, uiteenzetten Zich de zwarte vlekken herinneren als koperoxidule Een oplossing aanreiken om zwarte vlekken in een zilverlegering te vermijden Witkoken van zilverlegeringen omschrijven Oplossingen geven om een zilverlegering te behoeden tegen het zwart uitslaan Koperlegeringen opsommen Herinneren zich: tombak en brons
36.6
Begrip: gehaltestempel en meesterstempel
37 •
Platinalegeringen en palladiumlegeringen De legering: zetwitgoud
38 •
•
Zilverlegeringen Begrip eerste en tweede gehalte
Fenomeen : koperoxidule of zwarte vlekken in een zilverlegering
•
Techniek: witkoken
39 •
Koperlegeringen De legeringen: tombak en brons
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
17
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
40
•
De legeringsmetalen van messing opsommen
•
De ontkleurende eigenschap die nikkel heeft bij 40 Koperlegeringen legeringen,toelichten De legeringen: tombak en brons De legeringsmetalen van mailleschort opsommen De invloed kenschetsen die nikkel heeft op de hardheid van De legering: messing een legering (u)
• • 41
• • •
42
43
45
De legering: messing
De ontkleurende eigenschap die nikkel heeft bij 41 Nikkellegeringen legeringen,toelichten De legeringsmetalen van mailleschort opsommen De invloed kenschetsen die nikkel heeft op de hardheid van De legering: mailleschort een legering (u)
• •
De invloed kenschetsen die zink heeft op een legering Zich zamac herinneren als een legering voor fantasiejuwelen of sierobjecten (u)
•
Het belangrijkste toegevoegde metaal voor tinsolduur 43 Tinlegeringen opnoemen (u) • De legering:tinsolduur De voorwaarden om tinsolduur te gebruiken bij een edellegering, omschrijven De nadelen van tinsolduur bij een edellegering verklaren (u) Verklaren waarom cadmium verwerkt wordt in soldeer 44 Cadmium gebruikt in legeringen
•
44
•
• • • • •
Herinneren zich de ferro en non ferrometalen Aannemen dat staal een ijzerlegering is Het begrip gehard staal en kunnen toelichten waarom een deel van ons gereedschap en onderdelen van machines uit gehard staal worden vervaardigd
42
Zinklegeringen •
45
De legering: zamac
IJzerlegeringen
•
De begrippen: ferro en non ferrometalen
•
De legering: staal
•
Het begrip: gehard staal
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
18
SUBVAK 4: MACHINELEER 1ste leerjaar: 1/2 lestijden/week 2de leerjaar: 1/2 lestijden/week Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 46
• • •
De boormachine en flexibel beschrijven. De functie weergeven. Het veilig gebruik toelichten
47
•
46 Boortoestellen • Boormachine • Flexibel
De polijstmachines en polijstmiddelen beschrijven en het veilig gebruiken toelichten
47
Polijstmachine
•
Polijstmolen
•
Polijsttrommel
•
Polijstschijven of kegels
•
Polijstmiddelen
48
•
Draadtrekmachine
48
Draadtrekmachine
48.1
•
48.1
Manueel draadtrekken, trekbank
48.2
•
Het manueel draadtrekken en het draadtrekken met de trekbank uiteenzetten De mechanische draadtrekmachine op een tekening herkennen Het doel en het voordeel van de mechanische draadtrekmachine opsommen De elektrische draadtrekmachine herkennen Het doel en het voordeel van de elektrische draadtrekmachine opsommen De werking van het toestel toelichten aan de hand van een tekening De onderdelen van het toestel benoemen Uitkapmachine
48.2
Mechanische draadtrekmachine
48.3
De elektische draadtrekmachine
49
Uitkapmachine
De techniek van het uitkappen omschrijven met eigen worden Het doel en het voordeel van het uitkappen toelichten Aannemen dat de techniek van het uitkappen tijd,- werk en materiaalbesparend is
49.1
Begrip uitkappen
• 48.3
• • •
49
• •
49.1
• • •
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
19
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 49.2
• • •
49.3
• •
49.4
•
49.5
• •
49.6
• • • • • • • • • • • • • •
Een matrijs en een patrijs in doorsnede tekenen De eigenschappen van de matrijs en de patrijs opsommen De kenmerken van een slecht uitgekapt stuk kunnen bespreken De oorzaken van een slecht uitgekapt werkstuk opsommen Het verschil tussen een binnenkapper en een omkapper kunnen uitleggen,met een tekening Het doel of het voordeel van de manuele uitkappers opsommen Zich het woord kalibreren herinneren (u) Met eigen woorden uitleggen wat rangschikken volgens kaliber is (u) Het gebruik van de manuele uitkappers omschrijven De voetpers herkennen Aannemen dat de voetpers en de handpers verouderde toetstellen zijn die nu vervangen worden door elektrische toestellen Aan de hand van de voetpers het principe van het uitkappen uiteenzetten De belangrijkste onderdelen van de voetpers benoemen en hun functie toelichten De handpers op tekening herkennen Het doel van de handpers geven Het voordeel van de voetpers tegenover de handpers verklaren De belangrijkste onderdelen van de handpers op een tekening aanduiden en hun functie toelichten Het gebruik van het toestel aan de hand van een bespreken De excenterpers op tekening herkennen De doelen van de excenterpers opsommen De belangrijkste onderdelen van de excenterpers op een tekening aangeven en hun functie toelichten Het gebruik van de excenterpers aan de hand van een tekening toelichten (u)
49.2
Begrip matrijs en patrijs
49.3
Begrip omkapper en binnen kapper
49.4
De manuele uitkappers
49.5
Begrip kaliber,kalibreren
49.6
De voetpers en handpers
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
20
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen • • •
De forceerbank Het doel van het forceren reciteren Zich de forceerbank herinneren
50 De forceerbank Begrip forceren
51
•
Het centrifugaal gieten en centrifugaalmachines
51
Het centrifugaal gieten en centrifugaalmachines
51.1
• •
51.1
De techniek het centrifugaal gieten
51.2
•
51.2
Het model
51.3
• •
De voordelen van het centrifugaal gieten opsommen Aannemen dat deze techniek tijds,-werk- en materiaalbesparend is Verklaren waarom het afgietsel 5 tot 10% kleiner is dan het oorspronkelijke model en kunnen daarom aannemen waarom het model 10% te groot gemaakt moet worden Een rubberen mal of moule herkennen De soorten rubberen mallen opsommen en de voor en nadelen toelichten Oplossingen geven om te vermijden dat de rubber tijdens het vulkaniseren aan het model blijft kleven Inzien waarom er een rubberen mal gemaakt wordt Een rubberen mal tekenen met daarin een metalen model, een giettrechter en gietstift Het verband leggen tussen de zwarte uitslag in de rubberen mal en het zilver van het model Voor dit probleem een oplossing geven De vulkaniseerpers herkennen De functie van de vucaniseerpers bespreken met eigen woorden Het chassis of de kader herkennen waarin we de rubber mal vormen in de vulkaniseerpers Oplossingen aanreiken om te vermijden dat de mal aan het chassis blijft kleven (u) De wasinjector herkennen De werking van de wasinjector bespreken aan de hand van de begrippen druk en temperatuur Aannemen dat men een oneindig aantal wasmodellen kan spuiten in de rubber mal met de wasinjector De werkwijze voor het spuiten van de wasmodellen met de
51.3
De rubberen mal of moule
51.4
De vulkaniseerpers
51.5
De wasinjector
50
• • • •
51.4
• • • • •
51.5
• • • •
De forceerbank
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
21
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
51.6
• • • • • •
51.7
• • • • • • • •
51.8 51.9
• • •
wasinjector toelichten Aannemen dat de was aan bepaalde eisen moet voldoen (u) De kenmerken van een goed opgemaakte wasboom tekenen en kenschetsen Zich het opboomaparaat herinneren Het metaal dat nodig is om de wasboom te gieten, berekenen De formule: wasboomgewicht x soortelijk gewicht van het dominante metaal in de legering, toepassen (u) Zich herinneren dat de wasboom ontvet moet worden in een zeepoplossing voor het inplaasteren Uiteenzetten waarom luchtbellen en klonters in de plaaster slecht zijn voor het gieten van de boom in metaal De vacuumklok herkennen De functie van de vacuumklok bespreken De gietcilinder herkennen (u) Aan de hand van een eigen tekening uitleggen, hoe de was in een droogoven uit de plaaster gesmolten wordt Zich herinneren dat de plaaster gedroogd moet worden De formule : (de temperatuur van het dominante metaal in de legering : door 2) + 50 ; toepassen Verklaren waarom vochtige en koude plaaster slecht is voor het gieten van de boom in metaal Zich herinneren dat er verschillende giettoestellen zijn om een metalen boom te gieten Centrifugale gietmachine Het centrifugaal giettoestel herkennen Het principe van de middelpunt vliegende kracht uitleggen bij de centrifugeer, gietmachine De werking van het toestel uiteenzetten aan de hand van een tekening
Wasmodellen
51.6
Wasboom
•
Opboomapparaat
•
Formule: Wasboomgewicht x het soortelijk gewicht van het dominante metaal in een legering
51.7
Vacuüm klok
•
Uitsmelten van de was
•
Droogoven
•
Formule: (de temperatuur van het dominante metaal in de legering : door 2) +50
51.8
Centrifugale gietmachine
51.9
Principe van de middelpuntvliegende kracht
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
22
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 52
•
52.1
53 54 54.1
Lapideermachine
52
Lapideermachine
• De lapideermachine herkennen • De functie van de lapideermachine omschrijven • De werking van de lapideermachine bespreken (u) • Een draaibank herkennen • De functie van de draaibank omschrijven Het galvaniseertoestel
52.1
Basiskenmerken
53
Draaibank
54
Het galvaniseertoestel
• •
54.1
Begrip galvaniseren
• • • • • •
Omschrijven wat galvaniseren is Toelichten waarom objecten of juwelen gegalvaniseerd worden Omschrijven wat: vergulden, verzilveren, rodiëen,verkoperen, vernikkelen, vertinnen is Een galvaniseertoestel herkennen De werking van een galvaniseertoestel bespreken Omschrijven wat beitsen is Aannemen waarom men voor het galvaniseren het werkstuk moet ontvetten Enkele ontvettingsmiddelen opsommen
Begrippen: vergulden, verzilveren,rodieren,verkoperen, vernikken, vertinnen
Het begrip beitsen Ontvetten
55
Graveermachine
55
Graveermachine
55.1
• • •
55.1
Graveermachine
• •
Kunnen de graveermachine herkennen De werking van de graveermachine uiteenzetten Het overbrengen van tekst en tekeningen op schaal met de graveermachine of pantograaf toelichten Het gebruik van de diamanten graveerstift toelichten Zich widiastaal of widiapunt herinneren
Pantograaf Diamanten graveerstift Widiastaal
56
CNC
56.1
•
Een CNC- machine herkennen
•
De functie van de CNC- machine typeren
56
CNC
56.1
CNC-machine
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen •
De assen aan de machine omschrijven
•
De coördinaten kunnen weergeven in een vlakke figuur
•
De kenmerken van de punt - ,lijn - en baansturing toelichten
23
LEERINHOUDEN
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
24
SUBVAK 5: CALCULATIE 1ste leerjaar: 1/2 lestijden/week 2de leerjaar: 1/2 lestijden/week Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen CALCULATIE
CALCULATIE
57
Legeringsrekenen: het gehalte
57
Legeringsrekenen: het gehalte
57.1
•
57.1
Legeringsrekenen: het gehalte
58
Aannemen dat het belangrijk is om de zuivere metalen met een welbepaalde verhouding te legeren om de juiste eigenschappen te verkrijgen • Aannemen dat het vak legeringsrekenen noodzakelijk is, om de gewenste legering te bekomen • Aan de hand van een voorbeeld, het gehalte van een legering typeren • Het gehalte van een legering omzetten van duizendsten naar karaat • Het gehalte van een legering omzetten van karaat in duizendsten • De basisformule voor het berekenen van het gehalte reciteren • De symbolen in de formule gebruikt, verklaren • De toepassing van de basisformule oefenen met vraagstukken • Het gehalte van een legering berekenen wanneer T en F gegeven zijn • Het gehalte berekenen van een samengestelde legering Legeringsrekenen: Het zuiver of fijn metaal
58
Legeringsrekenen: Het zuiver of fijn metaal
58.1
•
58.1
Legeringsrekenen: Het zuiver of fijn metaal
• • • •
De afgeleide formule, voor het berekenen van het fijn of zuiver metaal in de legering, reciteren De toepassing van de formule voor het berekenen van F, oefenen met vraagstukken Het fijn of zuiver metaal berekenen van een legering wanneer G en T gegeven zijn Het F berekenen van een legering bestaande uit verschillende samengesmolten legeringen
•
Begrip het gehalte
•
Basisformule : G = F : T
•
G = gehalte
•
F=GxT
F = fijn of zuiver metaal
T = Totaal gewicht
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
25
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 59
•
Legeringsrekenen: Het totaal gewicht
59
Legeringsrekenen: Het totaal gewicht
59.1
•
De afgeleide formule, voor het berekenen van het totaal gewicht van een legering reciteren De toepassing van de formule voor het berekenen van T, oefenen op vraagstukken Het totaal gewicht van een legering berekenen wanneer F en G gekend zijn T berekenen van een legering bestaande uit verschillende samengesmolten legeringen Legeringsrekenen : Het verlagen van het gehalt
59.1
Het totaal gewicht
60
Legeringsrekenen : Het verlagen van het gehalt
Verklaren dat bij het verlagen van het gehalte het gewicht fijn metaal gelijk blijft en het gewicht van de toevoeging verhoogt Het gebruik van de verschillende formules voor het verlagen van het gehalte, oefenen op vraagstukken Het gehalte van een legering verlagen tot op een lager gevraagd gehalte Het gehalte van een gegeven legering verlagen tot op een lager gevraagd gehalte en een bepaald gewicht De toevoeging van verschillende metalen berekenen volgens een bepaalde verhouding Het gehalte verlagen van een gegeven legering met de kruismethode Legeringsrekenen: Het verhogen van het gehalte
60.1
Het verlagen van het gehalte
61
Legeringsrekenen: Het verhogen van het gehalte
Verklaren dat bij het verhogen van het gehalte, het gewicht van de toegevoegde metalen gelijk blijft en het gewicht van het fijn metaal toeneemt Het gebruik van de verschillende formules voor het verhogen van het gehalte toepassen op vraagstukken Het gehalte van een gegeven legering verhogen tot op een hoger gevraagd gehalte Het gehalte van een legering verhogen met de kruismethode (u)
61.1
Het verhogen van het gehalte
• • • 60
•
60.1
• • • • • •
61
•
61.1
• • • • •
•
•
T=F:G
De kruismethode
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
26
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 62
•
Legeringsrekenen: Verhogen en verlagen
62
Legeringsrekenen: Verhogen en verlagen
62.1
•
Verklaren dat bij een legering die wordt samengesteld uit verschillende legeringen waarbij men moet verhogen en verlagen dat men zowel fijn metaal als toegevoegde metalen zal moeten toevoegen (u) Het gebruik van de verschillende formules voor het verhogen en verlagen in een vraagstuk oefenen (u)
62.1
Verhogen en verlagen
•
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
27
SUBVAK 6: STENEN EN PARELS 1ste leerjaar: 1 lestijden/week 2de leerjaar: 1 lestijden/week Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 63
• •
Mineralen en Gesteenten Uitleggen wat mineralen en gesteente zijn.
63
Mineralen en Gesteenten
64
• •
Edelstenen en sierstenen De betekenis, het verschil en de kenmerken verklaren.
64
Edelstenen en sierstenen
65
• •
65
Ontstaan en bouw van de edelstenen
66
•
Ontstaan en bouw van de edelstenen De magmatische mineralen, sedimentaire mineralen, Metamorfe mineralen en kristalvormen omschrijven Eigenschappen van de edelstenen
66
Eigenschappen van de edelstenen
66.1
•
Met eigen woorden omschrijven wat hardheid is.
66.1
Hardheid
66.2
•
Met eigen woorden omschrijven wat splijting en breuk is
66.2
Splijting en breuk cursus
66.3
•
De definitie omschrijven.
66.3
Soortelijk gewicht
66.4
•
Het onderscheid maken tussen karaat en punten.
66.4
De gewichten in de edelstenen
67
•
Optische Eigenschappen
67
Optische Eigenschappen
67.1
•
De spectraal kleuren opnoemen.
67.1
Kleur
67.2
•
De streepkleur met eigen woorden omschrijven
67.2
Streepkleur
67.3
•
Sommige kleuren veranderen.
67.3
Kleurverandering
67.4
De brekingsindex bepalen. De dubbelbreking uitleggen. De dispersie uitleggen. Het absorptie spectrum uitleggen. Met eigen woorden omschrijven wat transparantie is.
67.4
Lichtbreking
67.5
• • • • •
67.5
Transparantie
67.6
•
Met eigen woorden omschrijven wat glans is.
67.6
Glans
67.7
•
Met eigen woorden omschrijven wat pleochroïsme is.
67.7
Pleochroïsme
67.8
•
Met eigen woorden omschrijven wat vuur is.
67.8
Vuur
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
28
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 67.9
•
Met eigen woorden omschrijven wat pigmenten zijn.
67.9
Pigment
68
Indeling over de kristalstelsels Het kristalstelsel omschrijven Bewerken van edelstenen
68
Indeling over de kristalstelsels
69
• • •
69
Bewerken van edelstenen
69.1
•
Met eigen woorden lithogluptiek omschrijven
69.1
Steengravure
69.2
•
Met eigen woorden omschrijven hoe men agaat bewerkt.
69.2
Bewerking van agaat
69.3
•
Lapidaire omschrijven met eigen woorden.
69.3
Bewerking van kleursteen
69.4
•
Uitleggen wat zagen en snijden bij diamant is.
69.4
Bewerking van diamant
69.5
•
69.5
Slijpsoorten en slijpvormen
69.6
•
De verschillende soorten slijpsoorten en vormen herkennen. Soorten opnoemen en herkennen.
69.6
Namaak van edelstenen
69.7
•
Doublet en triplet omschrijven met eigen woorden.
69.7
Samengestelde stenen
69.8
•
69.8
Synthetische stenen
70
• • • • • • • • • • • •
Synthetische stenen herkennen en enkele soorten opnoemen. Indeling van de edelstenen De verschillende klassen van mineralen bepalen. Diamant De vershillende kenmerken van diamant opnoemen. Hoe de diamanthandel functioneert. De kwaliteitsbeoordeling begrijpen. De 4 C`s met eigen woorden uitleggen Mineralen Onderscheid maken tussen saffier en robijn De verschillende soorten beryl herkennen en opnoemen De verschillende soorten spinels herkennen en opnoemen. De verschillende soorten kwarts herkennen en opnoemen.
70
Indeling van de edelstenen
71
Diamant
72
Mineralen
71
72
•
Korund : Saffier, robijn
•
Beryl : aquamarijn, smaragd, edel beryl, chrysoberyl
•
Spinel : topaas, granaat, grossulaar, zirkoon, toermalijn, kunziet
•
Kwarts: Amethyst, citrien, onyx, opaal, bergkristal, rookkwarts,rozekwarts,avanturein, kattenogenkwarts, valkenoog, tijgeroog, chalsedoon, kerneool, sarder, chrysopraas, heliotroop, mosagaat, agaat, jaspis, lagensteen, houtsteen, opaal
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
29
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 73
• • • •
Organische gesteenten De verschillende soorten parels opnoemen De kenmerken van koraal omschrijven De kenmerken van barmsteen omschrijven
73
Organische gesteenten
•
Parels
•
Koralen
•
Barmsteen
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
30
SUBVAK 7: MECHANICA 1ste leerjaar: 1/2 lestijden/week 2de leerjaar: 1/2 lestijden/week Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 74
75
• • • •
Bewegingen en rust omschrijven De bewegingswet omschrijven. De verschillende soorten bewegingen opnoemen De afgelegde weg omschrijven.
•
De rechtlijnige bewegingen aan de hand van voorbeelden omschrijven De snelheid omschrijven en de elementen met de eenheden die in de formule voorkomen verduidelijken De afgeleide formules bepalen en dit aantonen met een cijfervoorbeeld de regel toepassen voor een rechtlijnige beweging Met eigen woorden omschrijven wat eenparige cirkelvormige bewegingen zijn. de definitie van toerental weergeven De eenheid, symbool en formules van de omtreksnelheid omschrijven het toerental van een boor bepalen met gegeven diameter en snijsnelheid Omschrijven wat hoeksnelheid is De soorten mechanisme opnoemen en rangschikken De functie omschrijven van mechanismen De werking van de vergrendel en sluitmechanismen verduidelijken met voorbeelden Omzettingen van ronddraaiende bewegingen in een rechtlijnige Omzettingen van ronddraaiende bewegingen in een ronddraaiende beweging De middelpuntvliegende kracht is omschrijven aan de hand van waarnemingen De parameters in verband met de grootte van de centrifugale kracht omschrijven
• •
76
• • • • •
77
• • • • • •
78
• •
74
Bewegingen (kinematica)
•
Bewegingen en rust
•
Beweging van een punt en van een lichaam
•
Soorten beweging
•
Afgelegde weg
75
Eenparige Beweging
•
Bepaling
•
Snelheid + formule
•
Rechtlijnige beweging
•
Bepaling
76
Eenparige cirkelvormige beweging
•
Bepaling
•
Toerental
•
Omtreksnelheid
•
Hoeksnelheid
77
Mechanisme
•
Soorten, functie en
•
Omzettingen van bewegingen
78
Middelpuntvliegende kracht
•
Waarneming
•
Grootte van de centrifugale kracht
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Decr. nr.
31
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 79
80
81
• •
de werkwijze omschrijven hoe men een kracht meet. Formuleren met eigen woorden
• •
de grafische voorstelling omschrijven samenstellen van een twee hoekmakende krachten tot één resultante aan de hand van een praktisch voorbeeld Met eigen woorden de 1ste 2de en 3de wet van newton uitleggen Voor elke wet een voorbeeld aanhalen en bespreken
• •
79
Meten van krachten
•
Werking
•
Eenheden van kracht
80 • 81
Grafische voorstelling van een kracht Bepaling Statica
•
1 ste wet ven Newton
•
2de wet van Newton
•
3de wet van Newton
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) SUBVAK 8: ELEKTRICITEIT 1ste leerjaar: 1/2 lestijden/week Decr. nr.
32
2de leerjaar: 1/2 lestijden/week LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 82
•
83
•
84
• • • •
84.1
85
•
• •
aan de hand van een figuur de verdeling van elektriciteit omschrijven enkele voorbeelden van goede en slechte geleider opsommen De schakelaars opnoemen in het schema Het functie van een smeltveiligheid aantonen met voorbeelden Een automaat terug aanleggen Het verschil aangeven tussen een enkel – en dubbel polige schakelaar en het belang op de veiligheid verduidelijken met een voorbeeld In een eenvoudig schema`s een wisselschakelaar en een serieschakelaar herkennen
82
Distributie van elektriciteit
83
Goede en slechte geleiders
84
Schakelaars en smeltveiligheden
•
Schakelaar Enkele schakelaars Dubbel polige schakelaars Smeltveiligheid
84.1
Wissel- en serieschakelaar
•
Wisselschakelaar
•
Serieschakelaar
In een eenvoudig schema een parallel schakeling herkenen 85 Paralleschakeling, Magnetisme en omschrijven • Paralleschakeling De kenmerken van een magneet opsommen • Magnetisme Overstroom en Kortsluiting omschrijven 86 Gevaren en Beveiliging De beveiliging omschrijven • Gevaren van elektriciteit
86
• •
87
•
De schema`s van binnenhuis installatie omschrijven
87
Binnenhuisinstallatie
88
•
De veiligheidstips opnoemen
88
Raadgevingen om ongevallen te voorkomen
89
•
Bij defect juist handelen
89
Wat te doen bij defect
•
Beveiliging tegen gevaren van elektriciteit
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
33
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN TIMING Een leerplan is geen handboek, maar een document dat doelstellingen bevat die de leerkracht continu voor ogen moet hebben, zowel bij de redactie van zijn jaarplan als bij de voorbereiding van zijn lessen. De verschillende soorten van doelstellingen zoals cognitieve affectieve en psychomotorische, worden niet afzonderlijk gerubriceerd omdat ze ook in de praktijk in elkaar verweven zijn, al hebben ze elk hun specifieke eigenheden. Leerplandoelstellingen geven een nadere differentiatie van de einddoelstellingen. Ze geven duidelijk aan wat er in een bepaald leerjaar dient te worden bereikt. De leerplandoelstellingen vormen een tussenschakel tussen de einddoelstellingen en de concreet- observeerbare lesdoelen. Ze zijn het uitgangspunt van de lesdoelstellingen en vormen als het ware een overkoepeling ervan. Een goed geformuleerd leerdoel omvat steeds twee componenten: het gedragsniveau en de (leer) inhoud. In tegenstelling tot de leerplandoelstellingen, worden de lesdoelstellingen geformuleerd in concreet observeerbaar gedrag (inhouds- en gedragsniveau`s). In een lesdoelstelling drukt de leerkracht uit wat hij in een welbepaalde les wil realiseren. Dat moet zeer concreet zijn, zodat het leer- en vormingsproces ( de didactische methode, de leerstof en de media) er goed op afgestemd kunnen worden. Methodologische richtlijnen : • Het principe van voor- en nadelen. • Telkens het gepaste didactisch materiaal inschakelen. • Het is belangrijk van in het begin de leerlingen een goede en juiste werkmethode aan te leren. Fouten van leerlingen individueel verbeteren. Indien blijkt dat een groter aantal leerlingen de handeling verkeerd begrepen heeft, moet deze voor de gehele groep herhaald worden. • De leerkracht voorziet korte en afwisselende opdrachten. Dit stimuleert de werklust van de leerlingen. Parallellisme nastreven tussen technisch tekenen en praktijk. • Begrippen in verband met veiligheid, hygiëne en onderhoud van gereedschappen en machines moeten steeds aan bod komen. • Aandacht vestigen op de juiste lichaamshoudingen. Dit leerplan geldt voor een lestijdenpakket van 25 weken op schooljaarbasis In het geheel van de leerstofbehandeling staat de praktijkgerichte invulling van de leerstofitems voorop. Dit betekent dat de leerkracht gebruik maakt van concrete documenten en reële situaties. Bij het creëren van een onderwijssituatie wordt bijzondere aandacht besteed aan de evenwichtige opbouw van de opeenvolgende lesfases. Elke lesfase wordt beëindigd met een duidelijke synthese. De gehanteerde werkvormen staan doordacht in functie van de leerinhouden en doelstellingen. Ze bevatten de principes van aanschouwelijkheid, geleidelijkheid en leerlingenmotivatie. Het gebruik van de overheadprojector versterkt de impact op de klassfeer en is nuttig voor het overzichtelijk aanbrengen van leerstof. Het ligt voor de hand dat buiten de psychomotorische ook cognitieve en affectieve doelstellingen nagestreefd worden. Cognitieve doelstellingen hebben te maken met het verstandelijk functioneren, het zich herinneren, herkennen of verwerven van gegevens en de ontwikkeling van intellectuele vaardigheden en capaciteiten. De dynamische – affectieve doelstellingen betrachten een gevoelswaarde, een emotie of een graad van aanvaarding, betrokkenheid of engagement. De psychomotorische doelstellingen leggen de nadruk op motorische vaardigheden, hantering van materialen en objecten spierbeheersing en coördinatie van zenuwimpulsen en musculatuur.
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
34
De gousmid/juwelier moet technisch en praktisch gevormd zijn om een rol te kunnen spelen in de wereld van sieraden en juwelen. De motivatie verschillend zijn naargelang de vooropleiding, de sociale en culturele herkomst. De leerling moet klanten kunnen voorlichten, begeleiden bij de aankoop van sieraden of juwelen en instaan voor dienst na verkoop. De leerling moet in staat zijn een enig stuk te vervaardigen. De opleiding moet ook de weg open laten om een gespecialiseerde tak binnen te stappen. Het is de bedoeling dat eenmaal de leerlingen de opleiding tot een goed einde gebracht hebben, zij in staat zullen zijn de werkproblemen zelfstandig op te lossen om te voldoen aan het gestelde beroepsprofiel. Een goede coördinatie tussen de verschillende leervakken zal hierbij een belangrijke rol spelen. Attitudevorming bij de opleiding : •
Gericht zijn op het onderscheid tussen details en essentie
•
Gericht zijn op structureren van opdrachten
•
Gericht zijn op planmatig werken
•
Zin voor orde, netheid en veiligheid
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
35
SUBVAK 1: TECHNISCH TEKENEN
Nr.
1
Pedagogisch-didactische wenken
Timing
Technisch Tekenen
100
Normschrift
20
Enkel toe te passen in titels en namen en in functie van de maataanduiding. In het 2de leerjaar van de 2de graad moet een lesuur per week besteed worden aan monogram- en letterstudie. Het lettertekenen kan parallel lopen met andere tekenopdrachten. Hiervoor wordt een specifiek werkschrift gebruikt. De letters staan hier in functie van het graveren. Een goede kennis van lettervormen is belangrijk. Orde en zorg moeten aangescherpt worden. Kalligrafie of schoonschrift met voorbeelden demonstreren Progressief opbouwen 2
Begrip technisch tekenen
20
In functie van de tekenopdrachten moet aangepast tekenmateriaal aangewend worden Begrip voor,- zij,- en bovenaanzicht toepassen met didactisch materiaal Begrip ware grootte en schaal aantonen aan de hand van een bestaande tekening; Lijntekening: de zienswijze beklemtonen eigen aan het vak. Meetkundig tekenen moet gegeven worden in functie van de noodwendigheden. De leerkracht moet zich aanpassen aan de omstandigheden. Werktekeningen worden op schaal getekend 3
Begrip perspectief tekening
20
Norm: licht komt van links boven Begrip schaduw en slagschaduw Demonstreren van de technieken 4
Schilderen
10
Progressief opbouwen en demonstreren van de technieken Tonen van voorbeelden Leerlingen individueel verbeteren Toepassen van zelf evaluatiemomenten 5
Er moet veel aandacht besteed worden aan "ONTWERPEN". Als basis kan gebruik gemaakt worden van : takjes , beentjes , foto's van kapsels , schelpen ...... Begrip ontwerpen en stileren progressief opbouwen Gebruik maken van aantrekkelijke onderwerpen Toepassen van zelf evaluatiemomenten
30
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
36
SUBVAK 2: GEREEDSCHAPPEN
Nr.
6
Pedagogisch-didactische wenken
Timing
Gereedschappen
25
Uitrusting
1
Besteed hier vooral aandacht aan de indeling van de werkplaats en werkplek en de veiligheidsaspecten die hierbij belangrijk zijn 7
Handscharen en tangen
2
De veiligheidsaspecten komen bij elk onderdeel aan bod Tangen en scharen bespreken aan de hand van didactische hulpmiddelen (tangen, scharen,...) 8
Aftekengereedschap
4
De kwaliteit en nauwkeurigheid benadrukken Voldoende aandacht schenken aan de werkwijze, en uitvoering. Demonstratie uitvoeren 9
Meetgereedschappen
1
De kwaliteit en nauwkeurigheid benadrukken Voldoende aandacht schenken aan de werkwijze, aflezing en uitvoering 10
Zagen
1
Demonstratie door de leraar. Schenk voldoende aandacht aan de veiligheid. 11
Vijlen
1
Demonstratie door de leraar. Schenk voldoende aandacht aan de houding van de leerling en veiligheid. De verschillende kappingen toonen en het resultaat van de bewerking bespreken. 12
Boren
1
Veiligheid benadrukken. De persoonlijke beschermingsmiddelen tijdens de bewerking altijd laten gebruiken. Demonstratie door de leraar 13
Schuurmiddelen
1
Laat de leerlingen voelen aan verschillende soorten schuurpapier en bespreek hun waarnemingen. Het gebruik van grof en fijn schuurpapier aantonen 14
Weegschalen
1
Demonstratie door de leraar Rekenvaardigheid en economische prijsberekening aantonen. 15
Ringtoestellen
4
Veiligheid benadrukken Tijdens de uitleg zal de leraar demonstreren. 16
Doorslagplaten en stempels Veiligheid benadrukken De uitleg aanvullen met enkele demonstraties door de leraar;
2
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
37
Timing
De leerling zal deze handelingen inoefenen De opgestelde werkwijze laten uitvoeren met aandacht voor het juiste gereedschap, en veiligheid 17
Ruimers en ruimhouders
1
De juiste behandeling van de ruimers benadrukken De werkwijze verduidelijken en de handelingen met aandachtspunten duidelijk maken Demonstratie door de leraar. 18
Draadsnijgereedschappen
1
Aandacht aan de keuze van het wringijzer, de werkwijze en handelingen. De haaksheid demonstreren 19
Smeltapparatuur
2
De grootste aandacht besteden aan de veiligheid tijdens de werkzaamheden. Demonstratie leraar 20
De zoadspuit
1
Gebruik didactische hulpmiddelen tijdens de uitleg om het resultaat duidelijk te maken. Let op de milieuaspecten. 21
Testgereedschappen Veiligheid benadrukken De economische waarde aantonen van het toetsmateriaal
1
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
38
SUBVAK 2: MATERIALENLEER
Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
Timing
Bij het aanbrengen van de leerstof maakt men gebruik van didactische hulpmiddelen. Het is nuttig de leerstof te voorzien van voldoende voorbeelden eigen aan de voorkomende problematiek en eigen aan het vak. Didactische films, dia, ... kunnen gebruikt worden ter verduidelijking van het onderwerp. Het is wenselijk voldoende herhalingsmomenten in te schakelen om het verwerkingsproces te verbeteren.
50
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
39
SUBVAK 4: MACHINELEER
Nr. 46
Pedagogisch-didactische wenken
Timing
Machineleer
25
Boormachine
1
Didactische hulpmiddelen gebruiken en het toestel demonstreren 47
Polijstmachine
1
Didactische hulpmiddelen gebruiken en het toestel demonstreren 48
Mechanische draadtrekmachine
1
De elektische draadtrekmachine Toestel laten zien en demonstreren 49
Uitkapmachine
3
Didactische hulpmiddelen gebruiken en het toestel demonstreren 50
Forceerbank
3
Didactische hulpmiddelen gebruiken en het toestel demonstreren 51
Het centrifugaal gieten en centrifugaalmachine
8
De techniek het centrifugaal gieten Het model: tonen van een didactisch model De rubberen mal of moule: Laten zien van verschillende rubber mallen De vulkaniseerpers Toestel laten zien en benoemen van de verschillende onderdelen De wasinjector: Toestel laten zien en de werking omschrijven. Wasmodellen: tonen van didactisch model Wasboom Opboomapparaat: Toestel laten zien aan de hand van een video Formule: Wasboomgewicht x het soortelijk gewicht van het dominante metaal in een legering Toepassen voor een goud,- of zilverlegering Plaaster Vacuumklok :Toestel laten zien en de werking omschrijven Uitsmelten van de was Droogoven: Toestel laten zien en demonstreren Centrifugale gietmachine :Toestel demonstreren Principe van de middelpuntvliegende kracht 52
Lapideermachine: Tonen van het toestel en de werking omschrijven
1
53
Draaibank bekijken en herkennen van de hoofdonderdelen
1
54
Begrip galvaniseren: Tonen van een galvanisatietoestel met documentatie
2
Begrippen: vergulden, verzilveren,rodieren,verkoperen, vernikken, vertinnen: voorbeelden laten herkennen en hun eigenschappen ontdekken Het begrip beitsen en Ontvetten: verschillende producten didactisch aanhalen.
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Nr. 55
Pedagogisch-didactische wenken Graveermachine: Demonstatie met het toestel van de school
40
Timing 3
Pantograaf: demonstreren Diamanten graveerstift, Widiastaal: didactische modellen bekijken en voordelen laten ontdekken 56
CNC - machine: kennismaking met de machine Gebruik van de hulpmiddelen voor leerkrachten (Cremmet , auteur Hugo Byl) Bezoek aan een CNC – centrum of bedrijfsbezoek
1
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
41
SUBVAK 5: CALCULATIE
Nr. 57
Pedagogisch-didactische wenken
Timing 6
Legeringsrekenen: het gehalte Begrip het gehalte Omzetten van karaat in duizendsten en omgekeerd, toepassen in vraagstukken Basisformule : G = F : T Toepassen op moeilijke vraagstukken zoal: samengestelde gehalteberekening G = gehalte
58
F = fijn of zuiver metaal
T = Totaal gewicht
Legeringsrekenen: Het zuiver of fijn metaal
3
F=GxT Toepassen op vraagstukken 59
Legeringsrekenen: Het totaal gewicht
3
T=F:G Toepassen op vraagstukken 60
Legeringsrekenen : Het verlagen van het gehalte
7
De kruismethode Toepassen op moeilijke vraagstukken zoals, samengestelde gehalte berekening Verlagen van gehalte tot op een bepaald gewicht, slechts toepassen op zeer eenvoudige oefeningen 61
Legeringsrekenen: Het verhogen van het gehalte
3
Toepassen op eenvoudige vraagstukken 62
Legeringsrekenen: Verhogen en verlagen Initiatie wanneer het volledige jaarplan afgewerkt zou zijn
3
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
42
SUBVAK 6: STENEN EN PARELS
Nr.
63
Pedagogisch-didactische wenken
Timing
Stenen en parels
50
Mineralen en gesteenten
1
Duidelijk het verschil aantonen van mineralen t..o.v. gesteenten. We kunnen dit aantonen aan de hand van reële voorbeelden 64
Edelstenen en sierstenen
1
Hierbij zal men duidelijk maken wat het verschil is tussen edelstenen en sierstenen aan de hand van de specifieke kenmerken en met visuele voorbeelden aan de leerlingen te tonen. 65
Ontstaan en bouw van de edelstenen
2
De leerlingen doen begrijpen wat het verschil is tussen magnatische-, sedimentaire-en metamorfe mineralen. Gebruik hierbij het boek van elseviers gids van edel – en sierstenen 66
Eigenschappen van de edelstenen
5
Om de eigenschappen aan te tonen zal men gebruik maken van foto`s en cursus over hardheid: kras voorbeeld metaal op hout en omgekeerd, leg vervolgens uit. Splitsing en breuk: aantonen aan de hand van foto`s Soortelijk gewicht: aantonen aan de hand van het boek Elseviers gids van edel en sierstenen Gewichten : aantonen aan de hand van voorgeschiedenis en herkomst van karaat 67
Optische eigenschappen
8
Voor wat de optische kant van de edelstenen betreft kan men die best aan de hand van bordtekeningen aantonen. 68
Indeling van de kristalstelsels
2
Om dit gedeelte zo duidelijk mogelijk ui te leggen is het aangeraden om tekeningen te gebruiken uit het boek elseviers gids blz 16,17,18. De namen van verschillende kristalstelsels doen onthouden aan de hand van het aantal vlakken of hoeken per kristal. 69
Bewerkingen van edelstenen
8
Voor de verschillende bewerkingen aan te tonen is het aangewezen om tekeningen, foto`s en visuele middelen te gebruiken. Bij namaak en synthetische stenen is het aangewezen om de inwendige kenmerken goed aan te duiden. 70
Indeling van de edelstenen
2
Aan de hand van het boek, Elseviers gids, de verschillende mineraalklassen aantonen. 71
Diamant
8
Bij het hoofdstuk diamant is het belangrijk om zoveel mogelijk fysische kenmerken te bespreken alsook het ontstaan en geschiedenis ervan. Bespreek de 4 c`s onderdeel per onderdeel in een duidelijke verstaanbare taal voor de leerlingen. De leerlingen oefeningen laten maken om bv. De prijs te bepalen van een bepaalde briljant volgens zijn zuiverheidsgraad, gewicht x U.S.D (volgens kwaliteit) x Belgische koers x winstmarge. 72
Mineralen Hierbij bespreekt men al de gekende mineralen aan de hand van hun groep (t.o.v. de
8
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
43
Timing
leerlingen : Naam + Voornamen vb Korund(naam) : Saffier, robijn ( voornamen). Cursussen, foto`s uit het boek Elseviers gids en hun specifieke kenmerken (in en/of uitwendige) 73
Organische gesteenten Maak de leerlingen duidelijk wat het woord organisch betekent bij gesteente. Aan de hand van uitleg en tekeningen verduidelijken hoe parels ontstaan in de oester (zee/rivier). De verschillend soorten van parels, vormen, onderhoud. Hetzelfde voor koralen en armbanden.
5
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
44
SUBVAK 7: MECHANICA
Nr.
74
Pedagogisch-didactische wenken
Timing
Mechanica
50
Bewegingen (kinematica)
6
Maak hier duidelijke vergelijkingen tussen beweging en rust aan de hand van eenvoudige voorbeelden. Maak duidelijk wat een punt en een lichaam is aan de hand van een bordtekening. Laat de leerlingen zelf zoeken naar de soorten bewegingen. 75
Eenparige bewegingen
6
Hier zal de leerling duidelijk gemaakt worden wat men bedoelt met het woord eenparig. Dit met enkele eenvoudige voorbeelden. Laat de leerlingen oefeningen maken aan de hand van de gekende formules. Hierbij zal men het verduidelijken aan de hand van eenvoudige voorbeelden. Laat de leerlingen zelf ook naar enkele voorbeelden zoeken. 76
Eenparige cirkelvormige bewegingen
8
Leg de nadruk wat men bedoelt met veranderlijke beweging. Laat de leerlingen enkele voorbeelden opsommen. In dit geval is het aangewezen om de auto als voorbeeld te gebruiken om duidelijk te maken wat er bedoeld wordt met snelheid, versnelling en afgelegde weg. Laat de leerlingen oefeningen maken aan de hand van de gekende formules. Ook hier de auto gebruiken om de vertraging uit te leggen . Ook bij gemiddelde snelheid en afgelegde weg. Laat de leerlingen oefeningen maken aan de hand van de gekende formules. 77
Mechanismen
12
Leg uit aan de hand van eenvoudige voorbeelden van mechanisme en zijn soorten. Verduidelijk aan de hand van voorbeelden. Vooral aandacht besteden aan de werking van mechanisme en zijn soorten. Verduidelijk aan de hand van voorbeelden Ook hier de werking van de riemschijven uitleggen Wijs op het belang van de cijfers Informatie opzoeken in recente documentatie en het mechanisme herkennen en in groep bespreken op de afbeeldingen Leren een technisch verslag opmaken 78
Middelpuntvliegende kracht
4
Met voorbeelden illustreren en de kenmerken verduidelijken Bekijken van video-film Uitvoeren van een slingerproef 79
Meten van krachten Metingen uitvoeren Wijs op het belang van de cijfers Hierbij zal men een eenvoudig voorbeeld geven om de leerlingen duidelijk te maken wat men bedoelt met middelpuntvliegende en centrifugale kracht.
4
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Nr. 80
Pedagogisch-didactische wenken Grafische voorstelling van een kracht
45
Timing 6
Laat de leerlingen met eigen woorden uitleggen wat krachten zijn en spring daarop in om ze de juiste antwoorden te leiden. We doen hetzelfde voor de soorten. Krachten moet men kunnen meten, lef dit uit aan de hand van didactisch materiaal of bordtekeningen met uitleg van de werking ervan. Laat de leerlingen een grafiek opstellen aan de hand van een voorbeeld 81
Statica Geef een eenvoudige uitleg wat de wetten van Newton zijn, zodat de leerlingen begrijpen wat statica is.
4
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
46
SUBVAK 8: ELEKTRICITEIT
Nr.
82
Pedagogisch-didactische wenken
Timing
Elektriciteit
25
Distributie van elektriciteit
4
Besteed hier vooral aandacht aan het duidelijk maken wat men bedoeld met energie, van waar of wat energie gemaakt wordt. Welke soorten zijn er. Hierbij is het aangeraden om uit te leggen wat elektriciteit is aan de hand van waterleidingen, zo kunnen de leerlingen zich een duidelijker beeld stellen en zo gemakkelijker begrijpen wat men bedoeld. Bespreek hierbij de werking aan de hand van een fiets met dynamo verlichting. Vooral aandacht besteden hoe de verschillende centrales energie aanmaakt en door middel van… Aandacht voor de milieuproblematiek Vooral aandacht besteden hoe de verschillende centrales energie aanmaakt een door middel van. Neem hierbij een schema en/of tekening met de duidelijke weg aangeduid van fabrikant naar verbruiker en hoe en wanneer de spanningen aangepast worden. 83
Goede en slechte geleiders
2
Gebruik duidelijke schema`s bij het uitleggen van de stroombanen. Eventueel gebruik maken van kerstverlichting. Vooral aandacht besteden aan het veilig gebruiken van goede of slechte geleiders. Laat de leerlingen zelf enkele voorbeelden opnoemen van goede en slechte geleiders; 84
Schakelaars en smeltveiligheden
6
De schakelaars in de klas herkennen De werking met didactisch materiaal verduidelijken Geef een duidelijk uitleg waarvoor er smeltveiligheden gebruikt worden en wat de gevolgen zouden zijn indien men dit niet zou gebruiken. Toon aan dat de aangeduide Ampères op de smeltveiligheden van groot belang zijn t.o.v. de O van leidingsdraden. Leg uit wat stroombanenen zijn. 85
Parallelschakeling, magnetisme
4
Weer zal men dit uitleggen aan de hand van waterleidingen om het duidelijk te laten overkomen wat men bedoelt. Leg hier zo eenvoudig mogelijk uit wat de wet van ohm is. Maak ook hier gebruik van de waterleidingen als voorbeeld om de leerlingen een duidelijk beeld te geven wat er wordt bedoeld met de joule(warmte)-effect. Hoe en met wat elektriciteit gemeten wordt. Bespreek hierbij samen met de leerlingen een van uw eigen facturen. Leg uit hoe men elektrische energie zal kunnen omzetten. 86
Gevaar en beveiliging Duidelijk de werking voorbrengen aan de hand van voorbeelden in het klaslokaal, ook de nadruk leggen op het veilig gebruik ervan. Aan de hand van schema`s/ tekeningen + voorbeelden uitleg geven. Vooral aandacht besteedt aan wat er gebeurd met het menselijk lichaam naargelang de graad verwonding door elektriciteit. Hoe zal men zich beschermen, wat zal men zeker
4
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week) Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
47
Timing
niet doen.
87
Binnenhuisinstallatie
2
Wijs op het belang bij het aansluiten van elektrisch apparatuur in ons huis of de verhouding ampères goed is t.o.v. de smetveiligheden op een bepaalde leiding. Vooral veel aandacht besteden aan de veiligheid in huis en wat zeker niet mag. 88
Raadgevingen om ongevallen te voorkomen
2
Aan de hand van foto`s, video en tekeningen zal men duidelijk maken aan de leerlingen hoe men ongevallen voorkomen, wat is preventieve veiligheid. Hoe zal je handelen wanneer er iemand een elektrische schok gehad heeft, naargelang de graad ervan. 89
Wat te doen bij defecten Leg uit waarvan er veilighedsnormen opgesteld zijn, Wat is de functie van cédéc, welk zijn de genormaliseerde symbolen.
1
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
48
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN •
Tekenmateriaal (en schildergerief)
•
Diaprojector
•
PC met CAD pakket
•
Een uitgerust klaslokaal met bord en kast (documentatie)
•
De leerkracht moet kunnen beschikken over retro projector opdat hij op een efficiënte manier de technologie kan verduidelijken
EVALUATIE Onderscheid moet gemaakt worden tussen de evaluatie van het leerproces en de evaluatie van het eindproduct. Bij de procesevaluatie wordt doorlopend gepeild naar de verwerking van het leerproces, met de bedoeling dit proces zo nodig bij te sturen, zodat elke leerling op de meest effectieve manier kan leren. De klemtoon ligt hierbij duidelijk op het optimaal functioneren van de leerling. Het verloop van het proces wordt, vooraf, door de leraar uitgetekend. Zij/hij bepaalt • • •
welke de verschillende stappen zijn; welke fouten op elk moment ontoelaatbaar zijn; welke fouten daartegen kunnen gemaakt worden.
Afhankelijk van het resultaat van feedback-momenten (evaluaties na elke opdracht of deelopdracht) wordt het proces verder gezet of zo nodig bijgestuurd. Om de leerling te motiveren gebeurt dit in een constructieve, positieve sfeer. Productevaluatie gebeurt op het einde van het leerproces (bijvoorbeeld na een hoofdstuk, een opdrachtenreeks, een project, een trimester...). Hierbij wordt nagegaan in hoeverre de leerling de basisdoelstellingen bereikt heeft. Elke evaluatie dient te vertrekken vanuit duidelijke en operationele doelstellingen. Zowel het proces als het product moeten op een zo objectief mogelijke manier geëvalueerd worden. De evaluatie steunt altijd op een vaardigheids- en werkanalyse die het verloop, de verantwoording en de criteria weergeeft van de opdracht. Proces- en productgericht evalueren kan vier aspecten omvatten: • de denkactiviteit (bijvoorbeeld instructies lezen, aantekeningen maken, …). • de motorische handelingen (bijvoorbeeld verbindingen maken, …). • de praktijk-attitudes (bijvoorbeeld nauwkeurig werken, scherp waarnemen, …). • de uitvoeringstijd, waarbij gestreefd wordt naar een haalbaarheid voor 90 % van de leerlingen. Bij de evaluatie zal er in ieder geval rekening gehouden worden met het feit dat het om leerlingen gaat. Onnauwkeurig werken, kleine fouten maken, moet in zekere mate aanvaardbaar zijn. Belangrijk is de evolutie. Daarom zal de lerares/leraar voortdurend de vorderingen van de leerlingen controleren. Indien nodig zal zij/hij meteen remediërend optreden. Bij het begin van iedere praktijkopdracht zal de lerares/leraar (indien nodig aan alle leerlingen afzonderlijk) meedelen welke (sub)doelstellingen tijdens die les moeten bereikt of nagestreefd worden: iedere leerling moet bij het begin van iedere les weten wat van hem tijdens die les verwacht wordt.
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
49
In het evaluatieproces kunnen 3 stappen onderscheiden worden: • registreren (door middel van een evaluatieschema), • interpreteren (door middel van een vierpuntenschaal), • rapporteren. Registreren Om zo objectief mogelijk te kunnen registreren, wordt voor elke praktijkopdracht (met de daarbij horende gedragsvaardigheden) een evaluatieschema opgesteld. Zo’n schema bevat alle doelstellingen (met de daarbij horende subdoelstellingen) en attitudes die bij de opdracht zullen geëvalueerd worden. Het is niet noodzakelijk om bij alle opdrachten steeds alle mogelijke subdoelstellingen te evalueren. Sommige subdoelstellingen kunnen eventueel weggelaten worden als ze vroeger reeds vaker aan bod kwamen of later ruimschoots aan bod zullen komen. De selectie van de attitudes en de wijze van registratie, wordt in vakgroep overlegd. Bepaalde aspecten zijn objectief meetbaar (bijvoorbeeld een buis op lengte zagen binnen een aangegeven tolerantie), andere aspecten zijn subjectief waarneembaar (bijvoorbeeld een geschikte kleurcombinatie kiezen). De mate waarin een objectief waarneembare doelstelling bereikt werd, kan in het schema aangeduid worden door middel van een twee-puntenschaal: • + : doelstelling bereikt • ! : doelstelling niet bereikt Voor niet objectief meetbare doelstellingen wordt geadviseerd om te werken met een drie puntenschaal: • + : doelstelling bereikt • " : doelstelling niet helemaal bereikt • ! : doelstelling niet bereikt Door het evaluatieschema samen met de opgave ter beschikking van de leerling te stellen, kan de zelfevaluatie bij de leerling sterk aangemoedigd worden. Interpreteren Door middel van het evaluatieschema controleert de lerares/leraar bij het einde van iedere les in welke mate de leerlingen de vooropgestelde lesdoelstellingen bereikten. Dit wordt kort met iedere leerling individueel besproken. Aan de registraties in het evaluatieschema kunnen verschillende interpretaties gegeven worden. Enkele voorbeelden: +
"
!
(doel bereikt)
(doel niet helemaal bereikt)
(doel niet bereikt)
niveau is voldoende
voldoende maar leemten
niveau onvoldoende
voor verbetering vatbaar
onaanvaardbaar niveau
nagenoeg foutloos
aanvaardbare tekorten
schadelijke fouten
nagenoeg correct
aanvaardbaar aantal lichte of onvergeeflijke fouten detailfouten of leerproces fouten zware inbreuken
volledig
kleine tekorten
onvolledig zware tekorten
behoorlijk, zinvol
storingen, fragmentarisch
onlogische uitvoering
kan het en doet het vrijwel altijd, spontaan en zonder aarzelen
kan het en doet het af en toe, kan het niet, doet het niet of zonder overtuiging, wisselvalling nooit, afwijzend en met tegenzin
Om eenvormigheid te bekomen in verband met de gebruikte interpretatie, is een overleg binnen de vakgroep absoluut noodzakelijk.
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
50
Rapportering Na iedere les (liefst uiterlijk bij het begin van de volgende les) worden de resultaten van het evaluatieschema omgezet op een vierpuntenschaal. Die quotatie wordt in de agenda van de leerling genoteerd, waarbij uiteraard voldoende aandacht moet besteed worden aan een eventueel noodzakelijke remediëring. De omzetting van de (eventueel gewogen) evaluaties kan op verschillende manieren gebeuren. Om eenvormig te kunnen omzetten, is een overleg binnen de vakgroep absoluut noodzakelijk. Hoe de omzetting zal gebeuren moet in ieder geval vooraf vastgelegd worden. Dit kan bijvoorbeeld als volgt gebeuren. Heel goed • • • • •
meer dan 80% van de sub-vaardigheden, subdoelstellingen zijn bereikt (nagenoeg) foutloos, uitstekend, enkel + codes volledig zelfstandig uitgevoerd vlotte uitvoering, met overtuiging, belangstelling, …
Goed • • • • • •
60 à 80 % van de onmisbare vaardigheden of doelstellingen zijn bereikt veel + en weinig " codes aanvaardbare kwaliteitsverschillen aanvaardbare proces-leerfouten geen schadelijke fouten zichtbare vorderingen
Zwak • • • • • •
50 à 60 % van de onmisbare vaardigheden of doelstellingen zijn bereikt alleen een deel van de subdoelen zijn bereikt weinig + en veel " codes veel onnodige leerfouten soms zware schadelijke fouten geen zichtbare vorderingen
Niet goed • • •
minder dan 50% van de onmisbare vaardigheden of doelstellingen zijn bereikt veel " codes of alleen maar " codes en - codes veel schadelijke of onvergeeflijke fouten, onlogisch handelingen
Het rapportcijfer Naar het rapport toe moeten alle quotaties (vierpuntenschaal – resultaat van remediëring) omgezet worden naar een cijfer. Ook die omzetting moet overlegd worden binnen de vakwerkgroep. Alle ernstige tekorten (cf. diverse evaluatieschema’s) worden steeds vermeld in de rubriek commentaar, waarbij er steeds een duidelijk geformuleerde remediëring moet voorzien worden (geen algemene opmerkingen).
BSO – 2de graad –optie Goud en juwelen vak TV Goudsmeden - juwelen (1ste leerjaar: 7 lestijden/week, 2de leerjaar: 7 lestijden/week)
51
BIBLIOGRAFIE - ART AURA
Schmuck (tijdschrift - Ebner Verlag)
- 20TH Century Jewelry
Pullée Caroline - Hallord Press
- CURSUS EDELSMEEDKUNST Antwerpen
Storme Patrick Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten
- GRAPHIC DESIGN + Designers
Alan and Isabella Livingston - World of Art
- JAPANESE CONTEMPORARY JEWELRY - Snoeck Ducaju & Zoon - KUNST VAN ALTIMIRA TOT HEDEN - F. Adriaens, P. Baudoin, A. Claerhout, Nederlandse boekhandel, Antwerpen - Amsterdam - EDELSTENEN
K. Hartman, B. Binnewies W.J. Thieme & Cie - Zutphen
- HET GOUD VAN TOETANCHAMON - m.v. Seton - Williams- ICOB - METALEN LEGERINGEN Stichting IVIO voor de Federatie Goud & Zilver - ORNAMENTA Internationale
Schmuckkunst - Prestel
- SIERADEN. Van de late 18de tot Vroeg 20ste eeuw Lydia - Lida Deniel - Spectrum Utrecht Antwerpen - SIERADEN MAKEN
Rod Edwards Gaade Armerongen
- TOVER VAN EDELSTENEN.
Juwelen uit 16de tot 19de eeuw
- VADEMECUM VOOR JUWELIERS & GOUDSMEDEN
J.A. Cuypers en M.TH. Jacobs Stam
Kemperman - Hoboken - WELKE STEEN IS DAT
K.B.
R. Börner - Thieme & Cie - Zutphen
STENEN EN PARELS Elseviers gids van edel – en – sierstenen met 1500 afbeeldingen in kleur Edelstenen - k Hartman, B Binnewies, W.J. Thieme en cie- Zutphen