Florida Tripreport 12 tot en met 21 mei 2001 Simon Plat en Marc van der Aa De charmes van Florida als vogelbestemming Met ruim 500 soorten heeft bijna 75% van alle vogels van de VS zich in Florida laten zien. Hiervan is het grootste deel wintergast, wat de winter tot de beste tijd maakt om hier veel soorten te zien. Een kleine groep soorten is zomergast (z’n 35) al zijn dit vaak de specialiteiten van Florida. Florida heeft één echte endeem en een handvol soorten met beperkt verspreidingsgebied (zie bij Endemen, targets en bijzonderheden). Bovengenoemde aantallen worden voor de liefhebber nog aangevuld met rond de 175 exoten (zie bij Escapes). De avifauna van Amerika is in ruime mate onderzocht en in kaart gebracht; van praktisch iedere staat zijn Birdfinding Guides beschikbaar, soms zelfs meerdere per staat. Dit maakt het makkelijk je vogeltrip effectief voor te bereiden en ter plaatse de beste plekken te vinden. Waders Het zompige karakter van met name de zuidelijke helft van Florida, waarvan de Everglades het bekendste, maar zeker niet het mooiste natuurgebied is, maakt het een ideaal gebied voor waadvogels waaronder alle reigers van Noord Amerika en soorten als Limpkin (Koerlan/Aramus guarauna) en Wood Stork (Kaalkopooievaar/Mycteria americana). Op veel plekken zijn deze waders spectaculair algemeen, waardoor het in de goede tijd kan krioelen van de vogels. Endemen, targets en bijzonderheden Voor de wereld-twitcher heeft Florida niet zo heel veel te bieden: één echte endeem (Florida Scrub Jay – Florida Struikgaai/Aphelocoma coerulescens) en enkele endemische ondersoorten waaronder Cape Sable Seaside Sparrow (Kweldergors/Ammodramus maritimus mirabilis) en Florida Grashopper Sparrow (Sprinkhaangors/Ammodrammus vanannarum floridanus). Verder zou ik alleen Whooping Crane (Trompetkraanvogel/Grus americana) en Red-cockaded Woodpecker (Kokardespecht/Picoides borealis) kunnen bedenken als soorten die wereldwijd moeilijk te vinden zijn, maar in Florida redelijk goed kunnen worden getwitcht. Al moet je het met betrekking tot Whooping Crane doen met geherintroduceerde beesten en nakomelingen daarvan. Ruim 30 Noord Amerika endemen zijn in Florida te vinden. Verder bereiken nog eens ruim 30 soorten in Florida hun noordelijkste gedeelte van hun verspreidingsgebied. De meeste van deze soorten zijn echter in Midden en Zuid Amerika een stuk algemener (zoals Smooth-billed Ani – Kleine Ani/Crotophaga ani en Northern (Crested) Caracara – Kuifcaracara /Caracara cheriway). Andere soorten waarvan het verspreidingsgebied binnen de VS tot Florida beperkt is, zijn onder meer de Roseate Spoonbill (Rode Lepelaar/Ajaia ajaja), White-crowned Pigeon (Witkapduif/Columba leucocephala) welke ondertussen in het Caribisch gebied niet overal meer eenvoudig te vinden is, Mangrove Cuckoo (Mangrove-koekoek/Coccyzus minor) en Gray Kingbird (Grijze Koningstiran /Tyrannus dominicensis).
Escapes Helaas heeft Florida een discutabele status als staat met misschien wel het hoogste aantal geregistreerde escapes: meer dan 170 exotische soorten zijn geteld in de omgeving van Miami. Een aantal hiervan zijn volgens de regels van de American Birding Association telbaar, omdat ze zich gevestigd hebben, en worden met enthousiasme getwitcht, zoals Spot-breasted Oriole (Vlekborsttroepiaal/Icterus pectoralis) en Red-whiskered Bulbul (Roodoorbuulbuul/Pycnonotus jocosus). Omdat ik dit enthousiasme niet deel en van mening ben dat introductie van gebiedsvreemde organismen zelden tot een verbeterd natuurlijk evenwicht leidt, maak ik in dit tripreport geen verdere melding van ontsnapte of geherintroduceerde soorten die we hebben gezien. Om consequent te zijn vallen hieronder ook wijdverbreide soorten als de House Sparrow (Huismus/Passer domesticus), European Starling (Spreeuw/Sturnus vulgaris) en Eurasian Collared-Dove (Turkse Tortel/Streptopelia decaocto). Eén uitzondering: de White-winged Dove (Witvleugeltreurduif/Zenaida asiatica), van deze soort wordt over de status getwijfeld. Sommigen zeggen dat alleen de wintergasten wild zijn en de residente populatie is uitgezet, anderen veronderstellen dat de populatie rond Homestead daar op eigen kracht uit het Caribische gebied zijn gekomen, wat wordt bekrachtigd door het feit dat deze populatie van de Caribische ondersoort is. Migratie De vogeltrek en dan met name van de Amerikaanse zangers (Parulidae) is in Florida spectaculair. In de goede tijd (tussen eind maart en half mei met de piek tussen 10 en 20 april) is het mogelijk in één vakantie meer dan 30 soorten Amerikaanse zangers te zien, soms zelfs op één dag. Hierbij worden ook met enige regelmaat ‘moeilijkere soorten’ gevonden, zoals bij uitzondering een Kirtland’s Warbler (Kirtlands Zanger/Dendroica kirtlandii). Een en ander wordt dan nog aangevuld met de kans op alle Amerikaanse ‘gevlekte’ lijsters (Catharus spp.) en verschillende Vireo’s. Verder zijn bijna alle westelijke trekkende soorten als winter- of dwaalgast in Florida vastgesteld en dwaalt er ook wel eens wat af vanuit Cuba en de Bahama’s (Bahama Mockingbird – Bahama-spotlijster/ Mimus gundlachii is jaarlijks in Florida). Ook de roofvogeltrek (najaar) en steltlopertrek (zomer) kan erg boeiend zijn. Tam, tammer, tamst Een bekende charme van Florida zijn de uitstekende fotografeer mogelijkheden. Met name in de moerassige natuurgebieden waar ‘boardwalks’ de enige manier zijn om er in te komen, zijn de vogels uitzonderlijk tam. Reigers, Double-crested Cormorants (Geoorde Aalscholvers/Phalacrocorax auritus) en Anhingas (Amerikaanse Slangehalsvogels/Anhinga anhinga) blijven op de reling zitten als je langsloopt; zangvogels zijn als Goudhaantjes tijdens een strenge winter; Sandhill Cranes (Canadese Kraanvogels/Grus canadensis) zitten op stranden tussen badende mensen en Florida Scrub Jay heeft geen probleem het brood uit je handen te komen eten. Neem een boel fotorolletjes mee, want je blijft afdrukken!
Boekwerk We hebben de volgende boeken gebruikt:
David Sibley, 2000 - The North American Bird Guide De nieuwste gids van het Noord Amerikaans gebied. Erg goede gids met veel platen. De meeste van de recente splits zijn verwerkt en daarnaast zijn een flink aantal ondersoorten en kleurafwijkingen geïllustreerd. Helaas weinig informatie over de status van de opgenomen vormen. Extra informatie is opgenomen met hints voor moeilijk identificeerbare groepen. James D. Rising, 1996 – The Sparrows of the United States and Canada Alhoewel het late voorjaar niet de beste tijd is voor gorzen is dit een goede aanvulling gebleken op Sibley. Een aanrader, met name voor mensen die in de winter gaan. Bill Pranty, 1996 - A birders Guide to Florida (ABA/LANE Birdfinding Guide) Dit boek kun je zien als je ultieme reisgids van en naar doelsoorten en het is essentieel voor een gedegen voorbereiding. Er staat erg veel gebieds- en soortsinformatie in, maar het is verre van
overzichtelijk gepresenteerd. Helaas is het boek ondertussen wat oud en voor sommige plekken achterhaald. Niet raar opkijken als een mooi gebied is veranderd in een woonwijk. Verder is het Internet een uitstekende manier op informatie te verzamelen. De meest bruikbare links: www.camacdonald.com/birding (leuke en bruikbare links) www.virtualbirder.com/vbirder/realbirds/rbas/FL.html (met hotline informatie) www.birdtours.co.uk/tripreports/usa/index.htm (goede en minder goede tripreports) www.yankeefleet.com/yfreedomII.htm (voor het boeken van de boot naar Dry Tortugas)
Reis en verblijf Naar Miami wordt vrij veel aangeboden, waaronder combinaties. Fly-drive kan vrij goedkoop (in ons geval Swissair met 10 dagen auto: Fl 1300,- pp., maar wellicht kan het goedkoper). Verblijf kan met name in de toeristische gebieden in de periode november-april (hoogseizoen) relatief duur zijn. Vanaf mei wordt dit een stuk goedkoper. Met wat zoeken kun je motels voor onder Fl. 100,- per kamer vinden. In sommige gebieden zijn motels erg beperkt en moet je soms vele kilometers rijden voor zich iets aandient (centraal Florida is hier een voorbeeld van), op andere plekken stikt het ervan. Mensen met een beperkt budget kunnen de meest toeristische plekken langs de kust het best mijden. Het is aan te raden een tent mee te nemen, niet alleen om kosten te drukken (denk er aan dat campings soms duurder zijn dan motels!) maar ook om te overnachten op Dry Tortugas (zie bij Itinerary).
Itinerary De hieronder genoemde plekken zijn (mits anders vermeld) beschreven in de ABA Birdfinding Guide, waarin uitgebreide routebeschrijvingen en kaartjes zijn opgenomen. Bij Plekken wordt een overzicht gegeven van de genoemde plekken waarachter een paginanummer verwijst naar de locatie in de ABA Birdfinding Guide. Voor de Nederlandse en wetenschappelijke naam van de genoemde soorten wordt verwezen naar de checklist.
Zaterdag 12 mei 2001 Aankomst op Miami International Airport voor 15:00 uur, maar niet voor 16:30 met de auto weg. Zo snel mogelijk uit Miami gereden op weg naar onze eerste twitch: Cave Swallow, onder een aantal bruggen ten noorden van Homestead. Direct verder naar een plek voor Smooth-billed Ani in Florida City, waar de Florida Turnpike eindigt en overgaat in de US 1. Deze als betrouwbare bekend staande plek leverde ons echter niets meer op dan wat gewone soorten. Door naar Key Largo maar door invallende duisternis vonden we hier naast de eerste Common Nighthawks (fantastische beesten) geen bijzondere dingen meer. De rest van de avond doorgereden naar Marathon, waar we in een motel de nacht door brachten.
Zondag 13 mei 2001 Omdat het trekseizoen voor zangers al teneinde begon te lopen hebben we een bezoek aan Dry Tortugas, een eilandengroep ruim 100 km ten westen van Key West en hotspot voor voorjaarstrek, zo vroeg mogelijk gepland. Van tevoren via internet de boot transfer geboekt (is aan te raden want hij is gauw vol). De Yankee Freedom II is een snelle catamaran die het voordeel heeft boven andere boten naar Dry Tortugas dat er een zonnedek aanwezig is, zodat je ook tijdens de reis goed over zee kunt kijken. Het vertrekpunt van de boot in Key West staat beschreven in de ABA Birdfinding Guide. De prijs voor een retour ligt rond de $ 100,-; een bezoek aan Dry Tortugas is een must voor iedere vogelaar die Florida bezoekt. Naast grote broedkolonies Sooty Tern (> 40.000 paren!), Brown Noddy (2000 paren) en Magnificent Frigatebird broeden er enkele Masked Booby’s, Bridled Terns en zijn soorten als White-tailed Tropicbird (helaas gemist) en Red-footed Booby er jaarlijks. Daarnaast is de zangvogeltrek in het voorjaar fenomenaal. In de goede tijd kan een overnachting op het eiland Garden Key (kamperen is de enige optie) geen kwaad. Mensen die de zelfde dag terug
gaan hebben zo’n 3 uur om het eiland te doorzoeken; voldoende om het eiland te zien, maar te weinig om alle aanwezige vogels te vinden. Nog voor we aan boord van de Yankee Freedem II gingen druppelden in Key West de soorten al binnen: Black-throated Blue Warbler zagen we voor we goed en wel uit de auto waren en American Redstart en Black-and-white Warbler waren ook eenvoudig gevonden. Gray Kingbird bleek algemener dan verwacht. Tijdens de overtocht waren Magnificent Fregatebird, Brown Pelican en Royal Tern algemeen. Pas dicht bij de eilandengroep begonnen de sterns te komen (let op Bridled Tern, deze zijn rond Key West en tijdens de boottocht eenvoudiger te vinden dan in de kolonie Sooty Terns op de eilanden). Op Garden Key (het enige eiland dat de Yankee Freedom II aandoet) bleek de zangvogeltrek niet voorbij. Een Ovenbird onderzocht ook mijn rugtas op eetbaars en Cape May Warblers zaten in de struiken rond de tenten. Op de binnenplaats van het fort zaten veel zangers waaronder Palm Warbler, Prairie Warbler, veel Northern Parula’s en American Redstarts. Verder onder andere een Cedar Waxwing, enkele Bobolinks en een handje vol Yellowbilled Cuckoo’s. Een Bahama Mockingbird, een late Sharp-shinned Hawk en een Conneticut Warbler waren de mazzeltjes. Bij de enige zoet water fontein op het eiland is alles van zeer dichtbij te zien. De aanwezige Cattle Egrets schijnen daar op zangvogels te jagen: verder valt voor deze beesten niets te halen en als je weet dat de principiëlere reigers, die weigeren op zangvogeltjes te jagen (of dit niet zo goed kunnen) binnen enkele dagen op het eiland dood zijn wordt je wel triest van de tamheid van deze vogels. Vanaf de hogere punten van het fort is het eiland Hospital Key te zien: niet meer dan een bult zand met daarop een handvol Masked Booby’s (scoop is essentieel!). Als je tijdens de terugreis met de Y.F. II wat aanpapt met de kapitein (aardige vent) dan wil hij wel eens bij deze Key langs varen en er vlak voor stoppen om je zo de mogelijkheid te geven de Booby’s wat beter te zien (aanrader).
Maandag 14 mei 2001 Tweede dag op Garden Key met grotendeels dezelfde soorten maar toch een wat andere samenstelling: veel meer Northern Waterthrushes en Gray-cheecked Thrushes. De enige Veery van de trip liet zich niet terug vinden. Een Blackwhiskered Vireo was de mooiste van de vakantie, al is hij op de Keys in het late voorjaar niet zeldzaam. Verder onder meer nog een Gray Catbird en Song Sparrow. Tijdens de boottocht terug wolken vliegende vissen (vliegen, zwemmen of lopen die nou over het water?), dolfijnen (Tuimelaars), zeeschildpadden en zeker één juv. Redfooted Booby. Rond 17:30 terug in de haven (Roseate Tern en de enige Black Tern). Verder die dag wat moeite met het vinden van mooie vogelplekjes op (in) Key West. Een erg lelijk parkje (Little Hamaka City Park) leverde nog wel de eerste Reddish Egret (witte fase) en Tricolored Heron op en de enige (!)Belted Kingfisher (waar zitten die beesten toch?). De avond besteed aan het zoeken naar Antillean Nighthawk welke tegenwoordig overal op de westelijke Keys eenvoudig te vinden is. Bij de in de ABA gids beschreven parkeerplaats van de Junior College op Stock Island hoorden we er zeker twee, maar dit schijnt niet zo’n heel goede plek meer te zijn, sinds wat nieuwbouw in de omgeving.
Dinsdag 15 mei 2001 Wakker geworden in de bush van Sugarloaf Key (zout-water muggen!) en direct bijna aangevlogen door een Antillean Nighthawk (de enige die we te zien kregen). Daarna door naar de plek voor Mangrove Cuckoo, die zich alleen maar langs vliegend liet zien. Vervolgens naar Big Pine Key (langs Long Beach Road) met een laat koppeltje Blue-winged Teals (vrouwtje was wat kreupel en mannetje erg toegewijd) en een late American Pipet. White-eyed Vireo was hier eenvoudig te vinden. Op de terugweg vloog er nog spontaan een Mangrove Cuckoo over de weg. Andere plekken op Big Pine Key leverde weinig op. Onze eerste poging tot Burrowing Owl op het strand langs Sombrero Beach Road in Marathon leidde niet tot deze soort maar wel tot een Henslow’s Sparrow. Deze soort overwintert veel noordelijker en is voor zover ik weet nog nooit in de Keys vastgesteld. Verder ook nog een flinke groep Whitecrowned Pigeons. De tweede poging voor Burrowing Owl was raak: twee exemplaren stonden doodleuk op een druk gebruikt Golf veld: Municipal Golf Course in Marathon. In de middag de Keys uitgereden op weg naar Everglades NP. De ABA guide had al gewaarschuwd dat de Everglades er toch anders uit ziet dan de meeste zich voorstellen, desalniettemin was het toch nog een verrassing. In plaats van uitgestrekte watervlaktes met waterhyacint rij je de eerste 30 kilometer door een graslandschap met verspreid staande naaldbomen, welhaast saai te noemen, slechts opgefleurd door een langs vliegende Bald Eagle. Een uitzondering is het gebied rond de Anhinga Trail. Hier hadden we onze eerste Swallow-tailed Kites en een late Broad-winged Hawk was een verrassing. Op een Limpkin en een Gray Catbird na was er op de trails weinig te beleven. De ponds langs de weg naar Flamingo waren levendig: naast grote aantallen reigers zaten bij Paurotis pond onder meer grote aantallen Wood Stork en Roseate Spoonbill. De overige ponds inclusief Eco Pond, de plek waar al heel wat zeldzaamheden zijn gevonden, waren vergelijkbaar, met als enige (maar zeer significant) verschil dat je bij Eco Pond niet alleen door dazen werd belaagd, maar in nog veel grotere aantallen door muggen en knutten, wat het vogelen daar ondraaglijk maakte. Voor vogelaars die tussen mei en augustus gaan: neem alle vormen van insect verdelgers mee (zonodig aangevuld met klamboenetten al vogelt het met die dingen wel lastig) want het is op een aantal plekken in Florida vanaf mei niet te harden van de muggen. Ook de camping bij Flamingo was overladen van de muggen. Oh ja, een van de toppers van de vakantie was een Poema die rustig in de berm zat en pas bij benadering rustig het bos in liep!
Woensdag 16 mei 2001 Na een slechte nacht vanwege de muggen vroeg opgestaan, met alweer een Antillean Nighthawk. Eco Pond leverde een Solitary Sandpiper op maar vanwege opnieuw die muggen zijn we daar bijna letterlijk weggerend! Op een van de plekken langs de weg die in de ABA gids genoemd zijn (p. 238) vonden we zonder veel problemen enkele zingende Cape Sable Seaside Sparrows. Deze soort schijnt vrij lastig te zijn omdat hij alleen zingt tussen 8:00 en 10:00 uur ‘s ochtends, op windstille dagen met mooi weer in het goede seizoen (tussen maart en juni), maar een beetje mazzel is nooit weg. De bekende (en om muggen beruchte) Snake Bight Trail hebben we niet eens geprobeerd. Weer een mazzeltje bij Paurotis Pond: een Baird’s Sandpiper tussen de Semipalmated Sandpipers. Omdat er nog wel wat andere plekken op onze agenda stonden, zijn we al vogelend het park weer uit gereden. De route door het noordelijke gedeelte van het Everglades complex (Big Cypress NP) kwam meer overeen met mijn idee van de Everglades. De onverharde route 839 was erg droog en leverde, op onze eerste Pileated Woodpecker na, weinig op. Het volgende excursiepunt, Corckscrew Swamp Sanctuary, was landschappelijk fantastisch maar leverde vogeltechnisch alleen wat gewoner spul op, zoals Pine Warbler en Downy Woodpecker. Uitzondering waren de 2 fanatiek roepende Barred Owls, al liet deze, vaak overdag actieve grote neef van onze bosuil zich niet zien. Wie in Nederland
Bosuilen kan lokken kan hetzelfde proberen met Barred Owls, maar dan met wat aangepast ritme (who cooks for you). Het feit dat het boardwalk gedeelte van Corckscrew Swamp Sanctuary helemaal was uitgedroogd illustreert zowel dat wij iets te laat waren als dat het de laatste tijd (en met name dit seizoen) erg droog is in zuidelijk Florida. Na Corckscrew doorgereden naar de kust: Marco Island. Hier is een boeiend stuk strand: Tiger Tail Beach waar we naast een boel gewonere steltlopers verschillende Wilson’s Plovers vonden. Opnieuw geluk met een late Piping Plover, die allang in zijn broedgebied had moeten zijn. Black Skimmers waren algemeen. Een ‘grote’ jager, die helaas niet op naam kon worden gebracht vanwege de gerede kans op donkere fase Zuidpooljagers, vloog over het strand.
Donderdag 17 mei 2001 Sanibel Island is een van de top sites van Florida, waar ieder seizoen van het jaar wel wat te doen is. ’s Ochtends bij de vuurtoren in het oosten begonnen voor mogelijke trekvogels. Op een enkele American Redstart was het echter leeg. J.N. Ding Darling National Wildlife Refuge is een groot mangrove getijde moeras met verschillende wandelroutes en een ‘drive-in’ vogel route: een één-richting weg van ongeveer 10 km door het moeras voor het betere auto-vogelwerk. Ook hier was veel minder te doen dan normaal (volgens een lokale vogelaar). Yellow-crowned Night-Heron liet zich met veel moeite vinden. White Ibis was er zeer algemeen en ook hier de verschillende reigersoorten waaronder Green Heron en Reddish Egret. De topper echter was een Mangrove Cuckoo die zich uitgebreid liet bekijken (en fotograferen) en zelfs een unieke show weg gaf door in vol zicht een partner te voeren. Dit alles vlak bij de schuilhut halverwege de route. Door de wat tegenvallende resultaten (je raakt zo snel gewend aan nieuwe soorten) waren we weer vroeg op pad richting Myakka River State Park. Net als Corckscrew is dit park erg mooi, ook een absolute aanrader. Verschillende Sandhill Cranes (3 stelletjes), een enkele Wood Duck en de eerste Purple Gallinules zaten in de nattere delen van het park. Verder weer de eeuwige reigers en van de ibissen kijk je ook niet meer op. Fort Myers Beach leverde enkele Greater Yellowlegs, Wilsons Plovers en verschillenden Dowitchers op. Als avond excursie kozen we Oscar Scheren State Park, omdat we ons bedachten dat Florida Scrub Jay nog moest. Ik heb sterk het vermoeden dat zij ons vonden ruim voordat wij hen vonden: zodra we het zandpad aan het einde van de parkeerplaats in wandelden kwam er een op ons afvliegen en die streek voor onze voeten neer, klaar voor een maaltijd! Met als gevolg wat foto’s van gaaien die op de hand het brood tussen de vingers uit trekken. Voelde ik me toch even David Attenborough!
Vrijdag 18 mei 2001 Vandaag hadden we het eiland Fort De Soto Park op de agenda. Geen natuurpark maar een recreatiepark maar erg bekend om de hier gevonden zeldzaamheden. Geen trekvogels meer, blijkbaar is het nu toch echt afgelopen, Wel Brown-headed Cowbird, American Oystercatcher, meerdere Forster’s Terns en een Common Loon op minder dan 5 meter. Speciaal voor de zeer charmante Prothonotary Warbler zijn we naar Lettuce Lake Regional Park gereden, waar we deze topper van de Amerikaanse warblers zeer fraai mochten bekijken voor hij en wij werden verjaagd door een wilde kudde schoolkinderen op biologie excursie (de les ‘How to find a Prothonotary Warbler’ moest klaarblijkelijk nog gegeven worden). Omdat het noorden met een flinke dosis andere broedvogels nu toch wel erg dichtbij kwam besloten we in de saaiere uurtjes van de hete middag naar Gainsville te rijden. Het eerste park Paynes Prairie State Preserve was vergeven van de weekschildkevers, bijna zo lastig als muggen, maar gelukkig steken ze niet. Blue Grosbeak was algemeen, maar Mississippy Kite wilde pas meewerken toen we weer uit het park de stad in reden. Meerdere vogels vlogen over verschillende delen van de stad. Het
bos bij San Felasco Hammock State Preserve bracht ons weer even terug naar het altijd lastige tussen-de-bladeren- vogelen (eindelijk even geen reigers). Acadian Flycatcher liet zich goed zien, maar zelfs na verwoede pogingen, inclusief lokken met geluid en een hernia van het naar boven staren konden we slechts glimpen opvangen van Yellow-throated Vireo, die daar, gezien het aantal zingende beesten, toch niet zeldzaam is. Dat Amerika mooie spechten heeft bewezen de Red-headed Woodpeckers overtuigend. Een Tennessee Warbler was nog een laatste (but not least) stuiptrekking van de warbler trek.
Zaterdag 19 mei Omdat we nog wel wat hadden laten liggen zijn we deze ochtend opnieuw het bos van San Felasco Hammock in gegaan (ruim voor de officiële openingstijd van 8:00 uur). Een Hooded Warbler liet zich mooi zien. Eastern Wood Peewee liet zich alleen horen, net als Northern Bobwhite. Een klein parkje op het universiteitsterrein in Gainsville, Lake Alice, bracht ons Yellow-throated Warbler, Summer Tanager en House Finch. Onderweg naar centraal Florida (St. Cloud Area) miste de bestuurder ten gunste van de verkeersveiligheid een groep Fulvous Whistling-Ducks in een plas langs de Florida Turnpike. Een rit naar Southport Park was nodig voor onze enige Snail Kite (Kaliga Park bij St. Cloud is een afrader). Onze enige Crested Caracara zat langs Canoe Creek Road. Via Joe Overstreet Road naar Lake Kissimmee gereden voor de Whooping Cranes (vermoedelijk de beste plek), verder langs deze weg erg veel Turkeys en Sandhill Cranes. Three Lakes WMA is een consistente plek voor Red-cockaded Woodpecker (kwestie van bomen met een witte ring zoeken) en Bachman’s Sparrow. Hier ook onze enige Hairy Woodpecker (wordt steeds zeldzamer in Florida), maar geen Florida Grasshopper Sparrows.
Zondag 20 mei Ook in Avon Park geen spoor van Florida Grasshopper Sparrow en verder ook weinig de moeite waard (droog). Alleen een groepje Brown-headed Nuthatches fleurde de excursie wat op. Onderweg terug naar Miami nog een poging voor de lelijkste vogel van het gebied (Smooth-billed Ani), Loxahatchee NWR, maar opnieuw zonder resultaat.
Maandag 21 mei Alhoewel we pas in de middag terug vlogen deze ochtend alleen nog de allerlaatste poging voor Mr. Smooth-bill, in Florida City (zie zaterdag 12 mei), maar deze dag moest onze enige zonder nieuwe soorten worden.
Soortenlijst De aantallen worden als volgt weergegeven: V enkele exemplaren (<10) X tientallen exemplaren XX vele tientallen C meer dan honderd CC vele honderden en meer De indicatie van voorkomen geeft alleen onze interpretatie weer en is geen poging tot objectieve schatting: sommige soorten zullen normaliter algemener of juist schaarser zijn dan hier vermeld. Namgeving is volgens Sibley (2000).
Common Loon (IJsduiker/Gavia immer): 1 juv Ft De Soto County Park Pied-billed Grebe (Dikbekfuut/Podilymbus podiceps): < 5, schaarser dan verwacht, oa Myakka River State Park American White Pelican (Witte Pelikaan/Pelecanus erythrorhynchos): 5, Nine mile Pond (Everglades National Park), J.N. Ding Darling National Wildlife Refuge Brown Pelican (Bruine Pelikaan/Pelecanus occidentalis): C, vrij algemeen op alle plekken langs de west kust, zeer algemeen op de Keys en Dry Tortugas Magnificent Frigatebird (Amerikaanse Fregatvogel/Fregata magnificens): C, vrij algemeen op alle plekken langs de west kust, zeer algemeen op Dry Tortugas Double-crested Cormorant (Geoorde Aalscholver/Phalacrocorax auritus): XX, overal bij water Anhinga (Amerikaanse Slangehalsvogel/Anhinga anhinga): XX, overal bij water Masked Booby’s (Maskergent/Sula dactylatra): ±10, Hospital Key (Dry Tortugas) Red-footed Booby (Roodpootgent/Sula sula): 1, offshore bij Key West Brown Booby (Bruine Gent/Sula leucogaster): ± 5, Dry Tortugas Great Blue Heron (Amerikaanse Blauwe Reiger/Ardea herodias): XX, witte fase met name in het zuiden, blauwe fase meer in het noorden Cattle Egret (Koereiger/Bubulcus ibis): C, verscheidene plaatsen Green Heron (Groene Reiger/Butorides virescens): XX, overal bij water Great Egret (Grote Zilverreiger/Egretta alba): XX, overal bij water Little Blue Heron (Kleine Blauwe Reiger/Egretta caerulea): XX, verscheidene plaatsen Reddish Egret (Roodhalsreiger/Egretta rufescens): V, 1 witte vorm in Key West, rest rode vorm oa. Tiger Tail Beach en J.N. Ding Darling NWR Snowy Egret (Amerikaanse Kleine Zilverreiger/Egretta thula): XX overal bij water Tricolored Heron (Witbuikreiger/Egretta tricolor): X, verscheidene plaatsen Yellow-crowned Night-Heron (Geelkruinkwak/Nyctanassa violacea): 3, veel minder algemeen dan verwacht, alleen gezien in J.N. Ding Darling NRW Black-crowned Night-Heron (Kwak/Nycticorax nycticorax): V, Everglades NP oa. Eco Pond Wood Stork (Kaalkopooievaar/Mycteria americana): C, veel exemplaren maar lokaal, met name de ponds langs de weg richting Flamingo in Everglades NP Roseate Spoonbill (Rode Lepelaar/Ajaia ajaja): XX, oa. Everglades NP, J.N. Ding Darling NWR en Myakka RSP White Ibis (Witte Ibis/Eudocimus albus): C, overal Glossy Ibis (Zwarte Ibis/Plegadis falcinellus): XX, verscheidene plaatsen maar minder algemeen dan zijn witte verwant, een grote groep in Myakka RSP Fulvous Whistling Duck (Rosse Fluiteend/Dendrocygna bicolor): 8, in een poel langs de Florida’s Turnpike, ter hoogte van Minneola Wood Duck (Carolinaeend/Aix sponsa): 3, veel minder dan verwacht, wellicht door de droogte, alleen in Myakka RSP en Paynes Prairie State Preserve
Blue-winged Teal (Blauwvleugeltaling/Anas discors): 2, Big Pine Key Mottled Duck (Gevlekte Eend/Anas fulvigula): X, wijd verbreid, tot in sloten in Miami, maar in kleine aantallen Turkey Vulture (Kalkoengier/Cathartes aura): C, overal Black Vulture (Zwarte Gier/Coragyps atratus): C, overal Osprey (Visarend/Pandion haliaetus): XX, fantastisch algemeen, zowel op de Keys als in het binnenland Sharp-shinned Hawk (Amerikaanse Sperwer/Accipiter striatus): 1, een verrassend late doortrekker op Dry Tortugas (Garden Key) Red-tailed Hawk (Roodstaartbuizerd/Buteo jamaicensis): V, alleen in het noorden van Florida (Florida) Red-shouldered Hawk (Roodschouderbuizerd/Buteo lineatus): X, verscheidene plaatsen Broad-winged Hawk (Breedvleugelbuizerd/Buteo platypterus): 1, een laat exemplaar bij Anhinga Trail in Everglades NP Swallow-tailed Kite (Zwaluwstaartwouw/Elanoides forficatus): X, meerdere exemplaren bij Anhinga Trail in Everglades NP, verder losse exemplaren door het hele gebied Bald Eagle (Amerikaanse Zeearend/Haliaeetus leucocephalus): V, Everglades NP, Lake Kissimmee Mississippi Kite (Mississippi-wouw/Ictinia mississippiensis): 3, Gainsville, boven de stad Snail Kite (Slakkewouw/Rostrhamus sociabilis): 1, kan een moeilijke soort zijn, wij vonden ons enige exemplaar bij Southport Park in de Kissimme/St. Cloud Area Northern Caracara (Kuifcaracara/Caracara cheriway): 1, langs Canoe Creek Road Wild Turkey (Kalkoen/Meleagris gallopavo): X, vrij algemeen en eenvoudig te vinden in de Kissimmee/St.Cloud Area, met name langs de Joe Overstreet Road Northern Bobwhite (Bobwhite/Colinus virginianus): V, San Felasco Hammock Whooping Crane (Trompetkraanvogel/Grus americana): 5, Lake Kissemmee, vanaf Joe Overstreet Road Sandhill Crane (Canadese Kraanvogel/Grus canadensis): X, met name in de Kissimmee/St. Cloud Area, maar ook onder andere in Myakka RSP Limpkin (Koerlan/Aramus guarauna): V, oa Anhinga Trail American Coot (Amerikaanse Meerkoet/Fulica americana): V, slechts enkele, oa in Everglades NP Common Moorhen (Waterhoen/Gallinula chloropus): XX, overal bij water Purple Gallinule (Amerikaans Purperhoen/Porphyrula martinicus): V, vermoedelijk door de droogte moeilijk te vinden, enkele in Myakka RSP en grotere aantallen in Paynes Prairie State Preserve King Rail (Koningsral/Rallus elegans): 1, tenminste één exemplaar in Eco Pond, lastig op geluid te onderscheiden van Clapper Rail Clapper Rail (Klapperral/Rallus longirostris): X, verschillende plekken, ook overdag roepend American Oystercatcher (Amerikaanse Bonte Scholekster/Haematopus palliatus): 4, slechts één waarneming van 4 exemplaren in Ft. De Soto Park Black-necked Stilt (Zwartneksteltkluut/Himantopus mexicanus): XX, verschillende plekken, met name aan zee Piping Plover (Dwergplevier/Charadrius melodus): 1, een laat exemplaar op Tiger Tail Beach Semipalmated Plover (Amerikaanse Bontbekplevier/Charadrius semipalmatus): XX, overal op zandige stranden Killdeer (Killdeerplevier/Charadrius vociferus): X, verschillende plekken, maar lage aantallen Wilson's Plover (Dikbekpklevier/Charadrius wilsonia): V, Tiger Tail Beach, Ft. Meyers Beach, Ft. De Soto Park Grey Plover (Zilverplevier/Pluvialis squatarola): XX, verschillende plekken aan zee Ruddy Turnstone (Steenloper/Arenaria interpres): XX, overal aan zee Sanderling (Drieteenstrandloper/Calidris alba): V, Tiger Tail Beach Dunlin (Bonte Strandloper/Calidris alpina): X, verschillende plekken Baird's Sandpiper (Bairds Strandloper/Calidris bairdii): 1, Paurotis Pond, Everglades NP Red Knot (Kanoet/Calidris canutus): XX, Tiger Tail Beach White-rumped Sandpiper (Bonapartes Strandloper/Calidris fuscicollis): 1, Tiger Tail Beach Western Sandpiper (Alaska-strandloper/Calidris mauri): V, oa. Tiger Tail Beach Least Sandpiper (Kleinste Strandloper/Calidris minutilla): V, oa. Garden Key, Paurotis Pond
Semipalmated Sandpiper (Grijze Strandloper/Calidris pusilla): XX, verschillende plekken Willet (Willet/Catoptrophorus semipalmatus): X, verschillende plekken Short-billed Dowitcher (Kleine Grijze Snip/Limnodromus griseus): V, oa. Big Pine Key, Ft. Meyers Beach Marbled Godwit (Marmergrutto/Limosa fedoa): V, Tiger Tail Beach, Ft. De Soto Park Hudsonian Curlew (Amerikaanse Regenwulp/Numenius hudsonicus): V, Ft. De Soto Park Lesser Yellowlegs (Kleine Geelpootruiter/Tringa flavipes): 1, Big Pine Key Spotted Sandpiper (Amerikaanse Oeverloper/Tringa macularia): V, lage aantallen, oa. Garden Key Greater Yellowlegs (Grote Geelpootruiter/Tringa melanoleuca): V, Nine Mile Pond (Everglades NP), J.N. Ding Darling NWR, Ft. Meyers Beach Solitary Sandpiper (Amerikaanse Bosruiter/Tringa solitaria): 1, Eco Pond Laughing Gull (Lachmeeuw/Larus atricilla): CC, overal Ring-billed Gull (Ringsnavelmeeuw/Larus delawarensis): X, met name op de stranden Great Black-backed Gull (Grote Mantelmeeuw/Larus marinus): 3, Garden Key American Herring Gull (Amerikaanse Zilvermeeuw/Larus smithsonianus): 1, Garden Key (elders mogelijk over het hoofd gezien) Brown Noddy (Noddy/Anous stolidus): CC, Dry Tortugas Black Tern (Zwarte Stern/Chlidonias niger): 1, buiten haven Key West Sooty Tern (Bonte Stern/Sterna fuscata): CC, Dry Tortugas Bridled Terns (Brilstern/Sterna anaethetus): X, Dry Tortugas Least Tern (Amerikaanse Dwergstern/Sterna antillarum): XX, overal langs de west kust Caspian Tern (Reuzenstern/Sterna caspia): V, ponds in de Everglades NP Roseate Tern (Dougalls Stern/Sterna dougallii): V, buiten haven Key West Forster's Tern (Forsters Stern/Sterna forsteri): V, Ft. De Soto Park Common Tern (Visdief/Sterna hirundo): 1, in de haven van Key West Royal Tern (Koningsstern/Sterna maxima): XX, overal in de Keys, Ft. De Soto Park Sandwich Tern (Grote Stern/Sterna sandvicensis): X, verschillende plekken Black Skimmer (Amerikaanse Schaarbek/Rynchops niger): XX, oa. Tiger Tail Beach, Ft. De Soto Park White-crowned Pigeon (Witkapduif/Columba leucocephala): >20, een grote groep in een boom langs Sombrero Beach Road, hoog overvliegende groepen duiven op Key West waren vermoedelijk ook van deze soort Common Ground-Dove (Musduif/Columbina passerina): XX, verschillende plaatsen White-winged Dove (Witvleugeltreurduif/Zenaida asiatica), V, rond Homestead Mourning Dove (Treurduif/Zenaida macroura): CC, overal Yellow-billed Cuckoo (Geelsnavelkoekoek/Coccyzus americanus): V, Garden Key Mangrove Cuckoo (Mangrove-koekoek/Coccyzus minor): 3, Sugarloaf Key, Big Pine Key en J.N. Ding Darling NWR Great Horned Owl (Amerikaanse Oehoe/Bubo virginianus): 1, gehoord bij West Lake (Everglades NP) Burrowing Owl (Holenuil/Speotyto cunicularia): 2, op het Municipal Golf Course in Marathon Barred Owl (Gestreepte Bosuil/Strix varia): 3, twee in Corckscrew Swamp Sanctuary, één in Avon Park Chuck-will's-widow (Chuck-will's-widow/Caprimulgus carolinensis): 1, Three Lakes WMA Antillean Nighthawk (Antilliaanse Nachtzwaluw/Chordeiles gundlachii): V, enkele exemplaren bij Junior College op Stock Island, een exemplaar op Sugarloaf Key en een exemplaar op de camping in Flamingo (Everglades NP) Common Nighthawk (Amerikaanse Nachtzwaluw/Chordeiles minor): XX, bijna overal Chimney Swift (Schoorsteengierzwaluw/Chaetura pelagica): XX, kleine groepjes op verschillende plekken, oa. Garden Key en Corckscrew Swamp Sanctuary Belted Kingfisher (Bandijsvogel/Megaceryle alcyon): 1, Little Hamaka City Park Northern Flicker (Noordamerikaanse Grondspecht/Colaptes auratus): V, losse exemplaren door het hele gebied Pileated Woodpecker (Noordamerikaanse Helmspecht/Dryocopus pileatus): X, verschillende plekken, oa Sanibel Island (vuurtoren) Red-bellied Woodpecker (Roodbuikspecht/Melanerpes carolinus): XX, practisch overal
Red-headed Woodpecker (Roodkopspecht/Melanerpes erythrocephalus): V, San Felasco Hammock State Preserve Red-cockaded Woodpecker (Kokarde Specht/Picoides borealis): 1, Three Lakes WMA Downy Woodpecker (Donsspecht/Picoides pubescens): 1, Corckscrew Swamp Sactuary Hairy Woodpecker (Haarspecht/Picoides villosus): 1, Three Lakes WMA Eastern Wood-Pewee (Oostelijke Bospiewie/Contopus virens): 1, San Felasco HSP Acadian Flycatcher (Beukenfeetiran/Empidonax virescens): V, San Felasco HSP Great Crested Flycatcher (Grote Kuiftiran/Myiarchus crinitus): XX, verschillende plekken Grey Kingbird (Grijze Koningstiran/Tyrannus dominicensis): X, algemeen in de Keys en langs de west kust Eastern Kingbird (Koningstiran/Tyrannus tyrannus): V, verrassend weinig, alleen rond Everglades NP Cave Swallow (Holezwaluw/Hirundo fulva): X, onder bruggen bij Homestead Barn Swallow (Boerenzwaluw/Hirundo rustica): XX, overal Purple Martin (Purperzwaluw/Progne subis): XX, niet op de Keys gezien, verder bijna overal American Pipit (Amerikaanse Waterpieper/Anthus rubescens): 1, Big Pine Key Loggerhead Shrike (Amerikaanse Klapekster/Lanius ludovicianus): XX, practisch overal Cedar Waxwing (Cederpestvogel/Bombycilla cedrorum): 1, Garden Key Carolina Wren (Carolina-winterkoning/Thryothorus ludovicianus): XX, overal op het vaste land Grey Catbird (Katvogel/Dumetella carolinensis): 2, een exemplaar op Garden Key en een bij Anhinga Trail Bahama Mockingbird (Bahama-spotlijster/Mimus gundlachii): 1, Garden Key Northern Mockingbird (Spotlijster/Mimus polyglottos): XX, overal Grey-cheeked Thrush (Grijswangdwerglijster/Catharus minimus): V, Garden Key Veery (Veery/Catharus fuscescens): 1, Garden Key Eastern Bluebird (Roodkeelsialia/Sialia sialis): XX, overal met uitzondering van het uiterste zuiden Blue-grey Gnatcatcher (Blauwgrijze Muggenvanger/Polioptila caerulea): XX, verschillende plekken Tufted Titmouse (Tweekleurige Mees/Baeolophus bicolor): XX, vanaf Corcksrew meerdere exemplaren in alle geschikte gebieden Carolina Chickadee (Carolina-mees/Poecile carolinensis): XX, zeer algemeen in de drogere bossen in het noorden Brown-headed Nuthatch (Bruinkopboomklever/Sitta pusilla): X, één actief fouragerend en roepend groepje in Avon Park Bachman's Sparrow (Dennegors/Aimophila aestivalis): X, verschillende exemplaren in Three Lakes WMA en Avon Park Henslow's Sparrow (Henslows Gors/Ammodramus henslowii): 1, op het strand van Sombrero Beach Cape Sable (Seaside) Sparrow (Kweldergors/Ammodramus maritimus mirabilis):V, langs de weg naar Flamingo in Everglades NP op de in de ABA gids beschreven plek Song Sparrow (Zanggors/Melospiza melodia): 1, één, mogelijk twee exemplaren op Garden Key Northern Cardinal (Rode Kardinaal/Cardinalis cardinalis): XX, practisch overal enkele exemplaren Blue Grosbeak (Blauwe Bisschop/Guiraca caerulea): V, enkele exemplaren langs de trail in Paynes Prairie SP Indigo Bunting (Indigo-gors/Passerina cyanea): 3, een mannetje en twee vrouwtjes op Garden Key Eastern Towhee (Roodflanktowie/Pipilo erythrophthalmus): XX, algemeen op het vaste land Summer Tanager (Zomertangare/Piranga rubra): 2, man en vrouw in het park Lake Alice in Gainsville Black-throated Blue Warbler (Blauwe Zwartkeelzanger/Dendroica caerulescens): XX, de grootste aantallen op Garden Key en Key West, verder een enkele verspreid op het vaste land Florida Prairie Warbler (Prairie-zanger/Dendroica discolor paludicola): XX, zeer algemeen op de Keys
Yellow-throated Warbler (Geelkeelzanger/Dendroica dominica): 1, in het park Lake Alice Magnolia Warbler (Magnolia-zanger/Dendroica magnolia): V, enkele exemplaren op Garden Key Palm Warbler (Palmzanger/Dendroica palmarum): X, Garden Key Pine Warbler (Dennezanger/Dendroica pinus): V, enkele exemplaren in Corckscrew Blackpoll Warbler (Zwartkopzanger/Dendroica striata): X, Garden Key, Big Pine Key en enkele exemplaren op het vaste land Cape May Warbler (Tijgerzanger/Dendroica tigrina): X, Garden Key Common Yellowthroat (Gewone Maskerzanger/Geothlypis trichas): XX, vrij algemeen door het hele gebied Black-and-white Warbler (Bonte Zanger/Mniotilta varia): V, Garden Key, Key West Connecticut Warbler (Connecticutzanger/Oporornis agilis): 2, Garden Key Northern Parula (Brilparulazanger/Parula americana): XX, overal Prothonotary Warbler (Citroenzanger/Protonotaria citrea): 2, Lettuce Lake SP, aan het einde van de boardwalk Ovenbird (Ovenvogel/Seiurus aurocapillus): V, Garden Key Northern Waterthrush (Noordse Waterlijster/Seiurus noveboracensis): V, Garden Key American Redstart (Amerikaanse Roodstaart/Setophaga ruticilla): XX, verreweg de algemeenste zanger op Garden Key, kleine aantallen op het vaste land Tennessee Warbler (Tennesse-zanger/Vermivora peregrina): 1, San Felasco Hammock SP Hooded Warbler (Monnikszanger/Wilsonia citrina): 1, zingend mannetje in San Felasco Hammock SP Black-whiskered Vireo (Baardvireo/Vireo altiloquus): V, Garden Key, Big Pine Key Yellow-throated Vireo (Geelborstvireo/Vireo flavifrons): V, meerdere zingend in San Felasco Hammock SP White-eyed Vireo (Witoogvireo/Vireo griseus): XX, practisch overal Red-eyed Vireo (Roodoogvireo/Vireo olivaceus): V, Little Hamaka SP, San Felasco Hammock SP Red-winged Blackbird (Epauletspreeuw/Agelaius phoeniceus): XX, overal Bobolink (Bobolink/Dolichonyx oryzivorus): V, Garden Key Brown-headed Cowbird (Bruinkopkoevogel/Molothrus ater): 2, Ft. De Soto Park Boat-tailed Grackle (Bootstaarttroepiaal/Quiscalus major): C, overal Common Grackle (Glanstroepiaal/Quiscalus quiscula): XX, overal Eastern Meadowlark (Witkaakweidespreeuw/Sturnella magna): XX, practisch overal House Finch (Mexikaanse Roodmus/Carpodacus mexicanus): V, Lake Alice Florida Scrub Jay (Florida Struikgaai/Aphelocoma coerulescens): V, Oscar Scheren SP American Crow (Amerikaanse Kraai/Corvus brachyrhynchos): XX, verschillende plekken Fish Crow (Viskraai/Corvus ossifragus): XX, verschillende plekken Blue Jay (Blauwe Gaai/Cyanocitta cristata): X, practisch overal
Plekken Hier volgt nog een overzicht van de bezochte plekken met een verwijzing naar de bladzijde in de ABA Birdfinding Guide “A Birder’s Guide to Florida” (1996).
Anhinga Trail: p. 236 Avon Park: p. 159 Big Pine Key: p. 255 Canoe Creek Road: p. 155 Cave Swallow plek: p. 230 Corckscrew Swamp Sanctuary: p. 203 Dry Tortugas: p. 260 Eco Pond: p. 240 Everglades NP: p. 234 Flamingo: p. 240 Fort De Soto Park: p. 129 Fort Myers Beach: p. 194 Gainsville: p. 93 Garden Key: p. 261 Hospital Key: p. 263 J.N. Ding Darling NWR: p. 193 Homestead: p. 229 Joe Overstreet Road: p. 155 Junior College: p. 259 Kaliga Park: p. 152 Key Largo: p. 246 Key West: p. 259 Lake Alice: p. 95 Lake Kissimmee: p. 158 Lettuce Lake Regional Park: p. 133 Little Hamaka City Park: p. 259 Marco Island: p. 198 Municipal Golf Course, Marathon: p. 250 Myakka River State Park: p. 139 Nine Mile Pond: p. 238 Oscar Scheren State Park: p. 138 Paurotis pond: p. 238 Paynes Prairie State Preserve: p. 93 Route 839: p. 200 Sanibel Island: p. 192 San Felasco Hammock State Preserve: p. 95 Snake Bight Trail: p. 238 Sombrero Beach Road: p. 250 Southport Park: p. 152 St. Cloud Area: p. 154 Sugarloaf Key: p. 257 Three Lakes WMA: p.156 Tiger Tail Beach: p. 198 West Lake: p. 238
Voor meer informatie, vragen, op- en aanmerkingen etc. kunt u terecht bij: Simon Plat
[email protected]