FORD en de AUTOMOBIELNIJVERHEID Gemeenschappelijke motie van alle Genkse gemeenteraadsleden
DE MEDEDELING De Ford directie heeft op woensdag 24 oktober meegedeeld de intentie te hebben de Fabriek in Genk te sluiten en heeft daarmee het in werking treden van de Wet Renault opgestart. Indien de door Ford meegedeelde intentie resulteert in een daadwerkelijke sluiting is de impact van deze beslissing voor Limburg enorm en nog niet te vatten, noch in cijfers noch in menselijk leed. DE IMPACT De impact van de sluiting van de Ford fabriek in Genk op Limburg is enorm. Met Ford verdwijnt niet alleen een grote multinational in Limburg, maar ook de hele automobielnijverheid. Ford is een Limburgse moederfabriek met daar rond een heel weefsel van directe en indirecte toeleveringsbedrijven. Dit hele weefsel wordt meegesleurd in een vrije economische val. De automobielnijverheid is de belangrijkste pijler van het Limburgse economisch weefsel, en deze lijkt gedoemd te verdwijnen, niet geleidelijk maar in economisch perspectief van vandaag op morgen. Cijfers De impact van de Ford sluiting is moeilijk in cijfers uit te drukken omdat de sluiting een enorm cascade-effect zal hebben. Er wordt uitgegaan van een jobverlies van ongeveer 4 400 jobs bij Ford zelf, en van een totaal van 10 000 jobs in de hele Limburgse automobielsector. Het jobverlies treft heel Limburg, ongeveer 20% van de werknemers zijn Genkenaren. Hiermee verdwijnt een enorme loonmassa die in hoofdzaak in de Limburgse regio besteed wordt. Wanneer de impact doorgetrokken wordt in de werkloosheidscijfers, ervan uitgaand dat alle verdwenen jobs in de werkloosheid terecht komen, komt Genk aan een werkloosheidscijfer van 19,8%. Dit is hallucinant hoog en doet niet alleen denken aan Waalse situaties maar zelfs al aan Spaanse cijfers. Deze impact trekt zich door naar heel Limburg, en bijzonder sterk naar de omliggende steden. De impact vertaalt zich ook in de werkzaamheidsgraad. Wanneer 10 000 mensen hun job verliezen geeft dit een Genkse en een Limburgse werkzaamheidsgraad van respectievelijk 51,2 en 62% tegenover een Vlaams gemiddelde van 65,8 %. De jobratio daalt in Genk van 93% naar 79%, in Limburg van 61,2 naar 59,4 procent tegenover een Vlaamse gemiddelde van 66, 8 %. Deze cijfers nemen de impact van het cascade-effect dat zich in andere sectoren zal voordoen niet mee. Mensen De sluiting is niet enkel te vertalen in economische indicatoren. Door de sluiting wordt ingegrepen in het leven van 10 000 Limburgse gezinnen, die terecht komen in
een situatie van persoonlijke zorgen over de leefbaarheid van hun gezin, de afbetaling van hun lening, de studiekansen die ze hun kinderen kunnen bieden,… De stad ondersteunt alle solidaire acties die georganiseerd worden en doet dit in overleg met de vakbonden. DE FACTUUR De factuur voor de sluiting is voor de samenleving, het leed voor de gezinnen. Wanneer 10 000 mensen hun job verliezen komen ze terecht in werkloosheid, pensioensystemen, ocmw- voorzieningen, … De factuur hiervan is voor de samenleving. De uitdaging aan alle overheden is deze maatschappelijke factuur zo snel mogelijk om te zetten in nieuwe economische loonvorming.
EEN ENGAGEMENT VAN ALLE BETROKKEN OVERHEDEN Hoop op een solidair overheidsengagement Limburg en Genk hebben reeds voor een aanzienlijke reconversie-uitdaging gestaan bij de sluiting van de mijnnijverheid. De sluiting van de mijnnijverheid had betrekking op het stopzetten van een genationaliseerde sector, waarvan de maatschappelijke kost om de mijnen open te houden niet opwoog tegen de maatschappelijke kost van de sluiting. Om die maatschappelijke kost zo snel mogelijk af te bouwen zijn toen alle betrokken overheidsniveau’s een engagement aangegaan om Limburg terug een economisch perspectief te geven, om de Limburgers terug een job te geven. En die aanpak heeft gewerkt. Limburg en Genk moeten hoop kunnen putten uit een vernieuwing van de solidaire engagementen van toen. Ook nu moet de maatschappelijke factuur van de sluiting omgebogen worden in een engagement voor een nieuw toekomstperspectief voor Limburg, waarin alle betrokken overheidsniveaus hun verantwoordelijkheid opnemen. Dit engagement is nodig omdat het niet gaat om een individuele bedrijfssluiting maar om een economische basissector die op verdwijnen staat en die het hele Limburgse weefsel raakt. Europa De automobielnijverheid is, net zoals de mijnnijverheid in het verleden, een economische basissector waarvoor een Europees beleid nodig is. De Europese Unie heeft niet gekozen voor een geleid herstructureringsbeleid voor de automobielsector. De effecten hiervan treffen Vlaanderen en Limburg in het bijzonder zeer sterk. Na Renault in Vilvoorde, Opel in Antwerpen, is er nu ook de aangekondigde sluiting van Ford Genk met daar om heen een weefsel van toeleveringsbedrijven. Omwille van het automobielnijverheidsweefsel in Limburg is de klap voor Limburg omvangrijker dan voor de andere regio’s. Bij de mijnsluitingen engageerde Europa zich tot een specifiek doelstelling 2 programma voor Limburg en de Kempen, werd er bijkomend een bijzonder
Europees initiatief met name het Rechar programma ontwikkeld, kreeg Limburg een reconversiestatuut dat toeliet om verhoogde steun aan bedrijven uit te keren, zoals nu ook het geval is in Wallonië. De voorliggende problematiek van de sluiting van de Fordvestiging in Genk is van die aard dat moet onderhandeld worden over maatregelen in eenzelfde orde van grootte en met eenzelfde slagkracht. Genk vraagt aan de Vlaamse en federale overheid om deze onderhandelingen zonder dralen op te starten. Vlaanderen en de federale overheid De sluiting van de Ford fabriek maakt deel uit van de ruimere problematiek van het industrieel weefsel in Vlaanderen. Deze problematiek verdicht zich in Limburg. Om duurzame economische bedrijvigheid te realiseren zal Vlaanderen moeten inzetten op de ontwikkeling van nieuwe innovatieve industriële activiteiten, en dan vooral van grootschaligere industriële activiteiten. De rol van de industrie als motor van de economie is essentieel en levert toegevoegde waarde. Het Nieuw Industrieel Beleid van Vlaanderen is daartoe een aanzet. Belangrijk is dat dit beleid concreet en op voldoende sterk niveau gestalte krijgt in Limburg. Aan het open houden van de Fordfabriek is een Vlaams engagement gekoppeld in de vorm van investeringssteun en in de vorm van opleidingssteun. Genk vraagt dat dit budget in Genk verankerd wordt, niet in de vorm van een vrijblijvende enveloppe maar in de vorm van concrete economische investeringsprojecten. Naast het industrieel beleid biedt Vlaanderen diverse instrumenten voor regionale economische of semi-economische ontwikkeling aan. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan de sectoren zorg, toerisme, farma, innovatie, ….Belangrijk is dat de toegang van Limburg/Genk tot deze middelen geoptimaliseerd wordt. Daarenboven moet Limburg/Genk nieuwe initiatieven kunnen ontwikkelen die toekomstgericht het ondernemerschap in Limburg stimuleren en die de overgang naar een innovatieve maakeconomie en kenniseconomie ondersteunen, hiervoor zijn initiatieven nodig op gebied van onderwijs, mobiliteit, energie,… Genk vraagt het engagement van Vlaanderen voor een optimale afstemming van deze instrumenten op de Genkse/Limburgse ontwikkelingsopportuniteiten. De regio en de stad Nieuwe economische perspectieven creëren vergt het op gang trekken van nieuwe ontwikkelingen, vergt het benutten van alle mogelijke opportuniteiten, vraagt trekkers, …. Limburg en Genk als economische en logistieke poort voor Vlaanderen, en andere Limburgse steden, hebben afgelopen 25 jaar getoond dat ze dit kunnen. In 25 jaar tijd kreeg Limburg de sluiting van 5 mijnzetels, een zware herstructurering van Ford en een sluiting van Philips te verwerken. Limburg en Genk hebben aangetoond dat wanneer ze hiertoe de middelen en de instrumenten krijgen, dat ze in staat zijn tot het realiseren van economische ontwikkelingskracht. De economische achterstand van Limburg werd grotendeels ingelopen, Limburg/Genk heeft de basis gelegd voor nieuwe economische ontwikkelingen. De aangekondigde sluiting slaat Limburg/Genk in één beweging terug in een achterstandspositie en ontneemt Genk de positie van derde industriestad in Vlaanderen. Genk wil motor zijn van nieuwe economische en maatschappelijke innovatie maar moet daarvoor de ruimte en de middelen krijgen.
DE ONTWIKKELINGKRACHT VAN GENK GEHYPOTHEKEERD Genk is een economische en logistieke poort voor Vlaanderen, en heeft een belangrijke werkverschaffende functie voor een brede regio. Genk heeft ondanks de sluiting van de twee mijnzetels en een zware herstructurering bij Ford in 2003 economisch stand gehouden. De verloren gegane werkgelegenheid werd terug ingehaald, hoewel Genk nog steeds kampt met een probleem van hoge werkloosheid te wijten aan de bevolkingsstructuur van de stad. Genk heeft deze positie kunnen verwerven doordat de stad zichzelf als een ondernemende organisatie is gaan op stellen, door een proactief economisch beleid te voeren en alle opportuniteiten te verkennen en te vertalen in projecten op diverse domeinen. De stad heeft geïnvesteerd in economische welvaartscreatie voor een brede regio, heeft meerdere projecten op stapel staan. De ontwikkelingskracht van de stad wordt aanzienlijk geraakt door de aangekondigde sluiting van Ford. Het effect van de sluiting op de stadsbegroting wordt geschat op minder inkomsten a rato van 10 mio euro per jaar . Deze middelen wegen op de kracht waarmee Genk de geplande economische projecten kan ontwikkelen en nieuwe projecten in stelling kan brengen. Genk vraagt aan de hogere overheden om middelen te voorzien om deze ontwikkelingskracht te kunnen behouden en daarvoor projectmatig en structureel de nodige middelen te voorzien. DE FORD FACTUUR De federale en Vlaamse overheid, de stad, de werknemers hebben alles in het werk gesteld om tegemoet te komen aan de Ford-eisen m.b.t. continuering van de bedrijfsactiviteiten. Ford is zijn engagement niet nagekomen. Genk vraagt om die reden, in geval van sluiting, een maximale inspanning van Ford om de toeleveranciers nieuwe perspectieven te bieden, en om het patrimonium/terrein van Ford gesaneerd aan te bieden aan de Genkse gemeenschap en betrokken overheden als ruimte voor nieuw ondernemerschap.
ACTIESTRATEGIE VOOR EEN NIEUW TOEKOMSTPERSPECTIEF Genk vraagt een nieuw toekomstperspectief voor de stad en de provincie. Engagement met middelenverbintenis. Dit toekomstperspectief moet vorm krijgen in een engagementsverklaring van alle betrokken overheden waarbij ze zich ertoe verbinden om alles in het werk te stellen om: - de Limburgers met prioriteit voor diegenen van wie de job nu in het gedrang komt, een nieuwe job te geven met als doel een werkloosheidsgraad en werkzaamheidsgraad die het Vlaamse niveau benadert;
-
een nieuw economisch perspectief voor de stad en Limburg te creëren waardoor de Limburgse jobratio die van Vlaanderen benadert.
Dit engagement moet gekoppeld worden aan een engagement mbt de inzet van middelen die nodig zijn voor de realisatie van het actieplan.
Actiestrategie Dit betekent dat er een krachtig actieplan nodig is met een korte en een middenlange termijn resultaatsperspectief. Op korte termijn dient met sterke kracht en innovatieve benaderingswijzen werk gemaakt te worden van het opvangen van de problemen van de mensen o.m.: - het hertewerkstellen van de werknemers; - het opvangen van problemen die te maken hebben met de leningslast van de getroffen gezinnen; - het voorkomen van gemiste onderwijsloopbanen doordat kinderen omwille van studiekosten niet de meest optimale onderwijskansen krijgen. Tegelijkertijd dient er werk gemaakt te worden van het uittekenen van een strategisch toekomstgericht actieplan met concrete hefbomen en opportuniteiten die ervoor zorgen dat Genk en Limburg een sterk economisch draagvlak kunnen ontwikkelen. High level task force-structuur De stad vraagt dat Vlaanderen de verantwoordelijkheid opneemt voor: - de gemeenschappelijke engagementsverklaring en het voeren van de onderhandelingen hierover met Europa en het federale niveau. - het oprichten van een high level beleids-task force waarin alle betrokken overheidsniveau’s participeren. Genk als meest getroffen stad in de Ford problematiek en als economische en logistieke poort voor Vlaanderen wenst deel uit te maken van deze task force. - Het oprichten van highlevel actie- task forces die uitvoering geven aan de diverse onderdelen van de actiestrategie zowel op het niveau van de aanpak van de problematiek van de mensen als op niveau van economische projectontwikkelingen. De stad Genk zal met het oog op een gedragen en gecoördineerde strategie overgaan tot de oprichting van een stedelijke taskforce waarin alle politieke fracties uit de gemeenteraad betrokken worden.