FTN Federatie Textielbeheer Nederland
Module Milieu & Techniek 521007063
Voorstudie in het kader van meerjarenafspraken energie Textielservicebedrijven 2010 - 2030
Opdrachtgever: Agentschap NL Ophemert, 27 september 2010
521007063
Inhoud 1 1.1 1.2 1.3 1.4
2
INLEIDING
1
Kader Doel Resultaat Leeswijzer
1 1 2 2
HUIDIGE SITUATIE 2.1 2.2 2.3 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.4.5 2.4.6 2.4.7 2.4.8 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.6 2.6.1 2.6.2 2.6.3 2.6.4 2.6.5 2.7
3
Branchevereniging FTN Sector Dienstverlening Branchekenmerken Hoge organisatiegraad Sterke kennisinfrastructuur Veel aandacht voor milieu en energie Marktomvang stabiel Schaalvergroting en specialisatie zetten door Sterke vertegenwoordiging in de Randstad Dalend aantal medewerkers SWOT- analyse Afzetmarkten Gezondheidszorg Handel en industrie Horeca en recreatie Energie-efficiencyverbetering Meerjarenafspraken Energiekarakteristiek in beeld Goede resultaten Nieuwe afspraken Aandachtspunten voor komende jaren Samenvatting huidige situatie
3 3 4 5 6 6 6 6 7 7 7 7 8 9 9 9 9 10 10 10 11 12 12 Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
SECTORANALYSE RICHTING 2030 3.1 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.4.5 3.4.6 3.4.7 3.4.8
4. 4.1 4.2 4.3
Algemeen Maatschappelijke ontwikkelingen Trends in de marktsectoren Gezondheidszorg Handel en industrie Horeca en recreatie Particulieren: nieuwe mogelijkheden reiniging beroepskleding Overzicht trends in marktsectoren Sectoranalyse op grond van scenario's Algemeen Effect van verschillende scenario's Mondiale Markt Mondiale Solidariteit Trans-Atlantische Regio Zorgzame Regio Conclusies ten aanzien van de branches Conclusies ten aanzien van de marktsectoren
14 14 14 17 17 18 19 20 21 21 21 21 21 22 23 24 25 25
ANALYSES, EEN RESUMÉ
26
Krachtenveldanalyse SWOT-analyse Rode draad: Samenwerking
26 26 27
521007063
4.3.1 4.4
5
Samenwerking: Engineering Fibrous Smart Materials Imago en opleiding
27 29
5.1 5.2 5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3
SECTORVISIE 2030 Algemeen Robuuste ontwikkelingen Werkgebieden Materiaaltechnologie Intern werkproces Logistieke dienstverlening en businessconcepten
31 31 32 32 32 34 35
6.1 6.1.1 6.1.2 6.1.3 6.2 6.2.1
PRESTATIEGEBIEDEN EN PRESTATIE-EISEN Prestatiegebieden per marktsector Gezondheidszorg Handel en industrie Horeca en recreatie Prestatie-eisen energie efficiency Prognose energie-efficiencyverbetering
37 37 38 39 40 41 42
7.1 7.2 7.3 7.4 7.4.1 7.4.2 7.4.3 7.4.4 7.5 7.5.1 7.5.2 7.5.3 7.5.4 7.5.5 7.6 7.7
PLAN VAN AANPAK ROUTEKAART Inleiding Waarom is een routekaart zinvol? Doel en resultaat Focus en uitgangspunten Algemeen: toekomstvisie als uitgangspunt De toekomstvisie moet gaan leven Focus op energie-innovaties in de keten Verdere uitgangspunten Te doorlopen stappen Stap 1: startbijeenkomst en bepalen definitieve aanpak Stap 2: toekomstprofielen en prestatie-eisen Stap 3: Backcasting: opstellen doelenboom en transitiepaden Stap 4: identificeren actielijnen Stap 5: formuleren toekomstagenda en innovatieprogramma Projectorganisatie Planning en begroting
44 44 44 45 46 46 47 48 48 49 49 50 51 52 52 53 54
6
7
Bijlagen 1
Toelichting scenario's
2
Onderlinge samenhang robuuste ontwikkelingen
3
Chronologisch overzicht ontwikkeling Voorstudie
4
Opzet programma refunctionaliseren
5
Rekenvoorbeelden potentiële energiebesparing
6
Geraadpleegde bronnen
521007063
1
Inleiding
1.1
Kader Op 1 juli 2008 is de derde Meerjarenafspraak energie-efficiency (MJA3) in werking getreden. De deelnemende partijen hebben afgesproken zich in te spannen om gemiddeld 30% energieefficiencyverbeteringen te realiseren in de periode 2005 – 2020. Om deze doelstelling te bereiken heeft Federatie Textielbeheer Nederland (FTN) samen met de bedrijven uit de textielservicebranche de onderhavige voorstudie ontwikkeld. Omdat de voorstudie het beeld beschrijft van de gehele sector hebben de resultaten een abstract karakter. Om de resultaten praktisch toepasbaar te maken kan er daarom aansluitend een routekaart worden uitgevoerd. In de afrondende fase van de trajecten dienen de voorstudies en routekaarten om samen met de betrokken ministeries afspraken te maken over vertaling naar concrete activiteiten. Deze voorstudie is tot stand gekomen onder regie van de FTN. FTN is daarbij ondersteund door BMATechne en KplusV organisatieadvies. In 2006 is door de Stichting Technologisch Kenniscentrum Textielverzorging een roadmap textielverzorgingstechnologieën opgesteld, die er op is gericht om de textielreinigingsbranche en de leveranciers technologisch voor te bereiden op de wensen en eisen vanuit de eindgebruiker in het jaar 2015. De huidige voorstudie bouwt voor een belangrijk deel voort op de bevindingen uit deze roadmap.
1.2
Doel In het licht van MJA3 is een routekaart gedefinieerd als "een strategische visie voor 2030, die inzichtelijk maakt welke technologische en niet-technologische aspecten mogelijk invulling kunnen geven aan de werkhypothese van 50% energie-efficiencyverbetering binnen de inrichting en in de keten in 2030 ten opzichte van 2005. Doel van de routekaart is om ondernemingen optimaal te positioneren voor de toekomst". Met andere woorden: door het opstellen van een routekaart weten MJA-bedrijven en -sectoren welke stappen zij moeten zetten om klaar te zijn voor 2030. Daarbij hebben ze tevens in beeld hoe zij maximale energie-efficiency kunnen realiseren. Deze voorstudie is een eerste stap in de routekaartaanpak gericht op efficiencyverbetering in de branche. De routekaart is gericht op: •
verkrijgen van inzicht in de toekomstige verwachtingen die klanten en andere belanghebbenden hebben ten aanzien van de sector en de door haar te leveren producten en diensten;
•
ontwikkelen van een gedeelde visie op de toekomst van de sector en het formuleren van realistische (lange termijn) doelen;
•
inzichtelijk maken van randvoorwaardelijke ontwikkelingen die helpen om aan de eisen van de belanghebbenden (zoals klanten, regelgevers en partners) te voldoen;
•
verkrijgen van inzicht in de ontwikkelingen en in de potentie van nieuwe technologieën;
•
identificeren van gaten in de productportfolio en technologieplannen;
•
prioritering van investeringsmogelijkheden;
•
ontwikkelen van extra slagkracht en het behalen van internationale concurrentievoordelen.
Door gezamenlijk de bovenstaande taken op te pakken, en kennis en middelen te bundelen, kunnen doelen worden gerealiseerd die voor individuele bedrijven onbereikbaar zijn.
Pagina 1
521007063
1.3
Resultaat Het ontwikkelen van een routekaart vraagt veel tijd en inspanning. De textielservicesector zal pas besluiten om een routekaart te ontwikkelen, wanneer zij verwacht dat deze meer inzicht verschaft in de stappen die zij moet nemen op de lange termijn. Het ontwikkelen van een routekaart moet ook haalbaar zijn. Daarvoor moet helder zijn welke inspanning en ondersteuning het hele traject vergt. Deze voorstudie voor de textielverzorgingsbranche dient antwoord te geven op de volgende vragen:
1.4
•
Is het zinvol om voor de textielverzorgingsbranche een routekaart te ontwikkelen?
•
Welke stappen omvat het ontwikkelen van een routekaarttraject globaal?
•
Welke inspanning en ondersteuning is daarvoor nodig?
Leeswijzer In hoofdstuk 2 van de voorstudie beschrijven we de huidige situatie van de branche voor textielservicebedrijven. We beschrijven de positie van textielservicebedrijven in de keten, de diensten die men aanbiedt en de processen van textielservice. Verderop in het hoofdstuk staan we stil bij de reeds behaalde resultaten op het gebied van energie-efficiency en beschrijven we de ambitie die de branche nastreeft met de nieuwe meerjarenafspraken. In hoofdstuk 3 komen de relevante maatschappelijke ontwikkelingen voor de branche aan bod, gaan we voor de belangrijkste marktsectoren in op de te verwachten trends en presenteren we voor vier uiteenlopende scenario's de toekomst van textielservice. In hoofdstuk 4 presenteren we de SWOT als samenvatting van de analyses van voorgaande hoofdstukken en een beschrijving van de invloedrijke factoren in een krachtenveldanalyse. Hoofdstuk 5 van deze Voorstudie geeft de visie en ambitie van de sector voor 2030 weer. Vervolgens vertalen we de meest robuuste ontwikkelingen naar de drie centrale werkgebieden van de branche: e
het materiaal, het productieproces en de dienstverlening. In het 6 hoofdstuk werken we dit per marktsector uit en geven aan welke consequenties dit heeft voor de eisen die worden gesteld aan de branche. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een overzicht van de belangrijkste prestatie-eisen voor energie efficiency. Hier wordt inzicht gegeven in het energiebesparingpotentieel als gevolg van procesoptimalisaties en vergaande keteninnovaties. Het laatste hoofdstuk van dit rapport beschrijft een plan van aanpak, waarin het traject staat beschreven om te komen tot een Routekaart. We staan stil bij de te nemen stappen, de werkwijze en de deelresultaten. Ook is de projectorganisatie beschreven, evenals een globale tijdsplanning en een begroting. De routekaart beschrijft de concrete doelen en actielijnen die nodig zijn om de ambitie voor de economische positie van de sector en de doelstelling van 50% energie-efficiency in 2030 te realiseren. Separaat wordt de begroting toegevoegd.
Pagina 2
521007063
2
Huidige situatie De informatie in dit hoofdstuk is gebaseerd op deskresearch (o.a. TNO-STW, Routekaartrapport textielservice, 2005) en gesprekken met medewerkers van FTN.
2.1
Branchevereniging FTN De Federatie Textielbeheer Nederland, afgekort FTN, is de branchevereniging voor textielservicebedrijven. We vertegenwoordigen circa 85 tot 90% van alle textielservicebedrijven in Nederland. FTN levert diensten aan leden en behartigt de collectieve belangen van de sector in de ruime zin van het woord. FTN spitst zicht daarbij toe op een aantal aandachtsgebieden, te weten “Organisatie & Arbeid”, “Milieu & Techniek” en “Wet- & Regelgeving”. Door velen wordt FTN gezien als een proactieve en progressieve branchevereniging. Dit blijkt ondermeer uit het feit dat ze samen met zo’n 70 vertegenwoordigers van leden (zogenaamde gebruikersgroepen) uit de branche intensief samenwerkt aan uiteenlopende projecten en activiteiten. Onder meer de ontwikkeling en modernisering van de dienstverlening, afgestemd op de marktvraag van specifieke (nieuwe) klantengroepen. Ook onderwerpen als innovatie, nieuwe technieken, duurzaamheid en kennis liggen aan de basis van de ontwikkeling van vooruitstrevende, nieuwe business concepten. Ook onderhoudt FTN nauwe banden met het buitenland. Met regelmaat worden er bijeenkomsten georganiseerd waarvoor grote belangstelling is vanuit het buitenland. De branchevereniging bezoekt zelf ook met regelmaat buitenlandse bedrijven, (kennis)instellingen en draagt bij aan de inhoudelijke programmering van grote internationale congressen. Tevens zet FTN textielservice in Nederland internationaal op de kaart voor wat betreft de ontwikkeling van nieuwe kennis op het gebied van materiaalontwikkeling, -toepassing en -behandeling. De branche heeft hiervoor het initiatief genomen om in een samenwerking met een gerenommeerde universiteit een eigen leerstoel te ontwikkelen. In Europa is FTN hiermee de enige brancheorganisatie op haar gebied die daarin een actieve rol pakt.
Pagina 3
521007063
2.2
Sector In figuur 1 is op vereenvoudigde wijze de positie van de
Kerncijfers Europa jaarbasis
textielservicebedrijven weergegeven. Textiel wordt door textielproducenten via distributiekanalen geleverd aan bedrijven en instituten en direct aan linnenverhuurbedrijven. De linnenverhuurbedrijven maken onderdeel uit van de branche voor textielservice-
•
reiniging 3,3 miljard kg textiel
•
energie verbruik van 25 PJ
•
waterverbruik 47*106 m3
bedrijven omdat deze dienst veelal door dezelfde bedrijven wordt aangeboden. De textiel die bestemd is voor bedrijven is in eigendom van de bedrijven en instituten zelf, of in eigendom van linnenverhuurders. Wanneer bedrijven of instituten het textiel in eigendom hebben kunnen ze de textielreiniging in eigen beheer uitvoeren, of dit uitbesteden aan een industriële natwasserij. Indien de linnenverhuurder eigenaar is van het textiel wordt een verhuur- of leaseovereenkomst en een onderhoudsen/of servicecontract afgesloten met een bedrijf of instituut.
toeleveranciers van apparatuur en hulpmiddelen textielproducenten
textielservice-
B2B & service bedrijven en
onderhoud & lease
bedrijven & linnenverhuur
instituten
Figuur 1: Vereenvoudigde weergave van het speelveld voor de textielservicebedrijven gebaseerd op Best Beschikbare Technieken voor de wasserijen en Linnenverhuurders (Vercaemst & Dijkmans, 1999).
Textielservicebedrijven kopen hun apparatuur (zoals centrifuges, mangels, vouwmachines en strijk- en persapparatuur) en
Kerncijfers Nederland jaarbasis*
hulpmiddelen (waaronder wasmiddelen, kapstokken,
•
reiniging 24 miljoen kg textiel
veerbodemwagens) in bij toeleveranciers. De branche voor
•
energieverbruik 1556 TJ
•
waterverbruik: 2,4 miljoen m3
toeleveranciers wordt gekenmerkt als een technische en specialistische branche met een beperkt aantal spelers.
* cijfers 2009, MJA-deelnemers sector (vertegenwoordigen 83%
Er is daarmee een sterke afhankelijkheidsrelatie gecreëerd tussen
van de branche)
de toeleveranciers en de afnemers van apparatuur en hulpmiddelen. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de krachtenveldanalyse in bijlage 3.
Pagina 4
521007063
2.3
Dienstverlening Textielservicebedrijven leveren een groot aantal diensten aan bedrijven en instellingen. Prijs, kwaliteit en service is voor hen van essentieel belang. Met behulp van de aangeboden diensten zijn textielservicebedrijven in staat meerwaarde te leveren, onder andere op het gebied van textielmanagement, logistieke service, kwaliteit en veiligheid. Door met een betrouwbaar textielverzorgingsbedrijf afspraken te maken over de levering, het beheer en onderhoud van het textiel wordt de opdrachtgever ontzorgt. Kernwaarden van textielverzorging zijn betrouwbaarheid, veiligheid, comfort en gemak.
Figuur 2: Aandachtsgebieden voor textielservice
Textielservicebedrijven leveren onder andere de volgende diensten: •
verhuur/lease van textiel en persoonsgebonden bedrijfskleding;
•
service plus producten afgestemd op de behoefte van de afnemer;
•
Maximale winst in gebruiksfase! •
In totale levenscyclus (bedrijfs-)
advies over inzet van materialen en systemen gebaseerd op wet-
kleding; onderhoud is daar de
en regelgeving;
belangrijkste parameter. •
In de gebruiks-/onderhoudsfase
•
reiniging, onderhoud en reparatie;
•
periodieke aanvulling en voorraadbeheersing;
•
verhuur/sterilisatie van afdeksystemen en medische instrumenten
(Sustainable Fashion And
voor operatiekamers;
Textiles | Kate Fletcher).
zijn milieuvoordelen maximaal
•
Professionele textielservice:
•
medische sets;
•
hygiëne service voor sanitaire ruimten;
maximaal ruimte voor
•
persoonlijke beschermingsmiddelen;
verduurzaming: gecontroleerde,
•
distributiesystemen op maat;
gesloten maatwerkprocessen,
• •
managementinformatiesystemen; after sales service.
optimaal afgestemd op textiel/ type verontreiniging.
Pagina 5
521007063
2.4
Branchekenmerken
2.4.1
Hoge organisatiegraad Circa 85 tot 90% van de textielservicebedrijven heeft zich aangesloten bij de branchevereniging Federatie Textielbeheer Nederland (verder: FTN). Deze branchevereniging wordt door haar leden omschreven als een goed georganiseerde en professionele organisatie.
2.4.2
Sinds 2004 gemiddeld 10 projecten per jaar gericht op het optimaliseren van processen, zoals bijvoorbeeld:
Sterke kennisinfrastructuur
•
De branche kenmerkt zich door een sterke
Kwik, kwaliteitsreiniging in koolwaterstoffen (2004)
kennisinfrastructuur. Er is een goede afstemming met de
•
leveranciers van apparatuur en hulpmiddelen. Samen met
Mens, meetsysteem en normen kwaliteit wasproces (2005)
deze leveranciersgroep wordt veel aandacht besteed aan
•
innovatieve toepassingen. De meeste innovaties zijn
Bleach, lage temperatuur bleekproces (2008)
afkomstig van de leveranciers en er wordt relatief weinig aandacht besteed aan eigen innovaties. Er is een actieve
•
Lifetime, onderzoek beperking
•
Kind, Efficiënte eindpuntbepaling
•
Stoom, best practices inrichting
textielslijtage (2008)
stichting (Stichting Technologisch Kenniscentrum Textielverzorging) die zich hoofdzakelijk bezig houdt met het
droogproces (2005)
ontwikkelen en verspreiden van (technologische) kennis. Vanuit de brancheoverkoepelende organisaties is er veel
stoomsysteem (2006)
aandacht voor internationale ontwikkelingen.
•
Energiebalans, energieverbruik deelprocessen vaststellen (2010)
2.4.3
Veel aandacht voor milieu en energie De bedrijfstak loopt voorop in milieu en energiebesparing. De branche doet mee aan de Meerjarenafspraken energieefficiency. Met deze afspraken hebben brancheorganisaties en bedrijven zich verplicht tot het leveren van een inspanning om de energie-efficiency binnen een overeenkomen termijn met een afgesproken percentage te verbeteren. In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op de energiesituatie binnen de branche.
Branche toekomstgericht • •
Van proces- naar ketenoriëntatie! Periode 2004 – 2030 − Roadmap 2005 •
Textiel/procestechnologie
•
Sensor/identificatietechnologie
•
Service/logistiek/dienstverlening
−
Refunctionaliseren 2010
−
Routekaart 2020 e.v.
Pagina 6
521007063
2.4.4
Marktomvang stabiel De marktomvang voor textielverzorging in Nederland wordt voor 2008 geschat op € 1.202 miljoen. Dat is berekend op basis van de aankoopwaarde van professioneel textiel, omgezet in verhuur/leasevolume en daarbij opgeteld de jaarlijkse kosten voor onderhoud, reiniging, logistiek en beheer, en geassocieerde producten. De totale omzet gerealiseerd door bedrijven uit de branche van textielservicebedrijven (inclusief diensten op locatie van de klant, die zijn uitbesteed aan de textielverzorger) wordt in 2008 geschat op € 608 miljoen. In 2008 stagneerde de groei, onder andere als gevolg van de economische crisis. Concurrentie en prijsdruk nemen toe, waardoor marges meer onder druk komen en de investeringsruimte wordt beperkt.
2.4.5
Schaalvergroting en specialisatie zetten door Veel bedrijven in de sector zijn van oorsprong familiebedrijven. Er heeft in de loop der jaren een verschuiving in de markt plaatsgevonden, waarbij veel kleinere familiebedrijven zijn overgenomen door grote ondernemingen. De omvang van de bedrijven varieert sterk. In 2008 is er een groot aantal (265) kleine bedrijven met 1 tot 10 medewerkers, Het gaat hierbij doorgaans om locale stomerijen, die voor de ontwikkelingen in de branche weinig betekenis hebben. Daarnaast zijn er een aantal (50) middelgrote bedrijven met 10 tot 50 medewerkers en een klein aantal grote ondernemingen met meer dan 50 medewerkers (10) en zelfs meer dan 100 medewerkers (5). De bedrijven hebben over het algemeen een gezonde financiële positie. Dit geldt in het bijzonder voor de grotere bedrijven, die een breed pakket aan diensten kunnen bieden en voor kleinere gespecialiseerde bedrijven.
2.4.6
Sterke vertegenwoordiging in de Randstad 1
Wanneer we in 2008 kijken naar de geografische spreiding van het aantal vestigingen naar economische activiteit dan valt op dat bijna de helft zich heeft gevestigd in West-Nederland. Zowel in het oosten als in het zuiden van het land zijn ruim 20% van het totaal aantal vestigingen vertegenwoordigd. Minder dan 10 procent is gevestigd in het noorden. Deze spreiding hangt samen met de economische bedrijvigheid in de belangrijkste marktsectoren.
2.4.7
Dalend aantal medewerkers Sinds 1998 is er sprake van een dalend aantal medewerkers in de bedrijven voor wasserijen en linnenverhuur. Het aantal personen dat in 2008 in de branche werkzaam was bedroeg 7835. Er zijn iets meer vrouwen (57%) werkzaam in de sector dan mannen (43%). Van alle medewerkers in de branche is 2
driekwart laagopgeleid en is circa 18% werkzaam via de tussenkomst van een uitzendbureau. Het lage opleidingsniveau zorgt in sommige gevallen voor het probleem dat er in de branche onvoldoende personeel is dat de machines kan bedienen.
1
Spreiding als volgt: West-Nederland (Utrecht, Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland), Oost-Nederland (Overijssel, Flevoland,
Gelderland), Zuid-Nederland (Noord-Brabant, Limburg) en Noord-Nederland (Groningen, Friesland, Drenthe). 2
Biologische agentia binnen de schoonmaak- en reinigingsbranche en de linnenverhuur-, wasserij- en textielreinigersbranche (Tauw,
13 juni 2003). Pagina 7
521007063
2.4.8
SWOT- analyse In het kader van de voorbereiding voor de Routekaart zijn er diverse bijeenkomsten georganiseerd om de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van de sector te inventariseren. Dit leverde het hierna volgende beeld op. De sector heeft een hoge organisatiegraad met een, ook op internationaal gebied, actieve branchevereniging. De sector is betrokken bij allerlei (internationale) projecten. Van daaruit is en wordt ook veel kennis opgedaan over innovaties en product- en procesontwikkeling waarbij vastgesteld worden dat, mede door de aard van de producten en dienstverlening, binnen de diverse bedrijven processen elkaar niet echt ontlopen. Deze sterke punten worden afgezwakt door een imagoprobleem. In het verleden heeft milieuproblematiek een rol gespeeld. Dit heeft tot op heden een naijleffect. Daarnaast is voor veel klanten textielverzorging niet de corebusiness waardoor dit product en deze dienstverlening niet altijd de aandacht krijgt die het verdient. Dit geeft ook een druk op het prijsniveau. Efficiencywinsten die de sector haalt werden daarom veelvuldig doorvertaald in een lagere kostprijs. De marges om innovatieve ontwikkelingen door te voeren waren beperkt. De sector is arbeidsintensief en biedt werk aan veel mensen met een laag opleidingsniveau. Veel aandacht wordt gegeven aan professionalisering door vakgerichte opleidingen. Voor een deel werken de “zwaktes” door in de “bedreigingen” die de sector kent. De marges komen nog meer onder druk te staan door onderlinge concurrentieverhoudingen. Omdat voor klanten het product en de dienstverlening een low intrest heeft, is tevens steeds de kans op een switch naar disposables aanwezig. Immers, weggooien na gebruik lijkt in sommige opzichten makkelijker dan hergebruik van textiele producten. De logistiek organisatie, met tijdige levering, vergt eveneens extra inspanningen van de textielservicebedrijven. Daar tegenover staan diverse kansen. Nieuwe materialen en technieken maken nieuwe product- en dienstverleningsconcepten mogelijk. Door over de ontwikkeling hiervan met eindgebruikers mee te denken, wordt een meer geïntegreerde benadering van vraagstukken mogelijk. Dit maakt dat de sector in de keten een grotere rol kan spelen en meer toegevoegde waarde kan leveren. Een hogere automatiseringsgraad maakt dat het totale proces van textielservice efficiënter ingericht kan worden. Tracking and tracing geeft bijvoorbeeld de mogelijkheid om een product te allen tijde te volgen maar bijvoorbeeld ook te bepalen op welk moment het aan het einde van de levenscyclus komt. Professioneel reinigen is een duurzame vorm van textielonderhoud. Door dit meer uit te dragen en daarmee te laten zien dat de sector oplossingen biedt voor vraagstukken, kan het beeld over de sector positief beïnvloed worden. Daarmee wordt ook duidelijk zichtbaar dat de sector op een maatschappelijk verantwoorde manier bedrijven en deels ook particulieren op een efficiënte manier kan ontzorgen. Deze analyse is gemaakt tegen de achtergrond van een ontwikkeling van ambachtelijke wasserijen met een interne oriëntatie, naar textielservicebedrijven met een klantoriëntatie die al of niet specifieke marktsectoren bedienen. De meerwaarde die textielservicebedrijven moeten leveren om aan de (toekomstige) marktvraag te kunnen voldoen staat daarbij centraal.
Pagina 8
521007063
2.5
Afzetmarkten Textielverzorgers hebben een grote diversiteit aan klanten, wat hen relatief weinig afhankelijk maakt van ontwikkelingen van specifieke klantengroepen. Ze bedienen hoofdzakelijk drie specifieke sectoren: gezondheidszorg, handel en industrie alsmede horeca en recreatie. De gezondheidszorg (45%) en de handel en industrie (41%) dragen voor het grootste deel bij aan de totaalomzet, gevolgd door de horeca en recreatie (14%). De genoemde markten hebben elk een specifiek karakter, waarop het dienstverleningspakket van de textielverzorgers aansluit. Hieronder volgt een beknopte beschrijving van de relatie tussen de textielverzorgers en elk van de markten.
2.5.1
Gezondheidszorg De gezondheidszorg is een relatief weinig conjunctuurgevoelige branche. Binnen de gezondheidszorgsector onderscheiden we de volgende relevante segmenten: ziekenhuizen/universitair medische centra, verzorgingshuizen, privé klinieken, behandelcentra en thuiszorg. De natwasserijen verhuren en leveren dagelijks voor ruim 95% van de bedrijven in de Nederlandse gezondheidszorg de schone textiel voor bedopmaak (Jaarverslag FTN 2008 / 2009). Hetzelfde geldt voor de kleding van verpleegkundigen en de medische staf. Meer dan de helft van de Nederlandse ziekenhuizen krijgt steriele operatiekamerkleding en/of steriele afdekmaterialen door een gespecialiseerd wasserijbedrijf geleverd.
2.5.2
Handel en industrie In tegenstelling tot de gezondheidssector is handel en industrie relatief conjunctuurgevoelig. De sector Handel & Industrie is onder te verdelen in de volgende segmenten: voedingsindustrie, technische industrie, hulpverlening (o.a. politie en brandweer) en detailhandel. In deze sector zijn de materiaaleigenschappen van kleding van groot belang. Uniforme, herkenbare en onderscheidende kleding is van grote waarde voor het uitdragen van de Corporate Identity van een bedrijf. Ook speel bedrijfskleding in sommige sectoren een essentiële rol als het gaat om persoonlijke hygiëne en veiligheid. De functionele eigenschappen van kleding zijn daarmee steeds belangrijker geworden, met name wanneer er kwaliteitsgaranties (certificaten) worden afgegeven.
2.5.3
Horeca en recreatie De branche van horeca en recreatie is relatief conjunctuurgevoelig. Binnen deze sector zijn de segmenten hotel, restaurant en wellness voor textielservicebedrijven het meest relevant. Er zijn aanwijzingen dat de omzet in deze markt de komende jaren weer zal stijgen. Textielverzorging in deze markt heeft vooral betrekking op de verhuur/ lease en het onderhoud van bed- en badtextiel, bedrijfskleding, schoonloopmatten en poetsdoeken. Er worden strenge eisen gesteld op het gebied van persoonlijke- en voedselhygiëne, waardoor textielreiniging steeds belangrijker is geworden.
Pagina 9
521007063
2.6
Energie-efficiencyverbetering
2.6.1
Meerjarenafspraken Tijdens de vorige meerjarenafspraken hebben 18 ondernemingen met 56 inrichtingen zich aangesloten bij het MJA2 en een
Resultatenbrochure 2008
energiebesparingsplan (EBP) voor de periode 2005 – 2008
•
24,4% energie-efficiency
ingediend. In het kader van MJA3 zijn dergelijke plannen opgesteld
over de periode 1998 tot
voor 2009 – 2012. De bedrijven vertegenwoordigen 85% van het
2008.
energiegebruik in de branche met een totaal van 1,6 PJ in het
•
3,5% energie-efficiency in
3
referentiejaar (1998). Het aandeel aardgas is 35 miljoen m , het
2008.
elektriciteitsgebruik bedraagt 42 miljoen kWh. Het productievolume
•
Afspraken MJA-3: 2% per
is in de periode 1998 – 2008 toegenomen met 29,7%, terwijl het
jaar
energiegebruik in dezelfde periode is toegenomen met 1,1%.
Energie kan worden bespaard door verhoging van de energie-efficiency in de bestaande processen, de inzet van duurzame energiebronnen en door energiezuinige
Routekaart
productontwikkeling. De branche heeft in haar plannen voor de periode 2005 – 2008 de nadruk Refunctionaliseren
gelegd op verbetering van de procesefficiency en voor een klein deel op efficiencyverbeteringen in de keten, waaronder
Lopende projecten
energiezuinige productontwikkeling. Korte termijn (5 jr)
Middellange termijn (5 – 10 jr)
Procesoriëntatie
2.6.2
Lange termijn (10 jr en Ketenoriëntatie
Energiekarakteristiek in beeld 3
Het totale energiegebruik van de sector is 1557 TJ. Het aandeel aardgas is 36,5 miljoen m (komt overeen met 1159 TJ) De sector verbruikte 42 miljoen kWh (380 TJ) elektriciteit.
Het productievolume is over de periode 2005 tot 2010 toegenomen met 20 punten. Het totale energieverbruik steeg in deze met 3,2 punten. De cumulatieve besparing van de sector is over de periode tot en met 2008 24,4% ten opzichte van referentiejaar 1998. Over 2009 zijn de volgende kengetallen vastgesteld:
Pagina 10
521007063
Resultaat Energiegebruik
1557 TJ (2009)
Besparingstempo 2009
1,4%
Procesmaatregelen 2009
34,1TJ nieuwe maatregelen
Ketenmaatregelen 2009
26,8 TJ productketen 3,1 TJ productieketen
Duurzame energie 2009
44,0 TJ inkoop duurzame energie
Het energieverbruik is – uiteraard – gerelateerd aan het productievolume van bedrijven. Waar binnen het productieproces het zwaartepunt ligt in het energieverbruik, hangt af van de samenstelling van de textielpakketten die verwerkt wordt. De diversiteit hierin is groot en gaat van beschermende werkkleding tot het zogenaamde platgoed, zoals onder andere lakens en handdoeken. Het aardgas wordt voornamelijk gebruikt voor stoomopwekking en direct gestookte droogapparatuur. Het onttrekken van water aan het gereinigde textiel, het droogproces, heeft gemiddeld genomen het grootste aandeel in het energieverbruik. Indicatief is dit 40%. Het onlangs gestarte project “Energiebalans” heeft als doel het energieverbruik van alle deelprocessen in beeld te brengen. Met dit inzicht kan nóg gerichter op procesverbetering ingezet worden.
Goede resultaten
2.6.3
Uit de resultatenbrochure voor de MJA's 2008 blijkt dat de totale energie-efficiency in 2008 met 24,4% is verbeterd ten opzichte van het referentiejaar 1998. Van deze 24,4% komt 22% voor rekening van verbetering van de procesefficiency en 2,4% voor rekening van energiezuinige productontwikkeling. Met de gemiddelde energie efficciency van 2,44% per jaar wordt de doelstelling van 2% per jaar ruimschoots gehaald. 30
EEV
20
DEV
15
EPV
10
TEEV 5
•
EEV: energie-efficiencyverbetering
•
EPV: energie zuinige productontwikkeling
•
DEV: duurzaam energie
•
TEEV: totale energie-efficiencyverbetering
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
0 1998
Verbetering in %
25
Pagina 11
521007063
2.6.4
Nieuwe afspraken
Ambitieniveau energiebesparing textielservicesector 2009 – 2012*
Aan MJA-3 deelnemende partijen hebben afgesproken zich in
12% over de periode: 3% per jaar
te spannen om gemiddeld 30% energie-efficiencyverbetering
Cat.
Besparing
MJA
(TJ)
prest.(%)
efficiencyverbetering van gemiddeld 2% per jaar. Alle MJA-
Proces-
135,61
8,29 (%)
te realiseren in de periode 2005 - 2020. Dit betekent een deelnemers actualiseerden in de loop van 2008 en 2009 hun
efficiency
(TJ)
energiebesparingsplannen (EEP’s) voor de periode 2009 -
Keten-
15,69
2012. Samen met het Meerjarenplan (MJP) van de branche
efficiency
(TJ)
ontstaat een compleet beeld van de energie-efficiency, die zal
Duurzaam
41,31
worden nagestreefd.
energie
0,96 (%)
2,75 (%)
(TJ) MJA
12,00
prestatie
(%)
*incl. onzekere maatregelen
2.6.5
Aandachtspunten voor komende jaren De sector komt meer en meer in een transitiefase waarin de omschakeling van proces- naar ketenoriëntatie zal plaatsvinden. Binnen de hoofdcategorieën van maatregelen zal dan ook een verschuiving waarneembaar worden. Het zwaartepunt zal minder bij procesefficiency blijven liggen en meer verschuiven naar ketenefficiency. Procesefficiency heeft vooralsnog, ook binnen de Energie- efficiencyplannen, veel aandacht omdat op dit vlak nog steeds winst te behalen is. Volledig effect van projecten treedt pas na verloop van tijd op. Implementatietijd is nodig. Een project als Energiezuinig Produceren (EZP) is er op gericht om een op een
•
Toename Energiezuinige
•
Ketenbenadering:
bedrijf toegesneden energiebesparingsadvies op te stellen zodat deze implementatietijd bekort wordt. Een project als Energiebalans richt zich op het in beeld brengen van het
productontwikkeling toenemend belang
energieverbruik van deelprocessen. Met dit inzicht kunnen nog gerichter besparingsmaatregelen opgesteld worden. Duurzame energie biedt veel ruimte voor energie-efficiency verbetering. De sector verbruikt 42,3 giga watt uur elektriciteit. FTN doet voor 70% van de MJA-deelnemers de collectieve energieinkoop. De Commissie Milieu & Energie en bestuur Milieu & Techniek zullen een haalbaarheidsstudie doen om te bepalen of een bredere inzet van duurzame energie haalbaar is. . Ketenefficiency zal naar te toekomst toe een groter aandeel binnen de energieefficiencyverbetering opeisen. Huidige projecten zullen op middellange en lange termijn effect sorteren. Voorbeelden van deze projecten zijn Procesverbetering natwas, Energiezuinig produceren, Energiebalans en Refunctionaliseren, waarbinnen Antibac het eerste deelproject is (zie bijlage 5 voor een toelichting op deze projecten). De geïntegreerde, thematische aanpak van textielontwikkeling en -productie, het onderhoud ervan en hergebruik biedt volop kansen voor verdere besparing.
Pagina 12
521007063
De tabel bij paragraaf 2.6.4 is een cijfermatige weergave van doelstellingen voor de komende jaren. Naast specifieke projecten ondersteunt FTN deelnemers met nieuwsbrieven, themabijeenkomsten en de stichting TKT als vraagbaak. Ook de jaarlijkse Energieprijs blijkt voor bedrijven een serieuze trigger te zijn om optimale besparing na te streven.
2.7
Samenvatting huidige situatie Van oorsprong zijn textielservicebedrijven veelal familiebedrijven. Het betreft een overzichtelijke markt met eenvoudige (veelal dezelfde) reinigingsprocessen en een traditionele beslisstructuur. De afgelopen jaren is het aantal bedrijven in de sector afgenomen en is de gemiddelde omvang toegenomen. Als gevolg van een veranderende omgeving en sterke concurrentie is onze branche getransformeerd van een ambachtelijke sector die vooral intern (aanbodgericht) te werk ging naar een sector met veel aandacht voor de klant. De textielservice heeft een professioneel georganiseerde branchevereniging (FTN). FTN ondersteunt de textielservicebedrijven in Nederland en vertegenwoordigt de bedrijven in binnenen buitenland. Daarnaast neemt de branchevereniging het initiatief bij onderzoek, kennisontwikkeling, kennisdeling en relatiemanagement. De aandacht gaat daarbij uit naar zowel een verdieping als ook een verbreding van de keten. Textielservicebedrijven leveren hoofdzakelijk diensten aan bedrijven en instellingen in de sectoren gezondheidszorg, handel en industrie en toerisme en recreatie. De bekendheid van textielservice bij het grote publiek (particulieren) is zeer gering. Ook wordt door particulieren de meerwaarde van textielservice niet altijd op de juiste waarde geschat. Afgelopen jaren zijn goede resultaten geboekt op gebied van energiebesparing en duurzaamheid. Cumulatief is over de periode tot en met 2008 24,4% gerealiseerd. In 2009 werd 1,4% gerealiseerd hetgeen gegeven de crisis, de druk op investeringen en een stijgend productievolume, een mooi resultaat is. Met name door procesoptimalisatie is de doelstelling uit de eerdere meerjarenafspraken ruimschoots behaald. Ook voor de derde meerjarenafspraken is er veel draagvlak binnen de branche. Voor technische ontwikkeling waren de bedrijven tot op heden grotendeels afhankelijk van de innovaties van toeleveranciers. De ontwikkeling van nieuwe reinigingstechnieken en nieuwe materiaalsamenstellingen zijn in volle gang. Naar verwachting zijn op het gebied van energie-efficiency nog grote sprongen vooruit te maken
Pagina 13
521007063
3 3.1
Sectoranalyse richting 2030 Algemeen In het voorgaande hoofdstuk is een omschrijving gegeven van de textielservicebranche ondermeer op grond van beschikbare (schriftelijke) informatie. Deze informatie is gericht op de bestaande situatie en ontwikkelingen op de korte termijn. In het kader van de voorstudie zijn daarnaast een aantal activiteiten uitgevoerd, die leiden tot een nadere analyse van de branche met het oog op de situatie in 2030. De informatie hiervoor is hoofdzakelijk verkregen uit een uitgebreide deskstudie, aangevuld met een groot aantal gesprekken die zijn gevoerd met bedrijven uit de branche en met de belangrijkste stakeholders (o.a. kennisinstellingen en branches uit de keten). Achtereenvolgens komen in dit hoofdstuk de volgende onderwerpen aan bod:
3.2
•
een omschrijving van de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen;
•
een analyse van de belangrijkste trends in de marktsectoren;
•
een sectoranalyse op grond van een scenariobenadering.
Maatschappelijke ontwikkelingen In deze paragraaf worden een aantal maatschappelijke ontwikkelingen beschreven op basis van bestaande (scenario)studies, waarvan wij verwachten dat deze grote invloed kunnen hebben op de verdere ontwikkeling van de branche voor textielservicebedrijven in Nederland. Bevolking De komende jaren zal de bevolking in aard en omvang veranderen. Naar verwachting van het Centraal Planbureau (CPB) zal het aantal inwoners verder toenemen. De bevolkingsgroei vlakt na 2020 iets af en stabiliseert zich rond het jaar 2030. De sterkste bevolkingstoename concentreert zich daarbij met name rond de vier grote steden in de Randstad. Alle Europese landen krijgen in de komende decennia te maken met een verdere vergrijzing van de bevolking. Het aandeel ouderen stijgt naar verwachting tot circa 25% in 2035. Enerzijds heeft dit te maken met het gegeven dat mensen steeds ouder worden. Anderzijds neemt het aantal jongeren verder af (ontgroening). Beide factoren leiden ertoe dat het aantal kleine huishoudens in de toekomst verder zal toenemen. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek bestond een Nederlands huishouden in 2006 gemiddeld uit 2,3 personen. Naar verwachting zal dit in 2030 2,1 zijn. Ruim de helft van de toename aan alleenstaanden is het gevolg van een ouder wordende bevolking. Alleenstaanden zijn daarmee niet alleen meer te vinden in de stad, maar ook in de randgemeenten en op het platteland. De verwachting is dat het aandeel immigranten in Nederland de komende jaren zal stijgen. Met name in de grote steden bestaat de kans op een eenzijdige bevolkingssamenstelling als gevolg van een grote aantrekkingskracht op laagopgeleide immigranten. Gelijkertijd trekken modale gezinnen naar de omliggende groenstedelijke gemeenten omdat ze daar een aantrekkelijker woonmilieu vinden. In bepaalde wijken, vooral in de grote steden, zullen sociale en leefbaarheidsproblemen toenemen doordat de participatie van bepaalde groepen achterblijft.
Pagina 14
521007063
Naar verwachting zal het bruto binnenlands product (totale waarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten) in de toekomst stijgen. Ook zullen de gemiddelde inkomsten per hoofd van de bevolking stijgen. Daarbij dient wel te worden opgemerkt dat er tegelijkertijd een grotere inkomensongelijkheid zal ontstaan tussen hoog- en laagopgeleiden. In de periode tot 2020 hebben ouderen steeds meer te besteden, aangezien een groot aantal van hen (in tegenstelling tot een groot deel van hun voorgaande generatie) overwegend goede economische tijden heeft meegemaakt. Mensen krijgen toegang tot steeds meer informatie. Hierdoor lijkt het alsof de maatschappij steeds complexer wordt. Risico's zijn daarmee vaak onvoorspelbaar en kunnen overal vandaan komen. Mede door de toenemende vergrijzing en het individualisme zullen mensen zich in toenemende mate zorgen maken over hun veiligheid en gezondheid. Producenten zullen hier handig op inspelen door zich te focussen op de preventie en beheersing van risico's. Economie De economische situatie voor de toekomst is in grote mate afhankelijk van de mate waarin grensoverschrijdende problemen (op het gebied van milieu en handelsliberalisatie) gezamenlijk worden aangepakt, of dat lidstaten meer belang hechten aan hun eigen soevereiniteit en identiteit. Het standpunt dat landen hierover innemen heeft grote consequenties voor de onderlinge milieurestricties, vrijhandel, handelsblokken en importheffingen. Ook is dit voor een deel bepalend voor de verdere economische ontwikkeling van de Aziatische landen (voor textiel met name China, India en Bangladesh) . In Europa zal waarschijnlijk een groter verschil ontstaan tussen kleine bedrijven die zich richten op hoogwaardige producten in nichemarkten met veel aandacht voor service en kwaliteit en grote discountformules die zich focussen op herkenbaarheid en een lage prijs. Door een relatief grote mate van onzekerheid over de toekomstige internationale ontwikkelingen krijgen bedrijven meer behoefte aan een flexibele bedrijfsinrichting, om snel te kunnen inspelen op veranderingen in de markt. Dit vraagt meer flexibiliteit door de gehele organisatie heen. Communicatie Nieuwe communicatiemiddelen bieden volop mogelijkheden om in te spelen op de beleveniseconomie. Door media als televisie, internet en mobiele telefonie (PDA) bereikt het nieuws sneller een groot publiek. Ook is informatie met de komst van dergelijke media toegankelijker en transparanter geworden in binnen en buitenland. Technologie en middelen Hoogwaardige technologische innovaties die bestemd zijn voor de consumentenmarkt zullen steeds vaker gericht zijn
SMART-textiles: textiel dat op veranderingen in omgeving reageert
op individuele wensen en eisen van de eindgebruiker. Hierbij
•
Vele nieuwe ontwikkelingen.
staan de esthetische en functionele eigenschappen voorop.
•
Engineering Fibrous Smart
Omdat de eindgebruiker het product naar eigen wens wil
Materials (leerstoel Textiel
aanpassen is flexibiliteit vereist. Met name op functioneel gebied zullen technologieën worden ontwikkeld die zich zelfstandig aanpassen aan veranderingen in de omgeving
Universiteit Twente) •
Stichting die leerstoel ondersteunt t.b.v. sterke internationale positie.
(smart technology).
Pagina 15
521007063
Mede door een toenemende productverantwoordelijkheid voor producenten en de individuele wensen van consumenten, is het voor producenten van groot belang om voldoende een groot aantal gebruikerspecifieke kenmerken te verzamelen. Een belangrijke ontwikkeling bij het verzamelen, opslaan en monitoren van deze gegevens zijn elektronica (RFID-tags) in producten. Transport en mobiliteit De automobiliteit neemt de komende jaren verder toe, zij het minder snel dan in het verleden. De bereikbaarheid van de vier grote steden in de Randstad blijft een probleem. De drukte op de autosnelwegen neemt verder toe. Het bestaande programma voor uitbreiding van nieuwe snelwegen wordt uitgevoerd en doordat een verzadiging optreedt van het autogebruik zal het probleem zich rond 2020 stabiliseren en mogelijk zelfs afnemen. Energie en klimaat Als gevolg van een groei van de economie en de bevolking zal de energiebehoefte in Nederland de komende jaren verder stijgen. Naar verwachting zal het aandeel hernieuwbare energie ten opzichte van fossiele bronnen de komende jaren slechts een marginale rol innemen ten opzichte van de totale energieproductie. Zonder (internationaal) klimaatbeleid stijgen de CO2-emissies bij voortgaande groei van bevolking en economie. Een internationaal klimaatbeleid moet er voor zorgen dat de uitstoot van het belangrijkste broeikasgas CO2 niet wordt vergroot. Tal van afspraken en initiatieven op internationaal en op nationaal niveau zijn ondernomen om het energieverbruik en de CO2-uitstoot te reduceren. Of dit het gewenste resultaat zal opleveren is vooralsnog onduidelijk. Energie en klimaat staan onder grote belangstelling van de politiek, de media en de consumentenorganisaties spelen hier handig op in door zich te profileren als duurzame, milieubewuste organisatie. Milieuvervuilende organisaties nemen onder druk van deze belangstelling maatregelen om hun CO2-emissie te verlagen (NB emissiehandel). Kansen voor textielservicebedrijven De hierboven geschetste ontwikkelingen zullen leiden tot een toenemende en meer specialistische vraag. Huidige gebruikers gaan hogere eisen stellen aan materiaal, gebruiksfuncties en service. Er zullen ook nieuwe gebruikersgroepen/markten ontstaan: particulieren, kleinere bedrijven en instellingen willen zich ook laten ontzorgen etc. De textielservicebedrijven zullen hier op in moeten spelen. Bedrijven en particulieren zijn beter geïnformeerd, stellen meer eisen aan producten en diensten en willen de beschikbare schaarse en middelen zo efficiënt mogelijk besteden. Producten en diensten moeten aansluiten op hun behoefte c.q. de behoefte van hun klanten en daarmee integrale oplossingen bieden voor wensen en problemen die men ervaart. Op de lange termijn, richting het jaar 2030, gaan industriële natwasserijen meer acteren op processen bij hoofd- en eindgebruikers van de textiele producten. Daardoor kan het grote besparingspotentieel in de totale textiel keten benut worden. De textielservicesector biedt oplossingen, diensten en services die, naast de eigen besparingen belangrijk zullen bij dragen aan besparingen bij eindgebruikers in de horeca, zorgsector en industrie. Dit begint aan de “voorkant” door de ontwikkeling van nieuwe innovatieve textiele materialen. Deze zullen qua duurzaamheid van productie, wasbaarheid, functionaliteit en recyclebaarheid op een veel hoger niveau liggen dan dat de huidige stand der techniek toelaat.
Pagina 16
521007063
Daarnaast verwacht de sector in de toekomst meer dynamiek en flexibiliteit in processen en organisatie van processen bij eindgebruikers. De textielverzorgingsbedrijven zullen een leidende rol spelen bij het realiseren van deze veranderingen. De kernpeilers van de nieuwe ontwikkelingen zijn functionaliteit van de producten, de dienstverlening en de businessconcepten.
3.3
Trends in de marktsectoren Hieronder wordt een (korte) omschrijving gegeven van de belangrijkste trends die zich waarschijnlijk in zullen voordoen in de marktsectoren, die voor de textielservicebedrijven essentieel zijn.
3.3.1
Gezondheidszorg Het aantal arbeidsplaatsen in de sectoren zorg & welzijn
SMART-textiles
neemt de komende jaren verder toe. Er is sprake van een toenemende zorgvraag als gevolg van de vergrijzing. Daarnaast vindt er steeds vaker preventieve zorg plaats en wordt de drempel voor cosmetische ingrepen lager. Het aantal ziekenhuisplaatsen zal naar verwachting ongeveer
•
Chemisch SMART: medicijnafgifte.
•
Elektronisch SMART: temperatuurmeting.
gelijk blijven, maar de opnameduur zal verder ingekort worden. Mensen herstellen vaker thuis na een operatie, onder begeleiding van een specialist. Er ontstaat meer transparantie in de markt. Lange tijd was de gezondheidszorg een grotendeels sterk gereguleerde sector. Met de omslag naar deregulering en meer marktwerking komen steeds meer gegevens beschikbaar op het gebied van bedrijfsvoering en op het gebied van kwaliteit. Dit stelt consumenten in staat een vergelijking te maken tussen zorgaanbieders. De burger verandert steeds meer in een kritische (zorg)consument. Men is op zoek naar zorg die het beste aansluit bij de behoeften en bereid daarvoor meer te betalen. De zorgsector verandert van aanbod- naar vraaggestuurd met op kwaliteit gebaseerde concurrentie. Ouderen blijven langer zelfstandig wonen. De huishoudelijke hulp verricht ook steeds meer verzorgende taken. Gemeentelijke diensten, deelgemeenten, corporaties en andere marktpartijen werken met elkaar samen om woonconcepten te ontwikkelen. Kansrijke gebieden kunnen hierdoor uitgroeien tot woon-zorgzones (wijken met een optimale zorginfrastructuur). In deze woon-zorgzones blijft de persoonlijke betrokkenheid behouden. De noodzaak tot kostenbesparingen blijft hierbij echter een grote rol spelen. Een andere trend is de ontwikkeling van grote(re), commerciële(re) zorgcentra. De onderlinge concurrentie zet ziekenhuizen aan tot het ontwikkelen van consumentgerichte vernieuwingen en voorzieningen. Voorbeelden hiervan zijn fenomenen als ‘zorghotels’, en ‘zorgboulevards’. Zorgboulevards bestaan vaak uit medische voorzieningen en zorgvoorzieningen, aangevuld met bijvoorbeeld horeca, detailhandel en een zorghotel.
Pagina 17
521007063
Kansen voor textielservicebedrijven Door de kortere opnameduur van patiënten stijgt het aantal ziekenhuisopnamen en het aantal operaties. Hierdoor neemt de vraag naar schoon bed- en badlinnen toe. Ook de reiniging van operatietextiel zal daarmee naar verwachting toenemen. Een potentiële nieuwe afzetmarkt voor textielservicebedrijven zijn de wijkcentra. De huishoudelijke hulp, die steeds meer verzorgende taken op zich neemt, kan daarbij een coördinerende rol verzorgen bij de textielreiniging. Ook de zorgcentra en zorgboulevards zijn een nieuwe doelgroep voor de textielservicebedrijven. Kostenbeheersing en –besparing blijven in alle sectoren van belang.
3.3.2
Handel en industrie In de toekomst zal er sprake zijn van meer openheid van
SMART-textiles
economieën. Internationale barrières voor goederen,
•
Chemisch SMART: kleurverandering
•
Elektronisch SMART: energie-
diensten, kapitaal, arbeid en kennis worden steeds lager. Dit heeft zowel te maken met de eenwording van markten als met technologische vernieuwing en de reductie van
t.g.v. aanwezigheid gif of hitte. opvang via textiel.
transportkosten. Door concurrentie van lage lonen landen specialiseert de Nederlandse industrie zich in niches. Deze specialisatie geldt zowel in horizontaal opzicht (producten en diensten) als verticaal (proces, plaats in de keten). De verschillende fases van het productieproces worden in het algemeen steeds meer door verschillende ondernemingen uitgevoerd en vaak ook over de landsgrenzen heen. De activiteiten, die met name in Nederland zullen plaatsvinden, hebben vaak een hoogwaardig karakter, zoals ontwerp, service, marketing en R&D. Vanwege de gunstige geografische ligging en de logistieke infrastructuur (luchthaven Schiphol en de haven in Rotterdam) heeft Nederland een belangrijke distributiefunctie. Hierdoor zullen steeds meer internationale hoofdkantoren zich in Nederland vestigen. Dit heeft zijn uitwerking op de bedrijven en netwerken in de vorm van (hoogwaardige) werkgelegenheid. Onder druk van consumenten worden maatschappelijke problemen belangrijker voor bedrijven die opereren in de sector handel en industrie. De vraag naar duurzame producten stijgt en bedrijven streven naar zo min mogelijk verspilling van grondstoffen. Textiel wordt voorzien van nieuwe functionaliteiten (zie ook het kader). De aandacht voor beschermende eigenschappen zal, in het kader van arbeidsomstandigheden en veiligheid, toenemen. Daarnaast worden tool- en procesaspecten toegevoegd. Kleding als vorm van gereedschap of instrument waarmee toegevoegde waarde aan bedrijfsprocessen wordt geleverd. Persoonidentificatie is hiervan een voorbeeld. Voor de eindgebruikers is het comfortaspect van belang. Te denken valt daarbij bijvoorbeeld aan temperatuur. Kleding gaat er voor zorgen dat de gebruiker door het dragen van kleding altijd dezelfde temperatuur heeft, zomer of winter. Meerdere kledingsets zijn overbodig en de drager ervaart altijd een optimale temperatuur. Het onderhoud wordt daarmee specialistischer van aard en zal moeten voldoen aan strigente, gecertificeerde kwaliteitseisen. Ook wordt verwacht dat de sector haar verantwoordelijkheid neemt in internationale (handels-) ketens. Door deze ontwikkelingen krijgt de industrie het karakter van een aantrekkelijke werkgever met oog voor ontwikkelingsmogelijkheden en arbeidsomstandigheden.
Pagina 18
521007063
Kansen voor textielservicebedrijven Voor internationaal opererende bedrijven is het belangrijk om een imago te creëren dat aanspreekt bij hun doelgroep en dat zich onderscheidt van de concurrentie. Bedrijven willen hun identiteit zichtbaar maken door een passende huisstijl en door uniforme, herkenbare bedrijfskleding. Voor textielservicebedrijven biedt dit mogelijkheden op het gebied van textiellease van bedrijfskleding en een differentiatie van textielpakketten. Bedrijven zullen zich in toenemende mate profileren als maatschappelijk verantwoorde ondernemingen. Door middel van doeltreffende marketing en PR van de textielservicebranche kan hierop worden ingespeeld door inzichtelijk te maken welke milieuvoordelen er zijn ten opzichte van zelf reinigen. Door via netwerken en samenwerkingsverbanden te participeren in materiaalontwikkeling, bijvoorbeeld ook op het vlak van onderhoudseisen, en productontwikkeling, bijvoorbeeld het “slim” confectioneren van kleding, kan de sector de eigen specialistische processen optimaal afstemmen op producten maar er al aan de voorkant voor zorgen dat het te servicen materiaal optimaal afgestemd is op gebruikseisen, goed te onderhouden is en optimaal hergebruikt kan worden. De sector levert daarmee toegevoegde waarde in de keten die leidt tot optimale inzet van grondstoffen en artikelen waardoor de levensduur wordt verlengd, een minimale milieubelasting tijdens de gebruiksfase en een optimaal hergebruik daarna. De goede kennisstructuur kan internationale voorsprong opleveren. Doordat gebruik gemaakt kan worden van de kennisstructuur is de branche beter in staat om in te spelen op de toepassing van nieuwe materialen. Ook is er voldoende aandacht voor de oplossing van procestechnologische problemen.
3.3.3
Horeca en recreatie Recreanten worden steeds kritischer en veeleisender. Ook de recreatievraag verandert waardoor er een grotere
SMART-textiles
diversiteit ontstaat. Enerzijds is er meer vraag naar luxe
•
en comfort, terwijl er tegelijkertijd een toenemende vraag
Chemisch SMART: afgifte favoriete geur bezoeker/gast.
is naar eenvoud. Beide behoeften kunnen zich op verschillende momenten voordoen bij dezelfde consument. Beide behoeften hebben gemeen dat kwaliteit, variatie, recreatie op maat en vernieuwing steeds belangrijker worden. Er zijn tal van ontwikkelingen die invloed hebben op de manier waarop horeca en recreatie in de toekomst zal worden vormgegeven, In deze paragraaf behandelen we enkele aspecten waarvan we denken dat deze het meest relevant zijn voor de ontwikkeling van horeca en recreatie. In 2035 is bijna een kwart van de bevolking 65 jaar of ouder. Senioren blijven steeds langer gezond en mobiel. Ze hebben interesse in cultuur en kiezen voor comfort. Ook zal door de vergrijzing sprake zijn van meer spreiding van recreatieactiviteiten over de week en van vakanties over het jaar. Nieuwe herkomstlanden zijn in opkomst. Door positieve economische ontwikkelingen in bijvoorbeeld Azië en Oost-Europa zal het aantal toeristen toenemen.
Pagina 19
521007063
Het aantal allochtonen neemt toe. In 2030 is circa een kwart van de bevolking van allochtone afkomst. Allochtonen zijn daarmee een steeds belangrijkere doelgroep. De tweede generatie allochtonen verschilt minder in het recreatiegedrag van de autochtone Nederlander dan de eerste generatie, maar er blijven wel verschillen. Parkbezoek is bijvoorbeeld erg populair onder allochtonen, bosbezoek juist niet. Allochtonen wandelen veel in de eigen woonomgeving maar fietsen doen ze weinig. De toeristische sector is een belangrijke economische grootheid. Nationaal en regionaal worden allerlei initiatieven ontwikkeld om de groei extra te stimuleren. Hiervoor zullen nieuwe concepten ontwikkeld worden die maximaal inspelen op de behoefte van de geïndividualiseerde klant.
Kansen voor textielservicebedrijven De ontwikkeling binnen de afzetmarkt horeca en recreatie biedt nieuwe kansen voor de textielservicebedrijven. Als gevolg van de vergrijzing neemt het aantal oudere recreanten toe. Doordat ouderen meer vrije tijd hebben zal de drukte meer worden verspreid over de week (niet langer alleen in de weekenden). Consumenten worden steeds kritischer en zijn beter in staat (met behulp van internet) kwaliteit en service van accommodaties met elkaar te vergelijken. Ze stellen hogere eisen aan maatwerk, hygiëne en comfort. Voor horecabedrijven betekent dit dat men investeringen moet doen om aan deze wensen te kunnen voldoen. Textielservicebedrijven kunnen hierop inspelen door deze 'zorg' uit handen te nemen en nieuwe concepten aan te bieden. Aan textiel kunnen nieuwe functionaliteiten toegevoegd worden op het gebied van bijvoorbeeld comfort, kleur en specifiekere eigenschappen als bijvoorbeeld geur. Dit biedt eveneens nieuwe kansen voor het verkopen van extra service. Deze kwaliteit service kan ook worden doorberekend aangezien de kritische consument ook bereid is meer voor kwaliteit te betalen. Daarbij is duurzaamheid een basisvoorwaarde die gesteld wordt aan producten, sowieso door textielservicebedrijven zelf.
3.3.4
Particulieren: nieuwe mogelijkheden reiniging beroepskleding Het belang van uitbesteding aan textielservicebedrijven door deze groep richt zich in eerste instantie op beroeps-/werkkleding. Deze kleding kent vaak functionele eigenschappen die door ondeskundig onderhoud versneld verloren gaan. Daardoor komt deze kleding vroegtijdig aan het einde van de levenscyclus. Tevens is bekend dat de totale milieubelasting van kleding voor 2/3 betrekking heeft op de gebruiksfase er van. Daarom heeft in eerste instantie dit segment belangstelling van de sector.
Pagina 20
521007063
3.3.5
Overzicht trends in marktsectoren Hieronder is een overzicht gegeven van de belangrijkste trends binnen de marktsectoren, die voor de textielverzorging met het zicht op 2030 van belang zijn.
Gezondheidszorg
Handel & Industrie
Horeca & recreatie
Marktwerking en transparantie
Meer openheid van economieën
Recreatiebehoefte
Zorgvraag
• Eenwording van markten
• Eenvoud vs. luxe
•
Groter in omvang
• Technologie
• Kwaliteit
•
Meer specialistisch
• Mobiliteit
• Aanbod op maat, variatie,
• Veeleisende klant
Arbeid in Europa
vernieuwend
•
Opnameduur (verschuiving
• Hoogwaardig karakter
Meer spreiding van
van ziekenhuis naar zorg aan
• Kennis en ontplooiing
recreatie door het jaar heen
huis) Zorginfrastructuur
MVO en duurzaamheid
Autochtone en allochtone
•
Woon-zorgzones
Opkomende economieën
recreatiebehoefte
•
Zorghotels en zorgboulevards
Centrale positie in de wereldmarkt
Tabel 1: Overzicht trends en ontwikkelingen, uitgesplitst naar marktsectoren.
3.4
Sectoranalyse op grond van scenario's
3.4.1
Algemeen Met behulp van vier sterk uiteenlopende scenario's zijn de uiterste grenzen van de maatschappelijke context bepaald. Met een aantal partijen is tijdens kleine workshopsessies geëxerceerd over mogelijke effecten van de scenario's op de textielservicebranche en de marktsectoren.
3.4.2
Effect van verschillende scenario's De scenario's die zijn gebruikt voor inzicht in de mogelijke lange termijn ontwikkelingen in de textielservicesector zijn ontwikkeld in opdracht van SenterNovem en beschrijven vier uiteenlopende wereldbeelden: Mondiale Markt, Mondiale Solidariteit, Trans-Atlantische Regio en Zorgzame Regio. Hieronder wordt voor de verschillende scenario's stilgestaan bij de algemene effecten op de textielverzorgingsbranche en op de effecten die mogelijk optreden bij de marktsectoren. De belangrijkste kenmerken van de scenario's zijn samengevat in bijlage 1.
3.4.3
Mondiale Markt In een mondiale markt is wereldwijde marktwerking en concurrentie een belangrijke drijfveer voor veel ondernemers. De overheid intervenieert nauwelijks en grijpt uitsluitend in wanneer daar absolute noodzaak voor is. Dit leidt ertoe dat ondernemers de grens van het toelaatbare opzoeken om kosten te besparen. Er zijn grote machtige multinationals die fors investeren in R&D, wat leidt tot een snelle opeenvolging van productinnovaties. Door een hoge economische groei zijn bedrijven bereid te investeren in kwalitatief hoogwaardige service en dienstverlening. In een Pagina 21
521007063
mondiale markt hechten ondernemers veel waarde aan flexibiliteit en willen ze zelf de regie in handen houden. Ze zijn niet trouw aan een leverancier en minder geneigd om contracten aan te gaan voor een langere periode. Effecten op eigen branche Technologische ontwikkelingen volgen elkaar snel op en grote partijen binnen de sector nemen hierin het voortouw. Aandachtspunt is dat optimaal afgestemd moet worden zodat investeringen en inspanningen doelgericht gedaan kunnen worden maar vooral ook leiden tot een geïntegreerde en uniforme ketengeorienteerde aanpak. Het handhaven van minimale kwaliteitsniveau’s speelt daarin eveneens een belangrijke rol. Voorts zal FTN als branche-organisatie de zorg krijgen dat kleinere partijen de ontwikkelingen én kunnen volgen maar ook kunnen adopteren. Effect op gezondheidszorg Binnen de gezondheidszorg kan dit scenario leiden tot de beschikbaarheid van textielachtige materialen, die niet (snel) meer vuil worden. Materialen kunnen mogelijk worden uitgerust met technische snufjes voor diverse specialistische functionaliteiten, zoals het opnemen van sensoren voor het waarnemen van de toestand van de patiënt. Effect op handel en industrie In de afzetmarkt handel en industrie is de concurrentie duidelijk aanwezig, vooral bij commodity (grote hoeveelheden, lage prijs, weinig onderscheidend) en bij specialty goods (exclusief product tegen hoge prijs). Bedrijven die textiel verhuren zijn gebaat bij materiaal met een lange levensduur. Concurrentie komt van de koopmarkt met lage kwaliteit en een (extreem) korte levensduur zoals disposables. De klant maakt daarin eigen keuzes. Effecten op horeca en recreatie Mogelijk komt voor de horeca en recreatie in de toekomst zelfreinigend textiel beschikbaar. Daarmee verandert het businessmodel van textielservicebedrijven dusdanig dat men op andere manieren toegevoegde waarde levert dan nu het geval is. Een van de manieren waarop dit kan, in de horeca en recreatiesector, is door het leveren van op maat toegesneden materialen en serviceconcepten. Dit aspect vormt samen met de prijs/kwaliteitverhouding het concurrerend vermogen van textielservicebedrijven. Er komt meer aandacht voor belevingsaspecten met mogelijkheden om materialen af te stemmen op individuele wensen met betrekking tot geur, kleur en functionele eigenschappen.
3.4.4
Mondiale Solidariteit De mondiale solidariteit is een scenario waarin consumenten zich gedragen als betrokken wereldburgers. Men voelt zich verantwoordelijk en wil een bijdrage leveren aan het terugdringen van problemen, overal ter wereld. Open kennisdeling en internationale samenwerking worden gebruikt om gezamenlijk te werken aan duurzame maatschappelijke oplossingen. Door sterke Europese wet- en regelgeving worden ontwikkelingen enigszins afgeremd. De concurrentie is minder sterk wat een remmende werking heeft op de technologische ontwikkeling. Effecten op eigen branche Voor de textielservicesector betekent dit een toenemende vraag naar natuurlijke materialen met een lange levensduur die gegarandeerd (middels keurmerk) verantwoord en duurzaam zijn geproduceerd. Textielservicebedrijven verzorgen in dit scenario een regiefunctie in een groter deel van de keten. Men heeft meer invloed in de afkomst en de verwerking van het materiaal (door het Pagina 22
521007063
aangaan van partnerships of eigen productie). Ook de distributie is in eigen handen, waarbij aandacht is voor duurzaam transport. Lange levensduur en zelfreinigende eigenschappen van textiel leiden tot grote energiebesparing in de keten. Er ligt een grote nadruk op Maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dit heeft vergaande consequenties voor het gebruik van (natuurlijke) materialen, materialen met een lange levensduur, recycling van materialen e.d. Technische toepassingen in textiel zijn in dit scenario minder aan de orde. Ook zullen maatschappelijk verantwoorde samenwerkingspartners worden gezocht op gebied van energie, chemie en logistiek. Effecten op gezondheidszorg Er is vraag vanuit de gezondheidssector naar natuurlijke materialen met een lange levensduur die gegarandeerd (middels MVO-keurmerk) verantwoord en duurzaam zijn geproduceerd en tevens voldoen aan wettelijke eisen op hygiënegebied. Het serviceniveau reikt tot het aanbieden van textiel op maat op kamerniveau in een ziekenhuis. Daarbij is het mogelijk dat taken worden overgenomen van het verzorgend personeel. Effecten op handel en industrie Bedrijven uit de handel en industrie hechten in mindere mate waarde aan luxe en comfort. In ruil daarvoor is de (duurzame) materiaalkeuze van belang. Er is behoefte aan natuurlijke, verantwoord geproduceerde materialen en men is bereid hiervoor te betalen. Ook levert dit aanbod minder variatie in materialen en daarmee minder onderscheiding op. Op logistiek gebied worden contractafspraken gemaakt met regionale bedrijven over gezamenlijke distributie en milieuvriendelijke vervoerstypen. Ook de sociale component is van groot belang. In plaats van bezuiniging worden er extra arbeidsplaatsen gecreëerd.
Effecten op horeca en recreatie Burgers zijn meer mondiaal georiënteerd, reizen meer en zijn meer maatschappelijk betrokken. Mede door opgedane (reis-)ervaringen. De vraag naar producten en diensten die maatschappelijk verantwoord zijn, wordt ook vertaald naar horeca- en recreatiegelegenheden. Men verwacht dat minimaal een aantal producten en diensten, zoals het linnenpakket, voorzien zijn van “eco-labels”.
3.4.5
Trans-Atlantische Regio In het scenario van de Trans-Atlantische regio zijn bedrijven strak georganiseerd. De klant is kritisch en baseert zijn keuze op objectief meetbare gegevens, bij voorkeur met kwaliteitskeurmerk. Veiligheid is in dit scenario een taak van de overheid. Wetten, normen en regels worden opgesteld en gehandhaafd om veiligheid te garanderen. Continue monitoring en periodieke evaluaties maken vast onderdeel uit van de planning- en control cyclus. De protectionistische houding van de overheid werkt belemmerend voor technische innovaties en zorgt voor internationale spanningen. Effecten op eigen branche Textielservicebedrijven spelen hier op in door het afgeven van garanties voor optimale veiligheid ten aanzien van hygiëne en functionaliteit. Dit vereist meer grip op interne bedrijfsprocessen. Processen worden grotendeels gestandaardiseerd en geautomatiseerd. Door internationale handelsblokkades vindt R&D in beperkte mate en vooral binnenshuis plaats. Een goede dienst tegen een scherpe prijs is noodzakelijk om binnen dit scenario te overleven. Op lokaal niveau is er aandacht voor duurzame toepassingen, binnen bepaalde economische grenzen. Er is veel Pagina 23
521007063
aandacht voor kwaliteitscertificaten en het kunnen voldoen aan (wettelijk bepaalde) eisen op het gebied van veiligheid. Producten zijn onder tal van condities getest alvorens ze worden toegepast, dit om aansprakelijkheid bij ongevallen te voorkomen. Effecten op gezondheidszorg In dit scenario draait bij de gezondheidszorgsector alles om patiëntveiligheid en het vermijden van (besmettings)risico's. Conflicten op het gebied van aansprakelijkheid zijn in de gehele keten (producent, textielverzorger, klant en eindgebruiker) aan de orde van de dag. Textielverzorgende bedrijven geven garanties af aan zorg- en welzijnsinstellingen voor optimale veiligheid ten aanzien van hygiëne en functionaliteit. Het afgeven van garanties vereist meer grip op het proces. Hiervoor worden interne processen grotendeels gestandaardiseerd en geautomatiseerd. Technologische ontwikkelingen zijn in dit scenario beperkt en richten zich primair op medisch gebied en secundair op verzorgend gebied. Er ontstaat meer specialisatie in nichemarkten. Effecten op handel en industrie Voor industriële en handelsbedrijven ligt de nadruk op individuele bescherming van medewerkers door toepassing van hoogwaardige textiele materialen in bedrijfskleding. Textielservicebedrijven maken contractafspraken over gegarandeerde prestaties voor wat betreft kwaliteit, comfort en beschikbaarheid. Textielservicebedrijven kunnen hierbij eventueel optreden als verzekeraar voor het afdekken van risico's. Effecten op horeca en recreatie Een kritische, veeleisende klant verwacht dat hij maatwerk ontvangt. De receptioniste kent de naam en heeft alle specifieke wensen uitgevoerd. De kok is op de hoogte van voedselallergieën en house-keeping heeft de kamer ingericht met het gewenste textielpakket en de juiste bloemen. Dit vraagt om een zeer klantgerichte benadering en dus veel differentiatie van de dienstverlening. Flexibiliteit en snelheid zijn van belang. Het kwaliteitsniveau van aangeboden producten en diensten wordt objectief aangetoond door keurmerken en certificaten.
3.4.6
Zorgzame Regio In het scenario van de Zorgzame Regio wordt de maatschappij gekenmerkt door een sterk zorgzaam/verzorgend karakter. De kwaliteit van leven is een doorslaggevend criterium. Gegeven de toegenomen vergrijzing is er veel aandacht voor ouderen in de diverse omstandigheden waarin zij zich bevinden. Producenten zullen zich richten op concepten die ontzorgen en volop bijdragen om de kwaliteit van leven optimaal in te vullen. Effecten op eigen branche Textielservicebedrijven zijn intrinsiek gemotiveerd een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de lokale omgeving. Het streven naar winstmaximalisatie wordt afgewogen tegen maatschappelijke en milieutechnische doelstellingen. Duurzaamheid speelt hierin een belangrijke rol. Door geïntegreerde businessconcepten wordt maximale toegevoegde waarde geleverd aan het behalen van deze doelstellingen, ook door andere schakels in de keten.
Effecten voor de gezondheidszorg Hulpbehoevenden worden in dit scenario veelal thuis verzorgd door familie of vrienden. Gespecialiseerd textiel voor verzorging, met functionele eigenschappen op gebied van hygiëne, kan hier een belangrijke rol bij spelen. Op logistiek gebied vindt een tweedeling plaats met enerzijds grootschalige productie- en opslaglocaties (nabij grote zorgcentra) en anderzijds een Pagina 24
521007063
fijnmazige distributie tot aan (en zelfs in) huis bij particulieren. Om de fijnmazige distributie betaalbaar te houden worden partnerships gesloten met het lokale bedrijfsleven. Effecten op handel en industrie De vraag naar textielachtige materialen verschilt in de Zorgzame Regio ten opzichte van de andere scenario's. Er zal eerder sprake zijn van een bepaalde mate van standaardisatie, waardoor de materiaalkeuze beperkt wordt. Materialen worden dusdanig gekozen of behandeld dat het wasproces langer kan worden uitgesteld en de materiaallevensduur wordt verlengd. Effecten op horeca en recreatie Bedrijven uit de sector horeca en recreatie zien het reinigen van textielachtige materialen als een sociale aangelegenheid, emotioneel gedreven (gericht op de beleving van de eindgebruiker). Tot slot zal in alle gevallen de dienstverlening opschuiven richting het uit handen nemen van zorgen op het gebied van textiel voor de klant.
3.4.7
Conclusies ten aanzien van de branche De textielservicesector brengt toegevoegde waarde door als partner klantgerichte oplossingen te ontwikkelen. Centraal staat de klantvraag die door de sector wordt vertaald naar onderliggende vragen. Welk textiel met welke eigenschappen sluit optimaal aan bij het gebruik? Wat kost het, in ruime zin, om dit te confectioneren? Welk reinigingsproces is nodig om de levensduur te optimaliseren? Is een minimaal kwaliteitsniveau te handhaven? Is het logistieke traject zodanig dat de klant geen zorgen heeft over levering en beschikbaarheid? Door een dergelijke brede benadering van vraagstukken, ontstaan geïntegreerde oplossingen die efficiency-verbetering mogelijk maken binnen de totale keten. Door op deze manier toegevoegde waarde te leveren, heeft de branche een unique selling point dat de aandacht legt op “opbrengsten” in plaats van “kosten”. Textielservicebedrijven zijn uit de coulissen getreden en staan, naast hun partners, op het toneel.
3.4.8
Conclusies ten aanzien van de marktsectoren Gezondheidszorg In de gezondheidsector zijn gezondheidsrisico's van wezenlijk belang. Ongeacht welk scenario zich voordoet zal in deze afzetmarkt de centrale vraag zijn: wat kan textielverzorging bijdragen aan een verhoogde risicopreventie en een toenemende veiligheid? De mate waarin technologie, materiaalontwikkeling en dienstverlening een rol speelt en de wijze waarop de interne organisatie ingericht is, verschilt per scenario. Handel en industrie In deze afzetmarkt is binnen de vier genoemde scenario's dienstverlening, logistiek/ distributie en kennis(-overdracht) van wezenlijk belang. Horeca en recreatie De wens van de eindgebruiker bepaald voor een groot deel de materiaalkeuze. In alle gevallen wordt gezocht naar een duurzamere manier van dienstverlening. De dienstverlening zal steeds meer verschuiven van functioneel gedreven (namelijk schone textiel) naar emotioneel gedreven (beleving van de eindgebruiker). In alle gevallen valt te verwachten dat de dienstverlening zal opschuiven in de richting van ontzorging van de klant en het eventueel overnemen van taken.
Pagina 25
521007063
4
Analyses, een resumé In de voorgaande hoofdstukken is de huidige en toekomstige situatie van de branche geanalyseerd. Tevens werd de maatschappelijke omgeving in beeld gebracht. Specifiek zijn de ontwikkelingen naar de relevante marktsegmenten beschreven. Op basis van een scenario analyse is gekeken naar ontwikkelingen die van invloed (zullen) zijn op de textielservicesector. In dit hoofdstuk wordt een samenvatting gegeven van deze analyses : toekomst en heden worden met elkaar geconfronteerd. Op basis hiervan kan koers uitgezet worden richting de toekomst.
4.1
Krachtenveldanalyse Hieronder is een samenvatting gegeven van de invloeden die de textielservicesector ondervindt door interne en externe ontwikkelingen. •
Invloed van nieuwe toetreders Door clustering van bestaande bedrijven ontstaan grote invloedrijke spelers, die zich meer internationaal (Europees) oriënteren.
•
Vervanging van producten en/of behoeften Door de opkomst van nieuwe materialen, single-use materialen, zelfreinigende materialen en zelfdrogende materialen vindt een verschuiving plaats in de gevraagde activiteiten en processen.
•
Invloed die voortvloeit uit de macht van leveranciers Leveranciers van machines, wasmiddelen e.d. bepalen voor een wezenlijk deel de mogelijkheden en beperkingen binnen de textielverzorging.
•
Invloed die voortvloeit uit de macht van de afnemers Afnemers kunnen kiezen voor andere materialen (bijvoorbeeld smart textiles), maar kunnen ook andere wensen hebben (onder andere op gebied van duurzaamheid, of kwaliteit).
•
Invloed van directe concurrenten/rivalen Er is niet of nauwelijks concurrentie vanuit het buitenland doordat de dienst textielreiniging zich niet gemakkelijk laat transporteren. Medewerkers zullen blijvend grotendeels uit het buitenland afkomstig zijn (vooral voor weinig gespecialiseerde arbeid).
4.2
SWOT-analyse In de onderstaande tabel treft u een overzicht aan van de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen die op de branche van toepassing zijn. De tabel is een samenvatting van de analyse van sterktes en zwaktes in hoofdstuk 2 en de analyse van kansen en bedreigingen die aan bod is gekomen in hoofdstuk 3. Deze analyses zijn gebaseerd op een uitvoerige deskstudie, gesprekken met de branchevereniging, twee interviews met een hoogleraar van de Universiteit van Twente, een workshop met de toeleveranciers van machines en hulpmiddelen en een vijftal workshops met directieleden van de meest toonaangevende bedrijven uit de branche.
Pagina 26
521007063
STERKTES
ZWAKTES
Professioneel: de branche heeft een goed
Focus op prijs: efficiencywinst betekent vaak
georganiseerde branchevereniging met een
lagere kosten voor de klant.
hoge dekkingsgraad.
Slecht imago: weinig bekendheid bij brede
Internationaal: sterke deelname aan
publiek; de branche heeft last van negatief milieu-
internationaal lopende projecten.
imago uit verleden; wassen heeft voor veel
Flexibel: de branche kan snel reageren op
klanten een lage prioriteit (bijkomende zaak).
veranderingen in de marktvraag.
Weinig innovatief: relatief nog te weinig
Kennis: samen met leveranciers veel aandacht
aandacht voor eigen innovaties.
voor innovatieve toepassingen en Actieve
Individualisering: zelf wassen door
Stichting Technologisch Kenniscentrum
schaalverkleining.
Textielverzorging.
Opleidingsniveau: relatief lage scholingsgraad.
Gelijke processen: grote uniformiteit, de meeste bedrijven kennen identieke bedrijfsprocessen (per marktsector).
KANSEN
BEDREIGINGEN
Duurzaamheid: aandacht imago bij het brede
Concurrentie: door onderlinge concurrentie
publiek; Inspelen op duurzaamheidtrend.
kans op marges die onder druk komen staan
Partnership: door samenwerking in de keten
en afnemende loyaliteit.
vergroten meerwaarde van de dienstverlening.
Transport: bereikbaarheid van binnensteden;
Automatisering: efficiency door identificatie
problemen met het halen van leveringstijden;
(tracking & tracing); afstemming in de
hogere kosten.
procesketen.
Substitutie: disposables en substituut-
Particuliere markt: door strengere hygiëne-
producten.
eisen, door toenemende vergrijzing; door het behalen van schaalvoordelen. Technologieën in ontwikkeling: inspelen op de toepassing van nieuwe materialen en nieuwe technieken. Imago: beter laten zien wat er al gebeurt. Individualisering: zelf wassen door schaalverkleining.
Tabel 2: SWOT-analyse textielservice.
De technologische ontwikkeling én de ketenoriëntatie (cradle to cradle) zorgen er voor dat de positie van re-usables versterkt wordt en de toon zet als het gaat om duurzaamheid.
4.3
Rode draad: samenwerking De SWOT-analyse geeft mede invulling aan de agenda voor de komende jaren. Sterktes zullen behouden en uitgebouwd moeten worden. Zwaktes moeten aangepakt worden evenals de bedreigingen. Uiteraard moeten de kansen benut worden. Kennisontwikkeling en samenwerking met andere partijen blijken daarbij van cruciaal belang te zijn. Door de sector wordt hieraan al volop gewerkt. Op het kennisvlak (Sterkte) wordt de samenwerking met (inter-)nationale partijen geïntensiveerd. Met college brancheorganisaties wordt samenwerking gerealiseerd zodat er een sterkere, ketengerichte benadering tot stand komt.
Pagina 27
521007063
De samenwerking zal vooral plaatsvinden in het verlengde van de keten, aan de voorkant door: •
intensief samen te werken op gebied van kennisontwikkeling en gegevens monitoring, bijvoorbeeld met universiteiten en hogescholen;
•
meer samenwerking met producenten van textielachtige materialen en door vooraf na te denken
•
meer samenwerken met ontwerpers van textielachtige producten (zoals kleding), waardoor
over de functionaliteiten en over het proces van refunctionaliseren; functionaliteiten beter aansluiten bij de wensen van de klant en/of eindgebruiker. De samenwerking zal vooral plaatsvinden in het verlengde van de keten, aan de achterkant door: •
meer mee te denken met de wensen van opdrachtgevers. Tot voor kort was het vooral het op verzoek wassen van textiel. In 2030 zal (meer dan nu al gebeurd) proactief worden meegedacht met de klant voor wat betreft materiaalkeuze, leaseconcept, bevoorrading, logistiek (intern en extern), dienstverlening, kosten en serviceniveau;
•
meer mee te denken met de wensen van eindgebruikers voor wat betreft de gewenste functionaliteit, de "textielbeleving", de modetrends, dienstverlening, kosten en serviceniveau.
Daarnaast zal gezocht worden naar samenwerking met nieuwe (overzichtelijk georganiseerde) markten, zoals de thuiszorg, revalidatie- en behandelcentra. Dankzij verbeterde technieken, waardoor producten op stuksniveau te traceren zijn, is de particuliere markt eveneens een goede een kans voor textielservicebedrijven. Kleine aanpassingen in het energie- of waterverbruik kunnen dan in een keer gigantische efficiencywinsten opleveren. Om diverse (technologische) ontwikkelingen te kunnen stimuleren, wordt samengewerkt met instituten als TKT, EFSM en TNO. Ook met buitenlandse tegenhangers van deze instituten wordt, middels internationale netwerken, kennisuitwisseling geborgd. De branche zoekt ook nauwe(-re) samenwerking met brancheorganisaties die werkzaam zijn binnen de marktsegmenten die door de textielservicesector bediend worden. Dit leidt tot kennisuitwisseling die op haar beurt weer kan leiden tot een gezamenlijke aanpak van onderwerpen. Een concreet voorbeeld dat nu actueel is, is de samenwerking met MODINT op het gebied van duurzame inkoopspecificaties voor Bedrijfskleding en het onderhoud er van.
4.3.1
Samenwerking: Engineering Fibrous Smart Materials EFSM staat voor Engineering Fibrous Smart Materials en is een stichting die de leerstoel van prof. dr. ir. M.M.C.G. Warmoeskerken aan de Universiteit van Twente ondersteunt. Door te participeren in deze stichting komt een breder netwerk in textieltechnologie beschikbaar. Samenwerking op (inter-)nationaal niveau is daardoor mogelijk. Tevens kan meegedacht en meegewerkt worden aan de onderzoeksagenda van de leerstoel. Op basis hiervan kan de eigen agenda vastgesteld worden, zodat afstemming in de keten geoptimaliseerd is. De leerstoel is een industriële onderzoeksgroep waarvan de hoofdactiviteiten zich toespitsen op onderzoek en onderwijs van en in de technologie van vezelachtige materialen zoals textiel. De missie van de groep is Product Driven Fibre Surface Engineering. Dit omvat de studie naar en ontwikkeling van nieuwe systemen en technologieën om vezeloppervlakken te modificeren in zowel traditionele als nieuwe, innovatieve verwerkingsprocessen. In het onderzoeksprogramma komen verschillende wetenschappelijke disciplines bij elkaar: chemie, natuurkunde, biotechnologie, biochemie, materiaalwetenschappen en procesengineering.
Pagina 28
521007063
Onderstaande tabel geeft inzicht in het programma van EFSM alsmede de raakvlakken en
Processes for fiber and fabric treatment, cleaning and (re) functionalization
samenwerking tussen de leerstoel en TKT. EFSM member
EFSM
TKT
Core Competencies
Generic expertises, including univ. Network
Project activities
Hydrophobic/hydrophilic surfactants
Laundry cleaning
Laundry Systems
Environment Water conservation
Wet textile processes, cellulosics based
Process intensification Enzyme technology
Refunctionalization of textiles
Inkjet technology Ultrasonic systems Surface deposition, modification & printing technology
AP Plasma equipment (with Univ. Gent)
Fibers, Fabrics, Functions and Applications, Product Design
Transport phenomena mo
4.4
Grafting of hydrogels for fiber functionality Surface functional materials
Dry (chemical) cleaning & refunctionalization
Surfactants, cyclodextrines, plasma deposited chemicals responsive materials (pH, T°,..)
Technical textile design and application
Refunctionalization technology
Imago en opleiding In de SWOT analyse komt naar voren dat zowel het imago als opleidingsniveau van het personeel historisch tot de zwakkere punten van de textielservice bedrijven behoort. Beide zaken zijn te beschouwen als een afgeleide van sterktes en kansen voor de sector. Dat geldt zeker voor imago, maar ook de kennis en vaardigheden van het personeel volgen de ambitie van de bedrijven. Deze onderwerpen hebben de afgelopen jaren al veel aandacht van bedrijven en de sector als geheel gekregen en dit zal versterkt worden doorgezet. De aandacht van de branche en de bedrijven richt zich daarom vooral ook op andere factoren. Imago en opleiding zullen daarbinnen eveneens een plek krijgen. Door het ontwikkelen van nieuwe dienstverleningsconcepten en een herkenbaar kwaliteitsniveau, zal de nadruk op de kostprijs afnemen omdat er onderscheidend vermogen wordt gecreëerd. Dit zal een positieve invloed hebben op de verbetering van het imago van de sector.
Pagina 29
521007063
Dit en het volop in (door-)ontwikkeling zijnde trainings- en opleidingsprogramma van het Trainingscentrum Textielverzorging maakt dat werknemers zich steeds meer kunnen professionaliseren. De ontwikkeling en implementatie van E-learning betekent de introductie van een duurzame leervorm. Internationaal kunnen werknemers binnen de sector kennis opbouwen. Binnen de modules is een centraal thema duurzaamheid. Door internationale samenwerking is voor de verschillende modules uniforme lesstof ontwikkeld. Daardoor heeft het woord duurzaam in de Nederlandstalige versie dezelfde lading als in de Griekstalige versie. Het via internet ter beschikking stellen van de lesstof is eveneens een invulling van duurzaamheid. Zonder reizen, papier en dergelijke kan de stof én onderhouden worden én bestudeerd worden.
Pagina 30
521007063
5
Sectorvisie 2030
5.1
Algemeen In de toekomst zal de rol en de positie van textielservicebedrijven naar verwachting drastisch veranderen. Naast puur het reinigen van textiel zullen ook andere producten en diensten worden aangeboden. Onze branche heeft een omslag doorgemaakt van ambachtelijke, kleinschalige sector naar een industriële sector, waar schaalvergroting en aandacht voor het eigen proces op basis van specificaties van de klant belangrijke kenmerken zijn. Hiermee zijn we veel meer klantgericht en servicegericht te werk gegaan dan in het verleden. Enkele textielservicebedrijven zijn zelfs al een stap verder en vervullen een rol als proactieve partner van klanten. In plaats van een leverancier die op specificatie werkt. De upgrading zit in de ontwikkeling tot een partner die bijdraagt aan de realisatie van doelstelling van de klant op het gebied van een duurzaamheid, efficiency en marktconcept. Kern is het optimaliseren van de toepassing van textiel (en dat op zo duurzaam mogelijk) ipv het optimalisatie van het reinigingsproces. De ambitie van onze branche is om niet alleen zelf een meer duurzame sector zijn, maar ook onze klanten te adviseren over de wijze waarop textielservice kan bijdragen aan meer duurzaamheid in andere sectoren. Hiermee wordt een nieuw besparingspotentieel aangeboord dat vele malen groter is dan de besparing die mogelijk is in onze eigen sector. In de toekomst willen we niet alleen zelf een meer duurzame sector zijn, maar ook onze klanten adviseren over de wijze waarop textielservice kan bijdragen aan meer duurzaamheid in andere sectoren. Hiermee wordt een nieuw besparingspotentieel aangeboord dat vele malen groter is dan de besparing die mogelijk is in onze eigen sector. Dit vergt een omschakeling in de benadering en in de werkwijze. Het primaire proces verschuift langzaam van het reinigen van textiel naar het leveren van op maat toegesneden dienstverleningsconcepten op gebied van textielservice. Tot op heden wordt het overgrote deel van textiel gereinigd met behulp van water en zeep. Doel van het reinigen is om het materiaal te kunnen hergebruiken met vrijwel identieke eigenschappen; namelijk schoon (geen vlekken), met een aangename geur, beschermend, vochtabsorberend of afstotend, met behoud van kleur/opdruk, et cetera. Functionele eigenschappen van materialen, kleding en andere producten moeten kunnen worden gevalideerd en gegarandeerd. Wanneer we kijken naar het jaar 2030 dan kan het zo zijn dat de omstandigheden en de behoeften dusdanig zijn veranderd dat het reinigen van textiel op geheel andere wijze plaatsvindt, of zelfs helemaal niet meer plaatsvindt. De toegevoegde waarde van textielservicebedrijven verschuift daarmee verder in de richting van het opnieuw geschikt maken voor hergebruik, het toevoegen van eigenschappen en functies aan textielachtige materialen en richting het optimaliseren van logistieke dienstverlening. De snelheid waarmee ontwikkelingen plaatsvinden en de impact die ontwikkelingen hebben voor de huidige marktsectoren hangt voor een groot deel samen met de ontwikkeling van de maatschappelijke context.
Pagina 31
521007063
5.2
Robuuste ontwikkelingen In voorgaande hoofdstukken zijn op grond van de uitgevoerde analyses een groot aantal ontwikkelingen onderscheiden zowel binnen de maatschappij als geheel als de marktsectoren. Toch zijn er een aantal grote gemene delers ofwel robuuste ontwikkelingen te onderscheiden. Door de sector worden de volgende ontwikkelingen beschouwd als meest relevant Op deze ontwikkelingen zal de sector moeten inspelen en prestaties moeten leveren om de ambitie voor 2030 te realiseren: •
voortgaande innovatie in de ontwikkeling en toepassing van materialen in een wisselwerking tussen vraag en aanbod en daarmee verwante innovatie in reinigingstechnologie en technologie voor het aanbrengen van eigenschappen;
•
verdergaande ontwikkeling tot een mensgerichte, gepersonaliseerde samenleving met kritische klanten, die steeds meer vragen om maatwerk;
•
toenemende aandacht voor kernwaarden als maatschappelijk verantwoord ondernemen en
•
duurzaamheid als algemeen geldend principe voor zowel bedrijven als personen (klanten); strengere overheidsregels (zowel nationaal als internationaal) op het gebied van hygiëne en arbeidsveiligheid;
•
verdergaande ontwikkeling van de maatschappij tot een (complexe) netwerksamenleving met aandacht voor ketensamenwerking, coalitievorming, open innovatie en dergelijke;
•
meer aandacht voor risicobeheersing met gevolgen voor de inrichting van bedrijfsprocessen,
•
certificering, afdekken van risico's; minder sterke concurrentie tussen textielservicebedrijven op prijs en het toevoegen van waarde aan de keten.
5.3
Werkgebieden De huidige en toekomstige producten van textielservice bedrijven zijn grofweg in drie dominante werkgebieden te vangen. Deze werkgebieden worden in dit hoofdstuk nader uitgewerkt. Het betreft de volgende drie werkgebieden: •
materialen, die in 2030 gebruikt worden (materiaaltechnologie);
•
werkprocessen en organisatie in 2030 (intern werkproces);
•
logistieke dienstverlening en businessconcepten in 2030 (dienstverlening).
5.3.1 Materiaaltechnologie Binnen de textielbranche is sprake van vergaande ontwikkelingen op het gebied van materiaaltechnologie,
Refunctionaliseren •
waardoor het mogelijk wordt functionele eigenschappen te
houden/brengen valideren/garanderen
combineren en op termijn nieuwe specialistische functies
van functionele eigenschappen die de
aan het textiel toe te voegen. Daar doorheen spelen grondstofschaarste en eisen die vanuit de marktsectoren en de overheid worden gesteld op het gebied van duurzaamheid met consequenties voor het ontwikkelen van materialen met langere levensduur, het gebruik van hernieuwbare grondstoffen en de verbetering van
Het verlengen van de levensduur van kledingstukken door het op peil
textielproducent aangebracht heeft •
Maximale duurzaamheidswinst door afname behoefte nieuw textiel en minder verwerking (vroegtijdig) afgeschreven textiel
recyclebaarheid van het gebruikte textiel.
Pagina 32
521007063
Refunctionaliseren
Een van de technieken die zijn invloed zal doen gelden op
•
Vochtregulering
textiele materialen is de nanotechnologie. De techniek biedt
•
Vuil en Waterafstotend
mogelijkheden voor vuilafstotend textiel, dat op een andere
•
UV bescherming
manier gereinigd kan worden (bijvoorbeeld met perslucht).
•
Antibacteriële componenten, antimicrobiële finish (1e project!)
Ook kunnen er coatings worden toegevoegd die textiel niet alleen vuilafstotend maar ook vochtafstotend, ventilerende en
•
Vlamwerend / flame resistant
kleurvast maakt. Het combineren van functies wordt steeds
•
Anti-statisch
belangrijker.
•
Wrinkle-free finish (easy-to-care)
•
Anti-felting
Voor de toekomst moet rekening worden gehouden met de beschikbaarheid van zogenaamde smart textiles. Dit is de
Ketenbenadering! •
verzamelnaam voor textiel dat veranderingen in de omgeving kan waarnemen en daarop kan reageren. Deze ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt door ontwikkelingen in de nanotechnologie, biotechnologie, macro-moleculaire chemie, micro-elektronica en productietechnologie. Voor deze materialen kan men in eerste instantie denken aan specialistische toepassingen als in ziekenhuizen, sportkleding. Bij dergelijke materialen spreekt men niet langer van reinigen, maar van refunctionaliseren en reloaden op de specifieke functies die aan de materialen zijn toegevoegd. Alvorens het textiel het textielservicebedrijf verlaat dienen de functionele eigenschappen te kunnen worden gegarandeerd.
De wijze waarop dit plaatsvindt is weergegeven in de onderstaande figuur.
Pro-actieve samenwerking; synergievoordelen
•
Opbouw van breed (inter-)nationaal netwerk Technologisch Kenniscentrum Textielverzorging (TKT) − Engineering of Fibrous Smart Materials (EFSM); leerstoel − Textiel Universiteit − TwenteT.N.O. afdeling Industrie en Techniek − Saxion University of Applied Sciences − Vereniging van leveranciers voor textielreiniging (Vematex) − German Engineering Federation (VDMA) − Comité INternational de L'Entretien du Textile Internationales (CINET) − Universiteiten buitenland, o.a. in Duitsland en Italie − Centre technique industriel (CTTN) − Drycleaning & Laundry Institute (DLI) − wfk-Cleaning Technology Research Institute −
Figuur 3: Toetsen van functionele eigenschappen
Pagina 33
521007063
Een groot deel van de textiel bestaat momenteel uit katoen. De katoenproductie is een zware belasting op het milieu en niet oneindig. Voor 2030 ontstaat het risico van grondstofschaarste. Dit zal mogelijk leiden tot de volgende ontwikkelingen: •
er ontstaan nieuwe (natuurlijke) materialen met katoenachtige eigenschappen;
•
coatings dragen ertoe bij dat het materiaal nauwelijks meer gereinigd hoeft te worden. Het aantal benodigde reinigingsmomenten wordt verder teruggebracht en de technische levensduur wordt verlengd;
•
mensen hebben behoefte aan het beleven van 'nieuwe textiel'. Textielservicebedrijven spelen hier op in door het textielachtige materiaal geschikt te maken voor hergebruik. Dit kan zijn door het materiaal telkens weer te voorzien van dezelfde functionele eigenschappen.
Er zijn in 2030 meer uiteenlopende textielachtige materialen voorhanden, Dit vereist dat regeneratieproces van textielservicebedrijven hiervoor geëquipeerd is. Als gevolg van grondstofschaarste en een grotere diversiteit aan materialen zal de prijs naar verwachting stijgen. De technologische ontwikkelingen zullen leiden tot hoogwaardige producten en processen die duurzaam zijn. De investeringen in het (inter-)nationale (kennis-)netwerk leveren voor de ketenoriëntatie veel rendement (Kansen) en vragen om goed opgeleid personeel (Zwakte). Door het onderscheidende vermogen en het duurzame karakter van producten krijgt de term “efficiency” een andere invulling. Wordt nu louter naar de kostprijs gekeken (Zwakte), straks wordt gekeken naar de totale levenscyclus van een product waarbij verlenging van de levensduur en verlaging van het energieverbruik tijdens deze levensduur, de parameters zijn waarop efficiency gemeten wordt. Projecten als Lifetime en Refunctionaliseren sorteren nu al voor op deze ontwikkelingen. Partners in de keten zullen, doordat ook zij rendement halen uit de investeringen, gaan herkennen dat textielservicebedrijven op deze terreinen een toegevoegde waarde leveren. Een (h-)erkenning die van wezenlijk belang is omdat demografische en economische ontwikkelingen het begrip “schaarste” kwadrateren. De beschikbaarheid van duurzame grondstoffen staat enorm onder druk. Door verlenging van de levensduur van artikelen en het optimaliseren van het hergebruik kan deze druk afnemen.
5.3.2 Werkprocessen Een verandering van werkprocessen en organisatorische ontwikkeling kan grote impact hebben op textielservicebedrijven. Het proces van refunctionaliseren dient te worden afgestemd op materialen met andere eigenschappen. Schaalvergroting, internationalisering, risicobeheersing bepalen de organisatie van de bedrijven. Er zal sprake zijn van ketenverantwoordelijkheid met als gevolg een grotere complexiteit en behoefte aan specialistische kennis in de gehele textielketen. Samenwerking op expertisegebieden wordt daarmee een must.
Refunctionaliseren 2010 - 2030 •
Werkproces:meetbaarheid functionaliteiten
•
Kwaliteit:Certexkwaliteitsmanagementsysteem
•
ISO9001 uitgebreid met branchespecifieke eisen
•
Validatie en garantie deskundige verwerking van textiel en voor gebruiker van vereiste functionele eigenschappen
Mede onder invloed van een toenemende aansprakelijkheid voor geleverde diensten is er in de toekomst voor textielservicebedrijven meer noodzaak om functionele eigenschappen te valideren en
Pagina 34
521007063
te kunnen garanderen en daardoor risico's te minimaliseren. Hiervoor dient men over instrumenten te beschikken voor de interne kwaliteitscontrole (zie figuur uit vorige paragraaf). Het beheersen van processen, valideren en certificeren maakt hier een belangrijk onderdeel van uit. In de onderstaande figuur is de positie van het refunctionaliseren in het productieproces weergegeven. Digitalisering en robotisering kunnen eveneens een bijdrage leveren aan de interne procesbeheersing.
Figuur 4: Proces van refunctionaliseren
De overheid is in staat kennisontwikkelingen te beïnvloeden met behulp van wetten en regels. De mate waarin kennis vrijelijk met elkaar gedeeld kan worden (open source) is van essentieel belang voor continuïteit en technische ontwikkeling (onder andere op het gebied van smart materials). Kennis wordt steeds belangrijker. Lonen in opkomende economieën stijgen, waardoor concurrentie op mondiaal niveau steeds minder op prijs zal plaatsvinden. De markt zoekt naar manieren om op een zo maatschappelijk verantwoorde wijze te ondernemen zonder dat dit ten koste gaat van de concurrentiepositie. Hiervoor wordt onder andere gebruik gemaakt van materiaalontwikkeling (materiaal met lagere milieubelasting/van hernieuwbare bronnen), technologische innovaties, efficiëntere processen en met beperkte milieubelasting voor wat betreft energie en CO2. Technologisch hoogwaardige producten vragen om technologisch hoogwaardige processen. Dit stelt andere eisen aan bijvoorbeeld het opleidingsniveau van werknemers (Zwakte). Voortdurende (door-) ontwikkeling van het opleidings- en trainingsprogramma’s is daarom nodig. De toenemende specialistische hoogwaardige processen en producten (Sterktes en Kansen) leveren een groot onderscheidend vermogen en toegevoegde waarde in de keten prijsmarges kunnen toenemen (Zwakte). Dienstverlening op maat
5.3.3 Dienstverlening
•
Hotel heeft logistiek en kostentechnisch
•
Schoonmaken en bevoorraden kamers
probleem
Textielservicebedrijven stemmen hun dienstenaanbod af op de vraag van afnemers. De wijze waarop textielservicebedrijven in staat zijn om hun
arbeidsintensief en duur •
dienstverlening aan te passen op (toekomstige) veranderingen in de servicebehoefte van afnemers
uitgangspunt) •
bepaalt voor een groot deel hun toegevoegde waarde in
Textielservicebedrijf ontwikkelt speciale trolley t.b.v. bevoorrading en onderhoud
de keten. Textielservicebedrijven (her)positioneren zich binnen het krachtenveld in de keten.
Een oorzaak: ontwerp gebouw (is
kamers •
Volledig pakket incl. schoonmaakartikelen
•
Naast totale levering en verzorging linnengoed extra dienstverlening ten behoeve van optimaliseren Pagina 35 bedrijfsproces klant!
521007063
Ongeacht welk scenario zich in 2030 voordoet treedt er een ontwikkeling op waarbij de behoefte van de klant/eindgebruiker steeds meer bepalend wordt voor textielservicebedrijven. Dit vereist een meer kleinschalige benadering op niveau van regio, wijk, bedrijf of zelfs individueel huishouden. Het leveren van maatwerk en het aanbieden van diensten op individueel niveau leidt tot een hogere prijs. Er zijn diverse concepten denkbaar om de dienst betaalbaar te houden. Een veelbelovend concept zou bijvoorbeeld combinatievervoer kunnen zijn, waarbij textielservicebedrijven hun dienstenaanbod combineren met het aanbieden van overige producten of diensten op hetzelfde aggregatieniveau. Hiermee zijn textielservicebedrijven in staat een integraal dienstverleningsconcept aan te bieden aan klanten en verwerven ze een spilfunctie in de logistieke keten. Een dergelijke benadering vereist een wezenlijke verandering van businessmodellen. De kerntaak van textielservicebedrijven verschuift daarmee van leverancier van gereinigd textiel naar leverancier van specialistische toegevoegde waarde op gebied van logistiek en dienstverlening. Het textielservicebedrijf streeft daarbij naar partnerships met afnemers en draagt in belangrijke mate bij aan de innovatie van businessconcepten met afnemers. Hiermee ontstaan er nieuwe productmarktconcepten binnen en buiten de keten van textielservice, met uiteenlopende doeleinden (onder andere kennis genereren, productontwikkeling, milieudoelstelling, naamsbekendheid, werkgelegenheid). In sommige gevallen zou dit tot gevolg kunnen hebben dat een textielservicebedrijf in 2030 nog slechts een klein deel van het regeneratieproces in eigen beheer heeft. Lopende projecten als Thuiswas zetten de discussie en ideeën over duurzaamheid in een ander perspectief. Als het maatschappelijke bewustzijn er is dat 2/3 van de totale milieubelasting van kleding de gebruiksfase betreft én dat professionele reiniging optimale efficiency in energie- en waterverbruik garandeert, ontstaat ruimte om het reinigen van kleding meer te centraliseren en uit de thuissituatie te halen (Bedreiging en Kans).
Pagina 36
521007063
6
Prestatiegebieden en prestatie-eisen In hoofdstuk 5 de robuuste ontwikkelingen geconfronteerd met naar werkgebieden van de textielservice bedrijven. Deze ontwikkelingen vormen stabiele uitgangspunten voor de prestaties die de sector moet leveren om de ambitie te realiseren en energie-effcienter te worden. In dit hoofdstuk geven we per marktsector aan welke consequenties dit heeft voor de eisen die worden gesteld aan het materiaal, het werkproces en de dienstverlening.
6.1
Prestatiegebieden per marktsector Voor de branche kan onderscheid gemaakt worden in drie verschillende marktsectoren. Tot op zekere hoogte is sprake van een specialisatie voor de genoemde werkgebieden materiaaltechnologie, (intern) werkprocessen en dienstverlening. Prestatiegebieden volgen rechtstreeks uit de ontwikkelingen in en om de sector door een door alle betrokkenen als robuust en meest relevant zijn aangemerkt op basis van de SWOT en alle onderliggende analyses. Het gaat om de volgende prestatiegebieden: •
Innovatie in technologie
•
Maatwerk t.b.v. gepersonaliseerde samenleving
•
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
•
Hygiëne en arbo
•
Ketensamenwerking en coalitievorming
•
Risicobeheersing
•
Toevoegen van waarde in de keten.
Voor de drie marktsectoren is voor elk prestatiegebied
Textielservice; optimale dienstverlening:
uitgewerkt aan welke prestatie-eisen de drie
maatwerk • Juiste materialen voor specifiek gebruik • Doordacht voorraadbeheer (minder materiaal) • Efficiënte logistiek
werkgebieden moeten voldoen. De omschrijving van de prestaties zijn over het algemeen kwalitatief geformuleerd. In deze fase is het niet goed mogelijk om kwantitatieve eisen of doelen te benoemen. Met name daarvoor is input van stakeholders uit de betreffende marktsectoren onmisbaar. Het is de bedoeling om in een routekaarttraject in samenspraak met die stakeholders een gedetailleerde onderbouwing te vinden voor het formuleren van kwantitatieve doelen. Het is heel goed denkbaar dat de input van stakeholders leidt tot
Textielservice; optimaal groen
• •
Optimale afstemming reinigingsproces/type
verdere aanvullingen en prioritering van de prestatiegebieden en -eisen.
Beheerste en gecontroleerde processen
vervuiling/gebruiker
•
Minimale inzet energie, water, detergenten (+ opvang)
Pagina 37
521007063
6.1.1
Gezondheidszorg
Hieronder zijn voor de marktsector gezondheidszorg de prestatiegebieden en -eisen uitgewerkt. Bij de gezondheidszorg ligt de nadruk op de levering van gespecialiseerde materialen voor hoogwaardige toepassingen, zoals operatiekamermaterieel, werkkleding e.d. Daarnaast bestaat de markt uit het leveren van linnengoed op maat, niet alleen in ziekenhuizen, maar vooral ook in verzorgingstehuizen en in toenemende mate in de thuiszorg. Prestatiegebieden
Werkgebied
Werkgebied
Werkgebied
op grond van
Materiaaltechnologie
Werkprocessen
Dienstverlening
robuuste ontwikkelingen Innovaties in
Aanbieden hoogwaardig
Methoden om nieuwe
Levering op maat tot het
technologie
materiaal operatiekamers,
materialen te reconditioneren
niveau van de
verplegend personeel,
en hygiëniseren;
ziekhuiskamer;
onder andere materialen
Leren omgaan met high tech
Specialty goods voor bijv.
voorzien van sensoren en
materialen
operatiekamer
specifieke functies Maatwerk t.b.v.
Aansluiten met technolo-
Toevoegen van belevings-
Ontzorging van verplegend
gepersonaliseerde
gische ontwikkelingen bij
elementen. Individueel
personeel; Inspelen op
samenleving
de persoonlijke voorkeuren/
bepalen van de gewenste
thuiszorg met fijnmazige
zorggebieden van
behandeling voor een
distributie
patiënten
textielproduct
Maatschappelijk
Bij inkoop aandacht voor
Reconditioneren met
Hanteren van duurzame
verantwoord
hernieuwbare (natuurlijke)
verminderde milieubelasting
logistieke concepten;
ondernemen
grondstoffen,
(o.a. energie); Stimuleren van
Adviseren en inspelen op
levensduurverlenging en
(regionale) werkgelegenheid
duurzaamheidwensen van
duurzame productieketens
en "goed werkgeverschap"
afnemers
Materialen die zich
Opleiden en bijscholen van
Aandacht voor hoge
hygiënisch laten reinigen
medewerkers om veiligheid
hygiëne-eisen bij distributie in ziekenhuizen
Hygiëne en arbo
en met specifieke
en continue kwaliteit te
functionele eigenschappen.
kunnen waarborgen.
Hoge veiligheids-
Toepassen van andere
voorschriften aan nieuwe
vormen van hygiënisatie
producten en materialen Ketensamenwerking
Inzet van gebruikers-
Samenwerking met
Meer regie in de keten
en coalitievorming
groepen bij bepalen
leveranciers van apparatuur
Huis aan huis distributie
functionele eisen en
en chemicaliën
laten aansluiten bij bestaande systemen
behoeftes aan innovatie Risicobeheersing
Gebruik van materialen met
Interne opleiding op gebied
Inbouwen van (logistieke)
kwaliteitscertificaten
van materiaalherkenning,
zekerheden, tracking en
procesbeheersing en
tracing
certificering Toevoegen van
Gedifferentieerde inzet van
Aandacht voor besparing van
Inspelen op
waarde in de keten
multi-use en single-use
energieën arbeidskosten;
personeelstekort in de
materialen, high tech
Onderscheiden van
zorg: taken overnemen;
materialen
concurrentie (en toevoegen
Kostenbesparing door
van waarden) door focus op
eigenschappen materiaal
Unique Selling Point Tabel 3: Prestatiegebieden en -eisen Gezondheidszorg
Pagina 38
521007063
6.1.2 Handel
en industrie
Hieronder zijn voor de marktsector handel & industrie de prestatiegebieden en –eisen uitgewerkt. Bij de handel en industrie ligt de nadruk op de levering van bedrijfskleding met hoge eisen op het gebied van functionele eigenschappen. Prestatiegebieden
Werkgebied
op grond van
Materiaaltechnologie
Werkgebied
Werkgebied
Werkprocessen
Dienstverlening
robuuste ontwikkelingen Innovaties in
Aanbieden van verschillen-
Methoden om de
Breed aanbod van
technologie
de materialen voor
werkkleding te
materialen voor
verschillende toepassingen
reconditioneren, bijvoorbeeld
verschillende functies
in vooral werkkleding (bijv.
droog reinigen
vuilafstotende kleding) Maatwerk tbv
Toepassen van geavan-
Reconditioneren van
Proactief ondersteunen van
gepersonaliseerde
ceerde printtechnieken,
uiteenlopende materialen;
afdelingen marketing en
samenleving
smart textiles en verschil in
Traceren van materialen tot
facilitaire dienst door
uitstraling en comfort van
op persoonsniveau
advies op maat
materialen; Bijdrage in ontwikkeling toepassing Maatschappelijk
Bij inkoop aandacht voor
Toepassen energiezuinige
Aandacht voor energie-
verantwoord
hernieuwbare grondstoffen,
vormen van reconditioneren
zuinige transportsystemen;
ondernemen
levensduurverlenging en
Adviseren en inspelen op
duurzame productieketens
duurzaamheids-wensen bij klanten
Hygiëne en arbo
Aanbieden van materialen
Opleiden en bijscholen van
Aandacht voor hygiëne-
die zich hygiënisch laten
medewerkers om veiligheid
eisen bij distributie
reinigen;
en continue kwaliteit te
Speciale high tech
kunnen waarborgen;
werkpakken op grond van
Toepassen van andere
veiligheidsvoorschriften
vormen van hygiënisatie
Ketensamenwerkin
Inzet van
Verwerven van
g en coalitievorming
gebruikersgroepen bij
specialistische kennis;
bepalen functionele eisen
Samenwerking met
en behoeftes aan innovatie
leveranciers van apparatuur
Meer regie in de keten
en chemicaliën Risicobeheersing
Gebruik van materialen met
Interne opleiding op gebied
Inbouwen van (logistieke)
kwaliteitscertificaten
van materiaalherkenning,
zekerheden, tracking en
procesbeheersing en
tracing
certificering Toevoegen van
Gedifferentieerde inzet van
Aandacht voor besparing op
Kostenbeheersing in
waarde in de keten
multi-use en single-use
energie en arbeidskosten;
logistiek en transport
materialen, high tech
Onderscheiden van
materialen
concurrentie door focus op Unique Selling Point
Tabel 4: Prestatiegebied en -eisen Handel en Industrie
Pagina 39
521007063
6.1.3 Horeca
en recreatie
Hieronder zijn voor de marktsector horeca & recreatie de prestatiegebieden en - eisen uitgewerkt. Bij deze marktsector ligt de nadruk op de levering van werkkleding, linnengoed e.d. De nadruk ligt meer op logistieke dienstverlening en beleving dan op nieuwe materialen. Prestatiegebieden
Werkgebied
Werkgebied
Werkgebied
op grond van
Materiaaltechnologie
Werkprocessen
Dienstverlening
robuuste ontwikkelingen
Innovaties in
Verschillende materialen
Reconditioneren van
Initiërend en adviserend bij
technologie
voor verschillende
uiteenlopende materialen en
ontwikkeling van nieuwe
toepassingen;
traceren van materialen tot op
materialen;
Geavanceerde
persoonsniveau;
Proactief ondersteunen van
printtechnieken, smart
Opleiden en bijscholen van
afdelingen marketing en
textiles en verschil in
medewerkers om vanuit
facilitaire dienst door
uitstraling en comfort van
reinigingsexpertise en
advies op maat
materialen
klantenkennis bij te dragen
Maatwerk tbv
Aandacht voor uitstraling
Aandacht voor nieuw
gepersonaliseerde
en belevingsaspecten;
processen als droog reinigen,
persoonsniveau gericht op
samenleving
Vuilafstotende materialen
digitaal veredelen;
wensen van de eindge-
Belevingselementen
bruiker; Logistieke
toevoegen
concepten gericht op
aan nieuwe ontwikkelingen Advies en aanbod op
ontzorgen van de klant Maatschappelijk
Bij inkoop aandacht voor
Energiezuinige vormen van
Inzet van energiezuinige
verantwoord
hernieuwbare grond-
reconditioneren
transportsystemen;
ondernemen
stoffen en levensduur-
Inspelen op
verlenging en duurzame
duurzaamheids-wensen bij klanten
productieketens Hygiëne en arbo
Materialen die zich
Opleiden en bijscholen van
Aandacht voor hygiëne-
hygiënisch laten reinigen
medewerkers om veiligheid
eisen bij distributie
en continue kwaliteit te kunnen waarborgen
Ketensamenwerkin
Inzet van gebruikers-
Verwerven van specialistische
g en coalitievorming
groepen bij bepalen
kennis; Samenwerking met
functionele eisen en
leveranciers van apparatuur
Risicobeheersing
Meer regie in de keten
behoeftes aan innovatie
en chemicaliën
Gebruik van materialen
Interne opleiding op gebied
met kwaliteitscertificaten
van materiaalherkenning,
zekerheden, tracking en
procesbeheersing en
tracing
Inbouwen van (logistieke)
certificering Toevoegen van
Gedifferentieerde inzet
Aandacht voor energie-
Kostenbeheersing in
waarde in de keten
van multi-use en single-
besparing en besparing op
logistiek en transport
use materialen, high tech
arbeidskosten
materialen
Tabel 5: Prestatiegebied en -eisen Horeca en recreatie
Pagina 40
521007063
6.2
Prestatie-eisen energie efficiency De routekaart benadering gaat uit van een veronderstelde energie-efficiencyverbetering van 50% binnen de bedrijven en in de keten. Deze verbetering geldt voor 2030 ten opzichte van 2005. Hieronder is getracht een onderbouwing te geven van de mogelijkheden op dit gebied. Een deel van de energie-efficiencyverbetering zal kunnen worden bereikt in het kader van de MJA3
Textielservice: optimaal duurzaam
afspraken, waarin wordt uitgegaan van 30%
•
Minder slijtage textiel
efficiencyverbetering in de periode 2005 – 2020.
•
Verlenging functionaliteit (minder
In de afgelopen jaren is een gemiddelde jaarlijkse
materiaal)
efficiencyverbetering van 2,44% bereikt, vooral op grond
•
Langere levensduur
van verbetering van de procesefficiency in het industriële wasserijproces. In de resultatenbrochure 2008 voor de MJA's is aangegeven dat in de branche de doelstellingen
Voorbeeld; Project Lifetime (2009)
ruimschoots zijn gehaald en dat gelet op het
•
Materiaalkeuze/-inzet
activiteitenprogramma van bedrijven en op
•
Procesbeheersing
brancheniveau, de verwachting reëel is dat de gestelde
•
Technologie ontwikkeling
doelen ook in de komende jaren gehaald zullen worden.
(proces / detergent)
In paragraaf 2.6 is aangegeven welke procesverbeteringen daarbij een belangrijke rol zullen spelen. In de komende tien jaar (periode 2010 – 2020), zal de branche ongetwijfeld te maken krijgen met de wet van de verminderde meeropbrengst als de meeste bedrijven zijn overgeschakeld op moderne apparatuur en procesvoering. Verdergaande efficiencyverbeteringen zijn te verwachten door middel van ketenefficiency, zoals van energiezuinige productontwikkeling en wellicht van de opwekking van duurzame energie. De verdergaande energiewinst tot 50% zal behaald gaan worden uit systeeminnovaties, zoals hierboven benoemd in paragraaf 6.1. Bij een vertaling van de prestatiegebieden naar energie komen we op de volgende prestaties voor energie: •
in de keten is energiewinst te bereiken door het gebruik van andere materialen (bijvoorbeeld vuilafstotende kleding) en reinigingsprocessen die minder energie vragen (het is denkbaar dat er vezels op de markt komen die minder vaak gereinigd hoeven worden of zich gemakkelijk droog laten reinigen). Afhankelijk van de snelheid van deze technologische innovatie en de omvang van de toepassing van deze vezels kan dit een aanzienlijk omslag betekenen voor het interne werkproces en leiden tot een forse energiewinst;
•
in distributie en transport kan energiewinst worden bereikt door aan te sluiten bij bestaande fijnmazige distributiesystemen en het gebruik van energiezuinige transportmiddelen;
•
door vezelherkenning, tracking en tracing en dergelijke kan energiewinst geboekt worden bij de interne procesvoering (bijvoorbeeld in de
Logistiek •
Nu 0,1 km/kg wasgoed
•
Potentiele besparing: 50% in kilometers zijnde 150 – 170 TJ/jaar
•
Optimalisatie planning, afspraken en inzet zelfreinigend en antimicrobieel textiel
belading en sortering).
Pagina 41
521007063
Verder is er energiewinst te bereiken door de volgende effecten op andere ketens: •
door een grotere aandacht voor duurzame productieketens, langere levensduur en hoogwaardige recycling van textiele vezels ontstaat energiewinst in het primaire productieproces van textiel (energiezuinige productontwikkeling, cradle to cradle);
•
door taken over te nemen van klantgroepen als gezondheidszorg en horeca wordt energiewinst bereikt binnen de werkprocessen van deze klantgroepen. Dit zal mogelijk leiden tot toename van energiegebruik bij de textielservicebedrijven met als waarschijnlijk resultaat een verlaging van het overall energiegebruik;
•
door het verwerven van een marktaandeel in de particuliere textielverzorging (onder andere onderhoud bedrijfskleding en bijzondere textieltoepassingen) zal bespaard kunnen worden op het energiegebruik in huishoudens. Dit zal mogelijk leiden tot toename van het energiegebruik bij de textielservicebedrijven maar een verlaging van het overall energiegebruik in de keten;
•
het gebruik van nieuwe hightech materialen als smart textiles leidt tot het waarnemen (met sensoren) van
Vermindering productieuitval •
Uitval van 0,7% naar 0,4%
•
Per ton wasgoed 4 kg minder inkoop
•
Besparing 100 - 130 TJ/jaar
Door: •
Lage wastemperaturen
•
Verbeterde materialen
•
Refunctionaliseren (Bijlage 5)
omgevingsveranderingen en het reageren daarop door aanpassen van de eigenschappen. Toepassingen
worden vooral voorzien in beschermende kleding, medische toepassingen, sportkleding en specifieke niches. Deze innovaties kunnen leiden tot energiebesparingen door minder behoefte aan verwarming of verlichting. Er is op dit moment onvoldoende gekwantificeerde detail informatie beschikbaar om eisen voor energie efficiency te koppelen aan de afzonderlijke prestatiegebieden en werkgebieden. Ook is de onzekerheid over de aard en omvang van de effecten nu nog te groot. Niettemin mag worden verwacht dat op grond van een combinatie van korte termijn procesverbeteringen, energiezuinige productontwikkeling en meer op de lange termijn gerichte systeeminnovaties een energieefficiencyverbetering van 50% in 2030 bereikbaar is.
6.2.1
Prognose energie-efficiencyverbetering Op basis van de verwachtingen voor de periode 2009 2012 wordt een verwachting uitgesproken voor de periodes
Vermindering consumentenwas
2013 - 2020 en 2021 - 2030. Deze splitsing sluit aan bij de
•
Meer dienstkleding professioneel reinigen
figuur van paragraaf 2.6.1 waarin de omslag van procesnaar ketenoriëntatie gevisualiseerd wordt.
•
In de periode 2013 - 2020 zal Procesefficiency tot 5% extra
•
25.000 ton extra productie en minder thuiswas Primaire besparing: 50 TJ/jaar
besparingen kunnen leiden door projecten als (Bijlage 5)
Energiebalans. De besparing als gevolg van de inzet van Duurzame energie zal met 10% extra kunnen groeien en dit
geldt ook voor Ketenefficiency. Voor laatstgenoemde categorie zijn ketengeoriënteerde projecten nodig die meer tijd vragen. Voor verwachting voor de periode 2021 - 2030 wordt de extra groei van Procesefficiency gehandhaafd op 5%. De inzet van Duurzame energie en Ketenefficiency zullen harder groeien met respectievelijk 20 en 25%.
Pagina 42
521007063
Prognose energie-efficiencyverbetering 2009 - 2030
Categorie
Verwachting
Verwachting
Verwachting
2009-2012
2013 - 2020
2021 - 2030
Subcategorie (TJ)
Energiebesparingsprojecten in
MJA
Procesefficiency
utilities en gebouwen
en energiezorg
Energiezorg en good-
Inzet duurzame energie
Ketenefficiency
(TJ)
(%)
(%)
(%)
95,36 200,25
210,26
28,2
29,61
19,08
20,03
0,12
0,12
13,43
9,09
0,058
Subtotaal procesefficiency
117,94
Ingekochte duurzame energie
41,3
Subtotaal inzet duurzame
41,3
energie
7,87 (%)
247,65
16,52 (%)
260,02
90,86
2,76 (%)
90,86
82,6
5,8 (%)
7,89
17,358
21,69
Optimalisatie levensduur
3,78
8,31
10,39
Optimalisatie distributie
0,14
0,3
0,38
Vermindering energiegebruik
0,14 0,3
tijdens productgebruik
Totaal
11,95
17,35(%)
99,12
Materiaalbesparing
Subtotaal ketenefficiency
MJA prestatie
housekeeping Strategische projecten
MJA prestatie
processen Energiebesparingsprojecten in
(TJ)
prestatie
6,96(%)
0,38
0,80 (%)
26,268
1,76 (%)
171,19 11,42 (%)
364,778
24,08(%)
23,9
2,2(%)
342,376 26,51(%)
Tabel 6: verwachting besparingen
Pagina 43
521007063
7
Plan van aanpak routekaart
7.1
Inleiding De textielverzorgingsbranche, vertegenwoordigt in en door de FTN, gaat een routekaart opstellen om tot 50% energie-efficiencyverbetering in 2030 te komen. Basis hiervoor vormt deze Voorstudie, die aantoont dat grote veranderingen in technologie, materialen, businessconcepten en logistiek gepaard kunnen gaan met forse verbeteringen van de energieprestaties. De maatschappelijke meerwaarde en economische betekenis van de textielservicesector neemt toe: er ontstaan nieuwe markten en businessconcepten en de sector draagt als textielservice-specialist bij aan gezondheid, veiligheid, welzijn en comfort van werknemers, patiënten en consumenten. Product- en energieinnovaties gaan daarbij hand in hand. In de toekomst wil de textielservicebranche niet alleen zelf een meer duurzame sector zijn, maar ook onze klanten adviseren over de wijze waarop textielservice kan bijdragen aan meer duurzaamheid in de eigen sector. Hiermee komt een nieuw besparingspotentieel in het vizier dat vele malen groter is dan de besparing die mogelijk is in onze eigen sector. Dit vergt een omschakeling in de benadering en in de werkwijze. Het primaire proces verschuift langzaam van het reinigen van textiel op specificatie naar het leveren van op maat toegesneden dienstverleningsconcepten op gebied van textielservice. De routekaart gaat duidelijk maken hoe het transitiepad naar de textielservice in 2030 eruit gaat zien en hoe de energie-efficiencyverbetering gestalte gaat krijgen. In nauwe samenwerking met ketenpartners en kennisinstellingen gaan de textielservicebedrijven gezamenlijk deze routekaart opstellen. Branchevereniging FTN trekt het proces. In de aanpak wordt op verschillende beeldbepalende marktsegmenten van de textielverzorging in de gezondheidszorg, handel & industrie en horeca & recreatie ingezoomd. Vanuit herkenbare toekomstbeelden (bijv. ziekenhuis van de toekomst, hotel van de toekomst, thuiszorg 2030) en daarop verder toegespitste prestatieeisen wordt m.b.v. backcasting-methodieken een concreet innovatieprogramma ontwikkeld. In dit hoofdstuk leest u in meer detail hoe het routekaarttraject wordt opgezet.
7.2
Waarom is een routekaart zinvol? Tijdens het voorstudietraject is onder andere tijdens workshops, interviews het beeld bevestigt dat ondanks de reeds behaalde successen- nog grote energie-efficiencyvoordelen te behalen zijn in de keten. Uit een workshop met de belangrijkste toeleveranciers bleek dat er door betere afstemming en gezamenlijke productontwikkeling veel te besparen valt. Tijdens het gesprek met de branchevereniging van textielproducenten en tijdens de gesprekken met de Universiteit van Twente bleek eveneens dat innovaties en samenwerking tot een grote besparing kan leiden in de keten. De workshops met directieleden van de meest toonaangevende bedrijven uit de branche leverde als conclusie op dat textielservicebedrijven sterk gemotiveerd zijn om in actie te komen en daadwerkelijk met energie-efficiency aan de slag te gaan.
Pagina 44
521007063
De ambitie van de bedrijven vraagt een ingrijpende omschakeling van de branche van een op kosten georiënteerde industriële dienstverlener naar een logistieke dienstverlener die zich als partner opstelt bij het oplossen van vraagstukken maar vernieuwing en verduurzaming vooral zelf initieert. Er is echter nog onvoldoende zicht op de maatregelen die de grootste bijdragen kunnen leveren aan energiebesparing. Ook is de impact van bepaalde ontwikkelingen (bijvoorbeeld de opkomst van nanotechnologie of elektrisch vervoer) op de branche nog niet specifiek genoeg. Omdat bedrijven uit de textielservice van oudsher behoudend zijn en omdat er nog te veel onduidelijkheden zijn, blijven grote bedrijfsinvesteringen voor de lange termijn uit. De Routekaart levert informatie die meer duidelijkheid verschaft over noodzaak en mogelijke opbrengst van dergelijke investeringen. Onze ambitie is om niet alleen zelf een meer duurzame sector zijn, maar ook onze klanten te adviseren over de wijze waarop textielservice kan bijdragen aan meer duurzaamheid in andere sectoren. Hiermee wordt een een nieuw besparingspotentieel aangeboord dat vele malen groter is dan de besparing die mogelijk is in onze eigen sector. Om dit te kunnen doen moeten we meer zicht zien te krijgen op de toekomstig behoefte van onze klanten en van de eindgebruiker. Hiervoor is afstemming en intensieve samenwerking nodig. maar dat is individuele bedrijven een onhaalbare kaart. Een gezamenlijke Routekaart kan hierin voorzien.
7.3
Doel en resultaat Op basis van de resultaten uit hoofdstuk 1 t/m 6 (Voorstudie) wordt de toekomstvisie verder uitgewerkt en geconcretiseerd in de vorm van een routekaart. Daarmee krijgen textielservicebedrijven een instrument in handen om hun toekomstvisie daadwerkelijk te kunnen realiseren. Het resultaat van de routekaart is dat er op belangrijke onderwerpen en speerpunten voor de branche concrete doelen en actielijnen worden geformuleerd, waarmee de transitie naar nieuwe en energiezuinige businessconcepten in gang wordt gezet (zie ook figuur 5). De routekaart kan in die zin worden getypeerd als een toekomstagenda met een bijbehorend actieprogramma, toegespitst op de branche.
Figuur 5: Trechtermodel.
In dit plan van aanpak beschrijven we hoe de routekaart voor de textielservicebranche eruit gaat zien, wat de belangrijke elementen daarin zijn en hoe het traject gaat verlopen.
Pagina 45
521007063
7.4
Focus en uitgangspunten
7.4.1
Algemeen: toekomstvisie als uitgangspunt De routekaart is gebaseerd op de resultaten van de Voorstudie. De daarin verwoorde toekomstvisie voor 2030 (zie kader hierna) geldt daarbij als uitgangspunt. In de routekaart zoomen we in op de dominante prestatiegebieden en beeldbepalende marktsegmenten, zoals in hoofdstuk vijf gepresenteerd. Binnen deze segmenten worden concrete doelen en prestatie-eisen geformuleerd en vindt er een nadere uitwerking plaats naar energieinnovaties en actielijnen. Sectorvisie 2030 De Voorstudie maakt duidelijk dat de textielservicesector er in 2030 heel anders uit zal zien dan nu het geval is. De sector voorziet niet alleen in een behoefte aan schoon textielachtig materiaal, maar levert ook een maatschappelijke meerwaarde op gebied van gezondheid, veiligheid, welzijn en comfort. Ze doet dit onder andere door het aanbieden van nieuwe businessconcepten, productdifferentiatie (ketenverbreding) en ketensamenwerking. Daarvoor zoeken textielservicebedrijven naar samenwerking in binnen- en buitenland. In 2030 zijn er nieuwe textielachtige materialen en zijn er meer verschillende materialen voorhanden dan nu het geval is. Textiel wordt meer functioneel ingezet vanwege specifieke (combinaties van) eigenschappen van het materiaal. Voor specialistische toepassingen zijn er textielachtige materialen voorhanden die voorzien zijn van micro-elektronische componenten, zoals sensoren, zonnefolie, biomedische bewegingsmelders, en dergelijke. Dit maakt het mogelijk dat het materiaal zich autonoom aanpast aan veranderingen in de omgeving (zogenaamde Smart Textiles). Als gevolg van grondstofschaarste bestaat de grote massa uit textielproducten met een verlengde levensduur of gecombineerde vezels (textiel gecombineerd met kunststof). In 2030 zal de materiaalsamenstelling eenvoudig te herleiden zijn en kan het materiaal nagenoeg volledig worden hergebruikt. Door oppervlaktebehandeling van textielachtige materialen (zoals nano technologie) kunnen de functionele eigenschappen van het materiaal vergaand worden beïnvloed. De grote verscheidenheid aan materialen vraagt van behandel- en reinigingsprocessen dat deze in staat zijn het materiaal te herkennen en van de vereiste behandeling te voorzien. Door de kritische houding van consumenten en toenemende wet- en regelgeving vanuit de overheid gaat er bij textielservicebedrijven veel aandacht uit naar het interne kwaliteitssysteem. Maatschappelijk verantwoord ondernemen is een randvoorwaarde en gemeengoed. De primaire activiteit van textielservicebedrijven is in 2030 gericht op het toevoegen van waarde in de textielketen. De wijze waarop dit gebeurt is sterk afhankelijk van de vraag van de klant en eindgebruiker. Daarmee ontstaan er nieuwe businessconcepten waarbij de focus van de dienstverlening kan verschuiven richting dienstverlenende activiteiten in het verlengde van de keten. Voorbeelden daarvan zijn logistiek maatwerk of textielservicebedrijven die in een hotel ook de bedden opmaken en de handdoeken op de kamers leggen. Op materiaalniveau ontstaan er concepten die gericht zijn op het opnieuw geschikt maken van textielachtige materialen met exact dezelfde functionaliteiten (refunctionaliseren), waarmee een constante kwaliteit kan worden gegarandeerd.
Deze algemene – branchebrede – toekomstvisie wordt in het routekaarttraject verder geconcretiseerd voor enkele beeldbepalende marktsegmenten.
Pagina 46
521007063
7.4.2
De toekomstvisie moet gaan leven Om tot een concrete en aansprekende routekaart te komen wordt ingezoomd op enkele beeldbepalende marktsegmenten binnen de drie marktsectoren gezondheidszorg, handel en industrie en horeca en recreatie (zie figuur). Wij denken aan de volgende "beeldende segmenten" die samen met stakeholders uit de betreffende marktsectoren willen invullen: •
ziekenhuis van de toekomst;
•
verzorging/verpleging/behandeling in 2030;
•
technische industrie: metaalbewerking in 2030;
•
representatie zakelijke dienstverlening
•
hulpverlening: brandweer van de toekomst;
•
hotel van de Toekomst.
Ook willen we een nieuw segment toevoegen: "Thuiswassen in 2030". Uit de Voorstudie blijkt dat hier een interessante groeipotentie ligt. De marktsegmenten spelen een belangrijke rol in de toekomstige markt voor textielservicebedrijven, hebben een sterke uitstraling en voorbeeldwerking naar en voor de hele sector en binnen deze segmenten valt belangrijke energie-efficiencywinst te behalen (zie figuur 6).
Figuur 6: Marktsectoren en marktsegmenten.
De overall-doelstelling bedraagt 50% verbetering van de energie-efficiency voor de branche als geheel in 2030 ten opzichte van 2005. In de bovenstaande figuur is deze 50% indicatief onderverdeeld naar de bijdrage van de drie marktsectoren. De getallen zijn relatieve percentages ten opzichte van de totale doelstelling voor energie-efficiency. Het gearceerde deel onderin geeft het belang aan van dit segment voor de ontwikkelingen voor de textielservice-branche, met name omdat het in grote mate bijdraagt aan de doelstelling van energie-efficiency of omdat het beeldbepalend is voor andere segmenten of toepassingsgebieden. De genoemde percentages en de onderlinge verhoudingen zijn nu niet meer dan indicaties voor het bereiken de overall-doelstelling voor energie-efficiency. Tijdens de verdere uitwerking in het routekaarttraject wordt meer inzicht verkregen en worden de reële energiedoelen vastgesteld (zie paragraaf 6.3).
Pagina 47
521007063
7.4.3
Focus op energie-innovaties in de keten Kenmerkend voor de routekaart is de focus op lange termijnontwikkelingen in de transitiesfeer. Dat wil zeggen dat de focus ligt op ontwikkelingen die kunnen worden opgevat als systeeminnovaties, zoals verwoord in de prestatiegebieden uit het vorige hoofdstuk (keteninnovaties). Naast energie-innovaties in de keten staan komende jaren verbeteringen binnen bestaande concepten en werkprocessen op de agenda. Deze worden met name behaald uit technische innovaties (bijvoorbeeld nieuwe reinigingsinstallaties die minder warmte, water of energie verspillen), productverbeteringen en een efficiëntere procesinrichting. De afgelopen jaren is hier door de branche fors in geïnvesteerd. Branchevereniging FTN blijft de komende jaren projecten initiëren en faciliteren, die als doel hebben interne werkprocessen te optimaliseren. Tot 2011 worden er jaarlijks circa 10 nieuwe projecten gestart ter waarde van 300.000 Euro. Tegelijkertijd ziet de branchevereniging dat er in toenemende mate winst valt te behalen uit nieuwe afzetmarkten en nieuwe doorbraken. In figuur 7 is de energie-efficiencybijdrage uit product- en procesoptimalisatie en van de 'systeeminnovaties' weergegeven. De focus van de routekaart betreft het roze en blauw-gearceerde deel.
Figuur 7: Energie-efficiency tot 2030
7.4.4
Verdere uitgangspunten •
De routekaart richt zich hoofdzakelijk op textielservicebedrijven in Nederland. Hoewel een belangrijk deel van de textielproductie inmiddels plaatsvindt in het buitenland, lijkt een dergelijke ontwikkeling voor wat betreft de textielservice niet voor de hand te liggen. Relatief lage marges, hoge transportkosten en een lange doorlooptijd liggen hieraan ten grondslag.
Pagina 48
521007063
•
De routekaart levert op basis van aangescherpte beelden van marktsegmenten een vertaling van prestatiegebieden naar concreet geformuleerde en gekwantificeerde prestatie-eisen en van daaruit naar energiedoelstellingen voor de branche. Om dubbeltelling te voorkomen zullen de energiebesparingdoelstellingen worden toegerekend aan de verschillende betrokken branches in de keten.
•
Omdat de ontwikkelingen in de textielservicebranche nauw verweven is met de ontwikkelingen andere sectoren zal er in het routekaarttraject op een aantal onderwerpen intensief worden samengewerkt met kennisinstellingen, de textielindustrie, de maakindustrie en met gebruikersgroepen uit de marktsectoren.
7.5
Te doorlopen stappen In het routekaarttraject worden de volgende stappen doorlopen: 1.
Startbijeenkomst en bepalen definitieve aanpak
2.
Toekomstprofielen en prestatie-eisen
3.
Opstellen doelenboom en transitiepaden
4.
Identificeren actielijnen
5.
Formuleren toekomstagenda en innovatieprogramma
Hierna worden de stappen bondig toegelicht. Tijdens stap 1 zal een nadere uitwerking plaatsvinden.
7.5.1
Stap 1: startbijeenkomst en bepalen definitieve aanpak Doel: Een plan van aanpak voor het routekaarttraject van de begeleidingsgroep en de werkgroepen waarvoor commitment bestaat bij alle betrokken partijen (ook in de keten). Resultaat: een plan van aanpak, commitment en capaciteit . Aanpak: FTN stelt samen met KplusV stelt een startnotitie op, gebaseerd op het onderhavige plan van aanpak,. De startnotite wordt voorafgaand aan de bijeenkomst toegestuurd naar de begeleidingsgroep. Naast FTN zullen KplusV en Agentschap NL deelnemen aan de startbijeenkomst. Namens FTN zal Bureaudirecteur P. Wennekes de bijeenkomst voorzitten. In de startbijeenkomst met de begeleidingsgroep wordt het plan van aanpak in detail doorgelopen en worden de volgende onderwerpen besproken en aangescherpt: •
keuze en selectie van beeldbepalende marktsegmenten (zie stap 2). De selectie wordt bepaald op basis van een set aan criteria. Belangrijk is daarbij de relevantie voor de marktsector, de groeipotentie voor de branche, de bijdrage aan de MJA-doelstellingen en de mate waarin het concept beeldbepalend is voor brede toepassing;
•
betrokkenheid van stakeholders en samenstelling van de werkgroepen. De samenstelling van de werkgroepen zal per marktsector variëren;
•
In totaal zijn er drie werkgroepen die zich zullen focussen op de marktsegmenten en ervoor zorgen dat de hierboven beschreven verdiepingsslag (stappen 2 tot en met 4) worden gemaakt. In de werkgroepen participeren de drie bestaande platforms die FTN al enkele jaren als klankbordgroepen heeft, stakeholders, individuele textielservicebedrijven, ketenpartners , vertegenwoordigers van gebruikersgroepen , materiaalexperts , technische experts en minimaal een FTN-medewerker per werkgroep, die deze ook voorzit. Bijlage 3 geeft behalve een chronologisch overzicht van de ontwikkeling van de Voorstudie ook een overzicht van betrokken personen, bedrijven en instellingen. In het vervolgtraject zullen zij ook een rol spelen met aanvulling van relevante (markt-)partijen.
Pagina 49
521007063
Op basis van de startbijeenkomst wordt het plan van aanpak aangescherpt. Vervolgens worden er startbijeenkomsten met de drie werkgroepen (per marktsector) gehouden waarin de aanpak en de rol van de partijen en werkgroepdeelnemers worden toegelicht.
7.5.2
Stap 2: toekomstprofielen en prestatie-eisen Doel: schetsen van aansprekende toekomstprofielen voor beeldbepalende marktsegmenten binnen de textielservicesector, waarmee de innovatie-uitdaging gestalte krijgt. Resultaat: zes herkenbare toekomstbeelden voor de marktsegmenten gezondheidszorg, handel & industrie en horeca & recreatie en een lijst met prestatie-eisen voor textielverzorging in de toekomst. Aanpak: deze stap bestaat uit de volgende acties: 1.
FTN en KplusV organiseren in totaal drie bijeenkomsten, voor elke werkgroep een. FTN nodigt de deelnemers uit en verzorgt de locatie. KplusV bereidt de bijeenkomsten voor.
2.
Namens FTN zal er één medewerker aanwezig zijn en namens KplusV zullen er twee medewerkers aanwezig zijn bij elke bijeenkomst. Tijdens het gesprek worden er door de groep twee aansprekende toekomstprofielen geselecteerd die beeldbepalend zijn voor het marktsegment. Per profiel wordt er ingezoomd op de kernkarakteristieken, net zo lang totdat er een gedetailleerd en volledig beeld is ontstaan. Van het gesprek maakt KplusV een verslag en stuurt dit naar FTN voor verdeling.
3.
Indien daar aanleiding toe is zal KplusV in overleg met FTN enkele aanvullende interviews houden met sleutelfiguren uit een van de segmenten om de beelden verder aan te scherpen. Ook hiervan wordt door KplusV verslag gedaan.
4.
Op basis van de bijeenkomst en de aanvullende interviews zal KplusV de zes beeldbepalende toekomstprofielen verder uitwerken en aan FTN sturen.
5.
De toekomstprofielen worden in de begeleidingsgroep besproken. De route wordt bepaald om de toekomstprofielen te vertalen naar prestatie-eisen voor textielservice bedrijven. De prestatie-eisen maken duidelijk waaraan de textielservice binnen de segmenten in 2030 moet voldoen. Deze prestatie-eisen zijn nu nog niet concreet genoeg maar deze concretisering is het resultaat van deze en de volgende stap. Een eerste aanzet voor de presentatie-eisen in beschreven in hoofdstuk 6. Nadere definiëring en operationalisering van prestatie-eisen is dus nodig. Belangrijk daarbij is dat prestatie-eisen als variabelen worden geformuleerd en dat daarbij steeds ook een norm ("de eis") wordt aangegeven.
Voorbeelden: vanuit het perspectief van (bijvoorbeeld) het ziekenhuis van de toekomst, het metaalbedrijf en hotel van de toekomst wordt geschetst hoe textielgebruik en textielverzorging eruit zien (zie kader met enkele voorbeelden). Ziekenhuisbed van de toekomst Een ziekenhuisbed waarvan het bedlinnen tal van patiëntgegevens (onder andere bloeddruk, hartslag, temperatuur) permanent registreert met behulp van sensoren. Bij afwijkingen wordt er een melding doorgegeven aan de verpleging. Het bedlinnen is ontworpen voor (of aan te passen aan) de specifieke wensen van de eindgebruiker, bijvoorbeeld voorzien van een hoog absorptievermogen in verband met bloed- en urineverlies, een regelbare temperatuur en hardheid. Daarnaast wordt er door het bedlinnen gedurende een bepaalde periode gedoseerd geur afgegeven, waardoor het aangenaam ruikt. Aan het eind van de gebruiksperiode dient een textielservicebedrijf het materiaal opnieuw geschikt te maken voor hergebruik. Het materiaal is gegarandeerd schoon en antibacterieel, wat inhoudt dat een textielservicebedrijf deze eigenschappen valideert (en garandeert).
Pagina 50
521007063
Politie-uniform van de toekomst Het uniform van de politie is voorzien van tal van functies. Alle ritsen en vakken zijn dusdanig gepositioneerd (ontworpen) dat ze logisch zijn waardoor ze in noodsituaties snel worden gevonden. De kleding past zich automatisch aan op basis van de externe omstandigheden, waardoor een agent het nooit te warm of te koud heeft en geen last heeft van vocht. Het uniform is voorzien van een coating met PV-cellen die energie opwekken voor elektronisch ingebouwde toepassingen, zoals handsfree functie, gps, internet. Ook veiligheidstoepassingen waarmee agenten zich kunnen beschermen of verdachten kunnen opsporen (detectie). Tot slot is het uniform slijtvast, snijwerend tegen scherpe voorwerpen (zoals bijvoorbeeld een mes of glas).
7.5.3
Stap 3: Backcasting: doelenboom en transitiepaden Doel: vanuit toekomstbeelden terugredeneren en tussentijdse doelen en resultaten uitzetten in de tijd. Resultaat: een aantal transitiepaden waarin tussentijdse doelen en resultaten zijn weergegeven die leiden tot de vereiste prestatie-eisen in 2030. Hiermee ontstaat er meer zicht op de feitelijke uitdaging die de branche komende jaren te wachten staat. De verschillende transitiepaden worden per marktsector met elkaar in verband gebracht in een doelenboom. Aanpak: In overleg met KplusV zal FTN een aantal prestatie-eisen die met elkaar samenhangen clusteren. Voor elk van de geclusterde eisen zal KplusV de consequenties en opgaven in beeld brengen en vertalen naar businessconcepten. De businessconcepten worden ter discussie voorgelegd aan de werkgroep. Eventuele opmerkingen naar aanleiding van de bespreking worden door KplusV aangepast. De businessconcepten worden uitgewerkt voor wat betreft materiaalgebruik, wijze van behandeling, identificatie & logistiek en ondersteunende processen (organisatie, bedrijfsvoering), waardoor er een scherp beeld ontstaat van de te bereiken doelen. Het pakket aan prestatie-eisen vormt de uitdaging voor 2030. Per cluster van prestatie-eisen wordt in een sessie met de werkgroep teruggeredeneerd wat er in de loop der tijd moet gebeuren om de ambitie te halen. Voor 2015 en 2020 worden tussendoelen- en resultaten geformuleerd, zodat er inzicht ontstaat in de weg die afgelegd moet gaan worden (de transitiepaden). In deze fase wordt voor elk van de segmenten een bijeenkomstgeorganiseerd voor energie-experts in (en desgewenst van buiten) de branche. Tijdens de bijeenkomsten worden de consequenties en kansen voor de energiehuishouding in beeld gebracht. Dit chronologische pad van acties en maatregelen (transitiepad) vormt de basis voor het actieprogramma. Voortbordurend op de in paragraaf 6.2 genoemde opties voor energie-innovaties ontstaat in deze fase een eerste concreet beeld van het te behalen energiebesparingpotentieel. Per marktsegment wordt op basis hiervan een doelenboom opgesteld. In de werkgroepen worden deze resultaten besproken en samengevoegd tot doelenbomen en transitiepaden voor de gehele marktsector.
Pagina 51
521007063
7.5.4
Stap 4: identificeren actielijnen Doel: vanuit transitiepaden komen tot actielijnen. Resultaat: een aantal actielijnen, uitgezet in de tijd, die moeten resulteren in het behalen van de MJA3-doelstellingen in 2030. Aanpak: De transitiepaden worden gevuld met actielijnen, waarbij gestart wordt met grove stappen (in termen van "demonstreren, beperkt toepassen of opschalen", zie onderstaande voorbeeldtabel), die gaandeweg verfijnd worden. In de onderstaande tabel treft u een voorbeeld aan van mogelijke actielijnen: Clusters van prestatie-eisen
2010 – 2015
2015 – 2020
2020 – 2030
demonstreren
beperkt toepassen
breed toepassen beperkt toepassen
ontwikkelen
demonstreren
beperkt toepassen
breed toepassen
demonstreren
beperkt toepassen
beperkt toepassen
breed toepassen
demonstreren
breed toepassen
ontwikkelen
demonstreren
breed toepassen
Breed toepassen
Tabel 7: Actielijnen tot 2030
In de werkgroepen worden de geïdentificeerde actielijnen op systematische wijze besproken. De resultaten uit de bijeenkomsten worden door KplusV verwerkt. Per actielijn zal een korte omschrijving worden gegeven, worden de doelen te benoemen, de maatregelen aangeduid en worden er indicaties gegeven voor projectresultaten (in termen van toegevoegde waarde en energie-efficiency), benodigde middelen, wie verantwoordelijk is en welke vervolgstappen gezet moeten worden. KplusV zorgt voor verslaglegging via FTN naar de werkgroep.
7.5.5
Stap 5: formuleren toekomstagenda en innovatieprogramma Doel: een samenhangend overzicht van collectieve projecten en maatregelen voor 2030. Resultaat: een breed gedragen toekomstagenda voor de gehele branche. Aanpak: De resultaten van de werkgroepen uit stap 4 worden besproken in een plenaire bijeenkomst met de begeleidingsgroep en vertegenwoordigers van de drie werkgroepen gezamenlijk. Hier vindt uitwisseling plaats, worden crossovers verkend, een overkoepelende doelenboom voor de gehele sector opgesteld en inhoudelijke prioriteiten aangegeven. KplusV zal de bijeenkomst voorbereiden en stelt op basis van de bijeenkomst een verslag op en stuurt dit naar FTN voor verspreiding naar de begeleidingsgroep. FTN stelt samen met KplusV op basis van deze bijeenkomst een concept toekomstagenda op met een bijbehorend innovatieprogramma. Deze documenten worden in de begeleidingsgroep besproken en daarna definitief vastgesteld. FTN stelt samen met KplusV een slotpresentatie op waarin de resultaten van de Routekaart aan de branche worden gepresenteerd.
Pagina 52
521007063
7.6
Projectorganisatie •
FTN is verantwoordelijk voor en trekt het proces van de routekaart. De deelnemende textielservicebedrijven hebben zich in FTN-verband gecommitteerd aan het routekaarttraject.
•
Voor de routekaart wordt een begeleidingsgroep opgesteld, die verantwoordelijk is voor de aansturing en de proces- en kwaliteitsbewaking van het routekaarttraject. Hierin nemen in ieder geval zitting: FTN, Agentschap NL en KplusV. De voorzitters van de werkgroepen maken ook deel uit van de begeleidingsgroep.
•
Per marktsector wordt een werkgroep geformeerd, waardoor er drie werkgroepen in totaal actief zijn. De werkgroepen focussen zich op een of meerdere marktsegmenten en zorgen ervoor dat de hierboven beschreven verdiepingsslag (stappen 2 tot en met 4) worden uitgevoerd.
•
FTN verzorgt de coördinatie en afstemming tussen de drie werkgroepen en wordt daarbij ondersteund door KplusV.
•
Naast de begeleidingsgroep en de werkgroepen wordt er een klankbordgroep ingericht. De klankbordgroep voorziet de begeleidingsgroep van advies. Voor de inrichting van de klankbordgroep wordt gedacht aan organisaties die indirect in aanraking komen met textielservice, zoals de branches voor mode en kleding, toeleveranciers, certificering, logistiek, ICT, en dergelijke. De klankbordgroep komt twee keer bij elkaar: halverwege om tussentijdse resultaten te bespreken en aan het einde om kennis te nemen van de resultaten en het vervolg.
Een schematische weergave van de projectorganisatie treft u aan in figuur 8.
Figuur 8: Projectorganisatie Routekaart
FTN zal haar reguliere netwerk inzetten om opzet, doelstellingen, voortgang en eindrapportages met betrokken sectoren af te stemmen en af te ronden. * FTN is met TKT lid van de Stichting Engineering Fibrous Smart Materials (EFSM) die de leerstoel van professor dr. ir. M. Warmoeskerken ondersteunt. In deze stichting hebben vertegenwoordigers van Modint alsmede vooraanstaande textielleveranciers zitting. Via deze stichting worden onder meer intensieve contacten onderhouden inzake de afstemming over research programma’s. * Dit gebeurt ook via de Wetenschappelijke Raad van TKT (mede opgericht en bestuurd door FTN).
Pagina 53
521007063
Met name op het gebied van product- en materiaalontwikkelingen, ict en logistiek zijn grote veranderingen te verwachten. Door in een vroegtijdig stadium (bijvoorbeeld bij productie of het ontwerp van textiel) mee te denken over het opnieuw geschikt maken voor hergebruik, kunnen naar verwachting grote verbeteringen in energie-efficiency worden behaald.
7.7
Planning en begroting De effectieve doorlooptijd van het routekaarttraject bedraagt ongeveer een jaar. Uitgaande van goedkeuring van de voorstudie en het plan van aanpak door het ministerie van EZ in of vlak na de zomer van 2010 kan in september formeel met opstelling van de routekaart worden gestart. In het gedetailleerde plan van aanpak zoals in stap 1 zal worden opgesteld wordt de planning verder gedetailleerd. Opstelling van een routekaart vraagt om een forse investering in termen van tijd en middelen van de branche en de bedrijven. De branche en bedrijven zullen de benodigde personele capaciteit voor participatie in het traject (begeleidingsgroep, werkgroepen, plenaire bijeenkomst) inbrengen. Dit is binnen de FTN reeds uitgesproken. De procesbegeleiding wordt door KplusV verzorgd en door Agentschap NL bekostigd. Deze begeleidingskosten (geraamd op € 147.200, excl. BTW) zijn separaat door KplusV begroot en aan Agentschap NL voorgelegd. Naast de procesbegeleiding is er sprake van diverse externe uitvoeringskosten voor onder meer: •
inhuur branchespecifieke energie-expertise; −
verdieping van de toekomstbeelden. Per marktsegment zijn aanvullende studies en expertise naar karakteristieke kenmerken en prestatie-eisen nodig.
•
Marktexperts/ externe sprekers voor de 7 marksegmenten (incl. thuiswassen)
•
out of pocketkosten voor communicatie, huur accommodaties, drukkosten, et cetera.
Deze uitvoeringskosten worden geraamd op circa € 155.000 (excl. BTW) en zullen ook separaat aan Agentschap NL worden voorgelegd.
Pagina 54
521007063
Bijlage 1 Toelichting scenario's Hieronder zijn de belangrijkste kenmerken benoemd van de scenario's, die zijn gebruikt bij de bepaling van de visie op de sector in 2030 (hoofdstuk 3). Mondiale markt •
Marktwerking en concurrentie
•
Machtige multinationals concurreren op productinnovatie
•
24/7 economie
•
Globalisering
•
Economische groei hoog
•
Avontuurlijke impulsieve consument/impulsief consumeren
•
Verwende consument
•
Dynamische en losse netwerken
•
Snelle technologische ontwikkelingen
•
Grondstoffen: stijgende vraag en voorraden
•
Mobiliteit hoog
•
Teruggetrokken overheid, zelfs in zorg en onderwijs
Mondiale solidariteit •
Samenwerking en solidariteit
•
Consument betrokken wereldburger
•
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
•
Gematigde economische groei met behoud eigen identiteit
•
Sterke internationale netwerken
•
Focus op oplossingen wereldproblemen
•
Technologie: duurzaam bouwen
•
Open source innovatie
•
Matige groei grondstoffen
•
Sterke EU, slanke regelgeving
•
Regelgeving vertraagt technologische ontwikkeling
•
Duurzame producten
Trans-Atlantische regio •
Strak georganiseerde bedrijven
•
Kritisch calculerende consument
•
Behoudende consument kiest voor kwaliteitskeurmerken
•
Internationale spanningen en onrust (protectionisme)
•
Redelijke economische groei
•
Klant centraal in kleinschalige innovatie
•
Personeel: survival of the fittest
•
Zorg voor eigen bescherming
•
Veiligheid taak van overheid
•
Mobiliteit
Pagina 1
521007063
Zorgzame regio •
Betrokken burgers en gedragsverandering
•
Zorg en gemeenschapszin
•
Regionaal geproduceerde producten
•
Weinig spanning op de arbeidsmarkt
•
Verzorgingsstaat gehandhaafd Selectieve aandacht voor technologie
•
Ambachtelijke producten met 100% duurzame materialen
•
Aandacht voor duurzame energie en duurzame mobiliteit
•
Optimaliseren levenscyclusproducten
•
Bewust kiezen leidt tot sobere levensstijl
•
Balans werk – privé
Pagina 2
521007063
Bijlage 2 Onderlinge samenhang robuuste ontwikkelingen
Pagina 1
521007063
Pagina 2
521007063
Pagina 3
521007063
Bijlage 3 Chronologisch overzicht ontwikkeling Voorstudie 5 november 2008
De heer Kruitwagen van SenterNovem presenteert tijdens het Nationaal Symposium Textielbeheer van het FTN het nieuwe MJA3 en de wijzigingen ten opzichte van MJA2; ook de Voorstudie en Routekaart worden belicht
20 januari 2009
Cursusdag SenterNovem voor projectleiders en projectsecretarissen
12 februari 2009
Presentatie MJA3-activiteiten inclusief Voorstudie/Routekaart tijdens bijeenkomst over EEP voor MJA-deelnemers door Dhr. P. Wennekes (FTN)
22 februari 2009
FTN stuurt het Plan van Aanpak naar SenterNovem
25 maart 2009
Presentatie door TKT over MJA-3 en Voorstudie tijdens Deelnemersvergadering Milieu & Techniek door Dhr. G. Brinks (TKT)
30 maart 2009
Bespreking Plan van Aanpak Voorstudie Industriële Natwasserijen Dhr. P. Wennekes (FTN) Dhr. G. Brinks (TKT) Dhr. G. Smakman (KplusV) Dhr. B. Grol (KplusV) Dhr. F. Hartkamp (SenterNovem)
11 mei 2009
Bespreking opstellen prestatievereisten en visieontwikkeling op basis van SWOT en trendanalyse. - Dhr. B. Grol en dhr. G. Smakman (KplusV - Dhr. G. Brinks (TKT) - Dhr. P. Wennekes (FTN) - Dhr. L. Mastenbroek (VEMATEX)
13 mei 2009
Het bestuur Milieu & Techniek van FTN stelt het werkplan en de formats vast en definieert de rol van de wetenschappelijke raad
29 mei 2009
Expertsessie onder leiding van Twynstra & Gudde (trendanalyse en SWOT) waarbij aanwezig: Dhr. G. Brinks (EFSM/TKT) Dhr. A. Luijken (Textranet) - Dhr. J. van Hensbergen (VTN/MODINT) - Dhr. C. Lodiers (VTN/MODINT) - Mevr. H. op den Brouw (SenterNovem) - Dhr E.J. Mante (Twynstra Gudde) - Dhr. J.W. Pijper (Twynstra Gudde)
12 juni 2009
De trendanalyse en SWOT zijn opgesteld
Pagina 1
521007063
2 juli 2009
Afstemming van trendanalyse en SWOT met commissie M&E Dhr. T. van den Ende (CWS-Boco) Dhr. C. Krijnen (Ecolab) Dhr. H. Pijper (Initial Hokatex) Dhr. O. Nieuwland (Newasco De Hoop) Dhr. L. Mastenbroek (Landuwasco, Vematex) Dhr Kruitwagen (SenterNovem) Dhr. B. Grol (KplusV) Dhr. G. Smakman (KplusV) Dhr. G. Brinks (TKT) Dhr. F. Steutel (CleaneLeaseFortex) Dhr. F. Hartkamp (SenterNovem)
augustus/september
Afstemming Voorstudie met collega brancheorganisaties, wetenschap en leden die binnen de marktsectoren (industrie, horeca, gezondheidszorg) actief zijn: Dhr. prof. dr. ir. M.M.C.G.Warmoeskerken (EFSM, Universiteit Twente) Dhr M. van Boekholt (Blycolin Hotelservice BV ) Dhr. E. Verstappen (Berendsen Textiel Service B.V.) Dhr. Engelsman (CleanLeaseFortex) Dhr. Smit (Synergy Healthcare) Dhr. H. van Dijk (voormalig directeur Rentex Floron) Dhr. J. van Hensbergen (Modint) Dhr. G. Minnema (Initial Hokatex)
september 2009
Bijeenkomst SenterNovem waarin 5 kernissues vastgesteld worden: 1. Materiaalontwikkeling; 2. Technologische processen 3. ICT 4. Dienstverleningsconcepten 5. Toegevoegde waarde richting klanten (van de klant
5 november 2009
KplusV presenteert de concept Voorstudie tijdens het Nationaal Symposium Textielbeheer van FTN
30 november 2009
Bijeenkomst SenterNovem in het kader van kennisuitwisseling tussen branches Dhr. P. Wennekes (FTN) Dhr. G. Brinks (TKT) Dhr’ en B. Grol en G. Smakman (KplusV) Diverse vertegenwoordigers branches -
1 februari 2010
Presentatie TKT-project MJA Voorstudie en Routekaart tijdens ledenvergadering VEMATEX (toeleveranciers textielservicebedrijven)
22 april 2010
KplusV presenteert concept Voorstudie tijdens door FTN georganiseerde Themadag Milieu & Techniek
Doorlopend
Periodieke bespreking van de gang van zaken betreffende Voorstudies en Routekaarten binnen het overleg Platform MJA-3 dat onder auspiciën van Agentschap NL gehouden wordt.
Doorlopend
Binnen FTN-verband bespreking van de stand van zaken en inhoudelijke koers met vertegenwoordigers van leden die in werkgroep- of bestuursverband bij elkaar komen.
Pagina 2
521007063
Bijlage 4 Opzet programma refunctionaliseren Refunctionaliseren van textiel Het refunctionaliseren van textiel materiaal als extra dienstverlening door de textielverzorgingsindustrie is een belangrijke speerpunt in de geplande technologische ontwikkeling binnen de textielservice industrie. Naast het versterken van de marktpositie van de branche door het bieden van extra diensten kan deze technologie ook leiden tot extra water- en energiebesparingen in de textiele keten. Refunctionaliseren is gedefinieerd als het op opladen c.q. op peil houden van de functionele eigenschappen van textiele producten gedurende het gebruik. Deze eigenschappen zijn belangrijk voor het professionele gebruik van textiele producten en mede bepalend voor de levensduur van deze producten. Voorbeelden van eigenschappen zijn brandwerendheid, UV-bescherming, vuil- en waterafstotendheid en antimicrobiële eigenschappen.
1.
Achtergrond
De dienst die textielservice sector aanbiedt is het weer geschikt maken voor gebruik van gebruikt textiel, zonder dat daarbij de gebruikseigenschappen achteruit gaan. Momenteel zijn de belangrijkste aspecten daarbij: • • •
Vuil- en vlekverwijdering Desinfectie Vormherstel en kreukverwijdering.
Naast deze eigenschappen zijn er ook een groot aantal andere, functionele, eigenschappen zoals brandwerendheid, vuil- en waterafstotend die bepalen of een bepaald artikel geschikt is voor gebruik. Deze functionele eigenschappen zullen meestal toepassingsafhankelijk zijn. Volgens de huidige stand der techniek worden deze in een specifiek finishingproces aangebracht door de textielfabrikant voor de confectionering en zal gedurende het gebruik het niveau van deze functionaliteit door gebruik en reiniging langzaam afnemen. Op het moment dat deze functionaliteit beneden een bepaald niveau komt zal het product afgekeurd moeten worden. Brandwerende eigenschappen worden door de textielfabrikant bijvoorbeeld maar gedurende 50 wasbeurten gegarandeerd. Daarna moet het materiaal uit de circulatie worden genomen. Gevolgen hiervan zijn kosten en milieubelasting in de textiele keten die vermijdbaar zouden zijn wanneer het materiaal ook qua textiele eigenschappen volledig kon worden opgebruikt. De ontwikkelingen van de laatste jaren laten daarnaast een sterke groei zien van nieuwe functionaliteiten, waarvan verwacht wordt dat deze ook een rol gaan spelen in de markt van de professionele textielservice, zoals antimicrobieel en UV-beschermend. Ook hiervoor zal in het algemeen gelden dat het niveau van de functionaliteiten aangebracht door de textielfabrikant gedurende het gebruik zal afnemen. En ook hier geldt dan weer dat een levensduurverlenging door refunctionalisering zal kunnen leiden tot aanmerkelijke energie- en waterbesparingen.
Pagina 3
521007063
In de onderstaande tabel wordt onder andere gepresenteerd wat de energie- en waterinhoud is van nieuw textiel:
Per kg materiaal
Polyester,
Katoen,
PES/katoen,
Katoen,
vezel
vezel
gebleekt
gebleekt
doek
doek
Energie verbruik, in MJ
97,5
59
115,5
99,3
Niet hernieuwbare
2,4
1,4
2,7
2,2
Waterverbruik, in kg
17,2
22200
12400
26100
CO2 emissie, in g
2310
4265
5132
6548
3,2
13,3
13,3
1
5,7
5,1
grondstoffen, in kg
COD, Mn BOD
(bron: environmental profile of cotton and polyester cotton fabrics, E.M. Kalliala, P. Nousiainen, Autex research Journal, 1(1), 1999.)
Deze cijfers zijn illustratief voor de hoeveelheden energie, emissies en andere gevolgen van de productie van gangbare textiel materialen. Uit de MJA-monitoring van 2008 blijkt dat het gemiddelde water- en energieverbruik van de MJA-deelnemers in dat jaar gelijk was aan 11,0 l water/kg en 7,0 MJ/kg. Vergelijking van deze waarden met die in de bovenstaande tabel maakt overduidelijk dat met het verlengen van de levensduur van een textiel artikel veel water en energie in de textiele keten bespaard kan worden. Om het refunctionaliseren in de textielverzorging te kunnen introduceren, zal het bij voorkeur deel uit moeten gaan maken van het wasproces. De (re)functionalisering kan dan bijvoorbeeld in de laatste spoelgang plaatsvinden, maar wellicht ook via stoom in de finisher of droger. Bij het (re-) functionaliseren tijdens het wasproces kan aan de volgende functies gedacht worden: Vochtregulering Vuil en Waterafstotend UV bescherming Anti microbiële finish Vlamwerend Elektrostatisch Kreukvrij (easy-care) Anti felting …………………
2.
Ontwikkelingsprogramma
Refunctionaliseren van textiel producten in de wasserij is een interessante mogelijkheid voor de textielservice branche om te komen tot een sterkere marktpositie. Het biedt de textielservice industrie de mogelijk om textiel producten op maat te voorzien van een bepaalde, gegarandeerde functionaliteit. Voor het kunnen aanbieden van het refunctionaliseren van textiel producten in de textielservice branche is het noodzakelijk dat er refunctionaliseringsprocessen en -producten worden ontwikkeld en dat er een Reloadsysteem voor kwaliteitscontrole en tracking & tracing wordt ontwikkeld waarbinnen de betreffende functionaliteit gegarandeerd aangebracht kan worden. Het doel van dit plan van aanpak is om aan te geven wat er ontwikkeld moet worden om het refunctionaliseren van textiel producten mogelijk te maken, welke deeltaken in welke volgorde daarvoor verricht moeten worden, hoeveel tijd daarvoor noodzakelijk is en hoe dat geheel in projectvorm gegoten kan worden. Daarnaast zal aangegeven worden welke mogelijkheden er zijn om (aanvullende) financiering te verkrijgen om het geheel gerealiseerd te kunnen krijgen.
Pagina 4
521007063
Het doel is om meerdere projecten te definiëren om te komen tot een (serie) gefunctionaliseerd(e) textiel product(en), beantwoordend aan de eisen van de eindgebruiker, met een bijbehorend applicatieproces, een geschikte meetmethodiek voor kwaliteitscontrole en een ICT-systeem voor tracking & tracing. Er is inmiddels als voorbeeld een work-breakdown opgesteld voor een project dat moet leiden tot een antibacterieel textiel product voor de eindgebruiker. De blokjes geven de diverse deelstappen aan die nodig zijn om vanuit de bestaande textiel producten en wasprocessen de betreffende mijlpaal te kunnen realiseren, de pijlen geven de verbanden aan tussen de diverse deelstappen. Het tijdpad in het schema loopt van links naar rechts. De totale projectduur in deze vorm wordt geschat op een viertal jaren. Na afloop van het eerste jaar zal mijlpaal 1 gerealiseerd zijn, na afloop van het tweede jaar zal mijlpaal 2 gerealiseerd zijn en na afloop van het vierde jaar zal mijlpaal 3 gerealiseerd zijn. Een soortgelijke work-breakdown zal ook opgesteld worden voor andere functionaliteiten, zoals UVbescherming, brandwerend en vuil- en waterafstotend. De geschetste projectopzet is zowel qua inhoud als tijdsopbouw zeer geschikt om als uitgangspunt voor een projectaanvraag bij STW te dienen. Voor de STW-aanvraag is het noodzakelijk om een keuze te maken voor een bepaalde functionaliteit, zoals bijvoorbeeld antibacterieel. Daarnaast kan deze projectopzet samen met een vergelijkbare opzet voor andere functionaliteiten zoals UVbescherming, brandwerend en vuil-en waterafstotend de ruggengraat vormen voor een projectaanvraag binnen het FP7-programma van de EU. Gezien het belang van het project voor de branche zullen beide paden worden bewandeld teneinde de kans op succes en daarmee de uitvoering van het project te vergroten. Vooruitlopend hierop is gekozen om de uitvoering van het project te starten met een aantal kleinere deelprojecten. Een eenjarig deelproject bestaat uit het realiseren van mijlpaal 1 uit het bijgevoegde schema voor een antibacterieel product. Dit project “Anti-bac” is inmiddels bij de Universiteit Twente in opdracht gegeven, met steun van Agentschap NL. Aansluitend worden deelprojecten opgezet om te komen tot de realisatie zowel mijlpaal 1 als van mijlpaal 2.
Work-breakdown refunctionaliseren Deel 1 van de work-breakdown Refunctionaliseren met mijlpaal 1:
Pagina 5
521007063
Deel 2 van de work-breakdown refunctionaliseren met mijlpaal 2:
Deel 3 van de work-breakdown refunctionaliseren met de finale mijlpaal 3:
Pagina 6
521007063
Bijlage 5 Rekenvoorbeelden potentiële energiebesparing Case 1. Logistiek Door nieuwe afspraken met de klant, aanpassingen aan het wagenpark, een betere logistieke planning en de inzet van zelfreinigend en antimicrobieel textiel zou het aantal km’s dat door de wasserijbranche wordt afgelegd verminderd kunnen worden met 50 %. De productie van de Nederlandse wasserijbranche bedraagt momenteel ongeveer 250.000 ton wasgoed per jaar (Monitoring 2009) en gemiddeld wordt er nu naar schatting 0,1 km/kg wasgoed afgelegd. Het energieverbruik per afgelegde km bedraagt ongeveer 12-13,5 MJ/km (Optilog). Wanneer de afgelegde afstand als gevolg van bovengenoemde maatregelen nu wordt gehalveerd, 6
6
betekent dat er in plaats 25*10 km/jaar slechts 12,5*10 km/jaar wordt afgelegd door de wasserijbranche. Gecombineerd met het energieverbruik van 12-13,5 MJ/km betekent dat een potentiële energiebesparing van 150-169 TJ/jaar. Case 2. Vermindering productie-uitval Door de inzet van lage temperatuur wasprocessen, verbeterd textielmateriaal en de invoer ven refunctionaliseringsprocessen kan de levensduur van textielproducten aanzienlijk verlengd worden. In het voorbeeld is de productie-uitval door toepassing van deze maatregelen verminderd van 0,7 % tot 0,4 %. Een uitvalpercentage van 0,4 % betekent dat per ton wasgoed 4 kg wasgoed ingekocht moet worden. De energie, die hierdoor bespaard wordt is vooral afhankelijk van de energie-inhoud van het textiele materiaal. Deze bedraagt voor de in de wasserij meest gangbare materialen katoen en polyester, 134 MJ/kg respectievelijk 171 MJ/kg. (Energiestudie Industriële Natwasserijen 20042012) Bij een jaarlijks productievolume in de wasserij van 250000 levert het terugbrengen van het uitvalpercentage van 0,7% tot 0,4 % dan een potentiële energiebesparing op van 100-130 TJ/jaar, afhankelijk van de verhouding tussen katoen en polyester. Case 3. Vergroting aandeel industriële natwas t.o.v. consumentenwas Nieuwe regelgeving, marktbewerking en de introductie van het refunctionaliseren van textiel zal het de wasserijbranche mogelijk maken om de productie van vooral dienstkleding te vergroten ten koste van de huishoudwas. In het rekenvoorbeeld wordt aangenomen dat als gevolgd van deze maatregelen de productie in de wasserijsector met 10% vergroot kan worden van 250000 ton per jaar naar 275000 ton per jaar ten koste van het volume in de huishoudwas. Uitgaande van een gemiddeld energieverbruik in de wasserijsector van 6,99 MJ/kg (Monitoring 2009) en een energieverbruik van naar schatting 9 MJ/kg in de thuiswas (TKT Kennis in de praktijk 2005-3) levert dat een potentiële energiebesparing op van ongeveer 50 TJ/jaar.
Pagina 7
521007063
Bijlage 6 Geraadpleegde bronnen Presentaties •
De Textielreinigingsbranche in 2015, Netex
•
MJA-3 en projecten TKT 2009, Stichting TKT: maart 2009
•
The EU-25 Textile and Clothing Industry in the year 2007, Euratex: mei 2008
Rapporten en documenten •
Biologische agentia binnen de schoonmaak- en reinigingsbranche en de linnenverhuur-,
•
De economie achter het scenario, CBS: april 2002
•
De staat van het klimaat 2008, PCCC: februari 2009
•
De toekomst van toerisme, recreatie en vrije tijd, Kenniscentrum Recreatie: november 2008
•
Energiebesparing in de wasserijsector, FBT: april 2004
wasserij- en textielreinigersbranche, RAS: juni 2003
•
European technology platform for the future of textiles and clothing: a vision for 2020, Euratex: december 2004
•
Evaluatieonderzoek ARBOconvenant Textielverzorging, AStri: november 2006
•
Groener wassen in de zorg loont, Novem: april 2004
•
Industrie, een wereld van oplossingen, Berenschot: 2008
•
Initial Hokatex Interactive, Initial Hokatex: oktober 2008
•
Jaarverslag 2002, Jaarverslag 2003, Jaarverslag 2004, Jaarverslag 2005, Jaarverslag 2006,
•
Langetermijnstrategie naar een agenda voor duurzame productiviteitsgroei, Nederland
Jaarverslag 2007, FTN Ondernemend Innovatieland: juni 2008 •
Maatschappelijke vraagstukken oplossen door innovatie, Nederland Ondernemend Innovatieland
•
Op weg naar een Schoner milieu; branche handleiding ziekenhuizen, SenterNovem
•
Risico Preventie Systeem Textielverzorging, FTN: januari 2007
•
Routekaartrapport, TNO-STW: 2005
•
Textiel en tapijtindustrie, Rabobank Cijfers & Trends: mei 2009
•
Trends and drivers of change in the European textiles and clothing sector: Four scenarios,
•
Trends in de internationale oriëntatie van het Nederlandse bedrijfsleven en de Nederlandse
European Foundation for the improvement of Living and Working conditions: 2008 economie, CBS: mei 2007 •
Two Quantitative Scenarios for the Future of Manufacturing in Europe, CBS: maart 2008
•
Visie Medisch en Zorg Rotterdam, een gezonde bedrijfstak, Gemeente Rotterdam: april 2008
•
Welvaart en Leefomgeving; een scenariostudie voor Nederland in 2040, CPB, MNP en RBP: 2006
Pagina 8