2014
FRATERS MARISTEN WEST- EN MIDDEN-EUROPA
A R R T E X E UMM N
BULLETIN
BULLETIN 2014
bladzijde 2
Extra nummer
REDACTIE Fr. Jacques Scholte Fr. Victor Vermeersch Mevr. Nellie Beelen Mevr. Daphne van Dongen Sophiaweg 4 NL 6523 NJ Nijmegen www.marists.eu
VERTALERS Hartelijk dank aan alle vertalers
INHOUD Van de redactie Brief Frater Brendan Geary Internationale onderwijsconferentie in Guardamar Mijn kijk op de dageraad die in Guardamar is aangebroken Het Maristenparadigma Bijdrage van Frater Douglas Welsh Maristenleiderschap Mariale Scholen Mijn indrukken van de workshop "Mariale Scholen" Bijdrage van Maurice Hartigan Onderwijs vanuit de kracht van Maria Conferentie Maristenonderwijs Een nieuwe dageraad wekken Maristenspiritualiteit: Aandachtig aanwezig in leven en werk Maristenspiritualiteit: Aandachtig aanwezig in leven en werk De Innerlijke Reis Knowing Why - De innerlijke reis op het pad van Maria Waardering van de workshop "De Innerlijke Reis" De Innerlijke Reis Workshop "Het Maristenparadigma" Een nieuwe dageraad breekt aan Impressie van een opvoedkundige conferentie Terugblik op de Maristenconferentie Ja, we hebben een toekomst om aan te blijven bouwen een werk in uitvoering De genade van het Marist zijn "Een nieuwe dageraad wekken" een passend thema voor onze Conferentie Reflectie van Maria Schmölz Mijn indrukken van het Maristencongres in Guardamar The Song
3 4 5 6 7 7 8 8 8 9 10 11 11 12 12 13 13 15 15 15 16 17 17 18 19 20 20 21 22
BULLETIN 2014 Extra nummer
bladzijde 3
VAN DE REDACTIE D
e Conferentie “Awakening a New Dawn” die gehouden is in Guardamar (Spanje) is aanleiding voor het uitgeven van een speciaal nummer van ons Bulletin. De Provinciale Raad heeft de Conferentie georganiseerd.
In dit nummer komen veel deelnemers aan het woord. Ieder geeft vanuit de eigen deelname aan de Conferentie haar/zijn indruk. Dit maakt dat u over een bloemrijke weergave van een boeiend en inspirerend Pinksterweekend kunt lezen. In het redactiewoord van elk nummer van het Bulletin gaat het in deze periode over een aspect van verbinding/verbondenheid. Het is een sleutelwoord dat het Provinciaal Kapittel ons in 2013 meegegeven heeft. De Conferentie “Awakening a New Dawn” is een duidelijk en tastbaar voorbeeld van verbondenheid in onze Provincie. Een felicitatie voor de Provinciale Raad voor het organiseren van de Conferentie is erg op zijn plaats. Van harte proficiat. Gezien de reacties en geluiden die door de deelnemers gegeven worden mogen Brendan en de Raadsleden heel tevreden zijn. P.J., Ronnie en Paul kunnen met veel voldoening terugkijken. Behalve de indrukken van een aantal deelnemers leest u ook over het onderwerp van de Conferentie, de workshops die gegeven zijn en krijgt u via een aantal foto’s een indruk van gebeurtenissen. De redactie wenst u inspirerende momenten bij het lezen van dit speciaal nummer van het Bulletin. Frater Jacques Scholte
BULLETIN 2014
Extra nummer
bladzijde 4
Beste fraters en Maristenvrienden, et veel plezier schrijf ik de inleiding voor deze speciale uitgave van het Provinciebulletin. De planning van de Provinciale Onderwijsconferentie begon in 2011 en de artikelen in dit Bulletin laten de visie en de aandacht voor details zien die de voorbereiding van deze belangrijke Provinciegebeurtenis kenmerken.
M
De Provinciale Onderwijsconferentie stelde een aantal belangrijke onderwerpen voor de Provincie en ons Maristeninstituut aan de orde: hoe de karakteristieke Maristengeest doorgeven in huidige en vroegere Maristenscholen en -projecten, de ontwikkeling van leken in de leiding van Maristenactiviteiten, een spiritualiteit ontwikkelen waar fraters en leken zich in herkennen en deze samen laten gaan met de Europese culturen, en een netwerk van relaties opzetten dat ons in staat stelt om structuren te scheppen die het mogelijk maken om de visie en de energie van de Conferentie verder uit te werken. Ik wil het thema van de preek van bisschop Robinson lenen die in dit Bulletin is opgenomen (bladzijde 22) en die aanduidt dat we opgeroepen worden om het Evangelie op een Maristische wijze te zingen. In dit Bulletin leest u een serie artikelen die de verscheidenheid, vitaliteit, diepte, flexibiliteit, vreugde, energie en spirit laten zien waarmee dit lied een lied van de Provincie begint te worden. Ik wil iedereen die bij de Conferentie betrokken was bedanken, in het bijzonder de schrijvers van een artikel in dit Bulletin. Ik dank ook Frater Jacques Scholte, de vertalers en het team van het Provincialaat, die dit speciale nummer op zo korte termijn voorbereid hebben. Dit Bulletin zal dienen om ons aan de Conferentie te herinneren en een bron van inspiratie te zijn voor iedereen die via verslagen van deze gebeurtenis gehoord heeft. Hartelijke groet, Frater Brendan Geary
BULLETIN 2014
Extra nummer
bladzijde 5
INTERNATIONALE ONDERWIJSCONFERENTIE iIN GUARDAMAR - SPANJE wee jaar lang werd er gewerkt aan de voorbereidingen van de internationale Maristenbijeenkomst voor schoolleiders in Guardamar bij Alicante (Spanje). De titel “Awakening a New Dawn” wekte hoge verwachtingen, die naar de mening van alle deelnemers ook werden vervuld. Ronnie McEwan en Paul Cummings leidden de bijeenkomst, die uiterst professioneel georganiseerd was. Na een herdenkingsviering op de feestdag van Marcellinus, 6 juni, met meditaties, liederen, voorbeden en gebeden opende Frater Provinciaal Brendan Geary de Conferentie. De eerste dag stond vooral in het teken van wederzijdse kennismaking. De tweede dag draaide voornamelijk om de vraag hoe wij als Maristen effectief onze scholen leiden. Verschillende versies van het lied “Hallelujah” van Leonard Cohen vormden een inleiding voor de vraag welk lied het typische Maristenlied is. Dat kan alleen maar het lied van Jezus zijn (zie pagina 22). Marcellinus Champagnat had zijn eigen manier om het lied van Jezus te zingen. Zelf hoorde hij het door vele verschillende stemmen, en hij had een goed gevoel voor deze muziek. Als iemand die in de troebelen van de Franse Revolutie werd geboren, maakte hij er de eis tot gerechtigheid uit op, maar het was voor hem ook een teder liefdeslied. Liefde voor de mensen was zijn antwoord op de liefde van God. Hij verbond de muziek van Jezus ook met hechte vriendschap. L’Hermitage richtte hij in als een hartelijke en gastvrije plek. Verder zag hij in het lied van Jezus een zachte aanzet tot barmhartigheid. Met het oog op de Kerk na de tijd van Napoleon vond hij het belangrijk om Maria tot zijn voorbeeld te nemen. Vervolgens gingen we in op de vraag waarom bijvoorbeeld de Benedictijnen in de abdij van “La Chaise-Dieu” tot mislukken gedoemd waren. Het was het feit dat zij de mensen met hun boodschap niet meer konden bereiken. De deelnemers werd verteld over de huidige situatie van de Maristenscholen in Australië. Veel daarvan zijn vandaag de dag nog sterker een Maristenschool dan voorheen, hoewel het aantal fraters is afgenomen en de meeste scholen ook geen eigendom van de Maristen meer zijn. Men heeft er – net zoals de stichter – het lied van Jezus opgepakt om het Evangelie naar de mensen van deze tijd te brengen. Iedereen op de scholen die overeenkomstig Marcellinus’ visie handelt, beschouwt zichzelf als Marist. Elk van hen hoort bij de
T
spirituele schoolfamilie. Verder kregen de deelnemers aan het congres een overzicht van de ontwikkelingen in Australië. Een van de grootste uitdagingen van nu is dat de leerlingen geen voorstelling hebben van de Kerk die zij afwijzen. Toch is er een honger naar spiritualiteit waar te nemen. Katholieke scholen bieden voor veel kinderen en jongeren nog de enige mogelijkheid om met de Kerk in contact te komen. De weg van de Maristen op de scholen is een weg naar God, omdat het een vorm van evangelisatie betreft: “Alles wat wij aan onze scholen doen, is Maristenonderwijs.” Elke medewerker en elke leerling is Marist. Er zijn veel mogelijkheden ter ondersteuning van het Maristenonderwijs: publicaties, conferenties, Maristenverenigingen, inleidende cursussen voor nieuwe leerkrachten, reizen met een pelgrimsdoel, camps en nog veel meer. In Australië is ook een door de Kerk officieel erkende organisatie opgericht die het werk aan Maristenscholen coördineert: de “Marist Association of Saint Marcellin Champagnat”. ’s Middags volgden er workshops over de Maristenzending van nu, over Maristenleiderschap, over “Mariale scholen”, over Maristenspiritualiteit en over het innerlijke kompas. Op de derde dag richtten we ons op de vraag hoe we binnen de Provincie een effectief netwerk kunnen opbouwen speciaal voor het Maristenaspect van het leiden van een school. Er werd voorgesteld om op Provincieniveau coördinatoren aan te stellen binnen de scholen zelf en per land. Als verantwoordelijken voor het Maristenprofiel op school zouden die de
BULLETIN 2014
Extra nummer
nodige ontplooiingsmogelijkheden moeten krijgen. Aangezien de ene school verder is met het creëren van een netwerk dan de andere, moeten er structuren komen om elke school te laten inhaken op het punt waar die op dat moment in zijn schoolontwikkelingswerk staat. Elke school moet de ondersteuning krijgen die in de betreffende situatie nodig is. Er wordt veel belang gehecht aan de moderne media. De website “Awakening a New Dawn” zou als uitgangspunt voor best-practice-voorbeelden en andere bijdragen gebruikt kunnen worden. Michel Colling van het ISMA in Arlon gaf uitleg over het eTwinning-platform, dat het Marian College in Dublin, het Pius X-Instituut in Zele, het Institut Sainte Marie d’Arlon en de Maristen-Realschule in Cham met elkaar verbindt. Op de laatste dag kwamen de medewerkers eerst in kleine groepjes per school bij elkaar,
bladzijde 6
om vervolgens in groepen per land voorstellen voor de “Provincial Council” uit te werken. Er werden afspraken gemaakt over concrete maatregelen voor de nabije toekomst en er werden plannen gemaakt voor de coördinatie op langere termijn. Zo mogen we de bijeenkomst met het motto “Awakening a New Dawn” verstaan als een impuls om het internationale Maristennetwerk dichter te knopen, het erfgoed van Marcellinus Champagnat voor iedereen op de scholen te doen opleven en zijn geest voelbaar aanwezig te laten zijn. Doordat er voor deze bijeenkomst naast Fraters Maristen niet alleen schooldirecteuren, maar ook zeer betrokken mensen uit de lerarenteams waren uitgenodigd, is te verwachten dat deze Onderwijsconferentie een bijzonder grote uitwerking op lange termijn zal hebben. Josef Maier Maristen-Realschule Cham
MIJN KIJK OP DE DAGERAAD DIE IN GUARDAMAR IS AANGEBROKEN e Conferentie rond het thema Maristenonderwijs die van 6 t/m 9 juni in Guardamar (Spanje) werd gehouden, bracht niet minder dan een zeventigtal Maristen bij elkaar: fraters, paters, directeuren, leerkrachten, vrouwen en mannen met een betrokkenheid bij het Maristenonderwijs in alle uithoeken van de Provincie West- en Midden-Europa. De Conferentie was met meesterhand georganiseerd door Frater P.J. McGowan en zijn team en was gedoopt: “Een nieuwe dageraad wekken”. Ze had tot doel een netwerk van mensen in het onderwijs te creëren, praktische ideeën uit te denken en Maristenleiderschap te bevorderen. Op de eerste avond, de feestdag van de heilige Marcellinus, legden onze begeleiders voor het weekend, Paul Cummings en Frater Ronnie McEwan van het Kinharvie-Instituut, met tact en professionaliteit de basis voor een gezellige, spirituele en reflectieve sfeer, die het hele weekend zo zou blijven. De volgende ochtend complimenteerden de deelnemers zichzelf met de snelheid waarmee het ijs werd gebroken, doordat de Maristenwaarden die wij delen onze nationale en persoonlijke eigenheden deden verdwijnen. Dat saamhorigheidsgevoel werd nog eens versterkt door de inspirerende presentatie van Tony Clarke en Frater Michael Green, beiden Australiërs, over innovatieve structuren en verschillende projecten die in Australië in het leven zijn geroepen om te garanderen dat het lied van gerechtigheid, liefde, vernieuwing, wonderen, vriendschap en genade kan blijven klinken, het lied dat Marcellinus van Jezus hoorde en aan zijn tijdgenoten doorgaf (zie pagina 22). Naast de metafoor van het lied en het teruggrijpen op de grondbeginselen van de Maristenspiritualiteit en -pedagogiek, inspireerde de presentatie van een concrete structuur die een levendig Maristencharisma garandeert de deelnemers zodanig dat zij die “het Australische model” doopten en op zoek gingen naar een toepassing ervan voor hun eigen land en directe omgeving. Dit gebeurde tijdens de groepsgesprekken op pinksterzondag, die tot doel hadden praktische ideeën en aanbevelingen op een rij te zetten om een effectief netwerk van Maristenleiders in het hart van de Provincie te creëren. Ter voorbereiding op deze overwegingen had iedereen de voorgaande avond de mogelijkheid gekregen zich te verdiepen in twee onderwerpen van de vijf die tijdens de workshops op de zaterdagmiddag waren aangeboden: Maristenzending in een nieuwe wereld, Maristenleiderschap, Mariale scholen, Maristenspiritualiteit, de Innerlijke Reis. De overvloed aan gelijkgestemde ideeën binnen de groepen op die pinksterzondag getuigde van het enthousiasme en de eensgezindheid van de deelnemers. Na anderhalve dag werken aan één stuk was een middag rust ‘s zondags welkom, met een bezoek aan de nabijgelegen stad Alicante. De maandagochtend was gewijd, na een korte presentatie van reeds bestaande projecten in de Provincie, aan het maken van afspraken op het niveau van de plaatselijke communiteiten en het formuleren van aanbevelingen aan de Provinciale Raad om het werk begonnen in Guardamar voort te zetten. Ik durf te wedden dat we eenmaal thuis, met de Geest die tijdens de hele Conferentie heeft geblazen, genoeg stemmen zullen hebben om op onze beurt het lied door te geven dat Marcellinus hoorde, zodat het nog veel langer geneuried mag worden. Mijn dank aan iedereen voor deze mooie bijeenkomst. Michel Colling Institut Sainte Marie Arlon, België
D
BULLETIN 2014
Extra nummer
bladzijde 7
HET
MARISTENPARADIGMA Workshopleider: Frater João Carlos do Prado De Maristenzending in een nieuwe wereld et 21e Algemene Kapittel, dat in 2009 door het Maristeninstituut werd gehouden, zet ons aan tot nadenken over de “Maristenzending in een nieuwe wereld”. Aan de vooravond van de derde eeuw van het Instituut worden wij uitgenodigd om naar de uitdagingen en mogelijkheden te kijken die er in de toekomst liggen voor ons Maristencharisma. We leven in een nieuwe tijd. Het Maristenonderwijs is niet langer exclusief in handen van de fraters. Overal waar het aanwezig is, is het een geschenk dat met zo veel leken wordt gedeeld. Dromen over de toekomst betekent onder andere op zoek gaan naar een nieuw paradigma (zienswijze of model) waarin fraters en leken samen aan de toekomst van de Maristenzending kunnen bouwen. We zijn samen verantwoordelijk voor het versterken van onze aanwezigheid onder kinderen en jongeren. Deze workshop draagt bij aan de gedachten over de toekomst van het Maristencharisma en heeft voornamelijk tot doel mogelijke scenario’s voor de Maristenzending voor de komende jaren te bedenken en binnen die scenario’s te bedenken wat de specifieke zending van fraters en leken zal zijn.
H
J
oão Carlos do Prado gaf ons een heel beknopte, goed gestaafde en informatieve workshop op basis van de uitdaging die het 21e Algemene Kapittel in het jaar 2009 de Maristencongregatie gaf: “Maristenzending in een nieuwe wereld”.
De sessie begon met een presentatie over de constante veranderingen en ontwikkelingen in de technologie. Dit was gebaseerd op een zakelijk model dat ideeën projecteerde die in 2030 mogelijk voorhanden zijn. Hij nodigde ons uit om dit model toe te passen op onze eigen uitdagingen en mogelijkheden voor de toekomst, als een relevante manier om na te denken over de continuVteit van ons Maristencharisma de komende vijftien jaar. De basisvooronderstelling van het Maristenparadigma is dat wij het feit onder ogen zien dat het Maristenonderwijs en de Maristenzending niet langer exclusief in handen zijn van de fraters. Ze zijn een gave waar veel leken deel aan hebben. We moeten erop vertrouwen dat zij dat wat zo veel jaar geleden werd begonnen voortzetten en dat zij zich daarbij richten naar de tekenen der tijd. Het is essentieel dat wij de verantwoordelijkheid blijven delen om onze aanwezigheid onder jonge mensen te versterken. We moeten erop voorbereid zijn onszelf Maristen te noemen. Om eventuele onduidelijkheid te voorkomen, zou het beter zijn het woord “leek” weg te laten en samen verder te gaan. We kregen de uitdaging om gebruik te maken van de workshop door te vertellen over onze ideeën en dromen, door vooruit te kijken naar het jaar 2030: hoe staan we er dan voor? Er werden heel wat ideeën aangedragen, maar João Carlos stimuleerde ons om vooral praktisch te dromen. Dat deed hij door ons te vragen een voorpagina van een krant te bedenken die de staat van de wereld in 2030 laat zien. Uit de kop moest blijken hoe de Maristen er op dat moment voorstaan en het artikel eronder moest dat kort maar gedetailleerd toelichten. De resultaten van de workshops worden op een later moment gepubliceerd op de website zodat iedereen ze kan zien. Veel dank aan João Carlos do Prado, niet alleen voor de stimulerende workshop maar ook voor zijn duidelijk zichtbare enthousiasme en genereuze inzet. Frater Douglas Welsh
BULLETIN 2014 Extra nummer
bladzijde 8
MARISTENLEIDERSCHAP Workshopleider: Frater Ernesto Sánchez arcellinus Champagnat luisterde, als leider, naar de tekenen der tijd en bood een creatief antwoord op de noden van zijn omgeving. Diezelfde inspiratie, die Marcellinus zo’n 200 jaar geleden kreeg, is er en werkt in onze tijd ook. Als Maristen van vandaag worden wij geroepen om een leiderschap voor onze tijd uit te oefenen. De context van onze huidige maatschappij vraagt erom dat wij de kernwaarden van onze stichter Marcellinus Champagnat in een nieuw jasje steken, aanpassen en implementeren. Deze workshop biedt de deelnemers een gelegenheid om met elkaar in gesprek te gaan en te proberen hun eigen ervaringen, talenten en vaardigheden te verbinden met de kernelementen en -waarden die met Maristenleiderschap samenhangen. Tijdens de workshop wordt een PowerPoint-presentatie gecombineerd met een reeks praktische vragen om over te discussiëren. We richten onze aandacht op de verschillende apostolaatsprojecten van nu in de landen die de Provincie West- en Midden-Europa vormen, en doen dat vanuit het oogpunt van leiderschap en betrokkenheid op weg naar een “nieuwe dageraad”.
M
MARIALE SCHOLEN Workshopleider: Frater Richard Van Houten lke kerk- of schoolgemeenschap heeft een persoonlijkheid. Als ze zich op Petrus baseert, kan ze worden gedreven door de wil en de nadruk leggen op regels en gezag. Als ze zich vormt naar de Evangelist Johannes, kan ze het intellect benadrukken en belang hechten aan gedetailleerde en zelfs vage stukjes kennis. Of je hebt een Maristenschool, waar men, zoals Maria, familiaal is, meelevend, hartelijk, hard werkend, eenvoudig, attent op ieders behoeften, vooral die van de minstbedeelden. Deze workshop werpt een blik op onze praktische, dagelijkse keuzes die Jezus doen kennen en beminnen – of niet.
E
MIJN INDRUKKEN VAN DE WORKSHOP "MARIALE SCHOLEN"
R
ichards workshop ging hoofdzakelijk over de twee vragen hoe een Mariale Kerk eruit zou zien en wat een katholieke school tot een Mariale school maakt.
Met veel woordgrappen en humor liet Richard ons drie verschillende kerkmodellen zien: ten eerste het model gebaseerd op Petrus, dat is gericht op regels en gezag maar dingen snel gedaan krijgt als dat nodig is. Ten tweede was er het model naar Johannes, gericht op de intellectuele dialoog en theologische discussie. Ten derde was er het Mariale model, geworteld in het hart van de mens en in het zorgen om anderen. Na deze inleiding gaf Richard aan de hand van een kort historisch overzicht aan waarom Marcellinus Champagnat juist Maria had gekozen als zijn leidende figuur en waarom zij voor hem een voorbeeld was voor het werken met en zorgen voor kinderen. Ter verduidelijking en verdieping gaf Richard praktische voorbeelden van hoe de drie kerkmodellen in een schoolsituatie tot verschillende handelswijzen kunnen leiden. Daarop vormden we kleine groepjes en bespraken hoe een leraar in bepaalde situaties zou reageren volgens het Petrus-model, het Johannes-model of het Mariale model. Zo werd er gevraagd hoe een leraar volgens elk van de modellen zou reageren als een leerling in de klas hard niest en dringend een zakdoek nodig heeft. In het Petrus-model zou de leraar de leerling bijvoorbeeld terechtwijzen voor het verstoren van de les en het nalaten zakdoeken mee te brengen; in het Johannes-model zou de leraar zich kunnen laten verleiden tot een uiteenzetting over de zelfreinigende werking van de menselijke neus. Een leraar in het Maria-model zou echter naar de leerling toelopen, hem of haar een zakdoek geven, “gezondheid” zeggen en doorgaan met de les. Dit voorbeeld klinkt misschien banaal maar leidde tijdens het verdere verloop van de workshop tot menig aha-erlebnis. Vervolgens keken we naar andere praktijkvoorbeelden en
BULLETIN 2014
Extra nummer
bladzijde 9
probeerden daarbij de vijf grondbeginselen van het Maristenonderwijs toe te passen (aanwezigheid, eenvoud, esprit de famille, liefde voor werk, op de wijze van Maria). Uiteindelijk waren de deelnemers aan de workshop het erover eens dat leerlingen in een leraar soms alle drie de modellen en het daaraan gekoppelde gedrag nodig hebben om hun mogelijkheden ten volle te benutten. Maar de Mariale benadering zou het vaakst gebruikt moeten worden. Tijdens de discussie kwam ook naar voren dat we het Mariale model steeds als basis moeten nemen om ons eigen gedrag op school te veranderen in plaats van anderen te bekritiseren. Onszelf kunnen we tenslotte het snelste veranderen. Al met al kregen we een uitstekend inzicht in wat het betekent deel uit te maken van een Mariale school en hoe dat zichtbaar moet zijn in onze dagelijkse omgang met leerlingen en collega’s, zodat de leerlingen er voordeel van hebben. We konden ook vreselijk lachen om Richard en zijn ongedwongen en sympathieke manier van doen. Summa summarum een zeer geslaagde workshop. Christian Diepold Maristenkolleg Mindelheim
k nam aan de Conferentie rond het thema Maristenonderwijs deel in de hoop er iets te vinden wat ik kon gebruiken om het Moyle Park College in Dublin meer te karakteriseren als een Maristen- en een katholieke school. Ik had het geluk in goed gezelschap te zijn: collega’s van mijn eigen school en ook van de grote Maristenfamilie van onze Provincie en daarbuiten. De “nieuwe dageraad” – Ronnie McEwan zei het al ironisch: “Een makkie.” Het is een tijd dat velen een wrang gevoel hebben tegenover de Kerk en er geen binding meer mee voelen; zouden zo’n zeventig Maristenleraren en fraters zich dan echt gaan wagen aan iets van zo’n enorme omvang? Zouden wij de moed hebben om die taak op ons te nemen terwijl het zo veel gemakkelijker is de andere kant op te kijken? Het doet me goed te kunnen berichten dat ik iets heb meegenomen van de Conferentie wat ons, volgens mij, zal helpen het Moyle Park College opnieuw te definiëren als een echte Maristenschool die zich erop toelegt zijn leerlingen de waarden bij te brengen die Marcellinus voor ogen had toen hij de eerste Maristenscholen oprichtte. Ik ontdekte in mijn eigen collega’s het gedeelde voornemen en de wens om onze collega’s en leerlingen thuis weer bewust te maken van de christelijke boodschap die onze rol als opvoeders schraagt. Wij zijn van plan om voor het begin van het nieuwe schooljaar bijeen te komen om eerste stappen te zetten waarmee we aan onze hele schoolgemeenschap duidelijk maken dat
I
Moyle Park zijn leerlingen onderwijst in een katholieke Maristenstructuur die geheel van deze tijd is. De opzet en organisatie van de Conferentie maakten open en openhartige gesprekken goed mogelijk – de begeleiders zorgden ervoor dat alle nationaliteiten en schoolgroepen snel werden gemengd om het uitwisselen van ideeën te garanderen. Dit werd doeltreffend aangevuld door de mogelijkheid deel te nemen aan verschillende workshops. In mijn geval waren dat de workshops Maristenleiderschap en Mariale scholen, onder leiding van respectievelijk Frater Ernesto Sanchez en Frater Richard Van Houten. Beiden vroegen de deelnemers om vanuit een christelijk perspectief naar het dagelijkse schoolleven te kijken. Als opvoeders hebben wij elke dag de opgave te garanderen dat onze leerlingen het best mogelijke onderwijs krijgen, maar we werken vaak in een context waar er in het leven en de cultuur van onze leerlingen buiten school nauwelijks belang wordt gehecht aan het innerlijke leven of de praktische toepassing daarvan, het houden van je medemens. Desondanks erkende elk van ons dat dit onze kans is – de enige kans die wij krijgen voor de taak die voor ons ligt. Het is gemakkelijk om vooral te zien wat er mis is met onze wereld van vandaag, maar dat geldt ongetwijfeld voor elk tijdperk. Veel van wat er in onze wereld is, is
goed en mag niet van tafel worden geveegd. Als we Marcellinus’ praktische benadering overnemen – “onze schort voordoen en de mouwen opstropen” – dan kunnen we de Maristenbeweging voorwaarts leiden, zodat ze haar eigen rol kan spelen in de hernieuwing van de Kerk. Naarmate religieuze congregaties kleiner worden in aantal en zich steeds meer losmaken van het in het verleden gecreëerde model, zien we dat het op anderen binnen de Kerk neerkomt om de leer van Christus verder te dragen. Laten we dat niet zien als achteruitgang, maar eerder als de ontwikkeling en evolutie van de Kerk om mee te gaan met de tijd waarin ze moet functioneren. Daarin zal ze zien dat leken steeds meer mogelijkheden krijgen en als partners werken met fraters, zusters en paters. Namens alle deelnemers van Moyle Park wil ik mijn dank uitspreken voor de gelegenheid die we hebben gekregen om na te denken en te praten over onze rol als leraren aan de Maristenschool van de vroege 21e eeuw. Maurice Hartigan Moyle Park College, Dublin
BULLETIN 2014
Extra nummer
bladzijde 10
ONDERWIJS VANUIT DE KRACHT VAN MARIA erleden jaar, tijdens het Marist Leadership Institute, georganiseerd te Baltimore (USA), was ik diep onder de indruk van de voordracht door Broeder Richard Van Houten. Ondanks zijn Nederlandse naam is hij een rasechte Amerikaan met een typisch Amerikaans accent. Zijn voordracht over “Marial schools” sluit perfect aan bij de inhoud van vele van onze personeelsvergaderingen op het Lutgardiscollege te Oudergem, wanneer we discussiëren over onze visie op onderwijs. Hoe willen wij als onderwijzers, als opvoeders in onze klas in onze school staan? Het was me dan ook een waar genoegen een tweede maal in te schrijven voor deze workshop, ditmaal tijdens de bijeenkomst van Maristen in Guardamar (Spanje).
V
Hoe kijken we naar ons toevertrouwde leerlingen ? We kunnen uitgaan van het voorbeeld van Petrus, “the Petrine church”? Er zijn regels. Er is geen grijze zone en we handelen consequent naar deze regels. De H. paus Johannes Paulus II is een passende illustratie bij deze zeer doctrinaire manier van zijn. We kunnen ook uitgaan van het voorbeeld van Johannes, “the Johannine church", vanuit een meer intellectuele benadering, vanuit pietluttige details, vanuit een theoretisch model van school maken… Deze Jezuitische manier van zijn komt vaak afstandelijk en koud over. Benedictus XVI is een schoolvoorbeeld van deze denkwijze naar Johannes. Tenslotte kunnen we ook opvoeden vanuit het voorbeeld van Maria. Broeder Richard geeft een overzicht van de schaarse woorden, die we uit de mond van Maria kunnen optekenen. How can this be, as I have no husband? Let it happen. Your father and I have been looking for you. They have no wine… Do whatever he tells you… … Deze weinige woorden geven ons waardevolle inzichten over een mariale Maristenschool. Als Maristen willen we het voorbeeld van Maria volgen. We willen herders zijn, down to earth, gevoelig voor de werkelijke noden vanuit vergeving en medeleven. Vanuit dit model zijn er 2 soorten leerlingen, good and not yet good, maar telkens vanuit een perspectief van hoop. = = = = =
Een maristenopvoeder wil aanwezig zijn op een eenvoudige manier, werkt vanuit een familiegevoel (ook al zijn wij geen vervangouders), houdt van de opgelegde taken en voert ze uit zoals Maria ze zou uitgevoerd hebben, bescheiden en op de achter-
grond. Paus Johannes XXIII, Moeder Theresa en onze huidige paus Franciscus zitten, samen met onze maristenfamilie, op éénzelfde golflengte. Uiteraard zijn voor een goede werking van onze school deze drie modellen nodig. Af en toe zal het nodig zijn te berispen vanuit de “Petrine church” of wat te theoretiseren vanuit de “Johannine church”, maar het mariale model blijft het meest herkenbaar. Het is ook vanuit dit model dat we van een katholieke school een tastbare katholieke school kunnen maken. Om deze boeiende en leerrijke sessie af te sluiten, leven we ons aan de hand van een rollenspel in in de drie modellen, aan de hand van zeer concrete situaties. Hoe reageren we op een kind dat onwel is en in de klas plots moet overgeven? Wat doen we als we een kind met een lopende neus zien? Hoe reageren we als Tom na 5 dagen onaangekondigde afwezigheid plots weer op de schoolbanken zit ? Onwettig afwezig zijn mag niet… Je kent de regels… Zijn alle documenten in orde ? Heb je een afwezigheidsattestje ? (Petrus) Je hebt de leerstof gemist! Inhalen zal moeilijk worden. Tegen morgen moeten je notities in orde zijn. Heb je je huiswerk van vorige week al ingeleverd? (Johannes) Blij dat je terug bent. Goed om jou terug te zien ! (Maristen) Ben ik een echte Marist ? De toetssteen is onze dagdagelijkse praktijk ! Dank u, Broeder Richard, voor deze inzichten, die u met ons hebt willen delen. Johan Torfs
BULLETIN 2014
Extra nummer
bladzijde 11
CONFERENTIE MARISTENONDERWIJS
EEN NIEUWE DAGERAAD WEKKEN
pvallend voor mij was de diversiteit van de deelnemers die de eerste avond in kleine groepjes bijeenkwamen. In mijn groep waren er afgevaardigden van scholen en projecten in Ierland, Duitsland en Nederland. We hadden elk een eigen ervaring van Marist zijn: sommigen vertelden over de lange, rijke Maristentraditie van hun schoolgemeenschap, anderen gaven aan te willen zoeken naar manieren om verder te bouwen op de banden met de Maristen uit het verleden en de basis die zij toen hebben gelegd; weer anderen waren enthousiast op zoek naar mogelijkheden om een Maristengemeenschap op te bouwen via een project buiten de context van de schoolgemeenschap. Ondanks deze uiteenlopende ervaringen was het duidelijk dat wat wij samen deelden en waardeerden de Maristenbenadering was om dingen te doen, en de overtuiging dat die zeer effectief is in het vormen van jonge mensen. Ook heerste sterk het gevoel dat het voor deze groep Maristenleiders het juiste moment was om hun eigen identiteit en spiritualiteit als Maristen te verstevigen en te verdiepen, en hoe belangrijk het voor hen was om dat door wederzijdse ondersteuning te doen. Het thema van de Conferentie, een nieuwe dageraad wekken, vond zijn weerklank bij deelnemers die geloofden dat de tijd voor hen nu rijp was om samen de juiste keuzes te maken, om bewust de stoute schoenen aan te trekken in hun beweging voorwaarts en moedig te zijn in de zoektocht naar wat zij waardevol vinden. Van fundamenteel belang vond men het vormen van christelijke volgelingen in onze Maristengemeenschappen: gemeenschappen waarin medewerkers de liefde van God kennen en willen dat jonge mensen die liefde ook kennen en ervaren. Het praten over de uitdagingen om dit Christus-leven op authentieke wijze te doen groeien herinnerde mij aan veel gesprekken die ik in Australië heb gevoerd. Het bieden van mogelijkheden voor medewerkers om te groeien in hun begrip van wat het betekent Marist te zijn door het verdiepen van hun eigen spiritualiteitsgevoel lijkt nog altijd de grootste uitdaging te zijn die wij met elkaar delen. De deelnemers hadden het idee dat je die uitdaging kunt aangaan door van de kracht van het samenwerken uit te gaan. Zoals één deelnemer met een glimlach zei: “Ik heb altijd geweten wat ik als Marist probeerde te doen, maar nu voelt dat veel gemakkelijker doordat je weet dat je deel uitmaakt van een veel grotere familie. Voor mij maakt dat heel veel verschil.” Het was voor mij als Australiër ook een geweldige kans om me voor deze paar dagen aan te sluiten bij onze grote Maristenfamilie. Ik ben dankbaar voor de energie en kracht die je voelt in het samen delen van ons Maristenleven en in het steunen van elkaar naar de toekomst toe. Tony Clarke
k nam van 6 t/m 9 juni 2014 deel aan de Conferentie van de Fraters Maristen in Alicante, samen met collega’s van mijn school Marist College in Athlone, graafschap Westmeath, in het midden van Ierland. Over het geheel genomen vond ik mijn deelname aan de Conferentie een heel positieve en hoopvolle ervaring voor de toekomst. De Conferentie was bijzonder rijk aan Maristengeest en -traditie en bood een mooie gelegenheid om te onderzoeken wat het betekent leiderschap uit te oefenen in het Maristenonderwijs. Het Maristenonderwijs beoogt echt holistisch te zijn; er is alle aandacht voor het ontwikkelen van elk aspect van de persoon. Marcellinus’ belangrijkste basisprincipe, “om kinderen goed op te voeden, moeten wij van hen houden en wel van allemaal evenveel” staat in het Maristenonderwijs voorop. Een volgeling van Marcellinus zijn is een uitdaging om gemeenschap te vormen in de geest van Maria. Onze taak als Maristenopvoeders is jongeren te helpen leren en groeien, hen te helpen competent te worden als persoon en in hun waarden. Tijdens de Conferentie boog ik me met mede-Maristen over sleutelvragen – Wat betekent het om een Maristenopvoeder in spirituele zin te zijn? Wat zijn onze opvattingen en misvattingen? Hoe brengen we onze spiritualiteit in praktijk in een Maristengemeenschap? Hoe antwoorden wij op de situatie van de mens in de moderne maatschappij? De oproep aan Maristenopvoeders is om de reis naar binnen aan te gaan. De echte uitdaging is om daar gehoor aan te geven, om de voetsporen te volgen zoals de eerste leerlingen Petrus en Johannes dat deden. We moeten de uitdagingen die voor ons liggen onder ogen zien en aangaan. We moeten voor ogen houden dat de weg van Maristen een weg van het Evangelie is – een pad van het Evangelie dat ons aanzet profetisch te zijn. Het verhaal van Maristen is een verhaal van eenheid en gemeenschap – “wij zijn Maristen” – dat tot in 2014 en verder reikt. Ons doel is het verspreiden van Jezus’ verhaal op een eenvoudige manier. In de aanwezigheid van Maria in Jezus’ leven mogen wij kracht vinden voor onze verdere reis. Met een hartelijke groet, Geraldine Lawless
O
I
BULLETIN 2014 Extra nummer
bladzijde 12
MARISTENSPIRITUALITEIT AANDACHTIG AANWEZIG IN LEVEN EN WERK Workshopleider: Bernice Reintjens aristenspiritualiteit heeft alles van doen met aandachtig aanwezig zijn. In deze workshop krijg je een kans om te proeven van aandachtig aanwezig zijn in (jouw) leven en werk. Het gaat in het leven om de essentie, en om aanwezig te kunnen zijn, ontdek je misschien dat het nodig is jezelf te verdiepen. Leer jezelf beter kennen, je sterke en zwakke punten, laat zien dat je je in de ander verplaatst, wees vriendelijk. Het is een altijd voortdurende reis die zekerheden en kennis achter zich laat. In leven en werk betekent aanwezig zijn interactie en nabijheid. Aandachtig aanwezig zijn gaat verder dan dat. Het houdt in dat je een metgezel wordt voor de mensen om je heen: je leerlingen, hun ouders, je collega's, de medewerkers. Kun jij je "God-spot" vinden? De plek waar je gevoelig bent voor God; de plek die maakt dat jouw aanwezigheid niet slechts een houding is maar een levenswijze. Zien, horen en ervaren; hopelijk voel je je erdoor gestimuleerd. De indeling van de workshop is als volgt: = Inleiding = Oefening in kleine groepjes = Gesprek = Conclusie = Vragen
M
MARISTENSPIRITUALITEiT: AANDACHTIG AANWEZIG IN LEVEN EN WERK k besloot om aan deze workshop deel te nemen ten gunste van mijn eigen spirituele reis en omdat ik hoopte er iets te leren wat ik in mijn werk als schoolpastor zou kunnen gebruiken. Ik vond de indeling van de workshop fijn: theorie gevolgd door individueel werken, gesprekken in kleine groepjes en daarna het bespreken daarvan in de grote groep. De relatie is van centrale betekenis voor aanwezigheid. Aandachtig aanwezig zijn is Gods onvoorwaardelijke liefde ervaren. In alle aspecten van mijn werk moet ik laten zien dat ik begaan ben met alle mensen van God en tegelijk mogelijkheden voor hen scheppen om een diepere relatie met Hem af te tasten, te vormen en verder te ontwikkelen. Steeds moet ik hen helpen hun “God-spot”, een plek waar we gevoelig zijn voor God, te creëren en te voeden. Het feit dat het nodig is anderen mijn persoonlijke aanwezigheid en beschikbaarheid te bieden door hartelijk en open te zijn, hielp mij een van de wezenlijke aspecten van het werk als pastor te verbeteren. De oefening waarbij we een plaatje moesten uitkiezen was heel nuttig en laat zien dat iedereen zijn of haar eigen spirituele reis aan het maken is. Dit wordt sterk beïnvloed door leeftijd, levenservaring en de waarde die je een hogere macht toekent. Ik koos een foto van een verzameling kruizen. Niet lang geleden pleegde een van mijn leerlingen zelfmoord en die foto herinnerde mij daaraan. De ruimte die er was om erover te praten in mijn groepje hielp mij in mijn persoonlijke ontwikkeling. Ik vond het bijzonder interessant om over de andere plaatjes te praten die waren gekozen. Aspecten van aandachtig aanwezig zijn die voor mij op de voorgrond traden, waren zelfbewustzijn, ontvankelijkheid en het belang van evenwicht in je leven. Het belang van het tonen van aandacht en belangstelling voor de ander kwam ook naar voren. Om anderen op hun pad te helpen, is het heel belangrijk dat ik zelf voeding blijf zoeken voor mijn geloofsreis. Door voor je zelf te zorgen, ben je beter in staat voor een ander te zorgen. Soms betekent dat een sprong in het diepe, onzekerheid en verwarring. Door al dat onderzoeken van wat er in je leeft, kom je tot een dieper begrip van spiritualiteit in het leven. Rosie Reynolds
I
BULLETIN 2014
Extra nummer
bladzijde 13
DE INNERLIJKE REIS Workshopleider: Liesbeth van Gool edereen heeft een innerlijk kompas. Meestal zijn we ons niet bewust van dat kompas. Elke dag nemen we beslissingen over allerlei dingen. In de dagelijkse routine van ons privé- en beroepsleven zijn we steeds aan het beslissen over de beste aanpak van de dingen die we doen. Maar waarom besluiten we het een wel en het ander niet te doen? We verzamelen argumenten, maar zeggen die echt iets over de voor- en nadelen? Worden onze beslissingen beïnvloed door ons geloof, en welke rol speelt Mariale spiritualiteit in onze besluitvorming? Wat zijn onze waarden? Waaraan willen we vasthouden op onze scholen? Wat is ons zo dierbaar dat we het willen doorgeven aan de jongere generatie die wij als leraren en pedagogen onder onze hoede hebben? In deze workshop gaan we vanuit de innerlijke reis aan de slag met ons kompas, onze identiteit. We bekijken hoe persoonlijke en professionele identiteit met elkaar verweven zijn en of de heilige Marcellinus Champagnat een kompaspunt kan zijn.
I
KNOWING WHY
De innerlijke reis op het pad van Maria e meesten van ons doen dagelijks hun best om van onze wereld een betere wereld te maken. We antwoorden daarmee aan de oproep van Christus om in Gods naam liefde en vrede te verspreiden. We doen dat in onze scholen, in onze projecten maar ook in de maatschappij in zijn geheel. Maar de maatschappij vraagt vaak iets anders van ons. Het dagelijks leven eist van ons dat we bezig zijn met geld verdienen en uitgeven, met regels en wetten, met productiviteit en resultaten. We concentreren ons meestal op wat we doen en hoe we het het beste doen. We verliezen het waarom en waartoe dan uit het oog. We zijn gefocust op effectiviteit en efficiency van ons handelen. We moeten onze kwaliteit meten en dit op internet openbaar maken, zodat iedereen kan zien hoe goed of slecht we het doen. We zijn bezig met “wat” en “hoe”. Dit is een zakelijke, aardse manier van denken en doen. Vruchten van ons handelen zijn zichtbaar aan de oppervlakte van ons bestaan. Als ik hierover praat in de workshop, gebruik ik de analogie van de boom. Een boom die mooi is, sterk en vruchtbaar en recht staat. Door alleen maar te kijken naar deze boom, zie je al wat voor boom het is. Als je iets aandachtiger kijkt, zie je de stam, de houtsoort, maar we kunnen dan nog steeds niets onder de oppervlakte zien. Maar om stevig in de grond te staan en overvloedig vruchten voort te brengen is juist dat wat onder de oppervlakte is, van het grootste belang. De wortels moeten sterk zijn en verankerd in een goede bron, die voedt.
D
“Goede bronnen drogen niet op”, zegt de bekende Benedictijner monnik Anselm Grün in zijn boek “Innerlijke Kracht”. In dit boek geeft hij ook aan dat een goede bron een heldere bron is; het water is niet troebel. Hij zegt; “We mogen niet aan de oppervlakte blijven wanneer we helder en leven schenkend water willen hebben.” Alleen als de boom stevig en diep geworteld is in een goede bron, zal hij sterk, gezond en vruchtbaar zijn. We zijn allemaal als deze boom. We merken het gelijk als we iets doen dat niet in contact is met onze persoonlijke bron of als we zelfs helemaal niet in contact zijn. Als wij ons diepste Ik, ons innerlijk weten, ons Knowing why negeren of marginaliseren, raken we uitgeput. Dat kan zich vertalen in Burn-out, depressieve gevoelens of andere stress gerelateerde klachten. In ons dagelijks leven vinden we meestal weinig tijd om op een innerlijke reis te gaan om achter ons Knowing why, oftewel het waarom en waartoe van ons handelen, te komen. De rollen die we spelen in de gemeenschap en de maatschappij eisen zo veel van ons dat we ons innerlijk kompas pas horen als het te laat is. Hoe laat is het eigenlijk voor het katholiek onderwijs in Noordwest-Europa? We leven in een deel van de wereld dat meer en meer seculair is geworden. Onze besturen, directeuren en leerkrachten vinden het steeds moeilijker om de identiteit van de school in hun onderwijs te vertalen. In bepaalde delen van Europa is de kerk nog sterk aanwezig maar in andere delen zijn er weinigen die de
BULLETIN 2014 kerk een warm hart toedragen. Het is moeilijk voor de scholen van de Maristen, net als voor andere scholen die door ordes of congregaties zijn opgericht, om hun spiritualiteit authentiek vast te houden. Religieuzen, paters, zusters en broeders, lijken in onze landen een “bedreigde soort”. Er zijn steeds minder roepingen. Leken nemen hun rol over. Iets dat geheel natuurlijk is doorgegeven binnen de religieuze gemeenschappen van Maristen, van pater naar pater en van broeder naar broeder, moet nu worden vastgelegd om het door te kunnen geven aan leken. Docenten die ooit zelf op een Maristenschool leerling waren, gaan niet noodzakelijk op een Maristenschool werken. Buitenstaanders komen de scholen binnen om les te komen geven. Maar wat maakt een Maristenschool tot een echte Maristenschool? Wat maakt deze scholen uniek? Tijdens de conferentie “Awakening a new Dawn” in Guardamar, maakten de deelnemers de reis naar binnen en herinnerden zij zich de schoonheid en het belang van de weg die zij volgen; de weg van Maria. Het gevoel wat het betekent om Marist te zijn gaf hen kracht. Ik merkte dat zij zich herkenden in elkaar. Ze kregen een vast vertrouwen in de toekomst hoewel de omstandigheden in ieders eigen regio niet altijd de houding van “aandachtige aanwezigheid” binnen het onderwijs faciliteren. Ze waren vastbesloten om deze prachtige liefdevolle vorm van onderwijs, deze zorg voor jonge mensen, in hun scholen vast te houden. Ze begonnen hun krachten te bundelen.
Extra nummer
Ikzelf leerde een groep van prachtige mensen kennen, die ik daarvoor nog nooit had ontmoet. Ik wist tot een paar jaar geleden niet eens dat ze bestonden. Ik had al wel het een en ander over de spiritualiteit van de Maristen gelezen. Ik houd veel van Maria. Ik voel me erg tot haar aangetrokken en geloof in de woorden: “tot Jezus door Maria”. Ik voelde me in Guardamar thuis komen in een manier van leven. De man die ooit St. Marcellin Champagnat bij mij introduceerde is Paul Meany, de directeur van Marian College in Dublin. Ik ontmoette hem in 2006 op een conferentie georganiseerd door de Europese organisatie voor katholiek onderwijs in Bratislava. In 2007 organiseerden we samen een meerdaagse conferentie voor rectoren van katholieke middelbare scholen in Noordwest-Europa. Dit vond plaats in Dublin en terwijl ik daar was nam ik bijna achteloos een boekje mee. Het was geschreven door Ned Prendergast. Ik geloof dat uiteindelijk niets zonder reden gebeurt…….. Paul dacht dat het een goed idee zou zijn als ik een workshop zou verzorgen tijdens de conferentie in juni te Guardamar. En daar stond ik dan in Spanje, omringd door mensen die het pad van Maria gaan. Als buitenstaander wist ik niet echt wat ik kon verwachten. Ik wist niet eens dat er Maristen in mijn eigen land leven, laat staan dat ik wist dat de Provinciaal in Nijmegen woont. Ik bereidde me voor door te lezen over “attentive presence” en het belang van kinderen te houden voordat je ze gaat onderwijzen. Vanuit mijn ervaring als godsdienstdocent, voelde ik me gelijk thuis in de pe-
bladzijde 14 dagogiek van St. Marcellin Champagnat. Vanaf de eerste handdruk op het terras van het centrum in Guardamar voelde ik me opgenomen door de groep deelnemers. Ik werd genodigd aan de tafel alsof ik er altijd bij had gehoord. Mensen verwelkomden mij niet alleen persoonlijk maar stonden ook open voor mijn spirituele en intellectuele inbreng in het gesprek. We luisterden met de moederlijke aandacht van Maria naar elkaar en hielpen elkaar zo Gods licht te laten stralen. We vierden gezamenlijk de Eucharistie en we ontmoetten elkaar dagelijks voor een gebed, dat Aiveen voor ons had voorbereid. In dit samenzijn voelde ik de zachtheid van ons hart, de sterkte van de zwakheid, de kracht van de kwetsbaarheid en het inspireerde me tot het maken van mijn eigen reis naar binnen. Hoe leef ik? Hoe ga ik om met de problemen die ik ervaar? Hoe ga ik om met de mensen die ik tegenkom? En het belangrijkste: waarom en waartoe doe ik wat ik doe? Hoe geef ik Maria ruimte in mijn dagelijks leven? Zoek ik voldoende contact met haar? Ik bedank allen die aanwezig waren tijdens Pinksteren in het centrum in Spanje. Jullie allen hielpen mij het pad van Maria te zien. Ik liep er wel en wist ook wel waarom en waartoe maar nu weet ik hoe het heet en dat er vele prachtige en inspirerende mensen dit pad ook gaan. Ik zal jullie ambassadeur zijn. Heel hartelijk bedankt dat ik een stukje met jullie mee heb mogen lopen. Sacramentsdag 2014, Alkmaar, Nederland. Liesbeth van Gool
BULLETIN 2014
Extra nummer
bladzijde 15
WAARDERING VAN DE DE INNERLIJKE REIS WORKSHOP DE INNERLIJKE REIS k koos voor deze workshop omdat die de aandacht richtte op de individuele persoon. Wat is je innerlijke kompas? Hoe nemen we beslissingen? Wat drijft ons en wat is onze maatstaf voor succes? Naar mijn mening voldeed deze workshop aan de vooraf gestelde doelstellingen en overtrof hij die zelfs. Tijdens de workshop stond het concept “hebben en zijn” centraal. Als leraren en opvoeders kan onze praktische identiteit worden aangedreven door leerstof, proefwerken, kwantitatief leren, maar hoe ontwikkelt de individuele identiteit zich en waar komt ons waardesysteem vandaan?
I
Na een inleidende presentatie over de belangrijkste concepten werd onze groep van twaalf deelnemers opgedeeld in paren en moesten we, zoals bij “speeddaten”, elke drie tot vijf minuten doorschuiven. We werden gevraagd ons voor te stellen dat we kinderen van tien jaar oud waren en aan de eettafel zaten, en we kregen zes vragen om elkaar te stellen. Wat een belevenis! De meesten hadden positieve herinneringen aan de tijd dat ze tien jaar waren, maar voor sommigen was dat niet zo. Toch was het hele proces een bevrijdende ervaring. Je kon de echte en eerlijke emotie in de ruimte voelen, een soort “therapie” voor de ziel. Alle deelnemers waren het erover eens dat het verfrissend was terug te denken aan hoe we als kind waren. Het resultaat? De grote invloed die ons gezin, maar vooral onze moeder heeft op het ontwikkelen van onze innerlijke waarden en hoe natuurlijk die waarden bij ons blijven als Maristen. De inhoud, het tempo en de begeleiding door Liesbeth waren voortreffelijk. Ik zou anderen deze Conferentie aanbevelen en eventuele volgende workshops op dit gebied zeker bijwonen. Oonagh Beale Marian College, Dublin
iesbeth van Gool gaf de deelnemers aan haar workshop “De innerlijke reis” allereerst een inleiding over de theoretische grondslagen van identiteitsvorming. Daarbij werden de volgende vragen toegelicht en uitgelegd: <Waar en wanneer wordt de menselijke identiteit gevormd? <Wat bewerkstelligt onderwijs onder ideale omstandigheden? <Wat betekent het een goed leven te leiden? <Wat betekent het succesvol te zijn als “ware mens”? Tijdens het daaropvolgende praktische gedeelte hielden de deelnemers, onder leiding van mevrouw Van Gool, korte interviews met wisselende gesprekspartners. De vragen van die interviewronde lieten de deelnemers teruggaan naar hun diepste herinneringen en gevoelens uit hun jeugd en schoolperiode. Zo konden de deelnemers ontdekken wat en wie hen heeft gevormd in hun vroege en latere jeugd en in hoeverre daarbij ook waarden werden bijgebracht of indirect tot stand kwamen. Het inzicht dat je zo kon krijgen, namelijk dat wij mensen in feite in onze jongste jaren en in onze jeugd gevormd worden tot hoe en wat wij zijn, maakte de deelnemers ervan bewust waarom het dagelijkse werk van leraren en opvoeders zo immens belangrijk is voor de ontwikkeling en de toekomst van elk kind dat hen wordt toevertrouwd.
L
Een zeer geslaagde workshop van mevrouw Van Gool, waaruit eens te meer bleek hoe belangrijk het is om leken medeverantwoordelijk te maken voor het doorgeven van de Maristengeest aan onze scholen en onderwijsinstellingen. Martin Wenger
WORKSHOP "HET MARISTENPARADIGMA" n de workshop “Het Maristenparadigma” werd de deelnemers door João Carlos do Prado nog maar eens voor ogen gehouden in wat voor een veranderende, zeer technologisch geworden maatschappij zij vandaag de dag leven en tegen welke maatschappelijke omwentelingen zij het nu al moeten opnemen. Een geseculariseerde samenleving die het contact met de Kerk schijnbaar steeds meer verliest zonder de Kerk überhaupt te kennen en/of ooit te hebben leren kennen. “Ze wijzen iets af wat ze helemaal niet kennen.” Tegen deze achtergrond werd de deelnemers gevraagd in groepjes na te denken over de Maristen in het jaar 2030 en de resultaten daarvan voor de hele groep kort te presenteren, in de vorm van een krantenkop, en toe te lichten. Dit leidde tot creatieve invallen en interessante voorstellen en ideeën. Als kern van de zaak kon men hierbij constateren dat er op grond van het teruglopende aantal Fraters Maristen steeds meer leken nodig zijn die de Maristengeest in stand houden en, als zijnde voorbeeldfiguren, zelf ook leven, omdat het verlangen naar spiritualiteit en geloof ongebroken is. Martin Wenger
I
BULLETIN 2014
Extra nummer
bladzijde 16
EEN NIEUWE DAGERAAD BREEKT AAN en buitengewone ervaring! Zo zou ik de Onderwijsconferentie waaraan ik onlangs deelnam in Guardamar (Spanje) samenvatten. Er was een duidelijk waarneembare opgewekte sfeer en schittering in de ogen van mensen toen zij als een grote familie bijeenkwamen om zich te verrijken met het Maristencharisma en om dat te delen. Als betrokken deelnemer aan de buitengewone ontwikkeling van de bijeenkomst, vroeg ik me steeds af wat dit alles kon betekenen voor de Provincie Westen Midden-Europa en voor het Maristeninstituut als geheel. Ik was er zeker van dat dit een nieuw en bevoorrecht moment voor de Provincie was en een unieke ervaring voor veel deelnemers. En dat deed me veel plezier, want juist in het nieuwe van het gedeelde brood laat God zichzelf zien. Het delen van de rijkdom van het Maristencharisma en het praten over de antwoorden die wij geven op wat God van ons vraagt in de zin van de uitdagingen en mogelijkheden die de Provincie voor zich ziet, waren als het eerste licht van een nieuwe dageraad. Daarmee bedoelen we niet iets wat eventueel kan gebeuren, maar een nieuwe dageraad die al daadwerkelijk aan het aanbreken is. De onderwerpen die tijdens de Conferentie aan bod kwamen, sloten zeer goed aan bij een aantal projecten en initiatieven die het Maristeninstituut op internationaal niveau realiseert. We zouden ze “brandpunten” kunnen noemen. Dit is geweldig! Ze versterken de universaliteit van ons charisma en de wisselwerking tussen de “lokale” en “globale” realiteit. Ik zou op drie ervan willen ingaan: internationaliteit, gedeelde verantwoordelijkheid en gedeelde visie en engagement. De kleine verschillen in cultureel en taalkundig opzicht tussen de deelnemers aan de Conferentie waren steeds merkbaar. Er bestond geen twijfel over dat de internationale en culturele diversiteit van de Provincie goed vertegenwoordigd was. En dat is ook een verrijkend kenmerk van het hele Instituut. De laatste jaren wordt er veel moeite gedaan om een internationale mentaliteit te creëren. Dat houdt in dat wij steeds meer over onze persoonlijke, institutionele, culturele en geografische grenzen heen stappen. Dit leidt ertoe dat wij onszelf zien als een groot internationaal geheel, met alle gevolgen en verantwoordelijkheden van dien. Een voorbeeld daarvan is de II Internationale Assemblee voor Maristenzending, met het motto “Nieuwe Maristen in de zending”, van 16 t/m 27 september in
E
Nairobi, Kenia. Het is een evenement waar alle Maristenprovincies en -districten op de vijf continenten vertegenwoordigd zullen zijn. Het is een gelegenheid voor fraters en leken om het Maristenleven en de Maristenzending met elkaar te delen en te vieren, erover te praten en er samen aan te bouwen. De sterke aanwezigheid van leken op alle niveaus van het Instituut heeft een nieuwe rijkdom gebracht voor het Maristencharisma. Zij zijn niet alleen medewerkers in de Maristenzending. Zij zijn Maristen, en samen met de fraters zetten zij zich in voor het leven en de zending van het Instituut. Op dit moment is het uitbreiden van de Maristenvorming absoluut noodzakelijk. Dat voelde ik tijdens deze Onderwijsconferentie van de Provincie West- en Midden-Europa heel sterk. Met andere initiatieven, zoals het project nieuwe modellen voor leiding en animatie, wordt beoogd voorstellen te doen om gedeelde verantwoordelijkheid tussen de Provincies onderling en tussen de Provincies en het Algemene Bestuur te stimuleren. Het 200-jarig bestaan van het Instituut in 2017 vormt een inspiratie voor een “nieuw begin”. We zullen vieren dat het Maristencharisma vandaag de dag nog altijd relevant is, net zoals onze zending van nu bij kinderen en jongeren. We kijken vol moed en hoop naar onze toekomst en stellen ons voor dat er voor ons charisma een nieuwe dageraad van vitaliteit aanbreekt. Dit is onze gedeelde visie en wij leggen ons persoonlijk en als Instituut toe op de realisatie ervan. Dat vraagt om ieders inzet en medewerking. Een nieuwe dag breekt nu aan! Frater João Carlos do Prado Directeur van het Secretariaat voor de zending
BULLETIN 2014
Extra nummer
bladzijde 17
IMPRESSIE VAN EEN TERUGBLIK OPVOEDKUNDIGE OP DE CONFERENTIE MARISTENCONFERENTIE a een lange vlucht en een relatief korte taxirit van Alicante airport naar Guardamar del Segura doemden de contouren van het massieve Maristengebouw op aan de horizon van dit rustige en groene stadje aan de Spaanse kust. Mijn vrouw en ik werden hartelijk ontvangen door een Spaanse Broeder Marist. Na een verkenning van de omgeving maakten we kennis met de eerste aanwezigen. We hadden onze lunch met Broeder Richard Van Houten uit de USA, meteen een blij weerzien daar we elkaar reeds vorig jaar in Baltimore ontmoet hadden. Het doel van deze Conferentie was om een netwerk te creëren van Maristen binnen de Provincie West-Europa en zo een Maristenbeweging in gang te zetten. Een pluim voor de begeleiders, Ronnie en Paul, die vanuit een perfecte samenwerking, de kennismakingsspelletjes voorstelden. Na enkele vrijblijvende opdrachten, werd er echter al zeer snel naar de diepte gegaan. Deze eerste vrijdag, 6 juni, werd besloten met een feestelijke receptie ter ere van de H. Marcellinus Champagnat, in wiens naam we allen verenigd waren. Dag 2, zaterdag 7 juni, was de zwaarste uit het programma met een rijke variatie aan eigen inbreng en workshops. Ik opteerde voor de workshop van Broeder Richard Van Houten over de eigenheid van een Maristenschool. Een tweede workshop werd verzorgd door Broeder Do Prado uit Brazilië en handelde over de missie van de Maristen in de wereld van vandaag en de samenwerking tussen broeders en leken om deze vorm te geven en uit te dragen. Na een zeer leerrijke dag werden we vergast op een Spaanse avond in de tuin van de Maristen. Tijdens het feest van Pinksteren zaten we samen in de mooie en ruime kapel rond de gedekte tafel van de Heer. Ook al spraken we meerdere talen, Nederlands, Frans, Engels, Duits, Spaans, Portugees…We verkondigden in dezelfde taal het verhaal van de H. Marcellinus Champagnat. De sobere zangbegeleiding van Philippa klonk goddelijk. Het bekoorlijke liedje : “Mary did you know ?“ (oorspronkelijk een Kerstlied) zindert nog na in mijn hoofd. Dank u wel, Broeders Maristen, voor de vele kansen die ik van jullie kreeg. Het thema van deze driedaagse: ”Awakening a new dawn” heeft voor mij een wat dubbele betekenis. Na 12 jaar meegeschreven te hebben aan het verhaal van de Maristen te Oudergem, zoek ik nieuwe professionele horizonten op. Waarschijnlijk zal dat geen Maristenschool zijn, maar eens Marist, altijd Marist ! De dankbare herinnering blijft… Johan Torfs
N
en voortreffelijke Conferentie van begin tot eind. De oprechtheid en kwaliteit van de sprekers en begeleiders waren van het begin af aan duidelijk zichtbaar. Ik was onder de indruk van zowel de inhoud als de activiteiten die werden ingezet om een familiegevoel te creëren binnen een heel diverse groep individuen. Naar mijn idee was het voor elke inbreng zo dat ernaar geluisterd, erover nagedacht en er waarde aan gehecht werd.
E
De toon werd op de eerste dag gezet met het thema “carpe diem” en bleef het hele weekend ongewijzigd. De liturgische invulling van Aiveen was een perfecte weerspiegeling van de inhoud en het tempo van de Conferentie. Alles was voelbaar in harmonie: Conferentie, deelnemers, locatie, inhoud. Naar mijn mening werd de doelstelling bereikt, namelijk het creëren van netwerken en het scheppen van banden, en ik heb er alle vertrouwen in dat nieuwe contacten op plaatselijk niveau, binnen de landen en tussen de landen vrucht zullen dragen. Er werden ontzettend goede praktische suggesties gedaan die we naar mijn inzicht gefaseerd kunnen invoeren aan het Marian College. Ik ben er opnieuw in bevestigd dat ons onderwijsmodel, de Maristenbenadering, waardevol en effectief is. Het kan alle verschil maken en het leven verrijken van de mensen die ermee in aanraking komen. Ik denk dat iedereen vertrekt met een hernieuwd voornemen om de Maristenwaarden tot leven te brengen. De herinnering aan deze Conferentie die mij mijn leven lang zal bijblijven, is: nieuwe vrienden, nieuwe energie en een hernieuwd geloof en vertrouwen. Oonagh Beale Marian College, Dublin
BULLETIN 2014
Extra nummer
bladzijde 18
JA,
WE HEBBEN EEN TOEKOMST
Een toekomst om aan te blijven bouwen - een werk in uitvoering D e Maristenonderwijsconferentie was voor mij een prachtige gelegenheid om verschillende tekens van leven te ervaren die er op dit moment in de Provincie West- en Midden-Europa zijn. Tijdens de Conferentie was het duidelijk dat het programma kwalitatief zeer sterk was en dat de deelnemers, die uit de vijf landen van de Provincie kwamen, ontzettend enthousiast waren. Die kwaliteit en dat enthousiasme waren voor mij vooral tijdens de verschillende momenten van serieuze overweging en uitwisseling evident. Er was merkbaar belangstelling om zich diepgaand bezig te houden met de vraag hoe we de belangrijkste Maristenwaarden aan onze verschillende scholen en in onze projecten kunnen leven, nu en in de toekomst. De Conferentie was zeer goed georganiseerd; aan elk detail was gedacht, elk detail had een plaats gekregen. Het is een geweldig initiatief geweest van de Provinciaal Overste en zijn Raad. Het teamwork was opvallend goed. Maristenkenmerken zoals eenvoud, genegenheid, hechte relaties en openheid waren duidelijk waarneembaar bij de deelnemers – leken, fraters en een Pater Marist. Ik zou de sfeer een “echte Maristensfeer” noemen; geleefd op de wijze van Maria. Maria was een punt dat ons met elkaar verbond, de leden van twee Maristencongregaties, de Fraters Maristen en de Paters Maristen die waren gekomen van de drie middelbare scholen van de Paters Maristen in Ierland. Maria was ook een referentiepunt voor onze manier van lesgeven aan jongeren en voor onze omgang met hen, in het bijzonder degenen die het meest in nood zijn. Het allerlaatste moment van de Conferentie blijft maar nagalmen in mijn hoofd, namelijk het Ave Maria van Schubert, gezongen door Philippa Brady, een van de deelnemers uit Ierland. We zaten allemaal in stilte en in gebed te luisteren en voelden in ons hart Maria’s grote liefde voor elk van ons, voor elk van onze leerlingen, voor elk van onze Maristeninstellingen… Het deed me terugdenken aan het Algemene Kapittel van 2009, toen we met afgevaardigden uit de hele Maristenwereld bijeen waren in Rome en Maria’s aanwezigheid heel sterk voelden. Het was een ervaring die dat Kapittel verwoordde als een uitnodiging om zo verder te gaan: “Ga met Maria met
spoed naar een nieuw land!” Een beweging die ons allemaal stimuleerde in de richting van drie tekens van leven voor de toekomst: = een nieuwe relatie onder fraters en leken die samen op zoek zijn naar meer vitaliteit, = een betekenisvolle aanwezigheid onder arme kinderen en jongeren, = en voor de fraters, een nieuwe wijze van frater zijn. Deze recente Conferentie voor Maristenonderwijs sluit volledig aan bij deze tekens van hoop voor de toekomst van het hele Maristeninstituut.
Een van de opdrachten waarvoor je aan het einde van de Conferentie kon kiezen, was om “een ansichtkaart te ontwerpen om vanuit de Conferentie te sturen”. Twee van ons dachten aan een foto van de rots van Alicante, dicht bij de zee, op een zonnige dag. Het zonnige verwees naar het motto van de Conferentie, “Een nieuwe dageraad wekken”. Het opschrift zou zijn: “Ja, wij hebben een toekomst. Een toekomst om aan te blijven bouwen – een werk in uitvoering”. Voor mij is het duidelijk dat er in deze Provincie veel potentieel is om te blijven bouwen aan de toekomst. Ik geloof dat de inspiratie die Marcellinus Champagnat zo’n 200 jaar geleden kreeg nog precies zo aanwezig en actief is in onze tijd, door ons, fraters en leken. De context van onze maatschappij van nu vraagt om nieuwe manieren van “rebranding”; het aanpassen en implementeren van de kernwaarden van diezelfde inspiratie van onze oorsprong. Wij Maristen hebben een prachtige mogelijkheid om een nieuw antwoord te bieden. De toekomst is in de handen van groepen als degene die bijeenkwam voor de Onderwijsconferentie in Alicante, en in de handen van vele andere fraters en leken die zich elke dag inzetten voor de verschillende Maristenprojecten in België, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland en Nederland. Maria is en blijft onze bron van inspiratie.
Frater Ernesto Sánchez Algemene Raad, Rome
BULLETIN 2014
Extra nummer
bladzijde 19
DE GENADE VAN HET MARIST ZIJN egen het einde van de Conferentie zei een van de deelnemers tegen mij dat mijn ervaring van de bijeenkomst in Guardamar heel anders moest zijn geweest dan wat ik gewend ben in Australië. Hij had het mis. Het voelde allemaal heel eigen: ik was bij een groep Maristen. En ik voelde me thuis.
T
Het verbaasde mij in het geheel niet dat mensen zo snel en zo natuurlijk de termen en concepten overnamen die Tony Clarke en ik tijdens de eerste ochtend van de Conferentie hadden voorgesteld. De laatste twintig jaar heb ik steeds weer mogen zien hoe gesterkt mensen zich voelen als zij zichzelf als Marist beginnen te zien. Het is vaak een aha-erlebnis voor hen, een soort toestemming - of die nu stilzwijgend of meer expliciet is - om zichzelf zo te noemen en zichzelf ook echt zo te zien. Het is iets heel anders dan te zeggen dat je aan een Maristenschool werkt of dat je met de Fraters Maristen werkt; het is zeggen dat je zélf Marist bent. En meer nog: je deelt een verantwoordelijkheidsgevoel met de fraters voor wat betreft het definiëren en doorgeven van wat het betekent Marist te zijn. Voor veel mensen is het iets wat hen vrijer maakt in hoe ze zich uitdrukken en hen ook een boeiende visie geeft voor het beschrijven van wie ze al zijn en wat ze geroepen zijn te worden. In dat opzicht heeft het alles van doen met roeping. Tony en ik zeiden tegen de groep dat er, uitgaande van de ontwikkelingen bij ons in Australië, drie elementen van “Marist zijn” zijn die stimulans behoeven: ten eerste het gevoel om in spiritueel opzicht Marist te zijn, als een heel eigen en gezegend pad van christen en leerling zijn; ten tweede het gevoel van wat het betekent beroepshalve Marist te zijn, bijvoorbeeld wat de kenmerken van een “Maristenleraar” zijn; en ten derde het gevoel bij andere Maristen te horen en samen een spirituele familie te vormen, en enkele manieren om dat tot uitdrukking te brengen. Het was bemoedigend om te zien hoe graag en gemakkelijk die ideeën werden omarmd . • In de Provincie Australië zijn er in de meeste Maristenscholen en andere Maristenprojecten geen direct betrokken Fraters Maristen meer. Desondanks zou je kunnen zeggen dat de identiteit ervan als “Maristeninstelling” nooit beter is verwoord of sterker gevoeld. Daardoor kunnen deze scholen en projecten putten uit de rijkdom en toegankelijkheid van Maristenspiritualiteit en -onderwijspraktijken om doeltreffend te evangeliseren via het onderwijs. Dat geldt natuurlijk voor alle grote spiritualiteiten en onderwijstradities
van de Kerk: ze geven opvoeders een schat aan wijsheid en ervaringen, middelen en methodes, taal en cultuur, gemeenschap en verhalen om het Evangelie tot leven te brengen en jonge mensen de mogelijkheid te geven zich thuis te voelen in de Kerk. Zo kunnen zij, om het met de woorden uit Water uit de rots te zeggen, “Christus-opnieuw geboren laten worden” in jonge mensen en stimuleren dat dat verder groeit. In hun dromen en plannen voor een toekomst voor de Maristen stelde de groep in Guardamar twee strategieën vast waarmee ik het, op basis van onze geleefde ervaring in Australië, alleen maar eens kan zijn. Ten eerste werd er gevraagd naar een manier om middelen beschikbaar te maken - zowel in de zin van mankracht als van materiaal. Dit lijkt mij van essentieel belang. Uit ervaring weten we dat er veel geVnvesteerd moet worden in spirituele vorming en daarom is er een coördinator nodig die alles wat daarmee samenhangt in goede banen leidt. Ten tweede werd erkend dat betere netwerken en structuren nodig zijn om de gemeenschappen binnen de Maristenscholen en -projecten overal in de Provincie met elkaar te verbinden. Je kunt dat op allerlei manieren doen, zoals conferenties, cursussen, pelgrimages, retraites, nieuwsbrieven, publicaties en initiatieven via het Internet. We konden vertellen over onze huidige plannen in Australië om een nieuwe Maristenvereniging op te richten, op kanonieke en civiele basis, die voor alle Maristen open is, inclusief de fraters. Zo stellen wij ons in ons deel van de wereld de volgende stap voor om de “verbondenheid en gedeelde verantwoordelijkheid” waartoe het laatste Algemene Kapittel opriep, in praktijk te brengen. Op de laatste dag zei een deelnemer aan de Conferentie in Guardamar iets waar veel kracht uit sprak: “Heb vertrouwen in ons.” Het waren exact dezelfde woorden als degene die de deelnemers tegen de “oudsten” van de Provincie Australië hadden gesproken tijdens de eerste bijeenkomst rond het thema zending twee jaar geleden. Ze geven aan dat de volgende generatie het stokje heeft overgenomen en ermee verder wil rennen. De toekomst zal in allerlei opzichten anders zijn dan het verleden, maar dezelfde positieve ingevingen garanderen een creatieve loyaliteit. Het verhaal van elke familie met een toekomst en niet alleen een verleden zal precies hetzelfde zijn.
Frater Michael Green
BULLETIN 2014
Extra nummer
bladzijde 20
"Een nieuwe dageraad wekken” een passend thema voor onze Conferentie et was het erkennen, door iedereen die aanwezig was, dat de roeping als Marist niet voorbehouden is aan de fraters. Het was het aanvaarden dat ieder van ons die de naam Marist deelt een verantwoordelijkheid heeft om het geschenk dat wij voor de Kerk hebben te leven en te bevorderen. We aanvaarden allemaal dat er vooral in Europa een ingrijpende verandering in het denkpatroon van mensen aan het plaatsvinden is. Veel mensen zijn op zoek naar nieuwe woorden en een nieuwe symboliek om een diep spiritueel verlangen uit te drukken dat in alle harten te vinden is. Het beeld dat ik van de Conferentie meeneem, is dat van Maria die opnieuw het leven schenkt aan het model van kerk zijn dat in Christus’ tijd bestond, een kerk waartoe Paus Franciscus ons ook roept. Maria als de eerste leerling met Pinksteren is een passend voorbeeld voor ons op dit kritieke punt in onze geschiedenis. Terwijl de wereld na de opstanding op zijn kop leek te staan, was zij met haar diepe geloof, begaanheid en tederheid vol aandacht voor de Heilige Geest. De Franse Kerk van de 19e eeuw werd geconfronteerd met een innovatiecrisis. Haar toekomst lag niet in de handen van hen die terugwilden naar hoe het in het verleden was. Wij worden in onze tijd geroepen om ook zo te reageren. Zoals Frater Ernesto zei in zijn workshop tijdens de Conferentie: “De context van onze maatschappij van nu vraagt om nieuwe manieren van ‘rebranding’, het aanpassen en implementeren van de kernwaarden van onze stichter Marcellinus Champagnat.” Graag uit ik mijn grote dankbaarheid aan iedereen die deze Conferentie mogelijk heeft gemaakt, onder wie het team dat alles heeft gepland, de sprekers, de begeleiders, de mensen van het conferentiecentrum, en heel in het bijzonder de deelnemers, die er voor iedereen die het voorrecht had erbij te zijn zo’n rijke ervaring van hebben gemaakt. Om met de uitdaging te spreken die de fraters tijdens ons laatste Algemene Kapittel werd gegeven, ging Maria gehaast op weg naar Elisabet toen zij haar nodig had. Mogen wij als Maristen aan de slag gaan met de suggesties die wij allemaal hebben gedaan voor onze respectieve apostolaatsplekken, en mogen wij dat wat Marcellinus aan het eind van de 19e eeuw deed in een nieuwe vorm gieten voor onze tijd. Frater P.J. McGowan
H
REFLECTIE VAN MARIA SCHMÖLZ e Conferentie was belangrijk om even stil te houden en je er weer van bewust te worden wat Marcellinus’ boodschap en voorbeeld voor ons als leerkracht en als persoon zijn. Ik voel me gesterkt en bemoedigd, ik bespeurde tijdens deze bijeenkomst een zeer goede, vriendelijke geest, een geest die kracht geeft. (Pinksteren!) Het was duidelijk merkbaar: we zijn niet alleen, de Maristenfamilie leeft en heeft het potentieel te groeien. Het was mooi te ervaren dat er geen onderscheid werd gemaakt tussen fraters en leken, dat ik mij “Marist” mag noemen. Het onderlinge respect en de vriendelijke aandacht voor elkaar waren duidelijk voelbaar.
D
Ik vertrek bemoedigd naar huis. Ik heb me voorgenomen meer op “de wijze van Maria” te leven. Mijn collega’s, de leerlingen en de ouders vanuit de Maristengeest te benaderen. Ik weet dat deze geest goed en heilzaam is en ik zal mijn best doen om hem te laten voortleven en door te geven. Maria Schmölz
BULLETIN 2014
Extra nummer
bladzijde 21
MIJN INDRUKKEN VAN HET MARISTENCONGRES IN GUARDAMAR oen ik amper twee jaar geleden “toevallig” bij de Maristen terechtkwam, had ik geen idee wat dat was en wat me er wachtte. Daarom heeft het mij enorm geholpen om in het eerste jaar l’Hermitage te bezoeken. Ik kon direct aan de bron ervaren wat Marcellinus in die tijd dreef. Nu, een jaar later, vind ik mezelf in Guardamar terug. Ik ontdek het heden van de Maristen en – nog fascinerender – hun toekomst. Mensen uit verschillende landen proberen om ieder op zijn of haar eigen plek, aan scholen, in sociale projecten en binnen de congregatie, volgens Marcellinus’ filosofie te werken. En ik begrijp steeds beter wat dat betekent – welk lied van Gods boodschap Marcellinus heeft gezongen.
T
Wat zal ik meenemen naar huis? De Maristenfamilie is een wereldwijde familie. Ik voelde me er al snel in opgenomen en ik genoot van de gesprekken – vooral in de “home group” en binnen de Duitse groep, die ik tot nu toe nog nooit op zo’n manier had ontmoet. Er waren motiverende gesprekken, inspirerende contacten, uitbundige momenten, ik voelde me innerlijk gesterkt. Naast heel concrete voorstellen met betrekking tot hoe je op school op Maristenwijze of meer op Maristenwijze te werk kunt gaan, voelde ik mij vooral door de workshops gestimuleerd tot verdere zelfontwikkeling. Ik koos de onderwerpen “The inner journey” en “Marist leadership” en vond bij allebei ideeën om met meer gevoel om te gaan met mijzelf en met medewerkers. Gesterkt voelde ik me ook door het vertrouwen dat de Fraters Maristen in de “leken” stellen om de opgave die Marcellinus hen 200 jaar geleden heeft gegeven mede vorm te geven en verder te dragen. En zo kreeg de datum van het congres voor mij een symbolische waarde: aan het begin het vieren van de dag van Marcellinus als teken van de wortels, aan het einde het pinksterfeest met de opdracht: “Trek de wijde wereld in!” Christian Haringer Maristen-Realschule Cham
.
BULLETIN 2014
Extra nummer
bladzijde 22
THE SONG Homily at the Eucharist –Bishop Geoffrey Robinson n everything he did and in everything he said, Jesus Christ sang a song. Sometimes, when he cured a sick person, he sang softly and gently, a song full of love. Sometimes, when he told one of his beautiful stories, he sang a haunting panpipe melody that, once heard, is never forgotten. Sometimes, when he defended the rights of the poor, his voice grew strong and powerful, until finally, from the cross, he sang so powerfully that his voice filled the universe.
I
The disciples who heard him thought that this was the most beautiful song they had ever heard, and they began to sing it to others. They did not sing as well as Jesus had – their voices went flat, they forgot some of the words – but they sang to the best of their ability, and the people who heard them thought in their turn that this was the most beautiful song they had ever heard. And so the song of Jesus gradually spread out from Jerusalem into other lands. Parents began to sing it to their children, and the song passed down through the generations and the centuries. Sometimes, in the life of a great saint, the song was sung with exquisite beauty. Sometimes, however, it was sung very badly, for the song was so beautiful that there was power in possessing it, and people used the power of the song to march to war and to oppress and dominate others. Always, however, the song was greater than the singers and never lost its ancient beauty. At last the song came down to me, sung gently and lovingly by my parents. Like so many millions of people before me, I too was so captured by the song that I wanted to sing and dance it my whole life. The song must not stop with us and we in our turn must sing it to others. In doing this we must remember that this song has two special characteristics. The first is that we, too, will never sing the song as well as Jesus did – our voices lack strength and go flat, we misunderstand the words – but, if we sing this song to the best of our ability, people do not hear only our voices. Behind us and through us they hear a stronger and a surer voice, the voice of Jesus. The second is that we always sing the song better if we can learn to sing it together – not one voice here, another there, each singing different words to different melodies, but all singing the one song in harmony. Then people will truly know that it is still the most beautiful song the world has ever known.