FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUDGET EN BEHEERSCONTROLE N. 2012 — 791
[C − 2012/03069] 16 FEBRUARI 2012. — Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2012 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. — Algemene bepalingen
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Art. 1-01-1 Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74, 3° van de Grondwet. Art. 1-01-2 De Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 2012 wordt goedgekeurd : 1° wat betreft de kredieten ingeschreven voor de dotaties, overeenkomstig de desbetreffende bij deze wet gevoegde tabel; 2° wat betreft de kredieten per programma, overeenkomstig de totalen van de programma’s zoals vermeld in de bij deze wet gevoegde begrotingen per sectie en per basisallocatie. Art. 1-01-3 § 1 - De kredieten voor de programma’s die betrekking hebben op de werkingskosten van de administraties - bestaansmiddelenprogramma’s genoemd - behelzen : 1. De bezoldigingen en allerhande toelagen van het actief en ter beschikking gesteld personeel, de bezoldigingen of lonen van het hulppersoneel, de toelagen voor hogere en bijzondere functies, de tussenkomst in de abonnementen op het gemeenschappelijk vervoer, de vergoedingen voor arbeidsongevallen - inbegrepen de uitkering van deze vergoedingen aan leden van de familie van het slachtoffer in geval van overlijden - alsook de verminderde bezoldigingen of lonen van het tijdelijk of hulppersoneel, in dienst door werkongeval getroffen. 2. Allerhande uitgaven voor sociaal dienstbetoon. 3. Bestendige uitgaven voor aankopen van niet-duurzame goederen en van diensten : — Erelonen van advocaten en geneesheren — Gerechtskosten inzake burgerlijke, administratieve en strafzaken - Presentiegelden, reis- en verblijfkosten van niet tot de Rijksdiensten behorende personen Bezoldigingen van niet tot de Administratie behorende deskundigen en prestaties van derden; — Verbruiksuitgaven met betrekking tot het bezetten van de lokalen — met inbegrip van de uitgaven voor energieverbruik ″stookolie, gas, benzine, elektriciteit, kolen″ - en uitgaven voor onderhoud Bureaukosten, vervoer, belastingen, retributies, publicaties van het departement, beroepsscholing, kleding en andere kleine bestuursuitgaven; — Allerhande vergoedingen aan het Rijkspersoneel voor werkelijke lasten en materiële schade, de vervoerskosten betreffende dienstreizen en de verzekeringspremies der afgevaardigden van het departement die zich naar het buitenland begeven. 4. Allerhande werkingsuitgaven met betrekking tot de informatica. 5. Uitgaven voor uitzonderlijke aankopen van niet-duurzame goederen en van diensten, waaronder werken en leveringen voor de inrichting van nieuwe lokalen en de verhuiskosten. 6. Huur van onroerende goederen en daarmee verband houdende belastingen van de verschillende diensten van het departement, betaald zonder de tussenkomst van de Regie der Gebouwen. 7. Andere uitgaven met betrekking tot de werking van de diensten waarvan de gedetailleerde omschrijving in de bestaansmiddelenprogramma’s wordt weergegeven. 8. Uitgaven voor de aankoop van duurzame roerende goederen : machines, meubilair, materieel en vervoermiddelen te land. 9. Investeringsuitgaven inzake de informatica.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
§ 2. In afwijking van het artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties met betrekking tot de bezoldigingen en allerhande toelagen « 11.00.03 — Vast en stagedoend statutair personeel » en « 11.00.04 — Ander dan statutair personeel » alsook de basisallocaties 12.00.48 en 12.21.48, binnen éénzelfde sectie van de begroting onder en uitsluitend onder elkaar herverdeeld worden. Deze afwijking is niet van toepassing op de basisallocaties voor de uitgaven van de beleidsorganen van de ministers en de staatssecretarissen. § 3. In afwijking van het artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 11.00.05 en 11.40.05 — Uitgaven voor sociaal dienstbetoon — en van de basisallocaties betreffende de werkings- en investeringsuitgaven met de economische codes 12 en 74, al of niet specifiek en al dan niet behorend tot een bestaansmiddelenprogramma, binnen éénzelfde sectie van de begroting onder en uitsluitend onder elkaar herverdeeld worden. Deze afwijking is niet van toepassing op de basisallocaties voor de uitgaven van de beleidsorganen van de ministers en de staatssecretarissen, noch op de basisallocaties 12.00.48 en 12.21.48. § 4. In afwijking van paragraaf 3 mogen de erin bedoelde basisallocaties binnen éénzelfde sectie van de begroting eveneens naar de basisallocaties 21.00.01 en 21.40.01 worden herverdeeld. § 5. In afwijking van artikel 52 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat en onverminderd de bepalingen van de §§ 2 tot 4, mag de bevoegde voorzitter van het directiecomité, mits het akkoord van de voorzitter van het directiecomité van de FOD Budget en Beheerscontrole, de vastleggingskredieten enerzijds en de vereffeningskredieten anderzijds van de basisallocaties herverdelen. De voorgestelde verhogingen mogen echter een maximumbedrag van 50.000 euro per basisallocatie niet overschrijden. Wanneer eenzelfde basisallocatie het voorwerp is van opeenvolgende verhogingen worden de bedragen samengeteld voor de toepassing van deze bepaling. Deze afwijking is ook van toepassing op de Ministerie van Landsverdediging, voor dewelke de bevoegdheid toegewezen aan de voorzitter van het directiecomité deze voor de chef defensie is, en aan de Federale Politie, voor dewelke de bevoegdheid toegewezen is aan de commissaris-generaal. Deze afwijking is niet van toepassing op de basisallocaties voor de uitgaven van de beleidsorganen van de ministers en de staatssecretarissen. § 6. In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties betreffende de personeelsuitgaven enerzijds en de werkings- en investeringsuitgaven anderzijds van de beleidsorganen van de ministers en de staatssecretarissen, binnen eenzelfde programma uitsluitend onder elkaar worden herverdeeld. Art. 1-01-4 Machtiging wordt verleend provisies toe te staan aan advocaten, experten en gerechtsdeurwaarders die voor rekening van de Staat optreden. Art. 1-01-5 In afwijking van artikel 48, derde lid, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, kunnen toelagen worden toegekend in toepassing van artikel 43 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen en ten laste van het fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel HOOFDSTUK 2. — Bijzondere bepalingen der departementen Sectie 02. — FOD Kanselarij van de Eerste Minister Art. 2.02.1 In afwijking van art. 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen voorschotten tot een maximumbedrag van 250.000 euro verleend worden aan de rekenplichtige van de FOD Kanselarij van de Eerste Minister.
Door middel van deze voorschotten mag de rekenplichtige schuldvorderingen van allerlei aard, met inbegrip van de aankoop van roerende patrimoniumgoederen, betalen die niet hoger zijn dan 1.000 euro. Art. 2.02.2 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties, kunnen de volgende toelagen worden toegekend : PROGRAMMA 31/1. — EXTERNE COMMUNICATIE 1. Toelage aan het Internationaal Perscentrum « Résidence Palace »; 2. Allerhande toelagen in het kader van de informatie- en communicatieopdrachten goedgekeurd door de Ministerraad; 3. Toelage aan « VOCATIO »; 4. Toelage aan de Europese Beweging — België; 5. Toelage aan de Koning Boudewijn Stichting (Prins Filipfonds); 6. Toelage aan de VZW ″Un Soir... Un Grain″; 7. Toelage aan de VZW Visitbrussels; 8. Toelage aan de German Marshall Fund.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
PROGRAMMA 31/2. — BI-CULTURELE INSTELLINGEN 1. Toelage aan de Koninklijke Muntschouwburg; 2. Toelage aan het Nationaal Orkest van België; 3. Toelage aan het Paleis voor Schone Kunsten. PROGRAMMA 32/3. — SOCIALE TUSSENKOMSTEN Vakbondspremies. Art. 2.02.3 De eerste minister is gemachtigd om, in het belang van de Schatkist en mits naleving van de wetgeving op de overheidsopdrachten, ruilovereenkomsten af te sluiten teneinde de vernieuwing van de uitrustingen van de ICT Shared Services te bevorderen. Art. 2.02.4 Binnen de perken van de kredieten ingeschreven in het programma 21/1 « ICT -Netwerk » mogen - naast de recurrente werkingskosten en de investeringen - ook allerhande uitgaven vereffend worden die verband houden met gepresteerde diensten en met de installatie en het onderhoud van software en hardware bij de diverse dienstengebruikers die aangesloten zijn op het netwerk van de ICT. Art. 2.02.5 De Algemene Directie Externe Communicatie wordt gemachtigd uitgaven te verrichten voor de informatie- en communicatieopdrachten uitgevoerd ten behoeve van de federale en programmotorische overheidsdiensten. Daartoe int de Algemene Directie Externe Communicatie voorschotten, via het IPC, van de betrokken FOD’s en POD’s, voorafgaand aan de betaling van deze uitgaven. Art. 2.02.6 In afwijking van artikel 1-01-3, § 2 en 3 van deze wet mogen de vastleggingskredieten van de basisallocatie 31.11.1211.27 — « Allerhande uitgaven in verband met de externe communicatie » mogen bij wijze van herverdeling van basisallocaties onderling herschikt worden binnen het programma 31/1 — « Externe communicatie ». Art. 2.02.7 In afwijking van art.18, § 1, 2° op van de wet van 19 april 1963 tot oprichting van een openbare instelling genaamd Koninklijke Muntschouwburg, inzonderheid gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 545 van 31 maart 1987 betreffende de Koninklijke Muntschouwburg, wordt de toelage 2012 aan de Koninklijke Muntschouwburg (BA 31.20.4140.21) voor 75 % gestort in de loop van het eerste trimester. Het saldo wordt telkens in 3 gelijke schijven overgemaakt voor de maanden oktober, november en december. Art. 2.02.8 Bij toepassing van art.18 van de wet van 22 april 1958 houdende statuut van het Nationaal Orkest van België, wordt de dotatie 2012 aan het Nationaal Orkest van België (BA31.20.4140.22) voor 75 % gestort in de loop van het eerste trimester. Het saldo wordt telkens in 3 gelijke schijven overgemaakt voor de maanden oktober, november en december. Art. 2.02.9 In uitvoering van art. 13, 3° van de wet van 7 mei 1999 houdende oprichting van het Paleis voor Schone Kunsten in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden en tot wijziging van de wet van 30 maart 1995 betreffende de netten voor
distributie voor omroepuitzendingen en de uitoefening van televisieomroepactiviteiten in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en in afwijking van art. 32 van het beheerscontract gesloten tussen de Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden « Paleis voor Schone kunsten » d.d. 18/11/2002, goedgekeurd bij het KB van 2/12/2002 (B.S. 21/12/2002), wordt de toelage 2012 aan de NV van publiek recht met sociale doeleinden Paleis voor Schone kunsten (B.A. 31.20.4140.25) voor 75 % gestort in de loop van het eerste trimester. Sectie 03. — FOD Budget en Beheerscontrole
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Art. 2.03.1 In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen voorschotten tot een maximumbedrag van 500.000 EUR verleend worden aan de rekenplichtigen van de FOD Budget en Beheerscontrole. Door middel van deze voorschotten mag de rekenplichtige schuldvorderingen van allerlei aard, met inbegrip van de aankoop van roerende patrimoniumgoederen, betalen die niet hoger zijn dan 5.500 EUR. Mogen, ongeacht het bedrag, met deze voorschotten worden betaald : 1) de uitgaven van sociale aard; 2) de kosten voor zendingen in het buitenland en voor frankering van de briefwisseling, alsmede de voorschotten op deze kosten. Aan de rekenplichtige belast met de betaling van zendingskosten in het buitenland wordt toelating gegeven om de nodige voorschotten te verlenen aan de ambtenaren belast met een opdracht in het buitenland. Art. 2.03.2 Het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 41/1 mag, na het akkoord van de minister van Begroting, volgens de behoeften, worden verdeeld over de passende programma’s van de begrotingen van de betrokken departementen door middel van een koninklijk besluit. In afwijking van artikel 5, tweede lid, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, mag de verdeling bij koninklijk besluit van dit provisioneel krediet eveneens de financiële staatstussenkomst ten gunste van de instellingen van openbaar nut verhogen. Sectie 04. — FOD Personeel en Organisatie Art. 2.04.1 In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen voorschotten tot een maximumbedrag van 250.000 EUR verleend worden aan de rekenplichtigen van de diensten en instellingen wier uitgaven in de onderhavige sectie zijn ingeschreven. Door middel van deze voorschotten mogen de rekenplichtigen alle dienstkosten tot 5.500 EUR betalen, alsmede, ongeacht hun bedrag, de verbruikskosten van water, gas, elektriciteit, telefoon, stookolie en brandstof voor autovoertuigen, alsook de vergoedingen en toelagen van alle aard welke op de begroting toegekend worden. Mogen, ongeacht het bedrag, met deze voorschotten worden betaald : 1) de uitgaven van sociale aard; 2) de kosten voor zendingen in het buitenland en voor frankering van de briefwisseling, alsmede de voorschotten op deze kosten. Aan de rekenplichtigen belast met betalingen van zendingskosten in het buitenland wordt toelating gegeven voorschotten te verlenen aan de met een zending in het buitenland belaste ambtenaren. Art. 2.04.2 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen de volgende toelagen worden toegekend : PROGRAMMA 21/0. — LEIDING EN BEHEER Toelage aan de VZW « Sociale dienst van het ministerie van Ambtenarenzaken », op de basisallocatie 04.21.01.1140.05. PROGRAMMA 31/1. — PERSONEEL EN ORGANISATIE Subsidies ter bevordering van of voor het bestuderen van het openbaar ambt in het algemeen, ter verbetering van de personeelscultuur en voor het gelijke kansen- en diversiteitsbeleid bij de federale Staat kunnen toegekend worden op de basisallocatie 04.31.10.3300.01.
PROGRAMMA 31/2. — OPLEIDING VAN AMBTENAREN 1° Bijdrage van 10.450 euro aan het internationaal Instituut voor Bestuurswetenschappen op basisallocatie 04.31.20.33.00.24; 2° Bijdrage van 95.000 euro aan het Europees Instituut voor Bestuurskunde te Maastricht op basisallocatie 04.31.20.33.00.24; 3° Tegemoetkoming voor vormingsactiviteiten georganiseerd door de representatieve vakorganisaties op basisallocatie 04.31.20.33.00.23 volgens de modaliteiten bepaald door het koninklijk besluit van 24 maart 2003 betreffende de toekenning van een toelage aan de representatieve vakorganisaties bedoeld in artikel 7 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en haar personeel.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Art. 2.04.3 Het provisioneel krediet ingeschreven op de basisallocatie 04.31.10.01.00.02 mag, na het akkoord van de Minister van Begroting, volgens de behoeften, worden verdeeld over de passende programma’s van de begrotingen van de betrokken departementen door middel van een koninklijk besluit. In afwijking van artikel 5, tweede lid, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, mag de verdeling bij koninklijk besluit van dit provisionele krediet eveneens de financiële staatstussenkomst ten gunste van deze instellingen van openbaar nut verhogen. Art. 2.04.4 De thesaurierekening waarop de bezoldigingen en allerhande toelagen voor het vast- en stagedoend statutair personeel en voor het contractueel personeel van het Selectiebureau van de Federale Overheid (SELOR), Staatsdienst met afzonderlijk beheer, worden aangerekend, mag een debetsaldo vertonen tot een maximum van 450.000 EUR. Indien dit niet toereikend is, kan de Minister van Begroting, in samenspraak met de Minister van Financiën, een afwijking toestaan op grond van een gemotiveerd dossier. Art. 2.04.5 De minister van Ambtenarenzaken wordt gemachtigd om dadingen te treffen en betalingen te doen aan de Deposito- en Consignatiekas in het kader van geschillen. Sectie 05. — FOD Informatie- en Communicatietechnologie Art. 2.05.1 In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen voorschotten tot een maximumbedrag van 250.000 EUR verleend worden aan de rekenplichtigen van de diensten en instellingen wier uitgaven in de onderhavige sectie zijn ingeschreven. Door middel van deze voorschotten mogen de rekenplichtigen schuldvorderingen van allerlei aard, met inbegrip van de aankoop van roerende patrimoniumgoederen, tot 5.500 EUR betalen, alsmede, ongeacht hun bedrag, de verbruikskosten van water, gas, elektriciteit, telefoon, stookolie en brandstof voor autovoertuigen, alsook de vergoedingen en toelagen van alle aard welke op de begroting toegekend worden. Mogen, ongeacht het bedrag, met deze voorschotten worden betaald : 1) de uitgaven van sociale aard; 2) de kosten voor zendingen in het buitenland en voor frankering van de briefwisseling, alsmede de voorschotten op deze kosten. Aan de rekenplichtigen belast met betalingen van zendingskosten in het buitenland wordt toelating gegeven voorschotten te verlenen aan de met een zending in het buitenland belaste ambtenaren. Art. 2.05.2 In afwijking van het artikel 1-01-3, § 2 en § 3, van deze wet mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties met betrekking tot de bezoldigingen en allerhande toelagen « 1100 03 — Vast en stagedoend personeel » en « 1100 04 — Ander dan statutair personeel » evenals de basisallocatie « 1211 20 — Contracten voor het leveren van diensten door de vzw Egov » binnen het programma 21/0 onder en uitsluitend onder elkaar worden herverdeeld. Art. 2.05.3 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen de volgende toelagen worden toegekend : PROGRAMMA 21/0. — LEIDING EN BEHEER Toelage aan de VZW Sociale dienst van het ministerie van Ambtenarenzaken, op de basisallocatie 05.21.01.11.40.05.
PROGRAMMA 31/1. — INFORMATIEEN COMMUNICATIETECHNOLOGIE — Toelage VZW Egov op de basisallocatie 05.31.10.33.00.01. — Toelage VZW Problematiek ICT op de basisallocatie 05.31.10.33.00.02. Toelagen in het kader van een samenwerking tussen FEDICT en nationale en internationale organisaties voor ICT-projecten ten voordele van de burger en die van algemeen belang zijn.
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Sectie 12. — FOD Justitie Art. 2.12.1 In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat mogen aan de volgende rekenplichtigen voorschotten worden toegestaan tot een maximumbedrag van 2 500 000 EUR. Door middel van deze voorschotten mogen alle schuldvorderingen aangaande werkingskosten en vergoedingen van alle aard, worden betaald binnen het hierna aangegeven kader : 1. schuldvordering met een waarde kleiner als bepaald door de Koning voor wat de opdrachten gesloten met een aanvaarde factuur betreft : — de rekenplichtige van de Stafdienst Begroting Beheerscontrole en Logistiek. Aan deze rekenplichtige wordt machtiging gegeven om aan de ambtenaren op zending naar het buitenland, de nodige voorschotten te verlenen; — de rekenplichtigen van het Hoofdbestuur van het Directoraatgeneraal Penitentiaire inrichtingen; — de rekenplichtige van het Directoraat-generaal Rechterlijke Orde. 2. ongeacht het bedrag van de schuldvordering : — de rekenplichtige van de Sociale Dienst met het oog op de uitbetaling van hulpgelden en toelagen met sociaal karakter, alsmede van toelagen ten gunste van de cultuur- en sportkringen opgericht onder het personeel van de FOD Justitie; — de rekenplichtige van een Penitentiaire Inrichting voor de betaling van de dringende uitgaven betreffende de voeding en het onderhoud van de gedetineerden en geïnterneerden alsmede alle werkingskosten van die inrichting; — de rekenplichtige van Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht voor de betaling van het leefloon; — de rekenplichtige van de Veiligheid van de Staat voor de betaling van confidentiële uitgaven. Art. 2.12.2 Voor de betaling van de staten van honoraria van gerechtelijke deskundigen en gerechtsdeurwaarders en alle andere gerechtskosten, met inbegrip van de schuldvorderingen met betrekking tot de internationale gerechtelijke samenwerking, en dit ongeacht hun bedrag, zal door de Minister van Justitie een provisie ter beschikking worden gesteld van de griffiers bij de Hoven en de Rechtbanken.
7
http://www.emis.vito.be
Art. 2.12.3 De terugvordering van de voorschotten onder de vorm van lening toegekend aan de personeelsleden, kan, in voorkomend geval, worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 23, 4°, van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers. Art. 2.12.4 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen de volgende toelagen worden toegekend : PROGRAMMA 40/2 DIENST VOOGDIJ MINDERJARIGE VREEMDELINGEN Toelagen aan openbare instellingen en verenigingen belast met de voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. PROGRAMMA 40/3. — STUDIES EN DOCUMENTATIE 1) Toelagen aan publicaties en aan wetenschappelijke instellingen. 2) Toelage aan de v.z.w. « Geschillencommissie reizen ». 3) Toelage aan de Kinderrechten Coalitie Vlaanderen en aan de Coordination des ONG pour les droits de l’enfant. 4) Toelage aan de v.z.w. ″Verzoeningscommissie — bouw″. PROGRAMMA 40/4. — NTERNATIONALE SAMENWERKING Aandeel van België in de werkingskosten van de Internationale Organisatie voor de Criminele Politie te Lyon (I.O.C.P.) en het Schengen Information System te Straatsburg (S.I.S.). Deelneming van België in de werkingskosten van internationale instellingen.
PROGRAMMA 51/3. — MEDISCHE EN PARAMEDISCHE ZORGEN AAN GEDETINEERDEN Toelagen aan organismen belast met de therapeutische begeleiding van de daders van seksuele misdrijven. PROGRAMMA 52/0. — JUSTITIEHUIZEN 1) Toelagen aan organismen voor het organiseren van activiteiten van dienstverlening en vorming in het kader van een gerechtelijke procedure, herstelbemiddeling, begeleiding van het omgangsrecht en justitiële slachtofferzorg. 2) Toelagen aan lokale besturen ter financiering van de omkadering van alternatieve gerechtelijke maatregelen en straffen. PROGRAMMA 56/0. — BESTAANSMIDDELEN Toelage voor het gebruik door de gerechtelijke diensten van de bibliotheken van de balies in sommige gerechtsgebouwen. PROGRAMMA 59/2. — ISLAMITISCHE EREDIENST Toelage voor de erkenning van de islamitische eredienst.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
PROGRAMMA 59/3. — BOEDDHISME Toelage aan de vzw Boeddhistische Unie van België voor de erkenning van het Boeddhisme. Art. 2.12.5 De Minister van Justitie wordt gemachtigd aan de gedetineerden die onder elektronisch toezicht staan, een financiële tegemoetkoming te verlenen, die zal aangerekend worden op BA 52.13.34.31.01. Art. 2.12.6 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van het samenwerkingsakkoord inzake de oprichting van een Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind zullen geboekt worden op de rekeningen 85.01.04.89 C en 87.09.74.07 — van de sectie ″Thesaurieverrichtingen voor orde″. Deze ontvangsten mogen aangewend worden om respectievelijk de werkings- en personeelskosten van deze Commissie te dekken. Art. 2.12.7 De Schatkist is gemachtigd voorschotten toe te staan indien de verrichtingen in verband met de rekening 85.01.06.91 — van de sectie « Thesaurieverrichtingen voor orde » — Betalings- en terugbetalingverrichtingen inzake kosten verbonden aan opdrachten van personeelsleden in het kader van het beheer van burgercrisissen in de Europese Unie — een debetstand van deze rekening veroorzaken en dit ten belope van maximaal 250.000 euro. Art. 2.12.8 In afwijking van artikel 61, alinea 2 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat, wordt de minister van Justitie er toe gemachtigd met de instellingen van de Europese Unie, overeenkomsten af te sluiten voor realisering van Europese projecten, gefinancierd door de Europese Unie. Deze projecten beogen op Europees vlak de betere werking en integratie van justitie. Art. 2.12.9 In afwijking van artikel 62 van de wetvan 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat,en in afwijking van artikel 185 van de programmawet van 23 december 2009, worden de ontvangsten ten voordele van het Fonds van de Kansspelcommissie (programma 12-62-5) gedesaffecteerd ten belope van 200.000 euro en toegewezen aan het Fonds ter bestrijding van de overmatige schuldenlast (programma 32-49-2). Sectie 13. — FOD Binnenlandse Zaken Art. 2.13.1 § 1. In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, mogen voorschotten tot een maximumbedrag van 5.000 EUR verleend worden aan de rekenplichtigen van de diensten en instellingen wier uitgaven in de onderhavige sectie zijn ingeschreven. Voor uitgaven in het kader van een zending in het buitenland bedraagt dit maximumbedrag 25.000 EUR. Door middel van deze voorschotten mogen de rekenplichtigen alle dringende uitgaven doen tot en met 500 EUR per uitgave (incl. btw). De voorschotten gegeven aan personeelsleden in het kader van de zendingen in het buitenland mogen evenwel voormelde drempel van 500 EUR overschrijden.
§ 2. In afwijking van § 1 mogen voorschotten tot een maximumbedrag van 25.000 EUR verleend worden voor : 1) de uitgaven verricht door de centrale rekenplichtige van de AD Civiele Veiligheid; 2)alle uitgaven van het programma 55 voor de kosten van repatriëring en verwijdering van ongewenst geachte personen. De beperking van 500 EUR per uitgave geldt niet voor deze kosten. § 3. In afwijking van § 1 mogen voorschotten tot een maximumbedrag van 15.000 EUR verleend worden voor alle uitgaven verricht door de rekenplichtigen van : — de gesloten centra van de Dienst Vreemdelingenzaken; — de colonnes van de AD Civiele Veiligheid.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Art. 2.13.2 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen de volgende toelagen worden toegekend : PROGRAMMA 51/3. — PROTOCOL 1° Toelagen aan hen die daden van moed hebben verricht en daarbij het slachtoffer van hun offervaardigheid zijn geworden of aan rechthebbenden van helden die door hun moedige daad het leven verloren hebben of aan de klaarblijkelijke gevolgen ervan bezweken zijn, ook voor vergoedingen voor begrafeniskosten. 2° Toelage aan de Vereniging tot Bevordering van Brussel als tussenkomst in de kosten voor inrichting van feestelijkheden in de Warande ter gelegenheid van het jaarlijks Nationaal Feest. PROGRAMMA 51/9. — BEVOLKING EN VERKIEZINGEN Toelagen in het kader van de ontwikkeling van toepassingen voor de elektronische identiteitskaart. PROGRAMMA 54/0. — BESTAANS- MIDDELENPROGRAMMA 1° Toelage aan een opleidingsraad voor de brandweerdiensten. 2° Bijdrage in de kosten van voorlichting, documentatie en public relations inzake civiele veiligheid. PROGRAMMA 54/2. — OPERATIES VAN DE CIVIELE VEILIGHEID; UITRUSTING EN OPLEIDING VOOR DE CIVIELE BESCHERMING, DE BRANDWEER- DIENSTEN EN DE 100-CENTRA 1° Toelage aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aan intercommunales en aan de gemeenten voor het aankopen van bijzonder materieel voor de brandweerdiensten. 2° Bijdragen ten voordele van de brandweerdiensten in de kosten van informatiecampagnes voor brandvoorkoming, steun aan lokale initiatieven. 3° Toelagen aan de Hoge Raad voor de opleiding voor de openbare brandweerdiensten, de Programmeringscommissie, de Commissie voor gelijkstelling en vrijstelling, het Redactiecomité, de Nederlandstalige Supraprovinciale Opleidingsraad en de Frans- en Duitstalige Supraprovinciale Opleidingsraad. PROGRAMMA 54/6. — DIRECTIE VAN DE FINANCIELE BIJDRAGEN AAN DERDEN 1° Bijdrage in de kosten van laboratoria belast met onderzoekingen betreffende brandvoorkoming. 2° Toelagen aan de Brandweervereniging Vlaanderen, subsidies aan de « Federation royale des corps de sapeurs-pompiers de Belgique, ailes francophone et germanophone » en aan de Nationale Kas voor onderlinge hulp der brandweermannen. 3° Bijdragen in de financiering van de cursussen georganiseerd door de provinciale opleidingscentra voor de leden van de brandweerdiensten. 4° Bijdragen in de financiering van de opgelopen uitgaven voor het organiseren van opleidingen door de provinciale opleidingscentra voor de leden van de brandweerdiensten. PROGRAMMA 54/8 FINANCIERING HULPVERLENINGSZONES 1° Toelagen aan gemeenten met het oog op het oprichten van de toekomstige zones PROGRAMMA 55/2. — PROJECTEN IN HET KADER VAN HET VREEMDELINGENBELEID 1° Subsidies aan derden voor het uitvoeren van projecten in het kader van het vreemdelingenbeleid op basis van de variabele kredieten van de Dienst Vreemdelingenzaken (activiteit 1 van programma 2 van organisatie afdeling 55) en van haar eigen middelen (activiteit 2 van programma 2 van organisatieafdeling 55).
2° Subsidies aan derden voor het uitvoeren van acties en initiatieven voor de preventie van illegale immigratie in bepaalde landen (activiteit 3 van programma 2 van organisatieafdeling 55). PROGRAMMA 56/1. — ALGEMENE ADMINISTRATIEVE POLITIE - OPLEIDING, PREVENTIE EN UITRUSTING 1° Tussenkomst van de Staat in de uitgaven voor initiatieven voor de bevordering van de contacten van de politiediensten met de bevolking. 2° Verwezenlijking van uitgaven op het vlak van politie en criminaliteitspreventie, onder andere voor de verwezenlijking of verwerving van infrastructuren, uitrusting, materieel of software voor collectief gebruik en voor de financiering van campagnes en studieopdrachten. 3° Betoelaging van Belgische universiteiten of andere instellingen, betrokken bij de studie of beheersing van de criminaliteit, van publieke of private initiatieven inzake criminaliteitspreventie, inzonderheid voetbalvandalisme, geïntegreerde initiatieven van lokale criminaliteit en onderzoek naar het voorkomen van bepaalde criminele fenomenen.
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
4° Een toelage aan VZW’s en andere organisaties als tussenkomst in de organisatiekosten van het opstellen van cursussen teneinde de aandacht voor het omgaan met migranten te integreren in de navorming van het politiepersoneel. 5° Bijdrage in de kosten van laboratoria belast met onderzoekingen betreffende brandvoorkoming. PROGRAMMA 56/5. — VOETBALCEL Toelagen voor het stimuleren van projecten uitgaande van de voetbalwereld rond veiligheid bij voetbalwedstrijden. PROGRAMMA 56/7 EUROPESE TOPONTMOETINGEN TE BRUSSEL Toelagen aan de politiezones en de gemeenten in verband met de veiligheid voor de organisatie van Europese Topontmoetingen.
PROGRAMMA 56/8. — LOKALE INTEGRALE VEILIGHEID 1° Subsidies voor de lokale overheden in het kader van de gesubsidieerde Actieplannen en maatregelen gemeenschapswachten. 2° Subsidies voor het lokaal veiligheids- en preventiebeleid. PROGRAMMA 59/0. — BESTAANSMIDDELENPROGRAMMA Toelage aan de « Association des Conseils d’Etat et des Juridictions Administratives Suprêmes de l’Union Européenne ». PROGRAMMA 63/2. — N.V. ASTRID 1° Toelage aan de NV ASTRID ter dekking van de werkingskosten van de gemeenschappelijke infrastructuur.
http://www.emis.vito.be
2° Toelage aan de NV ASTRID ter dekking van de investeringskosten van de gemeenschappelijke infrastructuur. Art. 2.13.3 De Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken stort, binnen de perken van de toegekende personeelskredieten, de wedde, toelagen en vergoedingen, verhoogd met de werkgeversbijdrage, terug aan de gemeenten die de betaling van de wedde, toelagen en vergoedingen van hun personeel, dat in het kader van het project « Elektronische identiteitskaart » gedetacheerd werd naar de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, hebben voortgezet. De aanvraag tot terugbetaling moet bij het begin van elk jaar voor het voorafgaande jaar worden gedaan aan de hand van een jaarlijkse staat die door de betrokken gemeenten naar de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt gezonden.
7
Art. 2.13.4 Het « Fonds tot uitvoering van het correctiemechanisme ingesteld bij de overdracht van ex-rijkswachtgebouwen aan de gemeenten en de meergemeente politiezones » mag een debetsaldo van maximaal 2 913 000 EUR vertonen.
Art 2.13.5 In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1° van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, kunnen er voor het departement herverdelingen van basisallocaties gebeuren tussen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 56.60.34.41.01 en 40.70.34.41.01 (schadevergoedingen). Art. 2.13.6 De rekenplichtige van de sociale dienst, bevoegd voor de rekening van de culturele activiteiten wordt gemachtigd om ontvangsten te innen van bijdragen aan culturele activiteiten van de deelnemers en is eveneens gemachtigd om met deze ontvangsten de uitgaven aan de organisatoren van deze culturele activiteiten te betalen voor het gedeelte van de ontvangen gelden. Art. 2.13.7 De rekenplichtige van de sociale dienst, bevoegd voor de rekening van het kinderdagverblijf wordt gemachtigd om ontvangsten te innen van bijdragen van de ouders voor de inschrijving van de kinderen in het kinderdagverblijf en is eveneens gemachtigd om met deze ontvangsten de uitgaven van de kosten van het kinderdagverblijf te betalen voor het gedeelte van de ontvangen gelden.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Art. 2.13.8 De rekenplichtige van de logistieke dienst, bevoegd voor de rekening van Florival wordt gemachtigd om ontvangsten te innen van bijdragen van derden voor het organiseren van conferenties. De rekenplichtige van de logistieke dienst, bevoegd voor de rekening van de cafetaria wordt gemachtigd om ontvangsten te innen in ruil voor de verkoop van dranken en warme snacks. Beide zijn eveneens gemachtigd om met deze ontvangsten de uitgaven van de dranken en de organisatie van de catering te betalen. Art. 2.13.9 Het organiek begrotingsfonds « Fonds in het kader van het migratiebeleid » beschikt over een vastleggingsmachtiging van 7.786.000 EUR. Elke vastlegging aan te gaan krachtens dit artikel wordt onderworpen aan het visum van de controleur van de vastleggingen. Art. 2.13.10 De minister van Binnenlandse Zaken wordt gemachtigd fondsen op te nemen op het specifieke begrotingsartikel, voorzien in artikel 1, 6 2quater, tweede lid van de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen, zoals gewijzigd door de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, die bestemd zijn voor de coördinatie en voor de supralokale acties in de domeinen bedoeld in artikel 69 van bovenvermelde wet van 30 maart 1994. Deze fondsen worden gestort aan de rekenplichtige van de Algemene Directie Veiligheid en preventiebeleid, die verantwoording over de aanwending ervan verstrekt bij het Rekenhof. Artikel 2.13.11 Voor het begrotingsjaar 2012 worden de kredieten van de organisatieafdeling 40, logistiek en coördinatie, onder het programma 4, financiering van de gemeenten en de Brusselse instellingen, met betrekking tot de betaling door de Staat aan de betrokken gemeenten van bedragen die de tegenprestatie vormen van de gemeentelijke opcentiemen die niet werden geïnd wegens de vrijstelling die sommige op hun grondgebied gelegen onroerende goederen genieten, verhoogd met 24 miljoen euro, ingeschreven op een nieuwe basisallocatie 40.40.45.31.08 — Complement Dode Hand voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest — ingevolge het optrekken van de tegenprestatie van de gemeentelijke opcentiemen die niet werden geïnd wegens de vrijstelling die sommige op het betrokken grondgebied gelegen onroerende goederen genieten van 72 % naar 100 %. De vastlegging en de vereffening van dit krediet is ondergeschikt aan de goedkeuring van de bepalingen met betrekking tot de splitsing van het kiesarrondissement BHV en het eerste luik van de financiering van de Brusselse instellingen. Artikel 2.13.12. Op de organisatieafdeling 40, logistiek en coördinatie, onder het programma 4, financiering van de provincies en de gemeenten en meer bepaald op de basisallocatie 40.40.45.31.01, dotatie betreffende mobiliteit ten voordele van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd voor het begrotingsjaar 2012 een bedrag ingeschreven van 45.000 keur ter uitvoering van de nog bij bijzondere wet vast te leggen bijzondere dotatie aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het mobiliteitsbeleid.
De vastlegging en de vereffening van dit krediet is ondergeschikt aan de goedkeuring van de bepalingen met betrekking tot de splitsing van het kiesarrondissement BHV en het eerste luik van de financiering van de Brusselse instellingen Artikel 2.13.13. Op de organisatieafdeling 40, logistiek en coördinatie, onder het programma 4, financiering van de gemeenten en de Brusselse instellingen en meer bepaald de basisallocatie 40.40.45.31.02 - dotatie ter bevordering van de tweetaligheid in de Brusselse instellingen, werd voor het begrotingsjaar 2012 een krediet ingeschreven van 25.000 keur ter uitvoering van de nog bij bijzondere wet vast te stellen bijzondere dotatie aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ter bevordering van de tweetaligheid in de Brusselse instellingen. De vastlegging en de vereffening van dit krediet is ondergeschikt aan de goedkeuring van de bepalingen met betrekking tot de splitsing van het kiesarrondissement BHV en het eerste luik van de financiering van de Brusselse instellingen.
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Artikel 2.13.14. Op de organisatieafdeling 56, preventie en veiligheidsbeleid, onder het programma 7, Europese toppen, wordt de basisallocatie 56.70.43.22.01, krediet bestemd voor de veiligheid in het kader van de Europese topontmoetingen georganiseerd te Brussel met 30.000 keur verhoogd, zowel in vastleggings- als vereffeningskredieten tot respectievelijk 54.851 keur en 50.000 keur. Deze verhoging is ondergeschikt aan de goedkeuring van de bepalingen met betrekking tot de splitsing van het kiesarrondissement BHV en het eerste luik van de financiering van de Brusselse instellingen. Sectie 14. — FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Art. 2.14.1 De uitvoeringsmodaliteiten van de voor orde verrichte ontvangsten en uitgaven, in het kader van de akkoorden met betrekking tot de gedelegeerde samenwerking, zullen ingeschreven worden in de akkoorden met de verschillende partners. De verrichtingen worden onderworpen aan het voorafgaand advies van de Inspecteur van Financiën, conform de bepalingen van de artikelen 14 en 15 van het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole. Art. 2.14.2 In afwijking van artikel 1-01-03, § 2 van de huidige wet, mogen de basisallocaties 42.01.11.00.13, 42.01.11.00.14, 42.01.11.00.15, 42.02.12.21.48 en de basisallocaties 21.01.11.00.03 en 21.01.11.00.04 van de sectie 14 onderling herverdeeld worden.
7
http://www.emis.vito.be
Art. 2.14.3 Sommige uitgaven gedaan buiten het kader van het koninklijk besluit van 19 november 1996 betreffende noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn ten gunste van de ontwikkelingslanden mogen op de basisallocatie 54.52.35.60.83 van het programma 54/5 aangerekend worden. Het betreft de volgende uitgaven : — de financiering van studies en evaluaties inzake preventie van en voorbereiding op rampen, noodhulp in de brede betekenis, rehabilitatie op korte termijn zowel lichamelijk als psychisch; — de vorming van onderhorigen van de lage-inkomenslanden, aangaande de problematiek van de humanitaire hulp en verstrekt door gespecialiseerde internationale organisaties zoals het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen (HCR) en het Internationaal Comité van het Rode Kruis (ICRC); — de uitgaven verbonden aan de terbeschikkingstelling van personeel en de levering van goederen en diensten en steun in speciën voor de aankoop van basisvoedsel door de slachtoffers, waar deze uitgaven een essentieel element uitmaken van de acties die nodig worden geacht om aan de prioritaire behoeften te voldoen van de getroffen bevolkingsgroepen.
Art. 2.14.4 De kredieten opgenomen in het programma 42/0 (B.A. 42.03.03.10.01) zijn bestemd voor de samenstelling van bestendige werkingsfondsen die de betaling verzekeren van uitgaven in verband met de werkingsen investeringskosten van de Belgische diplomatieke en consulaire posten en van de vaste vertegenwoordigingen bij de internationale organismen. De uitgaven vereffend op die voorschotten worden geregulariseerd op de daartoe bestemde begrotingskredieten. De Schatkist wordt eveneens gemachtigd die buitenlandse werkingsfondsen voor hetzelfde doel en mits naleving van dezelfde budgettaire regulari-satieprocedure weer samen te stellen. Art. 2.14.5 De overheidsopdrachten voor studies die voorafgaand aan bepaalde werken (basisallocatie 42.11.12.11.12) en de werken (basisallocaties 42.04.72.00.01 en 42.11.72.00.01) in het buitenland gegund worden en die onder de Europese drempels blijven, kunnen gegund worden via een onderhandelingsprocedure voor zover de nodige bekendmaking gedaan wordt om een afdoende concurrentie te verzekeren en waarbij de gelijkheid der inschrijvers, de essentiële bepalingen van het algemeen lastenboek en de basisprincipes van de wetgeving gerespecteerd worden.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Art. 2.14.6 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen de volgende toelagen en bijdragen worden toegekend : PROGRAMMA 40/3 CONFERENTIES, SEMINARIES EN ANDERE MANIFESTATIES Deelnemingen in de werkingskosten van conferenties en andere manifestaties georganiseerd door internationale organismen. PROGRAMMA 40/5 VERTEGENWOORDIGING IN HET BUITENLAND Toelagen bestemd ter bevordering van het imago van België op het gebied van de internationale en commerciële betrekkingen PROGRAMMA 40/7. — INTERNATIONALE SAMENWERKING 1) Toelagen aan organismen of verenigingen die activiteiten hebben met een internationaal karakter; 2) Toelage aan het Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen; 3) Toelage aan de International Crisis Group 4) Toelage aan de Stichting Europalia 5) Toelage aan het Europacollege (Brugge) 6) Toelage aan het Europees Universitair Instituut (Firenze). PROGRAMMA 51/1. — BILATERALE BETREKKINGEN 1) Bijdragen van België aan internationale organismen; 2) Toelagen m.b.t. verrichtingen in het raam van de politiek van bilaterale actieprogramma’s; 3) Toelage aan de euro-mediterrane Stichting voor de Dialoog tussen Culturen 4) Toelage aan ASEF 5) Toelage aan Eurodistrict 6) Toelage aan de Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking (EGTS) West-Vlaanderen/Vlaanderen — Duinkerke (Opaalkust) PROGRAMMA 51/2. — ECONOMISCHE EXPANSIE 1) Toelagen ter steun aan het economisch netwerk in het buitenland 2) Rentebonificaties PROGRAMMA 52/1. — INTERNATIONALE INSTELLINGEN Bijdragen van België aan internationale organismen PROGRAMMA 53/1. — MULTILATERALE BETREKKINGEN Bijdragen van België aan internationale organismen PROGRAMMA 53/2. — WETENSCHAPSBELEID Bijdragen van België aan internationale organismen PROGRAMMA 53/4. — HUMANITAIRE HULP 1) Optreden en initiatieven inzake preventieve diplomatie; 2) Conflictpreventie, vredesopbouw en mensenrechten. PROGRAMMA 54/0. — BESTAANSMIDDELENPROGRAMMA 1) Toelagen aan in internationale initiatieven in verband met de evaluatie van ontwikkelings-samenwerking.
2) Toelagen aan initiatieven van derden voor Voorbereiding en opvolging van ontwikkelingssamenwerking en voor organisatie van vergaderingen.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
PROGRAMMA 54/1. — GOUVERNEMENTELE SAMENWERKING 1) Junior programma van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. 2) Verlichting van de schulden van de lage inkomenslanden. 3) Toelagen aan de Club du Sahel, aan het African Partnership Forum, aan de Mekong River Commission, aan het EU-Africa Infrastructure Trust Fund, aan het Partnerschap voor de wouden van het Congo-bekken, aan de East African Community, aan de Westafrikaanse Ontwikkelingsbank (BOAD), aan de Communauté Economique des Pays des Grands Lac (CEPGL), aan het Fondo Indigena in Latijns Amerika en aan andere regionale organisaties of initiatieven, met in begrip van regionale programma’s van internationale (partner)organisaties, van de OESO en de EU evenals regionale programma’s van andere lidstaten van de EU. 4) Toelagen aan de partners van de niet-gouvernementele samenwerking voor de financiering van acties in synergie met de directe bilaterale samenwerking. 5) Toelagen in het raam van de samenwerking met lokale organisaties van de civiele maatschappij. 6) Toelagen voor maatschappijopbouw en goed bestuur. 7) Toelagen voor de activiteiten van het Belgisch Fonds voor de Voedselzekerheid, opgericht bij wet en aan de aanvullende programma’s bij het Belgisch Fonds voor de Voedselzekerheid. PROGRAMMA 54/2 NIET-GOUVERNEMENTELE SAMENWERKING 1) Toelagen aan de niet-gouvernementele organisaties voor de financiering van de uitvoering, het beheer en de evaluatie van de NGO-programma’s en projecten, met uitzondering van activiteiten inzake preventie, noodhulp en hulp voor rehabilitatie, voedselhulp en de conflictpreventie die ten laste van de aangepaste basisallocaties betoelaagd zullen worden, en van acties uitgevoerd in het raam van het Belgisch Fonds voor de Voedselzekerheid. 2) Toelagen aan de ″Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en Technische Bijstand″ (VVOB) en aan de ″Association pour la Promotion de l’Education et de la Formation à l’Etranger″ (APEFE). 3) Toelagen ter ondersteuning van pedagogische activiteiten in Centraal Afrika. 4) Toelagen aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. 5) Toelagen aan het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika. 6) Toelagen aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde. 7) Toelage aan het European Centre for Development Policy Management. 8) Toelagen aan de Vlaamse Interuniversitaire Raad, de Conseil Interuniversitaire Francophone en de universitaire instellingen voor de financiering van beurzen, opleidingskosten, institutionele samenwerking, eigen-initiatiefprojecten, noord-acties en gemeenschappelijke acties. 9) Toelagen aan de vzw Agri-Overseas voor de publicatie van het wetenschappelijk tijdschrift ″Tropicultura″. 10) Betoelaging van samenwerkingsacties van gedecentraliseerde besturen. 11) Betoelaging van syndicale initiatieven van het Instituut voor Internationale Arbeidersvorming (IIAV), het Internationaal Syndicaal Vormingsinstituut (ISVI) en de Beweging voor Internationale Solidariteit (BIS). 12) Betoelaging van sociale en culturele hulp aan studenten en stagiairs uit lage-inkomenslanden. 13) Betoelaging van ontwikkelingsprogramma’s van migrantenverenigingen. 14) Terugbetaling van de kosten voor geneeskundige zorgen verleend in Europa aan de Belgische en Luxemburgse missionarissen van Afrika. 15) Toelagen aan het Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen. 16) Betoelaging van sensibilisering door derden en van Kleur Bekennen. 17) Betoelaging van Africalia.
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012 http://www.emis.vito.be 7
PROGRAMMA 54/3. — MULTILATERALE SAMENWERKING 1) Toelagen aan de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling voor activiteiten in het kader van ontwikkelingssamenwerking, aan het « Multilateral Organisation Performance Assessment Network » en aan andere internationale initiatieven inzake hulpdoeltreffendheid. 2) Toelagen aan de internationale partnerorganisaties van de multilaterale samenwerking, met inbegrip van de onderzoeksprogramma’s inzake landbouw en van de ontwikkelingsbanken. 3) Vrijwillige bijdragen aan de Bretton Woods instellingen. 4) Verplichte bijdragen aan en deelnemingen in ontwikkelingsbanken met inbegrip van schuldverlichtingsoperaties ten gunste van de lage inkomenslanden. 5) Verplichte bijdragen aan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), aan de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), aan de Organisatie van de Verenigde Naties voor de Industriële Ontwikkeling (UNIDO), aan de Organisatie van de Verenigde Naties voor Opvoeding, Wetenschap en Cultuur (UNESCO), aan de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en aan de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). 6) Bijdragen aan de Global Environment Facility, aan het Multilateraal Fonds tot uitvoering van het Protocol van Montreal, aan het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, aan het Protocol van Kyoto, aan het Verdrag inzake de biologische diversiteit, aan het Secretariaat van het Verdrag ter Bestrijding van de Desertificatie, aan het « Least Developed Countries Fund », aan specifieke mechanismen die de inspanningen van de ontwikkelingslanden in hun strijd tegen ontbossing ondersteunen en aan andere initiatieven in het raam van de « fast start » financiering van de strijd tegen de klimaatverandering. 7) Verplichte bijdragen aan het Internationaal Fonds voor Agrarische Ontwikkeling. 8) Verplichte bijdragen aan de missie van de Verenigde Naties in Congo en aan het Internationaal Tribunaal voor Rwanda. 9) Toelagen voor de aanwerving van multilateraal samenwerkingspersoneel. 10) Betoelaging van de werkingskosten in Brussel van de Internationale Organisatie voor Migratie en van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen. PROGRAMMA 54/4. — BIJZONDERE INTERVENTIES 1) Diverse toelagen bestemd voor de bevordering van de handel en van de private sector in de lage-inkomenslanden. 2) Betoelaging van punctuele acties in het kader van de millennium ontwikkelingsdoelstellingen. PROGRAMMA 54/5. — HUMANITAIRE PROGRAMMA’S 1) Toelagen voor overgangsacties en strategische humanitaire interventies. 2) Toelagen en vrijwillige bijdragen met betrekking tot humanitaire en voedselhulp. Voor wat betreft de toelagen en bijdragen toegekend, — enerzijds, binnen het programma 53/4 — Humanitaire Hulp -, in het kader van conflictpreventie, vredesopbouw en mensenrechten, — en anderzijds, binnen het programma 54/5 — Humanitaire programma’s -, in het kader van overgangsacties en strategische humanitaire interventies, in het kader van voedselhulp en van voedselzekerheid op korte termijn, alsmede in het kader van preventie, noodhulp, hulp voor rehabilitatie op korte termijn en humanitaire actie, is de afstand van goederen of diensten ten kosteloze titel toegestaan. De wetgeving en reglementering inzake overheidsopdrachten zijn van toepassing op de opdrachten die aangegaan worden met het oog op de aanschaf van de goederen of diensten die het voorwerp uitmaken van deze afstand. PROGRAMMA 55/1. — EUROPESE BETREKKINGEN 1) Bijdragen van België aan internationale organismen; 2) Toelagen ten gunste van de Europese integratie Art. 2.14.7 Binnen de perken van de basisallocaties 53.41.12.11.10 en 53.41.35.40.01, in het programma 53/4 « Humanitaire Hulp », kunnen, mits voorafgaand akkoord van de Ministerraad, uitgaven van allerlei aard gedaan worden als tegemoetkomingen en initiatieven van België in inzake preventieve diplomatie.
Art. 2.14.8 Het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 53/5 (BA 51.01.00.01) - Provisioneel krediet bestemd voor de looncompensatie van militairen, van leden van de federale politie, van vertegenwoordigers van de magistratuur en van personeelsleden van Justitie, van Buitenlandse Zaken, van Financiën en andere overheidsdiensten belast met zendingen in het buitenland en de terugbetalingen aan de oorspronkelijke departementen van vergoedingen en werkings- en ontplooiingskosten aan militairen, aan leden van de Federale Politie, aan vertegenwoordigers van de magistratuur en aan personeelsleden van Justitie, van Buitenlandse Zaken, van Financiën en andere overheidsdiensten belast met zendingen in het buitenland — mag, op voorstel van de Minister van Buitenlandse Zaken en van de Minister van Begroting, volgens de behoeften, worden verdeeld over de passende programma’s van de begrotingen van de betrokken departementen door middel van een koninklijk besluit.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Art. 2.14.9 Voor het jaar 2012 beschikt het Belgisch Fonds voor de Voedselzekerheid (basisallocatie 54.17.35.60.50) over een vastleggingsmachtiging van 9.400.000 EUR. Elke verbintenis aan te gaan krachtens dit artikel wordt onderworpen aan het visum van de controleur van de vastleggingen. Art. 2.14.10 Toelagen die, in het kader van een meerjarig programma, toegekend worden aan een indirecte actor, dienen gerechtvaardigd te worden op de datum voorzien in de desbetreffende besluiten of overeenkomsten. Het niet-gebruikte saldo van een dergelijke jaarlijkse toelage, toegekend ten laste van een vorig begrotingsjaar, kan in mindering gebracht worden van de toelage die wordt toegestaan aan dezelfde indirecte actor, ten laste van het huidig begrotingsjaar. Het goedgekeurde actieplan of jaarprogramma van het nieuwe begrotingsjaar zal dan ook gefinancierd worden met nieuwe, vast te leggen middelen en met middelen waarover de indirecte actor nog beschikt ingevolge niet uitgevoerde bestedingen in het kader van vorige actieplannen of jaarprogramma’s. Dit artikel is van toepassing op volgende basisallocaties : 54.15.35.60.73, 54.17.35.60.50, 54.17.35.60.51, 54.20.35.60.70, 54.20.35.60.71, 54.20.35.60.72, 54.21.35.60.68, 54.21.35.60.69, 54.22.41.30.37, 54.22.41.30.38, 54.22.45.23.39, 54.23.45.23.01, 54.23.45.23.02, 54.24.45.23.52, 54.24.45.23.53, 54.24.45.23.54, 54.25.45.23.52, 54.25.45.23.53, 54.25.45.23.54, 54.26.35.60.65, 54.26.35.60.66, 54.26.35.60.67 en 54 27.35.60.24. De tweede paragraaf van dit artikel is eveneens van toepassing op de basisallocaties 54.28.12.11.20, 54.28.33.00.30 en 54.44.35.60.45. Art. 2.14.11 Toelagen aan projecten en programma’s van internationale organisaties dienen in de regel gerechtvaardigd te worden volgens de modaliteiten voorzien in de desbetreffende besluiten en overeenkomsten. De tijdens vorige begrotingsjaren toegekende toelagen en niet-gebruikte saldi kunnen evenwel geheroriënteerd worden, mits het verstrekken van de nodige verantwoordingen en mits het akkoord van de Minister van Ontwikkelingssamenwerking of, voor wat betreft de basisallocatie 53.41.35.40.02 — Conflictpreventie, vredesopbouw en mensenrechten, de Minister van Buitenlandse Zaken. De goedgekeurde wijzigingen worden op regelmatige tijdstippen aan het Rekenhof en aan de Minister van Begroting meegedeeld. Art. 2.14.12 In 2012 kan de Staat nieuwe meerjarige verbintenissen met de partnerlanden aangaan voor een totaal bedrag van 250.000.000 EUR. Bovendien kan het openstaande bedrag van de, door BTC uit te voeren, bilaterale verbintenissen maximaal 750.000. 000 EUR bedragen. Het betreft projecten en programma’s die door BTC uitgevoerd zullen worden op basisallocatie 54.10.54.52.02. Elke verbintenis aangegaan krachtens dit artikel wordt voorgelegd aan de controleur van de vastleggingen die de toepassing van de procedures inzake administratieve en begrotingscontrole en het niet overschrijden van het plafond toetst. Vóór de tiende van iedere maand legt de controleur van de vastleggingen aan het Rekenhof, ter informatie, een in drievoud opgemaakte lijst met de verantwoordingsstukken voor, die enerzijds het bedrag vermeldt van de aangegane verbintenissen die tijdens de afgelopen maand ingeschreven werden, en anderzijds het bedrag aangeeft van de verbintenissen die ingeschreven werden sinds het begin van het jaar.
Art. 2.14.13 De schuldvordering van 10 044 464,40 USD (waarde weerhouden op 31 december 2010) die België heeft op de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IAOB) mag ten belope van 7 681 910 USD aangewend worden om de kosten te dekken van de deelname van België aan de negende wedersamenstelling van de werkmiddelen van de InterAmerikaanse Ontwikkelingsbank (IAOB). Op basis van consultaties tussen België en de Bank zal het saldo van de schuldvordering vóór 1 december 2011 toegewezen worden aan een activiteit die prioritair is voor de Belgische ontwikkelingssamenwerking, zo niet zal het gestort worden in de Rijksmiddelen. Eventuele wijzigingen aan de bovenvermelde toewijzing zullen aan het Rekenhof, aan de Minister van Begroting meegedeeld worden.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Art. 2.14.14 § 1. Voor het jaar 2012 wordt machtiging verleend om een programma voor leningen aan vreemde Staten te onderhandelen ten belope van 55.600.000 EUR. Rekening houdend met de budgettaire mogelijkheden wordt het leningsprogramma goedgekeurd door de Ministerraad. Het vermeldt de prioritair te realiseren leningen evenals de prioritaire vervangingsleningen, in de vorm van een meerjarenprogramma. De vervangingsleningen kunnen te allen tijde in de plaats treden van initieel te realiseren leningen die geschrapt worden. De controleur van de vastleggingen boekt de realisaties en de vervanging van leningen van een programma. § 2. De leningen aan vreemde Staten worden door de controleur van de vastleggingen vastgelegd vóór de notificatie van het leningsakkoord, op het ogenblik dat de Minister van Financiën door de ondertekening van een volmacht of van het leningsakkoord zelf, zijn goedkeuring geeft over de toe te kennen lening. Art. 2.14.15 Indien het totaal van de verantwoording van de uitgaven per prestatie, die door de rekeningencommissarissen van de Belgische Technische Coöperatie (BTC) wordt gewaarmerkt als zijnde ″overeenstemmend met en getrouw aan de wet, het derde beheerscontract en de jaarrekeningen″, de ontvangen voorschotten overschrijdt, zal BTC voor het saldo, uiterlijk op 1 september van het jaar dat volgt op het te financieren jaar, een schuldvordering indienen. Na goedkeuring van deze schuldvordering door de Minister van Ontwikkelingssamenwerking zal de Staat dit saldo betalen ten laste van de kredieten lopend jaar ingeschreven op basisallocatie 54.10.54.52.02 - Dekking van de operationele kosten van BTC en bevoorrading van de medebeheerde of door de partner beheerde rekeningen. Art. 2.14.16 In het kader van het contentieux waarin op 15 april 2011 het vonnis nr. 124/04/11 van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel werd geveld, is het de Minister van Ontwikkelingssamenwerking toegelaten een dading te sluiten. Art. 2.14.17 De uitvoeringsmodaliteiten van de voor orde verrichte ontvangsten en uitgaven in het kader van de akkoorden met betrekking tot de gemeenschappelijke evaluaties van de ontwikkelingssamenwerking, uitgevoerd onder de leiding van België, zullen ingeschreven worden in de akkoorden met de verschillende partners. De verrichtingen worden onderworpen aan het voorafgaandelijk advies van de Inspecteur van Financiën, conform de bepalingen van de artikelen 14 en 15 van het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole. Art. 2.14.18 De schatkist is gemachtigd voorschotten toe te staan indien de verrichtingen in verband met de rekening geopend op naam van B.I.T.D. (Bureau International des tarifs douaniers), een debettoestand van deze rekening veroorzaken. Art. 2.14.19 In 2012 kan de Minister van Buitenlandse Zaken beloften van financiële interventies ondertekenen in het kader van de rentebonificaties waarvan sprake is op basisallocatie 51.21.31.12.01 voor totaal bedrag van 70.000.000 EUR. Het encours van deze beloften mag bovendien de 210.000.000 EUR niet overschrijden. Elke belofte tot interventie aangegaan op grond van het huidig artikel wordt voorgelegd aan de controleur van de vastleggingen die de toepassing van de procedures met betrekking tot de administratieve en budgettaire controle en de naleving van het plafond zal verifiëren.
Voor de tiende van elke maand maakt de controleur van de vastleggingen een overzicht in 3 exemplaren, vergezeld van verantwoordingsdocumenten waarin tegelijkertijd het bedrag van de beloften ingeschreven in de loop van de afgelopen maand als het bedrag van de beloften ingeschreven sinds het begin van het jaar, over aan het Rekenhof.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Sectie 16. — Ministerie van Landsverdediging Art 2.16.1 In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat, mogen voorschotten worden toegekend, teneinde aangegane opdrachten door het Belgian Military Supply Office (BMSO) gelegen te Washington uit te voeren. Voorschotten mogen eveneens uitgegeven worden aan de rekenplichtige der voorschotten van het Ministerie van Landsverdediging als aan personeelsleden van het Ministerie van Landsverdediging. Deze voorschotten worden overgeschreven door de Minister van Financiën of door zijn aangestelde op rekening van de begunstigden. In geval van dringendheid of indien de omstandigheden het vereisen worden deze voorschotten betaald door de rekenplichtige der voorschotten van het Ministerie van Landsverdediging die de nodige fondsen van de Minister van Financiën of zijn aangestelde krijgt. Het totaal aan voormelde voorschotten in voorgaande leden mag het bedrag van 27 miljoen euro niet overschrijden. Art 2.16.2 In afwijking van artikel 117 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat en in afwijking van artikel 151 van de programmawet van 2 augustus 2002, wordt de Minister van Landsverdediging gemachtigd om, zowel in het kader van de technische samenwerking en de dringende hulpverlening aan derde landen, als van de onderlinge hulpverlening bepaald door artikel 3 van het Noord-Atlantisch Verdrag, kosteloos over te gaan tot dienstverleningen en/of afstand van materieel en/of goederen uit de voorraden van de Krijgsmacht aan de landen waaraan een bijstand wordt verleend. Art 2.16.3 De Minister van Landsverdediging is ertoe gemachtigd provisionele voorschotten uit te betalen op : a) de schadeloosstelling ten laste van de Staat ingevolge schade geleden door leden van het personeel of door derden; b) de uitgaven in verband met de kosten voor verpleging in burgerinstellingen, met behandeling van lange duur en met de leveringen van farmaceutische producten door de burgerofficina’s; c) de kosten voor het gebruik van vreemde installaties. Art 2.16.4 De door het Ministerie van Landsverdediging in de Verenigde Staten van Amerika en in Canada te sluiten opdrachten mogen via onderhandelingsprocedure gegund worden. De fondsen bekomen door middel van ordonnantiën via kredietopening gedaan in het verleden mogen gebruikt worden om uitgaven te betalen, die voortvloeien uit voornoemde contracten. Het overschot aan fondsen wordt aan de Schatkist teruggestort zodra de betrokken rekenplichtige de beheersrekening, houdende eindafrekening van de contracten waarvoor deze fondsen werden toegekend, aan het Rekenhof heeft voorgelegd. De verplichtingen voortvloeiende uit aankooporders, gegeven aan het Belgian Military Supply Office (BMSO) te Washington voor het begin van het budgettaire jaar en die niet konden afgesloten worden voor deze datum mogen gedurende het budgettaire jaar afgesloten worden en dit binnen de beperkingen van het saldo van de sommen die reeds vastgelegd werden uit hoofde van deze aankooporders. De sommen die vastgelegd worden in uitvoering van aankooporders gegeven aan het Belgian Military Supply Office (BMSO) te Washington, worden aangerekend ten laste van vastleggingskredieten geopend voor het jaar van het aankooporder, wat ook het jaar mag zijn waarin de verplichtingen voortvloeiend uit de aankooporders aangegaan worden. Mogen eveneens volgens de onderhandelingsprocedure aangegaan worden, de opdrachten en uitwisselingsovereenkomsten gesloten met de instellingen van de NAVO Maintenance- en Bevoorradingsorganisatie (NAVO Maintenance- en Bevoorradingsagentschap en ondergeschikte afdelingen), evenals deze gesloten met een lidstaat van de NAVO in het kader van een internationaal akkoord, die de bevoorrading van wisselstukken, rantsoenen, het onderhoud of de herstelling van het ingezet materieel en de vernietiging of demilitarisatie van materieel of munitie tot doel hebben.
Art 2.16.5 Enkel de Minister van Landsverdediging is bevoegd om beslissingen te nemen ter beslechting van de geschillen gerezen bij de keuring van de leveringen als gevolg van de overeenkomsten gesloten door het Ministerie van Landsverdediging : a) in de Verenigde Staten van Amerika, in Canada, met het NAVO-Bevoorradings- en Herstellingsagentschap en zijn ondergeschikte afdelingen; b) met de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland ingevolge het akkoord betreffende de bevoorrading in onderdelen voor het wapensysteem LEOPARD en de ervan afgeleide versies.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Art 2.16.6 Wat de overeenkomsten betreft die het voorwerp zijn van vereffeningen voor rekening van de NAVO-infrastructuur, dienen de inschrijvingen of offertes, al naargelang van het type van de overeenkomst, vergeleken te worden zonder rekening te houden met de belasting op de toegevoegde waarde en de douanerechten toegepast in de landen van de Europese Unie. Art 2.16.7 Binnen de perken van de kredieten, ingeschreven op de betrokken basisallocaties, mogen de volgende bijdragen aan de op de activiteiten van het programma 50/9 vermelde organismen, worden toegekend : CARTOGRAFISCHE STEUN Nationaal Geografisch Instituut NATIONALE ERKENNING V.Z.W. ″Luchtkadetten van België″ Koninklijke Nationale Unie der Reserveofficieren van België Koninklijke Nationale Vereniging van de Reserveonderofficieren van België V.Z.W. ″Tank Museum″ V.Z.W. ″Brussels Air Museum Fund″ V.Z.W. ″De Vrienden van de Sectie Marine van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis″ V.Z.W. « De Vrienden van de Koninklijke Muziekkapel van de Gidsen » V.Z.W. « Belgian Air Force Royal Symphonic Band Association » V.Z.W. « Koninklijk Marine Kadettenkorps-België » Het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk SOCIALE HULP, HUISVESTING en CULTUUR Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie (CDSCA) van het Ministerie van Landsverdediging) DOTATIE AAN HET KONINKLIJK LEGERMUSEUM Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis Art 2.16.8 De Schatkist is gemachtigd voorschotten toe te staan in verband met de betalings- en terugbetalingsverrichtingen van bezoldigingen voor rekening van andere departementen of diensten, van buitenlandse of internationale instellingen, of van andere derden. Deze voorschotten worden ingeschreven op de in dit kader in het boekhoudplan van de Ministerie van Landsverdediging opgenomen rekeningen. De debetstand van deze rekeningen mag een debetstand van 55 miljoen euro niet overschrijden. Art 2.16.9 De voor orde verrichte ontvangsten en uitgaven in het kader van verdragen of internationale of nationale akkoorden zullen geboekt worden op de daarvoor geopende rekeningen in het kader van het boekhoudplan van het Ministerie van Landsverdediging. Het gecumuleerde saldo van deze rekeningen mag niet langer dan zes maand een debetstand vertonen. In het geval het gecumuleerde saldo een debetstand vertoont, mag dit saldo het bedrag van 10 miljoen euro niet overschrijden. De wetgeving inzake overheidsopdrachten alsook de daarbij horende delegaties zijn van toepassing op de uitgavenverrichtingen. Tevens worden deze verrichtingen onderworpen aan het aan de juridische vastlegging voorafgaand advies van de Inspecteur van Financiën conform de bepalingen van de artikelen 14 en 15 van het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole.
Art 2.16.10 De Minister van Landsverdediging is gemachtigd ten belope van 100.000 euro de ontvangsten aan te wenden die voortvloeien uit de interesttegoeden opgebracht door uitstaande voorschotten bij de ″Federal Reserve Bank of New York″ in het kader van de overheidsopdrachten nopens de levering van de vliegtuigen, logistieke steun, grondinstallaties en bijkomende kosten voor het geheel van de F-16 vloot.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Art 2.16.11 De Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie (CDSCA) van het Ministerie van Landsverdediging) wordt gemachtigd de opdrachten die voorzien zijn in artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 januari 1978, gewijzigd door het koninklijk besluit van 7 december 1998, tot vaststelling van de taak en tot regeling van de organisatie en de werkwijze van dit organisme te verzekeren ten gunste van de personeelsleden van de Federale Politie. De personeelsleden van Landsverdediging, die in toepassing van artikel 11, § 2 van de Wet van 10 april 1973, houdende oprichting van de Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie van het Ministerie van Landsverdediging (CDSCA), ter beschikking zijn gesteld van CDSCA, blijven ten laste van de begroting van Landsverdediging. Art 2.16.12 In afwijking van artikel 61, alinea 2 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat, wordt de Minister van Landsverdediging gemachtigd om de aan de Federale Politie geleverde prestaties, met uitzondering van deze die betrekking hebben op het personeel dat permanent ter beschikking wordt gesteld van deze laatste, te valoriseren en de van de Federale Politie ontvangen prestaties te vergoeden, op basis van de veroorzaakte supplementaire kosten. Met uitzondering van de occasionele prestaties maakt de financiële dekking van de prestaties waarvan het volume a priori gekend is, het voorwerp uit van een ter beschikking stellen van kredieten waarvan het bedrag wordt bepaald door een raming van de te realiseren prestaties en de afrekening van de vroeger werkelijk geleverde prestaties. Art 2.16.13 De Minister van Landsverdediging is gemachtigd om, met vreemde landen overeenkomsten te sluiten tot wederzijdse dienstverlening, in het kader van een internationale integratie van de Krijgsmacht of ter voorziening in dringende behoeften. De financiële regeling van deze wederzijdse operaties kan bij wijze van verrekening geschieden hetzij op het ogenblik dat de overeenkomst wordt beëindigd, hetzij na verloop van een overeengekomen termijn, hetzij in onderling overleg tussen de betrokken partijen. Het gebeurlijk saldo zal worden aangerekend ofwel op de begroting van Landsverdediging, ofwel op de Rijksmiddelenbegroting ten bate van het begrotingsfonds voor prestaties tegen betaling De Minister van Landsverdediging is ten slotte gemachtigd, om, inzake materieel, waren, wapens en munitie, met andere departementen, Belgische of buitenlandse bedrijven en derde landen overeenkomsten van wederzijdse overdracht, ruil en lening te sluiten mits op die wijze de vernieuwing van de voor de Krijgsmacht bruikbare voorraden te bevorderen. Art 2.16.14 De Minister van Landsverdediging of de door hem gedelegeerde ordonnateur wordt gemachtigd om de onroerende goederen of andere vermogensbestanddelen bestemd om terug te geven ten gevolge van de herstructurering, die rechtens eigendom zijn van de Bondsrepubliek Duitsland of van een Land en die aan een krijgsmacht of aan een civiele dienst voor gebruik ter beschikking zijn gesteld, geheel of gedeeltelijk terug te geven, en om de financiële weerslag van deze teruggave te bepalen na onderhandelingen met de Staat van verblijf. De netto financiële tegenwaarde van deze over-drachten bepaald volgens artikel 52 van de Aanvullende Overeenkomst bij het Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten, met betrekking tot de in de Bonds-republiek Duitsland gestationeerde buitenlandse krijgsmachten en het Protocol van ondertekening bij deze Aanvullende Overeenkomst, ondertekend op 3 augustus 1959 te Bonn, en goedgekeurd bij de wet van 6 mei 1963, zal het voorwerp zijn van een globale afrekening op het einde van de afstand van alle betrokken onroerende goederen of andere vermogensbestanddelen. Tussentijdse betalingen vanwege de Duitse Bondsrepubliek mogen geschieden.
Het gebeurlijk saldo en/of de tussentijdse betalingen zal/zullen worden aangerekend ofwel op de begroting van de betrokken departementen of instellingen van openbaar nut, ofwel op het Fonds voor wedergebruik van de ontvangsten voortvloeiend uit de vervreemding van onroerende goederen die deel uitmaken van het aan het beheer van de Minister van Landsverdediging toevertrouwde patrimonium en toegewezen aan het programma 16-50-3 om, na afrekening met de vorenvermelde organismen, aangewend te worden tot dekking van uitgaven voortvloeiend uit infrastructuur- en/of saneringswerken aan de door de Krijgsmacht beheerde domeinen in België en/of Duitsland, of die het gevolg zijn van de teruggave-handelingen.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Art 2.16.15 De tijdens de operaties in het buitenland te verwezenlijken uitgaven met een hoogdringend karakter mogen geschieden in het kader van opdrachten die via de onderhandelingsprocedure mogen worden gegund. De beginselen van de wetgeving op de overheidsopdrachten zullen toegepast worden voor het afsluiten van voornoemde opdrachten, tenzij de plaatselijke omstandigheden dit niet toelaten. Art 2.16.16 De Minister van Landsverdediging wordt gemachtigd om, mits akkoord van de Minister van Begroting, en door middel van een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, binnen de perken van de kredieten van de Sectie 16 — Landsverdediging, herverdelingen te verrichten ten voordele van het programma 16-50-5, ″Inzet″, ten einde het hoofd te bieden aan de specifieke noden verbonden aan de humanitaire en vredesondersteunende operaties. Deze kredietherverdelingen zullen zonder verwijl meegedeeld worden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en aan het Rekenhof. Art 2.16.17 In afwijking van artikel 61, alinea 2 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat, wordt de Minister van Landsverdediging er toe gemachtigd met andere publieke instanties overeenkomsten af te sluiten voor het leveren van wederzijdse prestaties. De financiële regeling ervan zal bij wijze van verrekening geschieden, hetzij op het ogenblik dat de overeenkomst wordt beëindigd, hetzij na verloop van een overeengekomen termijn, hetzij in onderling overleg tussen de betrokken partijen. Het gebeurlijk saldo zal ofwel in natura gecompenseerd worden ofwel worden aangerekend op de begroting van Landsverdediging (Algemene Uitgavenbegroting), of op de Rijksmiddelenbegroting ten bate van het begrotingsfonds voor prestaties tegen betaling. Art 2.16.18 In afwijking van artikel 61, alinea 2 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat, wordt de Minister van Landsverdediging er toe gemachtigd door middel van een gezamenlijke financiering door het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden een mijnenbestrijdingssimulator aan te schaffen. In afwijking van de bepalingen van artikel 19 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor werken, leveringen en diensten, wordt de Minister van Landsverdediging er toe gemachtigd één enkele opdracht, die conform de bepalingen van de wet van 24 december 1993 wordt gegund, af te sluiten, met als doel de gezamenlijke aankoop van een mijnenbestrijdingssimulator met Nederland die hem hiertoe mandateert. De uitgavenverrichtingen in het kader van deze opdrachten worden onderworpen aan het aan de juridische vastlegging voorafgaand advies van de inspecteur van Financiën conform de bepalingen van het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole. Art 2.16.19 In afwijking van artikel 61, alinea 2 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat, wordt de Minister van Landsverdediging ertoe gemachtigd de vanaf 2002 gerealiseerde ontvangsten te gebruiken voorvloeiend uit de verkoop van houtkappingen op de domeinen die deel uitmaken van het aan zijn beheer toevertrouwd onroerend patrimonium, geïnd en aangerekend op het fonds voor wedergebruik van de ontvangsten voortvloeiend uit de vervreemding van onroerende goederen die deel uitmaken van het aan het beheer van de Minister van Landsverdediging toevertrouwde patrimonium en toegewezen aan het programma 16-50-3 conform de toepassing van artikel 41 van de programmawet van 19 juli 2001.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Art 2.16.20 In het kader van een via de onderhandelingsprocedure af te sluiten verkoopscontract van F-16 toestellen, in toepassing van artikel 41 van de programmawet van 19 juli 2001 wordt de Minister van Landsverdediging gemachtigd, in afwijking van artikel 117 van de wet van 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat : — niet overtollige goederen die deel uitmaken van het aan zijn beheer toevertrouwde patrimonium te verkopen, — in het kader van de levering van de logistieke ondersteuning en aanverwante diensten de nodige uitgaven ten bezwarende titel ten aanzien van de koper tegen betaling uit te voeren, — aan de koper een prefinanciering te verlenen. In het kader van de afsluiting van het verkoopcontract zal elke juridische vastlegging, inclusief elke unilaterale verplichting, voortvloeiend uit de hierboven vermelde bepalingen, onderworpen worden aan het voorafgaand advies van de Inspectie van Financiën en het akkoord van de Minister van Begroting conform het koninklijk besluit van 16 november 1994. De uitgaven en ontvangsten in het kader van de verkoop van niet overtollige goederen evenals de hierboven vermelde prestaties worden uitgevoerd naar analogie met de verrichtingen ten voordele van derden conform de bepalingen in de begrotingstoevoeging 2.16.9 van de huidige wet. Art 2.16.21 In afwijking van Art 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat en in afwijking van Art 1.01.05, paragraaf 3 van onderhavige wet mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties betreffende de werkingsuitgaven met de economische code 12 binnen de begroting van Landsverdediging onder en uitsluitend onder elkaar herverdeeld worden. Art 2.16.22 De vastleggingsmachtiging met betrekking tot het fonds 16.2 voor wedergebruik van de ontvangsten voortvloeiend uit de vervreemding van overtollig geworden materieel, waren en munitie die deel uitmaken van het aan het beheer van de Minister van Landsverdediging toevertrouwde patrimonium, bedraagt 5 miljoen euro. Art 2.16.23 De vastleggingsmachtiging met betrekking tot het fonds 16.3 voor wedergebruik van de ontvangsten voortvloeiend uit de vervreemding van onroerende goederen die deel uitmaken van het aan het beheer van de Minister van Landsverdediging toevertrouwde patrimonium, bedraagt 5 miljoen euro. Art 2.16.24 Op voorstel van de chef Defensie en mits akkoord van de voorzitter van het directiecomité van de FOD Budget en Beheerscontrole, mogen de vastleggingskredieten enerzijds en de vereffeningskredieten anderzijds van de basisallocaties binnen de begroting van Landsverdediging, onder elkaar herverdeeld worden. Het bedrag van de verhogingen mag de 50 000 euro per basisallocatie niet overschrijden. Wanneer een basisallocatie het voorwerp is van opeenvolgende verhogingen worden de bedragen samengeteld voor de toepassing van deze bijzondere bepaling. Deze bijzondere bepaling is niet van toepassing op de basisallocaties voor de uitgaven van de beleidsorganen van de Minister. Art. 2.16.25 De terugvorderbare voorschotten toegekend aan het Hulp- en Informatiebureau voor gezinnen van militairen (HIB) in 1969, 1993 et 1994, waarvan het totale bedrag 619.733,81 euro beloopt zijn door de Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap (CDSCA) ten definitieve titel verworven. Sectie 17. — Federale politie en geïntegreerde werking Art. 2.17.1 De minister van Binnenlandse Zaken is ertoe gemachtigd om de schadeloosstelling ten laste van de Staat ingevolge schade geleden door leden van het personeel of door derden, provisionele voorschotten te vereffenen en te laten betalen. Art. 2.17.2 De kosten voor verpleging in het buitenland mogen worden betaald Desgevallend mag dit onder de vorm van provisionele voorschotten.
Art. 2.17.3 Binnen de perken van de betrokken basisallocatie, kan de volgende toelage toegekend worden : PROGRAMMA 90/1. — DOTATIES EN SUBSIDIES — aan de meergemeentepolitiezones en aan de gemeenten : bijdrage van de Federale Staat in de personeels-, de werkings- en de investeringsuitgaven, met inbegrip van de loonkost van de in de politiezones boventallige ex-rijkswachters;
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
— aan bepaalde meergemeentepolitiezones en gemeenten : bijdrage van de Federale Staat in de kosten van de vervanging van de kledij en van de uitrusting voor ordehandhaving; — aan de VZW ″Sociale Dienst van de geïntegreerde politie″ : aandeel ten laste genomen van de begroting als bijdrage in de personeelsuitgaven, in de algemene werkingsuitgaven en in de uitgaven voor interventies, met inbegrip van het deel van deze uitgaven die voor het beheer van de HORECA-diensten binnen de federale politie vereist zijn; — aan de Centra voor Politiestudies. PROGRAMMA 90/2. — GEI¨NTEGREERDE WERKING — aan bepaalde instellingen : bijdrage van de Federale Staat in de kosten van de organisatie van selectieproeven en beroepsopleidingen ten voordele van de leden van de geïntegreerde politie; — aan bepaalde organismen en VZW’s : bijdrage van de Federale Staat in de financiering van de projecten tot stimulering van de aanwerving of de bevordering van personen die de socio-culturele diversiteit binnen de maatschappij weerspiegelen; — aan verschillende organismen en VZW’s die de integratie van de lokale en federale politie bevorderen : tussenkomst van de Federale Staat in de financiering van hun projecten of hun sociale activiteiten. Art. 2.17.4 De verrichtingen in verband met de budgettaire rekeningen met nummeringen 1787075074B8 11118, 11128, 11208, 11318, 11328 en 11408, elke keer gevolgd door code 0030000 (voormalige rekening 87.07.50.74.B van de sectie « Thesaurieverrichtingen voor orde »), mogen een debetstand van deze rekeningen veroorzaken. Deze debetstand mag echter niet groter zijn dan een totaal van 3.500.000 EUR. Art. 2.17.5 In afwijking van de bepalingen van de artikelen 60 en 61 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting, mogen de ter beschikking van een verbindingsofficier gestelde voorwerpen die buiten dienst worden gesteld, door hem via de onderhandelingsprocedure en volgens de in elk land geldende regels worden verkocht. Op dezelfde wijze mag ook worden gehandeld met het materieel en de goederen die in voorraad zijn op het ogenblik dat een vertegenwoordiging van de federale politie in het buitenland definitief wordt opgeheven, tenzij de betrokken voorraden, kosteloos of mits gelijkwaardige compensatie door de ontvangende partij, kunnen worden afgestaan aan de diensten van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking. In de gevallen waarin tot verkoop ter plaatse wordt overgegaan, zal de opbrengst ervan gestort worden op de Rijksmiddelenbegroting. Indien evenwel het materieel kan worden overgelaten aan de leverancier van nieuwe gelijkaardige goederen, mag er compensatie worden doorgevoerd tussen de waarde van de afgestane goederen en het voor de nieuwe goederen gefactureerde bedrag. Art. 2.17.6 De verrichtingen in verband met de budgettaire rekening met nummering 1787075175B8, gevolgd door de code (nog in te vullen met de gevens vanuit de FOD B&B) (voormalige rekening 87.07.51.75.B van de sectie « Thesaurieverrichtingen voor orde »), mogen een debetstand van deze rekening veroorzaken. Deze debetstand mag echter niet groter zijn dan 1.200.000 EUR. Art 2.17.7 In afwijking van artikel 1-01-3 § 2, van deze wet mogen de vastleggingskredieten van de in voornoemde paragraaf bedoelde basisallocaties met betrekking tot de personeelskosten, eveneens herverdeeld worden naar de basisallocatie 11.00. 13 — vergoeding van de openbare vervoermaatschappijen voor ontoereikend bezoldigde prestaties - van de sectie 17 — federale politie en geïntegreerde werking.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Art 2.17.8 Voor het begrotingsjaar 2012 beschikt het organieke budgettaire fonds 17-4 bedoeld in artikel 11 van de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen (I) over een vastleggingsmachtiging van 833.000 EUR. Elke verbintenis aan te gaan met toepassing van dit artikel wordt onderworpen aan het visum van de controleur van de vastleggingen en aan het Rekenhof. Vóór de tiende van iedere maand legt de controleur van de vastleggingen aan het Rekenhof een in drievoud opgemaakte lijst met de verantwoordingstukken voor, die enerzijds het bedrag vermeldt van de vastleggingen die tijdens de afgelopen maand geviseerd werden, en anderzijds het bedrag aangeeft van de vastleggingen die geviseerd werden sinds het begin van het jaar. In afwijking van artikel 62, § 2, alinea 4, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, tijdens het begrotingsjaar 2012 wordt een debettoestand in vereffening op hetzelfde organieke begrotingsfonds gemachtigd dat 1.884.000 EUR niet mag overtreffen. Art 2.17.9 Met het oog op een administratieve vereenvoudiging bij de opvolging van de uitvoering van de begroting van de federale politie maar ook van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie (AIG), eveneens bij het beheer en de uitbetaling van verbruiksmiddelen en andere kleine benodigdheden, krijgt de federale politie de toelating om inschrijvingswijzigingen in de budgettaire boekhouding uit te voeren of laten uitvoeren tussen haar gesplitste kredieten waar de hierbovenvermelde werkingsuitgaven initieel aangerekend zijn en de overeenstemmende kredieten die bij de organieke afdelingen 55 of 60 worden ingeschreven. Art 2.17.10 Het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 90/1 (AB 11.01.00.01) — Provisioneel krediet bestemd om het aanwervingsbeleid in politiezones met ernstige personeelstekorten te stimuleren mag, op voorstel van de Minister van Binnenlandse Zaken,volgens de behoeften, worden verdeeld over de passende programma’s, activiteiten en begrotingsartikelen van de begrotingen van de federale politie of van de FOD Binnenlandse Zaken. Bij de verdeling mag het geheel of een deel van dit bedrag onder de vorm van een toelage ingeschreven worden. Art 2.17.11 Met het oog op een administratieve vereenvoudiging bij de opvolging van de uitvoering van de begroting van de federale politie, eveneens bij het beheer en de uitbetaling van bepaalde bezoldigingen aan leden van het operationeel korps betrokken bij de fondsenescortes of de escortes ter zee, de acties in het raam van de verkeersactieplannen of de tewerkstelling binnen de zones van het gedetacheerde personeel of van het interventie korps of nog in het raam van de door de Europese Unie gefinancierde projecten die tot het begrotingsfonds 17/4 « buitengrenzen- en terugkeerfonds » behoren, krijgt de federale politie de toelating om inschrijvingswijzigingen in de budgettaire boekhouding uit te voeren of laten uitvoeren tussen de gesplitste kredieten waar de hierbovenvermelde uitgaven initieel aangerekend zijn en de variabele kredieten die aan de begrotingsfondsen verbonden zijn waarnaar de ontvangsten die uit die escortes, acties of tewerkstelling voortvloeien gestort worden. Sectie 18. — Financiën Art. 2.18.1 §1. In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen aan de rekenplichtigen van de Stafdienst Budget en Beheerscontrole geldvoorschotten worden toegestaan tot een maximumbedrag van 500.000 EUR. Deze rekenplichtigen mogen hiermee alle dienstkosten betalen tot en met 5.500 EUR (zonder btw). § 2. De rekenplichtige van de Stafdienst Budget en Beheerscontrole, belast met de rekening « diverse ontvangsten », wordt gemachtigd om uitgaven te verrichten, uitsluitend in het kader en ten belope van de bedragen van de op deze rekening door de Europese Unie of andere internationale instellingen geprefinancierde programma’s. De facturen en schuldvorderingen aangaande deze programma’s dienen, voorafgaand aan de betaling, goedgekeurd te worden door de gedelegeerd ordonnateur van de Stafdienst Budget en Beheerscontrole.
§ 3. In afwijking van artikel 25 en bij toepassing van artikel 25 bis en artikel 229 van het koninklijk besluit van 10 december 1868 houdende Algemeen Reglement op de rijkscomptabiliteit, worden de rekenplichtigen van de restaurants van de Sociale Dienst gemachtigd om geldvoorraden in kas aan te houden tot een maximaal bedrag van 400 EUR per restaurant of cafetaria waarvoor zij rekenplichtig zijn.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Art. 2.18.2 De minister van Financiën kan leningen en hulp verstrekken aan personeelsleden in actieve dienst, aan gewezen personeelsleden, gepensioneerd of niet, aan de rechthebbenden van de personeelsleden van Financiën en aan hun familieleden. Hij kan toelagen verlenen aan de verenigingen van personeelsleden en aan de bestaande en nog op te richten ontmoetingscentra van het personeel van Financiën. Facultatieve toelagen en vrijwillige bijdragen kunnen ook aan nationale en internationale instellingen toegekend worden. Binnen de perken van de betrokken basisallocaties, kunnen de volgende toelagen en bijdragen worden toegekend : Programma 40/0 — Beheersorganen — Bestaansmiddelen 1. Subsidies aan de vzw Inter Nos 2. Subsidies aan de vzw Koninklijke Harmonie van Financiën 3. Tussenkomsten ten gunste van de Vriendenbond der culturele en sport-kringen van het personeel van Financiën 4. Toelagen aan personeelsverenigingen van Financiën 5. Tussenkomsten ten voordele van de ontmoetingscentra van het personeel van Financiën te Antwerpen en Kapellen (O.P.F.) en te Luik (C.A.R.A.F.) Programma 80/0 — Belastingen en invordering — Bestaansmiddelen 1. Bijdragen van België in de financiering van programma’s van OESO inzake fiscaliteit en openbare financiën 2. Jaarlijkse bijdrage van België aan IOTA (Intra-European Organisation of Tax Administrations) 3. Bijdragen van België aan de Wereld Douane Organisatie 4. Toelagen en bijdragen aan nationale en internationale instellingen voor gezamenlijke initiatieven op fiscaal gebied 5. Aandeel van België in de werkingskosten van internationale organismen Art. 2.18.3 § 1. In afwijking van artikel 1-01-3, §2 van deze wet, mogen de kredieten van de basisallocatie « 80.61.11.00.03 - Vast en stagedoend statutair personeel », herverdeeld worden naar de basisallocatie « 80.61.11.00.09 - Personeel van de Administratie der douane en accijnzen gebezigd door andere Administraties van de FOD Financiën en andere FOD’s en openbare diensten »; § 2. In afwijking van artikel 1-01-3, § 3 van deze wet, mogen de in deze paragraaf bedoelde basisallocaties met betrekking tot de werkingskosten van de sectie 18 - FOD Financiën, eveneens herverdeeld worden naar de basisallocatie « 40.03.34.41.40 — Schadevergoe-dingen aan derden ». Art. 2.18.4 De minister van Financiën kan voorschotten toestaan voor dringende betalingen, die voortvloeien uit de verplichtingen van België op het vlak van haar deelneming in internationale financiële instellingen, en die verricht worden door de diensten van de Thesaurie belast met de internationale betrekkingen. Art. 2.18.5 In afwijking van artikel 62 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale staat, wordt het organiek fonds « Fonds betreffende de betaling van de voorschotten inzake de alimentatie-vorderingen » gemachtigd een debettoestand te vertonen in vastlegging en in vereffening, welke het bedrag van 70.170.000 EUR niet mag overschrijden. Art. 2.18.6 In afwijking van artikels 60 en 61 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale staat, wordt de minister van Financiën gemachtigd de opbrengst uit de effectisering van de belastingsachterstand te gebruiken, ten belope van maximaal 1,5 % van de doelstelling, om de uitgaven te dekken die voortvloeien uit de uitvoering van deze verrichting.
Art. 2.18.7 In de gevallen waar de betalingstermijn zeer kort is en de gepaste begrotingsprocedure niet kan worden toegepast, wordt de Schatkist ertoe gemachtigd om, met het voorafgaand akkoord van de minister van Financiën en van de minister of de staatssecretaris die bevoegd is voor de begroting, door middel van voorschotten de uitgaven te betalen met betrekking tot de uitvoering van de waarborg toegekend door de federale Staat conform artikel 36/24 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van Belgïe en de uitvoeringsbesluiten ervan, in het bijzonder : 1° het koninklijk besluit van 16 oktober 2008 tot uitvoering van artikel 117 bis van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten; 2° het koninklijk besluit van 14 november 2008 tot uitvoering van de wet van 15 oktober 2008 houdende maatregelen ter bevordering van de financiële stabiliteit en inzonderheid tot instelling van een staatsgarantie voor verstrekte kredieten en andere inrichtingen in het kader van de financiële stabiliteit, voor wat betreft de bescherming van de deposito’s en de levensverzekeringen, en tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
3° het koninklijk besluit van 10 december 2008 betreffende de waarborg van bepaalde risico’s aangegaan door financiële instellingen; 4° het koninklijk besluit van 16 maart 2009 betreffende de bescherming van deposito’s en levensverzekeringen door het Bijzonder Beschermingsfonds voor deposito’s en levensverzekeringen; 5° het koninklijk besluit van 14 april 2009 tot toekenning van een Staatswaarborg aan bepaalde operaties in verband met de redding van Fortis; 6° het koninklijk besluit van 14 april 2009 tot toekenning van een Staatswaarborg aan bepaalde leningen van de Gemeentelijke Holding; 7° het koninklijk besluit van 10 augustus 2009 betreffende de dekking van verliezen opgelopen op bepaalde financiële instrumenten door KBC. De nodige begrotingskredieten voor de vastlegging en de vereffening van deze uitgaven zullen zo vlug mogelijk worden aangevraagd via een beraadslaging van de Ministerraad overeenkomstig de bepalingen van artikel 70 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat.
Sectie 19. — Regie der Gebouwen
Art. 2.19.1
7
http://www.emis.vito.be
De bij deze wet gevoegde begroting van de Regie der Gebouwen voor het begrotingsjaar 2012 wordt goedgekeurd. Deze begroting bedraagt voor de ontvangsten 1.067. 745. 583 EUR, waarvan 789. 289. 000 EUR dotaties vanwege de Federale Staat, en voor de uitgaven 1.068. 628. 167 EUR, waarvan 882 584 EUR overgedragen wordt van het begrotingsjaar 2011. Zij bevat, bij de uitgaven, vastleggingskredieten (gesplitste kredieten) voor een bedrag van 302.271.304 EUR. De ontvangsten en uitgaven voor orde worden geschat op 16.105.000 EUR.
Art. 2.19.2 De minister bevoegd voor de Regie der Gebouwen wordt ertoe gemachtigd buiten het bedrag van de limitatieve vastleggingskredieten van de investeringsprogramma’s, ingeschreven op de artikels 533.01, 533.03, 533.04, 533.11, 533.12, 533.13, 533.14, 533.16, 536.02, 536.11 en 536.13 van de bij deze wet gevoegde begroting van de Regie der Gebouwen, verbintenissen tot huurkoop en analoge verrichtingen aan te gaan (met inbegrip van investeringen verricht door derden in het kader van privé-financieringsinitiatieven of huurcontracten op lange termijn met de bedoeling onroerende goederen ter beschikking te stellen van de overheid).
De boekhoudkundige vastlegging van deze verrichtingen wordt in 2012 beperkt tot 77 036 407 EUR, als volgt verdeeld : (in euro) Maximumbedrag te financieren — Montant maximum à financer Luik, uitbreiding gerechtshof
90 000 000
4 379 775
Tervuren, KMMA
66 500 000
59 940 703
3 000 000
115 929
Gent, Forensisch psychiatrisch centrum
80 000 000
8 000 000
Gand, centre de psychiatrie l
Achêne, jeugdgevangenis
55 600 000
4 600 000
Ach
Wandre, FAVV
Li Tervueren, MRAC Wandre, AFSCA
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Art. 2.19.3 De minister bevoegd voor de Regie der Gebouwen wordt gemachtigd ten laste van de begroting van de Regie der Gebouwen de uitgaven vast te leggen en te vereffenen die voortvloeien uit het water- en elektriciteitsverbruik en de verwarming van de koninklijke paleizen van Brussel en Laken. Art. 2.19.4 De Regie der Gebouwen wordt gemachtigd uitgaven te betalen voor de eerste inrichtingswerken in gebouwen die door haar gehuurd worden ten behoeve van de diensten in wier huisvesting zij moet voorzien krachtens de wet van 1 april 1971 houdende oprichting van een Regie der Gebouwen. Indien deze inrichtingswerken beschouwd kunnen worden als standaardafwerking of standaarduitrusting, zijn zij ten laste van de begroting van de Regie der Gebouwen. Indien de werken daarentegen voortvloeien uit specifieke noden van de huidige of toekomstige bezetter en niet beschouwd kunnen worden als standaardafwerking of standaarduitrusting, zijn zij ten laste van die bezetter. In dat geval int de Regie der Gebouwen provisionele voorschotten van de bezettende dienst, voorafgaand aan de betaling van deze uitgaven. Het is de Regie der Gebouwen niet toegestaan om deze uitgaven op welke wijze ook te prefinancieren.
Art. 2.19.5
7
http://www.emis.vito.be
De Regie der Gebouwen wordt gemachtigd uitgaven te betalen, van welke aard ook, die noodzakelijk zijn voor het beheer van bepaalde gebouwen waarin gelijktijdig verschillende overheidsdiensten gehuisvest zijn maar die, met het oog op een doeltreffend beheer, als entiteiten beschouwd worden (b.v. Administratieve Centra, de Halfeeuwfeestpaleizen te Brussel, bepaalde omvangrijke gehuurde complexen). De Regie der Gebouwen wordt gemachtigd het bedrag van deze uitgaven ten laste te leggen van de bezetters van de betrokken gebouwen, hetzij door recuperatie van de gedane uitgaven, hetzij door het gebruik van een rekening voor orde. In beide gevallen int de Regie der Gebouwen provisionele voorschotten van deze bezetters vóór de betaling van de uitgaven. Art. 2.19.6 De Regie der Gebouwen wordt gemachtigd om uitgaven ten laste te nemen voor bepaalde vaste bezettingslasten van de persoonlijke secretariaten en de beleidsorganen van de ministers en staatssecretarissen die gehuisvest zijn in Rijksgebouwen of in gehuurde gebouwen, los van hun administratie. Deze uitgaven worden voor de Rijksgebouwen beperkt tot 49 579 EUR per minister en 24 789 EUR per staatssecretaris en voor de gehuurde gebouwen tot 99 157 EUR per minister en 49 579 EUR per staatssecretaris. De minister van Begroting en de minister bevoegd voor de Regie der Gebouwen bepalen in gezamenlijk overleg de richtlijnen voor de verdeling en het gebruik van dit krediet.
Onder bezettingslasten dient onder meer te worden verstaan : onderhoudskosten van centrale verwarming en air-conditioning, kosten voor het reinigen van ramen, onderhoudskosten van telefooninstallaties en -centrales, van liften en andere hefinstallaties, van elektrische en veiligheidsinstallaties, lasten verbonden aan gemeenschappelijke ruimten, onderhoudskosten van grasperken, parken en tuinen, beheerskosten, gewesttaksen en de installatie van veiligheidsapparatuur.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Art. 2.19.7 De Regie der Gebouwen wordt gemachtigd tot het bedrag van de werkelijke ontvangsten te putten uit de opbrengst van de verkoop van onroerende goederen en andere onroerende verrichtingen. De opbrengst van deze verrichtingen wordt gestort in het Financieringsfonds dat geopend werd krachtens artikel 335 van de programmawet van 22 december 1989. De op het einde van het begrotingsjaar niet gebruikte gelden van het Financieringsfonds worden naar het volgende begrotingsjaar overgedragen en worden gevoegd bij de eigen ontvangsten van dat jaar. Art. 2.19.8 In afwijking van artikels 19 en 20 van de wet van 1 april 1971 houdende oprichting van een Regie der Gebouwen, wordt de Regie der Gebouwen gemachtigd om uitgaven te verrichten voor het uitvoeren van gewone en buitengewone onderhoudswerken, studies en diverse andere werken in welbepaalde gebouwen die geen eigendom zijn van de Staat, indien deze uitgaven door contracten, conventies of andere overeenkomsten expliciet ten laste van de Regie der Gebouwen gelegd worden. Art. 2.19.9 In afwijking van artikel 2 van de wet van 1 april 1971 houdende oprichting van een Regie der Gebouwen, wordt de Regie der Gebouwen gemachtigd om bepaalde herstellingswerken (studies inbegrepen) in het gebouw van de ″Academia Belgica″ te Rome ten laste te nemen. Art. 2.19.10 De Regie der Gebouwen wordt gemachtigd uitgaven te verrichten voor de beveiliging van de koninklijke domeinen van Laken, Belvédère, Stuyvenberg en Châteauneuf. Art. 2.19.11 In afwijking van artikel 2 van de wet van 1 april 1971 houdende oprichting van een Regie der Gebouwen, wordt de Regie der Gebouwen gemachtigd om de kosten van de huisvesting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen ten laste te nemen. Art. 2.19.12 In afwijking van artikel 2 van de wet van 1 april 1971 houdende oprichting van een Regie der Gebouwen, wordt de Regie der Gebouwen gemachtigd om haar medewerking te verlenen aan het uitvoeren van een technisch onderzoek en het opstellen van een jaarlijks rapport betreffende de algemene staat en de conformiteit met de geldende (Franse) wetgeving en reglementering van het gerenoveerde gebouw « Huis van de Belgische en Luxemburgse studenten » te Parijs (Stichting Biermans-Lapôtre). De kosten die daarmee gepaard gaan zijn ten laste van de programmatorische federale overheidsdienst Wetenschapsbeleid. Art. 2.19.13 De Regie der Gebouwen wordt gemachtigd om de bouw- en renovatiewerken (studies inbegrepen) van blok A van het complex ″Residence Palace″ te Brussel ten behoeve van de Raad van de Europese Unie, te betalen aan de aannemers met gelden ter beschikking gesteld door de Schatkist. Deze uitgaven blijven in het begrotingsjaar 2012 beperkt tot een bedrag van 18 307 500 EUR in vastlegging en 107 210 300 EUR in vereffening. De totale investeringskost van dit project wordt door de Raad van de Europese Unie rechtstreeks terugbetaald aan de Schatkist. Art. 2.19.14 De Regie der Gebouwen wordt gemachtigd om uitgaven te verrichten voor diverse investeringswerken en studies in gebouwen die geen Staatseigendom zijn maar die wel gebruikt worden voor de huisvesting van Staatsdiensten, van door de Staat beheerde openbare diensten of van sommige categorieën door de Staat bezoldigd personeel, indien deze uitgaven expliciet ten laste gelegd worden van de Regie der Gebouwen door de bepalingen van een huurcontract of door een beslissing van de Ministerraad en indien ze niet ten laste vallen van de bezetters van de betrokken gebouwen.
Art. 2.19.15 In afwijking van artikel 2 van de wet van 1 april 1971 houdende oprichting van een Regie der Gebouwen, wordt de Regie der Gebouwen gemachtigd om investerings- en onderhoudswerken in open asielcentra ten laste te nemen, ten behoeve van het Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers. Art. 2.19.16 In afwijking van artikel 2 van de wet van 1 april 1971 houdende oprichting van een Regie der Gebouwen, wordt de Regie der Gebouwen gemachtigd om de kosten van de huisvesting van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten ten laste te nemen. Art. 2.19.17 In het raam van de bouw van nieuwe strafinrichtingen is de Regie der Gebouwen gemachtigd om het ereloon van de externe experten te prefinancieren op artikel 560.08 van haar begroting, tot de promotor is aangesteld.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Sectie 21. — Pensioenen Art. 2.21.1 De bij deze wet gevoegde initiële begroting van de Pensioendienst voor de overheidssector voor het jaar 2012 wordt goedgekeurd. Deze begroting beloopt 12 991 294 000 euro voor de ontvangsten waarvan 12 951 868 000 euro voor de ontvangsten met betrekking tot de wettelijke opdrachten en 39 426 000 euro voor de ontvangsten inzake het beheer van de Dienst. Ze beloopt 12 991 294 000 euro voor de uitgaven waarvan 12 951 868 000 euro voor de uitgaven met betrekking tot de wettelijke opdrachten, en 39 426 000 euro voor de uitgaven met betrekking tot het beheer van de Dienst. Art. 2.21.2 De grootboekrekening 466543 van de thesaurie - « FOD Financiën — Thesaurie — CDVU — Pensioenen en aanverwante voordelen — Pensioendienst van de overheidssector (PDOS) » - waarop vanaf 1 januari 2006 de lasten worden aangerekend van de rust- en overlevingspensioenen die door de Pensioendienst voor de overheidssector worden beheerd, mag een debetsaldo vertonen van 20 % van de uitgaven inzake de wettelijke opdrachten van deze Dienst. Art. 2.21.3 De grootboekrekening 466515 van de thesaurie — « FOD Financiën — Thesaurie - CDVU — Wedden en andere vaste uitgaven van de personeelsleden van de Pensioendienst van de overheidssector (PDOS) » - waarop vanaf 1 januari 2006 de lasten worden aangerekend van de wedden van het vast benoemd en contractueel personeel van de Pensioendienst voor de overheidssector, mag een debetsaldo vertonen van 20 % van de beheersuitgaven van deze Dienst. Sectie 23. — FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Art. 2.23.1 In afwijking van het artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale staat, mogen voorschotten worden verleend tot een maximumbedrag van 372 000 EUR aan de rekenplichtige van het Departement Beheersorganen - met het oog op de uitbetaling - eventueel door middel van voorschotten - van de schuldvorderingen die 5 500 EUR exclusief BTW niet overschrijden, en van de uitgaven van uitzonderlijke en dringende aard, ongeacht het bedrag. Art. 2.23.2 Binnen de perken van de desbetreffende basisallocaties kunnen de volgende toelagen worden toegekend : PROGRAMMA 40/0. — DIENSTEN VAN DE VOORZITTER BESTAANSMIDDELEN — Toelage aan de Personeelsvereniging van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg; PROGRAMMA 40/1. — INTERNATIONALE SAMENWERKING — Deelneming aan het programma voor de uitwisseling van sociale werkers der Verenigde Naties. — Deelneming in de uitvoering van de initiatieven betreffende de bilaterale sociale samenwerking opgezet door de Internationale Arbeidsorganisatie of met een derde land; — Toelagen aan internationale organisaties (IAB, Raad van Europa, Europese organisaties,...), aan erkende of geaggregeerde nietgouvernementele organisaties, aan Belgische onderzoeksinstituten;
— Financiële bijdragen aan tussenkomsten van kleine omvang via de NV Belgische Technische Coöperatie. PROGRAMMA 40/2. — DIVERSITEIT, INTERCULTURALITEIT EN GELIJKHEID VAN KANSEN — Toelagen aan privé-organisaties in het kader van de diversiteit, interculturaliteit en gelijkheid van kansen; — Dotatie aan het Impulsfonds voor het Migrantenbeleid in het kader van de diversiteit, interculturaliteit en gelijkheid van kansen; — Dotatie aan het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding in het kader van de diversiteit, interculturaliteit en gelijkheid van kansen; — Toelagen aan publieke organisaties in het kader van de diversiteit, interculturaliteit en gelijkheid van kansen. PROGRAMMA 40/5. — GELIJKE KANSEN VOOR VROUWEN EN MANNEN Dotatie aan het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
PROGRAMMA 40/6. — FEDERALE PBELGISCHE PUBLIEKE BIJDRAGE AAN HET EUROPEES SOCIAAL FONDS — Toelagen aan VZW’s in het kader van de federale bijdrage « operationeel programma 2007-2013 »; — Toelagen aan universiteiten in het kader van de federale bijdrage « operationeel programma 2007-2013 ». PROGRAMMA 40/9. — STEUN AAN ONTHAALCENTRA — Verlenen van een toelage aan drie onthaalcentra gespecialiseerd inzake de strijd tegen de mensenhandel, met name : — centrum Sürya — centrum Pag-Asa — centrum Payoke. PROGRAMMA 51/1. — SOCIAAL OVERLEG EN SOCIALE BEMIDDELING Dotatie aan de Nationale Arbeidsraad. PROGRAMMA 52/0. — BESTAANS-MIDDELENPROGRAMMA Toelage aan de vereniging van diensthoofden voor veiligheid en hygiëne van België. PROGRAMMA 52/1. — ACTIES TEN GUNSTE VAN DE SOCIALE, MORELE EN INTELLECTUELE PROMOTIE VAN DE WERKNEMERS 1) Allerlei uitgaven in verband met de toekenning van de prijzen van de Hoge Raad voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen en van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk. 2) Dotatie aan het Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid. 3) Toelage aan de representatieve werknemersorganisaties bedoeld bij artikel 3 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.
7
http://www.emis.vito.be
PROGRAMMA 56/3. — BRUGPENSIOENEN Toelage aan het Fonds voor Bestaanszekerheid van de sector van de Koopvaardij teneinde aanvullende uitkeringen te betalen aan de bruggepensioneerden van de sector. Art. 2.23.3 Tot een door de minister van Werk vastgesteld bedrag kunnen de betrokken sociale partners een terugbetaling bekomen van de theoretische en praktische vormingen die ze organiseren in het kader van de bilaterale sociale samenwerking. Art. 2.23.4 De minister van Werk kan, na akkoord van de minister van Begroting, en op basis van een gemotiveerd advies van zijn departement, een schikking treffen in het kader van het aanzuiveren van schulden van promotoren van projecten van voor 1990 betreffende lasten uit het verleden afkomstig van het beheer van de Europese structuurfondsen en meer in het bijzonder van het Europees Sociaal Fonds waarvoor de Europese Commissie ambtshalve compensaties heeft verricht krachtens de verordening (EG,Euratom) N° 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen en van de Verordening (EG,Euratom) N° 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 houdende vaststelling van de uitvoeringsmodaliteiten van het bovenvermelde reglement.
Sectie 24. — FOD Sociale Zekerheid Art. 2.24.1 In afwijking van het artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen voorschotten tot een maximum bedrag van 10 000 EUR verleend worden aan de rekenplichtigen van het departement, met het oog op de uitbetaling van de schuldvorderingen aangaande alle dienstkosten alsmede de vergoedingen en toelagen van alle aard die 1 000 EUR niet overschrijden. Deze rekenplichtigen worden gemachtigd de nodige voorschotten te verlenen aan de ambtenaren en experten belast met een zending in het buitenland, zelfs indien deze voorschotten meer dan 1 000 EUR bedragen. De betaling van de erelonen van experten uit het buitenland en van de kosten voortspruitend uit regelingen met vreemde landen, mag eveneens per geldvoorschot gebeuren, welke ook het bedrag ervan zij.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Art. 2.24.2 De kredieten voor allerhande uitgaven van de Sociale Dienst en de kredieten voor de pensioencomplementen mogen aangewend worden in de vorm van een toelage aan de VZW « Sociale Dienst van de FOD Sociale Zekerheid en de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu ». Art. 2.24.3 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen de volgende toelagen worden toegekend : PROGRAMMA 21/5. — ICT Toelage aan het Secretariaat-Generaal van de Benelux. PROGRAMMA 54/1. — SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN Dotatie aan het Globaal Beheer, stelsel zelfstandigen, teneinde het financiële evenwicht van de sociale zekerheid te verzekeren en de continuïteit van de betalingen van de sociale prestaties te garanderen. PROGRAMMA 55/2. — GEHANDICAPTEN Toelagen aan organismen, instellingen, verenigingen en groeperingen die door studie, informatie of door andere activiteiten van sociale aard bijdragen aan de integratie van personen met een handicap (onderzoek, studiedagen, diverse tussenkomsten, informatie en propaganda met betrekking tot het gehandicaptenbeleid...) PROGRAMMA 57/2. — STATEN-GENERAAL VAN HET GEZIN Toelagen aan organismen, instellingen, verenigingen en groeperingen die door studie, informatie of andere activiteiten van sociale aard actief zijn op het gebied van gezinsbeleid. PROGRAMMA 57/3. — INTERNATIONALE BETREKKINGEN Toelagen aan de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) en aan de IVSZ (Internationale Vereniging voor Sociale Zekerheid). PROGRAMMA 58/1. — STUDIEEN VOOR HET SOCIAAL BELEID Toelagen aan organismen, instellingen, verenigingen en groeperingen die door studie, informatie of andere activiteiten van sociale aard deelnemen aan de bevordering van de sociale zekerheid (studies, onderzoeken, studiedagen, diverse initiatieven, informatie en propaganda betreffende de verschillende takken van de sociale zekerheid...) Toelagen aan de openbare instelling van sociale zekerheid (OISZ) en aan de instellingen van openbaar nut van de sociale zekerheid in uitvoering van artikel 2.04.3 van deze wet. PROGRAMMA 58/4. — DOTATIES EN TOELAGEN — Dotatie aan het Globaal Beheer, stelsel werknemers, teneinde het financiële evenwicht van de sociale zekerheid te verzekeren en de continuïteit van de betalingen van de sociale prestaties te garanderen. — Toelage aan de VZW SIGeDIS voor het beheer van de gegevensbank : « Opbouw aanvullende pensioenen ». PROGRAMMA 59/1. — OORLOGSSLACHTOFFERS Toelagen ter ondersteuning van de sociale actie van bepaalde federaties en werken ten gunste van de oorlogsslachtoffers en hun rechthebbenden. Art. 2.24.4 In afwijking van artikel 61, eerste lid, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mag de basisallocatie 55.22.343106 « betaling van de tegemoetkomingen aan de gehandicapten bij toepassing van de wet van 27 februari 1987 » een debetstand in vastlegging en in vereffening vertonen.
Sectie 25. — FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Art. 2.25.1 In afwijking van het artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, mogen voorschotten tot een maximum bedrag van 744.000 euro verleend worden aan de rekenplichtigen van het departement, met het oog op de uitbetaling van de schuldvorderingen aangaande alle dienstkosten alsmede de vergoedingen en toelagen van alle aard die 5.500 euro niet overschrijden, en welk ook het bedrag moge zijn, van de verbruikskosten van water, van gas en van elektriciteit, de kosten van telefoon, portkosten en de verbruikskosten van stookolie en brandstof van autovoertuigen, alsmede de voorschotten verleend aan ambtenaren en experten belast met opdrachten. Deze rekenplichtigen worden gemachtigd de nodige voorschotten te verlenen aan de ambtenaren voor het nemen van monsters. Deze voorschotten zijn beperkt tot een bedrag van 2.000 euro. Deze rekenplichtigen worden gemachtigd de nodige voorschotten te verlenen aan de ambtenaren en experten belast met een zending in het buitenland, zelfs indien deze voorschotten meer dan 3.000 euro bedragen. De betaling van de erelonen van experten uit het buitenland en van de kosten voortspruitend uit regelingen met vreemde landen, mag eveneens per voorschot gebeuren, welke ook het bedrag ervan zij. Art. 2.25.2 De kredieten voor allerhande uitgaven van de Sociale Dienst zullen mogen aangewend worden in de vorm van een toelage aan de VZW « Sociale Dienst van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en van de FOD Sociale Zekerheid ». Art. 2.25.3 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen de volgende toelagen worden toegekend : PROGRAMMA 21/0. — DIENSTEN VAN DE VOORZITTER — Toelagen, lidmaatschapsbijdragen of deelname aan de werkingskosten van internationale organisaties binnen het domein van de volksgezondheid. — Toelagen aan organisaties die hun zetel in België hebben en die met internationale organisaties binnen het domein van de volksgezondheid werken. — Toelagen voor vergaderingen in België van experten van internationale organisaties over onderwerpen van volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu, als rechtstreekse financiering. — Toelagen « Health in All Policies ». PROGRAMMA 40/0. — BESTAANSMIDDELENPROGRAMMA Toelage voor Sport en Cultuur.
7
http://www.emis.vito.be
PROGRAMMA 51/3. — ACUTE, CHRONISCHE EN OUDERENZORG Toelagen als vergoeding aan levende donoren. PROGRAMMA 51/4. — PSYCHOSOCIALE GEZONDHEIDSZORG — Toelagen aan pilootprojecten crisiseenheden en case management (9 ziekenhuizen). — Toelagen aan pilootprojecten « Intensieve behandeling voor personen met dubbele diagnose » (2 ziekenhuizen). PROGRAMMA 51/6. — TOELAGEN AAN ORGANISATIES — Toelagen aan diverse organisaties i.v.m. de omkadering en ondersteuning van de burger als patiënt. — Toelagen aan vzw’s Medisch Falen. — Toelagen aan de verenigingen « LEIF » en « EOL » die de ondersteuning van geneesheren tot doel hebben en die ertoe bijdragen de bevolking te informeren omtrent de wettelijke bepalingen inzake euthanasie. PROGRAMMA 52/1. — BASISGEZONDHEIDSZORG — Toelagen aan huisartsen en aan groepspraktijken, betreffende de modernisering van de medische praktijk — Toelagen aan twee representatieve wetenschappelijke huisartsenverenigingen voor hun wetenschappelijk werk betreffende de modernisering van de medische praktijk. — Toelagen aan universitaire of interuniversitaire centra van huisartsgeneeskunde voor de opleiding en de wetenschappelijke omkadering van stagemeesters
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012 http://www.emis.vito.be 7
— Toelagen voor het aanmoedigen van initiatieven genomen in verband met studiedagen en informatieverspreiding aangaande volksgezond-heid. — Toelagen aan de Stichting « Kankerregister ». — Toelagen toegekend aan thuisverpleegkunde-praktijken en aan thuisvroedkundepraktijken. — Toelagen aan interuniversitaire organismen voor het creëren van vormingsmodules voor een voorbereiding van de studenten op het medische beroep. — Toelagen aan erkende huisartsenkringen — Toelagen aan huisartsenpraktijken, thuisverpleegkundepraktijken en thuisvroedkundepraktijken, met het oog op de ondersteuning van deze praktijken bij hun administratieve taken en de activiteiten inzake de zorgprogramma’s. — Toelagen aan geïntegreerde diensten voor thuisverzorging (GDT’s). — Toelage aan het Belgisch Centrum voor Evidence-Based Medicine (CEBAM) voor het stimuleren van de bekendheid en het toepassen van Evidence Based Medicine binnen de diverse zorgdisciplines in België. — Toelage aan wetenschappelijke verenigingen voor verpleegkundigen, zoals de Wetenschappelijke Vereniging van Verpleegkunde en Vroedkunde (WVVV) en de Collaboration Internationale des Praticiens et Intervenants en Qualité — Santé (CIPIQS) voor de ontwikkeling en verspreiding van richtlijnen goede praktijk in de thuiszorg op basis van Evidence Based Nursing — Toelage aan de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België voor de toekenning van vijfjaarlijkse prijzen der geneeskundige wetenschappen. — Toelagen in het kader van de actie intrafamiliaal geweld. — Toelagen aan wetenschappelijke en beroepsverenigingen van artsen. PROGRAMMA 52/2. — CRISISBEHEER — Toelagen inzake Fonds Dringende Geneeskundige Hulpverlening, in het kader van de Wet van 18 juli 1964. — Toelagen inzake centra voor opleiding van hulpambulanciers in het kader van K.B. van 13 februari 1998. — Toelage aan het Rode Kruis België/Vlaanderen. — Toelage aan het Antigifcentrum. — Toelage aan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. — Toelagen aan het Agentschap Oproep Hulpdiensten. — Subsidies Ritten zonder Vervoer Ambulancediensten. — Toelagen Implementatie PIT-projecten. — Toelagen aan opleidings- en vervolmakingcentra voor hulpverlenerambulanciers PROGRAMMA 54/0. — BESTAANSMIDDELEN — Verplichte bijdragen (toelagen) in toepassing van art. 39 van het Samenwerkingsakkoord van 18/06/2003 tussen de Federale Overheid en de Gewesten aan verschillende internationale organisaties. — Betaling door de Staat van verschuldigde bedragen als gevolg van veroordelingen of vergoedingen voor op bevel geslachte of afgemaakte dieren voor ziekten die vallen onder hoofdstuk III van de dierengezondheidswet 24 maart 1987, in het bijzonder de maatregelen en de vergoedingen bedoeld in toepassing van artikel 8 van deze wet, bij soorten waarvoor geen bestaand Fonds voorhanden is, worden opgenomen uit de interdepartementale provisie. — Toelagen als aandeel in de werkingskosten aan de internationale organisatie OESO — programma pesticiden — waarin DG4 een vertegenwoordiging heeft. — Toelagen aan diverse organisaties voor de omkadering en/of ondersteuning van initiatieven van de burger in het kader van het federaal beleid « Dier, Plant en Voeding ». PROGRAMMA 54/1. — SANITAIR BELEID — Toelagen als aandeel in de werkingskosten van de internationale organisaties O.I.E — EPPO en FAO waarbinnen DG4 een vertegenwoordiging heeft. PROGRAMMA 54/2. — DIERENWELZIJN/CITES — Toelagen voor de studie over de identificatie van vogels beschermd door de wetgeving betreffende de bescherming van de fauna en de flora van het in het wild levende planten en dieren. — Toelagen als aandeel in de werkingskosten van de internationale organisatie CITES waarbinnen DG4 een vertegenwoordiging heeft.
PROGRAMMA 54/3. — VOEDING EN ANDERE CONSUMPTIEPRODUCTEN — Toelagen aan de VZW « NUBEL » voor de ontwikkeling van een wetenschappelijke databank betreffende de nutritionele samenstelling van de voedingsmiddelen op de Belgische markt. — Toelagen aan OIVO (Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisatie). — Toelagen aan CIRIHA (Centrum voor informatie en onderzoek omtrent voedselintolerantie en hygiëne). — Toelagen voor studies noodzakelijk voor het uitvoeren van Directieven en Reglementen van de Europese Unie — Toelagen noodzakelijk voor het uitvoeren van Nationaal Voedingsen Gezondheidsplan. PROGRAMMA 54/4. — INSPECTIE — Toelagen voor de controle van andere consumptiegoederen en CITES.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
PROGRAMMA 55/0. — BESTAANSMIDDELENPROGRAMMA — Toelagen in het kader van energiebesparing. — Werkings- en investeringstoelagen — voor milieuvriendelijke projecten — aan bedrijven (overheidsbedrijven + privébedrijven), verenigingen zonder winstoogmerk en andere. PROGRAMMA 55/1 MULTILATERALE EN STRATEGISCHE ZAKEN — Toelagen als deelname aan de werkings- en uitvoeringskosten van of bijdragen aan internationale organisaties met het oog op de bescherming van de mens en het leefmilieu op het gebied van de luchten waterverontreiniging, gevaarlijke afvalstoffen, scheikundige producten, biotechnologie, biodiversiteit, bioveiligheid, walvisvangst, Antarctica ea. in uitvoering van door België ondertekende verdragen of protocollen. — Toelage als deelname aan OESO/IUCN/UNESCO/CBI/CEEWeb projecten en VN bioprospection activiteiten oa. — Toelagen voor capacity building projecten. — Toelage als deelname aan het OSCE project en toelagen voor capacity building projecten. — Toelagen voor de wetenschappelijke samenwerking met bepaalde instellingen aangaande de strijd tegen de vervuiling en de veiligheid bij de risico-industrieën. — Toelagen voor de wetenschappelijke samenwerking aangaande het grensoverschrijdend transport van industriële afvalstoffen. — Toelagen met betrekking tot de toegang tot informatie, inspraak van de burger tot besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden. — Toelagen aan nationale en internationale verenigingen/organisaties m.b.t. het leefmilieu. — Toelagen voor initiatieven m.b.t colloquia en bewustmakingscampagnes, in verband met studiedagen en informatieverspreiding aangaande de sensibilisering van de problemen omtrent het leefmilieu, voor de wetenschappelijke samenwerking met bepaalde instellingen/organisaties + structurele financiering van het NGOplatform bestaande uit de 4 Belgische NGO-koepels voor het leefmilieu, als contactpunt voor hun leden op het vlak van de coördinatie van het federaal, internationaal en E u ro p e e s milieubeleid (BBL/BRAL/I.E.B/I.E.W). — Toelagen voor sensibilisatie m.b.t. biodiversiteit en het luik leefmilieu van duurzame ontwikkeling en Impel — Toelagen aan intersyndicale netwerken milieu en tewerkstelling. — Toelagen aan verenigingen/organisaties publieke sector (KBIN). — Toelagen voor vergaderingen in België van experten van internationale organisaties over onderwerpen van volksgezondheid en leefmilieu, als rechtstreekse financiering. — Toelage als bijdrage tot de Conventie inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren. — Werkings- en investeringstoelagen voor milieuvriendelijke projecten. — Toelagen aan universiteiten. PROGRAMMA 55/2. — KLIMAATWIJZIGING (KYOTO) — Toelagen voor de financiering van verenigingen en organisaties (onder meer toelage voor de Climate Action Network Europe v.z.w., VODO vzw, toelagen voor lokale informatie avonden ...).
— Toelagen voor de werking van internationale organisaties (o.m. bijdrage aan het « UNFCCC Trust Fund for Supplementary Activities » » en het « UNFCCC Trust Fund for Participation », voor de activiteiten georganiseerd door het Secretariaat van het VN Raamverdrag inzake Klimaatverandering, m.i.v. de aansluiting van het Nationale Register op het International Transaction Log (ITL Fee) ea. — Toelagen voor publieke instellingen — Toelagen bedoeld om vergaderingen in België van internationale experten m.b.t. het Klimaatbeleid rechtstreeks te financieren. — Werkings- en investeringstoelagen voor milieuvriendelijke en energiebesparende projecten en projecten m.b.t. hernieuwbare energiebronnen
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
PROGRAMMA 55/3. — PRODUKTBELEID — Toelagen aan verenigingen en organisaties i.v.m. bewustmakingscampagnes, infodagen en sensibiliseringsacties met betrekking tot leefmilieuvriendelijke producten (zoals opgenomen in het toepassingsgebeid van de wet van 21/12/98 over de productnormen), energiebesparende producten, milieuvriendelijke producten, duurzaam of milieuvriendelijk bouwen en promotie en energie efficiënte producten/apparaten. — Verlenen van toelagen en/of een prijs aan bedrijven die in België gevestigd zijn en die bij de ontwikkeling en productie van hun producten rekening houden met de ecologische aspecten zoals duurzame ontwikkeling, eco-efficiëntie, IPP, LCA ea. (steun i.v.m. de ontwikkeling van echoconceptie in België). — Toelagen voor de promotie van energie efficiënte apparaten/produkten (time to change). — Toelage aan de organisatie die het secretariaat van de bezinningskamer ondersteunt. PROGRAMMA 55/5. — MARIENE MILIEU — Toelagen als deelname aan de werkings- en uitvoeringskosten van of bijdragen aan internationale organisaties met het oog op de bescherming van het marien milieu in uitvoering van door België ondertekende verdragen of protocollen. — Toelagen aan nationale en internationale verenigingen/organisaties met betrekking tot de bescherming van het marien milieu en het bestrijden van de verontreiniging van de Noordzee. — Toelagen voor initiatieven met betrekking tot colloquia en bewustmakingscampagnes, in verband met studiedagen en informatieverspreiding aangaande de sensibilisering van de problemen omtrent het marien milieu, voor de wetenschappelijke samenwerking met bepaalde instellingen/organisaties. — Toelagen aan verenigingen/organisaties publieke sector. — Toelagen voor de wetenschappelijke samenwerking met bepaalde instellingen met het oog op de bescherming van het mariene milieu en/of met betrekking tot de totstandkoming van mariene beschermde gebieden. — Toelagen aan zowel de private als de publieke sector als tussenkomst in de kosten van de door deze instellingen aangegane verbintenissen en/of investeringen voor de bestrijding van olie- en andere verontreiniging en ter bescherming van het mariene milieu (o.m. toelage aan de vzw opvangcentrum voor vogels en wilde dieren Oostende, toelage aan het Europese project « Geïntegreerd kustzonebeheer » + aan projecten van de Stichting Duurzame Visserij ...). — Toelagen m.b.t. het organiseren van sensibiliseringsacties in het kader van « energieproductie in de zee en de impact ervan op het marien milieu ». — Toelagen bedoeld om vergaderingen in België van experten van internationale organisaties met betrekking tot het beleid marien milieu rechtstreeks te financieren. — Toelagen voor capacity building projecten. — Toelage als deelname aan VN activiteiten. — Toelagen voor deelname aan projecten IUCN en bijdragen aan de organisatie mbt internationale vergaderingen buitenland. PROGRAMMA 56/1. — RESEARCH — NATIONAAL — Toelagen voor het beleidsgericht wetenschappelijk onderzoek en internationale uitwisseling van gegevens inzake recente ontwikkelingen en problemen op het vlak van profylaxis, hygiëne, levensmiddelenhygiëne en farmacie.
PROGRAMMA 56/2. — HOGE GEZONDHEIDSRAAD — Nationale Toelage aan het Fonds voor geneeskundig wetenschappelijk onderzoek.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
PROGRAMMA 58/1. — DUURZAME ONTWIKKELING — Toelagen aan de koepelorganisaties, onder meer om de rol van forum van het maatschappelijk middenveld rond duurzame ontwikkeling te vervullen. — Toelagen in het kader van concrete acties, websites, projecten, studies en onderzoek inzake duurzame ontwikkeling. — Toelagen aan verenigingen die werken in het kader van de bevordering van duurzame ontwikkeling. — Toelagen aan federale overheidsdiensten om het concept duurzame ontwikkeling te verspreiden binnen de federale overheid. — Toelagen aan ondernemingen die werken in het kader van de bevordering van duurzame ontwikkeling. — Toelagen aan internationale instellingen om het internationale proces inzake duurzame ontwikkeling te bevorderen. — Toelagen aan lokale overheidsdiensten om goede praktijken inzake duurzame ontwikkeling tevoorschijn te doen treden. — Toelage in het kader van het Energiebesparingfonds. — Toelagen aan federale overheidsdiensten ter ondersteuning van het milieuzorgsysteem en van de duurzame ontwikkelingeffectbeoordeling. — Rentesubsidies aan het energiebesparingfonds. — Toelagen aan de lidstaten van de Europese Unie met betrekking tot duurzame ontwikkeling. — Toelagen aan provincies. — Toelagen aan gemeenten. Art. 2.25.4 Goedgekeurd wordt de bij deze wet gevoegde begroting voor het jaar 2012 van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Deze begroting beloopt 199 139 213 euro voor de ontvangsten en 187 102 439 euro voor de uitgaven. Art. 2.25.5 Het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 58/1 (B.A. 58.11.01.00.01 — Interdepartementaal provisioneel krediet om de uitgaven van allerhande aard betreffende de milieuzorg in de federale instellingen te dekken) mag, volgens de behoeften, worden verdeeld over de passende programma’s van de begrotingen van de verschillende federale instellingen door middel van een koninklijk besluit en met het akkoord van de minister van Begroting. Art. 2.25.6 Het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 58/2 (B.A. 58.21.01.00.01 B Provisioneel krediet energiebesparende investeringen) mag, volgens de behoeften, worden verdeeld over de passende programma’s van de begrotingen van de betrokken departementen door middel van een koninklijk besluit en met het akkoord van de minister van Begroting. Art. 2.25.7 Goedgekeurd wordt de bij deze wet gevoegde begroting voor het jaar 2012 van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten. Deze begroting beloopt 57 661 046 euro voor de ontvangsten en 59 618 499 euro voor de uitgaven. Art. 2.25.8 In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat en in afwijking van paragraaf 3 van artikel 1-01-3 van onderhavige wet, mogen de vastleggingskredieten van de erin bedoelde basisallocaties eveneens met de basisallocatie 56/42.72.00.01 worden herverdeeld. Art 2.25.9 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van Incidenten- en Crisismanagement worden geboekt op de rekening 25.87.01.07.13 — van de sectie « Thesaurieverrichtingen voor orde ». Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
Art 2.25.10 De voor orde verrichte ontvangsten in het kader van « Euphresco » worden geboekt op de rekening 25.87.02.40.49. — van de sectie « Thesaurieverrichtingen voor orde ». Ze mogen aangewend worden om alle beheersuitgaven voortvloeiend uit deze activiteiten te dekken.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Sectie 32. — FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Art. 2.32.1 § 1. In afwijking van het artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, mogen voorschotten verleend worden. Aan de bevoegde rekenplichtigen, aangeduid in het kader van de deelneming van België aan internationale tentoonstellingen, mogen voorschotten worden verleend tot op het niveau van de hiertoe voorziene begrotingskredieten en tot op het niveau van de hiertoe beschikbare variabele kredieten op het Fonds voor de Organisatie van Internationale Tentoonstellingen. § 2. Aan de door de Minister aangeduide Penningmeesters bij de Internationale Tentoonstellingen mogen, binnen de begrotingskredieten, met het oog op het verrichten van de uitgaven, voorschotten ter beschikking worden gesteld onder het toezicht van de Minister of zijn afgevaardigde mits latere rechtvaardiging door het Departement. De betalingen ten laste van de beschikbare gelden op de variabele kredieten van het programma 44/7 (Fonds voor de Organisatie van Internationale Tentoonstellingen) mogen, ongeacht het bedrag, per geldvoorschot gebeuren. Het saldo dat deze voorschotten zouden laten op 31 december van het jaar 2011 mag worden gebruikt voor de behoeften van het jaar 2012. Art. 2.32.2 Wordt goedgekeurd de bij deze wet gevoegde begroting voor het jaar 2012 van het Federaal Planbureau. Deze begroting beloopt voor de ontvangsten 9 580 680 EUR en voor de uitgaven 9 580 680 EUR. Art. 2.32.3 In afwijking van artikel 62 van de wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, wordt het Fonds ter bestrijding van de overmatige schuldenlast gemachtigd een debettoestand in vastlegging en in vereffening te vertonen welke het bedrag van 5 miljoen EUR niet mag overschrijden. Art. 2.32.4 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties, mogen de volgende toelagen worden toegekend : PROGRAMMA 21/1 DIENSTVERLENING VOOR ALLE DEPARTEMENTEN Allerhande uitgaven voor maatschappelijk dienstbetoon, andere dan de aankoop van vermogensgoederen. PROGRAMMA 21/4 TOELAGEN AAN EXTERNE ORGANISMEN 1) Tussenkomst in de publicatiekosten van verslagen en studies, evenals in de organisatiekosten van congressen en colloquia. 2) Subsidie aan het Vast Bureau van de Vaste Internationale Commissie (V.I.C.) ter beproeving van de draagbare vuurwapens. 3) Dotatie aan het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR). PROGRAMMA 21/5. — COMMUNICATIE Economische manifestaties (koninklijk besluit van 9 april 1962) zowel in België als in het buitenland (deelnemingen, verschillende tegemoetkomingen, aankoop of huur van materieel). PROGRAMMA 42/2. — VERBETERING VAN DE LEVENSOMSTANDIGHEDEN EN VAN DE VEILIGHEID VAN DE BEVOLKING MET NAME DOOR DE OMZETTING VAN EUROPESE RICHTLIJNEN Informatie van de bevolking inzake energiedossiers en administratief beheer van deze dossiers. PROGRAMMA 42/3 FINANCIERING VAN HET NUCLEAIR PASSIEF 1) Financiering van het openbaar organisme N.I.R.A.S. 2) Dotatie aan het Studiecentrum voor Kernenergie (S.C.K.) voor de financiering van het sociaal passief. 3) Dotaties aan de N.I.R.A.S. voor het Fonds voor de Financiering van het nucleair passief.
PROGRAMMA 42/4 SOCIAAL ENERGIEBELEID Sociaal stookoliefonds
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
PROGRAMMA 42/5 TOELAGEN AAN EXTERNE ORGANISMEN 1) Subsidie aan het Interuniversitair Instituut voor Kernwetenschappen (I.I.K.W.). 2) Subsidie aan onderzoek fusie. 3) Bijdrage van België aan de R. & D.-programma’s op het gebied van de Energie. 4) Lasten opgelegd aan de Belgische Staat krachtens zijn deelneming aan de gemeenschappelijke onderneming ″Joint European Torus″. 5) Economische steun aan de Oost-Europese landen. 6) Bijdrage van België aan het Europees Centrum voor Kernonderzoek (E.C.K.O.) te Genève. 7) Subsidie aan het Instituut voor Radio-elementen (I.R.E.). 8) Subsidie voor investeringen aan het Instituut voor Radioelementen (I.R.E.). 9) Subsidie aan het Studiecentrum voor Kernenergie (S.C.K.). 10) Subsidie voor buitengewone investeringen te verrichten door het Studiecentrum voor Kernenergie (S.C.K.). 11) Subsidie voor bijzondere werkingskosten aan het Instituut voor Radio-elementen (I.R.E.). 12) Subsidie aan het Internationaal Energieagentschap (IEA). 13) Tussenkomst colloquia 14) AEN groep 15) Halden project 16) IRENA 17) SCK — Myrrha 18) Bijkomende subsidie aan het I.R.E. voor de uitvoering van nieuwe studies, investeringen en projecten. 19) Toelage aan het International Energy Forum PROGRAMMA 42/8. — BIJDRAGE VAN BELGIE AAN DE ACTIVITEITEN MET BETREKKING TOT DE GEZAMENLIJKE ONDERNEMING VOOR ITER EN ANDERE FUSIE-ACTIVITEITEN 1) Toelage aan AGORIA voor de contactcel 2) Directe bijdrage aan de Gezamenlijke Onderneming ITER 3) Toelage aan de KMS (onderzoeksactiviteiten) 4) Toelage aan de KMS (prototypes) 5) Bijdrage Euratom / Japan PROGRAMMA 43/3 BESCHERMING INTELLECTUEEL EIGENDOMSRECHT 1) Bijdrage van België aan de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom te Genève. 2) Lasten gedragen door België verschuldigd aan het Europese Octrooienbureau te München : fiscale aanpassing van de pensioenen. 3) EOB : octrooionderzoeksrapporten 4) Subsidie aan UPOV PROGRAMMA 44/6 TOELAGE AAN EXTERNE ORGANISMEN Subsidie aan de v.z.w. Belgian Bioindustries Association (B.B.A.). PROGRAMMA 44/7. — DISTRIBUTIE EN TENTOONSTELLINGEN Subsidie aan het Internationaal Bureau voor Tentoonstellingen te Parijs PROGRAMMA 45/1. — TOELAGEN AAN EXTERNE ORGANISMEN EN DIVERSE UITGAVEN 1) Toelagen toegekend aan organismen, instellingen en personen die zich, op nationaal vlak, bezighouden met toegepast onderzoek, studies, voorlichting en vertegenwoordiging ten gunste van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen. 2) Toelagen aan toegepast onderzoek voor de sector KMO’s. 3) Dotatie aan het Participatiefonds 4) Dotatie aan het CEFIK PROGRAMMA 46/4 TOELAGEN AAN EXTERNE ORGANISMEN 1) Subsidie aan internationale metrologische instellingen.
2) Subsidie aan internationale verenigingen actief op het gebied van certificatie en accreditatie. 3) Subsidie aan de Internationale Vereniging voor Koeltechniek (I.V.K.). 4) Subsidie SCEPYLT (Traceerbaarheid van springstoffen). PROGRAMMA 46/5. — NORMALISATIE Subsidie prenormatieve onderzoeken. 2) Specifieke acties van de Collectieve Centra ten gunste van de kleine en middelgrote ondernemingen. Subsidie aan het Bureau voor Normalisatie (N.B.N.). PROGRAMMA 48/4. — TOELAGEN AAN EXTERNE ORGANISMEN EN ECONOMISCHE MANIFESTATIES 1) Subsidie aan het Internationaal Instituut voor de Statistiek te Den Haag. 2) Subsidie aan de Belgische Vereniging voor Demografie. 3) Subsidie aan de Belgische Vereniging voor Statistiek.
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
PROGRAMMA 49/0. — BESTAANSMIDDELENPROGRAMMA Bel — IDB. PROGRAMMA 49/1 BESCHERMING VAN HET CONSUMENTENRECHT 1) Subsidie aan het Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties (O.I.V.O.). 2) Toelagen aan verenigingen in het kader van de bescherming en voorlichting van de consumenten. 3) Subsidie aan de v.z.w. « Geschillencommissie Reizen ». PROGRAMMA 49/3 TOELAGEN AAN EXTERNE ORGANISMEN 1) Bijdrage aan het Europees Verbruikerscentrum (Euroloket). 2) Kredietobservatorium 3) Bijdrage aan het Internet supported Communication System for Market Surveillance (ICSMS). 4) Toelage aan Prosafe (Best practice Market Surveillance). 5) Dienst bemiddeling banken. PROGRAMMA 50/1. — KOLENMIJNEN Toelagen aan het personeel van de Steenkoolmijnen door mijnsluitingen getroffen. PROGRAMMA 60/1. — FEDERAAL PLANBUREAU Dotatie aan het Federaal Planbureau. Art. 2.32.5 In afwijking van artikel 62 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, worden de beschikbare middelen van het Fonds auteursrechten (programma 47/1) tot beloop van een bedrag van 450 000 EUR van bestemming veranderd en bij de algemene middelen van de Schatkist gevoegd.
7
http://www.emis.vito.be
Sectie 33. — FOD Mobiliteit en Vervoer Art. 2.33.1 In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat kunnen de rekenplichtigen van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer voorschotten aanvragen die worden gevalideerd door de ordonnateur, leidinggevende van de Dienst of door zijn gemachtigde en worden toegekend door de functioneel bevoegde minister ten einde de hieronder vermelde uitgaven te betalen. De rekenplichtige beschikt hiertoe over een specifieke financiële rekening die op zijn naam is geopend en waarop de centraliserende rekenplichtige het bedrag van het voorschot overschrijft vanuit de financiële uitgavenrekening van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. Deze overschrijving is een louter financiële verrichting. Het maximumbedrag waarvoor een voorschot voor kleine uitgaven mag toegekend worden, bedraagt 5 000 EUR. Een aanvullend voorschot voor kleine uitgaven mag aangevraagd worden wanneer het saldo van de geldmiddelen op de financiële rekening van de rekenplichtige 2 500 EUR of minder bedraagt. Het bedrag van een kleine uitgave mag niet hoger zijn dan 500 EUR BTW inbegrepen. De rekenplichtige kan aan ambtenaren geldmiddelen ter beschikking stellen voor kleine uitgaven ofwel in speciën, ofwel via elektronische portemonnee, ofwel via een debetkaart.
Het maximumbedrag waarvoor een voorschot voor uitgaven in het kader van een zending in het buitenland mag toegekend worden bedraagt 25.000 EUR. Een aanvullend voorschot voor deze uitgaven mag aangevraagd worden wanneer het saldo van de geldmiddelen op de financiële rekening van de rekenplichtige 10 000 EUR of minder bedraagt. De rekenplichtige kan aan ambtenaren op zending in het buitenland geldmiddelen ter beschikking stellen voor uitgaven, ofwel in speciën tot een bedrag van 500 EUR, ofwel via een debetkaart ofwel via overschrijving. De ambtenaar aan wie geldmiddelen ter beschikking worden gesteld door de rekenplichtige, moet zijn uitgaven verantwoorden met bewijsstukken tot staving van de uitgaven opgenomen in de beheersrekening van de rekenplichtige. Hij dient het saldo van het verkregen voorschot en de verantwoorde uitgaven zonder verwijl over te maken aan de bevoegde rekenplichtige.
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
De rekenplichtige rekent de door middel van het voorschot uitgevoerde uitgaven aan op het gepaste vastleggings- en vereffeningkrediet. Indien een voorschot of een gedeelte ervan niet langer nodig is voor de voortzetting van de dienst, stort de rekenplichtige het saldo zonder verwijl terug op de financiële ontvangstrekening van de centraliserende rekenplichtige. De bevoegde minister brengt maandelijks het Rekenhof op de hoogte van de door hem toegekende voorschotten. De ordonnateur, leidinggevende van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer of zijn gemachtigde is verantwoordelijk voor de regelmatige opvolging van de voorschotaanvragen en van de aanwending ervan door de rekenplichtigen. De rekenplichtigen en hun plaatsvervangers worden aangesteld door de bevoegde minister of zijn gemachtigde. Het aanstellingsbesluit beschrijft de specifieke taken van de rekenplichtige, wijst het nummer van de financiële rekening aan waarop de rekenplichtige zijn voorschot zal ontvangen en stelt de datum vast vanaf dewelke de rekenplichtige het beheer opneemt volgens de door de functionele minister gestelde regels. Een afschrift van dat besluit wordt aan de minister van Begroting en van Financiën overgemaakt.
Art. 2.33.2 In afwijking van artikel 62 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat kunnen de hierna vermelde fondsen in 2012 een maximale debetpositie vertonen van :
7
http://www.emis.vito.be
— het fonds betreffende de organisatie van het uitzonderlijk vervoer : 250 000 EUR — het fonds betreffende de werking van de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer : 522 000 EUR — het fonds betreffende de werking van de veiligheidsinstantie van de spoorwegen : 2 150 000 EUR — het fonds betreffende de werking van het onderzoeksorgaan van de spoorwegongevallen : 275 000 EUR.
Art. 2.33.3 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen de volgende toelagen worden toegekend :
PROGRAMMA 21/0. — BESTAANSMIDDELEN Toelage aan de V.Z.W. Sociale Dienst van de FOD Mobiliteit en Vervoer.
PROGRAMMA 21/1 STUDIES EN ACTIES INZAKE MOBILITEIT EN VERVOER Toelagen inzake Mobiliteit en Vervoer. PROGRAMMA 21/2. — FUNCTIONELE EXPERTISE EN ONDERSTEUNING IN MOBILITEIT 1) Toelagen in het kader van het promotiebeleid voor duurzame mobiliteit; 2) Toelagen in verband met de promotie van het gecombineerd vervoer. PROGRAMMA 51/1. — SPOORWEGVERVOER Toelagen voorzien ter uitvoering van de beheerscontracten gesloten tussen de Staat en de NV’s van publiek recht Infrabel, NMBS en NMBS Holding; PROGRAMMA 52/0. — BESTAANSMIDDELEN Toelage aan het Nationaal Geografisch instituut in het kader van de « low air database ».
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
PROGRAMMA 52/1. — REGELING VAN HET LUCHTVERKEER EN INTERNATIONALE SAMENWERKING 1) Meteostations Montréal : aandeel van België in de exploitatiekosten van de meteorologische en veiligheidstations in de Noordatlantische oceaan. 2) Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO Montréal), Europese Commissie voor de Burgerluchtvaart (ECAC Neuilly sur Seine Frankrijk), aandeel van België in de werkingskosten.
PROGRAMMA 52/5. — FONDS VOOR DE FINANCIERING EN DE VERBETERING VAN DE CONTROLE-, INSPECTIE- EN ONDERZOEKSMIDDELEN EN VAN DE PREVENTIEPROGRAMMA’S VAN DE LUCHTVAART Bijdragen aan internationale organisaties betreffende de luchtvaart.
PROGRAMMA 53/2. — KOOPVAARDIJ 1) Secretariaat voor het informatiesysteem in het kader van het Memorandum van overeenstemming van Parijs houdende controle van de schepen door de havenstaat : bijdrage van België in de werkingskosten; 2) Intergouvernementele Maritieme Organisatie (I.M.O. Londen); 3) Patrouillediensten voor de waarneming van ijsbergen in de Noord-Atlantische Oceaan; PROGRAMMA 56/0. — BESTAANSMIDDELEN
7
http://www.emis.vito.be
1) Belgische Wegenvereniging 2) Intelligent Transport Systems PROGRAMMA 56/2. — VERVOERINFRASTRUCTUUR Toelagen ter financiering van de initiatieven voorzien in het Samenwerkingsakkoord d.d. 15.09.1993 gesloten tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zoals het werd aangevuld door de opeenvolgende bijakten. PROGRAMMA 56/4 ORGANISATIE EN VEILIGHEID VAN HET PRIVE- WEGVERVOER Toelagen aan organisaties of instellingen in het kader van acties of studiedagen met betrekking tot de verkeersveiligheid. PROGRAMMA 57/0. — PERMANENTE CEL BELAST MET HET BEHEER VAN DE AFZONDERLIJKE PERSONEELSFORMATIE VAN DE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER Toelage aan de v.z.w. Sociale Dienst van de FOD Mobiliteit en Vervoer.
Art. 2.33.4 Het bedrag van 100 000 000 EUR voorafgenomen op de opbrengst van de personenbelasting om aan het Fonds ter Financiering van de Internationale Rol en de Hoofdstedelijke Functie van Brussel toegewezen te worden, in uitvoering van artikel 481 van de programmawet van 22 december 2003, wordt verhoogd met 25 000 000 EUR.
Art. 2.33.5 Alle ontvangsten van het Directoraat-generaal Luchtvaart worden toegewezen aan het Fonds voor Financiering en de Verbetering van de Controle-, Inspectie- en Onderzoeksmiddelen en van de preventieprogramma’s van de Luchtvaart.
Art. 2.33.6
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
In afwijking van artikel 62 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, worden de beschikbare middelen van de hierna vermelde organieke fondsen gedeeltelijk van bestemming veranderd en bij de algemene middelen van de Schatkist gevoegd : — deze van het Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel (programma 56/2) tot beloop van een bedrag van 143 000 EUR; — deze van het Fonds voor de Financiering en de Verbetering van de Controle-, Inspectie- en Onderzoeksmiddelen en van de Preventieprogramma’s van de Luchtvaart (programma 52/5) tot beloop van een bedrag van 2 331 000 EUR; — deze van het Fonds betreffende de werking van de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de Exploitatie van de Luchthaven Brussel-Nationaal (programma 54/1) tot beloop van een bedrag van 215 000 EUR; — deze van het Fonds betreffende de werking van de veiligheidsinstantie van het spoor (programma-activiteit 51/2) tot beloop van een bedrag van 511 000 EUR; — deze van het Fonds betreffende de werking van het onderzoeksorgaan van de spoorwegongevallen (programma-activiteit 51/3) tot beloop van een bedrag van 37 000 EUR.
Art. 2.33.7 In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1° van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat mogen de vastleggingskredieten op volgende basisallocaties onder en uitsluitend onder elkaar herverdeeld worden : BA 33 52 01 11.00.16 en BA 33 52 02 12.21.48
7
http://www.emis.vito.be
BA 33 51 40 11.00.16 en BA 33 51 40 12.21.48
Sectie 44. — POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie
Art. 2.44.1 In afwijking van het artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de federale staat, mogen voorschotten tot een maximum bedrag van 100 000 euro verleend worden aan de rekenplichtigen van het departement, met het oog op de uitbetaling van de schuldvorderingen aangaande alle werkingskosten alsmede de vergoedingen en tegemoetkomingen van alle aard die 5 500 euro niet overschrijden, en welk ook het bedrag moge zijn, van de verbruikskosten van water, van gas en van elektriciteit, de kosten van telefoon, portkosten en de verbruikskosten van stookolie en brandstof van autovoertuigen, alsmede de voorschotten verleend aan ambtenaren en experten belast met opdrachten. Deze rekenplichtigen worden gemachtigd de nodige voorschotten te verlenen aan de ambtenaren en experten belast met een zending in het buitenland, zelfs indien deze voorschotten meer dan 3 000 euro bedragen.
De betaling van de erelonen van experten uit het buitenland en van de kosten voortspruitend uit regelingen met derde landen, mag eveneens per geldvoorschot gebeuren, welke ook het bedrag ervan zij. Art. 2.44.2 De kredieten voor allerhande uitgaven van de Sociale Dienst zullen mogen aangewend worden in de vorm van een toelage aan de VZW « Sociale Dienst van de FOD Sociale Zekerheid en de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu ». Art. 2.44.3 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen de volgende toelagen worden toegekend : PROGRAMMA 55/1. — BESTAANSZEKERHEID Toelagen aan openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW’s) met het oog op onderlinge samenwerking bij de uitvoering van hun opdrachten.
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Toelagen aan OCMW’s ter bevordering van de sociale, culturele en sportieve participatie van hun cliënten. Toelagen aan OCMW’s voor de kosten van maatregelen, genomen in het kader van het Nationaal Plan inzake de strijd tegen de digitale kloof. Toelagen aan OCMW’s voor het toekennen van installatiepremies aan personen die hun hoedanigheid van dakloze verliezen maar geen aanspraak kunnen maken op het leefloon. Toelagen aan OCMW’s voor het verstrekken van beleidsmatig belangrijke gegevens in verband met het recht op maatschappelijke integratie en de financiële sociale steun. Toelagen aan OCMW’s voor de kosten die zij hebben bij het voorschieten van een huurwaarborg. Toelagen aan verenigingen van OCMW’s voor het bijstaan van de OCMW’s bij het uitvoeren van hun opdrachten. Toelagen ter aanmoediging van studiedagen, onderzoek, informatieverspreiding of integratieprojecten in verband met armoedebestrijding. Toelagen ter ondersteuning van initiatieven van sociale integratie van groepen in de samenleving die omwille van financiële, familiale of maatschappelijke omstandigheden niet volwaardig aan de samenleving deelnemen. Toelagen aan organisaties die de reïntegratie van (gewezen) drugsverslaafden bevorderen. Toelagen aan particuliere organisaties voor de steun die zij verlenen aan bijzondere doelgroepen zoals gerepatrieerde Belgen.
7
http://www.emis.vito.be
Toelagen aan het Steunpunt Armoedebestrijding, aan OCMW’s en aan VZW’s voor projecten in het kader van het Europees jaar van de strijd tegen de armoede. Toekenning van de jaarlijkse Prijs van de Armoedebestrijding aan een natuurlijk of rechtspersoon (een OCMW, een VZW, een privéonderneming,...). PROGRAMMA 55/3. — OPVANG ASIELZOEKERS Toelagen aan organisaties en gemeenten die een bijdrage leveren tot ondersteuning en spreiding van vluchtelingen. Toelagen aan organisaties voor de individuele evaluatie van de specifieke noden van kwetsbare personen en aanpassing van hun huisvesting. Toelagen aan organisaties die steun verlenen aan initiatieven voor psychologische bijstand (individuele ten laste name, preventiehulpmiddelen, informatie en vorming). Toelagen aan organisaties die als doel hebben het verblijf in de opvangcentra tot een nuttige periode te maken waarin eenieder zich vaardigheden kan eigen maken die overbrengbaar zijn (bij voorbeeld, basisstudies, alfabetisering, het leren van een nationale taal, scholingsprogramma’s, ... enz.) onafhankelijk van de afloop van de asielprocedure.
Toelagen aan organisaties voor de individuele inlichtingen betreffende de rechten en plichten van de asielzoekers, waaronder het recht tot sociale hulp en de condities voor opvang, de juridische procedure en bijstand, het institutioneel stelsel, de levensomstandigheden in België en de hulp bij terugkeer. Toelagen aan organisaties die de opdrachten van een sociaal vertaalbureau vervullen. Toelagen aan organisaties voor de ontwikkeling van het lokale beleid inzake communicatie en de bevordering van algemene communicatiemiddelen met betrekking tot de opvang van asielzoekers. Toelagen aan organisaties die programma’s of projecten in het kader van vrijwillige terugkeer uitvoeren. PROGRAMMA 55/4. — SOCIALE ECONOMIE Toelagen met betrekking tot de ondersteuning van vernieuwende initiatieven in het kader van de sociale economie. Toelagen met betrekking tot het Open Stadionfonds. Toelagen in het kader van het luik sociale economie van het lenteprogramma.
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Toelagen in het kader van de geïntegreerde aanpak van de sociaal en ecologisch verantwoorde productie. Toelagen met het oog op de ondersteuning van het sociaal entrepreneurschap. PROGRAMMA 55/5. — GROOTSTEDEN- BELEID Toelagen in het kader van het Stedenbeleid. Toelagen aan lokale besturen in het kader van lokale initiatieven inzake sociale integratie, veiligheid, werkgelegenheid, de strijd tegen armoede, de promotie van sociale economie en de verbetering van de levensomstandigheden. Toelagen aan lokale overheden met het oog op de uitvoering van innoverende projecten. Toelagen aan OCMW’s voor de extra werklast die de begeleiding van geregulariseerden met zich meebrengt. Bijdragen aan Europese samenwerkingsverbanden. Toelagen aan lokale overheden voor projecten in het kader van de stadspreventie met het oog op de strijd tegen onveiligheid. PROGRAMMA 56/1. — FEDERAAL EPD WERK Toelage in het kader van de federale programmatie 2000-2006. Toelage in het kader van de federale programmatie 2007-2013.
7
http://www.emis.vito.be
Art. 2.44.4 De in de voorgaande jaren aan de OCMW’s teveel uitgekeerde bedragen in het kader van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, en de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, kunnen voor het begrotingsjaar 2012 verrekend worden als voorschotten voor het lopende jaar. Art. 2.44.5 Goedgekeurd wordt de bij deze wet gevoegde begroting voor het jaar 2012 van het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers. Deze begroting beloopt 351 209 514 EUR voor de ontvangsten en 371 699 798 EUR voor de uitgaven. Art. 2.44.6 Het beschikbare saldo van de vorige jaren in het kader van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, en van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, mag worden gebruikt om de uitgaven inherent aan het lopende begrotingsjaar te dekken.
Het beschikbare saldo van de vorige jaren in het kader van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, mag worden gebruikt om de uitgaven inherent aan het lopende begrotingsjaar te dekken.
Art. 2.44.7 In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de federale staat, kunnen ten behoeve van de uitgaven van het organiek begrotingsfonds ″Belgisch Europees Sociaal Fonds″ aan de bevoegde rekenplichtigen voorschotten toegekend worden. Deze voorschotten zijn elk afzonderlijk aan geen maximumbedrag onderworpen, behalve wat de programmatie 1994-1999 betreft, waarvoor zij de beschikbare variabele kredieten niet mogen overschrijden.
Art. 2.44.8 § 1. Volgende vastleggingsmachtigingen worden verleend met betrekking tot de hierna vermelde organieke fondsen en tot beloop van de vermelde bedragen :
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
— Federaal Europees sociaal fonds (56/2) Programmatie 2007-2013 : 9.522.000 EUR; — Europees fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen : 535.000 EUR. Elke vastlegging aan te gaan krachtens dit artikel wordt onderworpen aan het visum van de controleur van de vastleggingen. § 2. In afwijking van artikel 62 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale staat, worden volgende organieke fondsen gemachtigd een debetpositie in vereffening te vertonen, die de vermelde bedragen niet mogen overschrijden : — Federaal Europees Sociaal Fonds - Programmatie 2007-2013 : 5.519.000 EUR;
Sectie 46. — POD Wetenschapsbeleid
Art. 2.46.1 In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat mogen voorschotten verleend worden tot een maximumbedrag van 400 000 EUR aan de rekenplichtigen van de POD Wetenschapsbeleid en aan de rekenplichtigen van de instellingen die ervan afhangen.
Het saldo dat deze voorschotten zouden laten op 31 december van het jaar 2012 mag worden gebruikt voor de behoeften van het jaar 2013.
Art. 2.46.2 In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen opeenvolgende voorschotten van ten hoogste 2 500 EUR toegestaan worden aan de rekenplichtige die belast is met de vereffening van de hulpgelden en toelagen van sociale aard.
Art. 2.46.3 Binnen de perken van de betrokken basisallocaties, kunnen de volgende toelagen worden toegekend :
7
http://www.emis.vito.be
Door middel van deze voorschotten mogen de rekenplichtigen van de POD schuldvorderingen van allerlei aard, met inbegrip van de aankoop van roerende patrimoniumgoederen, betalen die niet hoger zijn dan 5 500 EUR.
PROGRAMMA 21/0. — LEIDING EN BEHEER Toelage aan de sociale dienst van de POD Wetenschapsbeleid.
PROGRAMMA 60/1 ONDERZOEK EN ONTWIKKELING OP NATIONAAL VLAK 1. Financiering van de programma’s regeringsinitiatieven voor 0&0 op nationaal vlak. 2. Financiering van de interuniversitaire attractiepolen. 3. Financiering van de technologische attractiepolen. 4. Financiering van studies, onderzoek en opdrachten voor derden. 5. Financiering van de constructie, van het beheer, van de werking en van het onderhoud, alsook van wetenschappelijke projecten verbonden aan de Belgische basis in Antarctica. 6. Toelagen aan de Academia Belgica te Rome en aan het Belgisch Historisch Instituut te Rome. 7. Toelage aan het patrimonium van de Academie voor Overzeese Wetenschappen.
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
8. Toelage aan de nationale Commissies die onder de gezamenlijke auspiciën geplaatst zijn van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België en de Academie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique. 9. Financiering van de operationele centra van de POD Wetenschapsbeleid. 10. Toelage bestemd voor de aanwerving van bijkomende onderzoekers in de universiteiten en de federale wetenschappelijke instellingen in het kader van de maatregelen voor de ondersteuning van het onderzoeksbeleid dat deel uitmaakt van het meerjarenplan voor de werkgelegenheid. 11. Dekken van de O & O-uitgaven van de vliegtuigen in het kader van Airbus. 12. Dotatie aan de Dienst voor wetenschappelijke en technische informatie (D.W.T.I.). 13. Dotatie aan het Belgisch telematicanetwerk « Belnet ». 14. Dotatie aan het Poolsecretariaat. 15. Financiering van de wetenschappelijke ondersteuning van het federale drugsbeleid. 16. Financiering van het programma voor de terugkeer van het Belgisch wetenschappelijke kunnen. 17. Toelage aan de vzw « Stichting Prins Laurent ». 18.Toelage aan het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) voor het project MYRRHA.
http://www.emis.vito.be
PROGRAMMA 60/2 ONDERZOEK EN ONTWIKKELING OP INTERNATIONAAL VLAK 1. Financiering van de programma’s regeringsinitiatieven voor 0 & 0 op internationaal vlak. 2. Belgische deelname aan de activiteiten van het Europees Ruimtevaart Agentschap. 3. Belgische deelname aan de bilaterale of multilaterale ruimtevaartprojecten (buiten ESA). 4. Bijdrage aan het « Centre de tests en essais optiques du Centre Spatial de Liège » (CSL) 5. Toelagen aan de intergouvernementele organisaties voor onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening. 6. Toelagen aan de internationale organisaties, groeperingen en centra voor onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening.
7
7. Deelname van België aan internationale activiteiten inzake wetenschapsbeleid. 8. Toelage aan het Eureka-Secretariaat 9. Toelage aan het Instituut von Karman.
PROGRAMMA 60/3. — FEDERALE WETENSCHAPPELIJKE INSTELLINGEN EN DAARMEE GELIJKGESTELDE INRICHTINGEN 1. Dotaties aan de federale wetenschappelijke instellingen die afhangen van de minister van Wetenschapsbeleid. 2. Toelage aan het Studie- en Documentatiecentrum « Oorlog en Hedendaagse Maatschappij ». 3. Financiering van de O & O-acties van de federale wetenschappelijke instellingen. 4. Specifieke dotatie aan de federale wetenschappelijke instellingen. 5. Steunmaatregelen ten voordele van de federale wetenschappelijke instellingen — bijkomende dotatie. 6. Toelage aan het Internationaal studiecentrum voor het behoud en de restauratie van cultuurgoederen (ICCROM). 7. Toelage aan het Koninklijk Filmarchief. 8. Archieven voor historische films en actualiteitsbeelden.
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
9. Toelage aan het Filmmuseum. 10. Toelage aan de vzw Decentralisatie van de klassieke en de hedendaagse films. 11. Toelage aan de vzw Kunstberg. 12. Bijkomende dotatie aan de federale wetenschappelijke instellingen voor het onderhoud van de verwarming en de klimaatregeling. 13. Bijkomende dotatie aan de federale wetenschappelijke instellingen met het oog op de versterking van hun onderzoekscapaciteit. 14. Bijkomende dotatie voor de herfinanciering van de federale wetenschappelijke instellingen. 15. Financiering van de uitgaven bestemd voor de digitalisatie van de wetenschappelijke instellingen en aan het Studie- en Documentatiecentrum ″Oorlog en Hedendaagse Maatschappij″.
PROGRAMMA 60/4 ONDERWIJS. — VORMING; EDUCATIEVE ACTIVITEITEN 1. Toelage aan het Europa College (Brugge). 2. Toelage aan de Stichting Biermans-Lapôtre (Parijs). 3. Uitzonderlijke toelage aan de Stichting Biermans-Lapôtre voor het dekken van de terugbetaling van de lening. 4. Toelagen aan de Universitaire Stichting.
7
http://www.emis.vito.be
5. Toelage aan de ″Belgian-American Educational Foundation″.
PROGRAMMA 61/1 GEMEENSCHAPPELIJKE CULTURELE ACTIVITEITEN 1. Toelage aan de Federatie van de Vrienden van de Belgische Musea en andere verenigingen voor culturele ondersteuning. 2. Toelage aan het Museum van het Kind. 3. Toelage aan het Belgische Centrum voor Muziekdocumentatie (CEBEDEM). 4. Toelage aan de concertverenigingen die voldoen aan de criteria vastgesteld door het K.B. van 20 januari 1956 tot regeling van de toelagen aan de concertverenigingen. 5. Toelage aan de Muziekkapel ″Koningin Elisabeth″. 6. Internationale wedstrijd Koningin Elisabeth - Prijs van de Regering.
7. Toelage aan de vzw ″Jonge Filharmonie″. 8. Kosten met betrekking tot de promotie van de muziek. 9. Kosten met betrekking tot de openstelling voor het publiek van het Koninklijk Paleis. 10. Financiering van de bibliotheek van het Koninklijk Muziekconservatorium. 11. Toelage aan de « Fundation Europalia International ». PROGRAMMA 61/2. — BUITENLANDSE BETREKKINGEN 1. Toelagen aan internationale instellingen voor de Jeugd. 2. Belgische bijdrage aan de financiering van de ″Commission for Educational Exchanges USA, Belgium, Luxemburg″. 3. Toelage aan het Secretariaat Internationale Federatie der verenigingen ″Jeugd en Muziek″. 4. Diverse internationale toelagen en bijdragen. 5. Aankoop van publicaties en kunstwerken voor culturele promotie in het buitenland.
7
http://www.emis.vito.be
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
PROGRAMMA 61/4. — ONDERWIJS. — VORMING (buiten Wetenschapsbeleid) EN SCHOOLINVESTERINGEN Toelage aan de Internationale school SHAPE. Art. 2.46.4 Bij beslissing van de Ministerraad worden de vastleggingskredieten bestemd voor de volgende uitgaven : — regeringsinitiatieven voor 0&0 op nationaal vlak (programma 60/1); — interuniversitaire attractiepolen (programma 60/1); — technologische attractiepolen (programma 60/1); — dekken van de O & O-uitgaven van de vliegtuigen van de Airbus-groep (programma 60/1); — Belgische deelname aan de bilaterale of multilaterale ruimtevaartprojecten buiten ESA (programma 60/2). Art. 2.46.6 De minister van Wetenschapsbeleid is, overeenkomstig de eenparige verbintenissen van de lidstaten van het Europees Ruimtevaartagentschap, gemachtigd af te zien van het invorderen van de nationale rechten en belastingen die toepasselijk zijn op de prijs van werken en leveringen uitgevoerd in België voor die organisatie en waarvan de betaling in nationale munt of in euro ten laste van zijn begroting werd voorgeschoten; hij is eveneens gemachtigd aan die organisatie, ter aanvulling van de Belgische bijdrage, het bedrag terug te betalen van de nationale rechten en belastingen die voornoemd Agentschap eventueel voor dergelijke werken of leveringen heeft betaald in nationale munt of in euro. Art. 2.46.7 In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat en van artikel 1-01-3 § 2 van deze wet, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 60.11.11.00.16, 60.21.11.00.18, 60.22.11.00.20 en 61.11.41.00.16 door middel van herverdelingen van basisallocaties, overgedragen worden naar basisallocatie 21.01.11.00.03 voor de bedragen die overeenstemmen met de bezoldigingen van de contractuele betrekkingen die worden omgezet in statutaire betrekkingen. Art. 2.46.8 In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 60.11.11.00.16, 60.12.11.00.17, 60.21.11.00.18 en 60.22.11.00.20 onderling herverdeeld worden.
Art. 2.46.9 De kredieten van programma 5 van afdeling 61 (Onderwijs en Cultuur) mogen aangewend worden voor de betaling van het ereloon van de advocaten die de Staat vertegenwoordigen in de geschillen in verband met de ″lasten van het verleden″ van de voormalige ministeries van Onderwijs/Education nationale. Art. 2.46.10 In afwijking van artikel 1-01-3 § 2 van deze wet, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 60.31.41.00.10, 60.31.41.00.11, 60.32.41.00.13, 60.32.41.00.14, 60.32.41.00.15, 60.32.41.00.16, 60.33.41.00.17, 60.33.41.00.18, 60.34.41.00.19, 60.34.41.00.20 en 60.34.41.00.22 herverdeeld worden naar de basisallocaties 60.30.11.00.03 en 60.30.11.00.04, voor de bedragen die overeenstemmen met de bezoldigingen van de toegestane statutaire betrekkingen bij de federale wetenschappelijke instellingen die afhangen van de minister van Wetenschapsbeleid. Sectie 51. — Rijksschuld
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Art. 2.51.1 In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1° van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen op verzoek van de minister van Financiën en met akkoord van de minister van Begroting, alle vastleggings- en vereffeningskredieten ingeschreven op deze sectie van de begroting onderling herverdeeld worden. Sectie 52. — Financiering van de Europese Unie Art. 2.52.1 De minister van Financiën kan voorschotten toestaan voor de dringende betalingen, die voortvloeien uit de verplichtingen van België op het Europees vlak, en die verricht worden door de diensten van de Thesaurie belast met de Europese en internationale financiële vragen. HOOFDSTUK 3. — Terugbetalings- en toewijzingsfondsen Art. 3-01-1 De verrichtingen op de terugbetalings- en toewijzingsfondsen tijdens het begrotingsjaar 2012 worden geraamd overeenkomstig de desbetreffende bij deze wet gevoegde tabel. Art. 3-01-2 De wijze van beschikking over het tegoed van elk der fondsen vermeld in de bij deze wet gevoegde tabellen, wordt aangeduid naast het nummer van het artikel dat betrekking heeft op elk dezer : — de fondsen en rekeningen waarop door tussen-komst van de minister van Financiën wordt beschikt, worden aangeduid door de letter B;
7
http://www.emis.vito.be
— de fondsen en rekeningen waarop rechtstreeks wordt beschikt door de rekenplichtigen die de ontvangsten hebben gedaan, worden door de letter C aangeduid. HOOFDSTUK 4. — Staatsdiensten met afzonderlijk beheer Art. 4-01-1 De begrotingen van de Staatsdiensten met afzonderlijk beheer van het begrotingsjaar 2012 worden goedgekeurd overeenkomstig de desbetreffende bij deze wet gevoegde tabellen. Art. 4-01-2 De wijze van betaling van de uitgaven van elk van de Staatsdiensten met afzonderlijk beheer vermeld in de bij deze wet gevoegde tabellen, wordt aangeduid naast het nummer van het artikel dat betrekking heeft op elk van hen : — de diensten waarvan de uitgaven gedaan worden door tussenkomst van de minister van Financiën worden aangeduid door de letter B; — de diensten waarvan de uitgaven rechtstreeks worden gedaan door de rekenplichtigen die de ontvangsten hebben gedaan, worden door de letter C aangeduid.
Art. 4-01-3 In afwijking van artikel 16 van de wet van 28 juni 1989 houdende wijziging van de wet van 28 juni 1963 houdende wijziging en aanvulling van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, zijn de bepalingen van de artikelen 1 en 5 van diezelfde wet niet van toepassing gedurende het begrotingsjaar 2012 ten aanzien van de Staatsdiensten met afzonderlijk beheer, die geen wettelijke basis hebben en waarvan de verrichtingen zijn geraamd in de bij deze wet gevoegde begrotingstabellen. HOOFDSTUK 5. — Staatsbedrijven Art. 5-01-1 In afwijking van het artikel 112 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, worden de uitgaven wegens levering van goederen of diensten aangerekend op de begroting van het jaar waarin de factuur is gedateerd.
Belgisch Staatsblad d.d. 09-03-2012
Art. 5-01-2 In afwijking van het artikel 114 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, mag de begroting van de kapitaalverrichtingen niet-limitatieve kredieten bevatten. Deze worden als zodanig in de tekst van het krediet vermeld. Deze mogelijkheid is beperkt tot de aflossingen en uitkeringen (artikelen 91.11 tot en met 94.11 van de begroting van de Koninklijke Munt van België). Art. 5-01-3 De Koninklijke Munt van België wordt in 2010 gemachtigd om geldstukken of medailles te schenken, tot een maximumbedrag van 14.873,61 euro. Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met ’s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. Gegeven te Brussel, 16 februari 2012.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, E. DI RUPO De Minister van Financiën, S. VANACKERE De Minister van Begroting, O. CHASTEL Met ’s Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, A. TURTELBOOM
7
http://www.emis.vito.be
Nota (1) Parlementaire wijzigingen : Doc 53-1944 - Zitting 2011-2012. 001 : Wetsontwerp. 002 : Begroting. 003 : Errata 004 tot 006 : Amendement. 007 tot 021 : Verslag. 022 : Amendement. 023 : Verslag. 024 : Amendement. 025 tot 028 : Verslag. 029 : Errata. 030 tot 039 : Verslag. 040 : Verslag (verwijzend). 041 : Aangenomen tekst. Parlementaire Handelingen : Bespreking : vergadering van 1 februari 2012. Aanneming : vergadering van 2 februari 2012.