Word 2010
titel
Klikmee Word 2010
eerste druk
juni 2010
auteur
Fred Beumer
webdesign
Guus Mul
zetwerk
Digitaal Leerplein
druk
Hollandridderkerk, Ridderkerk
Digitaal Leerplein Postbus 50, 6990 AB Rheden website: www.digitaalleerplein.nl E-mail:
[email protected] Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieen, opnamen, of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ondanks de aan de samenstelling van de tekst bestede zorg kan de uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade, die zou kunnen voortvloeien uit enige fout, die in deze uitgave zou kunnen voorkomen.
Inleiding
Dit is geen standaard computerboek! Dit boek laat het u zien! Elk onderwerp wat in dit boek wordt besproken heeft op het internet een videoles staan. Een videoles die u het geleerde laat zien. Een manier van leren die makkelijk is in een tijd waar de computer steeds belangrijker wordt. Een DigiD aanvragen, de belastingdienst, bankzaken zijn enkele voorbeelden waarbij u niet meer zonder de computer kan. Tekstverwerken gebeurt ook alleen nog met de computer. Tekstverwerken wordt prive en zakelijk veel gebruikt. Vaak zoeken naar de mogelijkheden zal ook voor u herkenbaar zijn. Bepaalde handelingen verricht u af en toe en de kans dat u het een volgende keer bent vergeten is groot. Dan bekijkt u opnieuw de videoles die bij dit onderwerp hoort en kunt direct verder. Dit boek is uit de reeks “Klik mee”. Het is een uitgebreide serie die voor de beginnende en gevorderde gebruiker een aanrader is. De reeks heeft als kenmerk dat alleen datgene wordt behandelt waar het echt om gaat. Centraal staat het dagelijks werken met de computer en programma’s. U bent een gebruiker en geen computerspecialist. Met de aanschaf van dit boek zet u de eerste stappen op weg naar zelfredzaamheid. Niet meer afhankelijk van anderen maar een methodiek die uzelf in staat stelt de geheimen te leren kennen. Aan het einde van elk onderwerp wordt u vanuit het boek verwezen naar het internet. De locatie en de videoles wordt u aangegeven.
Videolessen op het internet Digitaal Leerplein stelt de lezer in staat om na elke paragraaf die in het boek wordt behandeld een instructievideo op het internet te bekijken. Deze instructievideo laat het u na het doorlezen van de lesstof zien. Digitaal Leerplein stimuleert en ondersteunt de digibeet op het gebied van verantwoord computergebruik. Bij alle activiteiten die Digitaal Leerplein onderneemt, staat de ontwikkeling van de deelnemer centraal. Aan het einde van een paragraaf wordt middels afbeelding van een beeldscherm verwezen naar de internetpagina waar u de videoles voor die paragraaf kunt bekijken. Meerdere cursussen kunt u ook vinden op de website www.klikmee.nl
Bekijk de videoles behorende bij deze paragraaf. In deze afbeelding ziet u na het lezen van een paragraaf waar u de bijbehorende videoles op het internet kunt bekijken.
Inhoudsopgave 1. Kennismaken met Word 2010 Kennismaken met Word De titelbalk, het lint en de knop bestand De werkbalk “Snelle toegang” Invoeren van een tekst en opslaan Nieuw document en de “Enter” toets 2.
Weergave
3.
Document openen en de cursor verplaatsen Scrollbalk, weergaveknoppen en mini werkbalk Verborgen opmaakmarkeringen Opslaan onder een andere naam Speciale lettertekens
20 22 24 25 26
Tekst selecteren Tekst verwijderen Kopieren, knippen, plakken en ongedaan maken Werken met twee documenten Kopieren en verplaatsen naar een ander document
28 29 30 32 33
Selecteren
4. Letteropmaak Vet, cursief en onderstreept Lettertype en lettergrootte Tekstkleur Hoofdletters en kleine letters Super- en subscript Opmaak kopieren Thema’s gebruiken 5.
10 12 14 15 17
36 38 39 41 42 43 44
Bestandsbeheer
Opslaan op een andere locatie Opslaan als een tekstbestand Opslaan als een webpagina Opslaan als een sjabloon Standaard bestandslocatie Helpfunctie
46 48 49 51 52 54
6.
Controle
Spellingscontrole Woordenlijsten Zoeken en vervangen Afdrukvoorbeeld en afdrukken
58 60 62 63
7. Tekstindeling Alinea’s maken en samenvoegen Uitlijnen Regelafstand en witruimte Inspringen Opsommingstekens Woorden afbreken 8. Document opmaken
66 67 68 69 70 71
Marges wijzigen Pagina-einde Pagina nummering Kop- en voetteksten Afdrukstand en papierformaat Sjablonen
74 76 77 78 79 80
Tabtoets en tabstops Tabellen maken Tabel selecteren en tekst opmaken Kolommen en rijen invoegen en verwijderen Kolombreedte en rijhoogte Randen en arcering
82 83 84 85 87 88
9.
Kolommen
10. Werken met objecten Illustratie, foto en grafiek invoegen Obejecten selecteren, vergroten en verkleinen Objecten verplaatsen Objecten kopieren, verplaatsen en verwijderen
92 94 95 96
1
Kennismaken met Word
◊ ◊ ◊ ◊ ◊
Kennismaken met Word Titelbalk, het lint en de knop bestand De werkbalk “Snelle toegang” Invoeren van een tekst en opslaan Nieuw document en de “Enter” toets
9
◊ Kennismaken met Word Kennismaken met Word 2010 Microsoft Word is een tekstverwerkingsprogramma. Dat wil zeggen u kunt met programma teksten maken, zoals brieven, enveloppen en etiketten. Naast de inhoud van uw document heeft u ook de mogelijkheid de opmaak van uw documenten aan te passen. Zo kunt u onder andere grootte, stijl en opmaak van uw tekst veranderen. In Word is het tevens mogelijk om grafieken, lijsten, en afbeeldingen te creëren. U kunt bijvoorbeeld een afbeelding invoegen in een tekst om zo de tekst te illustreren. U kunt Word ook gebruiken om tabellen te maken waarin u informatie opslaat. U kunt Word openen door te dubbelklikken op het Wordpictogram op uw bureaublad, of door te klikken op de Startknop links onderin het beeldscherm en te kiezen voor “Alle programma’s. Vervolgens klikt u met de muis op de map Microsoft Office en ziet u het programma Microsoft Word 2010 uitschuiven. Klik hierop met de linkermuisknop. Het programma wordt geopend.
De werkomgeving Wanneer u bekend bent met eerder versies van Word, ziet u meteen dat de werkomgeving volledig gewijzigd is. U hebt even de tijd nodig om aan deze nieuwe indeling te wennen.
Het Wordvenster bestaat uit twee vensters, te weten het applicatievenster en het documentvenster.
Het documentvenster is de plaats waar u documenten kunt maken en wijzigen.
Wat ziet u op uw beeldscherm? Links bovenin het beeld ziet u de knop Bestand. Wanneer u deze met de linkermuisknop opent krijgt u toegang tot de meest gebruikte functies binnen Word, zoals daar zijn “Nieuw”, “Openen”, “Opslaan”, en “Afdrukken”. Rechts naast de knop Bestand ziet u de titelbalk, met de werkbalk “Snelle toegang”. Standaard is deze voorzien van de knoppen “Opslaan”, “Ongedaan maken” en “Opnieuw”. Daarnaast is het mogelijk hier zelf knoppen aan toe te voegen of verwijderen. In het midden van de titelbalk ziet u de naam van uw document, gevolgd door de naam van het programma. Aan de rechterkant van de titelbalk vind u de knoppen “Minimaliseren”, “Maximaliseren” en “Sluiten”.
10
Hebt u Word 2010 geopend dan krijgt u het werkgebied met alle mogelijkheden uit het Lint in beeld.
Onder de titelbalk ziet u het zogeheten Lint. In het lint vindt u alle opdrachten die u kunt uitvoeren in Word. Het lint vervangt de verschillende werkbalken die in vorige versies van Word gebruikt werden. Onder het lint wordt uw document getoond, waarin u op dat ogenblik aan het werk bent. Aan de rechterzijde van uw document ziet u de verticale scrollbalk, daarnaast vind u aan de onderzijde een horizontale scrollbalk.
Bekijk de videoles behorende bij deze paragraaf.
11
◊ Titelbalk, het Lint en de knop Bestand De titelbalk In de vorige les hebt u gezien dat de titelbalk aan de bovenzijde van het venster staat. Aan de rechterzijde vindt u de knoppen “Minimaliseren”, “Maximaliseren” en “Sluiten”.
Wanneer u klikt op de knop “Minimaliseren”, het minteken zal het programma geparkeerd worden naar de taakbalk. Door vervolgens op de taakbalk op het word logo te klikken zal het geparkeerde document weer terugkeren op het beeldscherm. De knop tussen het minteken en het witte kruis zorgt ervoor dat de weergave van uw venster wordt verkleind of juist volledig in beeld komt. U kunt door het venster te verkleinen een gedeelte van het bureaublad in beeld brengen. Om het programma te sluiten klikt u op de knop “Sluiten”, het witte kruis.
Het lint Het belangrijkste gereedschap in Word 2010 is het lint. Alle opdrachten die u uitvoert op uw document bevinden zich hier. Het lint in verdeeld in acht verschillende tabbladen, te weten “Start”, “Invoegen”, “Pagina-indeling”, “Verwijzingen”, “Verzendlijsten”, “Controleren”, “Beeld” en “Invoegtoepassingen”. Het Lint is in tegenstelling tot eerdere versies van Word sterk veranderd.
In deze tabbladen vind u verschillende groepen met opdrachten. Zo is bijvoorbeeld het tabblad “Start” verdeeld in de groepen “Klembord”, “Lettertype”, “Alinea”, “Stijlen” en “Bewerken”. Sommige van deze groepen hebben aan de rechterzijde een pijltje. Wanneer u hierop klikt opent een nieuw venster met daarin meerdere opties. Om het lint te verbergen klikt u tweemaal met de linkermuisknop op het geselecteerde tabblad. Dit geeft u meer werkruimte. Nogmaals dubbelklikken zorgt er voor dat het lint weer wordt weergegeven.
De knop Bestand
De knop Bestand geeft u toegang tot de basisfuncties van Word 2010. Wanneer u met de linkermuisknop op deze knop klikt opent het onderliggende menu met aan de linkerkant diverse basisopdrachten zoals “Nieuw”, “Openen”, “Opslaan”, “Opslaan als…” en “Afdrukken”. 12
De knop Bestand
Indien u klikt op de knop “Afsluiten” zal het programma gesloten worden. Wenst u alleen het document te sluiten, klik dan op “Sluiten” in het paneel.
Bekijk de videoles behorende bij deze paragraaf.
13
◊ De werkbalk “Snelle toegang” Werkbalk “Snelle toegang” Boven de knop bestand vindt u de werkbalk “Snelle toegang”.
Indien gewenst kunt u de werkbalk onder het lint plaatsen. Dit doet u door met de rechter muisknop op de werkbalk te klikken en te kiezen voor “De werkbalk Snelle toegang onder het lint weergeven”. Herhaal deze stap om de werkbalk terug te zetten naar zijn oorspronkelijke plaats. Het is mogelijk knoppen toe te voegen aan de werkbalk “Snelle toegang”, naast de standaard knoppen “Opslaan”, “Ongedaan maken” en “Opnieuw”. Wilt u een pictogram toevoegen aan de werkbalk Snelle toegang dan klikt u met de linkermuisknop op de pijl wijzend naar beneden naast de werkbalk Snelle toegang. Menu “Snelle toegang” kunt u aanpassen aan de eigen wensen.
Een lijst schuift uit waaruit u een keuze kunt maken. Voor de opties kan een vinkje staan wat betekent dat deze optie reeds is weergegeven in de werkbalk Snelle toegang. Klikt u voor een optie waar geen vinkje voor staat dan zal deze worden weergegeven en verschijnt in de lijst ook een vinkje voor de optie. Ook voor het weghalen van pictogrammen herhaalt u deze stappen. Het is dan de bedoeling wederom te klikken op de optie die u wenst weg te halen. Het vinkje verdwijnt en in de werkbalk snelle toegang is het pictogram verdwenen.
Bekijk de videoles behorende bij deze paragraaf.
14
◊ Invoeren van een tekst en opslaan Invoeren van tekst Wanneer u Word 2010 opent, wordt er automatisch een nieuw document getoond op uw scherm, waar de cursor knippert op de eerste regel van het document. Wanneer u een kleine hoeveelheid tekst typt en de Entertoets van uw toetsenbord gebruikt om de cursor op de volgende regel te plaatsen, beschouwt Word de ingegeven tekst als een alinea. Wanneer u een grote hoeveelheid tekst typt, zal Word automatisch op de volgende regel verder gaan wanneer u het einde van een regel heeft bereikt. Dit noemen we “Automatische terugloop”.
Opslaan en Opslaan als… Wanneer u uw document heeft afgerond wilt u deze natuurlijk opslaan. Om een document op te slaan klikt u op de knop bestand links boven in beeld. Een document dat niet eerder is opgeslagen kiest u voor “Opslaan als”.
In het menu dat nu verschijnt heeft u twee mogelijkheden; “Opslaan” en “Opslaan als…”. De optie “Opslaan” maakt het mogelijk een reeds eerder opgeslagen document, waarin wijzigingen zijn aangebracht, op te slaan.
De optie “Opslaan als…” gebruikt u om uw document onder een zelf bedachte naam op te slaan. Wanneer u kiest voor de optie “Opslaan als…” en klikt op de optie “Word-document” opent er een dialoogvenster. Standaard zal Microsoft Word uw document op willen slaan in de map “Documenten”. U kunt dit aanpassen door zelf een locatie op te geven. Let er echter op dat u op een later tijdstip weet waar het document is opgeslagen om deze weer te kunnen openen. Hebt u een nieuw document gemaakt dan gebruikt u de optie “Opslaan als…” en geeft het document een eigen naam. 15
Hebt u een bestaand bestand gewijzigd, kunt u kiezen voor “Opslaan”.
Hebt u een bestaand document geopend en heeft u deze aangepast dan kiest u de optie “Opslaan”. Het document heeft immers al een naam, alleen de wijzigingen moeten opgeslagen worden.
Bekijk de videoles behorende bij deze paragraaf.
16
◊ Nieuw document en de Enter toets Hebt u een bestaande tekst in het beeldscherm staan maar wilt u een nieuwe tekst maken dan kunt u dit doen zonder eerst de bestaande tekst te verwijderen. Wilt u de bestaande tekst opslaan dan kan dit uiteraard. Opent u een nieuw document dan blijft het reeds bestaande document gewoon op de achtergrond aanwezig. Om een nieuw document over een bestaand document te openen klikt u op de knop bestand en kiest de optie “Nieuw”. Een venster wordt geopend en hier dubbelklikt u op “Leeg document”. Het nieuwe document is nu geopend over de reeds bestaande tekst. In de taakbalk kunt u zien dat er nu twee documenten over elkaar staan geopend. Door op het nieuwe document te klikken op het minteken ziet u direct de bestaande tekst. Klik in de taakbalk op het Word logo en klik op het nieuwe document.
Klik op de knop bestand om een “Nieuw document” te openen.
Open een leeg document.
De Enter toets. Om een nieuwe regel in te zetten klikt u op de Enter toets van uw toetsenbord. In voorgaande versies van Word kwam de cursor terecht op de volgende regel. Nu met Word 2010 wordt een regel overgeslagen en begint een nieuwe alinea. Wanneer u doortypt en aan het einde van de regel komt wordt niet een extra regel ruimte genomen. Dit invoegen van een extra ruimte kan uitgeschakeld worden zodat u een volgende keer op de Enter toets te klikken geen extra regel overslaat.
17
Ga naar het tabblad Start en klik eenmaal op de knop “Geen afstand” in het Lint. Klik vervolgens ergens in de tekst en druk op de toets Enter van het toetsenbord. U ziet dat de extra regel nu niet meer wordt gebruikt. Wilt u de extra regel wel gebruiken dan klikt u in het lint op de knop Standaard en de extra regel wordt na een Enter weer gebruikt.
Word afsluiten Wilt u Word afsluiten dan kunt u dit doen door te klikken op het witte kruis aan de rechterbovenzijde van het venster. Het sluitvak om programma’s af te sluiten.
Wilt u de tekst die u hebt gemaakt opslaan op de computer dan dient u dit eerst te doen.
Dit doet u door te klikken op de knop bestand en te kiezen voor opslaan als… als het om een nieuwe tekst gaat. Is het een reeds eerder opgeslagen bestand dan gebruikt u de optie opslaan. Wilt u de tekst niet bewaren dan klikt u op het witte kruis aan de rechterbovenzijde en wordt Word afgesloten. Ook kunt u klikken op de knop bestand en vervolgens kiezen voor “Afsluiten”onder aan de lijst.
Bekijk de videoles behorende bij deze paragraaf.
18
2
Weergave
◊ ◊ ◊ ◊ ◊
Document openen en de cursor verplaatsen Scrollbalk, weergavenknoppen en mini werkbalk Verborgen opmaakmarkeringen Opslaan onder een andere naam Speciale lettertekens
19
◊ Document openen U hebt in de vorige lessen een nieuw document geopend en deze opgeslagen. Slaat u een nieuw document op dan kiest u voor “Opslaan als…” hebt u een bestaand bestand gewijzigd dan hoeft u alleen maar te klikken op “Opslaan”. Hebt u een tekst opgeslagen dan kunt u deze openen door naar de plaats op de computer te gaan waar u het bestand hebt opgeslagen. Veelal is dit “(Mijn) documenten”. Open het programma Word en klik op de knop bestand. Kies de optie “Openen”. Een venster wordt geopend en laat u de inhoud van de computer zien. Zoek de plaats op waar u het tekstbestand hebt opgeslagen. Klik op het document en klik vervolgens aan de onderzijde van het venster op de knop “Openen”. Uw opgeslagen bestand is nu geopend en u kunt er wijzigingen of aanvullingen in aanbrengen.
De cursor door een tekst verplaatsen Wanneer u een bestaande tekst hebt geopend dan staat de cursor aan het begin van de tekst. U kunt de cursor op verschillende manieren verplaatsen.
Met de muis Door met de muis over de tekst te bewegen en te klikken met de linkermuisknop op de plaats in de tekst waar u de cursor wenst zal deze daar knipperen.
Met het toetsenbord kunt u makkelijk door een tekst navigeren.
Met behulp van de pijltjes toetsen op het toetsenbord
U ziet aan de rechteronderzijde van het toetsenbord een viertal pijltjes. Met behulp van deze pijltjes kunt u door de tekst bewegen met de cursor. De plaats waar de cursor heen gaat bepaalt u door de pijl wijzend naar rechts, links, onder of boven in te drukken. Let op u klikt eenmaal op de pijltoets en de cursor gaat een plek opschuiven.
Door de pijltoets ingedrukt te houden zal heel snel de cursor de richting gaan die u hebt ingedrukt.
Met de Home en End toets U ziet op het toetsenbord een toets genaamd Home en End. Staat u aan het begin van de regel en wilt u naar het einde van de regel dan kunt u dit snel doen door de toets End in te drukken. De cursor verspringt direct naar het einde van de regel. Met de toets Home gebeurt het tegenovergestelde.
Page Down en Page Up U kunt wanneer uw document meer dan een bladzijde groot is makkelijk door het document bewegen naar de volgende of vorige bladzijde. Staat uw cursor aan het begin van het document en u wenst een bladzijde door te schuiven dan klikt u op de toets Page Down. De cursor zal nu verspringen naar het begin van de tweede bladzijde. Wilt u weer terug naar de vorige in dit geval de eerste pagina dan klikt u op de toets Page Up en de cursor verspringt weer naar de eerste pagina. Op deze wijze kunt u makkelijk en snel door een document bewegen. 20
CTRL Home en CTRL End Staat u aan het begin van uw document en wenst u naar het einde van het document te gaan dan kan dit door de toetsen combinatie CTRL en End te gebruiken. U dient de beide toetsen tegelijk in te drukken. U bent nu met deze combinatie in een keer naar de onderzijde van uw document. Wilt u weer terug naar de eerste letter van het document dan klikt u de toetsenbord combinatie CTRL Home in. De cursor verspringt weer naar het begin van de tekst. Toetsenbord combinaties worden veelvuldig gebruikt tijdens het tekstverwerken.
Bekijk de videoles behorende bij deze paragraaf. Ga naar www.klikmee.nl en klik op de button “Cursus Word 2010” Klik vervolgens op “H2 Weergave” en kies de les “Document openen en de cursor verplaatsen”.
21
◊ Scrollbalk, weergave en mini werkbalk De scrollbalk ziet u aan de rechterzijde van uw document. Deze balk laat zien dat een tekst meer in beeld heeft dan hetgeen u op het beeldscherm ziet.
De scrollbalk De Scrollbalk vindt u verticaal langs de rechterkant van uw document. Aan het einde van deze scrollbalken ziet u kleine zwarte pijltjes, die de richting aangeven waarin zal worden gescrolld. U gebruikt deze scrollbalken om door uw document te scrollen. Dit kunt u doen door met de linker muisknop op de pijltjes aan de uiteinden van de scrollbalk te klikken. Indien u in bezit bent van een muis met een wieltje kunt u deze gebruiken om verticaal door uw document te bladeren. U draait het wieltje op de muis naar u toe om door de pagina te scrollen. Onderaan de scrollbalk ziet u drie knoppen; “Vorige pagina”, “Bladerobject selecteren” en “Volgende pagina”. Wanneer u op de knop “Vorige pagina” klikt, zult u in een document met meerdere pagina’s naar de vorige pagina gaan. De knop bladerobject selecteren zorgt ervoor dat u in een nieuw venster het object kunt selecteren waardoor u wilt bladeren. Standaard staat deze ingesteld op “Bladeren per pagina”. De knop “Volgende pagina” doet het tegenovergestelde van de knop “Vorige pagina”. Klikken op deze knop, zal in een document met meerdere pagina’s naar de volgende pagina gaan.
De weergaveknoppen De weergaveknoppen bevinden zich rechts onderaan het applicatievenster. We gebruiken deze knoppen om de weergave van ons document aan te passen. Standaard is de Afdrukweergave geselecteerd, dit is de meest gebruikte weergave om een document te maken. Deze weergave laat zien hoe het document zal worden wanneer deze wordt afgedrukt. De tweede weergave is de knop “Lezen in volledig scherm”. Deze optie kunt u gebruiken om uw document op volledige schermgrootte te bekijken. De derde knop, “Weblay-out”, gebruiken we wanneer we een document maken dat zal worden gepubliceerd op het internet. “Overzicht”, de vierde knop, laat zien hoe een document is opgebouwd en maakt het eenvoudig de structuur van uw document te wijzigen. De vijfde knop is de knop “Concept”. Deze weergave is handig voor het bewerken en opmaken van uw tekst.
22
De zoomschuifregelaar Wanneer u uw document van dichterbij wil bekijken, of juist uit wil zoomen om het formaat kleiner te maken, gebruikt u de zoomschuifregelaar. Schuif de regelaar naar links om uit te zoomen, om in te zoomen schuift u de regelaar naar rechts. Daarnaast kunt u de – en + knop gebruiken om te zoomen, u vind deze aan het begin en einde van de schuifbalk.
De statusbalk Aan de linker onderzijde van het venster vindt u de statusblak. Hier vindt u standaardinformatie over de pagina waarin u zich bevindt. Het aantal pagina’s van het document, het aantal woorden van het document en de taalinstelling worden hier weergegeven. Het is mogelijk de in deze balk weergegeven informatie aan te passen. U doet dit door met de rechter muisknop op de statusbalk te klikken. Er zal een menu geopend worden waarin de objecten die zijn weergegeven op de statusbalk aangevinkt zijn. Indien u meerdere objecten toe wil voegen vinkt u deze aan in het menu. Wanneer u de objecten wil verwijderen klikt u nogmaals, zodat het vinkje verdwijnt.
De Mini werkbalk De mini werkbalk is een nieuw gereedschap binnen Word 2010. Deze verschijnt wanneer een stuk tekst uit het document wordt geselecteerd. Deze werkbalk kunt u gebruiken wanneer u een geselecteerde tekst snel wilt opmaken. U veranderd de geselecteerde tekst bijvoorbeeld in cursief gedrukt, onderstreept of vetgedrukt. Na het selecteren van een tekstgedeelte verschijnt de Mini werkbalk waarmee u snel opmaak onderwerpen kunt gebruiken.
Bekijk de videoles behorende bij deze paragraaf. Ga naar www.klikmee.nl en klik op de button “Cursus Word 2010” Klik vervolgens op “H2 Weergave” en kies de les “Scrollbalk, weergavenknoppen en mini werkbalk”.
23
◊ Verborgen opmaakmarkeringen Verborgen opmaakmarkeringen Tijdens het maken van een tekst worden er fouten gemaakt. Typefouten maar ook fouten die met de spatie (tussenruimte) hebben te maken. U hebt bijvoorbeeld na een komma geen spatie gegeven. Dit kan lastig te zien zijn. Hebt u de Enter toets gebruikt om een nieuwe regel of alinea te maken dan is dit zichtbaar. Om alle functies die opmaakmarkeringen worden genoemd weer te geven klikt u in het Lint op de optie verborgen opmaakmarkeringen weergeven. U ziet direct een tweetal symbolen. Een verhoogde punt tussen de woorden. Dit laat u zien dat er een spatie is gegeven. Tevens ziet u een omgekeerde P. Dit laat u zien dat er een nieuwe alinea is gemaakt.
Verborgen opmaakmarkeringen laten u de opmaak van een document zien.
Woorden overschrijven Wanneer u in een tekst een woord hebt geschreven maar deze is niet goed kunt u dit woord met behulp van de Delete of de Backspace toets verwijderen en vervolgens het woord opnieuw typen. U kunt een fout geschreven woord ook overschrijven. U plaatst de cursor voor het woord en klikt vervolgens op de toets “Insert” op het toetsenbord. Wanneer u nu gaat typen zal de tekst niet doorschuiven en het woord er tussen worden geplaatst, maar het woord wordt over het bestaande foutgeschreven woord geplaatst. Als voorbeeld onderstaand het foutgeschreven woord “Handigste”. Dit woord moet overschreven worden in “Handig”. U plaatst de cursor voor het woord en klikt op de toets “Insert”van het toetsenbord. Nu typt u het woord “Handig”. Het woord wordt overschreven. Als laatste klikt u op de toets “Delete” van het toetsenbord om de drie laatste letters te verwijderen. Handigste Klik als laatste stap opnieuw op de toets “Insert” om de overschrijf functie uit te schakelen. Bekijk de videoles behorende bij deze paragraaf. Ga naar www.klikmee.nl en klik op de button “Cursus Word 2010” Klik vervolgens op “H2 Weergave” en kies de les “Verborgen opmaakmarkeringen”.
24
◊ Opslaan onder een andere naam Wanneer u een tekst al eerder hebt opgeslagen en het al op de computer staat onder een bepaalde naam dan kunt u nadat u wijzigingen hebt aangebracht voldoen met de optie “Opslaan”. De wijzigingen die u hebt aangebracht worden in het bestaande document opgenomen. Wanneer u een tekst eerder hebt opgeslagen en hebt gewijzigd kunt u deze ook onder een andere naam opslaan en op een andere locatie. Wilt u een bestand onder een andere naam opslaan dan kiest u door te klikken op de knop bestand wederom op de optie “Opslaan als…” U kunt het bestand nu een andere naam geven en toch op dezelfde locatie laten staan. U kunt dit doen wanneer u bijvoorbeeld wekelijks een document aanpast en dan elke week het weeknummer geeft aan het document.
U kunt documenten opslaan op een andere locatie. Denk bijvoorbeeld aan een USB geheugenstick.
Een document op een andere locatie plaatsen. Hebt u een bestand gewijzigd en deze staat op de harde schijf van uw computer dan kunt u het bestand ook naar een andere locatie schrijven. Denk hierbij aan een USB stick om het op deze wijze makkelijk mee te kunnen nemen. U klikt wederom op “Opslaan als…” Laat de naam ongewijzigd echter klik aan de linkerzijde van het venster op Computer. U krijgt nu alle opslagmedia in beeld en kunt de USB stick openen door hierop te dubbelklikken. Vervolgens kiest u voor de optie Opslaan en het document wordt naar de USB stick geschreven.
Bekijk de videoles behorende bij deze paragraaf. Ga naar www.klikmee.nl en klik op de button “Cursus Word 2010” Klik vervolgens op “H2 Weergave” en kies de les “Opslaan onder een andere naam en op andere locatie”.
25