FEDERATION OF SMALL BUSINESSES
E
UROPESE
V
ERKIEZINGEN
2004
Een Manifest Een Concurrerende en Dynamische Agenda
De Federation of Small Businesses (FSB) is de grootste lobbyorganisatie van het Verenigd Koninkrijk die de zelfstandigen en bedrijfsleiders van kleine ondernemingen vertegenwoordigt. Ze werd opgericht in 1974 en telt vandaag meer dan 185.000 leden in alle sectoren van de industrie, handel en diensten. Deze niet-partijpolitiek gebonden lobbygroep behartigt de belangen van al diegenen die een eigen onderneming hebben en leiden. De FSB-leden stellen samen 1,25 miljoen mensen te werk en realiseren een jaarlijkse omzet van 10 miljard Britse pond. De FSB is lid van het Europees verbond van kleine ondernemingen (ESBA). Deze grote onafhankelijke organisatie met vrij lidmaatschap vertegenwoordigt kleine ondernemers en zelfstandigen in Europa. OVER DE FSB
FEDERATION OF SMALL BUSINESSES PRESS AND PARLIAMENTARY OFFICE 2 CATHERINE PLACE, WESTMINSTER, LONDEN, SW1E 6HF TELEFOON: 020 7592 8100 FAX: 020 7233 7899 E-MAIL:
[email protected] WEBSITE: http://www.fsb.org.uk
E
UROPESE
V
ERKIEZINGEN
2004
INHOUDSOPGAVE Voorwoord van Brian Prime
2
1. Inleiding
3
2. Wetgeving en kleine ondernemingen: algemene principes
4
3. Wetgeving en kleine ondernemingen: sociale en milieu-aspecten
7
4. Realisatie van de doelstellingen van Lissabon
11
5. Uitbreiding
13
6. Oneerlijke concurrentie en kleine ondernemingen
14
7. Wereldhandel
15
8. Besluit
16
E
UROPESE
V
ERKIEZINGEN
2004
VOORWOORD De afgelopen jaren is de economische en sociale bijdrage die kleine ondernemingen leveren aan de Europese Unie algemeen erkend. Kleine ondernemingen worden beschouwd als een belangrijke bron van werkgelegenheid, ondernemerschap en vernieuwing en als stuwende kracht achter de productiviteitswinst die zo belangrijk is voor de toekomstige welvaart van de Europese Unie. De helft van de werknemers in de privésector is tewerkgesteld in kleine en middelgrote ondernemingen. Deze produceren samen de helft van het BNP van het Verenigd Koninkrijk. De meest verrassende statistiek voor zij die dit voor het eerst horen, is dat 97% van alle Britse ondernemingen minder dan 25 werknemers telt. Die erkenning is mooi, maar het beleidskader waarin kleine ondernemingen werken verhindert een volledige benutting van hun potentieel. De instellingen van de Europese Unie dienen hun beleid te herzien. Er moet zorgvuldig worden nagegaan hoe het kan dat een wetgeving die gericht is op een verdere Europese integratie schade toebrengt aan deze cruciale en vitale schakel van de Gemeenschap en dus aan de economie. Wij zijn vooral ontgoocheld over de geboekte vooruitgang in de toepassing van het EU-handvest voor kleine ondernemingen, dat door de lidstaten werd opgesteld in 2000 in Portugal. De welgekomen beloften op het vlak van de vermindering van de administratieve lasten verdwijnen in het niets bij de wildgroei aan regels. Hierdoor komt ons inziens het realiseren van de hoofddoelstelling van het EUhandvest op de helling te staan. Die bestaat erin de EU op 10 jaar tijd uit te bouwen tot de ‘meest concurrerende en dynamische kenniseconomie ter wereld, met een duurzame economische groei, meer en betere jobs en een grote sociale samenhang‘. De FSB pleit reeds lang voor het behoud van het pond sterling en dus van het economisch beheer over het land. De recente aanpassing van de Britse rentevoeten toont aan dat het beter is deze mogelijkheid te behouden dan toe te treden tot de uniforme rentevoet van de eurozone. Er zijn redenen om aan te nemen dat de rentevoet van de eurozone de economie van vele lidstaten afremt, wat dan weer zijn weerslag heeft op de Britse exportcijfers. Enkel een gezonde economie garandeert dat we de openbare diensten en sociale plichten die de gemeenschap verwacht, kunnen blijven vervullen. Dit betekent een economisch klimaat dat gunstig is voor kleine ondernemingen en leidt tot de productiviteitswinst en welvaartscreatie die we allen nastreven. Reeds vele jaren speelt de FSB een belangrijke rol als het gaat om de belangen van kleine ondernemingen in EU-instellingen en is het lid van het Europees verbond van kleine ondernemingen (ESBA). Momenteel zetten we de eerste stappen voor de oprichting van een kantoor in Brussel als aanvulling op onze bestaande activiteiten. In dit manifest drukken we onze voornaamste punten van bezorgdheid uit en geven we onze aanbevelingen voor actie. Brian Prime Voorzitter internationale en Europese aangelegenheden EEN EU-MANIFEST VOOR KLEINE ONDERNEMINGEN
E
UROPESE
1.
V
ERKIEZINGEN
2004
INLEIDING
De voorbije jaren is de economische en sociale bijdrage die kleine ondernemingen leveren aan de Europese Unie algemeen erkend. Kleine ondernemingen worden beschouwd als een belangrijke bron van werkgelegenheid, ondernemerschap en vernieuwing en als stuwende kracht achter de productiviteitswinst die zo belangrijk is voor de toekomstige welvaart van de Europese Unie. Die erkenning is mooi, maar het beleidskader waarin kleine ondernemingen werken, verhindert een volledige benutting van hun potentieel. De instellingen van de Europese Unie dienen hun beleid te herzien. Er moet zorgvuldig worden nagegaan hoe het kan dat een wetgeving die gericht is op een verdere Europese integratie schade toebrengt aan deze cruciale en vitale schakel van de Gemeenschap. Dit manifest somt de voornaamste punten van bezorgdheid van de Federation of Small Business (FSB) op ten aanzien van het beleid. LANDEN TOEGETREDEN IN 2004 Cyprus Malta Estland Litouwen Letland Polen Tsjechië Slowakije Hongarije Slovenië LIDSTATEN De Europese Unie sinds maart 2004
E
UROPESE
V
ERKIEZINGEN
2.
WETGEVING EN KLEINE ALGEMENE PRINCIPES
2.1
BETROKKEN THEMA'S
2004
ONDERNEMINGEN:
2.1.1 DE OVERREGULERING VAN KLEINE ONDERNEMINGEN Bedrijven zijn bij het zakendoen, het leveren van goederen en diensten en het openzetten van deuren voor klanten aan heel wat wetten en regels gebonden. Vele daarvan zijn afkomstig van de Europese Unie. Die wetten op zich mogen dan niet al te belastend zijn, het gezamenlijke effect ervan is vaak overweldigend. Dit geldt vooral voor wetten die betrekking hebben op gezondheid en veiligheid, arbeid en milieu. Naar ons gevoel worden bedrijfsleiders hierdoor al te zeer afgeleid van hun hoofdactiviteiten. Ze verliezen uren met het invullen van formulieren en het voltooien van papierwerk om aan oneindig veel regels te voldoen. Tijd die ze anders zouden kunnen besteden aan de uitbouw van hun onderneming. De kosten om aan de wetgeving te voldoen, kunnen zeer hoog oplopen en hebben een buitensporige impact op kleine ondernemingen. Zij hebben immers, in tegenstelling tot grote firma's, niet de middelen om apart personeel aan te werven voor de administratie. 2.1.2 GEBREK AAN COÖRDINATIE TUSSEN BELEIDSMAKERS Het probleem van de regelgeving wordt nog verergerd door een gebrek aan 'samendenken' tussen de verschillende EU-instellingen. Een beleidsmaatregel van de ene instelling gaat soms regelrecht in tegen die van een andere. Toch moeten kleine ondernemingen aan beide voldoen. Het wemelt ook van dubbele regels en verordeningen. Het scheppen van welvaart door ondernemingen is de beste manier om de sociale en economische doelstellingen van de EU te realiseren. Vernieuwing en ondernemingszin worden echter vaak in de kiem gesmoord door de bureaucratische cultuur. 2.1.3 DE IMPACT VAN WETTEN MOET STEEDS WORDEN GEËVALUEERD De FSB vindt dat Europese instellingen de verwachte impact van wetten moeten evalueren alvorens ze daadwerkelijk toe te passen. De recente ontwikkelingen voor een betere regelgeving, meer bepaald de Extended Impact Assessment (EIA) - momenteel toegepast op 40 voorstellen dragen dan ook onze goedkeuring weg. De EIA die werd toegepast op de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken heeft aangetoond dat aanzienlijke verbeteringen mogelijk zijn. Vooral de classificatie van kleine ondernemingen als bedrijven met 10-49 werknemers wekt grote bezorgdheid. Dit betekent immers dat de impact van maatregelen op bedrijven met minder dan tien werknemers niet in aanmerking
E
UROPESE
V
ERKIEZINGEN
2004
werd genomen en dat de zorgen van deze bedrijven bijgevolg vaak over het hoofd worden gezien. Wanneer nieuwe maatregelen worden overwogen, moet men zich steeds de volgende vraag stellen: brengen nieuwe wetten echte voordelen of gewoon nog meer overbodige rompslomp? 2.1.4 NIET ENKEL OVERLEG PLEGEN MET VAKBONDEN EN GROTE FIRMA'S, MAAR OOK MET KLEINE ONDERNEMINGEN Het overleg over werkgelegenheid en sociale wetten wordt gedomineerd door vakbonden en grote firma's. Kleine ondernemingen krijgen zelden een stem in de debatten. Krachtens artikel 137 van het Europees Verdrag moet de Europese Commissie sociale wetten vermijden die de oprichting en ontwikkeling van kleine ondernemingen in de weg staan. Met dit artikel wordt echter zelden rekening gehouden. De Commissie hecht vaak meer belang aan Artikel 138, dat bepaalt dat over bepaalde voorstellen overleg moet worden gepleegd met "werkgevers en werknemers". In de praktijk komt dit neer op vakbonden en grote bedrijven. Ook kleine ondernemingen moeten worden erkend als "werkgevers en werknemers", zodat ze een volwaardige gesprekspartner worden in het overleg. 2.1.5 REGELGEVING: MINDER IS BETER Politici en beleidsmakers zeggen te pas en te onpas dat ze streven naar een betere regelgeving. Maar ondanks het Mandelkern-rapport en de oprichting van de Better Regulation Task Force in het Verenigd Koninkrijk worden kleine ondernemingen nog steeds bedolven onder de lasten. Voor hen is 'betere regelgeving' niet meer dan een loze kreet van de Regering en de Commissie, die geen verbetering heeft gebracht in hun bedrijfsvoering en synoniem is met meer regels. 2.2
AANBEVELINGEN VAN HET FSB-MANIFEST
2.2.1 Een STERK EN DAADKRACHTIG EUROPEES PARLEMENT DAT DE REGELGEVING ONDER CONTROLE HOUDT Wij vragen de leden van het Europees Parlement met aandrang het voortouw te nemen in het zorgvuldig evalueren van alle nieuwe wetsvoorstellen, om erover te waken dat ze gunstig zijn voor de EU-economie in plaats van ze te schaden. Men moet zich steeds de vraag stellen: is de regel nodig? Nieuwe wetten die ingaan tegen of een kopie zijn van bestaande wetten moeten worden tegengehouden.
E
UROPESE
V
ERKIEZINGEN
2004
2.2.2 OVERBODIGE OUDE WETTEN EN REGELS SCHRAPPEN De hele wetgeving van de Europese Unie moet onder de loupe worden genomen om na te gaan of alle richtlijnen op maat zijn gesneden van een moderne, vitale economie. Kleine ondernemingen verliezen veel tijd met het proberen te voldoen aan wetten die niet van toepassing zijn op hun werksituatie. Wij vinden dat alle nieuwe wetten een annulatie- en evaluatieclausule moeten bevatten, zodat ze automatisch kunnen worden ingetrokken, mochten ze later irrelevant of verouderd blijken. Op die manier houden we enkel nog de wetten en regels over die echt van belang zijn. Er is ook nood aan een voortdurende evaluatie van de bestaande regelgeving. 2.2.3 KLEINE ONDERNEMINGEN MOETEN EEN FORMELE ROL KRIJGEN IN HET SOCIAAL OVERLEG Er moet een betere vertegenwoordiging van kleine ondernemingen komen in het sociaal overleg. Kleine ondernemingen moeten vooraf in kennis overlegvergaderingen en er een formele rol in krijgen.
worden
gesteld
van
Verder is een ruimer overleg met het kleinbedrijf nodig. Wij stellen voor een controlecommissie voor wetgeving op te richten, zodat het beleid en de wetgeving beter op elkaar kunnen worden afgestemd. Wij zijn ook voorstander van het verplicht opgeven en publiceren van de redenen voor het toepassen van maatregelen die duidelijk ingaan tegen de belangen van kleine ondernemingen. 2.2.4 Parlementsleden MOETEN IN DE EERSTE PLAATS AAN KLEINE ONDERNEMINGEN DENKEN Wij vragen de parlementsleden met aandrang het voortouw te nemen in de evaluatie van wetsvoorstellen die ongunstig zijn voor kleine ondernemingen en hun werknemers. Parlementsleden moeten eerst de impact van het voorstel op kleine ondernemingen inschatten en de toepassing ervan rechtvaardigen. Alle alternatieven voor de wet, ook de mogelijkheid om niets te doen, moeten in overweging worden genomen. Als de schadelijke effecten op kleine ondernemingen zwaarder wegen dan de voordelen van andere belanghebbenden, moet men het voorstel laten vallen.
E
UROPESE
V
ERKIEZINGEN
2004
3.
WETGEVING EN KLEINE ONDERNEMINGEN: SOCIALE EN MILIEU-ASPECTEN
3.1
BETROKKEN THEMA'S
3.1.1 SLECHT GECOÖRDINEERDE BELEIDSMAATREGELEN SCHADELIJK ZIJN VOOR ONDERNEMINGEN
DIE
De FSB erkent dat de bescherming van ons milieu een van de belangrijkste thema's van deze tijd is. Wij zijn het er ook mee eens dat er nood is aan een wetgeving op de werkplaats die de beste werkpraktijken garandeert. Op deze domeinen blijft het EU-beleid echter schromelijk in gebreke. Regels en wetten zijn slecht op elkaar afgestemd en er is een gebrek aan coördinatie van het beleid. Daardoor is het vaak moeilijk voor kleine ondernemingen om de verschillende regels en wetten die op hen van toepassing zijn te begrijpen en eraan te voldoen. 3.1.2 SOMMIGE MILIEUWETTEN HEBBEN NAUWELIJKS VOORDELEN In de ogen van vele bedrijfsleiders van kleine ondernemingen is de toepassing van milieuwetten een moeilijke en dure aangelegenheid. Ze twijfelen ook vaak aan het nut ervan. Een meer flexibele aanpak van de milieuwetgeving dringt zich op. In de milieuwetten die tot dusver door de Europese Unie zijn uitgevaardigd, werd nooit terdege rekening gehouden met de beperkte middelen van kleine ondernemingen. 3.1.3 AFVALWETGEVING: EEN ZOOTJE Afval is een domein waar Europa een duidelijk gebrek aan strategie vertoont. Sommige regels bereiken het tegengestelde van het beoogde doel en illegale afvalstortingen nemen even snel toe als het aantal nieuwe regels. Wij willen graag onze bijdrage leveren aan de nieuwe strategie van de Commissie inzake afvalpreventie en recycling. 3.1.4 WETGEVING OP GARANDEREN
CHEMISCHE
STOFFEN:
BEVOORRADING
Het ontwerp van de Europese Commissie voor een EU-verordening betreffende de registratie, evaluatie, autorisatie en beperkingen van chemische stoffen (REACH) is zeer ingewikkeld en kan leiden tot zware administratieve en financiële lasten voor kleine ondernemingen. Een groot aantal chemische stoffen kan - niet uit milieu- maar uit economische overwegingen - van de markt worden gehaald. Dit maakt het voor sommige kleine ondernemingen moeilijk om zich te bevoorraden. Bovendien bestaat het
E
UROPESE
V
ERKIEZINGEN
2004
gevaar dat de voorstellen aanzienlijke meerkosten zullen veroorzaken voor kleine ondernemingen, die ze vrijwel nooit kunnen doorrekenen aan hun klanten. 3.1.5 ORDE OP ZAKEN STELLEN OP HET GEBIED MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN
VAN
Op basis van recente voorstellen inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen (CSR) kunnen kleine ondernemingen worden verplicht tot het uitvoeren van CSR-audits en het opstellen van CSR-rapporten. Bedrijfsleiders van kleine ondernemingen hebben steeds een belangrijke rol gespeeld in hun plaatselijke gemeenschap. Vaak leiden ze vrijwilligersorganisaties, zowel binnen als buiten het bedrijfsleven. Het gaat om lokale ondernemingen, die vaak binnen een kleinere regio aanwerven en binnen een kleinere straal werken dan grotere firma's. Kleine ondernemingen die actief zijn in achtergestelde of landelijke gebieden zijn dus louter door hun bestaan bevorderlijk voor het herstel en de sociale insluiting. Bovendien zijn kleine ondernemingen vaak betrokken bij activiteiten die onder de noemer CSR vallen zonder dat ze een formeel CSR-beleid voeren. Zij doen reeds aan een vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar gebruiken het formele jargon niet en stellen er geen rapporten over op. 3.1.6 HET FINANCIËLE ARBEIDSWETGEVING
PLAATJE
VAN
DE
EUROPESE
De onophoudelijke stroom aan arbeidswetten vanuit Brussel blijft voor aanzienlijke problemen zorgen in kleine ondernemingen. Het aantal lichtzinnige en valse klachten bij Britse arbeidsrechtbanken is hierdoor aanzienlijk gestegen. Dit is een gevolg van de omkering van discriminatiewetgeving. Die ligt nu bij de beklaagde.
de
bewijslast
in
de
Het is dan ook moeilijker en duurder geworden voor kleine ondernemingen om zich hiertegen te verzekeren. Zich verdedigen in een rechtszaak wordt hoe dan ook duur voor een kleine onderneming, want zelfs als ze wint, krijgt ze nooit alle kosten terugbetaald. 3.1.7 PLEIDOOI VOOR TIJDELIJKE WERKKRACHTEN Kleine ondernemingen hebben reeds problemen om te voldoen aan de wetgeving betreffende vaderschaps- en moederschapsrechten. Dit betekent dat kleine ondernemingen het ofwel zonder de werknemer moeten stellen ofwel een tijdelijke werkkracht in dienst moeten nemen. De nieuwe Richtlijn voor uitzendkrachten brengt extra kosten met zich en beïnvloedt de beslissing van kleine ondernemingen om tijdelijke vervangers in dienst te nemen.
E
UROPESE
V
ERKIEZINGEN
2004
3.1.8 MOGELIJK VERLIES VAN DE 48-UREN OPT-OUTREGELING VOOR HET VERENIGD KONINKRIJK Werknemers in het Verenigd Koninkrijk hebben het recht langer dan 48 uur te werken als ze dat willen. De Europese Commissie en het Europees Parlement willen dit recht om zich te onttrekken aan het sociale hoofdstuk afschaffen. De FSB denkt dat dit een nadelige invloed kan hebben op de flexibiliteit van de Britse arbeidsmarkt en economie. Deze maatregel zal veel tijd en geld kosten en een bijkomende hinderpaal vormen voor werkgelegenheid. 3.2
AANBEVELINGEN VAN HET FSB-MANIFEST
3.2.1 NAAR MEER ZELFREGULERING IN DE MILIEUWETGEVING De FSB vindt dat de milieuwetgeving meer rekening moet houden met de bezorgdheden van kleine en micro-ondernemingen. In plaats van een al te betuttelende wetgeving moet meer nadruk worden gelegd op zelfregulering, met een betere praktische hulp en begeleiding. Initiatieven en instrumenten die ook de financiële voordelen belichten, zullen kleine ondernemingen meer aanzetten tot milieuvriendelijke handelspraktijken. 3.2.2 BETERE COÖRDINATIE VAN DE AFVALWETGEVING De FSB wil dat er maatregelen worden genomen om de afvalwetgeving te coördineren. Wij willen een duidelijke strategie die de problemen aanpakt op een begrijpelijke en geïntegreerde manier en die leidt tot een beter afvalbeheer. Slachtoffers van illegale afvalstortingen - steeds vaker kleine ondernemingen mogen niet financieel verantwoordelijk worden gesteld voor het opruimen ervan. 3.2.3 VERBETERING VAN REACH TEN ONDERNEMINGEN EN HET MILIEU
GUNSTE
VAN
DE
De FSB wil een vereenvoudiging van de voorgestelde REACH-verordening van de EU. Ze moet begrijpelijker worden, een minimum aan administratie vergen en garanderen dat chemische stoffen die in de EU worden geïmporteerd op gelijke voet worden behandeld met stoffen die binnen haar grenzen worden geproduceerd. Daarnaast moeten de gevolgen voor sommige ondernemingen worden bekeken van het feit dat stoffen van de markt zullen verdwijnen zonder dat geschikte vervangproducten voorhanden zijn.
E
UROPESE
V
ERKIEZINGEN
2004
3.2.4 KLEINE ONDERNEMINGEN MOGEN NIET WORDEN VERPLICHT TOT HET UITVOEREN VAN AUDITS OVER MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN Wij zijn van mening dat kleine ondernemingen niet mogen worden verplicht tot het uitvoeren van audits over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het heeft meer nut de ondernemingen te begeleiden bij het identificeren en toepassen van maatschappelijk verantwoorde en milieuvriendelijke praktijken. Ons inziens zal deze vorm van aanmoediging betere resultaten opleveren dan wanneer de EU kleine ondernemingen verplicht nog meer formulieren in te vullen. 3.2.5 DE WILDGROEI AAN ARBEIDSWETTEN EEN HALT TOEROEPEN De FSB vindt dat de bestaande arbeidsregelgeving reeds te ver gaat en dat de trend naar al te belastende arbeidswetten dringend moet worden omgebogen. Wij wensen meer bepaald dat de bewijslast in discriminatiezaken wordt omgekeerd, zodat het aan de aanklager is om te bewijzen dat hij het slachtoffer is geweest van discriminatie. 3.2.6 WACHTTIJD VAN UITZENDKRACHTEN
ÉÉN
JAAR
IN
RICHTLIJN
VOOR
De FSB vindt dat tijdelijke werkkrachten ten minste één jaar moeten hebben gewerkt voordat ze sommige rechten van vaste werknemers krijgen. Een wachttijd van één jaar zal ervoor zorgen dat de tijdelijke werkgelegenheid niet wordt bedreigd. 3.2.7 BEHOUD VAN DE 48-UREN OPT-OUTREGELING VOOR HET V.K. IN DE ARBEIDSDUURRICHTLIJN De FSB is van oordeel dat de opt-outregeling in de Arbeidstijdrichtlijn moet behouden blijven. Het afschaffen van deze regeling zal ons inziens leiden tot enorme administratieve lasten voor kleine ondernemingen, niet in het minst omdat ze dan gedetailleerde dossiers moeten bijhouden met het aantal gewerkte uren per werknemer. Er zullen banen op de tocht komen en de arbeidsmarkt zal minder flexibel worden.
E
UROPESE
V
4.
REALISATIE LISSABON
VAN
4.1
BETROKKEN THEMA'S
ERKIEZINGEN
DE
2004
DOELSTELLINGEN
VAN
4.1.1 LISSABON EN DE CONCURRERENDE ECONOMIE De doelstellingen van Lissabon hebben de weg vrijgemaakt voor een algemene erkenning van het belang van kleine ondernemingen in de EU-economie. Dit werd opgenomen in het EU-handvest voor kleine ondernemingen, waarin tien belangrijke actiedomeinen voor de groei van kleine ondernemingen werden omschreven. Het Handvest volgde op de uiteenzetting van de doelstellingen van Lissabon in maart 2000. De Europese Raad van Lissabon onthulde toen zijn agenda, namelijk van de EU op tien jaar tijd de meest dynamische en concurrerende kenniseconomie maken. De FSB juicht deze ontwikkeling toe, omdat hiermee de belangrijke rol van kleine ondernemingen in de EU eindelijk wordt erkend. Het is een stap in de goede richting, maar er is nog een lange weg te gaan. De link moet worden gelegd met andere initiatieven zoals het Groenboek Ondernemerschap en het Actieplan Ondernemerschap. Het ondernemingsbeleid heeft alleen kans op slagen als deze agenda's worden toegepast in alle EU-instellingen en als parlementsleden steeds de economische bezorgdheden voor ogen houden. Zo niet, dan zal de doelstelling om van de EU binnen tien jaar de meest concurrerende economie ter wereld te maken, niet worden gehaald en draait Lissabon uit op een mislukking. 4.1.2 KLEINE ONDERNEMINGEN OPENBARE CONTRACTEN
WORDEN
UITGESLOTEN
VAN
Kleine ondernemingen krijgen geen toegang tot Europese openbare contracten, die naar schatting 1000 miljard Britse pond waard zijn. Het inschrijvings- en inkoopsysteem is ongunstig voor hen omdat contracten onvoldoende worden geadverteerd en inkopers het aantal bestaande leveranciers willen beperken. Er zijn ook problemen opgetreden in verband met de vereisten voor kleine ondernemingen om zich in te schrijven in S-CAT, een on line register van goedgekeurde leveranciers. Andere nadelige factoren zijn de tendens om contracten te bundelen in grote pakketten vanwege kostenbesparingen, het veelvuldig gebruik van lijsten van goedgekeurde leveranciers en de perceptie dat kleine ondernemingen een hoog risico inhouden. Inkoopverantwoordelijken beseffen niet dat kleine ondernemingen een waardevolle rol kunnen spelen. Zij zijn wel degelijk in staat vernieuwende oplossingen, betaalbare producten en de beste prijs-kwaliteit te bieden. Wanneer het aantal bedrijven dat kan meedingen naar openbare contracten toeneemt, groeit automatisch het concurrentievermogen.
E
UROPESE
V
ERKIEZINGEN
2004
4.1.3 NADRUK OP STARTERS TEN KOSTE VAN GEVESTIGDE KLEINE ONDERNEMINGEN Het EU-beleid lijkt grotendeels afgestemd op het bieden van hulp aan startende bedrijven. Haar programma ter aanmoediging van het ondernemerschap legt sterk de nadruk op de opleiding en ondersteuning van nieuwe bedrijven en heeft tot doel de ondernemers van morgen te vormen. De FSB vindt dat steun aan starters nodig is, maar dat dit niet ten koste mag gaan van pogingen om bestaande ondernemingen draaiende te houden en verder uit te bouwen. 4.1.4 TOEGANG TOT FINANCIERING Bedrijfsleiders van kleine ondernemingen vinden zeer moeilijk financiering voor de ontwikkeling en verdere groei van hun onderneming. Een van de voornaamste problemen is volgens de FSB de houding van banken en kredietinstellingen ten opzichte van kleine ondernemingen. Er wordt onvoldoende ruchtbaarheid gegeven aan overheidsinitiatieven, zoals het leningswaarborgprogramma voor kleine ondernemingen in het Verenigd Koninkrijk, dat leningen verschaft aan ondernemingen met onvoldoende borg. De banken hebben dit programma onderschreven, maar maken er zelden melding van in hun publiciteitsmateriaal. Doorgaans wordt deze informatie alleen op uitdrukkelijk verzoek verschaft. 4.2
AANBEVELINGEN VAN HET FSB-MANIFEST
4.2.1 ER IS EEN GEZAMENLIJKE INSPANNING NODIG DOELSTELLINGEN VAN LISSABON TE REALISEREN
OM
DE
De FSB meent dat alle betrokken partijen een gezamenlijke inspanning moeten leveren om de doelstellingen van Lissabon - van de EU de meest concurrerende economie ter wereld maken - te realiseren. In plaats van nieuwe lasten te creëren, moet het beleid de bestaande lasten identificeren en trachten weg te werken. Een gedragswijziging dringt zich op. De lippendienst aan deze agenda moet dringend plaatsmaken voor echte vooruitgang om te bewijzen dat de doelstellingen van Lissabon ernstig worden genomen. 4.2.2 BETERE TOEGANG TOT OVERHEIDSCONTRACTEN VOOR KLEINE ONDERNEMINGEN Kleine ondernemingen moeten meer nationale en lokale overheidscontracten kunnen binnenhalen. Deze contracten moeten beter worden geadverteerd en in kleinere pakketten worden aangeboden. De biedingsprocedure moet worden versoepeld en inkoopverantwoordelijken moeten bewust worden gemaakt van de voordelen die kleine ondernemingen bieden.
E
UROPESE
V
ERKIEZINGEN
2004
4.2.3 STEUN AAN BESTAANDE KLEINE ONDERNEMINGEN De ondernemingsagenda moet focussen op een vermindering van de administratieve lasten die reeds op kleine ondernemingen rusten om hen te helpen overleven en zich verder te ontwikkelen. Minder lasten voor kleine ondernemingen betekent ook minder risico's. Banken en investeerders staan immers vaak afkerig tegen investeringen in kleine ondernemingen vanwege de hoge risicograad. 4.2.4 HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN BANKEN VERHOGEN Banken moeten verder worden aangemoedigd om een goedkopere en betere service te verlenen aan kleine ondernemingen. Hoge bankkosten en een slechte service ondermijnen de sector van het kleinbedrijf in het Verenigd Koninkrijk.
E
UROPESE
V
5.
UITBREIDING
5.1
BETROKKEN THEMA'S
ERKIEZINGEN
2004
5.1.1 HET EFFECT VAN DE UITBREIDING De uitbreiding zal de EU in vele opzichten veranderen. Het aantal arbeidskrachten zal toenemen en er zullen nieuwe handelskansen ontstaan. Dit zijn echter voordelen op lange termijn. In de beginfase van de uitbreiding zal de EU voor moeilijke en dure uitdagingen komen te staan. Het is dan ook van groot belang dat kleine ondernemingen, zowel in de toetredende landen als in de lidstaten, worden gesteund in deze overgangsperiode onder de vorm van een vermindering van hun administratieve lasten. 5.1.2 HOOFDTHEMA'S Vele kleine ondernemingen weten niet hoe ze samenwerkingsverbanden moeten sluiten met andere ondernemingen in de toetredende landen. De regels inzake overheidssteun houden in dat organisaties als UK Trade and Investment niet langer handelsmissies en -beurzen mogen financieren in EUlanden. Er zullen dus niet langer middelen beschikbaar zijn voor handelsmissies in de toetredende landen. Recente onderzoeken wijzen uit dat vele kleine ondernemingen in de toetredende landen niet op de hoogte zijn van de EU-wetgeving die op hen van toepassing is. Als de naleving van deze wetten niet behoorlijk wordt afgedwongen, kunnen kleine ondernemingen in de toetredende landen een concurrentievoordeel verwerven ten opzichte van Britse kleine ondernemingen. 5.2
AANBEVELINGEN VAN HET FSB-MANIFEST
5.2.1 ONTWIKKELING VAN SAMENWERKINGSVERBANDEN De FSB zou graag zien dat de nadruk wordt gelegd op de ontwikkeling van samenwerkingsverbanden met de toetredende landen om de handel te verruimen en het economische potentieel van de EU te vergroten. 5.2.2 FINANCIËLE STEUN AAN HANDELSBEURZEN EN -MISSIES Er moet financiële steun beschikbaar zijn voor handelsmissies naar elke lidstaat van de Europese Unie. De toetreding van de nieuwe landen brengt de bestaande anomalie aan het licht, namelijk dat er niet langer geld is voor missies naar deze landen.
E
UROPESE
V
ERKIEZINGEN
6.
ONEERLIJKE CONCURRENTIE ONDERNEMINGEN
6.1
BETROKKEN THEMA'S
2004
EN
KLEINE
6.1.1 ONEERLIJKE CONCURRENTIE IS EEN ECHT PROBLEEM Kleine ondernemingen moeten worden beschermd tegen oneerlijke concurrentie om een succesvolle en dynamische EU-economie te kunnen uitbouwen. Grote ondernemingen benutten al te vaak hun financiële en politieke slagkracht om een oneerlijk concurrentievoordeel te verwerven, vaak met ongeoorloofde praktijken. Vele FSB-leden hebben problemen ondervonden tijdens contractonderhandelingen met grote ondernemingen en werden bezwarende handelsvoorwaarden opgedrongen. Kleine ondernemingen ervaren problemen als consument - wanneer ze goederen en diensten inkopen of producten leasen, bijvoorbeeld fotokopieerapparaten - én als leverancier, wanneer ze hun eigen goederen verkopen aan supermarktketens of andere grote bedrijven. Aangezien de EU-agenda wordt gedomineerd door grote bedrijven, krijgt het thema eerlijke handel weinig aandacht. En dat is nu net wat vele kleine ondernemingen zorgen baart. Eerlijke handel is een onmisbare voorwaarde voor de succesvolle EU-economie die de beleidsmakers zeggen na te streven. 6.1.2 BEZWARENDE VOORWAARDEN Wanneer kleine ondernemingen goederen en diensten kopen van grote firma's, worden hen vaak bezwarende voorwaarden opgelegd waarvan ze niet op de hoogte waren bij de ondertekening van het contract. Zelfs de kleine letters op vele contracten zijn misleidend en geven vaak niet weer hoe het contract zal worden geïnterpreteerd door een rechtbank. 6.1.3 DOMINANTE POSITIES Wat kleine ondernemingen ook zorgen baart, is de dominante positie van vele grote bedrijven, die de kleine ondernemingen waarmee ze zaken doen vaak uitbuiten. In dergelijke gevallen kunnen de contractvoorwaarden de koper het grote bedrijf - vrijstellen van elke verplichting, terwijl de leverancier - de kleine onderneming - tal van verplichtingen worden opgelegd. Als gevolg hiervan ziet de leverancier zich vaak genoodzaakt een dure professionele schadeverzekering af te sluiten. Grote bedrijven gebruiken vaak contracten met standaardvoorwaarden waarover niet kan worden onderhandeld. Vaak weet de bedrijfsleider van de kleine onderneming niet precies wat de voorwaarden precies betekenen en acht hij zich evenveel beschermd als de gemiddelde consument. Tot er een geschil is.
E 6.2
UROPESE
V
ERKIEZINGEN
2004
AANBEVELINGEN VAN HET FSB-MANIFEST
6.2.1 KLEINE ONDERNEMINGEN BESCHERMD.
MOETEN
BETER
WORDEN
De FSB wil dat de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken wordt gewijzigd. Er moet in worden erkend dat micro-ondernemingen in vele gevallen consumenten zijn en dezelfde bescherming als consumenten moeten genieten. 6.2.2 HET ONDERZOEKEN VAN HANDELSBETREKKINGEN TUSSEN GROTE EN KLEINE BEDRIJVEN MOET WORDEN AANGESPOORD De handelsbetrekkingen tussen grote en kleine bedrijven moeten worden onderzocht om de problemen die hiermee samenhangen aan te pakken. Tevens moeten methoden worden voorgesteld om bezwarende voorwaarden en handelspraktijken te verhinderen.
E
UROPESE
V
7.
WERELDHANDEL
7.1
BETROKKEN THEMA'S
ERKIEZINGEN
2004
7.1.1 ONDERHANDELINGEN OVER WERELDHANDEL In de EU-debatten over de ontwikkeling van de wereldhandel is de stem van kleine ondernemingen nauwelijks hoorbaar. De EU doet momenteel pogingen om binnen de Wereldhandelsorganisatie de gesprekken over de liberalisering van diensten zoals bepaald in het GATSverdrag (General Agreement on Trade in Services) in het kader van de "Doha"ronde weer op gang te krijgen. De agenda wordt bijna volledig gedomineerd door de zorgen en belangen van de multinationals. 7.1.2 WERELDHANDEL EN OVERHEIDSOPDRACHTEN De FSB vreest dat het beleid van de Britse regering om de deelname van kleine ondernemingen aan overheidsopdrachten aan te moedigen, zou kunnen worden bedreigd door de GATS-onderhandelingen en eventuele andere EUovereenkomsten. De FSB vreest dat een aanbestedingsbeleid dat kleine ondernemingen en lokale werkgelegenheid steunt volgens deze regels zou kunnen worden beschouwd als een "onnodige handelsbarrière". 7.1.3 WERELDHANDEL EN POSTDIENSTEN De gedwongen liberalisering van postdiensten zal naar alle waarschijnlijkheid nadelige gevolgen hebben voor kleine ondernemingen in landelijke gebieden. Als gevolg van de concurrentie die aldus ontstaat tussen internationale bedrijven en de Royal Mail, zou het leveren van dagelijkse postdiensten aan landelijke gemeenschappen strijdig kunnen worden geacht met de concurrentieregels. Wij zien reeds de eerste verschijnselen van dit probleem in het Verenigd Koninkrijk. 7.2
AANBEVELINGEN VAN HET FSB-MANIFEST
7.2.1 NIEUWE EVALUATIE WERELDHANDELSGESPREKKEN
VAN
DE
IMPACT
VAN
DE
Wij vragen een grondige evaluatie van de impact van de wereldhandelsgesprekken op kleine ondernemingen, vooral in landelijke gebieden. De FSB wil dat de Europese Unie de waarschijnlijke impact van nieuwe maatregelen op kleine ondernemingen, vooral in landelijke of lokale gebieden, nader onderzoekt alvorens de onderhandelingen over de wereldhandel opnieuw te starten.
E
UROPESE
V
7.2.2 BEHOUD VAN GEMEENSCHAPPEN
ERKIEZINGEN POSTDIENSTEN
IN
2004 LANDELIJKE
De FSB is van mening dat het behoud van postdiensten in landelijke gemeenschappen van cruciaal belang is. De FSB vreest dat de afschaffing van essentiële post- en koerierdiensten het werkgelegenheidspotentieel in landelijke gebieden zou kunnen ondermijnen. Wij wensen bijkomende beschermingsmaatregelen. Deze moeten een privébedrijf dat in de toekomst de concurrentie aangaat met grote multinationale koerierbedrijven verplichten een goede en betaalbare service te blijven bieden aan ondernemingen in landelijke gebieden.
E 8.
UROPESE
V
ERKIEZINGEN
2004
BESLUIT
Als belangrijkste vertegenwoordiger van kleine ondernemingen in het Verenigd Koninkrijk dringen wij op het niveau van de Europese Unie reeds jarenlang aan op een snelle hervorming van de regelgeving. Wij juichen het gezamenlijke initiatief toe dat op 26 januari 2004 werd aangekondigd door het Ierse voorzitterschap aan alle EU-ministers van Financiën. Het is bemoedigend dat de vier voorzitterschappen van 2004 en 2005 (het Ierse, Nederlandse, Luxemburgse en Britse) de hervorming van de regelgeving hoog op de agenda hebben geplaatst en erkennen dat dit de basis vormt voor het bereiken van de doelstellingen van de strategie van Lissabon. Wij vragen de verkozenen voor het Europees Parlement in 2004 meteen gevolg te geven aan het bovenstaande initiatief door de concrete maatregelen te nemen die worden opgesomd in ons manifest. Het manifest wijst sleuteldomeinen voor verbetering aan, zoals vereenvoudiging, alternatieven voor regels en een echte evaluatie van de impact. Dit moet leiden tot aanzienlijke verbeteringen voor kleine ondernemingen en bijdragen tot de productiviteitswinst en welvaartscreatie die we allen zo graag willen. Wij bevelen deze maatregelen aan aan de Europese Unie.
Copyright © 2004 Federation of Small Businesses Federation of Small Businesses 2 Catherine Place, Westminster, London, SW1E 6HF T: 020 7592 8100 F: 020 7233 7899 e-mail:
[email protected] website: http://www.fsb.org.uk Het recht van de Federation of Small Businesses als auteur van dit werk is vastgelegd overeenkomstig de wet op het copyright, ontwerp en octrooien uit 1988. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de Federation of Small Businesses (FSB). Hoewel alles in het werk is gesteld om de nauwkeurigheid van de feiten en gegevens in deze publicatie te garanderen, wijst FSB elke verantwoordelijkheid voor fouten of weglatingen of de gevolgen daarvan van de hand. De in het boek opgenomen artikels zijn in algemene termen geschreven. Zij hebben niet de intentie de aspecten die erin aan bod komen geheel te omvatten en mogen niet als bron voor enig specifiek doel worden gebruikt. Lezers dienen deskundig advies in te winnen aangaande de toepassing van de beschreven aspecten op hun specifieke situatie. GEPUBLICEERD DOOR DE FEDERATION OF SMALL BUSINESSES, PRESS AND PARLIAMENTARY OFFICE ONTWORPEN EN AFGEDRUKT IN HET VERENIGD KONINKRIJK DOOR SPACEQUEST MARKETING, LONDEN. TEL.: 020 8668 6932