FOTOVERSLAG 1e werkbijeenkomst Inloop ggz Dinsdag 26 mei – 17.15 – 19.15 uur Infocentrum ggz (= MEE), Oude Torenstraat 45 in Hilversum
1. Opening en uitleg programma – door dagvoorzitter Suzanne Klein Schiphorst van BMC Deze werkbijeenkomst is een activiteit van Samenkracht! en is georganiseerd door de gemeentelijke werkgroep van de regio Gooi en Vechtstreek. Vanavond wil de werkgroep de wensen en behoeften ophalen van cliënten en cliëntvertegenwoordigers van de inloop ggz. De inloopfunctie is vanaf 2015 een taak van de gemeenten geworden. Het programma staat hiernaast op de foto.
2. Introductie gemeentelijke werkgroep inloop ggz De werkgroep bestaat uit de volgende leden: - Anouk Pols (regio G&V) - Henke van der Heiden (Naarden, Bussum, Muiden) - Robert Blom (HBEL) - Hermann Kukler (Hilversum) Ook aanwezig is Angela van Dril van de gemeente Weesp. De werkgroep leden geven aan dat zij vanavond heel graag kennismaken met de inwoners van het Gooi die gebruik maken van de inloop ggz. En dat ze van hen te horen krijgen waarom, waar en hoe de inloop het beste georganiseerd kan worden vanaf 2016.
1
3. Introductie genodigden (de zaal): We inventariseren kort wie er vanavond naar de bijeenkomst zijn gekomen. Er is een gemengde groep cliënten, vertegenwoordigers en ervaringsdeskundigen op de bijeenkomst af gekomen. Veel van de aanwezigen bezoeken zelf regelmatig en al langere tijd één van de inlopen in het Gooi. Anderen zijn bewoner van het RIBW waar ook een inloop wordt georganiseerd. Er zijn ook medewerkers van MEE aanwezig en er is één Wmo-raadslid uit Naarden-Bussum. Grootste zorg en wens van de aanwezigen is dat de inloop blijft bestaan aangezien zij hier heel veel steun aan hebben. Ook wordt aangegeven dat er betere communicatie en informatie moet zijn tussen de instanties; in dit geval tussen de aanbieder van de inloop en het gemeentelijk loket / sociaal plein. Men weet niet van elkaars bestaan. En dat is voor de groep mensen die de inloop bezoekt en zou kunnen bezoeken van groot belang.
4. Korte inleiding op het thema: Suzanne interviewt Anouk Pols Anouk geeft aan dat de gemeenten in het Gooi voor het jaar 2015 de inloop ggz op dezelfde manier hebben georganiseerd als de jaren hiervoor. GGZ Centraal is de zorgaanbieder die op twee locaties in Hilversum (St. Jozef en DAC WESPP) de inloop organiseert. De financiele middelen voor de inloop zijn nu voor de negen gemeenten gebundeld en uit de hele regio kunnen inwoners van de inloop in Hilversum gebruik maken. Naast de inlopen van GGZ Centraal worden er nu ook inlopen georganiseerd op een locatie van HilverZorg en in Huizen (Koffie om de Hoek). De gemeenten in het Gooi willen vanaf 2016 de inloop veel meer organiseren naar de behoeften van hun eigen inwoners. En de gemeenten willen bekijken of de inloop gecombineerd zou kunnen worden, bijvoorbeeld met sociale ontmoetingen voor andere groepen inwoners of met dagbesteding.
2
Er ligt nog niks vast, de gemeenten hebben nog geen stukken geschreven en nog niets besloten over hoe en waar de inloop vanaf 2016 wordt georganiseerd. De eerste ideeën en wensen willen ze vanavond ophalen. Anouk geeft aan dat niet alle wensen en ideeën die vanavond genoemd worden 1 op 1 worden overgenomen. Er moet nog wel rekening gehouden worden met budgetten en andere randvoorwaarden. Het kan dus wel gebeuren, dat de gemeenten afzonderlijk andere keuzes maken en dat er in de ene gemeente andersoortige inloop of meer inloop wordt georganiseerd dan in de andere. Maar dat past dan bij de wens van de inwoners en de mogelijkheden die zich lokaal voordoen.
3
5. In gesprek met de zaal over de belangrijkste aspecten t.a.v. de inloopfunctie ggz Aan de hand van stellingen en stemmen op de stellingen, gaan we met elkaar in gesprek over de wensen en behoeften t.a.v. de inloopfunctie ggz. Stelling 1: Bij de inloop komt de groep mensen met een ggz problematiek, die nergens anders bekend is. Hier wordt grotendeels ‘mee oneens’ op gestemd. Het gaat niet om mensen die zich nergens anders melden. De cliënten / bezoekers van de inloop zijn wel degelijk bekend bij instanties en behandelaars. De inloop is bedoeld en bezocht door mensen die een ggz problematiek hebben. Zij hebben vaak geen werk, geen sociaal netwerk, geen opleiding. De bezoekers van de inloop zijn in behandeling van een ggz specialist of zijn uitbehandeld. Er is nu geen indicatie nodig om bij de inloop te komen. Bij de inloop van het RIBW komen bewoners van het RIBW maar ook ex-bewoners. De inloop is voor de meeste bezoekers de eerste stap de samenleving in. De drempel om het huis uit te gaan, is heel hoog. men ervaart veel prikkels en werk of dagbesteding is vaak al teveel om te behappen. Men is wel bekend bij huisartsen, behandelaars, gemeente maar men wordt lang niet altijd gewezen op de mogelijkheden om de inloop te bezoeken. Ook cliënten die behandeld worden bij GGZ Centraal worden lang niet altijd doorverwezen naar de DAC WESPP die ook van GGZ Centraal is. Terwijl de inloop een ontzettend belangrijke functie heeft voor het herstellen van het dagritme, het aangaan van contacten en in een gelijkgestemde omgeving een kop koffie drinken. 4
Stelling 2: De groep mensen die bij de inloop komt, wil vooral met rust gelaten worden en niet gelijk door een begeleider op allerlei mogelijkheden gewezen worden. Hier wordt grotendeel ‘mee eens’ op gestemd. De eerste bezoeken aan een inloop zijn voor een cliënt stressvol. Het is van belang dat men zich welkom voelt en dat men gewoon naar binnen kan en kan gaan zitten met een kop koffie zonder gelijk van alles te ‘moeten’. Dat komt later wel. De inloop moet een plek zijn, waar men zich geaccepteerd voelt, waar het veilig is. De aanwezigen geven aan dat de bezoekers van de inloop elkaar vooral helpen en stimuleren om iets te gaan oppakken. Begeleiders moeten op de werk gerelateerde inloop vooral activiteitenbegeleider zijn en geen behandelaar. Ze hebben een belangrijke signaleringsfunctie. Ze weten wie er binnen komt en springen in als iemand ergens hulp bij nodig heeft. Na diverse bezoeken kan een begeleider het gesprek aangaan met een bezoeker. Dit gesprek gaat dan idealiter over de mogelijkheden en de wensen van de cliënt om iets te doen en op te pakken of ergens bij geholpen te worden.
Stelling 3: Bij de inloop is het niet de bedoeling dat je alleen maar de krant komt lezen met een kop koffie. Er moet juist van alles te doen zijn. Hier wordt unaniem mee ingestemd. Iedereen is het hiermee eens. Bij de inloop moet inderdaad van alles te doen zijn. Zowel op creatief terrein als op muzikaal en cultureel gebied. Er wordt nu ook van alles georganiseerd bij de huidige inlopen. Als er een verzoek is om een bepaalde activiteit te organiseren, dan wordt dat ook georganiseerd. Er is een programma 5
per week, vooral doordeweeks, dat wordt opgesteld door de begeleiders met input van de cliënten. Naast activiteiten op locatie, worden er ook excursies en uitjes georganiseerd. Er zijn ook op werk en scholing gerelateerde activiteiten, zoals bij de DAC WESPP: winkel runnen, restaurant runnen, kunst maken, vogelhuisjes timmeren. Voor de werk gerelateerde activiteiten wordt nu een eigen bijdrage gerekend en dat voelt verkeerd; je werkt maar betaalt ervoor in plaats van dat je een ‘salaris’ krijgt. Op dit moment heb je voor alle activiteiten die bij de inloop worden georganiseerd een indicatie voor dagbesteding nodig!
Stelling 4: Er hoeft geen professionele begeleiding bij de inloop te zijn. Een vrijwilliger met inlevingsvermogen kan dat ook prima doen. Hier wordt verdeeld op gestemd: bijna de helft van de stemmer is het hiermee eens, er zijn een aantal twijfelend en de rest is het ermee oneens. Bij toelichting blijkt dat het altijd én én moet zijn; dus een professionele begeleider die opgeleid is in expertise ggz én een vrijwilliger of een werkbegeleider die vooral op de inhoud van de activiteit kennis en expertise heeft. De professionele begeleider is iemand die met de ‘handen op de rug’ staat. Het is iemand die goed kan organiseren, coachen, de PR kan doen voor de inloop, het netwerk met toeleiders en verwijzers onderhoudt, additionele middelen regelt en coördineert.
6
De inzet van ervaringsdeskundigen, naast een professionele begeleider, wordt ook als een enorme meerwaarde gezien. De ervaringsdeskundige is een brug tussen de professional en de bezoekers / cliënten. Zij kennen de situatie van de cliënt maar kunnen de vertaalslag maken naar de professional die er ook met een bepaalde insteek in staat. Activiteiten zoals haken, tuinieren, koken etc. kunnen gemakkelijk door een vrijwilliger worden gerund. Als er maar een professional in de buurt is met kennis en ervaring van de ggz problematiek. Deze professional ziet toch eerder of er iets met iemand aan de hand is en heeft de skills om hiermee om te gaan. Het gaat dan vooral om het snel herstellen bij verstoringen, bezoekers die een slechte dag hebben, die zich niet prettig voelen, veiligheid en houvast borgen voor alle bezoekers.
Stelling 5: Als de inloop voldoet aan de eisen, dan reizen cliënten er makkelijk voor naar een andere gemeente. Hier wordt door de meesten ‘mee oneens’ op gestemd. De genodigden geven aan dat reizen te duur en te stressvol is voor de meeste bezoekers van de inloop. Zeker als men net de inloop bezoekt, dus als de drempel om het huis te verlaten al heel groot is, zal reisafstand de reden zijn om niet te gaan. Financiële bijdragen zijn sowieso een drempelverhogende factor. Bezoekers van de inloop hebben moeite met rondkomen. Reizen is duur en geeft teveel prikkels. Voor de Wmo taxi krijgt deze groep mensen geen beschikking. Eigen auto heeft men veelal niet. Dus men is afhankelijk van fiets en OV. Misschien kan er gezocht worden naar een manier om gezamenlijk vervoer te organiseren?! 7
Aangegeven wordt dat de inloop, juist voor de groep inwoners die je ermee wilt bereiken, vooral dichtbij en in de eigen wijk georganiseerd moet worden. Als we dan doorpraten over geschikte locaties, dan blijkt dat buurthuizen, wijkcentra, medische centra, bibliotheken, gemeentehuizen, scholen en ook sportclubs prima ruimtes hebben om de inloop te organiseren. Zijn deze ruimtes dan ‘veilig’ genoeg, ook als er andere bewoners aanwezig zijn, zoals cursisten van de taalcursus, moeders met kinderen, mensen met een verstandelijk beperking die dagbesteding krijgen, etc.? Men geeft aan dat je altijd rekening moet houden met de groep ggz’ers die nét de inloop bezoeken en voor wie het snel onveilig en stressvol aan kan voelen. Dus een ruimte die apart te gebruiken is voor de inloop, maar waar de deur open gezet kan worden naar andere gebruikers, activiteiten en ruimten moet volstaan. De informatie verstrekking moet duidelijk zijn; bordjes en mensen moeten weten welke ruimte voor de inloop gereserveerd is. Per activiteit en aanwezige groep moet door begeleiding beoordeeld worden hoe de combinaties met andere groepen gemaakt kunnen worden en of de deur letterlijk open gezet kan worden.
6. Samenvatten en vervolgstappen We hebben vanavond veel gehoord en er is veel besproken met elkaar over hoe de inloop het beste georganiseerd kan worden. De gemeentelijke werkgroep kan hiermee aan de slag. De bijeenkomst is door iedereen als prettig ervaren en in een korte tijd is veel besproken met elkaar. Ook de ruimte en de faciliteiten waren zeer goed. 8
We maken een fotoverslag van deze bijeenkomst. Alle aanwezigen en geïnteresseerden krijgen deze per post of per mail. In de komende maanden maken de ambtenaren een plan voor het organiseren van de inloop ggz in de afzonderlijke gemeenten, vanaf 2016. Dit plan en hun ideeën willen ze in september graag uitleggen aan dezelfde groep cliënten en vertegenwoordigers. Dus iedereen die interesse heeft, wordt daar in september voor uitgenodigd. Iedereen hartelijk dank voor de aanwezigheid en het meedenken met ons!
9