FLUITEN IS EEN
ATTRACTIEVE SPORT!!!!!
KNKV MASTERPLAN ARBITRAGE 2007-2011
Zeist, juni 2007
Inhoud 1. Inleiding 2. Stand van zaken KNKV november 2006 2.1 Organisatiestructuur 2.2 Tevredenheidonderzoek najaar 2005 3. Doelstellingen Masterplan Arbitrage 2007-2011 4. Strategie uitwerking doelstellingen Masterplan. 4.1 Klimaat en imago 4.2 Werving 4.3 Opleiding en kwaliteit 4.4 Behoud en doorstroming 4.5 Organisatie 5. Nadere uitwerking doelstellingen Masterplan Arbitrage 2007-2011 5.1 Klimaat en imago 5.1.1. Bewustmaking verenigingen 5.1.2. Regio ambassadeur 5.1.3. Fair Play 5.1.4. Keurmerk verenigingen 5.2 Werving 5.2.1. Doelgroepen 5.2.2. Vrouwen en allochtonen 5.2.3 Verplichte levering 5.3 Opleiding en kwaliteit 5.3.1. Huidige opleidingen 5.3.2. Ombouw naar competentiegerichte opleidingen 5.3.3. Digitale leeromgeving 5.3.4. Aanpak fysieke training 5.3.5. Praktijkbegeleiding op verenigingsniveau 5.4 Behoud en doorstroming 5.4.1. Werkmap arbitrage 5.4.2. Begeleiding en beoordeling 5.4.3. Digitaal portfolio 5.4.4. Beschikbaarheid/inzetbaarheid 5.4.5. Van talent naar top 5.5 Organisatie 5.5.1. Clubarbitrage 5.5.2. Scheidsrechterscoördinator 5.5.3. Handleiding clubarbitrage 5.5.4. Samenwerking op regionaal niveau 5.5.5. Communicatie 5. Projectorganisatie 6. Financiën
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
1
Bijlagen: * Schematische activiteitenplanning Masterplan Arbitrage KNKV (1) * Begroting Masterplan Arbitrage KNKV (2) * Rompregeling Arbitrage (3) * Overgangsregeling Rompregeling Arbitrage (4)
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
2
1. Inleiding In het Masterplan Arbitrage 2007-2011 van het Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNKV) wordt een samenhangend beleid gepresenteerd op het gebied van de arbitrage gedurende de jaren 20072011. Het plan is samenhangend in meerdere opzichten. In de eerste plaats wordt getracht alle met dit onderwerp samenhangende elementen met elkaar in verband te brengen. Daarbij is gekozen voor de indeling zoals deze door de samenwerkende sportbonden, verenigd in de werkgroep van NOC*NSF zijn bepaald: Klimaat en Imago, Werving, Opleiding en Kwaliteit, Behoud en Doorstroming en Organisatie. Het KNKV is met deze eerste inventarisatie en de hierbij behorende specifieke onderverdeling het land in gegaan. In tien bijeenkomsten is aan de verenigingen gevraagd waar zij het meeste mee gediend zouden zijn. Hier is een aantal punten uitgekomen en de uitgesproken items zullen derhalve extra aandacht krijgen in het Masterplan van het KNKV. Het Masterplan is ook samenhangend met betrekking tot de relatie tussen het KNKV en haar geledingen aan de ene kant en de verenigingen aan de andere kant. Het blijkt dat in veel gevallen het ambitieniveau van het KNKV hoger ligt dan bij de verenigingen. Het wordt door het KNKV als een grote uitdaging ervaren om deze kloof te overbruggen en met de verenigingen hand in hand deze uitdaging op te pakken, om te komen tot een goed resultaat. Een samenhangend beleid leidt tot een betere afstemming van alle activiteiten en initiatieven, waardoor ook de effectiviteit van arbitragebeleid optimaal wordt. De ambitie van dit Masterplan is dan ook de arbitrage in het algemeen en de arbiter in het bijzonder een positieve en planmatige aandacht te geven opdat continuïteit en kwaliteit van de arbitrage nationaal en internationaal gewaarborgd wordt. Onder arbitrage wordt in dit Masterplan verstaan “de noodzakelijke en context-gebonden begeleiding van korfbalactiviteiten door personen (scheidsrechters, jeugdscheidsrechters, scheidsrechtersbeoordelaars) opdat de kwaliteit van de activiteiten gewaarborgd wordt”. De wijze van arbitrage is niet algemeen en onveranderbaar te formuleren, omdat ze afhankelijk is van de behoefte en wensen van de deelnemers en het soort activiteit. Binnen het korfbal kennen we naast de scheidsrechters nog een aantal andere functies die vervuld dienen te worden:
De jeugdscheidsrechters en de verenigingsscheidsrechters die over het algemeen op eigen veld de wedstrijden fluiten; De scheidsrechtersbeoordelaars en scheidsrechtersbegeleiders die arbiters op hun kwaliteit beoordelen of over een langere periode begeleiden tijdens hun opleidingstraject naar een hoger niveau; De verenigingsbegeleiders die verenigings- en jeugdscheidsrechters begeleiden, al dan niet tijdens hun opleidingstraject; De juryleden die de wedstrijden (op dit moment op het hoogste niveau) begeleiden en onmisbaar zijn voor een goed verloop van de wedstrijden; De docenten die de opleiding verzorgen.
In het najaar van 2005 is door een tweetal studenten van de opleiding Sport, Economie en Communicatie te Tilburg een onderzoek gedaan onder alle KNKV-scheidsrechters, de verenigingen en de verenigingsscheidsrechters. De respons was zodanig dat van een representatieve uitkomst mag worden gesproken. De uitkomst van dit onderzoek (conclusies en aanbevelingen) zijn verwerkt in dit Masterplan.
Tijdens dit onderzoek verscheen de VWS-nota “Tijd voor Sport, bewegen, meedoen en presteren” en het KNKV stelde vast dat de inmiddels voorzichtig geformuleerde uitkomsten van het onderzoek
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
3
overeen kwamen met het gestelde in de VWS-nota en heeft de geboden gelegenheid om te participeren in de NOC*NSF-werkgroep met beide handen aangegrepen. Daarbij laat het KNKV zich leiden door een tweetal dominante gedachten. In de eerste plaats wordt vastgesteld, dat de laatste tientallen jaren het fluiten van wedstrijden steeds minder wordt geambieerd door de korfballers. Dat wordt veroorzaakt door een complex aantal factoren waarvan met name de verplichtingen die het fluiten met zich meebrengt en de agressie en het verbale geweld op de velden en in de zalen als eerste worden genoemd. Mede hierdoor is het fluiten verworden tot een noodzakelijk kwaad en wordt het meer als een bestuurlijke verantwoording ervaren dan als een uitdaging. Het imago is dat fluiten niet leuk is. Het KNKV wil dit trachten om te buigen. Scheidsrechters dienen ambitieus te zijn en het fluiten als een uitdaging zien. Daarom staat de volgende stelling als eerste centraal:
“Fluiten is leuk en attractief, fluiten is een sport……!!” Vervolgens wordt vastgesteld dat het KNKV zich in de genoemde periode vooral heeft gericht op de zogenaamde neutraal fluitende scheidsrechters. Dit zijn de scheidsrechters die staan geregistreerd als bondsscheidsrechters en op andere velden wedstrijden gaan fluiten. Te weinig aandacht is er door het KNKV gegeven aan de verenigingsscheidsrechters, zowel bij de jeugd als bij de senioren. Dit terwijl deze scheidsrechters een belangrijke doelgroep zouden moeten zijn voor de werving van bondsscheidsrechters. De verenigingen willen graag geholpen worden om op verenigingsniveau de arbitrage “op orde” te krijgen en dan volgt de rest vanzelf. Vandaar dat aan “fluiten is leuk, fluiten is een sport” wordt toegevoegd:
“……en dat begint bij de vereniging!!“ Met deze twee slogans is het KNKV "de boer op geweest". De projectleider en portefeuillehouder scheidsrechterszaken in het Algemeen Bestuur hebben op tien bijeenkomsten in het land de doelstellingen van het Masterplan uiteengezet aan de verenigingen en gepeild, waar naar de mening van de verenigingen accenten gelegd moeten worden. De “top-vier” van deze inventarisatie heeft als uitkomst: 1. bewustmaking verenigingen (klimaatverbetering) 2. het aantrekkelijker maken van de opleidingen 3. intensiveren begeleiding en beoordelingen 4. aandacht voor clubarbitrage Het is de bedoeling om dit vaker te doen en op deze wijze dicht bij de basis te trachten de verenigingen te enthousiasmeren en de doelstellingen te realiseren. In dit Masterplan zijn in hoofdstuk 5 de plannen nader uitgewerkt. Daaraan voorafgaand wordt in hoofdstuk 2 een inventarisatie gegeven van het “KNKV van nu”, terwijl in hoofdstuk 3 de doelstellingen van het Masterplan van het KNKV in grote lijnen worden weergegeven. De strategie wordt behandeld in hoofdstuk 4 en in hoofdstuk 5 wordt aangegeven hoe het KNKV dit project wil gaan organiseren. Het geheel wordt afgesloten met vier bijlagen bestaande uit een schematische planning en een meerjarenbegroting voor de periode dat dit project loopt binnen het KNKV, de Rompregeling Arbitrage (waarin de verplichte levering door de verenigingen is geregeld) en een overgangsregeling Rompregeling Arbitrage, dat is een tijdsplanning waarin de fasering van de invoering van de verplichting staat beschreven.
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
4
Hoofdstuk 2 2. Situatie arbitrage KNKV november 2006 Voor het opstellen van het Masterplan Arbitrage in het najaar van 2006 is het van belang te weten wat ultimo november 2006 de organisatiestructuur en de situatie op het scheidsrechtersgebied is binnen het KNKV.
2.1 Organisatiestructuur Het KNKV kent vijf districten met een districtsbestuur en diverse werkgroepen, waaronder de scheidsrechterswerkgroepen. Binnen het KNKV is er een uniform beleid op het gebied van alle scheidsrechterszaken. Enkele jaren geleden is er een reorganisatie doorgevoerd hetgeen het KNKV in staat stelt om op een snelle wijze beleid gestalte te geven binnen de districten. Binnen de vijf districten zijn er regio’s, in aantal afhankelijk van de grootte van de districten. Een regio bestaat uit gemiddeld tien tot vijftien verenigingen. Op competitiegebied onderscheidt het KNKV drie productgroepen: topkorfbalcompetitie wedstrijdkorfbal en breedtekorfbal In de productgroepen top- en wedstrijdkorfbal worden alle wedstrijden gefloten door KNKVscheidsrechters. Dit zijn scheidsrechters die zijn geregistreerd bij het KNKV en op naam worden aangewezen bij wedstrijden van andere verenigingen. Er zijn ongeveer 1.150 KNKV-scheidsrechters geregistreerd. Deze scheidsrechters zijn onderverdeeld in diverse niveaus en worden al naar gelang het niveau van fluiten, ingedeeld door diverse werkgroepen. In de breedtekorfbalcompetitie worden de wedstrijden door verenigingsscheidsrechters en jeugdscheidsrechters gefloten. Deze groep scheidsrechters fluiten op eigen veld en worden niet door het KNKV aangewezen.
2.2 Tevredenheidonderzoek 2005 In het najaar van 2005 hebben twee studenten van de opleiding Sport, Economie en Communicatie in Tilburg een tevredenheidonderzoek gehouden onder: alle KNKV-scheidsrechters alle aangesloten verenigingen verenigingsscheidsrechters (via de verenigingen) scheidsrechtersvrijwilligers De insteek van dit onderzoek was in eerste instantie om te achterhalen waar de grootste knelpunten lagen met betrekking tot een in het KNKV van kracht zijnde “Regeling Verplichte Scheidsrechterslevering”. De volgende aspecten zijn bij de vraagstelling aan bod gekomen: levering kwaliteit de rol die verenigingen in hun regio kunnen spelen Het onderzoek bestond uit een deel desk- en uit een deel -fieldresearch. Bij de deskresearch is bij andere sportbonden gekeken (“benchmarking”) hoe de arbitrage daar geregeld was. Bij de fieldresearch zijn er enquêtes aan alle respondenten gezonden en hebben interviews met diverse scheidsrechtersvrijwilligers in het land een kwalitatief gedeelte van het onderzoek gevormd. De respons van dit onderzoek mag zonder meer bevredigend worden genoemd. Van alle KNKVscheidsrechters reageerden ruim 30% en van de verenigingen was dat rond de 25%. Van het aantal verenigingsscheidsrechters kwamen er 186 reacties binnen, hetgeen statistisch betekent dat er sprake is van representatieve uitkomsten. De uitkomst van dit onderzoek heeft tot conclusies geleid en tevens hebben de studenten aanbevelingen gedaan.
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
5
De meest in het oog springende conclusies luiden: 1. De verenigingen signaleren een kwaliteitsprobleem bij de huidige scheidsrechters. 2. Er bestaat een kwantiteitsprobleem en dat zal door vergrijzing in de komende jaren alleen maar toenemen. 3. Bij de scheidsrechters is er onvoldoende tevredenheid over de facilitering door het KNKV en de wijze waarop de verenigingen omgaan met “Fair Play”. 4. De klassen waarin KNKV-scheidsrechters fluiten worden als juist ervaren. De belangrijkste aanbevelingen van het onderzoek luiden: 1. Het KNKV zou meer aandacht moeten richten op jeugdig kader. 2. Het KNKV moet haar scheidsrechters beter faciliteren. 3. Uit de opleidingen moet een hoger rendement worden gehaald: meer geslaagden moeten wedstrijden gaan leiden. 4. Er moet meer aandacht komen voor de verenigingsscheidsrechters. 5. Er moet een betere begeleiding komen voor startende scheidsrechters. 6. Er dienen meer beoordelingen te worden verricht en betere bijscholingen te worden verzorgd. 7. De verenigingen moeten een actiever beleid gaan voeren m.b.t. “Fair Play”. In de afrondende fase van dit onderzoek is de werkgroep arbitrage van NOC*NSF ingesteld en door het KNKV is besloten om de uitkomsten van het KNKV-onderzoek “mee te nemen” naar de plannen in het kader van het Masterplan Arbitrage.
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
6
Hoofdstuk 3 3. Doelstellingen Masterplan Arbitrage KNKV 2006-2011 In de opzet en uitwerking van het Masterplan is het KNKV met betrekking tot de instroming akkoord gegaan met de gestelde doelen. Deze doelen zijn: 1. In 2011 dient tenminste 90% van alle competitiewedstrijden gefloten te worden door gekwalificeerd kader. Bij de wedstrijden, die door KNKV-scheidsrechters worden gefloten wordt dit percentage reeds gehaald. Bij de wedstrijden, die op verenigingsniveau door verenigingsscheidsrechters worden gefloten is dit niet het geval. Het KNKV wil dat in 2011 ook alle (jeugd) scheidsrechters, die op verenigingsniveau hun wedstrijden fluiten, een opleiding hebben gehad en derhalve gekwalificeerde (jeugd)scheidsrechters zijn. 2. Er zal sprake moeten zijn van een neerwaartse trend in het aantal excessen op de velden. Deze gegevens zijn heel eenvoudig te kwantificeren, want ze worden nauwkeurig geregistreerd. Deze gegevens mogen echter niet absoluut worden geïnterpreteerd. Immers, de maatschappij is voortdurend aan verandering onderhevig, hetgeen effecten heeft op de positie van de scheidsrechter en de wijze waarop hij met gezag omgaat. Zo zullen er meerdere factoren een rol moeten spelen bij de interpretatie van deze gegevens. Het alleen tellen van gegeven gele en rode kaarten is geen absolute graadmeter. 3. Tevredenheidsonderzoek moet aangeven dat de scheidsrechters zich in toenemende mate tevreden voelen. Hierbij gaat het over de wijze waarop het KNKV hen faciliteiten biedt, maar ook over de wijze waarop de verenigingen en de teams met sportiviteit en respect omgaan. Het is de bedoeling om dit onderzoek nog tweemaal te doen en wel aan het eind van 2008 (is het KNKV op de goede weg) en in 2010 (zijn de gestelde doelen gehaald). Dit zijn de doelen die bij de aanvaarding van de participatie min of meer zijn opgelegd. Het KNKV heeft er tijdens de bijeenkomsten in de districten nog één toegevoegd, namelijk de afschaffing van de verplichte levering. Momenteel is er in het KNKV een leveringsplicht voor scheidsrechters. Wanneer de verenigingen hiermee akkoord gaan, geldt deze verplichting vanaf 1 juli 2007 ook voor begeleiders/beoordelaars, dit alles met het doel om in 2012 de verplichting weer te kunnen afschaffen. Dus een soort “stok achter de deur” om de uitvoering van het Masterplan met daadkracht te gaan uitvoeren.
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
7
4. Strategie uitvoering doelstellingen Masterplan Hierna volgt per hoofdstuk een globale beschrijving van de plannen van het KNKV. Deze plannen of algemene beschrijving van de doelen worden in hoofdstuk 5 uitgewerkt in een activiteitenplan.
4.1 Klimaat en imago. Om de gemaakte doelstellingen te kunnen realiseren is het een absolute voorwaarde dat het klimaat en het imago rond de arbitrage worden verbeterd. Het KNKV zal met de aangesloten verenigingen in gesprek gaan en trachten de verenigingen “warm” te maken voor de veranderingen en verbeterpunten. Van de verenigingen zal worden gevraagd de beoogde omslag in denken en beleven over te brengen op de leden van de verenigingen. Het KNKV wil in de 42 regio’s een zogenaamde arbitrage-ambassadeur in het leven roepen. Deze ambassadeur is voor het KNKV de intermediair naar de verenigingen. Fair Play speelt hierin een grote rol. Van de verenigingsbesturen zal worden gevraagd om plannen te maken om de doelstellingen van het Masterplan te halen. Ze kunnen daarmee een keurmerk verwerven. Het is duidelijk dat deze doelstellingen liggen op het terrein van het leveren van voldoende gekwalificeerde scheidsrechters, begeleiders en beoordelaars, maar dienen zeker ook om bij de vereniging een klimaat te scheppen, waar het voor deze vrijwilligers prettig toeven is. Gedragscodes zullen worden vastgesteld, maar ook de sancties die hier onlosmakelijk mee zijn verbonden. Naar de mening van het KNKV mag er geen sprake zijn van vrijblijvendheid. De verenigingen zullen worden geholpen met het opzetten van een verenigingsplan, waarin haalbare doelen zullen worden geformuleerd om de doelstellingen in 2011 te halen. De ambassadeur zorgt ervoor dat de succesverhalen van de verenigingen (“best-practises”) terecht komen bij de andere verenigingen, hetgeen hopelijk leidt tot een "kruisbestuiving" op het gebied van de arbitrage. In algemene zin zal het KNKV zich uiteraard aansluiten bij de bondsbrede publiekscampagne, die op de rol staat.
4.2 Werving In december 2006 en januari 2007 wordt in het gezamenlijke traject met NOC*NSF een imagoonderzoek verricht op het gebied van de arbitrage. Dit onderzoek zal zeker aanbevelingen doen met betrekking tot de doelgroepen, die het meest voor de hand liggen met betrekking tot de arbitrage. Op bondsniveau zal er eerst een inventarisatie moeten worden gemaakt van het huidige bestand en of dit bestand voldoet aan het gewenste profiel. Vervolgens zal er een telling moeten plaatsvinden hoeveel scheidsrechters, beoordelaars, begeleiders, docenten en examinatoren er nodig zijn om de gestelde doelen te halen. Hierbij moet rekening worden gehouden met een jaarlijks verloop. Deze telling beslaat dan uiteraard het aantal competitiewedstrijden, dat van het hoogste (Korfbal League) tot het laagste (F-jeugd) wekelijks wordt gespeeld. Vervolgens moet de geëiste (voor KNKV-scheidsrechters) en/of gewenste dan wel te verwachten (scheidsrechters op verenigingsniveau) inzetbaarheid worden bepaald en vervolgens in verband worden gebracht met het aantal te spelen wedstrijden. Dan kan worden bepaald hoeveel scheidsrechters en van welk niveau er nodig zijn. Een afgeleide hiervan zijn vanzelfsprekend het aantal benodigde begeleiders, beoordelaars, docenten etc. Vervolgens zullen de doelgroepen moeten worden bepaald alsmede de wervingsmethode(s), die kunnen worden toegepast. Dit zal vooral bij en door de verenigingen moeten gebeuren. Het KNKV heeft als taak om de verenigingen de “tools” aan te reiken om de werving ter hand te nemen, inclusief attractief wervingsmateriaal. Vraag daarbij is in hoeverre de verenigingen een verplichting moet worden opgelegd. Een bestaande regeling “Verplichte Scheidsrechters Levering” (VSL) regelt binnen het KNKV dat bepaalde klassen
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
8
altijd door neutrale scheidsrechters worden gefloten. Binnen het Masterplan past het dat deze verplichting van toepassing blijft, maar het KNKV wil meer dan dat. In de huidige regeling worden aan de levering nauwelijks eisen gesteld: “als er maar een scheidsrechter is”. Dat dit ten koste gaat van de kwaliteit is duidelijk. Vandaar dat er aan het niveau van de te leveren scheidsrechters eisen worden gesteld. Ook verenigingsscheidsrechters dienen in het vervolg “bij te blijven”. Doen zij dit, dan ontvangt men een licentie en dan pas is men werkelijk gekwalificeerd. Het KNKV wil zich niet beperken tot het leveren van scheidsrechters, maar ook tot het leveren van scheidsrechterbeoordelaars en -begeleiders. Immers deze scheidsrechtersofficials zorgen ervoor dat eraan wordt gewerkt om een kwaliteitsslag te maken. De scheidsrechtersbeoordelaars doen hun werk bij andere verenigingen en gaan hiervoor dus op pad. De scheidsrechterbegeleiders doen het incidenteel bij andere verenigingen, maar meestal bij de eigen vereniging, wanneer er te begeleiden scheidsrechters bij hun vereniging op bezoek komen. De scheidsrechtersbegeleiders worden tevens ingezet bij de opleiding van scheidsrechters die ambities hebben om voor het KNKV te gaan fluiten. De verenigingsbegeleiders blijven altijd op het veld van hun eigen vereniging en zetten zich vooral in voor de eigen verenigingsscheidsrechters en jeugdscheidsrechters. De verenigingsbegeleiders dienen een laagdrempelige opleiding te hebben gevolgd en via bijscholingen e.d. “bij te blijven”, zodat hun kennis optimaal blijft. Het is duidelijk dat dit een enorme inspanning vraagt van de opleiders, want scheidsrechtersbeoordelaars en -begeleiders en verenigingsbegeleiders zullen wel opgeleid moeten worden. Voor de eerste categorie is er een opleiding (die zal worden aangepast) en er zal een inhaalslag moeten komen, want er is een groot tekort. De tweede categorie is nieuw en hiervoor zal er een nieuwe opleiding gemaakt worden. Het KNKV neemt een behoorlijke taak op de schouders en vraagt eenzelfde inspanning van de verenigingen. De bereidheid hiertoe blijkt zeker tijdens de bijeenkomsten in het land maar het KNKV wil er zeker van zijn dat ook de verenigingen er alles aan zullen doen om de afgesproken doelstellingen te halen. De naam is veranderd, want de “VSL” heet voortaan “Rompregeling Arbitrage” om aan te geven dat er sprake is van een nieuw tijdperk. Daarnaast heeft het KNKV op de districtsbijeenkomsten aangegeven dat: “boetes en sancties plaats moeten maken voor vanzelfsprekendheid” en hoopt daarbij dat deze vanzelfsprekendheid inderdaad wordt geëffectueerd en dat de boetes en sancties kunnen worden afgeschaft. De financiële sanctie (dus de bonus/malusregeling) blijft van kracht omdat het Algemeen Bestuur het een goede zaak vindt dat verenigingen die te weinig scheidsrechters leveren, de verenigingen die een overcapaciteit hebben financieel tegemoet komen Uit de contacten met de verenigingen is wel gebleken dat er behoefte is aan attractieve, trendy opleidingen en het wervingsmateriaal zal niet alleen een goed instructief maar zeker ook een uitdagend karakter moeten hebben. In de komende jaren gaat het KNKV zich ook op het gebied van de integratie inzetten. Tijdens de voortgang van beide projecten zal er een moment moeten komen in hoeverre het ene project het andere project kan ondersteunen. Met andere woorden: hoe kunnen we succes bij het project integratie effect laten hebben voor de werving van allochtonen als scheidsrechter. Het zou een prachtig “affiche” zijn. In het verlengde hiervan zal het KNKV er naar moeten streven om ook meer vrouwen actief te krijgen. Het is een gemengde sport als korfbal onwaardig dat er zo weinig vrouwelijke scheidsrechters zijn.
4.3 Opleiding en kwaliteit. Het KNKV heeft nog maar net haar arbitrageopleidingen in een nieuw jasje gestoken. De veranderde opzet heeft nog niet tot het gewenste resultaat geleid. Daarom zal het KNKV ook de opleidingen op
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
9
het gebied van de arbitrage competentiegericht gaan inrichten, waarbij zoveel als mogelijk gebruik zal worden gemaakt van een digitale leeromgeving. De basisopleiding zal geheel via het internet kunnen gebeuren. Op dit niveau zijn het vooral de spelregels die aan bod komen, maar het KNKV wil ook “sportiviteit en respect” hierin een plaats gaan geven. Het is de bedoeling om elk seizoen op regionaal niveau twee tot drie keer per jaar in een tweetal spelregelavonden de volledige spelregels door te nemen, met een afsluitende proeve van bekwaamheid aan het eind van de tweede avond. Wij doen de aanbeveling deze spelregelavonden in te zetten vanaf het bereiken van de leeftijd van junior. Dat wil zeggen dat alle spelers en speelsters voor het bereiken van de 19-jarige leeftijd met spelregelkennis en uitgangspunten met betrekking tot “fair play” aan de wedstrijden zullen deelnemen. De huidige opleidingen zullen stapsgewijs plaats maken voor competentiegerichte opleidingen. Dit moeten laagdrempelige opleidingen zijn waarbij evenwicht moet zijn in belasting en doorlooptijden. Ook zullen er verschillende modules worden ontworpen voor het begeleiden en beoordelen van wedstrijden. Op dit moment is er een opleiding “beoordelaar/begeleider” maar deze opleiding is los van het Masterplan reeds hard aan een “facelift” toe. De module “Weerbaarheid” wordt in spoor 1 ontwikkeld en zal in het cursusbestel van het KNKV worden ingebouwd. Op dit moment zijn er voor de scheidsrechters aan de top zogenaamde conditietesten. Het KNKV wil graag onderzoeken of deze “duurtrainingen” plaats kunnen maken voor meer korfbalspecifieke trainingen en testen, hetgeen het functioneren van de scheidsrechter kan bevorderen. Ook is er het voornemen om deze trainingen voor de overige scheidsrechtersgroepen in te voeren. Op verenigingsniveau is de rol “scheidsrechterscoördinator” nieuw. Bezien wordt of deze functie te combineren is met de rol van scheidsrechtersbegeleider op verenigingsniveau. De scheidsrechterscoördinator op verenigingsniveau is het aanspreekpunt van de arbitrageambassadeur en zorgt voor de vertaling richting verenigingen. Tevens zal deze scheidsrechterscoördinator in staat worden geacht om een beleidsplan op het gebied van de arbitrage voor de vereniging te schrijven.
4.4 Behoud en doorstroming Het behoud van scheidsrechters is minstens even belangrijk als het werven van scheidsrechters. Het moet voor elke bond een uitdaging zijn om de scheidsrechters zo lang mogelijk aan zich te binden, mits de scheidsrechters nog aanvaardbare prestaties leveren. Het probleem van de laatste jaren was dat veel scheidsrechters vrij snel na het beëindigen van de opleiding weer afhaakten, omdat men als beginner al snel werd gefrustreerd door de op- en aanmerkingen vanuit het veld en vanaf de zijlijn. Het hiertegen beter weerbaar maken is een eerste middel en hierin kunnen zogenaamde verenigingsbegeleiders een grote rol spelen. Het is de bedoeling om zogenaamde verenigingsbegeleiders op te leiden (voor zowel de jeugd- als de seniorenscheidsrechters), die in het prille begin van een scheidsrechtersloopbaan tips aanreiken, waardoor het fluiten leuk blijft. Ook zal geprobeerd worden om de jeugdscheidsrechters in het begin van hun carrière als duo te laten fluiten. Op deze manier kunnen pas beginnende jeugdscheidsrechters elkaar stimuleren en enthousiasmeren, hetgeen ongetwijfeld tot behoud zal leiden. Jongeren zullen ongetwijfeld “starterangsten” moeten overwinnen, maar wanneer als duo wordt opgetreden zal de jeugd hier ontspannender mee omgaan, zo is de verwachting. Het KNKV kent momenteel geen licentiebeleid. In de loop van het tijd dat het project loopt wil het KNKV een beleid gaan ontwikkelen, zodat fluiten onder het mom van “vrijheid blijheid” verleden tijd is. Bij een goede doorstroming behoren goede beoordelingen, die uniform dienen te zijn. Scheidsrechters dienen de wijze van fluiten niet afhankelijk te laten zijn van welke beoordelaar er komt want dat is niet
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
10
juist en komt helaas te vaak voor. Scheidsrechters en beoordelaars dienen goede en objectieve instrumenten beschikbaar te hebben om een goede beoordeling te maken. Talenten moeten de kans krijgen zich goed te ontwikkelen. Een op maat gemaakt traject moet een scheidsrechter in staat stellen om een bliksemcarrière te maken. Het idee is om scheidsrechters in een bepaalde periode te koppelen aan een scheidsrechter die twee niveaus hoger fluit. De “leermeester” begeleidt het talent op deze wijze gedurende een bepaalde periode en de “leerling” op zijn of haar beurt geeft aan de leermeester eveneens “feedback” op de door hem of haar geleverde prestatie. Wanneer dit op een goede en open wijze gebeurt is er altijd sprake van een “win-win” situatie. Bijscholing is een ingeburgerd begrip in korfballand. Dit is dan alleen bedoeld voor de KNKVscheidsrechters en is vanaf een bepaald niveau zelfs verplicht gesteld door het KNKV. Het KNKV wil dit aspect ook voor de jeugdscheidsrechters en verenigingsscheidsrechters invoeren. Daarbij zal de aanpak waarschijnlijk wat minder strak moeten zijn en net als bij de opleidingen: vooral attractief! Wat de denken van een maandelijks “arbitragecafé” bij de verenigingen? De invulling gebeurt in samenwerking met de arbitrageambassadeur die in de desbetreffende regio operationeel is. Tot slot wil het KNKV voor het verenigingsniveau een werkmap ontwikkelen. Een werkmap als naslagwerk, waar alle verenigingscheidsrechters de informatie kunnen vinden die zij nodig hebben. Ook dient er materiaal te worden ontwikkeld (DVD’s e.d.) om de werkmap aanschouwelijk te maken. Hetzelfde materiaal kan worden gebruikt voor de verenigingsbijscholingen e.d. Door de verdergaande digitalisering zal een dergelijke werkmap van de site kunnen worden gehaald, maar tevens zal deze map in een uitdagende uitvoering in een “klapper” beschikbaar worden gesteld, waarbij bepaalde gedeelten kunnen worden vervangen.
4.5 Organisatie Het KNKV heeft in de laatste decennia veel opleidingen verzorgd op het gebied van de arbitrage. Uit de praktijk blijkt dat erg weinig geslaagden daadwerkelijk als KNKV-scheidsrechter gaan fluiten. Veel geslaagden gaan helemaal niet of slechts op verenigingniveau fluiten. Met de realisatie van dit Masterplan wil het KNKV zich ook in het bijzonder richten op de groep jeugden verenigingsscheidsrechters, want dit is een doelgroep waaruit veel te halen valt. In het Masterplan moet de ontwikkeling van de clubarbitrage een belangrijke rol krijgen. Verder moet de spelers en speelsters op jongere leeftijd dan nu spelregelkennis worden bijgebracht en uitgangspunten met betrekking tot sportiviteit en respect. Het KNKV wil het afleggen van een spelregeltoets (met inbegrip van enkele vragen op het gebied van “Fair Play”) sterk aanbevelen voor de A-jeugd (dit is de leeftijdsgroep 16-19 jaar). Om de verenigingen hierin te ondersteunen wordt een handleiding voor clubarbitrage vervaardigd. Tot slot zal aan de verenigingen de mogelijkheid worden geboden om op regionaal niveau of als clusters samen te werken. Momenteel is er een verplichting om scheidsrechters te leveren. Om de kwaliteit te verbeteren dient deze verplichting te worden uitgebreid met de begeleiding/beoordeling. Naar de opvatting van het KNKV kan er meer worden samengewerkt door de verenigingen, waardoor alle samenwerkende verenigingen binnen een cluster of regio in staat zijn aan de verplichtingen te voldoen. Binnen het KNKV zijn er de nodige scheidsrechterscommissies en -werkgroepen actief. Het aanwijzen en het regelen van vervangingen en alles wat daarmee samenhangt slokt daarbij alle beschikbare tijd op. Het KNKV zou deze groep vrijwilligers graag een grotere rol willen geven op het gebied van de ontwikkeling, begeleiding en beoordeling. Dus een verschuiving van werkzaamheden van “pragmatisch” naar meer "inhoudelijk”. Het gehele proces van aanwijzen en vervangen zou daarom meer geautomatiseerd moeten worden om in dit opzicht de werkgroepen werk uit handen te nemen.
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
11
Hoofdstuk 5 5. Activiteitenplan Masterplan Arbitrage 2007-2011 5.1 Klimaat en imago 5.1.1 Bewustmaking verenigingen Om het Masterplan te doen slagen is het een absolute voorwaarde dat het plan wordt gedragen door de verenigingen. Zoals in de inleiding is vermeld zijn de verenigingen in een vroeg stadium bij de opstelling van het plan zijn betrokken om mede te bepalen wat de speerpunten binnen het Masterplan zouden moeten zijn. De uitkomst hiervan is herkenbaar in de formulering van de speerpunten van dit Masterplan. Het is de bedoeling om dit “rondje Nederland” gedurende de looptijd van het Masterplan enkele keren te herhalen. 5.1.2 Regioambassadeur Omdat het onmogelijk is om vanuit een centraal punt alle verenigingen persoonlijk te stimuleren en te ondersteunen wordt er per regio een zogenaamde arbitrageambassadeur aangesteld. Dit moet een aansprekende persoonlijkheid zijn binnen de regio die in staat is om de uitgangspunten bij de verenigingen tot leven te brengen. Hij of zij zal trachten de verenigingen te stimuleren en zal handreikingen doen om de gestelde doelen te halen. Voor het slagen van het plan zal het opzetten van dit netwerk van onmiskenbare waarde zijn. Deze ambassadeur slaat eveneens een brug naar bijvoorbeeld goede scheidsrechters in de regio, die in staat worden geacht op verenigingsniveau de “arbitrage tot leven te brengen”. 5.1.3 Fair Play Fair Play is geen onbekend begrip in het KNKV. In 1999 is voor de jeugd een project ontwikkeld “Korfbal, speel het volgens de regels”, welk project in 2006 een doorstart heeft gekregen. De bedoeling van dit project is met name de jeugdigen tot en met 16 jaar kennis te laten nemen van de spelregels en van de “normen en waarden”, die direct hiermee verbonden zijn. Los van dit project wil het KNKV meer toegespitst op het Masterplan jaarlijks een “Fair Play award” uitreiken aan de vereniging, die zich in dit opzicht onderscheidt. Voormalig staatssecretaris Margo Vliegenthart heeft erin toegestemd om haar naam aan deze prijs te verbinden, zodat vanaf 2007 de “Margo Vliegenthart Fair Play award” uitgereikt zal worden. Hiermee aangevend dat tolerantie en fair play binnen de sport erg belangrijk zijn. De voor de toekenning van toepassing zijnde criteria moeten nog worden vastgesteld. Op dit moment is een projectgroep binnen het KNKV bezig om Fair Play verder uit te werken. 5.1.4 Keurmerk verenigingen Onder het motto “gastheerschap is meesterschap” biedt het KNKV de vereniging tien gouden regels aan rondom de ontvangst en begeleiding van scheidsrechters. Bovendien wordt ernaar gestreefd dat de verenigingen een bestuurslid belasten met de portefeuille arbitrage en dat er een beleidsplan wordt opgesteld. De KNKV-scheidsrechters sturen wekelijks een rapportage naar het bondsbureau over de ontvangst bij de desbetreffende vereniging, maar ook over de wijze waarop het publiek zich gedraagt en de wijze waarop de vereniging hierop inspeelt. Aan de hand van deze rapportages wordt een ranglijst opgesteld. Verenigingen, die structureel “boven de streep” komen ontvangen het “arbitragekeurmerk” van het KNKV, hetgeen aanduidt dat de vereniging zich “arbitrage-proof” mag noemen. Aan deze uitreiking is een oorkonde verbonden, die zichtbaar in de kantines kan worden opgehangen. Uiteraard geldt hier: “adel verplicht!”.
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
12
5.2 Werving 5.2.1 Doelgroepen Binnen het KNKV zal er een telling moeten plaatsvinden hoeveel scheidsrechters, beoordelaars, begeleiders, docenten en examinatoren er nodig zijn om de gestelde doelen te halen. Hierbij moet rekening worden gehouden met een jaarlijks verloop. Deze telling beslaat uiteraard het aantal competitiewedstrijden, dat van het hoogste (Korfbal League) tot het laagste (F-jeugd) wekelijks wordt gespeeld. Vervolgens moet de geëiste (voor KNKV-scheidsrechters) en/of gewenste dan wel te verwachten (scheidsrechters op verenigingsniveau) inzetbaarheid worden bepaald en vervolgens in verband worden gebracht met het aantal te spelen wedstrijden. Dan kan worden bepaald hoeveel scheidsrechters en van welk niveau er benodigd zijn. Het imago-onderzoek van spoor 2 zal hopelijk informatie opleveren over de doelgroepen, die benaderd gaan worden. Op dit moment denkt het KNKV dat deze doelgroepen vooral liggen bij de jongeren van 16/19 jaar als het gaat om het fluiten van jeugdwedstrijden en bij spelers die vanwege blessures of anderszins als speler afhaken als het gaat om het leiden van seniorenwedstrijden. Hierbij is de groep ex-topkorfballers interessant als het gaat om als talent in een versneld tempo te kunnen doorstromen naar de top. Vijfenvijftig-plussers zijn waarschijnlijk interessant als het gaat om de eerste begeleiding te geven bij beginnende (jeugd)scheidsrechters. Echter, met spanning wordt het imagoonderzoek afgewacht alvorens definitieve plannen zullen worden ontwikkeld. Per doelgroep zal er specifiek wervingsmateriaal moeten worden ontwikkeld. Dit moet niet alleen informatief zijn maar moet er uitdagend uitzien! 5.2.2 Vrouwen en allochtonen Eigenlijk is het opvallend dat binnen een organisatie als het KNKV zo weinig vrouwen wekelijks hun wedstrijd fluiten. Zelfs in het dameskorfbal is de scheidsrechterswereld vooral een “mannenwereld”. Dit moet veranderen. In een specifiek onderzoek zal worden nagegaan waarom dit een gegeven is en zullen er stappen gezet worden om dit te verbeteren. Een verbeterd klimaat kan wellicht de eerste stap zijn. Ook voor de werving van allochtonen ligt er een prachtige uitdaging. Gekeken zal worden in hoeverre het integratieproject benut kan worden om vanuit bepaalde bevolkingsgroepen meer scheidsrechters te werven. 5.2.3 Verplichte levering (Rompregeling Arbitrage) In dit hoofdstuk zal per artikel een toelichting worden gegeven op de Rompregeling Arbitrage en wordt ingegaan op de wijzigingen ten opzichte van de huidige VSL (Regeling Verplichte Scheidsrechterslevering) en zal in enkele gevallen vanuit het scheidsrechtersonderzoek aangegeven worden waarom dit voorstel wordt gedaan. Artikel 1: Algemeen. Uit het scheidsrechtersonderzoek blijkt dat de meerderheid van de verenigingen van mening is dat kwaliteit belangrijker is dan neutraliteit en tevens dat de kwaliteit van de scheidsrechters verbetering behoeft. Vandaar dat de Rompregeling Arbitrage niet alleen ingaat op het aspect van het neutraal leiden van wedstrijden maar ook op het kwaliteitsvraagstuk. Artikel 2: Toepassing In artikel 2 wordt geregeld bij welke competitie de regeling van toepassing is. Artikel 3. Levering In tegenstelling tot de VSL wordt er nu ook over jeugdscheidsrechters gesproken.
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
13
Binnen het KNKV wordt met drie productgroepen gewerkt. De regeling zoekt aansluiting bij deze productgroepen en wil bij de wedstrijden in de breedtekorfbalcompetitie de neutrale aanwijzing geen verplichtend karakter geven. De werkingssfeer blijft wat betreft de neutrale aanwijzing beperkt tot het top- en wedstrijdkorfbal. Wel is geregeld dat een samenwerkingsverband van verenigingen dan wel een regio, op eigen initiatief de rompregeling van toepassing laten zijn voor wedstrijden uit de breedtekorfbalcompetitie. Bij de afrekening van de bonus-malusregeling wordt van het werkelijk aantal gefloten wedstrijden uitgegaan. Bij onvoldoende levering wordt de malus net als in de VSL berekend op grond van het aantal aangewezen wedstrijden. Aan de verenigingen wordt geadviseerd om per opgegeven ploeg 0,75 scheidsrechter op te geven. Uit onderzoek blijkt dat een volledig inzetbare scheidsrechter gemiddeld 10 wedstrijden per seizoen fluit (zaal en veld apart), een part time scheidsrechter is goed voor 7 wedstrijden. De scheidsrechterswerkgroepen hebben te maken met afschrijven. In de hogere klassen ligt dit op ca 10%, maar in de lagere klasse (ongeveer halverwege de wedstrijdkorfbalcompetitie) loopt dit percentage op naar ca 30%. Dit is ook de reden dat de verenigingen geadviseerd wordt om 0,75 scheidsrechter per ploeg te leveren Per twee ploegen derhalve 1,5 scheidsrechter. Dit betekent weliswaar een overcapaciteit, maar ook dat de scheidsrechtersaanwijzers niet meteen in de problemen komen wanneer er een afschrijving is. De verenigingen vragen aan het KNKV nadrukkelijk om zo effectief mogelijk de scheidsrechters aan te wijzen, zodat scheidsrechters kunnen fluiten maar daarnaast ook nog andere (korfbal)hobby’s kunnen uitoefenen (spelen, coachen e.d.) Hoe hoger een scheidsrechter fluit hoe meer eisen er worden gesteld aan de beschikbaarheid. Het KNKV wil graag naar een situatie dat scheidsrechter zijn wordt gezien en ervaren als SPORT. Dat betekent vaker als nu een keuze maken; het fluiten heeft nu vaak nog een te lage(re) prioriteit. Nu is het vaak zo dat de beperkingen die de scheidsrechters zichzelf opleggen, betekent dat zij niet of nauwelijks aangewezen kunnen worden om te fluiten. Om de kwaliteit te verbeteren zal het huidige beoordelaarbestand verder uitgebouwd moeten worden. Uit het onderzoek is gebleken dat de kwaliteit verbeterd moet worden. Ook uitspraken van de scheidsrechters in het onderzoek geven aan dat het noodzakelijk is dat er een kwaliteitsslag gemaakt wordt en dat de intensiteit van het aantal beoordelingen per scheidsrechter omhoog gebracht moet worden. Het leveren van voldoende scheidsrechtersbeoordelaars en scheidsrechtersbegeleiders is dus van belang. Deze scheidsrechtersofficials zullen wel weer vanuit de verenigingen beschikbaar gesteld moeten worden. Hert KNKV zou graag zien dat alle scheidsrechters één op de twee wedstrijden worden beoordeeld. Dat betekent dat de verenigingen moeten zorgdragen dat zij zoveel scheidsrechterbeoordelaars leveren, dat die in staat zijn minimaal 50% van de te fluiten wedstrijden ook een beoordelingsrapport te leveren. In het vingerende scheidsrechtersbeleid staat dat een full time scheidsrechterbeoordelaar minimaal 10 beoordelingsrapporten uitbrengt (veld en zaal apart) en een part time scheidsrechterbeoordelaar minimaal 7 beoordelingsrapporten uitbrengt (veld en zaal apart). Op deze manier kunt u uitrekenen hoeveel scheidsrechterbeoordelaars u moet leveren. Bij de begeleiders wordt onderscheid gemaakt tussen scheidsrechtersbegeleiders en verenigingsbegeleiders. Een scheidsrechtersbegeleider oefent zijn vrijwilligerswerk voor een gedeelte uit op eigen terrein, maar ook op bij andere verenigingen. De scheidsrechtersbegeleider begeleidt neutraal fluitende scheidsrechters (bijvoorbeeld als zij net naar een hoger niveau zijn gepromoveerd) en is actief bij de “examens” van het opleidingswerk. Ze begeleiden de pas geslaagde cursisten die hebben aangegeven als neutrale scheidsrechter te willen gaan optreden. De verenigingsbegeleider is alleen actief bij de eigen vereniging en begeleidt de thuis fluitende jeugdscheidsrechters en verenigingsscheidsrechters. Het is niet eenvoudig om aan te geven hoeveel scheidsrechters- en verenigingsbegeleiders geleverd moeten worden. De hoeveelheid werk schommelt en is sterk afhankelijk van het aantal scheidsrechters dat in opleiding is. Voor het leveren van de scheidsrechtersbegeleider wordt uitgegaan van 25% van het aantal te fluiten wedstrijden (met een minimum van één) en voor de verenigingsbegeleiders wordt geadviseerd om per
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
14
acht aan de breedtekorfbalcompetitie deelnemende teams één verenigingsbegeleider beschikbaar te hebben. Uiteraard kunnen dit scheidsrechters zijn die op een ander moment van de dag hun wedstrijden gaan fluiten. Fluiten de verenigingen meer wedstrijden dan hoeft een vereniging uiteraard niet dezelfde overcapaciteit aan beoordelingen of begeleidingen te leveren. Het aantal te leveren beoordelingen en begeleidingen is gerelateerd aan het minimaal aantal te fluiten wedstrijden dat een vereniging moet fluiten. Andersom is ook van toepassing. Meer mag natuurlijk, heel graag zelfs. Daarnaast is het noodzakelijk dat de notitie van “Van Talent naar Top” geïmplementeerd gaat worden in het KNKV. Talenten moeten een programma op maat aangeboden kunnen krijgen. Ook hiervoor is begeleiding nodig en de opleiding hiervoor zal in het cursusaanbod worden ingebouwd. Artikel 4: Kwaliteit Reeds aangeven is dat kwaliteit hoog in het vaandel staat. In de Rompregeling Arbitrage worden criteria genoemd op basis waarvan een benoeming kan plaatsvinden. Voor de benoeming wordt een kwaliteitstoets uitgevoerd. De scheidsrechter of jeugdscheidsrechter heeft ook rechten en plichten. Die rechten en plichten zijn vastgelegd in diverse beleidstukken zoals de promotie- en degradatieregeling. Dat betekent dat de scheidsrechter of jeugdscheidsrechter bij een voordracht zich moet realiseren dat hij/zij rechten en plichten heeft. Die plichten bestaan bijvoorbeeld uit het bijwonen van bijscholingsavonden en het afnemen van conditietesten. Dit alles betekent dat de verenigingen niet zomaar iedereen kunnen voordragen. Zij zullen zelf al een selectie hebben moeten maken. Ook moet er een balans zijn tussen het aantal beschikbare scheidsrechters in relatie tot het aantal jeugdscheidsrechters. Het is aan de LCS om in samenspraak met de DWS deze verhouding te bepalen. Een vereniging zal scheidsrechters moeten leveren die minimaal het niveau van de wedstrijdkorfbalcompetitie aan kunnen. Voor de goede orde: dit betekent niet dat hoe hoger een vereniging speelt hoe hoger de voorgedragen scheidsrechter moet kunnen fluiten. Er is dus geen verband tussen de kwaliteit van de scheidsrechter en het niveau waarop de vereniging haar wedstrijden speelt. Bij de op te geven scheidsrechtersbeoordelaars en -begeleiders en verenigingsbegeleiders geldt hetzelfde als bij de scheidsrechters. Ook hier worden kwaliteitseisen gesteld en zullen de desbetreffende scheidsrechtersofficials niet alleen opgeleid moeten zijn maar ook bereid moeten zijn om “bij te blijven”. Wanneer dat het geval is zal er een beoordelaars- of begeleiderspas dan wel verenigingsbegeleiderspas beschikbaar worden gesteld. Artikel 5: Inspanningen verenigingen en KNKV Indien een vereniging onvoldoende (jeugd-)scheidsrechtersofficials kan opgeven en indien gedurende een lopend seizoen de vereniging, door het wegvallen van een of meerdere (jeugd)scheidsrechters niet meer voldoende kan leveren, is het toegestaan dit aan te vullen door het aanwijzen van die betreffende vereniging op verenigingsnaam. De verenigingen of een samenwerkingsverband tussen verenigingen zijn verplicht een scheidsrechter ontwikkelplan op te stellen en een Vereniging Scheidsrechters Coördinator aan te stellen. Volgens de scheidsrechters en verenigingsscheidsrechters dient er verbetering te komen in de aandacht, het geven van bijscholingen aan de eigen achterban en het waarborgen van de effecten van de tien gouden regels. Een samenwerkingsverband tussen verenigingen kan vorm geven aan: het leveren van scheidsrechters, jeugdscheidsrechters, scheidsrechtersbeoordelaars en scheidsrechtersbegeleiders conform de kaders zoals in deze rompregeling gegeven; het zorgdragen voor een opleidingsplan; het elkaar begeleiden van de scheidsrechters en jeugdscheidsrechters; het zorgdragen voor een goed scheidsrechtersklimaat
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
15
Het is in dit kader goed dat de goede voorbeelden die er zijn bij individuele verenigingen of samenwerkingsverbanden verzameld worden, zodat anderen in staat gesteld worden om de goede punten daaruit over te nemen (uitwisselen best-practises). Het KNKV zorgt voor de uitvoering van de activiteiten als genoemd in de activiteitenkalender van het Masterplan Arbitrage, zoals het verzorgen van een goede begeleiding van de mensen in opleiding. Artikel 6: Organisatie Om de organisatie goed te kunnen laten verlopen is het van belang dat de scheidsrechterswerkgroepen over de juiste informatie beschikken. De verenigingen worden dan ook gevraagd die informatie aan te leveren. Deze informatie zal opgeslagen worden in Sportlink. Met het afgeven van de informatie per vereniging, maar ook per scheidsrechter, kan er een match gemaakt worden met de leveringsplicht van de verenigingen. Daarnaast is deze informatie noodzakelijk om indien nodig te kunnen bijsturen. Artikel 7: Aanwijzing en afzegging. De LCS, die de feitelijke uitvoering opdraagt aan de LWS of DWS, stelt een regeling voor aanwijzing en afzegging vast. Bij het aanwijzen zal Sportlink als hulpmiddel worden gebruikt. Artikel 8: Toewijzing en telling. Voor het tellen van het aantal gefloten wedstrijden zal Sportlink als hulpmiddel worden gebruikt. Bijgehouden wordt: het aantal wedstrijden dat voor de Rompregeling Arbitrage per weekend wordt gefloten; het aantal scheidsrechters aangewezen op naam, op verenigingsnaam; het aantal aangewezen verenigingen; het aantal SNO’s per scheidsrechters, welke vereniging, het aantal SNO’s per vereniging aangewezen wedstrijden. De DWS draagt zorg voor het tellen van het aantal uitgebrachte beoordelingen of begeleidingen. Artikel 9: Bonus en Malus. (Jeugd-)scheidsrechters. Er wordt boete geheven bij het niet opkomen van een scheidsrechter (SNO) en indien de gezamenlijke scheidrechters per vereniging, mits aangewezen niet voldoende wedstrijden leiden. Er wordt een bonus uitbetaald indien de gezamenlijke scheidrechters per vereniging meer wedstrijden leiden dan volgens de regeling noodzakelijk is. Scheidsrechtersbeoordelaars en scheidsrechtersbegeleiders Er wordt boete geheven indien de gezamenlijke scheidsrechtersbeoordelaars of -begeleiders per vereniging niet voldoende wedstrijden beoordelen of begeleiden. Er wordt een bonus uitbetaald indien de gezamenlijke scheidsrechtersbeoordelaars of scheidsrechtersbegeleiders per vereniging meer wedstrijden beoordelen of begeleiden dan volgens de regeling noodzakelijk. In de overgangsregeling zullen er alleen bonussen worden uitbetaald aan verenigingen, die meer wedstrijden beoordelen en begeleiden dan volgens de regeling noodzakelijk is. In de praktijk zal het niet voorkomen dat een beoordelaar of begeleider verstek zal laten gaan, zonder zich af te melden, zodat een “SNO” niet zal voorkomen. Malussen worden nog niet opgelegd, dus verenigingen, die op dit moment of tijdens de overgangsregeling overcapaciteit leveren worden er financieel beter van, maar in de praktijk zal dat niet zoveel voorkomen. Artikel 10. Neutrale leiding in de breedtekorfbalcompetitie junioren en senioren
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
16
In dit artikel worden voorwaarden beschreven op basis waarvan onverplichte neutrale levering in de breedtekorfbalcompetitie mogelijk wordt. Artikel 11: Overgangsregeling De overgangsregeling loopt synchroon met het uitfaseren van het Masterplan Arbitrage Artikel 12: Slotbepaling. In de Slotbepaling is opgenomen de ingangsdatum van deze regeling na besluitvorming van de Algemene Vergadering
5.3 Opleiding en kwaliteit 5.3.1 Huidige opleidingen Op dit moment kent het KNKV vijf opleidingen op het gebied van de scheidsrechter en één opleiding tot beoordelaar/begeleider. De eerste module van deze opleiding is een basismodule en gaat alleen over de spelregels. Dan zijn er modules die opleiden tot a) jeugdscheidsrechter DEF en jeugdscheidsrechters BC of b) scheidsrechter breedtekorfbal en vervolgens scheidsrechter wedstrijdkorfbal. Dit traject wordt als weinig praktijkgericht ervaren en is te lang, omdat elke module start met nieuwe theorieavonden. In de begeleidingsfeer worden alle aspecten in één opleiding aangeboden. Deze opzet is nog maar een jaar van toepassing en er is ontevredenheid over de resultaten. Dat betekent dat het KNKV nogmaals naar de huidige opleidingsstructuur gaat kijken. 5.3.2 Ombouw naar competentiegerichte opleidingen Het KNKV wil graag in samenwerking met de andere deelnemende bonden werken aan een ombouw tot competentiegerichte opleidingen. Binnen het geheel kan de competentie “Weerbaarheid” gezamenlijk worden ontwikkeld en een plek krijgen in het opleidingenbestel. In 2007 zal er bijzonder veel energie gestoken worden in de ontwikkeling van deze nieuwe opleidingen. Wellicht dat in het najaar van 2007 de eerste “try-outs” gegeven kunnen worden. Bij de opleidingen op het gebied van de begeleiding en beoordeling wil KNKV de begrippen begeleiding en beoordeling uit elkaar halen en ook een opleiding ontwikkelen voor verenigingsmensen, die op hun eigen veld hun (jeugd)scheidsrechters, met name in het begin, begeleiden. Uit deze pool komen vanzelf ook mensen bovendrijven, die interesse hebben om ook KNKV-scheidsrechters te gaan begeleiden en dan is de stap naar beoordelaar snel gezet. Het is de bedoeling om de opleidingen zo laagdrempelig mogelijk te maken; daarbij zal ook naar de hoogte van de cursusbijdragen worden gekeken. 5.3.3 Digitale leeromgeving Met name de eerste stap op het gebied van de arbitrage zijn de spelregels. Het KNKV wil naast het structureel organiseren van spelregelavonden in de regio’s de korfballers in staat stellen om via de website de spelregels te begrijpen en te oefenen. Andere bonden hebben dit reeds en van deze expertise wordt graag gebruik gemaakt. De gehele digitalisering van de opleidingen is in gang gezet en het KNKV wil dit op de voet volgen om er haar voordeel mee te doen. 5.3.4 Aanpak fysieke training Onderzocht gaat worden in hoeverre korfbalspecifieke trainingen voor scheidsrechters niveauverbetering tot gevolg heeft. Nu is het zo dat er uithoudingstests worden gedaan, terwijl de topscheidsrechters eveneens gezamenlijke trainingen hebben. Deze zijn voornamelijk gericht op het duurvermogen van de scheidsrechter. Het KNKV wil graag onderzoeken in hoeverre een koerswijziging tot gevolg heeft dat de scheidsrechter het “intervalkarakter” van het korfbalspel beter kan volgen en begeleiden.
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
17
5.3.5 Praktijkbegeleiding op verenigingsniveau Het KNKV denkt dat de verenigingen veel expertise in huis hebben om jonge beginnende scheidsrechters te begeleiden. Het is niet nodig om dit vanuit de bond te doen. Daarom wil het KNKV trachten om binnen de verenigingen deze mensen op te sporen en met een eenvoudige niveau-1/2 opleiding te scholen om in de eigen omgeving voor deze begeleiding te zorgen. Dit geldt niet alleen voor de jeugdscheidsrechters, maar ook voor de scheidsrechters die ingezet gaan worden voor de lagere senioren en A-wedstrijden.
5.4 Behoud en doorstroming 5.4.1 Werkmap arbitrage Het KNKV wil voor alle scheidsrechters een werkmap maken, waarin alle aspecten van de arbitrage aan bod komen. Niet alleen voor scheidsrechters, maar ook voor alle direct betrokkenen, zoals beoordelaars, begeleiders, maar ook de leden van de scheidsrechterscommissies en -werkgroepen. Deze werkmap moet in eenvoudige bewoordingen een vertaalslag maken van soms moeilijk toegankelijke en reglementen en regelingen. De map moet binnen handbereik een prominente plaats krijgen in elk “scheidsrechtersgezin”. De map wordt losbladig, zodat eenvoudig bladzijden dan wel hoofdstukken kunnen worden vervangen dan wel toegevoegd. 5.4.2
Begeleiding en beoordeling
Tijdens de eerste nulmetingen (het onderzoek in 2005 en het rondje districten in 2006) is wel gebleken dat er prioriteit gegeven moet worden aan een betere begeleiding en beoordeling. Nu is het zo dat op het hoogste niveau het aantal beoordelingen goed is maar afneemt naarmate het niveau lager is. In de D- E- en F-groep (het KNKV kent, naast de top, zes niveaus, van A tot en met F) zijn er nauwelijks beoordelaars beschikbaar en dat draagt zeker niet bij tot behoud van de scheidsrechters. Verder is er nauwelijks of geen mankracht beschikbaar om pas geslaagden te begeleiden. Het KNKV zal hier heel veel energie aan gaan besteden door een afzonderlijke cursus te ontwikkelen voor (verenigings-)begeleiders en zal voor de beoordelingen een nieuwe jonge ambitieuze generatie moeten vinden, waardoor het aantal beoordelingen fors zal moeten toenemen. 5.4.3
Digitaal portfolio
In het afgelopen jaar is gebleken dat er (niet alleen bij het KNKV) weinig concrete gegevens beschikbaar zijn, op grond waarvan beleid kan worden gemaakt. Te denken valt aan de motivaties waarom iemand gaat fluiten, waarom iemand stopt, de periode die iemand fluit, de tijd die hij voor een bepaald traject nodig heeft, enz. Het KNKV wil dit in kaart gaan brengen en van alle scheidsrechters een digitaal portfolio aanleggen. Daarin komen ook het aantal wedstrijden dat hij heeft gefloten, het aantal gegeven gele en rode kaarten, welke vergoeding is ontvangen enz. Op deze wijze kan de loopbaan van een scheidsrechter in beeld worden gebracht en kunnen gegevens van meerdere scheidsrechters met elkaar worden vergeleken. Daaruit kunnen conclusies worden getrokken voor beleidsbepaling voor een volgende periode. Het KNKV kent op dit moment geen licentiebeleid. De scheidsrechters zijn, zeker op lager niveau, niet verplicht om bijscholingen bij te wonen en conditietesten af te leggen. Het KNKV wil hier beleid in gaan ontwikkelen, zodat scheidsrechters verplichtingen zullen hebben om hun licentie te behouden. Aan deze licentie is een scheidsrechterspas gekoppeld, die jaarlijks vernieuwd gaat worden. 5.4.4
Beschikbaarheid/inzetbaarheid
In het onderzoek hebben de scheidsrechters aangegeven dat er veelal onvoldoende rekening wordt gehouden met de door hen ingediende wensen. Men is wel beschikbaar, maar wordt op verkeerde momenten aangewezen. Het KNKV wil de beschikbaarheid van de scheidsrechters beter matchen
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
18
met de inzetbaarheid en wil daarvoor binnen de huidige software ten behoeve van de scheidsrechtersaanwijzing, elementen inbrengen die dit mogelijk maken. Ook dient er via internet een systeem ontwikkeld te worden om scheidsrechters in staat te stellen de “open” wedstrijden te zien en zich hiervoor aan te melden. Op de langere termijn zou dit wellicht zonder tussenkomst van een scheidsrechtersaanwijzer moeten kunnen gebeuren. 5.4.5
Van talent naar top
Het moet voor talenten mogelijk worden om sneller door te stromen. Hiervoor zal een apart programma worden opgesteld. Het streven is om jaarlijks per district per niveau een tweetal talenten te selecteren, die met extra begeleiding sneller naar de top kunnen doorstromen. Voor deze groep talenten zullen extra’s worden geboden en zij zijn het die bij aansprekende evenementen/toernooien zullen worden aangewezen. Een verkiezing tot “het talent van het jaar” is uiteindelijk “de kroon op het werk”. Getracht wordt om scheidsrechters van een bepaald niveau te koppelen aan deze talenten van twee niveaus lager en deze koppels een aantal weken gezamenlijk te laten optrekken. De “leermeester” zorgt voor begeleiding maar ontvangt van zijn “leerling” ook feedback met betrekking tot zijn eigen optreden. Op deze wijze raakt een groep scheidsrechters eveneens betrokken bij het “opleidingswerk”, hetgeen in een later stadium hopelijk leidt tot een functie als beoordelaar en/of docent van de arbitrale opleidingen. In dit opzicht snijdt het “mes aan twee kanten". 5.4.6
Faciliteiten
Als organisatie is het zaak om alle randvoorwaarden op orde te hebben. Dat betekent niet alleen een verantwoorde regeling op het gebied van vergoeding van gemaakt kosten, maar ook goede accommodaties bij bijscholingen en conditietesten, een hapje en een drankje en een afsluitende barbecue aan het eind van het seizoen, om wat voorbeelden te noemen.
5.5 Organisatie 5.5.1 Clubarbitrage Om het Masterplan te doen slagen wil het KNKV nauw samenwerken met de clubs Nu is het zo dat de jeugd- en verenigingsscheidsrechters meestal aan hun lot worden overgelaten; dat is een zaak voor de verenigingen, zo wordt geredeneerd. Hier moet verandering in komen. Het KNKV wil zich directer tot deze groep gaan richten om met het opleiden van verenigingsbegeleiders het klimaat en het niveau te verbeteren. Er zal naar worden gestreefd om binnen de verenigingen mensen te vinden die uitstraling hebben naar de jeugd en op scheidsrechtergebied het een en ander te bieden hebben. Daarbij wordt gedacht aan jonge ambitieuze scheidsrechters vanuit de eigen of nabij gelegen verenigingen. Talent wordt herkend en op het goede spoor gezet. Binnen de verenigingen is het inmiddels ingeburgerd dat er trainersbijeenkomsten worden georganiseerd. Dit zou een vervolg moeten krijgen op het gebied van de arbitrage. De jeugd weet over het algemeen niet zoveel over spelregels. Daarom zal er een programma worden opgesteld dat de trainers in staat stelt om bij trainingen en vriendschappelijke wedstrijden de spelregelkennis te laten toenemen. Uiteindelijk moet dit ertoe leiden dat door alle spelende leden tussen de 16 en 19 jaar een verplichte spelregeltoets moet worden gedaan. Het verbeteren van het arbitrageklimaat in algemene zin heeft al aandacht gehad bij “klimaat en imago”. Dat aspect behoeft in dit hoofdstuk dus geen verdere aandacht te krijgen. 5.5.2 Scheidsrechterscoördinator Elke vereniging dient een scheidsrechterscoördinator te hebben. Dit is een persoon die binnen de vereniging zorgt voor “bestuurlijke aandacht” in de ruimste zin van het woord, maar die ook de werkzaamheden op het veld en in de zaal coördineert of zelf uitvoert. In veel gevallen zal de desbetreffende persoon hiervoor opgeleid dienen te worden. Het KNKV wil in de modules, die gericht zijn op de begeleiding en beoordeling een extra competentie inbouwen, welke ingaat op de aspecten van het coördineren van de arbitrale zaken op verenigingsniveau, het schrijven van een beleidsplan e.d
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
19
5.5.3 Handleiding clubarbitrage Een handleiding (format) voor clubarbitrage gaat de verenigingen de helpende hand bieden om een verenigingsbeleidsplan op te stellen. De regionale arbitrageambassadeur kan daarin ondersteunen. Ook komt in deze leidraad alle informatie over de opleidingen (zowel tot (verenigings-)scheidsrechter als tot praktijkbegeleider en beoordelaar). Er worden tips gegeven voor de beginnende scheidsrechter, uitleg over de spelregels en de toepassing daarvan. Ook zullen in deze handleiding de “best-practises” worden verzameld en worden gepubliceerd. Dit zijn voorbeelden van verenigingen waar het systeem tot succes heeft geleid en mogelijk een inspiratiebron kunnen zijn voor andere verenigingen. Het is de bedoeling om een losbladig systeem te maken, zodat in de handleiding altijd kan worden vervangen dan wel worden aangevuld. 5.5.4 Samenwerking op regionaal niveau Het KNKV kent een leveringsplicht voor scheidsrechters. Soms kunnen de verenigingen hieraan niet voldoen en dat heeft dan financiële gevolgen. Aan de verenigingen zal voorgesteld worden om hier ook sportieve sancties aan te verbinden: niet voldoen aan de leveringsplicht (voor zowel arbiters als voor begeleiders dan wel beoordelaars) betekent niet, of in beperkter mate, deelnemen aan de wedstrijdkorfbalcompetitie. Soms kan samenwerken op regionaal niveau uitkomst bieden. Verenigingen kunnen samenwerkingsverbanden aangaan om beide aan de leveringsplicht te voldoen. In de praktijk zijn hier enkele goede voorbeelden van te noemen. Het KNKV zal de verenigingen hierin ondersteunen. 5.5.5 Communicatie Bij het KNKV zijn al veel zaken gedigitaliseerd, ook richting de scheidsrechters en de aan deze groep gerelateerde vrijwilligers. Van de ongeveer 1.150 KNKV-scheidsrechters ontvangen ruim 900 scheidsrechters alle informatie via de “digitale snelweg”. Toch blijven er verbeterpunten mogelijk. Het KNKV bezint zich over de communicatieve aspecten en laat zich daarbij graag inspireren op de ervaringen, die vanuit de andere bonden zijn aangereikt.
6. Projectorganisatie. De projectcoördinatie is in handen van de productmanager wedstrijd en breedtekorfbal. Dit is een beroepskracht, die in de jaren dat het project loopt voor 0,5 fte (het eerste jaar zelfs 0,65 fte) ingezet gaat worden bij dit project. Als klankbord fungeert de portefeuillehouder scheidsrechterszaken in het Algemeen Bestuur, zodat de lijntjes naar het hoogste uitvoerende bestuursorgaan erg kort zijn. Het is de bedoeling om per item (of cluster van items) een werkgroep te benoemen, waar de projectleider in principe deel van uitmaakt. Soms zal een beroep worden gedaan op bestaande structuren (commissies en werkgroepen), maar er zullen ook nieuwe groepen vrijwilligers worden aangetrokken. De medewerker opleidingen op het bondsbureau, zal met name in de ontwikkelingsfase worden ingeschakeld bij de ontwikkeling van de nieuwe modules. Om er zeker van te zijn dat het project wordt “gedragen” door alle geledingen van het KNKV zal het Masterplan worden aangeboden aan de Algemene Vergadering van het KNKV. Op deze wijze is het een plan van de verenigingen en dat zal motiverend werken, niet alleen voor de verenigingen zelf, maar ook voor al het kader dat zich voor dit project gaat inzetten.
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
20
7. Financiën. In bijlage 1 is een schematische planning opgenomen van de activiteiten, die het KNKV in het kader van het Masterplan Arbitrage wil ondernemen. Hierbij wordt opgemerkt dat het niet eenvoudig is om vijf jaar vooruit te zien. Het kan zijn dat bepaalde onderdelen meer maar andere minder tijd vergen. Dat betekent dat het KNKV flexibel wil inspelen op de voortgang en daar waar gewenst of noodzakelijk, plannen naar voren dan wel naar achteren zal willen verschuiven. In bijlage 2 is aangegeven dat het KNKV voor de realisatie van dit plan €….. nodig heeft Dit bedrag is voor de periode 2007 tot en met 2011, waarbij wordt opgemerkt dat alle opgenomen kosten “extra” zijn ten opzichte van het huidige beleid en kunnen worden gerangschikt onder “nieuw beleid”. Het eerste jaar 2007 is vooral bedoeld voor implementatie van het Masterplan bij de verenigingen en de ontwikkeling van bepaalde zaken, die veelal vanuit spoor 2 zullen worden bekostigd. Vandaar dat de begroting voor 2007 lager uitvalt dan die van de volgende jaren. De afsluitende jaren 2010 en 2011 moet er vooral worden “geoogst” van de inspanningen van de voorgaande jaren en hopelijk hebben goede voorbereidingen ervoor gezorgd dat er veel activiteiten zullen zijn. De financiële vertaling heeft tot gevolg dat er voor deze twee jaar veel uitgaven staan gepland. De Rompregeling Arbitrage is budgettair neutraal ten opzichte van de huidige VSL. Wel zullen de kosten van de beoordeling en begeleiding van de neutraal fluitende scheidsrechters met enkele procenten toenemen, hetgeen zijn weerslag heeft op de hoogte van de scheidsrechtersomslag. Voor het Masterplan Arbitrage is bij het Ministerie van VWS subsidie aangevraagd. Medio februari 2007 is de hoogte van dit bedrag nog niet bekend. Uit deze subsidiegelden zal er een flink gedeelte worden geïnvesteerd in de ontwikkeling van opleidingen en van het financieren van een aanzienlijke inhaalslag wat betreft de organisatie van opleidingen (denk ook aan de module weerbaarheid). Voor de opleidingen zal er tevens een eigen bijdrage worden gevraagd en een gedeelte zal worden verrekend via de scheidsrechtersomslag.
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
21
Bijlage 1: Globale planning Masterplan Arbitrage KNKV Programma's Klimaat en 5.1.0 Tevredenheidmeting / imago klimaat
Werving
2007-2008 Vervolgacties meting tevredenheid SR’s over klimaat/imago
2008-2009 2009-2010 Tussenmeting Vervolgacties tevredenheid SR’s over klimaat/imago
2010-2011 Tussenmeting tevredenheid SR’s over klimaat/imago
2011-2012 Vervolgacties
5.1.1. Bewustmaking verenigingen
Bewustmaking verenigingen
Vervolgacties
Effectmeting
Vervolgacties
Effectmeting
5.1.1. Publiekscampagne
Voorbereiding publiekscampagne
Publieks- campagne
Publiekscampagne
Publiekscampagne
Publiekscampagne
5.1.2. Regio Ambassadeur
Opmaken taak omschrijving
Werving en scholing
Effectmeting
Vervolgacties
Effectmeting
5.1.3. Klimaat/Fair Play
Ontwikkelen Fair Uitrollen Fair Play Play beleid beleid
Effectmeting + vervolgacties
Effectmeting + vervolgacties
Effectmeting + vervolgacties
5.1.4. Regeltoepassingen (en gedragscode) m.b.t. gedrag op veld / Keurmerk verenigingen
Opstellen criteria Introductie gedragscode en regeltoepassingen m.b.t. gedrag op veld
Toepassing regels en gedragscode
Meting effect Vervolgacties van toepassing regels en veranderd gedrag op de velden
5.2.1. Doelgroepanalyse
Doelgroepanalyse
Vervolgacties
Effectmeting
Vervolgacties
5.2.2. Ontwikkeling strategie en materialen
Uitwerken Ontwikkelen wervingsstrategie wervingsmateriaal
Vervolgacties
Effectmeting
Vervolgacties
Effectmeting + vervolgacties
Effectmeting + vervolgacties
5.2.2. Wervingsacties / WervingsVrouwen en Allochtonen methodes inventariseren
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
Effectmeting
Wervingsacties starten Effectmeting + vervolgacties
22
Kwaliteit SR, 5.3.1. Huidige Arbitrale kaderontwikopleidingen keling
Afbouwen huidige opleidingen
5.3.2 Competentiegerichte kwalificatiestructuur
Ontwikkelen competentiegerichte kwalificatiestructuur
Opleiden scheidsrechters beoordelaars en begeleiders
Opleiden scheidsrechters beoordelaars en begeleiders
Opleiden scheidsrechters beoordelaars en begeleiders
Opleiden scheidsrechters beoordelaars en begeleiders
5.3.2. Applicatie Weerbaarheid
Ontwikkeling applicatie weerbaarheid
Weerbaarheid: inhaalslag huidige scheidsrechters + Inbedden in huidige leertrajecten
Vervolg inhaalslag
Vervolgacties
Vervolgacties
5.3.3. Digitale leeromgeving / E-learning Hulpmiddel zelfontwikkeling scheidsrechters
Ontwikkelen zelfhulpmiddel scheidsrechters
Ontwikkelen zelfhulpmiddel scheidsrechters
Uitrollen Onderhoud Onderhoud zelfhulpmiddel zelfhulpmiddel zelfhulpmiddel scheidsrechters scheidsrechters scheidsrechters
5.3.3. Aanpak fysieke training
Ontwikkelen Uitrollen korfbalVervolgacties Korfbalspecifieke specifieke trainingen trainingen Werving voor Werving voor opleiding Evaluatie + opleiding bijstelling + werving
5.3.4. Praktijkbegeleiding op verenigingsniveau
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
23
Effectmeting
Vervolgacties
Effectmeting
Werving voor opleiding
Behoud en 5.4.1 Werkmap arbitrage doorstroom
Start vervaardiging
Afronden vervaardiging
Onderhoud
Onderhoud
Onderhoud
Onderhoud
Onderhoud
Vervolgacties
5.4.2. Effectieve begeleiding en beoordeling
Ontwikkelen effectieve begeleiding beginnende scheidsrechters
Invoeren effectieve begeleiding beginnende scheidsrechters
5.4.2 Tevredenheidmeting behoud
Vervolgacties meting tevredenheid SR’s over klimaat/imago
Tussenmeting Vervolgacties tevredenheid SR’s over klimaat/imago
Tussenmeting tevredenheid SR’s over klimaat/imago
5.4.6 Faciliteiten
Inventarisatie huidige faciliteiten
Vaststellen mogelijkheden met andere bonden gezamenlijke faciliteiten
Realisatie met Effectmeting + andere bonden vervolgacties gezamenlijke faciliteiten
5.4.2 Toetsing verbetering beoordelingsmethode
Toetsen huidige beoordelingsmethode
Door ontwikkelen Effectmeting + beoordelingsmethode vervolgacties
Effectmeting + vervolgacties
5.4.3 Licentiebeleid
Ontwikkelen licentiebeleid
Invoeren ledencard
Effectmeting + vervolgacties
Effectmeting + vervolgacties
5.4.3 Digitale portfolio
Inventarisatie
Start vervaardiging
Afronden vervaardiging
Onderhoud
Onderhoud
5.4.4 Beschikbaarheid / inzetbaarheid
Vaststellen beschikbaarheid versus inzetbaarheid
Effectmeting + vervolgacties
Effectmeting + vervolgacties
Effectmeting + vervolgacties
Effectmeting + vervolgacties
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
24
5.4.5 Talentontwikkeling
Ontwikkeling applicatie coach
Organisatie 5.5.1 Organisatie clubarbitrage
5.5.1 Databank arbitrage
Inventariseren bij verenigingen hoeveel scheidsrechters gerelateerde functionarissen er zijn
5.5.2. Scheidsrechter coördinatoren
Opmaken taak omschrijving
5.5.3 Handleiding clubarbitrage 5.5.4 Samenwerking regionaal niveau
5.5.5. Communicatie naar arbiters
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
Behoeften peilen / ”bestpractices” verzamelen
Opleidingen coach
Uitrollen notitie van Talent naar Top
Vervolg Effectmeting + uitrollen notitie vervolgacties van Talent naar Top
Inventarisatie huidige organisatie clubarbitrage
Gezamenlijke opzet clubarbitrage plan functieprofielen en promotie
Realisatie clubarbitrage
Invoeren in Sportlink
Onderhoud
Onderhoud
Effectmeting + vervolgacties
Onderhoud
Werving en scholing
Effectmeting
Vervolgacties
Effectmeting
Start vervaardiging
Afronden vervaardiging
Onderhoud
Onderhoud
Samenwerkingsvormen Effectmeting uitwerken en implementeren
Vervolgacties
Effectmeting
Inventarisatie huidige Uitwerken communicatie aanbevelingen middelen per bond plus aanbevelingen
Uitrollen uitgewerkte aanbevelingen
Onderhoud
25
Bijlage 2: Begroting Masterplan Arbitrage KNKV De aanvraag KNKV bij VWS voor spoor 1 is als volgt opgebouwd: Deelprogramma's Klimaat
2007-2008
2008-2009
2009-2010
4.1.0 Tevredenheidmeting / klimaat 4.1.1. Bewustmaking verenigingen 4.1.1. 4.1.2. 4.1.3. 4.1.4.
Publiekscampagne Regio Ambassadeur Klimaat/Fair Play Regeltoepassingen (en gedragscode) m.b.t. gedrag op veld / Keurmerk verenigingen
Subtotaal Klimaat Werving 4.2.1. Doelgroepanalyse 4.2.2. Ontwikkeling strategie en materialen 4.2.2. Wervingsacties / Vrouwen en Alloctonen Subtotaal
Werving
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
26
2010-2011
2011-2012
Totaal Spoor 1
Kwaliteit SR, 4.3.1. Huidige Arbitrale kaderontwikopleidingen keling 4.3.2 Competentiegerichte kwalificatiestructuur 4.3.2. Applicatie Weerbaarheid 4.3.3. Digitale leeromgeving / Hulpmiddel zelfontwikkeling scheidsrechters 4.3.3. E-learning 4.3.3. Aanpak fysieke training Subtotaal Kwal. + kaderontw. Behoud en 4.4.1 Werkmap arbitrage doorstroom 4.4.2. Effectieve begeleiding en beoordeling 4.4.2 Tevredenheidmeting behoud 4.4.2 Faciliteiten 4.4.2 Toetsing verbetering beoordelingsmethode 4.4.2 Licentiebeleid 4.4.3 Digitale portfolio 4.4.4 Beschikbaarheid / inzetbaarheid 4.4.5 Talentontwikkeling Subtotaal
Behoud + doorstroom
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
27
Organisatie
4.5.1 Organisatie clubarbitrage 4.5.1 Databank arbitrage 4.5.2. Scheidsrechter coordinatoren 4.5.3 Handleiding clubarbitrage 4.5.4 Samenwerking regionaal niveau 4.5.5. Communicatie naar arbiters
Subtotaal
Organisatie
TOTAAL
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
28
Eigen bijdrage Gevraagde subsidie Totaal Subsidie in kader van Masterplan Subsidie in kader van deskundigheidsbevordering Totaal
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
29
BIJLAGE 3: ROMPREGELING ARBITRAGE De Algemene Vergadering van het Koninklijk Nederlands Korfbal Verbond (KNKV) van 23 juni 2007 heeft de volgende regeling als bedoeld in artikel 35 lid 1 van het reglement van wedstrijden voor de levering van scheidsrechters, assistent-scheidsrechters, jeugdscheidsrechters, scheidsrechterbeoordelaars, scheidsrechterbegeleiders en verenigingsbegeleiders door de verenigingen vastgesteld.
Artikel 1: Algemeen 1. In het Koninklijk Nederlands Korfbalverbond bestaat een regeling voor: a. het leiden van wedstrijden; b. het beoordelen en begeleiden van scheidsrechters, jeugdscheidsrechters en verenigingsscheidsrechters, die op neutraal terrein hun wedstrijden fluiten. c. het begeleiden van verenigingsscheidsrechters en jeugdscheidsrechters, die bij de eigen vereniging hun wedstrijden fluiten welke regeling wordt aangehaald als zijnde de “Rompregeling Arbitrage”, verder te noemen “de regeling”. De regeling heeft tot doel als KNKV over kwalitatief goede en kwantitatief voldoende leiding te kunnen beschikken en tevens om alle competitiewedstrijden van gekwalificeerde wedstrijdleiding te voorzien. 2. De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze regeling berust bij de Landelijke Commissie Scheidsrechters (LCS), die de feitelijke uitvoering opdraagt aan de Landelijke Werkgroep Scheidsrechters (LWS) en de District Werkgroepen Scheidsrechters (DWS’sen) en het districtsbestuur (DB).
Artikel 2: Toepassing 1. 2.
De regeling is van toepassing op de verenigingen, die deelnemen aan de door het Algemeen Bestuur (AB) of namens het AB door een districtbestuur georganiseerde competitie. De regeling geldt voor zowel de veld- als de zaalcompetitie met dien verstande dat deze competities als los van elkaar staande competities worden beschouwd.
Artikel 3. Levering 3.1
Leiding 1. Onder leiding wordt verstaan de scheidsrechters en jeugdscheidsrechters als aangegeven in artikel 4 van deze regeling. 2. De navolgende klassen vallen onder de werkingssfeer van de regeling: a. de topkorfbalcompetitie: alle klassen; b. de wedstrijdkorfbalcompetitie: alle seniorenklassen en klassen voor de A-jeugd, de hoofdklassen B-, C-jeugd en D-jeugd;
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
30
c. beslissingswedstrijden in klassen, zoals genoemd in lid a en lid b en wedstrijden om het kampioensschap van Nederland. De in dit artikel genoemde klassen betreft de gemende competitie evenals de damescompetitie. 3. In alle klassen die niet genoemd zijn in artikel 3.1.2 van deze regeling is neutrale leiding niet verplicht. 4. De krachtens deze regeling aan een vereniging opgelegde verplichting tot het beschikbaar stellen van scheidsrechters mag ten hoogste een aantal wedstrijden omvatten dat gelijk is aan het aantal door de ploegen uitkomend in de klassen genoemd in artikel 3.1.2. van deze vereniging te spelen thuiswedstrijden genoemd in artikel 3.1.2 onder a en b. De wedstrijden waarbij door het betreffende bestuur op grond van het bepaalde in artikel 30 lid 1d of lid 2e reglement van wedstrijden een assistent-scheidsrechter wordt aangewezen, worden voor het vaststellen van de verplichting dubbel geteld. 3.2
Scheidsrechterbeoordelaars en scheidsrechterbegeleiders 1. De krachtens deze regeling aan een vereniging opgelegde verplichting tot het beschikbaar stellen van scheidsrechterbeoordelaars omvat ten hoogste een aantal wedstrijden dat gelijk is aan 50% van het aantal door de ploegen uitkomend in de klassen genoemd in artikel 3.1.2. van deze vereniging te spelen thuiswedstrijden genoemd in artikel 3.1.2 onder a en b. De wedstrijden waarbij door het betreffende bestuur op grond van het bepaalde in artikel 30 lid 1 of lid 2 van het reglement van wedstrijden een assistentscheidsrechter wordt aangewezen, worden voor het vaststellen van deze verplichting niet meegeteld. 2. De scheidsrechterbeoordelaar dient te voldoen aan het gestelde in artikel 4.2.4 van deze regeling. 3. De krachtens deze regeling aan een vereniging opgelegde verplichting tot het beschikbaar stellen van scheidsrechterbegeleider omvat ten hoogste een aantal wedstrijden dat gelijk is aan 25% van het aantal door de ploegen uitkomend in de klassen genoemd in artikel 3.1.2. van deze vereniging te spelen thuiswedstrijden genoemd in artikel 3.1.2 onder a en b. De wedstrijden waarbij door het betreffende bestuur op grond van het bepaalde in artikel 30 lid 1 of lid 2 Reglement van Wedstrijden een assistentscheidsrechter wordt aangewezen, worden voor het vaststellen van deze verplichting niet meegeteld. 4. De scheidsrechterbegeleider dient te voldoen aan het gestelde in artikel 4.2.5 van deze regeling. 5. Indien een vereniging niet uitkomt in één van de klassen genoemd in artikel 3.1.2. dan dient deze vereniging bij te dragen aan de verbetering van de kwaliteit en levert minimaal één scheidsrechterbegeleider.
3.3
Verenigingsbegeleiders 1. Krachtens deze regeling wordt aan de verenigingen een inspanning gevraagd tot het opleiden en beschikbaar stellen van verenigingsbegeleiders. Het aantal op te leiden verenigingsbegeleiders wordt niet nader gekwantificeerd. Het totaal aantal op te leiden verenigingsbegeleiders dient voldoende te zijn om aspirant scheidsrechters en jeugdscheidsrechters bij de start van hun loopbaan een adequate begeleiding te geven en bij elke wedstrijd aanwezig te zijn. Na certificering als scheidsrechter of jeugdscheidsrechter kan de frequentie van deze aanwezigheid worden teruggebracht maar de verenigingen worden geacht de begeleiding van hun verenigingsscheidsrechters een structureel karakter te geven. Een vuistregel zou kunnen zijn dat ernaar gestreefd wordt om per vier thuisfluitende verenigingsscheidsrechters één verenigingsbegeleider beschikbaar te hebben. 2. De verenigingsbegeleider dient te voldoen aan het gestelde in artikel 4.3.2 van deze regeling.
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
31
Artikel 4: Kwaliteit 4.1
Leiding 1. De scheidsrechters en jeugdscheidsrechters worden benoemd conform artikel 30 lid 1a en 2a reglement van wedstrijden. Benoeming vindt plaats op basis van toetsing aan het gestelde onder het vervolg van dit artikel. 2. De LCS bepaalt op advies van de DWS per district wat de verhouding is tussen het aantal op te geven scheidsrechters en jeugdscheidsrechters. Dit ter voorkoming dat er te weinig scheidsrechters worden opgegeven om alle daarvoor in aanmerking komende wedstrijden van neutrale leiding te voorzien. 3. De scheidsrechter die aangesteld wordt om wedstrijden te fluiten in de topkorfbalcompetitie en wedstrijdkorfbalcompetitie: alle seniorenklassen en klassen voor de A-jeugd, moeten voldoen aan de navolgende voorwaarden: a. zijn in het bezit van een scheidsrechtersdiploma of diploma scheidsrechter wedstrijdkorfbal; b. voldoen aan het gestelde in de jaarlijks door de LSC vast te stellen promotie- en degradatieregeling; c. voldoen aan het gestelde in het van toepassing zijnde scheidsrechtersbeleid; d. worden door de LCS, die de uitvoering opdraagt aan de LWS of DWS, ingedeeld op hun eigen niveau en op naam aangewezen. 4. De scheidsrechter die aangesteld wordt om wedstrijden te fluiten in de wedstrijdkorfbalcompetitie, hoofdklassen B-jeugd en C-jeugd, moeten voldoen aan de navolgende voorwaarden: a. zijn minimaal in het bezit van het diploma jeugdwedstrijdleider of diploma jeugdscheidsrechter BC; b. voldoen aan het gestelde in de jaarlijks door de LSC vast te stellen promotie- en degradatieregeling.; c. voldoen aan het gestelde in het van toepassing zijnde scheidsrechtersbeleid; d. worden door de LCS, die de uitvoering opdraagt aan de DWS, ingedeeld op hun eigen niveau en op naam aangewezen. 5. De scheidsrechter die aangesteld wordt om wedstrijden te fluiten in de wedstrijdkorfbalcompetitie: hoofdklassen D-jeugd, moeten voldoen aan de navolgende voorwaarden: a. zijn minimaal in het bezit van het diploma jeugdwedstrijdleider of jeugdscheidsrechter DEF. b. voldoen aan het gestelde in de jaarlijks door de LSC vast te stellen promotie- en degradatieregeling; c. voldoen aan het gestelde in het van toepassing zijnde scheidsrechtersbeleid. d. worden door de LCS, die de uitvoering opdraagt aan de DWS, ingedeeld op hun eigen niveau en op naam aangewezen. 6. De scheidsrechter die aangesteld wordt om wedstrijden te fluiten in de breedtekorfbalcompetitie senioren en A-jeugd, moeten voldoen aan de navolgende voorwaarden: a. zijn in het bezit van een scheidsrechtersdiploma, diploma scheidsrechter wedstrijdkorfbal of diploma scheidsrechter breedtekorfbal en A-jeugd. b. voldoen aan het gestelde in het van toepassing zijnde scheidsrechtersbeleid. 7. De jeugdscheidsrechter die aangesteld wordt in de niet in artikel 3.1.2 genoemde klassen B- en C-jeugd van de wedstrijdkorfbalcompetitie en in de breedtekorfbalcompetitie moeten voldoen aan de navolgende voorwaarden: a. zijn in het bezit van de diploma’s genoemd onder artikel 4.1.4.. b. voldoen aan het gestelde in het van toepassing zijnde scheidsrechtersbeleid. 8. De jeugdscheidsrechter die aangesteld wordt in de breedtekorfbalcompetitie D-, Een F-jeugd, moeten voldoen aan de navolgende voorwaarden:
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
32
a. zijn in het bezit van de diploma’s genoemd onder artikel 4.1.4a of 4.1.5a. b. voldoen aan het gestelde in het van toepassing zijnde scheidsrechtersbeleid. 9. De scheidsrechter, assistent-scheidsrechter en jeugdscheidsrechter dienen zich op verzoek van de aanvoerders van de ploegen te legitimeren met een scheidsrechterspas. 4.2
Scheidsrechterbeoordelaars en scheidsrechterbegeleiders 1. 2. 3.
4.
5.
4.3
De scheidsrechterbeoordelaars worden benoemd conform artikel 31 lid 1 en 2 van het reglement van wedstrijden. Benoeming vindt plaats op basis van toetsing conform artikel 4.2.4. De scheidsrechtersbegeleiders worden benoemd conform artikel 32 lid 1 en 2 van het reglement van wedstrijden. Benoeming vindt plaats op basis van toetsing conform artikel 4.2.5 De scheidsrechterbeoordelaars: a. zijn in het bezit van het certificaat beoordelaar; b. voldoen aan het gestelde in het van toepassing zijnde scheidsrechtersbeleid. c. worden door de LCS, die de uitvoering opdraagt aan de LWS of DWS, ingedeeld op hun eigen niveau. De scheidsrechterbegeleiders: a. zijn in het bezit van het certificaat begeleider; b. voldoen aan het gestelde in het van toepassing zijnde scheidsrechtersbeleid; c. worden door de LCS, die de uitvoering opdraagt aan de LWS of DWS, ingedeeld op hun eigen niveau. De scheidsrechterbeoordelaar of scheidsrechterbegeleider dienen zich op verzoek van de scheidsrechter, assistentscheidsrechter of jeugdscheidsrechter te legitimeren met een beoordelaars- of begeleiderspas Verenigingsbegeleiders
1. De verenigingsbegeleiders worden benoemd conform artikel 32 lid 2 reglement van wedstrijden. Benoeming vindt plaats op basis van toetsing conform artikel 4.3.2. 2. De verenigingsbegeleiders: a. zijn in het bezit van het certificaat verenigingsbegeleider; b. voldoen aan het gestelde in het van toepassing zijnde scheidsrechtersbeleid. c. worden door de vereniging ingedeeld op hun eigen niveau. 3. De verenigingsbegeleiders dienen in het bezit te zijn van een verenigingsbegeleiderspas.
Artikel 5: Inspanningen verenigingen en KNKV Vrijstelling 1. Indien een vereniging onvoldoende scheidsrechters kan leveren conform het gestelde in artikel 3.1.4. kan dit tekort, conform de overgangsregeling, aangevuld worden met verenigingsscheidsrechters.
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
33
2. Indien gedurende het verloop van een competitie de opgegeven scheidsrechters, conform artikel 3.1.4, door omstandigheden niet kunnen fluiten, dan kan het gemis worden opgevangen door het leveren van een nieuwe scheidsrechter of door het leveren van een neutrale verenigingsscheidsrechter indien er geen scheidsrechters meer beschikbaar zijn. 3. Uitgangspunt is wel dat er in de klassen genoemd in artikel 3.1.2. neutraal wordt gefloten. De in artikel 5.1 en 5.2 genoemde verenigingsscheidsrechter zal dan neutraal worden aangewezen op naam van de vereniging. De vereniging kan ook worden aangewezen op naam van een regio of samenwerkingsverband tussen verenigingen. Uitgangspunt is dat bij de start van de nieuwe competitie weer voldoende scheidsrechter en/of jeugdscheidsrechters geleverd moeten worden 4. De vereniging wordt verzocht voor 1 juni van elk verbondsjaar een opgave te doen van die scheidsrechters die de op verenigingsnaam aangewezen wedstrijden gaan fluiten. Deze scheidsrechters dienen te beschikken over de in artikel 4.1.3 genoemde kwaliteitseisen Uitbreiding 5. Wanneer één of meerdere regio’s of samenwerkingsverband tussen verenigingen, naast de in artikel 3.1.2. van deze regeling genoemde klassen, ook in andere klassen neutrale leiding wenst is die regio of samenwerkingsverband tussen verenigingen vrij dat zelfstandig te organiseren. Een vereniging kan nooit verplicht worden met een dergelijk samenwerkingsverband mee te moeten werken. Inspanning vereniging 6. Elke vereniging is in het bezit van een scheidsrechters ontwikkelplan. In dit scheidsrechters ontwikkelplan is minimaal opgenomen: a. een opleidingsplan om de doorstroming van scheidsrechters en jeugdscheidsrechters te waarborgen; b. een regeling om periodiek voldoende bijscholingsavonden te organiseren dan wel te laten bijwonen; c. een verklaring waarin opgenomen is dat de vereniging de 10 gouden regels onderschrijft; d. een regeling waarin is opgenomen op welke manier de kwaliteit van de scheidsrechters en jeugdscheidsrechters, die niet op naam neutraal hun wedstrijden fluiten, periodiek wordt gemeten. 7. Elke vereniging heeft een Scheidsrechterscoördinator (SC) aangesteld, verder aangeduid als SC Enkele taken van de SC zijn: a. draagt zorg voor ontvangst van de scheidsrechters, assistent-scheidsrechters, jeugdscheidsrechters en scheidsrechtersbeoordelaars en scheidsrechtersbegeleiders. b. is aanspreekpunt voor het KNKV met betrekking tot in de uitvoering van deze regeling. 8. Cursisten, die deelnemen aan de opleiding voor het diploma scheidsrechter breedtekorfbal en A-jeugd, jeugdscheidsrechter BC of jeugdscheidsrechter DEF worden begeleid door een verenigingsbegeleider zoals bedoeld in artikel 3.3 van deze regeling. Inspanningen KNKV 9. Cursisten die deelnemen aan de opleiding voor het diploma scheidsrechter wedstrijdkorfbal worden begeleid door een scheidsrechterbeoordelaar of een scheidsrechtersbegeleiders zoals bedoeld in artikel 3.2. van deze regeling. 10. Scheidsrechters die na het behalen van het diploma wedstrijdkorfbal, op naam wedstrijden willen gaan fluiten in het kader van deze rompregeling zullen zo veel als mogelijk begeleid worden door een scheidsrechtersbegeleider zoals bedoeld in artikel 3.2. van deze regeling. 11. Uitvoeren van de activiteiten zoals genoemd in de activiteitenkalender behorende bij het Masterplan Arbitrage KNKV. 12. Wijst de docenten en examinatoren aan voor de diverse in artikel 4 genoemde cursussen.
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
34
Artikel 6: Organisatie. 1. Voor 1 juni van elk jaar geeft een vereniging of een samenwerkingsverband tussen verenigingen alle in het volgende seizoen beschikbare scheidsrechters, jeugdscheidsrechters, assistent-scheidsrechters, scheidsrechterbeoordelaars en scheidsrechtersbegeleiders op. Daarnaast wordt doorgegeven wie de SC is. 2. Deze opgave geschiedt door middel van een aan de vereniging of een samenwerkingsverband tussen verenigingen toegezonden en door hen in te vullen formulier en is geldig voor het gehele seizoen. Als bijlage bij dit formulier wordt het Scheidsrechter Informatie Formulier (SIF), zoals genoemd onder artikel 6.3, van haar scheidsrechters, jeugdscheidsrechter, assistentscheidsrechters en het Beoordelaar-Begeleiders Informatie Formulier (BBIF), zoals genoemd in artikel 6.4. van haar scheidsrechterbeoordelaar en scheidsrechtersbegeleiders meegezonden. Indien een vereniging deze opgave niet vóór 1 juni heeft gedaan verbeurt zij een administratieve geldboete van één rekeneenheid voor iedere ingegane week verzuim. 3. Naast de in artikel 6.2 genoemde opgave door de vereniging of een samenwerkingsverband tussen verenigingen moet iedere scheidsrechter, jeugdscheidsrechter, assistent-scheidsrechter, een volledig ingevulde Scheidsrechter Informatie Formulier (SIF) insturen waarin onder meer wordt vermeld voor welke vereniging de diensten worden aangeboden 4. Naast de in artikel 6.2 genoemde opgave door de vereniging of een samenwerkingsverband tussen verenigingen moet iedere scheidsrechterbeoordelaar en scheidsrechtersbegeleider een volledig ingevulde Beoordelaar-Begeleiders Informatie Formulier (BBIF) insturen waarin onder meer wordt vermeld voor welke vereniging de diensten worden aangeboden 5. Een scheidsrechter kan, behoudens dispensatie van het districtsbestuur, binnen één seizoen slechts voor één vereniging fluiten. Hij kan echter wel gaan optreden als onafhankelijk scheidsrechter. Waar in het land de scheidsrechter zijn wedstrijden fluit, doet niet ter zake. 6. Een scheidsrechterbeoordelaar of scheidsrechterbegeleider kan, behoudens dispensatie van het districtsbestuur, binnen één seizoen slechts voor één vereniging de diensten aanbieden. Hij kan echter wel gaan optreden als onafhankelijk scheidsrechterbeoordelaar of scheidsrechterbegeleider. Waar in het land de scheidsrechterbeoordelaar of scheidsrechterbegeleider zijn wedstrijden beoordeeld of begeleid, doet niet ter zake. 7. Het districtsbestuur kan aan een aantal verenigingen, regio(s) of een samenwerkingsverband tussen verenigingen, die daarom gezamenlijk verzoeken, toestaan dat zij in het kader van de uitvoering van deze regeling als een eenheid worden beschouwd.
Artikel 7: Aanwijzing en afzegging. 1. De LCS, die de feitelijke uitvoering opdraagt aan de LWS of DWS, stelt een regeling voor aanwijzing en afzegging voor scheidsrechters, assistent-scheidsrechter jeugdscheidsrechters, scheidsrechtersbeoordelaars en scheidsrechterbegeleiders vast. 2. De scheidsrechters die fluiten in de klassen genoemd in artikel 3.1.2 worden op naam aangewezen. 3. In bijzondere gevallen kunnen de DWS’sen in andere dan in lid 3.1.2 genoemde wedstrijden gebruiken om neutraal fluitende verenigingsscheidsrechters in te zetten. Artikel 8: Toewijzing en telling.
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
35
8.1
Leiding 1. De gezamenlijke scheidsrechters, assistent-scheidsrechters en jeugdscheidsrechters van een vereniging, regio of een samenwerkingsverband tussen verenigingen dienen de aangewezen (competitie)wedstrijden te leiden. Het aantal te leiden wedstrijden wordt door het bondsbureau vóór aanvang van de betreffende competitie vastgesteld aan de hand van de bepaling in artikel 35 lid 5 en 35 lid 6 onder e van het reglement van wedstrijden. 2. Het bondsbureau stelt vast hoeveel daarvoor in aanmerking komende wedstrijden in werkelijkheid worden geleid door scheidsrechters op naam en verenigingsscheidsrechters, assistent-scheidsrechters en jeugdscheidsrechters van de betrokken vereniging, regio of samenwerkingsverband tussen verenigingen. 3. Wedstrijden die van tevoren worden afgelast, tellen niet mee in bovenstaande telling. 4. Gestaakte wedstrijden en wedstrijden die ter plekke in aanwezigheid van de scheidsrechter en/of assistent-scheidsrechter of jeugdscheidsrechter worden afgelast tellen wel mee in bovenstaande telling. Ook wedstrijden die geen doorgang vinden omdat één van beide ploegen niet opkomt en de LWS of DWS hiervan niet in kennis heeft gesteld waardoor de scheidsrechter en/of assistentscheidsrechter of jeugdscheidsrechter een vergeefse reis heeft gemaakt, tellen mee in deze regeling. Dit is eveneens het geval wanneer er door de LWS of DWS abusievelijk meer dan één scheidsrechter wordt aangewezen. 5. Bij niet opkomen van de scheidsrechter of jeugdscheidsrechter zal de wedstrijd meetellen voor de vereniging, regio of samenwerkingsverband tussen verenigingen waarvan de invallerscheidsrechter of jeugdscheidsrechter afkomstig is, mits de verenigingsnaam van die scheidsrechter of jeugdscheidsrechter is vermeld op het wedstrijdformulier en die scheidsrechter of jeugdscheidsrechter formeel benoemd is. 6. Bij het niet opkomen van een neutrale verenigingsscheidsrechter zal de wedstrijd niet meetellen voor de vereniging, regio of samenwerkingsverband tussen verenigingen indien die wedstrijd wordt gefloten door een eigen invallerscheidsrechter of jeugdscheidsrechter. 7. Wedstrijden geleid door een onafhankelijke scheidsrechter tellen niet mee in bovenstaande telling. 8. Wedstrijden uit de klassen genoemd in artikel 3.1.2 welke worden gefloten door cursisten die opgaan voor het diploma scheidsrechter wedstrijdkorfbal, het diploma jeugdscheidsrechters BC of het diploma jeugdscheidsrechter DEF tellen mee in het kader van deze regeling. 9. De telling geschiedt aan de hand van de op de officiële uitslagenlijsten vermelde gegevens en wordt maandelijks door het bondsbureau gepubliceerd. 10. Indien er door een vereniging, regio of samenwerkingsverband tussen verenigingen meer scheidsrechters worden geleverd dan aangegeven in artikel 3.1. bestaat er een mogelijkheid dat ook wedstrijden in de breedtekorfbalcompetitie gefloten worden door een scheidsrechter of jeugdscheidsrechter op naam.
8.2
Scheidsrechterbeoordelaars en scheidsrechterbegeleiders 1. De gezamenlijke scheidsrechterbeoordelaars en scheidsrechterbegeleiders van een vereniging, regio of een samenwerkingsverband tussen verenigingen dienen de aangewezen scheidsrechters, assistent-scheidsrechters, jeugdscheidsrechters of verenigingscheidsrechters te beoordelen of te begeleiden. Het aantal te beoordelen of te begeleiden
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
36
2.
3. 4.
5. 6.
wedstrijden wordt door het bondsbureau vóór aanvang van de betreffende competitie vastgesteld aan de hand van de bepaling in artikel 35 lid 5 en 35 lid 6 onder e van het reglement van wedstrijden. De LWS en DWS’sen stellen vast hoeveel daarvoor in aanmerking komende wedstrijden in werkelijkheid zijn beoordeeld of begeleid door een scheidsrechterbeoordelaar of scheidsrechterbegeleider van de betrokken vereniging, regio of samenwerkingsverband tussen verenigingen. Wedstrijden die van tevoren worden afgelast, tellen niet mee in bovenstaande telling. Gestaakte wedstrijden en wedstrijden die ter plekke in aanwezigheid van een scheidsrechterbeoordelaar of scheidsrechterbegeleider worden afgelast tellen wel mee in bovenstaande telling. Ook wedstrijden die geen doorgang vinden omdat één van beide ploegen niet opkomt en de LWS of DWS hiervan niet in kennis heeft gesteld waardoor de scheidsrechterbeoordelaar of scheidsrechterbegeleider een vergeefse reis heeft gemaakt, tellen mee in deze regeling. Dit is eveneens het geval wanneer er door de LWS of DWS abusievelijk meer dan één scheidsrechterbeoordelaars of scheidsrechterbegeleiders heeft aangewezen. Wedstrijden beoordeeld of begeleid geleid door een onafhankelijke scheidsrechterbeoordelaar of scheidsrechterbegeleider tellen niet mee in bovenstaande telling. De door de scheidsrechterbeoordelaar of scheidsrechterbegeleider uitgebrachte beoordelingen of begeleidingen in het kader van de cursus wat moet leiden tot het behalen van het certificaat beoordelaar/begeleider, tellen niet mee in het kader van deze regeling.
Artikel 9: Bonus en Malus. 9.1
Leiding 1. Indien de gezamenlijke scheidsrechters, assistent-scheidsrechters en jeugdscheidsrechters van een vereniging, regio of samenwerkingsverband tussen verenigingen minder wedstrijden leiden dan op grond van het bepaalde in artikel 3.1.4 zou moeten, verbeurt de betreffende vereniging voor iedere te weinig geleide wedstrijd een administratieve geldboete van tien rekeneenheden. Indien het aantal te leiden wedstrijden waarvoor de gezamenlijke scheidsrechters van een vereniging zijn aangewezen minder bedraagt dan het bepaalde in artikel 3.1.4, wordt het aantal aangewezen wedstrijden gehanteerd voor het bepalen van het aantal te weinig geleide wedstrijden. 2. Indien de gezamenlijke scheidsrechters, assistent-scheidsrechters en jeugdscheidsrechters van een vereniging, regio of samenwerkingsverband tussen verenigingen meer wedstrijden leiden dan op grond van het bepaalde in artikel 3.1.4 zou moeten, ontvangt de betreffende vereniging voor elke geleide wedstrijd boven het werkelijk aantal te leiden wedstrijden een bonus van zeven rekeneenheden. Wedstrijden die op verenigingsnaam zijn aangewezen tellen meer voor het bepalen van de bonus. 3. Indien bij een wedstrijd de aangewezen scheidsrechter of jeugdscheidsrechters niet opkomt (SNO), verbeurt de vereniging, regio of samenwerkingsverband tussen verenigingen die hem op grond van het bepaalde in artikel 6 lid 1 heeft opgegeven een administratieve geldboete van tien rekeneenheden. 4. Indien bij een wedstrijd de aangewezen verenigingsscheidsrechter niet opkomt (SNO), verbeurt de vereniging, regio of samenwerkingsverband tussen verenigingen die hem op grond van het bepaalde in artikel 6 lid 1 heeft opgegeven een administratieve geldboete van tien rekeneenheden.
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
37
5. Wedstrijden uit de breedtekorfbalcompetitie welke worden gefloten door cursisten die deelnemen aan de opleiding voor het diploma scheidsrechter breedtekorfbal en A-jeugd tellen niet mee in het kader van deze regeling maar leveren wel een bonus op van zeven rekeneenheden. 6. Wedstrijden die door de selectiewerkgroepen worden georganiseerd en waarvoor een neutrale scheidsrechter of jeugdscheidsrechter wordt aangesteld tellen niet mee in het kader van deze regeling maar leveren wel een bonus op van zeven rekeneenheden. 7. De bonus en malus, evenals de boetes voor SNO worden opgelegd door het bondsbureau. Hiervan wordt melding gemaakt aan de betreffende vereniging. Binnen een maand na ontvangst van dit bericht kan schriftelijk beroep worden ingesteld bij het bureau, waarbij met redenen omkleed bezwaar kan worden gemaakt tegen de opgelegde boete. De LCS beslist na advies van het bureau en van de onder haar ressorterende werkgroepen te hebben ingewonnen. 9.2
Scheidsrechterbeoordelaars en scheidsrechterbegeleiders 1. Indien de gezamenlijke scheidsrechterbeoordelaars en scheidsrechterbegeleiders van een vereniging, regio of samenwerkingsverband tussen verenigingen minder wedstrijden beoordelen of begeleiden dan op grond van het bepaalde in artikel 3.2.1 en 3.2.3 zou moeten, verbeurt de betreffende vereniging voor iedere te weinig geleide wedstrijd een administratieve geldboete van tien rekeneenheden. Indien het aantal te leiden wedstrijden waarvoor de gezamenlijke scheidsrechters van een vereniging zijn aangewezen minder bedraagt dan het bepaalde in artikel 3.2.1 en 3.2.3, wordt het aantal beoordeelde en begeleide wedstrijden gehanteerd voor het bepalen van het aantal te weinig uitgevoerde beoordelingen of begeleidingen. 2. Indien de gezamenlijke scheidsrechterbeoordelaars en scheidsrechterbegeleiders van een vereniging, regio of samenwerkingsverband tussen verenigingen meer wedstrijden heeft beoordeeld of begeleid dan op grond van het bepaalde in artikel 3.2.1 en 3.2.3 zou moeten, ontvangt de betreffende vereniging voor elke geleide wedstrijd boven het werkelijk aantal te beoordeelde of begeleide wedstrijden een bonus van zeven rekeneenheden. 3. De bonus en malus wordt opgelegd door het bondsbureau. Het bureau ontvangt zijn informatie van de LWS of DWS’sen. Van de bonus en malus wordt, door het bureau, melding gemaakt aan de betreffende vereniging, regio of samenwerkingsverband tussen verenigingen. Binnen een maand na ontvangst van dit bericht kan schriftelijk beroep worden ingesteld bij het bureau, waarbij met redenen omkleed bezwaar kan worden gemaakt tegen de opgelegde boete. De LCS beslist na advies van het bureau en van de onder haar ressorterende werkgroepen te hebben ingewonnen.
Artikel 10. Neutrale leiding in de breedtekorfbalcompetitie junioren en senioren. Neutrale leiding in de breedtekorfbalcompetitie junioren en senioren is mogelijk onder de navolgende randvoorwaarden. 1. Een regio of een samenwerkingsverband tussen verenigingen kunnen op vrijwillige basis besluiten neutrale leiding toe te passen in de breedtekorfbalcompetitie junioren en senioren. 2. Hiervoor zal de regio of het samenwerkingsverband tussen de verenigingen een convenant tekenen waarin ze aangeven op vrijwillige e basis te hebben gekozen voor neutrale leiding in de breedtekorfbalcompetitie junioren en senioren en de wedstrijdkorfbalcompetitie 1 e klasse B en C en 2 klasse B. 3. De regio of het samenwerkingsverband van verenigingen onderschrijven de uitgangspunten van de Rompregeling Arbitrage zoals omschreven in de overige artikelen.
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
38
4. De regio of het samenwerkingsverband van de verenigingen kan gebruik maken van: a. de faciliteiten van de beroepsorganisatie en/of de scheidsrechterswerkgroepen; b. de bonus malus regeling zoals omschreven in artikel 9.1 met dien verstande dat deze regeling separaat op de afspraken binnen de regio of het samenwerkingsverband tussen verenigingen van toepassing is en er geen compensatie mogelijk is met de bonus malus zoals benoemd in artikel 9.2. c. Indien een regio of samenwerkingsverband van verenigingen kiest om gebruik te maken van de optie genoemd in artikel 6.7 zal daar door de regio of het samenwerkingsverband van verenigingen een bijdrage aan het KNKV voor worden betaald. Artikel 11. Overgangsbepaling De overgangsregeling loopt synchroon met het uitfaseren van het Masterplan Arbitrage.
Artikel 12: Slotbepaling. Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2007. Alle eerder aangenomen scheidsrechtersregelingen komen met het aanvaarden van deze regeling te vervallen.
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
39
Artikel 11: Overgangsbepaling Overgangsregeling Masterplan Arbitrage Verplichtingen verenigingen Scheidsrechters en jeugdscheidsrechters
2007-2008
2008-2009
2010-2011
3.1.2 Levering Leiding en 3.1.4.
Fluiten wedstrijden. Bij een tekort dan aanvullen met neutrale verenigingsscheidsrechters
4.1.7 Gediplomeerde leiding en in niet neutrale klassen 4.1.8
Geen doelstellingen. 25% van de jeugdwedstrijden wordt geleid door een gediplomeerde jeugdscheidsrechter
4.1.9 Licentie
Geen doelstellingen. Geen doelstellingen. Geen doelstellingen. Ingang 1 juli 2010
9.1
Ingang 1 juli 2007
Bonus Malus regeling
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
Fluiten wedstrijden minimaal 25%. Overige 75% aanvullen met neutrale verenigingsscheidsrechters
2009-2010
2011-2012
2012-2013
Fluiten wedstrijden minimaal 50%. Overige 50% aanvullen met neutrale verenigingsscheidsrechters
Fluiten wedstrijden minimaal 75%. Overige 25% aanvullen met neutrale verenigingsscheidsrechters
Fluiten wedstrijden minimaal 100%. Niet meer aanvullen met neutrale verenigingsscheidsrechters
Fluiten wedstrijden minimaal 100%. Niet meer aanvullen met neutrale verenigingsscheidsrechters
50% van de jeugdwedstrijden wordt geleid door een gediplomeerde jeugdscheidsrechter
75% van de jeugdwedstrijden wordt geleid door een gediplomeerde jeugdscheidsrechter
100% van de jeugdwedstrijden wordt geleid door een gediplomeerde jeugdscheidsrechter
100% van de jeugdwedstrijden wordt geleid door een gediplomeerde jeugdscheidsrechter
40
Scheidsrechtersbeoordelaars en begeleiders
2007-2008
2008-2009
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
3.2.1. Levering Scheidsrechters beoordelaars
Geen doelstellingen. Geen doelstellingen
Leveren voldoende beoordelingsrapporten minimaal 25%
Leveren voldoende beoordelingsrapporten minimaal 50%
Leveren voldoende beoordelingsrapporten minimaal 75%
Leveren voldoende beoordelingsrapporten minimaal 100%
3.2.3. Levering Scheidsrechters begeleiders
Geen doelstellingen. Geen doelstellingen
Leveren voldoende begeleidersrapporten minimaal 25%
Leveren voldoende begeleidersrapporten minimaal 50%
Leveren voldoende r begeleidersrapporten minimaal 75%
Leveren voldoende begeleidersrapporten minimaal 100%
4.2.7 Licentie
Geen doelstellingen. Geen doelstellingen. Geen doelstellingen. Ingang 1 juli 2010
9.2
Bonus Malus regeling Overige verplichtingen Overige verplichtingen Elke vereniging heeft een scheidsrechter ontwikkelplan (SO)
Ingang 1 juli 2007 2007-2008 2008-2009 2007-2008 2008-2009 Geen doelstellingen. 25% van de verenigingen hebben en SO
2009-2010 2009-2010 50% van de verenigingen hebben en SO
2010-2011 2010-2011 75% van de verenigingen hebben en SO
2011-2012 2011-2012 100% van de verenigingen hebben en SO
2012-2013 2012-2013 100% van de verenigingen hebben en SO
CpSR aangesteld
Geen doelstellingen. 25% van de verenigingen hebben en CpSR aangesteld
50% van de verenigingen hebben en CpSR aangesteld
75% van de verenigingen hebben en CpSR aangesteld
100% van de verenigingen hebben en CpSR aangesteld
100% van de verenigingen hebben en CpSR aangesteld
5.5
5.6
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
41
Overgangsregeling Masterplan Arbitrage Verplichtingen KNKV Scheidsrechters en jeugdscheidsrechters
2007-2008
2008-2009
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
3.1.2 Levering Leiding en 3.1.4.
Nieuwe opleidingen zijn beschikbaar en opleiden docenten
Opleiden voldoende scheidsrechters en/of jeugdscheidsrechters, minimaal 25%. Overige 75% aanvullen met neutrale verenigingsscheidsrechters
Opleiden voldoende scheidsrechters en/of jeugdscheidsrechters, minimaal 50%. Overige 50% aanvullen met neutrale verenigingsscheidsrechters
Opleiden voldoende scheidsrechters en/of jeugdscheidsrechters, minimaal 75%. Overige 25% aanvullen met neutrale verenigingsscheidsrechters
Opleiden voldoende scheidsrechters en/of jeugdscheidsrechters, minimaal 100%. Niet meer aanvullen met neutrale verenigingsscheidsrechters
Opleiden voldoende scheidsrechters en/of jeugdscheidsrechters, minimaal 100%. Niet meer aanvullen met neutrale verenigingsscheidsrechters
4.1.7 Gediplomeerde leiding en in niet neutrale klassen 4.1.8
Nieuwe opleidingen zijn beschikbaar en opleiden docenten
Opleiden tot 25% van de jeugdwedstrijden wordt geleid door een gediplomeerde jeugdscheidsrechter
Opleiden tot 50% van de jeugdwedstrijden wordt geleid door een gediplomeerde jeugdscheidsrechter
Opleiden tot 75% van de jeugdwedstrijden wordt geleid door een gediplomeerde jeugdscheidsrechter
Opgeleid tot 100% van de jeugdwedstrijden wordt geleid door een gediplomeerde jeugdscheidsrechter
Opgeleid 100% van de jeugdwedstrijden wordt geleid door een gediplomeerde jeugdscheidsrechter
Formuleren criteria Monitoren rompregeling
Formuleren criteria Monitoren rompregeling
Ingang 1 juli 2010 Monitoren rompregeling
Monitoren rompregeling
Monitoren rompregeling
4.1.9 Licentie 9.1 Bonus Malus regeling
Ingang 1 juli 2007
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
42
Scheidsrechtersbeoordelaars en begeleiders
2008-2009
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
3.2.1. Levering Scheidsrechters beoordelaars
Nieuwe opleidingen zijn beschikbaar en opleiden docenten
Opleiden voldoende scheidsrechterbeoordelaars, minimaal 25%
Opleiden voldoende scheidsrechterbeoordelaars, minimaal 50%
Opleiden voldoende scheidsrechterbeoordelaars, minimaal 75%
Opleiden voldoende scheidsrechterbeoordelaars, minimaal 100%
3.2.3. Levering Scheidsrechters begeleiders
Nieuwe opleidingen zijn beschikbaar en opleiden docenten
Opleiden voldoende scheidsrechter begeleiders, minimaal 25%
Opleiden voldoende scheidsrechter begeleiders, minimaal 50%
Opleiden voldoende scheidsrechter begeleiders, minimaal 75%
Opleiden voldoende scheidsrechter begeleiders, minimaal 100%
Formuleren criteria Monitoren rompregeling
Formuleren criteria Monitoren rompregeling
Ingang 1 juli 2010 Monitoren rompregeling
Monitoren rompregeling
Monitoren rompregeling
2008-2009 25% van de verenigingen hebben en SO
2009-2010 50% van de verenigingen hebben en SO
2010-2011 75% van de verenigingen hebben en SO
2011-2012 100% van de verenigingen hebben en SO
2012-2013 100% van de verenigingen hebben en SO
4.2.7 Licentie 9.2 Bonus Malus regeling
5.5
Overige verplichtingen Elke vereniging heeft een scheidsrechter ontwikkelplan (SO)
5.6
CpSR aangesteld
2007-2008
Ingang 1 juli 2007 2007-2008 Format leveren
Masterplan Arbitrage KNKV 2007-2011
Functieprofiel opmaken
43