Postbus 365 4100 AJ Culemborg tel: 0345-512710 fax: 0345-519849 www.buwa.nl
Gemeente Nijmegen directie Grondgebied Arsenaalgas 8/c Postbus 9105 9105 HG Nijmegen
datum: uw kenmerk: ons kenmerk: auteur: projectleider: status:
18 december 2009 G511/09.0026703 09-608/09.03473/DirSt K.D. van Straalen G.F.J. Smit eindrapport
Flora- en faunawet onderzoek Spoorstraat, Lent Inleiding De gemeente Nijmegen is voornemens om in Lent een school, sporthal en brandweergebouw te realiseren (zie afbeelding 1). Ten behoeve van deze ontwikkeling moet het bestemmingsplan gewijzigd worden. In dat kader dient een beoordeling te worden gemaakt van de natuurwaarden binnen het plangebied en de mogelijke effecten van de ingreep op deze natuurwaarden. De gemeente Nijmegen heeft Bureau Waardenburg gevraagd deze beoordeling uit te voeren in de vorm van een Flora- en faunawet quick scan. In voorliggende notitie zijn de resultaten van dit onderzoek weergegeven. Het plangebied is gelegen aan de Griftdijk Noord en Spoorstraat te Lent en bevindt zich ten westen van het treinspoor Arnhem – Nijmegen. Het plangebied ligt in het buitengebied en heeft hoofdzakelijk een agrarisch karakter. Het plangebied zelf bestaat uit een klein bedrijventerrein en een (maïs)akker. De randen van de akker ten westen van de Griftdijk worden begrensd door een oude hoge elzenhaag (zie afbeelding 2) en een greppel met een ruige vegetatie. Langs de Griftdijk Noord staat half op de akker een groepje bomen. De sloten in het plangebied stonden op het moment van het veldbezoek allen droog. De gemeente is voornemens om alle gebouwen op het bedrijventerrein aan de oostzijde van de Griftdijk te slopen. Op deze locatie zal een nieuw brandweergebouw en parkeergelegenheid worden gerealiseerd. Mogelijk worden ook de aanwezige groenstructuren met bomen en struiken rondom het huidige bedrijventerrein verwijderd. Op de akker ten westen van de Griftdijk is men voornemens om een sporthal en een school te bouwen. Hiervoor moeten de elzenhaag en enkele bomen in het plangebied verwijderd worden. Langs het plangebied wordt nieuwe infrastructuur aangelegd in de vorm van fietspaden en wegen (zie afbeelding 3).
Afbeeldi ng 1 . Herinrichtingschets plangebied.
2
Flora- en faunawet onderzoek Spoorstraat, Lent
Methodiek Het plangebied is op woensdag 21 oktober 2009 bezocht1. Tijdens het terreinbezoek is zoveel mogelijk concrete informatie verzameld met betrekking tot de aan- of afwezigheid van beschermde soorten (zicht- en geluidswaarnemingen, sporenonderzoek naar de aanwezigheid van pootafdrukken, nesten, holen, boomholtes, uitwerpselen, haren, etc). Op basis van terreinkenmerken en expert judgement is beoordeeld of het terrein geschikt is voor de in de regio voorkomende beschermde soorten. Aan werknemers van de historische tuin van Lent aan de rand van het plangebied is gevraagd of zij bekend zijn met het voorkomen van beschermde soorten zoals amfibieën en steenuilen. Diverse verspreidingsatlassen van relevante soortgroepen en (jaar)verslagen van Particuliere Gegevensbeherende Organisaties (PGO’s) zijn geraadpleegd in het kader van het bronnenonderzoek.
Afbeeldi ng 2 . Zicht op oude elzenhaag (links) en akker vanaf de Zaligestraat.
Resultaten Flora In het plangebied is de kleine maagdenpalm aangetroffen, een soort uit Tabel 1 van de Flora- en faunawet. Het gaat hier om een verwilderde tuinplant. Verbodsbepalingen uit artikel 8 van de Flora- en faunawet zijn daarom niet van toepassing. Er zijn verder geen beschermde soorten planten waargenomen. Mogelijk dat de beschermde grote kaardenbol uit Tabel 1 van de Floraen faunawet in de omgeving van het plangebied voorkomt. In het plangebied is voor deze soort geschikt biotoop aanwezig maar de grote kaardenbol komt momenteel niet voor. Andere beschermde soorten planten komen in het plangebied niet voor omdat het ontbreekt aan geschikt biotoop. Het grootste gedeelte van het plangebied bestaat uit maïsakker of is verhard. Ook soorten van de Rode Lijst worden om deze reden niet verwacht. In het plangebied zijn diverse algemeen voorkomende soorten planten waargenomen. Op de 1
Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van de Flora- en faunawet. In de Flora- en faunawet worden drie beschermingsregimes onderscheiden. Voor soorten uit Tabel 1 geldt vrijstelling van verbodsbepalingen bij werkzaamheden in het kader van ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. In voorkomende gevallen hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd. Voor soorten van Tabel 2 of 3 geldt geen vrijstelling en kan aanvraag van een ontheffing aan de orde zijn bij overtreding van verbodsbepalingen. In de lopende tekst is per beschermde soort aangegeven in welke categorie deze is opgenomen.
Flora- en faunawet onderzoek Spoorstraat, Lent
3
akker groeien soorten als hondsdraf, speerdistel, akkerdistel en smeerwortel. Aan de rand van de akker staan enkele bomen (onder andere linde en treurwilg) en in de greppel groeit riet, dauwbraam en harig wilgenroosje. Rond het bedrijventerrein staan verschillende struiken (gewone vlier, hazelaar en laurierkers) en bomen (grauwe abeel, zachte berk en ruwe iep). Ongewervelden In het plangebied zijn tijdens het veldbezoek geen beschermde soorten ongewervelden waargenomen. Het voorkomen van beschermde soorten en soorten van de Rode Lijst kan worden uitgesloten op grond van het ontbreken van geschikte biotopen. Het grootste gedeelte van het plangebied bestaat uit maïsakker of is verhard. In het plangebied is tijdens het veldbezoek één algemeen voorkomende dagvlinder waargenomen, te weten bont zandoogje. Vissen In en rond het plangebied zijn geen permanent watervoerende sloten aanwezig. Het voorkomen van beschermde soorten vissen kan worden uitgesloten. Amfibieën Amfibieën zijn in het plangebied niet waargenomen. In het plangebied was op het moment van veldbezoek geen open water aanwezig. Medewerkers van de historische tuin van Lent gaven aan dat het waterniveau in de sloten en greppels kan wisselen. Bij veel regen of een hoge waterstand in de rivier staat er water in de sloten en greppels. In het voorjaar kunnen de greppels waar water in staat geschikt zijn als voortplantingsbiotoop voor soorten als gewone pad, bruine kikker en kleine watersalamander. Deze soorten zijn door medewerkers van de historische tuin waargenomen. In en rond het plangebied is voor deze soorten geschikt landbiotoop aanwezig in de vorm van akkerranden, plantsoen en struweel. De gewone pad, bruine kikker en kleine watersalamander zijn algemeen voorkomende soorten van Tabel 1 van de Flora- en faunawet. Een populatie van de bastaardkikker (ook Tabel 1 van de Flora- en faunawet) wordt in het plangebied niet verwacht omdat permanent watervoerende sloten niet aanwezig zijn. Ook andere soorten amfibieën worden niet verwacht omdat geschikt biotoop ontbreekt en er geen andere soorten in de directe omgeving voorkomen (Spitzen van der-Sluijs et al., 2007). Reptielen Reptielen zijn in het plangebied niet waargenomen. Op grond van het ontbreken van geschikte biotopen en het feit dat populaties van reptielen in de directe omgeving van het plangebied niet voorkomen, wordt de aanwezigheid van reptielen in het plangebied uitgesloten. Vogels Tijdens het veldbezoek zijn een aantal algemeen voorkomende soorten waargenomen waaronder houtduif, fazant, buizerd, pimpelmees en koolmees. Andere soorten die in het plangebied worden verwacht zijn onder andere roodborst, winterkoning, heggenmus en zwartkop. Net buiten het plangebied zijn enkele ringmussen en een groene specht waargenomen. In de elzenhaag ten noorden van het plangebied zijn enkele holen van grote bonte spechten aangetroffen. In de historische tuin van Lent heeft volgens de medewerkers tot 2008 met succes een steenuil gebroed2. De kast is vanwege herinrichting van de omgeving verplaatst naar een fruitboom binnen de historische tuin op enkele meters afstand van de maïsakker. Er is in 2009 door de steenuil niet gebroed in de kast. Mogelijk dat de steenuil de kast in de toekomst opnieuw in gebruik neemt als broedlocatie. In de omgeving zijn verschillende paartjes aanwezig (Jagers op 2
Het ministerie van LNV beschouwt de nesten van tenminste de volgende soorten als jaarrond beschermde nestplaatsen: boomvalk, buizerd, gierzwaluw, grote gele kwikstaart, havik, huismus, kerkuil, oehoe, ooievaar, ransuil, roek, slechtvalk, sperwer, steenuil, wespendief, zwarte wouw (toelichting ontheffingsformulier, augustus 2009).
4
Flora- en faunawet onderzoek Spoorstraat, Lent
Akkerhuis, 2008). Jonge mannetjes afkomstig van de aanwezige territoria in de omgeving kunnen in de historische tuin een territorium vestigen. Het plangebied zal in zeer beperkte mate bijdragen aan het foerageergebied van de steenuil. Aan de randen van de maïsakker zal het voor de vogels mogelijk zijn muizen te vangen vanaf de opgaande beplanting. De rest van de akker en het overig deel van het plangebied is ongeschikt als foerageergebied. Het hoofddeel van het voedsel zal in de tuin zelf worden gevangen. Grondgebonden zoogdieren Tijdens het veldbezoek zijn sporen van konijn, mol, haas en vos waargenomen. Deze soorten staan in tabel 1 van de Flora- en faunawet. Andere algemene beschermde soorten uit tabel 1 van de Flora- en faunawet, zoals egel, bosmuis en veldmuis worden ook verwacht in het plangebied. In de omgeving is het voorkomen van steenmarter, das en eekhoorn bekend, deze staan in tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet. Binnen de gemeente Nijmegen zijn van deze soorten alleen waarnemingen bekend ten zuiden van de Waal (waarneming.nl, 2009). Vleermuizen Tijdens het veldbezoek zijn geen vleermuizen waargenomen. Het is mogelijk dat de gebouwen op het bedrijventerrein worden gebruikt als verblijfplaats. De bebouwing is in potentie geschikt voor de gewone dwergvleermuis en laatvlieger, soorten van tabel 3 van de Flora- en faunawet.
Effecten en overtreding verbodsbepalingen Per beschermde soort wordt ingegaan op de negatieve effecten ten gevolge van de ingreep. Kleine maagdenpalm Tijdens het veldbezoek is een groeiplaats van kleine maagdenpalm vastgesteld, een beschermde soort uit Tabel 1 van de Flora- en faunawet. De verbodsbepalingen van de Flora en faunawet zijn op deze groeiplaats niet van toepassing omdat het om een verwilderde tuinplant gaat die voorkomt buiten het natuurlijke verspreidinggebied van de soort. Amfibieën Tijdens het veldbezoek zijn geen amfibieën waargenomen. In het plangebied komen bruine kikker, gewone pad en kleine watersalamander voor (Tabel 1 Flora- en faunawet). De ingreep zal leiden tot verlies van matig geschikt leefgebied van deze soorten. Vogels Tijdens het veldbezoek zijn verschillende algemeen voorkomende soorten waargenomen. In de elzenhaag aan de noordzijde van het plangebied zijn holten gevonden van grote bonte specht. De ingreep zal niet leiden tot verlies aan broedbiotoop van de grote bonte specht. Wel moet voorkomen worden dat door de ingreep broedende vogels worden verstoord. Alle in gebruik zijnde nesten zijn door de Flora- en faunawet beschermd. Door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren kan verstoring worden voorkomen. In 2009 is niet gebroed in de verplaatste steenuilkast die nabij het plangebied hangt. Het is mogelijk dat de kast in de nabije toekomst wel in gebruik wordt genomen als broedlocatie. Nesten van de steenuil zijn jaarrond beschermd door de Flora- en faunawet. De ingreep zal geen direct negatief effect hebben op het territorium van de steenuil. Het plangebied is op de akkerranden na ongeschikt als foerageergebied en de nestkast hangt buiten het plangebied. Het grootste deel van het voedsel zal worden verzameld in de historische tuin zelf. Van belang is dat de kast door hoog opgaande beplanting afgeschermd blijft van het plangebied om verkeersslachtoffers en verstoring van de uilen te voorkomen. Er worden door de ingreep dan geen verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet overtreden.
Flora- en faunawet onderzoek Spoorstraat, Lent
5
Grondgebonden zoogdieren Tijdens het veldbezoek zijn sporen van vos, konijn, haas en mol waargenomen. Daarnaast worden algemeen voorkomende beschermde soorten als egel, veldmuis en bosmuis verwacht. De ingreep zal leiden tot verlies van het leefgebied van deze soorten. Daarnaast kunnen als gevolg van de ingrepen mogelijk verblijfplaatsen vernietigd worden. Vleermuizen Het veldbezoek heeft overdag plaatsgehad. In de directe omgeving van de te slopen gebouwen zijn voldoende geschikte verblijfplaatsen aanwezig zijn. De te slopen gebouwen zijn als verblijfplaats minder geschikt dan de gebouwen in de omgeving, omdat de te slopen gebouwen niet in gebruik en dus onverwarmd zijn. Het is echter niet uitgesloten dat de gebouwen worden gebruikt als verblijfplaats of kraamkolonie (zie afbeelding 3) voor algemene soorten als de gewone dwergvleermuis en laatvlieger. Buiten de kraamperiode zal de functie van de gebouwen minimaal zijn. Indien de gebouwen voor de kraamperiode, dat wil zeggen voor mei, gesloopt worden en in de winter/voorjaar door middel van strippen ongeschikt gemaakt worden kan schade aan dieren die het gebouw eventueel in de zomer gebruiken worden voorkomen. Indien in de nieuwbouw nieuwe verblijfplaatsen worden aangebracht kan een mogelijke functionele betekenis van het plangebied voor vleermuizen in stand blijven. Indien de functionele betekenis van het plangebied voor vleermuizen op voorhand gehandhaafd kan blijven worden er geen verbodsbepalingen overtreden3 en zal nader onderzoek naar het daadwerkelijk gebruik van het plangebied door vleermuizen in de voorliggende situatie niet nodig zijn. Indien bovengenoemde mitigerende maatregelen niet op voorhand kunnen worden uitgevoerd zal nader onderzoek naar het voorkomen van verblijfplaatsen van vleermuizen nodig zijn. Het onderzoek kan het beste worden uitgevoerd in mei-juni. Indien er kolonies van vleermuizen worden aangetroffen kunnen gebouwen pas gesloopt worden nadat de dieren een alternatieve verblijfplaats hebben gevonden.
Conclusie In het plangebied komen soorten van Tabel 1 van de Flora- en faunawet voor, te weten konijn, haas, mol en vos, gewone pad, bruine kikker en kleine watersalamander. Voor deze soorten geldt vrijstelling van de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet bij werkzaamheden in het kader van ruimtelijke ontwikkeling. Er hoeft voor de Tabel 1 soorten geen ontheffing te worden aangevraagd. In de te slopen bebouwing bevinden zich mogelijk geschikte verblijfplaatsen voor vleermuizen. Aanbevolen wordt op voorhand maatregelen te nemen om de functionaliteit van het plangebied met betrekking tot mogelijke verblijfplaatsen te waarborgen. Indien dit niet mogelijk is wordt nader onderzoek naar het gebruik van deze verblijfplaatsen door vleermuizen aanbevolen.
3
Zie stroomschema Aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijke ingrepen Flora- en faunawet. Uitleg Dienst Regelingen. 6
Flora- en faunawet onderzoek Spoorstraat, Lent
Afbeeldi ng 3 . Te slopen bedrijfspand aan de oostzijde van de Griftdijk.
Flora- en faunawet onderzoek Spoorstraat, Lent
7
Literatuur Jagers op Akkerhuis, G.A.J.M., 2008. Inventarisatie van compensatiegebied voor de steenuil rond "de Waalsprong", gemeente Nijmegen. Wageningen, Alterra, 2008 (Alterrarapport 1782). Spitzen-van der Sluijs, A. M., G. W. Willink, R. Creemers, F. G. W. A. Ottburg, R. J. de Boer, P. M. L. Pfaff, W. W. de Wild, D. J. Stronks, R. J. H. Schröder, M. T. de Vos, D. M. Soes, P. Frigge, R. P. J. H. Struijk., 2007. Atlas reptielen en amfibieën in Gelderland. 19852005. Url: www.waarneming.nl, 2009
Voor vragen over deze notitie kunt u contact opnemen met Dirk van Straalen. Akkoord voor uitgave:
G.F.J. Smit Teamleider
Bureau Waardenburg bv is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Bureau Waardenburg bv; opdrachtgever vrijwaart Bureau Waardenburg bv voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. © Bureau Waardenburg bv / Gemeente Nijmegen. Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en Bureau Waardenburg bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitsmanagementsysteem van Bureau Waardenburg bv is door CERTIKED gecertificeerd overeenkomstig BRL 9990:2001 / ISO 9001:2001.
8
Flora- en faunawet onderzoek Spoorstraat, Lent