VHCP
Focus Een uitgave van het Verbond van Handelaren in Chemische Producten
No 1 – maart 2009
Nut en noodzaak VHCP Kengetallen in beeld 2008: pieken en dalen
Opvallende prestaties Het zijn verwarrende tijden… Het ene megaverlies is nog niet verwerkt, of het andere grootste verlies van een Amerikaanse onderneming in de geschiedenis van de mensheid (verzekeraar A.I.G) dondert al weer neer over de ‘rokende’ financiële en economische puinhopen. Zelfs het meest gitzwarte scenario lijkt niet donker genoeg. En elke ochtend gooien de commentatoren, zoals Kees de Kort bij nieuwsradio BNR, er nog een meltdownsausje overheen. De overheid houdt de financiële sector overeind, maar treuzelt met maatregelen voor de reële economie, na de onheilstijding van het CBS in februari 2009. En wat is de laatste stand van zaken met betrekking tot REACH? Zal de sector wellicht nog harder worden geraakt, dan tot nu toe de verwachting is? Kortom, het zijn verwarrende tijden. Echter, in tijden van crisis is er vaak behoefte aan positieve voorbeelden uit het verleden. Een tastbaar gegeven, waaruit men kan concluderen dat vanuit alle duisternis een vernieuwde samenleving kan ontstaan. Een goed voorbeeld hiervan is het extra-parlementaire kabinet Cort van der Linden (1913-1918). Dit kabinet bestond zowel uit linkse als rechtse liberalen, waartussen Cort van der Linden als premier als centrum-liberaal stond. Tijdens de Eerste Wereldoorlog voerden Cort van der Linden en zijn regering een krachtige, neutrale politiek, en hielden daarmee Nederland buiten de toen heersende wereldcrisis. Hoewel soms krampachtig, behield Nederland niet alleen zijn neutraliteit, maar ontwikkelde zich versneld tot het handelshuis van Europa. Een positie die Nederland daarna economische vleugels heeft gegeven. Naast deze opvallende prestaties, werd door deze regering ook nog een grondwetswijziging door het parlement geleid die de invoering van het algemeen kiesrecht voor mannen mogelijk maakte, en bovendien heeft bijgedragen aan het einde van de schoolstrijd. Duidelijk is dat er ondernemende mensen nodig zijn om de crisis te lijf te gaan. En dat is juist één van de kenmerken van het VHCP. Een brancheorganisatie van ondernemende en doortastende bedrijven, die op dit moment al hun aandacht moeten kunnen richten op de kern van de zaak. Het VHCP zal u ook in 2009, zoals u van ons gewend bent, zo goed mogelijk ondersteunen met onder meer de verdere invoering van REACH en de CLP-verordening (GHS). Daarnaast blijft het VHCP in vele andere zaken een brugfunctie vervullen tussen de leden, de overheid en andere maatschappelijke organisaties. Met als doel een stabiele chemische distributiebranche in deze woelige tijden. Daarbij zou het helpen dat onze politici het beroemde citaat van Winston Churchill ook kennen: "Een politicus denkt aan de volgende verkiezing, een staatsman aan de toekomst". Robert Stuyt P.S.: Wie meer wil weten over het kabinet Cort van der Linden, dan is het boek van Johan den Hertog een aanrader: Cort van der Linden (1846-1935), Minister-president in oorlogstijd, 2007, Boom - Amsterdam, ISBN 978 90 8506 499 2.
In dit nummer Nut en noodzaak VHCP en ervaringen 2008 pagina 4
Robuuster beleid Responsible Care pagina 14
‘Zonder chemie geen vooruitgang’ pagina 16
Verder in dit nummer: Kengetallen 2007
pagina
REACH: the next step
pagina
‘Respecteer de spelregels’
pagina
2008: van maand tot maand
pagina
Azië dichterbij
pagina
FECC Congres - Helsinki 2009
pagina
Bedrijfsnieuws & Personalia
pagina
Ledenoverzicht + Agenda
pagina
9 10 12 18 20 21 22 23
Nieuwjaarsbijeenkomst 2009
Nut en noodzaak VHCP Dé residentie van onze beleidsmakers vormde ook dit jaar weer de perfecte locatie voor de nieuwjaarsbijeenkomst van het VHCP om gezamenlijk te brainstormen over de chemische distributie. Als gebruikelijk schetste de voorzitter van het VHCP, Piet van der Slikke, een korte terugblik op een turbulent 2008. Verder wees hij - vanuit zijn positieve ondernemersmentaliteit - ook op kansen voor 2009.
4
Allereerst was er in de traditionele nieuwjaarsspeech het moment van dank aan erelid Paul van Nispen, voor de prachtige locatie waar de leden elkaar konden treffen. Vervolgens volgde een beschrijving van het afgelopen jaar, dat, aldus de voorzitter, niet eenvoudig was. Immers, er is veel gebeurd, zowel in de buitenwereld om ons heen als in de wereld van de chemie. Over de buitenwereld, was hij kort en krachtig: “Zonder precedent was en is de kredietcrisis bepalend, veel is er gemoraliseerd over hebzucht van bankiers en financieel engineers. Hebzucht lijkt mij niet het grootste probleem. Veel erger is de non-professionaliteit van vele leidinggevenden, die aan het licht is gekomen: één groot demasqué van onder anderen bankiers, adviseurs, et cetera. Het resultaat is dat we daardoor nu met de negatieve gevolgen zitten, en dat er sombere tijden in aantocht zijn.” Uiteraard stipte hij ook de bijzondere gebeurtenissen rondom de Amerikaanse verkiezingen aan, met als resultaat Barack Obama als eerste ‘African American’ president van de Verenigde Staten. Turbulent jaar Ook de wereld van de chemie was turbulent. De voorzitter gaf als toelichting: “De eerste acht maanden van 2008 lieten een stevige vraag naar chemicals zien, met stijgende prijzen. De laatste vier maanden zette echter een daling in van vraag en prijzen. Ook werden in onze sector een paar zeer grote deals aangekondigd en werd er uiteindelijk één afgeblazen.” Als voorbeeld gaf hij onder meer de overnames van Hercules door Ashland en van Rhodia Asia Trading door Brenntag, die overigens ook het gerenommeerde bedrijf Schmidt overnam. Actief en professioneel Uiteraard ging 2008 ook het VHCP niet ongemerkt voorbij. Het was een druk jaar, met daarin onder meer de gebruikelijke bijeenkomsten, zoals de ledenvergadering en de lunchbijeenkomst, en uiteraard REACH. Piet van der Slikke dankte in zijn nieuwjaarsspeech de voorzitters van de verschillende commissies, inclusief Robert Stuyt en Sanne Muijser van het secretariaat, voor hun actieve en professionele inzet. “Juist REACH maakt duidelijk dat het VHCP hard nodig is”, gaf de voorzitter aan, waarmee hij nog even fijntjes op het nut en de noodzaak van een goede brancheorganisatie attendeerde. Goed is om te zien dat ook steeds meer bedrijven dit ervaren en lid worden van het VHCP. Op pagina 20 leest u meer over de laatste nieuwkomer. Voorts wees Piet van der Slikke op het belang van een
juiste interpretatie van de mededingingsregels, hierover meer in het interview op pagina 12. Ook zal er tijdens de komende ledenvergadering uitgebreid worden ingegaan op dit thema, waarmee het VHCP wil benadrukken dat ieder lid de spelregels moet respecteren. Nieuwe kansen Tot slot, 2009. Aan alle voorspellingen die zijn gedaan, wilde Piet van der Slikke zich niet branden. “Wie het weet, mag het zeggen”, luidde zijn visie op dit jaar. Ondanks de slechte scenario’s die worden voorspeld, hoopt hij dat er zich juist ook nieuwe outsourcingskansen zullen voordoen voor de chemische distributie. “Hoofdzaak is dat we ons werk met plezier en in gezondheid doen”, besloot hij zijn speech. En dat was voor de vele aanwezigen het moment om met elkaar het glas te heffen op dit nieuwe jaar. Resumé De dagelijkse actualiteit volgend, blijft het voor iedere ondernemer een spannende tijd. Toch, ondanks de economische teruggang, die door de één zwaarder wordt ingeschat dan door de ander, biedt ook dit jaar ruimte voor positieve ontwikkelingen. Vooral wanneer u zich als chemisch distributeur kwalitatief blijft onderscheiden, kunt u uw marktpositie versterken. Hetgeen ook de conclusie is van het VHCP-bestuurslid John Regout in zijn reactie namens Quaron. Het VHCP zal zich daarom ook blijven inzetten om ieder lid te ondersteunen bij zaken die vooral op de lange termijn het gewenste onderscheid nog meer ten goede komen. Denk daarbij aan een verdere verdieping van het Responsible Care-beleid en het omgaan met nieuwe wet- en regelgeving, zoals het inmiddels veel besproken Globally Harmonized System (GHS). In deze FOCUS leest u daarover meer, maar eerst vertellen verschillende leden hoe zij 2008 hebben ervaren en wat zij zoal verwachten in 2009. Durven! Directeur Henk-Jan Aarsen (Aarsen Holding) over dochteronderneming Transmare: “2008 is een verwarrend jaar geweest. De eerste maanden waren zeer goed, met name voor onze productie. Helaas kwam daarin ongelofelijk snel verandering toen oktober zich aandiende. Door de olieprijsschommelingen en de combinatie met alle andere onzekerheden zag je vorig jaar al dat bedrijven vooral op koopjes uit zijn. Wij merken dat ook nu aan de vele aanvragen. Overigens hebben wij de omkeer gebruikt om nog innovatiever met onze producten om te gaan en bepaalde zaken
5
efficiënter te organiseren, zodat we de nieuwe kansen die we creëren, ook realiseren. Wij hebben verder onze grenzen verlegd en oriënteren ons meer op andere markten, zoals in China, India en (Noord-)Afrika. Als we los van dit alles kijken naar zaken als de Verpakkingenbelasting, daar zijn wij redelijk pragmatisch mee omgegaan. Helaas blijft het een gemiste kans dat er met de opbrengsten niet een constructieve bijdrage wordt geleverd aan het terugbrengen van verpakkingsafval. Ten aanzien van REACH hebben ook wij onze handen vol gehad aan het preregistreren van al onze producten. Al met al was het een ‘interessante’ exercitie. Voor de volgende ronde zetten wij bij bepaalde zaken wel vraagtekens, zoals het kostenplaatje en het wel of niet betalen voor afgeschreven data. Kortom, extra onzekerheden, in een onzekere tijd. Wat vooral geen zin heeft, is stilzitten. Bovenal moet de durf terugkeren, want dat is dé beste remedie!” ‘Bewust bezig met chemie’ Executive Vice President Europa Harry van Baarlen over Brenntag: “Wij kunnen terugkijken op een uitstekend 2008. Daarnaast hebben wij onze marktpositie verder versterkt door onze recente acquisitie in ZuidoostAzië. Lokaal waren voor ons belangrijke hoogtepunten: de succesvolle invoering van SAP binnen Brenntag Benelux, de nieuwe installatie in Rotterdam-Botlek, alsmede de acquisitie van C.N. Schmidt. Los van deze
6
mijlpalen hebben wij net als iedereen in deze business met REACH te maken. De nieuwe stoffenwetgeving, waaraan ook wij veel aandacht besteden, is zoals bekend complex. Trots zijn we daarom op de FECC Award, die onze REACH-coördinator Fabrice Delhaise in de wacht wist te slepen. Voor 2009 zien ook wij dat het moeilijker zal worden, maar desondanks hebben wij mede dankzij tal van belangrijke projecten, onze investeringen in automatisering en de nieuwe productielocatie in de Rotterdamse haven alle vertrouwen in 2009. Dit alles onder ons motto: Bewust bezig met chemie!” Gezonde bedrijfsvoering CEO John Regout van de Quaron groep kijkt gematigd tevreden terug op 2008: “Het eerste kwartaal was er reeds sprake van gigantische prijsstijgingen in onze markt. Veel klanten realiseerden zich toen niet dat dit gedurende het jaar zo zou blijven en teerden in op hun voorraden. De rest van het jaar verliep prima, maar ook wij zagen in het laatste kwartaal de prijsgevolgen voor onze business vanwege de kredietcrisis, de keldering van de olieprijs en prijzen voor vele anorganische chemicaliën. Om onze efficiency nog meer te verhogen, zijn wij in 2008 een project gestart om al onze vestigingen in Frankrijk op één lijn te brengen met het IT-systeem dat binnen al de overige Quaronlocaties wordt gebruikt. Over REACH kan ik voorlopig
concluderen dat de initiële problematiek, zoals eerder geschetst, achteraf in de praktijk toch een stukje minder blijkt te zijn. Voor 2009 hebben wij uiteraard maatregelen achter de hand, mocht de kredietcrisis te diep en langdurig worden. Duidelijk is dat de prijzen - over een breed front aan producten - fors onder het niveau van 2008 zullen liggen. Toch verwacht ik dat juist nu de kwaliteitsbewuste distributeurs goed uit de verf zullen komen. Weliswaar zijn ook wij afhankelijk van de marktontwikkelingen, maar we zien de toekomst met vertrouwen tegemoet, mede dankzij onze zeer brede product- en klantenspreiding.” Pas op de plaats Frans van der Lee, directeur van het gelijknamige transportbedrijf: “Tot en met september van het afgelopen jaar zat Van der Lee met bijna tien procent omzetgroei behoorlijk in de lift, maar door de economische crisis kwam daar bijna per direct een einde aan. Als logistieke dienstverlener, hoofdzakelijk in de chemie, hebben wij door interne aanpassingen en werkverdeling bij zowel onze vestigingen in Nederland en België als die in Duitsland het verlies aan omzet enigermate kunnen opvangen. Voor ons bedrijf waren ook andere, helaas negatieve factoren medebepalend voor 2008. Zo hebben de voortdurende stijging van de dieselprijzen en de almaar toenemende verkeerscongestie het resultaat geen goed gedaan. Voor 2009 verwachten wij een pas op de plaats en hopelijk geen terugval. Door de (juiste) grootte van onze onderneming en de sterk op service gerichte dienstverlening blijven de klanten ons gelukkig trouw. Wat ons daarnaast voor dit jaar zeker parten zal spelen, is de absurde LKW-Maut-verhoging van meer dan vijftig procent door de Duitse regering. Zo’n toename in deze voor het bedrijfsleven toch al kritische periode begrijpen wij totaal niet! Weliswaar is het doel van deze tolheffing de CO2-uitstoot te verminderen, maar ook al heeft een transportbedrijf voertuigen die voldoen aan de Euroklasse 4 en 5, dan nog wordt men niet gespaard.” Toppen en dalen Managing director Ed Bowser van De Noord Chemicals BV: “Het jaar dat achter ons ligt, was in veel opzichten een belangrijk en interessant jaar. De kunstmeststoffenmarkt heeft hierin een belangrijke rol gespeeld. Voornamelijk de groei-economieën van China en India waren verantwoordelijk voor de explosief gestegen vraag. Dit resulteerde in prijzen van grondstoffen die in korte tijd hoge toppen en diepe dalen kenden. Ondanks de vele uitdagingen waar de onderneming in de loop
7
van het jaar mee te maken kreeg, is het jaar 2008 voor De Noord Chemicals positief verlopen. De kredietcrisis en de effecten daarvan op de consumentenuitgaven hebben ertoe geleid dat ook in de chemische industrie, in het bijzonder bij de chlooralkali-installaties, de productiecapaciteit verlaagd moest worden. De verminderde Europese beschikbaarheid van diverse anorganische producten gaf de nodige kopzorgen. Door samen met onze partners deze problemen vroegtijdig te onderkennen, heeft dit geen nadelige consequenties gehad. De verwachtingen voor 2009? Actuele vooruitzichten voor de wereldeconomie wijzen voornamelijk in neerwaartse richting. Het wachten is op een herstel van vertrouwen in de financiële sector. Dit zal de onzekerheid uitbannen en de consumentenbestedingen weer op peil brengen.” Voorbereid op tegenwind “We blikken terug, zoals dat voor zoveel collega´s geldt, op een turbulent jaar”, aldus Ger van der Lubbe, directeur BASF Nederland BV. “We maakten begin 2008 een sterke start. BASF behaalde zeer goede resultaten over de eerste kwartalen van het jaar. Na de zomer kreeg de wereld - en dus ook wij - sneller dan verwacht te maken met de negatieve effecten van de snel teruglopende economie. Hierop ondernam BASF in november actie en trof ze als eerste in de industrie de nodige voorzorgsmaatregelen: we reduceerden wereldwijd onze productie en legden fabrieken stil om optimaal voorbereid te zijn op tegenwind.” De afgelopen jaren is de BASF-groep sterk gegroeid. “Voor BASF Nederland BV betekende dit uitbreiding met drie nieuwe locaties: Catalysts in De Meern, Performance Chemicals in Nijehaske en Construction Chemicals in Oosterhout”, licht Van der Lubbe toe. “Het komende jaar zal een moeilijk jaar worden en ook van BASF het uiterste vergen. Dit houdt in dat we flexibel moeten zijn en snel en gericht moeten handelen. Nauw contact met onze klant is van groot belang, zeker in deze tijd. Tegelijkertijd zien we de crisis als een kans om BASF’s positie verder te verbeteren.”
Kengetallen 2007
Het VHCP in cijfers Jaarlijks tracht het VHCP het (economisch) belang dat de chemische distributiesector in Nederland vertegenwoordigt in beeld te brengen. Niet uit nieuwsgierigheid, maar om over betrouwbaar materiaal te beschikken bij discussies over de implicaties van overheidsmaatregelen voor importeurs en distributeurs van chemicaliën. De discussies met de overheid en stakeholders over de businessimpact van REACH op de chemicaliënhandel en de Verpakkingenbelasting zijn daar recente voorbeelden van. De cijfers over 2007 zijn de eerste cijfers sinds 2005. Net zoals in 2004 en 2005 is niet getracht de cijfers van verkoopkantoren te extrapoleren. Globaal kan worden gesteld dat het VHCP ruim 72 leden telt, bestaande uit: - 70% (voorraadhoudende) distributeurs; - 20% verkoopkantoren; - en 10% logistiek dienstverleners. Qua ledenaantal vertegenwoordigt het VHCP bijna 6% van de Europese associatie voor chemische distributeurs (FECC). De cijfers die volgen zijn gebaseerd op 60% van de distribuerende leden. Minimaal 5 miljard euro De totale omzet van de chemische distributie bedroeg in 2007 1,55 miljard euro, met een gemiddelde omzet van 25 miljoen euro per onderneming. • 25% van de voorraadhoudende distributie behaalde een omzet van minder dan 10 miljoen euro; • 50% een omzet tussen de 10 en 25 miljoen euro; • 15% een omzet tussen de 25 en 50 miljoen euro; • 10% een omzet van meer dan 50 miljoen euro. De (voorraadhoudende) distributie heeft circa 1500 werknemers in dienst; het gemiddelde aantal werknemers per onderneming bedroeg in 2007 25 werknemers, met een gemiddelde omzet per werknemer van 1 miljoen euro. De gemiddelde winstgevendheid binnen de distributie bedroeg 6%; het betreft hier het bedrijfsresultaat voor aftrek van rente en belastingen, uitgedrukt in een percentage van de omzet. Van de distributeurs heeft 50% eigen opslagfaciliteiten en besteedt 65% de opslag uit bij derden. 25% van de distributeurs doet beide. De verkoopkantoren van de chemische industrie, die wel gegevens hebben aangeleverd, waren in 2007 goed voor een omzet van 3,3 miljard euro, dat wil zeggen een gemiddelde omzet van 660 miljoen euro per onderneming.Gemiddeld had men
375 werknemers in dienst en bedroeg de winstgevendheid 4%. (De chemische industrie in Nederland was in 2007 goed voor een omzet van ongeveer 50 miljard euro.) Al met al kan met zekerheid worden gesteld, dat het VHCP een omzet van minimaal 5 miljard euro vertegenwoordigt (d.w.z. ruim 8% van de Europese chemiehandel met een omzet van ongeveer 30 miljard euro), en dat de leden van het VHCP werk bieden aan ruim 3250 personen. Kengetallen 2008 Binnenkort volgt er wederom een enquête om de kengetallen van het afgelopen jaar vast te stellen. De leden kunnen de gevraagde gegevens voortaan via een speciaal ontwikkelde module invullen via de website van het VHCP. Hierop ziet ieder bedrijf - via zijn eigen inlogcode - meteen wat de opgegeven gegevens van 2007 zijn, waardoor het eenvoudiger wordt om de cijfers van 2008 in te vullen. Zowel de voorzitter van het bestuur, Piet van der Slikke, als de voorzitter van de Werkgroep Responsible Care, Harry van Baarlen, hebben aangegeven dat het van groot belang is dat ieder VHCP-lid meewerkt aan de totstandkoming van deze cruciale informatie. Immers, alleen op deze manier kan het belang van de chemische distributie in Nederland daadwerkelijk worden aangetoond, en kan het VHCP zich nog beter profileren in de discussies met diverse overheden.
Update www.vhcp.nl Sinds kort is de website van het VHCP weer volledig geactualiseerd. U leest daar meer over zaken als Product Stewardship en vindt er het laatste nieuws over onder andere REACH en CLP-GHS. Heeft u suggesties voor de website? Mail die naar het secretariaat:
[email protected].
9
REACH: the next step! Net als voorgaande jaren stond binnen de chemische distributie ook 2008 nadrukkelijk in het teken van de implementatie van de omvangrijke Europese stoffenwetgeving REACH. Vooral het nemen van strategische beslissingen speelde het afgelopen jaar een belangrijke rol bij het wel of niet overgaan tot preregistratie van chemische stoffen. Hoe heeft een aantal leden de eerste ronde van REACH ingevuld en wat betekent dit voor de volgende fase?
De REACH-manager van Aako, Henk-Jan de Jager, heeft de preregistratieperiode als vrij eenvoudig ervaren. Hij bevestigt: “Inderdaad, bovendien handelen wij veelal in enkelvoudige stoffen en waren we goed voorbereid. Uiteindelijk hebben wij de meeste stoffen als OR (Only Representative) van onze niet-Europese principalen al in een vroeg stadium gepreregistreerd. Een beperkt aantal stoffen is onder onze eigen bedrijfsnaam gepreregistreerd. Vlak voor 1 december 2008 hebben wij alsnog een strategische beslissing genomen voor het preregistreren van zogenaamde wederingevoerde stoffen van buiten de EU, die niet waren geregistreerd. Hiermee hebben wij geprobeerd risico’s uit te sluiten. Verder nemen wij al deel aan consortia en zullen we uiteraard ook in SIEF’s (Substance Information Exchange Forum’s) gaan participeren. Helaas werkte het REACH IT-systeem in het begin van het jaar erg traag, waardoor pre-SIEF-activiteiten een kleine vertraging opliepen.” Monitoren belangrijk Wat zijn daarnaast belangrijke stappen om REACH in goede banen te leiden? “Vanzelfsprekend zit REACH inmiddels diep geworteld in onze bedrijfsvoering, dat kan ook niet anders”, vervolgt Henk-Jan de Jager. “Momenteel zijn wij bezig om de binnendienst te informeren over wat ze nu wel en niet verplicht zijn in de toeleveringsketen te communiceren. Zo worden enquêtes niet blindelings ingevuld. Daarnaast hebben wij richtlijnen opgezet om goed te kunnen monitoren hoe bepaalde producten en daarin verwerkte stoffenvolumes zich gaan ontwikkelen. Overigens geldt dit ook voor de monitoring van monomeren in polymeren.” Communicatie neem toe Naast REACH gelden per 20 januari 2009 in de EU nieuwe regels voor de indeling, etikettering en verpakking van chemische stoffen: de Regulation on Classification, Labelling and Packing (CLP). Wat bete-
10
kent dit voor Aako? “Voor wat betreft de heretikettering moet er binnen de SIEF’s snel overeenstemming komen over de classificatie, want zowel het registratiedossier als het chemisch veiligheidsrapport en het etiket moeten uiteindelijk éénduidig zijn. In ieder geval zal de communicatie op alle fronten alleen maar gaan toenemen. Niet alleen de communicatie in de SIEF’s en consortia wordt intensiever. Ook de communicatie over geïdentificeerd gebruik, blootstellingsscenario’s en zeer zorgwekkende stoffen in producten komt op gang. Wat wij overigens onderbelicht vinden, zijn de risico’s qua communicatie met externe OR’s. Vooralsnog sturen wij niet alle gevraagde informatie zomaar toe, want dit zou uiteindelijk kunnen leiden tot ongewenste situaties.” Managen SIEF De REACH-coördinator van Brenntag, Fabrice Delhaise, vertelt eveneens in het kort hoe dit bedrijf de eerste ronde heeft afgerond en wat hen bezighoudt. “Brenntag heeft uiteraard alle stoffen gepreregistreerd die zij zelf produceert. Qua import hebben wij vooral gekeken wie als OR is aangesteld en gecheckt of dit allemaal goed is geregeld. In de meeste gevallen hebben we alsnog zekerheidshalve zelf de desbetreffende stoffen gepreregistreerd. Uiteindelijk hebben we twintig entiteiten en in totaal duizend stoffen gepreregistreerd.” Wat hem in deze fase zorgen baart, is de invulling van de SIEF’s. Onlangs heeft Cefic een procedure ontwikkeld om de uitwisseling van gegevens over stoffen binnen een SIEF in goede banen te leiden. Fabrice Delhaise vervolgt: “Essentieel voor nu is wie een SIEF uiteindelijk gaat formeren, want iemand moet dit gaan doen. Immers, de eerste deadline is erg krap. Overigens is die formatie niet het probleem van de chemische distributie, die taak is weggelegd voor de producenten. De brief van Cefic is een praktische leidraad, die verstuurd kan worden aan alle preregistranten die onder hetzelfde EINICS-nummer hebben gepreregistreerd. Het advies van Cefic is, dat de SFF (SIEF Formation Facilitator) de
status van deelnemers inventariseert.” Zie voor deze procedure www.vhcp.nl op de ledenafdeling onder de rubriek REACH. Eerste trein Verder adviseert Fabrice Delhaise dat het wellicht verstandig is - ook al valt een gepreregistreerde stof onder de 1.000 ton - om nu al de eerste trein te nemen. “Een ander aspect”, vervolgt de REACH-coördinator, “is dat producenten identificeren welke gebruiken van toepassing zijn voor bepaalde stoffen. De eerste resultaten zullen omstreeks eind april bekend zijn. Vervolgens hebben de ketenpartners slechts tot 1 december 2009 de tijd om ontbrekende gebruiken aan te vullen. Voor wat betreft het Globally Harmonized System (GHS), houdt dit in dat al in 2009 volgens de CLP-verordening moet worden geclassificeerd binnen de SIEF’s. Echter, deze classificatie hoeft dit jaar nog niet in het Veiligheidsinformatieblad (VIB) opgenomen te worden. Dat zal pas in 2010 zijn. Al met al zullen de komende jaren in het teken staan van veel communicatie, zowel binnen de keten als binnen de SIEF’s.” Risico’s uitsluiten Het VHCP-lid G.C. Rutteman & Co. nam in het kader van REACH geen enkel risico, en preregistreerde al zijn producten. Directeur Kees Rutteman legt uit: “Als distributeur organiseren wij de import, export en distributie van technisch plantaardige oliën en harsen. Om te voorkomen dat een bepaald product in de toekomst wordt uitgesloten, hebben wij ons complete assortiment gepreregistreerd. Hetgeen overigens veel tijd heeft gekost, doordat het REACH IT-systeem veelvuldig overbelast was. Overigens wel logisch, want veel bedrijven hebben alle EINICS-stoffen uit voorzorg gepreregistreerd. Voor ons is het nu de vraag wat we wel of niet gaan registreren. Vooralsnog wachten we de komende REACH-workshop van het VHCP af om te kunnen beoordelen wat verstandig is. In het verleden hadden wij nogal eens de neiging om in bepaalde zaken voorop te lopen, maar de complexiteit van REACH en de onduidelijkheid rond het kostenplaatje van het
registreren van een bepaalde stof maken dat wij een afwachtende houding aannemen. Ondertussen hebben wij intern een efficiencyslag kunnen maken in onze IT-huishouding, zodat we - indien nodig - voor de toekomst meer tijd beschikbaar hebben voor REACH.” Vrijheid behouden Is een Only Representative (OR) voor uw bedrijf een optie? “Aansluiting zoeken bij een OR of zelf deze rol op ons nemen, is voor ons als handelshuis niet echt interessant en zou ons juist kunnen beperken. We leveren namelijk vooral in de commoditysfeer, en wij willen de vrijheid behouden om producten bij voor ons interessante partijen in te kopen. In ieder geval is het ook geen optie om bij onze producenten te informeren of zij een bepaalde stof gaan registreren, want in onze markt hebben we al gauw te maken met een paar honderd verschillende producenten/leveranciers. Daarnaast is de verwachting dat voor een bepaalde groep kleine volumeproducten, die niet in Europa worden geproduceerd, het uiteindelijke prijskaartje voor registratie bepalend zal zijn in onze keuze om die weg in te gaan. Kortom, voor nu is het vervolg op REACH nog ongewis, en wachten we op de komende workshops. Naast de aldaar aanwezige deskundigheid, is het ook leerzaam om tijdens zo’n bijeenkomst te constateren dat meer leden met dezelfde problematiek worstelen, en om met elkaar te overleggen.” Uiteraard gaat het VHCP ook dit jaar onverminderd voort met het organiseren van workshops, al dan niet in samenwerking met de VNCI, om de leden bij te staan in REACH en GHS. Zo zal de Klankbordgroepbijeenkomst van 25 juni 2009 gecombineerd worden met een REACH-workshop, met als onderwerp het Veiligheidsinformatieblad (VIB), en is er op 25 september wederom een VHCP – VNCI Stoffendag.
De laatste GHS-workshop gemist? Kijk dan voor alle presentaties op de ledenafdeling van de website van het VHCP: www.vhcp.nl. Ook alle presentaties van de op 4 maart (in samenwerking met de VNCI) gehouden REACHworkshop vindt u op deze website.
11
Mededinging uitgelicht
‘Respecteer de spelregels’ Mededinging is veelvuldig in het nieuws, en zowel de Europese Commissie als de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) houden scherp toezicht op wat voor commerciële afspraken er in ondernemingsland worden gemaakt. De boetes van Eurocommissaris Nelie Kroes voor bedrijven die het niet zo nauw nemen met de mededingingsregels, zijn meer dan fors. Maar ook de NMa is als toezichthouder in Nederland onverbiddelijk wanneer de mededingingsregels aan de spreekwoordelijke laars worden gelapt. Waar heeft u als ondernemer in grote lijnen mee te maken? Wat mag bijvoorbeeld wel en wat is verboden? “De Nederlandse mededingingsregels stammen primair uit het EG-verdrag, die sinds 1962 van toepassing zijn voor de Europese Unie. Nederland was eigenlijk relatief laat met het doorvoeren van deze regelgeving en kwam in 1998 met de Mededingingswet, die uiteraard volledig is georiënteerd op het Europese mededingingsrecht.” Aan het woord is corporate counsel Frederik Schutte van Brabers, waar het VHCP secretariaat houdt. Vanuit zijn dagelijks werk is hij meer dan op de hoogte van de mededingingsregels, en hij vervolgt: “Het belangrijkste doel van de wet is te voorkomen dat door gedrag van ondernemers de marktwerking en de concurrentie worden beperkt. De wetgeving stelt strenge regels aan kartels, misbruik van economische machtsposities en concentraties van ondernemingen.” Waar ligt de grens? Frederik Schutte: “We mogen best samenwerken, maar het gaat erom dat de concurrentie niet wordt beperkt. Zeker wanneer er afstemming plaatsvindt over het te voeren commercieel beleid, dan is het
mededingingsrecht onverbiddelijk. Zo zijn bijvoorbeeld de zogenaamde horizontale afspraken, dit zijn afspraken tussen ondernemingen die werkzaam zijn op hetzelfde niveau of dezelfde niveaus in een bepaalde markt, waarbij doelbewust het prijsbeleid wordt afgestemd, de klassieke kartels, keihard verboden.” Wat mag wel? De NMa staat overigens wel positief tegenover samenwerkingsverbanden waarin ondernemers proberen efficiënter en veiliger te werken, meer te innoveren en beter te concurreren. Vandaar dat ook een brancheorganisatie, zoals het VHCP, daaraan een nuttige bijdrage kan leveren. Aanbevelingen op het gebied van prijzen en tarieven zijn vanzelfsprekend verboden. De mededingingsdeskundige vult aan: “Neem bijvoorbeeld het Responsible Care-programma. De verplichtingen die hier vanuit het VHCP aan de leden zijn opgelegd, worden juist gezien als een positieve impuls voor meer veiligheid en kwaliteitsbewaking in de sector. Deze vorm van samenwerking ziet de NMa dan ook niet als concurrentiebeperkend.” Kwalitatieve criteria Vanuit het mededingingsrecht valt het Responsible Care-programma dan ook onder de zogenaamde erkenningsregelingen. Hierin worden de activiteiten van ondernemingen getoetst aan een aantal kwalitatieve criteria. Een ondernemer die zich in dit geval conformeert aan het Responsible Care-programma en de verplichte audit laat uitvoeren, mag het logo van Responsible Care voeren, waarmee wordt aangetoond dat zijn bedrijf handelt conform dit erkende Europese programma op het gebied van veiligheid, milieu en gezondheid. “Essentieel is uiteraard wel dat iedereen die aan de kwaliteitseisen voldoet, kan deelnemen aan het programma”,
12
benadrukt Frederik Schutte de geldende spelregels. “Overigens ook gedragscodes of –regels kunnen, mits zij objectief, transparant en niet-discriminerend worden toegepast, vallen buiten het kartelverbod. Bovendien stimuleren bepaalde gedragsregels zelfregulering en kunnen ze de kwaliteit binnen een branche verhogen. Denk bijvoorbeeld aan de Guiding Principles voor de export van chemische grondstoffen voor zowel gevoelige producten als humane geneesmiddelen van het VHCP.” Eigen prijsbeleid Frederik Schutte gaat vervolgens in op verticale overeenkomsten, dit zijn afspraken tussen ondernemingen die werkzaam zijn op verschillende niveaus in een keten. “Hiervoor geldt dat indirecte en directe prijsbinding eveneens verboden is, maar een leverancier mag wel aangeven wat de advies- of maximumprijs is van een bepaald product. Overigens moet daarbij de afnemer altijd in de gelegenheid worden gesteld om zijn eigen prijsbeleid te kunnen voeren. Verder mag een toeleverancier onder bepaalde voorwaarden kiezen voor exclusieve distributie. Echter, de periode dat een distributeur die positie mag innemen, duurt zeker niet langer dan vijf jaar, want dat is in de ogen van de NMa al heel lang. Daarnaast geldt een kortere periode voor exclusieve distributie wanneer een toeleverancier meer dan dertig procent marktaandeel heeft.”
veiligheidsoogpunt van belang dat via dit bedrijf ook de toebehorende middelen worden verstrekt. Kortom, hier is exclusieve aflevering op eindgebruiker uit het oogpunt van veiligheid noodzakelijk. Overigens ziet de NMa deze gang van zaken als een gezond standpunt, maar de vraag is natuurlijk of van de noodzaak om de veiligheid te kunnen garanderen, geen misbruik is gemaakt ten koste van de concurrentie.” ‘Nimmer faciliteren’ Welke rol vervult het VHCP vanuit het licht van het mededingingsrecht? “Vanuit het VHCP gezien, zijn wij bij Brabers altijd beducht voor het feit dat we concurrenten bij elkaar hebben. Namens het VHCP treden wij dan ook op als compliance officer om er op toe te zien dat er tussen de leden onderling geen verboden afspraken worden gemaakt. Uiteraard ligt de verantwoording altijd bij iedere ondernemer zelf. Wat wij doen, is voorlichting geven over wat bijvoorbeeld in een distributieovereenkomst wel of niet is toegestaan.” Op de algemene ledenvergadering van 16 maart zal Frederik Schutte uitgebreider ingaan op het mededingingsrecht en is er gelegenheid tot het stellen van vragen. En zoals de voorzitter van het VHCP in zijn nieuwjaarsspeech al aangaf: “Het bestuur hecht eraan te herbevestigen, dat het VHCP nimmer overtreding van mededingingsregels onder zijn paraplu zal faciliteren, en roept alle leden op de gegeven spelregels te respecteren.”
Verder wijst hij op de verantwoordelijkheid die een grote speler in een bepaalde markt heeft. “Wanneer een bedrijf op een bepaald niveau opereert en een marktaandeel van vijftig procent of meer heeft, moet zo’n bedrijf zich wel heel zorgvuldig gedragen. Normaal gesproken geldt het vrije contractenrecht. Dit betekent simpelweg: geen overeenkomst, dan is men niet verplicht te leveren. Echter, bij een bepaalde marktpositie dient men uit te gaan van het principe ‘gelijke monniken, gelijke kappen’ en is men verplicht te leveren”, aldus Frederik Schutte.
Vanzelfsprekend is het van belang dat tijdens bijeenkomsten van een brancheorganisatie volgens het mededingingsrecht wordt gehandeld. Onlangs heeft FECC op www.fecc.org, onder de rubriek ‘about FECC’, bij het ‘FECC Governance and Compliance Program’ een checklist opgenomen met ‘do’s en don’ts’ in het kader van mededinging binnen door FECC georganiseerde bijeenkomsten. Ook het VHCP zal binnenkort de richtlijnen daarvoor op zijn website plaatsen.
Veiligheid en mededinging Vooral op productieniveau is iedereen bekend met de miljoenen aan boetes die voor concurrentiebeperkende afspraken zijn opgelegd. Wanneer we nu kijken naar het ook door de voorzitter aangestipte onderzoek van de NMa bij chemische bedrijven die handelen in zwembadchemicaliën, hoe ziet Frederik Schutte deze gang van zaken? “Hier speelt mee dat in die sector de veiligheid een enorm belangrijke rol speelt. Ongebreidelde concurrentie kan dan ten koste gaan van de gewenste veiligheid. Immers, bij een zwembad gaat het om chloorhoudende producten met alle risico’s van dien. Wanneer een bedrijf een installatie levert, is het uit
Meer informatie? Op de website van de NMa vindt u meer informatie om als ondernemer te kunnen beoordelen of uw handelwijze verenigbaar is met het mededingingsrecht. Zie daarvoor de brochure Richtsnoeren samenwerking ondernemingen, inclusief leeswijzer, op www.nmanet.nl onder de rubriek brochures. Hierin baseert de NMa zich op geldende wetgeving, rechterlijke uitspraken en toepassingspraktijk van de Europese Commissie. U kunt deze informatie ook opvragen via e-mail
[email protected] of tel. 0800-02318 85.
13
Groen licht: versterking Responsible Care Anno 2009 is het noodzakelijk om de koers ten aanzien van Responsible Care nog beter op de kaart te zetten. In de eerste plaats spelen de toenemende regelgeving en verdere intensivering van bestaande regels, zowel vanuit de Nederlandse overheid als Brussel, mee in het robuuster maken van het beleid. Daarnaast stelt ook de chemische industrie steeds hogere eisen aan de sector op het gebied van veiligheid, milieu en gezondheid. De voorzitter van de Werkgroep Responsible Care, Harry van Baarlen, over de verplichtingen en de noodzaak tot verdere professionalisering. Allereerst wijst Harry van Baarlen op het belang van het bijwonen van de Klankbordgroepbijeenkomsten: “Realiseer u dat Responsible Care niet vrijblijvend is. Ieder VHCP-lid wordt geacht aan minimaal twee van de drie bijeenkomsten actief deel te nemen, want dat is één van de verplichtingen die men aangaat wanneer men zich committeert aan de Responsible Caredoelstellingen, temeer omdat iedereen die lid is van het VHCP, daarvoor de verklaring heeft ondertekend. Bovendien hoe je het ook wendt of keert, de regels worden steeds gecompliceerder en er komen steeds meer regels op ons af. Zeker in deze tijd is het in ieders belang om de gratis expertise, die beschikbaar is tijdens deze bijeenkomsten, ook te benutten.” Meer REACH Deze oproep doet hij naar aanleiding van de opkomst in 2008, die helaas minder was dan in voorgaande jaren. “Een logische verklaring daarvoor is zeker voor vele leden gerelateerd aan alle zorg en tijd die nodig waren en zijn om REACH in goede banen te kunnen leiden. De workshops in het kader van de nieuwe Europese stoffenwetgeving konden dan ook wel rekenen op een excessieve belangstelling”, geeft hij mee, in de wetenschap dat tijd kostbaar is. Overigens, om die reden zal het VHCP dit jaar een Klankbordgroepbijeenkomst combineren met het REACH-dossier, want dit heeft uiteraard ook alles met veiligheid en milieu te maken. Onderwerpen die het afgelopen jaar onder meer de revue passeerden, waren het verpakkingendossier, handhaving en Product Stewardship. Voor wat betreft de nieuwe Verpakkingenbelasting geeft Harry van Baarlen aan: “Gelukkig heeft dit voor onze branche ten aanzien van de administratie rondom deze nieuwe belasting niet de
14
verwachte complexiteit gebracht, en valt het dus relatief mee. Wat jammer blijft, is dat de geïnde belasting door de overheid niet wordt ingezet om samen met het totale bedrijfsleven in Nederland meer innovatie op dit gebied mogelijk te maken en daarmee uiteindelijk de afvalberg te verkleinen.” Robuuster beleid In 2008 werd al aangekondigd dat het beleid voor Responsible Care robuuster zou worden gemaakt, waardoor de zorg voor milieu, veiligheid en gezondheid nog beter kan worden verankerd in de chemische distributie. Inmiddels is door het bestuur van het VHCP het groene licht gegeven om hieraan invulling te geven. Harry van Baarlen geeft uitleg over deze verdere professionalisering: “Weliswaar hebben we samen een mooie prestatie neergezet met de verplichte externe audit, die door iedereen die daartoe verplicht was, is afgerond. Echter, de industrie stelt steeds meer eisen op het gebied van Responsible Care. De huidige Zelfanalyse Checklist zal op korte termijn niet meer worden geaccepteerd als middel om de verbeteringen te kunnen toetsen. Weliswaar blijven voor bedrijven die over installaties beschikken, bij een externe audit de uitgangspunten van ESAD II leidend. Voor bedrijven die niet binnen die categorie vallen, is het nodig om de audit te integreren in al bestaande ISO-programma’s. Veel bedrijven zijn immers al ISO-genormeerd, en wij willen een programma maken om de externe audit voor Responsible Care te koppelen aan ISO-gerelateerde audits. Het eerste voorstel zal tijdens de Responsible Care-dag worden gepresenteerd. De planning is dat bij de eerstvolgende externe audit (2009-2010) met de nieuwe ISO-methode gewerkt zal gaan worden. Overigens wordt aan het
Responsible Care-beleid ook een stevige impuls gegeven door het bestaande partnership met de VNCI op korte termijn te vernieuwen.” Dag voor Responsible Care Om gezamenlijk onder andere te brainstormen over het nieuwe beleid en het geheugen even op te frissen, organiseert het VHCP op 7 april een Responsible Care-dag. Ook komen alle acht uitgangspunten van het programma nog eens uitgebreid aan de orde, en wat er zoal is gerealiseerd. Daarnaast staat een presentatie van de VNCI gepland over de vernieuwde Global Charter Responsible Care, waarmee wereldwijd aandacht wordt gevraagd voor het programma. In ieder geval zullen zaken als duurzaamheid, product stewardship, transparantie en harmonisatie ook binnen dit handvest nog meer aandacht gaan krijgen. Aanzet convenant Op het gebied van risicocommunicatie in de keten is de Klankbordgroep zelfgemaakte explosieven, alsmede de projectgroep Waterstofperoxide, gevraagd een werkbaar convenant op te stellen. Deze actie vloeit voort uit de presentatie die in september 2007 werd gegeven door het Ministerie van VROM en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb), en het verzoek van VROM om als branche pro-actief te willen bijdragen aan het uitsluiten van bepaalde risico’s van explosieve precursoren. Vanzelfsprekend wordt u hierover te zijner tijd uitvoerig geïnformeerd.
Kengetallen en verbeterpunten Tot slot wil de voorzitter van de Werkgroep Responsible Care deze gelegenheid gebruiken om nogmaals het belang van de kengetallen te benadrukken: “Voor ons als branchevereniging is het noodzakelijk dat we aantonen hoe de sector zich verhoudt tot zaken als werkgelegenheid, omzet en veiligheid. Juist in dit licht is het essentieel dat meer leden de gegevens (op tijd) aanleveren, zodat het VHCP een en ander kan gebruiken in overleg met bijvoorbeeld de overheid. In de laatste enquête voor 2007 is ook gevraagd om de verbeterpunten die naar voren zijn gekomen tijdens de eerste verplichte audits ten aanzien van het Responsible Care-beleid. Hiermee kan de werkgroep aan de slag om te analyseren waar bijvoorbeeld knelpunten liggen, en daar in de toekomst op inspelen tijdens de diverse Klankbordgroepbijeenkomsten. Wanneer ieder VHCPlid daadwerkelijk met cijfers en resultaten komt, maken we nog meer duidelijk hoe de chemische distributie in Nederland bijdraagt aan eerdergenoemde aspecten. En ik kan blijkbaar niet genoeg herhalen dat al die informatie nodig is om onze branche goed op de kaart te zetten en te houden!” Kortom, verdere intensivering van het beleid en het uitdragen van Responsible Care vragen van ieder VHCP-lid tijd. Ook al is die tijd kostbaar. Immers, maatschappelijk verantwoord ondernemen - investeren in veiligheid, gezondheid en milieu - is niet iets wat even tussen de bedrijven door kan gebeuren. En bovenal in het belang van iedereen.
15
Chemie is een indrukwekkend onderzoeksgebied In de vorige uitgave werd het imagotraject ‘Chemie is overal’ uitvoerig belicht. Deze ondersteunende maatregel draagt bij aan de ambitieuze doelstellingen van de Regiegroep Chemie, die zich focust op bedrijvigheid en innovatie in de sector. Hiermee geeft zij invulling aan een van de zes sleutelgebieden van het Innovatieplatform. De voorzitter van de regiegroep, Rein Willems, steekt als bèta-ambassadeur zijn gevoelens voor de chemie niet onder stoelen of banken “Inmiddels ben ik - na achtendertig jaar werkzaam te zijn geweest in de chemische industrie - gepensioneerd en geef ik mijn tijd aan bepaalde zaken, omdat ik Nederland een prachtig land vind. Chemie is bovendien een indrukwekkend onderzoeksgebied, maar heeft helaas een slecht imago. En dan gaan er vanuit mijn passie voor het vak duidelijk belletjes rinkelen. Mijn zorg voor dit onterecht slechte imago wil ik onder meer binnen de regiegroep proberen om te zetten naar wat de branche toekomt”, motiveert Rein Willems zijn inspanningen.
Wat zijn de ambities van de regiegroep? “Het geheel van ons businessplan bestaat uit twee ambitieuze doelstellingen, te weten: de verdubbeling van de bijdrage van chemie aan het bruto binnenlands product binnen tien jaar en een halvering van gebruik van fossiele brandstoffen binnen vijfentwintig jaar. Vooral het tweede zal
16
inhouden dat er veel meer met biomassa gewerkt zal gaan worden. In het verlengde van deze doelen speelt het uitbouwen van technologische competenties op het gebied van industriële biotechnologie, katalyse, materialen en procestechnologie om wereldwijd te kunnen blijven presteren.” Inzet regiegroep “Zonder chemie geen vooruitgang”, is een vaak geciteerde uitspraak van Rein Willems. Wat doet de regiegroep concreet om de chemische sector te versterken? “We hebben vier actielijnen vastgesteld, zoals de publiekprivate samenwerking met bijvoorbeeld scholen en voorstellen opgesteld voor onder meer het onderzoeksprogramma scheidingstechnologie en het Polymeren Innovatie Programma (PIP). Deze innovatieprogramma’s zijn onlangs volledig goedgekeurd. Verder proberen we actief Centra voor Open Chemische Innovatie, de zogenaamde COCI’s, op te richten. Hier kunnen bijvoorbeeld startende bedrijven hun creativiteit en kennis inzetten voor de chemie. Daarnaast nemen we ondersteunende maatregelen, zoals op het gebied van onderwijs. Twee jaar geleden constateerden wij als regiegroep dat er tien chemieopleidingen voor 530 eerstejaarsstudenten waren. Wij vonden dit overdreven, en hebben voorgesteld de opleidingen terug te brengen en daarbij tevens meer focus te bieden. Tegelijkertijd proberen we bedrijven en universiteiten meer te betrekken bij het geheel. Inmiddels werken we aan het terugbrengen van de tien opleidingen naar acht en het opvoeren van het aantal eerstejaars van 540 naar 700. Ook hiermee werkt de regiegroep aan een van haar actielijnen, namelijk de versterking van de kennisinfrastructuur.” Jonge mensen “Verder hebben we de Human Capital Chemie (HCC)
agenda, hierin speelt een aantal zaken mee, zoals ook het imagotraject. Dit traject kan de sector meer op de kaart zetten voor jonge mensen die zich oriënteren voor een opleiding. Wanneer we namelijk kijken naar de menskracht die in de chemie nodig is, dan is er binnen vijftien jaar over de hele breedte een enorme terugval, die met name wordt veroorzaakt door de vergrijzing. Hierdoor worden grote tekorten verwacht. Vandaar dat de actielijn HCC over de hele linie een belangrijke rol speelt, want mensen blijven nodig om het werk te kunnen doen en ideeën te ontwikkelen.” Recentelijk zijn alle zes sleutelgebieden, in opdracht van het Innovatieplatform en het Ministerie van Economische Zaken, geanalyseerd door een commissie onder leiding van Ad Scheepbouwer (voorzitter KPN). Wat was het resultaat? “Uit deze voortgangsrapportage blijkt dat het sleutelgebied Chemie zichzelf het sterkst heeft georganiseerd. Hierop zijn we best een beetje trots. Een beetje, want we hebben nog veel te doen.” Versterking imago Kijkend naar het imagotraject, wat is de stand van zaken? “Deze ondersteunende maatregel gaat nu de tweede fase in. De eerste fase was meer naar binnen gericht, maar nu is het moment dat we naar buiten effectief campagne gaan voeren, zoals ondersteuning bieden richting middelbare scholen. Uiteindelijk is ons doel om duidelijk te maken dat de chemie een ondersteunende wetenschap is, die een concrete bijdrage levert aan zaken als klimaatproblemen. Die bovenal daarin actief meedenkt en oplossingen biedt. Denk aan de terugdringing van fossiele brandstoffen en schoon drinkwater, want ook daarvoor is chemie nodig. Bovendien staat Nederland wereldwijd zeer goed bekend om zijn wetenschappelijk onderzoek.
Van de honderd topwetenschappers die er wereldwijd zijn, komen er tien uit Nederland, en dat is veel voor zo’n klein landje. Het zou dan ook te gek zijn als we met die kennis en de rol die chemie heeft, niet nog meer kunnen betekenen.” Zorg om veiligheid Hoe ziet Rein Willems de chemische distributie in dit geheel? “Hiervoor verwacht ik niet zoveel baanbrekende veranderingen. Uiteraard zullen er nieuwe producten komen, waarop de handelssector zal gaan inspelen. Daarnaast blijft natuurlijk de zorg voor veiligheid bestaan, want de eisen daaraan worden steeds strenger. Verder zal de handel steeds Europeser en globaler worden, maar daar wordt al goed op ingespeeld. En in het licht van het imago zal zeker ook het Responsible Care-programma een belangrijke betekenis blijven hebben.” Prachtige bagage Tot slot, wat verwacht voorzitter Willems over tien jaar? “Wanneer iedereen zijn steentje bijdraagt aan alle plannen, dan zie ik onder meer bloeiende universitaire opleidingen, en meer aandacht voor beroepsopleidingen, met name op mbo-niveau, en dat er meer studenten voor bèta zullen kiezen. Juist die richting biedt een gedegen grondslag om je als individu te ontwikkelen. Niet alleen aan de productietechnische kant, maar ook wanneer men op termijn kiest voor een leidinggevende functie, dan biedt deze richting een uitstekende basis. Immers, alfa- en gammakennis kan iemand zich altijd nog eigen maken, maar andersom spijker je een gemiste bètaopleiding nooit meer bij. En ik hoop dat in tegenstelling tot de keuze die mijn kinderen gemaakt hebben, mijn kleinkinderen wel zullen kiezen voor zo’n studie, zodat ze een prachtige bagage meekrijgen voor de toekomst.”
www.chemieisoveral.nl en postercampagne Medio maart wordt de website ‘Chemie is overal’ naar verwachting gelanceerd. Deze site geeft niet alleen de mensen die werkzaam zijn in de chemie, de benodigde informatie over het imagotraject en de HCC. Het zal een site zijn die de verrassende kant van chemie laat zien. Die de innovaties van de sector, de campagne en het laatste nieuws over het voetlicht brengt. Een interessante, kleurrijke verzamelplaats van verhalen, belangrijke informatie en leuke weetjes. Een site die doorverwijst waar gewenst, een archieffunctie heeft en in de toekomst hopelijk ook een interactieve rol vervult. Ook de postercampagne gaat van start met als leus: Chemie is overal. Chemie is lust.
17
Het VHCP-jaar van maand tot maand Een overzicht van de vele activiteiten en inspanningen namens het VHCP in 2008.
Januari: Tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst hief Piet van der Slikke, voor de eerste maal, het glas op een voorspoedig 2008. Een spannend jaar, vanwege de preregistratie van stoffen in het kader van REACH. Ook sprak hij uit dat de sector zijn professionaliteit als dienstverleners moest verbeteren. Na afloop van de tafelrede werd aan de aanwezigen het handzame VHCP REACH Kompas uitgereikt. Een goede opmaat voor een bewogen ‘REACH’-jaar.
Baarlen, Rob Koebrugge en Chris Slot. Carl Blomme, Henk Kwakman en Harry van Zuuk namen de lege plaatsen in. De vergadering werd afgesloten door een bevlogen en humorvolle bijdrage van professor Herman Pleij, die de Nederlandse handelsgeest vakkundig onder de loep nam. Ook de Commissie Milieu & Veiligheid kwam samen om te spreken over samenwerking met BGZ, brandblusinstallaties en de nieuwe opzet voor arbeidsinspecties in de chemische sector.
Februari: Het VHCP was druk met de aankomende CLP-verordening (GHS), Explosieven Precursoren, implementatie REACH, Vernieuwing Toezicht en de Verpakkingenbelasting. Tevens kwam het bestuur voor het eerst in 2008 bijeen. Tijdens de vergadering werd nogmaals bevestigd dat REACH voor de komende jaren een hot topic zal zijn.
April: Ook dit jaar organiseerde het VHCP samen met de VNCI een Stoffendag. Ditmaal in de Jaarbeurs in Utrecht. De grote opkomst en vakkundige presentaties maakten het tot een geslaagde dag. Het VHCP nam ook deel aan een rapport over de toezichtlast binnen de chemische distributie. De grootste bezwaren blijken voornamelijk te liggen in de beperkte deskundigheid van de inspecteurs en de trage rapportage. Tijdens het Social Event, dat feestelijk werd afgesloten in het Parkhotel, gingen VHCP- en JIDC-leden op ‘chemische’ speurtocht door hartje Rotterdam.
Maart: Een gebruikelijk drukke maand voor het VHCP. Allereerst was er een drukbezochte REACH-workshop, waarin alle facetten van de preregistratie volgens de op dat moment best beschikbare kennis werden behandeld. Voorafgaand aan deze workshop, was er ook een goed bezochte Klankbordgroepbijeenkomst Responsible Care. Centraal stonden Risicocommunicatie en Explosieven Precursoren. Beide presentaties van het Ministeries van VROM en dat van Binnenlandse Zaken onderstreepten nogmaals het belang van een goed contact tussen het bedrijfsleven en de overheid. Halverwege maart was het tijd voor de algemene ledenvergadering, waarin maar liefst drie bestuursleden aftraden, namelijk Harry van
18
Mei: Een drukke maand in Brussel met een aantal vergaderingen bij het FECC. Tevens werd de VHCP-website uitgebreid. Ook kwam de werkgroep Hygiënecode bij elkaar om toch tot een gezamenlijke code voor de levering van levensmiddelenadditieven te komen namens het VHCP.
Juni: Een bestuursvergadering, het FECC-congres in Budapest – waar Piet van der Slikke na zes jaar afscheid nam van het FECC-bestuur –, een vergadering van de Commissie Milieu & Veiligheid en een Klankbordgroepbijeenkomst Responsible Care stonden allemaal op het menu. En dat alles naast enkele glansrijke wedstrijden van het Nederlands elftal tijdens het EK voetbal. Bovenal stond juni in het teken van de start van de preregistratie van stoffen voor REACH. Een moment waar de sector met enige argwaan naar heeft gekeken. Juli: In deze ‘Tour de France-maand’ werd met de VNCI gesproken over de verlenging van de Responsible Caresamenwerkingsovereenkomst. Het VHCP gebruikte deze maand tevens om de workshops van september voor te bereiden. Augustus: De leden ontvingen deze maand twee enquêtes, namelijk Kengetallen 2007 en Toezichtlast. De laatste enquête bevestigde het beeld dat de leden van het VHCP veel hinder ondervinden van ondeskundige ambtenaren (voornamelijk van de lagere overheden). De uitkomst is voorgelegd aan de VROM-inspectie. September: In Gouda werd onder grote belangstelling een REACH-workshop over polymeren gehouden. Hoewel de preregistratiefase al enkele maanden in werking was, kwamen er weer vele vragen en onduidelijkheden rond het REACH-proces boven tafel. Met name de vraag over dubbele preregistratie van monomeren en polymeren beheerste vanaf dit moment menig persoon. De Responsible Care-coördinatoren kwamen bijeen om de eerste palen te slaan onder een vernieuwd en robuust Responsible Care-beleid. In Amerika viel Lehmann Brothers Bank om. Het begin van een financiële en economische crisis, die ook wereldwijd haar uitwerking kreeg op de chemische distributie.
Oktober: Wederom een speciale REACH-workshop, met veel belangstelling voor het onderwerp ketencommunicatie. Aan de aanwezige ambtenaren van VROM werden vele vragen gesteld. Ook bleek dat het ECHA nog niet op alles een antwoord had. Dit werd bevestigd tijdens een stakeholdersbijeenkomst later die maand in Helsinki. Ook vond na afloop van de bestuursvergadering de jaarlijkse lunchbijeenkomst plaats. Aangezien het jaar ook in het teken stond van handhaving en inspecties, kwam mevrouw Beuting van de VROM-inspectie het toezichtbeleid uit de doeken doen. Tot grote verbazing riep zij op om zoveel mogelijk via de rechter tegen de beleidsplannen van de overheid te strijden. November: In Brussel was het najaarscongres van FECC, en in eigen land vergaderde de Commissie Milieu & Veiligheid. De met veel bombarie aangekondigde Verpakkingenbelasting bleek na vele bezwaren, ook vanuit het VHCP, door de regering op zijn kop te worden gezet. Het hoofdpijndossier veranderde plots in een wetgeving die voor de chemische distributie minder implicaties met zich zou meebrengen. Een en ander werd met grote instemming gepresenteerd aan de aanwezigen tijdens de Klankbordgroepbijeenkomst deze maand. December: Het einde van de preregistratieperiode bracht met zich mee dat meer dan twee miljoen preregistraties door 64.000 bedrijven zijn uitgevoerd. Verder diende zich het probleem van de CLP-verordening aan, dat ook al opdoemde tijdens een GHS-workshop in samenwerking met de VNCI. Los van deze problematiek bleek met een vraaguitval van meer dan twintig procent in de chemische sector de mondiale crisis hard om zich heen te slaan. Het jaar 2008 wordt na aanvankelijk voorspoedig te zijn verlopen, toch met enig gevoel van onmacht afgesloten.
19
Azië dichterbij Sinds kort zijn de gelederen van het VHCP versterkt met Trust Chem Europe BV. Het bedrijf is onderdeel van de Trust Chem Group in China, de belangrijkste Chinese producent van organische pigmenten met drie productielocaties en een centrale R&D. Director Robert Paul Wielinga en technical director Henk Loonstra runnen gezamenlijk het verkoopkantoor voor Europa vanuit Deventer. Beide heren zijn niet alleen zeer tevreden met de keuze van Trust Chem voor Nederland, maar ook met de kennis die bij het VHCP aanwezig is over onderwerpen als REACH. In China werken ruim 1.100 medewerkers op de verschillende plants van de Trust Chem Group, die – volgens de directie in Nederland - voldoen aan de hoogste westerse milieueisen. In Hanghzhou zit daarnaast het hoofdkantoor met het goed geoutilleerde laboratorium (grootste in China), dat volledig ISO-gecertificeerd is. Deze maand is de vestiging in de Verenigde Staten geopend en sinds 2005 is er een eigen vestiging in Australië. Andere locaties zijn in voorbereiding. Waarom Nederland? Henk Loonstra:“Om de markt in Europa nog beter te bedienen, werd augustus vorig jaar gestart met een Europese vestiging. Hiermee kunnen we de Europese markt, waarin Duitsland een belangrijke markt is, voorzien van onze grondstoffen, die onder andere worden toegepast in de verf-, drukwerk- en plasticindustrie.” Over de keuze qua locatie vult Robert Paul Wielinga aan: “Voor ons kon de vestiging niet oostelijk genoeg zijn, want direct over de grens met Duitsland zitten voor ons de grotere spelers in deze branche. Daarnaast hebben we recent tezamen met onze transporteur een magazijn van 10.000 m2 in Rotterdam in gebruik genomen, zodat we ook distributiehoeveelheden efficiënt kunnen leveren. Hoewel we in Nederland nauwelijks commercieel actief zijn, hebben we toch voor deze locatie gekozen, onder andere vanwege logistieke en fiscale voordelen die Nederland voor een buitenlandse producent kent. Nederland heeft binnen Europa hierin een unieke positie.”
strategische keuze voor een Europees kantoor ons voor de toekomst nog meer mogelijkheden tot groei. Het is de algemene verwachting dat er in onze industrie een enorme shake-out gaat plaatsvinden vanwege de kosten die REACH met zich meebrengt.” Formeel nieuw “Met een commerciële start van Trust Chem in 1996 is de afgelopen jaren een mooie positie opgebouwd, die nu volledig via Trust Chem Europe BV wordt gefactureerd”, vervolgt Robert Paul Wielinga de kennismaking. “Voor 2009 zien en ervaren wij nog steeds groei, vooral dankzij nieuwe projecten. Uiteraard hebben ook wij bij bestaande klanten te maken met afvlakking in de afname van (bestaande) producten ten gevolge van de wereldwijde kredietcrisis, maar gelijktijdig zien we juist multinationals voor grondstoffen de overstap maken van Europese naar Aziatische producten.”
Impact REACH Bij de keuze om lokaal aanwezig te zijn, speelt voor Trust Chem de Europese stoffenwetgeving REACH een belangrijke rol. Henk Loonstra: “Inmiddels hebben we alle REACH-producten gepreregistreerd en gaan we vervolgens ook de registratiefase in. Hierdoor is het noodzakelijk om in Europa aanwezig te zijn, want wij zullen deel moeten nemen in de diverse SIEF’s (Substance Information Exchange Forum’s). Daarnaast biedt deze Henk Loonstra en Robert Paul Wielinga
20
FECC Congres – Helsinki 2009
‘REACH-ing excellence in the supply chain’ interessante sprekers. Zij brengen onder meer de volgende onderwerpen in beeld: • How is the European Chemical Industry dealing with the global slowdown and other challenges? • How is the supply chain working together on REACH? • The main challenges for ECHA • Legal, financial and operational issues that will impact your business in the coming years • Business opportunities in distribution: new products, new geographies FECC, die dit jaar 55 jaar bestaat, organiseert wederom haar jaarlijkse congres. Dit keer is Helsinki de plek waar u zich kunt laten inspireren door tal van
Goed gezelschap Hoe ervaart u tot nu toe het lidmaatschap van het VHCP? “In de verantwoordelijkheid voor Europese distributie voor een producent uit Azië zijn wij binnen het VHCP in goed gezelschap”, bevestigen beide heren. Robert Paul Wielinga vervolgt: “Overigens zijn wij volgens mij het eerste Chinese lid van het VHCP. Voor ons is verder belangrijk dat het VHCP zoveel kennis in huis heeft over met name REACH. Weliswaar zijn we verbonden aan een grote producent, maar toch zijn we in Nederland een kleine organisatie zonder eigen fulltime-REACHspecialisten.” Daarnaast spelen voor hen ook zaken als het Verpakkingenconvenant een belangrijke rol bij de bedrijfsactiviteiten. Voor de verplichtingen die voortvloeien uit het Globally Harmonized System (GHS), is dit wat minder relevant. Immers, GHS staat wereldwijd op de agenda en het moederbedrijf heeft dit al vakkundig onder zijn hoede genomen, is de verklaring van het directieteam in Deventer. Milieu en veiligheid Aan welke andere zaken hecht Trust Chem veel waarde? Robert Paul Wielinga: “Wij vinden het essentieel dat het
En wie jarig is, trakteert. Kijk voor de aantrekkelijke deelnametarieven en meer informatie op www.fecc.org.
VHCP een actieve rol richting Brussel vervult. Hetgeen het VHCP in samenwerking met de VNCI ook waarmaakt. Ook het Responsible Care-programma dragen wij een warm hart toe. Vandaar dat we zowel de beleidsverklaring als het Milieuconvenant hebben ondertekend. Binnenkort zullen ook wij een vrijwillige audit voor Responsible Care laten uitvoeren in Nederland. Mede gezien de hoge eisen die ons moederbedrijf stelt aan milieu en veiligheid, tonen wij hiermee aan waar we naartoe willen en waarvoor we ons willen inzetten. Voor dit moment zijn we vooral bezig onze Europese verkooporganisatie op te bouwen. De contacten binnen het VHCP zijn voor ons hierin absoluut nuttig.” Trust Chem ervaart nu al de meerwaarde van het VHCP, is de conclusie van beide heren. Robert Paul Wielinga: “Inderdaad, zo hebben wij samen met onder andere ons moederbedrijf al een aantal cases voorgelegd die van belang zijn voor de implementatie van REACH. Via het VHCP-secretariaat hebben we daarop adequaat en vakkundig antwoord gekregen.” Meer informatie over deze nieuwkomer? Kijk op: www.trustchem.eu.
21
Bedrijfsnieuws & Personalia
Wijziging bestuur JIDC
Novolyte kiest voor Barentz
Per 1 januari 2009 is Ton Wisseborn niet langer verbonden aan het JIDC-bestuur, omdat hij zijn carrière buiten de chemische industrie voortzet. Vanaf die datum heeft het bestuur van de Jongeren In De Chemie (JIDC) twee nieuwe leden, namelijk Mischa Andriessen (Quaron) en Martin Prinsze (Standic Terminal).
Met ingang van 1 februari 2009 is Novolyte Technologies voor heel Europa een distributieovereenkomst aangegaan met grondstoffenleverancier Barentz Europe BV in Hoofddorp. Novolyte heeft tevens Barentz als zijn belangrijkste distributeur voor de Benelux aangewezen.
Onderdeel Clariant naar Altana
Exclusieve distributie Nederland
Met ingang van 30 december 2008 zijn alle zakelijke activiteiten van de Nederlandse producent van wastoevoegingen, Dick Peters BV in Denekamp, voorheen onderdeel van Clariant Benelux, overgenomen door Altana. Het nieuw verworven bedrijf wordt geïntegreerd in BYK Cera BV, die ook in Nederland is gevestigd.
Per 1 april 2009 heeft Ashland Aqualon Functional Ingredients, een divisie van Ashland, Barentz BV aangewezen als hun exclusieve distributeur van op cellulose gebaseerde hydrocolloïden van Aqualon voor de levensmiddelenindustrie in Nederland.
FECC Nieuws FECC uit in een persbericht van februari 2009 haar tevredenheid over de conclusies van de High Level Group over het concurrerend vermogen van de chemische industrie. Hieruit blijkt dat ook de chemische distributie sinds 2007 een grote bijdrage heeft geleverd aan dit forum van de Europese Commissie. Zie voor het complete persbericht: www.fecc.org, de rubriek ‘news’.
FECC Award REACH-coördinator Fabrice Delhaise (Brenntag) – foto midden – ontving eind vorig jaar de FECC Award. Tijdens de overhandiging van de onderscheiding werd hij namens Mauro Di Vito in het bijzonder bedankt voor zijn bijdrage in het ontwikkelen van werkbare communicatieoplossingen voor REACH. Vanaf deze plaats ook van harte gefeliciteerd namens het VHCP!
22
Ledenoverzicht Aako BV Akzo Nobel Base Chemicals BV Van Appeldoorn Chemical Logistics BV (b) Arch Timber Protection BV Arkema BV Barentz BV BASF Nederland BV Bax Chemicals BV Bayer BV Divisie Material Science Biesterfeld Chemiedistributie BV Boom BV Brenntag Nederland BV Breustedt Chemie BV Brunschwig Chemie BV Caldic Chemie BV Caldic Nederland BV Cimcool Industrial Products BV Clariant Benelux NV Jan Dekker BV Distributiecentrum Van den Anker BV (b) ECEM (European Chemical Marketing) BV ELD BV Flevo Chemie (Nederland) BV HCI Chemicals Nederland BV Helm Chemicals BV ICH Zaanstad BV IMCD Benelux BV In2Food Interland Chemie BV Jagt Chemie GmbH Keyser & Mackay CV Van der Laan Transport BV (b) Lanxess BV L. van der Lee en Zonen BV (b) Lithos Group BV Lonza Benelux BV
(b) = buitengewoon lid (logistieke dienstverlener)
Agenda
16 maart 2009 Algemene ledenvergadering 7 april 2009 Responsible Care-dag 25 juni 2009 Klankbordgroepbijeenkomst 26 oktober 2009 Lunchbijeenkomst 17 november 2009 Klankbordgroepbijeenkomst 24 september 2009 Stoffendag VHCP/VNCI 25 september 2009 Chemische golfdag
Loodet BV(b) Mavom BV Melspring International BV De Monchy International BV Necarbo BV Noble Chemicals BV De Noord Chemicals BV Norkem BV Oxyde Chemicals BV Prayon-Benelux NV QolorTech BV Quaron RodaChem BV Rohm and Haas Nederland G.C. Rutteman & Co BV Sasol Benelux NV C.N. Schmidt BV Shell Chemicals Europe BV Standic (b) Arnold Suhr Netherlands BV Transmare BV Triconor Distribution BV Troy Chemical Company BV TrustChem Europe BV Unitrade Kennemerland BV Univar Benelux Vestolit GmbH & Co KG ViVoChem BV G. Vogler BV Will & Co. BV Te Winkel & Oomes BV (b) Yara Industrial BV
23
colofon
Eindredactie Bestuur VHCP Redactie en productie Textbeeld Vormgeving Carree Vormgevers bv Fotografie J&M Zweerts Fotografie Druk Drukkerij Van As VHCP Secretariaat Postbus 80523 2508 GM ‘s Gravenhage tel. 070-7503100 fax. 070-3549766 www.vhcp.nl
[email protected] VHCP FOCUS is het tijdschrift van het Verbond van Handelaren in Chemische Producten en verschijnt drie keer per jaar. Uw eventuele tekstbijdrage kunt u zenden aan het VHCP secretariaat.