Fietsstoeltjes
Projectnummer: ZW04P001 Datum: december 2004
VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT
Rapportage Fietsstoeltjes; ZW04P001
december 2004
INHOUDSOPGAVE Samenvatting ............................................................................................................................................................... 3 1.
Inleiding ................................................................................................................................................................ 4
2.
Materiaal en methoden ..................................................................................................................................... 4
2.1 Ongevalgegevens ..................................................................................................................................... 4 2.2 Marktinventarisatie................................................................................................................................... 4 2.3 Onderzoek fietsstoeltjes ......................................................................................................................... 4 3 Resultaten............................................................................................................................................................ 5 3.1 Marktinventarisatie................................................................................................................................... 5 3.2 Ongevalgegevens ..................................................................................................................................... 5 3.3 Resultaten onderzoek fietsstoeltjes .................................................................................................... 5 4 Discussie.............................................................................................................................................................. 7 5
Conclusie............................................................................................................................................................. 8
6
Literatuur.............................................................................................................................................................. 8
Bijlage 1 SCV - Ongevallen met fietsstoeltjes bij kinderen van 0 tot en met 4 jaar.................................. 9 Bijlage 2 Onderzoeksgegevens ............................................................................................................................17
VWA
2
Rapportage Fietsstoeltjes; ZW04P001
december 2004
Samenvatting Eenzijdige fietsongevallen staan in de top 10 van ongevallen die met kinderen van 0 tot 4 jaar plaatsvinden. Hierbij is het aantal beknellingen hoog: 3100 kinderen raken met een lichaamsdeel bekneld tussen de spaken van de fiets. Binnen dit project is nagegaan of de in Nederland verkrijgbare fietsstoeltjes voldoen aan de relevante veiligheidseisen van de recent ontwikkelde Europese norm. Bovendien is middels analyse van de ongevalcijfers van Stichting Consument en Veiligheid nagegaan of de hoge ongevalcijfers worden veroorzaakt door onveilig gebruik door de gebruiker of door tekortkomingen aan het product. Er zijn op de Nederlandse markt een gering aantal verschillende fietsstoeltjes verkrijgbaar. Er zijn slechts vijf verschillende fabrikanten gevonden die leveren aan de Nederlandse markt. Totaal zijn er 10 fietsstoeltjes onderzocht. Drie fietszitjes waren voor gebruik aan of bij het stuur van de fiets. Zeven fietszitjes waren voor gebruik achter op de fiets. Van deze achterzitjes waren er twee ontworpen voor de doelgroep vanaf 5 jaar en vallen daardoor buiten de reikwijdte van de norm. Besloten is deze zitjes toch aan de testen te onderwerpen. Geen van de fietsstoeltjes die op dit moment op de Nederlandse markt verkrijgbaar zijn voldoen geheel aan de eisen gesteld in de Europese norm. Een groot aantal (120) van de geregistreerde ongevallen met fietsstoeltjes(160) volgens de gegevens van SCV zijn valongevallen. Het kind valt uit het stoeltje of valt met fiets en al om. Slechts die ongevallen die te wijten zijn aan het uit het stoeltjes klimmen van het kind kunnen mogelijk voorkomen worden door kinderveilige sluitingen van het harnas te bewerkstelligen. Het totaal aantal kinderen tot en met 4 jaar dat behandeld wordt na beknelling tussen fietsspaken is een stuk hoger, namelijk 3100. De spaakongevallen zullen niet drastisch verminderen door uitsluitend te eisen dat de fietsstoeltjes aan de norm voldoen. Een deel van de stoeltjes valt namelijk buiten het aandachtsgebied van deze norm en hiervoor gelden de gestelde eisen niet. Bovendien is geconstateerd dat er veel spaakongevallen plaatsvinden waarbij het kind los op de bagagedrager vervoerd wordt(II). Een gedragverandering van de consument en promotie van stevige jasbeschermers zal mogelijk een veel groter effect hebben.
VWA
3
Rapportage Fietsstoeltjes; ZW04P001
1.
december 2004
Inleiding Eenzijdige fietsongevallen staan in de top 10 van ongevallen die met kinderen van 0 tot 4 jaar plaatsvinden. Jaarlijks worden er 4800 kinderen van 0-4 jaar behandeld na een dergelijk ongeval. Het aantal beknellingen is hoog: 3100 kinderen raken met een lichaamsdeel bekneld tussen de spaken van de fiets. Onduidelijk is of deze ongevallen plaatsvinden doordat er geen gebruik gemaakt wordt van een fietsstoeltje, of omdat de gebruikte stoeltjes onveilig zijn. Vanaf 2001 is er een Europese norm ontwikkeld EN 14344 “Child use and care articles-Child seat for cycles-safety requirements and testmethods”, waarin eisen worden gesteld aan fietsstoeltjes. Deze norm is inmiddels definitief vastgesteld en is vanaf juni 2004 bij het NEN verkrijgbaar. Doel van dit project is na te gaan of de in Nederland verkrijgbare fietsstoeltjes voldoen aan de relevante veiligheidseisen van de Europese norm. Bovendien wordt middels analyse van de ongevalcijfers van Stichting Consument en Veiligheid nagegaan of het hoge afwijkingspercentage veroorzaakt wordt door de gebruiker of door het product. Op verzoek van de directie Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie (VGP)- van het Ministerie van VWS wordt dit project uitgevoerd.
2.
Materiaal en methoden 2.1 Ongevalgegevens Bij Stichting Consument en Veiligheid is een analyse opgevraagd van ongevallen van kinderen tot en met 4 jaar waarbij een fietsstoeltje betrokken is geweest. Voor de analyse is gebruik gemaakt van het Letsel Informatie Systeem en de Etiologische Databank van Stichting Consument en Veiligheid. De analyse is uitgevoerd over de jaren 1998 tot en met 2002(I). Tevens is er in 2002 in Nederland een promotie onderzoek gedaan door L.M. Sturms met als titel “Bicycle-spoke injuries among children;accident details and consequences” (II) Dit onderzoek is bestudeerd. 2.2 Marktinventarisatie Een controleur heeft de markt in kaart gebracht door winkels en fabrikanten te bezoeken. 2.3 Onderzoek fietsstoeltjes Het onderzoek is verricht door TNO Automotive. De VWA/KvW heeft een selectie gemaakt van de te onderzoeken items. Waarbij met name de gevaarsgerelateerde eisen zijn onderzocht. De volgende items uit de EN 14344: 2004(III) zijn onderzocht: • • • • • • • • •
6.1.1.1 6.1.1.4 6.1.2 6.3 7 8 9 10 14
Eisen gesteld aan het zitoppervlak en de voetsteunen Eisen gesteld aan de verstelbaarheid van de voetsteunen Bepalen van midden van zwaartekrachtpunt voor achterstoeltjes Beknelling Sterkte en duurzaamheid Bevestiging van het stoeltjes aan de fiets Harnas met uitzondering van 9.5 en 9.6 Voetbescherming Gebruiksaanwijzingen en waarschuwingen
Totaal zijn er 10 fietsstoeltjes onderzocht. Drie fietszitjes waren voor gebruik aan of bij het stuur van de fiets. Zeven fietszitjes waren voor gebruik achter op de fiets. Van deze achterzitjes waren er twee ontworpen voor de doelgroep vanaf 5 jaar en vallen daardoor buiten de scope van de norm. Besloten is deze zitjes toch aan de testen te onderwerpen.
VWA
4
Rapportage Fietsstoeltjes; ZW04P001
3
december 2004
Resultaten 3.1 Marktinventarisatie Er zijn op de Nederlandse markt een gering aantal verschillende fietsstoeltjes verkrijgbaar. Er zijn slechts vijf verschillende fabrikanten gevonden die leveren aan de Nederlandse markt. Het overgrote deel van de Nederlandse markt van fietsstoeltjes is op dit moment echter in handen van twee in Nederland gevestigde fabrikanten. 3.2 Ongevalgegevens Jaarlijks worden er gemiddeld 160 kinderen tot en met 4 jaar behandeld op een SEH afdeling van een ziekenhuis na een ongeval waar een fietsstoeltje geregistreerd is bij de toedrachtgegevens. Negen van de 10 ongevallen zijn verkeersongevallen (140). De overige 20 ongevallen zijn ongevallen in de privé-sfeer. Ruim acht van de 10 ongevallen zijn valongevallen (130); het kind valt uit een fietsstoeltje of de fiets valt met kind en al. Bijna tweederde van de kinderen loopt letsel op aan het hoofd (100). Vooral kinderen die voorop de fiets worden vervoerd lopen relatief vaak hoofdletsel op. Daarnaast raken kinderen gewond door contact met een object (20), bijvoorbeeld beknelling tussen de spaken (Bijlage 1). Overigens is het totaal aantal kinderen tot en met 4 jaar dat behandeld wordt na beknelling tussen fietsspaken een stuk hoger, namelijk 3100. Uit deze ongevalgegevens is echter niet te halen of er een fietsstoeltje gebruikt werd, of dat het kind los op de bagagedrager werd vervoerd. Kinderen waarvan met zekerheid kan worden vastgesteld dat ze in een achterzitje werden vervoerd liepen vaak letsel op aan de onderste ledematen (door spaakbeknelling)(I). Dit letstel varieert van botbreuken, tot delen waar de huid volledig verdwenen is en andere huidbeschadigingen (II). Sturms (II) heeft geconstateerd dat 87 kinderen tussen de 1 en 12 jaar van1 januari 1998 tot 31 oktober 1999 de spoedeisende hulp van het Universitair Ziekenhuis in Groningen bezocht hebben met spaakverwondingen. Van deze ongevallen is van 59 ongevallen de toedracht beter in kaart gebracht. Gebleken is dat 66% van de kinderen op de bagagedrager vervoerd werden, 25% van de kinderen werd in een stoeltje op de bagagedrager vervoerd en 8% werd op de stang vervoerd. In zijn geheel kan worden gesteld dat de helft van de patiënten op de bagagedrager werd vervoerd zonder enige voetsteun. Bovendien bleek driekwart van de betrokken fietsen niet uitgerust met intacte jasbeschermers. Of dit onderzoek representatief is voor heel Nederland is echter niet met zekerheid vast te stellen. 3.3 Resultaten onderzoek fietsstoeltjes Alle testen zijn uitgevoerd op hetzelfde fietsstoeltje zoals beschreven in de norm (III) •
6.1.1.1 Eisen gesteld aan het zitoppervlak en de voetsteunen
Slechts een voorzitje voldeed aan alle eisen die gesteld worden in de norm voor wat betreft de dimensies van het fietsstoeltje. In 5 gevallen was de rugleuning van het zitje te laag. Bij 8 fietszitjes voldeden de voetsteunen niet aan de gestelde eisen, ze waren te smal of te kort. In vier gevallen was de zijkant van het zitje te laag, hierdoor zou het kind uit het zitje kunnen vallen. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat twee van deze zitjes niet tot de scope van de norm behoren. Deze zitjes hadden helemaal geen zijkant. •
6.1.1.4 Eisen gesteld aan de verstelbaarheid van de voetsteunen
Drie fietsstoeltjes voldeden niet aan de eis dat de voetsteunen in stappen van maximaal 40 mm verstelbaar moeten zijn. Hierdoor kunnen de voetsteunen minder goed aangepast worden aan de lichaamsmaten van het kind. VWA
5
Rapportage Fietsstoeltjes; ZW04P001
•
6.1.2
december 2004
Bepalen van midden van zwaartekrachtpunt voor achterstoeltjes
Van de geteste achterzitjes was er bij alle zitjes geen voorgeschreven merkteken aanwezig waarbij de consument attent gemaakt wordt op het zwaartepunt van het fietszitje. Twee zitjes waren voorzien van een pijl die vermoedelijk het zwaartepunt aangaf. Dit was echter niet beschreven in de gebruiksaanwijzing. Een zitje geeft een beschrijving in de gebruiksaanwijzing van het merkteken, maar dat is niet aangetroffen op het zitje. Het is voor de consument van belang dat dit zwaartepunt te herkennen is omdat het stoeltje anders foutief gemonteerd wordt, waardoor de fiets instabiel wordt en makkelijk kantelt. In 3 gevallen gaf de handleiding wel instructies over de wijze waarop het achterzitje gemonteerd diende te worden ten opzichte van de achteras. •
6.3
Beknelling
Geen van de stoeltjes was voorzien van openingen die vingerbeknelling kunnen veroorzaken. •
7
Sterkte en duurzaamheid
Vijf stoeltjes doorstonden een van de sterkte testen niet. De koude valtest, waarbij een stoeltje 4 uur bij min 20 graden wordt geconditioneerd en dat men vervolgens vanaf een meter op de zijkant laat vallen, leverde aanzienlijke schade op bij de kunststof fietszitjes. Hierbij moet worden opgemerkt dat van deze 5 stoeltjes er twee stoeltjes waren die eigenlijk niet binnen de scope van de norm vallen. •
8
Bevestiging van het stoeltjes aan de fiets
Slechts een stoeltje kon niet op de vereiste manier aan de fiets bevestigd worden. Dit was een van de stoeltjes die niet binnen de scope van de norm valt. •
9
Harnas met uitzondering van 9.5 en 9.6
Bij 7 fietsstoeltjes was de sluiting van het harnas niet kindveilig. Met een lichte knijpbeweging kunnen deze sluitingen worden geopend. Bij aanpassing van deze sluitingen is het wel wenselijk dat de ontgrendeling nog met een hand te bedienen is omdat anders de fiets moeilijk in evenwicht kan worden gehouden. Bij de roll over test, waar het stoeltje 360 graden voorover en achterover gedraaid werd, bleef de dummy vastgezet met het harnas in bijna alle fietsstoeltjes zitten. Slechts een van de stoeltjes die niet onder de scope van de norm valt voldeed niet aan deze eis. Voor deze test is geen gebruik gemaakt van de voorgeschreven torso maar van de testpop voor botsproeven. Deze pop geeft een realistischer nabootsing van een kind, een dergelijke pop aanschaffen is echter erg duur daarom wordt deze niet in de norm vereist. •
10
Voetbescherming
Alle onderzochte achterzitjes maakten het mogelijk dat de voet van het kind in contact komt met het wiel als het uit de voetsteun komt. Zelfs na aanbrengen van extra bescherming is het mogelijk dat de voet van het kind tussen de spaken terechtkomt. Er is op dit moment echter discussie over de wijze waarop deze testmethode uitgevoerd moet worden. Als er vanuit gegaan wordt dat het voetje in de steun blijft, dan heeft geen van de zitjes het risico voor spaakbeknelling. De riempjes die aan de voetsteun zitten om het voetje vast te maken, hebben volgens de norm echter geen functie om spaakbeknelling tegen te gaan. Als de praktijksituatie nagebootst wordt biedt geen van de stoeltjes voor achter op de fiets voldoende bescherming tegen spaakbeknelling. Bij geen van de voorzitjes is er risico op spaakbeknelling.
VWA
6
Rapportage Fietsstoeltjes; ZW04P001
•
14
december 2004
Gebruiksaanwijzing en waarschuwingen
Nagegaan is of de belangrijkste waarschuwingen en gebruiksaanwijzingen aanwezig waren bij de onderzochte fietsstoeltjes. Een vijftal items zijn beoordeeld: • Aanwezigheid van het maximaal toelaatbare gewicht en bijbehorende leeftijd; • Het advies een fietshelm te dragen; • Het advies de zadelveren af te schermen in verband met vingerbeknelling; • Het advies de fiets te voorzien van jasbeschermers; • Bij voorzitjes de waarschuwing dat gebruik van een dergelijk stoeltje de rijeigenschappen van de fiets verminderd. In tabel 1 is een overzicht te zien van de resultaten. Alle stoeltjes waren voorzien van een aanduiding voor welke leeftijd en gewicht het stoeltje bedoeld was. Het advies tot het dragen van een fietshelm werd in 5 van de 10 gebruiksaanwijzingen niet vermeld. Bij een van de achterzitjes was geen gebruiksaanwijzing toegevoegd, alle andere gebruiksaanwijzingen gaven het advies de zadelveer te beschermen. Bij twee van de drie voorzitjes werd geen advies gegeven voor het aanbrengen van jasbescherming. In principe is dat ook niet nodig daar de voetjes van de kinderen die in een voorzitje vervoerd worden niet in contact kunnen komen met de spaken. Bij een van de voorzitjes ontbrak een waarschuwing waarbij gewezen werd op verminderde rijeigenschappen van de fiets bij het gebruik van een voorzitje. Tabel 1. Overzicht van de resultaten van enkele belangrijke gebruiksaanwijzingen en waarschuwingen bij verschillende typen fietsstoeltjes Type Gewicht stoeltje / leeftijd (aantal) Voor (3) AW Achter (5) AW Achter AW buiten scope (2) NAW= niet aanwezig AW= aanwezig () aantal 4
Dragen fietshelm Bescherming zadelveer
Jasbeschermer
NAW (2) NAW (2) NAW (1)
NAW (2) NAW (1) AW
nvt NAW (1) AW
Gewezen op verminderde rijeigenschappen NAW (1) nvt nvt
Discussie Een groot aantal van de geregistreerde ongevallen zijn volgens de gegevens van SCV valongevallen. Het kind valt uit het stoeltje of valt met fiets en al om. Bij de roll over test voldeden de geteste harnassen van de diverse stoeltjes aan de gestelde eisen, zelfs in extreme situaties blijven de kinderen in de stoel zitten. Dat kinderen uit hun stoeltjes vallen of klimmen, is of het gevolg van onjuist gebruik (of geen gebruik) van het harnas, of het kind is in staat het harnas te openen. Dit laatste is niet uit te sluiten met een deel van de geteste sluitingen. Deze sluitingen zijn over het algemeen met geringe kracht te openen en vergen slechts een handeling, namelijk knijpen met duim en wijsvinger. Het is wel van belang dat aanpassingen in deze sluitmechanismen zodanig zijn dat een volwassene deze sluiting nog met een hand kan openen. Indien twee handen noodzakelijk zijn om het harnas te openen kan het aantal valongevallen stijgen bij het uit het fietsstoeltjes halen van het kind. De verwondingen die ontstaan doordat het kind met fiets en al omvalt zijn niet te voorkomen door een veiliger fietsstoeltje. Promotie van een fietshelm lijkt daar meer voor de hand te liggen. Niet in alle
VWA
7
Rapportage Fietsstoeltjes; ZW04P001
december 2004
gebruiksaanwijzingen wordt gewezen op het dragen van een fietshelm ter voorkoming van hoofdletsel. De promotie voor het dragen van fietshelmen heeft in Nederland in het verleden weinig succes gehad. Het totaal aantal kinderen tot en met 4 jaar dat behandeld wordt na beknelling tussen fietsspaken is een stuk hoger, namelijk 3100. Voor wat betreft de spaakongevallen geeft Sturms aan dat een groot deel van de ongevallen veroorzaakt worden door onjuist gebruik. De kinderen worden op de bagagedrager vervoerd en niet in het stoeltje. De meeste spaakongevallen treden op bij kinderen van 3, 4 en 5 jaar. De onderzoeksgegevens laten zien dat spaakongevallen ook bij de huidige op de markt verkrijgbare achterzitjes niet te voorkomen zijn. Bij het nabootsen van de praktijksituatie kan in alle gevallen de voet nog steeds in het wiel terechtkomen. Een goede jasbeschermer op de fiets bevestigen zou mogelijk preventief kunnen werken. Bij het onderzoek van Sturms bleek echter dat driekwart van de fietsen, waarmee een ongeval had plaatsgevonden, niet voorzien was van intacte jasbeschermers. De testmethode laat echter interpretatieruimte voor wat betreft het voorkomen van spaakbeknellingen. Het is echter noodzakelijk dat de methode de praktijk nabootst. Als nabootsing van de praktijk uitgangspunt van onderzoek is, moeten alle fabrikanten van achterzitjes hun product aanpassen of extra bescherming bij hun product leveren. In de gebruiksaanwijzing wordt de consument in de meeste gevallen wel attent gemaakt op het hebben van goede jasbescherming. Indien alle fietsstoeltjes voldoen aan de gestelde eis voor wat betreft voetbescherming zal dit slechts een klein deel van de spaakongevallen verminderen. De praktijk laat zien dat het grootste deel van de ongelukken optreden bij vervoer zonder fietsstoeltjes. Bovendien vallen de twee stoeltjes die ontwikkeld zijn voor de oudere kinderen buiten de reikwijdte van de norm en hoeven niet te voldoen aan de in de norm gestelde eisen: dat doen ze ook niet. Indien ouders dus om wat voor reden dan ook besluiten hun kind op een dergelijk fietsstoeltje te vervoeren is er geen enkele bescherming aanwezig om spaakbeknelling te voorkomen. 5
Conclusie Geen van de fietsstoeltjes die op dit moment op de Nederlandse markt verkrijgbaar zijn voldoen geheel aan de eisen van de Europese norm. Het overgrote deel van de geregistreerde ongevallen met fietsstoeltjes zijn valongevallen. Slechts die ongevallen die te wijten zijn aan het uit het stoeltjes klimmen van het kind kunnen mogelijk voorkomen worden door betere sluitingen van het harnas te bewerkstelligen. De spaakongevallen zullen niet drastisch verminderen door uitsluitend te eisen dat de fietsstoeltjes aan de norm voldoen. Een deel van de stoeltjes valt namelijk buiten het aandachtsgebied van deze norm en hiervoor gelden de gestelde eisen niet. Bovendien is geconstateerd dat er veel spaakongevallen plaatsvinden waarbij het kind los op de bagagedrager vervoerd wordt. Een gedragverandering van de consument en promotie van stevige jasbeschermers zal mogelijk een veel groter effect hebben.
6
Literatuur I. Ongevallen met fietsstoeltjes bij kinderen van 0 tot en met 4 jaar. J.A. Draisma. November 2004. Stichting Consument en Veiligheid. II. Pediatric traffic injuries: consequences for the child and the parents. L.M. Sturms et al. Proefschrift maart 2003. Rijksuniversiteit Groningen. III. NEN-EN 14344 :2004. Child use and care articles-Child seats for cycles-afety requirements and testmethods
VWA
8
Rapportage Fietsstoeltjes; ZW04P001
december 2004
Bijlage 1 SCV - Ongevallen met fietsstoeltjes bij kinderen van 0 tot en met 4 jaar
Ongevallen met fietsstoeltjes bij kinderen van 0 tot en met 4 jaar
J.A. Draisma
Uitgegeven door Stichting Consument en Veiligheid Postbus 75169 1070 AD Amsterdam 020 5114564
[email protected] november 2004
Overname van tekst en/of tabellen is toegestaan met gebruik van bronvermelding
VWA
9
Rapportage Fietsstoeltjes; ZW04P001
december 2004
Inleiding Aanleiding Op verzoek van de Voedsel- en Warenautoriteit is een analyse gedaan van ongevallen van kinderen tot en met 4 jaar waarbij een fietsstoeltje betrokken is geweest.
Samenvatting Jaarlijks worden gemiddeld 160 kinderen tot en met 4 jaar behandeld op een SEH-afdeling van een ziekenhuis na een ongeval met een fietsstoeltje. In de meeste gevallen is de oorzaak een val: het kind valt uit het zitje of de fiets valt met het kind in het zitje. Daarnaast raakt men (bij achterzitjes) ook wel gewond door beknelling tussen de spaken. Het letsel dat men oploopt is in tweederde van de gevallen hoofdletsel. Het aantal opnamen na een ongeval met een fietszitje is dan ook met 14% relatief hoog.
Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van de gebruikte registratiesystemen, de gehanteerde selectie en de analyse. In hoofdstuk 3 staan de resultaten van de analyse. Ten behoeve van de leesbaarheid zijn de tabellen opgenomen in de bijlage.
VWA
10
Rapportage Fietsstoeltjes; ZW04P001
december 2004
Methode Registratiesystemen Voor de analyse is gebruik gemaakt van het Letsel Informatie Systeem, en de Etiologische Databank van Consument en Veiligheid. Letsel Informatie Systeem In het Letsel Informatie Systeem (LIS) van Consument en Veiligheid staan slachtoffers geregistreerd die na een ongeval, geweld of zelfmutilatie zijn behandeld op een Spoedeisende Hulp (SEH) afdeling van een selectie van ziekenhuizen in Nederland. Deze ziekenhuizen vormen een representatieve steekproef van ziekenhuizen in Nederland met een continu bezette SEHafdeling. Dit maakt het mogelijk cijfers op nationaal niveau te berekenen. Etiologische Databank In de Etiologische Databank van Consument en Veiligheid wordt informatie vastgelegd die wordt verzameld in aanvullend onderzoek onder een selectie van slachtoffers die geregistreerd zijn in het Letsel Informatie Systeem van Consument en Veiligheid. In het aanvullende onderzoek wordt nadere informatie verzameld over het slachtoffer zelf, het ongeval en het opgelopen letsel. De slachtoffers geven hierbij zelf een (uitgebreide) beschrijving van het ongeval. De Etiologische Databank is daarom bij uitstek geschikt als kwalitatieve bron van achtergrondinformatie van ongevallen.
Selectie en analyse In LIS is geselecteerd op alle ongevallen van kinderen tot en met 4 jaar, waarbij het product ‘fietsstoeltje’ betrokken is geweest. De analyse is uitgevoerd over de jaren 1998 tot en met 2002. De gepresenteerde gegevens betreffen jaarlijkse gemiddelde aantallen en percentages. Door afronding kan het voorkomen dat het totaal in een tabel afwijkt van de som van de afzonderlijke aantallen.
VWA
11
Rapportage Fietsstoeltjes; ZW04P001
december 2004
Resultaten
Aantal, leeftijd en geslacht Jaarlijks worden gemiddeld 160 kinderen op een SEH-afdeling van een ziekenhuis behandeld aan letsel opgelopen door een ongeval waarbij een fietsstoeltje betrokken is geweest. Negen van de tien ongevallen zijn verkeersongevallen (140), de overige ongevallen zijn privé-ongevallen, bijvoorbeeld een val uit het fietsstoeltje bij een stilstaande fiets. Meer meisjes (52%, 80) dan jongens (48%, 80) raken gewond door een ongeval met een fietsstoeltje. Zes van de tien ongevallen met een fietsstoeltje gebeuren 1- en 2-jarigen (61%, 100). Uit de toedrachten is duidelijk dat het in bijna een kwart van de ongevallen een achterzitje betrof (24%, 40), en in één op de vijf ongevallen een voorzitje (20%, 30). In meer dan de helft van de gevallen is uit de toedracht niet op te maken of het een ongeval met een voor- of achterzitje was (56%, 90).
Scenario Ruim acht van de tien ongevallen met een fietsstoeltje zijn valongevallen (84%, 130); het kind valt bijvoorbeeld uit een fietsstoeltje of de fiets valt met kind en al. De ongevallen met voorzitjes zijn vrijwel allemaal valongevallen. Daarnaast raken kinderen gewond door contact met een object (14%, 20), bijvoorbeeld beknelling tussen de spaken. Dit betreft vooral kinderen die in een achterzitje zaten. Overigens is het totaal aantal kinderen tot en met 4 jaar dat wordt behandeld na beknelling tussen fietsspaken (onafhankelijk van het al dan niet gebruiken van een fietsstoeltje) een stuk hoger, namelijk 3.100. Het is mogelijk dat niet bij elk ongeval geregistreerd is of er sprake is geweest van een fietsstoeltje. Er zou sprake kunnen zijn van een onderschatting van het aantal ongevallen bij kinderen tot en met 4 jaar met een fietsstoeltje. In de bijlage in tabel 1 en 2 staan ter illustratie enkele toedrachten van ongevallen met een fietsstoeltje. Uit deze tabellen mogen geen kwantitatieve conclusies getrokken worden.
Getroffen lichaamsdeel en opgelopen letsel Bijna tweederde van de kinderen loopt letsel aan het hoofd op na een ongeval met een fietsstoeltje (64%, 100). Dit is een relatief hoog percentage; van alle SEH-behandelingen bij kinderen tot en met 4 jaar is 42% een behandeling van hoofdletsel. Een kwart van de kinderen wordt na een ongeval met een fietsstoeltje behandeld aan hersenletsel (26%, 40), en nog eens een kwart aan oppervlakkig letsel of een kneuzing aan het hoofd (25%, 40). Vooral kinderen die een ongeval met een voorzitje hebben gehad lopen relatief vaak hoofdletsel op (door een val), terwijl kinderen waarvan zeker is dat ze in een achterzitje hebben gezeten relatief vaak letsel op aan de onderste ledematen oplopen (door spaakbeknelling). Eén op de zeven kinderen moet na behandeling op een SEH-afdeling worden opgenomen in het ziekenhuis (14%). Ter vergelijking: na een gemiddeld privé-ongeval van kinderen tot en met 4 jaar wordt 6% van de kinderen opgenomen in het ziekenhuis.
VWA
12
Rapportage Fietsstoeltjes; ZW04P001
december 2004
Bijlage Tabel 3 Enkele toedrachtbeschrijvingen van ongevallen met een fietsstoeltje Leeftijd
Toedrachtsbeschrijving
Type stoel
Type letsel
7 mnd
Werd door oma in fietsstoeltje gezet en viel er meteen uit.
onbekend
Oppervlakkig letsel
9 mnd
Op de camping op verhard straatje, gevallen uit fietsstoeltje.
onbekend
Oppervlakkig letsel
9 mnd
Voorop bij moeder op fiets gevallen op hoofdje.
voor
Oppervlakkig letsel
9 mnd
Gevallen op parkeerplaats van fiets, zat voor op kinderzitje.
voor
Oppervlakkig letsel
9 mnd
In kinderzitje met fiets en al gevallen.
onbekend
Oppervlakkig letsel
9 mnd
Met fiets omgevallen, handje onder kinderstoeltje gekomen.
onbekend
Oppervlakkig letsel
10 mnd
Moeder stond stil om geld uit de muur te halen, patiënt achter op fiets in stoeltje, fiets valt, kind met
achter
Hersenletsel, overig
hoofd op straat. 11 mnd
Zat in stoeltje bij oma op de fiets. Oma is met fiets gevallen. Met hoofd de grond geraakt.
onbekend
Oppervlakkig letsel
13 mnd
Zat bij opa voor in het fietsstoeltje. Opa zette fiets neer op standaard om andere vrouw te helpen die
voor
Na onderzoek geen letsel
viel. Fiets viel om met kleindochter erin. 13 mnd
Zat op fietszitje en viel met fiets en al omver.
onbekend
Hersenschudding
15 mnd
Val uit fietsstoeltje met fietsen.
onbekend
Hersenschudding
15 mnd
Bromfiets-fiets. Uit fietsstoeltje gevallen.
onbekend
Oppervlakkig letsel
15 mnd
Zat in kinderzitje aan het stuur. Gevallen.
voor
Oppervlakkig letsel
16 mnd
Uit fietsstoeltje gevallen en kwam met hoofd op fiets terecht.
onbekend
Hersenschudding
17 mnd
Val uit fietsstoeltje voor.
voor
Hersenschudding
17 mnd
Met moeder van fiets gevallen, uit fietsstoel op hoofd.
onbekend
Oppervlakkig letsel
17 mnd
Met stoeltje en al van fiets gevallen.
onbekend
Hersenletsel, overig
18 mnd
Zat in fietsstoeltje, fiets stond tegen de muur, viel om.
onbekend
Hersenletsel, overig
18 mnd
Met fietsen uit fietsstoeltje gevallen.
onbekend
Hersenschudding
19 mnd
Tijdens fietsen gevallen uit fietsstoeltje, met voet tussen spaken.
onbekend
Distorsie
19 mnd
Zat in kinderzitje voor op de fiets. Van fiets gevallen op hoofd. Heeft even gehuild, daarna heel stil en
voor
Hersenletsel, overig
slaperig. 19 mnd
Zat achter op fiets in stoeltje, met fietsstoel en al er afgevallen.
achter
Open wond
19 mnd
Op fiets door bromfiets aangereden, op straat gevallen.
onbekend
Na onderzoek geen letsel
22 mnd
Mogelijk pulled elbow na uit fietsstoeltje te zijn getild.
onbekend
Luxatie
23 mnd
Voet uit steun en elastiek gehaald van fietsstoeltje voetje in spaak gekregen geen jasbeschermer.
achter
Oppervlakkig letsel
23 mnd
Spaakverwonding, zat achter op fiets in fietsstoeltje.
achter
Fractuur
23 mnd
Zat in kinderstoeltje voor op de fiets van pa. Fiets viel om en zij op straat. Aanleiding: pa wilde ander
voor
Oppervlakkig letsel
voor
Fractuur
kind op de fiets corrigeren. 2 jaar
Uit fietsstoeltje gevallen, stoeltje voor op de fiets. Oorzaak onbekend, waarschijnlijk tijdens fiets parkeren tegen een boom.
2 jaar
Zat in fietsstoeltje voor op fiets, viel om met hoofd op straat.
voor
Hersenschudding
2 jaar
Zat in kinderzitje voor op de fiets, aan gereden door auto, fiets gevallen, kind in zitje blijven zitten.
voor
Oppervlakkig letsel
2 jaar
Zat bij moeder voor op de fiets in fietsstoeltje is eruit gevallen viel met hoofd tegen trottoir.
voor
Oppervlakkig letsel
2 jaar
Gevallen uit het kinderzitje van de fiets van oma toen de band van de fiets klapte.
onbekend
Open wond
2 jaar
In kinderstoeltje bij opa achter op fiets, voet tussen spaken.
achter
Fractuur
VWA
13
Rapportage Fietsstoeltjes; ZW04P001
december 2004
2 jaar
Zat achter op fiets in stoeltje zonder voetsteuntjes tussen spaken gekomen.
achter
Fractuur
2 jaar
Zat bij vader achter op de fiets, door een onhandige beweging van vader uit fietszitje gevallen.
achter
Fractuur
2 jaar
Met voet tussen spaken, bij moeder achter op fiets in zitje.
achter
Oppervlakkig letsel
2 jaar
Zat in fietszitje, fiets viel, kind gevallen.
onbekend
Na onderzoek geen letsel
2 jaar
Zat achter op fiets in fietsstoeltje, maakte zelf riempje los en ging naar een kant hangen, viel uit
achter
Fractuur
fietsstoeltje op straat. 2 jaar
Zat achter op fiets bij vader, hing scheef uit zitje, met hoofd tegen verkeersbord.
achter
Open wond
2 jaar
Met voet tussen de spaken, zat achterop, in fietsstoeltje, op rijweg.
achter
Oppervlakkig letsel
2 jaar
Zat achter op fiets in stoeltje met helm op, val.
achter
Hersenletsel, overig
3 jaar
Voorop in fietsstoeltje, voorvork gebroken, val op straat.
voor
Luxatie
3 jaar
In fietsstoeltje met fiets omgevallen, klem gezeten tussen stoeltje en fiets.
onbekend
Fractuur
3 jaar
Zat achterop in fietsstoeltje, voet tussen de spaken gekregen.
achter
Fractuur
3 jaar
Zat bij papa achter op de fiets, duwde het voetsteuntje aan de kant en kwam met voet tussen de
achter
Fractuur
spaken. 3 jaar
Zat achterop bij oma; uitgegleden, bloedneus gehad en bult op voorhoofd, zat vast in zitje.
achter
Oppervlakkig letsel
3 jaar
Patiëntje zat in een kinderstoeltje voor op de fiets, toen een automobilist het knipperlicht uitzette naar
voor
Oppervlakkig letsel
links en vervolgens recht door reed. De fietsster werd door de auto omvergereden. 3 jaar
Meisje zat in kinderzitje achter op de fiets en kreeg voet in de spaken, doordat de jasbeschermer kapot achter
Oppervlakkig letsel
was. 3 jaar
Zat bij moeder achter op de fiets. Viel toen met fiets om in het gras. Beentje zat bekneld tussen stoeltje achter
Fractuur
en fiets. 4 jaar
Uit fietszitje gevallen met hoofd op houten paal.
onbekend
Oppervlakkig letsel
4 jaar
Fietszitje op stuur brak af, gevallen.
voor
Open wond
4 jaar
Patiënt zat achter op de fiets, met ruggesteun en voetsteuntjes. Er zat een hobbel in de weg en hij
achter
Oppervlakkig letsel
achter
Luxatie
schoot van de steuntjes af en kreeg zijn voetje tussen de spaken. 4 jaar Zat achter op fiets in kinderzitje, fiets viel op grond en is op schouder gevallen. Bron: Letsel Informatie Systeem 1998-2002, Consument en Veiligheid
VWA
14
Rapportage Fietsstoeltjes; ZW04P001
december 2004
Tabel 4 Enkele toedrachtbeschrijvingen van ongevallen met een fietsstoeltje Leeftijd
Toedracht
12 mnd
Liepen uit een restaurant om de fiets te pakken. Buiten was het nat en modderig. Ma zette zoontje in het fietsstoeltje voorop, maar de fiets gleed weg. Hij komt hierdoor ten val en raakt met zijn hoofd als eerste de grond. In restaurant is 1e hulp verleend.
13 mnd
Zat voorop de fiets bij mama en mijn broertje (2 jr) zat achterop. Fiets viel toen we stil stonden en ik kwam met hoofd op de grond (bleef wel in het zitje).
14 mnd
Een kind achter op de fiets in fietsstoeltje. Jongste kind in fietsstoeltje aan het stuur. Bij het opstappen verloor ik mijn evenwicht, waardoor de fiets met de kinderen vast in de zitjes opzij tegen de straat viel. Het kindje voorop raakte bij de val de grond met zijn hoofd. De oudste met zijn arm.
16 mnd
Achter op fietszitje aan het 'zingen'. Fietszitje. Beentje/voet kwam in spaken.
16 mnd
Moeder heeft kind achter op de fiets in een veilig fietsstoeltje. Reden door de sneeuw over een ventweg aan de rechterkant van de weg. Er kwam een bestelbus aan die de hoek om draaide en ons raakte. Hij reed in eerste instantie door en stopte na een tijdje toen die in de gaten kreeg dat hij iemand geraakt had.
23 mnd
Mijn kind zat in een fietsstoeltje bij mij voor op de fiets. We zijn toen gevallen op een fietspad en eenmaal op de grond, zat hij nog steeds in het stoeltje. Ik tilde hem eruit en wilde hem weer laten lopen, hetgeen niet lukte.
2 jaar
Mijn dochter zat bij mij voor op de fiets in een fietsstoeltje. Ze zat niet vast met het riempje. Toen ik moest stoppen om naar mijn andere dochter te kijken, die met haar fietsje een beetje gevallen was, ging mijn jongste dochtertje in het fietsstoeltje staan, keek naar haar zus, bukte en viel met haar hoofdje naar beneden op straat.
2 jaar
Ik had mijn zoontje van 2 voorop in het fietsstoeltje gezet en keerde de fiets 180 graden terwijl ik deze nog aan de hand had. Ik de draai verloor ik mijn evenwicht en liet de fiets langzaam maar zeker uit mijn handen glippen. De fiets viel zijdelings en mijn zoontje ving de val op met zijn schouder/bovenarm. Fiets uit balans door een boodschappentas aan het stuur.
2 jaar
Oud fietsstoeltje aan stuur. Niet extra beveiligd vastgemaakt, hangt alleen maar. Door kuil gefietst en losgeraakt. Kind geen helm op en kwam op hoofd en rug op plaveisel
2 jaar
Zat in fietszitje, met moeder in tramrails geraakt. Samen met mama op de fiets (voorop) en toen met z'n tweeën gevallen.
3 jaar
Mijn zoontje probeerde terwijl hij in zijn fietsstoeltje zat, te gaan staan om met twee benen aan een kant te gaan zitten. Dit had hij zijn grote zus zien doen zonder fietsstoeltje. Zij is 13 jaar. Hierdoor verloor hij zijn evenwicht en viel. Zijn voet raakte pas aan de onderkant het wiel. Hij zat bij zijn vader achterop. Zijn jongste broertje zat voorop en ik (moeder) fietste iets ervoor met een ouder broertje achterop.
3 jaar
Kind zit op fietsstoeltje. Stoeltje behoort met riem kind vast te zetten. Riem is los. Kind draait kwart slag naar rechts, slaat met hiel door jasbeschermer. Wiel/spaken klemmen voet vast. Fietser stopt/remt en kind valt voorover op de grond/stoot hoofd iets en breekt been.
3 jaar
Achter op een citybike in een ijzeren fietsstoeltje met steuntjes. Er waren geen jasbeschermers op de fiets. Hij wilde afstappen onder het fietsen. Hij wilde stoppen, haalde zijn voet van de steuntjes, en zijn rechtervoet ging ertussen.
3 jaar
Het kind zat in een fietsstoeltje voor op de fiets. Toen door een verkeersdrempel het omhoog getild werd. Daardoor dreigde het kind te vallen. Ik probeerde dat op te vangen en raakte daarbij de macht over het stuur kwijt. Hierdoor kwamen we tot stilstand tegen ene auto met het voorwiel, vlogen over het stuur op de grond. Daarbij viel het kind met zijn kin op het stoeltje.
3 jaar
Dochter zat voorop in fietsstoeltje. Voetje is van stepje geschoten en tussen voorwiel en voorvork bekneld geraakt. Moeder is voorover op staat terechtgekomen. Dochter is daarna links opzij geslagen met fiets. Wonder boven wonder is met het voetje alles in orde.
3 jaar
Ik en mijn dochtertje zaten op de fiets. Zij zat in het fietsstoeltje. Op een gegeven moment zat zij met haar voetje tussen de spaken van de fiets. Ik ben 's avonds pas naar het ziekenhuis gegaan. Omdat een huisarts zei dat er niks aan de hand was.
VWA
15
Rapportage Fietsstoeltjes; ZW04P001
3 jaar
december 2004
Mijn dochter zat achter op mijn fiets in een fietsstoeltje en kwam toen met haar rechter voetje tussen mijn achterwiel terecht. Ongeval had voorkomen kunnen worden als ik aan de rechterkant van de fiets een jasbeschermer had gehad of voetjes vast.
4 jaar
Tijdens onze fietstocht, kind achterop in fietsstoeltje, kwam dochter met haar voet tussen de spaken. Zij gleed met haar voetje van de ""stepjes"". Vader en moeder waren erbij. Omstanders zorgden voor een emmer koud water om haar voetje in te doen.
4 jaar
Mijn dochter zat achter op de fiets bij mij. Wel een fietsstoeltje en voetsteuntjes. Echter, geen jasbeschermer. Zij is met haar linkervoet tussen de spaken gekomen. Toen ik had afgeremd zat haar voetje nog tussen de spaken. Zij zat nog netjes achterop. Mijn zoontje heeft haar schoen uitgedaan, zodat ik haar voetje tussen de spaken uit kon halen.
4 jaar
Onze 4-jarige dochter zat bij haar oma achter op de fiets, in ene fietsstoeltje onderweg naar de speeltuin. Moeder fietste ernaast. Onze dochter is nogal beweeglijk. Draaide in haar stoeltje om naar een koe te zwaaien en sloeg met haar voet door de al kapotte jasbeschermer. Haar linkervoet raakte bekneld tussen de spaken en zij viel met haar hoofd op de grond.
4 jaar Bron:
Ons zoontje is tussen de spaken gekomen tijdens een fietstochtje in de vakantie, met een geleende fiets, met maar aan een kant een jasbeschermer. Hij zat wel in een fietszitje, maar er waren geen voetsteuntjes op de fiets. Etiologische Databank 1992-heden, Consument en Veiligheid
VWA
16
december 2004
Bijlage 2 Onderzoeksgegevens Monster type zitje Gewichtsnummer aanduiding 47605032 achter 9-25 kg
6.1.1.1
6.1.1.4
6.1.2
6.3
7
8
9
10
14
hoogte rugsteun te laag, voetsteun te smal
ok
nok
ok
ok
ok
sluiting voldoet niet
hoogte rugsteun te laag, voetsteun te smal, voetsteun kan niet laag genoeg 9-25 kg minimum range voetsteun te hoog
nok
ok
7.4.2 stoel kapot
ok
sluiting voldoet niet
9mnd-6 jaar 25 kg, ja bescherming, ja zadelveer, ja fietshelm, geen markeerpunt wel instructie geen gebruiksaanwijzing
ok
nok (zit wel pijl) nok
ok
ok
ok
nok
nok (afhankelijk van test voldoet niet) nok (afhankelijk van test voldoet niet) nok (afhankelijk van test voldoet niet)
47604923
achter
9-22 kg
47604982
achter
47604974
achter
9-22 kg
hoogte rugsteun te laag. Zijde te laag, voetsteun te smal
nok
nok
ok
ok
ok
ok
47604931
achter
9-22 kg
voetsteun iets te smal
ok
nok
ok
7.4.2 stoel kapot
ok
ok
47605016
achter
vanaf 5
hoogte rugsteun te laag, geen zijkant, voetsteun te kort etc.
ok
nok
ok
7.4.2 stoel kapot,
ok
nok
47605059
achter
vanaf 5
hoogte rugsteun te laag, voetsteun te kort, geen zijde
ok
nok
ok
7.4.2 stoel kapot, 7.4.4 stoel kapot
nok
sluiting voldoet niet, kind valt eruit
nok (afhankelijk van test voldoet niet) nok (afhankelijk van test voldoet niet) nok
voldoet niet
9mnd-6 jaar, 9-25kg, ja beschermer, ja zadelveer, geen fietshelm, geen markering wel instructie 9mnd-6 jaar, max 22kg, ja beschermer, ja zadelveer, ja fietshelm, nee markering 9mnd-6 jaar, max 22 kg, ja jasbeschermer, ja zadelveer, ja fietshelm, ja zegeltje met markeerpunt 5-10 jaar, 32 kg, gordel hoeft niet, ja jasbeschermer, ja zadelveer, nee markering wel instructie, nee fietshelm tot 7 jaar, max 22kg, ja jasbescherming, ja, veer, nee fietshelm wel met plaatje, nee markeer
Rapportage Fietsstoeltjes; ZW04P001
Monster type zitje Gewichtsnummer aanduiding 47605008 voor 9-15 kg
47604958
voor
47605024
voor
VWA
december 2004
6.1.1.1
6.1.1.4
6.1.2
6.3
7
8
9
10
14
ok
ok
na
ok
7.4.2 armsteun kapot
ok
sluiting voldoet niet
voldoet niet (bandje iets te smal)
zitlengte te kort, voetsteun te smal, zijkant te laag 9-15 kg voetsteun iets te smal, lengte zitje te kort
nok
na
ok
ok
ok
ok
nok breedte bandje)
ok
na
ok
ok
ok
nok
nok (afhankelijk van test voldoet niet)
9-15 kg tot 3 jaar geen fietshelm, geen beschermer, geen waarschuwing stuurproblemen max 15 kg, tot 4, ja jasbescherming, nee fietshelm, wel plaatje, ja rijeigenschappen 9mnd-3 jaar, max 15 kg, ja rijeigenschappen, nee jas, nee helm
9-15 kg