4-155-700-42 (1)
Overzicht
Digitale printer / fotolijst
Als een fotolijst gebruiken
Als een printer gebruiken
DPP-F700 Diverse functies gebruiken
Op verschillende manieren afdrukken Het apparaat in combinatie met een computer gebruiken
Oplossen van problemen
Gebruiksaanwijzing Wij verzoeken u, voordat u dit apparaat in gebruik neemt, de bijgeleverde "Lees dit eerst" en "Over de afdrukpakketten" en deze handleiding, "Gebruiksaanwijzing," grondig door te lezen en de handleiding te bewaren zodat u deze later ook nog kunt raadplegen.
Aanvullende informatie
Deze modellen zijn niet leverbaar in ieder land en in iedere regio.
Gedrukt met VOC (vluchtige organische verbinding)-vrije inkt op basis vanplantaardige olie.
Printed in China © 2009 Sony Corporation
Lees de meegeleverde "Lees dit eerst" en "Over de afdrukpakketten".
WAARSCHUWING Om het gevaar van brand of elektrische schokken te verkleinen, mag het apparaat niet worden blootgesteld aan regen of vocht. Stel de batterijen niet bloot aan overmatige hitte zoals zonlicht, vuur en dergelijke.
LET OP U moet de batterij alleen vervangen door een batterij van het opgegeven type. Als u dit niet doet, kan dit brand of letsel tot gevolg hebben. Volg de instructies voor het weggooien van gebruikte batterijen. Waarschuwing voor klanten in Europa Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen die zijn uiteengezet in de EMC-richtlijn voor het gebruik van een verbindingskabel van minder dan 3 meter.
Let op De elektromagnetische velden bij de specifieke frequenties kunnen het beeld en het geluid van dit apparaat beïnvloeden.
Kennisgeving Als de gegevensoverdracht halverwege wordt onderbroken (mislukt) door statische elektriciteit of elektromagnetische storing, moet u de toepassing opnieuw starten of de verbindingskabel (USB, enzovoort) loskoppelen en opnieuw aansluiten.
Verwijdering van oude elektrische en elektronische apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden ophaalsystemen) Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt
2 NL
verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Verwijdering van oude batterijen (in de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen)
Dit symbool op de batterij of verpakking wijst erop dat de meegeleverde batterij van dit product niet als huishoudelijk afval behandeld mag worden. Op sommige batterijen kan dit symbool voorkomen in combinatie met een chemisch symbool. De chemische symbolen voor kwik (Hg) of lood (Pb) worden toegevoegd als de batterij meer dan 0,0005 % kwik of 0,004 % lood bevat. Door deze batterijen op juiste wijze af te voeren, voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Het recycleren van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. In het geval dat de producten om redenen van veiligheid, prestaties dan wel in verband met dataintegriteit een permanente verbinding met batterij vereisen, dient deze batterij enkel door gekwalificeerd servicepersoneel vervangen te worden. Om ervoor te zorgen dat de batterij op een juiste wijze zal worden behandeld, dient het product aan het eind van zijn levenscyclus overhandigd te worden aan het desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage van elektrisch en elektronisch materiaal. Voor alle andere batterijen verwijzen we u naar het gedeelte over hoe de batterij veilig uit het product te verwijderen. Overhandig de batterij bij het desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage van batterijen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product of batterij, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Kennisgeving voor klanten in de landen waar EU-richtlijnen van toepassing zijn De fabrikant van dit product is Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De geautoriseerde vertegenwoordiger voor EMC en productveiligheid is Sony Deutschland GmbH, Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland. Voor kwesties met betrekking tot service of garantie kunt u het adres in de afzonderlijke service- en garantiedocumenten gebruiken. Het kopiëren, bewerken of afdrukken van CD’s, televisieprogramma’s, auteursrechtelijk beschermde materialen, zoals beelden en publicaties, en alle andere materialen met uitzondering van eigen opnamen en creaties is beperkt tot huishoudelijk of privé-gebruik. Tenzij u in het bezit bent van de auteursrechten of toestemming hebt van de houder van de auteursrechten om deze materialen te kopiëren, kan gebruik van deze materialen een overtreding van de auteursrechtwetten betekenen en moet u wellicht schadevergoeding betalen aan de houder van de auteursrechten. Als u foto's gebruikt met dit apparaat, moet u ervoor zorgen dat u de auteursrechtwetten niet overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of aanpassing van portretten van andere personen kan ook een inbreuk op hun rechten betekenen. Op bepaalde demonstraties, optredens en tentoonstellingen is het nemen van foto's niet toegestaan.
Opmerkingen over het LCD-scherm • De afbeelding op het scherm is wat betreft beeldkwaliteit en -kleuren niet gelijk aan de afgedrukte afbeelding, omdat de weergavemethoden of -profielen verschillen. Dit is normaal. • Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan dan verkleuren, waardoor een storing wordt veroorzaakt. • Als het LCD-scherm langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden. • Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99% van de pixels effectief bruikbaar is. Er kunnen echter wat zeer kleine zwarte punten en/of heldere punten zijn (wit, rood, blauw of groen van kleur) die voortdurend op het lcd-scherm te zien zijn. Deze punten duiden niet op fabricagefouten en hebben geen enkele invloed op de afdrukken. • In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal.
Reservekopieën U kunt het beste een reservekopie van uw gegevens opslaan om gegevensverlies door een bedieningsfout of storing van dit apparaat te voorkomen.
Information IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE OF INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT DAN OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF KOSTEN ALS GEVOLG VAN EEN DEFECT PRODUCT OF HET GEBRUIK VAN EEN PRODUCT. Sony is niet aansprakelijk voor enige incidentele schade of gevolgschade of verlies van opgenomen gegevens als gevolg van het gebruik van of een storing aan dit apparaat of de geheugenkaart.
3 NL
Kennisgeving voor gebruikers Programma © 2009 Sony Corporation Documentatie © 2009 Sony Corporation Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding en de software die hierin wordt beschreven, geheel of gedeeltelijk, mogen niet worden gereproduceerd, vertaald of omgezet in een machineleesbare vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Sony Corporation. IN GEEN GEVAL IS SONY CORPORATION AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INCIDENTELE OF SPECIALE SCHADE OF GEVOLGSCHADE HETZIJ ONDER DWANG, CONTRACT OF ANDERSZINS VOORTKOMEND UIT OF IN VERBAND MET DEZE HANDLEIDING, DE SOFTWARE OF ANDERE INFORMATIE DIE HIERIN WORDT VERMELD OF HET GEBRUIK ERVAN. Door het zegel van de CD-ROM-verpakking te verbreken, accepteert u alle bepalingen en voorwaarden van deze overeenkomst. Als u deze bepalingen en voorwaarden niet accepteert, retourneert u de ongeopende CD-ROM-verpakking samen met de rest van het pakket aan de handelaar bij wie u het pakket hebt gekocht. Sony Corporation behoudt zich het recht voor om te allen tijde deze handleiding of de informatie in deze handleiding te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. De software die hierin wordt beschreven, kan ook vallen onder de bepalingen van een afzonderlijke gebruiksrechtovereenkomst. Ontwerpgegevens, zoals de voorbeelden in deze software, mogen uitsluitend voor persoonlijk gebruik worden aangepast of gekopieerd. Het ongeoorloofd kopiëren van deze software is volgens de auteursrechtwetten verboden. Houd er rekening mee dat het ongeoorloofd kopiëren of aanpassen van portretten van andere personen of van auteursrechtelijk beschermd werk een inbreuk op de rechten van de houders van de auteursrechten kan betekenen.
U wordt wellicht verwezen naar de bijgeleverde "Lees dit eerst" en "Over de afdrukpakketen" als deze gedetailleerde beschrijvingen bevat.
4 NL
Inhoudsopgave Kennisgeving voor gebruikers ........4 Voordat u begint Functies ........................................10 Als een fotolijst gebruiken ..............10 De eenheid als printer gebruiken ....11 U kunt ook het volgende doen ........11 Inbegrepen onderdelen controleren ...................................12 De onderdelen identificeren ..........13 Over de weergave van informatie ....16 Weergave 1 afb. ..............................16 Indexweergave ................................16 Beginnen (basishandelingen)
Als een fotolijst gebruiken De afstandsbediening klaarmaken voor gebruik .................................20 De standaard opzetten ..................21 Aansluiten op de netspanning .......22 Dit apparaat aanzetten ..................23 De actuele datum en tijd instellen ....24 Een geheugenkaart plaatsen .........25 Een andere weergave kiezen .........27 Weergave diavoorstelling .............28 Weergave klok en kalender ...........29 Stand enkele weergave (één afb. tonen) ............................30 Indexweergave ..............................31
Als een printer gebruiken Voorbereiding ...............................32 Dit apparaat in de afdrukstand zetten (platte stand) ......................32 Het inktlint instellen ......................33 Het afdrukpapier plaatsen .............34 Eenvoudige afdrukhandelingen .....36 Afdrukken in de stand enkele weergave ........................................ 36 Afdrukken in de stand diavoorstelling ............................... 37 Diverse functies gebruiken (Geavanceerde bedieningshandelingen) Genieten van een diavoorstelling ....40 De instellingen van de diavoorstelling wijzigen ................. 40 U kunt afbeeldingen van uw geheugenkaart importeren in het interne geheugen. .........................42 Stand Vernieuwen .......................... 44 Opgeven waar vanaf wordt afgespeeld ....................................44 Een afbeelding uit het interne geheugen exporteren naar een geheugenkaart ..............................45 Een afbeelding verwijderen ...........47 Een merkteken registreren ............48 Afbeeldingen sorteren (filteren) ....50 Het formaat en de oriëntatie van de afbeelding aanpassen ..............51 Een afbeelding vergroten/ verkleinen ...................................... 51 Een afbeelding draaien ................... 52 De instellingen van de functie Auto Aan/Uit wijzigen ............................52 Vervolg
5 NL
Verschillende afdrukmethoden gebruiken (geavanceerd afdrukken) De afdrukinstellingen veranderen (Datumafdruk, Randen, Pagina's per vel) .........................................56 "Creatief afdrukken" verrichten (Kalender/Lay-outafdruk/ID-foto) ...57 Een kalender maken ....................... 57 Een Lay-outafdruk .......................... 59 Een ID-foto .................................... 59 Een afbeelding bewerken ............... 60 De beeldkwaliteit aanpassen .......... 61 Een afbeelding opslaan .................. 62 Batch afdrukken (Indexafdruk/ DPOF-afdruk/Alles afdrukken) ......63
De instellingen van dit apparaat wijzigen De instellingen veranderen ...........64 Instellingsprocedure ...................... 64 In te stellen onderdelen .................. 66 Wanneer u het apparaat aansluit op een computer, zijn er nog meer mogelijkheden
Het apparaat in combinatie met een computer gebruiken Wat u kunt doen wanneer u het apparaat aansluit op een computer ......................................72 Systeemvereisten ........................... 72 Voordat u het apparaat aansluit op een computer ...............................73
6 NL
Aansluiten op een computer .........74 De functie van dit apparaat selecteren .....................................74
Het interne geheugen van dit apparaat gebruiken Een afbeelding van de computer naar dit apparaat kopiëren ............75 Uw computer loskoppelen ............76
Afdrukken vanaf een computer Een afbeelding afdrukken vanaf een computer ...............................77 De software installeren .................77 Het printerstuurprogramma installeren .......................................77 De PMB (Picture Motion Browser) installeren .......................................80 Foto's vanaf een computer afdrukken .....................................81 Afdrukken vanaf de PMB (Picture Motion Browser) ...............81 Een bladermap registreren ..............85 Afdrukken vanuit een in de handel verkrijgbare softwareapplicatie .......86 Oplossen van problemen Foutmeldingen ..............................88 Als er problemen zijn ....................91 Bij papierstoringen .....................103 Reinigen .....................................104
Overig Over de geheugenkaarten ...........106 "Memory Stick" ............................106 SD-geheugenkaart ........................107 xD-Picture Card ...........................107 CompactFlash-kaart .....................107 Opmerkingen over het gebruik van een geheugenkaart .......................108 Technische gegevens .................109 Over handelsmerken en auteursrechten ..............................111 Voorzorgsmaatregelen ................111 Veiligheid .....................................111 Over de installatie .........................112 Reinigen .......................................113 Dit apparaat afvoeren ....................113 Index ..........................................114
De illustraties in deze handleiding kunnen licht verschillen van het feitelijke product.
7 NL
8 NL
Voordat u begint Overzicht
9 NL
Overzicht
Functies U kunt deze digitale printer / fotolijst op verschillende manieren gebruiken: als fotolijst en als printer. De Sony digitale printer / fotolijst DPP-F700 geeft de beelden van uw digitale camera op zijn scherm weer en drukt uw favorieten af, eenvoudig en zonder gebruik van een computer.
Als een fotolijst gebruiken • Naar een diavoorstelling van uw foto's kijken (. pagina 40)
Weergave 1 afb.
Weergave meer afbeeldingen
Klokweergave
Kalenderweerg.
• Verschillende weergavestijlen gebruiken (. pagina 29~31)
Klok
Kalender
een afb.tonen
Index
Verticaal/horizontaal sorteren
Sorteren op markering
• Gesorteerde foto's bekijken (. pagina 50)
Sorteren op map
Sorteren op datum
• Foto's in de stand Portret of Landschap bekijken (. pagina 22)
10 NL
• Foto's net zo lang bekijken als u wilt (. pagina 52)
De eenheid als printer gebruiken • Een foto net zo afdrukken als hij lijkt (. pagina 36)
Overzicht
• Op verschillende manieren afdrukken (. pagina 56)
Datumafdruk
Met / zonder rand afdrukken
Pagina’s per vel
• Een kalender maken van uw favoriete foto's, een lay-outafdruk of een identiteitsfoto (. pagina 57)
Kalender
Lay-outafdruk
ID-foto
U kunt ook het volgende doen • Afbeeldingen in het interne geheugen importeren (. pagina 42) U kunt afbeeldingen van uw geheugenkaart importeren in het interne geheugen.
• Afbeeldingen exporteren (. pagina 45) U kunt afbeeldingen uit het interne geheugen exporteren naar uw geheugenkaart.
• Aansluiten op een computer om afbeeldingen uit te wisselen of af te drukken (. pagina 72)
11 NL
Inbegrepen onderdelen controleren Zorg ervoor dat de volgende artikelen bij uw aankoop zijn inbegrepen. • Digitale printer / fotolijst (1)
• Standaard (1)
• Afstandsbediening (1)
• Reinigingscartridge (1) • Reinigingsvel (1)
• CD-ROM (Windows Software printerstuurprogramma Ver.1.0 en PMB (Picture Motion Browser) Ver.4.3) (1)
• • • •
Gebruiksaanwijzing (dit boekje) (1) Lees dit eerst (1) Over de afdrukpakketten (1) Garantie (in sommige regio's wordt geen garantie meegegeven.) (1) • Gebruiksrechtovereenkomst van Sony (1) *1 De vorm en specificaties van de stekker kunnen afhankelijk van de regio waar u dit apparaat hebt gekocht anders van vorm zijn.
Over Sony afdrukpakketten (afzonderlijk aangeschaft) • Netspanningadapter (1)
Gebruik een Sony optioneel kleurenafdrukpakket dat is ontworpen voor deze eenheid. U kunt geen andere afdrukpakketten maken.
Het meegeleverde netsnoer • Netsnoer*1 (1)
• Papierlade (1)
12 NL
Het meegeleverde netsnoer is exclusief bedoeld voor gebruik bij deze eenheid en kan niet worden gebruikt voor andere elektrische apparaten.
De onderdelen identificeren Voor nadere bijzonderheden raadpleegt u de pagina's die tussen haakjes worden genoemd.
Voorzijde Overzicht
LCD-scherm
Sony-logo (. pagina 23) Sensor van de afstandsbediening
Bedieningspaneel (. pagina 24) MENU-toets Pijltoetsen (B/b/v/V), (Enter)-toets
BACK-toets PRINT-toets
Vervolg
13 NL
Achterzijde
"Memory Stick" (Standaard/Duo)/ SD geheugenkaart / MMC / xD-Picture Card sleuf (. pagina 25) CompactFlash kaartsleuf (. pagina 25) Lampje Lezen/Schrijven
USB B-connector (. pagina 74) Standaard (. pagina 21)
Papieruitgang (. pagina 36) VIEW MODE-toets (. pagina 27) 1 (Aan / Standby)toets / standby-lampje
DC IN 24V aansluiting (. pagina 22)
Deksel van de inktlinthouder
Ruimte om de standaard op te bergen (. pagina 32)
Deur van papierlade
14 NL
Deksel van de inktlinthouder
Afstandsbediening VIEW MODE-toetsen (.pagina 27) SINGLE-toets (.pagina 27) SLIDESHOW ( (.pagina 27)
)-toets 1 (Aan / Standby)-toets
MENU-toets Pijltoetsen (B/b/v/V)
INDEX ( )-toets (.pagina 27) Zoom in ( )-toets (.pagina 51) ENTER (
BACK-toets MARKING ( )-toets (.pagina 48) SORT-toets (.pagina 50) ROTATE ( )-toets (.pagina 52)
Overzicht
CLOCK ( )-toets (.pagina 27)
)-toets
Zoom out ( )-toets (.pagina 51) IMPORT ( )-toets (.pagina 42) DELETE ( )-toets (.pagina 47) SELECT DEVICE-toets (.pagina 44)
PRINT-toets
15 NL
Over de weergave van informatie Weergave 1 afb.
Indexweergave
De volgende informatie wordt weergegeven.
Onderdeel
Beschrijving
1
Weergavemodus
U ziet de naam van de weergavestijl. Weergave 1 afb. • Hele afb. • Schermvullend • Hele afb.(+Exif) • Schrmv.(+Exif) Indexweergave • Index 1 • Index 2 • Index 3
2
Afbeeldingsnummer / totaal aantal weergaven
U ziet het nummer van de weergegeven afbeelding en het aantal afbeeldingen.
3
Informatie over het apparaat
Er verschijnt een pictogram dat aangeeft van welk medium de weergegeven afbeelding afkomt. • (intern geh.) • ("Memory Stick") • (CompactFlash) • (SD-geheugenkaart) • (xD-Picture Card)
4
Type inktlint
Geeft weer welk type inktlint is geïnstalleerd. • P (P-afmeting) • C (reinigingscartridge)
16 NL
Beschrijving
Afbeeldingsinformatie
Geeft gedetailleerde informatie over de afbeelding. • Bestandsindeling (JPEG: (4:4:4), JPEG: (4:2:2), JPEG: (4:2:0), BMP, TIFF • Aantal pixels (breedte × hoogte) • Fabrikant van invoerapparaat voor afbeeldingen • Modelnaam van invoerapparaat voor afbeeldingen • Sluitersnelheid (bijvoorbeeld: 1/8) • Diafragmawaarde (bijvoorbeeld: F2.8) • Belichtingswaarde (bijvoorbeeld: +0.0 EV) • Informatie over rotatie
6
Instellingsinformatie
De instellingsinformatie wordt weergegeven. • (Beschermingsinformatie) •
(Informatie over bijbehorend bestand)
(Verschijnt wanneer een bijbehorend bestand aanwezig is, bijvoorbeeld een klein beeldbestand voor e-mail of een videofragment.) • (Verschijnt wanneer een merknaam is geregistreerd.) • DPOF (Verschijnt wanneer er voor een afbeelding een printtaak is ingesteld in DPOF (Digital Print Order Format).) 7
Afbeeldingsnummer (Mapbestandsnummer)
Dit verschijnt als de afbeelding geschikt is voor DCF. Anders verschijnt een bestandsnaam. De bestandsnaam kan verschillen van de naam die u op de computer ziet.
8
Opnamedatum/-tijd
Geeft de opnamedatum en -tijd weer van de betreffende afbeelding.
9
Adviserende melding
De gebruiksaanwijzing wordt weergegeven.
0
Ingesteld aantal afdrukken
U ziet het ingestelde aantal afbeeldingen.
qz
Instellingsinformatie afdrukken
U ziet de afdrukinstellingen van de afdrukdatum, rand en layoutafdruk (uitsluitend wanneer in de afdrukstand (. pagina 32)). • (Datumafdruk AAN) • (Afdrukdatum en -tijd AAN) • (Met rand 1 AAN) • (Met rand 2 AAN) • (Pagina’s per vel 4 AAN) • (Pagina’s per vel 9 AAN) • (Pagina’s per vel 16 AAN)
qs
Schuifbalk
De schuifbalk geeft de locatie van de geselecteerde afbeelding onder alle afbeeldingen of onder de sorteerresultaten aan (pagina 50).
qd
Cursor
Met B/b/v/V kunt u de cursor verplaatsen en een afbeelding selecteren.
17 NL
Overzicht
Onderdeel 5
18 NL
Beginnen (basishandelingen) Als een fotolijst gebruiken
Als een printer gebruiken
19 NL
Als een fotolijst gebruiken
De afstandsbediening klaarmaken voor gebruik De geleverde lithiumbatterij (CR2025) is al in de afstandsbediening geplaatst. Trek vóór gebruik het beschermende vel naar buiten, zoals de afbeelding laat zien.
De batterij van de afstandsbediening vervangen Als de afstandsbediening niet meer werkt, vervang dan de batterij (CR2025 lithiumbatterij) door een nieuwe.
1
Druk het lipje in.
2
Trek de batterijhouder naar buiten.
Beschermend vel
De afstandsbediening gebruiken Wijs met de bovenzijde van de afstandsbediening naar de sensor van de afstandsbediening op dit apparaat.
3
Sensor van de afstandsbe diening
20 NL
Plaats een nieuwe batterij en schuif de batterijhouder weer in de afstandsbediening. Plaats de batterij zodanig dat "+" naar boven wijst.
WAARSCHUWING De batterij kan exploderen bij verkeerde behandeling. Laad de batterij niet op, haal de batterij niet uit elkaar en gooi de batterij niet in het vuur.
Opmerkingen
De standaard opzetten 1
Houd dit apparaat stevig vast en steek de standaard recht in het schroefgat op het achterpaneel.
– Laad de batterij niet opnieuw op. – Wanneer u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt, kunt u beter de batterij uit de afstandsbediening halen om te voorkomen dat deze gaat lekken en corroderen. – Wanneer u de batterij verkeerd plaatst, kortsluit, uit elkaar haalt, verhit of in het vuur gooit, kan dit er toe leiden dat de batterij openbarst en lekt.
2
Schroef de standaard stevig in het schroefgat totdat de standaard niet meer draait.
Vervolg
21 NL
Als een fotolijst gebruiken
• Wanneer u een andere dan de opgegeven batterij gebruikt, kan dat leiden tot het openbarsten van de batterij. • Ruim gebruikte batterijen op volgens de voorschriften van de lokale autoriteiten. • Laat de afstandsbediening niet op een zeer hete en vochtige plaats liggen. • Let erop dat er geen vreemde voorwerpen in de afstandsbediening komen wanneer u bijvoorbeeld de batterij vervangt. • Onjuist gebruik van de batterij kan leiden tot lekkage en corrosie.
Opstellen in de stand Portret of Landschap (staand of liggend) U kunt dit apparaat in de stand Portret of Landschap zetten door het te draaien zonder de standaard te verplaatsen.
Aansluiten op de netspanning 1 2
Steek de stekker van de netspanningadapter in de DC IN 24V-aansluiting aan de achterzijde van dit apparaat. Steek een stekker van de kabel in de contrastekker van de netspanningadapter en de andere stekker in het stopcontact. Het apparaat start automatisch op.
Wanneer u het apparaat verticaal plaatst, met de knoppen onderin, draait de afbeelding automatisch naar de stand Portret.
Netspanningadapter
Netsnoer Naar stopcontact
Opmerkingen • Controleer of de standaard stabiel staat. Als u de standaard niet goed neerzet, kan dit apparaat omvallen. • Het Sony logo brandt niet wanneer u dit apparaat verticaal plaatst of uitschakelt. • U kunt de afbeelding ook handmatig draaien. (.pagina 52) • Wanneer u een afbeelding wilt afdrukken, zet u dit apparaat in de afdrukstand (platte stand) (.pagina 32).
22 NL
Zo kort mogelijk bij het apparaat moet zich een goed toegankelijke wandcontactdoos bevinden. Opmerkingen • Plaats dit apparaat niet op een onstevige en onstabiele plaats, zoals een wiebelige tafel. • Sluit de netspanningadapter aan op een stopcontact dat gemakkelijk bereikbaar en dichtbij is. Als er iets misgaat bij het gebruik van de adapter, onderbreek dan onmiddellijk de stroomtoevoer door de stekker uit het stopcontact te trekken.
• Sluit de stekker van de netspanningadapter niet kort met een metalen voorwerp; dat kan een storing geven • Plaats de netspanningadapter niet in een nauwe ruimte, zoals tussen een muur en een meubel. • Trek na gebruik de netspanningadapter uit de DC IN 24V-aansluiting van dit apparaat en trek de stekker uit het stopcontact. • Zolang de stekker in het stopcontact zit, is het apparaat niet losgekoppeld van het lichtnet, ook al is de printer zelf uitgeschakeld.
U kunt dit apparaat en de netspanningadapter (meegeleverd) in ieder land en iedere regio gebruiken waar de voedingsspanning tussen 100 V en 240 V wisselspanning ligt, bij een frequentie van 50 Hz of 60 Hz. Gebruik geen elektrische transformator (reisconverter), omdat dat een storing zou kunnen veroorzaken.
Als u het apparaat in het vorige hoofdstuk al hebt ingeschakeld, kunt u verdergaan naar het volgende hoofdstuk.
De stroom inschakelen Druk op 1 (Aan / Standby) op dit apparaat of de afstandsbediening als u het wilt aanzetten. Het standby-lampje verandert van groen in rood. Het Sony-logo op het voorpaneel gaat branden.
Het apparaat uitzetten Houd 1 (Aan / Standby) op het apparaat of de afstandsbediening ingedrukt totdat het apparaat wordt uitgeschakeld. Het standby-lampje op het apparaat verandert van groen in rood en het apparaat gaat naar de standby-modus. Opmerkingen • Koppel de netspannningadapter niet los van het stopcontact of DC IN 24V-aansluiting voordat het standby-lampje rood is. Anders kan het apparaat beschadigd raken.
Vervolg
23 NL
Als een fotolijst gebruiken
Dit apparaat in het buitenland gebruiken, stroombronnen
Dit apparaat aanzetten
Over de beschrijvingen in deze handleiding De bedieningshandelingen die worden beschreven in deze handleiding gaan uit van het gebruik van de afstandsbediening. Wanneer een bedieningshandeling, bijvoorbeeld met de afstandsbediening, verschilt van die met de toetsen op het apparaat, wordt dat uitgelegd in een tip.
De actuele datum en tijd instellen 1 2
Druk op MENU. Druk op B/b om het tabblad (Instellingen) te selecteren. Tips
Het bedieningsgedeelte op dit apparaat Het bedieningsgedeelte aan de rechterkant van het LCD-scherm gaat branden wanneer u het aanraakt. Wanneer u het bedieningsgedeelte ongeveer 30 seconden niet aanraakt, schakelt het automatisch uit. Het lampje PRINT brandt wanneer afdrukken mogelijk is.
• Wanneer het onderdeel om klok en kalender in te stellen (pagina 29) niet is geselecteerd, kunt u uitsluitend de toetsen B/b gebruiken.
3
Druk op v/V, selecteer [Datum/ tijdinstell.] en druk op .
Opmerkingen • De knoppen op het bedieningsgedeelte functioneren uitsluitend wanneer ze branden.
Bedieningshandelingen in het beginstadium Wanneer u dit apparaat inschakelt zonder dat een geheugenkaart is geplaatst, verschijnt onderstaand startscherm.
4
Pas de datum aan. 1 Druk op v/V, selecteer [Datum] en druk
op
.
2 Druk op B/b, selecteer jaar, maand en
dag, selecteer een waarde met v/V en druk op .
5
Pas de tijd aan. 1 Druk op v/V, selecteer [Tijd] en druk
op
.
2 Druk op B/b, selecteer uren, minuten
Als u gedurende 10 seconden geen bedieningshandelingen verricht, wordt de Demostand weergegeven. Als u een andere toets dan de Aan/Uit-toets indrukt, verschijnt het startscherm weer. Druk eerst op MENU tijdens de eerste weergave en stel vervolgens de datum en de tijd in. (Zie de volgende paragraaf)
24 NL
en seconden, selecteer een waarde met v/V en druk op .
6
Selecteer de indeling van de datum. 1 Druk op v/V, selecteer [Volgorde
datumwrg.] en druk op . 2 Druk op v/V, selecteer een indeling en druk daarna op . • J-M-D • M-D-J • D-M-J
7
Stel voor de kalender de dag in waarmee de week begint.
8
Selecteer de tijdweergave. 1 Druk op v/V, selecteer [12u/24u-
weerg.] en druk op
Plaats de geheugenkaart stevig in de daarvoor bestemde sleuf met de etiketzijde naar u toe (gezien van de achterzijde van dit apparaat). Het lampje Lezen/Schrijven knippert wanneer u de geheugenkaart goed hebt geplaatst. Controleer de etiketzijde van de geheugenkaart en zet de geheugenkaart opnieuw in als het lampje Lezen/Schrijven niet knippert. "Memory Stick" (Kaartsleuf A) "Memory Stick Duo" (Kaartsleuf B)
.
2 Druk op v/V, selecteer [12 uur] of [24
uur] en druk op
9
.
Druk op MENU. Het menuscherm wordt gesloten.
SDgeheugenkaart (Kaartsleuf A)
Lampje Lezen/ Schrijven CompactFlash-kaart
xD-Picture Card (Kaartsleuf A)
Vervolg
25 NL
Als een fotolijst gebruiken
U kunt de dag instellen die uiterst links verschijnt wanneer de kalender wordt weergegeven. 1 Druk op v/V, selecteer [Eerste weekdag] en druk op . 2 Druk op v/V, selecteer [Zondag] of . [Maandag] en druk op
Een geheugenkaart plaatsen
Opmerkingen • Wanneer u een miniSD 1, microSD 2 of "Memory Stick Micro" 3 gebruikt, plaats deze dan in een overeenkomstige adapter.
Een geheugenkaart uitnemen De geheugenkaart uit de sleuf nemen en een geheugenkaart plaatsen zijn tegengestelde handelingen. Verwijder de geheugenkaart niet wanneer het lampje Lezen/Schrijven knippert.
1 Opmerkingen 2
3
Voor meer details over uitwisselbare geheugenkaarten raadpleegt u de pagina's 106 tot 108. Voor ondersteunde bestandsindelingen raadpleegt u pagina 109. Een geheugenkaart plaatsen Wanneer u een geheugenkaart plaatst, verschijnen de betreffende afbeeldingen automatisch. Wanneer u het apparaat uitzet terwijl de afbeeldingen op het scherm staan en dan het apparaat weer inschakelt, blijven de afbeeldingen staan. Opmerkingen • In het klok en kalenderscherm schakelt u over naar "Diashow", "één afb. tonen" of "Index" (zie het volgende gedeelte).
Een ander afspeelapparaat kiezen Druk op SELECT DEVICE (pagina 44).
26 NL
• De sleuf is zowel een "Memory Stick"-standaard sleuf als uitwisselbaar met een slot met Duoafmetingen, dus u hebt geen "Memory Stick"adapter nodig. • De multifunctionele sleuf voor "Memory Stick" (Standaard/Duo)/SD geheugenkaart/MMC/xDPicture Card detecteert automatisch het kaarttype. • Plaats niet tegelijkertijd meerdere geheugenkaarten in de sleuven A en B. Als u meerdere geheugenkaarten plaatst, werkt het apparaat niet goed.
Een andere weergave kiezen
Tips • Wanneer u de knoppen op dit apparaat gebruikt, druk dan op VIEW MODE bovenin de achterkant van het LCDscherm, op V om de cursor naar het gedeelte van de weergaveselectie te verplaatsen en op B/b om een scherm te selecteren.
U kunt de weergavestijl veranderen met behulp van de VIEW MODE-toetsen.
1
• Tevens kunt u herhaaldelijk op VIEW MODE op dit apparaat drukken, de cursor binnen het selectiegedeelte van het scherm verplaatsen en een weergavemodus kiezen.
Druk op de juiste toets voor de weergavestand die u wilt selecteren.
Gedeelte van de weergaveselectie
Het scherm gaat over naar de geselecteerde weergavestand. .
1 Diashow (.pagina 28)
Gedeelte van de stijlselectie
2 2 Klok en kalender (.pagina 29)
3 Één afb. tonen (.pagina 30)
4 Index (.pagina 31)
Selecteer een stijl met B/b/v/V en druk op . Het scherm gaat over naar de geselecteerde weergavestijl. Tips • Wanneer de cursor in het gedeelte van de weergaveselectie staat, verplaats hem dan met v naar het gedeelte van de stijlselectie. • U kunt de cursor binnen het gedeelte van de stijlselectie verplaatsen door herhaaldelijk op de knop van de momenteel geselecteerde weergavemodus , , of of VIEW MODE op dit apparaat te drukken. Opmerkingen • Wanneer u dit apparaat een bepaalde tijd niet gebruikt, wordt de stijl die de cursor aangeeft automatisch geselecteerd.
27 NL
Als een fotolijst gebruiken
VIEW MODE-toetsen
Weergave diavoorstelling Dit gedeelte beschrijft de diavoorstelling-stijlen.
Weergave Stijl
Beschrijving Afbeeldingen verschijnen na elkaar op een enkel scherm.
Diashow
Weergave 1 afb. Geeft meerdere afbeeldingen tegelijkertijd weer.
Weergave meer afbeeldingen Geeft afbeeldingen na elkaar weer terwijl de actuele datum en tijd in beeld zijn.
Klokweergave Geeft afbeeldingen na elkaar weer terwijl een kalender in beeld is. De actuele datum en tijd worden weergegeven.
Kalenderweerg. Geeft afbeeldingen na elkaar weer terwijl opnamedatum en tijd in beeld zijn. De actuele datum en tijd worden niet weergegeven. Tijdmachine
Willek. weerg.
Toont afbeeldingen terwijl willekeurig wordt overgeschakeld tussen een aantal verschillende stijlen en effecten voor de diavoorstelling.
U kunt dat doen wanneer [Willekeurig] in [Inst. Diashow] is ingesteld op [Aan]. (.pagina 41)
Tips • U kunt het interval, het effect, de weergavevolgorde en het kleureffect instellen wanneer u de diavoorstelling selecteert. Raadpleeg "De instellingen van de diavoorstelling wijzigen" (pagina 40).
28 NL
• Wanneer u tijdens de diavoorstelling op drukt, gaat het scherm naar de stand enkele weergave. • Wanneer u tijdens een diavoorstelling dit apparaat uit- en weer inschakelt, gaat de voorstelling verder vanaf de laatst weergegeven afbeelding.
Weergave klok en kalender Dit gedeelte beschrijft de weergavestijlen voor klok en kalender.
Klok 2
Klok 3
Klok 4
Klok 5
Klok 6
Klok 7
Klok 8
Klok 9
Klok 10
Kalender 2
Kalender 3
Als een fotolijst gebruiken
Klok 1
Klok 11
Kalender 1
Lunaire kalender (wanneer u [Ver.Chin.] selecteert in [Taalinstelling (Language)])
Arabische kalender Perzische kalender (wanneer u (wanneer u [Arabisch] [Perzisch] selecteert in selecteert in [Taalinstelling [Taalinstelling (Language)]) (Language)])
Opmerkingen • In de weergavemodus met klok en kalender is uitsluitend het tabblad (Instellingen) beschikbaar.
29 NL
Stand enkele weergave (één afb. tonen) Dit gedeelte beschrijft de weergavestijlen met enkele weergave.
Weergave Stijl
Beschrijving Geeft een complete afbeelding weer op het scherm. Met behulp van de knop B/b kunt u pendelen tussen de weer te geven afbeeldingen.
Hele afb.
Schermvullend
Hele afb.(+Exif)
Schrmv.(+Exif)
30 NL
Geeft een afbeelding weer over het hele scherm. (Afhankelijk van de beeldverhouding van de opgenomen afbeelding wordt de rand van de afbeelding misschien slechts gedeeltelijk weergegeven.) Met behulp van de knop B/b kunt u pendelen tussen de weer te geven afbeeldingen. Geeft informatie over de afbeelding weer, zoals het nummer van de afbeelding, de bestandsnaam en de opnamedatum, terwijl de volledige afbeelding wordt getoond. Met behulp van de knop B/b kunt u pendelen tussen de weer te geven afbeeldingen. Raadpleeg "Over het informatiescherm" (pagina 16) voor details over de afbeeldinginformatie. Geeft informatie over de afbeelding weer, zoals het nummer van de afbeelding, de bestandsnaam en de datum van opname, in de stand Passend. (Afhankelijk van de beeldverhouding van de opgenomen afbeelding wordt de rand van de afbeelding misschien slechts gedeeltelijk weergegeven.) Met behulp van de knop B/b kunt u pendelen tussen de weer te geven afbeeldingen. Raadpleeg "Over de weergave van informatie" (pagina 16) voor details over de afbeeldinginformatie.
Indexweergave Dit gedeelte beschrijft de index-weergavestijlen.
Weergave Stijl
Beschrijving Toont een lijst van grote miniaturen. U kunt een afbeelding selecteren door op B/b/v/V te drukken.
Index
Index 1
Index 2 Toont een lijst van kleine miniaturen. U kunt een afbeelding selecteren door op B/b/v/V te drukken.
Index 3
Tips • Een miniatuur is een afbeelding van klein formaat voor de indexweergave die wordt vastgelegd in de beelden die met een digitale camera worden gemaakt. • Met kunt u de stand enkele weergave selecteren wanneer de afbeelding van uw keuze in weergave indexafbeeldingen verschijnt.
31 NL
Als een fotolijst gebruiken
Toont een lijst van miniaturen. U kunt een afbeelding selecteren door op B/b/v/V te drukken.
Als een printer gebruiken
Voorbereiding
3
Zet het scherm schuin.
3
Doe het volgende om dit apparaat als een printer te gebruiken. Maak de afstandsbediening klaar voor gebruik (pagina 20). Sluit het apparaat aan op de netspanning (pagina 22). Zet dit apparaat in de afdrukstand (platte stand) (pagina 32). Plaats een inktlint (zie pagina 33). Plaats wat afdrukpapier (zie pagina 34). Schakel het apparaat in (pagina 23). • Voor details van de afstandsbediening en de netspanning raadpleegt u "Als een fotolijst gebruiken". (pagina 20)
Dit apparaat in de afdrukstand zetten (platte stand) Doe het volgende om dit apparaat als een printer te gebruiken.
1
2
Verwijder de standaard.
Leg het apparaat plat (afdrukstand) en open de klep van het papiervak.
32 NL
2 Opmerkingen • Wanneer u dit apparaat in de afdrukpositie gebruikt, verwijder dan de standaard en bewaar deze in de ruimte aan de achterkant van dit apparaat. Een magneet in de hoofdeenheid houdt de standaard op zijn plaats. • Houd dit apparaat niet kort bij kaarten waarop de magneet een negatieve invloed zou kunnen uitoefenen, zoals bankkaarten, kredietkaarten, et cetera. Wanneer u dit apparaat kort bij een Braun tv plaatst, kan dit de kleuren van het tv-scherm veranderen.
Het inktlint instellen 1 2
Zet het inktlint in de richting van de pijl totdat het op zijn plaats klikt.
Als een printer gebruiken
3
Trek de deksel voor de inktlinthouder open.
Opmerkingen • Raak het inktlint niet aan en zet het niet op een stoffige plek. Vingerafdrukken of stof op het inktlint kunnen minder goede afdrukken tot gevolg hebben. • Wind het inktlint niet opnieuw op en gebruik het opgewonden inktlint niet opnieuw voor het afdrukken. Anders worden geen goede afdrukresultaten bereikt en kunnen er zelfs storingen optreden. Als het niet lukt het inktlint op zijn plaats te klikken, verwijder het dan en plaats het daarna opnieuw. Alleen wanneer het inktlint niet voldoende is opgewonden en u het niet kunt inzetten, drukt u op het middelste gedeelte van het lint en windt u het lint op in de richting van de pijl zodat de vrije slag in het lint verdwijnt.
Sluit de deksel van de inktlinthouder. Het inktlint uitnemen Duw de blauwe uitwerphendel voor het inktlint omhoog en neem het gebruikte inktlint uit de printer. Wind het lint niet op in de richting zoals hier afgebeeld. • Haal het inktlint niet uit elkaar. • Trek het inktlint niet uit de inktcartridge. • Haal het inktlint niet uit de printer tijdens het afdrukken. • Aantekeningen bij het opslaan van afdrukpakketten Plaats het afdrukpakket niet op locaties waar zich hoge temperaturen (meer dan 30 °C), hoge vochtigheid, erg veel stof of direct zonlicht voordoen. Berg het op op een koele en donkere plaats en gebruik het korte tijd na de productiedatum. De kwaliteit van het inktlint kan afnemen afhankelijk van de omstandigheden waaronder het wordt bewaard. Het gebruik van een dergelijk inktlint kan gevolgen hebben voor de afdrukresultaten en wij kunnen daarvoor geen garantie of vergoeding bieden.
33 NL
Het afdrukpapier plaatsen 1
2
Plaats het afdrukpapier in de papierlade met de afdrukzijde naar boven.
Open de deksel van de papierlade.
Voorzijde
Pak de afdekplaat van de papierlade aan weerszijden vast (aangeduid met de pijlen) en open de afdekplaat van de papierlade.
Zorg ervoor dat het afdrukpapier niet ondersteboven ligt. Voorzijde
Achterzijde
3
34 NL
Sluit de deksel van de papierlade.
4
Open de schuif.
Opmerkingen
• Als u papier in de lade wilt opbergen, verwijdert u de papierlade uit dit apparaat en sluit u de schuif van de papierlade. • Berg papier niet gedurende langere tijd op met de bedrukte oppervlakken tegen elkaar of in contact met rubberen of kunststof producten die vinylchloride bevatten of die zijn geplastificeerd; hierdoor kunnen kleurveranderingen ontstaan of kan de kwaliteit van de afgedrukte afbeelding afnemen. • Berg het afdrukpapier niet op op een plaats waar hoge temperaturen of een hoge luchtvochtigheid heerst, waar het zeer stoffig is of waar het zonlicht direct toegang heeft. • Wanneer u een gedeeltelijk gebruikt pak afdrukpapier opbergt, plaats het dan in de oorspronkelijke of een daarmee vergelijkbare verpakking.
5
Schuif de papierlade in de printer.
– niet op het afdrukpapier schrijft of typt. – geen stickers of zegels op het afdrukpapier plakt. – wanneer u afdrukpapier toevoegt in de papierlade, erop let dat er niet meer dan 20 vellen afdrukpapier in de lade zitten. – geen verschillende typen afdrukpapier bij elkaar in de papierlade legt. – niet afdrukt op gebruikt afdrukpapier. Dezelfde afbeelding tweemaal op hetzelfde vel papier afdrukken maakt de afbeelding niet dikker. – het afdrukpapier alleen voor deze printer gebruikt. – afdrukpapier dat zonder afdruk uit de printer komt niet nogmaals gebruikt.
Vervolg
35 NL
Als een printer gebruiken
• U kunt tot 20 vellen afdrukpapier in de lade doen. Schud het afdrukpapier grondig los. Leg het afdrukpapier zodanig in de printer dat het beschermvel bovenop ligt. Neem het beschermvel uit de lade. • Als er geen beschermvel is, leg het afdrukpapier dan in de papierlade met het afdrukoppervlak (de niet-bedrukte zijde) omhoog. • Raak het afdrukoppervlak niet aan. Vingerafdrukken of verontreiniging op het afdrukoppervlak kunnen leiden tot onvolkomenheden in de afdruk. • Buig het afdrukpapier niet en snijd het afdrukpapier vóór het afdrukken niet los van de perforaties. • Om te voorkomen dat er papier vast komt te zitten in de printer of dat de printer niet goed functioneert, is het belangrijk dat u:
Opmerkingen over het opbergen van papier
Voorafgaand aan ingebruikname De papieruitvoer opent automatisch wanneer u het apparaat in de afdrukstand plaatst (plat legt), maar u moet controleren of het geheel is geopend voordat u begint met afdrukken. Zorg voor voldoende ruimte rond het apparaat. Tijdens het afdrukken verschijnt het papier een paar keer vanaf de achterzijde. Handhaaf 10 cm of meer ruimte aan de achterkant van dit apparaat. Netspanningadapter
Naar stopcontact
Netsnoer
Eenvoudige afdrukhandelingen Dit gedeelte legt u uit hoe u de afbeeldingen van een geheugenkaart of intern geheugen weergeeft op het LCD-scherm van dit apparaat en de geselecteerde afbeeldingen afdrukt (direct afdrukken). Wanneer u een afbeelding vanaf de aangesloten computer wilt afdrukken, raadpleegt u "Afdrukken vanaf een computer" (pagina 77).
Afdrukken in de stand enkele weergave
1 10 cm of meer
2
Druk op 1 (Aan / Standby) om dit apparaat aan te zetten. Verander het scherm naar de stand enkele weergave. Wanneer u een andere weergave wilt, raadpleegt u "Een andere weergave kiezen" (pagina 27).
Het afdrukpapier verplaatsen
3 4
Druk op B/b om de afbeelding weer te geven die u wilt afdrukken. Stel het aantal afdrukken in. Wanneer u de afbeelding slechts één keer wilt afdrukken, slaat u deze stap over en gaat u verder met stap 5. Wanneer een afbeelding in de weergave enkele afbeelding wordt weergegeven en u de knop indrukt, verschijnt rechts onderaan het scherm. Druk op v/V om het aantal afdrukken in te stellen en druk op . Het scherm keert terug naar de stand enkele weergave en het ingestelde aantal afdrukken wordt weergegeven.
36 NL
5
Druk op PRINT. Het afdrukken begint. De printer drukt het aantal afbeeldingen af dat u hebt ingesteld in stap 4.
Meer afbeeldingen afdrukken Herhaal de stappen 3 en 4. De afdrukkwaliteit veranderen. Geef de afbeelding weer waarvan u de afdrukkwaliteit wilt veranderen en druk op om de afdrukkwaliteit in te stellen. Wanneer u "0" selecteert, wordt het afdrukken geannuleerd.
Afdrukken in de stand diavoorstelling In de diavoorstelling kunt u een weergegeven afbeelding rechtstreeks afdrukken.
1 2
Verander het scherm naar de stand diavoorstelling.
3
Druk op PRINT. Het scherm voor het afdrukvoorbeeld wordt weergegeven.
4
Stel het aantal afdrukken in. Wanneer het afdrukscherm verschijnt en u de knop indrukt, verschijnt rechts onderaan het scherm. Druk op v/V om het aantal afdrukken in te stellen en druk op . Het scherm keert terug naar de stand afdrukvoorbeeld en het ingestelde aantal afdrukken wordt weergegeven.
Vervolg
37 NL
Als een printer gebruiken
Wanneer u een andere weergave wilt, raadpleegt u "Een andere weergave kiezen" (pagina 27). Druk op B/b om de afbeelding te selecteren die u wilt afdrukken.
Tips • Wanneer u op PRINT drukt in de stand enkele weergave (pagina 31), drukt de printer de afbeelding af die de cursor aangeeft en de afbeeldingen waarvoor u het aantal afdrukken hebt ingesteld. • Wanneer u een indexpagina wilt afdrukken, raadpleegt u "Batch afdrukken" (pagina 63).
Druk op 1 (Aan / Standby) om dit apparaat aan te zetten.
5
Druk op PRINT. Het afdrukken begint. Het apparaat drukt de afbeelding af die wordt weergegeven op het scherm met afdrukvoorbeeld.
Opmerkingen • In de modus met klok en kalender kunt u niet afdrukken. • Verplaats of draai dit apparaat nooit tijdens het afdrukken. Dan kan namelijk het inktlint of het papier vast komen te zitten. Wanneer u de stroom uitschakelt, laat de papierlade dan op zijn plek zitten en schakel het apparaat weer in. Wanneer het papier is uitgeworpen, hervat u het afdrukken. • Haal de papierlade niet uit de printer tijdens het afdrukken. Dat kan een storing veroorzaken. • Tijdens het afdrukken verschijnt het papier een paar keer. Raak het papier dan niet aan en trek er ook zeker niet aan. • Wanneer het papier is vastgelopen, raadpleegt u pagina 103. • Datumafdruk/Randen/Pagina's per vel kunt u uitsluitend afdrukken in de stand één afb. tonen (pagina 56).
38 NL
Diverse functies gebruiken (Geavanceerde bedieningshandelingen)
Diverse functies gebruiken
39 NL
Genieten van een diavoorstelling 1
Druk op
(Diashow).
De instellingen van de diavoorstelling wijzigen
1 2
Tips • Wanneer u de knoppen op dit apparaat gebruikt, druk dan op VIEW MODE bovenin de achterkant van het LCD-scherm, op V om de cursor naar het gedeelte van de weergaveselectie te verplaatsen en op B/b om (Diashow) te selecteren.
3
Druk op MENU. Druk op B/b om het tabblad (Instellingen) te selecteren. Druk op v/V, selecteer [Inst. Diashow] en druk daarna op
.
• Wanneer de cursor in het gedeelte van de weergaveselectie staat, verplaats hem dan met v naar het gedeelte van de stijlselectie. • Wanneer de cursor in het gedeelte van de weergaveselectie staat, verplaats hem dan door herhaaldelijk op VIEW MODE te drukken. Gedeelte van de weergaveselectie
4
Druk op v/V, selecteer het onderdeel en druk daarna op
.
Raadpleeg de tabellen op de volgende pagina voor nadere bijzonderheden over de verschillende instellingen. Opmerkingen
Gedeelte van de stijlselectie
2
Selecteer de stijl van uw keuze met B/b/v/V en druk daarna op .
• Let goed op het volgende wanneer u een diavoorstelling selecteert met de afbeeldingen die zijn opgeslagen op de geheugenkaart. – Één van de eigenschappen van geheugenkaarten, frequent uitlezen, kan tot fouten leiden en dan worden afbeeldingen niet correct weergegeven. – Laat niet een diavoorstelling gedurende lange tijd spelen met een klein aantal afbeeldingen. Hierdoor kan een gegevensfout ontstaan.
Raadpleeg "Weergave diavoorstelling" (pagina 28) voor nadere bijzonderheden over de stijlen van de diavoorstelling.
40 NL
– Wij adviseren u vaak een backup van de afbeeldingen op de geheugenkaart te maken. • Wanneer dit apparaat bijvoorbeeld een diavoorstelling weergeeft, is het wijzigen van de instellingen van sommige onderdelen niet mogelijk. Deze onderdelen worden in grijs weergegeven en u kunt ze niet selecteren. • De diavoorstelling start bij de eerste afbeelding als u dit apparaat uitzet of als u het reset.
• Wanneer het scherm te helder is, kan dat misschien niet prettig zijn. Let er goed op dat u de instellingen van de helderheid niet te helder maakt wanneer u dit apparaat gebruikt.
*: Instellingen af-fabriek Item
Instelling
Beschrijving
Inst. Diashow
Interval
Kies één van de waarden 3 sec., 7 sec.*, 20 sec., 1 min., 5 min., 30 min., 1 uur, 3 uur, 12 uur, 24 uur voor het interval tussen de afbeeldingen. Opmerkingen • Afhankelijk van de stijl van de diavoorstelling of het formaat van de afbeelding is het mogelijk dat een afbeelding niet wisselt met de intervallen die u in het menu hebt ingesteld.
Effect
Kleureffect
Weerg.mod.
Gaat over naar de volgende afbeelding alsof de vorige afbeelding vanuit het midden naar de vier hoeken wordt geduwd.
Blindering V
Gaat over naar de volgende afbeelding alsof een jaloezie verticaal wordt neergelaten.
Blindering H
Gaat over naar de volgende afbeelding alsof een jaloezie horizontaal wordt getrokken.
Vervagen*
Gaat over naar de volgende afbeelding door de huidige afbeelding te laten vervagen en de volgende afbeelding helderder te laten worden.
Ruitenwisser
Gaat over naar de volgende afbeelding alsof de huidige afbeelding van het scherm wordt geveegd om de volgende afbeelding te onthullen.
Willekeurig
Maakt willekeurig gebruik van bovenstaande vijf effecten.
Aan
Afbeeldingen worden willekeurig weergegeven.
Uit*
Annuleert weergave in willekeurige volgorde.
Kleur*
Toont een afbeelding in kleur.
Sepia
Toont een afbeelding in de kleur sepia.
Monochroom
Toont een afbeelding in monochroom.
U kunt het weergaveformaat van de dia kiezen. Opmerkingen • De oorspronkelijke gegevens van de afbeelding veranderen niet. Hele afb.*
Geeft een gehele afbeelding weer vergroot tot het juiste formaat. (Een afbeelding kan worden weergegeven met marges aan de boven- en onderzijde en aan de linker- en rechterzijde.)
Schermvullend
Er wordt zoveel op het midden van de afbeelding ingezoomd dat het hele scherm wordt gevuld. Opmerkingen • Afhankelijk van de stijl van de diavoorstelling is het mogelijk dat een afbeelding niet wordt weergegeven in het formaat dat u in het menu hebt ingesteld.
41 NL
Diverse functies gebruiken
Willekeurig
Kruis midden
Stand enkele weergave (Weergave enkele afbeelding)
U kunt afbeeldingen van uw geheugenkaart importeren in het interne geheugen. U kunt dit apparaat als digitaal album gebruiken en belangrijke afbeeldingen in het interne geheugen opslaan.
Weergave diavoorstelling
Tips • Wanneer u afbeeldingen opslaat in het interne geheugen, kunt u [Beeldimp.form.] in het menu gebruiken om in te stellen of u afbeeldingen wilt schalen tot het optimale formaat of ze zonder compressie wilt opslaan (pagina 67). Wanneer [Beeldimp.form.] is ingesteld op [Schalen], kunt u maximaal ongeveer 2.000 afbeeldingen opslaan in het interne geheugen. Wanneer [Orig.] is ingesteld, varieert het aantal afbeeldingen dat kan worden opgeslagen mogelijk afhankelijk van de oorspronkelijke bestandsgrootte van de afbeeldingen.
1
Druk op (Importeren) wanneer een afbeelding die is opgeslagen op de geheugenkaart of op het externe apparaat op het scherm wordt getoond. Tips • Wanneer u de knoppen op dit apparaat gebruikt, druk dan op MENU, selecteer het tabblad (Bewerken) met B/b, selecteer [Importeren] met v/V en druk op .
42 NL
Weergave indexafbeeldingen
2
Druk op v/V, selecteer [Deze afb. Importeren], [Import. meerdere afb.] of [Alle afb. importeren] en druk op . Als u [Deze afb. Importeren] selecteert, wordt de afbeelding die op dat moment wordt getoond, geïmporteerd in het interne geheugen. Ga naar stap 5. (Dit onderdeel kunt u niet te selecteren tijdens de weergave van de diavoorstelling.) Als u [Import. meerdere afb.] selecteert, kunt u de afbeelding die u wilt importeren, selecteren uit de lijst van afbeeldingen. Ga naar stap 3.
Als u [Alle afb. importeren] selecteert, wordt de lijst van afbeeldingen weergegeven. Het selectievakje van alle afbeeldingen is aangevinkt. Ga naar stap 4.
3
5
Selecteer de map van uw keuze met v/V en druk op . Getoond wordt het bevestigingsscherm dat wordt gebruikt om uit te maken of een afbeelding al dan niet aan het interne geheugen wordt geïmporteerd.
Met behulp van B/b/v/V selecteert u in de lijst de afbeelding die u wilt importeren en drukt u op . "✔" wordt aan de geselecteerde afbeelding toegevoegd. Herhaal deze stap als u meerdere afbeeldingen tegelijk wilt importeren.
Tips • Er wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt wanneer u [Nieuwe map] selecteert.
Wanneer u de selectie ongedaan wilt maken, selecteert u de afbeelding en drukt u op . "✔" verdwijnt van de afbeelding. Afbeeldingen in de afbeeldingenlijst sorteren Tijdens het sorteren: Geef een overzicht van alle afbeeldingen die aan de sorteercriteria voldoen. Niet tijdens het sorteren: Geef een overzicht van alle afbeeldingen in het apparaat dat de momenteel weergegeven afbeelding bevat. Raadpleeg "Afbeeldingen sorteren (filteren)" (pagina 50).
4
Druk op MENU. Het bevestigingsscherm voor het selecteren van een map verschijnt.
Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk daarna op . De afbeelding wordt opgeslagen in de opgegeven map in het interne geheugen.
7
Druk op als het bevestigingsscherm wordt getoond.
Opmerkingen • "In het interne geheugen importeren" is niet beschikbaar voor afbeeldingen in het interne geheugen. • Doe het volgende niet terwijl afbeeldingen in het interne geheugen worden geïmporteerd. Als u dat doet, kan dit apparaat, de geheugenkaart of de gegevens beschadigd raken. – Het apparaat uitzetten – Een geheugenkaart verwijderen – Nog een kaart inzetten Tips • U kunt het formaat van de miniaturen wijzigen met [ / ] in de lijst van afbeeldingen.
43 NL
Diverse functies gebruiken
6
Stand Vernieuwen Afhankelijk van de eigenschappen van het apparaat kunnen afbeeldingen die in het interne geheugen worden geïmporteerd na een lange leestijd of veelvuldige dataleesacties een leesfout geven. Dergelijke afbeeldingen worden misschien niet correct weergegeven. Dit apparaat vernieuwt het interne geheugen en de beveiligde afbeeldingen automatisch, afhankelijk van de status van het interne geheugen. Het bevestigingsscherm dat wordt gebruikt voor het vernieuwen van het interne geheugen wordt automatisch weergegeven wanneer het vernieuwen van het interne geheugen nodig is. Het vernieuwen begint wanneer u [Ja] selecteert. Het Vernieuwen start ook automatisch wanneer 30 seconden lang geen bedieningshandeling wordt verricht. Als u [Nee] selecteert, wordt het bevestigingsscherm voor het vernieuwen van het interne geheugen de volgende keer weergegeven.
Opgeven waar vanaf wordt afgespeeld U kunt opgeven of u een geheugenkaart of het interne geheugen wilt weergeven.
1
Druk op SELECT DEVICE.
Tips • Wanneer u op het apparaat zelf werkt, druk dan op MENU en gebruik de knoppen B/b om het tabblad Sel. Ap. (Select device) te selecteren. • Wanneer de geheugenkaart die u wilt selecteren, niet aanwezig is, steek hem dan nu in de sleuf. Opmerkingen • Wanneer klok en kalender verschijnen, kunt u het tabblad Sel. Ap. (Select device) niet gebruiken.
Zet dit apparaat niet uit wanneer het interne geheugen wordt vernieuwd. Dat kan een storing veroorzaken. Het vernieuwen van het interne geheugen kan ongeveer 5 minuten in beslag nemen. Opmerkingen • Wij adviseren u zo nu en dan een backup van uw gegevens te maken zodat u ze niet kunt verliezen. • Laat niet een diavoorstelling met minder dan 10 afbeeldingen ononderbroken lopen als u de intervaltijd voor de diavoorstelling op 3 seconden hebt ingesteld. Mogelijk kunt u sommige afbeeldingen in het interne geheugen niet beveiligen.
44 NL
2
Druk op v/V, selecteer het apparaat dat u wilt weergeven en druk daarna op . De afbeeldingen van het geselecteerde apparaat worden weergegeven.
Als u [Export. meerdere afb.] selecteert, kunt u de afbeelding die u wilt exporteren, selecteren uit de lijst van afbeeldingen. Ga naar stap 5. Als u [Alle afb. exporteren] selecteert, wordt de lijst van afbeeldingen weergegeven. Het selectievakje van alle afbeeldingen is aangevinkt. Ga naar stap 6.
Een afbeelding uit het interne geheugen exporteren naar een geheugenkaart U kunt de afbeeldingen in het interne geheugen exporteren naar een geheugenkaart of een extern apparaat.
1 2
"✔" wordt aan de geselecteerde afbeelding toegevoegd. Herhaal deze stap als u meerdere afbeeldingen tegelijk wilt exporteren. Wanneer u de selectie ongedaan wilt maken, selecteert u de afbeelding en drukt u op . "✔" verdwijnt van de afbeelding. Afbeeldingen in de afbeeldingenlijst sorteren Tijdens het sorteren: Geef een overzicht van alle afbeeldingen die aan de sorteercriteria voldoen. Niet tijdens het sorteren: Geeft een overzicht van alle afbeeldingen in het interne geheugen. Raadpleeg "Afbeeldingen sorteren (filteren)" (pagina 50).
Druk op MENU wanneer een afbeelding die in het interne apparaat is opgeslagen, op het scherm wordt getoond. Druk op B/b om het tabblad (Bewerken) te selecteren. Druk op v/V, selecteer [Exporteren] en druk daarna op . Stand enkele weergave (Weergave enkele afbeelding)
4
6 Druk op v/V, selecteer [Deze afb. exporteren], [Export. meerdere afb.] of [Alle afb. exporteren] en druk op .
Met behulp van B/b/v/V selecteert u in de lijst de afbeelding die u wilt exporteren en drukt u op .
Druk op MENU. Getoond wordt het scherm voor het selecteren van de geheugenkaart waar u naartoe wilt exporteren.
Als u [Deze afb. exporteren] selecteert, wordt de afbeelding die op dat moment wordt getoond, naar het apparaat geëxporteerd. Ga naar stap 7. (Dit onderdeel kunt u niet te selecteren tijdens de weergave van de diavoorstelling.)
Vervolg
45 NL
Diverse functies gebruiken
3
5
7
Selecteer de geheugenkaart waar naartoe u de afbeelding wilt exporteren door op v/V en vervolgens op te drukken.
Opmerkingen • Doe het volgende niet terwijl een afbeelding wordt geëxporteerd. Als u dat doet, kan dit apparaat, de geheugenkaart of de gegevens beschadigd raken. – Het apparaat uitzetten – Een geheugenkaart verwijderen – Nog een kaart inzetten Tips
8
Selecteer de map van uw keuze met v/V en druk op . Getoond wordt het bevestigingsscherm dat wordt gebruikt om uit te maken of al dan niet wordt geëxporteerd.
Tips • Er wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt wanneer u [Nieuwe map] selecteert.
9
Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk daarna op . Het exporteren is voltooid.
10 Druk op
als het bevestigingsscherm wordt getoond. De afbeelding wordt gekopieerd naar de opgegeven geheugenkaart.
46 NL
• U kunt ook de toets MENU op dit apparaat gebruiken. • U kunt het formaat van de miniaturen wijzigen met [ / ] in de lijst van afbeeldingen. • Iedere geheugenkaart die die apparaat niet herkent, verschijnt grijs en u kunt hem dan niet selecteren.
Afbeeldingen in de afbeeldingenlijst sorteren Tijdens het sorteren: Geef een overzicht van alle afbeeldingen die aan de sorteercriteria voldoen. Niet tijdens het sorteren: Geef een overzicht van alle afbeeldingen in de geheugenkaart die de momenteel weergegeven afbeelding bevat. Raadpleeg "Afbeeldingen sorteren (filteren)" (pagina 50).
Een afbeelding verwijderen 1
Druk op (Verwijderen) wanneer een afbeelding op het scherm wordt getoond. Tips • Wanneer u de knoppen op dit apparaat gebruikt, druk dan op MENU, selecteer het tabblad (Bewerken) met B/b, selecteer [Verwijderen] met v/V en druk op .
2
Druk op v/V, selecteer [Deze afb. wissen], [Wissen meerdere afb.] of [Alle afb. wissen] en druk op .
3
Met behulp van B/b/v/V selecteert u in de lijst de afbeelding die u wilt wissen en drukt u op . "✔" wordt aan de geselecteerde afbeelding toegevoegd. Herhaal deze stap als u meerdere afbeeldingen tegelijk wilt verwijderen. Wanneer u de selectie ongedaan wilt maken, selecteert u de afbeelding en drukt u op . "✔" verdwijnt van de afbeelding.
Druk op MENU. Het bevestigingsscherm voor het verwijderen wordt weergegeven.
5
Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk daarna op . De afbeelding wordt verwijderd.
6
Druk op als het bevestigingsscherm wordt getoond.
Opmerkingen • Doe het volgende niet terwijl een afbeelding wordt verwijderd. Als u dat doet, kan dit apparaat, de geheugenkaart of de gegevens beschadigd raken. – Het apparaat uitzetten – Een geheugenkaart verwijderen – Nog een kaart inzetten • Wanneer de melding [Kan geen beveiligd bestand verwijderen] op het scherm verschijnt, is het bestand van de afbeelding ingesteld op Read Only (Alleen lezen) op een computer. Sluit in dat geval dit apparaat aan op een computer en verwijder dit bestand met behulp van de computer. • De totale capaciteit van het interne geheugen is niet gelijk aan de resterende capaciteit, zelfs niet onmiddellijk na het initialiseren. • Als het verwijderen is gestart, kan de verwijderde afbeelding niet worden teruggehaald, zelfs niet als u het verwijderen stopt. Verwijder afbeeldingen alleen nadat u hebt bevestigd dat u ze werkelijk wilt verwijderen. Tips • U kunt het formaat van de miniaturen wijzigen met [ / ] in de lijst van afbeeldingen. Vervolg
47 NL
Diverse functies gebruiken
Als u [Deze afb. wissen] selecteert, wordt de afbeelding die op dat moment wordt weergegeven, verwijderd. Ga naar stap 5. (Dit onderdeel kunt u niet te selecteren tijdens de weergave van de diavoorstelling.) Als u [Wissen meerdere afb.] selecteert, kunt u de afbeelding selecteren die u uit de lijst van afbeeldingen wilt verwijderen. Ga naar stap 3. Als u [Alle afb. wissen] selecteert, wordt de lijst van afbeeldingen weergegeven. Het selectievakje van alle afbeeldingen is aangevinkt. Ga naar stap 4.
4
Het interne geheugen formatteren
1 2
Druk op MENU. Druk op B/b om het tabblad (Instellingen) te selecteren.
3
Druk op v/V, selecteer [Initialiseren] en druk daarna op .
4
Druk op v/V, selecteer [Intern geh. formatt.] en druk daarna op . Nu ziet u het bevestigingsscherm voor het initialiseren van het interne geheugen.
5
Druk op v/V, selecteer [Ja] en daarna op .
Een merkteken registreren U kunt alleen een diavoorstelling maken van afbeeldingen die van tevoren zijn geselecteerd en zijn gemarkeerd. U kunt gemakkelijk controleren of er afbeeldingen voorzien zijn van het merkteken wanneer u de weergave van indexafbeeldingen of de stand enkele weergave gebruikt (met Exif).
1
Druk op (Markeren) wanneer een afbeelding op het scherm wordt getoond. Tips • Wanneer u de knoppen op dit apparaat gebruikt, druk dan op MENU, selecteer het tabblad (Bewerken) met B/b, selecteer [Markeren] met v/V en druk op .
2
3
Selecteer het merkteken van uw keuze met v/V en druk op .
Druk op v/V, selecteer [Deze afb. markeren], [Mark./Oph. meerd. afb.] of [Alle afb. markeren] en druk op . Wanneer u [Deze afb. markeren] selecteert, dan zal aan de afbeelding die op dat moment wordt getoond in de toekomst een merkteken zijn gehecht. (Dit onderdeel kunt u niet te selecteren tijdens de weergave van de diavoorstelling.)
48 NL
Wanneer u [Mark./Oph. meerd. afb.] selecteert, dan kunt u uit de lijst van afbeeldingen de afbeelding selecteren waaraan u een merkteken wilt hechten. Ga naar stap 4. Als u [Alle afb. markeren] selecteert, wordt de lijst van afbeeldingen weergegeven. Het selectievakje van alle afbeeldingen is aangevinkt. Ga naar stap 5.
4
Met behulp van B/b/v/V selecteert u in de lijst de afbeelding die u wilt exporteren en drukt u op .
5
Selecteer [Mark. afb. opheffen] of [Alle afb.mark. oph.] en druk daarna op in stap 3. U kunt ook de selectie ongedaan maken door het vinkje uit het selectievakje te verwijderen. • [Mark. afb. opheffen]: Verwijdert een merkteken van de afbeelding die op dat moment wordt getoond. (Dit onderdeel kunt u niet te selecteren tijdens de weergave van de diavoorstelling.) • [Alle afb.mark. oph.]: Tijdens het sorteren Deselecteert alle afbeeldingen die aan de sorteercriteria voldoen. Niet tijdens het sorteren Deselecteert alle afbeeldingen in de geheugenkaart die de momenteel weergegeven afbeelding bevat. Opmerkingen • Uitsluitend merktekens die aan afbeeldingen op het interne geheugen zijn bevestigd, worden opgeslagen. Merktekens die zijn bevestigd aan afbeeldingen op een geheugenkaart, worden verwijderd wanneer u het apparaat uitschakelt of een ander weergaveapparaat kiest. Tips • U kunt uit de 3 typen een merkteken kiezen. • U kunt het formaat van de miniaturen wijzigen met [ / ] in de lijst van afbeeldingen.
Druk op MENU. Het bevestigingsscherm verschijnt.
6
Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk daarna op . Het merkteken wordt aan de geselecteerde afbeelding gehecht.
49 NL
Diverse functies gebruiken
"✔" wordt aan de geselecteerde afbeelding toegevoegd. Herhaal deze stap als u meerdere afbeeldingen tegelijk wilt selecteren. Wanneer u de selectie ongedaan wilt maken, selecteert u de afbeelding en drukt u op . "✔" verdwijnt van de afbeelding. Afbeeldingen in de afbeeldingenlijst sorteren Tijdens het sorteren: Geef een overzicht van alle afbeeldingen die aan de sorteercriteria voldoen. Niet tijdens het sorteren: Geef een overzicht van alle afbeeldingen in de geheugenkaart die de momenteel weergegeven afbeelding bevat. Raadpleeg "Afbeeldingen sorteren (filteren)" (pagina 50).
Een registratie van een merkteken verwijderen
Afbeeldingen sorteren (filteren) U kunt afbeeldingen die zijn opgeslagen in het interne geheugen of op een geheugenkaart sorteren op datum, map, afbeeldingoriëntatie of merktekens.
De sortering opheffen Wanneer de gesorteerde afbeeldingen worden weergegeven, drukt u op MENU, selecteert u [Stop sort.(alles tonen)] en drukt u op .
De sorteerstijl veranderen Wanneer de gesorteerde afbeeldingen worden weergegeven, drukt u op BACK. Opmerkingen
1
Druk op SORT wanneer een afbeelding op het scherm wordt getoond. Tips • Wanneer u de knoppen op dit apparaat gebruikt, druk dan op MENU, selecteer het tabblad (Bewerken) met B/b, selecteer [Sorteren (Sort)] met v/V en druk op .
2
Selecteer een sorteerstijl met v/V en druk op .
• [Sorteren op datum]: Filtert op opnamedatum. • [Sorteren op map]: Filtert op map. • [Verticaal/horizontaal sorteren]: Filtert op oriëntatie van de afbeelding. • [Sorteren op markering]: Filtert op merkteken.
3
Selecteer het onderdeel van uw keuze met B/b/v/V en druk op .
50 NL
• Zet tijdens het sorteren dit apparaat niet uit en neem de geheugenkaart er niet uit. Als u dat doet, kunnen dit apparaat, de geheugenkaart of de gegevens beschadigd raken. • In de volgende gevallen wordt het sorteren automatisch ongedaan gemaakt. – Een ander weergaveapparaat kiezen – Wanneer afbeeldingen op een geheugenkaart zijn gesorteerd en de geheugenkaart wordt verwijderd. • Wanneer u tijdens het sorteren een ander geheugenapparaat kiest, wordt het sorteren automatisch geannuleerd.
Het formaat en de oriëntatie van de afbeelding aanpassen Een afbeelding vergroten/ verkleinen U kunt een afbeelding in de stand enkele weergave vergroten of verkleinen.
1
Tips • Wanneer u de vergrote afbeelding verwijdert met B/b/v/V en in stap 1 op MENU drukt, wordt de afbeelding bijgewerkt tot de afmetingen van de weergegeven afbeelding en opgeslagen. Opmerkingen • Wanneer u een afbeelding vergroot, kan dat, afhankelijk van de grootte van de afbeelding, ten koste gaan van de kwaliteit. • U kunt de afbeelding niet overschrijven wanneer hij een ander dataformaat heeft dan JPEG: (.jpg)
Druk op (inzoomen) op de afstandsbediening als u een afbeelding wilt vergroten. Druk op (uitzoomen) als u een afbeelding wilt verkleinen. Diverse functies gebruiken
Iedere keer dat u op de toets drukt, wordt de afbeelding verder vergroot. U kunt een afbeelding maximaal 5 keer de oorspronkelijke schaal vergroten. U kunt een vergrote afbeelding omhoog, omlaag, naar links en naar rechts verplaatsen. Een vergrote of verkleinde afbeelding opslaan (Trimmen en opslaan) 1 Druk op MENU wanneer de vergrote of verkleinde afbeelding verschijnt. 2 Druk op v/V en selecteer de opslagmethode. Wanneer u [Opslaan als nieuwe afb.] selecteert, wordt een kopie van de afbeelding opgeslagen. Ga naar stap 3. Wanneer u [Overschrijven] selecteert, overschrijft de nieuwe afbeelding de oude. Ga naar stap 5. 3 Druk op v/V, selecteer het apparaat waarop u de afbeelding wilt opslaan en druk op . 4 Druk op v/V, selecteer een map en druk op . 5 Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk op . De afbeelding wordt opgeslagen. 6 Wanneer het bevestigingsscherm verschijnt na het opslaan van de afbeelding, drukt u op .
51 NL
Een afbeelding draaien In de stand enkele weergave kunt u een afbeelding roteren.
1 2 3
Druk in de stand enkele weergave op MENU. Druk op B/b om het tabblad (Bewerken) te selecteren. Druk op v/V, selecteer [Draaien] en druk daarna op .
De instellingen van de functie Auto Aan/Uit wijzigen Met de tijdschakeling kunt u het apparaat automatisch aan- of uitschakelen, ook als het apparaat aan staat.
1 2 3
4
Druk op B/b om het tabblad (Instellingen) te selecteren. Druk op v/V, selecteer [Auto AAN/ UIT] en druk op .
Selecteer de draairichting van de afbeelding door op v/V en dan op te drukken. •
: Draait de afbeelding 90 graden naar rechts. • : Draait de afbeelding 90 graden naar links.
5
Druk op MENU.
Druk op v/V, selecteer [OK] en druk daarna op .
Opmerkingen • U kunt een vergrote afbeelding niet roteren. Tips • Tevens kunt u een afbeelding roteren met (Roteren) op de afstandsbediening. Iedere keer wanneer u de knop indrukt, draait de afbeelding 90 graden naar links. • Wanneer u de afbeeldingen in het interne geheugen weergeeft, blijft de informatie die wordt gebruikt voor het draaien van de afbeelding, bewaard, zelfs wanneer u het apparaat uitschakelt. • U kunt de afbeelding van de indexafbeeldingen draaien.
52 NL
4
Druk op v/V, selecteer [Instelmethode] en druk op . Druk dan op v/V, selecteer [Eenvoudig] of [Geavanceerd] en druk op . [Eenvoudig]: Stelt de functie Auto Aan/Uit nauwkeurig in met stappen van één minuut. [Geavanceerd]: Stelt de functie Auto Aan/Uit in op een dag in de week in eenheden van één uur.
5
Druk op v/V, selecteer [Tijdinstelling] en druk op
[Geavanceerd]
.
[Eenvoudig]
1 Selecteer met B/b/v/V de tijd waarop u
1 Selecteer een onderdeel waarvoor u de
tijd wilt instellen. Druk op v/V, selecteer [Timer AAN] of [Timer UIT] en druk op . Druk nu op v/V, selecteer [Inschakelen] en druk op
. 2 Stel de tijd in waarop u de Timer AAN
of Timer UIT wilt activeren. Druk op v/V, selecteer [Tijd auto AAN] of [Tijd auto UIT] en druk op . Druk op B/b, selecteer het uur of de minuut, druk op v/V om het uur of de minuut in te stellen en druk op . 3 Stel de dag van de week in waarop de tijdschakeling actief moet worden. Druk op v/V, selecteer [Dag auto AAN] of [Dag auto UIT] en druk op . Druk op v/V om de dag te selecteren waarop de tijdschakeling actief moet worden en druk op om hem te selecteren. Druk op v/V om de cursor naar [OK] te verplaatsen en druk op .
Tips • Dit apparaat schakelt op de automatische uitschakeltijd automatisch uit, ook terwijl het in gebruik is. Een uitzondering is wanneer het apparaat afdrukt. De fotolijst wordt automatisch ingeschakeld op de tijd die u hebt ingesteld voor [Timer AAN] in de stand Stand-by. 2 Druk op B/b/v/V, selecteer [OK] en
druk op
6
.
Druk op MENU.
53 NL
Diverse functies gebruiken
de Auto Aan/Uit-functie wilt gebruiken. U kunt deze functie instellen op een dag in de week in eenheden van één uur. De kleur van de geselecteerde tijdzone verandert in blauw nadat u op hebt gedrukt. De stroomvoorziening van dit apparaat schakelt in wanneer de blauwe tijdzone actief wordt. De kleur van de geselecteerde tijdzone verandert in grijs, nadat u de blauwe tijdzone hebt geselecteerd en daarna op hebt gedrukt. De stroomvoorziening van dit apparaat wordt uitgeschakeld in de grijze tijdzone.
54 NL
Verschillende afdrukmethoden gebruiken (geavanceerd afdrukken)
Op verschillende manieren afdrukken
55 NL
De afdrukinstellingen veranderen
Tips
(Datumafdruk, Randen, Pagina's per vel) Datumafdruk (Datum afdrukken)
Randen (Met rand)
Pagina’s per vel
1 2 3 4 5
Druk op MENU. Druk op B/b om het tabblad (Instellingen) te selecteren. Druk op v/V, selecteer [Afdrukinstellingen] en druk op
.
Druk op v/V, selecteer een onderdeel dat u wilt wijzigen en druk daarna op . Selecteer met een druk op v/V de instelwaarde en druk daarna op . De ingestelde waarde is bevestigd. (pagina 68)
56 NL
• Wanneer de afdrukinstelling is ingesteld op [Datumafdruk], [Pagina’s per vel] en [Randen], is afdrukken uitsluitend toegestaan wanneer de afbeelding wordt weergegeven in modus enkele weergave (pagina 36). • Dit gedeelte beschrijft uitsluitend [Datumafdruk]-, [Randen]- en [Pagina’s per vel]-patronen. • U kunt alle afbeeldingen van een geheugenkaart of het interne geheugen selecteren en ze afdrukken als een lay-outafdruk. (pagina 59)
"Creatief afdrukken" verrichten
Een kalender maken
1
(Kalender/Lay-outafdruk/ID-foto) Wat is "Creatief afdrukken"? U kunt afbeeldingen in een geheugenkaart of het interne geheugen bewerken en een kalender, layout print of ID photo maken.
1 2 3
In het menu Creatief afdrukken drukt u op B/b/v/V om te selecteren (Kalender) en drukt u vervolgens op . Het scherm voor het selecteren van de kalendersjabloon verschijnt.
2
Druk op MENU.
Druk op B/b/v/V, selecteer de gewenste sjabloon en druk daarna op . Nu ziet u het afdrukvoorbeeld van de geselecteerde sjabloon.
Druk op B/b om het tabblad (Bewerken) te selecteren.
Afbeeldinggedeelte
Kalendergedeelte
Druk op v/V, selecteer [Creatief afdrukken] en druk op . Het menu Creatief afdrukken verschijnt.
Tips
De handeling halverwege ongedaan maken Tips
Druk op BACK. Het venster van de vorige stap verschijnt. Afhankelijk van de stap kunt u de handeling misschien niet ongedaan maken.
Het menu Creatief afdrukken verlaten Verricht de volgende stappen. 1 Druk op MENU en op B/b om het tabblad (Bewerken) te selecteren. 2 Druk op v/V, selecteer [Creatief afdrukken voltooid] en druk op . Tips • U kunt het menu Creatief afdrukken ook verlaten met de knop B/b/v/V om te selecteren en dan op te drukken op het scherm met het afdrukvoorbeeld. Het dialoogvenster voor het opslaan van een afbeelding kan verschijnen.
• U kunt een afbeeldinggedeelte of kalendergedeelte in elke volgorde selecteren en instellen.
3
Een afbeelding selecteren Wanneer u een sjabloon met meer afbeeldingen selecteert, selecteer dan een afbeelding voor ieder gedeelte. 1 Op het afdrukvoorbeeld van de
kalendersjabloon drukt u op B/b/v/V om een afbeelding te selecteren en drukt u op . Het scherm voor het selecteren van de afbeelding verschijnt. 2 Druk op B/b/v/V, selecteer een afbeelding en druk op . Het scherm voor het bewerken van de afbeelding verschijnt. Vervolg
57 NL
Op verschillende manieren afdrukken
• Tijdens het verrichten van Creatief afdrukken kunt u MENU indrukken en instellen als deel van de menonderdelen voor de afdrukinstelling.
4 5
Bewerk de afbeelding.
Item
Beschrijving
Voor details over het bewerken van een afbeelding leest u verder op pagina 60.
Dagkleur
Stel de kleur van zaterdag of zondag in die op de kalender moet verschijnen. Druk op b en op v/V om de gewenste kleur voor zaterdag en zondag te selecteren. Druk nu op .
Pas de afbeelding aan. Voor details over het aanpassen van een afbeelding leest u verder op pagina 61.
6
Stel de kalender in. 1 Op het scherm met het afdrukvoorbeeld
van de kalendersjabloon drukt u op B/ b/v/V om het kalendergedeelte te selecteren en drukt u op . Het instellingsscherm voor de kalender verschijnt.
Er verschijnt een kalender in het kalendergedeelte van het scherm met het afdrukvoorbeeld.
7
Druk op v/V, selecteer op .
en druk
Het scherm voor het afdrukvoorbeeld van de afbeelding verschijnt.
8
Druk op PRINT. Ga verder met de instructies op het scherm.
Tips 2 Druk op v/V om het onderdeel te
selecteren dat u wilt instellen en druk op . Item
Beschrijving
Start J/M
Stel de eerste maand en het jaar in waarmee de kalender begint. Druk op B/b, selecteer maand en jaar en druk op v/V om het nummer in te stellen. Druk op .
Eerste weekdag
Stel de dag van de week in (helemaal links op de kalender geplaatst). Druk op b en v/V in, selecteer [Zondag] of [Maandag]. Druk nu op .
58 NL
• U kunt de ingestelde kalendergegevens opslaan. Zie pagina 62.
Een Lay-outafdruk De volgende indelingen zijn beschikbaar. • 1/2/4/9/13/16 afbeeldingen per pagina
1
Een ID-foto
1
In het menu Creatief afdrukken drukt u op B/b/v/V om te selecteren (Lay-outafdruk) en drukt u vervolgens op .
In het menu Creatief afdrukken drukt u op B/b/v/V om te selecteren (ID-foto) en drukt u vervolgens op . Het scherm voor het instellen van de hoogte en breedte van een ID photo verschijnt.
De Lay-outafdruk-sjablonen verschijnen.
2
• U kunt een maximumformaat van 7,0 (breedte) × 9,0 (hoogte) cm instellen.
2
Selecteer een afbeelding. Wanneer u een sjabloon met meer afbeeldingen selecteert, selecteer dan een afbeelding voor ieder gedeelte. Voor details over het selecteren van een afbeelding leest u verder bij stap 3 op pagina 57. Wanneer u een afbeelding / afbeeldingen selecteert, verschijnt het instelscherm.
4 5
• De hoogte opgeven: Selecteer het cijfervak aan de rechterkant van de foto. • De breedte opgeven: Selecteer het cijfervak aan de bovenkant van de foto.
3
Druk op PRINT. Ga verder met de instructies op het scherm.
Druk op v/V om de afmetingen of de eenheid in te stellen en druk op . Nu ziet u de indelingsafbeelding van de geselecteerde afmeting.
Pas de afbeelding aan. Voor details over het aanpassen van een afbeelding leest u verder op pagina 61.
6
• De eenheid opgeven: Selecteer het tekstvak aan de linkerkant van de foto. U kunt [cm] of [inch] selecteren.
Bewerk de afbeelding. Voor details over het bewerken van een afbeelding leest u verder op pagina 60.
Druk op B/b/v/V om het onderdeel te selecteren dat u wilt aanpassen en druk op .
4
Wanneer u de andere onderdelen wilt opgeven, herhaal dan de stappen 2 en 3.
Tips • U kunt de indeling opslaan. Zie pagina 62. Vervolg
59 NL
Op verschillende manieren afdrukken
Nu ziet u het afdrukvoorbeeld van de geselecteerde sjabloon.
3
Tips
Druk op B/b/v/V, selecteer de gewenste sjabloon en druk daarna op .
5
Druk op B/b/v/V, selecteer druk op .
en
Het scherm voor het selecteren van een afbeelding verschijnt.
6
Selecteer een afbeelding. Voor details over het selecteren van een afbeelding leest u verder bij stap 3 op pagina 57. Wanneer u een afbeelding / afbeeldingen selecteert, verschijnt het instelscherm.
7
Een afbeelding bewerken Op het bewerkingsscherm voor de afbeelding kunt u de afbeelding aanpassen. Beeldbewerkingscherm voor
(Kalender)
Bewerk de afbeelding. Voor details over het bewerken van een afbeelding leest u verder op pagina 60.
8
Pas de afbeelding aan. Voor details over het aanpassen van een afbeelding leest u verder op pagina 61.
9
1
Druk op PRINT. Ga verder met de instructies op het scherm.
Druk op v/V, selecteer de gewenste bewerkingsonderdelen en druk daarna op . Onderdelen Beschrijving Verkleint of vergroot de afbeelding.
Tips • U kunt de ingestelde ID photo opslaan. Zie pagina 62.
Verplaatst een afbeelding met behulp van B/b/v/V. Met behulp van bevestigt u de positie.
Opmerkingen • Een ID photo die is afgedrukt met dit apparaat mag u misschien niet gebruiken voor een identiteitskaart of paspoort. Kijk op het betreffende certificaat eerst wat de eisen voor de foto zijn voordat u de kaart of het paspoort inlevert.
Draait een afbeelding 90 graden naar rechts. Opent de modus om de kwaliteit van de afbeelding in te stellen. Voor details raadpleegt u pagina 61. Verandert een afbeelding van kleur in monochroom.
2
Druk op v/V, selecteer [OK] en druk op . Het scherm voor het afdrukvoorbeeld van de afbeelding verschijnt.
60 NL
De beeldkwaliteit aanpassen
1
Op het scherm voor het aanpassen van de afbeelding drukt u op B/b, selecteert u en drukt u op .
3
Onderdelen
Beschrijving
Scherpte
Druk op b om de contouren scherper te maken of op B om ze zachter te maken.
Druk op
.
De aanpassing wordt effectief.
Het menu voor het aanpassen van de beeldkwaliteit verschijnt.
2
Druk op v/V, selecteer de gewenste bewerkingshulpmiddelen en druk daarna op . Het instelscherm van het geselecteerde hulpmiddel verschijnt. Wanneer [Helderheid] is geselecteerd.
Op verschillende manieren afdrukken
Druk op B/b om een afbeelding aan te passen door het niveau te controleren. De afbeelding die u wilt aanpassen, verschijnt op de linker helft van het scherm en de aangepaste afbeelding verschijnt aan de rechter helft. Onderdelen
Beschrijving
Helderheid
Druk op b om de afbeelding helderder te maken of op B om hem donkerder te maken.
Tint
Druk op b om de afbeelding groener te maken of op B om hem roder te maken.
Verzadiging Druk op b om de kleuren dieper te maken of op B om ze lichter te maken.
61 NL
Een afbeelding opslaan
Tips • De voorgaande afbeelding wordt niet overschreven.
1
Druk op B/b, selecteer op het scherm met het afdrukvoorbeeld en druk op . Scherm met afdrukvoorbeeld van de kalender
Het scherm voor het selecteren van de doellocatie verschijnt.
2
3
Druk op v/V, selecteer het apparaat waarheen u de afbeelding wilt exporteren en druk daarna op .
Selecteer de map waarin u wilt opslaan met v/V en druk op . Tips • Er wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt wanneer u [Nieuwe map] selecteert.
4
Druk op op het bevestigingsscherm.
62 NL
Opmerkingen • Zet tijdens het opslaan van de afbeelding dit apparaat niet uit en neem de geheugenkaart er niet uit. Als u dat doet, kunnen dit apparaat, de geheugenkaart of de gegevens beschadigd raken.
Batch afdrukken
1 2
(Indexafdruk/DPOF-afdruk/Alles afdrukken)
3
• Indexafdruk U kunt een lijst (index) van alle afbeeldingen maken die zijn opgeslagen in een geheugenkaart of in het interne geheugen van dit apparaat, zodat u de inhoud van het geselecteerde medium snel kunt controleren. Het apparaat berekent automatisch het aantal deelvensters per vel. Afbeeldingen worden afgedrukt in ieder deelvenster.
Druk op B/b om het tabblad (Bewerken) te selecteren. Druk op v/V, selecteer [Batch afdrukken] en druk op . Het menu Batch afdrukken verschijnt.
4
Druk op v/V, selecteer [Indexafdruk], [DPOF-afdruk] of [Alles afdrukken] en druk op . Het dialoogvenster voor de bevestiging verschijnt. Opmerkingen • Wanneer er geen DPOF vooringestelde afbeeldingen zijn terwijl u [DPOF-afdruk] selecteert, verschijnt een foutmelding.
5
Druk op B/b, selecteer [Ja] om het afdrukken te starten of [Nee] om het afdrukken te annuleren en druk op . Wanneer u [Ja] selecteert, start het afdrukken.
Op verschillende manieren afdrukken
• DPOF-afdruk De afbeeldingen die vooraf zijn ingesteld op DPOF (Digital Print Order Format) voor het afdrukken verschijnen met het afdrukmerkteken ( ) in een afdrukvoorbeeld van de afbeelding. U kunt deze afbeeldingen tegelijkertijd afdrukken. De afbeeldingen worden afgedrukt met het vooraf ingestelde afdrukken en in de volgorde waarin ze werden weergegeven. • Alles afdrukken U kunt alle afbeeldingen afdrukken die zijn opgeslagen in het interne geheugen of op een geheugenkaart.
Druk op MENU.
Opmerkingen • Uitsluitend geselecteerde afbeeldingen verschijnen tijdens het sorteren. • Voor het vooraf instellen van afbeeldingen voor het afdrukken, raadpleegt u de handleiding van uw digitale camera. • Sommige types digitale camera ondersteunen de DPOF-functie niet, of dit apparaat ondersteunt misschien bepaalde functies van de digitale camera niet.
63 NL
De instellingen van dit apparaat wijzigen
De instellingen veranderen
3
Druk op v/V, selecteer het onderdeel dat u wilt veranderen en druk daarna op .
U kunt de volgende instellingen veranderen. • • • •
Inst. Diashow Auto AAN/UIT Datum/tijdinstell. Alg. Instelling. (Lijstvolgorde, Sony-logo et cetera) • Afdrukinstellingen • Taalinstelling (Language) • Initialiseren
Instellingsprocedure
1 2
Bijvoorbeeld, wanneer [Inst. Diashow] is geselecteerd.
4
Druk op v/V, selecteer het onderdeel dat u wilt veranderen en druk daarna op . Nu kunt u alle onderdelen instellen (pagina 66).
Druk op MENU. Druk op B/b om het tabblad (Instellingen) te selecteren.
Opmerkingen • Wanneer dit apparaat bijvoorbeeld een diavoorstelling weergeeft, kunnen de instellingen van sommige items niet worden gewijzigd. Zij worden weergegeven in grijs en u kunt ze niet selecteren.
5
Selecteer met een druk op v/V een instelwaarde en druk daarna op . Iedere keer dat u v/V indrukt, verandert de instelwaarde. U kunt in het geval van een numerieke waarde de waarde verhogen door op V te drukken en verlagen door op v te drukken. Als u op drukt, wordt de instelling bevestigd.
Opmerkingen • In de weergavemodus met klok en kalender is uitsluitend het tabblad (Instellingen) beschikbaar.
6
Druk op MENU. Het menu sluit.
64 NL
De instellingen terugzetten op hun fabriekswaarde
1 2 3
Druk op MENU en op B/b en selecteer het tabblad (Instellingen). Druk op v/V, selecteer [Initialiseren] en druk op
.
Druk op v/V, selecteer [Instellingen initial.] en druk daarna op . Alle instellingen behalve de datum- en tijdinstellingen worden teruggezet op hun fabriekswaarde.
Tips U kunt ook de toets MENU op dit apparaat gebruiken.
Op verschillende manieren afdrukken
65 NL
In te stellen onderdelen Item
Instelling
Inst. Diashow
Zie "De instellingen van de diavoorstelling wijzigen" (pagina 40).
Auto AAN/UIT
Stelt de timer-functie in die het apparaat automatisch in- en uitschakelt. U kunt voor deze functie de volgende instellingen gebruiken. (.pagina 52) Tijdinst elling
Eenvoudig
Geavance erd
Instelmethode
Beschrijving
Timer AAN
Als u deze functie activeert, kunt u de tijdschakeling (tijd/dag) instellen zodat de stroomvoorziening op een bepaalde tijd automatisch wordt ingeschakeld.
Timer UIT
Als u deze functie activeert, kunt u de tijdschakeling (tijd/dag) instellen zodat de stroomvoorziening op een bepaalde tijd automatisch wordt uitgeschakeld.
De volgende functies worden ingeschakeld wanneer u de volgende toetsen indrukt nadat u hebt ingesteld dat de tijd of de datum automatisch op dit apparaat worden ingeschakeld of uitgeschakeld. OK
Keert terug naar het vorige scherm nadat de bedieningshandeling is bevestigd.
Annuleren
Keert terug naar het vorige scherm nadat de bedieningshandeling is geannuleerd.
Al trgst.
Wist alle geselecteerde tijden.
Geavanceerd*
Stelt de functie Auto Aan/Uit in op een dag van de week in eenheden van één uur.
Eenvoudig
Stelt de functie Auto Aan/Uit nauwkeurig in met stappen van één minuut.
Datum/ tijdinstell.
Stelt de datum, tijd, eerste dag van een week, et cetera in. (.pagina 24)
Alg. Instelling.
Lijstvolgorde
Stelt de weergavevolgorde van afbeeldingen in. Deze instelling bepaalt de volgorde in [Inst. Diashow]. Nr.vlg*
Geeft afbeeldingen in de volgorde het afbeeldingnummer weer.
Op datum
Geeft afbeeldingen op volgorde van opnamedatum weer.
Autoweerg.stand
Aan*/Uit: activeert of deactiveert het automatisch veranderen van de afbeeldingoriëntatie in de oriëntatie van dit apparaat.
LCD-achtergr.
Hiermee stelt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm in op een niveau van 1 tot 10*.
*: Instellingen af-fabriek
66 NL
Item
Instelling
Beschrijving
Alg. Instelling.
Beeldimp.form.
Form.aanpas*
Wanneer u afbeeldingen van een geheugenkaart importeert, kan deze instelling de afmetingen van afbeeldingen aanpassen en de afbeeldingen opslaan in het interne geheugen. U kunt meer afbeeldingen opslaan, maar er is een zichtbare verslechtering van de beeldkwaliteit vergeleken met de oorspronkelijke afbeeldingen wanneer de afbeeldingen worden weergegeven op een groot scherm via een computer of een ander toestel.
Orig.
Slaat beelden op in het interne geheugen zonder dat ze worden gecomprimeerd. Er is geen sprake van verslechtering van de beeldkwaliteit, maar u kunt minder afbeeldingen opslaan.
Sony-logo Taalinstelling (Language)
Aan*/Uit: u kunt instellen of het Sony-logo van dit apparaat brandt of niet.
Stelt de taal voor de weergave op het LCD-scherm in. Japans/Engels*/Frans/Spaans/Duits/Italiaans/Russisch/Koreaans/Ver.Chin./Trad.Chin./ Nederlands/Portugees/Arabisch/Perzisch/Hongaars/Pools/Tsjechisch/Thai/Grieks/Turks/ Maleisisch/Zweeds/Noors/Deens/Fins Opmerkingen • In sommige regio’s kan de instelling van de standaardtaal variëren.
Initialiseren
Intern geh. formatt.
U kunt het interne geheugen formatteren.
Instellingen initial.
Zet alle instellingen terug op hun instelling af-fabriek behalve de instelling van de actuele datum en tijd van [Datum/tijdinstell.].
*: Instellingen af-fabriek
Vervolg
67 NL
Op verschillende manieren afdrukken
Opmerkingen • Alle afbeeldingen die in het interne geheugen zijn geïmporteerd, worden verwijderd. • Formatteer het interne geheugen niet met behulp van een aansluiting naar een computer.
Item Instelling Beschrijving Afdrukin Datumafdruk Datum/Tijd Drukt een afbeelding af met de opnamedatum en -tijd stellingen Datum wanneer de afbeelding is opgenomen volgens de DCFindeling (DCF = Design rule for Camera File system) en de opnamedatum en -tijd is geregistreerd als onderdeel van de opnamedata. U kunt [Datum] of [Datum/Tijd] selecteren. Uit* Drukt een afbeelding af met de opnamedatum en –tijd. Randen Rand 1/ Drukt een afbeelding af met een rand eromheen. Wanneer Rand 2 u een afbeelding onverkort wilt afdrukken, selecteert u [Rand 1]. Wanneer u bovenaan, onderaan en links en rechts vrijwel gelijke randen wilt handhaven, selecteert u [Rand 2]. Opmerkingen • Wanneer u [Rand 2] selecteert, kunnen de onder- en bovenrand en de linker en rechter rand afhankelijk van de afbeelding worden getrimd.
Geen rand* Drukt een afbeelding af met lege ruimte eromheen. Opmerkingen • Wanneer u een standaard 4:3 afbeelding afdrukt die is genomen met een digitale camera, snijdt het apparaat de boven- en onderrand van de afbeelding eraf en drukt hij de afbeelding af in een 3:2 beeldverhouding.
Auto Fine Print7
Aan*
Deze functie corrigeert automatisch de beeldkwaliteit, zodat het apparaat de afbeelding levendiger, helderder en mooier afdrukt. Dat werkt met name bijzonder goed voor een donkerder afbeelding met laag contrast. Niet beschikbaar bij het afdrukken van het volgende: • Pagina’s per vel (.pagina 56) • Indexafdruk (.pagina 63) • Diashow-afdrukken, anders dan Weergave 1 afb. (.pagina 37) • Creatief afdrukken (.pagina 57) Opmerkingen • De originele afbeeldinggegevens worden niet veranderd. • Bij het afdrukken in de pc-modus heeft de Auto Fine Print7 instelling prioriteit boven de instelling hier.
Uit Pagina’s per 4 afb./ vel 9 afb./ 16 afb. Uit*
68 NL
Drukt een afbeelding zonder enige correcties af. Drukt het opgegeven aantal deelvensters af, waarbij in ieder venster een afbeelding wordt geplaatst. Drukt een afbeelding af zonder deelvensters. *: Instellingen af-fabriek
Item Instelling Beschrijving Afdrukin Kleurinstelli Stelt de kleuren en scherpte van een afdruk in. Druk op B/b om een stellingen ng kleurelement ([R] (rood), [G] (groen), of [B] (blauw)) of [S] (Sharpness) te selecteren en druk op v/V om het niveau in te stellen. U kunt de niveaus voor R, G, B instellen tussen +4 en –4 en voor S tussen +7 en 0. R:stelt de elementen rood en blauw in. Hoe hoger niveau u instelt, hoe roder de afbeelding wordt, alsof hij rood licht ontving. Hoe lager niveau u instelt, hoe donkerder de afbeelding wordt, alsof blauw licht werd toegevoegd. G:stelt de elementen groen en paars in. Hoe hoger niveau u instelt, hoe groener de afbeelding wordt, alsof hij groen licht ontving. Hoe lager niveau u instelt, hoe donkerder de afbeelding wordt, alsof roodpaars werd toegevoegd. B:stelt de elementen blauw en geel in. Hoe hoger niveau u instelt, hoe blauwer de afbeelding wordt, alsof hij blauw licht ontving. Hoe lager niveau u instelt, hoe donkerder de afbeelding wordt, alsof geel werd toegevoegd. S:hoe hoger niveau u instelt, hoe duidelijker de contouren worden. (*R: 0/G:0/B:0/S:0) *: Instellingen af-fabriek
Op verschillende manieren afdrukken
69 NL
70 NL
Wanneer u het apparaat aansluit op een computer, zijn er nog meer mogelijkheden
Het apparaat in combinatie met een computer gebruiken Het interne geheugen van dit apparaat gebruiken Afdrukken vanaf een computer
71 NL
Het apparaat in combinatie met een computer gebruiken
Wat u kunt doen wanneer u het apparaat aansluit op een computer Wanneer u dit apparaat aansluit op een computer, kunt u de volgende twee functies gebruiken. Voor details over het selecteren van de modus raadpleegt u pagina 74.
Het interne geheugen van dit apparaat gebruiken ([Gebruik inw. Geheugen]) Op de computer kunt u door het interne geheugen van dit apparaat bladeren. Tevens kunt u afbeeldingen van de computer naar het interne geheugen kopiëren en ze in een overzicht weergeven op dit apparaat.
Afdrukken vanaf een computer ([Afdrukken]) U kunt afbeeldingen op de computer afdrukken vanaf dit apparaat. Voordat u de eerste keer afdrukt, moet u de meegeleverde software installeren.
Opmerkingen • Als meerdere USB-apparaten op een computer zijn aangesloten of als er een hub wordt gebruikt, kan zich een probleem voordoen. In dat geval moet u de aansluitingen vereenvoudigen. • U kunt dit apparaat niet bedienen vanaf een ander USB-apparaat dat tegelijkertijd wordt gebruikt. • Koppel de USB-kabel niet los tijdens de datacommunicatie. • Het is niet zo dat dit apparaat gegarandeerd goed werkt met alle computers die aan de aanbevolen systeemvereisten voldoen. • Dit apparaat blijkt functioneel indien aangesloten op een computer. Wanneer u andere apparaten aansluit op dit apparaat, herkennen deze apparaten het interne geheugen van dit apparaat misschien niet.
Tijdens het afdrukken Wanneer u het meegeleverde stuurprogramma voor de printer en PMB (PictureMotionBrowser) wilt gebruiken, moet u een computer hebben die aan de volgende systeemvereisten voldoet. Aanbevolen Microsoft Windows Vista SP2 / besturingssyst Windows XP SP3 *1 Het stuurprogramma van de eem*1*2:
Systeemvereisten Als een intern geheugen gebruiken
*2
Wanneer u dit apparaat als een intern geheugen wilt gebruiken, moet uw computer aan de volgende aanbevolen systeemvereisten voldoen.
x Windows Aanbevolen besturingssysteem: Microsoft Windows Vista SP2/Windows XP SP3 Poort: USB-poort
x Macintosh Aanbevolen besturingssysteem: Mac OS X (10.4 of recenter) Poort: USB-poort
72 NL
CVE:
printer is niet gegarandeerd onder Windows 2000 en kan niet draaien onder Windows ME of vroeger of op een Macintosh. PMB ondersteunt niet Windows 2000 of eerdere besturingssystemen / Windows Vista Starter Edition / Windows XP 64-bit en Starter Edition / Macintosh. PMB draait in een 32-bit uitwisselbare modus op Windows Vista 64-bit edition.
Pentium III 500 MHz of sneller (Pentium III 800 MHz of sneller wordt aanbevolen.)
Werkgeheugen: 256 MB of meer (512 MB of meer wordt aanbevolen.)
Ruimte op de 500 MB of meer (afhankelijk vaste schijf: van de Windows-versie die u gebruikt, kan meer ruimte nodig zijn. Voor het verwerken van beeldgegevens hebt u misschien meer ruimte op de vaste schijf nodig.) Weergaveinstelling:
Schermresolutie: 1.024 × 768 stippen of meer Schermkleuren: Hoge kleuren (16-bit) of hoger
Connector:
USB-connector
Schijf:
cd-romstation (om de software te installeren)
Voordat u het apparaat aansluit op een computer Vooraf moet u voorbereidingen treffen, afhankelijk van hoe u dit apparaat aansluit op de computer.
Het interne geheugen van dit apparaat gebruiken U hoeft geen voorbereidingen te treffen voordat u de aansluiting realiseert.
Afdrukken (voor de eerste keer) Opmerkingen
Afdrukken (voor de tweede keer) U hoeft geen voorbereidingen te treffen voordat u de aansluiting realiseert.
Het apparaat in combinatie met een computer gebruiken
• Wanneer u dit apparaat via een hub aansluit op de computer, of wanneer twee of meer USB-apparaten inclusief andere printers op de computer zijn aangesloten, kan er een probleem optreden. In dat geval moet u de aansluitingen tussen de computer en dit apparaat vereenvoudigen. • U kunt dit apparaat niet bedienen vanaf een ander USB-apparaat dat tegelijkertijd wordt gebruikt. • Steek tijdens de datacommunicatie of het afdrukken de USB-kabel niet in en trek hem er ook niet uit. • Dit apparaat ondersteunt geen standby-, slaap- of reservemodi of het opnieuw starten vanuit deze modi. Zorg ervoor dat de computer, terwijl hij is aangesloten op dit apparaat, tijdens het afdrukken niet kan overschakelen naar één van deze modi. Wanneer u dat doet, kan het afdrukken mislukken. • Wanneer het afdrukken mislukt, verwijdert u een USBkabel en sluit u hem weer aan, of start u de computer opnieuw. Probeer dan opnieuw af te drukken. • Het is niet zo dat dit apparaat gegarandeerd goed werkt met alle computers die aan de aanbevolen systeemvereisten voldoen. • PMB ondersteunt DirectX-technologie en DirectXinstallatie kan nodig zijn. DirectX is beschikbaar op de cd-rom. • Wanneer u de PMB installeert op een computer waarop de Cyber-shot Viewer reeds is geïnstalleerd, wordt de Cyber-shot Viewer overschreven en vervangen door de PMB. De bladermappen die reeds zijn geregistreerd in de Cyber-shot Viewer worden automatisch geregistreerd in de PMB.
De eerste keer dat u dit apparaat aansluit op een computer om af te drukken, moet u eerst het meegeleverde stuurprogramma voor de printer installeren. Voor het installeren van het printerstuurprogramma raadpleegt u pagina 77.
73 NL
Aansluiten op een computer
De functie van dit apparaat selecteren
1
1
2
Sluit dit apparaat aan op de netspanning. (.pagina 22)
Zet de computer aan. Het scherm voor het selecteren van de pcmodus verschijnt op de LCD van dit apparaat.
Sluit de computer en dit apparaat op elkaar aan met een in de handel verkrijgbare USB-kabel.
Tips • Wanneer de computer reeds is ingeschakeld, verschijnt het scherm voor het selecteren van de modus wanneer u dit apparaat aansluit op de computer.
Naar USB B-connector
2
Computer
Naar USB-connector
Opmerkingen • Gebruik een USB-kabel met een B-type stekker (voor de USB B-connector van dit apparaat), korter dan 3 meter.
3
Druk op B/b, selecteer [Gebruik inw. Geheugen] of [Afdrukken] en druk op . Op de volgende pagina's leest u hoe u de verschillende functies gebruikt. • [Gebruik inw. Geheugen] .pagina 75 • [Afdrukken] .pagina 77 De eerste keer dat u [Afdrukken] selecteert, installeert u de het meegeleverde printerstuurprogramma voordat u de knop indrukt. (pagina 77) Tips
Zet dit apparaat aan. (.pagina 23)
• Wanneer u dit apparaat loshaalt van de computer en weer aansluit, verschijnt het scherm voor het selecteren van de pc-modus en kunt u een andere modus selecteren. Voor details over het loshalen van dit apparaat van de computer raadpleegt u pagina 76. Opmerkingen • De dialoogvensters in dit gedeelte zijn van Windows Vista, tenzij anders gespecificeerd. De weergegeven installatieprocedures en de dialoogvensters verschillen, afhankelijk van het besturingssysteem.
74 NL
Het interne geheugen van dit apparaat gebruiken
Een afbeelding van de computer naar dit apparaat kopiëren U kunt een aansluiting maken met een computer en afbeeldingen uit het interne geheugen van dit apparaat op de computer bekijken en afbeeldingen naar de computer kopiëren en u kunt afbeeldingen vanaf de computer naar dit apparaat kopiëren. Opmerking • Wanneer u een afbeelding vanaf de computer naar dit apparaat kopieert, worden de afmetingen van de afbeelding niet veranderd en de afbeelding wordt opgeslagen in het originele formaat. Wanneer u de afbeelding met veranderd formaat wilt opslaan, moet u hem importeren vanaf een geheugenkaart.
1
Wanneer het venster "Automatisch afspelen" op de computer verschijnt, klikt u op "Map openen en bestanden weergeven". Wanneer het venster "Automatisch afspelen" niet verschijnt, klikt u op "Computer (Mijn Computer)" in het Startmenu en opent u de verwisselbare schijf.
3
Verplaats de cursor in dit venster, rechtsklik en klik daarna op "Nieuw" - "Map". Geef deze nieuwe map een naam. In deze handleiding wordt de mapnaam "sony" gebruikt als voorbeeld.
5
Open de map door op "sony" te klikken. Open de map die de bestanden bevat van de afbeeldingen die u wilt kopiëren en kopieer daarna de bestanden van de afbeeldingen door middel van slepen-enneerzetten.
Opmerkingen • Maak, wanneer u afbeeldingen vanaf een computer opslaat in het interne geheugen, een map aan in het interne geheugen en sla de afbeeldingen in deze map op. Als u niet een map aan maakt, kunt u niet meer dan 512 afbeeldingen opslaan. Daarnaast kan het aantal afbeeldingen afnemen afhankelijk van de lengte van de bestandsnaam of het type afbeelding. • Een bepaalde afbeelding zal misschien niet worden weergegeven in de volgorde van de opnamedatum in de indexweergave, enz., omdat misschien de informatie over de opnamedatum gewijzigd is of verloren is gegaan toen u dat beeldbestand op een computer bewerkte of opsloeg. • Bestanden van afbeeldingen die zijn gemaakt of bewerkt op een computer worden mogelijk niet weergegeven. Bestanden van afbeeldingen die zijn ingesteld op "Alleen lezen" op een computer kunt u op dit apparaat niet verwijderen. Annuleer "Alleen lezen" voordat u bestanden van afbeeldingen van een computer opslaat op dit apparaat.
75 NL
Het interne geheugen van dit apparaat gebruiken
2
Op het scherm van dit apparaat voor het selecteren van de pc-modus drukt u op B/b, selecteert u [Gebruik inw. Geheugen] en drukt u op .
4
Uw computer loskoppelen Koppel de USB-kabel los of zet dit apparaat uit nadat u de verbinding met de computer hebt verbroken.
1 2 3
Dubbelklik op (Verbreken) op de taakbalk van de computer. Klik op (USBMassaopslagapparaat) t "Stoppen". Klik op "OK" nadat u hebt aangegeven welk station u wilt verwijderen.
Tips • Wanneer u [Afdrukken] gebruikt, hoeft u deze stap niet uit te voeren.
76 NL
Afdrukken vanaf een computer
Een afbeelding afdrukken vanaf een computer Opmerkingen • U hoeft de software uitsluitend te installeren wanneer u dit apparaat de eerste keer aansluit op de computer.
U kunt de afbeeldingen vanaf een computer afdrukken door de meegeleverde software op de computer te installeren en deze te verbinden met dit apparaat. Dit gedeelte legt uit hoe u de meegeleverde software op de computer installeert en hoe u met de meegeleverde PMB (Picture Motion Browser)-software een afbeelding afdrukt. Lees ook de bedieningsinstructies die bij uw computer zijn geleverd voor informatie over het bedienen van de computer.
Het printerstuurprogramma installeren Volg onderstaande procedures om het printerstuurprogramma te installeren. Opmerkingen • Sluit dit apparaat niet aan op de computer voordat u het stuurprogramma installeert. • Meld u aan bij Windows met behulp van een "Beheerder van deze computer"-gebruikersaccount. • Sluit beslist alle draaiende programma's voordat u de software installeert.
1
Schakel de computer in, start Windows en plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van de computer. Het installatievenster verschijnt.
Opmerkingen • Wanneer het installatievenster niet automatisch verschijnt, dubbelklikt u op het bestand "Setup.exe" op de cd-rom. • In Windows Vista kan het AutoPlayvenster verschijnen. Ook wanneer dat gebeurt, selecteert u de uitvoering van "Setup.exe" en installeert u het station volgens de instructies op het scherm.
Vervolg
77 NL
Afdrukken vanaf een computer
Op de meegeleverde cd-rom De meegeleverde cd-rom bevat de volgende software. • Printerstuurprogramma voor de DPP-F700: de software beschrijft de systeemvereisten en maakt afdrukken vanaf de computer mogelijk. • PMB (Picture Motion Browser): Sony’s originele softwareapplicatie waarmee u foto's kun verwerken en afbeeldingen kunt verplaatsen, inclusief opnemen, beheren, verwerken en afdrukken.
De software installeren
2
Klik op "Bezig met installeren van printerstuurprogramma".
8
Het dialoogvenster "InstallShield Wizard" verschijnt.
3
Verbind de USB-connectoren van dit apparaat en de computer met de USB-kabel.
Klik op "Volgende". Het dialoogvenster voor de licentieovereenkomst verschijnt.
4
Lees de overeenkomst goed door en wanneer u het er mee eens bent, activeert u "Ik ga akkoord met deze overeekomst" en klikt u op "Volgende".
Naar USBconnector
Tips • Wanneer een oudere versie van het printerstuurprogramma is geïnstalleerd op de computer, kan de melding "Er zijn oudere versies van het printerstuurprogramma aangetroffen." op het scherm verschijnen. Dubbelklik op "Ja" en volg de weergegeven instructies om de computer opnieuw op te starten. Verricht de installatieprocedures nu nogmaals. Wanneer de computer opnieuw is opgestart, wordt de oudere versie van het printerstuurprogramma gewist. Wanneer u een nieuwere versie van het printerstuurprogramma installeert, kunt u deze gebruiken.
5
Klik op "Installeren". De installatie start.
6 7
Wanneer het dialoogvenster "Het printerstuurprogramma Sony DPPF700 is geïnstalleerd." verschijnt, klikt u op "Voltooien". Druk op 1 (Aan / Standby) om dit apparaat aan te zetten.
78 NL
Naar USBconnector
Windows-pc
Opmerkingen • Gebruik een USB-kabel met een B-type stekker (voor de USB B-connector van dit apparaat), korter dan 3 meter.
9
Op het scherm van dit apparaat voor het selecteren van de pc-modus drukt u op de knoppen B/b, selecteert u [Afdrukken] en drukt u op de knop .
10 Wacht even en controleer dan of "Sony DPP-F700" is toegevoegd aan de "Printers" of "Printers en faxapparaten".
11 Wanneer de installatie is voltooid, verwijdert u de cd-rom uit de computer en bewaart u deze voor toekomstig gebruik. Wanneer u het proces wilt voortzetten en de PMB software wilt installeren, volgt u de procedures vanaf stap 2 op pagina 80. Opmerkingen • Wanneer de installatie mislukt, verwijdert u dit apparaat uit de computer, start u de computer opnieuw en volgt u nogmaals de installatieprocedures vanaf stap 1. • Na de installatie is de "Sony DPP-F700" nog niet ingesteld als de standaard printer. Stel de printer die u gebruikt in voor iedere applicatie. • De meegeleverde cd-rom hebt u nodig wanneer u de installatie van het printerstuurprogramma ongedaan maakt of het printerstuurprogramma opnieuw installeert. Bewaar hem voor eventueel toekomstig gebruik. • Voordat u dit apparaat gebruikt, moet u het Readme.txt-bestand (de map README op de cd-rom c Engelse map c Readme.txt) lezen.
3 Klik op "Bezig met installeren van
printerstuurprogramma". Het dialoogvenster "InstallShield Wizard" verschijnt. 4 Klik op "Volgende". Het dialoogvenster voor de licentieovereenkomst verschijnt. 5 Lees de overeenkomst goed door en wanneer u het er mee eens bent, activeert u "Ik ga akkoord met deze overeekomst" en klikt u op "Volgende". Het dialoogvenster voor het bevestigen voor het verwijderen van de software verschijnt. 6 Klik op "Ja". Het dialoogvenster voor het bevestigen van het opnieuw starten verschijnt. 7 Activeer "Ja, ik wil mijn computer nu opnieuw opstarten." en klik op "OK". Wanneer de computer opnieuw is opgestart, worden de relevante bestanden verwijderd en is het programma verwijderd.
Afdrukken vanaf een computer
Wanneer de software is geïnstalleerd Het -pictogram verschijnt op het Windowsbureaublad, maar ook een snelkoppeling naar de website voor de klantenregistratie voor de printer. Na het registreren vindt u ondersteunende informatie onder: http://www.sony.net/registration/di/ De installatie van het printerstuurprogramma ongedaan maken Wanneer u het printerstuurprogramma niet meer nodig hebt, volgt u de onderstaande procedures om het te verwijderen. 1 Koppel de USB-kabel los van dit apparaat en de computer. 2 Steek de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van de computer. Het installatievenster verschijnt. Opmerkingen • Wanneer het installatievenster niet automatisch verschijnt, dubbelklikt u op het bestand "Setup.exe" op de cd-rom.
79 NL
De PMB (Picture Motion Browser) installeren
3
Volg onderstaande procedures om de PMB te installeren.
Wanneer u op "Volgende" in het dialoogvenster voor de licentieovereenkomst klikt, verschijnt het dialoogvenster dat u vertelt dat het programma gereed is voor installatie.
Opmerkingen • Meld u aan bij Windows met behulp van een "Beheerder van deze computer"-gebruikersaccount. • Sluit beslist alle draaiende programma's voordat u de software installeert.
Wanneer u reeds één of meer versies van PMB op uw computer hebt geïnstalleerd, activeert u de versie van de geïnstalleerde PMB. (Klik op [Help] op de menubalk van de PMB en selecteer [Over PMB]. De versie-informatie verschijnt.) Vergelijk het versienummer van de meegeleverde CD-ROM met het nummer van de eerder geïnstalleerde PMB en controleer of de versies in de juiste volgorde (van de oudere naar de nieuwere versie) zijn geïnstalleerd. Wanneer op de computer die u gebruikt reeds een nieuwere versie van PMB is geïnstalleerd, verwijdert u eerst deze versie en installeert u beide versies, te beginnen met de oudere versie. Wanneer u de nieuwere versie eerst zou installeren, werken sommige functies van PMB misschien niet correct.
1
Schakel de computer in, start Windows en plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van de computer. Het installatievenster verschijnt (pagina 77).
2
Klik op "Bezig met installeren van PMB (PictureMotionBrowser)". Het dialoogvenster voor de licentieovereenkomst verschijnt.
80 NL
Lees de overeenkomst goed door en wanneer u het er mee eens bent, activeert u "Ik ga akkoord met de voorwaarden van de licentieovereenkomst" en klikt u op "Volgende".
4
Klik op "Installeren" en volg de scherminstructies om verder te gaan met de installatie. Wanneer de computer u vraagt deze opnieuw te starten, volgt u de betreffende scherminstructies.
5
Wanneer de installatie is voltooid, verwijdert u de cd-rom uit de computer en bewaart u deze voor toekomstig gebruik.
Opmerkingen • Wanneer de installatie mislukt, verricht u de installatieprocedures vanaf stap 2 nogmaals. • De meegeleverde cd-rom hebt u nodig wanneer u de installatie van het printerstuurprogramma ongedaan maakt of het PMB opnieuw installeert. Bewaar hem op een veilige plaats voor eventueel toekomstig gebruik.
De installatie van PMB Wanneer u deze software niet langer nodig hebt, verwijdert u deze op de volgende manier van de computer. 1 Klik op "Start" - "Configuratiescherm". De Configuratiescherm verschijnt. 2 Klik op "Een programma verwijderen". Afhankelijk van het besturingssysteem kan het "Programma’s en onderdelen" of "Software" heten. 3 Selecteer "Sony Picture Utility" en klik op "Wijzigen/Verwijderen". De procedure voor het verwijderen van de software start.
Foto's vanaf een computer afdrukken
3
Klik op "Start". Het hoofdvenster van de PMB verschijnt. Wanneer u de PMB voor de tweede keer start, kunt u stap 3 overslaan.
Afdrukken vanaf de PMB (Picture Motion Browser) U kunt de PMB gebruiken om een afbeelding vanaf de computer af te drukken.
1 2
Druk op B/b om [Afdrukken] op het scherm voor het selecteren van de pc-modus te selecteren en druk op .
In het hoofdvenster hebt u de volgende twee verschillende aanzichten. Met het tabblad "Mappen" of "Kalender" in het linker frame verandert u het aanzicht.
Start het PMB-venster met behulp van één van de volgende methoden.
• "Mappen"-aanzicht De afbeeldingen worden geclassificeerd in iedere geregistreerde map en weegegeven als miniaturen. • "Kalender"-aanzicht De afbeeldingen worden geclassificeerd op opnamedatum en als miniaturen weergegeven op iedere kalenderdatum. In het "Kalender"-aanzicht kunt u van aanzicht wisselen op jaar, maand en uur. In deze paragraaf worden "Mappen"vensters gebruikt als voorbeeld.
4
Tips • In Windows XP moet u "Afbeeldingen" lezen als "Mijn afbeeldingen".
De map "Afbeeldingen" openen Klik op "Start" - "Afbeeldingen" op de taakbalk.
Klik op de map die de foto's bevat die u wilt afdrukken. In de volgende uitleg is de map "sample" geselecteerd als voorbeeld.
5
Selecteer de foto's die u wilt afdrukken en klik op (afdrukken). Het dialoogvenster voor het afdrukken verschijnt.
Vervolg
81 NL
Afdrukken vanaf een computer
• Dubbelklik op (PMB) op het Windows-bureaublad. • Klik op "Start" - "Alle programma’s" "Sony Picture Utility" - "PMB". Wanneer de PMB voor de eerste keer is gestart, verschijnt het dialoogvenster om een bekeken map te registreren. Wanneer er reeds afbeeldingen zijn opgeslagen in de map "Afbeeldingen", klikt u op "Nu registreren". Wanneer u afbeeldingen hebt opgeslagen in een andere map dan de map "Afbeeldingen", klikt u op "Later". Zie "Een bladermap registreren" op pagina 85.
6
In het uitklapvenster "Printer" selecteert u "Sony DPP-F700". In stap 7 stelt u de papieroriëntatie of andere afdrukopties in. Wanneer dat niet nodig is, gaat u naar stap 12 om onmiddellijk te beginnen met afdrukken.
7
Met "Eigenschappen" stelt u de papierrichting en andere afdrukopties in. Het dialoogvenster "Eigenschappen" van de geselecteerde printer verschijnt. Het printerstuurprogramma van dit apparaat gebruikt de Universal Printer Driver, een binnen Microsoft gangbaar printerstuurprogramma. In de dialoogvensters ziet u enkele onderdelen die binnen dit apparaat niet worden gebruikt.
8
Op het tabblad "Indeling" geeft u de papierrichting of andere opties op.
Onderdelen Beschrijving Printer
Selecteer de printer die u wilt gebruiken. "Sony DPP-F700"
Papierformaat Klik op "Eigenschappen" om een ander formaat te selecteren. Opmerking: in sommige regio's is het L-formaat afdrukpapier niet te koop. Afdrukopties • Afbeelding inzoomen totdat afdrukgebied gevuld is: indien geselecteerd, drukt de printer de afbeelding op het hele afdrukbereik van het papier af. Eventueel wordt er een rand van de foto afgesneden. Indien niet geselecteerd, drukt de printer de afbeelding af zonder er iets af te snijden. • Opnamedatum afdrukken: indien geselecteerd, drukt de printer een afbeelding met de opnamedatum af indien de afbeelding een bestand is dat is opgeslagen in de DCF (Design rule for Camera File system)-indeling. Eigenschappen Specificeert papierformaat, richting, afbeeldingkwaliteit en andere details.
82 NL
Onderdelen Beschrijving Afdrukstand
Selecteer de oriëntatie van een afbeelding bij het afdrukken. • Staand • Liggend
Paginavolgor Selecteer de paginavolgorde bij de het afdrukken. • Vooraan beginnen • Achteraan beginnen Pagina’s per vel
Geef op hoeveel afdrukken er van iedere pagina moeten worden gemaakt. Selecteer "1".
Geavanceerd Geeft het papierformaat of andere opties op.
9
Klik op "Geavanceerd". Het dialoogvenster "Geavanceerde opties voor Sony DPP-F700" verschijnt.
Onderdelen Beschrijving
Grafisch • ICM-methode: dit apparaat Image Color ondersteunt de instellingen Management voor de ICM-methode niet. Ook wanneer u een andere optie dan "ICM uitgeschakeld" selecteert, zijn de afdrukresultaten geen afspiegeling van de instelling. Laat de optie onveranderd. • ICM-opzet: dit apparaat ondersteunt de instellingen voor de ICM-opzet niet. Laat de optie onveranderd.
• Geavanceerde printerfuncties: selecteer "Ingeschakeld" om uitgebreide afdrukopties als "Paginavolgorde" in te schakelen. Bij compatibiliteitsproblemen schakelt u deze functie uit. • Kleurenafdrukmodus: voor kleurafdrukken selecteert u "Ware kleuren (24bpp)". Voor monochroomafdrukken selecteert u "Monochroom".
Printerfuncties • Afdrukken zonder rand: voor afbeeldingen zonder randen selecteert u "ON". Voor afdrukken met randen selecteert u "OFF". Afhankelijk van de software van de applicatie drukt de printer een afbeelding met randen af, ook al is "ON" geselecteerd. Plaats de af te drukken afbeelding volledig in het afdrukbereik. • Auto Fine Print7: kies tussen "ON" en "OFF". Wanneer u "ON" selecteert, selecteer dan "ICM uitgeschakeld" voor "ICM-methode". Tenzij u rechtstreeks afdrukt vanaf een geheugenkaart, is er geen sprake van Exifreferentiegegevens. • Kleurinstelling: u kunt R (rood), G (groen), B (blauw) en scherpte-instellingen aanpassen. Voor details raadpleegt u pagina 69.
Vervolg
83 NL
Afdrukken vanaf een computer
Papier/uitvoer • Papierformaat: in het uitklapvenster selecteert u het papierformaat dat u in feite gebruikt voor het drukken. Pformaat / L-formaat Opmerking: in sommige regio's is het L-formaat afdrukpapier niet te koop. • Aantal afdrukken: geef op hoeveel afdrukken er moeten worden gemaakt.
Onderdelen Beschrijving Documentopties
10 Op het tabblad "Papier/Kwaliteit" geeft u de kleur of de papierbron op.
Opmerkingen • U kunt geen films, BMP- of RAW-gegevens afdrukken. • Zet dit apparaat in de afdrukstand om het als printer te gebruiken. In geen enkele andere stand wilt het afdrukken. Voor details over de afdrukstand raadpleegt u pagina 32. Tips
Onderdelen Beschrijving Ladeselectie
In het uitklapvenster "Papierinvoer" selecteert u "Automatisch selecteren".
Kleur
Voor kleurafdrukken selecteert u "Kleur". Voor monochroomafdrukken selecteert u "Zwart-wit".
Geavanceerd Het dialoogvenster "Geavanceerde opties voor Sony DPP-F700" verschijnt (pagina 83). Voor details raadpleegt u stap 9.
11 Klik op "OK". Het dialoogvenster "Afdrukken" verschijnt weer.
12 Klik op "Afdrukken". Het afdrukken begint. Voor details van de eigenschappen van de PMB raadpleegt u de PMB-help.
84 NL
• Wanneer u een serie stilstaande afbeeldingen wilt selecteren in het afbeeldinggedeelte van het hoofdvenster, klikt u op de eerste afbeelding in de serie, houdt u de Shift-toets ingedrukt en klikt u op de laatste afbeelding. Wanneer u een aantal stilstaande afbeeldingen wilt selecteren die niet op rij staan, houdt u de Ctrl-toets ingedrukt en klikt u ze stuk voor stuk aan. • U kunt ook afdrukken vanaf het scherm voor weergave enkele afbeelding. • Ga als volgt te werk om de afdrukhandeling te annuleren. 1Dubbelklik op het printerpictogram op de taakbalk en open het dialoogvenster "Afdrukken". 2Klik op de documentnaam waarvoor u het afdrukken wilt annuleren en klik op "Annuleren" in het menu "Document". Het dialoogvenster voor het bevestigen van het verwijderen verschijnt. 3Klik op "Ja". De afdrukopdracht is geannuleerd. Opmerkingen • Wanneer u een opdracht annuleert, kunt u de pagina die momenteel wordt afgedrukt, niet stoppen.
Een bladermap registreren Met PMB kunt u afbeeldingen die op de vaste schijf van de computer zijn opgeslagen, niet direct bekijken. U moet de bladermap eerst als volgt registreren.
1
Klik op "Bestand"-"Weergegeven mappen registreren" of klik op . Het dialoogvenster "Mappen registreren voor weergave" verschijnt.
2
Een andere bladermap kiezen Klik op "Extra" - "Instellingen" "Weergegeven mappen". Tips • Wanneer de bronmap een submap bevat, worden de afbeeldingen in de submap ook geregistreerd. • Wanneer u de software voor de eerste keer start, verschijnt een melding die u vraagt "Afbeeldingen" te registreren. • Afhankelijk van het aantal afbeeldingen kan het registreren van de afbeeldingen enkele tientallen minuten duren.
Selecteer de map die u wilt registreren en klik op "Registreren".
Opmerkingen
Afdrukken vanaf een computer
• U kunt niet de hele schijf registreren.
Het dialoogvenster voor het bevestigen van het registreren verschijnt.
3
Klik op "Ja". Registratie van de afbeeldinginformatie in de gegevensbank start.
4
Klik op "Sluiten". Opmerkingen • De map die u selecteert als de doelmap van de geïmporteerde afbeeldingen, wordt automatisch geregistreerd. • U kunt de registratie van de map die u hier registreert, niet annuleren.
85 NL
Afdrukken vanuit een in de handel verkrijgbare softwareapplicatie U kunt een in de handel verkrijgbare softwareapplicatie gebruiken om een afbeelding af te drukken vanaf de DPP-F700. Selecteer "DPP-F700" als een printer in het afdrukdialoogvenster en selecteer het formaat van het afdrukpapier in het dialoogvenster voor de pagina-instelling. Voor details over de afdrukinstellingen raadpleegt u de stappen 7 en 8 op pagina 82. Op de "Afdrukken zonder rand"instelling in "Printerfuncties" Wanneer u een andere applicatie gebruikt dan PMB, kan een afbeelding worden afgedrukt met randen ook al selecteert u "ON" voor "Afdrukken zonder rand" in "Printerfuncties" van het dialoogvenster "Geavanceerde opties voor Sony DPP-F700". Wanneer u de afdrukoptie zonder randen selecteert, wordt de informatie over het afdrukbereik voor afdrukken zonder randen overgedragen aan de applicatie. Sommige applicaties kunnen de afbeelding echter indelen en afdrukken met randen binnen het opgegeven bereik. Wanneer dat gebeurt, doet u het volgende om een afbeelding zonder randen af te drukken. • Wanneer u het afdrukbereik kunt instellen voor een applicatie, stelt u een afbeelding die u wilt afdrukken volledig in in het beschikbare afdrukbereik. Wanneer u bijvoorbeeld afbeeldingen afdrukt met behulp van "Windows Fotogalerie" van Windows Vista, selecteert u "Fotoafdruk op volledige pagina" en controleert u "Afbeelding aan lijst aanpassen".
86 NL
Instelling Oriëntatie Afhankelijk van de softwareapplicatie die u gebruikt, verandert de oriëntatie misschien niet ook al pendelt u tussen de portret- en landschapinstelling. Met de Randen/Geen rand-instelling van het printerstuurprogramma Wanneer de softwareapplicatie die u gebruikt de Randen/Geen rand-instelling heeft, stellen we u voor dat u "ON" selecteert voor "Afdrukken zonder rand" in "Printerfuncties" van het dialoogvenster "Geavanceerde opties voor Sony DPP-F700" als de instelling voor het printerstuurprogramma. Ingesteld aantal afdrukken Afhankelijk van de softwareapplicatie die u gebruikt, heeft het ingestelde aantal afdrukken van de applicatie misschien prioriteit over de instelling die is opgegeven in het dialoogvenster van het printerstuurprogramma.
Oplossen van problemen
Foutmeldingen Als er problemen zijn Bij papierstoringen Reinigen
87 NL
Foutmeldingen Als zich een fout voordoet, kan één van de volgende foutmeldingen op het LCD-scherm van dit apparaat verschijnen. Volg de bijbehorende hieronder beschreven aanwijzing voor het oplossen van het probleem.
Geheugenkaarten en intern geheugen Foutmelding
Betekenis/Oplossingen
Geen Memory Stick. / Geen CompactFlash-kaart. / Geen SDgeheugenkaart. / Geen xD-Picture Card.
• Er is geen geheugenkaart in de sleuf gestoken. Plaats een geheugenkaart in de bijbehorende sleuf. (.pagina 25)
Er is een niet-compatibele Memory • Er is een niet-ondersteunde geheugenkaart ingestoken. Stick geplaatst. / Er is een nietGebruik een geheugenkaart die dit apparaat ondersteunt. compatibele Compact-Flash-kaart geplaatst. / Incompatibele SDgeheugenkrt geplaatst. / Er is een niet-compatibele xD-Picture Card geplaatst. Geen afbeeldingsbest.
• Er staat op de geheugenkaart geen beeldbestand dat op het scherm van dit apparaat kan worden weergegeven. Gebruik een geheugenkaart die beeldbestanden bevat die kunnen worden weergegeven met dit apparaat.
Kan geen beveiligd bestand verwijderen.
• Als u een bestand dat is beveiligd wilt verwijderen, moet u de beveiliging ongedaan maken op uw digitale camera of computer.
Geheugenkaart is beveiligd. Annuleer en probeer opnieuw.
• De geheugenkaart is tegen schrijven beveiligd. Schuif de schakelaar voor de schrijfbeveiliging in de stand waarin wegschrijven van afbeeldingen weer mogelijk is. (.pagina 106)
De Memory Stick is vol. / De CompactFlash-kaart is vol. / De SD-geheugenkaart is vol. / De xDPicture Card is vol. /Het interne geheugen is vol.
• En kunnen geen gegevens meer worden opgeslagen omdat de geheugenkaart of het interne geheugen vol is. Verwijder afbeeldingen of gebruik een geheugenkaart met vrije ruimte.
88 NL
Foutmelding
Betekenis/Oplossingen
Fout bij lezen Memory Stick. / Fout • In geval van een geheugenkaart: bij lezen CompactFlash-kaart. / er heeft zich een fout voorgedaan. Controleer of de Fout bij lezen SD-geheugenkaart. / geheugenkaart goed is geplaatst. Als deze foutmelding Fout bij lezen xD-Picture Card./ vaak wordt weergegeven, controleer dan de status van de Fout bij lezen interne geheugen. geheugenkaart met een ander dan dit apparaat. • In geval van het interne geheugen: Schrijffout in Memory Stick. / Schrijffout in CompactFlash-kaart. formatteer het interne geheugen. / Schrijffout in SD-geheugenkaart. / Opmerkingen Schrijffout in xD-Picture Card. / • Het formatteren verwijdert alle beeldbestanden die in het interne Schrijffout in interne geheugen. geheugen zijn geïmporteerd.
De Memory Stick is alleen-lezen.
• Er is een "Memory Stick-ROM" is geplaatst. Sla de afbeeldingen op door de aanbevolen "Memory Stick" te gebruiken.
De Memory Stick is beveiligd.
• Een beveiligde "Memory Stick" is ingezet. Als u de afbeeldingen wilt opslaan of bewerken, gebruik dan een extern apparaat om de beveiliging op te heffen.
Geheugenkaart niet ondersteund.
• In geval van een geheugenkaart, gebruik uw digitale camera of een ander toestel om de geheugenkaart te formatteren. • In het geval van het interne geheugen: formatteer het met dit apparaat. Opmerkingen • Als u de media formatteert, worden alle bestanden die daarop staan verwijderd.
Afbeeldinggegevens Betekenis/Oplossingen
Kan afbeelding niet openen.
• Dit apparaat kan niet een afbeelding weergeven of openen waarvan de indeling niet wordt ondersteund.
Geen DPOF-bestand.
• Er zijn geen bestanden van afbeeldingen met DPOFinstelling op de geheugenkaart. Geef het afdruk-merkteken (DPOF) van de camera op.
Vervolg
89 NL
Foutmeldingen
Foutmeldingen
Inktlint Foutmeldingen
Betekenis/Oplossingen
Geen inktlint. Plaats een P size inktlint en druk op [PRINT].
• Het inktlint is niet in dit apparaat geplaatst. Plaats het inktlint. (.pagina 33) Wanneer "reinigingscartridge" verschijnt, plaatst u de reinigingscartridge. (.pagina 104)
Einde inktlint.
• Vervang het huidige inktlint door een nieuw inktlint. (.pagina 33)
Einde inktlint. Plaats een P size inktlint en druk op [PRINT].
Verkeerd type inktlint. Plaats een P size • Zet een inktlint in en leg afdrukpapier van het inktlint en druk op [PRINT]. weergegeven formaat in. (.pagina 33)
Afdrukpapier Foutmeldingen
Betekenis/Oplossingen
Geen papierlade. Plaats een papierlade met P size afdrukpapier en druk op [PRINT].
• Er ligt geen afdrukpapier in dit apparaat. – De papierlade is niet in dit apparaat gezet. – Het afdrukpapier is niet in de papierlade gelegd. – Het afdrukpapier is op. • Leg in elk van de gevallen afdrukpapier in de lade en zet de papierlade in dit apparaat. (.pagina 34)
Geen afdrukpapier. Plaats afdrukpapier voor P Size en druk op [PRINT].
Geen reinigingsvel. Plaats reinigingsvel • Er zit geen reinigingsvel in de papierlade. Leg het en druk op [PRINT]. reinigingsvel in de papierlade en zet de papierlade in dit apparaat. (.pagina 104) Verkeerd afdrukpapier. Plaats afdrukpapier voor P Size en druk op [PRINT].
• Het afdrukpapier en het inktlint horen niet bij elkaar. Controleer het formaat van het inktlint dat in dit apparaat is geplaatst en stel het afdrukpapier in op een overeenkomstig formaat. (.pagina 33, 34)
Papierstoring. Verwijder afdrukpapier.
• Papier is vastgelopen. Zie "Bij papierstoringen" (.pagina 103) en verwijder vastgelopen papier uit dit apparaat.
90 NL
Als er problemen zijn Probeer, voordat u dit apparaat ter reparatie aanbiedt, de volgende aanwijzingen voor het oplossen van het probleem. Vraag advies aan uw Sony-dealer of aan het Sony-servicecentrum als het probleem aanhoudt.
Voeding Symptoom
Controleer onderdeel
Oorzaak/Oplossingen
U kunt het apparaat niet aanzetten.
• Is de stekker er wel goed ingestoken?
c Steek de stekker er goed in.
Afbeeldingen weergeven Wanneer één van de volgende problemen optreedt, raadpleegt u onderstaande tabel. "Er verschijnen geen afbeeldingen wanneer ik dit apparaat aanzet", "Kan het bedieningsscherm niet instellen" of "Het afdrukken start niet, ook al staat de printer aan". Controleer onderdeel
Oorzaak/Oplossingen
Er worden geen afbeeldingen weergegeven op het scherm.
• Is er een geheugenkaart op juiste wijze ingezet?
c Plaats een geheugenkaart op juiste wijze. (.pagina 25)
• Bevat de geheugenkaart afbeeldingen die zijn opgeslagen met een digitale camera of een ander apparaat?
c Zet een geheugenkaart in die afbeeldingen bevat of sluit een extern apparaat aan waarop afbeeldingen staan. c Controleer welke bestandsindelingen kunnen worden weergegeven. (.pagina 109)
• Is de bestandsindeling geschikt voor DCF?
c Dit apparaat kan een bestand dat niet uitwisselbaar is met DCF misschien niet weergeven, ook al kan een computer het wel weergeven.
• Staat dit apparaat in de modus met klok en kalender?
c Zet het in een andere modus dan de modus met klok en kalender. (.pagina 27)
Afbeeldingen • Zijn deze afbeeldingen worden niet opgeslagen vanaf een weergegeven in de computer? volgorde van de • Zijn deze afbeeldingen opnamedatum. bewerkt op een computer?
c De informatie over de opnamedatum kan zijn gewijzigd of verloren zijn gegaan toen u een beeldbestand bewerkte of opsloeg op een computer.
Vervolg
91 NL
Als er problemen zijn
Symptoom
Symptoom
Controleer onderdeel
Oorzaak/Oplossingen
Sommige afbeeldingen worden niet weergegeven of niet afgedrukt.
• Worden de afbeeldingen weergegeven in de indexweergave?
c Als de afbeelding wordt weergegeven in de indexweergave maar niet kan worden weergegeven als één enkele afbeelding, kan het zijn dat het bestand van de afbeelding beschadigd is, ook al zijn de gegevens van het miniatuurvoorbeeld goed. c Dit apparaat kan een bestand dat niet uitwisselbaar is met DCF misschien niet weergeven of afdrukken, ook al kan een computer het wel weergeven.
• Verschijnt het merkteken dat c Als het links getoonde merkteken hieronder wordt verschijnt, kan het zijn dat dit apparaat het weergegeven in de beeldbestand niet ondersteunt, indexweergave? bijvoorbeeld omdat het een JPEG:bestand is dat is gemaakt met de computer. Ook kan het zijn dat het beeldbestand wordt ondersteund, maar dat het geen gegevens van de miniatuur bevat. Selecteer het merkteken, druk op en • Zijn de afbeeldingen schakel over naar het scherm met gemaakt met een applicatie weergave van één afbeelding. Wanneer op een computer? het apparaat de afbeelding weergeeft, kunt u het ook afdrukken. Als het links getoonde merkteken aanwezig blijft in de weergave enkele afbeelding, ondersteunt dit apparaat het beeldbestand niet en kan het het ook niet weergeven of afdrukken. • Verschijnt het merkteken dat c Als het links getoonde merkteken hieronder wordt verschijnt, ondersteunt dit apparaat het weergegeven in de beeldbestand maar kunnen de gegevens indexweergave? van de miniatuurafbeeldingen of de afbeeldingen zelf niet worden geopend. Selecteer het merkteken, druk op en schakel over naar het scherm met weergave van één afbeelding. Wanneer het apparaat de afbeelding weergeeft, kunt u het ook afdrukken. Als het links getoonde merkteken aanwezig blijft in de weergave enkele afbeelding, ondersteunt dit apparaat het beeldbestand niet en kan het het ook niet weergeven of afdrukken.
92 NL
Symptoom
Controleer onderdeel
Oorzaak/Oplossingen
Sommige afbeeldingen worden niet weergegeven of niet afgedrukt.
• Zijn er meer dan 4.999 afbeeldingen opgeslagen op de geheugenkaart?
c Dit apparaat kan tot 4.999 bestanden van afbeeldingen afspelen, afdrukken, opslaan, verwijderen of anderszins verwerken.
• Hebt u het bestand met een computer of een ander apparaat een andere naam gegeven?
c Als u het bestand op uw computer een naam hebt gegeven of een andere naam hebt gegeven en de bestandsnaam bevat andere tekens dan de alfanumerieke tekens, kan dit apparaat de afbeelding misschien niet weergeven.
• Heeft de map-hiërarchie van c Dit apparaat kan geen afbeeldingen de geheugenkaart vijf weergeven die zijn opgeslagen in een map niveaus of meer? die meer dan vijf niveaus diep ligt. De bestandsnaam wordt niet juist weergegeven.
• Hebt u het bestand met een computer of een ander apparaat een andere naam gegeven?
In het menu • Is het afdrukvoorbeeld van Bewerken zijn de afbeelding misschien lege gedeelten horizontaal of verticaal aanwezig aan de buitengewoon uitgerekt? onder- en bovenkant van het afdrukvoorbeeld van de afbeelding.
c Als een afbeelding extreem hoog of breed is, kunnen er lege gedeelten aanwezig zijn in het menu Bewerken. c De standaard beeldverhouding van een opname met een digitale camera is 3:4. Wanneer u een ander dan dit apparaat gebruikt om een afbeelding te bewerken of op te slaan, wordt het opgeslagen als een meer horizontale afdrukafbeelding en worden de boven- en onderranden afgesneden en zwart weergegeven.
• Is de [Autoweerg.stand]c Stel de [Autoweerg.stand]-instelling in op instelling van dit apparaat op [Aan]. (.pagina 66) [Uit] gezet? c Wanneer de rotatie-informatie [Geen rot.] • Geeft de rotatie-informatie weergeeft, kunt u de afbeelding op het scherm voor de handmatig roteren. (.pagina 52) afbeeldinginformatie [Geen rot.] weer?
Vervolg
93 NL
Als er problemen zijn
De afbeelding draait niet automatisch wanneer u dit apparaat in de portretstand plaatst.
c Als u het bestand op uw computer een naam hebt gegeven of een andere naam hebt gegeven en de bestandsnaam bevat andere tekens dan alfanumerieke tekens, kan dit apparaat de bestandsnaam misschien niet goed weergeven.
Afbeeldingen opslaan en verwijderen Symptoom
Controleer onderdeel
Oorzaak/Oplossingen
Kan een afbeelding niet opslaan.
• Is de geheugenkaart tegen schrijven beveiligd?
c Hef de schrijfbeveiliging op en probeer nogmaals op te slaan.
• Staat de schakelaar voor de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart in de "LOCK"-stand?
c Schuif de schakelaar voor de schrijfbeveiliging in de stand waarin wegschrijven van afbeeldingen weer mogelijk is.
• Is de geheugenkaart vol?
c Vervang de geheugenkaart door één met voldoende vrije ruimte. Of verwijder eventueel afbeeldingen die u niet meer wilt bewaren. (.pagina 47)
• Is het interne geheugen vol?
c Verwijder alle afbeeldingen die u niet meer wilt bewaren. (.pagina 47)
• Hebt u afbeeldingen vanaf een computer opgeslagen in het interne geheugen zonder dat u een map hebt aangemaakt in het interne geheugen?
c Als u niet een map aanmaakt, kunt u niet meer dan 512 afbeeldingen opslaan. Daarnaast kan het aantal afbeeldingen afnemen afhankelijk van de lengte van de bestandsnaam of het type afbeelding. Maak, wanneer u afbeeldingen vanaf een computer opslaat in het interne geheugen, een map aan in het interne geheugen en sla de afbeeldingen in deze map op.
• Is de geheugenkaart tegen schrijven beveiligd?
c Hef de schrijfbeveiliging op met behulp van het apparaat dat u gebruikt en probeer opnieuw afbeeldingen te verwijderen.
• Staat de schakelaar voor de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart in de "LOCK"-stand?
c Schuif de schakelaar voor de schrijfbeveiliging in de stand waarin wegschrijven van afbeeldingen weer mogelijk is.
• Gebruikt u een "Memory Stick-ROM"?
c Het is niet mogelijk een "Memory StickROM" te formatteren of een afbeelding ervan te verwijderen.
Kan een afbeelding niet verwijderen.
• Is deze afbeelding beveiligd? c Controleer de informatie over de afbeelding in de stand enkele weergave. (.pagina 16) Een afbeelding met een -merkteken is ingesteld op Alleen Lezen. U kunt het niet verwijderen van dit apparaat. U hebt per ongeluk een afbeelding verwijderd.
94 NL
—
c U kunt een afbeelding wanneer deze is verwijderd, niet meer terughalen.
Afstandsbediening Symptoom
Controleer onderdeel
Oorzaak/Oplossingen
Er gebeurt niets, ook niet als u de afstandsbediening gebruikt.
• Is de batterij goed in de afstandsbediening gezet?
c Vervang de batterij. (.pagina 20) c Zet een batterij in. (.pagina 20) c Zet een batterij op juiste wijze in. (.pagina 20)
—
c Wijs met de bovenzijde van de afstandsbediening naar de sensor van de afstandsbediening op dit apparaat. (.pagina 20) c Verwijder eventuele obstakels tussen de afstandsbediening en de sensor van de afstandsbediening.
• Is het beschermvel in de afstandsbediening aanwezig?
c Trek het beschermvel uit de afstandsbediening. (. pagina 20)
Symptoom
Controleer onderdeel
Oorzaak/Oplossingen
Er wordt geen papier ingevoerd.
• Is het papier goed in de papierlade gelegd?
c Als het afdrukpapier niet goed in het apparaat is gelegd, kunnen er moeilijkheden met de printer ontstaan. (.pagina 34) Controleer de volgende punten. • Plaats het juiste afdrukpapier in combinatie met het juiste inktlint. • Plaats het afdrukpapier in de juiste richting in de lade. • U kunt maximaal 20 vellen afdrukpapier in de lade plaatsen. Als er meer dan 20 vellen in de lade liggen, neem het overtollige papier dan uit. • Schud het afdrukpapier grondig los en plaats het in de lade. • Buig of vouw het afdrukpapier niet vóór het afdrukken, hierdoor kan er storing in dit apparaat ontstaan.
• Gebruikt u afdrukpapier dat niet bedoeld is voor dit apparaat?
c Gebruik afdrukpapier dat bedoeld is voor dit apparaat. Als u ongeschikt afdrukpapier gebruikt, kan er storing in dit apparaat ontstaan. (.Over de afdrukpakketten)
Afdrukken
95 NL
Als er problemen zijn
Vervolg
Symptoom
Controleer onderdeel
Oorzaak/Oplossingen
Het afdrukpapier komt tijdens het afdrukproces gedeeltelijk te voorschijn.
• Is de perforatie van het afdrukpapier verwijderd? • Gebruikt u afdrukpapier dat niet bedoeld is voor dit apparaat?
c Gebruik afdrukpapier dat bedoeld is voor dit apparaat. Als u ongeschikt afdrukpapier gebruikt, kan er storing in dit apparaat ontstaan. (.Over de afdrukpakketten)
Afdrukresultaten Symptoom
Controleer onderdeel
De afgedrukte beelden zijn inferieur van kwaliteit.
• Hebt u afdrukvoorbeelden c Afhankelijk van het type digitale camera van afbeeldingen afgedrukt? dat u gebruikt, is het mogelijk in de miniaturenlijst afdrukvoorbeelden van afbeeldingen weer te geven naast de eigenlijke afbeeldingen. De afdrukkwaliteit van de afdrukvoorbeelden van afbeeldingen zal niet zo goed zijn als de eigenlijke afbeeldingen. Let op: als u de afdrukvoorbeelden van de afbeeldingen verwijdert, kunnen de gegevens van de eigenlijke afbeeldingen beschadigd raken.
Oorzaak/Oplossingen
• Hebt u een afbeelding c Wanneer een afbeelding op klein formaat afgedrukt waarvan de wordt afgebeeld in een zwart kader, is de afmeting (breedte of hoogte) afdrukkwaliteit grof als gevolg van het kleiner is dan 480 kleine formaat van de afbeelding. beeldpunten? • Hebt u het menu Bewerken gebruikt voor het vergroten van de afbeelding?
96 NL
c Een vergrote afbeelding wordt, afhankelijk van de afmeting van de afbeelding, afgedrukt in een mindere beeldkwaliteit.
Symptoom
Controleer onderdeel
Oorzaak/Oplossingen
De beeldkwaliteit en de kleuren van het afdrukvoorbeeld op het scherm verschillen van die van de afdruk.
—
c Dit is geen storing, maar wordt veroorzaakt door variaties in het kleurreproductiesysteem of LCDeigenschappen. Afbeeldingen worden zo goed mogelijk aangepast aan het kleurreproductiesysteem en de eigenschappen. U kunt de instellingen voor de beeldkwaliteit als volgt veranderen. – MENU knop - [Instellingen] [Afdrukinstellingen] - [Kleurinstelling] (.pagina 69) – Het aanpassen van de beeldkwaliteit is uitsluitend mogelijk in het menu Creatief afdrukken. Voor details raadpleegt u pagina 61.
De afgedrukte afbeelding, die direct wordt afgedrukt vanaf een geheugenkaart of het interne geheugen verschilt van de afdruk die wordt gemaakt via een computer.
—
c De afgedrukte afbeeldingen zullen verschillen en dit wordt veroorzaakt door de verschillen tussen de interne verwerking van dit apparaat en de softwareverwerking van de computer.
c Druk op de knop MENU, selecteer [Instellingen] en stel [Datumafdruk] in de Afdrukinstellingen in op [Datum] of op [Datum/Tijd]. (.pagina 68)
• Ondersteunt de afbeelding DCF?
c De functie Datumafdruk van dit apparaat ondersteunt een afbeelding die geschikt is voor de DCF-criteria.
• Drukt u af in de stand diashow?
c De indeling van het LCD scherm wordt afgedrukt zoals hij is, en daarom is de instelling Datumafdruk ongeldig.
Vervolg
97 NL
Als er problemen zijn
De datum kan niet • Is [Datumafdruk] ingesteld worden afgedrukt. op [Datum] of [Datum/ Tijd]?
Symptoom
Controleer onderdeel
Oorzaak/Oplossingen
De datum wordt onbedoeld afgedrukt.
• Is [Datumafdruk] ingesteld op [Uit]?
c Druk op de knop MENU, selecteer [Instellingen] en stel [Datumafdruk] in de Afdrukinstellingen op [Uit]. (.pagina 68)
c Wanneer de datum is opgeslagen bij de • Is de datum opgeslagen bij afbeelding, kunt u geen afdruk maken de afbeelding toen deze werd zonder een datum. vastgelegd met de digitale camera? De afbeelding kan niet volledig worden afgedrukt binnen het afdrukbereik. Randen blijven aanwezig.
• Hebt u in het menu c Druk op de knop MENU, selecteer Afdrukinstelling [Rand 1] of [Instellingen] en stel in [Geen rand] door [Rand 2] geselecteerd voor [Afdrukinstellingen] - [Randen] te [Randen]? selecteren. (.pagina 68) • Is de beeldverhouding van de afbeelding juist?
Hoewel [Geen • Drukt u af in de stand rand] voor diashow? [Randen] is geselecteerd in de Afdrukinstellingen, — wordt de afbeelding afgedrukt met randen aan beide kanten.
c Afhankelijk van het type digitale camera dat u hebt gebruikt, verschilt de beeldverhouding van de vastgelegde afbeelding, en daardoor wordt de afbeelding misschien niet over het volledige afdrukbare gebied afgedrukt. c Wanneer u afdrukt in de stand diashow, wordt de indeling van het LCD scherm zoals hij is, en daarom is de instelling Afdrukken zonder rand ongeldig. c Wanneer u een ander dan dit apparaat gebruikt voor het bewerken of opslaan van een afbeelding, worden de lege gebieden rondom een afbeelding ook als onderdeel van de afbeelding opgeslagen. Ook als u zulke afbeeldingen afdrukt met de Geen rand-instelling, kunt u de randen aan beide zijden van een afdruk niet wegnemen. (.pagina 68)
Het is niet mogelijk het gehele gebied van een afbeelding af te drukken.
• Hebt u [Rand 1] ingesteld in c U kunt het hele gebied van een afbeelding afdrukken als u [Rand 1] selecteert in het de Afdrukinstellingen? menu Afdrukinstellingen. (.pagina 68)
De afbeelding wordt afgedrukt onder een hoek.
• Is de papierlade wel goed ingezet?
98 NL
c Zet de papierlade stevig opnieuw in zover als mogelijk is.
Symptoom
Controleer onderdeel
Oorzaak/Oplossingen
Er staan witte lijnen of stippen op de afgedrukte beelden.
—
c Misschien is de afdrukkop of het papierpad vuil. Reinig de kop en het pad met behulp van de geleverde reinigingscartridge en het geleverde reinigingsvel. (.pagina 104)
Het beeld is te helder, te donker, te rood, te geel of te groen.
—
c Stel de beeldkwaliteit in op het betreffende scherm. Het aanpassen van de beeldkwaliteit is uitsluitend mogelijk in het menu Creatief afdrukken. Voor details raadpleegt u pagina 61.
Instellingen Symptoom
Controleer onderdeel
De instellingen • Werkt u met het menu [Geen rand] en Creatief afdrukken? [Rand 1/2] werken niet.
Oorzaak/Oplossingen c In het menu Creatief afdrukken worden sjablonen gebruikt en u kunt niet rand/ randloos afdrukken selecteren.
Aansluiten op een computer Symptoom
Controleer onderdeel
Oorzaak/Oplossingen
—
c Dit apparaat biedt niet de functie voor het bekijken van de afbeeldingen op de geheugenkaart vanaf de computer.
U hebt de geleverde cd-rom niet meer en u wilt een nieuwe aanvragen.
—
c Download het printerstuurprogramma van de website voor Klantenondersteuning. Of neem contact op met uw Sony-dealer.
Het printerstuurprogramma kan niet worden geïnstalleerd.
• Weet u zeker dat u de installatieprocedures goed hebt doorlopen?
c Doorloop de procedures in de bedieningsinstructies en installeer het printerstuurprogramma (.pagina 77). Start de computer opnieuw, als er zich een fout voordoet en voer de installatieprocedures opnieuw uit.
• Is er een ander c Sluit alle applicaties af en installeer het applicatieprogramma actief? printerstuurprogramma opnieuw.
Vervolg
99 NL
Als er problemen zijn
De computer geeft de afbeeldingen op de geheugenkaart die u in dit apparaat hebt gestoken, niet weer.
Symptoom
Controleer onderdeel
Oorzaak/Oplossingen
Het printerstuurprogramma kan niet worden geïnstalleerd.
• Hebt u de cd-rom op juiste wijze als de installatiecd-rom opgegeven?
c Dubbelklik op "Computer (Mijn Computer)" en vervolgens op het cd-rompictogram in het geopende venster. Doorloop de procedures in de bedieningsinstructies en installeer het printerstuurprogramma.
—
Het printerstuurprogra mma kan niet worden geïnstalleerd. Dit apparaat reageert niet op de opdracht tot afdrukken van de computer.
Hoewel "Geen rand" is geselecteerd, wordt de afbeelding afgedrukt met randen.
100 NL
c Het USB-stuurprogramma is misschien niet goed geïnstalleerd. Volg de bedieningsinstructies en installeer het USB-stuurprogramma opnieuw.
• Is er een antivirusprogramma of een ander programma actief op het systeem?
c Als er een anti-virusprogramma of een ander programma actief is op het systeem, sluit dat dan af en begin met het installeren van het stuurprogramma.
• Hebt u ingelogd met een Administratorgebruikersaccount?
c Log in in Windows met een Administrator-gebruikersaccount en installeer het stuurprogramma.
—
• Gebruikt u software van een andere applicatie dan PMB?
c Als het Windows-bureaublad geen moeilijkheden laat zien, kijk dan op het LCD-scherm. Ga als volgt te werk als dit apparaat moeilijkheden geeft. 1. Zet de toets 1 (Aan / Standby) van dit apparaat op Uit. 2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact, wacht 5 tot 10 seconden en steek de stekker weer in het stopcontact. 3. Start uw computer opnieuw op. Als hiermee het probleem niet wordt verholpen, vraag dan advies aan uw Sonydealer of aan een Sony-servicecentrum. c Wanneer u een andere applicatie gebruikt dan PMB, kan een afbeelding worden afgedrukt met randen ook al hebt u een randloze afdruk geselecteerd. Wanneer u met randen/randloos kunt instellen met een applicatie, stelt u een afbeelding die u wilt afdrukken volledig in in het afdrukbereik, ook al wordt de afbeelding tot buiten het bereik afgedrukt.
Symptoom
Controleer onderdeel
Oorzaak/Oplossingen
Het aantal afdrukken dat is opgegeven in "Pagina’s per vel" op het tabblad "Indeling" van het dialoogvenster "Eigenschappen voor Sony DPPF700" komt niet overeen met de feitelijke afdrukhoeveelheid en afdrukresultaten.
—
c Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, heeft de gebruikte instelling voor het aantal afdrukken misschien prioriteit over de instelling die is opgegeven in het dialoogvenster van het printerstuurprogramma.
De kleuren van de afbeelding die wordt afgedrukt vanaf een computer, verschillen van die van de afbeelding die wordt afgedrukt vanaf een geheugenkaart.
—
c Omdat het proces van het afdrukken van een afbeelding vanaf een geheugenkaart verschilt van dat van het afdrukken vanaf een computer, kan het voorkomen dat de kleuren niet geheel hetzelfde zijn.
Er verschijnt een foutmelding "Er is een fout opgetreden terwijl een document naar het USB-apparaat wordt gestuurd.".
—
c Trek de USB-kabel los en sluit hem daarna weer aan.
Als er problemen zijn
Vervolg
101 NL
Overige Symptoom
Controleer onderdeel
Oorzaak/Oplossingen
Het inktlint inzetten gaat niet gemakkelijk.
—
c Als het niet lukt het inktlint op zijn plaats te klikken, verwijder het dan en plaats het daarna opnieuw. Verwijder de vrije slag uit het inktlint alleen wanneer het inktlint te slap is en u het niet kunt inzetten. (.pagina 33)
U kunt het inktlint niet verwijderen.
—
c Zet dit apparaat uit met behulp van de knop 1 (Aan / Standby) en zet hem vervolgens weer aan. Probeer of u het inktlint kunt uitnemen wanneer het bewegingsgeluid binnen dit apparaat stopt. Als dit geen oplossing biedt voor het probleem, neem dan contact op met het Sony-servicecentrum of uw Sonydealer.
102 NL
Bij papierstoringen 1
Zet dit apparaat uit en daarna weer aan. Wacht tot het afdrukpapier automatisch wordt uitgeworpen. 1 (Aan / Standby)
Afdrukpapier
2 3
Neem het uitgeworpen afdrukpapier weg bij dit apparaat. Haal de papierlade en het inktlint uit dit apparaat en zorg ervoor dat er geen papier meer vastzit.
Kijk of er papier vastzit in dit apparaat. Verwijder het, als dat zo is.
Bij papierstoringen Reinigen
Tips • Als u papier dat is vastgelopen niet kunt verwijderen, neem dan contact op met uw Sonydealer.
103 NL
Reinigen Als er witte lijnen of puntige stipjes op de afbeelding worden afgedrukt, is de thermische transferkop misschien vervuild met het stof dat zich in dit apparaat heeft verzameld. Reinig het binnenwerk van dit apparaat met de geleverde reinigingscartridge en het reinigingsvel. Verwijder vóór het reinigen van dit apparaat alle geheugenkaarten, geheugenkaarten en USB-kabels.
1 2
3 4
Open de deksel voor de inktlinthouder en als er een inktlint in dit apparaat zit, verwijder dat dan. Zet de geleverde reinigingscartridge in dit apparaat en sluit de deksel voor inktlinthouder.
Neem de papierlade uit dit apparaat. Als er afdrukpapier in de lade ligt, haal dat er dan uit. Plaats het reinigingsvel in de papierlade met de niet-bedrukte zijde omhoog. Reinigingsvel
104 NL
5
Zet de papierlade in dit apparaat en druk op PRINT. De reinigingscartridge en het reinigingsvel zullen dit apparaat binnenin schoonmaken. Wanneer de reiniging is voltooid, wordt het reinigingsvel automatisch uitgeworpen.
6
Haal de reinigingscartridge en het reinigingsvel uit dit apparaat.
Tips • Bewaar de reinigingscartridge en het reinigingsvel bij elkaar voor een latere reinigingsbeurt. Zorg ervoor dat u ze niet kwijt raakt. Opmerkingen • Wanneer de printer goed presteert, zal een reinigingsbeurt geen verbetering opleveren van de kwaliteit van de afdruk. • Plaats het reinigingsvel niet op afdrukpapier wanneer u de reinigingsbeurt uitvoert, dit zou een papierstoring of andere moeilijkheden kunnen veroorzaken. • Voer de reinigingsbeurt enkele malen uit, als één reinigingsbeurt geen verbetering oplevert van de afdrukkwaliteit, • U kunt dit apparaat niet reinigen terwijl het is aangesloten op een computer.
Overig
Aanvullende informatie
105 NL
*5
Over de geheugenkaarten "Memory Stick" *6
Typen "Memory Stick" die dit apparaat kan gebruiken Bij dit apparaat kunt u de volgende typen "Memory Stick".*1 gebruiken. Type "Memory Stick"
Weergeven / afdrukken / verwijderen / opslaan
"Memory Stick"*2 (Niet geschikt voor "MagicGate")
OK
"Memory Stick"*2 (Geschikt voor "MagicGate")
OK*5
"MagicGate Memory Stick"*2
OK*5
"Memory Stick
PRO"*2
OK*5 *2
"Memory Stick PRO-HG"
OK*5*6
"Memory Stick Micro"*3 ("M2"*4)
OK*5
*1
*2
*3
*4
Dit apparaat ondersteunt FAT32. Gebleken is dat u dit apparaat kunt gebruiken met een "Memory Stick" met een capaciteit van 16 GB of minder geproduceerd door de Sony Corporation. Wij garanderen echter niet dat u dit apparaat kunt gebruiken met iedere "Memory Stick". Dit apparaat is uitgerust met een sleuf die geschikt is voor media van zowel standaardafmeting als van Duo-afmeting. U kunt zonder een "Memory Stick Duo"-adapter zowel een "Memory Stick" van standaardafmeting als een "Memory Stick Duo" van compacte afmeting gebruiken. Plaats, wanneer u de "Memory Stick Micro" met dit apparaat gebruikt, deze altijd in een "M2"adapter. "M2" is een afkorting van "Memory Stick Micro". In dit hoofdstuk wordt "M2" gebruikt om de "Memory Stick Micro" te beschrijven.
106 NL
De met "MagicGate" auteursrechterlijk beschermde gegevens kunnen niet worden gelezen/ vastgelegd. "MagicGate" is de algemene naam van een technologie voor auteursrechterlijke bescherming die ontwikkeld is door Sony waarbij gebruik gemaakt wordt van techniek voor het vaststellen van de authenticiteit en het versleutelen van gegevens met behulp van encryptie. Dit apparaat ondersteunt geen 8-bit parallelle gegevensoverdracht.
Opmerkingen over gebruik • Plaats niet meer dan één "Memory Stick" tegelijkertijd, omdat dit moeilijkheden met dit apparaat kan veroorzaken. • Plaats, wanneer u de "Memory Stick Micro" met dit apparaat gebruikt, deze altijd in een "M2"-adapter. • Als u een "Memory Stick Micro" in dit apparaat plaatst zonder een "M2"-adapter, kunt u misschien de "Memory Stick Micro" niet uitnemen. • Als u de "Memory Stick Micro" in een "M2"adapter plaatst en deze "M2"-adapter in een "Memory Stick Duo"-adapter plaatst, functioneert dit apparaat misschien niet goed. • Wanneer u een "Memory Stick" formatteert, gebruik dan de formatteerfunctie van uw digitale camera. Als u een "Memory Stick" formatteert met uw computer, worden de afbeeldingen misschien niet goed weergegeven. • Wanneer u een "Memory Stick"-medium formatteert, worden alle gegevens van afbeeldingen, inclusief beveiligde bestanden, gewist. Het is belangrijk dat u de inhoud van de "Memory Stick" controleert voordat u formatteert, zodat u voorkomt dat belangrijke gegevens per ongeluk worden gewist. • U kunt geen gegevens vastleggen, bewerken of verwijderen als u de schakelaar voor schrijfbeveiliging in de stand LOCK schuift. • Plak niet een ander materiaal dan het geleverde etiket op de etiketpositie. Wanneer u het geleverde etiket opplakt, is het belangrijk dat u het op de etiketpositie plakt. Let er goed op dat het etiket niet uitsteekt.
SD-geheugenkaart Met de SD-geheugenkaart- / xD-Picture Carddubbelformaatsleuf van dit apparaat kunt u gebruik maken van: • SD-geheugenkaart*1 • miniSD-geheugenkaart, microSDgeheugenkaart (Er is een adapter nodig.)*2 • SDHC-geheugenkaart*3 • MMC standaard geheugenkaart *4 Wij garanderen niet een goed functioneren van alle typen SD-geheugenkaarten en MMC standaard geheugenkaarten. *1
*2
Dit apparaat blijkt goed te functioneren met een SD-geheugenkaart met een capaciteit van 2 GB of minder. Sommige in de handel verkrijgbare kaartadapters hebben aan de achterzijde aansluitpunten die uitsteken. Mogelijk werkt dit type adapter niet goed met dit apparaat.
Aansluitingen
xD-Picture Card Met de SD-geheugenkaart- / xD-Picture Carddubbelformaatsleuf van dit apparaat kunt u gebruik maken van een xD-Picture Card*5. Niet alle bedieningsfuncties van geheugenkaarten worden ondersteund en wij garanderen geen goede werking voor alle typen xD-Picture Card. *5
CompactFlash-kaart Met de CompactFlash-kaartsleuf van dit apparaat kunt u gebruik maken van: • CompactFlash-geheugenkaart (type I / type II) en CF+Card (type I / type II)uitwisselbare CompactFlashgeheugenkaart*6*7. Wij garanderen echter niet een goed functioneren voor alle typen CompactFlashkaarten. *6
*3
*4
Dit apparaat blijkt goed te functioneren met een SDHC-geheugenkaart met een capaciteit van 32 GB of minder. Dit apparaat blijkt goed te functioneren met een standaard MMC-geheugenkaart met een capaciteit van 2 GB of minder.
Dit apparaat blijkt goed te functioneren met een xD-Picture Card met een capaciteit van 2 GB of minder.
*7
Gebruik een CompactFlash-kaart met een vermogensspecificatie van 3,3 V of 3,3 V / 5 V. U kunt niet een type voor alleen 3 V of 5 V gebruiken. Steek geen andere typen CompactFlash-kaarten in de insteeksleuf van dit apparaat. Dat kan het apparaat beschadigen. Dit apparaat blijkt goed te functioneren met een CompactFlash met een capaciteit van 32 GB of minder.
Opmerkingen over gebruik Het lezen/vastleggen van gegevens waarvoor auteursrechtbeveiliging nodig is, is niet mogelijk.
Aanvullende informatie
107 NL
Opmerkingen over het gebruik van een geheugenkaart • Wanneer u een kaart gebruikt, is het belangrijk dat u controleert wat de juiste richting voor het insteken van de kaart en de juiste insteeksleuf is. • Wanneer u de kaart te krachtig insteekt, kan dat dit apparaat of de geheugenkaart beschadigen. • Verwijder niet een kaart en zet dit apparaat niet uit terwijl dit apparaat gegevens leest of schrijft, of wanneer het lampje Lezen/ Schrijven knippert. • Wij adviseren u een reservekopie van belangrijke gegevens te bewaren. • Dit apparaat kan gegevens die met de computer zijn verwerkt misschien niet weergeven. • Wanneer u een kaartje meeneemt of opbergt, stop het dan in de verpakking die erbij is geleverd. • Raak het aansluitpunt van een kaartje niet aan met uw hand of met een metalen voorwerp. • Stoot niet tegen een kaartje, verbuig het niet en laat het niet vallen. • Haal een kaartje niet uit elkaar en breng er geen wijzigingen in aan. • Stel een kaartje niet bloot aan water. • Gebruik of bewaar een kaartje niet onder de volgende omstandigheden. – Plaatsen waar omstandigheden heersen die verschillen van de vereiste gebruiksomstandigheden, waaronder het zeer warme interieur van een auto die in de zon is geparkeerd en/of ’s zomers in een geparkeerde auto, buitenshuis in direct zonlicht of op een plaats in de buurt van de verwarming. – Vochtige locaties of locaties waar bijtende stoffen zijn – Locaties die blootstaan aan statische elektriciteit of elektrische ruis
108 NL
Technische gegevens x Digitale printer / fotolijst
* De definitie van de normale stand is de status waarin een diavoorstelling mogelijk is met afbeeldingen die zijn opgeslagen in het interne geheugen, met de standaardinstellingen zonder dat een geheugenkaart is ingestoken. Vervolg
109 NL
Aanvullende informatie
Afdrukmethode AFdrukken met inktsublimatie (geel / magenta / cyaan in drie gangen) Afdrukresolutie 300 (H) × 300 (V) dpi Beeldverwerking per stip 256 tinten (steeds 8 bits voor geel / magenta / cyaan) Afdrukbereik 1.800 × 1.200 stippen Afdrukafmeting 101,6 × 152,4 mm (4 × 6 inch) (maximum, zonder randen) Afdruksnelheid (per vel)*1 *2 Intern geheugen*3/geheugenkaart*4/PC*5 Ongeveer 45 seconden Inktlint / afdrukpapier tRaadpleeg de meegeleverde "Over de afdrukpakketten". LCD-scherm LCD-paneel: 18 cm/7,0 inch; TFT actieve matrix Totaal aantal stippen: 1.152.000 (800 × 3 (RGB) × 480) beeldpunten Effectief weergavegebied Beeldverhouding weergave 16:10 LCD-schermbereik: 17,3 cm/6,8 inch Totaal aantal beeldpunten: 1.105.920 (768 × 3 (RGB) × 480) beeldpunten Levensduur LCD-achtergrondverlichting 20.000 uur (voordat helderheid van achtergrondverlichting is gehalveerd)
Aansluitingen Ingang/Uitgang USB-connector (type B, volle snelheid USB) Sleuven "Memory Stick"-sleuf (Standaard/Duo)/ SD-geheugenkaartsleuf/ xD-Picture Card-sleuf/ MMC-kaartsleuf/ CompactFlash-kaartsleuf Geschikte bestandsindelingen voor afbeeldingen JPEG: geschikt voor DCF 2,0, geschikt voor Exif 2,21, JFIF*6 TIFF: geschikt voor Exif 2,21 BMP*7: 1, 4, 8, 16, 24, 32 bit Windowsindeling (Sommige bestandsindelingen van afbeeldingen zijn niet geschikt.) Maximaal aantal pixels dat kan worden weergegeven 8.000 (H) × 6.000 (V) beeldpunten*8 Bestandssysteem FAT12/16/32, sectorgrootte van 2.048 bytes of kleiner Naam beeldbestand DCF-indeling, 256 tekens, binnen vijfde hiërarchie Maximaal aantal bestanden dat kan worden verwerkt 4.999 bestanden voor een geheugenkaart/ een extern apparaat Capaciteit intern geheugen*9 1 GB (Ongeveer 2.000 afbeeldingen*10 kunnen worden opgeslagen.) Eisen die worden gesteld aan de netspanning DC IN-aansluiting, 24 V gelijkspanning Stroomverbruik 100 W (maximum) (Aan / Standby)-modus: minder dan 1 W
Bedrijfstemperatuur 5 °C tot 35 °C Afmetingen Op de lange kant geplaatst: Ongeveer 276 × 150 × 186 mm (b/h/d) (Met de standaard uitgezet) Op de korte kant geplaatst: Ongeveer 149 × 275 × 185 mm (b/h/d) (Met de standaard uitgezet) Afdrukstand (plat): LCD-scherm gesloten: Ongeveer 276 × 85 × 149 mm (b/h/d) Diepte met papierlade bevestigd: Ongeveer 306 mm Gewicht Ongeveer 1,8 kg (zonder papierlade (ongeveer 115 g), inktlint en netspanningadapter) Met inbegrip van accessoires Zie "Inbegrepen onderdelen controleren" op pagina 12.
x Netspanningadapter AC-S2422 Eisen die worden gesteld aan de netspanning - 100 V tot 240 V, 50/60 Hz 1,5 A tot 0,75 A Nominale uitgangsspanning 24 V 2,2 A Piek 3,7 A - 6,5 s Afmetingen Ongeveer 60 × 30,5 × 122 mm (b/h/d) (exclusief uitstekende delen en kabels) Gewicht Ongeveer 305 g Zie het typeplaatje van de netspanningadapter voor nadere bijzonderheden. Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. *
Geschatte aantal afdrukken is ongeveer 2.000 vel (P-formaat). Voor het totale aantal afdrukken raadpleegt u [Systeeminfo] in het menu Instellingen.
110 NL
*1
: gemiddelde tijd tussen het afdrukken en het uitwerpen van het papier. (De tijd kan variëren met afmetingen en indeling van beeldgegevens en bedrijfscondities.) *2 : afdrukinstellingen: [Randen] is ingesteld op [Geen rand], [Datumafdruk] is ingesteld op [Uit] en [Auto Fine Print7] is ingesteld op [Aan]. *3 : foto's die zijn gemaakt met een Sony digitale fotocamera met een effectief aantal pixels van ongeveer 12.100.000 (bestandsgrootte ongeveer 4,1 MB) en opgeslagen in het interne geheugen, waarbij dit apparaat is ingesteld op [Form.aanpas] (bestandsgrootte ongeveer 400 KB). (pagina 67) *4: afbeeldingen in *3 opgeslagen op een Sony "Memory Stick PRO Duo". Afgedrukt vanaf de "Memory Stick PRO Duo" in de sleuf van dit apparaat. *5: zonder gegevensverwerking en overdrachttijd. *6 : basislijn JPEG: met indeling 4:4:4, 4:2:2, of 4:2:0 *7 : u kunt de Picture Motion Browser (PMB) niet gebruiken voor het afdrukken. *8 : 17 beeldpunten of meer zijn nodig zowel verticaal als horizontaal. Een afbeelding met een beeldverhouding van 20:1 of meer zal misschien niet goed worden weergegeven. Zelfs als de beeldverhouding minder is dan 20:1, kan er zich een probleem met de weergave voordoen bij miniaturen, de diavoorstelling of bij andere gelegenheden. *9 : de capaciteit wordt berekend als 1 MB wat gelijk is aan 1.000.000 bytes. De feitelijke capaciteit wordt verminderd omdat bestanden voor beheer en applicaties zijn inbegrepen. Ongeveer 940 MB. *10 : het aantal opgeslagen afbeeldingen is een richtlijn voor het schalen en importeren van afbeeldingen. Bij het schalen en importeren van afbeeldingen worden ze automatisch geschaald naar ongeveer 2.000.000 pixels. Dit verschilt aan de hand van het onderwerp en de opnamecondities.
Startpagina voor klantenondersteuning De meest recente informatie over ondersteuning is beschikbaar op de volgende startpagina: http://www.sony.net/
Over handelsmerken en auteursrechten •
, Cyber-shot, , "Memory , "Memory Stick Duo", , "MagicGate Memory Stick", "Memory Stick PRO", , "Memory Stick PRO Duo", , "Memory Stick PRO-HG Duo", , "Memory Stick Micro", , , "Memory StickROM", , "MagicGate", en zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Sony Corporation. Microsoft, Windows, Windows Vista en DirectX zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Macintosh en Mac OS zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. Intel en Pentium zijn gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation. CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation in de Verenigde Staten. Stick",
•
•
• • •
of xD-Picture Card™ is een handelsmerk van FUJIFILM Corporation. • Contains iType™ en lettertypen van Monotype Imaging Inc. iType™ is een handelsmerk van Monotype Imaging Inc.
• Het SD-logo is een handelsmerk. • Het SDHC-logo is een handelsmerk.
Veiligheid • Let er goed op dat u geen zware voorwerpen op het netsnoer zet of erop laat vallen en let er goed op dat u het netsnoer niet op een of andere manier beschadigt. Werk nooit met dit apparaat wanneer het netsnoer is beschadigd. • Als een vast voorwerp of een vloeistof in de kast zou vallen, trek de stekker van dit apparaat dan uit het stopcontact en laat het nazien door vakbekwaam personeel voordat u het weer in gebruik neemt. • Haal dit apparaat nooit uit elkaar. • Trek het netsnoer aan de stekker uit het stopcontact. Trek nooit aan het netsnoer zelf. • Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact wanneer u dit apparaat langere tijd niet zult gebruiken. • Behandel dit apparaat met voorzichtigheid. • Voorkom het risico van een elektrische schok, trek altijd de stekker van dit apparaat uit het stopcontact voordat u het gaat reinigen en nazien. • Blokkeer de ventilatieopeningen niet. Wanneer u de ventilatieopeningen blokkeert, accumuleert de warmte binnen dit apparaat en kan dan brand of een storing veroorzaken. Ga altijd als volgt te werk om een goede ventilatie te garanderen. • Plaats dit apparaat 20 cm of verder van de muur. • Plaats het niet in een afgesloten ruimte. • Plaats het niet op een hoogpolig tapijt, een dikke deken of iets dat inzakt wanneer u het er op zet. • Wikkel het niet in textiel. • Gebruik het niet op zijn kant of op de kop. • Voel of kijk niet in de papieruitvoersleuf. Er kan plotseling papier uitkomen en letsel veroorzaken. Vervolg
111 NL
Aanvullende informatie
• Libtiff Copyright © 1988 - 1997 Sam Leffler Copyright © 1991 - 1997 Silicon Graphics, Inc • Lua Copyright © 1994-2008 Lua.org, PUC-Rio. • Volledige FreeType-licentie Copyright 1996-2002, 2006 by David Turner, Robert Wilhelm, en Werner Lemberg • Alle andere bedrijven en productnamen die hierin worden vermeld, kunnen de handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van hun respectieve bedrijven. Bovendien worden "™" en "®" niet elke keer vermeld in deze gebruiksaanwijzing. • Andere handelsmerken en -namen zijn eigendom van hun respectieve eigenaren.
Voorzorgsmaatregelen
• Til het apparaat niet op aan het netsnoer, de verbindingskabel, deksel van het inktlintcompartiment, standaard of LCDscherm. Het zou dan kunnen vallen, hetgeen schade aan het apparaat of persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Over de installatie • U kunt dit apparaat beter niet plaatsen op een locatie die blootstaat aan: – trillingen – vocht – heel veel stof – direct zonlicht – extreem hoge of lage temperaturen • Gebruik geen elektrische apparatuur in de buurt van dit apparaat. Dit apparaat zal niet goed werken in elektromagnetische velden. • Plaats geen zware voorwerpen op dit apparaat. • Zorg voor voldoende ruimte rond de printer zodat de ventilatieopeningen niet zijn afgedekt. Het afdekken van deze openingen kan leiden tot interne warmte-accumulatie.
Over de netspanningadapter • Zelfs als dit apparaat is uitgeschakeld, blijft stroom geleverd worden zolang het apparaat via de netspanningadapter op een stopcontact is aangesloten. • Het is belangrijk dat u de netspanningadapter gebruikt die bij dit apparaat is geleverd. Gebruik geen andere netspanningadapters omdat dit storingen zou kunnen veroorzaken. • Gebruik de meegeleverde netspanningadapter niet voor andere apparaten. • Gebruik geen elektrische transformator (reisconverter), omdat dat oververhitting of een storing zou kunnen veroorzaken. • Als het snoer van de netspanningadapter is beschadigd, gebruik het dan niet meer, omdat dat tot een gevaarlijke situatie kan leiden.
112 NL
Beschadig de netspanningadapter niet Wanneer u de netspanningadapter beschadigt, kan dat leiden tot brand of een elektrische schok. • Verander de adapter niet en snij er niet in. • Plaats er geen zware voorwerpen op en trek er niet aan. • Houd het verwijderd van verwarmingsapparatuur. Laat het niet warm worden. • Wanneer u dit apparaat van de netspanning haalt, pak dan de stekker beet en trek deze uit het stopcontact. Wanneer de netspanningadapter is beschadigd, raadpleeg dan uw Sony-dealer of Sonyservicecentrum.
Over vochtcondensatie Als u dit apparaat direct vanuit een koude in een warme ruimte brengt of vanuit een milde omgeving in een zeer warme of vochtige kamer brengt, kan er vocht in het apparaat condenseren. In dergelijke gevallen zal het apparaat waarschijnlijk niet goed werken en kan het zelfs onklaar raken als u het blijft gebruiken. Als er vochtcondensatie optreedt, trek dan de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en gebruik het apparaat ten minste één uur niet.
Over transport Wanneer u dit apparaat vervoert, koppel dan eerst het inktlint, de papierlade, de standaard, de geheugenkaart, de netspanningadapter en aangesloten kabels los van dit apparaat en plaats het met de randapparatuur in de oorspronkelijke doos met beschermende verpakking. Als u de originele doos en de onderdelen van de verpakking niet meer hebt, gebruik dan vergelijkbaar verpakkingsmateriaal zodat dit apparaat niet beschadigt tijdens het transport.
Reinigen Reinig dit apparaat met een zachte, droge doek of een zachte doek die u licht vochtig hebt gemaakt met een milde oplossing van een schoonmaakmiddel. Gebruik geen oplosmiddel van welk type dan ook, zoals alcohol of wasbenzine, omdat dat de afwerklaag zou kunnen beschadigen.
De cd-rom Speel de meegeleverde cd-rom niet af op een cd-speler voor muziek. Dat kan namelijk leiden tot gehoorverlies of beschadigde luidsprekers / koptelefoon of tot schade leiden.
Dit apparaat afvoeren
Over de standaard Wanneer u dit apparaat formatteert, verwijdert u misschien niet alle gegevens van het interne geheugen. Wanneer u afstand doet van dit apparaat, adviseren we u het fysiek te vernielen.
Opmerkingen over het afvoeren van dit apparaat [Intern geh. formatt.] verwijdert gegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen, misschien niet volledig. Sony adviseert u dat u dit apparaat fysiek vernielt voordat u het afvoert.
113 NL
Aanvullende informatie
• Wanneer u dit apparaat in de stand Portret of Landschap zet, gebruikt u de standaard. Dit apparaat is niet gemaakt om aan de muur te hangen. • Bevestig de standaard stevig. • Wanneer de standaard los zit, kunnen dit apparaat of zijn toegevoegde delen vallen en letsel of materiële schade veroorzaken. Wanneer u de standaard bevestigt of verwijdert, zorg er dan voor dat u dit apparaat of de toegevoegde delen niet laat vallen.
Index Symbolen "Memory Stick" Plaatsen 25 Typen 106
A Aan / Standby-toets 14, 15, 23 Aansluiten Computer 74 Netspanningadapter 22 Afbeeldingen sorteren 50 Afdruk annuleren 84 Afdrukken Afbeeldingen van geheugenkaart 36 De PMB (Picture Motion Browser) gebruiken 81 ID-foto 59 Kalender 57 Lay-outafdruk 59 Vanaf een computer 77 Vanuit een in de handel verkrijgbare applicatie 86 Afdrukstand 82 Afspeelapparaat 44 Afstandsbediening 20 Alg. Instelling. 66 Alles afdrukken 63 Auto AAN/UIT 52, 66 Auto Fine Print7 68, 83
B Batch afdrukken 63 Beeldimp.form. 67 Beginstadium 24 Beschermingsinformatie 17 Bijbehorende bestand 17
114 NL
C
G
CompactFlash-kaart Plaatsen 25 Typen 107 Creatief afdrukken 57
Geheugenkaarten Plaatsen 25 Geheugenkaarten Opmerkingen over gebruik 108 Geleverde accessoires 12
D Datum/tijdinstell. 24, 66 Datumafdruk 56, 68 DC IN 24V 22 DCF (Design rule for Camera File system) 68 De afbeelding opslaan 62 De batterij van de afstandsbediening vervangen 20 De instellingen veranderen 64 De standaard opzetten 21 DPOF 63
E Een afbeelding aanpassen 61 Een afbeelding bewerken 60 Een afbeelding draaien 52 Een afbeelding exporteren 45 Een afbeelding vergroten/ verkleinen 51 Een afbeelding verplaatsen 60 Een afbeelding verwijderen 47 Een bladermap registreren 85 Een geheugenkaart plaatsen 25 Een geheugenkaart verwijderen 26 Een inktlint plaatsen 33
H Helderheid 61 Het aantal afdrukken instellen 36 Het afdrukpapier plaatsen 34
I ID-foto 59 Importeren in het interne geheugen 42 In de stand Portret of Landschap zetten 22 Indexafdruk 63 Ingesteld aantal afdrukken 36 Initialiseren 65 Inst. Diashow 41 Effect 41 Interval 41 Kleureffect 41 Weerg.mod. 41 Willekeurig 41 Installatie ongedaan maken PMB (Picture Motion Browser) 80 Printerstuurprogramma 79 Installeren PMB (Picture Motion Browser) 80 Printerstuurprogramma 77 Intern geh. formatt. 48, 67
Inzoomen op/uitzoomen van een afbeelding 51
U
K
V
Kalender 29, 57 Kleurinstelling 41, 69
Verzadiging 61 Voorzorgsmaatregelen 111
L
W
Lay-outafdruk 59 LCD-scherm 13
Weergave diavoorstelling 28 Weergave indexafbeeldingen 31
M Monochroom 41, 60
N Netspanningadapter 22
P
USB-kabel 74, 78
X xD-Picture Card Plaatsen 25 Typen 107
Papierstoringen 103 PMB (Picture Motion Browser) 80
R Randen/Geen rand 56, 68, 83 Reinigen 104, 113
S
Aanvullende informatie
Schakelaar voor schrijfbeveiliging 106 Scherpte 61 SD-geheugenkaart Plaatsen 25 Typen 107 Sepia 41 Stand enkele weergave 30 Systeemvereisten Macintosh 72 Windows 72
T Taalinstelling 67 Technische gegevens 109 Tint 61
115 NL