FJ-540 Handleiding Bedankt voor uw aankoop van een FJ-540. Lees deze handleiding a.u.b. volledig door om uw FJ-540 grondig te leren kennen en op de juiste manier te leren bedienen. Niets uit deze handleiding mag, onder welke vorm dan ook, worden gekopieerd of openbaar gemaakt zonder de schriftelijke toestemming van Roland DG Benelux. Wijzigingen van de technische gegevens en het product zonder voorafgaande schriftelijke kennisgeving voorbehouden. De handleiding en het product werden getest en nagelezen, en zouden dus moeten kloppen. Als u desondanks nog onduidelijke of foute dingen vindt, geef deze dan door aan uw FJ-540-dealer.
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 5-1 5-2 5-3 5-4 5-5 6. 6-1 6-2 6-3 7. 7-1 7-2 7-3 7-4 7-5 7-6 7-7 7-8
Het merkplaatje en eventuele waarschuwingen, 4 Voorstelling van de FJ-540, 5 Controle van de accessoires, 6 Bedieningsorganen en aansluitingen, 7 Alvorens aan de slag te gaan, 9 Assemblage van de stand en installatie van de FJ-540, 9 Installeren van de drainagefles, 11 Verwijderen van de transportsteunen, 12 Aansluitingen, 13 Installeren van de inktcartridges, 14 Belangrijkste dingen voor de bediening, 15 In- en uitschakelen, 15 Laden van materiaal, 15 Test, 18 Printen, 19 Dataoverdracht, 19 Stopzetten van een printopdracht, 19 Ander type inkt gebruiken (Change Ink Set), 19 Vervangen van een inktcartridge (in de “CONT.”mode), 20 Andere aspecten voor het printen, 21 Vervangen van de inktcartridges, 22 Ink Remaining: hoeveel inkt is er nog?, 22 Instellen van de oorsprong (BASE POINT), 22
7-9 7-10 7-11 7-12 8. 8-1 8-2
Instellen van de marges, 23 Werken met doorschijnend materiaal, 25 Hoogte van de printkop instellen, 25 Corrigeren van de printparameters, 25 Schoonmaken van het apparaat, 27 Printkoppen schoonmaken, 27 Medium & Powerful: als de koppen bijzonder vuil zijn, 27 8-3 Handmatige schoonmaak van de printkoppen, 28 8-4 Wiper Replace: vervangen van de wissers, 29 8-5 Andere schoonmaakbeurten, 30 8-6 Als u het apparaat langere tijd niet wilt gebruiken, 30 9. Varia, 31 9-1 Wat te doen met inktresten, 31 9-2 Vervangen van het afsnijmes, 31 9-3 Vóór het transport, 32 9-4 Ondersteunde materiaalsoorten, 33 9-5 Breedte van het printgebied, 33 10. Displaymenu’s, 34 10-1 Beschrijving van de knoppenfuncties en displaymenu’s, 38 10-2 Verhelpen van problemen, 41 10-3 Boodschappen in het display, 43 11. Specificaties, 45
SelectColor™ is een geregistreerd handelsmerk van Roland DG Corporation. Windows® is in de VS en andere landen een geregistreerd handelsmerk van Microsoft® Corporation. Macintosh is in de VS en andere landen een geregistreerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. Alle andere bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende eigenaars. Roland DG Corporation kan niet aansprakelijk worden gesteld voor rechtstreekse of onrechtstreekse schade die aan een fout gebruik van dit apparaat te wijten zou kunnen zijn. Bovendien wordt er geen enkele garantie gegeven dat dit apparaat al uw verwachtingen inlost. Copyright © 2002 Roland DG Corporation http://www.rolanddg.com/
FJ-540 – Voorzorgsmaatregelen
Voorzorgsmaatregelen Over de “OPGELET”- en “VOORZICHTIG”-labels OPGELET
Deze melding maakt u attent op een risico dat, hoe klein ook, uw leven in gevaar kan brengen of tot zware verwondingen kan leiden, wanneer u de richtlijnen niet volgt.
VOORZICHTIG
Deze melding maakt u attent op het gevaar van mogelijke verwondingen of schade aan het apparaat bij fout gebruik ervan.
Andere symbolen De driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De volledige betekenis van de waarschuwing wordt echter bepaald door het symbool dat zich in de driehoek bevindt. Zo betekent het links getoonde symbool bv. dat er gevaar voor elektrocutie bestaat. Het verbodsteken (doorstreepte cirkel) maakt u attent op handelingen die u nooit mag uitvoeren (ze zijn dus verboden). Wat u niet mag doen wordt wederom bepaald door het symbool dat zich in de cirkel bevindt. Zo betekent het links getoonde symbool dat u het apparaat nooit zelf mag openen of modificaties mag uitvoeren. De zwarte cirkel wijst u op handelingen die u net wél moet doen. Ook hier geldt de regel dat de uit te voeren handeling wordt bepaald door het symbool dat zich in deze cirkel bevindt. Zo betekent het links getoonde symbool dat u het netsnoer uit het stopcontact moet trekken.
OPGELET • Open nooit de behuizing en voer vooral geen wijzigingen aan het apparaat door. Dat kan namelijk leiden tot brand, storingen of zelfs verwondingen. Bovendien ontwaart dit ook uw recht op garantie. • Dit apparaat moet hoe dan ook worden geaard. Als u dat niet doet, verhoogt u niet enkel het risico op elektrocutie, maar zou u het apparaat onnodig kunnen beschadigen. • Gebruik uitsluitend het bijgeleverde netsnoer. Anders zou u de FJ-540 namelijk kunnen beschadigen. Bovendien bestaat er kans op brand. • Sluit de adapter van het apparaat nooit aan op een lichtnet dat niet overeenstemt met de specificaties op het merkplaatje. Anders bestaat er kans op elektrocutie en zou u de FJ-540 kunnen beschadigen. Bovendien bestaat er kans op brand. • Als u iets abnormaals opmerkt aan de FJ-540 (rook, brandgeur, overdreven herrie enz.), moet u hem meteen uitschakelen. Anders bestaat er kans op brand of elektrocutie. Bovendien moet u onmiddellijk de aansluiting van de adapter op het lichtnet verbreken en contact opnemen met de dealer waar u de FJ-540 gekocht hebt.
VOORZICHTIG • Zorg, op de plaats waar u het apparaat gebruikt, voor voldoende verluchting. Anders zou u bedwelmd kunnen raken door de walmen van de inkt, of tranende ogen kunnen krijgen. Bovendien is de kans op brand dan betrekkelijk groot. • Als er inkt in uw ogen spat, moet u deze laatste meteen uitwassen. Gebruik daarvoor enkel kraanwater.
2
• Pak het netsnoer nooit met natte handen vast. Dat kan namelijk leiden tot elektrocutie. • Bewaar de inktcartridges altijd buiten het bereik van kleine kinderen op.
• Als u de FJ-540 langere tijd niet wenst te gebruiken, verbreekt u het best de aansluiting op het lichtnet. Anders bestaat er kans op brand of elektrocutie. • Behandel het netsnoer steeds met de nodige zorg. Let erop dat het snoer nergens klem komt te zitten en dat niemand erover kan struikelen. Anders bestaat er kans op elektrocutie. • Plaats de FJ-540 steeds op een stabiel, effen oppervlak (bij voorkeur op een stand). Anders zou hij kunnen verschuiven of vallen, wat enerzijds het apparaat kan beschadigen, maar ook verwondingen kan veroorzaken. • Zorg dat er geen vloeistoffen of andere metalen voorwerpen in het apparaat terechtkomen. Die kunnen namelijk brandgevaar veroorzaken. • Trek, bij het verbreken van de aansluiting op het lichtnet, altijd aan de stekker en nooit aan de kabel. Anders zou u namelijk de geleidende draden van het netsnoer kunnen beschadigen. Dit kan zowel elektrocutie alsook brandgevaar veroorzaken. Werk nooit met een beschadigde kabel. • Plaats de FJ-540 steeds op een stabiel, effen oppervlak. Anders zou het kunnen dat de FJ-540 tijdens het gebruik valt en zwaar beschadigd wordt.
Handleiding Andere symbolen
• Houd uw handen en kledij altijd uit de buurt van het apparaat, wanneer het een opdracht aan het uitvoeren is. Anders is de kans op verwondingen namelijk betrekkelijk groot. • Vergeet tijdens het installeren van een materiaalrol niet de rolflensen naar behoren aan te brengen. Doet u dat namelijk niet, dan is de kans groot dat de rol tijdens het gebruik of onder invloed van een schok van de houders valt en verwondingen veroorzaakt. • Materiaalrollen moeten altijd naar behoren worden vastgezet. Doet u dat namelijk niet, dan is de kans groot dat de rol tijdens het gebruik of onder invloed van een schok van de houders valt en verwondingen veroorzaakt.
• Let er tijdens het schoonmaken van het apparaat op dat u nooit het bedieningspaneel aanraakt. Anders zou het kunnen gebeuren dat de wagen plots beweegt en eventueel zware verwondingen veroorzaakt. • Denk eraan om een drainagefles te installeren alvorens het apparaat in te schakelen. Anders is het namelijk vrijwel zeker dat de inkt gewoon op de grond drupt en lelijke plekken c.q. andere schade veroorzaakt. • Houd uw handen tijdens het uitvoeren van een opdracht nooit in het apparaat. Anders is de kans op verwondingen betrekkelijk groot.
• Vraag bij het uitpakken en installeren van de FJ-540 steeds aan iemand om u te helpen. Omwille van de afmetingen en het gewicht van het apparaat hebt u de hulp van minstens drie personen nodig. Anders zou het kunnen dat de FJ-540 tijdens het uitpakken valt en onherstelbaar beschadigd wordt. • Let er bij het plaatsen van het apparaat op de stand op dat u zich niet de vingers klemt of kneust. Anders is de kans op verwondingen namelijk betrekkelijk groot. • Eens u de FJ-540 op de stand hebt geplaatst moet u hem met de bijgeleverde schroeven vastdraaien. Doet u dat namelijk niet, dan is de kans groot dat het apparaat tijdens het gebruik van de stand valt.
• Vergeet niet de remmen van de wieltjes op de FJ-540stand los te zetten alvorens de stand naar een andere plaats te verschuiven. Doet u dat namelijk niet, dan zou de stand –samen met de FJ-540– kunnen vallen. REM NIET ACTIEF
BREMSE AUS
BREMSE AN
REM ACTIEF
• Wees voorzichtig dat u zich niet aan het afsnijmesje verwondt. Dat afsnijmesje is bijzonder scherp en kan dus pijnlijke sneden en andere verwondingen veroorzaken. Schakel de FJ-540 uit alvorens er ook maar aan te denken het afsnijmesje te vervangen.
3
FJ-540 – Het merkplaatje en eventuele waarschuwingen
1. Het merkplaatje en eventuele waarschuwingen Dit apparaat en bepaalde bijgeleverde (of optionele) accessoires zijn voorzien van een merkplaatje met waarschuwingen. Lees die waarschuwingen aandachtig door en ga navenant te werk c.q. doe het nodige. Houd uw handen tijdens het uitvoeren van een opdracht nooit in het apparaat.
Vooraanzicht
Merkplaatje Gebruik uitsluitend een stopcontact dat beantwoordt aan de hier vermelde vereisten.
Achterkant
Interne kap
CAUTION : Read all Warnings and Procedures in the “User’s MANUAL” before performing any cleaning. Opgelet: Lees vóór het gebruik van dit apparaat alle waarschuwingen en alle instructies in de handleiding door.
Inktcartridge Probeer nooit een inktcartridge te openen. Bewaar de inktcartridges altijd buiten het bereik van kleine kinderen op. Leg ze bovendien nooit op extreem koude of warme plaatsen.
4
Handleiding Voorstelling van de FJ-540
2. Voorstelling van de FJ-540 Wat kan de FJ-540 allemaal? De FJ-540 is een grootformaatprinter waarmee u in een mum van tijd hoogwaardige objecten kunt printen. Bovendien is de FJ-540 voor de meest uiteenlopende materiaalsoorten geschikt en laat hij het gebruik van pigment- of kleurstofinkt (dye) toe.
Geleverd met printserver Bij dit apparaat wordt een printserver (de “Roland-PrintServer”) geleverd die fungeert als netwerkinterface. Dankzij deze server kunt u vanop verschillende computers data naar deze printer zenden.
Geleverd met software-RIP (“Raster Image Processor”) “Roland SelectColor” is een software-RIP, die eveneens bij de FJ-540 wordt geleverd en de PostScript-data van uw grafisch pakket vertaalt naar rastergegevens die de FJ-540 dan kan printen.
5
FJ-540 – Controle van de accessoires
3. Controle van de accessoires De FJ-540 wordt met de volgende dingen geleverd. Controleer daarom na het uitpakken of u alles hebt gekregen:
Netsnoer
Houder (rechts)
Rolhouder (2)
Materiaalsteun
Ringen (6) voor de assemblage van de stand
Inbussleutel (M6) voor de assemblage van de stand
Rolflensen (2)
Flensklemmen (2)
Roland SelectColor™
Handleiding
Houder (links)
Schroeven (16) voor de assemblage van de stand
Buis
Drainagefles
Vervang-afsnijmesje
Poot van de stand
Kleine schroeven (14) voor de assemblage van de stand
Transporthendels (2)
Houder voor de drainagefles
CD-ROM met RolandPrintServer
Roland PrintServer Network Settings Guide
Schoonmaakset Wattenstaafjes (10)
6
Pincet
Sponsjes (2)
Handleiding Bedieningsorganen en aansluitingen
4. Bedieningsorganen en aansluitingen Vooraanzicht Frontkap
Laadhendel
Bedieningspaneel
Afdekplaat
Afdekplaat
Achterkant RJ-45-aansluiting (Ethernet)
[POWER]-schakelaar
POWER
Aansluiting voor het netsnoer.
Parallelpoort Afdekplaat
Vakken voor de inktcartridges Drainagefles
Binnenin de frontkap Aandrukrol
Mesrail Printwagen
Grijpvlak Reflecterende tape
Aandrijfrol
Hulplijnen
Materiaalklem
7
FJ-540 – Bedieningsorganen en aansluitingen
Bedieningspaneel Display BUSY-indicator
SET UP
TEST PRINT
[SETUP]-knop en -indicator
[TEST PRINT]-knop BUSY CLEANING
PAUSE
[PAUSE]-knop en -indicator
[CLEANING]-knop SHEET CUT
BASE POINT
[BASE POINT]-knop en -indicator
[SHEET CUT]-knop ENTER
MENU
Standby-knop en -indicator
[MENU]-knop
8
Cursorknoppen √ ▲ ▲ ▼) (√
[ENTER]-knop
Handleiding Alvorens aan de slag te gaan
5. Alvorens aan de slag te gaan 5-1 Assemblage van de stand en installatie van de FJ-540
• • • •
Lees, alvorens het apparaat en de accessoires uit te pakken en te assembleren, alle opmerkingen op blz. 2 en volgende. Om storingen en andere problemen te voorkomen mag u de FJ-540 nooit op de volgende plaatsen gebruiken: Op een wankel of hellend oppervlak. Plaatsen die onderhevig zijn aan sterke elektrische interferenties. Op extreem vochtige of stoffige plaatsen. Plaatsen met een ontoereikende luchtcirculatie. Tijdens het gebruik wordt de FJ-540 namelijk behoorlijk warm.
Assembleer de stand en zet er vervolgens de FJ-540 op. A Draai de poten van de stand om. Stut de poten af, terwijl u er de wielbasis op installeert. Draai alle schroeven helemaal vast om te voorkomen dat de stand na verloop van tijd begint te wiebelen. B Draai de stand weer om, om te zorgen dat de wieltjes zich aan de onderkant bevinden.
• Plaatsen die aan sterke trillingen en schokken onderhevig zijn. • Zet het apparaat nooit in het directe zonlicht of in de nabijheid van krachtige lichtbronnen die er pal op schijnen. Ga nooit op de stand staan of zitten. Anders zou u hem namelijk kunnen beschadigen. Leg geen zware voorwerpen op de FJ-540, omdat u hem anders zou kunnen beschadigen. De plaats, waar u het apparaat wilt opstellen, moet minstens de volgende afmetingen hebben: 3700 (B) x 2000 (D) x 1800 (H) mm
Kort Inbussleutel Lang Schroeven (lang)
Buis
4 stuks 4 stuks
C Zet de FJ-540 op de geassembleerde stand.
Het grijze gedeelte moet zich precies boven de gaten van de stand bevinden. Voorkant
D Bevestig de FJ-540 met de schroeven aan de stand.
9
FJ-540 – Alvorens aan de slag te gaan
Maak hiervoor gebruik van de lange schroeven en de ringen.
Drie boorgaten (links & rechts)
Ring Schroef (lang)
E Installeer de houders zoals hierna getoond. Linker kant (achteraan)
Rechter kant (achteraan)
Schroef (kort)
Materiaalhouder (links)
Materiaalhouder (rechts)
F Installeer de materiaalsteun in de houders en draai hem met de bijgeleverde kleine schroeven vast. Juiste positie van de materiaalsteun
Achterkant
Voorkant
Materiaalsteun
Schroef (kort)
Lang
Materiaalsteun
10
Kort
Handleiding Installeren van de drainagefles
G Schuif de flensen op de houders en zet ze met de klemmen vast. De te kiezen kant van de materiaalflensen wordt bepaald door de diameter van de rolkern (groot of klein). Kijk dus eerst welke kant u nodig hebt. Rolflensen
1)
a) Let op de inkepingen.
50,8mm
76,2mm
Linker kant (achteraan)
Rechter kant (achteraan)
30% Klemmen voor de rolflensen
b)
b)
5-2 Installeren van de drainagefles A Installeer de drainagefles en draai ze met de lange schroeven vast.
Houder voor de drainagefles
Schroef (lang)
B Draai de kap van de drainagefles los en verwijder ze.
Darm voor de drainagefles
Verwijder de tape.
Stop
Opgelet: Let op bij het verwijderen van de stop van de darm om te voorkomen dat er inkt op de grond drupt. Zelfs meteen na het uitpakken zou het apparaat een beetje inkt kunnen bevatten (omdat het in de fabriek werd getest).
11
FJ-540 – Alvorens aan de slag te gaan
C Schuif de darm op het aansluitstuk van de drainagefles.
D Installeer de drainagefles, zoals hierna getoond, aan de achterkant van het apparaat:
Darm voor de drainagefles
Meer details over het afpompen van de inkt vindt u op blz. 31.
Houder voor de drainagefles
5-3 Verwijderen van de transportsteunen Bij levering bevat het apparaat op de hierna getoonde plekken transportsteunen en polsters. Die moet u verwijderen nadat u de FJ-540 hebt geïnstalleerd, maar alvorens hem in te schakelen.
Voorkant Transportpolsters 1. Deze polsters verwijderen.
2. Verwijder de tape.
3. Recht naar u toe trekken.
6. Verwijder de tape.
5. Deze houder (2) verwijderen.
4. Deze houder (1) verwijderen.
Achterkant
Houder (1).
7. Installeer de houders die u in de stappen 4) en 5) hebt verwijderd.
12
Houder (2).
Handleiding Aansluitingen
5-4 Aansluitingen Lees ook de veiligheidsinstructies op blz. 2 door. A Schakel de computer en de FJ-540 ([POWER]-knop) uit. B Verbind het bijgeleverde netsnoer eerst met de stroomaansluiting aan de kant van het apparaat en pas daarna met een geschikt stopcontact. C Sluit de FJ-540 aan op uw computer. Houd daarbij de volgende dingen in de gaten.
Als u voor de verbinding van de FJ-540 een printerkabel wilt gebruiken, moet u hem zoals hierna getoond aansluiten. Parallelpoort
Opgelet: Let er altijd op dat zowel het netsnoer als de aansluitkabel volledig zijn aangesloten om te voorkomen dat de verbinding tijdens het gebruik plots wordt verbroken. Anders zou het kunnen gebeuren dat het apparaat stuk gaat. Opgelet: De aansluitkabel voor de computer wordt niet bijgeleverd. De keuze van de juiste parallelkabel verschilt naar gelang de gebruikte computer.
Aansluiten op een PC
Printerkabel (conform IEEE 1284)
Aansluiten op een Macintosh Voor de verbinding met een Macintosh hebt u een optionele USB/parallelkabel nodig.
Aansluiten op een Ethernet-netwerk Vóór het gebruik van dit apparaat in een Ethernet-netwerk moet u verschillende instellingen veranderen. Wat er precies moet gebeuren, wordt uitgelegd in de bijgeleverde “Roland PrintServer Network Settings Guide”. RJ-45-aansluiting (Ethernet)
Opgelet: Gebruik voor de verbindingen van de RJ-45-stekkers (Ethernet) nooit gewone telefoonkabel.
Leiden en vastzetten van de kabels Zorg ervoor dat de kabels zich altijd op de daarvoor voorziene plaatsen bevinden. Enkel dan kunt u er namelijk zeker van zijn dat ze het materiaaltransport niet belemmeren. Wanneer het materiaal namelijk tijdens het transport een kabel raakt, is het vrijwel uitgesloten dat de kwaliteit van de opdracht naar behoren is. Hier moeten zich de kabels bevinden
Achterkant
Ethernet-netwerk (10Base-T of 100 Base-TX)
Netwerkkabel (CAT 5)
13
FJ-540 – Alvorens aan de slag te gaan
5-5 Installeren van de inktcartridges Lees, naast de volgende tips, ook de veiligheidsinstructies op blz. 2 door. Opgelet: Probeer nooit een inktcartridge te openen. Opgelet: Bewaar de inktcartridges op een plaats waar de temperatuur tussen –20°C en 40°C ligt. Opgelet: Probeer nooit een uitgeputte inktcartridge opnieuw te vullen. De inktcartridges kunnen maar één keer worden gebruikt. Gebruik uitsluitend cartridges met pigment- of kleurstofinkt van het merk Roland DG. Het gebruik van andere merken of inkttypes zou onherstelbare schade aan het apparaat kunnen veroorzaken. Opgelet: Let erop telkens de juiste kleur en het juiste type te installeren. Wacht nooit te lang met het installeren van een nieuwe cartridge om te voorkomen dat de inkt in het apparaat uitdroogt en de sproeiers verstopt raken. Opgelet: Verwijder een inktcartridge pas, wanneer ze uitgeput is. Als u ze namelijk herhaaldelijk verwijdert en weer installeert ontstaan er luchtbellen in de darmen, die ervoor zorgen dat de printkwaliteit ondermaats blijft. Opgelet: Verwijder inktcartridges uitsluitend, wanneer de FJ-540 hierom vraagt. Opgelet: Als u een inktcartridge laat vallen, kan het gebeuren dat de behuizing ervan wordt beschadigd. Gooi een dergelijke cartridge dan onmiddellijk weg. Opgelet: Ga voorzichtig te werk tijdens het vervangen of installeren van inktcartridges. Doe het rustig aan om te voorkomen dat er inkt uitloopt of wordt verspild.
Kijk, alvorens een cartridge in een vak te schuiven, na of u wel degelijk het juiste vak en de juiste cartridge hebt gekozen. Het etiket met de kleurcode moet overeenkomen met de kleurindicatie in het betreffende vak. De kleuren beantwoorden aan de volgende cijfers in het display: Zwart (Black)
Cyaan
Magenta
Lichtcyaan
Lichtmagenta
LC
LM
BK
CY
MG
OR
GR
1
2
3
4
5
Zwart (Black)
Cyaan
Magenta
Lichtcyaan
Lichtmagenta
Geel
YE
6
Geel
LC
LM
BK
CY
MG
OR
GR
YE
7
8
9
10
11
12
Schuif de cartridges altijd volledig in de opgegeven vakken (let er tevens op telkens de juiste kleur in het juiste vak te installeren).
Start nu het oppompen van de inkt: A Druk op de [POWER]-knop om de FJ-540 in te schakelen.
14
B Druk op de Standby-knop ( ). C Geef aan welk type inkt u gebruikt en druk op de [ENTER]-knop.
SELECT INK TYPE Pigment LcLm
D Als de hierna getoonde boodschap verschijnt, moet u aan de achterkant van het apparaat een nieuwe drainagefles installeren. INSTALL DRAIN BOTTLE
Í
E Na het spoelen moet u de cartridges in de vakken leggen waarvan de nummers in het display knipperen. Nu wordt er inkt opgepompt. Dit duurt enkele minuten. F Draai de drainagefles los, maak ze leeg en installeer ze opnieuw. Meer details over wat te doen met de oude inkt vindt u op blz. 31.
Handleiding Belangrijkste dingen voor de bediening
6. Belangrijkste dingen voor de bediening 6-1 In- en uitschakelen Inschakelen Als u het apparaat bijna dagelijks gebruikt, kunt u de [POWER]-schakelaar het best in de “ON”-stand laten en het enkel met de Standby-knop ( ) in- en uitschakelen.
• Schuif de laadhendel na het printen naar de achterkant van het apparaat om de aandrukrollen op te tillen. Enkel dan kunt u er namelijk zeker van zijn dat ze niet worden beschadigd. Optillen
Uitschakelen Om de secundaire voeding uit te schakelen moet u de Standby-knop ( ) minstens één seconde ingedrukt houden. Pas daarna mag u de FJ-540 met de [POWER]schakelaar volledig uitschakelen – als dat tenminste noodzakelijk is. BELANGRIJKE OPMERKINGEN: • Schakel het apparaat nooit met de [POWER]-schakelaar uit, als de Standby-knop ( ) zich nog in de “aan”-stand bevindt. Anders zou het namelijk kunnen gebeuren dat de kappen zich niet op de printkoppen bevinden, wat ertoe leidt dat de inkt uitdroogt. (Dat is echter alleen het geval, wanneer de wagen zich niet in het daarvoor voorziene vak bevindt.) Als u de koppen langere tijd in deze stand laat staan, gaan ze stuk en kunnen ze eventueel niet meer worden hersteld. • Als de wagen ergens boven het materiaal stopt, moet u op de Standby-knop ( ) drukken. Dan keert de wagen namelijk terug in zijn vak en wordt het apparaat vervolgens uitgeschakeld. Als de wagen onverwacht niet in zijn vak terugkeert, zie dan blz. 42.
6-2 Laden van materiaal Lees ook de veiligheidsinstructies op blz. 2 door. Raak nooit de mesrail c.q. de linker of rechter afdekplaat binnenin het apparaat aan. De inkt c.q. het vet op die plaatsen zou namelijk uw handen en kledij vuil kunnen maken of op andere plaatsen binnenin het apparaat terecht kunnen komen. Dit kan een nefaste invloed hebben op de printkwaliteit. Rail
Nooit uw handen op deze plaatsen houden.
Laden van materiaal op rol A Open de frontkap. B Kijk even naar de diameter van de rolkern en draai de rolflensen, indien nodig, om: Rolflens
1)
2)
Rolflens
50,8mm
76,2mm
Houderpen van de flens
3)
Let op de inkepingen.
4)
15
FJ-540 – Belangrijkste dingen voor de bediening
C Schuif de linkerzijde van de rolkern volledig op de flens. D Schuif de rechter rolflens volledig in de rechterzijde van de rolkern en draai de bevestigingsschroef vast. Linker rolflens
Rol
Zodra het materiaal zich opnieuw boven de sensor bevindt, is alles klaar voor de printopdracht. Het materiaal moet nu helemaal vlak op de aandrijfrol liggen (zonder golven of plooien).
Rechter rolflens
E Installeer de klemmen aan de buitenkant van de flensen.
Sensor
Trek hier aan het materiaal
I Controleer een laatste keer of het materiaal strak zit en schuif de laadhendel vervolgens in de LOAD-positie.
Materiaalklem
Materiaalklem
F Schuif de voorkant van het materiaal langs de achterkant in het apparaat en trek het materiaal langs de voorkant zo ver naar buiten tot u de sensor niet meer kunt zien. Voorkant
Hierdoor laat u de aandrukrollen zakken. Deze rollen zetten het materiaal klem. J Sluit de frontkap en druk op de [SETUP]-knop. De SETUP-indicator knippert en het apparaat controleert nu automatisch de materiaalbreedte. Hoofdmenu
W 1234mm
Materiaal
Sensor
G Houd het midden van de materiaalvoorkant vast, terwijl u het materiaal in de getoonde richting trekt.
H Houd de voorkant van het materiaal met één hand vast, terwijl u de rolflensen met de andere hand weer zo ver terugdraait tot het materiaal helemaal strak zit.
Het materiaal moet overal even strak zijn.
16
Opgelet: Als u het apparaat langere tijd niet wilt gebruiken, moet u de materiaalrol verwijderen en op een geschikte plaats opbewaren. Anders begint het materiaal namelijk te golven c.q. wordt het vuil, wat de kwaliteit van nadien geprinte objecten zeker niet ten goede komt. Opgelet: Bij gebruik van doorschijnend materiaal moet u de parameter SHEET TYPE op “CLEAR” zetten (zie blz. 41). Doet u dat namelijk niet en drukt u desondanks op de [SETUP]-knop, dan verschijnt de foutmelding Sheet Set error. Set again. Opgelet: Als u daarna met ander materiaal werkt, moet u waarschijnlijk ook de instelling van de Bi-Direction-mode evenals het transportprocédé wijzigen. Zie blz. 25. Opgelet: Welke soorten materiaal u met de FJ-540 kunt gebruiken, vindt u op blz. 33.
Handleiding Laden van materiaal
Werken met losse vellen A Zorg dat de rechter rand van het vel de geleidingsrail raakt. De materiaalvoorkant moet de reflecterende tape net raken. Voorkant Geleidingsrail
• Materiaal dat de neiging heeft om te gaan golven. Werk nooit met dergelijk materiaal, omdat u het apparaat of bepaalde onderdelen ervan anders ernstig zou kunnen beschadigen.
Installeren van de T-stukken A Kies als hoogte voor de printkoppen “2 (MIDDLE)” of “3 (HIGH)”. Zie blz. 25. Opgelet: Kies nooit “1 (LOW)”, omdat de koppen de Tstukken anders kunnen raken en finaal kunnen worden beschadigd.
Materiaal
Reflecterende tape
Als het vel aan de voorkant scheef werd afgesneden, moet u het vel zo ver uit het apparaat trekken tot de reflecterende tape nergens meer te zien is.
B Druk de T-stukken lichtjes naar beneden en schuif ze zo ver tot ze het materiaal vasthouden (zie de illustratie).
Opgelet: Het materiaal moet altijd parallel lopen met de geleidingsrail en deze laatste raken. Is dat namelijk niet het geval, dan verschijnt de foutmelding Sheet Set error. Set Again, zodra u op de [SETUP]-knop drukt.
B Verwijder de linker rolflens aan de achterkant van het apparaat. C Schuif de rechter rolflens naar een plaats waar hij het materiaaltransport niet kan belemmeren. D Schuif de materiaalachterkant tussen het apparaat en de materiaalbeugel.
C Zorg ervoor dat de “binnenste gaten” van de T-stukken (materiaalklemmen) zich boven de linker of rechter materiaalrand bevinden. Gaten
Achterkant Rolflens
Rolflens T-stuk Materiaal
Materiaalvel
Materiaalbeugel
Opgelet: Bij gebruik van bijzonder dik materiaal moet u de hoogte van de printkoppen wijzigen (zie blz. 25).
Gebruik van golvend materiaal Bij materiaal dat de neiging heeft naar binnen te krullen of te golven verdient het aanbeveling om de bijgeleverde “T”-stukken (materiaalklemmen) te installeren om het materiaal vlak te houden. Deze T-stukken zijn geschikt voor materiaal met een dikte van maximaal 0,7mm. Het gebruik van de T-stukken vereist echter ook dat u de hoogte van de printkoppen op “2 (Middle)” of “3 (High)” zet. Hoe u de hoogte van de printkoppen kunt veranderen komt u te weten op blz. 25. Houd echter wel in de gaten dat u voor de volgende materiaalsoorten geen gebruik kunt maken van de T-stukken: • Materiaal dat door de T-stukken niet echt plat kan worden gedrukt. • Materiaal dat zó sterk is dat de T-stukken zouden kunnen vervormen. • Materiaal dat gemakkelijk kreukelt en 0,7~1mm dik is.
Opgelet: Let er altijd op de T-stukken op de juiste plaatsen te installeren. Anders zouden ze het materiaal namelijk kunnen beschadigen of andere storingen kunnen veroorzaken. Opgelet: Houd goed in de gaten dat het materiaal bij gebruik van het afsnijmesje onder de T-stukken kan wegschuiven. Als u daarna nog een opdracht wilt printen, moet u de klemmen waarschijnlijk opnieuw installeren. Opgelet: Tijdens het uitvoeren van een printopdracht kan het gebeuren dat het materiaal naar links of rechts verschuift en dus niet meer door de materiaalklemmen wordt gehouden. In de regel verdient het aanbeveling om telkens na 1 meter na te gaan of de T-stukken nog hun functie vervullen. Als het materiaal van onder de T-stukken dreigt weg te schuiven, moet u de T-stukken opnieuw installeren. Opgelet: De T-stukken houden ongeveer 10mm van de linker en rechter materiaalrand. Laat dus aan beide kanten van uw objecten een voldoende grote marge.
17
FJ-540 – Belangrijkste dingen voor de bediening
6-3 Test Vóór het starten van de printopdracht controleert u het best eerst de staat van de printkoppen en de gekozen instellingen. Hiervoor is een testfunctie voorzien. Als namelijk bepaalde punten (pixels) ontbreken, is het printresultaat niet optimaal. Als u tijdens deze test een fout ontdekt, moet u eerst de betreffende kop schoonmaken. A Laad een stukje materiaalafval en sluit de frontkap. B Houd de [TEST PRINT]-knop minstens één seconde ingedrukt om de test te starten. Nu wordt er een testpatroon geprint. Ga vervolgens even na of alle punten aanwezig zijn.
A
B
C
Ontbrekende punten
Maak, indien nodig, de printkoppen schoon. Zie blz. 27.
18
Handleiding Printen
7. Printen Algemene tips • Wanneer u tijdens het printen de frontkap opent, leidt dit tot een noodstop (d.w.z. het apparaat stopt onmiddellijk). Hierbij kan niet worden gegarandeerd dat de print daarna zonder verlies kan worden voortgezet. Het beste is dat u na het openen van de kap zowel het printproces als de dataoverdracht meteen stopzet. • Bovendien beschikt u over een [PAUSE]-functie, waarmee u een printopdracht tijdelijk kunt onderbreken. Ondanks het feit dat bij deze functie geen verlies van de data optreedt, is het betrekkelijk waarschijnlijk dat bij het hervatten van het printen duidelijke verschillen in het tweede gedeelte optreden. Bij belangrijke opdrachten is het dan ook verstandiger om de [PAUSE]-knop niet te gebruiken. • Let erop dat de koppen telkens zo snel mogelijk terugkeren in hun vak. Dat is bv. niet het geval tijdens een noodstop (zie hierboven). Wanneer de koppen langere tijd worden blootgesteld aan de lucht, droogt de inkt op, zodat de leidingen verstopt raken. Dit kan ernstige schade aan de printkoppen tot gevolg hebben. • Raak een al geprint gedeelte van een object nooit aan zolang de printopdracht nog niet voltooid is. Anders zou u namelijk het materiaaltransport kunnen belemmeren, wat ervoor kan zorgen dat het materiaal strop komt te zitten en eventueel zelfs de printkoppen beschadigt. Neem bovendien de belangrijke opmerkingen i.v.m. het uitschakelen op blz. 15 even door.
7-1 Dataoverdracht Het printen begint zodra de FJ-540 de eerste data van de computer ontvangt. Dat is echter alleen het geval, als u vóór het starten van de printopdracht op de [SETUP]knop drukt, zodat het hoofdmenu wordt afgebeeld. Hoofdmenu
W 1234mm
Bovendien moeten de volgende dingen al in orde zijn: • Het materiaal moet geladen zijn (zie blz. 15). • De SETUP-indicator moet oplichten. • (Dat betekent echter ook dat alle tot dan toe gemaakte instellingen weer gewist worden.)
Pauze
deze functie echter best niet, als u een optimale printkwaliteit beoogt. Immers is in bepaalde gevallen duidelijk zichtbaar waar een printopdracht werd onderbroken.
7-2 Stopzetten van een printopdracht Als u al tijdens het printen merkt dat het resultaat niet voldoet aan uw verwachtingen, kunt u materiaal besparen door de printopdracht onmiddellijk te stoppen: A Druk op de [PAUSE]-knop (indicator licht op).
B Stop vervolgens de dataoverdracht van de computer (of wacht tot alle data verzonden zijn). C Houd de [SETUP]-knop minstens één seconde ingedrukt om de data in de buffer te wissen. Minstens 1 seconde ingedrukt houden. De SETUP-indicator moet knipperen.
7-3 Ander type inkt gebruiken (Change Ink Set) Het kan gebeuren dat u voor het ene project pigmenten voor een ander kleurstofinkt moet gebruiken. Hiervoor volstaat het niet om zomaar de cartridges te vervangen. U moet de FJ-540 namelijk eerst schoonmaken. Hiervoor hebt u vier schoonmaak-cartridges nodig. Elke cartridge kan drie keer worden gebruikt. A Druk op de [MENU]-knop en ga met ▼ naar de volgende pagina: MENU INK CONTROL
B Druk op ® om naar de volgende pagina te gaan: INK CONTROL EMPTY MODE
Met een druk op de [PAUSE]-knop kan het printen tijdelijk worden onderbroken (de PAUSE-indicator licht op). Druk vervolgens nog een keer op de [PAUSE]knop om door te gaan. Zoals reeds vermeld, gebruikt u
19
FJ-540 – Printen
C Druk op ▼ om “CHANGE INK SET” te kiezen en bevestig uw keuze door op ® te drukken. INK CONTROL CHANGE INK SET
D Kies met ▲ en ▼ het nieuwe inkttype en druk op de [ENTER]-knop.
H Leg de schoonmaak-cartridges in de houders wier cijfer in het display knippert. SET CL-LIQUID 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
I Verwijder de schoonmaak-cartridge van de knipperende kleurnummers weer. J Als de hierna getoonde boodschap verschijnt, moet u de drainagefles leegmaken. EMPTY DRAIN BOTTLE
CHANGE INK SET PIGMENT LcLm
PIGMENT LcLm: Pigmentinkt (cyaan, magenta, geel, zwart, lichtcyaan, lichtmagenta). PIGMENT OrGr: Pigmentinkt (cyaan, magenta, geel, zwart, oranje, groen). DYE. LcLm: Kleurstofinkt (cyaan, magenta, geel, zwart, lichtcyaan, lichtmagenta). Het display beeldt nu de volgende boodschap af:
EMPTY DRAIN BOTTLE E Maak de drainagefles leeg. Opgelet: Dit moet u absoluut doen. Als u namelijk nieuwe cartridges in de houders legt, terwijl de fles nog oude inkt bevat, kan het gebeuren, dat de drainagefles tijdens het oppompen van nieuwe inkt overloopt.
F Breng de drainagefles weer op de juiste manier aan en druk op de [ENTER]-knop om naar de volgende displaypagina te gaan: REMOVE CARTRIDGE
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
De cijfers van de cartridges, die moeten worden vervangen, knipperen nu. De kleuren beantwoorden aan de volgende getallen in het display:
Í
Opgelet: Dit moet u absoluut doen. Als u namelijk nieuwe cartridges in de houders legt, terwijl de fles nog oude inkt bevat, kan het gebeuren, dat de inkt tijdens het oppompen van nieuwe inkt overloopt. Zie blz. 31.
K Als het display de volgende boodschap afbeeldt, kunt u de cartridges van het nieuwe inkttype in de juiste houders leggen. SET CARTRIDGE
123456789101112 Nu verschijnt de volgende boodschap om duidelijk te maken dat de vervanging voltooid is. CHANGE INK SET PIGMENT OrGr
L Druk op de [SETUP]-knop om terug te keren naar het hoofdmenu.
7-4 Vervangen van een inktcartridge (in de “CONT.”-mode) Als tijdens het printen een cartridge uitgeput raakt, hoort u een waarschuwingssignaal. Bovendien verschijnt de volgende foutmelding: 1 Q @2 ¡ @3 ¡ @4 ¡ @ 5 ¡ 6 ¡ 7 Q @8 ¡ @9 ¡ @10 ¡ 11 ¡ 12 ¡ Knipperende cijfers verwijzen naar de cartridges die moeten worden vervangen:
Overeenkomst tussen de kleuren en de afgebeelde getallen : 1 & 7= zwart, 2 & 8= cyaan, 3 & 9= magenta, 4 & 10= lichtcyaan, 5 & 11= lichtmagenta, 6 & 12= geel.
G Eens u alle aan de knipperende cijfers toegewezen cartridges hebt verwijderd, kunt u nieuwe cartridges in de betreffende houders leggen. Volg hiervoor de instructies die in het display worden afgebeeld.
20
Overeenkomst tussen de kleuren en de afgebeelde getallen: 1 & 7= zwart, 2 & 8= cyaan, 3 & 9= magenta, 4 & 10= lichtcyaan, 5 & 11= lichtmagenta, 6 & 12= geel.
Als u deze waarschuwing negeert, wordt de printopdracht weliswaar voortgezet, maar de kwaliteit zal dan vrijwel zeker niet aan de verwachtingen voldoen.
Handleiding Andere aspecten voor het printen
A Druk op eender welke knop van het bedieningspaneel om terug te keren naar het hoofdmenu. B Druk op de [PAUSE]-knop om de printopdracht te stoppen. C Haal de uitgeputte cartridge uit het betreffende vak en installeer een nieuwe (zie blz. 22). D Druk vervolgens nog een keer op de [PAUSE]-knop om door te gaan met printen.
Over de EMPTY MODE Met EMPTY MODE (onder INK CONTROL) bepaalt u wat er moet gebeuren, als een inktcartridge tijdens het printen uitgeput geraakt. Aanvankelijk luidt de instelling voor de EMPTY MODE “STOP”. Misschien kunt u een cartridge dan niet meteen vervangen (bv. omdat u, alvorens ‘s avonds naar huis te gaan, een printopdracht voor de FJ-540 hebt gestart). Hier kunt u kiezen tussen twee mogelijkheden: CONT. betekent dat de printopdracht gewoon wordt voortgezet, zelfs al zou u een bepaalde cartridge eigenlijk moeten vervangen. Dat kan er echter toe leiden dat bepaalde kleurschakeringen na verloop van tijd alsmaar bleker worden. In de regel rest er nog inkt voor ±1m2, wanneer deze boodschap verschijnt (er is m.a.w. een beetje speling). Houd echter wel in de gaten dat dit – naar gelang de inktbezetting– ook iets minder kan zijn. Hoe dan ook: eens de lopende printopdracht is voltooid, stopt het apparaat en zal het pas weer printen nadat u de uitgeputte cartridge hebt vervangen. STOP betekent dat de printopdracht bij een tekort aan inkt in één van de cartridges wordt gestaakt. Installeer een nieuwe cartridge en zet de printopdracht voort. Vaak kunt u nadien precies zien waar de cartridge-wissel werd uitgevoerd (met name wanneer u langer dan 2~3 uur wacht met het vervangen). Vóór het starten van belangrijke printopdrachten, waar de kwaliteit van groot belang is, verdient het dan ook aanbeveling om na te gaan of er nog voldoende inkt rest.
7-5 Andere aspecten voor het printen Verwijderen van het materiaal Bij gebruik van rolmateriaal kunt u een afgewerkt object met het afsnijmesje losmaken van de materiaalrol. Hiervoor moet u op de [SHEET CUT]-knop drukken. A Kijk eerst of het geprinte object zich ver genoeg van de wagen vandaan bevindt. De “printlijn” bepaalt namelijk waar het object wordt afgesneden. Mesrail
Hier wordt het materiaal afgesneden
Geprint object
A
Printlijn
B Houd de [SHEET CUT]-knop minstens één seconde ingedrukt om het object af te snijden. Bepaalde materiaaltypen kunnen echter niet via dit commando worden afgesneden. Opgelet: Deze handeling hoeft u niet uit te voeren, wanneer het gebruikte tekenpakket een snijcommando kan zenden (en dit aan het einde van een printopdracht ook doet).
C Als de SETUP-indicator nog oplicht, moet u de [SETUP]-knop minstens één seconde ingedrukt houden om te zorgen dat de indicator dooft. De indicator dooft nu. D Schuif de laadhendel naar de achterkant van het apparaat om de aandrukrollen op te tillen. Optillen van de laadhendel
E Verwijder het materiaal.
21
FJ-540 – Printen
Afstand bij gebruik van een automatisch afsnijcommando
A Druk op de [MENU]-knop en ga met ▼ naar de volgende pagina:
MENU INK REMAINING
Begin van het nieuwe object
75mm
B Druk op ® om naar de volgende pagina te gaan: Op de computer ingestelde marge
Vol
1 ¡ ¡ @2 ¡ ¡ @3 4 ¡ 5 ¡ ¡ @6 ¡ ¡ 7 ¡ ¡ @8 ¡ @
Einde van het voorafgaande object
9 ¡ ¡ 10 ¡ ¡ 11
12
Hoe minder balken er voor een bepaalde kleur worden afgebeeld, hoe minder inkt er nog is. Hier wordt het object afgesneden
7-6 Vervangen van de inktcartridges Lees eerst de veiligheidsinstructies op blz. 2 en blz. 14. Alvorens een inktcartridge te vervangen moet u het apparaat inschakelen en de eventueel nog lopende printopdracht stoppen (c.q. de pauzestand activeren). A Haal de uitgeputte cartridge uit het betreffende vak.
¡
Leeg
Deze indicaties verwijzen naar de resterende hoeveelheid inkt voor de cartridges 1~8. Hoe minder balken er voor een bepaalde kleur worden afgebeeld, hoe minder inkt er nog is (vier balken betekenen dat de cartridge nog nagenoeg vol is). C Druk op ▼ om na te gaan hoeveel inkt de cartridges 9~12 nog bevatten.
7-8 Instellen van de oorsprong (BASE POINT) Met de knoppen ▲, ▼, ® en √ evenals [BASE POINT] kunt u de oorsprong (het vertrekpunt voor het uitvoeren van een opdracht) eender waar op het materiaal definiëren.
Vakken voor de inktcartridges
B Leg een nieuwe cartridge met dezelfde kleur in het vak.
7-7 Ink Remaining: hoeveel inkt is er nog? Met de Ink Remaining-functie kunt u nagaan hoeveel inkt de cartridges nog bevatten. Door dit regelmatig te controleren kunt u na verloop van tijd min of meer voorspellen hoe lang de verschillende kleuren in bepaalde situaties meegaan. Opgelet: Als u een al eerder gebruikte/halfvolle inkt-cartridge in een houder stopt, gaat de FJ-540 er opnieuw van uit dat het een nieuwe cartridge is. De aangegeven hoeveelheid inkt strookt dan dus niet meer met de realiteit.
22
Marge (moet op de computer worden ingesteld)
Volgend object Uitgangspunt langsheen de horizontale as (links/rechts)
Printgebied
Vertrekpunt (oorsprong)
Vertrekpunt langsheen de verticale as (in de lengte).
Lengte
Links/rechts-richting
Opgelet: Alvorens (met [BASE POINT]) een nieuwe oorsprong vast te leggen moet u de afmetingen van het materiaal achterhalen.
Handleiding Instellen van de marges
Bepalen van de objectoorsprong Verschuif het materiaal met behulp van de knoppen ▲ en ▼ naar de plaats waar een nieuw object moet beginnen. Mesrail
C Druk op de [BASE POINT]-knop. De indicator van deze knop licht op om duidelijk te maken dat de nieuwe oorsprong (“basispunt”) gedefinieerd is. D Druk op de [ENTER]-knop. De printwagen keert nu terug naar zijn vak.
Om de nieuwe oorsprong weer te wissen: In de volgende gevallen wordt de links/rechts-oorsprong automatisch geïnitialiseerd: • Na het voltooien van een printopdracht (volledige pagina). • Als u op de [SETUP]-knop drukt (in dat geval worden ook de materiaalinstellingen gewist).
Begin van het nieuwe object
Voorkant van het materiaal
Vanaf hier wordt er opnieuw geprint
Indien mogelijk, mag u het materiaal enkel met de ▲knop verschuiven. Houd de volgende dingen in de gaten: • De aandrukrollen zouden voor vegen in het reeds geprinte gedeelte kunnen zorgen (omdat de inkt daar nog niet droog is). • De grijpvlakken zouden een “reliëf” in het materiaal kunnen drukken, wat eveneens nadelige gevolgen voor de printkwaliteit heeft. • Het materiaal zou kunnen kreukelen. Opgelet: Als u met materiaal op rol werkt en het materiaal met ▲ weer terugdraait (naar de achterkant van het apparaat), dan moet u het met de hand oprollen tot het weer helemaal strak en vlak is.
Instellen van de links/rechts-oorsprong
Automatische terugkeer van de wagen Als de wagen zich momenteel niet in zijn vak bevindt, droogt de inkt op, wat tot een opstopping van de sproeiers kan leiden. Daarom keert de wagen ongeveer 60 seconden na het drukken op √ (zie stap A hierboven) terug in zijn vak onder de kap. Na het instellen van een nieuwe oorsprong (zie stap B) gebeurt dit al, als u 30 seconden niets doet.
7-9 Instellen van de marges Instellen van de marges in de lengte Deze marges moet u in de RIP (“Raster Image Processor”) instellen. Zie dus de handleiding bij de gebruikte RIP.
A Druk op de √-knop om de wagen naar de momenteel geprogrammeerde links/rechts-oorsprong te brengen. Volgende object In de RIP ingestelde marge
Uitgangspunt voor wagenbewegingen in links/rechts-richting.
Rechter rand van het materiaal
B Breng de wagen met de knoppen √ en ® naar het gewenste vertrekpunt. Het display beeldt nu de berekende printbreedte af.
Printgebied voor het volgende object
Printgebied van het eerste object Eerste printobject
Voorgeprogrammeerde marge
Opgelet: Als het gebruikte pakket na het doorseinen van de printcommando’s in de CONTR.-mode ook een afsnijcommando zendt, hanteren de twee objecten verschillende marges. Zie daarvoor blz. 22. Hulplijn
23
FJ-540 – Printen
F Druk op ▼ om naar de volgende pagina te gaan:
Links/rechts-breedte (Print Area) Opgelet: De breedte (het “printgebied”) kan enkel tijdens het instellen van de materiaalparameters worden gedefinieerd.
Rechter rand
Linker rand Printgebied
PRINT AREA LEFT EDGE
G Druk op ® om naar de volgende pagina te gaan:
LEFT EDGE SET
De wagen gaat nu naar de linker rand van het printgebied. Waarde voor “PRINT AREA – LEFT EDGE”
Waarde voor “PRINT AREA – RIGHT EDGE”
Opgelet: Als u de oorsprong via PRINT AREA definieert, wordt de voor [BASE POINT] opgeslagen positie-instelling weer gewist.
Vastleggen van de rechter rand (R-Edge) A Druk op de [MENU]-knop en daarna op ▼ om de volgende pagina op te roepen:
MENU PRINT AREA
Linker rand van het materiaal
Linker rand van het printgebied
H Breng de wagen met √ of ® naar de plaats van de gewenste linker rand.
B Druk op ® om naar de volgende pagina te gaan:
PRINT AREA RIGHT EDGE
Hulplijn
C Druk op ® om naar de volgende pagina te gaan:
RIGHT EDGE SET
De wagen gaat nu naar de momenteel als rechter marge gedefinieerde positie.
I Druk op de [ENTER]-knop om deze instelling te bevestigen (u hoort nu weer een signaal). J Druk op √ om naar de volgende pagina te gaan:
MENU PRINT AREA
De printwagen keert terug naar zijn vak.
Rechter marge van het printgebied
Rechter rand van het materiaal
D Breng de wagen met √ of ® naar de plaats van de gewenste rechter rand. E Druk op de [ENTER]-knop. Het signaal geeft nu aan dat de rand opgeslagen is.
24
Opgelet: Als u op de [SETUP]-knop drukt (indicator dooft) worden de zonet doorgevoerde instellingen weer gewist. Opgelet: Als u de volledige materiaalbreedte als printgebied definieert, kan het gebeuren dat oneffen materiaal voor fouten tijdens het achterhalen van de materiaalbreedte zorgt. Het gevolg daarvan is dat er ook op de aandrijfrol wordt geprint. Maak de aandrijfrol dan meteen schoon. Dit probleem kunt u echter voorkomen door de voorgeprogrammeerde marges te hanteren. Opgelet: Zie daarvoor “Automatische terugkeer van de wagen” op blz. 23.
Handleiding Werken met doorschijnend materiaal
7-10 Werken met doorschijnend materiaal Bij gebruik van doorschijnend materiaal moet u de parameter SHEET TYPE op “CLEAR” zetten. Als u SHEET TYPE daadwerkelijk op “CLEAR” zet, wordt de materiaalbreedte echter niet automatisch berekend en moet deze handmatig worden ingesteld (via dezelfde werkwijze). Als u dit niet doet, hanteert de FJ-540 de maximaal toegelaten breedte en houdt hij dus geen rekening met de breedte van het geladen materiaal. Meer details over het instellen van het printgebied vindt u op blz. 33. A Druk op de [MENU]-knop en ga met ▼ naar de volgende pagina:
MENU SHEET TYPE
B Druk op ® om naar de volgende pagina te gaan:
SHEET TYPE OPAQUE OPAQUE
C Kies met ▼ en ▲ “CLEAR” en bevestig uw keuze door op de [ENTER]-knop te drukken.
C Druk zo vaak op ® tot de volgende pagina wordt afgebeeld:
HEAD HEIGHT HIGH MIDDLE
De wagen gaat nu helemaal naar links. D Stel met de hendel de passende hoogte in. 3 2 1
Zodra u de stand van de hendel verandert, hoort u een signaal. Het display beeldt dan de nieuwe positie af. Als u de hendel in de “1 (Low)”-positie schuift, hoort u één signaal. Kiest u “2 (MIDDLE)”, dan hoort u twee signalen. Kiest u positie “3 (HIGH)”, dan weerklinken drie signalen. Stel met de hendel de benodigde hoogte in. • “1 (LOW)”: voor een onberispelijke kwaliteit. • “2 (MIDDLE)”: normale instelling. • “3 (HIGH)”: voor bijzonder dik materiaal of materiaal dat de neiging heeft om te golven. Bij levering staat de FJ-540 ingesteld op “2 (MIDDLE)”. Opgelet: Schuif de hendel altijd zo ver tot hij hoorbaar vastklikt. In bepaalde gevallen treden er anders namelijk problemen op in de horizontale richting.
SHEET TYPE OPAQUE CLEAR
D Stel de printbreedte in functie van het gebruikte materiaal in (zie blz. 24). Opgelet: Als u “CLEAR” kiest, stelt de FJ-540 aanvankelijk automatisch de maximale printbreedte in. Die waarde kunt u (en moet waarschijnlijk) wijzigen.
7-11 Hoogte van de printkop instellen Bij gebruik van materiaal dat hetzij licht golft, hetzij uitermate dik is, kan het gebeuren dat het materiaaltransport niet naar behoren werkt of dat het materiaal strop komt te zitten. Ook dat kan uiteraard voor problemen zorgen. In dat geval moet u de hoogte van de printkop op de hierna beschreven manier instellen. Hier kunt u kiezen uit drie mogelijkheden. A Open de frontkap. B Druk op de [MENU]-knop en ga met ▼ naar de volgende pagina:
MENU HEAD HEIGHT
E Druk op √ om te zorgen dat de wagen weer in de parkeerstand terugkeert. F Sluit de frontkap. Na het wijzigen van de kophoogte moet u o.a. de printparameters aanpassen. Meer details over dit soort correcties vindt u op blz. 26. Meer details over de ondersteunde materiaalsoorten vindt u op blz. 33.
7-12 Corrigeren van de printparameters Materiaaltransport Laten we eerst kijken naar wat je moet doen om te zorgen dat het transport perfect is afgestemd op het gebruikte materiaal. Deze instelling moet u bv. wijzigen, als u, na één object op één soort materiaal geprint te hebben, een andere opdracht met ander materiaal wilt uitvoeren. De juiste instelling van deze parameters is van groot belang voor een optimale kwaliteit. Als u het materiaaltransport op de computer (en bijgevolg in de software zelf) instelt, heeft die instelling voorrang op de instellingen die u eventueel op het apparaat zelf hebt doorgevoerd.
25
FJ-540 – Printen
Opgelet: Dit commando werkt pas nadat u materiaal geladen hebt. Zie blz. 15. Gebruik voor de instellingen altijd het type materiaal dat u ook tijdens het printen wilt hanteren.
A Druk op de [MENU]-knop en ga met ▼ naar de volgende pagina:
MENU CALIBRATION
B Druk op ® om naar de TEST PRINT-pagina te gaan: CALIBRATION TEST PRINT
Correctie bij bi-directioneel gebruik Als u kiest voor het bi-directionele printprocédé, kan het gebeuren dat het verticale printverloop niet optimaal is (ten gevolge van kleine afwijkingen). Dit kunt u echter met de volgende functie verhelpen. Ook hier geldt dat u eerst materiaal dient in te voeren, omdat de test anders niet kan worden uitgevoerd. In de volgende gevallen kan een dergelijke correctie noodzakelijk blijken: • Na het laden van een ander materiaaltype. • Na het wijzigen van de printkophoogte. • Bij gebruik van een apparaat op een plaats die onderhevig is aan sterke temperatuurschommelingen. Opgelet: De hier doorgevoerde correcties gelden enkel voor de bi-directionele mode.
A Druk op de [MENU]-knop en ga met ▼ naar de volgende pagina: MENU ADJUST BI-DIR
C Druk op de [ENTER]-knop om het printen van een testpatroon te starten.
B Druk op ® om naar de volgende pagina te gaan: ADJUST BI-DIR TEST PRINT
Goed
Witte lijnen
Banding (overlapping)
C Druk op de [ENTER]-knop om het printen van een testpatroon te starten. Dit patroon ziet er ongeveer als volgt uit:
D Bekijk dit testpatroon en onthoud de waarde waarbij er zo weinig mogelijk verschuivingen optreden. E Druk op ▼ om naar de volgende pagina te gaan:
H6 H5 H4 H3
CALIBRATION SETTING
H2 H1 NO.4
-30 -29
-3
-2
-1
0
+1 +2 +3 +4 +5 +6
+7
+8
+9
+10
-30 -29
-3
-2
-1
0
+1 +2 +3 +4 +5 +6
+7
+8
+9
+10
-30 -29
-3
-2
-1
0
+1 +2 +3 +4 +5 +6
+7
+8
+9
+10
-30 -29
-3
-2
-1
0
+1 +2 +3 +4 +5 +6
+7
+8
+9
+10
H6 H5 H4
F Druk op ® om naar de volgende pagina te gaan:
H3 H2
SETTING
-0.10%
H1
-0.10%
NO.3
H6 H5
G Stel met ▲ en ▼ de waarde in (zie hierboven) die de meest overtuigende printkwaliteit oplevert. Het instelbereik bedraagt –2.0%~+2.0% (in stappen van 0,05%). H Bevestig deze instelling door op de [ENTER]-knop te drukken. Het verdient aanbeveling om telkens precies de waarde te kiezen waarbij het patroon perfect wordt geprint. Als er witte lijnen in het patroon te zien zijn, moet u een kleinere waarde kiezen. Is er sprake van banding (overlappingen), dan moet u de waarde verhogen.
H4 H3 H2 H1 NO.2
H6 H5 H4 H3 H2 H1 NO.1
Waarde waarbij geen verschuiving meer zichtbaar is
D Bekijk dit testpatroon en onthoud de waarde waarbij er nagenoeg geen verschuivingen optreden.
26
Handleiding Schoonmaken van het apparaat
E Druk op ▼ om naar de volgende pagina te gaan:
Stel voor “SETTING NO. 1” de volgende waarden in: H1=7 1/2, H2=8, H3=7, H4=8, H5=6 en H6=7.
ADJUST BI-DIR SETTING NO.i
H1 @ @ @ @H2 @ @ @ @ @H3 71/2 @ @ 8 @ @ @ @ @ 7 H4 @ @ @ @H5 @ @ @ @ @H6 8@@@@ 6@@@@@ 7
De mogelijkheden zijn: “SETTING NO.1” ~ “SETTING NO.4”. Probeer eerst altijd “SETTING NO. 1”. F Druk op ® om naar de volgende pagina te gaan: H1 @ @ @ @H2 @ @ @ @ @H3 0@@@@ 0@@@@@ 0
G Stel met √, ®, ▲ en ▼ de waarde in waarbij er krachtens de testprint geen verschuiving zichtbaar is (zie stap D).
Het instelbereik bedraagt –30~+10 (in stappen van “1/2”). H Druk op de [ENTER]-knop om de waarde te bevestigen. I Kies met ▲ en ▼ “Setting No.2”. Nu verschijnt “SETTING NO.2” in het display. Herhaal de stappen F~H om ook de waarden voor “SETTING NO.2”, “SETTING NO.3” en “SETTING NO.4” te definiëren.
8. Schoonmaken van het apparaat 8-1 Printkoppen schoonmaken Bij het inschakelen van het apparaat met de Standbyknop wordt een automatische onderhoudsbeurt gestart waarbij ook de printkoppen worden schoongemaakt. U hoeft dus zelf geen bijkomende schoonmaakwerken uit te voeren. Als de kwaliteit desondanks te wensen overlaat, kunt u de koppen op de volgende manier schoonmaken. Opgelet: Let er tijdens het schoonmaken van het apparaat of de koppen op dat u nooit het bedieningspaneel aanraakt. Anders zou het kunnen gebeuren dat de wagen plots beweegt en eventueel zware verwondingen veroorzaakt. Opgelet: Deze schoonmaakprocedure versnelt de slijtage van de printkoppen en mag daarom enkel worden uitgevoerd als dat echt nodig is. Maak dus geen overdreven gebruik van deze functie. Als u de “POWERFUL”-stand kiest (zie verderop), verslijten de koppen nog sneller. Bovendien verbruikt deze functie 60cc inkt per koppengroep. Dat komt omdat alle oude inkt wordt weggepompt en nieuwe inkt wordt aangezogen.
A Laad materiaal dat de minimale breedte voor de achteraf door te voeren test heeft. B Spring met [MENU] en ▼ naar de volgende pagina:
D Druk daarna op de [ENTER]-knop. Houd de [CLEANING]-knop minstens één seconde ingedrukt om de schoonmaak van de koppen te starten. E Houd na de schoonmaak gedurende één seconde de [TEST PRINT]-knop ingedrukt om het printen van een testpatroon te starten. Meer details hierover vindt u op blz. 18. Als het resultaat nog steeds te wensen overlaat, moet u de schoonmaakbeurt nog eens herhalen.
8-2 Medium & Powerful: als de koppen bijzonder vuil zijn A Laad materiaal dat de minimale breedte voor de achteraf door te voeren test heeft. B Druk op de [MENU]-knop en ga met ▼ naar de volgende pagina: MENU HEAD CLEANING
C Druk op ® en ▼ om naar de volgende pagina te gaan: MENU HEAD CLEANING
C Kies met de [CLEANING]-knop de kop die u wilt schoonmaken. U kunt zelf bepalen of maar één bepaalde kop of alle koppen moet(en) worden schoongemaakt: A (zwart, cyaan), B (magenta, geel) of C (lichtcyaan, lichtmagenta –OF– oranje, groen).
HEAD CLEANING ALL MEDIUM
D Kies met ▼ de groep van koppen die u wilt schoonmaken (A, B, C of ALL). E Druk op [ENTER] om de schoonmaak (MEDIUM) te starten.
27
FJ-540 – Schoonmaken van het apparaat
F Houd na de schoonmaak gedurende één seconde de [TEST PRINT]-knop ingedrukt om het printen van een testpatroon te starten. Als u na deze schoonmaak nog steeds niet tevreden bent, moet u deze procedure nog een keer herhalen in de “POWERFUL”-mode. En als dat geen uitkomst biedt, kunt u de koppen met de schoonmaakset behandelen. Zie verderop.
8-3 Handmatige schoonmaak van de printkoppen De FJ-540 wordt geleverd met een aantal accessoires die voor de handmatige schoonmaak van de printkoppen bedoeld zijn. Deze schoonmaak moet u doorvoeren, wanneer de schoonmaakfuncties (zie hierboven) niet (meer) het beoogde resultaat opleveren. De bijgeleverde set dient voor het verwijderen van inktklonters en stof in de buurt van de koppen, die er na verloop van tijd voor zorgen dat er vegen op de geprinte objecten staan. Onthoud verder dat u deze handmatige schoonmaak pas mag doorvoeren, wanneer de automatische schoonmaakfunctie niet meer het verwachte resultaat oplevert. Is het probleem ook dan nog niet de wereld uit, dan neemt u het best contact op met uw Roland DG-dealer. De printkoppen verslijten na verloop van tijd en moeten om de 6 miljard dots worden vervangen. Lees het volgende aandachtig door om kennis te maken met de juiste werkwijze en schade aan de koppen te voorkomen. Vóór het schoonmaken moet u de kappen van de koppen verwijderen. Dit betekent echter ook dat u de schoonmaak zo snel mogelijk moet uitvoeren om te voorkomen dat de koppen uitdrogen. In de regel neemt deze manuele schoonmaakprocedure ongeveer een half uur in beslag. Als u het binnen dit tijdsbestek niet redt, stopt u er het best mee en voert u de volgende handelingen uit: • Installeer de afdekplaat en zet ze met de schroeven vast. • Druk op [ENTER] om de automatische schoonmaak van de koppen te starten. • Voer de handmatige schoonmaak daarna nog eens uit.
Werkwijze voor de manuele schoonmaak A Druk op de [POWER]-knop om de FJ-540 in te schakelen. Laad ditmaal echter geen materiaal. B Druk op de Standby-knop ( ) en vervolgens op [CLEANING].
C Kies met de knoppen ▲ en ▼ MAINTENANCE CLEANING. MAINTENANCE CLEANING
D Druk op de [ENTER]-knop om naar de volgende pagina te gaan: NOW
PROCESSING . .
De wagen gaat nu ongeveer tot in het midden van zijn parkeervak (achter de linker afdekplaat). E Kijk even of de volgende boodschap in het display verschijnt. FINISHED CLEANING?
F Draai de schroeven van de linker en rechter afdekplaat los en verwijder de afdekplaten vervolgens. Schroef
Afdekplaat
Schroef
Afdekplaat
Opgelet: Wees voorzichtig tijdens het verwijderen van de afdekplaten. Als ze namelijk vallen, zouden ze kunnen vervormen. En dat dit niet echt handig is, weet u natuurlijk zelf.
G Raak het hierna getoonde gebied aan om alle statische elektriciteit uit uw lichaam af te leiden.
28
Handleiding Wiper Replace: vervangen van de wissers
H Maak de koppen zelf en het gebied errond schoon. Begin met de linker kant van het apparaat.
K Maak nu de wissers schoon. Wisser
Printkop
Onderdelen uit plastic
Onderdelen uit plastic Inoxframe van de printkoppen Oppervlakken van de inktsproeiers
Gebruik een wattenstaafje voor het verwijderen van stof en klonters van de inoxframe en de plastic partijen aan weerskanten van de printkoppen. Opgelet: Gebruik hiervoor uitsluitend de bijgeleverde wattenstaafjes en wees uiterst voorzichtig: u mag de inktsproeiers (jets) niet aanraken.
I Verwijder de inktresten en het stof op de frame rechts op het apparaat.
Inoxframe
Wattenstaafje
Als er veel stof en andere deeltjes op de sponsen liggen, moet u die met een in de handel verkrijgbare zachte borstel verwijderen. Opgelet: Verwijder vooral inkt-/stofklonters rond de printkoppen, omdat die snel voor problemen kunnen zorgen.
J Maak vervolgens de gummikappen en het gebied errond schoon.
Verwijder stof en andere deeltjes met een wattenstaafje. L Installeer de linker en rechter afdekplaat opnieuw en draai ze met de eerder verwijderde schroeven weer vast. M Druk op de [ENTER]-knop om naar de volgende pagina te gaan: NOW
PROCESSING . .
De koppen keren nu automatisch terug naar hun parkeerstand en de automatische schoonmaak begint. N Druk op de Standby-knop ( ) om de FJ-540 uit te schakelen. O Schakel de FJ-540 in, laad een stuk materiaal en start een printtest. Bekijk het geprinte testobject aandachtig. Let er vooral op of alle punten (dots) wel degelijk aanwezig zijn. Is dat niet het geval, dan moet u de automatische schoonmaak nog een keer herhalen om een optimaal resultaat te bereiken.
8-4 Wiper Replace: vervangen van de wissers Als de wissers aan vervanging toe zijn, verschijnt de volgende boodschap in het display. In de regel wordt deze boodschap ongeveer om de 500 schoonmaakbeurten (met de “ALL”-optie) afgebeeld. TIME FOR WIPER REPLACE
A Zie de stappen A~C van de vorige paragraaf om de volgende pagina op te roepen: Gummikappen
Sponsen
Verwijder stof en andere deeltjes met een wattenstaafje. Als de kappen ook aan de binnenkant vuil zijn, moet u ze eveneens met een wattenstaafje schoonmaken.
MAINTENANCE WIPER REPLACE
B Verwijder de rechter afdekplaat (zie blz. 28).
Opgelet: Als de sponsen en/of kappen nog schoon zijn, mag u ze onder geen beding aanraken. Opgelet: Hardnekkig vuil op de sponsen mag u met de punt van een wattenstaafje wegkrabben. Ga echter uiterst voorzichtig te werk. Druk dus niet te hard, omdat u de betreffende spons anders beschadigt.
29
FJ-540 – Schoonmaken van het apparaat
C Houd de onderkant van de wisser met de pincet vast en trek de wisser uit de houder.
Onderkant van de wisser
D Verwijder de wisser en installeer een nieuwe. Vilt
Gummi
De wisser heeft één gummi- en één viltoppervlak. Installeer een wisser telkens zo dat de gummikant naar de voorkant wijst. E Schuif de nieuwe wisser op de haak door met de pincet op de in de illustratie getoonde plaatsen te drukken.
Haak
Opgelet: Kijk even of de wisser goed vastzit. Als dat namelijk niet het geval is, zou de wisser tijdens het gebruik los kunnen komen te zitten. Gebruik voor het verwijderen van een oude en de installatie van een nieuwe wisser uitsluitend de bijgeleverde pincet.
F Installeer der rechter afdekplaat weer en start een printtest. Zie de stappen L~O onder “Werkwijze voor de manuele schoonmaak” op blz. 28.
8-5 Andere schoonmaakbeurten Opgelet: Schakel het apparaat vóór het schoonmaken helemaal uit (door eerst op de Standby-knop en vervolgens op de [POWER]-schakelaar te drukken). Opgelet: De FJ-540 bevat geen onderdelen die door de gebruiker mogen worden gesmeerd. Opgelet: Gebruik nooit een oplosmiddel of wasbenzine voor de schoonmaak, omdat hierdoor eventueel aanwezige materiaalresten kunnen oplossen en nog moeilijker kunnen worden verwijderd. Opgelet: Let erop dat de printkoppen nooit in aanraking komen met water enz.
30
Opgelet: Maak de aandrijfrol, de grijpvlakken, de reflecterende tape en de materiaalklemmen op regelmatige tijdstippen schoon. Stof- en andere deeltjes op deze onderdelen kunnen er namelijk voor zorgen dat de koppen tijdens het printen over een net geprint gedeelte vegen. Bovendien is het mogelijk dat de materiaalbreedte niet meer automatisch kan worden achterhaald.
Schoonmaken van de ombouw Voor het schoonmaken van de ombouw kunt u een licht bevochtigde doek gebruiken. Wrijf de ombouw, het bedieningspaneel enz. daarna echter meteen weer droog. Aandrijfrol De aandrijfrol mag eveneens met een vochtige doek worden schoongemaakt. Wrijf ook de rol daarna helemaal droog. Als er stof en materiaalresten aan de aandrijfrol blijven plakken, moet u die verwijderen door naar de voorkant van het apparaat te wrijven. Gebruik daarvoor een in de handel verkrijgbare borstel. Werk echter nooit met een metaalborstel. Schoonmaken van de grijpvlakken Druk de laadhendel naar de achterkant van het apparaat om de aandrukrollen op te tillen. Maak de grijpvlakken vervolgens met een in de handel verkrijgbare borstel (penseel) schoon. Schoonmaken van de aandrukrollen Als de aandrukrollen vuil of stoffig zijn, hebben ze nog maar weinig grip op het materiaal, wat de printnauwkeurigheid nadelig kan beïnvloeden. Maak ze dus regelmatig met een vochtige doek schoon. Schoonmaken van de reflecterende tape Als de reflecterende tape vuil is, mag u hem met een vochtige doek schoonmaken (water of neutraal zeepsop). Schoonmaken van de frontkap Ook de frontkap kunt u best met een met water bevochtigde doek schoonmaken. Veeg hem daarna weer droog. Schoonmaken van de T-stukken (materiaalklemmen) Als de T-stukken stof/inktklonters bevatten, moet u die met een licht met water bevochtigde doek schoonmaken.
8-6 Als u het apparaat langere tijd niet wilt gebruiken Als u de FJ-540 een hele tijd niet nodig hebt, kunt u de [POWER]-schakelaar aan de achterkant in de “OFF”stand zetten en vervolgens de aansluiting op het lichtnet verbreken. Opgelet: Alvorens de schakelaar in de “OFF”-stand te drukken en de aansluiting op het lichtnet te verbreken moet u de FJ-540 met zijn Standby-knop uitschakelen.
Als u de FJ-540 pas één maand later opnieuw gebruikt, moet u eerst de printkoppen schoonmaken. Zie blz. 28. Hiervoor hebt u vier schoonmaakcartridges nodig die als optie verkrijgbaar zijn.
Handleiding Varia
9. Varia 9-1 Wat te doen met inktresten De houdereenheid voor de bij de FJ-540 geleverde drainagefles bevat een klein venstertje dat moet toelaten om na te gaan hoeveel inkt er al in de fles zit. Het verdient trouwens aanbeveling om op regelmatige tijdstippen te controleren hoeveel afvalinkt er in de drainagefles zit.
Als het inktniveau binnen dit bereik ligt, moet u de drainagefles leegmaken. Als u daar namelijk te lang mee wacht, zou het kunnen gebeuren dat er tijdens het verwijderen van de drainagefles inkt op het apparaat, de grond en uw kledij spat.
Om de drainagefles te ledigen moet u als volgt te werk gaan: A Druk op de Standby-knop ( ) om het apparaat uit te schakelen (de bijbehorende indicator dooft). B Draai de drainagefles los en schuif de stop op de darm.
Drainagefles
Na verloop van tijd wordt dit mesje bot en moet u het vervangen. Lees, naast de volgende tips, ook de veiligheidsinstructies op blz. 2 door. Opgelet: Gebruik uitsluitend messen die specifiek voor de FJ-540 bedoeld zijn. Opgelet: Let er bij het verwijderen van het afsnijmesje op dat u de printwagen niet verschuift. Anders zou namelijk de inkt in de sproeiers kunnen opdrogen, wat in het ergste geval ernstige schade aan de printkoppen kan veroorzaken.
A Druk op de [MENU]-knop en ga met ▼ naar de volgende pagina: MENU REPLACE KNIFE
B Druk op de [ENTER]-knop om naar de volgende pagina te gaan: FINISHED?
De wagen gaat nu helemaal naar links. C Open de frontkap en haal het afsnijmesje uit het apparaat. • a) Draai de bevestigingsschroef zo ver los tot het mes uit de houder schuift. • b) Houd de bevestigingsschroef vast en trek de houder in de richting van de pijl. (b)
C Leg een stuk absorberend materiaal (bv. papier) in een emmer e.d. en giet er de inkt op. Het papier moet de inkt kunnen opzuigen.
(a)
Brandbaar absorberend materiaal (papier, vod e.d.)
Opgelet: Als het mes tijdens deze handeling in de printwagen valt, moet u het er met de bijgeleverde pincet weer uithalen.
D Plaats een nieuw mesje in de houder.
D Zorg dat het papier e.d. milieuvriendelijk wordt weggegooid. Opgelet: Als tijdens het leegmaken van de drainagefles inktplekken op uw kledij e.d. terechtkomen, moet u die meteen uitwassen. Wacht daar niet te lang mee, omdat u de inktplekken na verloop van tijd niet meer weg krijgt.
9-2 Vervangen van het afsnijmes De FJ-540 bevat een afsnijmes waarmee een object van de rol kan worden afgesneden, zodra het geprint is.
Inkeping Het mesje wordt door een magneet vastgehouden.
E Installeer de meshouder weer: • a) Schuif de schroef voorzichtig in de opening en let erop dat het mes niet verschuift.
31
FJ-540 – Varia
• b) Draai de schroef weer vast. (a)
F Installeer de drainagefles weer op de juiste manier en druk op de [ENTER]-knop om naar de volgende displaypagina te gaan: REMOVE CARTRIDGE
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
(b)
F Sluit de frontkap en druk op de [ENTER]-knop.
9-3 Vóór het transport Opgelet: Vóór het transport van het apparaat moet u altijd eerst de printkoppen schoonmaken en vervolgens vastzetten. Gebruik voor het schoonmaken van de koppen uitsluitend vier optionele schoonmaak-cartridges voor de FJ-540. Elke cartridge kan drie keer worden gebruikt. Opgelet: Zorg ervoor dat de FJ-540 tijdens de schoonmaak recht (dus niet schuin) staat. Anders zou er namelijk inkt uit de drainagefles c.q. het schoonmaakproduct uit de cartridges kunnen lopen, wat schadelijk is voor het apparaat.
A Als er zich nog materiaal in het apparaat bevindt, moet u de [SETUP]-knop ca. 1 seconde ingedrukt houden en het materiaal daarna verwijderen. Zie blz. 21. B Druk op de [MENU]-knop en ga met ▼ naar de volgende pagina:
G Eens u alle aan de knipperende cijfers toegewezen cartridges hebt verwijderd, begint de schoonmaak van de printkoppen. Volg tevens de instructies die in het display worden afgebeeld. Eens de schoonmaak voor de eerste 2 kleuren voltooid is, verschijnt de vraag om dit nu voor de volgende vakken te herhalen (zie de boodschap van stap F). Voer dus de nu in het display verschijnende instructies uit en installeer de schoonmaak-cartridges in de vakken wier nummers knipperen. SET CL - LIQUID 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Eens de schoonmaak helemaal voltooid is, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld. H Druk de [POWER]-schakelaar in de “OFF”-stand. I Verbreek de aansluiting op het lichtnet en de computer. J Draai de drainagefles los en schuif de stop op de darm.
MENU INK CONTROL
Stop Darm voor de drainagefles
C Druk op ® om naar de volgende pagina te gaan:
INK CONTROL EMPTY MODE
D Kies met ▼ “HEAD WASH” en druk op de [ENTER]knop.
INK CONTROL HEAD WASH
Het display beeldt nu de volgende boodschap af:
EMPTY DRAIN BOTTLE E Maak de drainagefles leeg. Opgelet: Dit moet u absoluut doen. Als de drainagefles namelijk nog afvalinkt bevat, kan het gebeuren, dat de drainagefles tijdens het wegpompen van de resterende inkt overloopt. Meer details over het leegmaken van de drainagefles vindt u op blz. 31.
32
K Zet de printwagen vast. Zie blz. 12.
Handleiding Vóór het transport
9-4 Ondersteunde materiaalsoorten Gebruik uitsluitend materiaal van Roland DG of materiaal dat door Roland DG uitdrukkelijk is goedgekeurd. Het materiaal moet geschikt zijn voor gebruik met de FJ-540.
Specificaties van de toegelaten materiaalsoorten (A) Maximale dikte—1,0mm (kop in de hoogste positie)
9-5 Breedte van het printgebied De printbreedte (d.w.z. de breedte in de richting van de wagenbewegingen) hangt af van de breedte van het materiaal. Wanneer u na het laden van het materiaal op de [SETUP]-knop drukt, berekent een sensorsysteem automatisch de breedte van het materiaal. Deze waarde wordt dan in het display afgebeeld. Links en rechts wordt een rand van telkens 10mm aangehouden. Via het “PRINT AREA”-menu kunt u deze waarden echter aanpassen aan de printopdracht. Zie blz. 24. Maximale printbreedte
(B) Maximale roldiameter—180mm (met de bedrukbare kant naar buiten gewikkeld).
(C) Maximale binnendiameter van de materiaalrollen (“rolkern”)—50,8 of 76,2mm. (D) Maximaal toegelaten rolgewicht—20kg
90mm
Gebruik uitsluitend materiaaltypes die niet aan de daaronder liggende laag vastplakken.
Materiaal Printgebied
Materiaallengte
Oor-
96,5mm
10mm
10mm
Zijaanzicht van een materiaalrol
Max. toegelaten materiaalbreedte
Via het “PRINT AREA”-menu kunt u de printbreedte wijzigen.
210~1371mm
33
FJ-540 – Displaymenu’s
10. Displaymenu’s Meer details over de hier vermelde functies vindt u onder “10-1 Beschrijving van de knoppenfuncties en displaymenu’s” op blz. 38. Keuze van de taal die voor de boodschappen wordt gehanteerd.
MENU LANGUAGE ENGLISH
Roland FJ-540 Ver.1.00 Bij de eerste ingebruikname of na het ledigen van de inkt.
Roland FJ-540 PIGMENT LcLm PIGMENT LcLm/ PIGMENT/OrGr/ DYE LcLm/
Met ▲▼ kiezen en met [ENTER] bevestigen.
MENU LANGUAGE JAPANESE
Roland FJ-540 INK NOT FILLED
Het apparaat bevat geen inkt.
SELECT INK TYPE PIGMENT LcLm
Stel in welk inkttype u gebruikt en druk op [ENTER].
PIGMENT LcLm/PIGMENT/OrGr/DYE LcLm
SETUP SHEET
INSTALL DRAIN BOTTLE
Installeer een drainagefles en druk op de [ENTER]-knop.
FILLING INK...
Nu wordt er inkt opgepompt.
Eerst materiaal laden en vervolgens op [SETUP] drukken SET UP
Beschikbare printbreedte van het momenteel geladen materiaal. Hoofdmenu
W 1234 mm
▲▼ • Selecteren van de volgende/vorige menupagina. • Instellen van een parameterwaarde. • Materiaaltransport (tijdens het instellen van het printgebied).
® • Selecteren van een ondergeschikte menupagina. • Verplaatsen van de wagen (tijdens het instellen van het printgebied).
√ • Terugkeer naar de vorige displaypagina. • Verplaatsen van de wagen (tijdens het instellen van het printgebied).
[ENTER] (
in het display)
• Bevestigen van de gekozen functie. • Bevestigen van de ingestelde waarde.
34
Handleiding Displaymenu’s
Houd de [CLEANING]-knop minstens één seconde ingedrukt om de schoonmaak van de koppen te starten.
CLEANING ALL
Druk op [ENTER] om de schoonmaak te starten.
CLEANING GROUP A
Druk op de [ENTER]knop om de koppen van groep “A” schoon te maken.
CLEANING GROUP B
Druk op de [ENTER]knop om de koppen van groep “B” schoon te maken.
CLEANING GROUP C
Druk op de [ENTER]-knop om de koppen van groep “C” schoon te maken.
CLEANING ALL
Selecteren van de MAINTENANCE CLEANING-mode.
MAINTENANCE CLEANING MAINTENANCE WIPER REPLACE
Druk op de [ENTER]-knop om naar de volgende pagina te gaan:
Druk op de [ENTER]-knop en vervang de wisser.
35
FJ-540 – Displaymenu’s
MENU SHEET TYPE
SHEET TYPE OPAQUE OPAQUE OPAQUE/CLEAR Verschijnt pas nadat u materiaal hebt geladen.
MENU PRINT AREA
PRINT AREA RIGHT EDGE
RIGHT EDGE SET
RIGHT EDGE CANCEL
PRINT AREA LEFT EDGE
LEFT EDGE SET
LEFT EDGE CANCEL
MENU HEAD HEIGHT
HEAD HEIGHT HIGH LOW HIGH/MIDDLE/LOW
MENU ADJUST BI-DIR
ADJUST BI-DIR TEST PRINT H1 H2 H3 0 0 0
ADJUST BI-DIR SETTING NO.1 SETTING NO.1/SETTING NO.2/ SETTING NO.3/SETTING NO.4
H4 H5 H6 0 0 0 0~+10 in stappen van “1/2”.
MENU CALIBRATION
CALIBRATION TEST PRINT CALIBRATION SETTING
SETTING -0.10% -0.10% –2~+2 (in stappen van “0,05”)
MENU INK CONTROL
INK CONTROL EMPTY MODE
EMPTY MODE CONT. STOP CONT./STOP
INK CONTROL PUMP UP INK CONTROL HEAD WASH INK CONTROL CHANGE INK SET
CHANGE INK SET PIGMENT LcLm PIGMENT LcLm/PIGMENT/OrGr/DYE LcLm
Naar het “UNIT”-menu
36
Handleiding Displaymenu’s
“INK CONTROL”-menu
MENU UNIT
UNIT mm
mm
mm/INCH
MENU FACTORY DEFAULT
NOW PROCESSING..
MENU SYSTEM REPORT
PERFORMING TEST PRINT
MENU REPLACE KNIFE
FINISHED?
MENU INK REMAINING
1 5
2 6
9
10
MENU HEAD CLEANING
3 7
4 8
11
12
HEAD CLEANING ALL MEDIUM
HEAD CLEANING ALL POWERFUL
HEAD CLEANING A MEDIUM
HEAD CLEANING A POWERFUL
HEAD CLEANING B MEDIUM
HEAD CLEANING B POWERFUL
HEAD CLEANING C MEDIUM
HEAD CLEANING C POWERFUL
Houd de [TEST PRINT]-knop minstens één seconde ingedrukt om de test te starten.
Naar het “SHEET TYPE”-menu
37
FJ-540 – Displaymenu’s
10-1 Beschrijving van de knoppenfuncties en displaymenu’s Knoppenfuncties Hoofdmenu
Functie
Instelbereik
Fabrieksinstelling
—
Hiermee schakelt u het apparaat in en uit. Wanneer het apparaat aan staat, licht de Standby-indicator op (als de [POWER]-knop tenminste op “ON” staat).
—
—
—
Druk op deze knop, als u het geladen materiaal met de sensoren wilt laten meten om de breedte van het printgebied te weten te komen. De SETUP-indicator knippert. Zodra de breedte is berekend, licht de SETUP-indicator weer op. Druk nog een keer op deze knop om het materiaal te kunnen verwijderen. Op alle andere pagina’s keert u met deze knop terug naar het hoofdmenu. (Dat betekent echter dat de tot dan toe ingestelde waarden dan weer geïnitialiseerd worden.)
—
—
[PAUSE]
—
Met deze knop kunt u een printopdracht onderbreken (tijdelijk stoppen). De PAUSE-indicator licht op. Druk vervolgens nog een keer op deze knop om door te gaan. Als u tijdens een pauze gedurende één seconde of meer op [SETUP] drukt, worden de data, die zich nog in de buffer bevinden, gewist, zodat de printopdracht wordt stopgezet.
—
—
[BASE POINT]
—
Met deze knop kunt u het uitgangspunt in de horizontale richting bepalen (de richting waarin de wagen beweegt). Meer details hierover vindt u op blz. 22.
—
—
[ENTER]
—
Met deze knop kunt u de ingestelde waarde bevestigen, een opdracht/commando uitvoeren of de via het display ingestelde waarde opslaan.
—
—
[TEST PRINT]
—
Als de SETUP-indicator nog oplicht, moet u deze knop minstens één seconde ingedrukt houden om een printtest te starten.
—
—
—
Het Head Cleaning-menu dient voor het schoonmaken van de printkoppen. Alvorens belangrijke objecten te printen moet u de koppen schoonmaken (doe dit echter alleen voor belangrijke opdrachten). Deze functie kan op elk moment worden geselecteerd. Kies de koppen die moeten worden schoongemaakt: A, B of C. Om alle koppen schoon te maken (ALL) moet u deze knop minstens één seconde ingedrukt houden. Na het schoonmaken moet u een printtest starten om na te gaan of de kwaliteit dan weer vlekkeloos is. Meer details hierover vindt u onder “Test” op blz. 18 en “Printkoppen schoonmaken” op blz. 27.
—
—
[SHEET CUT]
—
Laat toe om het materiaal af te snijden op de plaats waar de wagen zich op dat moment bevindt. Houd de knop minstens één seconde ingedrukt om het materiaal langsheen de printlijn af te snijden. Dit is enkel mogelijk zolang er geen printopdracht wordt uitgevoerd. Meer details hierover vindt u op blz. 21.
—
—
[MENU]
—
Met deze knop roept u de menumode op. Zolang een menupagina wordt afgebeeld, dienen ▲ en ▼ voor het oproepen van een andere pagina. Met ® kunt u naar een submenu gaan en met √ naar de vorige pagina terugkeren.
—
—
▲▼√®
—
Dienen voor het transport van het materiaal of het bewegen van de wagen naar de gewenste plaats en voor het kiezen van het inkttype. Als het display een menu afbeeldt, kunt u met deze knoppen functies kiezen en waarden instellen.
—
—
Language
Hiermee kunt u de taal van de displayboodschappen kiezen. U kunt kiezen tussen Engels en Japans.
ENGLISH JAPANESE
ENGLISH
Knop Standby
[SETUP]
[CLEANING]
[MENU] +
38
Handleiding Beschrijving van de knoppenfuncties en displaymenu’s
Omschrijving van de menu’s Hoofdmenu
Submenu
Functie
Instelbereik
Fabrieksinstelling
SHEET TYPE
—
Met deze parameter maakt u duidelijk welk soort materiaal u geladen hebt. Kies “OPAQUE” als het gebruikte materiaal niet doorschijnend is. Is het daarentegen wel doorschijnend, dan moet u hier “CLEAR” kiezen. Zie daarvoor blz. 25.
OPAQUE/ CLEAR
OPAQUE
(*) Dit menu is enkel beschikbaar, als u al materiaal geladen hebt. Hiermee kunt u de horizontale printbreedte (volgens de wagenrichting) instellen. Bij doorschijnend materiaal kan de breedte niet door het apparaat zelf worden berekend. Dat moet u dus handmatig doen – en precies daarvoor dient deze functie. Deze instelling is tevens beschikbaar, als u het printgebied voor het momenteel geladen doorschijnende materiaal al eerder hebt ingesteld. Meer details over het instellen van een nieuwe linker en rechter marge vindt u op blz. 23.
—
—
HEAD HEIGHT
Hiermee kunt u de hoogte van de printkoppen instellen. Kies dit menu en stel de hendel naast de wagen van de FJ-540 vervolgens naar behoren in. Meer details hierover vindt u op blz. 25.
HIGH/ MIDDLE/LOW
MIDDLE
HEAD CLEANING
Vóór het starten van de eigenlijke printopdracht kunt u met deze functie een test uitvoeren om na te gaan of het systeem naar behoren werkt. Als tijdens de test al blijkt dat er iets niet klopt, moet u de koppen schoonmaken. Houd echter in de gaten dat het al te vaak schoonmaken van de koppen (met name in de POWERFUL-mode) zowel de slijtage ervan versnelt en bovendien veel inkt verbruikt. Maak de koppen daarom enkel schoon als dit echt nodig is. Test Print: Hiermee kunt u een testpatroon printen om na te gaan of alles naar behoren werkt. Als u in dit patroon niets vreemds opmerkt kunt u de opdracht voor het definitieve object geven. All Medium/A Medium/B Medium/C Medium: Kies hier de groep van de koppen die u wilt schoonmaken (A, B, C of ALL). Daarna moet u een printtest starten om na te gaan of de kwaliteit weer vlekkeloos is. In de regel verdient het echter aanbeveling om enkel met de [CLEANING]-knop te werken. All Powerful/A Powerful/B Powerful/C Powerful: Als u na de schoonmaak in de MEDIUM-mode nog steeds niet tevreden bent, moet u deze procedure kiezen. Ook na deze schoonmaak moet u een test doorvoeren. Zie “6-3 Test” op blz. 18 en “8-1 Printkoppen schoonmaken” op blz. 27.
—
—
RIGHT EDGE PRINT AREA LEFT EDGE
ALL MEDIUM A MEDIUM B MEDIUM C MEDIUM ALL POWERFUL A POWERFUL B POWERFUL C POWERFUL
INK CONTROL
EMPTY MODE: Als tijdens het printen een cartridge uitgeput raakt, reageert de FJ-540 volgens de hier gemaakte keuze. Deze opties laten het starten van een printopdracht toe die dan de hele nacht blijft lopen, terwijl u naar huis gaat of iets anders doet. CONT. betekent dat de printopdracht gewoon wordt voortgezet, zelfs al zou u EMPTY een bepaalde cartridge eigenlijk moeten vervangen. Zolang er nog een beetje MODE inkt overblijft, wordt de printopdracht voortgezet. Dat kan er echter toe leiden dat bepaalde kleurschakeringen na verloop van tijd alsmaar bleker worden. In de regel rest er nog inkt voor ±1m2, wanneer deze boodschap verschijnt (er is m.a.w. een beetje reserve). Houd echter wel in de gaten dat dit –naar gelang de inktbezetting– ook iets minder kan zijn. Hoe dan ook: aan het einde van de huidige opdracht stopt het apparaat en moet u de betreffende cartridge vervangen. STOP betekent dat de printopdracht bij een tekort aan inkt in één van de cartridges wordt gestaakt. Na het insteken van een nieuwe cartridge en het drukken op de [PAUSE]-knop wordt de opdracht voortgezet. Vaak kunt u op het object nadien precies zien waar de cartridge-wissel werd uitgevoerd. Dit kan echter enigszins vermeden worden door deze handeling binnen een tijdsspanne PUMP UP van ±2 uur uit te voeren. HEAD WASH Pump Up pompt alle nog in de printkoppen resterende inkt naar de drainagefles. Head Wash dient voor het schoonmaken van de printkoppen met behulp van CHANGE INK optionele schoonmaak-cartridges. Zie daarvoor “9-3 Vóór het transport” op SET blz. 32. Change Ink Set dient voor het uitvoeren van het Head Wash- en Fill Ink-commando. Dat is bv. noodzakelijk, wanneer u een ander type inkt wilt gebruiken. Alvorens een printcommando te starten moet u aangeven welk type inkt u daarvoor gaat gebruiken. Zie blz. 19.
EMPTY MODE CONT./STOP
EMPTY MODE STOP CHANGE INK SET PIG. LcLm/ PIG. OrGr/ DYE LcLm
39
FJ-540 – Displaymenu’s
Hoofdmenu
Submenu
Functie
Instelbereik
Fabrieksinstelling
ADJUST BI-DIR
TEST PRINT SETTING NO.1~ SETTING NO.4
Hiermee kunt u een eventueel verloop bij het printen in beide richtingen corrigeren. Dit is bv. noodzakelijk na het laden van nieuw materiaal of na het wijzigen van de printkophoogte. Test Print is een menu waarmee een test ter controle kan worden geprint. Setting laat toe om de optimale waarde in te stellen, als dat nodig blijkt. Zie daarvoor “ Correctie bij bi-directioneel gebruik” op blz. 26.
–30~+10 (in stappen van 1/2)
0
CALIBRATION
TEST PRINT SETTING
Hiermee kunt u eventuele problemen bij het materiaaltransport verhelpen. Deze kunnen het gevolg zijn van een overdadige of onvoldoende “vat” van de grijpvlakken. Deze parameter moet uiteraard bij elke overstap naar een ander materiaaltype opnieuw worden ingesteld. Pas de waarde nogmaals aan, als het materiaal in horizontale richting nog sporen vertoont. Als u deze instelling op uw computer wijzigt, heeft de software voorrang boven de via deze parameter gekozen waarde. Test Print: Laat toe om de instellingen uit te proberen. Setting laat toe om de optimale waarde in te stellen, als dat nodig blijkt. Meer details hierover vindt u op blz. 25.
2,0%~ +2,0% (in stappen van 0,05%)
0%
UNIT
—
Hiermee kiest u als eenheid “millimeter” of “inch”. Als u “inch” kiest, beperkt de nauwkeurigheid zich tot één punt na de komma.
mm INCH
mm
SYSTEM REPORT
—
Met dit commando kunt u een print van alle actuele parameterinstellingen en bijkomende systeemgegevens opvragen.
—
—
REPLACE KNIFE
—
Attendeert u op het feit dat het afsnijmesje moet worden vervangen. Zie blz. 31.
—
—
FACTORY DEFAULT
—
Met dit commando kunt u voor alle functies in deze tabel weer de fabrieksinstellingen oproepen (zie de “Fabrieksinstelling”-kolom).
—
—
—
Met de Ink Remaining-functie kunt u nagaan hoeveel inkt de cartridges nog bevatten. Hoe minder •-symbolen er voor een bepaalde kleur worden afgebeeld, hoe minder inkt er nog in de betreffende cartridge zit. Opgelet: Als u een gedeeltelijk opgebruikte cartridge na verloop van tijd nog eens in de betreffende houder plaatst, wordt het inktniveau weer vanaf de “vol”-stand aangegeven en komt het dus niet overeen met het daadwerkelijke inktniveau. Zie ook blz. 22.
—
—
INK REMAINING
40
Handleiding Verhelpen van problemen
10-2 Verhelpen van problemen De FJ-540 kan niet worden ingeschakeld. • Hebt u het bijgeleverde netsnoer aangesloten op een stopcontact? • Hebt u de FJ-540 met de [POWER]-schakelaar aan de achterkant ingeschakeld?
De FJ-540 lijkt niet te werken. • Kloppen de verbindingen en instellingen voor het gebruik in een netwerk? Ga dit even na. Wat er precies moet gebeuren en hoe de aansluitingen er moeten uitzien wordt uitgelegd in de bijgeleverde “Roland PrintServer Network Settings Guide”. • Hebt u materiaal geladen en op de [SETUP]-knop gedrukt om te zorgen dat de bijbehorende indicator oplicht? • Wordt het hoofdmenu afgebeeld? Als dat niet het geval is, kunt u geen printopdracht starten. Druk dus op de [SETUP]-knop om terug te keren naar het hoofdmenu. Hoofdmenu
W 1234mm
• Licht de PAUSE-indicator op? Zolang de PAUSE-indicator oplicht, worden er geen commando’s uitgevoerd. Als u de printopdracht helemaal wilt beëindigen, moet u eerst de datastroom van de computer onderbreken en de [SETUP]-knop gedurende ong. één seconde indrukken om de buffer te wissen. (In het andere geval moet u nog een keer op [PAUSE] drukken om de printprocedure verder te zetten.) • Is een inktcartridge uitgeput? In dat geval beeldt het display van de FJ-540 het nummer van de te vervangen cartridge af en begint het apparaat te piepen, zodra er data van een computer worden ontvangen. Op dat moment heeft de FJ-540 dan al de pauze geactiveerd. Vervang de uitgeputte cartridge en druk op [PAUSE] om de printopdracht voort te zetten. Zie verder blz. 22. 1 Q @2 ¡ @3 ¡ @4 ¡ @ 5 ¡ 6 ¡ 7 Q @8 ¡ @9 ¡ @10 ¡ 11 ¡ 12 ¡ Voorbeeld: de cartridges “1” en “7” zijn aan vervanging
U hebt materiaal geladen en op de [SETUP]-knop gedrukt, maar het apparaat kan de breedte van het geladen materiaal niet berekenen • Bij doorschijnend materiaal (als u SHEET TYPE op “CLEAR” gezet hebt) kan de FJ-540 de breedte inderdaad niet berekenen. Stel de printbreedte in functie van het gebruikte materiaal in (zie blz. 25). Werkt u echter met niet doorschijnend materiaal, dan moet u deze parameter op “OPAQUE” zetten. • Hebt u materiaal met een breedte van minder dan 210mm geladen? Ook in dat geval kan de FJ-540 de breedte niet automatisch berekenen. Laad materiaal dat iets breder is dan 210mm en probeer het opnieuw.
De printkwaliteit blijft ondermaats • Als er maar een klein aantal punten ontbreekt, zie dan blz. 27. • Misschien werkt u met betrekkelijk dik materiaal waar de wagen over heenwrijft. –Verander de hoogte van de printkoppen (blz. 25) en probeer het nog een keer. In voorkomend geval moet u echter ook de Bi-Directioninstellingen corrigeren (blz. 26). Misschien kunt u het materiaal nog gladstrijken of opspannen om te zorgen dat het helemaal vlak ligt. Als ook de wijziging van de printkophoogte geen uitkomst biedt, moet u ander materiaal gebruiken. Anders zit het materiaal binnen de kortste keren strop en wordt de inkt van de geprinte partijen lang en breed uitgesmeerd. • Hebt u de printopdracht onderbroken door op de [PAUSE]-knop te drukken of de frontkap te openen? – We hadden het er al over dat dit tot dataverlies of op z’n minst afwijkingen in de kleurintensiteit leidt. Het verdient dan ook aanbeveling om objecten, waarbij de kwaliteit primeert, zonder onderbreking te printen. • Hebt u, na het materiaal geladen te hebben, alle rechtstreeks betrokken parameters ingesteld? Zie blz. 25.
De afzonderlijke printlijnen worden niet netjes onder elkaar geprint [Voorbeeld]
Goed
Fout (verschuiving)
Dit betekent dat u weliswaar “BI-DIRECTION” gekozen hebt, maar dat de bijbehorende correctieparameter niet naar behoren is ingesteld (blz. 26). Deze instelling moet u telkens wijzigen na materiaal geladen of de hoogte van de printkoppen veranderd te hebben (als het resultaat tenminste niet meteen goed is).
Er druppelt inkt op het materiaal en dat maakt het object onbruikbaar Hiervoor kunnen er verschillende redenen zijn: • Stof- en andere deeltjes rond de printkop zuigen inkt op en smeren die vervolgens elders op het materiaal. • Een kop heeft het materiaal geraakt en zo de nog niet droge inkt uitgesmeerd of zoveel inkt opgenomen dat die elders op het materiaal druipt. Na het schoonmaken moet u een printtest starten om na te gaan of alles weer normaal is.
De wagen print ook links en rechts van het materiaal • Is de reflecterende tape vuil?– In dat geval kan het materiaal niet meer naar behoren worden “afgetast”. Als de tape vuil is, mag u hem met een vochtige doek schoonmaken (water of neutraal zeepsop).
41
FJ-540 – Displaymenu’s
• Hebt u het materiaal misschien scheef geladen? –Zoiets kan de FJ-540 niet “zien”. Het is dus best mogelijk dat hij denkt dat er op bepaalde plaatsen materiaal aanwezig is, terwijl dat helemaal niet het geval is. Laad het materiaal opnieuw (zie blz. 15). • Hebt u met PRINT AREA de maximale printbreedte ingesteld (zie blz. 24)?– Laat links en rechts een rand van minstens 10mm. Anders zou er namelijk in dat bereik een verschuiving kunnen optreden.
Onregelmatig materiaaltransport • Gebruikt u uitgesproken dik materiaal?– Als het materiaal de wagen raakt, wordt het niet gelijkmatig getransporteerd (bovendien wordt dan vaak ook de inkt uitgesmeerd). Wijzig dus de hoogte van de printkoppen (zie blz. 25). Daarna moet u wel een correctie uitvoeren m.b.t. de looprichting van de wagen (blz. 26). • Bij gebruik van materiaalvellen moet u erop letten dat het vel op geen enkel moment de materiaalflens raakt. Anders is het materiaaltransport namelijk te onregelmatig. Als de materiaalflens het materiaaltransport belemmert, moet u hem naar een plaats schuiven waar dat niet meer het geval is. • Hebt u het materiaal recht geladen/afgesneden?– Als dat niet het geval is, raakt het de FJ-540 misschien op bepaalde plaatsen en verschuift het, met alle nefaste gevolgen van dien. • Hebt u de materiaalrol op de juiste manier geïnstalleerd? Zie blz. 15.
De printwagen keert niet terug naar zijn vak Ga als volgt te werk om te zorgen dat de kappen weer op de sproeiers terecht komen, wat heel belangrijk is. Neem daarna meteen contact op met uw Roland DGdealer of een erkende herstellingsdienst. Anders zou namelijk de inkt in de sproeiers kunnen opdrogen, wat in het ergste geval ernstige schade aan de printkoppen kan veroorzaken. A Druk de [POWER]-schakelaar in de “OFF”-stand en open de rechter afdekplaat van het apparaat. B Open de frontkap en schuif de wagen met de hand in zijn parkeerstand. Parkeerstand
C Schuif het ovale einde van de bijgeleverde buis in de opening aan de onderkant van de FJ-540 en draai aan de buis.
Het materiaal zit plots strop • Als de boodschap MOTOR ERROR: TURN OFF POWER verschijnt: A Druk op de Standby-knop ( ) om het apparaat uit te schakelen. B Haal het verkreukelde materiaal uit de FJ-540 . Snij het verkreukelde gedeelte af. C Druk nog een keer op de Standby-knop om het apparaat weer in te schakelen. D Zorg dat het materiaal de volgende keer naar behoren wordt getransporteerd (verander bv. de hoogte van de printkop). E Laad het materiaal, stel alle benodigde parameters in en herhaal de printopdracht. F Druk op de [CLEANING]-knop om de koppen schoon te maken. Druk daarna op de [TEST PRINT]-knop (blz. 18). G Zorg dat de computer data doorseint om het printen te starten. Alvorens dit te doen moet u echter de koppen schoonmaken. Opgelet: Onthoud goed dat problemen met het materiaaltransport ook de printkoppen kunnen beschadigen. Vóór het starten van een printopdracht moet u de koppen schoonmaken.
42
Buis
Daarmee tilt u de kappen op. D Zorg ervoor dat de markeringen van de kappen zich recht tegenover de linker en rechter kant van de printwagen bevinden. Printwagen
Markeringen
Kappen
Markeringen
Draai nu zo lang aan de buis tot de kappen zich vlak bij de printwagen bevinden. E Eens de wagen de kappen raakt, moet u de buis nog 2 à 3 draaien verder draaien.
Handleiding Boodschappen in het display
Controleer even of de kappen zich nu op de printwagen bevinden en neem zo snel mogelijk contact op met uw Roland DG-dealer of een erkende herstellingsdienst.
10-3 Boodschappen in het display C l o s e t h e c o v e r Er werd een opdracht ont-
vangen, maar de frontkap is nog open. Sluit ze. Sheet not loaded. Press Setup k e y U hebt geprobeerd een test uit te voeren, hoewel
nog geen materiaal geladen is. Laad materiaal en druk vervolgens op de [ENTER]-knop. 1 Q @2 ¡ @3 ¡ @4 ¡ @ 5 ¡ 7 Q @8 ¡ @9 ¡ @10 ¡ 11 ¡ De betreffende cartridge is uit-
geput (in ons voorbeeld gaat het om de cartridges in de vakken “1” en “7”). Vervang ze door een nieuwe. Opgelet: De nummers 1~12 slaan op de vakken die de cartridges bevatten. Het nummer van een te vervangen cartridge knippert. Set Cartridge 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 0 1 1 1 2 U hebt
een inkt-cartridge verwijderd. Daarom vraagt de FJ-540 u nu om een cartridge van hetzelfde type te installeren. Remove Cartridge 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 0 1 1 1 2 Haal de
cartridge uit het aangegeven vak. Set Cl-Liquid 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 0 1 1 1 2 De
FJ-540 vraagt u een schoonmaak-cartridge in het betreffende vak te leggen. Remove Cl-Liquid 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 0 1 1 1 2 Haal de
schoonmaak-cartridge uit het aangegeven vak. E m p t y D r a i n B o t t l e Maak de drainagefles
leeg. Tijdens het uitvoeren van het gekozen commando wordt er namelijk inkt weggepompt die dan in de drainagefles terechtkomt. Aangezien het best mogelijk is dat de drainagefles tijdens het wegpompen overloopt, maakt u ze het best leeg alvorens het geselecteerde commando uit te voeren. Druk daarna op de [ENTER]knop. I n s t a l l D r a i n B o t t l e U moet nog een
drainagefles installeren. Druk daarna op de [ENTER]knop. To cancel, hold down SETUP key
U hebt een printopdracht d.m.v. de [PAUSE]-knop onderbroken. Als u die niet wilt voortzetten, moet u op de [SETUP]-knop drukken. (In het andere geval moet u wederom op [PAUSE] drukken om de printopdracht voort te zetten.)
Dry-up of head may give damage
Een “noodstop” werd uitgevoerd. Daarom verschijnt nu herhaaldelijk de boodschap CLOSE THE COVER in het display. Alle 10 seconden hoort u bovendien een waarschuwingssignaal (na één minuut stopt het waarschuwingssignaal niet meer). Sluit de frontkap. Waarschijnlijk is de printkwaliteit na het voortzetten van de opdracht niet meer optimaal. D o n o t u s e m e d i a c l a m p s U hebt de T-
stukken (materiaalklemmen) geïnstalleerd. Maar dat was niet slim: u moet ze weer verwijderen. Deze boodschap verschijnt, wanneer u als printkophoogte “1 (LOW)” kiest. Verwijder de T-stukken en druk vervolgens op de [ENTER]-knop. M o t o r E r r o r . T u r n O f f P o w e r Er is
een ernstige motorstoring opgetreden (waarschijnlijk ten gevolge van een materiaalopstopping). Deze kan enkel door het uit- en inschakelen van het apparaat verholpen worden. Voer het eventueel nog geladen materiaal uit. Schakel de FJ-540 eerst uit en daarna weer in (indien nodig, daarna nog eens uit en weer in) om te zorgen dat de wagen weer in de parkeerstand terugkeert. Als de wagen zich namelijk niet in zijn vak bevindt, droogt de inkt op, wat tot een opstopping van de sproeiers kan leiden. T e m p e r a t u r e i s t o o l o w De omgeving-
stemperatuur is te laag (minder dan 5°˚C). Druk op de Standby-knop om het apparaat uit te schakelen en voer de temperatuur op door bv. meer te stoken. S h e e t S e t E r r o r . S e t a g a i n U hebt
op de [SETUP]-knop gedrukt zonder eerst materiaal (juist) te laden. U hebt voor SHEET TYPE de instelling “OPAQUE” gekozen, maar dan toch doorschijnend materiaal geladen. Pas dit aan. —OF—De afmetingen van het materiaal komen niet overeen met de minimale waarden. Laad een groter stuk materiaal. —OF—De reflecterende tape is vuil. Maak hem schoon. Pinch roll error. Lower pinch r o l l Vóór het drukken op de [SETUP]-knop hebt u
de aandrukrollen niet laten zakken (met de laadhendel). Laat de laadhendel zakken (“LOAD”) en druk vervolgens op de [SETUP]-knop. Avoiding Dry-up. Turn Off Power
De printkoppen zijn teruggekeerd naar de parkeerpositie om te beletten dat de inkt uitdroogt. De lopende printopdracht werd geannuleerd. Wacht ongeveer 10 minuten alvorens te vervolgen. Initialiseer het apparaat door het met de Standby-knop uit en daarna weer in te schakelen en probeer het opnieuw. C a n c e l e d f o r p r o t e c t i n g m o t o r De
motor van de pomp wordt uitermate heet, wat tot een defect zou kunnen leiden. Daarom werd de lopende opdracht tijdelijk onderbroken. Druk op eender welke knop, wacht een half uur en probeer het daarna nog een keer.
43
FJ-540 – Displaymenu’s
S e r v i c e c a l l N º : * * * * Er is een fout op-
getreden waarvoor het apparaat binnen moet. —OF—Een bepaald onderdeel van het apparaat moet worden vervangen. Noteer het nummer van deze foutboodschap en schakel het apparaat uit door op de Standby-knop te drukken. Neem contact op met uw Roland DG-dealer of een erkende herstellingsdienst. D a t a e r r o r c a n c e l i n g … De FJ-540 heeft
data ontvangen die hij niet snapt. Controleer eerst en vooral de aansluitingen en instellingen, en corrigeer ze waar nodig. S e t H e a d H e i g h t t o - - - De hoogte van
de printkoppen is niet geschikt voor het geladen materiaal. Kies een andere hoogte voor de printkoppen en druk vervolgens op de [ENTER]-knop.
44
Handleiding Specificaties
11. Specificaties FJ-540 Printprocédé
Piëzo-inktsproeier (ink jet)
Maximale printbreedte
210mm~1361mm
Toegelaten vel-/materiaalbreedte
210mm~1371mm
Materiaalbreedte die kan worden afgesneden
210mm~1371mm
Toegelaten materiaal
Inktcartridges Capaciteit van pigment-inktcartridges (kleuren) Capaciteit van kleurstof-inktcartridges (kleuren) Mogelijke kleurtinten Printresolutie Herhalingsnauwkeurigheid Schoonmaak van de printkoppen Interface
Maximale materiaaldikte 1,0mm (kop in de hoogste positie): Maximale roldiameter: 180mm Maximale diameter van de rolkern: 50,8mm of 76,2mm Maximaal toegelaten rolgewicht: 20kg Gebruik uitsluitend pigmentcartridges voor de Hi-Fi JET, 220cc ±5cc/cyaan, magenta, geel, zwart, lichtcyaan, lichtmagenta, oranje, groen Gebruik uitsluitend kleurstofcartridges voor de Hi-Fi JET, 220cc ±5cc/cyaan, magenta, geel, zwart, lichtcyaan, lichtmagenta 16,7 miljoen tinten 450 x 360dpi, 360 x 720dpi, 720 x 720dpi, 720 x 1440dpi, 1440 x 1440dpi Foutmarge kleiner dan ±0,3% van de lengte of 0,3mm (naar gelang, welke waarde groter is) (Roland PTE-film, lengte: 1m) Automatisch of handmatig Bidirectioneel interface (IEEE 1284; Nibble Mode, EPC-mode [zonder datacompressie]), Ethernet 10Base-T of 100Base-TX
Energiebesparingsfunctie Opgenomen vermogen Geluidsniveau
Automatisch Printen: Max. 2,0A/100V~240V ±10% 50/60Hz Standby: Max. 0,6A/100V~240V ±10% 50/60Hz Printen: Max. 65dB (A) Standby: Max. 40dB (A) [volgens ISO 7779]
Afmetingen (B x D x H) zonder stand
2699 x 742 x 519mm
Afmetingen (B x D x H) met stand
2699 x 742 x 1300mm
Afmetingen inclusief verpakking (B x D x H)
2835 x 850 x 965mm
Gewicht (zonder stand)
130kg
Gewicht (met stand)
146kg
Gewicht met de verpakking
212kg
Aanbevolen temperatuur
Ingeschakeld: 15~32°C (35~80% luchtvochtigheid zonder condensatie) Uitgeschakeld: 5~40°C (20~80% luchtvochtigheid zonder condensatie) Luchtvochtigheid zonder condensa- 80 tie
55 35 15
27
32
Temperatuur (ºC)
Bijgeleverde accessoires
Zie blz. 6.
Wijzigingen van de technische gegevens en de bijgeleverde accessoires zonder voorafgaande kennisgeving voorbehouden. Roland DG is niet aansprakelijk voor drukfouten.
45
FJ-540 – Specificaties
Specificaties van het interface Parallel Norm (standaard)
Beantwoordt aan het bidirectionele formaat (IEEE 1284; ECPmode [zonder datacompressie])
Ingangssignalen
“STROBE (1 BIT), DATA (8 BIT), SLCT IN, AUTO FEED, INIT”
Uitgaande signalen
“BUSY (1 BIT), ACK (1 BIT), FAULT, SLCT, PERROR”
Niveau van de in-/uitgangssigna- TTL-niveau len Dataoverdracht
Asynchroon
Netwerkspecificaties Interface Voor 100Base-TX en 10Base-T
Specificaties van de Ethernet-kabels (10Base-T/100 Base-TX)
46
Data
Waarde
Maximale kabellengte
100 m
Kabeltype
S/UTP “CAT 5”
Impedantie
100Ω
Connectortype
RJ-45