Fenix Vitro serie Fenix Vitro 70 ref Fenix Vitro 80 Flatline ref Fenix Vitro 90 Flatline ref

Installatie- en gebruikshandleiding / Guide d’installation et d’utilisation Aufstell- und Bedienungsanleitung / Installation and operation manual

Fenix serie Fenix 60 Optic Fenix 60 Fenix 70 Fenix 70 R Fenix 80 Fenix 80 Flatline Fenix 90 Flatline

ref. 475.6211.100 ref. 475.6111.100 ref. 475.7111.100 ref. 475.7112.100 ref. 475.8113.100 ref. 475.8210.100 ref. 475.9212.100

Fenix Vitro serie Fenix Vitro 70 Fenix Vitro 80 Flatline Fenix Vitro 90 Flatline

ref. 475.7211.200 ref. 475.8210.200 ref. 475.2122.200

EN 13229

Nederlan ds

NEDERLANDS……….. p 03 – 28 FRANCAIS……………. p 29 – 54 ENGLISH……………… p 55 – 80 810.6011.000 / 02

SAEY FENIX / SAEY FENIX VITRO

Nederlands

INHOUDSOPGAVE 1

INLEIDING ............................................................................................................................................................. 4

2

ALGEMENE WAARSCHUWINGS- EN VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN............................................... 4

3

GARANTIE ............................................................................................................................................................. 5

4

VERPAKKING ....................................................................................................................................................... 5

5

INSTALLATIE VAN DE INZETHAARD ........................................................................................................... 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5

6

GEBRUIK .............................................................................................................................................................. 11 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5

7

MONTAGE KADER ( ENKEL VOOR VITRO REEKS ).............................................................................................. 5 DE SCHOORSTEEN............................................................................................................................................. 6 AANSLUITEN VAN DE INZETHAARD OP DE SCHOORSTEEN ................................................................................. 8 VERBRANDINGSLUCHT ................................................................................................................................... 10 DE TE RESPECTEREN AFSTANDEN ROND DE INZETHAARD ............................................................................... 10

EERSTE INGEBRUIKNAME ............................................................................................................................... 11 ALGEMEEN GEBRUIK ...................................................................................................................................... 11 VERBRANDINGSPRINCIPE ............................................................................................................................... 11 WARMTEAFGIFTE ........................................................................................................................................... 12 OPGELET! SPELENDE KINDEREN ..................................................................................................................... 12

BEDIENING .......................................................................................................................................................... 13 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5

DE HAARD...................................................................................................................................................... 13 OPENEN EN SLUITEN VAN DE DEUR ................................................................................................................. 13 REGELING VAN DE VERBRANDINGSLUCHT ...................................................................................................... 14 CONTROLE SCHAKELAAR VAN DE VENTILATOR .............................................................................................. 14 KLEP ONDERAAN VOOR LUCHTTOEVOER ........................................................................................................ 14

8

BRANDSTOF ........................................................................................................................................................ 15

9

STOKEN ................................................................................................................................................................ 16 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5

10

AANMAKEN .................................................................................................................................................... 16 KOUD STARTEN .............................................................................................................................................. 16 HERLADEN ..................................................................................................................................................... 16 STOKEN MET BRANDHOUT .............................................................................................................................. 17 MOGELIJKE REGELINGEN ................................................................................................................................ 17

REINIGING EN ONDERHOUD ......................................................................................................................... 18 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5

REINIGING VAN DE KACHELRUIT .................................................................................................................... 18 ONTASSEN ...................................................................................................................................................... 19 GEVERFDE DELEN ........................................................................................................................................... 20 REINIGEN VAN DE SCHOORSTEEN ................................................................................................................... 20 GEBROKEN RUIT ............................................................................................................................................. 20

11

STORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN ........................................................................................... 23

12

TECHNISCHE GEGEVENS ............................................................................................................................... 24 12.1 12.2 12.3

ALGEMENE AFMETINGEN................................................................................................................................ 26 AFMETINGEN KADERS FENIX REEKS ............................................................................................................... 27 AFMETINGEN KADERS FENIX VITRO REEKS .................................................................................................... 27

810.6011.000 / 02

3


Nederlands

1 INLEIDING Geachte gebruiker, Met de aankoop van deze inzethaard van SAEY heeft u gekozen voor een innovatieve verbrandings- en verwarmingsinstallatie. Van harte gefeliciteerd! Wij besteden niet alleen veel aandacht aan de techniek, maar ook aan de materiaal-voorziening, de verwerking en de dichtheid. Hierdoor kunnen wij een probleemloze werking garanderen. De Saey VITRO werd gebouwd volgens innoverende technieken en in overeenstemming met de Europese norm EN 13229. Wilt u een zo groot mogelijk ecologisch en zuinig rendement, dan dient u deze installatie- en bedieningshandleiding na te leven en ernaar te handelen. Bij niet-naleving van de installatie- en bedieningshandleiding en de daaruit voortvloeiende schade aan de kachelhaard, vervalt de garantie. Wordt de kachelhaard ingebouwd, dan dienen de geldende wetten en plaatselijke voorschriften inzake brandpreventie en bouwkunde nageleefd te worden. Zoekt u bijkomende informatie of technische gegevens? Een installatie probleem? Contacteer dan eerst uw verdeler.

2 ALGEMENE WAARSCHUWINGS- EN VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN De algemene waarschuwingsvoorschriften moeten strikt worden nageleefd. -

-

lees de volledige handleiding aandachtig door voor u de inzethaard in gebruik neemt. uw inzethaard mag uitsluitend met goedgekeurde transportmiddelen met voldoende draagkracht worden vervoerd. Tijdens de verbranding komt warmte vrij waardoor de bovenkant van de kachel, de deuren, de deurhendels, de zichtvensters, de rookpijpen en mogelijk ook de mantel van de kachel sterk worden verhit. Het is dan ook verboden om deze onderdelen zonder de gepaste vuurvaste handschoen of bedieningshendel aan te raken. Wijs uw kinderen op dit gevaar en zorg ervoor dat ze zich op een veilige afstand bevinden wanneer de inzethaard wordt gebruikt. Het is verboden om niet hittebestendige voorwerpen in de buurt van de haard te plaatsen. Droogrekken voor wasgoed of dergelijke moeten op een veilige afstand van de verwamingsinstallatie worden neergezet – BRANDGEVAAR! Tijdens het gebruik van de inzethaard mag u geen licht brandbare of explosieve materialen in dezelfde of naburige ruimten gebruiken.

810.6011.000 / 02

4


Nederlands

3 GARANTIE Uw Saey toestel geniet een garantie van 6 jaar op de vaste elementen en 2 jaar op de losse onderdelen. Deze garantie denkt alle fabricage fouten en dit vanaf de datum van aankoop en in die mate dat het gebruik in overeenstemming is met de gebruiksaanwijzing. Uw kasticket of de factuur met vermelding van de datum van aankoop is uw garantiebewijs. Deze garantie beperkt zich tot de herstelling of vervanging van de onderdelen die gebreken vertonen bij normaal gebruik. Deze garantie is niet geldig op gebreken die het gevolg zijn van een slechte installatie, verkeerd gebruik, wijzigingen aan het toestel, uit elkaar halen van het toestel, slijtage of een gebrek aan onderhoud. De garantieaanvragen dienen steeds via uw verkoopspunt te gebeuren.

4 VERPAKKING Uw eerste indruk is voor ons van belang! De verpakking van uw nieuwe haard biedt een uitzonderlijke bescherming tegen beschadiging. Toch kunnen de kachel en de accessoires tijdens het vervoer worden beschadigd. Gelieve dus bij ontvangst de kachel op beschadiging en aanwezigheid van alle onderdelen te controleren! Meld eventuele ontbrekende onderdelen onmiddellijk aan uw leverancier. De verpakking van uw haard is onschadelijk voor het milieu. Het karton en de plastic folie kunnen bij de gemeentelijke afvalinzamelplaats voor recyclage worden ingeleverd.

5 INSTALLATIE VAN DE INZETHAARD Alle plaatselijke richtlijnen, inclusief de nationale en Europese normen moeten gevolgd worden bij het installeren van het toestel. Alleen een toestel dat aangesloten werd door een erkend installateur, garandeert de naleving van de richtlijnen inzake bouwkunde en brandpreventie. Dit is zeker nodig voor een correcte en veilige werking van de inzethaard.

5.1

Montage kader ( enkel voor Vitro reeks )

Inzethaard en kaders worden bij de VITRO reeks afzonderlijk geleverd. Aangezien het kader een onderdeel is van de haard moet deze eerst gemonteerd worden. ( bij de fenix reeks is het kader een aanvulling van het geheel ) Het kader ( 4 mm , 3-zijdig of 4-zijdig ) wordt over het voorste deel van de haard geschoven en vastgemaakt met de 4 meegeleverde zeskant bouten (M8).

810.6011.000 / 02

5


5.2

Nederlands

De schoorsteen

Voordat een inzethaard op een schoorsteen aangesloten wordt, moet gecontroleerd worden of de afmetingen en de kwaliteit van de schoorsteen beantwoorden aan de geldende lokale voorschriften. De afmetingen moeten desgevallend berekend worden. De schoorsteen moet ook jaarlijks gereinigd worden. Deze reiniging dient te gebeuren in overeenstemming met de lokaal geldende normen.

Schoorsteentips De kachel kan direct op de schoorsteen aangesloten worden. De diameter van de afvoerbuis moet overeenkomen met de diameter van het verbindingspijpstuk aan de inbouwhaard. Wij kunnen u een goede werking van het toestel garanderen als de schouwtrek zich tussen de 10 en 20 Pa bevindt. De schouwtrek kan enkel bepaald worden bij een brandend toestel! Is de trek van de schoorsteen te groot, dan moet een trekregelaar ingebouwd worden. Is de schouwtrek te laag dan dienen volgende stappen te worden overwogen: Schoorsteen langer maken Schoorsteen beter isoleren (minder afkoelen van de rookgassen) Luchttoevoer in de ruimte waar het toestel opgesteld staat verbeteren. Dichtheid van de schoorsteen verbeteren. Veel problemen met kachels vinden hun oorzaak in slecht werkende schouwen. Daarom enkele tips, deze zijn vooral informatief bedoeld en zijn niet bindend voor ons. Er zijn nu eenmaal teveel ongekende factoren die een beslissende rol kunnen spelen in de goede werking van de combinatie toestel-schouw. Ingeval van twijfel dient u een specialist ter zake te contacteren. Schouwen kunnen in het verleden met een oude kachel perfect gefunctioneerd hebben maar met nieuwe kachels problemen geven. De kachels van 30 jaar terug waren veel minder performant dan de huidige generatie van kachels die veel zuiniger zijn in verbruik en ook hogere eisen stellen aan de schoorsteen. Tips: Een rond kanaal heeft de voorkeur (minder wrijving) De diameter van de schouw mag nooit kleiner zijn dan deze van het toestel (uitgezonderd bij zeer lange schouwen waar men soms een vernauwing dient te plaatsen in de schouw). De monding van de schoorsteen dient vrij te zijn van hindernissen. De schoorsteen dient zo verticaal als mogelijk te zijn met een minimum aan bochten. De schoorsteen mag geen valse lucht aanvoeren. Let op gesloten schoorsteenschuiven en reinigingsopeningen in de kelder of op het dak!

810.6011.000 / 02

6


Nederlands

Voor wat betreft de monding van de schoorsteen dient u uw nationale wetgeving te volgen. Voor Belgie de NBN 61-001. Hier enkele regels uit deze norm m.b.t. de monding van schoorstenen:

Zone 1 :

Zone 2 :

Zone 3 :

Uitmonden van de schoorsteen is zonder meer toegestaan (liefst zonder statische afvoerkap)

Uitmonden van de schoorsteen is enkel toegestaan wanneer het (of de) toestel(len) is (zijn) voorzien van een atmosferische brander en wanneer boven de schoorsteentop een statistische afvoerkap is aangebracht.

Uitmonden van de schoorsteen is absoluut verboden.

Voor de details betreffende de schoorstenen verwijzen wij u door naar de respectievelijke normen waaraan de schoorstenen dienen te voldoen. Omwille van het zeer technische karakter van deze normen zijn deze voornamelijk bedoeld voor de professionele installateur / schoorsteenspecialist. Lijst van de belangrijkste normen waaraan schoorstenen dienen te voldoen: - EN 12446:2003 Schoorstenen - Bouwdelen - Betonnen buitendelen - EN 1443:2003 Schoorstenen - Algemene eisen - EN1856-1:2003 Schoorstenen - Eisen voor metalen schoorstenen - Deel 1: Producten voor systeemschoorstenen - EN1856-2:2004 Schoorstenen - Eisen voor metalen schoorstenen - Deel 2: Metalen voeringen en aansluitleidingen - EN13384-1:2003 en 2006 Schoorstenen - Thermische en dynamische berekenings-methoden Deel 1: Schoorstenen die op één enkel toestel zijn aangesloten - EN1857: 2003 Schoorstenen - Bouwdelen - Betonnen rookgangen - EN1457: 1999 en 2002 Schouwpijpen in baksteen/keramiek - Eisen en proeven - EN 1806: 2006 Schoorstenen - Keramische blokken voor enkelwandige schoorstenen Eisen en beproevingsmethoden - EN13069: 2005 Schoorstenen - Klei/keramische buitendelen voor systeem-schoorstenen Eisen en beproevingsmethoden - EN 13063: 2006 Schoorstenen - Systeemschoorstenen met keramische binnenbuizen - Deel 1: Eisen en beproevingsmethoden voor roetweerstand

810.6011.000 / 02

7


Voor Belgie: - NBN D51 delen 1, 2 en 3 - NBN B61 delen 1,2 en 3

Nederlands

installatienorm voor verbrandingstoestellen. normen i.v.m. opstelling van verbrandingstoestellen

Wat te doen bij schoorsteenbrand Wij adviseren de volgende stappen te nemen bij schoorsteenbrand: 1. Sluit de luchttoevoer af. 2. Waarschuw de brandweer. 3. Maak de toegang tot de reinigingsopeningen mogelijk (bv. kelder en zolder). 4. Verwijder alle brandbare voorwerpen weg van de schoorsteen. 5. Bij het opnieuw ingebruik nemen van de kachel dient de schoorsteen en de kachel te worden gecontroleerd door uw vakman. 6. Deze vakman dient tevens de oorzaak van de schoorsteenbrand na te gaan en deze te verhelpen. Opmerking: Wanneer U eenmaal per dag gedurende 10 minuten de haard op zijn maximaal vermogen laat werken, dan laat dit het verbranden van teerafzetting toe. Daarbij verkleint het risico op eventuele schoorsteenbrand, en terzelfder tijd wordt de ruit properder gehouden.

5.3

Aansluiten van de inzethaard op de schoorsteen

De inzethaard kan direct op de schoorsteen aangesloten worden (afvoer bovenaan). De diameter van de afvoerbuis moet overeenkomen met de diameter van het verbindings-pijpstuk aan de kachel. Is de trek van de schoorsteen te groot (> 20/22 Pa), dan moet een trekregelaar ingebouwd worden. Bij gebruik van cement binnen of buiten de sierschouw dient men 7 dagen te wachten vooraleer de haard in gebruik te nemen, zodat het cement kan uitdrogen en er zich geen barsten voordoen tijdens het drogen. De haard kan wat rook afgeven bij de eerste ingebruikname. Het zijn geen verbrandingsgassen maar rook afkomstig van de hoog hittebestendige verf die droogt en inbakt. Deze rook is niet toxisch maar het is wel aangeraden de kamer te ventileren (duur " 20 min.). Gedurende deze periode is het niet aan te raden de verf aan te raken. Alle plaatselijke richtlijnen, inclusief de nationale en Europese normen moeten gevolgd worden bij het installeren van het toestel. Alleen een toestel dat aangesloten werd door een erkende installateur, garandeert de naleving van de richtlijnen betreffende bouwkunde en brandpreventie. Dit is zeker nodig voor een correcte en veilige werking van de kachel.

810.6011.000 / 02

8


Nederlands

De schoorsteen speelt een heel belangrijke rol bij de aansluiting van de kachel. De bevoegde specialisten moeten dus zeker over de aansluiting geraadpleegd worden, zodat de voorschriften van de respectievelijke regionale bouwverordeningen nageleefd worden. Neem het volgende in acht: Het toestel mag alleen gebruikt worden wanneer de deur gesloten is. Bovendien moeten de deuren van de inzethaard ook gesloten zijn wanneer het toestel niet gebruikt wordt. Tijdens de werking van het toestel moet er voldoende toevoer van verse lucht zijn. Brandveiligheidsmaatregelen betreffende brandbare resp. temperatuurgevoelige bedekkingen en omkastingen: Onder en rond de inzethaard moet een vuurbestendige, niet-brandbare bedekking liggen (vb. marmer, tegels, specifieke hittebestendige isolatie etc.). Deze dient een voldoende dikte te bezitten. De inbouwkast dient te worden geïsoleerd met een hittebestendige isolatie met een dikte van 15cm t.o.v. brandbare materialen Onder het toestel mogen geen brandbare resp. temperatuurgevoelige voorwerpen opgeslagen worden (bv. voorraad brandhout). In verband met de diameter van de afvoerbuis moet u ook met het volgende rekening houden: De diameter van de afvoerbuis mag niet verkleind worden. Bovendien moet de afvoerbuis perfect op de schoorsteen passen. Is de trek van de schoorsteen te groot, dan moet een trekregelaar ingebouwd worden. De kachelbuis mag niet kleiner zijn dan de diameter van de schoorsteen; hierdoor wordt de opwaartse druk van de rookgassen verhinderd. De schoorsteen mag geen valse lucht aanvoeren. Let op gesloten schoorsteenschuiven en reinigingsopeningen in de kelder of op het dak! De afvoerbuis moet veilig op het verbindingspijpstuk bevestigd zijn. De veiligheidsafstanden tot brandbare resp. temperatuurgevoelige voorwerpen uit de tabel met technische gegevens moeten gerespecteerd worden.

810.6011.000 / 02

9


5.4

Nederlands

Verbrandingslucht

In tegenstelling tot een normale haard, verbruikt een SAEY inbouwhaard weinig verbrandingslucht. Voor de meeste woningen voldoet de luchttoevoer via de spleten en kieren van deuren en vensters. Hoewel, voor sommige goed geïsoleerde woningen, kan deze luchttoevoer onvoldoende zijn. Men hoeft dan enkel een verluchtingsrooster te plaatsen in de buitenmuur zo dicht mogelijk bij het toestel. Er mag in geen geval lucht genomen worden in lokalen of kelders waar vluchtige of brandbare stoffen aanwezig zijn. De inzethaarden van Saey kunnen alleen gebruikt worden wanneer de deur van de inzethaard gesloten is. Voor het luchtverbruik van uw inzethaard zie de tabel onder punt 12. Er moet rekening gehouden worden met andere haarden of luchtafvoerinstallaties in dezelfde ruimte of met dezelfde verbrandingsluchtverbinding. Indien nodig moet de verbrandingsluchtverbinding berekend worden of moet buiten een afzonderlijke verbrandingsluchttoevoer geïnstalleerd worden. Indien er 15 minuten na het ontsteken nog steeds terugslag is van de rookgassen door de weersomstandigheden (bv. Mist, storm…) dient men het aansteken te stoppen tot er weersverbetering is. Tip: er moet zeker rekening gehouden worden met afzuigkappen die eventueel in verbinding staan met de opstellingsruimte van de inzethaard. Ze veroorzaken een onderdruk, wat tot storingen van de verbrandingsluchttoevoer kan leiden. Het

verbrandingsgas dat ontsnapt, is levensgevaarlijk en kan de gezondheid van de bewoners schaden. Toevoer van de verbrandingslucht Klassieke systeem: de verbrandingslucht wordt aangevoerd via de opening onderaan, onder de klep waar ook de ventilator bediend kan worden.

5.5

De te respecteren afstanden rond de inzethaard

Veiligheidsafstanden tot brandbare resp. temperatuurgevoelige voorwerpen:  In het stralingsbereik van het glas: minstens 80 cm  Vloerbescherming vooraan: minstens 50 cm

810.6011.000 / 02

10


Nederlands

6 GEBRUIK 6.1 Eerste ingebruikname Het is belangrijk uw haard te gebruiken zoals u een wagen inloopt in ALLE VOORZICHTIGHEID en PROGRESSIEF! Uw eerste stookdagen dienen te gebeuren aan de hand van 1 tot 2 kg hout. Een lage vlam en een aangepaste warmte laten de spanningen in het staal toe te dissiperen en zorgen ervoor dat de volledige installatie helemaal kan drogen. Zelfs nadat het toestel een tijd heeft gebrand moet men toch lange en te intense stookmomenten vermijden. De kleine winst in warmte is het risico niet waard om uw toestel te beschadigen. Bij de allereerste ingebruikstelling van het verwarmingstoestel moet de verf eerst volledig uitdrogen. Verwarm het daarom gedurende één uur met een kleine hoeveelheid brandstof. Tijdens deze fase kan er een weinig geurhinder ontstaan door het uitdrogen van de gebruikte grondverf. Open indien nodig een raam of deur. Blijf bij het toestel tijdens deze fase en verwijder eventueel condensatiewater onmiddellijk, vooraleer het in de lak kan inbranden.

6.2 Algemeen gebruik Neem het volgende in acht: Het toestel mag alleen gebruikt worden, wanneer de vuurdeur gesloten is. Bovendien moeten de deuren van de kachel ook gesloten zijn wanneer het toestel niet gebruikt wordt. Hou rekening met het vermogen van de inzethaard bij het laden van hout. Vb. voor een vermogen van 8 kW heeft u ± 2,5 kg hout per uur nodig.

6.3 Verbrandingsprincipe Deze haard werd ontwikkeld voor een semi-trage verbranding. Volladen met hout, werkend op een trage verbranding, zal de haard de nacht doorbrengen zodat de volgende dag er nog voldoende houtskolen overblijven om de haard weer aan te steken. Het is eveneens mogelijk de haard tot een zeer trage verbranding (zonder vlammen) te brengen. Wij raden niet aan zo te werk te gaan om de volgende redenen: a) deze veroorzaakt onvoldoende verbranding wat de lucht onnodig en extreem vervuild b) deze onvoldoende verbranding veroorzaakt extra rook dat gedurende de condensatie teer afzet aan de zijkanten van de haard, de schoorsteen en op het venster. Een opeenstapeling van teer is niet alleen lelijk maar vereist ook regelmatig het vegen van de schoorsteen om schoorsteenbrand te vermijden. Indien U nat of groen hout verbrandt dan moet de verbrandingsluchtregeling voldoende openstaan om een goede vlam te verkrijgen (zie volgende pagina).

810.6011.000 / 02

11


Nederlands

6.4 Warmteafgifte de haard geeft twee soorten warmte af: warmteafgifte door straling. Stralingswarmte wordt afgegeven in rechte lijn vanaf een warm oppervlak. Naast het vuur zijn de voornaamste bronnen van stralingswarmte de hete assen en de wanden uit vermiculiet die de haard bedekken. Deze straling wordt de kamer doorgestuurd via de ruit en verwarmt de onmiddellijke omgeving van de haard. warmteafgifte door convectie. Convectiewarmte ontstaat door stijgende lucht in contact met een warm oppervlak. Via de luchttoevoer (A) komt er in de haard koude lucht. Deze lucht gaat over de onderzijde van de haard, dan via de rug naar het plafond van de verbrandingskamer vooraleer via de warme lucht uitlaat te worden uitgestoot (B). Deze convectiewarmte bereikt elke uithoek van de kamer. De luchtstroom wordt versterkt door een tangentiële ventilator die aan de achterzijde, in de luchtstroom is geplaatst.

6.5 Opgelet! Spelende kinderen Een kachel wordt warm! Vooral het glas. Maak de kachel dus niet aan, voordat u ervan overtuigd bent dat er geen spelende kinderen in de buurt zijn. De veiligheidsmaatregelen kunnen niet alle ongevallen vermijden.

HOU KLEINE KINDEREN ZOVEEL MOGELIJK UIT DE BUURT VAN DE KACHEL!

810.6011.000 / 02

12


Nederlands

7 Bediening 7.1 De Haard Fenix (Vitro) 60 Optic – 60 – 70 – 80 Fenix (Vitro) 80 -, 90 - flatline

FENIX 70 R

Fig. 1

A. B. C. D. E. F.

: Koude luchttoevoer (convectie) : Warme luchtafvoer (convectie) : Regeling verbrandingslucht : Klink : Klep boven luchttoevoer :Regelschakelaar voor ventilator (rechts onder de klep)

Fig. 2

A. : Koude luchttoevoer ( convectie) B. : Warme luchtafvoer ( convectie) C. : Regeling verbrandingslucht D. : Klink F. : Regelschakelaar voor ventilator ( rechtse zijkant)

7.2 Openen en sluiten van de deur Plaats de geleverde hendel in de opening van de klink (D). Trek de klink naar U toe om de deur te openen en duw het weg om de deur te sluiten. De randen van de haard kunnen enorm warm worden. We raden steeds het gebruik van hittebestendige handschoenen aan.

Fig. 3

D

810.6011.000 / 02

13


Nederlands

7.3 Regeling van de verbrandingslucht Deze controleert de nodige hoeveelheid luchttoevoer voor de verbranding en zodus de voortgebrachte warmteafgifte. Deze bevindt zich aan de bovenkant rechts van de deur. (zie fig. 1 en 2) Openen: naar rechts glijden Sluiten: naar links glijden

C Hoe meer men de toevoer vergroot, hoe meer men lucht toelaat in de haard, hoe meer warmte de haard produceert en dus ook hoe meer hout men verbruikt. Hoe meer men de toevoer van lucht afsluit, hoe minder de haard warmte produceert, hoe minder de haard hout verbruikt. De regeling werd voorzien bovenaan de deur, zodat deze een "air-wash" systeem creëert over de volledige oppervlakte van de ruit. Dit helpt de ruit langer proper te houden. Fig. 4

7.4 Controle schakelaar van de ventilator De schakelaar bezit 3 standen: I 0 II

ON Thermosstatisch geregeld: De ventilator wordt automatisch aan- en uitgeschakeld, afhankelijk van de temperatuur van de inzethaard ( lage ventilatorsnelheid ). OFF ON Handmatig ( hoge ventilatorsnelheid )

Wanneer de inzethaard wordt opgewarmd vanuit een koude toestand, schakel de ventilator dan naar de handmatige positie ON « || » (hoge ventilatorsnelheid) om de kamer zo snel mogelijk op te warmen en om de verbrandingslucht naar de inzethaard te sturen. Van zodra een goed vlammenspel bereikt werd of de kamer de gewenste temperatuur bereikt heeft mag worden overgeschakeld naar de thermosstatisch geregelde positie ON « | » (lage ventilatorsnelheid). Hierdoor wordt de ventilator aan- of uitgeschakeld afhankelijk van de temperatuur van de ventilatoren en de inzethaard. Als U de ventilatoren volledig wilt afzetten, schakel dan over naar de positie OFF « 0 ». OPMERKING: DE THERMOSTAAT IS EEN TEMPERATUURSCONTROLE AAN DE VENTILATOR EN IS GEEN CONTROLE VOOR KAMERTEMPERATUUR. ZEER BELANGRIJK: DE ELEKTRISCHE TOEVOER VAN DE VENTILATOR MAG NOOIT WORDEN ONDERBROKEN!

7.5 Klep onderaan voor luchttoevoer Deze klep dient voornamelijk om U de toegang tot de controleschakelaar van de ventilator te vergemakkelijken. Nochtans kan U, door de klep te laten openstaan op een hoek van ongeveer 45°, de doorgang van de luchtstroom verbeteren, waardoor de ventilator op een lagere temperatuur zal werken.

810.6011.000 / 02

14


Nederlands

8 BRANDSTOF Type brandstof: Hout Welk brandhout kiezen: Er bestaan verschillende soorten brandhout met elk hun vermogen en wijze van verbranden. Gelieve de voorkeur te geven aan hard hout zoals eik, beuk, es, haagbeuk en hout van fruitbomen. Deze houtsoorten branden mooi en vormen een kolenbed dat lang blijft gloeien. HET HOUT MOET DROOG ZIJN ! (alleen droog hout vermijdt emissies van schadelijke stoffen bij het verbranden) Vochtig hout geeft veel minder warmte af daar veel energie nodig is om het water uit het hout te laten verdampen. Het zorgt ook voor vervuiling van de haard, ruit en schoorsteen. Droog hout betekent zuivere stukken hout, waarvan de vochtigheid, met betrekking tot het gewicht van gedroogd hout, maximaal 20% bedraagt. Kies dus voor mooi gekliefd hout dat reeds twee jaar kon drogen en bewaar het op een beschutte doch goed verluchte plaats. TIP: Droog hout herkennen? Droog hout weegt betrekkelijk minder en maakt een helderder geluid als je twee blokken tegen elkaar stoot. Gebruik geprepareerd hout of fijngehakt hout (splinterhout) om de kachel aan te maken! Let wel: Maak het brandhout niet te klein. Zeer dun hout brandt slechts heel kort en is alleen geschikt om de kachel aan te maken. Laat grote stukken met de gebruikelijke afmetingen van ca. 50 cm natuurlijk opbranden. Rond korthout moet fijngehakt worden. Hou ook rekening met het vermogen van uw haard. Heeft uw haard een vermogen van 7 kW dan volstaat ± 2 kg droog hout per uur. Niet te gebruiken: Afval, spaanders, houtkrullen en zaagsel, boomschors en afval van spaanplaten, gelamineerd hout, hout waarvan het oppervlak behandeld is alsook pallethout met spijkers mogen niet gebruikt worden. Ze zorgen voor vervuiling van de haard en de schoorsteen en kunnen giftige uitstootgassen vormen. OPGELET! De kachel is geen afvalverbrander. De milieuwetgeving verbiedt uitdrukkelijk het verbranden van afval in huishoudelijke haarden. Wie zijn kachel voor vaste brandstoffen misbruikt voor het verbranden van huishoudelijk afval, chemisch behandelde houtresten, oud papier of hem gebruikt als privé-afvalverbrandingsinstallatie, is niet alleen niet milieuvriendelijk, maar overtreedt ook de emissiewetgeving en kan bestraft worden. Het toestel is niet geschikt voor het verbranden van vloeibare brandstoffen. Naast de hoge, ongecontroleerde luchtbelasting hebben de schadelijke verbrandings-producten en verbrandingsresten bovendien nog een negatieve invloed op de werking en de levensduur van de kachel en de schoorsteen. De gevolgen hiervan zijn veelvuldige defecten en snelle slijtage, die dure saneringsmaatregelen tot zelfs vervanging van de kachelhaard vereisen. Het verbranden van niet geschikte brandstoffen kan aanleiding geven tot woningbrand waarbij de brandverzekering niet zal tussenkomen.

810.6011.000 / 02

15


Nederlands

9 Stoken 9.1 Aanmaken "TOP-DOWN" VERBRANDING Het hoogste rendement wordt gehaald dankzij een "top-down" verbranding. Om dit te bekomen wordt de haard in tegenstelling tot de traditionele wijze anders geladen. -

Traditionele wijze: men bedoelt hiermee dat men eerst papier legt, dan klein hout en ten slotte het groot hout. Op deze wijze is de lading bij het aansteken wel beperkt. "TOP-DOWN" verbranding: men verkrijgt deze verbranding door eerst het groot hout te laden dan het kleiner hout met daarop het papier. De verbranding gebeurt hier van boven naar onder en dit noemt men dan een "TOP-DOWN" verbranding.

Na het aansteken de vuurdeur goed sluiten. Opgepast: Indien er 15 minuten na het ontsteken nog steeds terugslag is van de rookgassen door de weersomstandigheden (felle wind of mist bvb.) dient men het aansteken te stoppen tot er weersverbetering is.

9.2 Koud starten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Open de verbrandingsluchttoevoer volledig (C). Open de deur. Plaats de grote houtblokken voorzichtig op de bodem. Bedek ze met kleinere houtblokken, daarboven legt U aanstekers of papier en tenslotte klein hout. Ventilator op stand 1 plaatsen. Aansteken en deur sluiten. Laat de verbrandingsluchttoevoer volledig open tot dat het hout brandt en de as gloeit. Kies een passend verbrandingsregime en selecteer een regeling.

9.3 Herladen 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Open de luchttoevoer volledig (C) Open zacht de deur. Gebruik de pook om de gloeiende houtstukken over de basis te verspreiden. Plaats nieuwe blokken op de houtskool. Sluit de deur en laat het vuur hernemen. Kies uw regeling. OPGELET! Het is aangeraden niet hoger te laden dan de vermiculiet wanden of meer hout te laden dan de maximale hoeveelheid zoals aangegeven in tabel 2.

810.6011.000 / 02

16


Nederlands

9.4 Stoken met brandhout Opdat het toestel snel de gewenste temperatuur heeft en er bijgevolg weinig schadelijke stoffen vrijkomen, moet u na het aansteken de volgende verwarmingsmethode volgen: Leg 2 à 3 kleinere stukken hout van max. 2 kg in twee lagen in het toestel. Open de luchtinlaat maximaal. De verbrandingsluchtinlaat moet na het aansteken van het hout (ca. 10 minuten) half dichtgeschoven worden. Hout brandt lang en vormt veel gas; het moet snel en met een constante zuurstoftoevoer verbrand worden. Om eventuele negatieve gevolgen van langdurig verminderde luchttoevoer te vermijden laat men best de kachel iedere dag (dat de kachel in gebruik is) gedurende een kwartier op vol vermogen branden. Eventuele negatieve gevolgen:  Smeulend vuur, condens- en teervorming  Sterke roetvorming  Rookoverlast (uitstoot van schadelijke stoffen)  Ontploffingsgevaar Hout is niet geschikt voor een klein vuur! Met andere woorden, een houtkachel kan niet gesmoord worden. Het kan alleen lang duren voor het volledig opgebrand is. Dit betekent dat men, door het sluiten van de luchtinlaat, de opgegeven temperatuur pas bereikt als het hout ver opgebrand en het ontgassingsproces – de grote vlammen worden kleiner en van het hout is alleen nog een gloed over – beëindigd is! Vermijd vooral het overmatig toevoegen van brandstof, zoniet komt er te veel warmte vrij en is er een groot verlies aan verbrandingsgassen.

9.5 Mogelijke regelingen De haard bereikt een beter rendement met een gesloten deur. Op deze manier produceert het in alle veiligheid warmte door convectie en straling. Men kan kiezen uit 3 mogelijke regelingen. A.

Zeer hoge convectie- en stralingswarmteafgifte. Hoog houtverbruik. Open de primaire luchttoevoer volledig om een felle en snelle vlam te verkrijgen. Deze regeling dient enkel te worden gebruikt om de haard te ontsteken. Eenmaal de haard warm is, kan men een andere positie kiezen (zie B of C).

B.

Zeer hoge convectie- en stralingswarmte, middelmatig houtverbruik met minieme vervuiling en maximaal rendement. Gradueel de luchtregeling sluiten zodanig dat men een mooie vlam houdt zonder intens te branden. In deze instelling zou een volledig geladen toestel de nacht moeten kunnen overbruggen en toch een goede convectiewarmte afgeven. Bij gebruik van zeer droog hout en met een gepaste trek van de schouw, zal de ruit langer schoon blijven.

810.6011.000 / 02

17


C.

Nederlands

Gemiddelde convectie- en stralingswarmte - laag hout verbruik. Luchtregeling sluiten tot de vlam bijna uitdooft. Op die manier zal de haard de nacht overbruggen (afhankelijk van de schoorsteentrek) maar de ruit zal vuil worden omdat er onvolledige verbranding is.

De regelkeuze hangt af van de keuze van het vermogen en de schouwtrek, schouwtrek die mede bepaald kan worden door de weersomstandigheden. Ter herinnering, hoe meer de luchtregeling open staat, hoe groter de straling maar met minder warmteconvectie maar vooral met meer houtverbruik. Voor een maximum aan warmte en rendement, kies regeling "B".

10 REINIGING EN ONDERHOUD 10.1 Reiniging van de kachelruit De Saey Vitro beschikt over een performante luchtspoeling of airwash die verhindert dat de ruit vroegtijdig zwart wordt of aangeladen is. Toch kan men een aanslag op de ruit op langere termijn niet vermijden. Het gebruik van vochtig of nat hout werkt dit nog meer in de hand. De vrijgekomen waterdamp slaat tegen de ruit en houdt hierbij roetpartikels vast. Opgelet! De kachelruit mag enkel gereinigd worden als de kachel volledig afgekoeld is. Het beste en nog altijd het goedkoopste reinigingsmiddel zijn de assen zelf. Hoe de assen gebruiken om de ruit schoon te maken? Breng een licht bevochtigd stuk krantenpapier of vod in de witte assen van de afgekoelde kachel en wrijf dit op het glas. De assen hebben een heel licht schurende werking. Wrijf daarna de ruit opnieuw af met een vochtig stuk krantenpapier of vod. Tenslotte blink je de ruit op met een droge, propere, zachte doek. Er bestaan ook speciale, aangepaste reinigingsproducten voor kachelruiten. Pas op met deze producten want soms kunnen deze de vuurvaste lak van de kachel aantasten. Volg goed de instructies van het reinigingsproduct. Opgelet! Gebruik NOOIT ‘schurende’ reinigingsproducten, ze kunnen de beschermende laag op het glas beschadigen en zo leiden tot glasbreuk.

810.6011.000 / 02

18


Nederlands

10.2 Ontassen De haard dient regelmatig gereinigd te worden. Dit kan door middel van de bijgeleverde schop en pook. Let wel, een bedje assen op de bodem laten liggen (±1cm) verbetert de verbranding  verbranding in de assen. 1. 2.

3. 4. 5. 6.

Open de deur. Gebruik de meegeleverde pook om gloeiend houtskool naar een kant te schuiven zodat deze kan hergebruikt worden bij het hernemen van het vuur. Schuif de assen naar de andere kant. Verwijder de assen uit de haard (met de schop) Verspreid de gloeiende houtskool gelijkmatig op de bodem van de haard. Plaats nieuwe houtblokken op de gloeiende houtskool.

810.6011.000 / 02

19


Nederlands

10.3 Geverfde delen Stof de resterende as op de geverfde gedeelten af met behulp van een zachte handborstel of katoenen doek. Was de haard nooit af met water! Dit kan roestplekken veroorzaken.

10.4 Reinigen van de schoorsteen Men is verplicht jaarlijks de schoorsteen te laten reinigen. Hiertoe dient men de rookklep in het toestel te verwijderen. Om deze te verwijderen dient men onderstaande uitleg nauwgezet te volgen. 1) Na het openen van de deur kan men de vlamkeerplaat D verwijderen. Daartoe plaatst men zijn hand op de klem C en duwt men de achterkant van de klem omhoog. Nu is de klem C aan de achterzijde losgekomen van de rookklep E en kan men deze naar zich toe bewegen. Men kan nu de klem van de rookklep verwijderen. Zie hiertoe de foto’s 1 tot en met 5. Opgepast: De klem C voor de rookklep heeft een voorkant ( A ) en een achterkant ( B ). Let erop dat bij het terugmonteren deze richtingen gerespecteerd worden. Evenzo heeft de vlamkeerplaat D een voorkant ( A ) en een achterkant ( B ) die eveneens moeten gerespecteerd worden. 2) Nu kan men de vlamkeerplaat D verwijderen door de linkerkant naar omhoog te brengen en de rechterzijde naar omlaag zodat men de rechterzijde naar voor kan draaien en eruit nemen. Zie hiertoe de foto’s 6 tot 9. 3) De rookklep F verwijdert men door deze naar achter te schuiven en naar beneden te trekken. Zie hiertoe de foto 10. 4) Om het geheel terug te monteren moet men in omgekeerde volgorde te werk gaan. Let erop dat men bij het terug monteren de rookklep bedieningsas F ( foto.12 ) eerst in het geleidingsgaatje G (foto.6) monteert voordat men de gleuven van de rookklep E over de bevestigingen plaatst. Nu beweegt men de rookklep E naar voren zodat die niet meer naar beneden kan vallen.

10.5 Gebroken ruit De pyroceramische ruit is voldoende stevig en zal niet barsten door de hitte. Hoewel deze wel kan breken door onzorgvuldigheid. Door volgende tips te lezen en toe te passen kunt u schade vermijden. Laat nooit houtblokken door het front steken, zoniet zal de vooruitstekende houtblok de ruit doorboren. Bij het vullen van de haard met houtblokken, let op dat er geen blokken op de ruit kunnen rollen. Bij het reinigen van de ruit druk niet onnodig hard. Controleer bij eerste ingebruikname (zowel bij een nieuw toestel als bij eerste ingebruikname na de zomer) de spanning op de ruit. Er moet een kleine speling zitten op ruit, zoniet moet de spanning weggenomen worden alvorens het toestel voor de eerste keer in gebruik te nemen. Bij gebroken ruit, raadpleeg uw installateur.

810.6011.000 / 02

20


Nederlands

810.6011.000 / 02

21


Nederlands

810.6011.000 / 02

22


Nederlands

11 STORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN Storing Het vuur brandt slecht

Oorzaak

Oplossing

Hout te vochtig

Controleren, max. restvochtigheid 20%

Verkeerde brandstof

Alleen de voor het toestel toegelaten brandstof gebruiken

Schoorsteentrek te zwak (min 10 Pa)

 Dichtheid van de afvoer controleren  Aanmaakvuur aansteken in de schoorsteen  Geopende deuren van andere op de schoorsteen aangesloten toestellen sluiten  Niet gesloten reinigingsopeningen van de schoorsteen dichten  Evt. het verbindingsstuk reinigen

Onvoldoende verbrandingslucht

 Diameter rookafvoerbuizen of luchttoevoer controleren  Verluchtingsinstallatie van de woning of afzuigkap controleren, evt. venster openen

Hout te vochtig

 Controleren, max. restvochtigheid 20%

Verkeerde brandstof

 Brandstof niet klein genoeg, max. omvang respecteren  Alleen de voor het toestel toegelaten brandstof gebruiken

Te veel hout toegevoegd

 Niet meer dan 2 tot 3 stukken hout toevoegen

Onvoldoende verbrandingslucht

 Leiding verbrandingslucht direct op het toestel aansluiten en naar het circulatierooster of direct naar buiten afvoeren  Diameter circulatie controleren  Verluchtingsinstallatie van de woning of afzuigkap controleren, evt. venster openen

Het ruikt naar lak en er is rookontwikkeling

Uitdrogen van de gebruikte grondverf

 Er ontstaat geur bij sterke opwarming van het verwarmingstoestel. Verdwijnt na een tijdje.

Condensvorming

Hoog temperatuurverschil

 Deur in de opwarmingsfase op een kier zetten. Toestel daarbij niet onbewaakt achterlaten!

Rookoverlast

Schoorsteentrek te zwak (min 10 Pa)

 Dichtheid van de afvoer controleren  Aanmaakvuur aansteken in de schoorsteen  Geopende deuren van andere op de schoorsteen aangesloten toestellen sluiten  Niet gesloten reinigingsopeningen van de schoorsteen dichten  Evt. het verbindingsstuk reinigen

Brandstof niet volledig opgebrand

 Brandstof in principe alleen bijvullen, wanneer in de kachel geen zichtbare oranje vlammen meer te zien zijn.

Foutieve brandstof Overladen Gebrekkig onderhoud

 Onmiddellijk de luchttoevoer afsluiten en brandweer verwittigen

Glas wordt snel vuil

Schoorsteen brand

810.6011.000 / 02

23


Nederlands

12 TECHNISCHE GEGEVENS Fenix VITRO 70 6 - 12 9 73.5 0.24 62.9 310

Fenix VITRO 80 7 - 14 11 73.5 0.24 62.9 310

Fenix VITRO 90 7 – 14 11 73.5 0.24 62.9 310

nee 220 101

nee 260 112

nee 260 122

Pa Pa m³

12 10 - 20 42 - 50

12 10 - 20 51

12 10 - 20 51

Kg Kg % cm cm

3.0 3.6 20 50 18

4.0 4.7 20 50 20

4.0 4.7 20 50 20

Resultaten Vermogensrange Nominaal vermogen Rendement CO-uitstoot (bij 13% O2) Fijnstof uitstoot Rookgastemperatuur bij nominaal vermogen

kW kW % % Mg/Nm³ °C

Maten en gewichten Achteraansluiting Te verwarmen ruimte (indicatief gegeven) Gewicht

ja/nee m³ Kg

Installatiewaarden Schouwtrek bij nominaal vermogen Schouwtrek limieten Toevoer verse lucht

Brandstof Verbruik bij nominaal vermogen Verbruik bij maximaal vermogen Maximale vochtigheid Maximale lengte brandstof Maximale diameter / omvang

Elektrisch schema voor de aansluiting van de ventilator.

810.6011.000 / 02

24


Nederlands

Fenix 60 5 - 11 8 73.5 0.24 62.9 310

Fenix 60 Optic 5 - 11 8 73.5 0.24 62.9 310

Fenix 70 Plat 6 - 12 9 73.5 0.24 62.9 310

Fenix 70 Round 6 - 12 9 73.5 0.24 62.9 310

Fenix 80 7 - 14 11 73.5 0.24 62.9 310

Fenix 80 Flatline 7 - 14 11 73.5 0.24 62.9 310

Fenix 90 Flatline 7 - 14 11 73.5 0.24 62.9 310

nee 200 83

nee 200 105

nee 220 101

nee 220 101

nee 260 116

nee 260 112

nee 260 122

12 10 - 20 40 - 50

12 10 - 20 40 - 50

12 10 - 20 42 - 50

12 10 - 20 42 - 50

12 10 - 20 51

12 10 - 20 51

12 10 - 20 51

2.5 3.5 20 40 15

2.5 3.5 20 40 18

3.0 3.6 20 50 18

3.0 3.6 20 50 18

4.0 4.7 20 50 20

4.0 4.7 20 60 20

4.0 4.7 20 70 20

810.6011.000 / 02

25


Nederlands

12.1 Algemene afmetingen

Model

A

B

C

D

E

F

G

J

K

L

Fenix VITRO 70

666

584

666

458

584

180

286

670

589

488

Fenix VITRO 80

766

584

766

478

584

200

298

770

589

508

Fenix VITRO 90

866

584

866

478

584

200

298

870

589

508

Fenix 60

600

530

566

430

520

150

282

570

525

460

Fenix 60 Optic

600

720

566

450

710

180

282

570

715

480

Fenix 70 flat

700

600

666

450

590

180

282

670

595

480

Fenix 70 Round

700

600

666

450

590

180

282

670

595

480

Fenix 80

800

670

766

470

660

200

292

770

665

500

Fenix 80 Flatline

800

600

766

470

590

200

292

770

595

500

Fenix 90 Flatline

900

600

866

470

590

200

292

870

595

500

Afmetingen in mm.

810.6011.000 / 02

26


Nederlands

12.2 Afmetingen kaders Fenix reeks

No frame Model

3sides 45mm

4sided 45mm

A

B

A

B

A

B

Fenix 60

600

530

650

555

650

600

Fenix 60 Optic

600

720

650

745

650

Fenix 70 flat

700

600

750

625

Fenix 70 Round

700

600

750

Fenix 80

800

670

Fenix 80 Flatline

800

Fenix 90 Flatline

900

3sided 70mm

4sided 70mm

A

B

A

B

790

700

770

700

840

750

670

800

650

800

720

625

750

670

800

650

800

720

850

695

850

740

900

720

900

790

600

850

625

850

670

900

650

900

720

600

950

625

950

670

1000

650

1000

720

Afmetingen in mm.

12.3 Afmetingen kaders Fenix Vitro reeks Thin 4 mm frame Model

3 sided 50 mm

4 sided 50mm

A

B

A

B

A

B

Fenix VITRO 70

666

584

758

630

758

675

Fenix VITRO 80

766

584

858

630

858

675

Fenix VITRO 90

866

584

958

630

958

675 Afmetingen in mm.

810.6011.000 / 02

27


Nederlands

810.6011.000 / 02

28


English

SAEY Home & Garden NV. Industrielaan 4 B – 8501 KORTRIJK - Heule Belgium www.saeyheating.com

810.6011.000 / 02

80

Fenix Vitro serie Fenix Vitro 70 ref Fenix Vitro 80 Flatline ref Fenix Vitro 90 Flatline ref

Recommend Documents