Financiën & Vervoer
56 Hoofdstuk 5
5. Financiën & Vervoer Bij het ouder worden verandert er veel, ook in financieel opzicht. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste regelingen op het gebied van financiën en vervoer uitgelegd. Voor vragen kan men terecht bij de ouderenadviseurs van RIGOM.
Hoofdstuk 5
5.1. Financiën
57
5.1.1. Algemene Ouderdomswet (AOW)
Financiën & Vervoer
De Algemene Ouderdomswet (AOW) geeft bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd een ouderdomspensioen aan iedereen die verzekerd is geweest. Tot voor kort was de leeftijd waarbij recht op AOW ontstond de 65-ste verjaardag. De komende jaren zal de AOW-leeftijd stapsgewijs omhoog gaan. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) voert de AOW uit. Via de website van de SVB kan men aan de hand van de geboortedatum vinden wanneer het recht op AOW ingaat. Naast de AOW hebben steeds meer mensen een aanvullend pensioen opgebouwd. De uitvoering van deze pensioenen is in handen van verschillende (bedrijfstak) pensioenfondsen. De AOW en de aanvullende pensioenen worden apart uitbetaald. Aanvragen AOW Het AOW-pensioen moet een half jaar vóór het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd worden aangevraagd. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) stuurt hiervoor automatisch een aanvraagformulier toe. Bij tijdige indiening wordt het AOWpensioen op tijd uitbetaald. Als drie maanden voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd nog geen aanvraagformulier voor de AOW is ontvangen, is het raadzaam contact op te nemen met de Sociale Verzekeringsbank. Hoogte AOW De hoogte van de AOW is afhankelijk van persoonlijke omstandigheden. Ook wordt er rekening mee gehouden of men een (huwelijks)partner heeft en/of de zorg voor kinderen beneden de 18 jaar. In de nabije toekomst kan ook het aantal medebewoners invloed hebben op de hoogte van de AOW. Raadpleeg voor de actuele stand van zaken www.svb.nl.
Hoofdstuk 5 Financiën & Vervoer
58
Toeslag Gehuwde of samenwonende partners hebben elk een zelfstandig recht op pensioen. Heeft de partner de pensioengerechtigde leeftijd voor de AOW nog niet bereikt, dan bestaat er mogelijk recht op een toeslag. De toeslag is afhankelijk van het inkomen van de jongere partner. Van het inkomen uit arbeid wordt een deel buiten beschouwing gelaten. De rest wordt in mindering gebracht op de toeslag. Het inkomen in verband met arbeid (uitkeringen) wordt geheel van de toeslag afgetrokken. Korting op AOW Niet iedereen heeft recht op een volledige AOW. Wanneer iemand niet steeds verzekerd is geweest, bijvoorbeeld vanwege een aantal jaren wonen in het buitenland of door op latere leeftijd naar Nederland te komen, kan het zijn dat er een korting op de AOW wordt doorgevoerd. Deze korting bedraagt 2% voor ieder niet-verzekerd jaar. Wellicht is er nog recht op een pensioen in een ander land. De SVB bemiddelt bij het aanvragen daarvan. Het AOW-pensioen wordt niet met buitenlandse pensioenen verrekend. Wanneer er gekort wordt op de AOW en er is weinig vermogen of aanvullend inkomen, dan is een aanvulling mogelijk. Deze Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO) wordt uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank. In de AIO worden dezelfde inkomens- en vermogensgrenzen gehanteerd als bij de Wet Werk en Bijstand (WWB). Ook nadat een uitkering via de AIO is toegekend controleert de SVB periodiek of er nog steeds wordt voldaan aan de voorwaarden voor deze aanvullende uitkering. De vakantie-uitkering Het bedrag van de vakantie-uitkering is afhankelijk van de hoogte van de AOW. De vakantie-uitkering wordt in mei uitbetaald. Overlijdensuitkering De overlijdensuitkering bedraagt eenmaal het bruto maandbedrag aan pensioen (zonder eventuele toeslag) en vakantie-uitkering waarop de overledene recht had. Hierop wordt het eventueel te veel betaalde over de periode vanaf de dag na het overlijden in mindering gebracht. De uitbetaling van de overlijdensuitkering gebeurt als regel in een bedrag ineens en is belasting- en premievrij.
Het opbouwen van aanvullend pensioen is niet verplicht, maar in veel bedrijfstakken is inmiddels wel een regeling als aanvulling op de wettelijke pensioenen. De duizenden pensioenregelingen zijn erg verschillend. Informatie hierover kan het beste opgevraagd worden bij de laatste werkgever of bij het pensioenfonds van de betreffende bedrijfstak. Aanvraag Het pensioen moet door de rechthebbende zelf aangevraagd worden. Pensioen op basis van het laatste dienstverband levert meestal geen problemen op. In dit geval benadert het pensioenfonds de pensioengerechtigde vaak zelf en wijst op de pensioenrechten en voorwaarden. Lastiger wordt het wanneer iemand veel verschillende werkgevers heeft gehad. Soms bestaat een bedrijf niet meer. Ook fusies van bedrijven en pensioenfondsen maken het er niet gemakkelijker op om te achterhalen waar het pensioen aangevraagd moet worden. Bij de Stichting Pensioenregister kan nagevraagd worden bij welk pensioenfonds een opgebouwd pensioen is ondergebracht. Via hun website zijn ook de contactgegevens van pensioenfondsen te vinden. Met DigiD kan op www.mijnpensioenoverzicht.nl worden bekeken hoeveel pensioen is opgebouwd en bij welk pensioenfonds. Afkoop Niet alle pensioenen worden in maandelijkse termijnen betaald. Als er een gering bedrag is opgebouwd, dan koopt het pensioenfonds meestal de rechten af middels een betaling ineens. Soms wordt de keuze aan de pensioengerechtigde voorgelegd of men de voorkeur geeft aan een zeer beperkt maandelijks bedrag of aan een eenmalige afkoopregeling. Indien men te maken krijgt met de afkoop van een of meerdere pensioenen, dan heeft dat vrijwel altijd gevolgen voor de Huur- en/ of Zorgtoeslag omdat het verzamelinkomen over het betreffende jaar hoger wordt. Voor de Huurtoeslag is er een mogelijkheid
59 Financiën & Vervoer
5.1.2. Pensioen
Hoofdstuk 5
Sociale Verzekeringsbank (districtskantoor) Takenhofplein 4 Postbus 9032 6500 JN Nijmegen telefoon algemeen: (024) 343 10 00 telefoon AOW/Anw: (024) 343 10 10 telefoon AIO: (024) 343 10 50 internet: www.svb.nl
Hoofdstuk 5
om deze gevolgen te beperken. Meer informatie hierover is verkrijgbaar bij de Belastingtelefoon.
Financiën & Vervoer
60
Stichting Pensioenregister Postbus 61183 1180 AT Amstelveen telefoon: (020) 751 28 70 internet: www.mijnpensioenoverzicht.nl 5.1.3. Nabestaandenpensioen De nabestaandenuitkering via de Algemene nabestaandenwet (Anw) is een financiële ondersteuning van de overheid na het overlijden van een partner. De Sociale Verzekeringsbank voert de Anw namens de overheid uit. Daarnaast kan er recht bestaan op een nabestaandenpensioen via het pensioenfonds van de overledene. Voor het recht op de uitkering op basis van de Anw geldt een leeftijdgrens: personen geboren na 1 januari 1950 hebben geen recht op Anw. Ze kunnen wel recht hebben op een nabestaandenpensioen via een pensioenfonds. De nabestaandenuitkering bedraagt maximaal 70% van het nettominimumloon en is afhankelijk van het inkomen van de nabestaande. Van inkomen uit arbeid blijft een deel buiten beschouwing. Inkomen in verband met arbeid (uitkeringen) wordt volledig afgetrokken. In de nabije toekomst kan ook het aantal medebewoners invloed hebben op de hoogte van de Anw. Raadpleeg voor de actuele stand van zaken www.svb.nl. Bij huwelijk, geregistreerd partnerschap en samenwonen, eindigt de uitkering. Als het samenwonen binnen zes maanden wordt verbroken, dan kan de nabestaande terugvallen op de Anw. Nabestaanden die samenwonen in verband met hulpbehoevendheid van zichzelf of van de ander behouden een deel van hun uitkering. De nabestaandenuitkering eindigt in elk geval bij het bereiken van de AOW-leeftijd. Sociale Verzekeringsbank (districtskantoor) Takenhofplein 4 Postbus 9032 6500 JN Nijmegen telefoon AOW/Anw: (024) 343 10 10 telefoon algemeen: (024) 343 10 00 internet: www.svb.nl
5.1.4. Belastingen
Hulp Leden van ouderenbonden en vakbonden kunnen gebruik maken van de belastingservice van hun bond. Ouderen met een laag inkomen kunnen voor hulp bij het doen van aangifte of het terugvragen van belasting terecht bij Sociaal Raadslieden en in beperkte mate bij de Belastingdienst. Mensen met een hoger inkomen kunnen zich wenden tot een belastingconsulent. Ouderen met alleen AOW of met een beperkt pensioen die minder mobiel zijn en/of moeite hebben met het ordenen van hun papieren kunnen een beroep doen op een van de gespecialiseerde vrijwillige ouderenadviseurs van RIGOM. Belastingdienst telefoon: (0800) 0543 (gratis) internet: www.belastingdienst.nl
61 Financiën & Vervoer
Teruggave Algemeen bekend is de mogelijkheid van belastingaftrek in het geval van een hypotheek op de eigen woning. Ook als er veel uitgaven vanwege ziektekosten zijn geweest is het mogelijk om belasting terug te vragen. Er geldt wel een drempelbedrag dat hoger is naarmate het inkomen stijgt. Ouderen met alleen AOW of met een beperkt aanvullend pensioen hebben vrijwel altijd recht op teruggave. Ouderen bij wie weinig of geen belasting is ingehouden, kunnen vanwege aftrekposten toch geld terugkrijgen via een tegemoetkomingsregeling. Terugvragen van belasting kan tot vijf jaar met terugwerkende kracht worden gedaan. Als hierna een lager verzamelinkomen wordt vastgesteld, dan kan dat gevolgen hebben voor allerlei andere regelingen. Veel toeslagen en eigen bijdragen zijn inkomensafhankelijk en daarbij wordt vaak het verzamelinkomen gehanteerd.
Hoofdstuk 5
Bijna iedereen betaalt belasting. Voor veel mensen blijft dit beperkt tot de inhouding van loonheffing op hun loon, uitkering, AOW of pensioen. Alleen mensen met meerdere inkomensbronnen of met een behoorlijk vermogen krijgen te maken met een belastingheffing na de belastingaangifte. Ook veel ouderen moeten rekening houden met een belastingaanslag. Doordat de AOW van de Sociale Verzekeringsbank en het pensioen via een (bedrijf)pensioenfonds apart worden betaald, wordt er vaak te weinig belasting ingehouden op het pensioen en moet achteraf worden bijbetaald.
Hoofdstuk 5
Aanzet Sociaal Raadsliedenwerk (Oss/Bernheze) telefoon (0412) 62 38 80 Sociaal Raadslieden Land van Cuijk (voor Grave) telefoon: (0485) 31 62 04 Voor vragen kan men ook terecht bij de RIGOM ouderenadviseur telefoon: (0412) 65 32 30
Financiën & Vervoer
62
5.1.5. Zorgverzekering De Zorgverzekeringswet zorgt ervoor dat noodzakelijke zorg voor iedereen toegankelijk is. Iedereen die in Nederland woont of hier loonbelasting betaalt is verplicht zich tegen ziektekosten te verzekeren. De zorgverzekering bestaat uit een basispakket; daarnaast kan men zich aanvullend verzekeren. Het wettelijk vastgestelde basispakket bestaat uit: • geneeskundige zorg, huisartsen, ziekenhuizen en medische specialisten • ziekenhuisverblijf • hulpmiddelen • tandheelkundige zorg (tot 18 jaar, vanaf 18 jaar alleen specialistische tandheelkunde en kunstgebit) • geneesmiddelen • kraamzorg • (zittend) ziekenvervoer (voor een beperkte groep) • paramedische zorg (valt deels onder basispakket, deels onder aanvullende verzekering; informeer bij zorgverlener naar de voorwaarden). Het basispakket vergoedt niet alle kosten voor gezondheidszorg. Er geldt een algemeen verplicht eigen risico van € 360,00 per persoon per jaar (2014). Ook worden voor bepaalde behandelingen en voorzieningen eigen bijdragen in rekening gebracht. Aanvullende Verzekering Kosten die niet onder de basisverzekering vallen kunnen deels worden gedekt via een aanvullende ziektekostenverzekering. De premie en de dekking is per verzekering en per zorgverzekeraar verschillend. Het is niet verplicht om een aanvullende verzekering te nemen. Nominale premie Voor de zorgverzekering betaalt iedereen een maandelijkse premie aan de zorgverzekeraar. Deze kan per zorgverzekeraar verschillen. De gemiddelde premie van het basispakket bedraagt € 98,00 per maand (2014).
Zorgtoeslag Om ervoor te zorgen dat mensen met een relatief laag inkomen niet in de problemen komen met het betalen van de premie is er de zorgtoeslag. Alleenwonende personen met een inkomen lager dan € 28.482 bruto per jaar of personen met een partner en een gezamenlijk inkomen van minder dan € 37.145 per jaar (2014) hebben recht op zorgtoeslag. Als er een fors hoog vermogen is, dan vervalt het recht op Zorgtoeslag, ook bij een laag inkomen. Informeer voor de actuele grenzen bij de Belastingdienst. Zorgtoeslag kan worden aangevraagd met DigiD via www. toeslagen.nl of met een formulier, dat verkrijgbaar is via de Belastingdienst (0800) 0543. Zorgverzekeraars Het aanbod van zorgverzekeringen en de premies die men hiervoor moet betalen lopen uiteen. Men mag één keer per jaar, aan het einde van het jaar, veranderen van zorgverzekeraar. Via verschillende websites is het mogelijk om prijs en dekking van de verschillende verzekeringen te vergelijken. Let op: er zijn websites die niet alle zorgverzekeraars in hun vergelijking meenemen. Acceptatieplicht Zorgverzekeraars zijn verplicht om iedereen voor het wettelijk verzekerde basispakket te verzekeren ongeacht leeftijd, geslacht of gezondheidstoestand. Ook mag de zorgverzekeraar de premie niet laten afhangen van de persoonlijke situatie. Voor deelname aan aanvullende verzekeringen kan de zorgverzekeraar wel voorwaarden en beperkingen hanteren. Voor meer informatie kan men terecht bij de eigen zorgverzekeraar.
63 Financiën & Vervoer
Inkomensafhankelijke bijdrage Werkenden of mensen met een uitkering betalen behalve premie ook een bijdrage. De hoogte van deze bijdrage hangt af van het inkomen. Deze inkomensafhankelijke bijdrage krijgt men terug van de werkgever of uitkeringsinstantie. Voor mensen met een AOW is de bijdrage al in de AOW verwerkt. Over het (bedrijf) pensioen wordt een lagere bijdrage betaald.
Hoofdstuk 5
De premies voor basis- en aanvullende verzekering zijn 5-10% lager als men aansluit bij een collectieve verzekering. Dit kan zijn via de (oud) werkgever, gemeente (voor mensen met een laag inkomen), lidmaatschap van ouderen- of vakbond, als huurder bij sommige woningcorporaties of bij lidmaatschap van serviceonderdeel van sommige thuiszorgorganisaties.
Hoofdstuk 5
5.1.6. Persoonsgebonden Budget
Financiën & Vervoer
64
Wanneer iemand zorg nodig heeft vanwege ziekte, handicap of ouderdom, dan wordt deze vaak geleverd door een thuiszorgorganisatie via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) of via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dat wordt Zorg in natura (Zin) genoemd. Het is ook mogelijk om een bedrag te vragen waarmee zelf de zorg kan worden georganiseerd en ingekocht. Dat heet een Persoonsgebonden Budget (PGB). Voordat een PGB kan worden toegewezen moet eerst de noodzaak van zorg worden vastgesteld via een indicatie. De indicatie voor hulp bij het huishouden is de verantwoordelijkheid van de gemeente op basis van de Wmo. De indicatie voor andere vormen van zorg (AWBZ), zoals persoonlijke verzorging of verpleging, doet het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). De hoogte van het PGB is afhankelijk van het aantal geïndiceerde uren en van de soort zorg. Daarnaast wordt er, net als bij Zorg in natura, rekening gehouden met een inkomensafhankelijke bijdrage. Gemeenten zijn volgens de Wmo verplicht om burgers een reële keuze te bieden voor een PGB als alternatief voor Zorg in natura. Ze hebben echter veel vrijheid in hoe ze de regeling vormgeven. Voor het PGB in het kader van de AWBZ geldt een landelijke regeling. Deze is sterk aan veranderingen onderhevig. Voor de actuele informatie kan men terecht op de website van Per Saldo: www.pgb.nl. Werken met een PGB betekent dat de budgethouder zelf personeel kan kiezen en in overleg met de zorgverlener de inhoud van het werk en de werktijden kan afspreken. De zorg kan worden verleend door een persoon, maar ook door een organisatie. Daar staat tegenover dat de budgethouder zelf verantwoordelijk is voor het werven van personeel, ook voor vervanging bij ziekte. De budgethouder krijgt te maken met een aantal administratieve zaken. Hiervoor kan de budgethouder ondersteuning krijgen van het SVB Servicecentrum PGB. De service van de SVB is gratis. Ook kan men zich aansluiten bij Per Saldo, de belangenvereniging van mensen met een persoonsgebonden budget. Per Saldo Postbus 19161 3501 DD Utrecht telefoon: (0900) 74 24 857 (€ 0,20 per minuut) bereikbaar: maandag t/m donderdag 10.00-17.00 uur internet: www.pgb.nl
Hoofdstuk 5
SVB Servicecentrum PGB Postbus 8038 3503 RA Utrecht telefoon: (030) 264 82 00 internet: www.svb.nl/pgb 5.1.7. Eigen bijdrage zorg en voorzieningen
Er geldt een aparte bijdrageregeling voor zorg met verblijf in een (AWBZ)instelling. Dit kan zijn voor tijdelijk verblijf, bijvoorbeeld in het kader van revalidatie, maar ook voor definitieve opname in verzorgings- of verpleeghuis. Ook hier wordt een maximumbijdrage vastgesteld op basis van het inkomen en vermogen. Via de website van het CAK kan een proefberekening worden gemaakt. CAK Antwoordnummer 1608 2509 Den Haag telefoon: Zorg thuis Wmo en Zorg zonder Verblijf: (0800) 1925 Zorg met Verblijf: (0800) 0087 5.1.8. Overlijden en erfrecht Hoe oud of ziek iemand ook is geweest, een overlijden komt vaak toch nog onverwacht. Dan moeten er in een korte periode veel zaken worden geregeld. Want tussen het overlijden en de uitvaart
65 Financiën & Vervoer
In de zorgverzekering gelden een eigen risico en eigen bijdragen voor iedereen die een behandeling of medicijnen nodig heeft, ongeacht de hoogte van het inkomen. In de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wordt ook een eigen bijdrage gehanteerd. De eigen bijdrage voor zorg thuis en/of hulpmiddelen is beperkt tot een maximumbedrag voor beide regelingen samen; de hoogte van de bijdrage is afhankelijk van het inkomen en vermogen. Gemeenten kunnen in het kader van de Wmo zelf het uurtarief voor zorg en de bijdrage per hulpmiddel bepalen, maar landelijk wordt vastgesteld wat betrokkene op basis van zijn inkomen maximaal moet bijdragen. Deze toets vindt plaats door het CAK. Het CAK krijgt de inkomensgegevens via de Belastingdienst. De vaststelling van de eigen bijdrage gebeurt op basis van het inkomen van het peiljaar. Voor de eigen bijdrage over 2014 is het peiljaar 2012.
Hoofdstuk 5 Financiën & Vervoer
66
liggen maar vijf dagen. De naasten moeten een aantal belangrijke beslissingen nemen. De uitvaartverzorger kan adviseren over het regelen van de uitvaart en het vormgeven van het afscheid op een manier die past bij de overledene. Aangifte doen Binnen vijf dagen na overlijden moet bij de Burgerlijke Stand in de gemeente van overlijden aangifte worden gedaan, waarbij een door de arts afgegeven ‘verklaring van overlijden’ moet worden overlegd. Gewoonlijk doet de uitvaartondernemer de aangifte. Begrafenis of crematie De uitvaart mag niet eerder dan 36 uur na overlijden plaatsvinden en niet later dan vijf dagen erna. Vaak wordt de uitvaart verzorgd door een uitvaartonderneming, maar dat is niet verplicht. Nabestaanden kunnen veel zelf doen. Er zijn uitvaartgidsen, verkrijgbaar bij boekhandel of uitvaartondernemer, die praktische informatie bevatten. Ook via internet is veel te vinden om zoveel mogelijk naar persoonlijke wens in te vullen. Kosten De gemiddelde kosten van een uitvaart liggen volgens de Autoriteit Financiële Markten rond € 6500,00. Veel mensen hebben een verzekering afgesloten. Het is van belang de polisvoorwaarden goed te bekijken. Vaak worden niet alle kosten (volledig) vergoed. Er zijn veel verzekeringsproducten op de markt om dit gat te dichten. Als men niet is verzekerd of als niet alle kosten worden gedekt, dan zal hiervoor de eventuele erfenis moeten worden aangesproken. Indien de erfenis onvoldoende baten bevat en de erfgenamen zelf niet in staat zijn om de uitvaart- en begrafeniskosten te betalen, dan kan de gemeente in bijzondere gevallen een uitkering via Bijzondere Bijstand verstrekken. Instanties waarschuwen Een overlijden moet worden gemeld aan instanties waarmee de overledene vaste financiële afspraken had: • instellingen waarvan de overledene salaris, uitkering of pensioen ontving • hypotheekbank • zorgverzekeraar • maatschappijen waar de overledene andere verzekeringen had afgesloten • als de overledene alleenstaand was: energiebedrijf, telefoonmaatschappij • bank
Nabestaanden hebben vaak een ‘Verklaring van erfrecht’ (via de notaris) nodig om te kunnen beschikken over bijvoorbeeld spaarrekeningen en kluizen. Informeer naar de voorwaarden bij uw bank.
Testament Met een testament kan men afwijken van de standaardregels. Dat wordt testamentair erfrecht genoemd. Testamenten worden gemaakt ten overstaan van een notaris. Het is mogelijk om in een testament een executeur te benoemen die de nalatenschap zal afhandelen. Volgens het versterferfrecht erven in principe de langstlevende echtgenoot en kinderen. Wanneer men bijvoorbeeld ook stiefkinderen bij de wettelijke verdeling wil betrekken, dan is een testament noodzakelijk. Codicil Een codicil is een wilsbeschikking die niet door de notaris wordt opgemaakt. Het moet een zelf geschreven document met handtekening zijn, waarin bijvoorbeeld kledingstukken, sieraden of inboedelgoederen worden nagelaten. Ook kunnen hierin de wensen voor de uitvaart worden opgenomen. Onterving Kinderen en echtgenoten kunnen in een testament worden onterfd. Kinderen kunnen echter binnen vijf jaar een beroep doen op hun legitieme portie. De legitieme portie bedraagt de helft van wat het kind zou hebben gekregen als er geen testament was, dus de helft van het versterferfdeel. De onterfde echtgenoot krijgt bepaalde rechten als dat nodig is voor zijn verzorging.
67 Financiën & Vervoer
Erfrecht Erfrecht komt aan de orde bij overlijden. Degene die overlijdt wordt erflater genoemd. Het vermogen dat iemand nalaat (bezittingen en schulden) heet nalatenschap. Alle bezittingen en schulden gaan over op de erfgenamen. Als de overledene geen testament heeft gemaakt bepaalt de wet wie de erfgenamen zijn. Dit heet versterferfrecht. De wet verdeelt de mogelijke erfgenamen (de familieleden) in vier groepen. Pas als in een groep geen familielid aanwezig is, komen personen uit een daaropvolgende groep in aanmerking. Niet-geregistreerde samenwonenden erven volgens het versterferfrecht niet van elkaar. Als zij dat wel willen, moeten zij een testament op laten maken.
Hoofdstuk 5
• woningcorporatie • abonnementen, lidmaatschappen • Belastingdienst
Hoofdstuk 5 Financiën & Vervoer
68
Erfbelasting De Erfbelasting is een belasting, die wordt geheven over de werkelijke waarde van datgene wat iemand als erfenis ontvangt. Als er sprake is van schenking (tijdens leven), dan wordt er gesproken over Schenkingsbelasting. Voor de Erfen Schenkingsbelasting zijn bepaalde bedragen vrijgesteld van belasting. Als deze bedragen worden overschreden, is de ontvanger verplicht een bepaald percentage belasting te betalen over het gedeelte dat de vrijstelling te boven gaat. Naarmate men dichter in de familierelatie staat zijn vrijstellingen hoger en belastingpercentages lager. Voor meer informatie over Erfbelasting en Schenkingsbelasting kan men zich wenden tot een notaris. Om problemen bij erfenissen en schenkingen te voorkomen is dit zeker aan te raden. Ook bij overdracht van onroerend goed van ouders naar kinderen is deskundig advies van een notaris onmisbaar. Op notariskantoren zijn gratis folders over erfrecht verkrijgbaar. Notaristelefoon telefoon: (0900) 346 93 93 (€ 0,80 per minuut) op werkdagen van 9.00-14.00 uur internet: www.notaris.nl Centraal Testamentenregister Postbus 19398 2500 CJ Den Haag telefoon: (0900) 114 4 114 (€ 0,25 per minuut) internet: www.centraaltestamentenregister.nl 5.1.9. Huurtoeslag Huurders die in verhouding tot hun inkomen een hoge huur betalen kunnen onder bepaalde voorwaarden een tegemoetkoming krijgen van de Belastingdienst. Huurtoeslag is alleen mogelijk voor een zelfstandige woning, dat wil zeggen een woning met een eigen toegangsdeur, toilet en keuken. Voor de huurtoeslag moet de huur lager zijn dan € 699,48 per maand (2014). Onder huur wordt in dit verband verstaan de kale huur en enkele servicekosten. Inkomen en vermogen De huurtoeslag is vooral afhankelijk van de verhouding tussen de huur en het inkomen. Hierbij gaat het om het inkomen van het lopende jaar. In eerste instantie zal dit een schatting zijn. In het erop volgende jaar zal de Belastingdienst de huurtoeslag definitief
Tabel Maximum (verzamel)inkomen voor personen jonger dan AOW-leeftijd (2014) Maximaal inkomen
Alleenwonend
€ 21.600
Met medebewoners
€ 29.325
Tabel Maximum (verzamel)inkomen voor personen vanaf AOW-leeftijd (2014) Woonsituatie
Maximaal inkomen
Alleenwonend
€ 21.600
Met medebewoners
€ 29.400
Vermogensgrenzen Naast het inkomen telt ook het vermogen mee voor het bepalen of er recht is op huurtoeslag. Als het vermogen uitkomt boven de vrijstelling van Box 3, dan is er geen recht op huurtoeslag. Voor mensen tot AOW-leeftijd is de vermogensgrens € 21.139 per persoon (bedrag op 1-1-2014). Afhankelijk van het inkomen gelden voor mensen vanaf AOW-leeftijd hogere vrijlatingen: € 21.139 tot € 49.123 per persoon. Hoe lager het inkomen hoe hoger de vrijlating van het vermogen. Aanvragen en wijzigen Huurtoeslag kan worden aangevraagd met DigiD via de website www.toeslagen.nl van de Belastingdienst of met een formulier, verkrijgbaar bij de Belastingdienst. Op dezelfde manier kunnen wijzigingen worden doorgegeven. Met name veranderingen in inkomen en in de woonsituatie zijn van groot belang. Hierbij kan worden gedacht aan het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en aan overlijden of verhuizen van de aanvrager of
69 Financiën & Vervoer
Woonsituatie
Hoofdstuk 5
vaststellen. Dit kan leiden tot een nabetaling, maar ook tot terugvordering van teveel betaalde toeslag. Bij het inkomen wordt niet alleen gekeken naar het inkomen van de aanvrager, maar ook telt het inkomen van toeslagpartner en medebewoners mee. Boven bepaalde vermogensgrenzen is er geen recht op huurtoeslag, ook als het inkomen laag is. Er zijn aparte grenzen voor huishoudens onder AOW-leeftijd en huishoudens vanaf AOW-leeftijd.
Hoofdstuk 5 Financiën & Vervoer
70
medebewoner/ toeslagpartner. Ook de huur kan wijzigen door een jaarlijkse huurverhoging. Bij een verhuizing gaan de nieuwe gegevens in vanaf het moment dat men op het nieuwe adres staat ingeschreven bij de gemeente. Belastingdienst telefoon: (0800) 0543 internet: www.toeslagen.nl 5.1.10. Gemeentelijke regelingen Gemeentelijke inkomensondersteuning Rondkomen met het inkomen is niet altijd eenvoudig. Dat kan komen doordat het inkomen erg laag is of doordat men wordt geconfronteerd met bijzondere kosten. Ook schuldenproblematiek kan het leven ernstig bemoeilijken. Gemeenten kunnen met landelijke regelingen, aangevuld met eigen beleid en eigen fondsen of voorzieningen, zorgen voor een steuntje in de rug. Bij bijna alle regelingen hanteert de overheid inkomens- en vermogensgrenzen. Aanvraagformulieren en nadere informatie over de voorwaarden van de diverse onderdelen van het gemeentelijk ondersteuningsbeleid zijn verkrijgbaar bij de afdeling Sociale Zaken of het Zorgloket van de gemeente. Wet Werk en Bijstand (WWB) Uitgangspunt van de Wet Werk en Bijstand is dat iedereen zoveel mogelijk in zijn eigen levensonderhoud moet voorzien. Wie daartoe niet in staat is en geen beroep kan doen op een andere sociale wet of voorziening komt in aanmerking voor bijstand. Het is een landelijke regeling, maar de gemeente heeft ruimte om een eigen beleid te voeren. Voor de toepassing wordt gekeken naar de woonsituatie, naar (neven)inkomsten en ook naar vermogen, bijvoorbeeld in de vorm van een spaarrekening of eigen woning. Deze inkomensnormen en vermogensgrenzen worden jaarlijks vastgesteld en zijn verschillend naar gelang de woonsituatie. Er zijn aparte normen voor alleenstaanden, echtparen/partners, alleenstaande ouders, woningdelers. Aanvulling op inkomen Mensen met een inkomen beneden de bijstandsnorm kunnen middels Algemene Bijstand een aanvulling op hun inkomen krijgen tot aan de bijstandsnorm. Voor personen vanaf de AOW-leeftijd is een vergelijkbare regeling die wordt uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank, namelijk de Aanvullende Inkomensvoorziening
Categoriale inkomensondersteuning Onder de Wet Werk en Bijstand is categoriale bijstand aan mensen jonger dan de AOW-leeftijd niet meer toegestaan. Wel geldt voor deze groep een landelijke regeling, namelijk de Langdurigheidtoeslag. Deze toeslag is alleen voor degene die minimaal vijf jaar lang afhankelijk is van een uitkering op minimumniveau, in die periode niet heeft gewerkt en ook geen zicht op werk heeft. De Langdurigheidtoeslag moet men zelf aanvragen. Formulieren zijn verkrijgbaar bij de gemeente. Voor inwoners van 65 jaar en ouder kan de gemeente wel een categoriale ondersteuning geven. Sommige gemeenten doen dat ook. De vorm is per gemeente anders. Maatschappelijke participatie De overheid vindt deelname aan maatschappelijke activiteiten belangrijk. Mensen met een laag inkomen kunnen in veel gemeenten een financiële tegemoetkoming krijgen om de drempel voor meedoen aan sociale en culturele activiteiten te verlagen. Vaak is dit in de vorm van uitkeringen uit een fonds, soms op declaratiebasis, dan weer in de vorm van een vast bedrag. Aanvraagformulieren en informatie over de lokale regelingen zijn verkrijgbaar bij de gemeente.
71 Financiën & Vervoer
Bijzondere Bijstand Mensen met een minimuminkomen kunnen via Bijzondere Bijstand een vergoeding krijgen voor kosten die ze niet via een andere regeling, zoals bijvoorbeeld een zorgverzekering, vergoed kunnen krijgen. Enkele voorbeelden van bijzondere noodzakelijke kosten die, afhankelijk van het beleid van de betreffende gemeente en de persoonlijke situatie van de aanvrager, mogelijk voor vergoeding in aanmerking komen: dieetkosten, incontinentiemateriaal, extra was- en slijtkosten van kleding, eigen bijdrage voor thuiszorg, kosten voor bewindvoering, griffierechten. Vervanging van huisraad of huishoudelijke apparaten hoort in principe tot de normale kosten van levensonderhoud. Hiervoor moet men geld reserveren. Er zijn echter omstandigheden denkbaar dat dit niet kan. Afhankelijk van de persoonlijke situatie en van het beleid van de gemeente kan in deze gevallen bijstand in de vorm van een lening of in uitzonderingsgevallen zelfs om niet worden verstrekt. Men kan alleen bijzondere bijstand aanvragen voor rekeningen die nog niet betaald zijn.
Hoofdstuk 5
Ouderen (AIO): zie onderdeel AOW. Deze regeling is vooral van belang voor mensen die voor hun pensionering een of meerdere jaren in het buitenland verbleven en daarom een korting op hun AOW hebben gekregen.
Hoofdstuk 5 Financiën & Vervoer
72
Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Mensen met een minimuminkomen en zonder vermogen kunnen kwijtschelding krijgen van de gemeentelijke belastingen. De termijn waarbinnen na ontvangst van de aanslag kwijtschelding kan worden gevraagd is per gemeente verschillend. Over het algemeen is het dan ook verstandig om dit zo snel mogelijk te doen. Op het aanslagbiljet staat aangegeven hoe dit moet. Schuldhulpverlening Aflossen van een lening kan soms lastig zijn en een zware stempel op het leven drukken. De gemeente kan helpen door voorlichting. Ook kan het nodig zijn om het budget te laten beheren. In problematische schuldsituaties moet er naar een oplossing worden gezocht via schuldsanering. Soms is de schuldhulpverlening in handen van de gemeente zelf. Vaak werkt de gemeente samen met Maatschappelijk Werk, Gemeentelijke Kredietbank of andere organisaties. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Het doel van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) is dat iedereen kan meedoen in de maatschappij. Van mensen die beperkingen ondervinden bijvoorbeeld door ouderdom of handicap wordt verwacht dat ze in eerste instantie steun zoeken in hun eigen sociale omgeving. Is in eigen kring of via vrijwilligersorganisaties geen passende oplossing haalbaar, dan zal worden gezocht naar een tegemoetkoming in de vorm van collectieve of individuele voorzieningen of ondersteuning. De gemeente kan voor voorzieningen een eigen bijdrage vragen. Een voorbeeld van een voorziening via de Wmo is hulp bij het huishouden, woningaanpassing of vervoersvoorziening. Dit kan in de vorm van een verstrekking in natura of via een financiële tegemoetkoming. De praktische invulling van de Wet maatschappelijke ondersteuning is nog volop in ontwikkeling en wordt in elke gemeente naar eigen inzicht vormgegeven. Gemeente Bernheze Voor voorzieningen en zorg (Wmo): telefoon: (0412) 45 88 88 internet: www.bernheze.org Voor bijstand en minimaregelingen: Optimisd telefoon: (0413) 75 03 90
Voorzieningen en zorg (Wmo), gemeentelijke inkomensregelingen: Team Werk, Inkomen en Zorg CGM telefoon: (0485) 39 67 83
Gemeente Maasdonk telefoon: (073) 534 21 00 internet: www.maasdonk.nl Gemeente Oss telefoon: 14 0412 internet: www.zorgpleinoss.nl
5.2. Vervoer 5.2.1. Regiotaxi Regiotaxi is een vervoersvoorziening voor iedereen in Noordoost Brabant. Het is openbaar vervoer naast andere vormen van openbaar vervoer zoals bus en trein. Regiotaxi biedt vervoer van deur tot deur. Vaak wordt samen gereisd met andere Regiotaxigebruikers. De Regiotaxi is ook toegankelijk voor rolstoel, scootermobiel en rollator. Regiotaxi rijdt van maandag t/m zondag van 6.00-1.00 uur. Op vrijdag, zaterdag, zon- en feestdagen tot 2.00 uur. Het vervoersgebied is gebaseerd op het grondgebied van de 13 deelnemende gemeenten in Noordoost-Brabant. Vanuit dit gebied kunnen ritten geboekt worden van maximaal vijf zones. De telefonist kan vertellen of de reis wel of niet geboekt kan worden. Verder dan 5 zones reizen gaat met het reguliere Openbaar Vervoer of Valys. Mensen met een Wmo-indicatie kunnen met Regiotaxi verder reizen dan 5 zones als het gaat om ‘puntbestemmingen’. Elke gemeente bepaalt zelf welke bestemming als ‘puntbestemming’
73 Financiën & Vervoer
Gemeente Landerd telefoon: (0486) 45 81 11 internet: www.landerd.nl
Hoofdstuk 5
Gemeente Grave Algemeen: telefoon: (0486) 47 72 77 internet: www.grave.nl
Hoofdstuk 5 Financiën & Vervoer
74
geldt. Het gaat hierbij vooral om ziekenhuizen en revalidatiecentra. De lijst van ‘puntbestemmingen’ is te vinden via www. regiotaxinoordoostbrabant.nl. Reserveren De aanvraag van een rit moet minstens één uur tevoren worden gedaan. Bij het ophalen heeft de vervoerder een speelruimte van 15 minuten vóór of na het afgesproken tijdstip. Het kan zijn dat onderweg anderen worden opgehaald waardoor de reis langer duurt. Daar is wel een maximum van 30 minuten aan verbonden; bij ritten tot en met 2 OV zones maximaal 20 minuten. Als er een aankomsttijd is afgesproken, dan is men maximaal 20 minuten voor het afgesproken tijdstip op de plaats van bestemming. Een rit met een afgesproken aankomsttijd moet minimaal 2 uur tevoren worden gereserveerd. Bij reservering van een rit vanaf een Taxipoint (bijvoorbeeld ziekenhuis) is de taxi binnen 30 minuten aanwezig. Iemand die niet zonder begeleider kan reizen, kan deze gratis mee laten reizen. Voorwaarde is dat een NS- begeleiderskaart wordt getoond (aanvragen: NS, postbus 20025, 3500 HA Utrecht) of dat de gemeente een indicatie heeft afgegeven. Kosten Reizen met de Regiotaxi gaat het meest eenvoudig met een klantenpas. Daarmee wordt de instap- en uitstaptijd geregistreerd. De pas is gratis aan te vragen bij het Servicepunt Regiotaxi, telefoon: (0412) 68 59 99. Iedereen kan gebruik maken van de Regiotaxi, maar het tarief is lager voor gebruikers met een Wmo-indicatie van de gemeente. De gemeente kan een indicatie afgeven voor mensen die mobiliteitsbeperkingen hebben waardoor ze niet via het gangbare openbaar vervoer kunnen reizen. De meeste gemeenten in de regio willen bij aanvraag van indicatie weten waarvoor men de pas wil gebruiken, wat de ‘vervoersbehoefte’ is. De gemeente kan per jaar grenzen stellen aan het reizen met korting op basis van Wmoindicatie. Ook voor vervoer van kleine woonkernen naar openbaar vervoer geldt op bepaalde tijdstippen een lager tarief; raadpleeg hiervoor de website of folder van Regiotaxi. Gemeente Oss heeft voor mensen met een laag inkomen en vermogen een gereduceerd tarief, ook als men geen mobiliteitsbeperkingen heeft. Tarieven per 1 januari 2014 OV-tarief: € 1,95 per zone Wmo-tarief: € 0,65 per zone
Kleine kernen-tarief: € 0,65 per zone Geïndiceerde minima in Oss: € 0,95 per zone
Valys is taxivervoer waarmee mensen met een mobiliteitsbeperking kunnen reizen naar bestemmingen buiten de regio waar zij wonen. Voor bestemmingen zoals school, werk of dagbesteding, bestaan andere regelingen. Valys is bedoeld voor sociaalrecreatieve uitstapjes op bovenregionale afstanden. Bovenregionaal betekent dat de bestemming óf het vertrekpunt van de reis op meer dan vijf openbaar vervoerzones van het woonadres ligt. Voor korte afstanden kan gebruik gemaakt worden van de Regiotaxi. Valys-pas Aanvragen van een Valys-pas moet met een aanmeldformulier, verkrijgbaar via Klantenservice van Valys of via www.valys.nl. De Valys-pas kan aangevraagd worden wanneer één van de volgende documenten overlegd kan worden: • bewijs van de gemeente dat er recht is op Wmo-vervoer • bewijs van de gemeente dat er recht is op een Wmo-rolstoel of scootermobiel • gehandicaptenparkeerkaart van de gemeente • OV-begeleiderskaart Een Valys-pashouder krijgt jaarlijks een persoonlijk kilometerbudget waarmee deze voor € 0,20 per kilometer met Valys kan reizen. Het standaard budget is 600 kilometer. Kan men om medische redenen niet met de trein reizen en staat er geen ander vervoermiddel tot beschikking dan kan men in aanmerking komen voor het hoge persoonlijke kilometerbudget: 2.250 kilometer. Hiervoor moet een apart indicatieadvies aangevraagd worden. De reiskosten van een Valys-reis worden automatisch afgeschreven van de bankrekening, samen met de reiskosten van eventuele reisgenoten. Boeken van een reis Het boeken van een reis kan 24 uur per dag via www.valys.nl of telefonisch van 6.00 uur ’s ochtends tot 1.00 uur ’s nachts via
75 Financiën & Vervoer
5.2.2. Valys
Hoofdstuk 5
Servicepunt Regiotaxi Raadhuislaan 2 5341 GM Oss telefoon: (0412) 68 59 99 internet: www.regiotaxinoordoostbrabant.nl Reservering van ritten: (0900) 829 44 67 (€ 0,10 per minuut)
Hoofdstuk 5 Financiën & Vervoer
76
telefoonnummer (0900) 96 30. Dit kan tot één uur voor vertrek, maar geadviseerd wordt om tenminste een dag van te voren te boeken. Als er wordt gereserveerd na 21.00 uur van de dag voorafgaand aan de reis, dan wordt er € 3,00 reserveringskosten in rekening gebracht. Enige speling bij het boeken van de reis is gewenst daar de taxi iets eerder of later kan zijn dan afgesproken (maximaal een kwartier). De reis wordt vaak (deels) gecombineerd met die van andere passagiers, waardoor de reis maximaal anderhalf keer zo lang kan duren. Wanneer gereisd wordt met een rolstoel of scootermobiel dient dit bij de reservering aangegeven te worden. Een begeleider mag gratis mee; daarnaast kunnen nog maximaal 2 reisgenoten mee voor het kilometertarief van € 0,20, mits allen op dezelfde plek in- en uitstappen. Een reis kan geboekt worden van deur tot deur of als aanvulling op een reis met de trein. Bij de boeking van een reis wordt doorgegeven wat betaald moet worden voor de reis en hoeveel Valys-kilometers er nog over zijn. Valys Klantenservice Postbus 402 2900 AK Capelle a/d IJssel telefoon: (0900) 96 30 (€ 0,05 per minuut) Boeken van een reis: van 6.00 uur ’s ochtends tot 1.00 uur ’s nachts telefoon: (0900) 96 30 (€ 0,05 per minuut) teksttelefoon : (0900) 8410 (€ 0,10 per minuut) internet: www.valys.nl 5.2.3. Graag Gedaan! Vervoer op Maat Ouderen die geen gebruik kunnen maken van Openbaar Vervoer of Regiotaxi en geen andere vervoersmogelijkheden hebben, kunnen incidenteel een beroep doen op Vervoer op Maat. Dit is een dienst van RIGOM. Het kan gaan om vervoer naar bijvoorbeeld ontmoetingsactiviteiten of naar een afspraak in een ziekenhuis. Vervoer op Maat wordt uitgevoerd door vrijwilligers. Redenen om gebruik te maken van Vervoer op maat zijn bijvoorbeeld: • maken van vervoersafspraken is een te moeilijke opgave • fysiek onvoldoende in staat zijn om lang te wachten en/of lang te reizen vanwege gecombineerd reizigersvervoer • psychische klachten Komt men regelmatig in de knel met vervoer, dan kan er samen met een ouderenadviseur van RIGOM gezocht worden naar een passende oplossing.
5.2.4. Nederlandse Spoorwegen
Nederlands Spoorwegen telefoon: (0900) 202 11 63 (€ 0,10 per minuut) internet: www.ns.nl Reisinformatie over het openbaar vervoer in Nederland internet: www.9292ov.nl
77 Financiën & Vervoer
Wanneer men vaak buiten de spitsuren met de trein reist, dan is het voordelig om een abonnement bij NS te nemen. Vanaf 1 augustus 2011 gelden voor nieuwe abonnementhouders als spitsuren: maandag t/m vrijdag ’s morgens tot 9.00 uur en van 16.00-18.30 uur. Buiten de spitsuren heeft men dan 40 % korting. Abonnementhouders van 60 jaar en ouder kunnen voor € 14,00 (2014) op 7 Keuzedagen onbeperkt door Nederland reizen. Het abonnement ’Dal Voordeel’ kost € 50,00 per jaar (2014).
Hoofdstuk 5
Graag Gedaan! Vervoer op Maat telefoon (0412) 65 32 48 maandag t/m vrijdag tussen 10.00-12.00 uur