Financieel/fiscaal kader van woon-werk en zakelijke verplaatsingen Vincent Meerschaert Traject – www.traject.be 09 242 32 80 –
[email protected]
1. basisprincipes
basisprincipes fiscaliteit Verschillende soorten belastingen, zowel voor natuurlijke personen (werknemers en zelfstandigen) als rechtspersonen (bedrijven) Directe belastingen op verschillende vormen van inkomen en vermogen • • • •
Lonen werknemers (of zelfstandigen) (belast in functie van de schaal) Bedrijfswinst (vennootschapsbelasting van 33,99%) Kapitaal Onroerend goed ...
Op lonen worden ook RSZ-bijdragen (sociale lasten) betaald, • door de werknemer (afgehouden van brutoloon voor belasting) (13,07% in de privé) • door de werkgever (berekend op de bruto lonen werknemers) (+/- 32% in de privé)
Daarnaast zijn er de indirecte belastingen: de BTW, accijnzen,…
basisprincipes fiscaliteit Belastingen aan werknemerskant - voorbeeld Totaal bruto salaris RSZ-bijdrage Belastbaar Bedrijfsvoorheffing Speciale bijdrage RSZ Netto
4000 - 522,80 3477,20 -1.271,49 -38,81 2.167,20
Belastingen aan werkgeverskant - voorbeeld Inkomsten Uitgaven • Bruto salarissen • RSZ werkgever • Andere aftrekbare kosten Winst voor belasting Belasting Te bestemmen winst
500 000 416 000 300 000 96 000 20 000 84 000 29 391 54 608
basisprincipes fiscaliteit Vrijstelling: deel van het loon dat om bepaalde redenen niet wordt belast vb. de tussenkomst in de verplaatsingsvergoeding woon-werk, onder bepaalde voorwaarden
Kostenaftrek (beroepskosten): kosten waarmee het belastbaar loon of de winst wordt verminderd vb. kosten die je maakt om te kunnen gaan werken (bv. gebruik eigen wagen voor woon-werkverkeer)
Niet belaste voordelen: niet als salaris beschouwd vb. bedrijfsfiets
basisprincipes fiscaliteit Laatste jaren evolutie in de fiscaliteit in het voordeel van meer duurzame mobiliteit
basisprincipes fiscaliteit 1997: invoering van de onbelaste fietsvergoeding 2001: uitbreiding van bewijzen beroepskosten tot niet-automobilisten; verhoging fiscale vrijstellingen voor gebruikers van openbaar en collectief vervoer; 120% aftrekbaarheid van kosten voor collectief vervoer 2005: CO² taks op bedrijfsvoertuigen 2007: aftrekbaarheid van bedrijfswagens volgens CO² - uitstoot 2009: verhoging onbelaste fietsvergoeding tot 0,20 €/km + indexering gratis fiets voor woon-werkverkeer onbelast fietsinvesteringen 120% aftrekbaar 2010: voordeel alle aard bedrijfswagen berekend volgens CO2-uitstoot beperking aftrekbaarheid brandstofkosten 2012: vernieuwde berekeningsmethode voordeel alle aard bedrijfswagen
basisprincipes vergoeding woonwerkverkeer • wet 1962: verplichting werkgever om verplaatsingsvergoeding te betalen aan werknemer die NMBS-abonnement gebruikt – vanaf 5km woon-werkafstand – volgens wettelijke bijdragen
• 1991: uitbreiding naar andere vormen van ov (metro, tram, bus,…) • later via opeenvolgende akkoorden tussen werknemers en werkgevers – verplichting uitgebreid naar andere categorieën – tussenkomst vermeerderd (nu tot +/- 75% treinabonnement)
basisprincipes vergoeding woonwerkverkeer • Meeste privé-werkgevers betalen de verplichte bijdrage aan het treinabonnement aan iedereen, ongeacht het vervoermiddel • De overheid betaalt meestal geen autovergoeding maar wel openbaar vervoergebruikers (vaak 100%) • Fietsvergoeding wint aan populariteit: komt meestal in de plaats van klassieke vergoeding, maar kan er ook mee gecombineerd worden
2. toepassing woon-werkverkeer
Referentiekader: werknemer “WERKELIJKE” KOSTEN
FORFAIT (Forfaitaire aftrek beroepskosten)
(Als kosten hoger dan forfait)
EN Vrijstelling op de werkgeversbijdrage - Openbaar vervoer: 100% - Collectief vervoer: max. tarief weekabonnement 1ste klas trein (dus meestal 100%) - Andere: 380 €
EN/OF
OF
Bewijzen beroepskosten Meestal aan 0,15 €/km, tenzij voor de fiets (0,22 €/km) of de moto (reële kost)
EN
Tot 0,22 €/km belastingvrije woon-werk fietsvergoeding en/of gratis woon-werk fiets
Referentiekader: werkgever Sociale lasten (RSZ)
Inkomstenbelasting
Woon-werkverplaatsingsvergoedingen zijn vrijgesteld van RSZ indien niet hoger dan kost
Woon-werk verplaatsingsvergoedingen zijn aftrekbaar (Andere) autokosten zijn slechts beperkt aftrekbaar
Bedrijfswagen met privégebruik: solidariteitsbijdrage = CO2-taks
Belasting op voordeel alle aard bedrijfswagen
Andere voordelen (“alle aard”): onderhevig aan RSZ vb. woon-werkbedrijfsfiets
120% aftrekbaarheid voor organisatie collectief vervoer en fietsinvesteringen vb. woon-werkbedrijfsfiets
Voorbeeld: Frank • • • • •
werkt bij Bedrijf NV woont 50km van zijn werk brutowedde 30.000 € verplaatsingsvergoeding afhankelijk van vervoerswijze maakt kosten (oa. gebruik eigen wagen) om te gaan werken
Bijdrage werkgever in kosten openbaar vervoer fiscaal kader • Werknemer: Vrijstelling op verplaatsingsvergoeding = 100% Voorwaarde: kosten kunnen bewijzen (abo, tickets) (Als deze lager zijn dan de tussenkomst, kan men ze verhogen met 380 € “andere modi”) OF: bewijzen beroepskosten met een limiet van 100 km enkele woon-werkrit
• Werkgever: vrij van RSZ voor zover niet hoger dan kost 100 % aftrekbaar
Bijdrage werkgever in kosten openbaar vervoer toepassingen • 100% terugbetalen kosten openbaar vervoer (ipv verplichte +/- 75%) – Toepassing 80/20 regeling NMBS werkgever betaalt 80% van het treinabonnement het abonnement wordt gratis voor de werknemer – 100% van het abonnement De Lijn, MIVB en/of TEC eventueel via derde betaler
• Betalen van de combinatie trein + MIVB/De Lijn/TEC • Combinatie trein + fietsvergoeding / gratis (plooi)fiets • Betalen van de combinatie trein/bus/metro + 380 € “alle voortransport”, bvb. parking, fiets
$Voorbeeld: Frank • • • •
woont 50km van zijn werk pendelt met de trein treinabo 50km = 1409 €/jaar (jaartreinkaart) Frank krijgt 1008€ (verplichte) vergoeding werkgever (onbelast) • zou tot 1409€ + 380€ onbelaste vergoeding kunnen krijgen
Bijdrage werkgever in kosten collectief vervoer fiscaal kader • Werknemer: Vrijstelling maximum ter waarde van een 1ste klas weektreinabonnement voor de woon-werkafstand Voorwaarde: akkoord tussen werkgever en werknemer over deelname aan het systeem; controle door werkgever OF: bewijzen beroepskosten met een limiet van 100 km enkele woonwerkrit voor passagiers
• Werkgever: 100 % aftrekbaar opm: omwegen om passagiers op te halen kunnen worden vergoed als dienstkilometers
RSZ verschuldigd op event. financieel voordeel voor de werknemer
Bijdrage werkgever in kosten collectief vervoer toepassingen • Invoering verhoogde vrijstelling voor carpoolers zonder verplaatsingsvergoeding op zich te verhogen • Verhoogde financiële bijdrage of een bedrijfswagen (zonder puur privégebruik) voor carpoolers (vanpooling) • Bedrijfsbus: in praktijk bijdrage werknemer ipv bijkomende verplaatsingsvergoeding door werkgever
Bijdrage werkgever in kosten collectief vervoer Hoe carpool organiseren? Controle: • Verklaring op eer + reglement • Effectieve controle op het terrein - visueel eerder prikacties - in combinatie met gereserveerde parkings carpoolers Elementen reglement: • Duidelijk onderscheid carpoolmatching, carpoolen zelf (verantwoordelijkheid werknemer) administratie (verantw. bedrijf en werknemer)
• Definitie carpooling: hoeveel dagen minimum/week, wat bij ziekte? • In- en uitstap-procedure (best op maandelijkse basis) • Sanctie bij misbruik Handleiding en tool: http://www.carpoolplaza.be
Bijdrage werkgever in kosten auto en andere modi fiscaal kader • Werknemer: Max. 380 € vrijstelling op de woon-werkverplaatsingsvergoeding OF bewijzen beroepskosten (chauffeurs: zonder limiet)
• Werkgever: vrij van RSZ voor zover niet hoger dan kost, en 100 % aftrekbaar
toepassingen • multimodaliteit: combinatie met openbaar/coll. vervoer • voetgangersvergoeding • verplaatsingsvergoeding voor automobilisten buiten “gemeenschappelijk vervoer” • forfaitaire fietsvergoeding…
De hele multimodale keten vergoeden Vervoer naar station
Omnipas De Lijn
Trein
Treinkaart
Natransport
Abonnement MIVB
PLUS
Fiets(vergoeding)
Fiets(vergoeding) 380€ “andere”
Voorbeeld: Frank
• woont 50km van zijn werk • pendelt met de wagen • verplaatsingsvergoeding auto = tussenkomst in treinabo = 1008€/jaar • Frank krijgt 1008€ vergoeding werkgever waarvan 380€ onbelast, 628 € als belastbaar inkomen wordt beschouwd (zie verder: Frank kan beter zijn beroepskosten bewijzen)
Voorbeeld: Frank • woont 50km van zijn werk • pendelt met de wagen, samen met collega’s • verplaatsingsvergoeding auto = tussenkomst in treinabo = 1008€/jaar • Frank krijgt 1008€ vergoeding werkgever (onbelast) • ook zijn collega’s krijgen hetzelfde bedrag, volledig onbelast • bovendien kan Frank ook nog een bijdrage in de kosten vragen/krijgen van zijn collega’s – advies: 0,07€/km ; 0,21€/km bij omwegen
Fietsvergoeding op kilometerbasis fiscaal kader • Werknemer: Onbelast tot 0,22 €/km: Voorwaarden: specifiek als fietsvergoeding, op kilometerbasis, werkgever voert controle uit (verklaring op eer) EN: bewijzen beroepskosten à 0,22 €/km met een limiet van 100 km enkele woon-werkrit
• Werkgever: vrij van RSZ tot 0,22 €/km en 100 % aftrekbaar
Fietsvergoeding op kilometerbasis toepassingen Opletten met korte woon-werkafstanden (afstand ifv hoogte fietsvergoeding) • Op basis van 5 km woon-werkafstand: 10 x 220 dagen x 0,22 €/km = 484 €/jaar/fietser >< verplichte bijdrage trein = 264 €/jaar • Op basis van 1 en 2 km woon-werkafstand: 2 x 220 dagen x 0,22 €/km = 97 €/jaar/fietser >< verplichte bijdrage trein,… = 185 €/jaar 4 x 220 dagen x 0,22 €/km = 194 €/jaar/fietser >< verplichte bijdrage trein,… = 204 €/jaar = geen financieel voordeel = geen fiscaal voordeel (vrijstelling altijd 380 €) suggestie: forfaitair minimum van 185 € à 380 €
Fietsvergoeding op kilometerbasis Controle fietsgebruik • Verklaring op eer • Effectieve controle op het terrein - visueel eerder prikacties - met speciale apparatuur dagelijks mogelijk • Verandering regime: - op dagelijkse basis = administratief moeilijker
- op maandelijkse basis mogelijkheid afwisseling met - maandabonnement openbaar vervoer - deelname bedrijfsvervoer
Fiets van het bedrijf, accessoires e.a. • Werknemer: Onbelast inkomen indien gebruik voor woon-werkverkeer EN: bewijzen beroepskosten met een limiet van 100 km enkele woonwerkrit (indien men niet opteert voor een vrijstelling op een eventuele vergoeding)
• Werkgever: Kosten 120% aftrekbaar “de kosten die specifiek zijn gedaan of gedragen om het gebruik van de fiets door de personeelsleden voor hun verplaatsingen tussen hun woonplaats en hun plaats van tewerkstelling aan te moedigen in de mate dat deze gedaan of gedragen zijn om : a) een onroerend goed te verwerven, te bouwen of te verbouwen dat bestemd is voor het stallen van fietsen tijdens de werkuren van de personeelsleden of voor het ter beschikking stellen van die personeelsleden van een kleedruimte of sanitair, al dan niet met douches; b) fietsen en hun toebehoren te verwerven, te onderhouden en te herstellen die ter beschikking gesteld worden van de personeelsleden”
RSZ blijft wel verschuldigd voor toekenning woon-werkfiets
(Gratis) organisatie werknemersvervoer • Werknemer: Onbelast inkomen EN: bewijzen beroepskosten met een limiet van 100 km enkele woon-werkrit (indien men niet opteert voor een vrijstelling op een eventuele vergoeding)
• Werkgever: Operationele kosten van het vervoer 120% aftrekbaar: geen personeelskosten, wel afschrijving, vaste en variabele kosten voertuig, factuur busbedrijf RSZ verschuldigd indien sprake is van een voordeel voor de werknemer
Referentiekader: werknemer “WERKELIJKE” KOSTEN
FORFAIT (Forfaitaire aftrek beroepskosten)
(Als kosten hoger dan forfait)
EN Vrijstelling op de werkgeversbijdrage - Openbaar vervoer: 100% - Collectief vervoer: max. tarief weekabonnement trein (dus meestal 100%) - Andere: 380 €
OF
Bewijzen beroepskosten Meestal aan 0,15 €/km, tenzij voor de fiets (0,22 €/km) en de moto (reële kost)
EN/OF Tot 0,22 €/km belastingvrije fietsvergoeding en/of gratis woon-werk fiets
Bewijzen van beroepskosten of vrijstelling verplaatsingsvergoeding? Vanaf welk inkomen en aantal kilometers zit men boven het forfait?
Voorbeeld: Frank • woont 50km van zijn werk • brutowedde 30.000 € • verplaatsingsvergoeding = 1008€/jaar • wettelijk forfait beroepskosten = 2891€ • bewijzen beroepskosten = 3300€ (50km x 2 x 220 dagen x 0,15€)
Voorbeeld: Frank • wettelijk forfait beroepskosten = 2891€ • bewijzen beroepskosten = 3300€ winst van bewijzen = 409 €
vrijstelling verplaatsingsvergoeding (1008 €) automobilist / niet-geregistreerde carpooler / fietser = 380€ bewijzen kosten interessanter gebruiker De Lijn (Omnipas) (abo = 232€) = 232€ bewijzen kosten interessanter als werkgever tot 380€ “andere” bijlegt = 612€ vrijstelling interessanter treingebruiker (abo 50km = 1409€) = 1008€ vrijstelling interessanter georganiseerd collectief vervoer (carpool) (weekabo 1ste klas 65€ x 44 weken = 2860€) = 1008 € vrijstelling interessanter
Financieel/fiscaal kader van woonwerk en zakelijke verplaatsingen TOEPASSINGEN 2. ZAKELIJKE VERPLAATSINGEN
Terugbetaling zakelijke verplaatsingen Fiscaal kader
• Werknemer: Terugbetaling van kosten opgelopen voor zakelijke verplaatsingen zijn niet belastbaar, want “kosten “eigen aan de werkgever” vb. tickets openbaar vervoer, taxi, huurwagen, (huur)fiets,… Voor gebruik van de eigen wagen mag een forfaitair km-bedrag worden toegepast, volgens een “ernstige norm” 0,3456 €/km sinds 1/7/2012
• Werkgever: Terugbetaling van kosten opgelopen voor zakelijke verplaatsingen zijn aftrekbaar en vrij van RSZ Maar de kosten voor autogebruik zijn maar beperkt aftrekbaar : – 100% voor financiering en mobilofonie – 75% voor brandstof – in functie van CO2-uitstoot voor andere kosten (zie bedrijfswagen)
Terugbetaling zakelijke verplaatsingen toepassing: meer alternatieven gebruiken • Stel: werknemer doet 5000 km zakenverplaatsingen per eigen wagen 5000 km x 0,3456 = kost 1728 €/jaar (belast kant wg) • Vergelijk met: – – – –
60 ritten railpas = 456 € /jaar (onbelast) Netabonnement De Lijn = 232 €/jaar (onbelast) leasing bedrijfsfiets = 300 €/jaar(onbelast) 8 taxi ritten à 50 € = 400 €/jaar (beperkt belast)
= kost 1388 €/jaar (doorgaans onbelast)
Financieel/fiscaal kader van woonwerk en zakelijke verplaatsingen TOEPASSINGEN 3. BEDRIJFSWAGEN
De bedrijfswagen Fiscaal kader Werknemer: Voordeel van alle aard voor privé-gebruik vanaf 2012 op basis van een nieuwe formule op basis van catalogusprijs en CO2-uitstoot van de wagen Niet meer gebaseerd op aantal privé-(woon-werk) kilometers vb. Ford Grand C-Max 1,6 TDCi (CO2-uitstoot 124g/km, minder dan 1 jaar): cataloguswaarde (opties incl.) 21.290 x 100% ouderdomspercentage x 6/7 x CO2 percentage 8,4 % = 1532€ waarbij CO2 percentage wordt berekend op basis van CO2 uitstoot en brandstoftype
Werkgever: RSZ: CO2 taks op elke bedrijfswagen met privé-gebruik vb. diesel uitstoot 124g/km: 50,05 €/mnd / electrische wagen: 24,25 €/mnd
Aftrekbaarheid - 17% van voordeel alle aard werknemer verworpen (dus belastbaar à 33,99%) - 100% voor financiering en mobilofonie; 75% voor brandstof - in functie van CO2-uitstoot voor andere kosten:
vb. diesel uitstoot 142g/km: 75% / electrische wagen: 120%
De bedrijfswagen: interessant voor de werkgever Een aantrekkelijke manier om werknemers te belonen – Fiscaal interessant: sociale lasten beperkt Een bedrijfswagen die aan de werkgever 10 000 €/jaar kost heeft een waarde van 7500 € voor de werknemer. >< Hetzelfde bedrag 10 000 € in normaal salaris zou slechts 3 500 € opbrengen voor de werknemer
– Gemakkelijke administratie: één factuur, voorspelbare kost – Efficiënt: de werknemer heeft continue ononderbroken mobiliteit: zakelijk – woon-werk – vrije tijd – Echter: maatschappelijke kost
Een duurzamer gebruik van de bedrijfswagen Bestaande mogelijkheden: – Zakelijke verplaatsingen: autogebruik vervangen door alternatieven (zie onder 2.) – Vrijetijdsverplaatsingen: in principe vergelijkbaar voordeel niet mogelijk – Woon-werkverplaatsing: combineer de bedrijfswagen met een gratis openbaar vervoer abonnement + gratis parking aan het station van oorsprong EN/OF een fiets(vergoeding) = MOBILITEITSBUDGET
Het mobiliteitsbudget ►Standpunt werknemer: ► File(stress) ► Parkeerproblemen/-kosten wenst flexibiliteit qua keuze vervoermiddel, ook indien bedrijfswagen beschikbaar
►Standpunt werkgever: ► Aanwerving en retentie personeel ► Congestie tijdverlies ► Parkeerproblemen/-kosten ► Corporate Social Responsibility reduceren gebruik (bedrijfs)wagen zonder efficiëntieverlies kosten- en milieubesparing bekostigen (goedkope) alternatieven
Voorbeeld: woon-werkverkeer Bedrijfswagen die NIET gebruikt wordt voor woon-werkverplaatsing (50km enkel, 220 werkdagen, 1,35€/L brandstof,…) = besparing van 1782 € / jaar (brandstof) + parking
Bijvoorbeeld te gebruiken voor: Treinabo 50 km = 1409 € / jaar (onbelast)
Voorbeeld: woon-werkverkeer Kleinere auto met minder opties (p.ex. 400€ leasing per maand 450€) = besparing 12*50€ per jaar
Bv te gebruiken voor: MIVB abonnement = 499 € / jaar
of leasefiets = 600 € / jaar
Succesvoorwaarden ►Inkaderen in een integrale bedrijfsvisie op mobiliteit ►Aanwezigheid van valabele alternatieven ►Ondersteuning van / samenwerking tussen alle betrokken departementen Directie, HR, Facility/Fleet, Environment, Communication
►Reële besparing op autogebruik om alternatieven te financieren ►Proces van change management ► analyse ► pilootproject ► sensibiliseren ► evalueren ► bijsturen
Verbeterpunten fiscaal kader ►Woon-werkverkeer: fiscale regels zijn nu te ingewikkeld/inconsequent voor individuele gebruiker en het bedrijf ► fietsvergoeding niet interessant onder 2 km woon-werktraject ►…
►Bedrijfswagen ► mobiliteitsbudget bedrijfswagen kan niet voor pure privéverplaatsingen Gebruiksdomeinen bedrijfswagen:
zakelijk
woon-werk
vrije tijd
Mobiliteitsbudget fiscaal mogelijk?
Ja
Ja
Neen
(vooral gratis vrijetijdsgebruik van bedrijfswagen genereert extra km)