op reis | Fietsen in de schaduw van Stelvio en Gavia
Flirten met de hoogste Girocols Met zeven aankomsten bergop belooft de Ronde van Italië dit jaar opnieuw loodzwaar te worden. Vuurwerk gegarandeerd op de Passo Giau, de Monte Zoncolan of naar Sestrière toe. En toch. Toch missen we iets. Monumenten als de Gavia en de Stelvio, tweeduizenders met een rijke Girogeschiedenis, laat men links liggen. Jammer vonden wij en dus fietsten wij, vanuit standplaats Bormio, in de schaduw van de hoogste Girocols. › tekst Frederik Backelandt › Fotografie David Stockman
>
C
he casino! Wat een gedoe! De ene na de andere zoeft me voorbij of tegemoet. Motorrijders. De ene al wat luidruchtiger dan de andere. De andere met iets meer kamikazeallures dan de ene. Fijn is het alvast niet. De bergen zijn er voor iedereen, akkoord. Maar sta me toe daar toch wat bedenkingen bij te hebben. Ach, het is misschien mijn eigen fout. Ik ben bezig aan de Stelviopas vanuit Bormio en het is… zondag. Ik had het moeten weten: motards zakken in het weekend nu eenmaal af naar de Stelvio, één van de hoogste verharde bergpassen in de Alpen en daardoor een attractiepool bij uitstek van al dat gemotoriseerd staal. Als bijen naar een honingkorf of vliegen naar een koeienoog zwermen ze erheen. Maar ik hoef niet flauw te doen: dat doen fietsers ook. De Stelvio is een monument. Op deze wegen werd meermaals wielergeschiedenis geschreven en dus willen we die bedwingen.
Mortirolo dus, die andere smalle, steile en beruchte bergpas die hier niet zo ver vandaan ligt. De Stelvio vanuit Bormio staat voor gelijkmatig klimmen. Met een zwaar tussenstuk voor de waterval maar daarna een vlak, open en licht oplopend gedeelte tot de splitsing met de Umbrailpas. Daar hou je rechts om de ‘ultimi chilometri’ tot de top aan te vatten. Die top torent 2.758 meter boven de zeespiegel uit en heeft in de loop der tijden het aanschijn van een Turkse bazaar gekregen. Het is een mierennest waar de centen van de toeristen rollen. Worstenventers zijn er actief en schreeuwerige T-shirts met 48 haarspelden erop worden aan de man of vrouw gebracht. Mijn vrienden motards troepen hier samen. In plaats van op hen te vitten, verbroeder ik. Het zijn niet allemaal hooligans op twee wielen, hé. Integendeel. Ik wissel van vehikel met één van hen. Hij neemt mijn fiets, ik zijn Harley. Best wel cool. Maar geef me toch maar die fiets.
Geen moordenaar
De raid van Coppi
Vanuit Bormio is de Stelvio geen moorddadige klim. Lastig, natuurlijk. Maar niet moorddadig. Niet zoals de
Verborgen achter enkele rekken van souvenirwinkeltjes, staat op de top van de Stelvio een monument voor de Ita-
liaanse wielrenner Fausto Coppi. Nu ja, wielrenner is een understatement. Icoon is een correctere term. Zo vind je er onder andere ook op de Izoard en de Pordoi, op plekken waar de campionissimo magie uit zijn pedalen toverde. Dat deed hij dus ook op deze Stelvio in 1953, op de voorlaatste dag van de Giro. Coppi had de ronde van zijn land al vier keer gewonnen maar het zag ernaar uit dat de Zwitser Hugo Koblet deze keer, met nog één bergrit te gaan, niet zou plooien. Coppi, zwevend op een wolkje van sublieme conditie en verliefdheid voor zijn ‘Witte Dame’, speelde alles of niets op de laatste col van die Giro: de Stelvio, die het peloton die bewuste dag vanuit Prato beklom. In één van de 48 haarspeldbochten was het de jonge Italiaanse renner Nino Defilippis die de lont aan het kruitvat stak. Rozetruidrager Koblet counterde maar overschatte zich toen Coppi kort daarna versnelde. Koblet deed wat niemand had verwacht: plooien met de eindstreep in zicht. Net zoals Cancellara op weg naar de Muur van Geraardsbergen in de Ronde van Vlaanderen van dit jaar. De Giro op z’n kop. De man in het hemelsblauwe en witte shirt was alleen. Alleen op
< Wisselen van tweewieler op de top van de Stelvio.
Ik bereik Prato via een lusje dat ik maak langs de Umbrailpas, die me in Zwitserland doet belanden.
> De Stelviotop heeft het aanschijn van een Turkse bazaar gekregen. < De afdaling van de Umbrail is tricky wegens de vele kiezelsteentjes en het slechte wegdek. Pericoloso! Opgepast dus. Beneden hou ik rechts en geef ik plankgas op een ‘bijtrapafdaling’ richting Prato allo Stelvio. Daar versterk ik nog even de innerlijke mens op een terrasje – hoeft het gezegd: in Italië maken ze zondermeer de beste pizza’s; eat this, dr. Oetker! – om dan 25 km te klimmen en 1.842 hoogtemeters te overbruggen. Deze flank van de Stelviopas is dus legendarisch voor die 48 haarspeldbochten of ‘tornanti’. De beklimming is zwaar. Pluspunt is evenwel dat de berg regelmatig omhoog loopt. Eerste ijkpunt op de col is het plaatsje Trafoi, waar je na 10 km doorkomt. Daar resten nog 15 km tot de top. In de schitterende blog ‘Pasta Sport’ van de Nederlandse journaliste Renate Verhoofstad las ik ooit het ooggetuigenverslag van een Trafoiaanse die de koers in 1953 live had gevolgd. Ik besluit de dame in kwestie vandaag op
Kies de buitenbocht
Na wat gekronkel door het bos, met een snelle opeenvolging van haarspelden, opent het decor zich. De gigant kijkt me recht in het aangezicht. Ik ben een stip, een nietige stip. Doseren is hier de boodschap. Regelmatig eten en drinken ook. Vandaag hangt een loden hitte. Ik wil voor een mogelijk onweer de top halen om zo droog aan de afdaling naar Bormio te kunnen beginnen. Klimmen van haarspeld naar haarspeld heeft iets aparts. Het maakt het klimmen boeiend. Maak het jezelf ‘gemakkelijk’ en kies voor de ‘vlakkere’ buitenbocht. Je maakt weliswaar meer meters maar je spaart tenminste krachten en blijft enigszins in je (klim)ritme. Wel oppassen voor de tegenliggers. Zoals ik al aangaf: de Stelvio is niet alleen de biotoop van fietsers maar ook en vooral van motorrijders. Het gemiddelde stijgingspercentage van elke kilometer zakt niet onder de acht percent. Of hoe ‘gelijkmatig’ ook pijn kan doen. We zijn nu al een poos boven de boomgrens. Hier ergens moet de legendarische foto van
REDENE
Het kan altijd en overal
N OM T
14
EN TS
Ommetje Zwitserland
te zoeken. Ze heet Elisabetta Tschenett. Na wat speurwerk, vind ik haar huisje en bel ik aan. Ze is opgezet dat een Belgische fietser vraagt naar ‘Dio’, God, in Italië het equivalent van Fausto Coppi. “Ik was nog een kind maar ik herinner me de dag alsof het gisteren was. We supporterden voor ons huis en zagen de renners langzaam voorbij gaan. De kopgroep was nog samen. Bartali en Coppi waren erbij. Alles was besneeuwd maar de Stelvio zag zwart van het volk.” Even later zou Coppi dan Koblet bestoken en solo naar Bormio fietsen.
E FIE
weg naar de roem. Alleen op weg naar zijn vijfde en laatste eindwinst in de Giro.
Edvald Boasson Hagen komt uit het hoge koude noorden maar schopte het toch tot topwielrenner. “Het maakt niet uit waar je vandaan komt”, zei hij ooit in een interview, “want er bestaan geen slechte omstandigheden om in te fietsen. Er bestaat alleen onaangepaste kledij.” Voorzien van geschikte winterkledij, en dat hoeft niet eens veel te kosten, is het best mogelijk om ook tijdens de meest barre maanden tochtjes te blijven maken. Fietsen bij lage temperaturen is hoegenaamd niet ongezond. En als de wegen onberijdbaar zijn ga je avontuurlijk de MTB op of trek je lekker warm naar de wielerbaan.
Coppi zijn genomen waarbij hij langs een sneeuwmuur passeert met daarin ‘Viva Coppi’ geschreven. Een hoeragevoel maakt zich van me meester op de Stelviopas. Oké, dat heb ik wel bij elke col waarvan ik de top bereik. Maar de Stelvio heeft toch net dat ietsje meer. Het begint te druppelen, wolken klitten samen. Ik duik naar beneden. Perfect getimed.
PASSO DELLO STELVIO Lengte: 22 km / Gem.: 7% / Max.: 9,8%
< Bij het monument ter ere van Fausto Coppi.
Lengte: 25 km
> Grinta! | 103
Sneeuwmannen De Passo dello Stelvio is niet de enige supercol die je vanuit Bormio kan aanvatten. Er is ook de Passo di Gavia. Ruiger dan de Stelvio en in de Girogeschiedenis even legendarisch. Denk maar aan de verschrikkelijke sneeuwetappe in 1988 waarbij de acteurs meer weg hadden van verschrikkelijke sneeuwmannen dan van coureurs. Vandaag is er geen sneeuw maar zon. Ik vertrek vroeg in de voormiddag maar aan de hitte valt niet te ontsnappen. Beide flanken van de Gavia staan immers op het programma en dus ben ik een poos onderweg. Vanuit Bormio, dit is de noordflank van de klim, is het eerste deel van de Gavia onvergelijkbaar met hetgeen erna komt. Hier kan je in het ritme komen. Vanaf Santa Caterina Valfurva, na 14 km, liggen de kaarten anders. De weg versmalt drastisch en
kronkelt zich nu de volgende tien kilometer steil omhoog. Stelselmatig wordt het landschap woester. In de laatste kilometers wordt het plots vlakker. Je fietst enkele meren voorbij maar je wordt toch voornamelijk geprikkeld door de bar op de top. Die nodigt uit om een tandje bij te schakelen. De Gavia is 2.621 meter hoog. Dit is de ‘Cima Coppi’, het hoogste punt van mijn Giroavontuur hier in de Italiaanse Alpen.
De tunnel
Ik daal naar Ponte di Legno. Uitkijken toch want de weg is smal en niet altijd even overzichtelijk. Fietsers hebben toch een vijs los: ze rijden een berg omhoog om ‘m weer af te rijden om ‘m dan langs de andere kant weer te beklimmen! Dat doen we dus ook. Vanaf Ponte di Legno (de zuidzijde) is de Gavia korter maar daarom niet
minder lastig. De zon brandt. Ook dat is een factor van betekenis. Ik prijs me gelukkig dat ik nog even kan genieten van de schaduw van de bomen. Wat verderop moet ik inhouden. Deze keer niet voor een dolgedraaide motard maar voor een kudde schapen. Het hoort bij het colfietsen: zijn het geen koeien, berggeiten of marmotten, dan zijn het schapen die je pad kruisen. Boven de boomgrens, fiets je voortdurend tegen een steile rotswand aan. Fantastisch. Fantastisch zwaar ook.
> Ik fiets de donkere koker in, alsof ik word opgeslokt door de muil van de Gavia. <
>
< Uitblazen op 2.652 meter boven de zeespiegel.
En weet dan dat de finale nog pittiger is. Heb ik nog een tandje over? Nee. Een galerij leidt de laatste kilometers in. Ik fiets de donkere koker in, alsof ik word opgeslokt door de muil van de Gavia. Ik zie niets. Er is geen licht. Enkel ver weg, aan het eind van de tunnel. Daar moet ik geen. Ik trap gewoon door, heb geen idee waar de wand van de tunnel is. Het is niet ondenkbaar dat ik er tegenknal. Gelukkig wordt de lichtstip groter. Dat gebeurt héél traag want het loopt hier echt wel steil omhoog. Tot tien percent en dat blijft zo tot de top. Wat een klim. De Gavia heeft meer indruk op me gemaakt dan de Stelvio.
heeft alles. Technische passages in de eerste tien kilometer en een ‘full speed ahead’-gedeelte in de laatste 15 km. De tweede beloning? Gelato op een terrasje in Bormio! Een coupe ‘hors catégiorie’ heb ik wel verdiend, vind ik. Of een Dame Blanche. Of? Het smakenpalet in de gelateria is overvloedig. Kiezen is bijgevolg moeilijk. Hetzelfde
geldt voor de beklimmingen rond Bormio: het aanbod is groot. Er is echt wel meer lekkers dan alleen de Stelvio en Gavia. Je kan een uitje plannen naar Livigno over Foscagno en Eira. Nu ja, ‘uitje’. Het blijft allemaal pittige kost. Via de Umbrail en de Ofenpas beland je, over Zwitserland, in hetzelfde taxfreeparadijs. De (lange) Berninapas ligt ook vlakbij. Andere cols in de buurt: Mortirolo, Tonale en Aprica, stuk voor stuk hellingen die een Giropalmares hebben opgebouwd. Het hoeft echter niet altijd ‘beroemd en berucht’ te zijn. Durf te ontdekken en dat geldt voor elke streek die je met de fiets aandoet. Klein maar fijn kan ook: fiets eens vanuit Bormio naar Livigno maar sla al na een paar kilometer al rechtaf, richting Lago di Cancano. Een smalle weg slingert zich naar dit bergmeer waarrond mountainbikers zich kunnen uitleven. Vanuit Bormio kan de geoefende fietser, zowel biker als wegfietser, alle kanten uit. Het Nationaalpark van de Stelvio, één van de grootste beschermde natuurgebieden in de Alpen, heet je welkom. Benvenuto! n
Coupe ‘hors catégorie’
Tijd nu voor een beloning. Die bestaat uit twee delen. Eerst is er de machtige afdaling tot Bormio. Deze afdaling < Verbluffend panorama op de Gaviatop.
PASSO DI GAVIA Lengte: 25,8 km / Gem.: 5,5% / Max.: 11%
106 | Grinta!
Lengte: 17,4 km / Gem.: 7,8% / Max.: 12,2%
< Tegenliggers!
< Klimmen vanuit Ponte di Legno: nog 6 km te gaan. > Grinta! | 107
FIETSEN IN BORMIO PRAKTISCH
< Bormio: ideale standplaats om de Girocols te verkennen.
< Ricardo en Daniele van Hotel Funiv ia gidsen fietsers in en om Bormio.
108 | Grinta! 108 | Grinta!
< Het event ‘Mapei Day’ lokt jaarlijks honderden fietsers naar de Stelvio.
REDENE
N OM T
Vergeet die hoge brandstof prijzen
15
E FIE
Bormio, op 900 km van Brussel, is een aantrekkingspool voor fietstoeristen. Niet onlogisch. Vanuit Bormio kan je tal van legendarische Girocols ontdekken. Een goed hotel, liefst geënt op de wensen en noden van fietsers, komt dan van pas. Hotel Funivia ligt vlakbij het centrum van Bormio en telt drie sterren. En die zijn ze méér dan waard. Denk er maar een virtuele ster bij. De fietser wordt er immers op zijn wenken bediend: er is een afgesloten fietsatelier, je kan Pinarello racefietsen huren en je bezwete wieleroutfit kan je ‘s avonds in de wasmand droppen. Sporthotel Hotel Funivia is een warme uitvalsbasis voor je fietsvakantie. Zaakvoerder Daniele Schena, zelf een geoefend fietser, en ex-profrenner Richard ‘Ricardo’ Steiner, gidsen de gasten met de fiets doorheen de streek. Op het einde van de fietsdag kan je genieten van de wellness en genieten van de antipasto, primo en secondo piatto en dolce. Een goed glas wijn maakt het ‘af’. Fietsers worden in Italië gesoigneerd, zoveel is duidelijk. www.hotelfunivia.it.
EN TS
Verblijfstip HOTEL FUNIVIA
De fietsvergoeding die je als werknemer van je baas ontvangt voor woonwerkverkeer is tot 0,20 euro per kilometer vrij van inkomstenbelasting en sociale zekerheidsbijdragen. Bovendien verlies je die vrijstelling niet als je ervoor kiest je werkelijke beroepskosten te bewijzen. Dit in tegenstelling tot de andere vervoerswijzen. De fietsforens verdubbelt dus zijn winst wanneer hij de collega’s passeert die bij de dure pomp hun tank moeten vullen.