PERSBERICHT
Dexia N.V., Rogierplein 11, B-1210 Brussel / 7-11, Quai André Citroën, F-75901 Paris Rekeningnr. : 068-2113620-17 - RPR Brussel BTW BE 0458.548.296
Brussel, Parijs en Istanbul, 1 maart 2007 27 P.
Activiteit en resultaten – 4de kwartaal en jaar 2006
Forse toename van de resultaten 4de kwartaal 2006 • Nettoresultaat - groepsaandeel :
786 miljoen EUR (+42,1% t.o.v. Q4 2005)
• Onderliggend nettoresultaat - groepsaandeel : 529 miljoen EUR (+14,4% t.o.v. Q4 2005)
Jaar 2006 • Nettoresultaat - groepsaandeel :
2.750 miljoen EUR (+34,9% t.o.v. 2005)
• Onderliggend nettoresultaat - groepsaandeel : 2.047 miljoen EUR (+14,3% vs. 2005) • Stevige stijging van de onderliggende winst voor alle metiers:
Public Finance: Financiële dienstverlening aan particulieren: Financieel beheer: Investor Services: Verzekeringen: Thesaurie en financiële markten:
+14,1% +13,1% +31,7% +51,4% +12,1% +11,2%
• Return on equity: 23,1%
(20,0% in 2005)
• Winst per aandeel : stijging met 33,2% tot 2,49 EUR
(1,87 EUR in 2005)
• Voorgesteld dividend per aandeel: 0,81 EUR
(+ 14,1 % over 2005)
Persdienst Brussel Persdienst Parijs Investor Relations Brussel Investor Relations Parijs
+32 2 213 50 81 +33 1 43 92 77 05 +32 2 213 57 46 +33 1 43 92 82 54
1/27
I. GECONSOLIDEERDE JAARREKENING OP 31 DECEMBER 2006 De raad van bestuur van Dexia kwam op 1 maart 2007 in Istanbul bijeen en keurde de jaarrekening van de Groep per 31 december 2006 goed.
Geconsolideerde winst- en verliesrekening In miljoenen EUR
Q4 2005
Q4 2006
verschil
FY 2005
FY 2006
verschil
Opbrengsten
1.570
1.885
+20,0%
5.976
7.012
+17,3%
Kosten
-842
-972
+15,4%
-3.229
-3.481
+7,8%
Brutobedrijfsresultaat
728
913
+25,4%
2.747
3.531
+28,5%
Kosten van risico
-26
-55
x 2,2
-52
-124
x 2,4
Waardevermindering van (im)materiële vaste activa
-1
1
n.s.
0
0
n.s.
Belastingen
- 135
-41
-69,6%
-602
-569
-5,5%
Nettoresultaat
566
818
+44,5%
2.093
2.838
+35,6%
Aandeel van derden
13
32
55
88
+60,0%
Nettoresultaat - groepsaandeel
553
786
+42,1%
2.038
2.750
+34,9%
Exploitatiecoëfficiënt
53,6%
51.6%
-
54,0%
49,6%
-
ROE (op jaarbasis)
20,8%
23,6%
-
20,0%
23,1%
-
x
2,5
Voorwoord In 2006 vonden er veel wijzigingen plaats in de consolidatiekring van Dexia, die voornamelijk verband hielden met de acquisitie van DenizBank, en met de desinvesteringen in diverse entiteiten. De meest significante veranderingen in de consolidatiekring vonden plaats tijdens het laatste kwartaal van het jaar, met een participatie van 75% in DenizBank, dat volledig geconsolideerd werd in Dexia, terwijl Banque Artesia Nederland (BAN) uit de consolidatiekring verdween. Zodoende omvat het nettoresultaat-groepsaandeel over het volledige jaar 2006 de resultaten van DenizBank over het vierde kwartaal (32 miljoen EUR), en die van BAN over de drie eerste kwartalen (18 miljoen EUR). Zij omvatten eveneens een zeer hoog nettobedrag aan niet-operationele elementen (703 miljoen EUR). Om de aandacht te vestigen op de voornaamste economische trends, worden in vele gevallen de vergelijkingen tussen de gerapporteerde periodes gemaakt op een vergelijkbare basis. Het proforma nettoresultaat-groepsaandeel voor 2005 vertoont een verschil met het gerapporteerde cijfer van + 16 miljoen EUR. Het nettoresultaat - groepsaandeel kwam uit op 2.750 miljoen EUR in 2006, een toename met 712 miljoen EUR (+34,9%) t.o.v. 2005. De bijdrage van DenizBank aan het nettoresultaat groepsaandeel beliep 32 miljoen EUR in het vierde kwartaal van 2006. De nettobijdrage van de niet-operationele elementen bedroeg + 703 miljoen EUR in 2006 - zie verder voor meer details in vergelijking met + 263 miljoen EUR in 2005, wat dus een verklaring vormt voor 440 miljoen EUR van de stijging van het resultaat. Als we rekening houden met de proforma cijfers voor
2/27
2005, nam het onderliggend1 nettoresultaat - groepsaandeel toe met + 256 miljoen EUR, of globaal met + 14,3%. De toename was fors voor alle metiers, met onderliggende stijgingen van respectievelijk +14,1% voor Public/Project Finance & Credit Enhancement, +13,1% voor Financiële dienstverlening aan particulieren, +31,7% voor Financieel beheer, +51,4% voor Investor Services, +12,1% voor Verzekeringen, en +11,2% voor Thesaurie en Financiële Markten – zie verder voor meer details. Net als vorig jaar was de impact van de wisselkoers op het nettoresultaat - groepsaandeel in 2006 erg beperkt (-5 miljoen EUR). Tijdens het vierde kwartaal van 2006 beliep het nettoresultaat – groepsaandeel 786 miljoen EUR, een groei van 42,1% tegenover het vierde kwartaal 2005. Dit grote verschil is grotendeels te danken aan de bijdrage van de niet-operationele elementen (+257 miljoen EUR tijdens het kwartaal, tegenover +104 miljoen EUR in hetzelfde kwartaal van 2005). Desondanks boekte het onderliggend nettoresultaat eveneens een zeer forse vooruitgang tijdens het kwartaal (+14,4%). De totale opbrengsten bedroegen 7.012 miljoen EUR in 2006, d.i. 1.036 miljoen meer dan in 2005 (+17,3%). Bij gelijkblijvende consolidatiekring en zonder de niet-operationele elementen kwam de stijging uit op 479 miljoen EUR (+8,2%) in één jaar, komende van de groei van de onderliggende opbrengsten in alle metiers : respectievelijk +222 miljoen EUR voor Public Finance (+9,9%); +48 miljoen EUR voor Financiële dienstverlening aan particulieren (+2,1%), +55 miljoen EUR voor Financieel Beheer (+28,2%), + 59 miljoen EUR voor Investor Services (+ 18,9%); + 13 miljoen EUR voor Verzekeringen (+6,1%) en +58 miljoen EUR voor Thesaurie en Financiële Markten (+11,5%). Voor het overige namen de samengevoegde inkomsten voor Central Assets en de niet-operationele elementen toe met 498 miljoen EUR, een aanzienlijk bedrag dat hieronder in detail wordt toegelicht en grotendeels kan worden verklaard door de meerwaarden die tijdens het jaar werden geboekt. Tijdens het vierde kwartaal van 2006 beliepen de totale opbrengsten 1.885 miljoen EUR, een stijging van 315 miljoen EUR in vergelijking met het vierde kwartaal 2005 (+20,0%). De onderliggende opbrengsten stegen met 76 miljoen EUR (+4,8%) in vergelijking met hetzelfde kwartaal in 2005, dankzij de goede vooruitgang die werd geboekt in alle metiers. De samengevoegde opbrengsten voor Central Assets en de niet-operationele elementen stegen van 110 miljoen EUR in het vierde kwartaal van 2005 tot 240 miljoen EUR in het vierde kwartaal van 2006, een toename met 130 miljoen EUR van kwartaal tot kwartaal. De kosten kwamen uit op 3.481 miljoen EUR in 2006, een toename met 7,8% (of +252 miljoen EUR) in vergelijking met 2005. Bij gelijkblijvende consolidatiekring en zonder de nietoperationele elementen (4 miljoen EUR in 2006 in vergelijking met 7 miljoen EUR pro forma in 2005) bedroeg de stijging 6,1%, d.i. 2,1 procentpunten minder dan de stijging van de opbrengsten. Onderstaande analyse van de prestaties van de individuele metiers vestigt de aandacht op het feit dat in de metiers met een uitgesproken sterke ontwikkeling, de kosten relatief sterk zijn toegenomen, maar wel veel minder dan de opbrengsten, conform het 1
De onderliggende resultaten sluiten de impact van een wijziging in de consolidatiekring uit, alsook de nietoperationele elementen. Deze laatsten bevatten zowel de niet-weerkerende elementen van de periode, die apart worden omschreven en gekwantificeerd, als de schommelingen van de marked-to-market waarde van de CDSportefeuille van FSA. Aangezien laatstgenoemde instrumenten zijn opgenomen als afgeleide producten, wordt de evolutie van hun marktwaarde tijdens de beschouwde periode gezien als een tradingresultaat; deze behandeling op grond van IAS 39 maakt echter een goed begrip van de economische resultaten onmogelijk, aangezien deze portefeuille is samengesteld uit AAA gewaardeerde instrumenten, die door FSA worden verzekerd tot op de vervaldag. Zodoende zijn de positieve of negatieve marked-to-market schommelingen van deze portefeuille in om het even welke periode geen onderliggende resultaten, aangezien zij uiteindelijk uitkomen op nul.
3/27
vooropgestelde doel. Voor de Financiële dienstverlening aan de particulieren is de onderliggende kostenbasis toegenomen met slechts 1,2%, d.i. met minder dan de helft van het groeicijfer van de opbrengsten van het metier van jaar tot jaar, en een effectieve daling in reële termen. Zoals de voorgaande jaren werden de kosten voor de activiteitsondersteunende projecten en geografische expansie geïdentificeerd - ze bedroegen respectievelijk 25 miljoen EUR en 14 miljoen EUR - wat samen neerkomt op 20% van de toename van de onderliggende kostenbasis van jaar tot jaar. Tijdens het vierde kwartaal van 2006 beliepen de kosten 972 miljoen EUR, een toename met 15,4 % t.o.v. het vierde kwartaal van 2005, die vooral kan worden verklaard door de gewijzigde consolidatiekring. De toename kwam uit op 6,2% (of +56 miljoen EUR) op een onderliggende basis; de stijging was gespreid over de diverse segmenten, en wordt verder apart besproken. De toename beantwoordt aan het patroon van de kostenstijgingen over het volledige jaar. De exploitatiecoëfficiënt bedroeg 49,6% voor het volledige jaar 2006, d.i. veel lager dan deze van 2005 (54,0%). De onderliggende exploitatiecoëfficiënt kwam uit op 55,1% (een daling in vergelijking met 56,2% in 2005). Deze daling is bevredigend als gekeken wordt naar de uitgaven die tijdens het jaar werden gedaan voor het uitbouwen van de activiteit en de aanwezigheid van Dexia zowel op de thuismarkten als op internationaal vlak, en naar de projecten die plaatsvonden in 2006. Het brutobedrijfsresultaat beliep 3.531 miljoen EUR in 2006, een toename met 28,5%. Bij gelijkblijvende consolidatiekring en op een onderliggende basis kwam de stijging uit op + 10,9 %. Dit cijfer weerspiegelt de zeer goede onderliggende prestaties van de metiers, waarbij Public Finance op jaarbasis groeit met +11,8%, Financiële dienstverlening aan particulieren met 4,4 %, Financieel beheer met + 32,5%, Investor Services met een forse + 48,3%, en Thesaurie en Financiële Markten met + 17,3%, terwijl de Verzekeringen een lichte daling kenden (- 2,3%), waarbij moet gezegd dat deze lichte terugval economisch niet relevant is gelet op de huidige analytische behandeling van dit segment (zie verder voor een gedetailleerde analyse). Globaal genomen hadden de schommelingen van de wisselkoersen in 2006 een beperkte invloed op het brutobedrijfsresultaat (een negatieve impact van 5 miljoen EUR). Tijdens het vierde kwartaal van 2006 beliep het brutobedrijfsresultaat 913 miljoen EUR, een stijging met 25,4% in vergelijking met het vierde kwartaal van 2005. De niet-operationele elementen waren redelijk belangrijk tijdens de twee betrokken kwartalen (respectievelijk 226 miljoen EUR in het vierde kwartaal van 2006 en 91 miljoen EUR in het vierde kwartaal van 2005); op een onderliggende basis en bij gelijkblijvende consolidatiekring kwam de groei uit op 3,0 %. De kosten van risico (waardeverliezen op kredieten en voorzieningen voor kredietrisico’s) beliepen 124 miljoen EUR in 2006, in vergelijking met 52 miljoen EUR in 2005. Zonder de bewegingen van de voorzieningen bij Dexia Bank Nederland (zie verder), stegen de onderliggende kosten van risico tot 89 miljoen EUR in 2006 in vergelijking met 57 miljoen EUR in 2005; 11 miljoen EUR hiervan was afkomstig van DenizBank. Globaal gezien bleven de kosten van risico nochtans op een zeer laag peil (2,4 basispunten gemiddeld voor uitstaande bankverbintenissen). Met betrekking tot de situatie bij Dexia Bank Nederland vindt u alle informatie op pagina's 81-83 van het “Activity Report Year and Q4 2006”, dat beschikbaar is op de website van de vennootschap www.dexia.com. De belastingen (zowel de courante als de uitgestelde) beliepen 569 miljoen EUR in 2006, een daling met 5,5% in vergelijking met 2005. De evolutie van de belastinglasten kan grotendeels
4/27
worden toegeschreven aan de hogere meerwaarden in 2006, in vergelijking met 2005, met dien verstande dat dergelijke meerwaarden in België niet belastbaar zijn. De effectieve belastingvoet evolueerde in 2006 als volgt: hij kwam uit op 17,2% (in vergelijking met 23,1% in 2005) op basis van de gerapporteerde opbrengsten, en op 23,2% (in vergelijking met 27,0% in 2005) op basis van de onderliggende opbrengsten. Voor de komende rapporteringsperiodes zal de effectieve onderliggende belastingvoet waarschijnlijk stabilizeren rond – gemiddeld - het huidige niveau. Het aandeel van derden nam fors toe tijdens het vierde kwartaal en het volledige jaar, voornamelijk doordat de kosten van de hybride tier one instrumenten in deze rubriek ondergebracht worden, en dat de volumes hiervan gestegen zijn in 2006. Daarnaast werd DenizBank volledig opgenomen in de rekeningen, maar omdat slechts 75% van DenizBank in bezit was van Dexia in het vierde kwartaal van 2006, behoorde 25% van de resultaten van DenizBank tot het aandeel van derden. Vanaf 2007 zal Dexia 99,8% van de aandelen van DenizBank in handen hebben, en zal het aandeel van derden dus slechts zeer beperkt zijn. De winstmarge (nettoresultaat voor het aandeel van derden in verhouding tot totale opbrengsten) bedroeg 40,5% in 2006, in vergelijking met 35,0% in 2005. Het rendement van het eigen vermogen (ROE) bedroeg 23,1% (in vergelijking met 20,0% in 2005); het werd in 2006 gedeeltelijk – in mindere mate in 2005 – beïnvloed door de nietoperationele elementen. De winst per aandeel (WPA) kwam uit op 2,49 EUR in 2006 (niet-verwaterd), een stijging met 33,2 % t.o.v. het jaar voordien. Het aantal aandelen heeft in de loop van het jaar aanzienlijke schommelingen ondergaan, met een programma voor de terugkoop van aandelen tijdens het eerste kwartaal (ten belope van 50 miljoen EUR), en daarna met nieuwe aandelen die in de tweede helft van het jaar werden uitgegeven naar aanleiding van de acquisitie van DenizBank en het aandelenplan voor de personeelsleden. Het gemiddeld dagelijks aantal aandelen nam toe met 1,2%. De tier 1 ratio van de Groep2 kwam uit op 9,8% op het einde van het jaar (10,3% op 31 december 2005). Als we rekening houden met slechts 50% van de hybride tier one capitalinstrumenten, bedroeg deze ratio 9,2% op het einde van het jaar. Dividend. Gelet op de goede resultaten voor 2006 zal de raad van bestuur een brutodividend voorstellen van 0,81 EUR per aandeel. Afhankelijk van de goedkeuring hiervan door de algemene aandeelhoudersvergadering, zal dit dividend worden uitbetaald op 24 mei 2007. Gebeurtenis na balansdatum Tijdens de derde week van februari 2007 maakte Dexia bekend dat de verkoopovereenkomst m.b.t. Dexia Banque Privée France getekend was. Dit zal een meerwaarde opleveren van ongeveer 42 miljoen EUR (na belasting).
2
Voor de berekening van deze ratio werd de winst voor de periode min het (voor 2006 voorgesteld) dividend opgenomen in het eigen vermogen.
5/27
Vooruitzichten voor het huidige jaar Gezien de zeer sterke commerciële activiteit in 2006 en de jaren ervoor, vertrouwt Dexia er op dat het zijn objectieven, zoals bepaald en aan de markt meegedeeld op 26 september 2006, zal kunnen realiseren. II.
ACTIVITEIT EN ONDERLIGGENDE RESULTATEN VAN DE METIERS
1. PUBLIC/PROJECT FINANCE EN CREDIT ENHANCEMENT 1.A. Activiteit Langetermijnverbintenissen - Public/Project Finance3 In miljarden EUR
België Frankrijk Luxemburg Verenigd Koninkrijk Zweden Italië Iberisch schiereiland (Spanje & Portugal) Duitsland Centraal & Oost-Europa Amerika Andere Totaal
31 dec. 2005 31,0 60,6 1,9 6,8 3,6 34,1 6,5 26,0 3,1 42,5 18,4 234,3
31 dec. 2006 30,8 65,0 2,1 9,5 3,9 37,3 8,9 31,0 5,1 46,1 28,5 268,2
Verschil -0,4% + 7,3% + 7,9% + 40,3% + 9,3% + 9,1% + 37,2% + 19,3% + 67,3% + 8,6% + 55,2% + 14,5%
De langetermijnverbintenissen van de volledig geconsolideerde dochterondernemingen kwamen uit op 268,2 miljard EUR, een stijging met 14,5% op jaarbasis (16% bij constante wisselkoers), waarbij er vooral een opmerkelijke dynamiek was in Frankrijk, Italië, Amerika, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Centraal- en Oost-Europa en het Iberisch schiereiland. De nieuwe productie (zonder Duitsland) beliep 55,4 miljard EUR, d.i. een lichte daling in vergelijking met vorig jaar, die verklaard wordt door een gewijzigde methodologie (het uiteindelijke opgenomen bedrag van de gestructureerde financieringstransactie in plaats van het volledige bedrag wordt in aanmerking genomen vanaf 31 december 2006). Op basis van de vroegere methodologie, zou de toename van de nieuwe productie zijn uitgekomen op 3%. Voor public finance alleen bereikte de productie een hoog peil van 48,6 miljard EUR, waarbij Dexia zelfs de titel van “Best Lead Manager on Regional / Municipal Bonds” voor 2006 kreeg van Euro Week online magazine. Bovendien was de activiteit inzake schuldbeheer weer zeer dynamisch in 2006, met een speciale vermelding voor Frankrijk en Italië (zie verder in de specifieke paragraaf in dit verband). De sector corporate & project finance liet een mooie groei optekenen, nl. met +7,8% tot 13,2 miljard EUR, mede dankzij grote PPS-infrastructuurprojecten en ook dankzij een zeer 3
De vermelde bedragen omvatten DenizBank niet. Op 31 december 2006 bedroegen de langetermijnverbintenissen van DenizBank 1,2 miljard EUR (kredieten toegekend door DenizBank aan zijn commerciële cliënten en grote ondernemingen).
6/27
bevredigende toename van de obligatieportefeuille. Op basis van de vroegere methodologie (zoals hierboven werd toegelicht), zou de toename zijn uitgekomen op 27% in vergelijking met vorig jaar. Dexia was o.m. lead-arranger samen met andere banken in een aantal zeer grote projecten in 2006: het schuldpakket ten belope van 2,4 miljard GBP voor de acquisitie van het grootste havenbedrijf in het Verenigd Koninkrlijk door een groep van financiële investeerders, of het project rond de Golden Ears Bridge in Vancouver ter waarde van 1 miljard CAD, dat door Thomson Financial werd uitgeroepen tot “North American Deal of the Year 2006”. Vanuit een regionaal oogpunt zagen de prestaties er als volgt uit: In Frankrijk was 2006 een zeer dynamisch jaar, waarbij de langetermijnverbintenissen toenamen met 7,3%, tot 65,0 miljard EUR, een opmerkelijk groeicijfer zowel voor public finance als voor project finance. Voor public finance, waar Dexia een marktaandeel heeft van 42%, profiteerde de bank maximaal van een gunstig klimaat: overheveling van financiële bevoegdheden van de centrale overheid naar de lokale besturen, de verwachting van een renteverhoging, en een pre-electorale periode. De uitstaande langetermijnverbintenissen stegen met 7,0% tot een recordpeil van 62,0 miljard EUR. Met betrekking tot project finance was 2006 eveneens een heel goed jaar, met een productie die verdubbelde tot 1,2 miljard EUR, een stijging met 106,5% (135% op basis van de vroegere methodologie). Bij de deals die Dexia bevestigden als een vooraanstaand speler op de Franse PPS-markt, cofinancierde Dexia de grootste PPS van het land, nl. een ziekenhuis in de buurt van Parijs, en schreef in voor één derde van de schuld van 345 miljoen EUR. In België: de langetermijnverbintenissen beliepen 30,8 miljard EUR, wat vrijwel stabiel is t.o.v. 2005. 2006, een verkiezingsjaar, was in België een moeilijk jaar voor de activiteit public finance; toch slaagde Dexia erin zijn marktleiderschap te handhaven. Voor project finance was de prestatie zeer bevredigend, waarbij de nieuwe productie aanzienlijk steeg met 49,4% tot 2,2 miljard EUR. De bank nam met name deel aan de financiering van drie windmolenparken en een biomassa-installatie. Luxemburg: de langetermijnverbintenissen groeiden gestaag aan tot 2,1 miljard EUR, een toename met 7,9%. Inzake productie was het een behoorlijk jaar, rekening houdend met de significante transactie (0,4 miljard EUR) die in 2005 werd afgesloten met de Luxemburgse spoorwegmaatschappij. Verenigd Koninkrijk: de langetermijnverbintenissen kwamen uit op 9,5 miljard EUR, een toename met 40,3% op één jaar tijd. Deze toename is te danken aan een zeer sterke activiteit inzake project finance, en een meer gematigde trend in de openbare sector. Zoals hierboven werd besproken was Dexia co-lead arranger in het kader van een schuldpakket ten belope van 2,4 miljard GBP voor de acquisitie van het grootste havenbedrijf in het Verenigd Koninkrijk door een consortium van financiële investeerders. Italië: Dexia Crediop bereikte in 2006 voor 37,3 miljard EUR aan uitstaande langetermijnverbintenissen, een toename van 9,1% tijdens de voorbije twaalf maanden. Op het front van de public finance, wordt een vergelijking van de productie vertekend door een aantal uitzonderlijk grote transacties in 2005. Toch was er een stevige activiteit met de lokale besturen, in de internationale uitgiften en in het segment van de effectiseringen, waar de productie is toegenomen met 16%. 2006 werd gekenmerkt door de grootste uitgifte van Eurobonds ooit door een Italiaanse lokale overheid: het krediet dat werd uitgegeven door de regio Piemonte en waarbij Dexia Crediop betrokken was als joint book runner en als joint lead manager. De nieuwe 7/27
productie op het stuk van project finance nam af met 62,1% tot 664 miljoen EUR, in een klimaat van zeer scherpe concurrentie, en zonder omvangrijke deals dit jaar in de sector van de infrastructuur. Iberisch schiereiland: in een klimaat van een veeleer matige vraag inzake public finance, namen de langetermijnverbintenissen voor dit segment toe met 26,5%, tot 7,1 miljard EUR, een stijging die des te opmerkelijker is omdat 2005 was gekenmerkt door omvangrijke deals. Bij de voornaamste deals die werden afgesloten in 2006, sloot Dexia twee mandaten als book runner met de regio Madrid en een met de regio Aragon. Inzake project finance was Dexia Sabadell Banco Local co-lead manager van o.m. de financiering van het rollend materieel van de metro van Madrid (1,2 miljard EUR) en van het eerste PPS-ziekenhuisproject in Spanje (222 miljoen EUR). Centraal- en Oost-Europa: de langetermijnverbintenissen namen toe met 67,3% tot 5,1 miljard EUR en de totale nieuwe productie bleef stabiel op 2,7 miljard EUR in een klimaat van concurrentie van vooral plaatselijke banken. Inzake public finance kwamen de verbintenissen uit op 4,4 miljard EUR (+ 57,1%). In Polen was Dexia Kommunalkredit Bank voornamelijk actief in de gezondheidssector en ook t.a.v. de lokale besturen. In Roemenië verstrekte de bank kredieten aan diverse grote steden zoals Boekarest. Wat het segment corporate & project finance betreft, kwamen de verbintenissen uit op 0,7 miljard EUR t.o.v. 0,3 miljard EUR een jaar daarvoor. Dexia Kommunalkredit Bank zette zijn eerste deal op in de Tsjechische republiek voor de financiering van een windmolenpark. Amerika vertoonde een markt met contrasten in 2006, met een zeer dynamische trend inzake project finance en een veel minder actieve markt op het stuk van de obligatie-uitgiften door gemeenten. Tegen deze achtergrond kwamen de langetermijnverbintenissen uit op 46,1 miljard EUR, een stijging met 8,6% op één jaar tijd, maar de nieuwe productie viel terug met 4,8% tot 10,4 miljard EUR. In het segment van de public finance, was de markt zwakker dan tijdens het recordjaar 2005. Bij de vele deals die werden gesloten in 2006, vermelden we de liquiditeitswaarborgen van de staat Mississippi (224 miljoen USD) en van de staat Georgia (314 miljoen USD). Inzake project finance werden een groot aantal deals gesloten, waaronder het mandaat van co-arranger voor de Indiana Toll Road concessie ter waarde van 4,1 miljard USD. De activiteit uitgeoefend in de andere landen en vanuit de hoofdzetels nam meer dan bevredigend toe; de uitstaande verbintenissen stegen met 55,2% in 2006, tot 28,5 miljard EUR. In Zwitserland opende Dexia in november 2006 een dochteronderneming in Genève. Eveneens in november 2006 verkreeg Dexia een banklicentie in Japan, waardoor de bank rechtstreeks kan werken met Japanse cliënten en aldus de grootste markt ter wereld inzake de financiering van de lokale openbare besturen volop kan bewerken. Eind december 2006 beliepen de verbintenissen in Japan 704 miljoen EUR, zonder een bedrag van 1,8 miljard EUR aan Japanse obligaties die werden geboekt door de internationale hoofdzetels nog vóór de licentie verkregen werd. De activiteiten inzake corporate & project finance boekten ook een significante groei, met langetermijnverbintenissen ten belope van 11,6 miljard EUR. Belangrijke transacties werden afgesloten, waaronder de voor 431 miljoen EUR gecombineerde herfinanciering met obligaties en kredieten van de Hongaarse M6-autosnelweg en de WISE CBO, een effectisering ten belope van 1,47 miljard GBP van samengevoegde PFI- en nuts-obligaties, de eerste van dergelijke transacties, waarbij de knowhow van Dexia op het vlak van de kapitaalmarkten en de project- en infrastructuurfinanciering werd gecombineerd. Duitsland: de langetermijnverbintenissen bedroegen 31,0 miljard EUR, een toename met 19,3%. De vestiging in Frankfurt van Dexia Kommunalbank Deutschland verhoogde haar nieuwe 8/27
productie met 23% tot 3,8 miljard EUR, met een grote interesse voor gestructureerde producten. In 2006 werden tal van deals gesloten, waaronder de transacties met de stad Aken (110 miljoen EUR). Schuldbeheer: de activiteit inzake schuldbeheer was zeer stevig in 2006, met een totaal bedrag van 17,3 miljard EUR, of één miljard EUR meer dan in 2005, wat reeds een zeer goed jaar was. In Frankrijk kwam het bedrag inzake schuldbeheer uit op 10,6 miljard EUR, een toename met 30%. Deze prestatie, die vooral werd geleverd tijdens het vierde kwartaal van het jaar, is des te opmerkelijker omdat de twee jaren daarvoor al recordjaren waren. De activiteit inzake schuldbeheer was eveneens zeer bevredigend in België, waar ze 2,2 miljard EUR vertegenwoordigde, wat zeer goed is voor een pre-electoraal jaar. Italië liet ook een zeer goede prestatie optekenen met een bedrag van 3,9 miljard EUR, tegenover 1,3 miljard EUR een jaar daarvoor. De kortetermijnverbintenissen kwamen eind 2006 uit op 19,3 miljard EUR, d.i. een stijging van 15% t.o.v. 2005. Deze activiteit vond voornamelijk plaats in Frankrijk, België en Duitsland, waar Dexia onlangs kortlopende gestructureerde leningen uitwerkte. De deposito’s en beheerde activa namen toe in een gestaag tempo van +17,7% t.o.v. het niveau van eind vorig jaar en kwamen uit op 34,6 miljard EUR. Deze stijging is vooral sterk in Frankrijk, (+26% tot 5,8 miljard EUR, waarvan ongeveer de helft gemeenschappelijke beleggingsfondsen) en in Italië, waar het niveau van de verbintenissen verdubbelde tot 1,8 miljard EUR. In België, dat 63% van het totale bedrag voor de Groep voor zijn rekening neemt, namen de verbintenissen toe met 6%. Met betrekking tot de verzekeringen inde Dexia Sofaxis voor 367 miljoen EUR aan premies (+ 4%) op 31 december 2006. De premies van Dexia Insurance haalden het niveau van 2005 met een premie-incasso ten belope van 621 miljoen EUR, waarvan 350 miljoen EUR in Frankrijk en 271 miljoen EUR in België. Dexia Epargne Pension (“DEP”) inde in alweer een dynamisch jaar voor 271 miljoen EUR aan premies, dat is 4,5% meer dan in 2005. DEP sloot ongeveer 15 nieuwe partnerships af, wat het totaal aantal op ongeveer 60 brengt, waarvan tweederde werd afgesloten met privébanken en fondsenbeheersvennootschappen. In de context van een daling met 6% van het totaal volume aan nieuwe obligatie-uitgiften en herfinancieringen op de markt van de Amerikaanse gemeenten, en ondanks een klimaat met een zeer scherpe concurrentie, slaagde FSA er in 2006 in zijn marktaandeel te handhaven rond 25%, en een nog altijd opmerkelijke groei te boeken op de internationale markt, met een stijging van de netto uitstaande bedragen van 72%. Met betrekking tot de asset-backed securities (ABS) gaf FSA er, gelet op de scherpe concurrentie, de voorkeur aan geen marges op te offeren aan de volumes. Globaal genomen bedroeg de bruto geactualiseerde waarde van de nieuwe productie 910 miljoen USD, een daling met 10,2% in vergelijking met 2005, wat een recordjaar was. Voor de activiteit ten aanzien van de Amerikaanse gemeenten lag de penetratiegraad van de verzekeringen op de markt lager (50% tegenover 57% een jaar daarvoor), en dat in een klimaat van een lager risico en krappe spreads. De bruto geactualiseerde waarde van de nieuwe productie van FSA nam af met 36,1%, een daling die ook verklaard wordt door de bijdrage van de transactie m.b.t. de Chicago Skyway in 2005. Als rechtstreeks gevolg van het Amerikaanse renteklimaat liep het niveau van de herfinancieringen terug (-40% van jaar tot jaar).
9/27
In dit verband zijn twee transacties vermeldenswaard : het waarborgen van de obligatie (credit enhancement) die werd uitgegeven door het Scottsdale Healthcare-ziekenhuis in Arizona, voor een totaal bedrag van 200 miljoen USD, en het waarborgen van de obligatie ter waarde van 313 miljoen USD die werd uitgegeven door Philadelphia Gas Works. De internationale activiteit van FSA heeft een zeer sterk jaar achter de rug, waarbij de nieuwe productie aan premies uitkwam op 318 miljoen USD, (+71,5% in vergelijking met de vorige twaalf maanden). Deze prestatie is te danken aan een aantal grote transacties, waaronder de waarborg van de uitgifte ter waarde van 482 miljoen AUD door Monetary Policy Committee Funding in Australië. In de sector van de Amerikaanse asset-backed securities, zorgden de zeer goede kwaliteit van de nieuwe productie en de krappe spreads voor een terugval van de nieuwe productie (-17%) tot 234 miljoen USD. FSA ontwaarde beperkte mogelijkheden voor het leveren van een degelijk rendement, hoewel de trend op het einde van 2006 een lichte neiging tot ommekeer vertoonde. Buiten de Verenigde Staten kreeg FSA onlangs een licentie om in Tokio een vestiging te openen.
1.B. Resultaten
Onderliggende* resultaten - Public/Project Finance en Credit Enhancement in miljoenen EUR Opbrengsten
Q4 2005
Q4 2006
Verschil
Evol. bij gelijke wisselkoers
FY 2005
FY 2006
Verschil
Evol. bij gelijke wisselkoers
594
645
+8,6%
+10,8%
2.256
2.478
+9,9%
+10,6%
-210
-227
+7,7%
+9,4%
-762
-809
+6,1%
+6,7%
Brutobedrijfsresultaat
384
419
+9,0%
+11,6%
1.493
1.669
+11,8%
+12,6%
Nettoresultaat – groepsaandeel
256
300
+17,4%
+20,3%
999
1.140
+14,1%
+15,0%
Exploitatiecoëfficiënt
35,4%
35,1%
-
-
33,8%
32,6%
-
-
ROEE**
24,0%
24,1%
-
-
23,4%
22,9%
-
-
Kosten
* d.i. zonder niet-operationele elementen; pro forma voor Q4 2005 en FY 2005. ** Return op het economisch eigen vermogen, op jaarbasis.
Belangrijke opmerking : Voor elk individueel metier dat hieronder wordt besproken, is de resultatenanalyse gebaseerd op de onderliggende pro formagegevens (d.i. zonder niet-operationele elementen en met herwerking van gegevens uit vroegere periodes teneinde rekening te houden met de hierboven beschreven wijzigingen in de consolidatiekring), om een beter begrip van de fundamentele economische trends van het metier mogelijk te maken. Elementen die als niet-operationeel worden beschouwd, staan op p. 25 van het “Activity Report Year and Q4 2006”.
Het nettoresultaat - groepsaandeel voor het volledige jaar bedroeg 1.140 miljoen EUR, een stevige stijging met + 14,1%. Zonder de negatieve impact van de wisselkoersen (-9 miljoen
10/27
EUR), zou de stijging 15,0% hebben bedragen. Dit metier registreert dit jaar opnieuw een groei van twee cijfers, met een vooruitgang in alle subsegmenten (de publieke sector, projectfinancieringen, corporate activiteiten en credit enhancement) en met successen in bijna alle landen. De ambitie van Dexia om zijn opbrengsten te diversifiëren naar landen buiten zijn historische markten, wordt elk jaar waargemaakt : het nettoresultaat - groepsaandeel afkomstig uit Frankrijk en België vertegenwoordigt thans 42% (44% in 2005); FSA levert 25% van de opbrengsten van het metier, en de bancaire activiteiten buiten Frankrijk en België 33%. In het vierde kwartaal 2006 bedroeg het nettoresultaat – groepsaandeel 300 miljoen EUR, waarmee de uitstekende trend van de negen eerste maanden werd voortgezet, met een stijging van 17,4% tegenover hetzelfde kwartaal van 2005 en zelfs van 20,3% bij constante wisselkoers. De totale opbrengsten van het metier, 2.478 miljoen EUR, stegen met 222 miljoen EUR in vergelijking met 2005, d.i. + 9,9% (+ 10,6% bij constante wisselkoers). Deze zeer goede cijfers komen voort uit het samengaan van een aantal factoren : een hoge productie die dit jaar gepaard gaat met de aanzienlijke omloopcijfers die doorheen de jaren in de verschillende Public/Project Finance entiteiten werden opgebouwd, en fundingkosten die bleven verbeteren. De opbrengsten van FSA groeiden met 9,7% (tot 543 miljoen EUR), een goede prestatie in een gecontrasteerde omgeving die leidt tot lagere ABS-opbrengsten in de VS en minder herfinancieringen, en, in tegengestelde zin, tot een hogere productie inzake public finance, stevige opbrengsten op financiële producten en enkele wisselkoerswinsten (die enkel in de IFRS-verwerking als aanvullende opbrengsten worden genoteerd). Het metier, zonder FSA, vertoonde precies dezelfde positieve trend, met 175 miljoen EUR (+9,9%) extra opbrengsten tegenover 2005, dit als gevolg van : i) een positief volume-effect in vele landen (Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Centraal Europa, Amerika, …); ii) de positieve invloed van het schuldbeheer op de marges; iii) een hoog niveau aan commissies dankzij vele transacties waarvoor Dexia een mandaat als leadarranger heeft (o.a. in Amerika, Spanje en het Verenigd Koninkrijk); iv) de groeiende bijdrage van landen waar Dexia onlangs kantoren heeft gevestigd (nl. in Centraal- en Oost-Europa, Canada, Mexico en Japan). Opmerkenswaard is de vooruitgang in Frankrijk en België (6% meer opbrengsten), Italië (+9%), de VS (+16%), het Verenigd Koninkrijk (+67%), het Iberisch schiereiland (+59%) en Centraal-Europa (+82%), waar de jaaropbrengsten 47 miljoen EUR belopen. De bijdrage van DenizBank aan de opbrengsten van dit metier beliep 48 miljoen EUR (+46% tegenover pro forma Q4 2005); dit bedrag werd in slechts één kwartaal genoteerd. In het vierde kwartaal bedroegen de totale opbrengsten 645 miljoen EUR, een stijging van 51 miljoen EUR tegenover hetzelfde kwartaal een jaar eerder (+8,6%). De kosten namen toe met 47 miljoen EUR in vergelijking met 2005, een stijging van 6,1% (6,7% bij constante wisselkoers), wat echter nog 3,8 procentpunt lager ligt dan de groei van de opbrengsten. Zoals reeds gezegd, wordt deze vooruitgang in grote mate verklaard door de aanzienlijke ontwikkeling van de activiteiten wereldwijd. Onder de andere redenen voor de stijging vermelden we dat de kostenbasis bij FSA toenam, vanwege het feit dat de uitgaven voor CDS-transacties niet langer geactiveerd kunnen worden (impact van 7 miljoen EUR op de jaarlijkse kosten) en dat voor de andere productcategorieën het aandeel van de geactiveerde kosten blijft dalen. In de andere Dexia-vestigingen in Amerika stegen de kosten vanwege een grotere personeelsbehoefte, die samenhing met de uitbreiding en ontwikkeling van de activiteiten, wat ook het geval was in vele andere landen, zoals Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Italië. In de hoofdzetels namen de kosten eveneens toe, wat verband hield met de opening van Dexia Japan, Dexia Zwitserland en de andere internationale ontwikkelingen van de activiteit (vertegenwoordigingskantoren in China en India).
11/27
In het vierde kwartaal beliepen de kosten 227 miljoen EUR, een stijging van 7,7% (of 17 miljoen EUR) tegenover het vierde kwartaal 2005. Deze stijging komt voort uit diverse factoren die in bovenstaande paragraaf besproken werden. Als gevolg daarvan bedroeg het brutobedrijfsresultaat 1.669 miljoen EUR in 2006, d.i. een stijging met 11,8% in vergelijking met 2005, en met +12,6% bij constante wisselkoers. Dit heeft geleid tot de voortdurend lichtjes afnemende trend van de exploitatiecoëfficiënt van dit metier, van 33,8% in 2005 tot 32,6% in 2006. De kosten van risico bedroegen in 2006 56 miljoen EUR, waarmee ze hoger lagen dan in 2005, maar nog altijd op een laag niveau staan. De stijging heeft in zeer beperkte mate te maken met het toenemende aandeel corporate- en projectfinancieringstransacties en ook met het feit dat er in 2005 een aantal terugnemingen van voorzieningen waren, en minder in 2006. De belastingen stegen licht (+1,7%), tot 426 miljoen EUR in 2006. Deze vrij beperkte toename in een jaar tijd heeft met verschillende, tegengestelde factoren te maken : i) een meer gecoördineerd fiscaal management op groepsniveau; ii) een gunstigere belastingomgeving in België; en iii) in tegenovergestelde zin, gestegen belastbare winsten. Globaal genomen leidde de prestatie in Public/Project Finance en Credit Enhancement tot een erg stevig rendement van het economisch eigen vermogen (ROEE) van 22,9%.
2. FINANCIËLE DIENSTVERLENING AAN PARTICULIEREN 2.A. Activiteit Het globaal gunstige klimaat van 2006 zorgde voor een groter vertrouwen bij de gezinnen en dus ook voor een grotere consumptieneiging. Hun belangstelling voor vastgoed ondersteunde de productie van hypothecaire leningen. Tegen een achtergrond van lage rentevoeten lieten de cliëntenactiva veeleer een verschuiving zien naar buitenbalansbeleggingen en naar verzekeringsproducten. De overheersende trends van 2006 waren: i) een opmerkelijk dynamisme van de buitenbalansproducten, die tweemaal sneller groeiden dan de balansproducten en nu 50% vertegenwoordigen van de totale cliëntenactiva (de balansproducten namen af tot 42% en de verzekeringsproducten bleven stabiel op 8%); ii) de transfers van spaarrekeningen naar termijndeposito’s; iii) meer adequate marges voor de hypothecaire leningen in de tweede helft van het jaar, en iv) een zeer goede activiteit in de private banking-sector.
12/27
Cliëntentegoeden (einde kwartaal)4
In miljarden EUR
Dec.05
Balansproducten (Deposito’s, kasbons, …) Buitenbalansproducten (ICBE’s, aandelen, …) Verzekeringen (Technische reserve levensverzekeringen) Totale cliëntentegoeden
Maart 06
Juni 06
Sept.06
Dec.06
Verschil dec.06 / sept. 06
Verschil dec.06 / dec.05
51,8
52,6
54,0
53,3
53,3
0,0%
+ 2,9%
60,5
62,4
60,8
63,6
64,5
+ 1,5%
+ 6,7%
9,6
10,0
10,2
10,4
10,5
+ 1,0%
+ 9,4%
121,9
125,1
125,0
127,2
128,3
+ 0,8%
+ 5,3%
waarvan retailbanking
81,5
82,6
82,3
82,4
83,0
+ 0,7%
+1,7%
waarvan private banking
40,3
42,5
42,7
44,9
45,4
+1,1%
+12,5%
Kredieten aan de cliënteel (einde kwartaal)4
In miljarden EUR
Verschil dec.06 / sept. 06
Verschil dec.06 / dec.05
18,6
+ 2,6 %
+ 13, 6%
2,5
+ 1,6 %
+ 9,8 %
6,5
6,6
+ 1,3 %
+ 1,4 %
3,2
3,3
+ 2,4 %
+ 21,5 %
30,3
30,9
+2,2 %
+ 11,8 %
Dec.05
Maart 06
Juni 06
Sept.06
Dec.06
Hypotheekleningen aan retailcliënten
16,3
17,0
17,6
18,1
Consumentenkredieten aan retailcliënten
2,3
2,3
2,4
2,4
Kredieten aan KMO’s en zelfstandigen
6,4
6,4
6,4
Kredieten aan private-bankingcliënten
2,7
2,7
3,2
27,6
28,3
29,6
Totale cliëntenkredieten
Retail Banking De totale cliëntenactiva kwamen einde 2006 uit op 83,0 miljard EUR, een groei met 1,7% op één jaar tijd, die verklaard wordt door uiteenlopende evoluties. In 2006 lieten de obligaties die werden uitgegeven door de Groep en belegd via het retailnet van Dexia een groei optekenen van 14,7% tot 7,5 miljard EUR op 31 december 2006. De spaarrekeningen daarentegen, die eind 2006 een bedrag vertegenwoordigden van 24,9 miljard EUR, verloren 2,7% in een doorgaans sombere context doordat de cliënten overstapten naar termijndeposito’s als gevolg van de opwaartse trend van de geldmarktrente. Samen gaven de kasbons en de termijndeposito’s een bevredigende groei te zien van 4,8% tot 10,1 miljard EUR. De gemeenschappelijke beleggingsfondsen bleven stabiel op 20,8 miljard EUR. Deze producten hadden te lijden onder het markteffect tijdens het tweede kwartaal van het jaar en herstelden langzaam. Daartegenover staat de bevredigende stijging bij de levensverzekeringsproducten en meer bepaald van de producten van tak 21 (gewaarborgd rendement), mede dankzij een reclamecampane die plaatsvond in oktober. De technische reserves van de levensverzekeringen namen met +7,6% toe, tot 7,8 miljard EUR. De producten van tak 23 hadden net als de gemeenschappelijke beleggingsfondsen te lijden onder de sinds mei omgekeerde markttrend. Het negatieve effect van de invoering van een nieuwe taks op verzekeringsproducten vanaf 1 januari 2006 werd ten dele 4 Pro forma vermits Banque Artesia Nederland de groep verliet tijdens het vierde kwartaal van 2006. De vermelde bedragen omvatten DenizBank niet. Op 31 december 2006 bedroegen de totale activa van DenizBank 3,1 miljard EUR, en de leningen aan de cliënten 2,0 miljard EUR (met inbegrip van de retail-, private banking- en KMO-activiteiten van DenizBank).
13/27
gecompenseerd door diverse commerciële acties. In 2006 werden vele succesvolle commerciële en vernieuwende initiatieven genomen, o.a. met betrekking tot Axion, de merknaam die ontwikkeld werd door Dexia Bank om jonge cliënten aan te trekken, de betaalkaarten met gepersonaliseerde foto’s en “Dexia Direct Net”. Sinds 2006 werkt Dexia intensief aan de voorbereiding van het voor 2008 gepland eengemaakt Europees betaalsysteem met de naam Single Euro Payments Area (SEPA). Private banking 2006 was weer een goed jaar voor private banking. De totale cliëntenactiva beliepen 45,4 miljard EUR, een toename met 12,5%, waarbij voor vele producten een tweecijfergroei werd gerealiseerd. De cash management-activiteit b.v. liet een stijging optekenen met 24,3% en de gestructureerde producten groeiden met 12,5%. De gemeenschappelijke beleggingsfondsen deden het wat minder goed als gevolg van het negatieve markteffect tijdens het tweede kwartaal van 2006, maar lieten toch een zeer bevredigende toename met 5,7% optekenen. De cliënten stelden vooral de obligatie-uitgiften op prijs die specifiek bedoeld waren om tegemoet te komen aan hun specifieke behoeften op het vlak van de duration en het rendement. De oprichting van een specifiek call center - “Dexia Direct Private” - voor cliënten die hun fondsen zelf willen beheren, is vermeldenswaard. Deze dienst verleent toegang tot accurate en actuele informatie over de markten. Uitstaande kredieten aan retail- en private-cliënten In het globaal gunstige klimaat van 2006 dat het vertrouwen bij de gezinnen versterkte, gaven de kredieten aan retail- en private-cliënten een significante groei met 11,8% te zien tot 30,9 miljard EUR. De groei bij private banking was zelfs nog significanter (+21,5% tot 3,3 miljard EUR). De activiteit m.b.t. de hypothecaire leningen, die profiteerde van een grotere risicobereidheid bij de cliënten als gevolg van het toegenomen vertrouwen, groeide met 13,6% tot 18,6 miljard EUR. Het vierde kwartaal bracht een terugkeer naar een normalere concurrentie-omgeving. De consumentenkredieten kwamen einde 2006 uit op 2,5 miljard EUR, een groei van 9,8%.
2.B. Resultaten Onderliggende resultaten* – Financiële dienstverlening aan particulieren In miljoenen EUR Opbrengsten
Q4 2005
Q4 2006
Verschil
FY 2005
FY 2006
Verschil
624
635
+1,8%
2.271
2.319
+2,1%
-445
-447
+0,4%
-1.608
-1.627
+1,2%
Brutobedrijfsresultaat
179
188
+5,1%
663
692
+4,4%
Nettoresultaat – groepsaandeel
121
138
+14,1%
447
505
+13,1%
Exploitatiecoëfficiënt
71,3%
70,4%
-
70,8%
70,2%
-
ROEE**
26,6%
31,5%
-
24,6%
28,8%
-
Kosten
* d.i. zonder niet-operationele elementen; pro forma voorQ4 2005 en FY 2005. ** Return op het economisch eigen vermogen, op jaarbasis.
14/27
Financiële dienstverlening aan particulieren noteerde opnieuw een bevredigend jaar, ondanks een zeer competitieve omgeving in België, vooral rond het midden van het jaar op het gebied van de hypothecaire leningen. Kostendiscipline, een goede commerciële activiteit en een fiscaal meer gunstige omgeving zorgden samen voor een mooie vooruitgang van het nettoresultaat – groepsaandeel met + 13,1%. De extra 58 miljoen EUR netto-opbrengsten van dit jaar waren vooral afkomstig uit België (34 miljoen EUR of +11%), Luxemburg (18 miljoen EUR of +14%) en Turkije (4 miljoen EUR in slechts één kwartaal, d.i. + 68% t.o.v. de pro forma 2005). Voor het vierde kwartaal van het jaar stond het nettoresultaat - groepsaandeel op 138 miljoen EUR, d.i. + 14,1% tegenover hetzelfde kwartaal (pro forma) in 2005. De totale opbrengsten voor het volledige jaar beliepen 2.319 miljoen EUR, een stijging van 48 miljoen EUR of +2,1% tegenover 2005. Deze stijging werd behaald in een omgeving met tegengestelde trends, zowel geografisch als wat de aard van de activiteiten betreft. De opbrengsten namen toe in Luxemburg (+31 miljoen EUR), in Turkije (+ 13 miljoen EUR pro forma, met dien verstande dat de bijdrage slechts op één kwartaal sloeg – zie verder), en andere landen dan België (+ 13 miljoen EUR), terwijl ze een daling vertoonde in België (- 9 miljoen EUR). De lichte terugval in België (- 0,5 % van de opbrengstenbasis) kan worden toegeschreven aan de volgende factoren: i) wat de cliëntenactiva betreft, zorgden grotere volumes voor hogere opbrengsten, die wat gematigd werden door een globale lichte margevermindering, waarbij bepaalde producten meer en andere minder winstgevend werden; ii) de zichtrekeningen presteerden erg goed, dankzij zowel een toename van het volume als hogere marges; iii) wat de kredieten betreft, verslechterde de situatie vanwege het negatieve effect van herfinancieringen op de gemiddelde marge van uitstaande hypothecaire leningen en ook wegens de nauwe spreads op de nieuwe productie tijdens de maanden van hevige concurrentie. Tijdens het vierde kwartaal van 2006 beliepen de totale opbrengsten 635 miljoen EUR, een toename van 1,8% of 11 miljoen EUR t.o.v. hetzelfde (proforma)kwartaal in 2005. DenizBank droeg voor het eerst bij tot de onderliggende opbrengstenbasis van het metier, met een bedrag van 79 miljoen EUR dat werd gegenereerd in het vierde kwartaal van 2006, in vergelijking met 66 miljoen EUR in het vierde kwartaal van 2005 (een stijging met + 19,5%). De kosten namen lichtjes toe, tot 1.627 miljoen EUR, een stijging van 19 miljoen EUR of 1,2%, d.i. de facto een negatieve groei in reële termen. Dexia Bank België bleef het aantal kantoren afbouwen, tot 1.019; in de tweede helft van vorig jaar werden 18 kantoren gesloten. Daar de positieve effecten van de integratie van Artesia nu ruimschoots verwezenlijkt en zelfs overschreden zijn, zoekt de bank nu naar efficiëntieverhoging, vooral bij backofficeverrichtingen. De verkoop van de private banking activiteiten in Londen heeft tot een kostenstijging van 3 miljoen EUR geleid, die in 2007 jaar zal verdwijnen. In het vierde kwartaal bleven de kosten stabiel tegenover hetzelfde pro formakwartaal van 2005, met 447 miljoen EUR. Het brutobedrijfsresultaat beliep 692 miljoen EUR, een stijging van 4,4% in een jaar. Op kwartaalbasis kwam het brutobedrijfsresultaat in het vierde kwartaal van 2006 uit op 188 miljoen EUR, d.i. + 5,1% tegenover dezelfde periode een jaar eerder. De exploitatiecoëfficiënt blijft verbeteren, van 70,8% in 2005 pro forma naar 70,2% in 2006. De kosten van risico bleven erg laag, nl. 32 miljoen EUR voor het volledige jaar en 16 miljoen EUR voor het laatste kwartaal. Deze toename houdt deels verband de integratie van DenizBank.
15/27
De belastingen daalden met 20,2% tot 151 miljoen EUR, vooral dankzij de lagere effectieve belastingvoet. Het rendement van het economisch eigen vermogen (ROEE) bleef verbeteren, van 24,6% in 2005 naar een stevige 28,8% voor het volledige jaar 2006. 3. FINANCIEEL BEHEER 3.A. Activiteit 2006 was een zeer succesvol jaar voor de activiteit financieel beheer, mede dankzij de expansie van het geografisch bereik, de talloze gewonnen prijzen, het volume dat de drempel van 100 miljard EUR overschreed en de uitstekende prestaties en exploitatieratio’s. Dexia Asset Management voerde zijn internationale expansie verder door in continentaal Europa met de opening van een vestiging in Duitsland, die een platform wordt voor de verdere groei in Centraal- en Oost-Europa. Er werd ook een vertegenwoordigingskantoor geopend in het koninkrijk Bahrein, als onderdeel van de groeistrategie in het Midden-Oosten. De sterke beleggingsprestaties werden eens te meer beloond door de vele toekenningen van vijf en vier sterren aan fondsen en ook door de toekenning van enkele prijzen (b.v.: “Dexia Sustainable European Balanced Low” kreeg twee prijzen van Lipper in Frankrijk, “Dexia Equities B EMU Value” won de Standard & Poor’s award in Zwitserland, “Dexia Bonds Euro Short Term” werd bekroond door Lipper Europe, …). 60% van de fondsen van Dexia Asset Management maakten deel uit van de eerste twee kwartielen van de rangschikking van Standard & Poor’s in 2006. Met betrekking tot de volumes kwamen de beheerde activa op het einde van het jaar uit op 105,2 miljard EUR, een toename met 16,1% (14,6 miljard EUR) op één jaar tijd. Over de twaalf maanden van 2006 kreeg de onderneming voor 10,0 miljard EUR aan nieuwe cashmiddelen binnen (+11,0%), terwijl 4,6 miljard EUR (+5,1%) te danken was een aan gunstig markteffect. De totale beheerde activa afkomstig van institutionele mandaten kwam uit op 28,6 miljard EUR, d.i. een stijging met 31,4% op één jaar tijd, waarbij de nieuwe cashmiddelen voor een groot deel afkomstig waren van pensioenplannen en verzekeringsmaatschappijen (5,5 miljard EUR van de totale groei van 6,8 miljard EUR). Ook de groei van de institutionele gemeenschappelijke beleggingsfondsen was zeer bevredigend, nl. tot 24,6 miljard EUR, een stijging met 29,1% sinds 31 december 2005. De netto nieuwe cashmiddelen die hiervan afkomstig waren, werden voornamelijk voortgestuwd door de geldmarkt en door de zgn. event driven-fondsen (fusies & acquisities of gelijkwaardig). De volumes van de privémandaten namen toe met 16,6%, terwijl de groei bij de retailfondsen uitkwam op +3,2%. Op 31 december 2006 bedroegen de totale door het verkoopteam van Dexia Asset Management beheerde activa 45,4 miljard EUR, d.i. een zeer sterke toename op jaarbasis van 11,1 miljard EUR. Frankrijk leverde de grootste bijdrage wat de netto nieuwe cashmiddelen betreft, gevolgd door de Australische en de Italiaanse teams. De geldmarkt- en de aandelenproducten vertegenwoordigden meer dan 50% van de netto nieuwe cashmiddelen van Dexia AM in 2006. Dexia Asset Management blijft een zeer goede productiviteitsratio vertonen, met kosten die 13 basispunten van de beheerde activa vertegenwoordigen, wat een van de laagste is in de sector. Thans bestrijkt Dexia AM een groot aantal activaklassen via een significant aantal uiterst efficiënte beleggingsprocessen. De vastrentende en de geldmarktbeleggingen vertegenwoordigen 41,1% van de beheerde activa, de aandelenbeleggingen nemen 21,2% voor hun rekening en de 16/27
rest heeft de vorm van alternatieve beleggingen. Met 13,4% (of 14,3 miljard EUR) van zijn totale beheerde activa in Duurzame en Verantwoorde Beleggingen (“SRI” - Socially Responsible Investment) kreeg Dexia Asset Management de prijs van de “Sustainable Asset Manager of the Decade” die wordt uitgereikt door Banco, een Zwitsers vermogensbeheermagazine; dit is een erkenning voor zijn leiderschap in duurzame investeringen in continentaal Europa tijdens het voorbije decennium. Als pionier inzake SRI richtte Dexia Asset Management in 2006 zijn SRIadviesraad op die zal toezien op de aanhoudende ontwikkeling van de SRI-benadering en analyse. 3.B. Resultaten Onderliggende* resultaten – Financieel beheer In miljoenen EUR Opbrengsten
Q4 2005
Q4 2006
Verschil
FY 2005
FY 2006
Verschil
62
82
+32,1%
198
253
+28,2%
-35
-41
+17,2%
-111
-138
+24,9%
Brutobedrijfsresultaat
27
41
+51,3%
87
115
+32,5%
Nettoresultaat groepsaandeel
24
36
+50,3%
79
104
+31,7%
56,3%
49,9%
56,0%
54,5%
109,6%
127,2%
90,8%
92,2%
Kosten
Exploitatiecoëfficiënt ROEE**
* d.i. zonder niet-operationele elementen; pro forma voorQ4 2005 en FY 2005. ** Rendement op het economisch eigen vermogen, op jaarbasis.
De activiteit inzake financieel beheer heeft een zeer goed jaar 2006 achter de rug, waarbij het nettoresultaat - groepsaandeel uitkomt 104 miljoen EUR, een stijging met 31,7% in vergelijking met 2005. De totale opbrengsten zijn gestegen met 28,2% (of + 55 miljoen EUR) tot 253 miljoen EUR, een forse toename die voornamelijk toe te schrijven is aan: i) een aanhoudende en gestage toename van de beheerscommissies (+22% van jaar tot jaar of EUR + 36 miljoen EUR) tot 197 miljoen EUR in 2006; ii) de relatieve prestatiecommissies die toenamen van 17 miljoen EUR in 2005 tot 43 miljoen EUR in 2006. De toename van de opbrengsten was zelfs nog groter van kwartaal tot kwartaal, als gevolg van de relatieve prestatiecommissies, waarvan het bedrag in het vierde kwartaal van 2006 tweemaal zo hoog lag als in het vierde kwartaal van 2005. De kosten namen toe (+24,9% op één jaar tijd, of 27 miljoen EUR), samen met de forse ontwikkeling van de activiteit. Meer in het bijzonder werden nieuwe verkoopskantoren geopend (in Zweden, Duitsland en Bahrein) met het oog op de ontwikkeling van de activiteit t.a.v. de institutionele cliënten. Het personeelsbestand nam in 2006 toe met 57, bovenop de aanwervingen die plaatsvonden in 2005. Tenslotte volgden de variabele vergoedingen de trend van de relatieve prestatiecommissies. Ondanks de stijging bleef de kost per beheerde activa op het lage niveau van 13 basispunten.
17/27
4. VERZEKERINGEN Zoals hierboven werd aangegeven, heeft dit analytische segment enkel betrekking op de resultaten van de activiteit van de “productie-eenheden”, dus zonder de resultaten van de distributie activiteiten; deze worden opgenomen in de metiers die de verzekeringsproducten verkopen, voornamelijk Financiële dienstverlening aan particulieren en Public/Project Finance. Deze analytische voorstelling bleek niet te voldoen, omdat ze onvolledig en soms misleidend was; de voorstelling zal dus gewijzigd worden vanaf het eerste kwartaal van 2007. Voor 2006 herneemt onderstaande tabel de onderliggende resultaten van het segment volgens de huidige analytische voorstelling. Voor een duidelijker en vollediger beeld van de bijdrage van de verzekeringsactiviteit in de hele Groep verwijzen wij hierbij naar de bijgevoegde “Focus op de verzekeringsactiviteit in de hele Groep”. Onderliggende* resultaten – Verzekeringen In miljoenen EUR Opbrengsten
Q4 2005
Q4 2006
Verschil
FY 2005
FY 2006
Verschil
71
42
-41,0%
215
228
+6,1%
-32
-35
+9,1%
-125
-140
+12,1%
Brutobedrijfsresultaat
39
7
-82,2%
90
88
-2,3%
Nettoresultaat - groepsaandeel
31
15
-51,9%
83
94
+12,1%
Exploitatiecoëfficiënt
45,1%
83,5%
-
58,2%
61,5%
-
ROEE**
18,5%
7,2%
-
12,4%
11,2%
-
Kosten
* d.i. zonder niet-operationele elementen; pro forma voor Q4 2005 en FY 2005. ** Rendement op het economisch eigen vermogen, op jaarbasis.
Het nettoresultaat groepsaandeel van het segment beliep 94 miljoen EUR in 2006 (+12,1% op één jaar). Deze toename met 11 miljoen EUR is toe te schrijven aan de hogere opbrengsten (+ 13 miljoen EUR op één jaar), als gevolg van diverse factoren in tegengestelde richting : i) hogere financiële opbrengsten door de hogere uitstaande bedragen voor de producten van Tak 21; ii) hogere technische voorzieningen; iii) hogere rente op het toegewezen economisch eigen vermogen, iv) minder commissies ontvangen voor Tak 23. Gelet op de volatiliteit van dit activiteitssegment tijdens het jaar, is de voorstelling op jaarbasis beter geschikt dan de voorstelling per kwartaal. De kosten nemen toe (+12,1%) tot 140 miljoen EUR einde 2006, als gevolg van een toename van het aantal werknemers in de Franse vestigingen (door de sterke ontwikkeling van de activiteit van DEP) en als gevolg van een nieuw IT-platform voor de activiteit niet-leven.
18/27
Focus op de verzekeringsactiviteit in de hele groep (zonder FSA en Sofaxis) Dexia Insurance Services (“DIS”) consolideert de diverse verzekeringsdochters (met uitzondering van FSA en Dexia Sofaxis) en vertegenwoordigt daarmee 86% van de totale verzekeringsopbrengsten die worden gegenereerd door de Groep. DIS is voornamelijk actief in België, Luxemburg en Frankrijk, met België als hoofdmarkt. Een verdere uitbreiding wordt verwacht in Turkije als gevolg van de overname van de verzekeringsmaatschappij Global Hayat door DenizBank na de acquisitie door Dexia. DIS levert alle producten leven en niet-leven die worden verkocht in de retailnetten van de Groep in deze landen, zowel via de eigen netwerken, zoals in België en Luxemburg, als d.m.v. partnerships, zoals in Frankrijk. Op de Belgische markt legt Dexia zich toe op de distributie van verzekeringsproducten via drie netwerken: i) kantoren van Dexia Bank België die onder de merknaam Dexia producten leven en niet-leven verkopen; ii) de exclusieve DVV-agenten onder de bekende merknaam DVV; iii) en de rechtstreekse verzekeraar Corona Direct, die producten leven en niet-leven verkoopt aan gezinnen en privé consumenten zonder te werken met tussenpersonen of via affinity contacten met de auto-industrie. Het marktaandeel van Dexia in België bedroeg 8,4% in 2005 voor de levensverzekeringspremies en 4,2% voor de niet-levensverzekeringspremies. In Luxemburg is de distributie van de verzekeringsproducten hoofdzakelijk in handen van het kantorennet van Dexia-BIL, terwijl Dexia Epargne Pension (“DEP”) en Dexia Prévoyance (“DP”) in Frankrijk hun distributie respectievelijk laten verlopen via partnerships op basis van een verkoopnet van derden en eigen verkoopsteams die ondersteund worden door een call center. Hoewel de verzekeringsactiviteiten plaatsvinden in zowel Public/Project Finance (“PPF”) als de Financiële dienstverlening aan particulieren (“FDP”), maken zij voorlopig deel uit van deze metiers voor hun functie “distributie”, terwijl het segment “Verzekeringen” de operationele functies voor zijn rekening neemt en voornamelijk technische en financiële opbrengsten genereert. Vanaf 1 januari 2007 wordt het segment “Verzekeringen” opnieuw toegewezen aan de metiers die betrokken zijn bij de activiteiten, zodat 100% van de verzekeringsopbrengsten worden toegewezen aan PPF en FDP. Totaal bruto premie-incasso
In miljoenen EUR Totale premies (per type)
Q4 2005 Q4 2006 Verschil FY 2005 FY 2006 Verschil 1.297 885 -31,8% 3.635 3.774 + 3,8%
Niet-leven Leven Tak 21 (klassiek leven inbegrepen) Tak 23 (verzekeringscontract verbonden aan beleggingsfondsen) Tak 26 (gewaarborgd/publieke sector)
94 1.203 929
92 793 701
-2,6% -34,1% -24,5%
415 3.221 2.485
426 3.347 2.915
+2,8% +3,9% +17,3%
257 17
74 17
-71,1% +3,3%
646 90
332 101
-48,6% +12,3%
Totale premies (per segment) Public/Project Finance (PPF) Financiële dienstverlening aan particulieren (FDP) Verzekeringen
1.297 160
885 161
-31,8% +0,7%
3.635 625
3.774 621
+3,8% -0,5%
968 169
581 142
-40,0% -15,9%
2.595 415
2.403 750
-7,4% +80,4%
19/27
De totale bruto premies die in 2006 werden geïnd via DIS kwamen uit op 3.774 miljoen EUR, waarvan de levensverzekeringsactiviteit 89% genereerde en de niet-leven activiteit 11% voor haar rekening nam. De Financiële dienstverlening aan particulieren, de voornaamste bron van premies van de Groep, genereerde 64% van het totaal. Public/Project Finance en Credit Enhancement inde 16% van de totale premies bij institutionele cliënten, lokale besturen en andere organisaties uit de lokale openbare sector. De overige 20% was rechtstreeks afkomstig van het segment Verzekeringen. De commerciële activiteit spitste zich in hoofdzaak toe op de premies voor levensverzekeringen (+3,9%), terwijl de groei bij de premies voor niet-levensverzekeringen beperkter was (+2,8%). Globaal genomen produceerde Dexia in 2006 meer premies voor producten van tak 21 en minder voor producten van tak 23 (verzekeringscontracten verbonden aan beleggingsfondsen) in vergelijking met 2005. Deze toename hangt samen met de actieve commerciële campagnes die plaatsvonden tijdens het jaar, de succesvolle opleidingsprogramma’s met de agenten van Dexia Bank België en de zeer goede prestaties van DEP. Geografisch werd 61% van de premies voor levensverzekeringen geïnd in België en was 39% voornamelijk afkomstig uit Frankrijk en Luxemburg. Het percentage van de premies dat buiten België werd geïnd, nam toe van 30% in 2005 tot 39% in 2006, waarbij de volumes op één jaar tijd stegen met meer dan 30%. De toename was zeer fors in Frankrijk dank zij de expansie van Dexia Epargne Pension (+64%). Het aandeel van België in de productie leven van DIS vertoont een discrepantie tegenover 2005, omdat de activiteit in België sinds 1 januari 2006 had af te rekenen met de invoering van een nieuwe taks. Om die reden viel de productie voor de Financiële dienstverlening aan particulieren terug met 192 miljoen EUR., De cliënten anticipeerden op de nieuwe taks van 1,1% op verzekeringsproducten wat zorgde voor een fors hogere productie tijdens het vierde kwartaal van 2005 en een terugval in 2006. De commerciële campagnes van eind 2006 verliepen efficiënt, maar volstonden niet als compensatie voor de uitzonderlijk hoge productie van het vierde kwartaal van 2005. De stijging van de productie niet-leven werd afgezwakt door de verkoop van Flexia tijdens het derde kwartaal van 2006. De premies die werden geïnd in het kader van de activiteit Public/Project Finance bleven stabiel in vergelijking met 2005. Bijgevolg was de groei van de premies het grootst in het segment Verzekeringen (+ 80% of 335 miljoen EUR). Dit kan worden toegeschreven aan de zeer hoge productie bij DEP dankzij de zeer succesvolle strategie op basis van partnerships. Onderliggende resultaten van Dexia Insurance Services
In miljoenen EUR Opbrengsten Kosten Belastingen en overige Nettoresultaat – groepsaandeel
Q4 2005 Q4 2006 Verschil 119 -65 -14 40
91 -63 1 29
-23,7% -3,0% n.s. -28,2%
FY 2005
FY 2006
Verschil
379 -220 -31 128
394 -233 -20 142
+ 3,8 % + 5,5 % - 35,3 % + 10,3 %
In 2006 genereerde DIS 394 miljoen EUR aan totale opbrengsten, een toename met 3,8% t.o.v. 2005 niettegenstaande de negatieve impact van de invoering van de nieuwe taks van 1,1% op
20/27
levensverzekeringen in België, die de opbrengsten deed afnemen met 4 procentpunten (vermits de instapkosten werden verlaagd, bovenop de kortingen die tijdens de commerciële campagnes werden aangeboden). De opbrengsten werden bovendien nog beïnvloed door diverse factoren in tegengestelde richting, waaronder: i) de forse toename van de uitstaande bedragen voor producten van tak 21 en de gunstige effecten van de belangstelling van de cliënten voor bepaalde producten (bv. Safe Invest Bonus); ii) de gunstige invloed van de lage schaderatio voor nietleven; iii) de lagere commissie-inkomsten voor producten van tak 23 doordat de uitstaande volumes in 2006 zijn afgenomen; en iv) de hogere technische voorzieningen voor het dekken en waarborgen van de reserve voor winstdeelname in lijn met de concurrentie; dit laatste punt verklaart de sterke daling van het resultaat van het laatste kwartaal van 2006. De kostenstijging weerspiegelt zowel de uitbreiding van het personeelsbestand voor de Franse activiteiten, wat verband houdt met de sterke activiteitsontwikkeling bij Dexia Epargne Pension, als de diverse investeringprojecten bij Dexia Insurance Belgium, meer bepaald een nieuw ITplatform voor de activiteit niet-leven. De belastingen daalden in 2006 (-11 miljoen EUR), gedeeltelijk dank zij de lagere effectieve belastingvoet. Het nettoresultaat - groepsaandeel kwam uit op 142 miljoen EUR, een bevredigende toename van 10,3% in één jaar.
5. INVESTOR SERVICES 5.A. Activiteit Het engagement van RBC Dexia Investor Services m.b.t. de kwaliteit en het consistente karakter van zijn dienstverlening leverde tal van prijzen op. In 2006 werd de onderneming voor het derde opeenvolgende jaar door Global Investor magazine uitgeroepen tot ’s werelds grootste global custodian. R&M Consultants deed hetzelfde voor het tweede opeenvolgende jaar. RBC Dexia kreeg eveneens de titel van “Transfer Agent of the Year” en “Client Relationship Manager of the Year” in het kader van ICFA European Awards. Wat de groei aangaat bewezen nieuwe cliënten in de hele wereld zoals Manulife Financial in Canada, en Great West Life in het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Canada en op het eiland Man hun vertrouwen in de unieke waarde van de onderneming. De totale activa in beheer kwamen op 31 december 2006 uit op 2.290 miljard USD, d.i. een stijging met 27,5% t.o.v. het voorbije jaar. Deze stevige groei is te danken aan zowel de stijging van de aandelenindexen als aan de forse groei bij de bestaande en de nieuwe cliënten. M.b.t. de functie als transferagent nam het aantal aandeelhoudersrekeningen toe met 10,4% tijdens het jaar, zowel dankzij het ruimere productengamma dat wordt aangeboden sinds het ontstaan van de joint venture als dankzij de forse commerciële activiteit. RBC Dexia werd door veel grote instellingen uitgekozen voor het verstrekken van diensten inzake administratief fondsenbeheer, o.m. door Manulife Financial Corporation in Canada voor zijn fondsenportefeuille ter waarde van 26 miljard CAD. Het aantal administratief beheerde fondsen is toegenomen met 20,0% sinds het ontstaan van de joint venture, dankzij de forse commerciële activiteit en de nieuwe fondsen die werden aangebracht door de bestaande cliënten. Het engagement van RBC Dexia m.b.t. het leveren van een uitstekende service maakte dat Goldman Sachs JBWere de nieuwe onderneming koos als administratief fondsenbeheerder en als transferagent voor zijn fondsenportefeuille in Australië ter waarde van 8 miljard AUD. 21/27
5.B. Resultaten Onderliggende* resultaten – Investor Services In miljoen EUR Opbrengsten
Q4 2005
Q4 2006
Verschil bij gelijke wisselkoers .
Verschil
FY 2005
FY 2006
Verschil
Evol. bij gelijke wisselkoers
84
94
+11,9%
+18,9%
312
371
+18,9%
+17,4%
-61
-66
+8,6%
+13,5%
-230
-249
+8,4%
+6,7%
Brutobedrijfsresultaat
23
28
+20,7%
+33,4%
82
121
+48,3%
+47,6%
Nettoresultaat groepsaandeel
15
20
+30,1%
+42,0%
53
81
+51,4%
+50,7%
72,6%
70,5%
-
-
73,7%
67,2%
-
-
110,9%
105,9%
-
-
97,1%
108,0%
-
-
Kosten
Exploitatiecoëfficiënt ROEE**
* d.i. zonder niet-operationele elementen; pro forma voor Q4 2005 en FY 2005. ** Rendement op het economisch eigen vermogen, op jaarbasis.
RBC Dexia kende voor zijn eerste volledige activiteitsjaar een veelbelovende start. Het nettoresultaat - groepsaandeel beliep 81 miljoen EUR, een stijging van 51,4% of 28 miljoen EUR tegenover de pro formaresultaten van 2005 (geen significante wisselkoersimpact). De totale opbrengsten stegen met 18,9% tot 371 miljoen EUR, ondanks een vrij competitieve omgeving. In het vierde kwartaal kenden de opbrengsten (94 miljoen EUR) een forse vooruitgang (+11,9% tegenover het vierde kwartaal van 2005). Deze goede resultaten zijn te danken aan de sterke organische groei van het tweede en derde kwartaal en aan de zeer dynamische commerciële activiteit. De kosten stegen over het volledige jaar met 8,4%, veel minder dan de stijging van de opbrengsten, wat dus een bevredigend resultaat is rekening houdend met het feit dat Investor Services personeels- en IT-intensieve activiteiten zijn. Met name een belangrijk contract in Australië leidde tot de invoering van de nodige infrastructuur; uitgaven in dit verband werden reeds gedaan, terwijl de overeenkomstige inkomsten slechts later zullen ontvangen worden. Daarenboven leidden de uitstekende commerciële prestaties tot de uitbetaling van welverdiende bonussen voor de teams. De exploitatiecoëfficiënt verbeterde bijgevolg, van 73,7% in 2005 tot 67,2% in 2006; de opbrengsten stegen tweemaal sneller dan de kosten, een prestatie die de doelstelling op middellange termijn overschrijdt. Het rendement van het economisch eigen vermogen vertoonde eveneens een mooie stijging, van 97,1% in 2005 tot een stevige 108,0% in 2006, rekening houdend met het feit dat deze activiteit over het algemeen veel minder kapitaalintensief is dan de andere financiële diensten.
6. THESAURIE EN FINANCIËLE MARKTEN (TFM) 6.A. Activiteit Gelet op het hoge peil van 2006 waren de Thesaurie-activiteiten van de Groep alweer zeer stevig in 2006, en ondersteunden zij de groei van de balans van de Groep. De uitgegeven langetermijnobligaties vertegenwoordigden een totaal bedrag van 29,9 miljard EUR voor het 22/27
volledige jaar 2006 (tegen 29,7 miljard EUR in 2005). 18,6 miljard EUR draagt de AAA rating van Dexia Municipal Agency (DMA) of Dexia Kommunalbank Deutschland. De private beleggingen vertegenwoordigden 50% van het totaal uitgiftevolume in 2006, waarvan 70% via ‘AAA’-emittenten, ondanks een veeleer moeilijk marktklimaat tijdens het vierde kwartaal voor de ‘AA’-emittenten. De openbare beleggingsactiviteit bleef aanzienlijk in 2006, met bijna 28% van de totale uitgiften van de Groep. In dit domein maakt DMA een door beleggers van topkwaliteit warm onthaalde comeback in USD-transacties, wat leidde tot een tweede uitgifte die ruimschoots overschreven werd. De retailgerichte obligatie-activiteit nam bijna 20% van de totale uitgiften van de Groep voor haar rekening, waarvan Dexia Crediop tekende voor meer dan 50% in een klimaat dat werd gekenmerkt door een nieuwe wet op het spaarwezen die een gedetailleerd prospectus verplicht maakt voor bancaire uitgiften. De globale gemiddelde kostprijs voor langetermijnuitgiften nam in 2006 af (ongeveer twee basispunten lager dan in 2005), dankzij de goede prestatie van de ‘AAA’ emittenten van Dexia. Voor de activiteit inzake cash- & liquiditeitsbeheer – dat in de eerste plaats bedoeld is om tegemoet te komen aan de financieringsbehoefte van de groep op korte termijn via diverse instrumenten zoals commercial paper, depositocertificaten, de interbankenmarkt enz. – was 2006 een goed jaar, waarbij de volumes boven het hoge peil van 2005 uitstegen. Het aantal kortlopende uitgiften nam af als gevolg van de mindere interesse bij de beleggers, terwijl de deposito’s bij de centrale banken daarentegen toenamen met meer dan 50% en de interbankenactiviteit tussen juni 2006 en december 2006 een groei te zien gaf van +28%. De activiteit Fixed-Income omvat voornamelijk de Credit Spread Portfolio-activiteit (CSP), die in 2006 profiteerde van zeer goede marktopportuniteiten. De nieuwe beleggingen kwamen uit op 21,7 miljard EUR, dicht bij het recordniveau van 2005. In 2006 spitsten de investeringen zich toe op sectoren die veel te winnen hebben bij Bazel II zoals de gedekte obligaties, AMS/MBS of Negative Basis Trades. De beleggingsportefeuille groeide aan van 62,9 miljard EUR eind 2005 tot 74,0 miljard EUR eind december 2006. Ongeveer 99% van de portefeuille is van het type investment grade en 75% heeft een rating ‘AA-‘ of beter. In de CSP behoren de beleggingslijnen hoofdzakelijk tot de categorieën ‘available for sale’ (93%) en ‘hold-to-maturity’ (1%), terwijl de rest behoort tot de categorie ‘trading’. De effectiseringsactiviteit in Europa, waarbij Dexia optreedt als adviseur, arranger en/of underwriter, liet een zeer goede prestatie optekenen met 24 transacties in 2006 in vergelijking met 16 in 2005. Dexia sloot de eerste openbare effectisering met samengevoegde infrastructuurobligaties ooit in 2006 (de “WISE”-transactie) voor een bedrag van 2,2 miljard EUR; voor deze transactie werd gebruik gemaakt van de knowhow van Dexia inzake Public Finance en de financiële markten. Deze transactie zal toelaten om het bedrag van het regelgevend kapitaal te verlagen, en om de leidende positie van Dexia op het vlak van de financiering van de PFI/PPS- en de infrastructuursectoren verder te versterken. In de Verenigde Staten omvatten de effectiseringsactiviteiten in hoofdzaak de productie van commerciële hypothecaire leningen om ze daarna te effectiseren. De productie kwam uit op 2 miljard EUR voor 8 transacties en biedt interessante returns. De activiteit Market Engineering & Trading omvat met name de teams die zich toeleggen op het aanbod van gestructureerde producten aan cliënten van het metier financiële dienstverlening aan particulieren, institutionele cliënten en cliënten uit de openbare sector. Deze activiteiten waren bijzonder succesvol in 2006. In België was er veel interesse voor gestructureerde euroobligaties, wat leidde tot significante volumes. De structureringsdesk noteerde een recordproductie vooral voor schuldherschikkingen in Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. De activiteit Market Engineering en Trading omvat ook de Equities-desks in Parijs en in Brussel en de wisselkoersactiviteit, die zorgen voor de ondersteuning van, en samenwerken met, de andere metiers en de diverse entiteiten van de Groep.
23/27
Er wordt ten slotte aan herinnerd dat TFM niet alleen op zich een sterke opbrengstengenerator is, maar tevens een belangrijke ondersteuning levert voor de andere metiers en voor de Groep in zijn geheel wat balansbeheer betreft. Het bedrag aan indirecte opbrengsten die uit deze nauwe samenwerking voortvloeien en die in de andere metiers van de Groep worden geboekt, wordt geraamd op circa 469 miljoen EUR in 2006 (tegen 359 miljoen EUR in 2005).
6.B. Resultaten Onderliggende * resultaten – Thesaurie en Financiële Markten In miljoen EUR
Q4 2005
Q4 2006
Verschil
FY 2005
FY 2006
Verschil
Opbrengsten
130
148
+13,5%
503
561
+11,5%
Kosten
-51
-53
+3,9%
-175
-176
+0,7%
Brutobedrijfsresultaat
80
95
+19,5%
328
384
+17,3%
Nettoresultaat – groepsaandeel
63
84
+33,1%
277
308
+11,2%
Exploitatiecoëfficiënt
38,8%
35,6%
-
34,8%
31,5%
-
ROEE**
23,4%
24,0%
-
25,8%
22,0%
-
* d.i. zonder niet-operationele elementen; pro forma voor Q4 2005 en FY 2005. ** Rendement op het economisch eigen vermogen, op jaarbasis. 2006 was voor Thesaurie en Financiële Markten (TFM) opnieuw een zeer goed jaar. Het nettoresultaat - groepsaandeel bedroeg 308 miljoen EUR, een stijging van 11,2% tegenover 2005, dat een recordjaar was. De Fixed Income-activiteiten (waaronder vooral de Credit Spread Portfolio) leverde de grootste bijdrage aan het nettoresultaat van TFM (73%); het saldo kwam in gelijke mate van Market Engineering & Trading (“MET”) (13%) en van het segment Thesaurie (14%). In het vierde kwartaal bedroeg het nettoresultaat 84 miljoen EUR, de beste kwartaalprestatie van het jaar en een stijging van 21 miljoen EUR tegenover het vierde kwartaal 2005, vooral dankzij de goede prestaties van CSP en de effectiseringsteams. De totale opbrengsten voor het volledige jaar 2006 beliepen 561 miljoen EUR, een stijging van 11,5%. Deze erg mooie groei komt vooral van het MET-segment, met een stijging van +54 miljoen EUR in vergelijking met 2005. De activiteiten Public Finance Market Engineering, Personal Financial Services Engineering (“PFSE”), Foreign Exchange en Equities deden het bijzonder goed. Een deel van deze opbrengstenstijging moet parallel met de stijging van de belastingen worden geanalyseerd, zoals hieronder wordt toegelicht. Het Fixed Income-segment droeg +22 miljoen EUR bij en de Credit Spread Portfolio kon bogen op een erg succesvol jaar. Het Thesaurie-segment, tot slot, leverde een negatieve bijdrage, als gevolg van de rentewijzigingen in de loop van 2006. De totale opbrengsten voor het vierde kwartaal beliepen 148 miljoen EUR, d.i. een forse toename t.o.v. hetzelfde kwartaal in 2005 (+13,5%, of 18 miljoen EUR).
24/27
De kosten bleven ongewijzigd tegenover 2005, en bedroegen 176 miljoen EUR. Deze uitstekende prestatie houdt verband met de herstructurering in 2005 van de activiteiten inzake aandelenmakelaardij in Frankrijk, wat de kostenbasis in 2006 deed dalen. Daardoor werd deze activiteit in 2006 weer winstgevend. Zonder dit effect zouden de kosten licht gestegen zijn wegens bepaalde IT-uitgaven en aanwervingen. De onderliggende exploitatiecoëfficiënt verbeterde daardoor van 34,8% in 2005 tot 31,5% in 2006. Bijgevolg bedroeg het brutobedrijfsresultaat 384 miljoen EUR, een forse stijging van +17,3%. De tendens van het ene kwartaal tot het andere is eveneens erg goed, met een toename van +19,5%. De kosten van risico bleven op een historisch laag peil, dicht bij nul. De belastingen beliepen voor het volledige jaar 71 miljoen EUR, een toename van 53,6% in één jaar tijd. Deze toename wordt voor meer dan de helft verklaard door de stijging van het brutobedrijfsresultaat en voor het overige grotendeels door de MET-arbitragestrategieën. Deze strategieën omvatten cash- en derivateninstrumenten waarvan de waardeveranderingen tegelijkertijd stijgende opbrengsten en belastingen kunnen veroorzaken als ze in één bepaalde richting gaan, of dalende opbrengsten en belastingen als ze in de tegenovergestelde richting gaan. De impact in 2006 was een belastingtoename van 11 miljoen EUR, gekoppeld aan een opbrengstenstijging van 17 miljoen EUR voor de activiteiten Equities en PFSE (Personal Financial Services Engineering). Het rendement van het economisch eigen vermogen (ROEE) daalde lichtjes, tot een behoorlijke 22,0%. III. CENTRAL ASSETS EN NIET-OPERATIONELE ELEMENTEN Het segment Central Assets, een van de vijf activiteitssegmenten van de organisatie, boekt voornamelijk de opbrengsten uit overtollig kapitaal, participaties in bedrijven (dividenden, meerwaarden en minderwaarden) en de resultaten van deviezendekkingscontracten. Central Assets wijst ook het economisch kapitaal toe aan de metiers, die daar notionele interest op krijgen, die wordt aangerekend aan de Central Assets. Aan de kostenzijde boekt het segment die kosten die niet aan een specifiek metier kunnen worden toegewezen. Sinds 1 januari 2005 boekt Central Assets ook alle resultaten van de aandelenlease-activiteit bij Dexia Bank Nederland. Daarnaast heeft het management ervoor gekozen om die items apart te zetten die een invloed hebben op de gepubliceerde rekeningen, maar door hun aard de interpretatie van de echte onderliggende trends bemoeilijken. Daarom worden de “niet-operationele elementen”, zoals eenmalige meerwaarden of verliezen, afzonderlijk en gedetailleerd beschreven op p. 25 van het Activity Report Year and Q4 2006. En sinds de invoering van IAS 32&39 op 1 januari 2005, worden de opbrengstverschillen die het gevolg zijn van de “marked to market” van de CDSportefeuille van FSA (zie voetnoot 1 op pagina 3), ook als niet-operationeel beschouwd. Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de samengevoegde bijdrage van Central Assets en de niet-operationele elementen aan de resultaten van Dexia.
25/27
Resultaten van Central Assets en niet-operationele elementen In miljoen EUR Opbrengsten Kosten
Q4 2005*
Q4 2006
110 -82
240 -104
28 -4
136 -19
-1
0
+ 35 +1
Nettoresultaat groepsaandeel 57 * pro forma voor Q4 2005 en FY 2005.
Brutobedrijfs-resultaat Kosten van risico Waardevermindering op (im)materiële vaste activa Belastinglasten Aandeel van derden
FY 2005* 304 -274
FY 2006 802 -341
31 +4 0
461 -35 0
+ 84 -8
+83
+119
-3
-26
194
115
519
In 2006 kwam de bijdrage van alle voornoemde componenten uit op +519 miljoen EUR, in vergelijking met +115 miljoen EUR in 2005. Diverse factoren oefenen een invloed uit op bijna alle onderdelen van de resultatenrekening, en wel als volgt: Wat de totale opbrengsten aangaat, vloeide het verschil van +498 miljoen EUR in hoofdzaak voort uit de volgende elementen: a)
b)
een hogere bijdrage van Central Assets aan de onderliggende opbrengsten (104 miljoen EUR in 2006, tegenover 80 miljoen EUR in 2005). Deze stijging van + 23 miljoen EUR vloeit voort uit een groot aantal factoren in tegengestelde zin, met als belangrijkste: i) een daling van 70 miljoen EUR aan renteopbrengsten vanwege een groter economisch eigen vermogen dat aan de metiers werd toegekend; ii) +47 miljoen EUR door de plaatsing van het gemiddelde nettokapitaaloverschot tijdens de periode; iii) + 62 miljoen EUR aan opbrengsten uit indekkingen van vreemde munten; iv) - 17 miljoen EUR aan nettoopbrengsten bij Dexia Bank Nederland, vermits de portefeuille afneemt; de niet-operationele opbrengsten van alle metiers beliepen dit jaar 698 miljoen EUR (224 miljoen EUR in 2005). De gedetailleerde gegevens staan in het Activity Report Year and Q4 2006 op pagina 25. Naast een evolutie van + 25 miljoen EUR marked-to-market van de CDS-portefeuille van FSA in 2006 (met een equivalent van + 9 miljoen EUR in 2005 - zie voetnoot 1 op pagina 3), was het merendeel van de niet-operationele opbrengsten in 2006 afkomstig van meerwaarden op desinvesteringen op businesseenheden en/of participaties, zoals hierboven toegelicht, zonder de voorzieningen voor ermee samenhangende waarborgen en hangende geschillen en schikkingen, o.a. i.v.m. het Amerikaanse luik van de zaak Lernout & Hauspie.
Wat de kosten betreft, was de stijging van + 68 miljoen EUR op jaarbasis vooral te wijten aan: i) + 31 miljoen EUR aan kosten m.b.t. de diverse geplande of uitgevoerde verhuizingen (Dexia Tower in Brussel, nieuwe hoofdzetel in Paris-La Défense, Amsterdam, Luxemburg, om de belangrijkste te noemen); ii) 9 miljoen EUR consultancykosten, o.a. voor de activiteiten die verband hielden met de strategische analyse en met de projecten van organische en externe groei; iii) 24 miljoen EUR aanvullende centrale kosten die verband hielden met specifieke programma’s zoals Bazel II of lange termijn IT projecten en reorganisaties.
26/27
De netto kosten van risico bedragen - 35 miljoen EUR in 2006, tegenover + 4 miljoen EUR in 2005. Deze kosten zijn in 2006 volledig toe te schrijven aan de aandelenleasingportefeuille bij Dexia Bank Nederland, met 20 miljoen EUR nettokosten in het laatste kwartaal. Wat de belastingen betreft, zijn er dit jaar opnieuw nettobelastingskredieten, nl. ten belope van 119 miljoen EUR, tegenover 83 miljoen EUR in 2005, en weer niet gelijkmatig verdeeld over de vier kwartalen. Ze komen vooral voort uit de belastingimpact van de niet-operationele elementen van de verschillende periodes. (zie Activity Report Year and Q4 2006 op pagina 25 voor meer details).
Bijlage
Balans
in miljard EUR
31 dec 2005
31 dec 2006
Verschil 31 dec. 2006/ 31 dec. 2005
Totale activa Waarvan Kredieten en voorschotten aan cliënten Kredieten en effecten
508,8
566,7
+11,4%
192,4 198,9
226,5 223,2
+17,7% +12,2%
Totale passiva Waarvan Schulden aan cliënten In schuldbewijzen belichaamde schulden
493,1
548,3
+11,2%
97,7
109,5
+12,0%
175,7
184,7
+5,1%
15,7
18,4
+17,4%
11,5 14,1
14,4 16,3
+25,6% +15,7%
Totaal eigen vermogen Waarvan Eigen kernvermogen Totaal eigen vermogen
27/27