Fonds Leerstoel en Instituut voor Immigratierecht Leiden Comité van Aanbeveling: -
-
Prof. mr. L. J. Brinkhorst (hoogleraar Europees recht, oud-minister van Economische Zaken) Mr. C.J.A. van Lede (oud-voorzitter VNO, oud-bestuursvoorzitter Akzo Nobel), Dr. mr. C.J.M. Schuyt (staatsraad, oud-hoogleraar sociologie) Mr. D.W.F. Verkade (advocaat-generaal bij de hoge raad der Nederlanden, oudhoogleraar intellectuele eigendom en oud- advocaat)
In maart 2007 heeft het bestuur van de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden besloten de leerstoel Immigratierecht na het emeritaat van prof. mr. P. Boeles per 1 augustus 2007 niet te continueren. Reden is de in 2009 verwachte terugval in de financiële situatie van de faculteit die noopt tot een scherpe kostenbewaking en herbezinning op prioriteiten. De financiële bijdrage, die de faculteit thans nog levert, ten behoeve van andere stafleden van het instituut staat eveneens ter discussie. De beslissing van het faculteitsbestuur zal kunnen leiden tot desintegratie en uiteindelijk tot teloorgang van het Instituut voor Immigratierecht. Om te voorkomen dat de leerstoel en het daaraan gelieerde instituut verdwijnen is een fonds opgericht, dat wordt beheerd door het Leids Universiteits Fonds (LUF). De bedoeling is, voldoende geld te werven om te kunnen bewerkstelligen dat voor de komende vijf jaar een hoogleraar voor 0.5 fte kan worden aangesteld en dat het Instituut voor Immigratierecht kan blijven bestaan en verder kan worden uitgebouwd. Het plan heeft inmiddels binnen en buiten de faculteit een warm onthaal gekregen zoals kan blijken uit de vele steunbetuigingen waarvan enkele citaten zijn weergegeven in dit dossier. Het gaat om steunbetuigingen van directe collega’s binnen het departement publiekrecht, van externe collega’s in het migratierecht aan andere universiteiten, van belangrijke organisaties in het veld zoals Amnesty International, het Universitair Asyl Fonds (UAF), VluchtelingenWerk Nederland, FORUM, het Nederlands Juristen Comité voor de Rechten van de Mens, van gespecialiseerde advocatenkantoren, en, niet in de laatste plaats van (oud)-studenten. Uit deze brieven blijkt dat het Instituut voor Immigratierecht een belangrijke functie vervult voor de studenten, de rechtspraktijk, de rechtsliteratuur en de wetenschap. Het instituut is een kweekvijver van talent, zoals onder meer kan blijken uit het feit dat drie kort geleden op een uitstekende vreemdelingenrechtelijke scriptie afgestudeerde studenten thans bij de rechtenfaculteit werkzaam zijn, onder wie één promovendus bij het instituut. Veel oud-studenten hebben hun beroepskeuze door ons keuzevak laten bepalen en werken op het gebied van migratierecht bij rechterlijke instanties, het Ministerie van Justitie, non-gouvernementele organisaties, advocatenkantoren en universiteiten. Onlangs promoveerde een oud-studente aan het prestigieuze European University Institute te Florence op een onderwerp dat was ontleend aan haar scriptie in Leiden. Dit dossier dient om de nodige achtergrondinformatie te verschaffen. Het bestaat uit drie delen: (1) informatie met betrekking tot het instituut (2) enkele citaten uit de steunbrieven (3) mission statement, opgesteld door de huidige onderzoekers en medewerkers van het instituut. Voor nadere informatie over het fonds: mevr. Annah Neve, LUF, Rapenburg 61, 2311 GJ Leiden,
[email protected] tel 071 - 5130503 , www.luf.nl Het postbanknummer van het LUF is 16 45 35 . Bij eventuele donaties graag vermelden “Fonds Immigratierecht”
Bijlage 1: het instituut, de personele situatie en de benodigde gelden Enkele feiten: Het vak vreemdelingenrecht is in 1982 als vernieuwingsvak opgezet door universitair docent mr. Hanneke Steenbergen. Haar geïnspireerde lessen en haar vele publicaties hebben Leiden op de kaart gezet. In 1996 werd door het LUF een bijzondere leerstoel immigratierecht ingesteld, bekleed door mr. Pieter Boeles, advocaat in Amsterdam (Everaert advocaten). In datzelfde jaar is het Instituut voor Immigratierecht opgericht. In 2000 ontving het instituut de Helffer-Kootkar prijs “omdat het zich in korte tijd een vooraanstaande positie heeft weten te verwerven in het wetenschappelijk onderzoek naar de naleving van fundamentele mensenrechten, in het bijzonder het recht op vrije vestiging en het recht op asiel”. In datzelfde jaar werd de bijzondere leerstoel omgezet in een ordinariaat voor 0.5 fte. Sinds 2002 is de omvang van de aanstelling van de hoogleraar 0.7 fte. Het Instituut verzorgt thans twee keuzevakken in het derde jaar van de bachelor opleiding: European Migration Law (Engelstalig, met de nadruk op EG-recht en mensenrechten, tevens toegankelijk voor buitenlandse uitwisselingsstudenten) en Nederlands Immigratierecht (Nederlandstalig, met de nadruk op Nederlandse regelgeving). Voorts worden bij het instituut bachelor- en master-scripties geschreven. Per keuzevak varieerde het aantal studenten in de loop der jaren van 30 tot 50. Het aantal scripties per jaar ligt rond de 10. In het jaar 2006 hebben aldus circa 100 studenten in dit vak een tentamen gehaald of een scriptie geschreven. Het onderzoek van het instituut is ondergebracht bij het facultaire onderzoekprogramma “Securing the Rule of Law in a World of Multi-level Jurisdiction”. Eén promovenda heeft in de afgelopen periode met prof. Boeles als co-promotor haar proefschrift voltooid. Thans zijn zeven promovendi bezig met een onderzoek. Het instituut verzorgt cursussen en conferenties voor advocaten, ambtenaren, rechters, wetenschappers en non-gouvernementele organisaties. Voorts is het instituut actief in vakliteratuur en wetenschappelijke publicaties. De personele situatie: De kern van het instituut wordt gevormd door de hoogleraar, een vaste onderzoeker, mevr. mr. drs. Gerrie Lodder en een student-assistent, thans mevr. Cristine Sahakian. De hoogleraar is verantwoordelijk voor de algehele gang van zaken, het onderwijs en onderzoek en projecten. De vaste onderzoeker heeft twee basisfuncties, ten eerste het bewaken van de voortgang van het lopende onderwijs en de lopende instituutsprojecten, ten tweede het verrichten van kort lopend betaald onderzoek voor externe opdrachtgevers. De student-assistent heeft een belangrijke secretariële en ondersteunende functie en draagt daarnaast inhoudelijk bij aan sommige onderzoeksprojecten. De fondsenwerving is op de continuering van deze drie kernfuncties gericht. De benodigde gelden voor vijf jaar worden geschat op € 680.000. Na verrekening met de eigen verdiencapaciteit komt het benodigde bedrag neer op 455.000. Een toelichting op de berekening van dit bedrag is hieronder te vinden. Tijdelijke kleine aanstellingen Mr. Kees Wouters (Brussel) werkt aan een proefschrift dat hij dit kalenderjaar zal voltooien. Zijn aanstelling (0.40 fte) loopt eind van dit kalenderjaar af. Hij geeft colleges over asielrecht en treedt op als docent bij post-academisch onderwijs van het Instituut. NWO-subsidies: Daarnaast zijn thans twee extern (door NWO) gefinancierde onderzoekers bij het instituut werkzaam. Mr. drs. Maarten den Heijer schrijft over de externe verantwoordelijkheid van staten voor asielzoekers.
Ook hij heeft een actief aandeel in de door het instituut geschreven stukken en het door het instituut gegeven onderwijs. Mevr. mr. Marcelle Reneman, zal per 1 november 2007 full-time werkzaam zijn op basis van een NWOfinanciering. Zij werkte al part-time voor het instituut. Mevr. Reneman heeft colleges asiel verzorgd voor het keuzevak en treedt op als docent bij post-academisch onderwijs van het Instituut. Een derde onderzoeker, mevr. .Suzanne. Guèvremont, heeft een NWO-subsidie gehad, maar werkt thans na afloop van de termijn waarvoor die subsidie was verleend, voor eigen rekening verder aan haar proefschrift. Zij verwacht dit kalenderjaar haar dissertatie te voltooien. Buitenpromovendi Mevr. mr. Brigitte Straathof-Lap (Den Haag) werkt voor eigen rekening aan een dissertatie. Zij is bestuurslid van de stichting Instituut voor Immigratierecht. Mevr. Ciara Smyth B.A. LL.B. LL.M. (Galway, Ierland) werkt naast haar aanstelling aan de universiteit van Galway aan een dissertatie. Zij geeft ook colleges in het kader van het Engelstalige keuzevak European Migration law. Elisabeth Santallla Vargas (La Paz, Bolivia), werkt – vooralsnog voor eigen rekening – aan een dissertatie. Gestreefd wordt naar het verwerven van externe financiering. Aldus werken thans tien mensen bij het instituut, van wie er twee dit kalenderjaar volgens de planning hun dissertatie zullen afronden. Twee onderzoekers worden extern gefinancierd (NWO). Drie mensen doen onderzoek voor eigen rekening. Voor de resterende drie, de hoogleraar, de vaste onderzoeker en de student-assistent, moet het nieuwe fonds in de financiering voorzien. Daarbij is vooralsnog de aanstelling van de nieuwe hoogleraar tot 0.50 fte teruggebracht. Gestreefd wordt naar een financiering van alle kosten, dus ook kosten van computerondersteuning, huisvesting etc.
Schatting kosten reddingsplan leerstoel en instituut a.
Kosten 0.5 hoogleraar per jaar:
b. Kosten 0.7 vaste onderzoeker per jaar c. Kosten student-assistent per jaar Totaal: Inverdiencapaciteit op basis van de cijfers van afgelopen jaren:
75.000 48.000 13.000 136000 + 45.000
Over 5 jaar worden de kosten op basis van deze uitgangspunten geschat op 5 x 136000 = € 680.000 Daarvan zullen, conservatief geschat, de inkomsten uit eigen activiteiten ongeveer 45.000 x 5 = € 225.000 kunnen bedragen. De door een extern fonds te dragen resp. te garanderen kosten worden aldus geschat op 680.000 – 225.000 = € 455.000
Bijlage 2: enkele citaten uit de steunbrieven “Het Instituut voor Immigratierecht in Leiden heeft een niet te onderschatten invloed op de rechtsvorming en de –praktijk binnen het migratierecht in Nederland. Ofschoon dit vakgebied in Nederland ook op andere universiteiten beoefend wordt, heeft het Instituut in Leiden altijd een zeer eigen, kritisch en op de praktijk gericht, geluid laten horen. Daarmee is in de eerste plaats de academische diversiteit gediend, wat zowel de diepgang van de bestudering van het migratierecht alsook het gebruik van academische publicaties in de rechtspraktijk bevordert. Daarnaast heeft het Instituut in Leiden zich in enkele specifieke rechtsgebieden verdiept (o.a. gezinshereniging, EU-recht), welke specialisatie inclusief de daarbij ontwikkelde visie, voor ons, advocaten, een wezenlijke meerwaarde heeft opgeleverd bij het uitoefenen van ons beroep” (Mr. M.F. Wijngaarden, namens advocatenkantoor Böhler Franken Koppe Wijngaarden, Amsterdam) “Het migratierecht biedt een rechtenfaculteit bijzondere kansen wat betreft onderwijs, actualiteit, mogelijkheid tot samenwerking met andere disciplines en het verwerven van externe onderzoeksgelden. (…) Juist Leiden met zijn traditionele nadruk op internationaal recht en mensenrechten en het opleiden van juristen voor Den Haag en voor internationale organisaties biedt het migratierecht bijzondere mogelijkheden”. ( Prof. mr. C.A. Groenendijk, prof. mr. R. Fernhout, prof. E. Guild, Radboud Universiteit, Centrum voor Migratierecht, Nijmegen) “Het Leidse Instituut voor Immigratierecht heeft zich met de beperkte beschikbare middelen inmiddels ontwikkeld als één van de drie toonaangevende instituten op het naar de mening van het NJCM uiterst belangrijke terrein van het immigratierecht” (Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten) “Ik weet dat veel studenten destijds ook erg enthousiast over het vak waren. Niet alleen omdat de stof inhoudelijk erg interessant was, maar ook omdat er tijdens de werkgroep levendige discussies plaatsvonden. (…) Ik verwacht echter dat veel potentiële immigratierechtstudenten het vak niet zouden volgen als ze naar Amsterdam of Nijmegen zouden moeten gaan”. (oud-studente) “Since 2005, the Faculty of Law, national University of Ireland, Galway has enjoyed a stimulating and beneficial working relationship with the Institute of Immigration law, University of Leiden, developed by our colleague Ciara Smyth. The faculty is disappointed to hear that the future of the Institute may now be in doubt, and wishes to take this opportunity to support efforts to ensure the continuance of the Institute”. (National University of Ireland, Galway, Law Faculty) “Wie de rechtsontwikkeling in Europa wil begrijpen, doet er goed aan het migratierecht van nabij te volgen. In het Leidse juridisch onderzoek – met name in het succesvolle programma Securing the Rule of Law in a World of Multi Level Jurisdiction – neemt het werk van prof. Boeles en zijn staf een belangrijke plaats in. In de afgelopen jaren hebben zij niet alleen veel publicaties op hun naam gebracht, maar zich ook zeer actief betoond bij het organiseren van symposia en conferenties. Een gezamenlijk verzorgde cursus voor IND-ambtenaren bleek bijzonder populair”. (prof. mr. R.A. Lawson, prof. mr. P.J. Slot, Afdeling Europees recht, Leiden) “I was in your immigration law class of autumn 2005. I really liked your class and it made me want to study this subject further. I haven’t done that even though I am contemplating the possibility to make a thesis subject out of it” (LLC-student in het internationale uitwisselingsprogramma)
“Voor Everaert advocaten – het grootste kantoor op het gebied van het reguliere vreemdelingenrecht in Nederland – is het Instituut voor Immigratierecht van groot belang. Het Instituut draagt bij aan kennis- en opinievorming door wetenschappelijke publicaties in vakbladen en door het organiseren van seminars. Everaert advocaten maakt veelvuldig gebruik van die kennis. Daarnaast brengt het Instituut met regelmaat adviezen uit in individuele zaken en geeft het cursussen bij ons op kantoor”. (Everaert advocaten, Amsterdam) “Diepgaand onderzoek en onderwijs op het gebied van het migratierecht vindt in Nederland vooral aan drie Universiteiten plaats, waaronder die van Leiden. Als één van die plaatsen wegvalt is dat een buitengewoon slechte ontwikkeling in een tijd waarin asiel meer en meer onder druk is komen te staan en het thema van migratie in de Westerse samenlevingen alom als een van de meest uitdagende onderwerpen wordt beschouwd. Daarbij is niet zonder belang dat de Universiteit van Leiden zich vanouds als een ’presidium libertatis’ beschouwt”. (Stichting UAF voor vluchteling-studenten, Utrecht) “Op dit moment wordt het migratierecht academisch bestudeerd in Nijmegen, Leiden en aan de VU. (…) Door het aanstaande emeritaat van Groenendijk is de continuïteit van het Centrum voor Migratierecht in Nijmegen niet meer vanzelfsprekend. Door de beslissing van Faculteitsbestuur en College van bestuur in Leiden om de leerstoel niet te continueren dreigt nu ook daar een onderzoeksgroep aan haar eind te komen – zo niet meteen dan toch op den duur, want zonder hoogleraar bloedt de zaak op termijn natuurlijk dood. Dat zou betekenen dat alleen de VU nog een substantiële groep onderzoekers heeft die zich op het migratierecht richt. Dat zou voor het migratierecht in Nederland een bijzonder slechte zaak zijn. Ten eerste is het rechtsgebied te groot om door onze onderzoeksgroep te worden betreken. Een deel van het rechtsgebied zou – in wetenschappelijke zin – braak komen te liggen. Ten tweede zou een zo sterke dominantie van onze onderzoeksgroep in academische zin niet goed zijn, om dat zo’n semimonopoliepositie tot verschraling zou leiden”. (Prof. mr. T.P. Spijkerboer, prof. mr. B.P. Vermeulen, Vrije Universiteit Amsterdam) “Studenten hebben veel belangstelling voor het vak, hetgeen begrijpelijk is gelet op het grote maatschappelijke belang van het onderwerp. Daarnaast betreft het een juridisch interessant materieel terrein van het bestuursrecht, waar zich regelmatig ontwikkelingen voordoen die later van belang blijken te zijn voor de vormgeving van het algemene bestuursrecht. Masterstudenten staats- en bestuursrecht schrijven dan ook graag hun scriptie op dit terrein”. (prof. mr. J.H. Gerards, prof. mr. W. den Ouden, Afdeling staats- en bestuursrecht, Leiden) “Wat heeft het werk van het Instituut voor Immigratierecht nu concreet voor VluchtelingenWerk Nederland betekend? In de eerste plaats heeft het werk van het Instituut ons geholpen om bepaalde onderwerpen op de kaart te zetten. Zo heeft het Instituut in november 2006 een conferentie georganiseerd over het recht op gezinshereniging, een voor VluchtelingenWerk Nederland belangrijk onderwerp. Naast de belangrijke bijdragen die voor deze conferentie zijn geleverd, heeft VluchtelingenWerk de mogelijkheid gekregen om hier zijn rapport ‘(Geen) eerbied voor gezinsleven’ te presenteren. Het onderzoek van Gerrie Lodder ‘De gevolgen van de jurisprudentie van de Raad van State voor de AC-procedure’ is van belang geweest voor de discussie rond de rechtmatigheid van de AC-procedure. VluchtelingenWerk Nederland probeert door de ondersteuning van procedures knelpunten in de asielprocedure voor te leggen aan internationale instanties, zoals het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Het Instituut voor Immigratierecht heeft ondersteuning en expert opinions geleverd voor een aantal van deze procedures. Door deelname aan de adviescommissie van VluchtelingenWerk Nederland, ‘de Commissie Asiel’ heeft Pieter Boeles bijgedragen aan de ondersteuning van de rechtsbijstand in vooral internationale procedure. Een van deze procedures
heeft geleid tot de belangrijke uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Salah Sheekh tegen Nederland. Ook aan de Permanente Commissie van deskundigen in internationaal vreemdelingen-, vluchtelingen- en strafrecht, de Commissie Meijers leveren de medewerkers van het Instituut een belangrijke bijdrage. Deze Commissie is een onafhankelijke organisatie, ingesteld en ondersteund door onder meer VluchtelingenWerk Nederland. De Commissie heeft de afgelopen jaren haar aandacht gericht op de ontwerpbesluiten van de Europese Raad van Ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ-Raad) op het gebied van immigratie-, asiel- en strafrecht. De kennis van het Instituut op het gebied van het Europese Asielrecht zal in de toekomst van groot belang zijn, nu het asiel- en vluchtelingenrecht zich steeds meer op Europees niveau ontwikkelt.” “Wij hebben jarenlang zeer prettig en vruchtbaar met uw instituut samengewerkt. (…) Voor ons blad en vanzelfsprekend de 700 abonnees, tevens migratierecht-professionals, is een dergelijke samenwerking van onmisbare waarde. Het gaat dan om advocaten en andere rechtshulpverleners, wetenschappers, rechters, IND-medewerkers en studenten. Actuele en wetenschappelijk hoogstaande kennis wordt op deze wijze onder een zeer groot aantal vakgenoten verspreid de deze kennis weer kunnen inzetten in hun rechtspraktijk of onderzoek. (FORUM, instituut voor multiculturele ontwikkeling, Utrecht.) “Ik zou het een blamage vinden als een Universiteit als die van ons geen leerstoel meer zou hebben op dit gebied. Het is een van de meest, zo niet het meest, besproken politieke onderwerp(en) van in ieder geval de laatste decennia. Mijn bestudering van met name de beleidsgeschiedenis en de daarmee verbonden en daaruit voortkomende juridische regelingen, heeft mijn bovendien geleerd dat het onderwerp juist ook al van af 1848 (de eerste Vreemdelingenwet) en zeker vanaf de 90-er jaren van de 19e eeuw, van groot belang is en de moeite van een grondige studie waard is (Drs. C. Nagtegaal, oud keuzevak student, thans docent Bestuurskunde Campus den Haag)
Bijlage 3: Mission statement Mission Statement Instituut voor Immigratiecht
opgesteld door de na het vertrek van prof Boeles overblijvende stafleden van het Instituut Het besluit van het faculteitsbestuur om niet te voorzien in een nieuwe hoogleraar immigratierecht noopt tot bezinning. Waar staat het Leidse Instituut voor Immigratierecht voor? Wat is de waarde van het Instituut en waarom is het van belang dat het Instituut blijft voortbestaan? In dit mission statement geven de medewerkers van het Instituut voor Immigratierecht hun gezamenlijke visie. Zij pleiten voor het voortbestaan van het Instituut en continuering van de leerstoel immigratierecht aan de Universiteit Leiden. Het spreekt vanzelf dat immigratie(recht) blijvend in de belangstelling van politiek, samenleving en wetenschap zal staan. Internationale mobiliteit zal toenemen, waardoor er behoefte zal blijven bestaan aan specifieke juridische kennis op het terrein van migratie. Dit is op zichzelf onvoldoende rechtvaardiging voor het bestaan van het Leidse Instituut voor Immigratierecht. Het Instituut dient aan te tonen waarom het, zowel binnen de rechtenfaculteit als in de Nederlandse samenleving en daarbuiten, een waardevolle bijdrage aan kennisontwikkeling en opinievorming kan leveren. Hieronder doen wij dat aan de hand van drie kenmerkende eigenschappen van het instituut.
I. Kruisbestuiving De erkenning van migratie als een naar haar aard veelkoppig en grensoverschrijdend fenomeen heeft geleid tot een toenemende internationalisering van het migratierecht. Regelgeving met betrekking tot migratie is niet langer uitsluitend een nationale aangelegenheid, maar wordt tevens beheerst door internationale verdragen en Europees recht. Daarnaast heeft er een koppeling plaatsgevonden van migratievraagstukken met aanpalende thema’s als integratie, veiligheid, sociale cohesie en buitenlands beleid. Immigratierecht is aldus een rechtsgebied dat zich op allerlei juridische en maatschappelijke snijvlakken bevindt en wordt beïnvloedt door en invloed heeft op een grote verscheidenheid aan beleidsterreinen. Dit betekent dat er zowel maatschappelijk als juridisch behoefte bestaat aan het vermogen migratie in al haar facetten en samenhang te bezien. Het Instituut voor Immigratierecht heeft er sinds zijn oprichting in 1996 naar gestreefd verschillende juridische disciplines, in het bijzonder bestuursrecht, Europees recht en internationaal publiekrecht, samen te bundelen. Daarbij geldt dat de traditioneel sterke vertegenwoordiging van de afdelingen bestuursrecht, Europees recht en internationaal recht in Leiden onontbeerlijk is geweest voor de op- en uitbouw van deze expertise. Hierdoor is het Instituut in staat interdisciplinair onderzoek te verrichten dat aansluit op de huidige maatschappelijke en juridische realiteit. Een migrant houdt niet op object van studie te zijn zodra een verblijfsvergunning is verleend. Integratie- en veiligheidsvraagstukken zijn in toenemende mate gepolitiseerd, wat een nadrukkelijke invloed heeft op de rechtspositie van vreemdelingen. Ook geldt dat zowel op beleidsniveau als in academisch discours gebruikte terminologische onderverdelingen in bijvoorbeeld legale en illegale migratie; of arbeidsmigratie, kennismigratie, asielmigratie en gezinsmigratie, verhullen dat de maatschappelijke realiteit zich weinig aantrekt van dergelijke onderverdelingen. Een individuele migrant kan op één en hetzelfde moment asielzoeker, kennismigrant en gezinsmigrant zijn. Het Instituut voor Immigratierecht beoogt de diverse aspecten van het migratierecht in samenhang te bezien en de invloed van (nieuwe) regelgeving op deze verschillende aspecten aan een gedegen academische toets te onderwerpen. Het is van belang aan te geven dat er in Nederland, in Europa, of elders in de wereld maar weinig academische instellingen zijn die zich, vanuit het traditioneel juridische ambacht, bezighouden met het immigratierecht dat zich op de hierboven beschreven snijvlakken bevindt. Veel instellingen in het buitenland bijvoorbeeld zijn of niet primair juridisch georiënteerd, of ze richten zich uitsluitend op een afgebakend onderdeel van het immigratierecht. In Nederland is het Leidse Instituut voor Immigratierecht, samen met het Centrum voor Migratierecht in Nijmegen en een onderzoekscluster aan de Vrije Universiteit Amsterdam, één van de drie onderzoeksinstellingen die zich expliciet richten op immigratierechtelijke vraagstukken. Ieder van deze instellingen heeft zijn eigen expertise en onderzoeksprogramma’s. Onderlinge kruisbestuiving via gezamenlijke netwerken en projecten, evenals een gezonde onderlinge concurrentie, waarborgen dat immigratierechtelijk onderzoek in Nederland van hoog niveau is en ook internationaal goed staat aangeschreven. Het Instituut voor Immigratierecht wil zijn rol als prominente speler in migratierechtelijk Nederland blijven vervullen, waarmee het tevens in staat is
de specifieke expertise van de Leidse rechtenfaculteit, met name ook op het terrein van Europees- en internationaal recht, onderdeel te laten zijn van de uitbouw van migratierechtelijke kennis in Nederland. II. Vraag en aanbod Van de zijde van overheid, bedrijfsleven, advocatuur en non-gouvernementele organisaties is er een nadrukkelijke behoefte aan juridische kennis op het terrein van migratie. Het Instituut voor Immigratierecht voorziet in deze behoefte door het aanbieden van diverse diensten aan derden. Zo organiseert het Instituut met regelmaat goed bezochte conferenties en cursussen en verricht het onderzoek voor derde partijen. Dit mes snijdt aan twee kanten. Niet alleen wordt hiermee ingespeeld op de maatschappelijke vraag om blijvend geïnformeerd te worden over elkaar snel opvolgende ontwikkelingen in het migratierecht; ook heeft het Instituut hiermee een gedegen band met de immigratierechtelijke praktijk opgebouwd. Bovendien participeren medewerkers van het Instituut in diverse onderzoekscholen en -netwerken, adviescommissies en redacties van vreemdelingenrechtelijke tijdschriften. Deze externe activiteiten waarborgen dat het Instituut goed op de hoogte is van actuele ontwikkelingen en behoeften die in de vreemdelingenrechtelijke praktijk bestaan. Het Instituut is zo continu in staat de samenleving en juridische praktijk te voeden met nieuwe ideeën en wetenschappelijke inzichten. Het geven van academisch onderwijs is uiteraard een kernactiviteit van het Instituut. Ook hier geldt dat het Instituut voor Immigratierecht voorziet in een behoefte. De keuzevakken die door het Instituut worden aangeboden worden door studenten goed bezocht; uiteraard hangt dit ook samen met de maatschappelijke en politieke belangstelling die voor het vak bestaat. Immigratierecht is een ‘integratievak’ waarin studenten wordt geleerd de samenhang tussen verschillende rechtsgebieden beter te begrijpen en toe te passen op praktijksituaties. Dit is niet alleen een welkome aanvulling op de rechtenstudie. Gezien de grote vreemdelingenrechtelijke praktijk in Nederland, wordt hiermee ook een belangrijke bijdrage geleverd aan het op peil houden en vergroten van het kennisniveau van het migratierecht onder toekomstige juristen. III. Motto Het Instituut voor Immigratierecht is zich ervan bewust dat het een belangrijke maatschappelijke taak te vervullen heeft. Een gevoelig thema als immigratie wordt gauw gegijzeld door hypes, hypocrisie en vooroordelen. De beste waarborg daartegen is het bestaan van een onafhankelijke onderzoeksinstelling die op basis van betrouwbaar feitenmateriaal en gedegen analyses feiten van fictie kan onderscheiden. Naast deze maatschappelijke functie stelt het Instituut zich ten doel het vakgebied te blijven uitdiepen en vernieuwen. De speerpunt van het Instituut is sinds de oprichting gericht geweest op Europese en internationale ontwikkelingen op het gebied van immigratierecht en de gevolgen daarvan voor de Nederlandse praktijk. Het Instituut wil graag vasthouden aan dit motto. Hiermee sluit het Instituut aan bij waar (1.) het Instituut voor Immigratierecht goed in is, (2.) de Leidse rechtenfaculteit goed in is en waaraan (3.) maatschappelijke behoefte bestaat. Meer concreet vertalen wij dit motto voor de komende jaren in drie onderzoeksthema’s waarbinnen het Instituut wil excelleren en een vooraanstaande positie in Nederland en daarbuiten wil innemen. THEMA I: Fundamentele mensenrechtenbescherming aan gedwongen migranten Uiteraard staat het recht op asiel centraal binnen dit thema. Dit recht wordt bedreigd vanuit vele hoeken. Verscherpte Europese maatregelen ten aanzien van illegale migratie; uitbreiding van afwijzings- en uitsluitingsgronden in nationale en Europese regelgeving en een gebrek aan een mondiale visie op en coördinatie van internationale vluchtelingenbescherming. Op al deze niveaus dient niet slechts bezien te worden in hoeverre nieuwe immigratieregels zich verhouden tot fundamentele mensenrechten, ook dienen nieuwe visies op internationaal asiel- en vluchtelingenbeleid tot stand te komen die recht doen aan huidige bedreigingen, de verschillen tussen arm en rijk en de behoefte om vluchtelingenstromen beter te beheersen. THEMA II: Recht op gezinsleven als mensenrecht Gezinsmigratie is in Noordwest Europa de belangrijkste vorm van immigratie. In toenemende mate worden voorwaarden aan gezinshereniging en gezinsvorming gesteld. Niettemin dienen voorwaarden voor toelating, evenals uitzettingen of ongewenstverklaringen van vreemdelingen, in overeenstemming te zijn met het internationaal vastgestelde recht op gezinsleven. Regelmatig leidt dit tot spanningen. Fundamentele vragen die op de achtergrond een rol spelen zijn: Is er een mensenrecht op gezinshereniging? Hoe ver reiken interstatelijke
verplichtingen om gezinsleven te faciliteren? Hoe dient rekening te worden gehouden met rechten en belangen van kinderen? En wat is de verhouding tussen nationale voorwaarden, Europese regelgeving en fundamentele mensenrechten? Het Instituut voor Immigratierecht heeft in het verleden veel onderzoek gedaan naar het recht op gezinsleven van migranten en voorziet ook voor de toekomst een blijvende behoefte aan expertise over dit onderwerp. Naast nationale regelgeving is het Europese migratierecht sterk in ontwikkeling, waaruit vele vragen en stof voor onderzoek voortkomen. THEMA III: Integratie Integratie wordt vaak gezien als het verlengstuk van immigratie. In Nederland wordt integratiebeleid ingezet als middel tegen sociale en culturele tegenstellingen, waarmee getracht wordt immigranten een beter toekomstperspectief te bieden en maatschappelijke spanningen te voorkomen. Juridisch kan integratie bezien worden vanuit twee invalshoeken. Enerzijds wordt integratie gebruikt als beleidsinstrument om de toelating van migranten te reguleren (inkomens-, taal- en andere inburgeringsvereisten). Anderzijds is integratie een uitvloeisel van fundamentele mensenrechten, waarbij geldt dat aan immigranten het recht op toegang tot sociale voorzieningen, de arbeidsmarkt, of onderwijs moet worden toegekend om daadwerkelijk te kunnen participeren in de samenleving en een volwaardig bestaan te kunnen opbouwen. Het Instituut voor Immigratierecht wil regelgeving op het terrein van integratie juist ook bezien vanuit een internationaal-juridische invalshoek, waarbij acht wordt geslagen op bijvoorbeeld substantiële rechten die volgen uit het vluchtelingenverdrag en andere mensenrechtenverdragen en waarbij integratievereisten worden getoetst op juridische haalbaarheid, samenhang en legitimatie. Binnen dit onderzoeksthema zal het Instituut toenadering blijven zoeken met andere onderzoeksinstellingen in binnen- en buitenland. Het Instituut voor Immigratierecht meent blijvend van waarde te kunnen zijn voor de Leidse rechtenfaculteit en haar studenten, de academische wereld, de rechtspraktijk, de samenleving en de migrant. Wij hopen deze waarde te kunnen blijven uitdragen als behorend bij dat Instituut. Suzanne Guèvremont, Maarten den Heijer, Gerrie Lodder, Marcelle Reneman, Elizabeth Santalla Vargas, Ciara Smyth, Brigitte Straathof, Kees Wouters.