Fietstocht Sevilla-Santiago-Santander door Harrie van Haaren Dag 1
Na een goede vlucht ben ik vanmiddag aangekomen in Sevilla. Morgen begin ik met het fietsen van de Zilvrroute (in Spaans La Ruta de la Plata). Bestemming is Santiago waarna. Ik nog doorfiets naar Santander en dan terug vlieg. Totaal ca. 1800 km. Ik ben nu in Albrgue Triana in Sevilla dat bomvol zit met pelgrims, jong en oud. Wandelaars en fietsers. Vanmiddag ben ik met een Duitser van 68 naar de stad gefietst vanwaar hij morgen ook aan de "Camino" begint. Op Schiphol moest ik vanmorgen al het eerste probleem oplossen: mijn zorgvuldig ingepakte fietsdoos moest ik weer openmaken omdat ik vergeten was om de banden leeg te laten lopen. Gelukkig had ik een rolplakband in mijn handbagage om de doos weer te sluiten. Vanmiddag was het 30 graden en gelukkig niet de 41 graden van vorige week. De komende maand wil ik regelmatig mailtjes sturen over mijn belevenissen op de Camino, evt. met wat foto's en filmpjes. Wil je die liever niet ontvangen laat het me het dan weten. Ik maak overigens ook een volledig verslag dat ik t.z.t. In zijn geheel zal mailen. Dag 2
Vannacht goed geslapen. Lag voor open deur naar dakterras. Tegen de ochtend werd het fris. Gelukkig had ik een slaapzak want deze Albergue heeft geen dekens! Om half 8 moet iedereen weg zijn. De herbergier stond met zijn sleutels achter mij toen ik al mijn tassen nog moest pakken. Toen heb ik alles maar naar buiten gemikt en op straat mijn tassen gepakt en mijn slaapzak opgerold. Dus vroeg op pad met 15 graden en een windje. Het werd vandaag niet warmer dan 30 graden op de teller. Heerlijk. Prachtige route over strakke tweebaans wegen met enkele auto's per uur. Omgeving leek saai maar heb volop genoten. Weg slingerde door het landschap met veel bomen en bloemen. In het begin kwam ik alle lopende pelgrims tegen van de Albergue. Op een klim van 9 procent bleef ik noodgedwongen naast een stel pelgrims rijden met 5 per uur. Vandaag 70 kn en 750 hoogtemeters gemaakt. Ook 2300 calorieën verstookt. Nadat ik gisteren een paar keer moest stoppen vanwege hevige
steken in mijn heup ging het vandaag prima. Ook geen pijnlijke voeten meer nadat ik zooltjes van lamsvacht in mijn schoenen had gelegd (nog bedankt voor de tip, Hans). Laatste deel van route onverhard via camino. Prachtig, dwars door de natuur en geen enkel geluid van enige "beschaving". Zit nu in hele mooie Albergue in Monesterio. ga zo dorp in om te eten. Dag 3 Vannacht slecht geslapen bovenin een gammel stapelbed. Ook benauwd. 6 bedden op een kamertje zonder ruimte om je tassen neer te zetten. Ondanks mijn Garmin toch meer dan een uur kwijt om Sevilla uit te komen. Door de wirwar van straten, pleinen en bruggen raakt dat ding helemaal gestrest. Eenmaal buiten de stad kon het grote genieten beginnen. Prachtig op onverhard pad langs rivier en later door bloeiende zonnebloemvelden. Wel veel los zand en stenen. Mijn ATB ervaring kwam goed van pas. Voordeel van dat losse zand door de droogte is dat ik niet met mijn fiets op mijn schouder door "doorwaadbare plaatsen" hoef zoals het routeboekje aangeeft. Ben nu in Albergue in Castilblanco de los Arroyos. Mooie refugio met groot dakterras en alle faciliteiten. Merkwaardig is dat je zelf de prijs mag bepalen. Je stopt je bijdrage gewoon in de brievenbus. Nadat ik mezelf en mijn kleren had gewast ben ik naar het dorp gelopen. Ondanks dat ik vandaag 4 liter heb gedronken sterf ik van de dorst. Het dorp is uitgestorven op dit uur en alle horeca lijkt dicht. Toch vond ik een bar die open was. Met twee halve liters bier en een tapasgerecht van draadjesvlees met een heerlijk tomatensausje ben ik weer helemaal het mannetje. Ik zeg niet wat het gekost heeft want vorige keer kreeg ik kritiek dat ok overal de prijs bij noemde. Ik heb me dan ook voorgenomen het woord Euro niet te gebruiken. Dit ondanks het feit dat ik me blijf verwonderen hoe goedkoop hier alles is. Ik zit nu weer in het hostel en het is nog 29 graden. Vandaag overigens mooi weer gehad en begonnen met een 25 graden en een briesje oplopend tot 39 graden op de teller vanmiddag. In een beklimming is dat nogal heet. Ik ga nu een bakkie koffie zetten. Wordt vervolgt. Hasta la Vista
Dag 4 k zit nu op zaterdagavond op een terras in Merida. Het is hier geweldig. Om haf negen nog 27 graden. Prachtige muziek van een band. Alles en iedereen zingt en klapt mee. Tevens is er een processie gaande en de kerkklokken luiden. De stad vol volk,jong en oud. Een gekkenhuis dus. Ik werd zelfs heel emotioneel van toen ik Jacky net belde. Er is in 2 dagen weer veel gebeurd. In het kort: gisteren 12 km verkeerde kant uit gereden en weer 12 km terug in zware klim. Toen lekke band. Bandenlichters Gebroken. Kwamen net twee fietsers aan, wat een geluk, de enige van die dag. Hebben me geholpen. Camino schitterend maar loeizwaar met zo'n fiets met 28 kg bagage hotseknotsend over losse stenen en los zand. 3 keer door water gemoeten. Schoenen uit en baggeren maar (foto's volgen nog,zwakke WiFi hier) Tot overmaat grote joekel van het blaf en bijtras tegen gekomen. Heb fiets als schild gebruikt. Het kwijl liep uit zijn bek toen hij mijn afgetrainde kuiten zag. Gelukkig bleef het bij een knauw in mijn fietstas. Vanmorgen kon ik Camino niet vinden. Daarom overgestapt op Nederlands boekje waarvan ik zelf de tracks heb gemaakt. Deze gaat alleen over harde weg. Ook heel mooi. Camino is toch te link met zo'n zware fiets. Als iets breekt sta je te kijken. Gisteren in 40 km alleen 4 lopende pelgrims tegen gekomen gekomen. Ga nu verder genieten van mooi muziek op het terras. Details en foto's volgen. Dag 5 Ik stuur mijn mailtjes naar 60 contacten. Velen van jullie hebben mij terug gemaild maar ik heb nog geen tijd gehad om ze te beantwoorden. Komt nog. Vandaag pittige tocht van 73 met veel wind via de N 630. Deze weg loopt van zuid naar noord Spanje en is totaal verlaten. Er ligt nu een snelweg naast. Het landschap was wel saai. Staat de Extremaduro om bekend. Ruig, droog en nauwelijks bewoond. De Camino loopt parallel aan deze weg en vaak steekt hij deze over. Begint wel te prikkelen om toch Camino te pakken, maar ik vind het toch te link en het schiet niet op. Voor de ATB-ers onder ons: hier zouden jullie van smullen. Ik zit nu in een mooie Albergue in Caceres vlakbij de Plaza de Torres, (stierenvechters arena). In het hostel kun je pas om 21 uur eten. Ik weet niet of ik dat red. Dan maar even de stad in.
Dag 6 Onder tussen zit ik in Hervas, op de grens van Extremadura en de provincie Salamanca. Gisteren heb ik weer een deel op de N 630 gereden. Nu was de omgeving wel heel mooi. De weg slingert door het dorre maar toch mooie landschap. Gisteren overnacht in Galisteo in een benauwd pension omdat de Albergue vol zat. Ik heb een kamer gedeeld met een Fransman die ik al de hele week in de Albergues heb ontmoet maar hij kende me niet! Ook praat hij bijna niet, nogal een einzelgänger. Ik communiceerde ook moeilijk met hem omdat ik mijn Frans helemaal heb verleerd en tegen hem steeds Spaans sprak. Ook de Duitser Herbert was er weer. Tel daar nog een Engelse pelgrim bij op en je begrijpt dat het een Babylonische spraakverwarring is. Vandaag zou om7.30 het ontbijt zijn maar de herbergier had zich verslapen. Daar sta je dan, je fiets achter slot en grendel zodat je ook niet weg kunt. Uiteindelijk heb ik een buurman hem uit bed laten bellen. De route vandaag was weer schitterend. Ik kan eigenlijk niet beschrijven hoe mooi het is. Jullie zouden zelf de tocht eens moeten maken. Hier wordt het land niet bewerkt. Dat kan ook niet met al die stenen. Langs de kant staan lange grassen en bloeiende heide die de hele dag naar mij staan te wuiven. Het waaide namelijk heel hard en zelfs op vlakke stukken ging ik niet sneller dan 10 km per uur. Na een moeilijk begaanbaar pad kwam ik twee fietsende Belgische pelgrims tegen bij de wereldberoemde Triomfboog Arco de Camparra. Hier hebben we foto's van elkaar gemaakt. Heel aardige lui. Wonen in Brugge en hij is 68 en zij 61. Zij reed elektrisch. Zo kun jij het ook Jacky! Het is nog steeds elke dag onbewolkt en ca. 30 graden. Door de droge lucht en de wind is het niet benauwd. Ik zit nu in een prachtige bungalow voor 3 personen op een camping. Ik heb hier afgepingeld tot de prijs die ik betaal voor een stapelbed in eenAlbergue op een slaapzaal van 30 personen. Bij het inschrijven ontwaarde de receptionist een grote slang van meer dan een meter. Hij is minstens 5 minuten bezig geweest om hem van kant te maken. Ik heb alles op film gezet. Ik vroeg hem waar hij dood moest. Gevaarlijk, zei hij, voor de gasten. Ik ga nog een pilsje pakken. Warm eten heb ik vanmiddag onderweg al gedaan. Een heerlijk 3 gangen menu met een paprikasalade, merluza (vis) en een puddinkje na. Samen met brood, wijn voor de prijs van een paar Nederlandse koppen koffie. Ik heb slechts een paar foto's bijgevoegd. Als ik er meer bijvoeg gooit hier systeem het eruit. Dus de rest komt wel.
Dag 8 Ja, daar ben ik weer, Gisteren heb ik een rustdag genomen in mijn luxe chalet Overigens blijk ik daar de enige klant te zijn. Overdag naar centrum van Hervas geweest. Mooi stadje. Hier boodschappen gedaan en instapkaart voor mijn terugvlucht laten printen. De vriendelijke VVV -ster deed dat gratis voor mij. Ben daarom naar bakker gegaan en heb voor haar lekker gebak gehaald. 's-Avonds naar voetbal gekeken op camping en vroeg naar bed. De volgende dag om 5 uur opgestaan om vroeg te kunnen vertrekken. Ik voelde me toch wel schuldig voor zo'n luie dag. Toen ik om 6 uur naar buiten ging om mijn tassen aan mijn fiets te hangen was het nog donker. Met licht op en mijn Gps op nachtkleuren ging ik op weg. Al snel zat ik in zware klim met heel veel wind tegen. Ik wil vandaag Salamanca halen maar zo wordt het moeilijk. Met het klimmen wordt het steeds kouder. In Puerto de Bejar moet ik stoppen om me in de zon op te warmen want het is nog maar 10 graden en mijn handen zijn zo koud dat ol miet meer kan schakelen. Ik blijf de hele dag op de hoogvlakte klimmen en dalen rond de 900 meter. Het is mooi hier. Die rust! En die bloemen in de berm! In de kleine gehuchten waar ik doorheen kom heeft de tijd stil gestaan. Het enige leven bestaat uit de paar oudjes die op een bankje zitten keuvelen en de ooievaars die werkelijk op elke kerktoren zitten en daar zitten te klepperen en hun jongen voeden. Vanmorgen bij het opstaan heb ik de helft van het diner van gisteren opgegeten. Te weten krabsalade met paprika, asperges, ham en een puddinkje na. Om half 10 had ik weer honger en heb ik op een steentje gezeten, koffie klaar gemaakt en een half stokbrood met ham en kaas op. Om 1 uur weer mijn eet tas geplunderd en de rest van het stokbrood op met een blik zalm. Verder vandaag nog 3 bananen op en onderweg een colaatje toen het erg heet werd. Je verbruikt immers veel calorieën op zo,n tocht van 107 km in temperaturen van over de 30 graden, de hele dag klimmen en zware tassen va ca 25. Kg. ( vandaag 1330 hoogtemeters gemaakt). Over het weer klaag ik niet. De weersites geven elke dag een 10 aan. Nou, dat geef ik ook. Ik wist dat de laatste 20 kilometers naar Salamanca omlaag gaan. Het waaide echter zo hard dat ol zelfs in de afdaling nauwelijks vooruit kwam. Eindelijk in Salamanca bleek de jeugdherberg gesloten. Ik komt bellen. De man zei dat hij eraan kwam. Blijkbaar was ik de enige gast. Voordat hij kwam opdagen ben ik hem weer gepeerd. Naar een andere jeugdherberg buiten centrum van 150 bedden. Is een groot nieuw gebouw. Mooi maar wel onpersoonlijk, meer ambtelijk. De receptioniste kon helemaal niet lachen dat ik me geschikt voel voor de jeugdherberg dat ik weliswaar 66 ben maar
een hart heb van 16. Weer een 4 persoonskamer voor mij alleen. Na wasje en plasje naar buiten. Op terras van bar wijntje en assortiment van alle tapas. Die kun je alleen aan de bar kopen. Ik kreeg vier schaaltjes vol met alle lekkernijen en een glas wijn voor de prijs van 1,5 Nederlands pilsje. Op terras Jacky gebeld en haar fijne vakantie toegewenst. Ze gaat met haar zussen een week naar Renesse. Helaas is het slecht weer. Op terras kom in in gesprek met een Spanjaard die ook lange afstanden fietst. Hij woont vlakbij en haalt al zijn documentatie op incl. Zijn Santiago stempelkaart. Leuk! Ondertussen heb ik een korstje kapot gekrabt aan mijn voet. Beide voeten zitten onder het bloed (ik doe overal mijn schoenen uit). Hele bar staat op stelten en met grote EHBO kist wordt wond schoongemaakt en verbonden. Hartstikke aardig en leuk zijn ze hier. Mijn Spaans gaat ook met sprongen vooruit met zoveel conversatie. Ik stop nu en pak nog een wijntje . Morgen staat Zamora op stapel. Dag 9 Vanmorgen het gebruikelijke karige ontbijt gebruikt in de jeugdherberg. Toastjes met jam. Toen ik langs de keuken kwam zag ik heerlijk klaargemaakte bocadillos maar dat bleek de lunch te zijn van de vele schoolkinderen die hier verblijven. Samen met een paar bakken koffie, wat muesli, een paar cakejes en wat melk krijg ik genoeg calorieën binnen om te starten. Vandaag heb ik een redelijk makkie. In een streep rijd ik via de lege, saaie en eenzame N 630 naar Zamora. Alleen het laatste deel rijd ik binnendoor langs graanvelden en bremstruiken zo groot bomen. Helaas heb ik veel last van zadelpijn door twee puisten op mijn billen. Maar daar heeft deze slimme pelgrim iets op gevonden: twee koersbroeken aan! Het is wel warm aan je bibs maar de pijn is gehalveerd. Mijn heup gaat nog steeds Goed. Als ik ook goed door het hooggebergte kom durf ik te stellen dat de operatie gelukt is. Immers, tot nog toe was het kinderspel maar straks komen de serieuze klimmen. Net buiten Salamanca koop ik twee stokbroden en een ons ham. Bananen, koeken en zoet beleg heb ik nog. Ook heb ik een liter heet water bij me voor koffie, soep of chocomel. Ik zorg er wel voor dat ik de hongerklop niet krijg. Onderweg heb ik op een leuke picknickplaats een heel stokbrood op voor het laatste stuk naar Zamora. Prachtige middeleeuwse stad met wel 14 kerken en een hele mooie Stenen brug over de rivier. Ook het huis van El Cid is nog te bezoeken. Bij de Albergue moest ik 1,5 uur wachten omdat lopende pelgrims (noem ik voortaan loopgrims) voor gaan op fietsende pelgrims, (noem ik voortaan fietsgrims). Overigens vandaag onderweg maar twee loopgrims en 0 fietsgrims ontmoet. Gezellige en goed uitgeruste Albergue met keuken, eetzaal en
ruimte om kleding te wassen incl. centrifuge. Ook hier weer donativo voor slapen en ontbijt. Maw wat een gek er voor geeft. Nu zit ik op een terras op het Plaza Mayor en heb net een 3 gangen pelgrimsmenu naar binnen gewerkt incl. een goed glas wijn. Jacky belde me net vanuit Renesse. Ze hebben daar de kachel aan terwijl ik hier op mijn blote voeten op het terras zit bij een temperatuur van 29 graden! Ik maak het niet te laat vanavond want morgenvroeg is om 6.30 uur ontbijt en om 7.30 uur moet je opgehoepeld zijn. Dag 10 Na mijn copieus pelgrimsmenu van gisteravond ben ik nog verder de stad in gelopen. Wat ongelooflijk levendig zijn die Spaanse steden 's-avonds tocht. Het is een grote pantoffelparade. Dus zien en gezien worden. Zo kwam ik ook die Spaanse fietsgrim weer tegen die ik eerder ontmoet heb toen ze bij een Albergue in het park sliep. Onderweg had ik ze ook al eens ontmoet. De begroeting was ook nu weer allerhartelijkst. Ze kuste en omhelsde me van alle kanten alsof ik haar Opa was. Ze was in gezelschap van een Duitse wereldfietser die al twee jaar onderweg is. Dat kun je wel zien want hij heeft een hele lange baard (zie foto). Hij had onder andere al door Rusland, andere Oost-Europese en Zuid-Amerikaanse landen gefietst. Hij heeft ook een website: Gerrythetramp.worldpress.com (deze zelf nog niet bezocht). Ik heb even bij hen op een bankje zitten kletsen Maar moest snel weg omdat de Albergue om 22.00 uur sluit. Als ik te laat kom moet ik zelf ook in het park slapen. Ik wilde in de Albergue nog een bakkie koffie zetten maar alles was al in rust en het was pikdonker. In een Albergue wordt je geacht stil te zijn. Er liggen altijd wel vermoeide pelgrims te slapen. Zowel 's-avonds als 's-morgens vroeg moet je alles in het donker doen in de slaapzaal. Om 6.15 uur opgestaan, om 7.00 uur (karig) ontbijt en al om 7.30 uur (verplicht) op weg. Vandaag weer groot deel op N 630 gereden. Deze ligt pal naast de nieuwe snelweg À 66. Er zijn vele op- en afritten gemaakt naar de gehuchten langs de weg met vele dubbele rotondes en viaducten. Op zo'n viaduct geloof je je ogen niet. Onder je ligt een pikzwarte nieuwe snelweg met blinkende vangrail, maar er is bijna geen verkeer en al helemaal niet op die rotondes naar de N 630. Vandaag in totaal 4 loopgrims en 0 fietsgrims ontmoet. Een loopgrim heeft van mij een paar actiefoto's gemaakt voor de website van onze fietsclub. Intussen is duidelijk dat ik ineen ander klimaat ben beland: de middaghitte is verdreven en het is nu nog een aangename 25 graden. Ik heb ook de eerste schapenwolkjes gezien. Ook is het hier veel groener. Er wordt dan ook veel koren en mais
verbouwd. Zit nu in een Albergue in Santa Maria de Tera. Iedereen heeft hier zelf een bed uitgezocht want er is geen beheerder te bekennen. Die schijnt vanavond te komen. Inmiddels heb ik in het dorp in een bar een pilsje gepakt en om 18.00 uur ga ik terug want dan kam ik er (al) eten. Zojuist kwam hier ook nog een jonge tandeloze pelgrim binnen vallen met een groot kruis op zijn buik, kaplaarzen aan en hij draagt een grote vlag. Hij denkt waarschijnlijk dat hij Don Quichot is. Zojuist heb ik hier in de keuken een lekker bakje koffie gezet en een koek uit mijn tas gepakt en nu ga ik naar de bar om te eten. Dag 11 Gisteravond heb ik een heel lange mail zitten fabriceren maar door een stomme fout is alles gewist. Daarna had ik geen tijd meer. Daarom nu voor 2 dagen: Toen ik zaterdagavond terug kwam in de Albergue heb ik nog een tijdje met een Duitse vrouw gesproken. Ze is 68 en loopt de camino in haar eentje en ze vind het fijn. Overigens zijn alle Nationaliteiten vertegenwoordigd in de albergues. Hier zitten Fransen, Italianen, Spanjaarden, Duitsers, Belgen en zelfs een Canadees. Om 5.30 uur ben ik tegelijk met de loopgrims opgestaan. Om 6.15 uur zat ik nog alleen in de keuken te ontbijten. Alle lopers waren toen al weg ! Zonder te betalen trok ik om 6.30 uur de deur achter me dicht. Ik heb niemand gezien aan wie ik moest betalen. Het was schemerig en maar 4 graden! Snel deed ik dan ook een tweede fietsjasje aan en een paar sokken over mijn fietshandschoentjes. Toen de zon achter me op kwam vormde ik een schaduw van wel 20 fietslengtes. Een apart gezicht. Ik maakte er dan ook een foto van. Het landschap is hier veel groener dan ik gewend ben. Voor het wild is er dan ook meer te halen. Gespot: dartelende konijntjes, een door het struikgewas sluipende vos en een grote ree die vanuit de berm het veld in sprong. Vandaag heb ik een makkie. Het traject is vrij vlak en het weer nog steeds geweldig. Hoewel het iets koeler is geworden. Onderweg kom ik twee Italiaanse fietsgrims tegen die het nog te druk hebben om op de foto gezet te worden! Intussen heb ik ontdekt dat er ook een Spaanse naam is voor fietsgrims: bicigrinos. Mijn eindstation vandaag is Puebla de Sanabria. Ik zit in een leuke Albergue die eigendom is van een oud echtpaar. Alles is er even ruim en schoon. Omdat ik vroeg ben ga ik 's-middags met de fiets zonder fietstassen naar een 12 km verderop gelegen meer. Halverwege gebruik ik de warme maaltijd in de vorm van een 3 gangen menu: een grote salade met alles erop en eraan, een flink stuk wijting met friet en als toetje een heerlijke bak citroenpudding met chocola. Dit alles geblust met twee bellen wijn.
Je snapt wel dat de rest van de klim van 6 km moeilijk ging. Het meer is prachtig. Het blijkt het hoogste natuurlijke meer in Spanje. Er zijn ook 3 campings. Het meer is onderdeel van een groot natuurpark waar zelfs nog wolven leven. Terug in de Albergue maak ik het verslag dat ik dus kwijt raakte. Hier ook weer een mengelmoes van Nationaliteiten, onder andere twee Nederlandse echtparen en een 78 jarige Ier. Hij heeft tattoos van de Santiago schelp op beide kuiten. Hier maak ik een foto van en app die naar Jacky met de melding dat ik een tattoo heb laten zetten! Ze blijkt mijn lichaam goed te kennen want ze Apple terug: dat zijn jouw kuiten niet. Omdat ik vandaag geen proviand kon kopen (het is zondag) ga ik naar de bar en bestel een bocadillo ham en tomaat met koffie. Hier zitten ook de twee Nederlandse echtparen. We schuiven bij elkaar en zitten de hele avond lekker te kletsen. De man uit Ridderkerk doet thuis ook aan toerfietsen maar hier loopt hij de camino met een aanhangwagentje aan zijn heupen. Hij heeft namelijk een pacemaker en kan geen rugzak dragen. Maandagmorgen weer vroeg op. Ik heb nog een noodrantsoen in de vorm van een zakje noedels en nog twee repen. Hier kan ik de eerste uren mee vooruit. Vandaag begint eindelijk het vuurwerk. Ik begin met een klim van 20 km tot een hoogte van 1350 meter. Het jasje kan al snel uit en ik begin serieus te zweten. Voor de eerste keer slaat zelfs mijn bril aan. Onderweg stop ik in Lubian, een prachtig oud dorpje met zelfs een alimentacion! Ik koop 2 grote stokbroden, kaas, ham en fruit en ga op het dorpsplein uitgebreid zitten bikken. Na nog een klim tot 1280 meter en eentje tot 1150 meter kom ik aan in À Gudina. Mijn bestemming ligt eigenlijk 20 km verder maar ik voel me leeg na al dat klimmen. Ik besluit hier te blijven want ik lig toch voor op schema. Dat blijkt een juiste keuze want ik heb een van de laatste bedden in de Albergue. Ik ben net binnen en zie het echtpaar van gisteren binnen komen. Dat kan niet! Zij lopen! Wat blijkt: onderweg waren de Albergues vol en de eerstvolgende te ver. Daarom zijn ze met de taxi hier heen gekomen. Zij hebben echt de laatste bedden. Daarna zie ik dodelijk vermoeide loopgrims binnen komen die vergeefs naar een bed vragen. Naarmate we Santiago naderen wordt het drukker op de camino en in de albergues. Na mezelf en mijn kleren gewassen te hebben eet ik in de keuken de rest van het brood op en maak het verslag. Vanavond ga ik het dorp in om warm te eten.
Dag 12 Gisteravond met het Nederlands echtpaar lekker gegeten in het plaatselijke restaurant. We moesten nog haasten omdat de Albergue om 10 uur sluit. Iedereen lag al in bed en alles was verduisterd. Het probleem in zo'n kleine en overvolle Albergue is dat dat je in het donker met je spullen moet rommelen. Mijn 5 tassen stonden tegen het bed aan vlak onder de neus van een dikke Spanjaard die in het onderste bed lag te snurken. Ik lag als laatkomer in het bovenste bed. Uiteraard een heel geklauter met mijn kwaaie heupen, vooral als je 's-nachts moet plassen. Ook nu weer ben ik weer vroeg op pad en om goed 7 uur krijg ik de eerste klim van10 km al voor mijn kiezen. De afdaling die volgt is prachtig. Met 50 km per uur val ik het dal binnen waarin Verin ligt. Ik heb een heel mooi uitzicht over de omringende bergen die omfloerst zijn door een zachte ochtendnevel. Na Verin begint het liedje van voor af aan. Opnieuw een zware klim het dal uit. Hier is de hele omgeving geel van de brem. Zowel in de berm als tegen de berghellingen is de boomhoge brem te zien. Ik maak hier veel foto's hoewel ik weet dat landschapsfoto's vaak niet zo overkomen zoals jij ze beleeft. Ook de geur van de brem kin je niet overbrengen. Onderweg koop ik bij een ambachtelijke bakkerij twee grote stokbroden die ik doormidden breek om in de fietstas te passen. Ook koop ik een cake als noodrantsoen maar die valt zo groot uit dat ik een deel als broodbeleg gebruik. Tenslotte maak ik nog foto's van de bakkerij en van bakker met zijn lekkere producten. Vandaag wil ik overnachten in Sandias. Daarna moet ik nog ca. 200 Km naar Santiago. Ik denk dat ik daar 3 dagen voor nodig heb want ik blijf steeds in de bergen. Sandias is een nietig dorp met een knots van een nieuwe Albergue. Deze is echter gesloten en ik moet een nummer bellen. Ondertussen stopt er een werkman met de auto. Hij heeft een pasgeboren katje onderweg gevonden en wil er melk voor hebben. Ik haal de poedermelk uit mijn tas en meng het met water. Het beestje is nog te klein om zelfstandig te drinken. Na 5 minuten komt de hospitalera met de sleutel. De man wil het katje aan haar slijten maar zij trapt er niet in. Ik ben de enige pelgrim en kan kiezen uit 24 bedden! Het is hier zo slap met pelgrims omdat de meesten een andere route lopen via Ourense. Vandaag heb ik onderweg dan ook geen pelgrim gezien. Wel zijn straks alsnog twee Portugese loopgrims binnen gekomen. We hebben afgesproken dat we vanavond gezamenlijk naar het dorp gaan om te eten. Het dorp is klein en heeft alleen maar een bar. Daar kregen we een heerlijk maal voorgeschoteld met ieder een grote biefstuk en een heel grote bak salade. Een van de Portugezen, Carlos, sprak Engels, dus de voertaal was Engels. De andere man, Jozef, sprak alleen Portugees.
Aanvankelijk zat hij er maar een beetje bij maar met hem kon ik ook in het Spaans communiceren. Zij vertellen dat het voor mij niet gevaarlijk is omdat ik op de harde weg altijd wel een auto tegen kom. Zij hebben vandaag incl. Pauzes 51,5 km gelopen in 13 uur! Als met hun iets gebeurt op de camino is er echt niemand in de buurt om te helpen. Daarom hebben ze o.a. Een fluitje bij zich voor SOS signaal. Na een gezellige avond keren we terug naar de Albergue want morgen is het weer vroeg dag. Welterusten. Ps: gisteren had ik geen WiFi en kon deze mail miet versturen. Deze gaat nu weg en ik ga weer een nieuwe maken van vandaag want er is weer veel gebeurd. Dag 13 Foto's meesturen is een drama dus die houden jullie nog tegoed. Vandaag heb ook weer veel te bespreken: Nadat ik de Portugese loopgrims heb uitgelaten en hen een "buen camino" heb gewensd vertrek ik om 9.30 uur. Het is mistig maar niet erg koud. Het zou de hele morgen bewolkt blijven. De eerste keer deze reis. De eerste plaats die ik aan doe is Allariz. Thuis heb ik met de computer de route gemaakt maar daar kan ik geen eenrichtingsverkeer of voetgangersgebied zien. Ik loop dan ook met de fiets aan de hand door de eeuwenoude steile straatjes tot ik me de stuipen schrik: een grote meute jongelui met rode dassen om komt op me afgestormd. Met achter hen aan een zwarte stier met vervaarlijk grote horens. De stier rent rakelings langs me heen en ik weet niet hoe snel ik mijn fiets een portiek in moet gooien. Ik heb immers ook een rode fietstas en ik weet niet of er nog meer stieren komen. Achter de stier aan rent ook een grote groep jongelui, voornamelijk meiden. Achter de stier is uiteraard veiliger dan ervoor. Uit navraag blijkt dat deze ceremonie deze week elke dag plaats vind op dit uur: het is nu 8.30 uur. Het blijkt slechts om een stier te gaan. Een Pamplona in het klein dus. De stier moet eerst een half uur rusten voordat hij weer in actie komt. Daar kan ik niet op wachten en rijd door. Even buiten het stadje zie ik een rijdende bakker en wil een brood kopen. De bakker wil echter geen geld en ik krijg zelfs nog een banaan toegestopt en met een "buen camino" rijdt hij weg. Wat zijn die Spanjaarden toch lief! De route van vandaag gaat door een schitterend gebied. Ik moet wel heel veel klimmen maar dat wordt ruimschoots beloond door de mooie uitzichten. Ook kom ik door tientallen kleine dorpjes met soms veel totaal verlaten en ingestorte huizen maar ik zie ook veel grote landhuizen voorzien van mooie tuinen en vooral een
pracht aan rozen. Zowel in de bermen als in de tuinen is het een groot kleurenpracht. Na veel heftige klimmetjes daal Ik af naar Barral. Daar is een stuwmeer en ligt 13 meter onder zeeniveau. Je snapt het al: dat wordt weer klimmen. Bij het meer stop ik om mijn jasje uit te doen. Hier liggen opdracht oprit van een huis wel honderd Jacobschelpen. Omdat ik de mijne ben verloren wil ik er een kopen. Dat kan niet. Ik krijg er twee gratis. Ik moet vlug gaan typen want mijn batterij raakt op. De rest van de route blijft mooi. De mooiste van heel de tocht. Met klimmen is er wel een probleem: met meer dan 30 graden en geen (rij) wind heb ik wel 20 vliegen rond mijn kop. Komt ook door de zweetlucht. Heel irritant! Ik maak vandaag records: 1350 hoogtemeters en 3250 calorieën opgestookt. Ook Leiro is een leuke plaats. Veel bankjes aan de rivier. Die zie je niet in Extremadura. Ik geniet van de vele mensen die in hun (moes) tuin aan het werken zijn. Ik heb lang niet zoveel aktiviteit gezien. In dit gebied kom ik zeker nog eens terug. Er zijn ook wandelingen uitgezet. Dit gebied is niet voor niets zo groen. Er valt gemiddeld even veel regen als in Nederland. Maar ik heb geluk: nog altijd prachtig weer en geen drup. Inmiddels zit ik op een terrasje in Cea en heb net een grote salade verorberd. Dadelijk ga ik terug naar de Albergue waar ik nog een bakkie koffie ga zetten. Lekkere chocoladecake heb ik nog. Dag 14 Omdat ik gisteravond lang met mijn telefoon bezig ben geweest was de batterij leeg. Vanmorgen moest ik hem dan ook opstarten met de pincode. Helaas, pincode totaal vergeten. Een lichte paniek maakte meester van me. Dat ding is mijn levenslijn. Jacky kan de code opzoeken maar ik kan haar natuurlijk niet bellen! Van een Spaanse pelgrim mocht ik zijn telefoon lenen waarmee ik Jacky belde. Probleem gelukkig weer opgelost. Ik zie er waarschijnlijk heel arm uit want ook deze man wilde, ondanks aandringen geen geld aannemen. Door al dat gedoe was ok later op pad dan anders: 8.00 uur. Het was al 16 graden en onbewolkt. Het zou een warme dag worden. Volgens mijn routeboekje is deze etappe 105 km en de laatste naar Santiago. Dat ga ik niet halen met dat klimmen en die hitte. Ik wil in Vila de Cruces een tussenovernachting maken. De eerste plaats waar ik door kom is Oseira, een nietig dorp met een paar huizen, een bar en een knots van een middeleeuws klooster. Ik maak er foto's van. Als ik net weer op weg ben krijg ik twee grote joekels achter me aan. Ik wilde ze eruit sprinten en zette het op een trappen. Met aan beide zijden van mijn achterwiel zo'n blafbeest haal ik met mijn hart in mijn keel 35 km per uur voordat ze me los laten, die rotzakken! Na Oseira krijg ik een zware klim
naar Rodeiro. De klim is constant 6-7 procent met uitschieters naar 8-9 procent en ik begin dus weer te zweten, hordes vliegen aantrekkend. Alleen al op mijn fietshandschoentjes zitten er wel 20! Het uitzicht in de klim is prachtig. Na elke bocht verandert het landschap. Als ik omhoog kijk zie ik op de top communicatiemasten. Daar moet ik dus naar toe! Ook staan er op de toppen rondom veel windmolens. Ze staan er roerloos bij. Geen zuchtje wind. Het is dan ook oorverdovend stil op de berg. Geen levend wezen te bekennen. Heerlijk! Moe maar voldaan bereik ik de top. Het uitzicht over het berglandschap is overweldigend. Snel daal ik weer af want hier staat niet eens een bord met de naam van de col en de hoogte waarvoor je een foto kunt maken. Via een pikzwarte strakke asfaltweg daal ik met 57 per uur af naar Rodeiro. Hier koop ik brood en fruit en ga in een parkje zitten eten. Uiteraard moet er weer uit het dal geklommen worden waarbij de hitte ondraaglijk begint te worden. Mijn schermpje geeft intussen 41 graden aan. Dat is weliswaar vertekend achter glas maar het is toch verrekt heet. Langzamerhand ben ik niet meer vooruit te branden. Ik stop dan ook bij bar voor een colaatje. De ijsblokjes doe ik in mijn bidon. Overigens is het gebruik van gps een genot: ik hoef uit het routeboekje geen teksten te lezen of bij kruispunten naar plaatsnamen of wegnummers te zoeken. En het is helemaal fijn dat je niet verdwaalt en de weg moet vragen want ze sturen je steevast de verkeerde kant op. De mensen willen immers niet zeggen dat ze het niet weten. Rond 14.30 uur kom ik aan in Vila de Cruces. Ik zit nu niet meer op de officiële Santiago route. Hier is dan ook geen "Albergue de peregrinos". In een hotel-restaurant neem ik een kamer, niet voordat ik heb afgepingeld. Ik ben immers een "pobre peregrino de Olanda". Als ik onder de douche sta komt er geen water uit de kraan. Aankleden dus maar weer en naar beneden. Hoofdkraan wordt open gezet en badderen maar. Bij mijn dagelijkse douchebeurt gooi ik al mijn kleren in de douchebak, gooi er wat zeep overheen en tijdens het douchen ga ik er goed op staan stampen. Uitspoelen die handel en morgen zit ik weer fris en fruitig op de fiets. Morgen wordt uitslapen want het ontbijt is pas om 8.00 uur. Voor het diner kan ik vanavond pas om 21.30 uur terecht. Zolang kan ik niet wachten en zet op mijn kamer een bak koffie en eet de laatste cake op. Ik ga nu afsluiten. Dag 15 Vanmiddag heb ik na 1200 km en 17 dagen Santiago bereikt! Het is hier een compleet gekkenhuis en dat na al die rust onderweg. Veel pelgrims liggen op de grond op het plein voor de kathedraal na te genieten van de prestatie die ze hebben geleverd. Er zijn ook
opvallend veel fietsgrims. De meesten komen uit het Noorden, de Camino Frances. Ik heb mezelf op de foto laten zetten bij een living statue van Jacobus. Ook heb ik aktiefoto's al fietsende voor de kathedraal. Een Nederlandse fietsgrim verwees me naar hun Albergue in het centrum. Helaas was deze vol maar de lieve hospitalera belde naar een andere Albergue net buiten het centrum en daar zit ik nu. Ik moest wel 3 hoog met mijn fietstassen en er is bijna geen ruimte tussen de bedden maar een goede bar en keuken alsmede een gezellige tuin vergoeden veel. Vanmiddag stond er een rij pelgrims van hier tot Tokio voor het pelgrimskantoor om hun felbegeerde apostolaat te bemachtigen. Vanavond ben ik terug gegaan naar de stad om te eten en toen was de rij gehalveerd. Toch heb ik nog meer dan een uur in de rij gestaan om mijn tweede apostolaat in ontvangst te nemen. De eerste is van 10 jaar geleden toen ik met Henk en Piet naar Santiago ben gefietst. Deze keer was mijn aankomst niet zo emotioneel als toen. We hadden toen in 4,5 week immers 2600 km gefietst en waren aan ons einde van het Latijn. Nu ben ik op tweederde van mijn trip. Ik moet nog 616 km tot Santander en krijg daar hellingen van 10-12 procent voor mijn kiezen. Vanmorgen stond ik om 8 uur met mijn fietstassen beneden in het hotel voor het ontbijt. Echter alles was donker en alle deuren op slot. Ik was blijkbaar de enige gast en er woont niemand in dit pand. Kortom: ik zit opgesloten. Wie weet hoe lang ik hier moet wachten als ze mijn ontbijt vergeten zijn. Eindelijk hoor ok de sleutel in het slot en krijg mijn ontbijt. De rekening is alleszins laag voor logies, diner, ontbijt en de nodige drank. Ik schaam me achteraf dat ik gisteren zo heb afgepingeld. Als ik buiten stap is het mistig en het motregent! Ja, dat moest er een keer van komen na 17 dagen zon. Ik doe mijn lichten en mijn regenjasje aan. Ik durf niet snel te dalen want de weg is nat en het is donker. Ik verwissel daarom de zonneglazen van mijn fietsbril voor blanco exemplaren en het wordt gelijk lichter. De mist lost snel op en het wordt nog zonnig. De route is ook nu weer mooi met vele oude en jonge aanplant van eucalyptusbomen. Veel bomen zijn kaal en er valt veel blad. Het lijkt wel herfst maar dat komt door de droogte. Voor het plaatsnaambord van Santiago laat ik me door iemand op de foto zetten en ik neem de overwinningshouding aan. Daarna rijd ik het drukke Santiago binnen. Morgen neem ik een rustdag, dus ik weet niet of ik morgen een verslag maak. Dag 16 Ik word wakker van de kerkklokken boven me die 8 uur slaan. Als ze echt elk uur zo hard slaan heb ik vast geslapen. Mijn buurman zegt
dat ze 's-nachts niet slaan. Ik denk vanwege de pelgrims die hier overnachten. Ik ben vroeg op weg maar het is koud, mistig en het waait. Kortom, Nederlands weer. Ik houd mijn jasje dan ook de hele morgen aan. Ook in de lange klimmen, want met een bezweet lichaam voelt de wind koud aan. Het landschap is mooi maar ik heb er geen oog voor vanwege het weer. Na een tijdje zie Ik 3 Grote honden langs de weg. Als ik er voorzichtig langs fiets kijken mij 6 ogen schaapachtig aan. Ik denk dat het herdershonden zijn. Het is nog koud maar ik krijg honger. Er zijn hier niet veel bankjes om te picknicken maar bij een kerkhof zie ik een gezellig bankje waar ik mijn stokbroodje op eet. Zodra ik weer vertrek en weer afdaal laat het zonnetje zich zien en doe ik mijn jasje weer uit. De verdere middag zou het mooi weer blijven. Ik doe vandaag een fantastische ontdekking: op mijn Garmin gps heb ik een schermpje waarbij het hoogteprofiel wordt aangegeven en zelf ben ik een bolletje die op en neer met de berg mee gaat. Zo kan ik precies zien hoe lang ik nog moet klimmen of dalen. Ook zie ik hoe stijl het is. Mooi toch voor een apparaat dat ik al twee jaar gebruik! Ik heb nog niets verteld over mijn bagage. Ik heb veel te veel bij me: een kledingtas, etenstas, technische tas, wastas, klerentas en stuurtas. Ik heb mountainbikers gezien op de camino die met hun ATB alleen een rugzakje hebben. Zo kan het ook. Wellicht wordt dat mijn volgende uitdaging. In de namiddag wordt het warm en het klimmen valt me zwaar. 10 km voor het eindpunt stop ik nog een keer maar mijn eten is op. Gelukkig heb ik nog nudels als noodrantsoen. De route die ik nu rijd is de camino del Norte en loopt parallel met de camino Frances die veel makkelijker is en veel drukker. Ik kom dan ook maar weinig loopgrims en welgeteld 2 fietsgrims tegen. Ook is er nog de camino del Costa die langs de kust loopt. Alle routes gaan hier immers naar Santiago. Tegen het einde van de rit kom ik nog door Lugo, een grote stad waar ik eerst naar toe moet klimmen en er later feilloos doorheen fiets. De Albergue in Castroverde is splinternieuw. Als ik aankom ben ik de tweede gast en kan een bed uitzoeken. Een uur later zit hij tjokvol met allemaal vrolijke lui. Ik heb leuke gesprekken met Italianen, Spanjaarden en Canadezen. Ik heb honger en ga naar het dorp. Het restaurant is pas om acht uur open. Dat vind ik te laat en ga naar de supermarkt en koop een krabsalade met een potje asperges, gerookte zalm, ham, brood en een puddinkje en kersen als toetje. Ook koop ik een fles wijn. Terug in de Albergue eet ik het in de eetzaal lekker allemaal op. Tijdens het eten begint het hevig te regenen en te onweren. Dit is de eerste regen in 3 weken! Gelukkig zit ik lekker droog. Wat een pelgrims geluk. Ik ga nu stoppen.
Dag 17 Wat zijn die loopgrims 's-morgens toch altijd snel weg! Het lijkt wel of ze niet hoeven poepen, zichzelf wassen, eten en de boel opruimen. Ik ben om 6.30 uur met de eersten opgestaan. Op mijn gemak ga ik in de keuken zitten eten. Dan zijn er nog een Duitse vrouw en haar dochter. Om 8.00 uur trek ok als laatste de deur achter me dicht. Alle circa 30 loopgrims zijn dan al vertrokken. Ik ben de enige fietsgrim, ofwel bicigrino. Ik begin met een klim om op te warmen. Het is bewolkt en 15 graden. Een goede temperatuur om te klimmen. Boven me zie ik de windmolens op de kam van de berg. Daar moet ik naar toe. Als ik langzaam boven kom wordt het mistig. In de afdaling trek ik een jasje aan. Dit is trouwens typisch zo'n jasjesdag. Dwz jasje aan, jasje uit. Het is namelijk te warm om te klimmen met jasje en te koud om te dalen zonder jasje. Als ik de bergkam bereik zie ik de windmolens draaien als een dolle. Ze maken er ook veel lawaai bij. De route bestaat nu alleen nog uit hoge bergen. Er is geen vlak stuk meer bij. Aangezien ik circa 10 keer sneller daal dan klim ben ik bijna de hele dag bezig met klimmen. Het wordt steeds mistiger en kouder. Hier moeten mooie uitzichten zijn maar ik zie er niets van. Ik geniet ook niet onder deze omstandigheden. Als ik een beetje in gedachten verzonken ben (ik ben de teksten van deze mail al aan het verzinnen) wordt ik opgeschrikt door een vrachtwagen die rakelings langs mijn tassen scheert. Pardoes rijd ik tegen de vangrail. En dat terwijl die chauffeur 2 rijstroken beschikbaar heeft, de lul! Gelukkig heb ik geen schade bij deze lage snelheid en kan ik verder. Ik zie nu groepjes loopgrims als zombies door de mist schuifelen. Even later stop ik om wat fruit te eten. Het is koud en doe een tweede jasje aan. Als een groepje loopgrims uit een zijwegje komt zeg ik tegen hen "koud hè" maar dan op zijn Spaans natuurlijk. Zij wijzen mij op een cafetaria 100 meter het zijwegje in. Ik vind het nog te vroeg om te eten maar heb zin in warme koffie. Ik besluit er naar toe te gaan, het is toch geen weer om te picknicken. Ik bestel een bocadillo met ham en kaas en "café con leche". Ik krijg een kolossaal stuk stokbrood dat zwaar is van de plakken ham en kaas. Ik heb veel moeite om het op te krijgen, en dat wil wat zeggen. Bij elke afrekening blijf ik me verwonderen: voor deze prijs krijg je bij ons nog geen bakkie koffie met een puntje. Toen ik afgelopen winter de tocht thuis op gps heb gezet kon ik de beschreven route bij Fondsagrada niet vinden. Ik heb toen zelf een route gemaakt die zuidelijk van het bergmassief gaat in plaats van Noordelijk. Ik twijfel nog of ik in Fonsegrada overnacht, want hier is een Albergue. De dagafstand wordt dan wel wat kort en bovendien moet ik die bocadillo nog opstoken want die ligt me nog zwaar op de maag. Ik
begin met een schitterende afdaling van 12 km langs de flanken van het massief. Het uitzicht is fenomenaal en verandert bij elke bocht. Ik maak een paar foto's van het mooie dal. Beneden op het laagste punt zie ik om me heen kolossale bergen. Uit deze put moet ik uit zien te komen. Omdat ik hier het routeboekje niet gebruik weet ik niet wat me te wachten staat. En wat ik vreesde gebeurt: De klim begint met 10 procent en al snel zit ik Op 16 procent. Dit houd ik nooit vol. Gelukkig gaat het snel naar een redelijke 7-9 procent. Als ik bij een kruispunt kom sla ik af naar mijn eindbestemming S Antolin de Ibias. Onderweg kom ik de namen van tientallen dorpjes tegen, maar niet die van S Antolin. Ik begin me zorgen te maken of ik wel goed zit, ondanks mijn gps: ik kan ook niemand iets vragen in deze groene wildernis. Zowel in de afdaling als in de klim van 8 km heb ik nog geen mens of auto gezien. Uiteindelijk zie ik een man in de berm kersen plukken. Hij bevestigd mij in de goede richting te zitten. Nog 8 km naar S Antolin, zegt hij. Er is hier wel een omleiding zegt hij maar daar kun je met de fiets makkelijk langs. Een eindje verder moet ik een dranghek verzetten om er langs te kunnen. Als ik bij de werkzaamheden aan kom liggen daar over een afstand van wel 50 meter grote bomen en rotsblokken op de weg. Waarschijnlijk van een recente aardverschuiving. Ik wordt tegen gehouden en mag er niet door. Met wat geslijm en zielig gedoe krijg ik de dikke Spanjaard in zijn geel hesje zover dat hij me over de obstakels heen helpt. We moeten de fiets wel 1,5 meter optillen om over de boomstammen en rotsblokken te krijgen. Hierbij sneuvelt mijn kunststof spatbordje maar dat vind ik niet erg. Erger vind ik het enorme gekraak als ik de trappers rond beweeg. Ik probeer uit te vinden wat de oorzaak is. Aan de ketting en tandwielen zie ik niets bijzonders. Tot mijn verwondering kan ik gewoon blijven schakelen. Mijn conclusie is kapotte trapaslagers. Hoe gaan we dit probleem oplossen? Er zijn hier geen fietsen, laat staan fietsenmakers. Enfin, eerst maar een een pension zien te vinden want het wordt al laat. Bovendien begint het te regenen. Na 9 km nog steeds geen spoor van S Antolin. Zit ik wel goed? Ik bel ergens aan en een mevrouw zegt dat ik op de goede weg ben. Nog maar 8 km! Ja, maar dat was 8 lm geleden ook al! Ik vraag haar op mijn kaart aan te wijzen waar we hier zijn. Helaas, ze kan niet aangeven waar ze woont. Verderop krijg ik een lumineus idee: dat gekraak kan wel eens komen door de beugel waar het spatbordje aan vast zat. Ik stop, en jawel, de beugel schaart constant tegen het grote tandwiel aan. Een tangetje en twee seconden werk maakt een fietsenmaker overbodig. Uiteindelijk bereik ik S Antolin de Ibias. Ik vind een heerlijk hostel en krijg er de laatste vrije kamer. Twee mooi opgemaakte bedden, compleet met
handdoeken en zeepjes. De hospita heeft ook een supermarkt en een restaurant. Hier krijg ik een heerlijke maaltijd voorgeschoteld. Ik bestel er witte wijn bij en krijg een kan van een héle liter! Terug op mijn kamer bel ik Jacky (gratis) via Ziggo bapp en maak ik dit verslag. Morgen is het ontbijt om 7.30 uur. Dag 18 Gisteren had ik een goede WiFi. Ik waagde het om weer een aantal mooie foto's mee te sturen. Ik had net de achtste foto bijgevoegd en wilde de mail verzenden toen toch weer alle foto's eruit floepten. Volgens mijn routeboek (Sint Jacobs fietsroute, ISBN 90-6455-3815) is het traject van 100 km tussen Fonsegrada en de Puerto de Cerredo het zwaarste deel van de route. Daarvan heb ik er nog 60 voor de boeg. Vandaag heb ik dus weer een echte bergetappe. Niet alleen door de forse hoogteverschillen maar ook door het ontbreken van vlakke stukken. Het is een ruig gebied waar vooruitgang en toerisme onbekende woorden zijn. De dorpen zijn heel oud en liggen als het ware geplakt tegen de steile bergwanden. Nadat mijn vriendelijke hospita mij geroosterd brood met boter en jam heeft geserveerd vertrek ik. Gelukkig zijn de bulten op mijn kont verdwenen en hoef ik nog maar één fietsbroek aan. Wel zo comfortabel. Het is fris en bewolkt. Dat komt niet slecht uit want ik begin gelijk aan een klim. Helaas blijkt mijn kleinste versnelling niet te werken. Dit is het gevolg van het gesjouw van gisteren met mijn fiets over de rotsblokken en bomen. Met wat draaien aan de kabelversteller krijg ik mijn ketting weer op het grootste tandwiel. Echter, nu slaat de ketting door over de tandwielen. Ik heb een uur staan te kloten om het goed te krijgen, maar het is me gelukt. De derailleur bleek verbogen te zijn. Jippie, ik kan weer verder. Al snel zit ik in een klim van 10-13 procent. Ondanks dat het bewolkt is en slechts 15 graden ben ik in een mum van tijd kletsnat. Ik moet zelfs afstappen om het zweet uit mijn wenkbrauwen te vegen. Hoe langer ik klim hoe moeilijker ik het krijg. Ik rijd niet sneller dan 5 km per uur en ik zwalk als een zombie over de weg. Elke meter asfalt zie ik langzaam onder me wegglijden. Met deze lage snelheid kan ik mijn stuur niet recht houden. Gelukkig is er geen verkeer en kan ik de hele weg gebruiken. Buiten de dorpjes om zou ik vandaag slechts 4 auto's tegen komen! Onze profrenners zouden hier moeten gaan trainen. Dan gaan ze koersen winnen. Dat weet ik zeker. Voor de tweede zware klim naar Campa de Tormaleo stop ik nog een keer en in een bushokje uit de wind eet ik een broodje en drink ik een bakkie koffie. Al snel staan er hoge palen langs de kant die de weg moeten markeren als er sneeuw ligt. Het wordt onaangenaam. Waar ik gisteren nog bewonderend om me heen keek naar die kolossale
bergen en diepe dalen komen ze me nu bedreigend over. Er staat een koude wind en de zwarte wolken rollen over de bergtoppen. Langzamerhand heb ik wel genoeg van deze eenzame groene wildernis. Gelukkig blijft het droog en met een temperatuur van 16 graden is het goed klimmen. Als ik boven ben doe ik een tweede fietsjasje aan voor de afdaling van 9 km. De temperatuur zakt naar 12 graden maar ik ben snel op de plaats van bestemming: Sisterna. In het eerste gebouw van het dorp vraag ik naar onderdak en meteen heb ik beet. Het is een hotel en Ik kan hier terecht. Ik krijg (weer) een mooie kamer voor een zacht prijsje. Ik mag zelf bepalen wanneer ik vanavond en morgenvroeg wil eten. Ik heb het gevoel dat ik de enige klant ben. In het grote restaurant en in de bar is in elk geval niemand. Ik ga stoppen. Alleen in het restaurant is WiFi, daar ga ik direct naar toe om te eten, deze mail te versturen en de laatste social media roddels te vernemen. Dag 19 Van velen van jullie heb ik reakties gekregen op mijn e-mails, maar van velen ook niet. Ik vraag me dan ook af of het dagelijkse gezwam van mij niet begint te vervelen. Als dat zo is, geef het me dan aan dan schrap ik je van de verzendlijst. Gisteravond zat ik uiteraard weer alleen te eten in het restaurant. Ik vraag me af waar deze mensen van leven. Ik ben de enige hotelgast in dit grote hotel. Ik heb alleen 3 mensen aan de bar gezien, en hier heeft het echtpaar nog een hulpje voor. Als eerste gerecht kreeg ik een enorme schaal met gebonden soep. Het was lekker maar van zo'n schaal eten wij thuis twee dagen met de hele familie. Daarna 3 varkenslapjes met friet. Als toetje een lekker puddinkje met keukenstroop. En vergeet de heerlijke wijn niet die bij het 3 gangenmenu. Hier zijn ze niet zo flauw. Je krijgt gewoon een hele fles! Vanmorgen het gebruikelijke schrale ontbijt van geroosterd brood met jam. Maar met volle kannen koffie, melk, en jus d'orange en het brood volgegooid met plakken roomboter en jam krijg ik toch voldoende calorieën binnen om te kunnen starten. Bij de entree valt mij een grote poster van een beer op. De hospita zegt dat die hier nog in het wild leven. Welja, moet ik behalve op honden ook nog op beren op de weg gaan letten! Ok hoop maar dat het geen geile beren zijn! (Inkoppertje). Ik start meteen met een klim van 8-9 procent. Op de weg is het nevelig en in de bergen mistig. Met een temperatuur van 10 graden is het goed klimmen. Als ik na 4 km boven kom ben ik toch zeiknat, ondanks de lage temperatuur. Dus jasje aan en duiken maar weer. Als ik afdaal laat de zon zich schuchter zien. Het landschap wordt ook meteen vriendelijker. Ik zie weer gele brem in bloei. Al dalend en klimmend kom ik nu door
dorpjes. De bewoonde wereld keert terug. Ik zie weer mensen, winkels en in Cerredo is zelfs een pinapparaat waarmee ik mijn portemonnee weer vul. Ook doe ik hier mijn boodschappen want mijn tas is leeg. Vandaag krijg ik de hongerklop niet. Met vers brood, beleg, bananen, kersen en een paar puddinkjes kan ik er even tegen. Inmiddels is het warm geworden en ik geniet volop van de levendigheid in de dorpen. Wat ben ik toch bevoorrecht dat ik mag fietsen in dit fraaie land in dit mooie weer. Behoudens enkele spatjes heb ik in 24 dagen nog geen regen gehad! Mijn nieuw gekochte regenjasje zit dan ook nog ongebruikt in mijn tas. In villablona is nog een heuse kolenmijn in bedrijf. De kolen zitten hier niet onder de grond maar de berg wordt gewoon afgegraven. Het is een kabaal van lopende banden en graafmachines. Er rijdt een vrachtwagen die met een grote sproeistraal het terrein nat maakt tegen de stof. Ik maak een paar foto's van het terrein met die grote zwarte hopen kolen en gruis. Vandaag bereik ik op de Puerto Cerreda op 1359 meter het tot nog toe hoogste punt. Mijn dagscore is dan ook 1270 hoogtemeters en 2530 calorieën. Het laatste deel van de route vormt een afdaling van 19 km door een prachtig dal. Het landschap opent zich tot een groene hoogvlakte met lieflijke dorpjes omzoomd door gekartelde rotspieken en bloemrijke weiden. Mijn eindbestemming is eigenlijk Sena de Luna maar 3 lm daarvoor zie ik een hostel in Villafeliz. Graag bouw ik wat reserve in, want als het hier niets is kan ik altijd nog naar Sena de Luna. Het Hostel is dicht. Ik moet in de naburige bar zijn. De prijs vind ik te hoog. Ze vragen nog meer voor een kamer zonder ontbijt dan in de twee vorige hotels mét ontbijt. Ik pingel net zolang dat ikde kamer krijg voor een redelijk bedrag. Uiteraard ben ik weer alleen in dit grote gebouw met vele kamers. Inmiddels heb ik mijn dagelijkse plichtplegingen gedaan incl. het offline maken van deze mail. Eens kijken of ze beneden aan de bar WiFi hebben. Dag 20 Gisteravond heb ik in de bar een enorme salade gegeten met allerlei groentes erin. Samen met 2 glazen wijn moest ik evenveel betalen als ze oorspronkelijk vroegen zonder eten. Grappig hè. Om 8.00 uur trek ik de deur achter me dicht. Er is hier geen lieve hospita die me uitzwaait. Ze zijn hier nog lang niet wakker en de sleutel moest ik op de deur laten zitten. Wat een verschil met de periode dat ik nog op de camino zat. Ik ontmoette toen vogels van allerlei pluimage waarmee ik leuke gesprekken had. De eigenaren van de hostels waar ik nu overnacht vragen weinig aan me. Is het ongeïnteresseerdheid of bescheidenheid? Uit mezelf ga ik niet mijn hele verhaal vertellen. Kortom, het wordt eenzaam. Het is koud als
ik start. En ik begin nog wel met een afdaling. Al snel zie ik op mijn cockpit een temperatuur van 3 graden! Zelfs met een tweede fietsjasje aan zit ik te bibberen. Zal ik mijn lange broek en overschoenen ook aan doen? Nee, toch maar niet. Het zal straks wel opwarmen. Ik rijd vandaag langdurig door het dal van de rivier de Luna. Slaperige dorpjes rijgen zich aaneen. Ook de ooievaars zijn terug. Waar in Extremadura het er nog van wemelde zie ik nu de eersten weer in het gras foerageren. Ik blijf steeds op een hoogte van circa 1200 meter. Ondanks dat zie ik om me heen nog steeds enorme bergen. Hoe hoog zouden die joekels wel niet zijn. Ik maak foto,s van de vergezichten maar die zullen toch niet overkomen door die zware bewolking. Het zou vandaag overigens niet warmer worden dan 15 graden. Ik geloof de helft van de temperatuur bij jullie? Voorbij Sena de Luna kom ik onder een hangbrug waar de snelweg naar Leon over heen gaat. Het is een indrukwekkend kunstwerk vanonder af bekeken. Rivier la Luna verbreed zich hier tot een groot, grillig gevormd meer. Ik slinger er met een grote bocht omheen en de uitzichten zijn fenomenaal. Ik rijd nu over de oude verlaten weg naar Leon. Het wegdek is heel slecht en aan de kant staan afgebrokkelde muurtjes die als vangrail dienen. Soms zijn ze ook weg. Ze zijn zo rot dat als je ze een duwtje geeft ze zo de afgrond in donderen. Bij Barrios de Luna kom ik bij een grote stuwdam. Het is een indrukwekkend bouwwerk en ik huiver als ik over de railing hang om een foto van de diepte te maken. Ik krijg honger en bestel in een bar een bocadillo met koffie. Ik krijg bij het brood een grote schaal met ham en kaas. Bibberend van de kou eet ik alles op. Goed en wel op pad hoor ik geitenbellen. Ik ga aan de kant want wat ik nu zie heb ik nooit eerder meegemaakt. Een onmetelijke kudde geiten komt over de volle breedte van de weg op me af. Minutenlang blijft die processie luid bellend aanhouden. De honden snuffelen wat aan mijn fietstassen. Een herder in een auto sluit de rij. Ik vraag hem hoeveel het er zijn: meer dan 2000!!! Als ik weer verder kan moet ik uiteraard langs de keutels laveren. Ik had dit tafereel eigenlijk moeten filmen maar filmpjes komen niet door de Dropbpox heen. (via Dropbox kan Jacky thuis de foto's zien die ik maak). In la Vecolla had ik willen overnachten. Volgens mijn 15 jaar oude routeboek zou dat hier kunnen maar dat is niet zo. Ook de camping is opgeheven. Ik rijd door naar Boñar waar ik een goed hostel vind, De komende dagen ga ik korte etappes maken anders kom ik veel te vroeg aan in Santander. De vlucht staat geboekt voor 21 juni. Dag 21 Na mijn vraag van twee dagen geleden of mijn mailtjes niet
vervelen heb ik hartverwarmende reacties gekregen. Velen kijken dagelijks uit naar mijn berichten en zeggen vooral doorgaan Harrie. Bedankt daarvoor. Gisteravond zat ik om 8.30 uur in het restaurant. Dat was te vroeg want de keuken ging pas om 9.00 uur open. Blijkbaar zijn er een aantal vaste gasten want op veel tafels stond een aangebroken fles wijn. Privé-wijn dus. Ik word bediend door twee omaatjes met lange grijze haren en lange grijze schorten. Een van hen is waarschijnlijk de bazin gezien de toon waarop ze in de keuken tekeer gaat tegen het personeel. Zonder te vragen krijg ik een groot bord soep met alleen maar vermicelli!! Ja, dat is dus duidelijk vermicellisoep. Het tweede gerecht is draadjesvlees zonder er iets bij!! Het blijft vreemd, de eetgewoonten van die Spanjaarden. Met een volle schaal vlees krijg ik de benodigde proteïnen voor de komende 3 dagen binnen. Aan het ontbijt kan ik ook maar niet wennen: Een schaal koekjes, twee cakejes, en nog een pak koekjes. De roomboter en de jam smeer ik maar op de koekjes. Geen wonder dat die Spanjaarden allemaal zo dik zijn met dat zoete spul. In de plaatselijke supermarkt waar ik mijn mondvoorraad insla ontdek ik dat ik de sleutels van de kamer nog heb. Dus terug, want van een ander hotel heb ik ook al sleutels die ik vergeten ben en moet terug sturen. Eenmaal op weg merk ik dat het niet zo koud is als gisteren. Met 11 graden is het goed fietsen. Ik zit nog steeds op een hoogte van circa 1200 meter maar de bergen om me heen worden iets lager. De beklimmingen blijven komen maar die zijn lang niet meer zo heftig als de laatste 3 dagen. Kleine dorpen volgen elkaar op langs de tamelijk rustige C626. Een golvend en afwisselend landschap over de uitlopers van de Cordillera Cantábrica. In het Noorden liggen enkele nationale parken en ook de Picos de Europa zijn dichtbij. Het landschap is vandaag niet spectaculair, zeker nu het bijna de hele dag bewolkt blijft. Maar ja, ik raak ook verwend door al het moois dat ik al heb gezien. Als ik door Cistierna rijd zie ok weer de vertrouwde borden van de camino de Santiago. Er is hier zelfs een Albergue. Ik kruis hier alleen een Santiago route. Ja, vele wegen leiden naar Rome maar ook naar Santiago. Overigens is het al de 25 e dag dat ik het droog houd. Ongelooflijk, zeker als ik 's-avonds op het journaal beelden zie van overstromingen, platgewaaide palmbomen en grote hagelstenen. In grote delen van Spanje is het onstabiel, ook in deze omgeving, maar ik ontspring steeds de dans. De heilige Jacobus van Santiago is mij blijkbaar goed gezind. Intussen weet ik nog steeds niet of mijn heupoperatie van november gelukt is. Met fietsen zeurt hij af en toe. Vooral met traplopen speelt hij op. In Santiago had ik veel last omdat ik daar 3 hoog met mijn tassen moest sjouwen en ook in de stad waren veel trappen. Eenmaal thuis begin ik weer met wandelen
en kijk hoe ver ik kom. Guardo is vandaag mijn pleisterplaats. Als ik binnen rijd zie ik een bord met Albergue. Als ik dit volg kom ik bij een gesloten pand zonder opschrift, alleen een briefje met verzoek de deur te sluiten. Dus verder. Vervolgens kom ik bij een groot hotel met een grote tuin ervoor. Ik zie geen leven en verwacht hier vannacht alleen te zitten. Ik wil wel weer eens mensen om me heen hebben. In een volksbuurt van Guarda vind ik een kamer. Het is boven een bar-restaurant. Als ik binnen stap is de bar afgeladen vol met rumoerig publiek. Het restaurant is nog leeg. De kamer is sober, heel sober. Een smal kamertje met een bed waar nauwelijks plaats is voor mijn tassen. Het kost weinig maar dan heb je ook niks. De raam komt uit op een binnenplaatsje met stinkende en ronkende uitlaatpijpen van de keuken. Het fineer is van de meubels en er Af en er staat een heiligenbeeld met kunstbloemen. De badkamer is op de gang. Er hangen alleen natte handdoeken. Dus ga ik terug naar mijn kamer mijn eigen handdoek halen. De omschakelknop van het bad werkt niet. Er komt alleen water uit de kraan, niet uit de douchekop. Als ik nu een kabouter was van 40 cm kon ik eronder gaan staan. Met mijn 1.80 meter lukt dat niet. Dus behelpen! Scheren aan de wastafel? Vergeet het maar. Er komt helemaal geen water uit de kraan. Dus scheren met water uit het bad. Och ja, een oude pelgrim moet zich kunnen aanpassen. War verder opvalt in de badkamer: tientallen lege of bijna lege flacons zeep en ander spul. Als ik me (met moeite) heb opgefrist ga ik naar beneden. Het restaurant is nu tjokvol en de serveersters lopen de benen onder hun kont uit. Van koken hebben ze duidelijk meer kaas gegeten dan van kamers verhuren. Ik krijg de gebruikelijke fles wijn, een lekkere paella, en een heerlijk kippetje met ijs na. Ik ga stoppen en kijken waar ik dit verhaal kan verzenden want hier hebben ze geen WiFi. Het is jammer dat ik geen foto's kan meesturen. Tijdens verzending worden ze verwijderd. Tzt maak ik een mooi fotoalbum dat ik publiceer. Dag 22 Daar ben ik weer. Terug op mijn kamer ondervind ik een nieuwe verrassing: als ik op bed ga zitten lijkt het wel of ik op een schip zit; het geheel gaat vervaarlijk op en neer omdat de poten los zitten. Ik schuif daarom een kastje en een stoel tegen het bed om het enige stabiliteit te geven. Dat wordt goed stil liggen vannacht Harrie, anders lig je zo op de grond. Als ik naar buiten ga is het een drukte van jewelste op straat. Even verderop blijkt er kermis te zijn. Ik maak een rondje op de kermis. Een echte Spaanse attractie is de grote houten balk met een stierenkop voorop. De kinderen krijgen een rode das om en
moeten proberen erop te blijven hetgeen natuurlijk niet lukt als de stier op en neer wordt geschud. Van het kermisterrein loop ik terug naar het horecagebied waar ik woon. Werkelijk iedereen is op straat. Jong en oud. Je struikelt als het ware over de kinderwagens en de rollators. Iedereen kent elkaar en praat met elkaar. Uiteraard zitten de bars en terrassen vol. En daar zijn er veel van kan ik je verzekeren. Ik word hier op mijn wenken bediend, ik wilde immers mensen om me heen en die zijn hier genoeg. Behalve kermis is er vanavond ook markt. Verder hoor ik vuurwerk en er is een optocht van "praalwagentjes" voortgetrokken door fietsen. Ook zijn veel mensen verkleed. Op het grote plein speelt een Mexicaanse band waarvan de leden grote hoeden dragen. Het hele plein zingt de liedjes mee, geweldig! Het lijkt wel of alle feesten van het jaar hier in één keer worden gevierd. Na in een bar onder het genot van bakkie koffie gewified te hebben ga ik naar bed. Op mijn mobiel heb ik vier weersites. Ze geven allen voor morgenmiddag slecht weer aan tot 99 % regen en onweer. Gisteren had ik nog het idee hier een dag te blijven omdat ik ruim op schema ben en dit een leuke stad schijnt te zijn. Echter, ik wil hier niet blijven, het is vies en het stinkt. Als ok opsta wil ik naar de lucht kijken maar dat gaat niet. Het binnenplaatsje is zo smal en hoog dat ik alleen maar muren zie. Deze keer krijg ik een tortilla bij mijn ontbijt. Mijn GPS doet weer eens raar waardoor ik verkeerd rijd. Aan een man met wandelstok vraag ik de weg. Hij wijst mij behalve de weg ook naar de lucht met de melding dat er regen aan komt. Ik zeg "vanmiddag toch pas". Nee zegt hij, binnen een uur! Hij kan het weten want hij heeft een wandelstok en mannen met wandelstokken kennen het weer. De man waarschuwde me dus voor het weer en adviseerde me snel onderdak te zoeken. De eerste plaats met onderdak is volgens mijn routeboek Comporredondo de Alba. Deze plaats ligt aan de rivier Alba en even hiervoor is een reusachtige stuwdam met een enorm hoogteverschil. Hier maak ik vlug een paar foto's. In Comporredonda aangekomen wordt het steeds dreigender. Donkere wolken pakken zich samen boven de bergen. Bij het eerste adres hangt een bordje: wegens familie omstandigheden vandaag gesloten. Bij het tweede adres is alles donker, stil en verlaten. Toch kan ik gewoon naar binnen lopen maar hoe hard ik ook holá roep, geen reactie. Het hele dorp is verder uitgestorven. Zitten wellicht allemaal bij dezelfde bruiloft of begrafenis. De volgende plaats met onderdak is Cardaño de Abajo op 1280 meter hoogte en 7 km verder. Ik krijg het steeds benauwder. Zou ik het halen voordat het noodweer los barst? Het is hier mooi langs de rivier maar ik gun me geen tijd om foto's te maken. Ik ben niet alleen bang voor de regen maar ik mag van Jacky niet met onweer fietsen. Hèhè,
eindelijk, bij Cardana staat een bord langs de weg met een bed erop. Helaas is dat allemaal verleden tijd en hier is helemaal geen onderdak. Intussen begin ik onderkoeld te raken. Het is nog maar 9 graden, het waait en de lucht is zwart. De volgende mogelijkheid is Triollo, 13 km verder. De schrik slaat me om het hart. Als daar ook niets is moet ik over de pas van 1440 meter! Onderweg in dit niemandsland ( ik heb vanmorgen alleen 2 motoren gezien) is een bar langs de weg, een soort skihut. De man is de kachel met sprokkelhout aan het opstoken en de vrouw zet een straalkacheltje voor me neer. Ik krijg snel koffie maar de bocadillo laat lang op zich wachten, maar ik heb dan ook nog nooit zo'n lekkere op. knapperig en rijk belegd met warm varkensvlees, kaas en paprika. Tijdens het eten zet ik het kacheltje voor mijn voeten. Als ik vertrek doe ik ook nog mijn overschoenen aan. Als ik vertrek regent het licht. Voor het eerst zie ik sneeuw. Ik huiver. Krijg ik tijdig onderdak? Ik wil naar huis, naar Mama toe. Merkwaardigerwijs wordt het van lieverlede iets lichter en neemt de dreiging af. Ik fiets langs een langgerekt stuwmeer waar ik met een grote slinger omheen rijd. Ik neem nu de tijd voor foto's want het ziet er naar uit dat ik de dans ontspring. Ik stop bij elke bocht en maak wel 20 foto's. De natuur is overweldigend. Langs het water zie ik ooievaars en boven de rotsen zweven roofvogels. Vaak moet ik uitwijken voor stukken afgevallen rotsblok op de weg. Gelukkig heb ik een helm op............Ik kom droog aan in Triollo en er is een prachtig hostel. Men verontschuldigt zich dat de kamers nog niet schoon zijn. Niet erg, tijd genoeg. Vergeleken met vanmorgen is deze kamer een paleis. Ik duik snel met kleren en al in bad (ik was mijn kleren altijd door ze in bad te gooien, shampoo erover en stampen maar tijdens het douchen). Helaas! Het water is koud en blijft koud. En ik had het al zo koud. Volledig onderkoeld duik ik onder de dekens. Na een uur ben ik nog niet opgewarmd en ga naar de bar. Daar kruip ik achter een straalkachel om op te warmen en krijg duizendmaal excuus voor het koude water. Was kwestie van knop omzetten. Ondertussen begint het ongenadig te regenen en te stormen. De witte pluizen van de bomen waaien door de straat, het lijkt wel sneeuw. Ik ga eens kijken of ik wat te eten krijg. Dag 23 Gisteravond hebben de lieve mensen van het hostel voor mij een goede maaltijd bereid. Ik ben hun enige gast en ze leggen me in de watten. Ik mag in de keuken komen kijken en aanwijzen wat ik wil eten. Het wordt een dikke erwtensoep en een paar malse varkenslapjes met friet. Als toetje krijg ik een heerlijk puddinkje/gebakje met ananas. Ik vraag me af wat ze hier met de
aangebroken flessen wijn doen. Ik heb tot nu toe altijd een volle fles gekregen die ik natuurlijk miet helemaal op drink (maar wel een heel eind). De hostelbaas heeft een Portugese vrouw die uit een eerder huwelijk een zoon en een dochter heeft. Allemaal hartstikke aardig. Alleen spreken ze half Portigees en half Spaans waardoor ik ze niet altijd kan volgen. Ik vind Spaans al moeilijk genoeg. Tot Santander heb ik nog 3 korte etappes voor de boeg en dan heb ik nog een paar dagen om daar te verblijven voordat ik op zondag 21 juni het vliegtuig neem. Met de planning van de tocht heb ik expres ruimte ingebouwd omdat het hier in het hooggebergte kan spoken en ik dagen niet zou kunnen fietsen door zware regenval of sneeuw. Volgens de hostelbaas kan het hier het hele jaar sneeuwen. Ik moet er niet aan denken hier dagenlang door regen of sneeuw te moeten fietsen. Zonder dat kun je al onderkoeld raken heb ik ondervonden. De hostelbaas, die mij trouw Henricus noemt, hetgeen in Verstuurd vanaf mijn iPhone. Tijdens het ontbijt laat ik mijn thermosfles vullen met heet water. Het spiraaltje dat ik in de fles hing om het water te koken heeft het namelijk begeven. Met een goedbelegde bocadillo en een appel van de waard ga ik op weg (lange inleiding hè). Ik start deze rit bij de Romeinse brug van Tebro. De Rio Carrión ontspringt hier in het zijdal op de flanken van de Curavacas, met 2525 meter de hoogste berg van de provincie Palencia. Hoewel ik al snel in een klim zit heb ik uit voorzorg twee jasjes, lange broek en overschoenen aan gedaan. Het is koud en dadelijk krijg ik een afdaling van 10 km. De klim van 4 km voert mij naar het hoogste punt van mijn reis, de Alto de la Varga op 1413 meter. De klim is niet moeilijk maar wel mooi. Er hangen nog mistflarden en wolken als opgerolde witte dekentjes in de bergen. Ik stop vaak om foto's te maken. Koeien in vele kleuren staren me aan op dit vroege uur. Met katten moet ik altijd lachen. Als ze me zien dan peren ze eruit. Die hebben nog nooit zo'n uitgedoste fietser gezien en denken dat ik een spook ben. De lange afdaling is al even mooi als de klim. Ik geniet met volle teugen terwijl ik me langzaam naar beneden laat glijden. In Cervera de Pisuerga eindigt de afdaling. Hier moet ik 10 km over een vrij drukke weg. Echter, wind in de rug en 1 procent daling is ook wel eens fijn. Het laatste deel van mijn tocht van vandaag voert mij langs de oevers van het stuwmeer Embalse de Aguilar de Campoo. De weg golft open neer en ik kom door kleine dorpjes met veel ooievaars. Ik schrik een beetje als een geel gedaante mij voorbij komt. Het blijkt een mountainbikester met een geel hesje aan. Hoelang is het geleden dat een fietser mij voorbij reed? Weken? Er was wel een gebied waar ik in een klim zat waar ik alleen afdalende wielrenners zag. Niemand reed mij toen voorbij! Ik denk dat ze de bus terug namen, bang voor de klim, die watjes!
In Aguilar vind ik snel een hostel maar de vraagprijs is te hoog voor een arme pelgrim. Ik zeg dat ik onderweg steeds voor ongeveer voor de helft overnacht. Na enig overleg gaat er een kwart vanaf. Ik vind het nog te duur, zeker omdat er geen ontbijt bij is. Ik vraag naar goedkopere adressen in de buurt maar die weten ze natuurlijk niet. Ik ga schoorvoetend akkoord en krijg een prachtige kamer met een glimmende parketvloer. Nu ik toch zoveel moet betalen neem ik ook een lekker warm bad. Ik val bijna in slaap als ik eraan denk dat ik mijn verslag nog moet maken. Ik ga nu sluiten want ik ga het stadje verkennen, wifiën en eten. Dag 24 Ik heb het gehaald!! Gistermiddag ben ik in Santander aangekomen. Mijn scorelijst is als volgt: Afstand: 1907 km. Gemiddelde snelheid: 14,44 km per uur. Calorie verbruik: 63.127. Hoogtemeters: 22.102. Gisteren heb ik geen verslag verstuurd. Daarom begin ik eerst met eergisteravond: Na mezelf opgefrist te hebben ga ik naar de bar. Ik vraag aan de patron wat het dagmenu van 3 gangen kost. Hij kijkt me guitig aan, noemt de gewone prijs maar haalt er voor mij eenderde vanaf! Dan blijkt dat het effect van mijn aktie vanmiddag succesvol was. Als ik problemen met WiFi ondervind troont hij me mee naar een plekje waar het aansluitkastje hangt. Hier wifiede ik als een speer. Ik FaceTime een hele tijd met Jacky en Esther. Het beeld is haarscherp en ook het geluid is prima. Jacky vraagt of ik haar niet mis. Ik vertel haar dat ik het tot nu toe toe te druk had om haar te missen maar dat ik nu naar haar verlang. Met wat luchtkusjes nemen we afscheid. De guitige patron denkt dat ik de hele week niet heb gegeten. Grote schalen soep, vlees, friet en pudding dient hij op. Uiteraard vergezeld van een lekkere fles wijn. Overigens denk ik dat de patron verliefd op me is. Hij houd zijn hoofd langs het mijne en telkens bij het voorbij gaan tikt hij me aan. Omdat ik al om 8.00 uur op de fiets zit vat ik het plan op om vandaag in één keer Santander te halen. Het is 105 km. Ik zit hier op 900 meter en moet naar zeeniveau. Mijn routeboek volgt de weg verder naar het oosten maar ik moet hier links afslaan naar de noordkust. Ik ben dus alleen op mijn gps aangewezen. Wat me te wachten staat aan beklimmingen weet ik dan ook niet. Ook nu doe ik weer al het warms aan dat ik heb. Er staat een harde Noordenwind. Als ik goed en welde stad uit ben begint de eerste
klim al. Er zouden er nog velen volgen. Zover ik kan kijken is de weg kaarsrecht maar gaat als de rups op de kermis op en neer. De wind wakkert aan en het wordt steeds kouder. De omgeving is vijandig: geen enkele boom, huis of menselijke aktiviteit is op de weg te bekennen. Deze weg, de D611 is ook weer zo'n verlaten weg omdat er een nieuwe snelweg naast ligt. Alle pompstations, bars en restaurants zijn gesloten. Na een afdaling doemt er een ellenlange klim op. Met een snelheid van 6 km per uur en stijgingpercentages tot 9 % beuk ik tegen de wind in. Het lijkt eeuwig te duren voor ik boven ben. In de afdaling besluit ik een break te nemen. Het is verleidelijk om een bar in te gaan maar ik heb veel proviand ingeslagen en dat gewicht wil ik kwijt. Ik ga dan ook in de beschutting van een kapelletje zitten eten. Na 30 km wordt de omgeving vriendelijker. Er zijn bomen langs de weg en soms rijd ik langs een beschutting biedende rotswand. Rond de 50 km val ik in korte tijd omlaag van 800 meter tot onder zeeniveau! Onderweg kijk ik omhoog tegen de machtige pilonen van de snelweg boven me. Als ik rond de 60 km door een aantal grote plaatsen fiets via een vlakke weg besluit ik definitief door te rijden naar Santander. Nou, dat heb ik geweten. Ik krijg nog een aantal zware klimmen te verduren met nog steeds felle tegenwind. Op 11 km voor Santander krijg ik weer zo'n joekel voor me. Met 10 % sta ik bijna stil en raak ik aan het einde van mijn Latijn. Maar, als ik boven kom gebeurt er een wonder: ik zie de zee!!!!!!!! Voor me eerst een afdaling, dan de stad en daarachter de zee. Heerlijk, geen Klimmen meer vandaag. Sterker nog, voorlopig helemaal geen klimmen meer want ik kan geen berg meer zien. Santander is ook een pelgrimsplaats. Velen komen hier aan per boot of vliegtuig om er hun bedevaart naar Santiago te beginnen. Er is dan ook een Albergue. Hoewel deze op internet van Spaanse bezoekers slechte revieuws krijgt ga ik er heen. De ontvangst is allervriendelijkst, het bed prima. Hier moet ik het 4 dagen uit zien te houden. In de keuken biedt de hospitalera me worst met brood en meloen aan. Revieuws kloppen dus niet altijd. Er is wel één maar: zoals gebruikelijk mag je hier tussen 9.00 en 14.00 uur niet blijven. Ik zie er een beetje tegen op. Moet ik 4 dagen buiten blijven? En wat als het regent? Na mijn laatste proviand opgegeten te hebben ga ik naar buiten. Mijn aanvankelijke scepsis valt meteen van me af. Santander is een prachtige stad en het weer is aangenaam. Hier Kan ik me wel vier dagen vermaken. Allereerst ga ik naar het postkantoor om de hotelsleutel terug te sturen die ik 500 km geleden vergeten ben af te geven. Op een bankje in het park maak ik dit verslag waarna ik in een bar een lekkere lunch bestel.
Hoewel ik er tegen opzag hier in Santander nog vier dagen te moeten verblijven, (ik wil immers eindelijk naar huis om mijn vrouwtje in de armen te sluiten) is het me tot nog toe meegevallen. Ik ben blij dat ik in het hostel verblijf. Het is erg primitief en krap met 50 bedden in een klein pand. Echter, de vreugde en de lol spat er vanaf. Behalve ik, vertrekt iedereen 's-morgens en komt er in de loop van de dag een nieuwe lading pelgrims binnen. Ze zijn van alle leeftijden en Nationalteiten. Vannacht sliep ik naast een Amerikaan en boven me lagen twee italiaanse schonen. Ze waren beiden goed geproportioneerd kan ik wel zeggen. Er is een klein keukentje waar ik dagelijks leuke gesprekken heb met die lui. Ook de hospitalera is hartstikke aardig. Ze lacht wat af met al die pelgrims. Ik zit vaak naast haar bureautje te wifiën omdat daar de beste ontvangst is. Als dan Engels sprekende mensen haar iets vragen kijkt ze me hulpeloos aan met de bedoeling het te vertalen. Leuk hé. Ik stel vast dat ik in de hele maand geen overtogen woord in een Albergue heb gehoord ondanks dat men boven op elkaar leeft. Pelgrims passen zich makkelijk aan. De eerste dag heb ik het centrum van Santander verkend. Er zijn prachtige gebouwen en pleinen. Wat opvalt dat er veel horeca is dat er veel banken zijn. Bij de eersten hangen ze met de benen buiten en bij de tweede zie je nooit niemand. De banken hebben hier monumentale panden, Banco Santander heeft zelfs paleisachtige optrekjes. Hoezo bankencrisis? Bij stoplichten voor voetgangers is het hier heel handig dat in seconden wordt aangegeven hoe lang het nog rood of groen blijft. De tweede dag ben ik met de fiets weg geweest. Eerst rijd ik via een mooi fietspad langs de boulevard. Er zijn prachtige stranden omzoomd met bloemrijke parken met prieeltjes. Het is 26 graden en onbewolkt. Ik denk eraan hier morgen te gaan zwemmen. Vervolgens fiets ik heel de stad rond waarbij ik langs de flanken van een parkachtig dal rijd. Er wordt hier veel gesport door fietsers en hardlopers. Vervolgens ga ik naar het vliegveld om de weg te verkennen als ik zondag vertrek. Volgens de hospitalera is de weg wel druk maar geen snelweg. Dit blijkt niet het geval. Gelukkig is er een secundaire weg met veel bedrijven. Helaas houdt deze snel op en rest alleen de snelweg. Het is niet alleen verboden maar ook levensgevaarlijk. Ik pak mijn Garmin en die geeft aan dat ik met een flinke boog via dorpjes ook het vliegveld kan bereiken. Het is nog maar twee km naar het vliegveld maar ik doe er wel 20 km over om het te bereiken waarbij mijn Garmin het regelmatig laat afweten. Dit is dus geen optie voor zondag. De weg is moeilijk te vinden en er zitten ook klimmen in waardoor ik zeiknat aan zou komen. Als ik een druk kruispunt over rijd flikkert ineens het zadel onder mijn kont vandaan. Wat heb ik nou weer aan mijn fiets hangen? Tussen het drukke verkeer zoek ik de onderdelen bij elkaar. Inbusbout gebroken nondeju!! Waar vind ik een fietsenmaker? Bij een bar vraag ik of er een werkplaats in de buurt is. Jawel 100 meter verder is een motorzaak annex bar. De eigenaar staat met zijn werkoverall achter de bar. Ik geef hem de gebroken bout en binnen één minuut is hij terug met een nieuwe bout en een inbussleutel. Weer is een wonder geschiedt!! De man helpt me nog om het zadel te monteren maar wil absoluut geen geld. Het is een oerlelijke vent maar oh zo lief. Het vliegveld is rustig op dit uur. Ik spreek nog
de baliemedewerkster van Ryanair over Zondag en alles komt goed verzekert ze me. Ik vraag de kortste weg terug naar de stad en men stuurt mij via een mooi fietspad langs de haven. Veel korter en makkelijker. Echter, bij de haven stuit ik toch weer op de snelweg. (Mijn Garmin is in dit havengebied helemaal de kluts kwijt). Ik vraag weer de weg en wordt verwezen een verboden weg in te rijden om de stad te bereiken. Dit lukt en snel zit ik weer aan de boulevard. Wat me niet lekker zit zijn de poorten met grote hangsloten aan beide zijden van het verboden stukje weg. Zouden die Zondag dicht zijn? Ik slaap er slecht van. Als het moet neem ik een taxi maar het liefst ben ik onafhankelijk en regel het zelf. De taxi-chauffeur zou zich maar eens verslapen. De volgende morgen ga ik terug om de kortste weg door het havengebied te vinden en hoe het zit met die poort. Uit navraag bij de havenbar blijkt dat de poorten 's-zondags dicht zijn! Maar goed dat ik het nu weet. Voor hetzelfde geld sta ik hier zondag vast met mijn beladen fiets. En het vliegtuig wacht niet. Ik besluit zondag een taxi te nemen en ga naar de taxistandplaats om een deal te sluiten, maar zo werkt het niet. Ik moet bellen. Het telefoongesprek in het Spaans gaat goed. Ik heb gereserveerd voor zondag om 9.00 uur voor de deur. Terwijl ik dit typ zit ik op een bankje in het park onder een afdakje. Het is bewolkt en het stieft al de hele dag een beetje maar nu regent het door. Voor het eerst doe ik mijn regenjasje aan. Het duurt lang voordat het droog wordt. Ik zie geen onderscheid meer tussen de wolken en de zee. Gelukkig heb ik bananen en kersen in mijn tas. Om 14.00 uur is het droog en ga ik terug naar de Albergue om alvast mijn fiets in te pakken. Gelukkig wordt ik geholpen door mijn buurvrouw van vandaag, een lieftallige Française. Met drie rollen huishoudfolie en een rol plakband pakken we de fiets in. Dit had ik nooit alleen gekund op het vliegveld. Vanavond ga ik nog eens lekker naar het restaurant want ik ben, ondanks mijn vele eten, minstens 4 kilo afgevallen. Mijn broek zakt van mijn kont af. Morgen pak ik al mijn fietstassen in. Hiervoor heb ik van thuis een grote tentzak meegenomen. Ik dank nogmaals iedereen heel hartelijk die de afgelopen maand met mij heeft meegeleefd. Voorlopig wil ik niet op fietsvakantie maar ga er van de zomer lekker met de caravan op uit, samen met Jacky. Hasta pronto, Harrie