Voedsel en Waren Autoriteit Jaarverslag 2003
Inhoudsopgave
1.Voorwoord
1
2.Organisatie
7
3.Het werk
13
3.1.Onderzoek en Risicobeoordeling
16
3.2.Communicatie en Voorlichting
20
3.3.Toezicht
24
3.3.1.Voedselveiligheid
28
3.3.2.Dierziektebestrijding, diergezondheid & dierenwelzijn
38
3.3.3.Productveiligheid
46
3.3.4.Genotmiddelen
54
3.3.5.Meldkamer VWA
60
3.3.6.Bureau Bestuurlijke Boetes
64
4.Personeel
67
5.Financiën
73
6.Adressen
79
1.Voorwoord
>
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
1
Vertrouwen als sleutelwoord
Vertrouwen is het centrale thema van dit jaarver-
slag. Het is een bindend begrip binnen de organisatie, dat ook van belang is in onze relatie met de buitenwereld. Intern moeten de medewerkers vertrouwen hebben in elkaars kennen en kunnen. Dat vertrouwen is het afgelopen jaar gegroeid, hetgeen heeft geleid tot versterking van de onderlinge samenwerking. Iets wat ervoor zorgt dat het vertrouwen van de buitenwereld in onze organisatie ook groeiende is. Zo heeft de VWA in 2003 het vertrouwen gekregen om een belangrijke bijdrage te leveren aan het terugdringen van alcoholgebruik door jongeren. Omwille van het gezondheidsbelang ziet de VWA erop toe dat de verkoop van alcohol aan jongeren onder de 16 jaar wordt vermeden. Daarnaast kan de consument vertrouwen op de actieve inzet van de VWA bij het inperken van de verkoop van tabaksproducten aan jongeren en het beschermen van de niet-rokers. Tijdens de bestrijding van de vogelpest diende de VWA het vertrouwen in de dienst als crisisorganisatie waar te maken. Ook voor het uitvoeren van niet-populaire ruimingsmaatregelen en in de discussie over de problematiek van de hobbyhouders en de risico’s voor de volksgezondheid (het overlijden van dierenarts Bosch) kon de VWA slechts optimaal functioneren op basis van het vertrouwen dat politiek en departementsleiding LNV (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) in haar stelden. Het vertrouwen van de consument is een belangrijk aandachtspunt van de VWA. Autoriteit kun je niet claimen, die moet je in de samenleving verdienen. Als VWA borduren we daarbij voort op de herkenbaarheid van de RVV (Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees) en de KvW (Keuringsdienst van Waren) en het vertrouwen dat consumenten, bedrijven en maatschappelijke organisaties hadden en hebben in hun functioneren.
>
Voorwoord
03 | pag
2
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
3
Bij het verder vergroten van de herkenbaarheid hoort ook een herkenbaar logo. We laten
In dit jaarverslag over 2003 leest u welke ontwikkelingen de VWA heeft meegemaakt. De
met de nieuwe huisstijl zien waar we voor staan en hoe we te werk gaan. Het logo toont
bestrijding van de vogelpest, de invulling van nieuwe taken op het gebied van risicobeoor-
twee, over elkaar heen schuivende cirkels. De kleur verandert van rood (gevaar) naar blauw
deling en -communicatie, de overgang van VWS naar LNV en de verhuizing naar het nieu-
(veiligheid). Het mag duidelijk zijn: we werken aan veiligheid van voedsel en consumenten-
we hoofdkantoor. Daarnaast hebben we ook de reguliere toezichtstaken gewoon uitgevoerd.
producten. Als één VWA, met één herkenbaar beeldmerk.
We mogen er trots op zijn dat we dat als organisatie in opbouw hebben gerealiseerd. Natuurlijk liggen er nog forse stappen in het verschiet. Maar als ik kijk naar de hechte en
De Algemene Directies van de VWA, VWA/KvW en VWA/RVV in Den Haag verhuisden in
goede relaties met de buitenwereld en naar de deskundigheid en motivatie van de eigen
2003 naar het CentreCourt in Den Haag. Vanaf de Prinses Beatrixlaan 2 werkt de centrale
medewerkers, dan zie ik de toekomst met vertrouwen tegemoet.
organisatie van de VWA samen met de regio’s en kringen aan de belangrijkste doelstelling: zichtbare risicoreductie. De verhuizing ging niet onopgemerkt voorbij. We kregen de nodi-
Johan de Leeuw, Directeur-Generaal VWA
ge aandacht en felicitaties. Zelfs van koninklijke zijde, want Hare Majesteit de Koningin vereerde ons in november met een bezoek. Die dag was de officiële opening van het CentreCourt. Ook bracht Hare Majesteit de Koningin samen met minister Veerman een informeel werkbezoek aan de VWA en bezocht zij de locatie in Rotterdam en Zwijndrecht.
“Autoriteit kun je niet claimen (…).” Met de vorming van een nieuwe centrale organisatie in een gezamenlijk kantoor is de eerste fase van de organisatieontwikkeling afgerond. Nu we gestart zijn met de tweede stap, willen we eigenlijk zo snel mogelijk door naar het eindresultaat: een volledige integratie van de bestaande deelorganisaties. Juist omdat het samengaan zo voorspoedig verloopt. Vandaar dat we in 2003 hebben besloten over te gaan tot een versnelde verdere opbouw van de VWA.
03 | pag
4
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
5
2.Organisatie
>
03 | pag
6
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
7
Professioneel samenwerken Strategische driehoek
Risicobeoordeling, Toezicht en Risicocommunicatie zijn de
drie pijlers in de strategische driehoek van de VWA. Samen werken deze onderdelen aan het reduceren van veiligheidsrisico’s. Risicobeoordeling en -onderzoek signaleert mogelijke bedreigingen en voert een wetenschappelijke risicobeoordeling uit. Toezicht zorgt voor de controle op en het naleven van wet- en regelgeving. Risicocommunicatie informeert de buitenwereld actief over risico’s en risicoreductie. Zo werkt de VWA aan het terugdringen van veiligheidsrisico’s.
Wet op de VWA
In 2003 stemde de Tweede Kamer in met het voorstel van minister
Veerman voor de komst van een wet Onafhankelijkheid Risicobeoordeling VWA. Dit is een wet ten gunste van op wetenschap gebaseerde risicobeoordeling. Deze krijgt een verdere uitwerking in 2004.
Meerjarenvisie
De in 2003 uitgebrachte ‘Meerjarenvisie 2004-2007’ benoemt de inhou-
delijke hoofdtaken en -activiteiten van de VWA in die periode. De visie geeft een duidelijk beeld van hoe de VWA in de toekomst op geïntegreerde wijze haar werk wil uitvoeren.
>
Organisatie De missie van de VWA is: werken aan zichtbare risicoreductie. Dit op het gebied van voedsel en consumentenproducten, in relatie tot volksgezondheid, diergezondheid en dierenwelzijn. De VWA werkt binnen de hele productieketen, van grondstof en hulpstof tot eindproduct of consumptie. Alle voorkomende producten en processen spelen daarbij een rol. In 2003 zette de VWA de nodige stappen in haar ontwikkeling als organisatie en bij het verder werken aan samenwerking en professionaliteit.
03 | pag
8
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
9
Structuur
De VWA opereert als tijdelijk agentschap. In 2003 is de overstap gemaakt van
het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) naar het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Dit was een politieke beslissing die bij de formatie van het kabinet Balkenende II is genomen. Op 27 mei is de VWA officieel overgedragen aan LNV. De naam van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij is veranderd in Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De overgang heeft geen consequenties voor het opdrachtgeverschap van LNV en VWS. De VWA blijft verantwoording afleggen aan beide ministeries. De VWA/KvW en de VWA/RVV zijn nu nog agentschappen. Ze zijn volledig onderdeel van de
“De VWA doorloopt het pad van tijdelijk naar permanent agentschap sneller dan in de oorspronkelijke plannen.”
VWA en functioneren vanuit de eigen expertisegebieden in toenemende mate integraal en samen in VWA-verband. Per 2006 is de VWA één volledig integraal agentschap.
Partner in IG-beraad In 2003 maakte de VWA deel uit van het IG-beraad. DirecteurGeneraal De Leeuw spreekt in dit overleg met collega-hoofden van inspectiediensten, zoals de Inspecteurs-Generaal van de Arbeidsinspectie en de Onderwijsinspectie. Dit overleg is vooral bedoeld om van elkaar te leren en ervaringen uit te wisselen. Bovendien kijken de deelnemers op welke terreinen er samengewerkt kan worden. Voorbeelden van lopende projecten zijn: een gezamenlijk systeem voor risicoanalyse en het opstellen van criteria voor effectmeting en competentieprofielen voor inspecteurs.
Versnelde opbouw In 2003 koos de VWA voor een versnelde integratie. De eerste fase, het vormen van een Centrale Eenheid met vier directies, verliep voorspoedig. De vervolmaking van de VWA-organisatie en de fusie van de twee werkmaatschappijen VWA/RVV en VWA/KvW tot één integraal agentschap lopen gelijk met elkaar op. De VWA doorloopt het pad van tijdelijk naar permanent agentschap sneller dan in de oorspronkelijke plannen. Een speciale projectorganisatie neemt de uitvoering van de versnelde integratie voor haar rekening. In de notitie ‘VWA 2006’ beschreef de VWA het programma dat in twee jaar moet leiden tot volledige integratie. In 2003 zijn al diverse samenwerkingsprojecten gestart. <
03 | pag
10
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
11
3.Het werk
03 | pag
12
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
13
De Voedsel en Waren Autoriteit bestaat uit een Centrale Eenheid en de werkmaatschappijen VWA/KvW en VWA/RVV. De Centrale Eenheid bestaat uit drie directies: Onderzoek en Risicobeoordeling, Communicatie en Voorlichting en Toezicht. Zowel de VWA/RVV als de VWA/KvW kent een decentrale uitvoering van de wettelijk aan haar opgedragen taken. Daartoe is het land ingedeeld in vijf VWA/KvW-regio’s en vier VWA/RVV-kringen. Achter in dit jaarverslag vindt u hiervan alle adressen. Elke regionale dienst van de VWA/KvW heeft controleteams die zijn gespecialiseerd in voedselveiligheid, veterinair-technologische zaken, productveiligheid of genotmiddelen. Daarbij beschikt elke regio over een eigen laboratorium voor monsteronderzoek. Iedere kring van de VWA/RVV bedient een geografisch gebied met een globaal gelijkwaardig dienstenpakket. Daarnaast kent Kring West bijvoorbeeld de specialiteit ‘vis en visproducten’ en is de kring verantwoordelijk voor de Buitengrens Inspectieposten (BIP’s). Naast de kringen is er het centrale laboratorium LRVV, dat verantwoordelijk is voor alle laboratoriumtaken van de VWA/RVV. <
Het werk
03 | pag
14
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
15
3.1 | Onderzoek en Risicobeoordeling Gevaren beoordelen en potentiële problemen in kaart brengen
Onderzoek en Risicobeoordeling van de VWA baseert zich op wetenschappelijke kennis en inzichten en speelt een belangrijke rol bij het signaleren van potentiële problemen. Het gaat erom eventuele risico’s in een zo vroeg mogelijk stadium te detecteren, het toezicht hierop af te stemmen, een norm voor te stellen en een voorlichtingsprogramma op te starten. Daarvoor vindt regelmatig overleg plaats met internationale collega’s. Soms spelen in het buitenland immers zaken die in de toekomst in Nederland een risico kunnen vormen, en andersom. Nul procent risico is ondenkbaar. De VWA wil de risico’s echter zo laag mogelijk houden en waar mogelijk beheersbaar maken. Risico’s minimaliseren, oftewel zichtbare risicoreductie, is daarbij de insteek. Onderzoek en Risicobeoordeling speelde het afgelopen jaar een rol bij de beoordeling van de gevaren van BSE/TSE-incidentie, semicarbazide (SEM), acrylamide, boldenon en dioxines in diervoeder (broodmeel).
Ketenanalyse diervoerdersector In het nabije verleden waren er diverse problemen in de diervoedersector, zoals de MPA-vervuilde diervoederstromen en de dioxineaffaire. De minister van LNV vroeg de VWA een analyse te maken van de diervoederketen, om daarbij de grondstofstromen helder te krijgen. Vandaar dat in 2003 hard is gewerkt aan de analyse van de grondstofstromen en het in kaart brengen van de bezigheden van de verschillende partijen. Het onderzoek maakte duidelijk waar in de diervoederketen de onderdelen zitten die nog onvoldoende bekend en/of geborgd zijn (de witte vlekken). Juist daar kan nu worden ingezet op een betere beheersing.
03 | pag
16
www.vwa.nl/jaarverslag2003
>
03 | pag
17
Bedrijfsmonitoringsysteem diergezondheid
In 2003 presenteerde de
VWA een rapportage over het bedrijfsmonitoringsysteem diergezondheid. Dit gebeurde
ringen in productiesystemen en consumptiegedrag en de risico’s die hieruit kunnen voortkomen.
naar aanleiding van een motie in de Tweede Kamer. Onderzocht is welke belemmeringen vertraging geven in de meldingssystemen van dierziekten. Door de belemmeringen in kaart
Consumptie en consumentenvertrouwen Informatie over de voedselcon-
te brengen en die waar mogelijk weg te nemen, is een stap gezet om de monitoring van
sumptie haalt de VWA uit de voedselconsumptiepeiling. Van die databank is ook gebruikge-
diergezondheid te verbeteren.
maakt om de blootstelling van de Nederlandse bevolking aan allerhande stoffen te kunnen schatten. In 2003 werkte de VWA, samen met de Ministeries van VWS en LNV, aan de aan-
Agenda van de toekomst Op de agenda van de toekomst zet de VWA opkomende
passing van de structuur van deze databank aan de moderne eisen. Een ingewikkeld project,
gevaren. Door gesprekken met wetenschappers kan ze inschatten wat nieuwe ontwikkelin-
omdat de samenleving steeds complexer van samenstelling wordt en de Nederlander steeds
gen zijn. Dat draagt bij aan de beeldvorming van wat over twee, drie of meer jaren mogelij-
gevarieerder eet.
ke aandachtsgebieden van de VWA zijn. De VWA verzamelt en inventariseert deze onderwerpen en voert soms een scenariostudie of onderzoek uit. Ook signalen uit het buitenland
Behalve de voedselconsumptie wil de VWA ook het vertrouwen van de burger in de
geven vaak reden tot oplettendheid. Deze signalen komen meestal binnen via de EFSA
voedselveiligheid meten en daarover rapporteren. Hiervoor is in 2002 en 2003 de consu-
(European Food Safety Authority). Samen met collega’s uit het buitenland zit de VWA in
mentenmonitor ontwikkeld. Deze monitor leert ons hoe het staat met het algemeen
PERIAPT (Pan-European proactive identification of emerging risks in the field of food pro-
vertrouwen, het vertrouwen in diverse productgroepen en het vertrouwen in de betrokken
duction). PERIAPT richt zich op de ontwikkeling van technieken die opkomende gevaren in
partijen binnen het productiesysteem.
kaart brengen en mogelijkheden bieden om hier grip op te krijgen. Men kijkt naar verande-
Ethiek en normstelling
De VWA organiseert regelmatig een discussiemiddag met
beleidsmakers, vertegenwoordigers van belangengroeperingen en wetenschappers. Zo is in november een discussiemiddag over ethiek en normstelling gehouden. Het doel was, naast
Vertrouwen op onderzoek |
de toxicologische en blootstellingsaspecten, ook zicht te krijgen op criteria die van belang
Wim de Wit, Onderzoek en Risicobeoordeling
“
Onderzoek en Risicobeoordeling speelt een
zijn bij risicoreductie. In de discussies maken de vertegenwoordigers hun opvattingen en visie kenbaar. Hierdoor krijgt de VWA input voor de te varen koers en prioriteitstelling.
Onderzoeksprogrammering
Bij alles wat de VWA doet, is onderzoek nodig.
belangrijke rol bij het vertrouwen in voedsel.
Hiervoor wordt jaarlijks een onderzoeksprogramma opgesteld. Dit doen de beleids-
Wij proberen de feiten waarheidsgetrouw weer
directies van de Ministeries van VWS en LNV ook. Om onnodig onderzoek en dubbelin-
te geven, met betrekking tot risico’s. Bovendien
gen te voorkomen, hebben alle partijen de onderzoeksprogramma’s op elkaar afgestemd.
proberen we mythes te voorkomen of te ont-
Het merendeel van het onderzoeksprogramma wordt uitgevoerd door het RIVM, RIKILT en
krachten. We willen een op wetenschap geba-
het CICD-Lelystad. <
seerd oordeel vormen over het gevaar of het mogelijke gevaar, zodat de consument op ons
03 | pag
18
kan vertrouwen.
”
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
19
3.2 | Communicatie en Voorlichting Handhaven en over risico’s communiceren
Communicatie en Voorlichting richt zich op het goed voorlichten van de Nederlandse burger. Transparantie staat daarbij voorop. In 2003 communiceerde zij over alle werkdomeinen van de VWA. Zo is de ophef over de ontploffende batterijen in zijn context geplaatst. Communicatie over het probleem met semicarbazide in babyvoeding zorgde ervoor dat dit gevaar geen onnodige onrust veroorzaakte.
“De VWA baseert haar boodschap op wetenschappelijk onderbouwde risicobeoordeling.” Risicocommunicatie
Met risicocommunicatie maakt de VWA duidelijk welke risico’s
bepaalde producten met zich meebrengen. Soms betekent dat vooral: risico’s in hun context plaatsen, waardoor duidelijk wordt dat het vaak om risico’s gaat die voor de consument niet onoverkomelijk zijn. De consument kan hier vervolgens zelf zijn gedrag op afstemmen. De VWA baseert haar boodschap op wetenschappelijk onderbouwde risicobeoordeling. In de praktijk is de website het belangrijkste communicatiemiddel. Op de site vindt de consument in duidelijke taal, voorzien van praktische voorbeelden, de informatie over risico’s die de VWA heeft onderzocht.
03 | pag
20
www.vwa.nl/jaarverslag2003
>
03 | pag
21
Krachten bundelen
Risicocommunicatie is voor de VWA een relatief jonge expertise,
vergeleken met toezicht en risicobeoordeling. De VWA trof daarom in 2003 voorbereidingen voor de installatie van de Denktank Risicocommunicatie. Deze denktank moet de VWA gaan bijstaan in de professionele ontwikkeling ervan. De VWA benaderde een brede mix aan personen uit wetenschap, media, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Voor massamediale campagnes over voedselveiligheid, maar ook in de dagelijkse berichtgeving werkt de VWA nauw samen met het Voedingscentrum. In december 2003 ondertekenden beide organisaties een samenwerkingsovereenkomst. Daarin staat wat ieders rol is in de communicatie over de veiligheid van het voedsel.
Handhavingscommunicatie
Communicatie en Voorlichting ondersteunt de tech-
niek van de handhavingscommunicatie. Dit is één van de instrumenten in het toezichtproces. De VWA zet handhavingscommunicatie in als middel om het nalevingsniveau te bevorderen. Wanneer handhaving is aangekondigd, passen partijen hun gedrag vaak aan. Zo is handhavingscommunicatie een instrument in het pakket waarmee de VWA het nalevingsniveau kan verhogen. Effect is immers niet alleen af te lezen aan de vermindering van het aantal pro-
Bouwen aan vertrouwen | Irene van Geest, Communicatie en Voorlichting
cessen-verbaal, maar aan het nalevingsniveau. <
“
Bij vertrouwen in de VWA gaat het om vertrouwen in ons werk. De omgeving moet ervaren dat we als toezichthouder ons werk goed doen. Transparantie is daarvoor belangrijk; vertellen wat je doet en hoe je het doet. Daarbij willen we helder communiceren over de zaken die we tegenkomen. Niet alleen leggen we uit wat de risico’s zijn, we plaatsen ze ook in hun context. En we laten zien dat onze risicobeoordeling wetenschappelijk onderbouwd is. Dat is allemaal nodig om te bouwen aan vertrouwen.
03 | pag
22
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
”
23
3.3 | Toezicht Op weg naar effectief toezicht door de VWA
De VWA oefent toezicht uit op de naleving van wet- en regelgeving. Toezicht zet in op een ketenbreed en ketendekkend toezicht. Dit wordt professioneel, efficiënt en effectief uitgeoefend. De VWA wijst daarbij de overheid, producent en consument op de eigen verantwoordelijkheid. Alle activiteiten en producten van Toezicht zijn samen te vatten onder het thema ‘Op weg naar effectief toezicht door de VWA’. De VWA kijkt waar witte vlekken in de keten zitten en waar de grootste risico’s zich bevinden. Met het juiste toezicht probeert de VWA een optimaal nalevingsniveau te bereiken. Het uiteindelijke doel van de VWA is om haar toezicht, in ketens en ketenonderdelen, te laten sturen door vooraf vastgestelde nalevingsniveaus van de verantwoordelijke ministers. Daarbij ligt de verantwoordelijkheid voor het veilige product altijd bij de producent. De VWA zorgt alleen dat de producent alert blijft en controleert of het borgingssysteem veilig en robuust genoeg is.
Prestaties met effect De pilot ‘Sturen op effect’ is een groeitraject dat inzet op doelmatig toezicht. Daarbij gaat het vooral om de risico-inspanningen en het nalevingsniveau dat nagestreefd dient te worden. De VWA wil zich verantwoorden op meer dan alleen de hoeveelheid inspecties en monsters. Die hoeveelheden geven immers onvoldoende inzicht in het effect dat bereikt wordt. En de VWA zet juist in op effectbereik. Het jaar 2003 was hierbij een proefjaar, waarin een aantal tussenproducten zijn ontstaan. In effectief toezicht zijn een aantal stappen te onderscheiden. Bij elke stap hoort een instrument, methodiek of werkwijze. Zo werd in 2003 de data-analyser ontwikkeld. Dit instrument kan de historische handhavingsgegevens in de horeca en microbiële verontreinigingen zodanig analyseren dat patronen vallen te ontdekken. Zo kan de VWA haar medewerkers effectiever inzetten op de risicopunten.
03 | pag
24
www.vwa.nl/jaarverslag2003
>
03 | pag
25
Gewenste effectparameters
In 2003 startte de VWA een discussie over effect-
“In effectief toezicht zijn een aantal stappen te onderscheiden.”
parameters en gewenste nalevingsniveaus. Dit traject begon met een symposium in maart. Deze bijeenkomst was vooral gericht op informatie-uitwisseling en het benoemen van verwachtingen en rollen. De context benoemen was daarbij belangrijker dan inhoudelijk de diepte ingaan. Vele bekende toezichthouders, zoals de Onderwijsinspectie, de Inspectie voor de Gezondheid en de Inspectie Verkeer en Waterstaat, waren aanwezig. Verder waren de Algemene Rekenkamer en de beleidsorganisaties van de Ministeries van LNV, VWS en V&W vertegenwoordigd.
FLEP en PROSAFE
De FLEP (Food Law Enforcement Practitioners) is een organisa-
De VWA heeft aangegeven dat ze bezig is een instrumentarium te ontwikkelen om in de
tie van toezichthouders op het gebied van voedselveiligheid. De VWA is voorzitter van de
praktijk te kunnen vaststellen wat in specifieke situaties het bereikte nalevingsniveau is.
FLEP. In dit platform stemt men zaken af en wisselt men deskundigheid uit. In 2003 is op ini-
Daar zijn inmiddels standaardmethodieken voor ontwikkeld, maar het is de vraag of zo’n
tiatief van de VWA een werkgroep opgericht, genaamd ‘Managing Effects’. Deze werkgroep
nalevingsniveau voldoende is om de gewenste risicoreductie te bereiken. Hoe je het
houdt zich met dezelfde vraagstelling bezig als de Directie Toezicht bij de VWA: Hoe kom je
gewenste effect meet, blijft een moeilijke vraag. Dat kan in een aantal gevallen via het nale-
tot effectief toezicht? De VWA levert veel input voor dit project.
vingsniveau zijn, maar dat is niet in alle situaties mogelijk. Dit traject vraagt daarom om een meerjarige aanpak.
Op het gebied van productveiligheid bestaat eenzelfde soort organisatie: PROSAFE. De VWA is hiervan voorzitter. PROSAFE zet in op uitwisseling van ervaring en kennis tussen de Europese handhavers op het gebied van productveiligheid. Hiermee wil zij komen tot een meer geharmoniseerde aanpak van de handhaving, ook internationaal. Vandaar dat de organisatie nauwe contacten heeft met de Europese Commissie en de CPSC (Consumer Product Safety Commission) in de VS. <
03 | pag
26
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
27
3.3.1 | Voedselveiligheid Van grondstof tot eindproduct
Voedselveiligheid is een belangrijk onderdeel van het werk van de VWA. De VWA handhaaft de regelgeving op het gebied van de productie en import van eet- en drinkwaren, of het nu gaat om grondstoffen of om eindproducten. Ook verpakking, opslag en etikettering vallen onder het ketendekkend toezicht.
Veranderingen in de taakstelling: privatisering en overdracht Binnen de VWA/RVV stond 2003 onder meer in het teken van veranderingen in de taakstelling, conform internationale ontwikkelingen en regelgeving. Gevolgen hiervan waren privatisering en herinrichting van taken en uitvoering op enkele gebieden. In dit kader ging de monsterneming BSE per 3 november 2003 van Bureau Monstername over naar de private sector. Door deze overdracht komt de verantwoordelijkheid voor aanvraag, planning, monsterneming en transport bij het bedrijfsleven te liggen. Daarnaast ondertekenden het bedrijfsleven, de Ministeries van VWS en LNV en de VWA in september de intentieverklaring roodvleeskeuring. Hierin werd de gemeenschappelijke wens uitgesproken om de uitvoering van de roodvleeskeuring over te dragen aan het bedrijfsleven. De VWA/RVV startte een pilotproject in deze lijn.
03 | pag
28
www.vwa.nl/jaarverslag2003
>
03 | pag
29
Controle op hygiëne in de industrie, horeca en detailhandel HACCP industrieel De wijze waarop de VWA de voedselveiligheid in bedrijven
HACCP horeca en detailhandel
Voor de toepassing van HACCP in klei-
nere bedrijven heeft de VWA de afgelopen jaren veel bijgedragen aan de ontwikkeling van
controleert, wordt regelmatig aangepast op basis van nieuwe regels, inzichten en bevindin-
zogenaamde hygiënecodes voor bijna alle relevante bedrijfstakken. Deze hygiënecodes
gen. Natuurlijk zijn bedrijven nadrukkelijk zelf verantwoordelijk voor de eigen werkwijze. Op
zijn ontwikkeld voor gebruik in de bedrijven, maar ook bij de handhaving door de VWA
basis van de toepassing van het HACCP-systeem (Hazard Analysis and Critical Control
wordt hiervan consequent gebruikgemaakt. Het gebruik van microbiologische richt-
Points) brengen bedrijven de gevaren in het proces in kaart. Vervolgens werkt het bedrijf
waarden als middel om periodiek vast te stellen of HACCP in het bedrijf goed wordt toe-
een aanpak uit waarmee deze gevaren in de hand worden gehouden zodat ze geen ontoe-
gepast, heeft instemming gekregen van vrijwel alle bedrijfstakken. De richtwaarden, die
laatbare risico’s opleveren. Inmiddels zijn de VRI (veiligheidsrisico-inspectie, meerdaagse
waar mogelijk en zinvol inmiddels opgenomen zijn in de hygiënecodes, dienen om te veri-
inspectie) en verkorte VRI bekende inspectiemethoden gericht op de uitvoering van de
fiëren of bepaalde kritische processen voldoende worden beheerst. Elke bedrijfstak zal
bedrijfscontrole op dit systeem.
periodiek moeten nagaan of zijn hygiënecode correct wordt toegepast in de bedrijven. Hierbij levert onderzoek op basis van richtwaarden zinvolle, aanvullende informatie op.
In 2003 lag de nadruk bij de VRI’s op grondstoffen. Een producent is verantwoordelijk voor
Daarnaast gebruikt de VWA de richtwaarden bij de handhaving van de voedselveiligheid
de veiligheid van het eindproduct waarin de grondstoffen zijn verwerkt. Hij kan de verant-
bij die bedrijven die voedselveiligheid invullen door de toepassing van een hygiënecode,
woordelijkheid voor de grondstof niet op zijn leverancier afwentelen. Daarnaast zijn de
voorzien van richtwaarden.
onderlinge afspraken tussen producent en leverancier in een keten onder de loep genomen. Hoe worden de afspraken die zijn gerelateerd aan de veiligheid van de producten, nageleefd
Vertrouwen groter maken |
en geverifieerd? Dit bleek in de praktijk niet altijd sluitend te zijn.
tekortkomingen geconstateerd die betrekking hebben op het HACCP-systeem. In 10% van de gevallen resulteerde dit in een boeterapport. In de vorm van een verkorte VRI zijn 2300
ingeslagen
richting een doelgerichte
hebben dat ze in de praktijk toepassen. Tijdens een intensieve controle worden veel aspecten van zowel HACCP als basiselementen gecontroleerd. In 70% van de 57 inspecties zijn
VWA een nieuwe weg
Jos Goebels, Toezicht
Tijdens de uitvoering van de VRI’s bleek dat eigenlijk alle bedrijven een HACCP-systeem
In 2003 heeft de
“
aanpak
Het jaarplan moet de ambitie weergeven die
van de inspecties op het gebied van voed-
de VWA heeft en duidelijk maken waar we
selveiligheid. Dit zorgt ervoor dat de
onze accenten leggen. Zo dragen we bij aan
inspecties uitgevoerd worden aan de
het vertrouwen van de burger in voedsel en
hand van vooraf bepaalde onderwerpen
porten in respectievelijk 31% en 8% van de inspecties. Deze werkwijze is een grondige
producten. De werkmaatschappijen ver-
uit een hygiënecode. Op deze wijze zijn
inspectiemethode gebleken, die in de toekomst gecontinueerd zal worden.
richten het eigenlijke handhavingswerk,
90.000 inspecties uitgevoerd, verdeeld
Toezicht geeft de prioriteiten aan. Boven-
over verschillende branches. Hiervan is
dien proberen we transparanter te werken,
38% uitgevoerd in de detailhandel en 62%
inspecties uitgevoerd. Deze gaven aanleiding tot schriftelijke waarschuwingen en boeterap-
>
door duidelijk aan te geven wat we doen. Ook dat zal het vertrouwen bij de consument groter maken.
03 | pag
30
”
03 | pag
31
in horecabedrijven. In totaal hebben deze inspecties aanleiding gegeven tot 20% schriftelij-
ning met risico’s voor de volksgezondheid. In samenwerking met de douane is de controle
ke waarschuwingen en 5% boeterapporten. De ingezette werkwijze wordt in 2004 geconti-
op import via bagage geïntensiveerd. Volgens de nieuwe EU-regelgeving ‘Toezicht bagage
nueerd. Het toezicht op voedselveiligheid kan op deze manier in de toekomst effectiever uit-
op vliegvelden’ mogen passagiers geen dierlijke producten invoeren met hun bagage.
gevoerd worden.
Gemiddeld wordt er dagelijks echter zo’n honderd kilo aan worst en andere dierlijke producten in koffers ontdekt.
Een nieuw aspect in de handhaving door de VWA is de gerichte en gestructureerde aandacht voor bedrijven waar het niveau van de hygiëne beneden de maat blijft ondanks extra
GGO’s Op 18 april 2004 heeft Europa nieuwe wetgeving gekregen op het gebied van GGO’s
inspanningen van de dienst in het recente verleden. Kenmerkend van deze nieuwe aanpak
(Genetisch Gemodificeerde Organismen) in levensmiddelen en diervoeders. Nadat in de
is een grondige analyse van de oorzaken voor de achterblijvende hygiëne en voedselvei-
loop van 2003 de besluitvorming over de twee verordeningen was afgerond is de VWA,
ligheid. Op grond daarvan wordt, in samenwerking met de sectororganisaties zoals
mede in samenwerking met andere betrokkenen, begonnen de benodigde handhaving voor
Koninklijke Horeca Nederland, intensieve en gerichte voorlichting aan de bedrijven ver-
deze nieuwe wetgeving uit te werken. De handhaafbaarheid en fraudegevoeligheid van deze
zorgd. Dit in combinatie met doelgerichte praktijktraining. Tegelijkertijd worden de regels
nieuwe verordeningen blijven punten van bijzondere zorg. De voorbereidingen moeten
strikt gehandhaafd. Deze aanpak is onder meer ontwikkeld ten behoeve van de Chinees-
onder andere uitmonden in een rapportage aan de Tweede Kamer door de minister van
Indische (afhaal)restaurants. De eerste resultaten zijn veelbelovend; er is een stijging in het
VWS medio 2004, waarin nader op deze zorgpunten wordt ingegaan.
nalevingsniveau te constateren.
EU-richtlijnen Een Europese richtlijn waar de VWA in 2003 mee te maken kreeg, was de richtlijn ‘Dierlijke bijproducten’ (restanten slachtproces). Met deze richtlijn wordt de wijze van verwerking/vernietiging bepaald van alle dierlijke producten die niet meer geschikt zijn voor menselijke consumptie. De VWA heeft gekeken welke risico’s hieraan verbonden zijn
“In 2003 bleek dat nog steeds niet in alle gevallen de toegevoegde ingrediënten juist zijn vermeld.”
en hoe ze daarop kan handhaven. Ze werkt nog aan uitvoeringsvoorstellen.
Uitgebreide inspecties import In 2003 heeft de controle aan de buitengrens op
03 | pag
Etikettering
De VWA bekijkt regelmatig of de consument daadwerkelijk de hoeveelheid
verboden stoffen, zoals chlooramphenicol en nitrofuranen, voor veel commotie gezorgd.
producten in de verpakking vindt die de producent belooft. In 2001 en 2002 deed de VWA
Partijen die dergelijke stoffen bevatten, worden overeenkomstig de regelgeving vernietigd.
bijvoorbeeld onderzoek naar de etikettering van kip met toegevoegd water. In 2003 bleek dat
Hierbij geldt een nultolerantie. De VWA dringt bij het Ministerie van LNV en VWS en de
nog steeds niet in alle gevallen de toegevoegde ingrediënten juist zijn vermeld. Dit leidde
Europese Commissie aan op een meer evenwichtig beleid op dit punt. Hierbij houdt zij reke-
wederom tot een aantal schriftelijke waarschuwingen en processen-verbaal.
32
www.vwa.nl/jaarverslag2003
>
03 | pag
33
In 2003 controleerde de VWA daarnaast de gewichtsaanduiding van monsters voorverpakte, gesneden kaas- en vleesproducten. Daarbij bleek 28% een lager gewicht te hebben dan op de verpakking stond vermeld. De VWA gaf 111 maal een schriftelijke waarschuwing en maakte 26 maal proces-verbaal op.
Bestrijdingsmiddelen
Jaarlijks onderzoekt de VWA zo’n
3.500 partijen groente en fruit op meer dan 400 verschillende residuen van bestrijdingsmiddelen. De monstername vindt meestal direct na import en op de veiling plaats. Dit zorgt ervoor dat effectief en efficiënt gehandhaafd kan worden. In 2003 bleken
ingevoerd en zo bij Nederlandse supermarkten terechtkwamen. De VWA heeft deze proble-
witte, pitloze druiven uit India te hoge gehaltes aan organische fosforverbindingen en car-
matiek onder de aandacht van de Europese Commissie gebracht.
bamaten te bevatten. In totaal werd zo’n 450.000 kilo druiven vernietigd.
Voedselvergiftigingen
Een kwart van alle voedselvergiftigingen wordt waarschijn-
Mycotoxinen Mycotoxinen zijn giftige stoffen die geproduceerd worden door schimmels.
lijk veroorzaakt door virusinfecties. Vandaar dat, naast het onderzoek naar de ‘gewone’ bac-
Deze toxinen kunnen schade opleveren voor de mens. Met name in een vochtige omgeving
teriële oorzaken van voedselinfecties, het onderzoek naar voedselvergiftigingen door virus-
krijgen deze stoffen de kans zich te ontwikkelen. Niet voor alle mycotoxinen bestaat een
infecties is verbreed en geïntensiveerd. Het preventief onderzoek binnen de VWA is gecen-
Europese richtlijn. Het Wetenschappelijk Comité voor de Voeding van de EU combineert
traliseerd en er is een afdeling Virusonderzoek opgericht. Naar aanleiding van klachten
momenteel gegevens over de schadelijkheid van de stoffen, om zo te komen tot een opinie
onderzoekt deze afdeling de mogelijk virale achtergrond van voedselinfecties, zowel op voe-
over het gevaar voor de volksgezondheid. In 2003 maakte de VWA de gegevens bekend van
dingsmiddelen van dierlijke oorsprong als in primaire land- en tuinbouwproducten.
een survey naar de aanwezigheid van fumonisinen in 56 monsters van maïsproducten.
Alimentaire zoönosen (pathogenen)
Alimentaire zoönosen zijn besmettelij-
De VWA zet zich in om bij de import van mycotoxine-gevoelige producten, zoals noten, waar
ke ziekten die via voedsel overdraagbaar zijn van dier op mens. De bron van dit soort ziek-
mogelijk onderzoek uit te voeren. Hiervoor is een afspraak gemaakt met de douane van
ten is dierlijk voedsel dat besmet is met ziektekiemen of daarmee samenhangende onge-
Rotterdam. Deze organisatie seint de VWA in als er een risicovolle partij binnenkomt. Helaas
wenste bestanddelen. Salmonella en campylobacter vallen hieronder en veroorzaakten de
is de laboratoriumcontrole niet overal in Europa zo scherp. In 2003 is enkele keren opgetre-
afgelopen jaren regelmatig voedselvergiftigingen. Ondanks inspanningen van de sector
den tegen met aflatoxine B1 besmette pistachenoten, die via een andere lidstaat waren
bleek uit bemonstering in 2003 dat de aanwezigheid van deze bacteriën nog steeds alarmerend is. De VWA dringt er bij de pluimveesector op aan om maatregelen te treffen die leiden tot een substantiële en blijvende verlaging van de besmetting met deze ziekmakende
03 | pag
34
03 | pag
>
35
bacteriën. De VWA wijst consumenten erop dat het belangrijk is zorgvuldig met deze producten om te gaan. E. sakazakii dook het afgelopen jaar op in potjes zuigelingenvoeding. Deze bacterie kan ziekte bij zuigelingen veroorzaken. In 2% van de genomen monsters kwam E. sakazakii voor. De
Voedingssupplementen
Veel consumenten nemen voedingssupplementen voor
VWA adviseerde de Ministeries van VWS en LNV om normen op te stellen voor deze bacte-
hun gezondheid. Toch geven de ingrediënten van deze producten soms aanleiding tot zorg.
rie. Hiermee kan de VWA effectief optreden tegen het vóórkomen van deze bacterie.
De VWA constateerde in 2002 in diverse van deze producten PAK’s (Polycyclische aromatische koolwaterstoffen). Deze stoffen zijn mogelijk kankerverwekkend. De VWA heeft na con-
Meer over zoönosen en het zoönosecentrum leest u bij non-alimentaire zoönosen onder
sultatie van het RIVM handhavingsnormen vastgesteld op basis van de beschikbare gege-
dierziektebestrijding, diergezondheid en dierenwelzijn.
vens en startte in 2003 met geprioriteerde handhaving.
Acrylamide In 2002 dook voor het eerst acrylamide op in relatie met voedsel. De VWA deed
Bij de handhavingsacties zijn verontreinigde vitamine E-voedingssupplementen aangetroffen.
zowel in 2002 als in 2003 onderzoek naar deze stof in voedingsmiddelen. In 2003 zijn over-
De producenten hebben de onveilige producten inmiddels uit de markt genomen. De VWA
zichten gepubliceerd van levensmiddelen waarin acrylamide voorkomt. Daarnaast is overleg
adviseerde de consument bovendien terughoudend te zijn bij het gebruik van dergelijke vita-
gevoerd met diverse brancheorganisaties over de mogelijkheden om deze verontreiniging te
mine E-capsules en zeker niet meer dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid te nemen.
verminderen. Zo zijn frituuradviezen opgesteld met afbaktemperatuur van producten en adviezen over het al dan niet toevoegen van stoffen zoals zoetstoffen.
De Europese Commissie is bezig met het opstellen van een richtlijn voor claims op levensmiddelen en voedingssupplementen. De VWA heeft, samen met de brancheorganisaties en de beleidsorganisatie van VWS, gediscussieerd over de invulling van zo’n richtlijn.
SEM
Semicarbazide (SEM) werd in 2003 in meerdere levensmiddelen ontdekt. Deze stof
behoort tot de hydrazines, stoffen die mogelijk kankerverwekkend zijn. De VWA deed onderzoek naar het vóórkomen van deze stof en de gevolgen ervan voor de volksgezondheid. Semicarbazide is een stof die kan ontstaan in de deksels van potjes en zo in een product terecht kan komen. Zo werd in een aantal potjes babyvoeding SEM aangetroffen. Uit een ‘ongunstig scenariostudie’ van het RIVM bleek echter dat een baby onmogelijk zo veel kan eten dat er een schadelijk niveau bereikt wordt. De EFSA en VWA concludeerden dat het risico voor consumenten, als er al sprake is van een risico, uiterst laag is. Toch blijft het vóórkomen van SEM ongewenst. Daarom verricht de VWA hier verder onderzoek naar. De VWA neemt deel aan alle relevante Nederlandse en Europese overleggen op het terrein van SEM. <
03 | pag
36
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
37
3.3.2 | Dierziektebestrijding, diergezondheid & dierenwelzijn Bestrijden en toezicht houden
De afgelopen jaren kende Nederland uitbraken van dierziekten zoals klassieke varkenspest, mond- en klauwzeer (MKZ) en BSE. Sinds afgelopen jaar is vogelpest (Aviaire Influenza) aan dit rijtje toegevoegd. De VWA richt zich op het voorkomen en bestrijden van dierziekten. Ook houden de controleurs toezicht op het dierenwelzijn in slachthuizen, bij verladingen en tijdens het ruimen van dieren.
Vogelpest
Op het gebied van dierziekten stond 2003 in het teken van de vogelpest. Deze
begon in het voorjaar en betekende een zware slag voor pluimveehouders in bijna heel Nederland. De constante media-aandacht en discussie, samen met de enorme belasting, zorgden voor een zware tijd. Dit gold zowel voor de organisatie als voor de individuele medewerkers. Op 11 mei is het laatste bedrijf geruimd; op 22 augustus 2003 zijn de laatste gebieden vrijgegeven. Door ervaringen met de MKZ-crisis en de aanslag die deze crisis op de reguliere zaken deed, zijn twee belangrijke zaken afgesproken. Allereerst wilde de VWA ervoor zorgen dat de organisatie niet deels lamgelegd zou zijn door een crisis. 80% van het reguliere VWA/RVV-werk, zoals keuring, controle en inspectie, moest doorgaan. Dat betekent dat 20% van de dienst overbleef om de crisis te bestrijden. De eerste tien dagen van de crisis is inderdaad zo’n 20% van de mensen ingezet; de dagen daarna daalde dat naar zo’n 15%. Hierdoor was het mogelijk de reguliere zaken te laten doorgaan. Daarnaast is ervoor gezorgd dat de mensen in de
03 | pag
38
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
>
39
crisis minder zwaar werden belast. Door een roulatiesysteem en meer aandacht voor de arbeidsomstandigheden is zo veel mogelijk gezorgd dat mensen niet te veel van zichzelf vroegen. De VWA heeft tijdens de vogelpestcrisis via het Ministerie van LNV actief aan crisiscommunicatie gedaan, onder meer via dagelijkse rapportages.
Dioxine in diervoeders Besmettingen en locaties 241
Besmette locaties
1.086
Preventief geruimde locaties
109
Welzijnsruimingen
6.000.000 dieren
voederbedrijven en één runderbedrijf. De AID (Algemene Inspectie Dienst) spoorde de 142
19.500.000 dieren
afnemers van deze bedrijven op, de VWA maakte een risicoanalyse. Op basis hiervan von-
4.500.000 dieren
den proefslachtingen plaats. Vanuit het NCC (Nationaal Crisis Centrum) coördineerde de
175.000 dieren
VWA de laboratoriumonderzoeken. Eind februari bleek de dioxinezaak over het hoogtepunt
30.175.000 dieren *
heen. De dioxinebesmetting in de keten was goed in beeld gebracht, waardoor vanaf dat
16.521 Ruimingen hobbymatig gehouden pluimvee 17.957 Locaties totaal
Op 14 januari 2003 werd bekend dat bakkerijafval uit
Duitsland een te hoge waarde dioxine bevatte. De drogerij leverde dit afval aan drie meng-
moment dagelijks bedrijven konden worden vrijgegeven.
* Dit aantal komt overeen met 30% van de totale pluimveestapel
Strengere inspecties diervoeder Overzicht aantallen bedrijfsbezoeken Screenen Traceren Ruimen (besmet en preventief) Welzijnsruimingen (opkoop) Nazorg (ontsmetten – ongediertebestrijding – mest – etc.) Verklikkerkippenprocedure Totaal
Het Ministerie van LNV en de VWA startten
in 2003 met voorbereidingen voor strengere inspectiecontroles in de branche. Dit mede 2.468 594
omdat vanuit de EU strengere eisen worden gesteld aan formeel toezicht op diervoeders. Vanaf oktober 2004 is de VWA hiervoor verantwoordelijk, namens het Ministerie van LNV.
1.405
Medewerkers van de VWA startten in 2003 met een opleiding ter voorbereiding op deze
109
taak. Een belangrijk punt hierbij is inzicht in stromen en risico’s van de verschillende grond-
8.242
stoffen en productieprocessen.
>
1.311 14.129
“De dioxinebesmetting in de keten was goed in beeld gebracht.”
03 | pag
40
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
41
USA-inspecties
Naast de reguliere eisen kennen de Verenigde Staten aanvullende
Nationaal Plan residu van diergeneesmiddelen Het Nationaal Plan is
eisen voor bedrijven die vleesproducten naar de VS exporteren. Deze eisen liggen onder
een vanuit Brussel opgedragen monitoringprogramma. Hierin controleert de VWA steek-
andere op het gebied van de inrichting en beveiliging van productieprocessen. Een delega-
proefsgewijs de verschillende sectoren in de vleesindustrie. Door het jaar heen neemt zij
tie van de Amerikaanse FSIS (Food Safety Inspection Service) inspecteert het systeem van
verschillende monsters. Soms gaat het daarbij om importonderzoek, dan weer om zendin-
toezicht regelmatig. Na eerste inspecties, begin 2003, bleek de VWA niet aan alle normen te
gen vanuit een bepaald land. De monstername voor eieren en pluimvee bleef in 2003 ach-
voldoen. Een jaar hard werken aan kwaliteitsverbetering werd eind 2003 beloond met her-
ter bij de planning. Dit kwam met name door de vogelpestcrisis. De planning voor vlees van
nieuwde erkenningen.
wild blijkt moeilijk te realiseren, door de wisselende aanvoer van dit product op slachtplaatsen. De overige monsternemingen zijn volgens planning gerealiseerd.
Internationale delegaties voor VWA/RVV in 2003 Inspectiebezoeken
12
Non-alimentaire zoönosen
Zoönosen zijn besmettelijke ziekten die dieren op
Studie- en trainingsbezoeken
15
mensen kunnen overdragen. Voorkomen van de overdracht van zoönosen is een belangrijke
Overige bezoeken
10
taak voor de VWA. Daarbij zijn twee soorten zoönosen te onderscheiden: alimentaire en
Totaal
37
non-alimentaire zoönosen. De eerste vorm ontstaat door dierlijk voedsel dat besmet is met ziektekiemen (pathogenen) of daarmee samenhangende, ongewenste bestanddelen. Dit valt onder het VWA-domein voedselveiligheid. Non-alimentaire zoönose ontstaat door direct contact met levende dieren; dit valt onder het domein dierziektebestrijding, diergezondheid en dierenwelzijn. De VWA verrichtte in 2003 onder meer activiteiten op het gebied van vogelpest en E. coli. Bij crises zoals de vogelpest werd nog eens duidelijk dat men bij een eenzijdige benadering van zoönosen vastloopt. De VWA nam daarom in 2003 het initiatief om een zoönosecentrum op te zetten. In dit centrum slaat men een brug tussen de humane infectieleer en diergezondheid. De doelstelling is de beschikbare kennis over diergezondheid en humane infectieleer zo te coördineren dat data-uitwisseling, diagnose en maatregelenpakketten op elkaar aansluiten. In 2004 krijgt het centrum voet aan de grond. De VWA wil daarbij samenwerken met diverse andere partijen; dit met respect voor de kennis, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van deze organisaties. Meer over de activiteiten op het gebied van alimentaire zoönosen leest u in het deel over voedselveiligheid.
03 | pag
42
www.vwa.nl/jaarverslag2003
>
03 | pag
43
Hygiëne kinderboerderijen Bij de uitvoering van het toezicht zijn VT-teams van de
Dierenwelzijn Geschikte huisvesting is onderdeel van het dierenwelzijn. Hier contro-
regionale diensten belast met veterinaire zaken. Hier valt de omgang met dieren onder. Al
leert de VWA op. Verder vraagt de AID de VWA soms om bij boeren te gaan kijken als er
in 2002 maakte de VWA een hygiënecode voor kinderboerderijen. Die moet het aantal
een vermoeden bestaat van dierenmishandeling of verwaarlozing. Daarnaast houdt de
besmettingen met de colibacterie terugdringen. In 2003 controleerde de VWA op de nale-
VWA toezicht op de nieuwe transportrichtlijn voor dieren en controleert zij het bedwelmen
ving van deze code. Uit onderzoek bleek dat er een relatie is tussen de omgang met dieren
en doden van dieren in slachthuizen. Wanneer tijdens een crisis in korte tijd veel dieren
op kinderboerderijen en de coli-besmetting. Het is daarom van belang dat de hygiënecode
geruimd moeten worden, is het aan de VWA om erop toe te zien dat de dieren zo min
strikt wordt nageleefd. De VWA blijft hier streng toezicht op houden.
mogelijk te lijden hebben. <
Dierproeven De VWA houdt toezicht op de juiste werkwijze bij dierproeven. Het toezicht
Besmettelijke dierziekten
2002
2003
is gericht op verfijning van proeven en het vervangen van dierproeven door alternatieve
Mond- en klauwzeer
0
methodes. Het uiteindelijke doel is het gebruik van proefdieren te verminderen. Jaarlijks
Klassieke varkenspest
0
0
rapporteert de VWA over de naleving van de Wet op Dierproeven.
Newcastle disease
0
1
Vesiculaire varkensziekte
0
0
Amerikaans vuilbroed Bovine spongiforme encefalopathie (BSE)
0
2
4
24
19
Zelfvertrouwen |
Miltvuur
0
0
Psittacose
-
8
André Kleinmeulman, algemeen directeur VWA/RVV
Rabies (alleen bij vleermuizen)
0
4
Runderbrucellose
0
0
46 (5)
50
Scrapie*
“
Tuberculose (TBC) rund
0
0
Zonder vertrouwen is er geen VWA, dat durf ik
Runderleukose
0
1
wel te stellen. Dat geldt naar buiten toe, maar
* In 2003 is de samenstelling van dit getal veranderd. Tussen haakjes staat het vorig jaar gerapporteerde getal,
ook naar binnen. Zonder vertrouwen in elkaar
ervoor staat het juiste getal over 2002 op basis van de nieuwe samenstelling.
als VWA/KvW en VWA/RVV kun je niet opereren. Bij vertrouwen denk ik bovendien aan zelfvertrouwen. Tijdens de vogelpest hebben we dat zelfvertrouwen gehad en waargemaakt. Vertrouwen in jezelf, vertrouwen in je omgeving en vertrouwen in elkaar, dat zijn de drie thema’s voor de VWA.
03 | pag
44
”
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
45
Productveiligheid Herprioritering productveiligheid
3.3.3 | Productveiligheid Samenstelling en gebruik moeten veilig zijn
Ontploffende batterijen, gevaarlijk kinderspeelgoed en antizonnebrandmiddelen die niet goed beschermen, zijn zaken die de controleurs op het terrein van de productveiligheid tegenkomen. Onder dit domein valt vrijwel alles wat consumenten gebruiken en wat geen voedsel is. Zowel de samenstelling als het gebruik van het product moet veilig zijn. Het toezicht op de productveiligheid is, net als de producten op de markt, voortdurend in ontwikkeling. Vandaar dat de VWA doorlopend nieuwe en bestaande producten onderzoekt. De Nederlandse consument loopt veel risico op het gebied van productveiligheid. Ongevallen in en om het huis leveren jaarlijks meer doden op dan het verkeer. Vandaar dat in 2003 is besloten om de controle op de productveiligheid te intensiveren. Met de herprioritering verschuift in 2004 en 2005 een deel van de capaciteit, van voedselveiligheid naar productveiligheid. De VWA zet in op de veiligheid van producten en op een goed gebruik door de consument. Daarom is, naast handhaving, een stuk gedragsbeïnvloeding van belang. Voor dat laatste zetten organisaties zoals Stichting Consument en Veiligheid zich in.
>
“Er is wel een verbetering zichtbaar.”
03 | pag
46
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
47
Leefwereld van kinderen
Hobby en vrije tijd
Kinderen zijn relatief kwetsbaar. Daarom besteedt de
VWA veel capaciteit aan de veiligheid van de producten in de leefwereld van kinderen.
Tijdens het uitoefenen van hobby’s en in hun vrije tijd gebruiken
Nederlandse consumenten uiteenlopende producten.
Voorbeelden zijn speelgoed, kinderbedden en spenen. De VWA voert reguliere controles uit op zaken zoals speeltoestellen. Dit gebeurt zowel bij de fabrikant of importeur als op speel-
Kampeergastoestellen De VWA heeft in 2003 30 types kampeergastoestellen van
plaatsen, bij de horeca en andere private beheerders en op scholen. Daarnaast richt het toe-
15 verschillende merken getest op de aanwezigheid van verplichte aanduidingen en op ver-
zicht zich op wisselende categorieën producten, afhankelijk van de ontwikkelingen.
schillende technische eisen. Geen van de onderzochte kampeergastoestellen voldeed volledig aan alle eisen. Tekortkomingen betroffen bijvoorbeeld de aanduidingen, de stabiliteit van
Speelgoed
De VWA onderzocht in 2003 uiteenlopend speelgoed. Zo bleek bij mon-
het komfoor en de aanwezigheid van een vlambeveiliging. Andere brandgevaarlijke produc-
sters van pluche speelgoed dat in een aantal gevallen kleine onderdelen loslieten bij de trek-
ten zijn de vuurpotten. In 2002 werden hiervan grote partijen uit de handel genomen, omdat
proef. Dit levert verstikkingsgevaar op, vandaar dat de VWA in alle gevallen maatregelen
de constructie gevaar opleverde. In 2003 werd gecontroleerd of dergelijke typen nog ver-
nam. Verder onderzocht de VWA houten speelgoed, metalen speelgoed, batterijgevoed
kocht werden. Dit werd één keer geconstateerd.
speelgoed en klappertjespistolen.
Attracties
Bij de inspectie van attractietoestellen zette de VWA er in 2003 vooral op in
Uiteraard komen er regelmatig nieuwe producten op de markt. In 2003 waren dat bijvoor-
dat onder meer exploitanten van attracties en fabrikanten voldeden aan de keuringsplicht. Dit
beeld fopspenen met geluid- en lichteffecten. Bij een groot deel van de onderzochte exem-
werd door de gecontroleerde partijen goed opgepakt. Vandaar dat de VWA zich nu richt op
plaren kwamen kleine onderdelen vrij, zoals het batterijtje. Bij 37 van de 46 monsters ander-
een verdiepingsslag in de technisch-inhoudelijke kwaliteit van de inspecties. Daarbij besteedt
soortig batterijgevoed speelgoed werden overtredingen geconstateerd. De VWA heeft
zij onder andere aandacht aan de mogelijkheden om op scheurvorming te controleren.
maatregelen genomen, onder andere omdat het batterijcompartiment bij speelgoed voor
Daarnaast is een risico-inventarisatie van attractietoestellen uitgevoerd. Daarbij kwam onder
kinderen jonger dan 3 jaar niet goed sloot.
meer de ondeugdelijkheid van veiligheidsbeugels als aandachtspunt naar voren.
“
Vertrouwen is voor de VWA belangrijk naar
Antizonnebrand De beschermingsfactor (SPF) van bepaalde antizonnebrandmidde-
twee
onze
len bleek lager te zijn dan op het product vermeld stond. Uit studies bleek bovendien dat de
opdrachtgevers er vertrouwen in hebben dat
consument vaak maar de helft aanbrengt van de hoeveelheid waarop de SPF is gebaseerd.
we ons werk goed doen. Als handhavingsor-
Door dit beperktere gebruik is de consument uiteraard minder beschermd. De overdeclara-
ganisatie van consumentenproducten is het
tie en het in praktijk mindere verbruik brengen het risico met zich mee van verbranding van
echter belangrijk dat we het vertrouwen van
de huid. De VWA treedt op tegen het verhandelen van antizonnebrandmiddelen met een
de consument hebben. Zodat de consument
onjuiste SPF. Bij de Europese Unie zal een eenvoudiger methode voor het vaststellen van de
vertrouwen heeft in wat de VWA zegt.
SPF worden bepleit.
kanten.
Enerzijds
moeten
Vertrouwen aan twee kanten | Dirk Meijer, plaatsvervangend algemeen directeur VWA/KvW
>
” www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
49
Wonen en werken in en om het huis
Een groot deel van de ongevallen
Verpakkingsmaterialen in de levensmiddelenindustrie In 2003
vindt plaats in en om het huis. Regelmatig komen er klachten binnen over ondeugdelijke
onderzocht de VWA verpakkingen van deegwaren, zuivel, salades en snoep. De omhulsels
apparaten en producten die onveilige situaties creëren. In de media verschenen in 2003
werden onderzocht op chemische stoffen die vanuit de verpakking in het levensmiddel
berichten over ontploffende mobiele telefoons. De VWA onderzocht zes incidenten. In vier
terecht konden komen. Niet alle stoffen die werden aangetroffen zijn wettelijk toegestaan.
van deze gevallen bleek oververhitting van de batterij de oorzaak. Daarbij betrof het drie
Dat er een potentieel risico op migratie vanuit het verpakkingsmateriaal is, bleek het meren-
keer een merkvervalsing en één keer een vervangingsbatterij van een concurrerende fabri-
deel van de geïnspecteerde bedrijven zich niet te realiseren. Vandaar dat de VWA hier in
kant. Het veiligheidsniveau van de norm voor lithiumbatterijen kan echter wel verbeterd
2004 specifieke aandacht aan gaat besteden.
worden. Ook kan het zo zijn dat merkvervalsing de reguliere handelscircuits binnensluipt. Daardoor is het voor de consument onmogelijk om zelfs bij een ‘betrouwbare’ leverancier
Biociden voor toepassing in en om het huis
de zekerheid te hebben dat hij batterijen van het originele merk koopt. De VWA dringt er bij
groot aantal bestrijdingsmiddelen voor huishoudelijk gebruik zijn geïnspecteerd. De VWA
fabrikanten op aan de distributieketen zo in te richten dat dit de verwisseling van meegele-
beoordeelt de producten aan de hand van de toelatingsbeschikkingen en de relevante wet-
verde batterijen door merkvervalsing bemoeilijkt. Tevens wordt de problematiek onder de
telijke voorschriften. Een hoog percentage bleek niet te voldoen aan wettelijke eisen. Met
aandacht gebracht van de EU.
name aan de gebruiksvoorschriften mankeerde het een en ander. Verder kwam naar voren
De etiketten van een
dat leveranciers van bestrijdingsmiddelen in toenemende mate gebruikmaken van een ‘pri-
Lichtarmaturen Lichtarmaturen vertonen regelmatig tekortkomingen. Vandaar dat
vate label’, zonder de vereiste afgeleide toelating. De VWA zoekt naar alternatieve handha-
de VWA hier al langere tijd aandacht aan besteedt. In 2003 richtte zij zich op wand- en pla-
vingsstrategieën om de hoeveelheid overtredingen terug te brengen.
fondarmaturen. Opnieuw werden veel tekortkomingen geconstateerd; het betrof vooral tekortschietende montage-instructies. Er is wel een verbetering zichtbaar; het aantal maat-
Anti-rain
regelen in 2003 is verminderd ten opzichte van 2002.
merk spuitbussen ‘anti-rain’. 35 personen werden na gebruik van deze waterafstotende
In februari heeft de VWA aangedrongen op het terugroepen van een bepaald
spray met longklachten in het ziekenhuis opgenomen. Ondanks een eerste terugroepactie Andere producten die de VWA in 2003 onderzocht zijn behangafstomers, staafmixers en
hebben zich later in het jaar nog ten minste vijf nieuwe meldingen van longproblemen voor-
hygiënemaskers.
gedaan; daarna heeft een tweede terugroepactie plaatsgevonden. De vermoedelijke oorzaak van de problemen is de toepassing van een nieuwe geurloze formule. Het optreden van de VWA heeft ertoe geleid dat het betreffende product niet meer gemaakt wordt.
03 | pag
50
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
>
51
Kleurstoffen voor tatoeage en permanente make-up De VWA heeft in 2003 aandacht besteed aan de voorlichting van schoonheidsspecialisten en tatoeëerders over de gevolgen van het Warenwetbesluit Tatoeagekleurstoffen. Deze voorlichting is een voorbereidend onderdeel van het handhavingsproject tatoeagekleurstoffen in 2004. Hierbij staat
Audits keuringsinstanties
De minister van VWS heeft instellingen aangewezen
effectmeting van het nalevingsniveau centraal. De VWA heeft in EU-verband een belangrijke
die een rol vervullen in de procedures voor keuringen van speeltoestellen en CE-markering
bijdrage geleverd aan advies over de gezondheidsrisico’s van tatoeage ten behoeve van het
volgens de eisen die zijn gesteld in de Europese richtlijnen en in nationale wetgeving. Het
Directoraat-Generaal Consumentenbescherming (Sanco) van de Europese Commissie.
gaat hierbij om keuringsinstanties zoals KEMA, het Liftinstituut, Gastec en TNO. De VWA voert sinds eind 2002 audits uit en kijkt of instanties voldoen aan de eisen die de minister oplegt. Zij adviseert vervolgens de minister, die de bevoegdheid heeft om een instelling aan te wijzen of de aanwijzing in te trekken. De VWA voerde in 2003 systematisch audits uit bij alle door VWS aangewezen en aangemelde instanties. Daarbij bleek dat bij het functioneren van verschillende aangewezen instanties er tekortkomingen waren in procedures en/of kwaliteitssystemen. Geen van deze tekortkomingen was zo ernstig dat het nodig was te adviseren om de aanwijzing in te trekken. Wel wees de VWA instellingen op verbeterpunten. In de toekomst controleert de VWA of de aangegeven aanpassingen ook zijn uitgevoerd. <
03 | pag
52
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
53
3.3.4 | Genotmiddelen Intensivering controles
De afgelopen jaren is de wetgeving inzake de verstrekking van en reclame voor genotmiddelen zoals drank en tabak strikter geworden. De VWA reageerde hierop met het inrichten van DHT-teams (Drank-, Horeca- en Tabakswet). Deze teams zijn sinds 2003 volledig operationeel. Ze controleren op locatie op de verstrekking van alcohol aan jongeren en de naleving van de Tabakswet. De bestuurlijke boetes en waarschuwingen op dit vlak zijn hierdoor sterk toegenomen en worden begeleid door handhavingscommunicatie. Regelmatig besteedde de pers hier aandacht aan. Zo haalde de strenge controle van badplaatsen en waddeneilanden in 2003 regelmatig de krant.
Leeftijdsgrenzen alcoholverstrekking
Geen alcohol onder de 16 en geen sterke
drank onder de 18 jaar. Dat zijn onder meer de regels uit de Drank- en Horecawet, een wet met als doelstelling verantwoorde verstrekking van alcohol. De VWA ziet toe op naleving hiervan. Vandaar dat onze controleurs het afgelopen jaar plekken bezochten waar alcohol wordt geschonken: discotheken, supermarkten en sportkantines. Zij keken of uitbaters voorafgaand aan de verstrekking van alcoholhoudende drank aan jongeren hun leeftijd controleerden. Bij een actie in het centrum van Utrecht bleek dat 55% van de bedrijven de Drank- en Horecawet overtrad. Van de 117 bezochte bedrijven kregen er 3 een proces-verbaal en 61 een schriftelijke waarschuwing. Daarbij zijn nadrukkelijk de verstrekkers in overtreding en niet de jongeren. Hierbij is het kabinetsstandpunt leidend dat jongeren niet gecriminaliseerd mogen worden.
03 | pag
54
www.vwa.nl/jaarverslag2003
>
03 | pag
55
Nieuwe Tabakswet
De nieuwe Tabakswet ontmoedigt tabaksgebruik, met name bij jon-
geren, en beschermt de niet-roker. Dit blijkt uit de speerpunten die in deze gewijzigde wet naar voren komen: leeftijdgerelateerde verkoopregels, verregaande uitbreiding van de rookverboden en een nagenoeg totaal verbod op tabaksreclame. De VWA ziet toe op naleving van deze regels. Zo controleerden de DHT-teams of in openbare gebouwen inderdaad het rookverbod in openbare ruimtes gehandhaafd werd. Diverse openbare instellingen gingen op de bon, waaronder een ziekenhuis in het zuidwesten van het land. In de tweede helft van 2003 intensiveerde de VWA het toezicht op de rookverboden. In totaal voerden controleurs 2.900 inspecties uit, waarbij ze in ruim 40% van de gevallen een overtreding constateerden. Bij de handhaving constateerden de controleurs een toenemende mate van verzet tegen de toepassing van de regelgeving. Dit was met name het geval in sectoren in de gezondheidszorg waar sprake is van permanente bewoning door patiënten. Verder hielden de teams toezicht op de naleving van de reclameverboden. Het werd duidelijk dat de tabaksfabrikanten daarbij graag de randen van de wet verkennen. In 2003 bereidde de VWA zich bovendien voor op de rookvrije werkplek en het rookvrije openbaar vervoer per 1 januari 2004. De eerste controles zijn uitgevoerd en de controlecapaciteit wordt in 2004 opgevoerd. In dat jaar kan immers pas daadwerkelijk op basis van de wet gehandhaafd worden. <
“Het werd duidelijk dat de tabaksfabrikanten daarbij graag de randen van de wet verkennen.” 03 | pag
56
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
57
Planning en realisatie inspecties 2003
Planning
Planning en realisatie monsteronderzoek 2003
Planning
Realisatie
120.000
Productie VWA/KvW
Realisatie
Realisatie inspecties
Realisatie monsters
Planning inspecties
Planning monsters
180.000
80.000
70.000 100.000
160.000
60.000 80.000 50.000
60.000
140.000
40.000
30.000 40.000
120.000
20.000 20.000 10.000
0
0 a
|
b
|
c
|
d
|
e
100.000
|
a
|
b
a. Levensmiddelen
a. Handhavingsmonsters microbiologie
b. Non-food
b. Handhavingsmonsters chemie
c. Veterinair | Technologisch
c. Bijzondere handhavingsmonsters
c
|
|
80.000 d. Drank- en Horecawet De gerealiseerde monsterproductie blijkt in 2003 iets boven
e. Import
de planning van 2003 te liggen. Dit geldt (zo laat de grafiek De gerealiseerde inspectieproductie blijkt in 2003 iets boven de
zien) voor de handhavingsmonsters microbiologie en chemie.
planning van 2003 te liggen. Dit geldt (zo laat de grafiek zien) voor
Voor zowel het microbiologisch als het chemisch
alle disciplines. In 2003 zijn, met name in het eerste half jaar,
laboratorium geldt dat zij door de introductie van verbeterde
verschillende calamiteiten opgetreden waarvoor bij verschillende
productiemethoden en sturingsinstrumenten, bij
disciplines een verhoogde inzet is gevraagd. In de tweede helft van
gelijkblijvende bezetting een toenemende productie weten te
het jaar is de productie grotendeels genormaliseerd.
realiseren.
60.000 2001
|
2002
|
2003
2005
|
| 2001
| 2002
| 2003
| 2004
| 2005
| Realisatie
lichte productiestijging voorzien voor zowel de inspectie- als de
Realisatie inspecties
| 118.264
| 143.070
| 155.615
|
|
a. Handhavingsmonsters microbiologie
|
52.035
|
54.285
monsterproductie. De realisatie over 2003 is voor beide soorten productie
Realisatie monsters
| 127.080
| 134.280
| 127.878
|
11.096
b. Handhavingsmonsters chemie
|
63.525
|
65.094
enigszins hoger uitgevallen dan de planning over dat jaar.
Planning inspecties
|
|
| 149.047
| 150.565
>
| 156.135
|
10.601
c. Bijzondere handhavingsmonsters
|
8.320
|
8.377
Planning monsters
|
|
| 123.880
| 126.951
| 132.351
23.260
|
25.867
2.593
|
3.534
| Realisatie
a. Levensmiddelen
| 103.766
|
104.520
b. Non-food
|
10.725
|
c. Veterinair | Technologisch
|
8.703
d. Drank- en Horecawet
|
e. Import
|
58
|
| Planning
meerjarenafspraken. In deze afspraken is voor de jaren 2004 en 2005 een
03 | pag
2004
De geplande productie van de VWA/KvW ligt vast in de
| Planning
2003
|
2003
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
|
59
3.3.5 | Meldkamer VWA 24 uur bereikbaar
Warenklachtenlijn
Bij de Warenklachtenlijn van de VWA (0800 - 0488) kunnen
Nederlandse burgers hun klachten doorgeven over de veiligheid van levensmiddelen en gebruiksartikelen, hygiëne en roken in openbare ruimtes. In 2003 kwamen in totaal 45.000 telefoontjes binnen via de Warenklachtenlijn en 2.500 e-mailberichten.
03 | pag
60
www.vwa.nl/jaarverslag2003
>
03 | pag
61
Internationale meldingen Naast meldingen via de Warenklachtenlijn komen bij de meldkamer jaarlijks duizenden meldingen binnen via diverse internationale early-warningsystemen, zoals het Rapid Alert System for Food and Feed (RASFF) en het Rapid Alert System for Non-food Products (RAPEX). In 2003 leidden in totaal ongeveer 6.000 klachten tot een onderzoek, omdat er een mogelijke wettelijke overtreding was. Zo’n 40% van deze klachten was gegrond. Meldingen die niet direct aanleiding zijn om een onderzoek in te stellen, kunnen wel leiden tot een breder onderzoek bij de afdeling Signalering. Resultaten van deze onderzoeken kunnen inzet zijn voor beleidsadvisering. <
Aantal klachten per categorie Soort klacht
03 | pag
Aantal
%
Tabakswet
813
13
Voedselvergiftiging
785
13
Slechte hygiëne bij bedrijven
711
11
Geur- en/of smaakafwijking
657
11
Vreemde voorwerpen in product
477
8
Ongedierte bij bedrijven
402
6
Productveiligheid fysisch mechanisch
306
5
Levensmiddelen bij verkeerde temperatuur bewaard
248
4
Misleiding
214
3
Veterinaire klachten
127
2
Overig
1.489
24
Totaal
6.229
100
62
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
63
3.3.6 | Bureau Bestuurlijke Boetes
Maatregelen 2003
Schriftelijke waarschuwingen
Lik-op-stukbeleid
40.000
Bureau Bestuurlijke Boetes Het Bureau Bestuurlijke Boetes (BBB) is in opdracht
35.000
Processen-verbaal
Boetebeschikkingen
Overige beschikkingen
van de minister van VWS de uitvoerder van het handhavingsinstrument ‘bestuurlijke boete’. VWS voert hiermee een lik-op-stukbeleid. In 2003 heeft de minister van VWS 8.408 boetebeschikkingen opgelegd aan ondernemers voor een totaalbedrag van € 7.342.427. Het per-
30.000
centage bezwaren op de boetebeschikkingen is bijna 10%. Het aantal gegronde bezwaren is uiteindelijk ongeveer 25 per jaar.
Kwaliteit
Het VWA-kwaliteitssysteem is gericht op het invoeren en in stand houden van
een uniforme, hoogwaardige en veilige werkwijze voor inspecties, monsteronderzoek,
25.000
20.000
onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten en het totaal aan beleids- en beheersingsprocessen. 15.000
Binnen het kwaliteitssysteem hebben in 2003 audits plaatsgevonden op de inspectie- en laboratoriumwerkzaamheden van de afdelingen Handhaving en Signalering. Daaruit bleek dat de chemische en microbiologische laboratoria conform de ISO-norm werken. De accred-
10.000
itatie van de handhavingslaboratoria is dan ook verlengd. Het streven is de accreditatie uit te breiden naar de verrichtingen van de signaleringslaboratoria. <
5.000
0
“Het aantal gegronde bezwaren is uiteindelijk ongeveer 25 per jaar.” 03 | pag
64
De maatregelen in 2003 betreffen schriftelijke waarschuwingen, processen-verbaal, boetebeschikkingen en overige beschikkingen. De schriftelijke waarschuwingen worden veruit het meest gegeven, gevolgd door boetebeschikkingen. Ten opzichte van vorig jaar is zowel het aantal waarschuwingen als het aantal opgelegde processen-verbaal en boetebeschikkingen gestegen.
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
65
4.Personeel
03 | pag
66
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
67
Ontwikkeling van de personele bezetting
In 2003 heeft de organisatie
van de VWA/Centrale Eenheid verder vorm gekregen tot een totaal van 69 medewerkers op 31 december 2003. De VWA/KvW heeft in 2003 gewerkt met een gemiddelde bezetting van 912 medewerkers. De VWA/RVV kende een gemiddelde bezetting van 1.329 vaste medewerkers. Daarnaast had de VWA/RVV op 31 december 2003, 120 keuringsassistenten en 259 practitioners in dienst. Gezien het verminderde werkaanbod voor de VWA/RVV is voor het personeel dat hierdoor wordt geraakt een actief uitstroombeleid ingezet. De VWA voldoet deels aan het doelgroepenbeleid van de overheid. Eind 2003 was 37,6% van de medewerkers van de Centrale Eenheid vrouw. Ook aan de doelstelling om voldoende vrouwen in hogere functies te hebben werd met 21,8% ruimschoots voldaan.
Arbeidsomstandigheden
De VWA heeft een start gemaakt met het integreren en
verder ontwikkelen van het arbo- en milieubeleid. In 2003 lag de nadruk op het thema veiligheid. Zo startte de VWA onder meer met het actualiseren van het beleid voor omgang met agressie en geweld, met name voor medewerkers van de VWA/KvW. Daarnaast zijn in 2003 voorbereidingen getroffen om Periodiek Gezondheidskundig Onderzoek uit te voeren. Dit is inmiddels van start gegaan. Bij de VWA/RVV is specifiek aandacht geschonken aan de gezondheid van de mensen die zijn betrokken bij de crisisbestrijding.
Personeel
>
Een goed personeelsbeleid draagt ertoe bij dat de VWA kan beschik-
ken over gekwalificeerd en betrokken personeel. Deskundigheid en deskundigheidsbevordering, goede interne samenwerking en de arbeidsomstandigheden krijgen daarom voortdurend aandacht. Die aandacht richt zich zowel op het personeel dat in dienst is van de VWA als op ingehuurde krachten. Behalve op de kwalitatieve aspecten wordt ook doorlopend gelet op de (wisselende) hoeveelheid benodigd personeel.
03 | pag
68
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
69
Ziekteverzuim Het ziekteverzuim bij de VWA/RVV daalde gedurende 2003 naar 8,2%. Dit percentage is exclusief het verzuim voor meer dan één jaar en zwangerschapsverlof. Het ziekteverzuim van de VWA/KvW is uitgekomen op 5,8%. Het kort- en langdurend ziekteverzuim is daarmee nagenoeg stabiel gebleven.
Opleiding Bij de VWA/RVV is het van groot belang dat de medewerkers ondersteund worden bij de organisatieontwikkeling van keuring naar toezicht. Hiervoor zijn diverse opleidingen verzorgd. De VWA/KvW besteedde aandacht aan (vak)opleidingen en de ontwikkeling van (assistent-)controleurs. Een aantal controleurs volgde de Basisopleiding tot Buitengewoon Opsporingsambtenaar. Communicatietrainingen en trainingen om beter te leren omgaan met agressie en geweld tijdens het inspecteren, vormen een vast onderdeel in het ontwikkeltraject van controleurs. <
03 | pag
70
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
71
5.Financiën
03 | pag
72
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
73
Balans |
bedragen € 1.000
Activa Immateriële activa
VWA / CE
VWA / RVV
VWA / KvW
0
0
0
7.900
900
19.000
Materiële activa - grond en gebouwen - installaties en inventarissen - overige materiële vaste activa
400
Voorraden Debiteuren
1.200 700
9.500
300
7.200
Voorziening Nog te ontvangen/vooruitbetaald
500
-700
Voorschotten
4.400
400
Liquide middelen
12.800
-700
2.100
Totaal activa
21.700
18.200
26.000
100
2.800
3.100
800
-1.600
-1.600
1.700
16.600
7.600
2.400
Passiva Eigen vermogen - exploitatiereserve - verplichte reserves - onverdeeld resultaat Leningen bij het MvF
8.100
Voorzieningen Crediteuren Nog te betalen/vooruit ontvangen Totaal passiva
10.500
800
2.900
2.200
6.900
2.600
21.700
18.200
26.000
>
Financiën
03 | pag
74
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
75
Overzicht van baten en lasten |
Baten Opbrengst moederdepartement
bedragen € 1.000
VWA/CE
VWA/RVV
14.300
13.700
Opbrengst LNV/VWS monstername BSE
4.000
Opbrengst overige departementen (VWS)
4.100
Opbrengst DGF
7.300
Opbrengst derden
78.500
Overige opbrengsten Buitengewone baten
VWA/KvW
72.600 1.400
1.700 100
7.500
1.400
14.400
116.800
75.400
- personele kosten
5.200
86.400
50.100
- materiële kosten
5.600
25.600
14.500
- huisvesting
2.300
4.600
6.900
400
600
500
3.600
Exploitatiebijdrage Totaal baten
Lasten Apparaatskosten
Rentelasten Afschrijvingskosten - materieel
500
Dotaties voorzieningen
700
200
Buitengewone lasten
200
1.100
13.600
118.400
77.000
800
- 1.600
-1.600
Totaal lasten Saldo van baten en lasten
De VWA/CE heeft een winst gemaakt van € 0,8 mln. Dit komt met name door het latere tijdstip van verhuizen naar het CentreCourt, waardoor de exploitatiekosten lager uitvielen dan geraamd. De VWA/RVV heeft een verlies geleden van € 1,6 mln. Dit heeft vooral te maken met overcapaciteit door een krimpende markt. De VWA/KvW heeft eveneens een verlies geleden van € 1,6 mln. Dit heeft incidentele oorzaken: de verlate oplevering van twee nieuwe gebouwen en de extra afschrijving op materiële vaste activa. <
03 | pag
76
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
77
6.Adressen
03 | pag
78
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
79
Algemene Directie Voedsel & Waren Autoriteit Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees
Prinses Beatrixlaan 2
Keuringsdienst van Waren
Postbus 19506 2500 CM Den Haag
Adressen
03 | pag
80
www.vwa.nl/jaarverslag2003
Telefoon algemeen:
(070) 448 48 48
Fax algemeen:
(070) 448 47 47
03 | pag
>
81
Regionale dienst Noord Keuringsdienst van Waren
Kring Oost Specialisatie: Non-food Chemie
Paterswoldseweg 1
Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees
Provincies Gelderland en Flevoland behalve
Groningensingel 94
de gemeenten Noordoostpolder en Urk.
Postbus 465, 9700 AL Groningen
Cosmetica, textiel, huishoudchemicaliën, kin-
Postbus 5011, 6802 EA Arnhem
Telefoon algemeen:
(050) 588 60 00
derveilige sluitingen, was- en reinigingsmid-
Telefoon algemeen:
(026) 352 89 00
Fax algemeen:
(050) 588 61 00
delen, verpakkingsmaterialen, niet-landbouw-
Fax algemeen:
(026) 352 89 39
bestrijdingsmiddelen, desinfecteermiddelen, Drenthe, Friesland en Groningen
etikettering gevaarlijke stoffen en preparaten.
Regionale dienst Zuid
Specialisatie: Samengestelde Producten
Keuringsdienst van Waren
Kring Noord
Veldmaarschalk Montgomerylaan 500
Kant-en-klaarmaaltijden, dieetvoeding,
Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees
Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel en
Postbus 2168, 5600 CD Eindhoven
gezondheidsproducten, nieuwe voedingsmid-
Voltastraat 16
de gemeenten Noordoostpolder en Urk
Telefoon algemeen:
(040) 291 15 00
delen, brood en banket, kokswaren, spijs-
Postbus 2064, 7900 BB Hoogeveen
(Flevoland).
Fax algemeen:
(040) 291 16 00
oliën en vetten, cacao en chocolade, dranken,
Telefoon algemeen:
(0528) 22 52 55
Fax algemeen:
(0528) 22 52 50
zoetstoffen, koffie, thee, jam, groente- en Limburg en Noord-Brabant
fruitconserven, deegwaren, soep, genotmiddelen, Drank- en Horecawet en Tabakswet.
Regionale dienst Oost Keuringsdienst van Waren
Specialisatie: Veterinaire Producten
De Stoven 22
Kring Zuid Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees
Postbus 202, 7200 AE Zutphen
Vlees en vleeswaren, wild en gevogelte,
Binnen Parallelweg 22
Telefoon algemeen:
(0575) 58 81 00
eieren en eiproducten, vis en visproducten,
Postbus 206, 5701 AE Helmond
Fax algemeen:
(0575) 58 82 00
schaal- en schelpdieren, zuivel, diergenees-
Telefoon algemeen:
(0492) 50 75 10
middelen, veevoeder, destructie, veterinaire
Fax algemeen:
(0492) 50 75 49
Gelderland en Overijssel
Noord-Brabant en Limburg
>
milieuhygiëne, doorstraling eet- en drinkwaren, zoönosen en dierproeven.
03 | pag
82
www.vwa.nl/jaarverslag2003
03 | pag
83
Regionale dienst Noordwest
Specialisatie: Primaire Land- en
Keuringsdienst van Waren
Tuinbouwproducten
Hoogte Kadijk 401, 1018 BK Amsterdam Telefoon algemeen:
(020) 524 46 00
Groenten en fruit, aardappelen, kruiden, spe-
Fax algemeen:
(020) 524 47 00
cerijen, noten, granen, zaden, algen en wieren, residuen bestrijdingsmiddelen, myco-
Flevoland, Noord-Holland en Utrecht
toxinen en genetisch gemodificeerde organismen.
Regionale dienst Zuidwest
Specialisatie: Non-food Productveiligheid
Keuringsdienst van Waren Speeltoestellen, attractietoestellen, elektro-
Westelijke Parallelweg 4 Postbus 3000, 3330 DC Zwijndrecht
technische producten, vrijetijds- en sportarti-
Telefoon algemeen:
(078) 611 21 00
kelen, persoonlijke beschermingsmiddelen,
Fax algemeen:
(078) 611 22 00
draagbaar klimmaterieel, huishoudelijke artikelen, bouwmaterialen, gereedschappen, machines, gastoestellen, kinderartikelen en
Zeeland en Zuid-Holland
speelgoed.
Kring West
Kring West is tevens verantwoordelijk voor
Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees
alle VWA/RVV-taken met betrekking tot:
Schipholweg 9c
- vis en visproducten en de aquacultuur (vis-
Postbus 19, 2300 AA Leiden Telefoon algemeen:
(071) 408 30 00
Fax algemeen:
(071) 408 30 01
kwekerijen) in Nederland; - in- en doorvoer van dieren en dierlijke producten afkomstig uit derde landen in de Buitengrens Inspectieposten (BIP’s);
Noord-Holland, Utrecht, Zuid-Holland en Zeeland
03 | pag
84
- exportcertificering van zuivelproducten voor humane consumptie. <