SenterNovem
Bsik
Frequently Asked Questions
Besluit Subsidies Investeringen Kennisinfrastructuur(Bsik)
Frequently Asked Questions (FAQ’s) Hieronder vindt u een lijst met veelgestelde vragen, voor uw gemak gerubriceerd. Heeft u vragen die hieronder niet staan dan kunt u contact opnemen met uw Penvoerder (015) 27.83204. Loonkosten: Hoe moeten de uurtarieven berekend worden?
Deze tarieven moeten berekend worden op basis van de werkelijke salariskosten per jaar (inclusief de sociale lasten) uit de loonstaat, gedeeld door 1650 uur. Mag het verschil tussen Bsik-tarief en commercieel tarief gezien worden als eigen bijdrage?
Commercieel tarief is niet relevant voor Bsik, het gaat alleen om de werkelijk gemaakte loonkosten Kunnen de integrale uurtarieven gebruikt worden binnen de Bsik?
Nee, er moet altijd een splitsing komen van de loonkosten en opslag algemene kosten. Onder de opslag algemene kosten kunnen kostenposten ondergebracht worden die naast de loonkosten in de integrale uurtarieven zijn opgenomen. Deze kosten moeten wel subsidiabel zijn volgens de regeling en direct toe te rekenen aan het project. De algemene kosten kunnen op twee manieren bepaald worden: 1. De kosten worden door middel van een kostenplaatscode als projectkosten geadministreerd; De kosten worden op een bedrijfseconomische aanvaardbare wijze toegerekend aan het Bsik-project. De subsidieontvanger kan in overleg met zijn accountant een bedrijfseconomisch aanvaardbare toerekeningsmethodiek opstellen en in de administratieve organisatie vastleggen. Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden. Hiervoor wordt
Penvoerder MicroNed Laatste wijziging 07-03-2007
J.J. van der Lek
(015) 27.83204
SenterNovem
Bsik
Frequently Asked Questions
verwezen naar het document 'Oplossingsrichtingen voor problematiek Bsik- tarieven' op deze site. Wat houdt een sluitende urenregistratie in?
Dit houdt in dat er uit de administratie te halen is hoeveel uren er besteed zijn aan BSIK en hoeveel andere activiteiten optellend tot 1650 uur per jaar. Aan het eind van het project moet hierover een accountantsverklaring worden overlegd. Kunnen de kosten van het Managementteam ook opgevoerd worden?
Alleen rechtstreeks aan het project te relateren loonkosten zijn subsidiabel. Voor zover de kosten van een MT aan het project zijn toe te rekenen, zijn ze dus subsidiabel. Zijn de kosten van een raad van Toezicht subsidiabel?
Ook deze kosten zijn, voorzover deze kosten rechtstreeks toe te schrijven zijn aan de uitvoering van het kennisproject, subsidiabel (zie artikel 4). Komen de loonkosten van buitenlandse onderzoekers in aanmerking voor de subsidie als het onderzoek in het buitenland wordt uitgevoerd?
Ja, deze komen in aanmerking mits er toestemming is gevraagd en verleend om een gedeelte van het project in het buitenland uit te voeren. Komen de loonkosten van buitenlandse onderzoekers in aanmerking voor de subsidie als het onderzoek in Nederland wordt uitgevoerd?
Ja, dat kan als de buitenlandse onderzoekers in dienst zijn van een Nederlandse partner of als de buitenlandse onderzoekers in dienst zijn van een buitenlandse partner. Voor het laatste moet er wel een toestemming zijn om het project gedeeltelijk in het buitenland uit te voeren. Komen de loonkosten van Nederlandse onderzoekers in aanmerking voor de subsidie als het onderzoek in het buitenland wordt uitgevoerd?
Ja, dat kan als de Nederlandse onderzoekers in dienst zijn van een Nederlandse partner of een buitenlandse partner. Er moet wel toestemming zijn om het project gedeeltelijk in het buitenland uit te voeren. Komen de loonkosten van buitenlandse onderzoekers in aanmerking voor de subsidie als het onderzoek in het buitenland wordt uitgevoerd?
Ja, deze komen in aanmerking mits er toestemming is gevraagd om een gedeelte van het project in het buitenland uit te voeren. Kunnen de loonkosten worden opgeschroefd in verband met het verzoek van ons om het project in 6 jaar uit te voeren (jaarlijkse loonstijging)? Verandert de subsidie of het aantal projecturen hierdoor?
Penvoerder MicroNed Laatste wijziging 07-03-2007
J.J. van der Lek
(015) 27.83204
SenterNovem
Bsik
Frequently Asked Questions
Het is mogelijk om een inflatiecorrectie in de loonkosten op te voeren binnen de maximaal toegezegde subsidie. Een werknemer werkt bij een derde (geen consortiumdeelnemer) en heeft een nulaanstelling bij een consortiumdeelnemer. Mag deze persoon onder 65 euro opgevoerd worden? Hij staat dus niet op de loonlijst van de consortiumdeelnemer.
Opmerking: de indruk is dat het de bedoeling is om een werknemer in te lenen van een derde, maar tegelijkertijd wordt de term 'nulaanstelling' gebruikt. Juridisch gezien betekent een nulaanstelling dat de persoon in kwestie in dienst is van een bepaalde werkgever, maar dat die werkgever hem geen afgesproken salaris betaalt, maar naar gelang het aantal uiteindelijk gerealiseerde uren. In het geval dat de derde echter het loon betaalt, zijn er geen loonkosten en is het tarief van 65 euro eveneens niet van toepassing. Vergoeding op grond van dit tarief is van toepassing indien het gaat om loonkosten die worden gemaakt en anders zijn dan de loonkosten in de zin van de loonstaat voor de belastingdienst. De volgende opties zijn mogelijk: De betreffende werknemer komt in dienst bij de consortiumpartner tegen een nulaanstelling, maar wordt niet door deze partner betaald. Er zijn geen loonkosten op te voeren voor deze werknemer. Er kan dus geen subsidie over de kosten ontvangen worden; De betreffende werknemer blijft in dienst van de derde. De deelnemer leent de werknemer in tegen een maximaal tarief van 65 euro per uur. LET OP: bij de beoordeling van de begroting wordt gekeken naar de verhouding tussen arbeids- en loonkosten. Tevens moet een accountant bij de vaststelling van de subsidie verklaren dat de kosten gemaakt en betaald zijn; De derde treedt toe tot het consortium en voert de kosten van de medewerker op onder loonkosten; De werknemer treedt tijdelijk in dienst van de consortiumpartner en krijgt zijn loon daar betaald. Arbeidskosten: Wat is het verschil tussen loonkosten en arbeidskosten?
Loonkosten zijn de kosten die gemaakt worden door medewerkers in loondienst van de deelnemers; arbeidskosten zijn relevant voor personen die niet in loondienst zijn, zoals zelfstandig ondernemers Algemene kosten:
Hoe moeten kosten voor bijvoorbeeld huisvesting berekend worden?
Penvoerder MicroNed Laatste wijziging 07-03-2007
J.J. van der Lek
(015) 27.83204
SenterNovem
Bsik
Frequently Asked Questions
De toe te rekenen huisvestingskosten moeten berekend worden op een manier waaruit blijkt dat de kosten aanwijsbaar en redelijk toe te rekenen zijn aan het project. Dit kan besproken worden met de accountant die uiteindelijk de verklaring afgeeft over het project. De kosten voor huisvesting vallen onder de opslag algemene kosten. De algemene kosten kunnen op twee manieren bepaald worden: 1. De kosten worden door middel van een kostenplaatscode als projectkosten geadministreerd; De kosten worden op een bedrijfseconomisch aanvaardbare wijze toegerekend aan het Bsik-project. De subsidieontvanger kan in overleg met zijn accountant een bedrijfseconomisch aanvaardbare toerekeningsmethodiek opstellen en in de administratieve organisatie vastleggen. Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden. Hiervoor wordt verwezen naar het document 'Oplossingsrichtingen voor problematiek Bsik-tarieven' op deze site. Als de overhead meer dan 50 procent is, kan dit ingebracht worden als eigen bijdrage?
De subsidie wordt berekend op basis van de subsidiabele kosten. Deze subsidiabele kosten worden ten hoogste voor 50 procent uit Bsik gefinancierd. De overige kosten (de subsidiabele kosten minus 50 procent Bsik-subsidie) moeten uit eigen bronnen worden gefinancierd. Kan voor programmamanagement volgens KP6 worden gewerkt (maximaal 7 procent zonder matching)?
In de Bsik-regeling is geen mogelijkheid opgenomen voor 7 procent matchingsvrije kosten voor programmamanagement. De ruimte voor programmamanagement moet worden gevonden binnen de 50 procent Bsik-subsidie over de totale projectkosten. Mag de maximale opslag van 50 procent ook berekend worden over de arbeidskosten (dit zijn de kosten van uren die rechtstreeks ten behoeve van het project gemaakt worden tegen een tarief van 65 euro)?
Ja, dat mag. Het uurtarief van 65 euro is van toepassing als geen sprake is van een uurloon gebaseerd op een jaarloon bij volledige dienstbetrekking, maar wél van arbeid die rechtstreeks wordt verricht ten behoeve van het kennisproject. De opslag wordt berekend over de in artikel 4 van de AmvB, onder a-1 bedoelde kosten. Dat zijn loonkosten uitgaande van een uurtarief óf de 65 euro op grond van art. 4, lid 3. Die 65 euro is een gemiddeld uurtarief en de opslag dient betrekking te hebben op exploitatiekosten en dient te worden gespecificeerd (maximaal
Penvoerder MicroNed Laatste wijziging 07-03-2007
J.J. van der Lek
(015) 27.83204
SenterNovem
Bsik
Frequently Asked Questions
50 procent). De berekende opslag is dus ter dekking van de algemene kosten van de deelnemer die de loonkosten betaalt. De opslag mag niet met die 65 euro worden vergoed richting een derde. Algemene kosten van de consortiumdeelnemer zelf zullen er bij uitbesteding weinig zijn. Wel bijvoorbeeld als er mensen ingehuurd worden, die bij de deelnemer zelf in het gebouw werken. Machine kosten: Zijn de kosten voor computers subsidiabel?
De kosten voor computers kunnen onder machinekosten opgenomen worden volgens de regels die daarvoor gelden (er moet een sluitende urenregistratie gevoerd worden voor het gebruik van de computer). Een alternatief daarvoor is het opnemen van deze kosten onder de opslag voor algemene kosten (opslag). Valt de inbreng van (computer)modellen, methodologieën en dergelijke als matching en de waardering van deze inbreng onder kosten machines en apparatuur, materialen en hulpmiddelen?
De vraag bestaat uit twee delen: de subsidiabele kosten en de matching. Als het om subsidiabele kosten gaat, kan het gebruik van computermodellen worden opgevoerd als kosten machines en apparatuur. Alleen in dat laatste geval worden kosten gedeclareerd, maar dat heeft niets met financiering van de niet-subsidiabele kosten (de matching) te maken. De afschrijving daarvan vindt overigens ook plaats op basis van de waardering door een deskundige. Als het om matching gaat, hebben we het niet over kostenposten, maar over de financiering van het niet-gesubsidieerde deel van de projectkosten. Dat mag met een inbreng in natura, mits er een schriftelijke beschrijving van de marktconforme waarde is, afkomstig van een deskundige (accountant of anderszins). Hoe moeten de machinekosten berekend worden?
Bij de toerekening van de kosten van machines en apparatuur wordt uitgegaan van twee categorieën: kosten van uitsluitend voor het kennisproject aangeschafte machines en apparatuur en gebruik ervan; kosten van niet uitsluitend voor het project aangeschafte en benutte
Penvoerder MicroNed Laatste wijziging 07-03-2007
J.J. van der Lek
(015) 27.83204
SenterNovem
Bsik
Frequently Asked Questions
machines en apparatuur: - kosten van het gebruik voor het kennisproject van machines en apparatuur die in het bezit zijn van een deelnemer aan het kennisproject; - kosten, verschuldigd aan een universiteit, bedrijf of onderzoeksinstelling ter zake van het gebruik vanmachines en apparatuur. De kosten van aangeschafte machines en apparatuur voor beide categorieën worden berekend op basis van de historische aanschafprijzen. Kosten van machines en apparatuur die onder de eerste categorie vallen, kunnen zonder de noodzaak van evenredige tijdtoerekening worden meegenomen. Daarbij gaat het ook om gebruik van machines en apparatuur die niet voor het kennisproject worden aangeschaft, mits aan de eigenaar van de machines en apparatuur een bedrag verschuldigd is. Kosten van machines en apparatuur die onder de tweede categorie vallen, mogen alleen worden meegenomen als zij zijn toe te rekenen aan het samenwerkingsproject. Dat geschiedt naar evenredigheid van de tijd waarin de machines voor het samenwerkingsproject worden gebruikt en gerelateerd aan de normale bezetting, op basis van een controleerbare registratie. Met normale bezetting wordt bedoeld het aantal prestatie-eenheden (draaiuren/producten) dat de betreffende machines en apparatuur volgens een realistische inschatting van het management van de onderneming over de totale levensduur van het object gemiddeld jaarlijks levert. Indien geen controleerbare tijdregistratie van het gebruik van machines en apparatuur wordt bijgehouden, kunnen de kosten van machines en apparatuur niet afzonderlijk als projectkosten in aanmerking worden genomen, maar vallen zij onder de opslag voor algemene kosten. Kennis kosten: Zijn de kosten voor het organiseren van een workshop subsidiabel?
Er zijn twee mogelijkheden: de workshop wordt door een deelnemer georganiseerd of door een derde. Als deze door een deelnemer georganiseerd wordt dan moeten de kosten verdeeld worden over bijvoorbeeld loonkosten (de uren die de werknemer in de organisatie steekt) en kosten kennisverspreiding (de andere kosten die met de organisatie samenhangen bijvoorbeeld zaalhuur). Als een derde een workshop organiseert dan wordt daarvan een totaalfactuur ontvangen en die kan onder gebracht worden onder kosten kennisverspreiding. Penvoerder MicroNed Laatste wijziging 07-03-2007
J.J. van der Lek
(015) 27.83204
SenterNovem
Bsik
Frequently Asked Questions
Welke kosten voor kennisoverdracht komen in aanmerking voor de subsidie?
Alle kosten die te maken hebben met het overdragen van kennis buiten het kennisconsortium die het project uitvoert. Hoe zit het dan met de reiskosten van buitenlandse partners?
Als er een ontheffing is dan kan men de kosten volgens de regeling opvoeren: dit houdt in dat een buitenlandse reis voor deze buitenlandse deelnemer (dus bijvoorbeeld naar Nederlandse partners) aangemerkt kan worden als kennisoverdracht dus onder kosten kennisverspreiding en de 'binnenlandse reiskosten' in hun land moet dan onder gebracht worden onder de algemene kosten. Diverse kosten: Op welke wijze kunnen kosten derden in het project worden verantwoord?
'Kosten derden' (inhuur, diensten, consultancy) zijn niet als aparte kostenpost in de projectkosten opgenomen. Als projectkosten komen in aanmerking: • Loonkosten; • Een opslag voor algemene kosten; • Kosten van machines en apparatuur; • Kosten van te verbruiken materialen en hulpmiddelen; • Kosten voor verspreiding en overdracht van kennis. Er wordt van uit gegaan dat activiteiten zoveel mogelijk binnen het project worden gerealiseerd. Een eerste mogelijkheid is om derden onder loonkosten op te voeren als ze (tijdelijk) in dienst van het project worden genomen. Er moet een dienstbetrekking zijn om loonkosten te kunnen maken. Overigens zijn loonkosten van alle personeel dat directe arbeid voor het kennisproject verricht subsidiabel (dus niet alleen onderzoekers maar bijvoorbeeld ook een projectmanager, secretaresse of kennisverspreider). Een tweede mogelijkheid is om kosten derden op te nemen onder de opslag voor overige algemene kosten van maximaal 50 procent. Tot slot is het mogelijk om kosten derden op te nemen tegen een door de minister van Economische Zaken vast gesteld uurtarief van 65 euro. De algemene opslag van maximaal 50 procent betreft een gespecificeerde en geen rekenkundige en geldt voor directe (onderzoeks)loonkosten en voor indirecte kosten, zoals huisvesting, management en secretariaat, reis- en verblijfkosten.
Penvoerder MicroNed Laatste wijziging 07-03-2007
J.J. van der Lek
(015) 27.83204
SenterNovem
Bsik
Frequently Asked Questions
Zijn er 'standaarden' waar een financiële huishouding van een Bsik-programma aan moet voldoen?
Ja, er moet een sluitende urenregistratie zijn en er moet ten allen tijde zo uit de administratie te halen zijn welke kosten er voor het project gemaakt zijn. Het meest praktische is de kostenonderverdeling van de regeling door te voeren in de administratie. Welke startdatum geldt voor de activiteiten van het consortium? Kan dat een eerdere datum zijn dan de beschikkingsdatum? Zo ja, zijn voorbereidingskosten (en onder welke voorwaarden) subsidiabel? Is het juist dat alleen de activiteiten voorafgaand aan de indiening niet subsidiabel zijn?
In principe mogen er kosten gemaakt worden vanaf de datum van indiening. Echter bij veel projecten heeft men in het aanvraagformulier aangegeven dat men een andere startdatum wil hebben voor het project. Men mag dan vanaf deze datum kosten opvoeren voor het project. Het is mogelijk om de begindatum te verzetten maar dat moet met een verzoek aan het penvoerende departement of de uitvoerende organisatie die het beheer van de projecten uitvoert. De voorbereidingskosten van het projectvoorstel zijn niet subsidiabel. Tevens zijn de kosten gemaakt voor de startdatum niet subsidiabel. Kunnen vanaf de indiening van het project kosten worden gemaakt?
Ja, dat kan tenzij in het aanvraagformulier een startdatum is opgegeven die na de indieningsdatum ligt. Dan mogen de kosten vanaf startdatum opgevoerd worden. Zijn de kosten die door buitenlandse partners in het project gemaakt worden subsidiabel?
Als er een ontheffing bij de aanvraag is ingediend voor het gedeeltelijk uitvoeren van het project in het buitenland dan kunnen de kosten gewoon opgevoerd worden binnen het project. Voorschot: Is een voortgangsverslag hetzelfde als een jaarrekening?
Nee, de voortgangsrapportage heeft alleen betrekking op het Bsik-project. Een jaarrekening heeft betrekking op een organisatie. Soms kunnen deze twee uiteraard samenvallen. Daarnaast wordt er naar gestreefd het voortgangsverslag ten behoeve van de financiële verantwoording te laten samenvallen met de Penvoerder MicroNed Laatste wijziging 07-03-2007
J.J. van der Lek
(015) 27.83204
SenterNovem
Bsik
Frequently Asked Questions
monitoringrapportage (zie hierboven) zodat jaarlijks in principe maar één rapportage gemaakt hoeft te worden. Waarover kan een voorschot worden aangevraagd?
Het is mogelijk een voorschot aan te vragen op basis van de gemaakte en betaalde kosten en de aangegane verplichtingen die binnen een jaar uitbetaald gaan worden. Jaarlijks kan een voorschot aangevraagd worden van maximaal 20 procent van de toegezegde subsidie. Wijzigingen: Wanneer moet de aangepaste begroting bij het penvoerende departement zijn ingediend?
Daarover kunnen afspraken worden gemaakt met het penvoerende departement. Hoe gaan we om met inhoudelijke wijzigingen en met verschuivingen in het budget?
Wijzigingen in het project of verschuivingen in het budget moeten worden goedgekeurd door het penvoerende departement. Verzoeken tot wijzigingen moeten dus bij het departement (of de aangewezen uitvoeringsorganisatie) worden ingediend. Vaststelling: Is het mogelijk om deelaccountantsverklaringen voor het project in te dienen (dus een accountantsverklaring per deelnemer over hun bijdrage in het project)?
Ja, dat kan, echter alle deelverklaringen moeten optellen tot het totale project en de accountant van de penvoerder verwerkt dit in zijn verklaring. Wat is de werkwijze bij het opstellen van de accountantsverklaring van de penvoerder?
Er wordt alleen een accountantsverklaring geëist aan het eind van het project. De accountantskosten zijn niet subsidiabel. De werkwijze voor het daadwerkelijk opstellen van de accountantsverklaringen is aan de partijen zelf. Het is aan te raden om voor aanvang van het project dit aspect goed en duidelijk te regelen. Hier volgen enkele suggesties: • TIP 1: Aan het eind van het project moet er voor het totale project een accountantsverklaring komen. Het is aan te raden dat de accountant van de penvoerder voor de start van het project afspraken maakt met de accountants van de deelnemers over de te Penvoerder MicroNed Laatste wijziging 07-03-2007
J.J. van der Lek
(015) 27.83204
SenterNovem
•
•
Bsik
Frequently Asked Questions
volgen procedure bij het opstellen van de deelaccountantsverklaringen in verband met de overall accountantsverklaring aan het einde van de periode. Het simpelweg overnemen en accorderen van oudere accountantsverklaringen is namelijk niet mogelijk aan het eind van het project. TIP 2: Voor het bewaken van de projectvoortgang per jaar per deelnemer kan het voor de penvoerder nuttig zijn om per jaar een accountantsverklaring te laten afgeven per deelnemer. Op die manier is het eenvoudiger voor de penvoerder om overzicht te behouden; TIP 3: De archiefwet geeft aan dat stukken zeven jaar bewaard moeten worden. Voor Bsik-projecten is het misschien verstandig om in het samenwerkingscontract vast te leggen dat de stukken meer dan zeven jaar bewaard worden in verband met een eventuele uitloop van het project.
Subsidie & Financiering: Hoe groot is het subsidiebedrag?
De subsidie per kennisproject bedraagt ten hoogste 50 procent van de subsidiabele projectkosten. Als voor (een deel van) de projectkosten reeds door een ander bestuursorgaan (ook decentrale overheden) of door de Europese Commissie subsidie is verstrekt, wordt slechts een zodanige subsidie verstrekt, dat het totale bedrag aan subsidie niet meer dan 50 procent bedraagt. Dit laatste geldt niet waar het gaat om basissubsidies (met name eerste geldstroom van OC&W en LNV, tweede geldstroom via NWO en charitatieve casu quo collectebusfondsen). Onder het kopje 'internationale samenwerking' zijn de verschillende subsidiemogelijkheden terug te vinden. Wat is het verschil tussen een doel- en een basissubsidie?
Onder basisfinanciering verstaan we financiering die door de overheid, zonder nadere voorwaarden over de richting waarin de middelen worden aangewend worden verstrekt. Basissubsidies aan universiteiten of onderzoeksinstellingen (d.w.z. openbare instellingen zonder winstoogmerk die zelf hoogstaand onderzoek verrichten) kunnen worden ingezet als cofinanciering van de Bsik-subsidie. In andere gevallen is er sprake is van doelsubsidies: deze worden in mindering gebracht op de Bsik-subsidie. In concreto betekent dit dat de reguliere vrij inzetbare geldmiddelen ('eerste geldstroom') van de universiteiten en de vrij inzetbare Penvoerder MicroNed Laatste wijziging 07-03-2007
J.J. van der Lek
(015) 27.83204
SenterNovem
Bsik
Frequently Asked Questions
basisfinanciering van kennisinstellingen als TNO, GTI's, DLO (WUR) kunnen worden ingezet als matching van de Bsik-subsidie. Welke subsidies kunnen als eigen bijdrage (matching) worden opgevoerd?
In het algemeen basissubsidie wel en doelsubsidie niet. Kunnen financiële bijdragen van mede- overheden worden ingezet als matching van de BSIK-subsidie?
Financiële inbreng van lagere overheden (provincies, gemeenten, waterschappen) moet worden beschouwd als subsidie van 'een ander bestuursorgaan'. Deze subsidies worden op grond van het O&Osteunkader van de EU in mindering gebracht op de BSIK-subsidie en kunnen dus in het algemeen niet dienen als matching. Als er sprake is van aansluiting op de doelstellingen van het KP6 is het echter wel mogelijk financiële bijdragen van deze overheden te laten cumuleren met de Bsik subsidie (tot 65 of 75 procent van de projectkosten). Voor medeoverheden geldt daarnaast, evenals voor de rijksoverheid, dat een inhoudelijke betrokkenheid of een betrokkenheid in de sfeer van toepassingsgerichte uitwerkingen hoe dan ook goed mogelijk is. Kan NWO- financiering worden ingezet als matching van de BSIK-subsidie?
Ja, NWO financiering kan ingezet worden als matching van Bsik-projecten, tenzij NWO (al dan niet namens de minister) de financiering specifiek heeft bestemd voor medefinanciering van een Bsik-programma. Subsidie die door NWO niet specifiek is toegezegd voor Bsik-programma's, zoals open programma's en veni vidi vici-subsidies gelden als basissubsidies en kunnen worden ingezet als matching voor Bsik-programma's. Kunnen financiële bijdragen van departementen worden ingezet als matching van de BSIK- subsidie?
Nee, deze bijdragen kunnen in principe niet worden ingezet als matching. Indien een kennisproject al door een ministerie is gesubsidieerd dan vervalt de mogelijkheid om voor Bsik-subsidie in aanmerking te komen. Als er sprake is van een basissubsidie (zie hierboven) dan is cumulatie van subsidies wel mogelijk. Mag de bijdrage van een niet-consortiumlid worden meegenomen bij het voldoen aan de matchingverplichting?
Ja, voor zover deze bijdrage niet van de overheid ontvangen wordt. De bijdrage wordt dan gezien als een private bijdrage in de kosten van het project. Worden bijdragen van 'overheids-NV's of BV's' gezien als private bijdrage of als overheidsbijdrage?
Penvoerder MicroNed Laatste wijziging 07-03-2007
J.J. van der Lek
(015) 27.83204
SenterNovem
Bsik
Frequently Asked Questions
Een organisatie moet worden gezien als overheids-BV of overheids-NV als overheden rechtstreeks of middellijk een dominerende invloed kunnen uitoefenen uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of de desbetreffende regels. (artikel 2 van de transparantierichtlijn van de EU). Dominerende invloed wordt vermoed te kunnen worden uitgeoefend, wanneer de overheden, al dan niet rechtstreeks, ten aanzien van het bedrijf: a) de meerderheid van het geplaatste kapitaal van dat bedrijf bezitten, b) over de meerderheid van de stemrechten verbonden aan de door genoemd bedrijf uitgegeven aandelen beschikken of c) meer dan de helft der leden van het orgaan van bestuur, van beheer of van toezicht van genoemd bedrijf kunnen benoemen. De begrippen 'staten' (overheid) en staatsmiddelen worden dus ruim en functioneel geïnterpreteerd. Hieronder vallen ook: decentrale overheden, gedomineerde bedrijven (privaatrechtelijke bedrijven waarin de staat een dominerende invloed heeft) speciaal opgerichte rechtspersonen die steun doorsluizen zonder dominerende invloed van de overheid en ontwikkelingsmaatschappijen. Cumulatie: Onder welke voorwaarden is cumulatie van subsidie tot 65 en 75 procent van de projectkosten mogelijk?
Standaard geldt een subsidiepercentage van 50 procent. Als de zwaartepunten zoals omschreven in het Besluit subsidies investeringen kennisinfrastructuur (Bsik) aansluiten bij de doelstellingen van het zesde Europese Kaderprogramma (KP6) is het in principe mogelijk om tot 65 procent van de Bsik projectkosten te cumuleren. Als er naast aansluiting van de zwaartepunten zoals omschreven in Bsik bij de doelstellingen van KP6 sprake is van samenwerking met partijen uit tenminste twee EU-lidstaten is het mogelijk om tot 75 procent van de Bsik projectkosten te cumuleren. Voor zowel cumulatie tot 65 procent als cumulatie tot 75 procent is het niet nodig het project in te dienen voor KP6. Op de website van Senter is een gedetailleerd overzicht beschikbaar van de aansluiting van zwaartepunten uit Bsik op de doelstellingen van KP6. Gelden deze percentages (cumulatie van het subsidiepercentage tot 65 en 75 procent) voor het gehele programma of ook voor afzonderlijke programmaonderdelen (projecten)?
De percentages gelden voor het gehele programma als de afzonderlijke programmaonderdelen in overwegende mate aansluiten bij de Penvoerder MicroNed J.J. van der Lek (015) 27.83204 Laatste wijziging 07-03-2007
SenterNovem
Bsik
Frequently Asked Questions
doelstellingen van het zesde Europese Kaderprogramma (KP6). Als dit niet het geval is dan kan er geen cumulatie plaatsvinden tot 65 of 75 procent. Is het mogelijk om cumulatie van subsidie tot 75 procent te krijgen als er in het Bsik-project geen buitenlandse partner is maar wel in het project ingediend voor het zesde kaderprogramma?
Nee, dit is niet mogelijk. Wordt de 25 procent extra subsidie bij samenwerking met buitenlandse partijen uit BSIK verstrekt?
Nee, de Bsik-subsidie is altijd maximaal 50 procent. De subsidiepercentages van 15 respectievelijk 25 procent hebben betrekking op de maximale cumulatie van de subsidies van Nederlandse overheden of EU. Hoe worden buitenlandse partners gedefinieerd om in aanmerking te komen voor cumulatie tot 75 procent?
Er moeten in het project twee of meer buitenlandse partners uit twee lidstaten meedoen (N.B. Een buitenlandse partner is een partner gevestigd in een ander land dan Nederland.) Dit houdt in dat deze buitenlandse partners reeds in het ingediende projectplan zijn genoemd (er is ook een samenwerkingsovereenkomst) en een ontheffing is aangevraagd voor het gedeeltelijk uitvoeren van het project in het buitenland. Deze partners moeten meedoen in het Bsik-project. Het is mogelijk dat buitenlandse partners pas in een later stadium in het project meedoen, maar dan moet er eerst toestemming gevraagd worden bij Senter want dit is een wijziging van het project. Stapeling van subsidies is mogelijk tot 75 procent als het Bsik project aansluit bij een lopend KP6 project en als er met internationale partners samengewerkt wordt (rekenvoorbeeld)
BV 50 procent van de subsidie komt dan uit KP6, de maximale bijdrage uit de Bsik-regeling wordt dan beperkt tot 25 procent. Hierbij moet wel heel duidelijk zijn welke activiteiten aan de beide kaders bijdragen en hoeveel uren hiervoor gebruikt worden. In het geval er een deel overlappend is tussen de KP6 en Bsik-projecten en een deel Bsik specifiek is, dan kan voor het overlappende deel tot 75 procent gestapeld worden, voor het Bsik-specifieke deel 50 procent. Rekenvoorbeeld: 4 fte in Bsik project, waarvan 3 fte werken aan activiteiten die ook in internationaal KP6 project gebruikt worden. Penvoerder MicroNed Laatste wijziging 07-03-2007
J.J. van der Lek
(015) 27.83204
SenterNovem
Bsik
Frequently Asked Questions
3 fte worden daarom voor 50 procent uit KP6 en 25 procent uit BSIK gesubsidieerd, 1 fte alleen voor 50 procent uit Bsik. Voor het budget betekent dat (met een fictief uurtarief van 50 Euro): 1650 uur x 3 fte = 4950 uur x 50 Euro = 247500 Euro x 25% subsidie = 61875 Euro 1650 uur x 1 fte = 1650 uur x 50 Euro = 82500 Euro x 50% subsidie = 41250 Euro Totaal 103125 Euro BSIK subsidie voor 4 fte Uit KP6 wordt dan nog 3 fte voor 50 procent gesubsidieerd. NB1: Het totaal ontvangen bedrag aan subsidie voor de 3 fte mag niet meer dan 75 procent van de werkelijke kosten bedragen! NB2: omgekeerd (50% Bsik-subsidie resp. 25% KP6-subsidie) is deze systematiek ook van toepassing. Monitoring: Hoe zien de formats voor de nulmeting en de monitoringrapportages eruit? Wie
stelt de formats vast? Wat is de rol van Senter hierin? De formats voor de nulmeting en de monitoringrapportage worden vastgesteld door de gezamenlijke ICES/KIS- departementen. Deze formats komen in de loop van het voorjaar 2004 beschikbaar. Senter zal in samenwerking met NWO de voortgang van de projecten op basis van deze formats monitoren en daarover rapporteren aan de Commissie van Wijzen. Deze brengt advies uit over de voortgang van de projecten aan het Kabinet.
Penvoerder MicroNed Laatste wijziging 07-03-2007
J.J. van der Lek
(015) 27.83204