FUNCTIEBESCHRIJVING STUDIEMEESTER - OPVOEDER INTERNAAT Gewoon - en Buitengewoon Basisonderwijs Scholengroep 25 Brugge – Oostkust Scholengemeenschappen Brugge - Oostkust School: Goedgekeurd door de Raad van Bestuur op datum van: 26mei 2008 B - basistaak S - basistaak in specifieke omstandigheden U - uitbreidingstaak (kan het personeelslid enkel ten goede worden aangerekend) De criteria, voor bepaalde, taken moeten onderhandeld worden met de bevoegde overlegcomités.
Resultaatgebieden 1. Internenbegeleiding B Opvolgen van het leefklimaat in het internaat. B Grenzen afbakenen, waken over te verregaande familiariteit B Zorgen voor de sociale en emotionele begeleiding van de internen. B Bij internen met problemen, na overleg met de beheerder de ouders informeren en doorverwijzen naar gespecialiseerde instanties ( CLB, CSGO, geneesheer, psychiater.) B Het uitvoeren van een aantal verzorgende taken, zoals opvolgen van de dagelijkse hygiëne in samenwerking met de kinderverzorgsters en de verpleegster B Bij jongere kinderen de zelfredzaamheid bevorderen. B Vader- of moederfiguur zijn, een huiselijke sfeer scheppen B Het belang van gezonde en gevarieerde voeding aanleren B Het uitvoeren van een aantal verzorgende taken bij ziekte, EHBO, contact nemen met arts of ziekenhuis, correcte medische opvolging ( eventueel de beheerder waarschuwen, medisch dagboek of medicijnenschrift invullen … ); medicatie toedienen zoals voorgeschreven of er op toezien dat de jongere dit doet, de ouders waarschuwen, aandacht hebben voor zaken die de gezondheid kunnen schaden of allergische reacties kunnen teweegbrengen, opvolgen en/of instaan van/voor dagelijkse hygiëne B In samenwerking met de collega’s sociale vaardigheden bijbrengen en aanleren; B Het kind helpen zich voor te bereiden op een zo zelfstandig mogelijk leven in de maatschappij B Kinderen met elkaar, met andere sociale klassen en culturen leren omgaan. B Optreden bij pestgedrag.
26-05-2008
- Functiebeschrijving Opvoeder Internaat BaO en BuBaO
1
B Elementaire beleefdheid bijbrengen, goede eetgewoonten en tafelmanieren aanleren B Bevorderen van de integratie van nieuwelingen. B Samen met de kinderen voor een aangename leefruimte zorgen. B Zorgen voor orde en netheid B De betrokkenheid van de kinderen stimuleren door samenhorigheid, hen leren iets belangeloos te doen. B Basissfeer van veiligheid en gezelligheid creëren. B Ook positieve opmerkingen en schouderklopjes geven. B Het comfort van de kinderen/jongeren verhogen en aldus pesterijen en uitsluiting voorkomen. B De jongere helpen bij het ontdekken en het ontplooien van de eigen mogelijkheden en talenten. B De kinderen/jongeren leren hun vrije tijd zinvol in te vullen, stimuleren en interesse opwekken voor diverse psychomotorische activiteiten, ze in contact brengen met verschillende ( nieuwe ) ontspanningsmogelijkheden.
2. Communicatie en samenwerking met de ouders of de contactpersoon B B B B B B B B B
Helpen organiseren van een ouderfeest, opendeurdag, … Helpen met het opstellen van een activiteitenkalender en de ouders hiervan op de hoogte houden. Kennismaken met de ouders van nieuwe internen bij de inschrijving of het onthaal Allerlei informele contacten onderhouden met ouders bij gelegenheid van studieof tuchtproblemen, financiële problemen, gezinsproblemen, studiekeuze,… Voorbereiden van schriftelijke rapportering naar de ouders. Een vertrouwensrelatie met de ouders opbouwen om eventuele probleemsituaties beter te kunnen inschatten en opvolgen. Ouders steun bieden bij het inzien en het aanvaarden van probleemsituaties Respectvolle omgang hanteren Zich houden aan de afspraken van het individuele handelingsplan
3. Overleg en samenwerking met alle “ interne partners “ B
B B B B B B B B B
Via formele of informele contacten een goede communicatie en efficiënt overleg verzekeren met de beheerder en de collega’s -opvoeders van het internaat ( rapporteren, advies verlenen, overleggen, formele goedkeuring vragen,…) Actief aanwezig zijn op de teamvergaderingen Schriftelijke rapportering via bvb praatboek, verslagen, groepsagenda, heen -en weerboekje … Actieve bijdrage leveren aan een goede werksfeer Collega’s ondersteunen Continuïteit in het opvoedingsproces bevorderen Stagiairs begeleiden, ondersteunen, evalueren … Meewerken aan interne begeleiding zoals klassenraden Aanwezig zijn bij activiteiten ingericht door de interne instanties Bijdragen tot een goede werking van de school in haar geheel
4. Overleg en samenwerking met alle “ externe “ partners
B B
Eventuele contacten onderhouden met diverse instanties ( o.a. politie, OCMW, jongerencentra, gemeentebestuur,.. ) Informele en occasionele contacten onderhouden met de betrokken scholen
26-05-2008
- Functiebeschrijving Opvoeder Internaat BaO en BuBaO
2
B B B
Actief meewerken bij informatie-uitwisseling met de school Meewerken aan externe begeleiding zoals klassenraden Aanwezigheid bij activiteiten ingericht door externe instanties ( eventuele activiteiten in de scholen waar de internen les volgen ) B Bijdragen tot een goede werking van de school in haar geheel S Contacten onderhouden met opvoeders van andere internaten i.v.m. samenwerking, taakverdelingen, uitwisselingsprojecten, … S Deelname aan opendeurdagen, informatie avonden, ouder contactdagen van de betrokken scholen
5. Nascholing B
Ingaan op het bestaande taakgebonden opleidingsaanbod vanwege de netten, het departement Onderwijs, pedagogische instituten, universiteiten,… in samenspraak met de beheerder U Zelf initiatieven nemen ( o.a. zelfstudie, lectuur, bezoeken aan jongerencentra,… )
6. Internaatsadministratie B
B S
B B B B
Aanwezigheidslijst, medisch dagboek, medicijnschrift, heen -en weer schriftje, internaatsrapport, dienstverslag, praatboek, observatieverslag, evaluatieverslag …invullen. Helpen bijhouden van de individuele dossiers en/of handelingsplannen … De beheerder assisteren bij de opvolging van allerlei administratieve taken ( opvolging van het innen van de kostgelden, meehelpen met het sleutelbeheer, opvolging van de facturatie, inventaris,… ) Dagelijks de groepsagenda / praatboek … lezen en mededelingen inschrijven voor de collega’s. Persoonlijke agenda bijhouden; eigen werkplanning opmaken. De administratie ordelijk bijhouden Dienstnota’s effectief lezen en stipt toepassen.
Competentieprofiel 1. Vakbekwaamheden • • •
• • • •
Daadwerkelijk meehelpen aan het realiseren van het Pedagogisch Project binnen het internaatswerkplan. Pedagogische bekwaamheid zodat men kan zorgen voor een geïndividualiseerde begeleiding zowel op socio - emotioneel gebied als op studiegebied. Rapporteren op de in het internaatswerkplan bepaalde wijze ( bv. observatierapporten, studierapporten ) en opstellen en opvolgen van een remediërend plan Kennis van externe organisaties Weten welke externe organisaties kunnen geraadpleegd worden. Samenwerken met interne en externe organisaties. Efficiënt kunnen omgaan met de voor de internaatswerking noodzakelijke ICT programma’s. Verzorgingstechnieken in de praktijk kunnen toepassen.
26-05-2008
- Functiebeschrijving Opvoeder Internaat BaO en BuBaO
3
2. Persoonlijke bekwaamheden •
Gedragsindicatoren engagement - Assertiviteit, durft uitkomen voor de eigen mening en gevoelens - Geeft blijk van een evenwichtige persoonlijkheid, heeft een positief zelf -en mensbeeld, gelooft in de mogelijkheden van elk kind en medewerker. - Echtheid : is oprecht in de relatie tot anderen. - Verdedigt de doelstellingen en belangen van het eigen internaat, de eigen internen en de eigen medewerkers. - Heeft zelfvertrouwen en geeft ook vertrouwen aan de anderen, moedigt de anderen aan kan mensen meekrijgen, is consequent. - Gelooft in het pedagogische project van het gemeenschapsonderwijs en draagt dit ook uit door de werking van het internaat. - Laat zich niet tegenhouden door tegenslagen. - Zelfdiscipline : is er zich van bewust dat je een voorbeeldfunctie hebt. Heeft aandacht voor de impact die het eigen gedrag en het voorkomen op anderen kan hebben, houdt zich aan de dienstregeling. - Discretie : behandelt problemen, inlichtingen, informatie … op een discrete manier ( verzamelen, verwerken en verstrekken ). Geeft informatie door aan de juiste personen. - Inzet bij para scolaire activiteiten: actieve deelname en inzet bij allerlei nietinternaatgebonden activiteiten. - Loyaliteit : voelt zich sterk verbonden bij de organisatie en de regels en afspraken die er gelden. - Verantwoordelijkheidsbesef : is bereid om aandacht te hebben voor de consequenties van een taak en neemt beslissingen op basis van de mogelijke consequenties. - Vertoont een permanente bereidheid tot zelfreflectie en zelfevaluatie. - Leergierigheid om zich te bekwamen in de specifieke noden van de internen - Komt gedane beloftes en afspraken na.
•
Gedragsindicatoren probleemoplossend denken - Geduld, luistervaardigheid : neemt in relatie tot andere personen ( kinderen, ouders, collega’s … ) een rustige kalme houding aan. - Kan problemen identificeren, situeren en omschrijven - Kan hoofd -en bijzaken onderscheiden, complexe problemen opdelen in deelfacetten. - Zin voor initiatief : pakt problemen spontaan aan, gaat ze niet uit de weg en komt eerder met oplossingen dan met vragen. - Kan delicate problemen relativeren en bespreekbaar maken - Weegt voor -en nadelen van de verschillende oplossingen af - Creativiteit, handigheid : is erop gericht ideeën en oplossingen te bedenken en te ontwikkelen - Probeert oplossingen te bedenken waarbij een win -win situatie ontstaat. - Stimuleert ook anderen tot creatief nadenken - Heeft het inzicht om tijdig anderen in te schakelen wanneer men zelf het probleem niet kan oplossen. - Leergierigheid : zoekt actief naar situaties om de eigen competentie te verbreden en te verdiepen. Volgt relevante nascholing. - Objectiviteit : bekijkt en behandelt alles en iedereen op een objectieve, neutrale manier. Persoonlijke voorkeur mag niet de overhand nemen. - Observatievermogen : is in staat door goed om zich heen te kijken de juiste conclusies te trekken en passend te handelen.
26-05-2008
- Functiebeschrijving Opvoeder Internaat BaO en BuBaO
4
•
Gedragsindicatoren resultaatgerichtheid - Autoriteit : is in staat een groep op een degelijke, pedagogisch verantwoorde manier te leiden. - Stelt eerst prioriteiten - Formuleert concrete en realistische doelstellingen voor zichzelf en de medewerkers - Evalueert de vooruitgang en reageert vervolgens op gepaste wijze. - Doorzettingsvermogen : gebruikt de eigen mogelijkheden optimaal - Geeft niet toe op principiële zaken - Is gedreven om zijn doel te bereiken, zoekt soms alternatieven - Werkt efficiënt; kan een veelheid van taken verdelen - Betrekt anderen bij zijn plannen, zoekt feedback bij medewerkers en externen - Geeft niet gauw op - Voorziet problemen en anticipeert erop. - Kindgerichtheid : het kind als middelpunt van het handelend kiezen - Kritische ingesteldheid: is bereid zowel het eigen handelen als de hele organisatie herhaaldelijk in vraag te stellen, de vooropgestelde doelen te verifiëren en even tueel bij te schaven. - Heeft oog voor de leefomgeving : is in staat om samen met de kinderen een aangename, hygiënische leefomgeving te scheppen, waar iedereen zich goed en geborgen kan voelen. Heeft hierbij aandacht voor orde en netheid. - Kan beslissingen nemen in crisissituaties, is stressbestendig.
•
Gedragsindicatoren relatiebekwaamheid - Beschikt over een goede communicatieve vaardigheid ( duidelijkheid, beleefdheid, vriendelijkheid, correct taalgebruik … ) - Empathie : leeft zich in de situatie in waarin anderen zich bevinden - Beheerst non-verbale communicatie - Betoont interesse voor anderen ( internen, internaatsteam, ouders, … ), stelt vragen, luistert actief, kan informatie terugkoppelen - Zoekt zelf mensen op om mee te praten, kan ongelijk toegeven, kan compromissen sluiten - Kan gemoedelijk en correct omgaan met internen, medewerkers - Durft voor de eigen mening uitkomen maar respecteert ook de mening van anderen - Kan zijn standpunt duidelijk uiteenzetten - Durft fouten en vergissingen toegeven - Neemt afstand van mogelijke persoonlijke problematiek - Heeft overtuigingskracht, past zich aan zijn publiek aan. - Durft verschillende meningen met elkaar te confronteren, bemiddelt bij conflicten - Contactbereidheid : op een vlotte manier omgaan met de anderen, deze houding overbrengen op de kinderen, ook in moeilijke situaties - Solidariteit : is zich bewust van samenhorigheid en is bereid de consequenties daarvan te dragen - Collegialiteit : kan samenwerken met de teamleden;
•
Gedragsindicatoren flexibiliteit - Staat open voor kritiek, stelt eigen werkwijze in vraag, kan een fout toegeven en stuurt bij. - Staat open voor nieuwe visies
26-05-2008
- Functiebeschrijving Opvoeder Internaat BaO en BuBaO
5
- Kan gemakkelijk overschakelen van de ene activiteit op de andere - Is bereid van de oorspronkelijke planning af te wijken wanneer iets onverwacht opduikt dat een grotere prioriteit heeft. - Is soepel met mensen, past de regels niet noodzakelijk toe naar de letter maar wel naar de geest. - Is bereid extra uren te presteren in het belang van het internaat ( vervanging van collega’s, volgen nascholing, bijwonen klassenraden, … ) - Organisatietalent en flexibiliteit : kan zelfstandig activiteiten organiseren op een methodische manier; is in staat om op een methodische manier te redeneren. Stelt zich soepel op en past zich aan de omstandigheden aan bij wijzigingen van middelen, doelen, mensen of procedures …
26-05-2008
- Functiebeschrijving Opvoeder Internaat BaO en BuBaO
6