regels of anarchie?
FC TRAPPIST
Klimkoers Beverwijk:
FC Trappist is een wilde fietsvereniging, opgericht in 1976
Jaargang 40 Nummer 6 September 2015
Teun Veken en Bas Klein vormen de tweemans-kopgroep in de Klimkoers Beverwijk. FOTO JAN KLEIN
Inhoud Trappist 6, september 2015 4 5 6
14 Toertochtaankondiging
Uit de bestuurskamer Dat was toen Nieuws
15 Vallen en opstaan 16 Fietsen in de Kunst
TOERTOCHTEN 7 Westfriese Zeedijk 8 Rondom Nijmegen 10 Amsterdam-Zaltbommel 12 Vakantieweek Hunsrück Voorzitter Peter Hormeijer Th. de Leeuwlaan 10 1391 CB Abcoude 06 5184 3717
[email protected] Secretaris Loes Zwart Woltera van Reesstraat 53 1093 MJ Amsterdam 020 612 4585 06 2342 5306
[email protected] Penningmeester Eric Schulte Commelinstraat 175 1093 TP Amsterdam 020 665 85 58 06 1213 7788 penningmeester@ fctrappist.nl Contributie 2015 € 45 voor een individueel lidmaatschap € 55 voor een gezinslidmaatschap NL79INGB0005209729 Toercommissariaat
[email protected] Ben Koeleman Overhaalsgang 8 1018 ZT Amsterdam 020 620 2133
Redactioneel
WEDSTRIJDEN 18 Najaar-1 19 Najaar-2 22 Klimkoers Beverwijk
Colofon Wedstrijdsecretariaat wedstrijdsecretariaat@ fctrappist.nl
Bart Bijvoet Kijkduinstraat 9 hs 1055 XP Amsterdam 06 5468 5127
Manja de Neef delle Alpihof 2 1098 VX Amsterdam 020 618 3533
Layout Oneven nummers: Jan Klein Lage Duin 64 2121 CH Bennebroek 023 5849121
[email protected]
Jan Gottmer Ambachtstraat 10 2024 EB Haarlem 023 525 5300
Even nummers: Erik d’Ailly Keizersstraat 1 1011 GD Amsterdam 020 421 3279 06 5394 3627
[email protected]
Eric van Steijn Brakenburghstraat 30 rood 2023 DV Haarlem 06 4461 0450 Bas Klein Zichtweg 9 2151 WB Nieuw Vennep 06 5250 5774
Inleveren kopij Kopij voor clubblad 7 graag inleveren vóór 16 oktober, die voor mini-clubblad 8 graag vóór 20 november.
Evert Fermin Reinier Claeszenstr. 45 hs 1056 WG Amsterdam 020 - 664 2567
[email protected]
Beheer website (www.fctrappist.nl) Rieks van Rooijen
[email protected] Maarten Toneman (webdevelopment)
Clubhuis Spaarnwoude 023 537 7030 (b.g.g. 023 537 2951)
Peter van Riemsdijk Stuurmankade 28 1019 KR Amsterdam
Redactie
[email protected]
Marja de Ridder Plantage Muidergracht 77B 1018 TN Amsterdam 020 625 2326
Perry van Dijk Dirk Vreekenstraat 23 1019 DP Amsterdam 020 662 0806
HEET VAN DE MEET Alle wijzigingen in het lidmaatschap, zoals verhuizingen, opzeggingen en nieuwe aanmeldingen graag per mail doorgeven aan de secretaris. Wijzigingen Maarten Veen Laan van Suchtelen van de Haare 15 1405 AR Bussum 06 - 30744410 Jack Zwartveld Boomvalk 3 1191 SB Ouderkerk a/d Amstel 06 - 1224 6006 Kees Fopma Wijkamplaan 24 3742 WR Baarn 020 - 625 5538
Nieuwe drukker
gevonden, om daar vervolgens weer mee te doen voor het podium. Mag dat? Kan dat? Zijn regels nodig? Heftige discussies achteraf en nog lang daarna. Beverwijk is niet zomaar een koers. Op de voor sommige wedstrijdrenners belangrijkste dag van het jaar, wanneer verstoppen niet mogelijk is en de jongens van de mannen worden gescheiden, lopen de emoties snel op. Uiteindelijk heeft de winnaar altijd gelijk. Tenzij de jury anders beslist.
Met gepaste trots kan de redactie melden dat het clubblad vanaf 2016 gedrukt zal gaan worden door BladBL in Utrecht. Het formaat wordt een fractie kleiner, maar de nieuwe uitstraling en het gevoel in de hand maken dat meer dan goed. Over de proefnummers waren alle betrokkenen vol lof en de kosten zijn beduidend lager.
Perry heeft weer lange nachten gemaakt om een paar aparte fietsfilms te bekijken en voor ons te analyseren. Wielrennen en Hollywood, het blijft een lastige combi.
Het bestuur heeft een beslissing genomen over de kwestie Mylaps, die veel stof heeft doen opwaaien. Na zorgvuldig beraad is het bestuur tot een vonnis gekomen en laat dat weten op de volgende pagina. De wat moeizame verlopende zoektocht naar een nieuwe penningmeester lijkt ook beloond te worden, maar zekerheid daarover kan pas in het volgende nummer worden gegeven, of op de jaarvergadering in november.
Het almaar doortrappende toerpeloton is via de Westfriese Zeedijk, Nijmegen en Duitsland in Zaltbommel beland. Het eind komt al weer in zicht. De sfeervolle verslagen en foto’s nemen ons mee naar de mooiste routes en vergezichten uit de nabije en verder gelegen omgeving.
Commotie tijdens de Klimkoers Beverwijk. Op het korte (en vernieuwde) parkoers hadden gedubbelden aangepikt bij de koplopers en zo hun weg terug naar het peloton
En oh ja: dank aan alle schrijvers en fotografen! Erik d’Ailly
Opzeggingen Felix Regelink Groenhoven 149 1103 LB Amsterdam Jan Sorber Prinsengracht 505 1016 HR Amsterdam
JAARVERGADERING 2015
We hebben een nieuwe locatie gevonden: de kantine van Swift-PST aan de Plantage Parklaan, op het korfbal-tennisterrein, grenzend aan het Wertheimpark. NIEUWE DATUM: maandag 16 november, aanvang 20.00 uur
2
3
1985
Uit de bestuurskamer De fietsfactor
is ook een feit. Pak de fiets en rij. Veel meer dan een fiets heb je niet nodig, wat er ook gebeurt, geen brandstof meer voor auto’s, geen elektra voor de treinen, de fiets brengt je waar je heen wilt. Dat gevoel van vrijheid zit niet alleen in je benen maar vooral in je hoofd. De rust langs sloten en weilanden, langs plassen en velden manifesteert zich als rust om na te denken. Zo borrelde laatst tussen Baambrugge en Loenersloot, langs molens en koeien, het beeld naar boven van een enorme berg fietsonderdelen die alle Trappisten in kasten, schuren en op zolders collectief verborgen houden. Wat zou het mooi zijn om al die onderdelen op een digitaal Waterlooplein aan te bieden aan leden die bijvoorbeeld een palletje voor een rem, of tijdelijk een bagagedrager nodig hebben. Voor de zekerheid heb ik Rieks nog even gevraagd of dat mogelijk is en ja, het is mogelijk. De nieuwe economie begint op het Waterlooplein, te vinden op de website van de Trappist en in de Bestuurskamer kunnen de marktkooplieden hun handen warmen en genieten van een koffie verkeerd.
‘Geluk zit op de fiets, op elk moment kunnen komen en gaan.’ Dit stond boven een ingezonden brief van Fenna Poletiek (Universitair docent cognitieve psychologie, Universiteit Leiden) waarin zij een verband legde tussen de hoge gelukscore van jonge Nederlanders en de fiets. Haar dochter onderzocht deze hypothese op haar tijdelijke school in de VS en in Nederland en zij vond inderdaad enige steun voor de fietsfactor; Amerikaanse en Nederlandse kinderen die zich op de fiets redelijk vrij verplaatsen waren gelukkiger dan kinderen die beperkt waren in hun bewegingsvrijheid door afhankelijkheid van ouders of OV. Aldus het krantenartikel. Hoewel dit redelijk beperkt onderzoek is, ben ik het toch hartgrondig mee haar eens. Los van alle andere voordelen van het fietsen zoals gezelligheid, een goede gezondheid, duurzaam verplaatsen, is het gevoel van geluk (en vrijheid) onbetaalbaar. Het gevoel om met minimale inspanning een maximale afstand af te leggen is onovertroffen. Vergeleken met lopen verbruikt een fietser aanzienlijk minder energie per afgelegde kilometer. Het is niet alleen een gevoel, het
- Ter voorbereiding op het WK Veteranen in Oostenrijk rijden Cor Moot, Eduard Baddee en Johan Middendorp de Gross Glöckner (2.575 m) op. Genietend van het uitzicht rijdt Eduard de anderen uit het wiel. Hij komt boven, terwijl de twee anderen onderweg omdraaien. Tijdens het WK zelf moet Johan op de eerste klim lossen, Eduard geeft in de tweede ronde tijdens dezelfde klim de pijp aan Maarten en Cor moet tijdens de derde passage passen. Bron: septembernummer 1985
2005
- Hans Neutel, winnaar bij de A op Zandvoort, heeft in augustus een zware aanrijding met een auto. De auto is total loss, Hans ligt volledig in de kreukels en moet na een verblijf in het VU-ziekenhuis naar een revalidatiecentrum om aan zijn herstel te werken. - Op de dijk EnkhuizenLelystad, tijdens het Kleintje IJsselmeer, raakt Diek Kubbe het achterwiel van Louise. Het gaat fout. Diek zwiept, raakt Guido naast hem en veroorzaakt een valpartij. Diek wordt met een ambulance afgevoerd. - Zeven van de negen deelnemers aan de Zuiderzee rijden rond of ze een ommetje maken. Niks heroïek, niks afzien, gewoon drie stukken van ongeveer honderd kilometer.
Dat was toen
1995
- Vier deelnemers aan de tijdrit lopen vertraging op door een geopende brug over de Waver. Toon Durville wint de tijdrit in 31:12. Willeke van de Weide wint bij de B in 32:53. Een paar dagen later wordt ze vijfde op het NK tijdrijden. - De ‘kopgroep’ bij de Sluizen van IJmuiden wordt door de duinwachters tegengehouden en weggestuurd omdat ze geen toegangskaart hebben. De tweede groep Trappisten, ook zonder toegangskaart, mag wel doorrijden. - Sinds Aad Janssen lid is van FC Trappist is hij weer helemaal terug bij het Tour de France-je spelen uit zijn jeugd. Bron: septembernummer 1995
- Leendert Pot verslaat bij de eerste nazomerwedstrijd met groot gemak Robert Starke, Hans van Keimpema en Jan Mart Elenbaas, de rest staat niet eens op de foto, aldus het bijschrift. - Tijdens de tweede nazomerwedstrijd laten twee B’s (Sjors Boellaard en Jitze ten Have) het peloton in de laatste ronde lopen om onderling ruzie te maken. Sjors rijdt Jitze in de berm, waardoor Jitze onderuit gaat. Sjors wordt geschorst voor de komende wedstrijden. Bron: septembernummer 2005
Peter Hormeijer
Voorlopig geen Mylaps Spaarnwoude bezoekt zal het aantal chiprijders relatief laag zijn. Dat alle renners met een chip zullen rijden zal dus voorlopig nog een wensbeeld blijven en als niet alle wedstrijdrijdende Trappisten met een chip koersen zullen de jury-taken niet eenvoudiger worden, zoals Jan de Leeuw kleurrijk heeft geschetst. Het systeem werkt pas als iedereen langs de zelfde meetlat wordt gelegd. Daarnaast zijn er nog onbeantwoorde vragen zoals over beheer en onderhoud van het systeem. Wij schatten deze zaken en het verantwoord gebruik en vervoer van de dure apparatuur als te problematisch in. Het bestuur vindt dit alles bij elkaar een te smalle basis voor aanschaf van dit prachtige maar kostbaar systeem door een wilde fietsclub en zal dit ook niet ter stemming voorleggen op de komende ALV. Dit zal voor velen teleurstellend zijn. Door de wedstrijdcommissie (vooral door Bas) is hier veel tijd ingestoken en dat is bijzonder te waarderen. Wellicht dat ooit alle renners unaniem voor het systeem kiezen en alle overige open eindjes zijn afgehecht. Maar zover is het nu niet. Voorlopig blijft wel de vraag urgent wie Manja gaat opvolgen, dan wel hoe de taken van de jury verlicht kunnen. Wat vast staat is dat er ook zonder Mylaps nog steeds met passie en plezier op de woensdagavonden gereden en gestreden. Mylaps, hoe verder? Voorlopig niet.
Over de aanschaf van Mylaps is inmiddels veel gezegd, geschreven en onderzocht. Door Bas Klein is een onderzoek gedaan onder de leden naar het draagvlak. In totaal hebben 88 leden gereageerd op de vraag of zij voor of tegen Mylaps zijn, of zij wedstrijdrenner zijn en of ze bereid zijn een chip (transponder) aan te schaffen. Daarnaast is gepeild hoeveel leden bereid zijn 1 of meer certificaten te kopen. Dat waren er 51, waardoor een redelijk bedrag onder de leden geleend kon worden. In reactie op de positieve houding van het bestuur hebben Johan Middendorp, Aad Jansen, Wim de Lange en Jan de Leeuw kritisch inhoudelijke opmerkingen geplaatst t.a.v. deze houding. Deze kritiek is vervolgens door Erik d’Ailly samengevat in clubblad nr. 2. Al deze reacties waren aanleiding voor het bestuur het besluit nog eens nader te wikken en te wegen. Mede omdat de aanschaf de meest risicovolle investering van de Trappist zou worden. Het bestuur meldde daarop dat het besluit zou worden genomen op de ALV 17 november 2015. Om te beginnen hebben wij de onderzoeksresultaten nog eens bekeken. Het resultaat van het onderzoek is dat van de 88 respondenten 62 voor aanschaf zijn. Van de 46 respondenten die aangeven tevens wedstrijdrijder te zijn wil 59% met chip rijden waarvan 33% A - en 67% B-renner is. Dat percentage ligt waarschijnlijk hoger omdat enkele renners al een chip hebben, maar dat is niet onderzocht. Als we dan kijken naar het totaal aantal Trappisten dat
Het Bestuur
4
5
Nieuws
Toertochten
gezeten (voor de racefiets moet mijn hoofd nog teveel in de nek) en ben weer voorzichtig op therapeutische basis aan het werk. De wielrenners zullen mij dit jaar niet meer in competitie zien. Maar ik ben nu nog hongeriger dan andere jaren naar het schaatsseizoen. Jullie zien mij volgend voorjaar terug en wellicht sterker dan ooit!’
Criq: mentale beproeving Zo’n drie weken voor Velomediane Claude Criquelion, een ciclosportieve in de Ardennen, ben ik begonnen met trainen. Twee dagen fietsen met Klaas Fopma in het gebied. De week erop ben ik met Jan Maarten Deurvorst afgezakt naar La Roche om het parkoers te verkennen. Zij twee reden ook de ciclo mee. Jan Maarten en ik zaten in hotel De Leige vlak naast de start van ‘de Criq’. Samen met Klaas ging ik om iets voor half negen naar de start en we stonden zowat vooraan. Er waren nog twee Trappisten: Bart Bijvoet en Djoen Tong Liem. Verder stonden er doorgewinterde wedstrijdrijders aan de start zoals Serge van Putten (WVA) en Pierre Deen (Amstel). Jan Maarten en Djoen mochten voor ons staan op een speciale plek voor oud-rijders met staat van dienst. Op de eerste heuvel wurmde ik me naar voren om tegelijk met JM en Djoen de afdaling te beginnen. Na enkele klimmetjes was ik ze kwijt en fietste ik samen met Serge fier voorop. Na de 60 km kreeg ik technische malheur. De ketting liep van het voorblad en trok de derailleur krom. Schakelen ging van krak kriek krik. Dag Serge. Drie groepjes passeerden me en mijn moraal was geknakt. Ik dacht aan de 100 km die nog kwamen. Bij de eerste drie klimmen moest ik van de fiets vanwege de schakelellende. Djoen passeerde me op de stijle Hausirre in La Roche. En ook Pierre haalde me bij. Ik dacht aan stoppen, maar bleef toch doortrappen. Het was bloedheet. Op iets van 120 km fietste Djoen door een breuk in het groepje van me weg. Net voor de laatste ravitaillering liet hij zich echter weer afzakken naar mijn groepje. Bij de ravitaillering pakte ik een banaan en water om weer snel de plaat te poetsen terwijl Djoen de omgeving ging besproeien. Die plaspauze werd hem fataal. Op de Col de Beffe wilden mijn spieren uit de band springen (letterlijk) maar na zo’n 300 meter plooiden zij zich in hun taak. Slecht gehumeurd door de technische ellende en de beginnende krampen, maar tevreden over mijn vasthoudendheid kwam ik als 32ste over de finish in een tijd die ik van te voren niet had durven dromen: 05:30 uur. Jan Repko
Koppie duikelen Het was schrikken, toen de foto opdook van Frans Koppelaar (‘Koppie’). Hij kon 30 juli op eigen kracht melden: “Gistermiddag tegen het asfalt gegaan. Kan me er niets van herinneren, maar waarschijnlijk een paaltje over het hoofd gezien. Oogkasbodem, neus en topje van pink gebroken. Komt goed. Fietshelm heeft erger voorkomen. Fietsframe kan helaas worden afgeschreven.” Gelukkig zat Frans snel weer in het zadel, op een andere fiets.
Perfecte remmen Hans van Keimpema is herstellende. Hij schrijft op 30 augustus: ‘Ten eerste is dit bericht bedoeld om al diegenen te bedanken die mij in de afgelopen maanden sterkte hebben gewenst en die ik niet persoonlijk met een mail heb kunnen bedanken. Ten tweede is het voor iedereen tegelijk een update. Even wat er gebeurd was. Op 7 juni was ik lekker aan het fietsen op mijn gloednieuwe Colnago C59 met Ultegra (echt een fantastische fiets) toen voor mij op het fietspad een scooter, in mijn beleving, ineens stil stond. In een reflex kneep ik in mijn beide perfect werkende remmen. Het voorwiel remde zo snel dat ik over mijn stuur ging en recht op mijn hoofd viel. Later zag ik dat ik 40 per uur reed. Ik ben naar het Lucas ziekenhuis gebracht en later die avond naar het AMC. Het resultaat: drie beschadigde nekwervels (je kan ook zeggen: mijn nek op drie plaatsten gebroken, maar omdat ik daar nooit iets van heb gemerkt vind ik dat eigenlijk overdreven), een gebroken borstwervel en een kootje van mijn pink uit de kom. De behandeling van de pink was een spalk, voor mijn borstwervel was geen behandeling noodzakelijk en voor mijn nek kon ik na twee dagen het ziekenhuis uit met een halskraag. Overigens kreeg ik twee dagen later ongelooflijk veel last van gekneusde ribben, maar de ramp was eigenlijk die halskraag die dag en nacht om moet. Die halskraag geeft continu wat druk op het strottenhoofd. Als je half in slaap bent denk je dat je het benauwd hebt; dan ben je ineens weer wakker. De eerste twee weken waren een ramp. Inmiddels ben ik alweer twee weken die halskraag kwijt, slaap ik weer goed en heb weer energie. De spalk voor mijn pink mag binnenkort afgebouwd. Ik gebruik niet meer iedere dag pijnstillers. Ik heb alweer een paar honderd km op de mountainbike
6
Dollen met John, tijdens de Westfriese Zeedijk.
FOTO’s MARTIN VAN OOSTROM
19 juli: Westfriese Zeedijk, 130 km, 10 deelnemers. Eric Bednarz, Perry van Dijk, Guido Golüke, Frans van Griensven, John Griët, Ben Koeleman, Piet van Oosten, Martin van Oostrom, Peter van Riemsdijk, Loes Zwart.
Koffie, appeltaart, cola en zon, wat wenst een mens nog meer?
7
Toertochten Venijn van Nijmegen zit in de staart
Toertochten
en grapjes hielpen niet en Peter heeft de tocht in lange boek uitgereden. Gelukkig hebben publiek en andere racefietsers onderweg nergens aanstoot aan genomen. Even had ik nog de illusie dat de talrijke tribunes rond Nijmegen speciaal voor ons waren blijven staan, maar dat bleek ijdele hoop. Het waren de restanten van de Vierdaagse. Geen supporters dus voor ons, maar gelukkig ook geen gescheld en gespuw, zoals Froome moest ondergaan. Liever geen supporters dan slechte supporters. Ik vond de tocht heel afwisselend; het eerste gedeelte langs de Waal met open rivierenlandschap, het tweede gedeelte meer door bos en heuvels met fraaie vergezichten. En dat alles onder een aangenaam zonnetje. De pauze was in boscafé Merlijn in Grafwegen in Duitsland (had ik nog nooit van gehoord). Frans had ruim van tevoren al verteld dat er in Merlijn niet gepind kon worden, dus wie geen contant geld had moest voor de pauze bij een bank gaan pinnen. Na twee lekke banden (Erik toonde zich een ware kampioen snelste tijd band wisselen) en een stop bij een bank arriveerden we in een soort boshut en vonden we een heerlijke plek in de tuin met uitzicht op de weilanden. Een aantal van ons kon in geuren en kleuren van zeer nabij genieten van een drietal hangbuikzwijnen, waardoor er een serieuze discussie ontstond over de vraag waarom varkens in de islam taboe zijn. Ligt het aan hun uiterlijk, staat het in de Koran of is het gewoon traditie? Wikipedia kan uitkomst brengen. Interessant ook, om na te gaan of er andere culturen en/of godsdiensten zijn waar bepaalde dieren verboden zijn. In ieder geval bestelden sommige Trappisten voor alle zekerheid maar vegakroketten. Om 15.00 uur vertrokken we weer bij Merlijn. Al gauw diende de eerste ‘berg’ zich aan: de St. Jansberg. Er volgden nog enkele heuvels en bergen (o.a. de Wylerberg) en we reden vrijwel steeds door prachtige bossen en over mooie fietspaden. De Zevenheuvelenweg was prachtig en ik had medelijden met de Vierdaagse- wandelaars. Er werd af en toe wel wat onregelmatig gereden, waardoor er enkele keren nadrukkelijk om een rustiger tempo werd gevraagd. Zo nu en dan was er even een duidelijke irritatie in de groep merkbaar, maar de tocht verliep geheel vlekkeloos. Trappisten zijn fijne, sportieve, gezellige types! Zoals vooraf aangekondigd in het clubblad zat het venijn in de staart, namelijk de gemene ‘Oude Kleefsebaan’, en last but not least de ‘Holle Weg’, een onvervalste kuitenbijter (12%, maar volgens sommigen wel 14%). Een enkeling moest afstappen en het laatste stukje lopen. Daarna in de regen en in sneltreinvaart afdalen naar Nijmegen, waar velen van ons op onorthodoxe wijze de grote rotonde bij het station overstaken. Zo snel mogelijk een trein of auto opzoekend, stoof de groep alle kanten op. Dat plotse uit elkaar vallen van de groep vind ik eigenlijk heel onbevredigend. Alle complimenten voor Frans van Griensven, want hij heeft een perfecte route uitgestippeld en voorgereden. Volgend jaar weer!
26 juli: Rondom Nijmegen, 120 km, 16 deelnemers De tocht begon voor mij al bij de aankondiging in ons clubblad: een uitgebreide, wervende beschrijving met een route in detail en praktische tips voor de treinreizigers. Hulde en lof! Als je er nog nooit geweest was, dan klonk de voorgestelde verzamelplek ‘op het dak van de parkeergarage’ wel intrigerend. Na dagenlang voor de TV de spannende tweestrijd Froome & Quintana gevolgd te hebben (hoeveel uren heb ik niet genoten van de prachtige luchtopnamen van de Alpen vanuit de heli) had ik er wel veel zin in om zelf op de fiets te kruipen en mijn eigen vermogen en kracht nog eens goed te gaan testen. Rondom Nijmegen liggen weliswaar geen bergen, maar er werden wel enkele pittige heuvels aangekondigd. Zaterdag was het nog even spannend of de storm geen spelbreker zou zijn. Gelukkig had die in het oosten des lands wat minder huisgehouden, zodat de treinreis zondagochtend vlekkeloos verliep. Op het station in Nijmegen en het dak van de parkeergarage (een plein met ondergrondse parking) verzamelde zich een 20-tal Trappisten. Frans van Griensven was onze voorrijder en nog even druk met de laatste check op de routekaarten. Tijd voor de eerste vakantieverhalen en het nemen van foto’s onder en door open landschappen. We vertrokken een kwartier te laat, mede doordat een tweetal Trappisten op zich liet wachten en zich nog ergens moest omkleden. Hilariteit alom toen Peter Godijn in een lange broek verscheen met de broekspijpen in de sokken gestopt. Er werd van alle kanten geroepen dat die broek maar uit moest, zeker voor de groepsfoto. Maar alle druk, gejoel
Frans Koppelaar gaat genieten.
Edward Loos Deelnemers: Erik d’Ailly, Annemarie van den Bogaard, Perry van Dijk, Peter Godijn, Frans van Griensven, John Griët, Martha Hiddink, Peter Hormeijer, Rob Jamin, Aad Janssen (naar Nijmegen gefietst), Ben Koeleman, Gerrit Koopmans, Frans Koppelaar, Edward Loos, Martin van Oostrom, Peter van Riemsdijk.
Frans bestudeert vooraf nog even de route.
8
Pauzeren in de tuin van Boscafé Merlijn.
9
FOTO’s ERIK d’AILLY
Toertochten
Wachten bij de pont over de Lek.
Terugrijders werden dubbel beloond 23 aug: A’dam - Zaltbommel, 100 km, 20 deelnemers Na de zomerstop van Trappist (niet van de Trappisten zelf), was dit weer de eerste tocht. De ‘verrassingstocht’ van Jens bracht ons naar Zaltbommel via de Amstel, Ronde Hoep, Wilnis, de Lek, de Linge en uiteindelijk de Waal. De zon scheen, maar de wind was stevig: ZO 6 Bft. Voor wie enkele reis fietste, was het de hele rit tegen, de terugfietsers hadden hun portie meewind. Ook ik heb die kans niet laten liggen. Verrassend was het zowel heen als terugfietsen van Frans Koppelaar, die drie weken geleden in de kreukels lag en nu weer meedraaide. Volgens hem (en vele anderen) heeft elk nadeel een voordeel, want hij had nu een betere fiets. De vakantie was overigens zichtbaar voorbij voor heel Amsterdam, want er verzamelden zich meerdere fietsgroepjes op de Berlagebrug. Langs de Amstel waren we met veel andere pelotonnetjes, eenlingen en lopers. Zoals het hoort, eigenlijk.
Toertochten
FOTO’s ERIK d’AILLY
Na de Amstel, op de Ronde Hoep, werd het geleidelijk rustiger, helemaal op de bekende rechte weg naar Wilnis. Die hadden we voor onszelf. Na eerst het losse-tegelsfietspad ernaast te hebben geprobeerd, gingen we maar over de weg. Nu kun je niet meteen alles verwachten, en ambtelijke molens draaien nu eenmaal met een omwenteling per eeuw, maar ze hadden toch wel wat beters neer kunnen leggen voor de fietsers dan dat! Soms moet je even langs saaie stukken om bij de mooie te komen; na Wilnis werd het al snel beter en mooier, zo gingen we via Harmelen, verder door het pittoreske Montfoort, waarna we bij de Lek kwamen, waar het eerste pontje op ons wachtte. Dat leidde zowaar nog tot een gesprek met oud-Amsterdammers, die in Ameide terecht waren gekomen. Dat kan iedereen overkomen. Twintig kilometer verder fietsen bracht ons bij de pauzeplek aan de Linge; een heel lief gebouwtje van 2x2 m met een klap-toonbank in de deuropening, verder drie tafeltjes. Meer is ook niet nodig. Ik was de mazzelaar die de laatste appeltaart-met bemachtigde, want zulke grote groepen krijgen ze daar nooit. De eigenaar van het kioskje was ook de schipper van het pontje over de Linge, en bracht ons in twee etappes naar
10
Nog een pont, ditmaal over de Linge.
de overkant. Daar gingen we voor het eerst en laatst van het asfalt af, voor slechts een kleine tweehonderd meter. Dat was nog eens een openbaring. Het was tenslotte de Dag des Heeren, en een mooi moment voor bekeringen. Jens is dus toegetreden tot de Orde van het Asfalt! Helaas waren we wel even een deel van ons groepje kwijt, wat de andere helft een rustmoment gaf. Weer gegroepeerd gingen we verder terwijl het steeds harder ging waaien. Wegen met bomen erlangs waren bezaaid met afgewaaide takken en takjes. Nu had ik zelf zo’n dag met goede benen, waarbij je wel de wind voelt en ook de kracht die het kost, maar toch het gevoel hebt dat nog uren achter elkaar te kunnen doen. Uiteindelijk gingen we over de Waal met het derde pontje van de dag. We volgden de Waal stroom- en windopwaarts naar Zaltbommel. Van het uiteindelijke reisdoel hebben we niet heel veel gezien, wel wat aardige straatjes, wat mogelijk als voordeel had dat we het mogelijk door schreeuwerige winkelstraten verkrachte stadscentrum misten (uiteraard is dit een speculatie). Aangekomen bij de brug (niet de brug die Martinus Nijhoff ging zien, want die is allang gesloopt), splitsen we: de ene helft ging met de trein terug, de andere op de fiets.
We deden nu alle rivieroversteken via bruggen, om te beginnen de Waal (dezelfde brug die Nijhoff niet gezien heeft). Vanaf nu was de wind deels opzij, goeddeels schuin of recht van achteren, dus grote stukken gingen op de grote molen met 35-40 km/u. Van te voren ging ik ervan uit dat we tegen de A2 aangeplakt zouden zitten, maar Aad en Perry hadden betere plannen, zodat de terugweg best aantrekkelijk was qua omgeving, en uiteraard heerlijk qua wind. We hadden nog een stop in Vianen bij een benzinepomp voor water en suiker, daarna volgde de Lek, en vanaf daar immer gerade aus langs het A.R.K. Uiteindelijk zijn we acht uur bezig geweest over 187.5 km, wat niet slecht is, en al helemaal niet met het biertje van de Trappistes Chimay tot slot. Simon van Ede Deelnemers: Erik d’Ailly, Eric Apon, Eduard Baddee (tot Wilnis), Eric Bednarz, Perry van Dijk, Simon van Ede, Guido Golüke, Frans van Griensven, John Griët, Jos ten Hacken, Aad Janssen, Fred Jan van Kemmenade (intr.), Ben Koeleman, Frans Koppelaar, Diek Kubbe, Renee Kuit, Edward Loos, Jens Roep, Pim van Schaik, Loes Zwart
11
Hunsrück
Hunsrück
Begin augustus trok een tiental Trappisten op fietsvakantie naar het Duitse Hunsrück, zo’n vijftig kilometer oostelijk van Luxemburg. Wim de Haan en Henny Remmers hadden daar een paar interessante toertochten uitgestippeld. Daarnaast was het een weekje genieten van het weer, het landschap, de gastronomie en vooral elkaar. FOTO’s GERRIT KOOPMANS, DIEK KUBBE, NIC vd RIET, JAN KLEIN
12
13
Toertochten Overeind blijven en zo niet, dan goed vallen
Woerden - Oudewater Zondag 4 oktober Vertrek 11 uur / vanaf 9.45 uur ontbijt Afstand 120 km Met: Wim de Lange
In het blad Sportgericht staat een artikel over het voorkomen van blessures als gevolg van vallen met de fiets. Uit onderzoek blijkt dat het aantal blessures door allerlei oorzaken toeneemt, maar dat veel blessures voorkomen kunnen worden door gerichte oefening, zowel in het voorkomen van een val als het beperken van de blessure, mocht je toch tegen de grond gaan. Wim de Lange las het en stuurde onderstaande reactie naar de redactie van Sportgericht.
Alweer voor het vierde jaar verleent Nic van de Riet ons gastvrijheid op zijn boot in de Amstel (Ouderkerkerdijk 30). Is het hoogtepunt op zondagochtend bij mij thuis het gekookte eitje, bij Nic is het ondoenlijk weerstand te bieden aan de gebakken eieren met spek, waarvan de geuren, bij gunstige wind, mij reeds op de Rozenoordbrug tegemoet waaien... Deze brug is ook het eigenlijke vertrekpunt van de tocht (oostzijde Amstel), waar de ontbijters even over elven langs komen (en de rest aan kan sluiten). Wat gaan we doen vandaag? Het lijkt me fijn om weer eens de Hollandse Kade af te fietsen, de polder op zijn mooist! Al kun je daar ook wel een kanttekening bij maken, daar al die paadjes dwars door de polders ook een zekere vertrutting uitstralen met hun knooppuntenroutebordjes en, zoals zomergast Adriaan Geuze het verwoordt in het boek ‘Polders!’ (waarvan hij medesamensteller is), waarbij je om de drie kilometer een rustplek aantreft met bankje, prullenbak en een ‘fietsenafsteunhekje’. We rijden verder naar Montfoort (zie foto), en via de Vlist of Oudewater komen we in Hekendorp waar de pauze is
Val-oefening
De draaibrug te Montfoort, alwaar ik in 1976 en 1977 brugwachter was – met nog hetzelfde brugwachtershuisje. De brug moest je toen nog met de hand van midden-uit met een zwengel open draaien (zwaar werk!). bij eetcafé Goejanverwelle, dat een ‘comfortabel rustpunt’ biedt volgens hun site. Terug dan door Bodegraven en de Meije, óf via Nieuwkoop en de Amstel. Bij Dopey’s wordt daarna het seizoen uitgedronken! Wim de Lange
Met belangstelling het artikel ‘Zeker op je zadel’ gelezen. Met de essentie ervan, dat vallen min of meer te leren is, kan ik het wel eens zijn. Echter, wat mij stoort is het gebruik van de term ‘wielrenner’. Je ziet het ook in de discussies over het gebruik van de fietspaden, de langzame en snellere fietsers die elkaar over en weer verwijten maken over de gevaarlijke situaties die ontstaan: er wordt steeds vaker nog maar één term gebruikt voor de mensen die op een racefiets zitten, namelijk ‘wielrenner’. Wielrenners dien je echter te onderscheiden van de toerfietsers die op een racefiets zitten. Voor mij, toerfietser én (nog een beetje) wielrenner zijn de verschillen evident. Verschillen in stuurvaardigheid, verschillen in het alleen en het in groepjes fietsen, etc. U stelt dat het aantal wielrenners dat in het ziekenhuis belandt de afgelopen jaren sterk gestegen is, “jaarlijks raken zo’n 26.000 wielrenners geblesseerd” . Echt, zoveel wielrenners zijn er niet, hoor! Het vallen gebeurt grotendeels door toerfietsers, die meer dan wielrenners vaak in groepen rijden (los van de koersen), minder goed anticiperen, en, zoals ik ook merk in mijn toerclub, graag harder willen rijden dan in feite goed voor ze is. Dat alles veroorzaakt de meeste valpartijen. Bij de wielrenners is het ook beter een onderscheid te maken in de valpartijen tijdens trainingen en die in wedstrijden. De laatste zijn onvermijdelijk en daarbij is er volgens mij ook geen toename. Dan nog een opmerking over de tamelijk lachwekkende plaatjes van figuur 3a en 3b: zo val je dus nooit: de renner blijft in de pedalen vast zitten (3b) - dat komt dus wel heel zelden voor (dat iemand zijn pedalen zó strak zitten) en veroorzaakt trouwens veel meer leed dan dat je eruit schiet. Ook figuur 3a lijkt me weinig realistisch: het lichaam van de renner probeert nog naar links te hellen. Niet verstandig op de eerste plaats ( je lichaam moet je in één lijn houden met je fiets (zie ook fig 1)), zo krijg je veel zwaardere blessures dan dat je meegeeft en daarnaast lijkt dit meer op een val vanuit min of meer stilstand. Als je snelheid hebt schuif je over de zijkant van je lichaam en met name over de drie cruciale punten, elleboog, zijkant bil en knie. En dat is maar goed ook, want dat betekent meestal alleen schaafwonden en geen breuken. Vuistregel: hoe meer schaafwonden, hoe minder breuken! NB Ik durf mezelf wel een ‘ervaringsdeskundige’ te noemen. Toch gauw in de afgelopen 40 jaar zo’n 25 tot
14
De twee gewraakte afbeeldingen van vallende wielrenners, die volgens Wim niet realistisch zijn omdat hun voeten nog in de pedalen zitten. Bovendien is de tegenhellende houding van de bovenste fietser niet aan te bevelen. 30 keer gevallen, waarvan pakweg de helft in wedstrijden. En alles wel meegemaakt, schuivertjes als gevolg van gladheid, stuurfouten (van mezelf en anderen), aanrijdingen. En gelukkig vrijwel altijd ‘goed’ terecht gekomen. Met vriendelijke groet, Wim de Lange (Amsterdam)’ De redactie van Sportgericht reageerde en dankte Wim voor zijn bijdrage. Zijn opmerkingen over de term ‘wielrenner’ nemen zij echter niet over, en blijven de diverse typen fietsberijders op één hoop gooien: ‘Wat betreft het gebruik van de term ‘wielrenner’ snap ik uw bezwaar, zeker tegen de achtergrond van de lopende discussie, die u ook kort aanhaalt. Toch wil ik dit punt verder laten rusten, omdat het vooral belangrijk is dat de lezer van het artikel begrijpt welke groep sporters wordt bedoeld. En ik denk dat er op dat punt geen misverstand is.’ De opmerking over de plaatjes gaan ze aan de auteurs voorleggen. Wordt vervolgd.
15
Fietsen in de Kunst
Fietsen in de Kunst fiets springen. Helaas, slag in het voorwiel. Rennend als een cyclocrosser met de fiets op de schouder blijft hij het peloton voor en finisht hij als 48ste op 2:11. Marcus en Dave kunnen door. In etappe 2 valt Marcus uit terwijl David vier tussensprintjes weet te winnen en zo vier keer dertig seconden bonificatie krijgt. Het peloton laat hem, want hij staat immers laatste. Het podium komt weer in zicht. David wint de derde etappe en als hij over de streep gaat duurt het elf hele lange seconden voordat duidelijk is dat hij ook de ronde wint met een paar honderdsten verschil. Tesich heeft in deze film dus zelfs twee archetypische jongensboekwedstrijden kunnen proppen.
Jongens zijn het, maar aardige jongens In de archetypische sportwedstrijd in een jongensboek staat FC Lullebroek bij rust steevast met 0-5 achter tegen de grote favoriet, maar de Lullebroekers rechten de rug en vlak voor tijd maken ze toch nog gelijk en in de blessuretijd scoren ze de winnende goal. 6-5 en eeuwige roem voor de underdog. In twee Amerikaanse film (Breaking Away en American Flyers) verloopt de wielerkoers nauwkeurig volgens dit beproefde stramien: de held, een sympathieke sukkel met de ziel onder de arm, komt vanuit verloren positie terug om op de streep te winnen. In Breaking Away (1979) staat een groepje vrienden uit Bloomington, Indiana centraal. Jongens zijn het, maar aardige jongens. De middelbare school zit erop en ze hebben niet echt een idee wat ze met de rest van hun leven gaan doen. Een ding is duidelijk: ze houden niet van studenten, zodat de spanning tussen studenten en ‘cutters’ een rode draad in de film vormt. Cutters was oorspronkelijk de benaming voor de arbeiders in de plaatselijke steengroeves. Voor hun kinderen, die nog nooit in een groeve hebben gewerkt, is ‘cutter’ een geuzennaam en voor de studenten is iedere autochtoon een cutter. Hoofdpersoon Dave heeft een tik van de Italiaanse molen gekregen. Hij gebruikt tot doffe woede van zijn vader Italiaanse woorden, zingt opera aria’s en om indruk te maken op een aantrekkelijke studente stelt hij zich voor als Italiaanse uitwisselingsstudent. Bovenal is Italië natuurlijk wielrennen, de grote passie van Dave. Zijn jongenskamer heeft hij volgehangen met posters van het team Cinzano. Hij is uitzinnig als hij leest dat ‘de Italianen’ naar Bloomington komen om mee te doen aan een wedstrijd. Natuurlijk doet Dave mee aan die race. Een heel peloton liefhebbers staat aan de start en al snel steekt het Italiaanse Cinzano-kwartet met kop en schouders boven de rest uit en met z’n vieren rijden ze weg uit het peloton. Met speels gemak rijdt Dave er naar toe en roept wat in het Italiaans. Dat valt niet in goede aarde en een van de renners duwt tegen Dave’s commandeur, zodat de ketting naar het kleinste kransje springt. Meteen is er een gat. Dave rijdt weer naar het Italiaanse kwartet, maar dan pakt een van hen een pomp en steekt het tussen de spaken. Dave tuimelt de berm in. Dat is niet alleen het einde van zijn race, ook met de liefde voor Italië is het gedaan. Voor zijn ouders het signaal om Dave voorzichtig richting toelatingsexamen te duwen, in de richting van het milieu waarmee hij overhoop ligt en waar zijn ouders zich ook niet thuis voelen. Italië mag dan verleden tijd zijn, Dave’s passie voor de fiets is nog niet ten einde en er volgt een tweede race, de Little 500. Normaal gesproken staat deze race alleen open voor studenten, maar dit keer heeft de burgemeester verordonneerd dat ook niet-studenten mee mogen doen als straf voor een vechtpartij tussen studenten en het vriendengroepje van Dave. De Little 500 is een bestaande race die in 1951 voor het eerst is verreden. Teams van vier renners rijden in estafette-vorm 200 rondjes op een sintelbaan. Alle teams rijden op een fiets met een vast verzet, die door de organisatie wordt verstrekt. De schrijver van het
filmscenario, Steve Tesich, heeft als student in 1962 meegedaan aan de Little 500. Een van zijn teamgenoten nam 139 van de 200 ronden voor zijn rekening en kwam ook nog eens als eerste over de finish. Die gebeurtenis heeft Tesich in de film verwerkt. Dave neemt het leeuwendeel van de rondjes voor zijn rekening, hij valt en terwijl hij zich laat verbinden, rijden zijn ploeggenoten ook ieder een paar rondjes. Even later stapt Dave weer op, met tape wordt zijn voet vastgezet en in de laatste ronde weet hij de race voor de ‘Cutters’ te winnen, een naam die ze met trots op hun trui dragen. Hoewel cutter... Dave is even later zelf student en op de campus loopt hij een Franse uitwisselingsstudente tegen het lijf. Moeiteloos vullen de Tour de France en Frankrijk het gat dat de Italianen hebben achtergelaten en de fiets blijft in zijn leven. Sinds het uitkomen van de film Breaking Away rijdt er in de Little 500 een echt cutter-team mee, bestaande uit studenten uit de stad. Zo imiteert de werkelijkheid de fictie, die op zijn beurt leentjebuur heeft gespeeld bij de werkelijkheid. Overigens hebben de Cutters al twaalf keer gewonnen. Enkele jaren later kwam er weer een Amerikaanse wielerfilm uit, American Flyers (1985), met weer een
16
scenario van Tesich. Ook hier een wielerkoers die op het allerlaatste moment wordt gewonnen door een outsider, een aardige jongen die niet weet wat hij met zijn leven wil. David heeft al enkele studies in het eerste jaar afgebroken en is vooral gek van wielrennen. Hier is er geen sociale spanning op de achtergrond, maar een stille familieruzie. Jammer genoeg is de wielerkoers in deze film nog ongeloofwaardiger dan in Breaking Away, waardoor je de andere zwakke punten wat minder makkelijk voor lief neemt. Met een beetje goede wil kan een getrainde liefhebber met een paar vrienden winnen van een studententeam, zoals in Breaking Away. Maar het is natuurlijk godsonmogelijk dat een getrainde liefhebber een driedaagse etappekoers in het hooggebergte wint van een ploeg met de Olympisch kampioen in zijn gelederen. De verfilmde koers in Colorado, Hell of the West geheten, bestaat niet echt, of liever, ik heb er niets van kunnen vinden. Geen wonder want in de film is het een hele rare koers. Etappe 1 bestaat uit zeven rondjes, is 91 km lang en de finish is bergop. De beste 48 renners gaan door. Ja, dat leest u goed, de beste 48 gaan door. Deze eerste etappe wordt gewonnen door Marcus Sommers, Davids broer, sportarts en in het verleden verdienstelijk coureur, maar een faalhaas als het erom spant. De voorste groep in de eerste etappe telt 46 renners, uit de volgende groep kunnen er dus twee door naar de volgende etappe. David en nog een renner springen weg uit de groep. Het lijkt beslist, maar dan valt die andere renner vlak voor de streep en neemt David mee. Geholpen door Marcus krabbelt David op en hij wil weer op zijn
De koers speelt zich af tegen een achtergrond van een niet helemaal duidelijke familietwist. De vader is overleden aan cerebral aneurysm, een zwakke plek in de slagader in de hersenen, die vroeger of later knapt met fatale gevolgen. David denkt dat hij die kwaal ook heeft, maar in werkelijkheid is het Marcus. Iedereen in Marcus’ omgeving weet dat, behalve zijn broer en zijn moeder. Natuurlijk probeert de film de kijker op het verkeerde been te zetten door de angst van David prominent te tonen, maar af en toe zijn er ook kleine signalen die zeggen hoe de vork werkelijk in de steel zit. De aap komt uit de mouw in etappe twee, als Marcus begint te bloeden en in een minutenlange strijd de macht over het stuur verliest. Gelukkig kan zijn vriendin in de volgauto hem nog net in zijn kraag grijpen voordat hij zijn fiets het ravijn instuurt. En al even gelukkig verbetert zijn toestand zich een beetje, ondanks die geknapte slagader in zijn hoofd. Ik weet niet of dat realistisch is, maar ik ben dan ook geen medicus. Een onmogelijke koers met op dag 1 een winnaar die een serieus medisch probleem heeft. Het is een maatje te ongeloofwaardig. Uit meer details in beide films blijkt dat Hollywood niet echt verstand heeft van wielrennen. Dave in Breaking Away traint regelmatig achter een vrachtwagen. Dat gaat hard: veertig, vijftig, zestig mijl per uur. En af en toe rijdt hij vrolijk naast de vrachtauto. Bij vijftig mijl per uur, ongeveer tachtig kilometer per uur, rijdt hij nog op het binnenblad. Dat is nog onwaarschijnlijker dan het feit dat een Italiaanse wielrenner in een koers een pomp bij zich zou hebben. Of neem David in de tweede film, die de lift in zijn flat inrijdt, afstapt en de fiets op zijn achterwiel zet, maar dan in zijn eigen appartement omvalt omdat de riempjes van zijn toeclips ineens vastzitten. Al even opmerkelijk is de gezichtsbeharing. De Russische Olympisch kampioen (in het echt is dat Sergej Sukhoruchenkov) heeft een flinke baard en Marcus Sommers heeft een snor. Eigenlijk is dat al voldoende om de film niet helemaal au serieux te nemen. Aan de andere kant, jaren later draagt David Zabriskie zo’n zelfde snor en nu rijdt baarddrager Simon Geschke in het peloton. Dus misschien heeft ook hier de werkelijkheid de fictie geïmmiteerd. Perry van Dijk
PS Nadat ik beide films een keer had bekeken, ontving ik een mail van Herman Flint. Hij herinnerde zich een film over wielrennen, ‘De Italianen komen!’ De details was hij kwijt. Of ik er iets mee kon. Zeker, sterker nog, ik was er al mee bezig.
17
Wedstrijden Na twaalf jaar eindelijk bloemen 29-07-2015: 1e nazomerwedstrijd A Zou het dit jaar dan eindelijk weer eens lukken om een keer bloemen mee naar huis te nemen? Dat was mijn grote vraag voor de start van het huidige FC Trappist seizoen. De laatste keer dat ik met een (gewonnen) bloemetje thuis ben gekomen was al snel, even rekenen, 3+6-2+5… zo’n 12 jaar geleden? Ik heb nog even de online Trappistarchieven bekeken, maar helaas niks gevonden van voor 2006. Ben ik dan al zo oud? Na een aantal korte uitslagen dit seizoen begon de drang om weer eens als eerste over de finish te komen serieuze vormen aan te nemen. De eerste nazomerwedstrijd stond op het programma. Ik had er zin in. De opkomst was een beetje mager, er stond veel wind en we zaten middenin de vakantieperiode. Er werd besloten om toch in twee groepen te starten, 9 bij de A’s en 7 bij de B’s. Er werd rustig gestart, keurig kop over kop, maar zonder echt gas te geven. Na een paar rondes was Willard het zat en zette een demarrage in. Ik had er wel zin in en sprong mee, maar de groep sloot ook weer snel aan. De groep reed door, kop over kop, tot er al snel weer iemand wegsprong: Willard. Dit keer gingen we er met de hele groep rustig achteraan en snel waren we weer bij elkaar. Weer een demarrage! Wie zou het dit keer zijn? Willard!
Hij had er zin in vanavond. Eerst dachten we dat hij zich keurig aan een interval trainingsschema hield, maar na de wedstrijd verklaarde hij het slappe rondjes rijden nogal saai te vinden… En terecht! Na vele schermutselingen bleef de groep uiteindelijk bij elkaar tot de laatste ronde. Ik hoopte op een sprint, want zonder Teun, Cisco en Rinus in de groep had ik best goede kansen, dacht ik zelf. Op het lange rechte stuk waren we nog steeds samen. Nu moest ik me niet in de luren laten leggen zoals eerder dit seizoen. In de sprint moet je lang durven wachten, maar op Spaarnwoude zeker niet te lang, had ik al enkele keren ondervonden. Ik besloot voor de bocht aan te gaan, als eerste. Dat lukte en ik ging met een gaatje de laatste bocht in. Volle bak sprinten nu. Ik probeer te zien of er iemand langszij komt, maar ik ben alleen! Het was een rare koers, met een klein groepje, maar dat maakt me niet minder blij met de overwinning. Bloemen!! Tim Boudrie UITSLAG 1e nazomerwedstrijd A 9 deelnemers. 1Tim Boudrie 2 Willard Gerritsen (str) 3 Jan Repko 4 Djoen Liem 5 Jan Gottmer 6 Bert Zwaving 7 Theo Termaat 8 Rieks van Rooijen 9 Carl Schagen
Wedstrijden Als het vertrouwen weg is gaat het man tegen man 29-07-2015: 1e nazomerwedstrijd B Na de vervelende gebeurtenis tijdens de vierde zomerwedstrijd en het terechte besluit van de jury de wedstrijd verder te laten voor wat hij was, is het laatste blok al weer aangebroken. Nog maar 4 wedstrijdjes te gaan en we kunnen ons weer opmaken voor het winterseizoen. Dat betekent voor de een lekker crossen en voor de ander schaatsen. Maar zover is het gelukkig nog niet. Na mijn tweede plek in de derde zomerwedstrijd, die overigens na een mooie ontsnapping door Carl was gewonnen, had ik er echt zin in. Tijdens het inrijden bleef het opmerkelijk rustig en uiteindelijk stonden er klokslag 19.00 uur slechts zeven B renners aan de start. Gaan we samen met de A’s of toch apart? Toch apart, was het besluit van de jury. Tja, dan vraag je jezelf af wat voor een koers dit zal gaan worden. Er werd nog wat gegrapt, in de vorm van ‘rustig aan en de laatste drie ronden los’. Maar niets van dit alles. Vanaf de start werd er meteen gekoerst. Kop over kop werd er gedurende de eerste twintig minuten gereden. We leken de BMC-ers wel, die bezig waren met een ploegentijdrit. Maar uiteindelijk vond Klaas dat de maat vol was, kreeg het op zijn heupen, ontsnapte en dat was het begin van de demarrages. De boel lag geheel uit elkaar. Het vertrouwen was weg en nu was het man tegen man. Frans zoals gewoonlijk, maar ook Toni, Bart en Ton lieten zich niet onbetuigd. Maar telkens werd het gat weer door de rest dicht gereden. Dus met een geheel peloton, als je daar over kan spreken, de laatste ronde in. Het tempo bleef hoog en op het rechte eind na de heuvel zette ik met alle macht die ik nog had een demarrage in, maar toen ik achterom keek zag ik dat er meteen gereageerd werd door de rest. Ik liet het verder lopen en werd als eerste ingehaald door Toni, gevolgd door Bart. Bart riep: “rijden, rijden” en zonder er een moment over na te denken sloot ik aan achter Toni. Achteraf bleek dat een goede zet want Toni zette nog eens flink aan. Uit de laatste bocht sprong ik uit zijn wiel, op naar de finish. De streep naderde en naderde: nog steeds lag ik op kop. Ik hoorde wat geratel achter me, was dat Bart die aan het bijschakelen was? Wat moest ik doen? Hetzelfde? Nee, doortrappen… Doortrappen! En voor ik het wist reed ik over die begeerde finishlijn. M’n tweede winst dit jaar was binnen en werd beloond met en hartelijke zoen van Manja en een mooie bos bloemen. Jacques Kalisvaart UITSLAG 1e nazomerwedstrijd B 7 deelnemers. 1 Jacques Kalisvaart 2 Bart Rademaker 3 Ton Lemmers 4 Toni Klok 5 Frans Blom (Haarlem) 6 Leon Canisius 7 Klaas Fopma (str).
18
Daar sta je dan, met je bloemen. Wat nu?
FOTO JAN KLEIN
Winnen ok, maar hoe gaan de bloemen mee? 12-08-2015: 2e nazomerwedstrijd A Heerlijk weertje, maar wel wind tegen naar huis. Betere opkomst dan vorige week. Bij de start zag ik veel hardrijders om me heen. Zou het dan een andere koers worden dan vorige keer? Het startschot klonk. Djoen en Mike schoten gelijk weg en ik besluit rustig mee te glippen. Het resulteerde gelijk in een serieuze aanvalspoging. Zo’n 20km lang wisten we weg te blijven. Waar zijn we in godsnaam aan begonnen, dacht ik nog, en met verzuurde benen werden we dan toch ingelopen door het peloton. Ik verwachtte direct een tegenaanval en zo geschiede, maar ik moest en zou mee. Gelukkig kon ik daarna redelijk herstellen van de gedane inspanning en kon ik redelijk makkelijk meedraaien. Ondertussen was het peloton al iets uitgedund. Zouden er nog meer af kunnen? Wegrijden in een klein groepje is mij eigenlijk nog maar zelden gelukt. Ik besloot de aanval te kiezen, in de hoop een mooi groepje mee te krijgen en het vol te kunnen houden tot het einde. Mike sloot een aantal keer bij me aan (of andersom) en samen wisten we telkens een leuk gaatje te slaan en lekker tempo te rijden. Soms waren we met z’n tweeën, soms met meer, maar elke keer weer werd het gat weer dichtgereden. Dit spel ging door tot de laatste ronde. Inmiddels was ik volledig gesloopt en hoopte op een massasprintje; mijn beste kans om toch nog een paar
19
Wedstrijden
Jacques Kalisvaart tijdens de huldiging van de 2de najaarswedstrijd. puntjes te pakken vanavond. In de laatste ronde reden twee man weg (weer Mike?). Niemand reageerde. Shit, dacht ik, daar had ik bij willen zitten. Ik besloot volle bak te gaan rijden op het lange rechte stuk. Ik keek om en zag Rinus en Bas chillen in mijn wiel. Mijn poging om Rinus op de kop te krijgen lukte. Hij leek even te twijfelen maar besluit door te rijden, anders kwamen we zeker te laat en waren de kansen verkeken. In het wiel van Bas draaiden we de bocht door. We pakten de laatste koploper en het werd een mooie sprint. Met een hartslag van 193, volledig verzuurde benen en met een nipte voorsprong op Bas kwam ik volledig uitgewoond over de finish. De jury vroeg of ik met de auto was gekomen. “Nee, ik ben lekker op de fiets gekomen”, antwoordde ik met lach. “Heerlijk weertje, maar wel wind tegen naar huis”, zei ik erachteraan. Er bleek een reden te zijn voor vraag van de Jury. De bloemetjes bleken iets groter uitgevallen dan normaal. De volgende wedstrijd diende zich aan: de bloemen heel thuis krijgen… Tim Boudrie UITSLAG 2e nazomerwedstrijd A 13 deelnemers 1 Tim Boudrie
Wedstrijden
FOTO JAN KLEIN
2 Bas Klein 3 Rinus Cerfontain 4 Jo Thewessem 5 Djoen Liem 6 Mike Cooper (str) 7 Mart Dominicus 8 Jan Maarten Deurvorst 9 Theo Termaat 10 Christiaan Koenders En verder: Bart Bijvoet, Bernard Schaap en Leendert Pot (dnf).
Motorfiets inspireert tot greep naar de dubbel 12-08-2015: 2e nazomerwedstrijd B Rond half 5 stapte ik op mijn motor om vanuit mijn werk naar huis te rijden. Het was niet echt druk op de A9 en ik dacht al rijdend aan de wedstrijd van vanavond. Tegelijkertijd wierp ik een blik op mijn km teller. ‘Wow, gas terug man, anders kan dit wel eens een duur ritje worden.’ Maar het gaf wel aan hoe het onder het rijden, al denkend
20
aan de wedstrijd, met mijn adrenaline pijl gesteld was. Ik kon niet wachten. Na snel een bordje spaghetti en een bakkie vla naar binnen te hebben gewerkt vertrok ik al vroeg naar de baan om lekker een paar rondjes in te rijden. Na mijn zege van vorige week, met slechts 7 deelnemers, hoopte ik dat er vandaag wat meer renners aanwezig zouden zijn. Immers, de vakantieperiode naderde zijn eind. Wat ik gehoopt had kwam uit. Er stond een twintigtal deelnemers klaar aan de start.. Een groot aantal renners was klaarblijkelijk geïnspireerd geraakt door onze verhalen van twee weken geleden, want er werd vanaf de start volop gekoerst. Vooral Klaas -ja weer hij- was zeer actief in ontsnappingspogingen. Vijf zes keer probeerde hij het, wat hem overigens weer de titel van meest strijdlustigste rijder opleverde. Ook Jeroen, (goed dat je er weer bij bent) na een vervelende val tijdens de puntenkoers aan het begin van het seizoen liet zich zo nu en dan van voren zien. Ook anderen zoals Frans, Niels, Ton, Joop, en Jack probeerden keer op keer een ontsnapping te forceren. Soms lukte dat voor enige tijd maar uiteindelijk werden de gaten constant door het zwoegende peloton dicht gereden. En zo naderde het peloton in een lang lint het eind van de race. Drie ronden voor het einde werden de laatste ontsnapten weer ingerekend. Het tempo even stil naar ongeveer 35 km/u en het peloton kroop uiteindelijk weer in elkaar om zich op te maken voor een massasprint. Tenminste, dat dacht ik. In mijn ooghoek zag ik iemand met een blauw shirt demarreren. Ik voelde me nog steeds goed, dacht even aan de power van mijn motor vanmiddag, aarzelde niet en ging erachteraan met natuurlijk het gehele peloton in mijn kielzog. We gingen de een na laatste bocht in en de ‘blauwe’ -zo noem ik hem maar even voor het gemak- trok nog lekker door. Ik nam ruim voor de laatste bocht over om zo uit het gedrang van het peloton te blijven en trok de sprint al voor de laatste bocht aan. Met hoge snelheid doken we dan ook de laatste bocht in, op hoop van zegen, dat we er niet uit zouden vliegen. Als eerste het rechte eind op, staand op de pedalen, en op het juiste verzet naar de finish. De streep naderde en naderde; nog steeds niemand naast me. 30… 20…. 10 meter, nog steeds op kop en jaaah, eerste! De buit is binnen en de dubbel een feit. Met een zeer grote bos bloemen - bedankt Jan - op weg naar huis om mijn vrouw blij te maken... Daar doen we het tenslotte voor, toch? Nou ja, ik wel. Jacques Kalisvaart UITSLAG 2e nazomerwedstrijd B 22 deelnemers 1 Jacques Kalisvaart 2 Niels Kooij 3 Joost Hartog 4 Niek Mulder 5 Evert Fermin 6 Rick van Nunen 7 Eric van Steijn 8 Piet van Oosten 9 Jack van Honschoten 10 Ton Lemmers En verder: Klaas Fopma (str), Frans Blom (Haarlem), Natascha Darlang, Jeroen van Hoek, Aad Janssen, Douwe van der Kooi, Wim de Lange, Menno Mulder, Lex Roolvink (intr), Ilja de Vries, René van der Wateren, Caroline van Lingen (dnf).
21
Déjà vu Enige overpeinzingen bij 2e nazomerwedstrijd B Dik over de helft van mijn leven bevond ik mij in een bos. De weg boog meermaals af. Na verloop van tijd realiseerde ik me rondjes te draaien; in één van de bochten lachte dezelfde bosmarmot me telkens toe. Ik was niet alleen. De dichte menigte, de martelingen die ik moest aanzien, ze deden mij steeds weer tranen van deernis in de ogen springen. Ik reed voor het laatst in het Westhoffbos op 22 april 2009. Sisyphus, het besef van sterfelijkheid, het eigen falen, gebrek aan wilskracht en liefde voor Fausto Coppi deden me voor lange tijd afstappen. Maar de fiets van mijn broer in Florence, de zachte aanmoedigingen van mijn liefje, het wanstaltige gedrag en gefiets van de renner genaamd Froome, kwesties omtrent de vrije wil, de charme van Kurt Vonnegut, diezelfde Fausto, de geschiedenis van Mart en zijn bidon tijdens het clubkampioenschap en niet te vergeten mijn te vet geworden pens hielpen me weer in het zadel. Ik zag een man in een oranje shirt. Een lelijk shirt, dat wel. Hij viel veel aan en hij won de wijn niet. Met een gerust gemoed werd het mij duidelijk dat er dienaangaande weinig veranderd was. Maar waar zijn de steentjes gebleven? Dankzij het gebrek aan met klinkers geplaveid parcours was het mij niet op elk moment even helder op welk gedeelte van het circuit ik mij bevond. Ik verhielp dat euvel door mij een grafische vorm van een hoefijzer voor te stellen. Een blauw schijfje gleed langs de randen van dat hoefijzer en gaf de exacte positie van mijn locatie weer. Naast een gebrek aan conditionele inhoud en kennis van het deelnemersveld werd ik tijdens de koers vooral overvallen door de intense saaiheid van het rijden op Wheelerplanet. Droevig volgde ik in het laatste wiel. Eenvoudig liet ik me aan de kant zetten door slechts geringe bewegingen van andere coureurs. Het rondebord verscheen vier of vijf rondes later dan ik hoopte en verwacht had. Slechts eenmaal was er een moment van spanning; het peloton brak vier posities voor me. Te zwak om op rustige en beheerste wijze de aansluiting te hervinden, meende ik naar de nieuwe staart van het peloton te moeten springen zonder hulp te bieden aan de andere achterblijvers. Daar heb ik nu spijt van, dat verdiende de schoonheidsprijs niet. Als het waar is dat deskundigen het skelet van een prehistorisch monster kunnen reconstrueren aan de hand van slechts een paar botjes, dan is het toch niet zo vreemd dat renners zich een beeld kunnen vormen van de persoon die voor hen rijdt door een blik op de kuiten? Daarom dien je je kuiten tijdens een trainingsrit ook toe te dekken met een lange broek. Een kwestie van fatsoen. Op weg naar het bos kwam ik achter een dame terecht met een roze trui. Canvas gympies op trappers zonder kliksysteem, fraai en fijn gevormde enkels onder uitgestrekte en geprofileerde kuiten. Blonde krullen wapperend in de wind. Het resultaat in de koers is niet altijd het belangrijkste, er is vaak iets om op terug te vallen. Volgend jaar bij de Aa. Menno Mulder
Wedstrijden
Wedstrijden
Wat doe je nou, met je gekookte hersens? 22-08-2015: Beverwijk Klimkoers A Was het de zon? De zon die zo onbarmhartig neerbeukte op het nietige troepje renners dat zich rond worstelde op het nieuw aangelegde parcours van Beverwijk? Had de zon jullie hersens gekookt, jullie beoordelingsvermogen ernstig aangetast? Hoe anders valt het te verklaren dat Bas en jij al na minder dan een half uur demarreerden uit een omvangrijke kopgroep om op zoek te gaan naar winst? Met z’n tweeën ruim een uur rijden tegen een achtervolgende groep met daarin gekende hardrijders als Willard, Rinus, Mike en revelatie Tim. Dat is gekkenwerk, dat is zelfmoord. Hoogstens win je er de bergprijs mee, maar verder getuigt een dergelijke actie van bar weinig tactisch inzicht. Of was het juist een meesterlijke zet? Wegrijden uit een kopgroep waarvan de meeste renners alleen maar bezig zijn om uit de greep te blijven van het peloton, dat getuigt van branie. Een sterk staaltje blufpoker om de concurrentie al meteen aan het begin van de koers op de knieën te dwingen en elke hoop dat er ook maar iets te halen valt definitief de grond in te boren. Het antwoord op bovenstaande vragen: nee. De waarheid is dat de ontsnapping á deux, zoals zo vaak, min of meer onbedoeld tot stand kwam en bij gebrek aan een beter alternatief werd voortgezet. Bas en jij zitten in de kopgroep, maar de samenwerking is niet optimaal: het is lastig om op een technisch parcours als dat van Beverwijk echt goed kop over kop te rijden. De een zakt halverwege de klim als een pudding in elkaar, de ander vliegt bijna de bocht uit. Maar ondanks dat lijkt het gat te groeien en al snel is de voorsprong op het peloton geruststellend groot. Bas en jij vinden dat het harder kan en besluiten nog eens aan de boom te schudden. Jullie zetten aan, op het heuveltje uiteraard, en je verwacht dat er nog meer renners mee zullen springen. Dat gebeurt niet. Daar rijden jullie dan, met z’n tweeën. In de zon. Wat nu gedaan? Het is nog te lang, te heet. Dit wordt peilloos afzien. Je kijkt wanhopig achterom, en hoopt bijna dat de achtervolgers naderen, maar nee hoor, er gaapt een reusachtig gat. Veel te groot om nu al het hoofd in de schoot te leggen. En bovendien: je voelt je ijzersterk. Dus ga je maar door, met de moed der wanhoop. Gebroederlijk rijden jullie verder, Bas en jij, zoals zo vaak, voordat je naar Rotterdam verhuisde. Je zou er bijna weemoedig van worden. De voorsprong blijft groeien. Je ziet hoe Willard het een tijdje in zijn eentje probeert, maar tevergeefs. Hij wordt teruggepakt. Jullie richten de blik naar voren en het duurt niet lang voor het peloton in zicht komt. Eerst hoop je nog even dat je kunt uitrusten als je daar aansluit, maar het verschil in tempo is zo groot dat je de hele groep meteen voorbij rijdt. Doorrijden! Verder moet je! In jullie kielzog glippen drie renners mee, maar je besluit je niet druk te maken: je zit lekker in je ritme. De rondjes zijn kort, dat geeft houvast. Het gaat hard, het gaat lekker. Je hartslag schommelt tussen de 172 en 176 en je weet dat je dit nog wel even kunt volhouden. Blijven drinken, gelletje erin, nog een
Het A-peloton, nog bijeen, op Beverwijk. slokje water. Je zit heerlijk in je cocon van aangenaam afzien. ‘Daar rijden ze,’ zegt Bas. Het duurt even voordat je begrijpt wat hij bedoelt, maar dan zie je ze: de kopgroep waaruit je zo-even nog demarreerde. De ellende druipt ervan af, dat zie je meteen. Er wordt totaal niet samengewerkt en het tempo is er volledig uit. Ze rijden een verloren race. Binnen afzienbare tijd rijden jullie het resterende gat dicht, waarmee jullie dus één ronde voorsprong hebben op de kopgroep. De koers is nu gelopen. Wat volgt is een weinig enerverend naspel. Bas en jij kunnen het nu rustig aan doen en hoeven alleen maar te volgen, terwijl de anderen ook weinig zin hebben om er nog iets van te maken. Het gaat nu tussen Bas en jou, maar je hebt al wel gevoeld dat
22
je sterker was, dus je hebt vertrouwen in een goede afloop. Zelfs de gebroken spaak en de gedwongen wielwissel (bedankt, Niels) kunnen daar niks aan veranderen. In de laatste ronden verbrokkelt het veld weer enigszins: er zijn nog renners op jacht naar de derde plaats. Je merkt opeens dat Bas, die tot op dat moment niet van je wiel was geweken, een gaatje laat vallen en dat ook niemand uit het groepje waarin je reed, het gat lijkt te willen dichten. Dus daar ga je maar weer, nu alleen, in volle vaart vooruit. Nog een paar rondjes. Je weet dat je gaat winnen. Vandaag was je de sterkste. De laatste keer dat klimmetje op. De klinkertjes strekken zich als een rode loper voor je uit. De tweede keer winst in Beverwijk. Teun Veken
FOTO JAN KLEIN
Wielrennen is oneerlijk, dat maakt het juist zo leuk Beverwijk A Hopeloos achteraan streed ik in Beverwijk. Gelukkig kon het nog erger. Mart en Djoen lieten meteen in het begin vreselijk gaten vallen, waardoor ze degene die achter hen zaten, zoals ik, meteen degradeerden tot peloton-vulling. Alleen Mike, die ik te laat had opgemerkt, kon met een krachtige reuzenjump het gat nog dichten. Omdat het in het begin van de wedstrijd was, was het voor mij een behoorlijke teleurstelling. Mijn idee om heerlijk strijdend ten onder te gaan, ging als een nachtkaars uit. Rondenlang
23
Wedstrijden
Wedstrijden
Leve de anarchie! (in Beverwijk tenminste)
sukkelden we net wat langzamer dan het iets grotere peloton. Dat veranderde toen ik zag dat Teun en Bas waren ontsnapt (met het parcours zoals dat nu is kun je dat zien) en wij steeds meer renners oppikten of, zoals Rinus, voorbij stoven. Teun en Bas naderden snel terwijl wij een halve ronde achter lagen. Ik zag weer mogelijkheden. Stel dat zij een ronde gaan pakken, met ons in het wiel, dan zouden we nog derde kunnen worden… Het deed me denken aan 1994. Ik reed een criterium in het dorp Spaarnwoude. Als ‘liefhebber’ (Sportklasse) mochten we met de ‘Amateurs’ (elite zonder contract) meedoen. Uitrijden was mijn doel en als ik geluk had, bij de eerste twintig eindigen. Maar ik had, zoals dat heel soms gebeurde, superbenen. Nadat een kopgroep was ontsnapt met grote namen zoals Henk Vogels, die net Olympia’s Tour had gewonnen, en Daan Bouquet, een Ulyssesrenner die veel overwinningen behaalde, demarreerde ik met twee anderen. Al snel hadden we een groot gat. Het ging fantastisch, wat reed ik makkelijk en lekker. Geheel tegen mijn gewoonte in deed ik het meeste kopwerk. De speaker moedigde het peloton aan om niet gedubbeld te worden, maar dichter bij ons kwamen ze niet; de kopgroep wel dichter bij het peloton. ‘Laat ze afsprinten, laat ze afsprinten’ dacht ik woedend. Maar nee, het peloton werd ingehaald en met de kopgroep haalden ze ons net voor het einde in. Weg top tien klassering in zo’n koers. Maar voor de uiteindelijk 13e plek had ik van te voren getekend. Een jaar later gebeurde in de Ronde van Krommenie precies het omgekeerde. Ik was gelost, de kopgroep bracht me terug bij het peloton en ik reed nog prijs. En nog steeds gebeurt dit op de kleinere parcoursen, zoals Ulysses, regelmatig. Dus toen ik bij Teun en Bas kon aansluiten heb ik geen moment getwijfeld. Jan-Maarten, die steensterk reed, wilde nog mee overnemen, maar dat leek me niet handig. Dat zou bij de Trappist zeker tot ellenlange discussies leiden en Jan-Maarten zag er van af. Maar eenmaal aangesloten demarreerde hij knap. Alhoewel je het niet ‘strijden-om-deeerste-plek’ kon noemen gunde ik hem een derde plaats wel. Bij mijzelf ging het een stuk slechter. Het ene moment dacht ik dat het nog ging, even later zakte ik geheel in. Als een dweil reed ik nog de laatste ronden door, maar ik had het uitgereden. Bij de finish was er meteen heftige discussie. Er bleken renners met Teun en Bas meegereden! Sommigen hadden dat tijdens de koers niet doorgehad (beter opletten, lijkt mij), anderen vonden het vals, gemeen en bovenal oneerlijk. Ik hoorde het verbijsterd aan. Ik was weliswaar ver achterin geëindigd, maar Jan-Maarten had gestreden voor de derde plek en werd uiteindelijk vijfde. Knap, leek mij. ‘Maar hij was geholpen door de kopgroep’ werd emotioneel geroepen. Tja… Iedereen die was gedubbeld, heb ik zien profiteren van Teun en Bas. Maar ik begrijp dat 500 meter profiteren wel eerlijk is en meer dan 1000 meter niet? Kennelijk hebben de meeste Trappisten, inclusief de jury, nog niet begrepen dat wielrennen per definitie oneerlijk is. Dat maakt het juist zo leuk. Gelukkig heeft de sterkste (Teun) gewonnen en heeft de jury altijd gelijk. Leendert Pot
Beverwijk A Breaking News: De wedstrijd van Beverwijk krijgt spelregels. Goede zaak, want nu is er tijdens koers veel onduidelijkheid. Om te illustreren waar de reglementaire anarchie toe kan leiden neem ik de laatste twee edities op de korrel. Beide keren was er toen sprake van drie groepen renners: een kopgroep (A), achtervolgers (B) en het peloton (C). In 2014 bestond A uit vier renners, B uit drie (waaronder ik) en verder een omvangrijk peloton (C). De kopgroep met Bas, Teun, Djoen en Marthijn nam als snel een ronde voorsprong. Groep B was even voor de samensmelting weggesprongen uit een futloos C. Dan maar voor de vijfde plaats, zo dachten Gerard Snel, Ivo en ik. De samenwerking in ons groepje was uitstekend. Al snel was C volledig uit het zicht verdwenen. De euforie begon al de kop op te steken, tot we kort voor het einde van de koers bestormd werden door C. Hoe was deze toch opeens uit de dood herrezen? Het antwoord hoorde ik na de koers. Enkele renners uit A waren op hol geslagen voor de bergprijs en de eindoverwinning en hadden in hun strijd C op sleeptouw genomen. U wordt bedankt. Onze kansen waren hiermee, na drie kwartier in volle achtervolging, verspeeld. Maar was dit nu koersvervalsing? Ik vond toen van wel. De jury niet. De jury had gelijk, vind ik nu. Dit jaar in A louter Teun en Bas. In zowel B als C een tiental renners. Ook nu werd C gegrepen door A. En ook nu lieten enkele renners (een drietal) uit C zich naar B brengen door A. Ik was een van hen. Het koersverloop was alleen in aantallen anders; niet in essentie. Beide keren was de formule simpel: A brengt C naar B. Ik lach dit keer in mijn vuistje. Nu vallen de regels (ik dacht toen nog dat die er waren) in mijn voordeel uit. En zo ga ik op jacht naar de derde plek. Eerst met Marc (voormalige C),daarna met Tim (uit B) en toen alleen. En ik fiets zowaar een mooie voorsprong van 25 seconden bij elkaar. Pas twee rondes voor het eind word ik gegrepen door renners uit B. Zo eindig ik als zesde. Tenminste daar ging ik vanuit. Het verdict van de jury valt tot mijn stomme verbazing anders uit. Op zes en zeven komen nu de twee overblijvende renners uit B, die achter mij gefinisht waren. Gisteravond heb ik er mijn hoofd over gebroken wat dan rechtvaardig is. Is dat nu het verdict uit 2014 of dat van dit jaar, dat het eerste tegenspreekt? Ik pleit voor het verdict van 2014: het vrijgeven van de koers: zo min mogelijk regels. Profiteren mag dus in alle gevallen. Waarom? Het parcours van Beverwijk is zo kort dat de kans groot is dat A een rondje pakt. Die komt onderweg dan altijd andere ploegjes tegen. Wanneer A zich in zo’n groep mengt is er altijd sprake van be√Ønvloeding. Want verordonneren dat A buiten deze groepen zou blijven en geen enkel contact heeft met andere renners, klinkt theoretisch plausibel maar is ondoenlijk. Er is immers ook
24
De renners van het B-peloton proberen Niels Kooij te volgen over de stenen van Beverwijk.
25
FOTO JAN KLEIN
Wedstrijden een bergprijs waar ze om strijden en uiteindelijk zullen ze elkaar ook moeten aftroeven voor de eindwinst. Dan zullen er altijd renners zijn die in hun kielzog meevaren. Een andere reden om het vrij te geven is dat de jury, bij gebrek aan een deugdelijke helikopter, nooit overal kan zijn om te zien of er geprofiteerd wordt. Wat zijn dan de bezwaren? Sommige renners uit C zullen meeliften, zoals de afgelopen twee jaar is gebeurd, maar is dat dan erg? Ik vind van niet. Profiteren is toch de essentie van wielrennen? En zo gemakkelijk is dat ook weer niet. Zeker op een heuvelachtig parcours als Beverwijk moet je goede benen hebben om in het wiel te blijven. Wordt groep B dan niet benadeeld en C bevoordeeld? Het antwoord is ja en neen. Ja, omdat B zich zo mooi had ontdaan van de concurrentie. Neen, omdat ze zich helemaal niet hoeven laten inlopen door wie dan ook. Men hoeft toch niet in B te blijven zitten. Wanneer je sterk genoeg bent, en je ziet A met wat schroot uit C aankomen, kan je toch de benen laten spreken en demarreren? En zorgen voor een groep B2 of wat dan ook? Bijkomend voordeel van deze opvatting van de regels is een wat minder berekenende koers. Nu wachten veel renners nog in groep B tot de sprint. Op de meeste parcoursjes is dat een profijtelijke strategie. Het is mooi dat er één koers in het jaar is waarin deze opportunistische strategie niet werkt. Dat maakt Beverwijk zo aantrekkelijk. Met andere woorden: Leve de anarchie! In deze koers dan. Op een vlak parcours waar het zog-effect veel groter is en dat bovendien minstens twee keer zo lang is, zou ik er niet voor pleiten. Ik ben benieuwd naar de reacties. Jan Maarten Deurvorst
Nou, die reacties kwamen. Hier een paar terzakedoende suggesties van Trappisten op Facebook: ‘Op een kort parcours als Beverwijk dezelfde regels hanteren als tijdens KNWU-wedstrijden. De gedubbelde renners sprinten eerder af om zodoende koersvervalsing te voorkomen.’ ‘Als de kopgroep en het peloton samensmelten, de kopgroeprenners 10 extra bergpunten geven en van de kopgroep van dat moment de nieuwe kopgroep maken.’ ‘Gedubbelde renners sluiten niet aan bij de kopgroep en sprinten apart af.’ ‘De rijders die hebben gedubbeld krijgen 20 punten. De rijders die hebben gedubbeld krijgen 20 punten. Voor de eerste die de top bereikt vijf punten en de daarop volgende drie krijgen drie, twee en een punt. De A- en C-groep hebben beide belang om de B-groep niet te laten dubbelen, maar dat levert de C-groep geen voordeel op. Als de B-groep weer aansluit dan verandert het spel weer en gaan de bergpunten tellen.’ UITSLAG Beverwijk Klimkoers A 21 deelnemers. 1 Teun Veken (bergkoning: 22pnt) 2 Bas Klein (12 pnt) 3 Willard Gerritsen (5 pnt) 4 Mike Cooper 5 Tim Boudrie 6 Gerard Snel 7 Ivo van Hilvoorde (2 pnt) 8 Jan Maarten Deurvorst 9 Marc de Bokx (2 pnt) 10 Sander Baars En verder: Richard Bastiaans (1 pnt), Bart Bijvoet, Rinus Cerfontain, Mart Dominicus, Jan Gottmer, Djoen Liem, Leendert Pot, Jan Repko, Rieks van Rooijen, Theo Termaat en Jo Thewessem.
26
Wedstrijden Victorie kraaien op de klimkoers 22-08-2015: Beverwijk Klimkoers B Zo tegen het einde van het seizoen staat de top 5 in de klassementen die er voor een wedstrijdrijder toe doen, redelijk dicht bij elkaar en lijkt het verdomd spannend te gaan worden. Ik zal er geen doekjes om winden. Ik wil winnen! De volgende etappe op jacht naar de glorie was een uitstapje naar Beverwijk. Een parcours van ca 1200 m met een heuse klim en stroken met klinkers. Dit lijken al genoeg ingrediënten voor een mooie strijd maar als sidedish diende tropische temperaturen zich aan en daarbij moet gezegd dat er geen schaduw was. Laat dit alles gedurende 1 uur en 6 ronden gaar stomen en er rolt een prachtige koers uit. Dit leek op voorhand nog maar sterk de vraag. Bij aankomst bij de BRC Kennemerland bleek het hek gesloten en was er geen beheerder. De beheerder kwam tenslotte aangesneld, echter zonder juiste toegangscode. Er werd telefonisch geconsulteerd en even later diende een tweede persoon met partner zich aan. Er werden diverse combinaties geprobeerd maar niets leek te werken. De auto van Natascha werd zelfs beschuldigd maar ook dat bleek niet te werken. Op dat moment was er al een deelnemer vertrokken. Nog zonder zijn bordje leeg te hebben gegeten was dit al gunstig voor het klassement, maar dat hek! Uiteindelijk kwam er beweging in. Eenmaal binnen direct omkleden en warm draaien. Pfoe, dat klimmetje is inderdaad aanwezig en ook de klinkers gaan je tegenstaan. Nog even de tactiek doornemen: de eerste ronden steady meedraaien en het klimmetje testen en daarna kijken of er een ontsnapping in zit. Zelfs een rondje dubbelen kwam in me op. Dit bleek deels zo te verlopen. Na enkele ronden zat ik mee in een vroege uitlooppoging maar werden we teruggepakt. Daarbij had ik snel in de gaten dat het kookpunt door de combinatie van klim en temperatuur al snel bereikt werd. Wachten dan maar, en halverwege koers nog eens aan de boom rammelen. De tweede maal evenmin succes. Na enkele ronden blijkt het na de klim dan toch enkelen te zijn gelukt. Een man of 6 heeft een gaatje geslagen. Langzaamaan wordt het groter en wacht ik af wie reageert. Het blijft stil. De meeste benen lijken moe gestreden. Ik kijk op m’n klok en zie dat er nog vijf minuten te rijden zijn voor de laatste ronden ingaan. Ik moet mee! Bij de klim voer ik het tempo op en rijd naar voren in het peloton. Vooraan gekomen versnel ik en merk dat er niemand volgt. Ik richt me op de groep voor me en probeer me niet op te branden. Ik zet door en bij doorkomst van de volgende ronde zit ik aan het laatste wiel. Even uithijgen en meedraaien om ons niet terug te laten pakken. Nog voor het ingaan van de laatste ronde versnel ik op de klim. De groep breekt en alleen Carl kan mee. Gelukkig houd Carl de vaart erin en wordt het gaatje groter. Nu wordt het spannend. Ik besluit dat de klim het enige juiste moment mag zijn in Beverwijk. Halverwege de ronde neem ik over en blijf op kop. Ik vertrouw erop dat ik genoeg over heb. De klim begint en ik zet aan. Ik verwacht een voorwiel maar dat blijft uit. Ik besluit het zekere voor het onzekere te nemen en versnel door. Het voelt heerlijk om als eerste over de meet te rijden en de
felicitaties in ontvangst te mogen nemen. Na de finish wacht een mooie bos bloemen en de constatering dat dit gunstige dag was voor het klassement. Op naar de tijdrit! Niels Kooij UITSLAG Beverwijk Klimkoers B Niels Kooij. 23 deelnemers. FOTO JAN KLEIN 1 Niels Kooij (2 pnt) 2 Carl Schagen (5 pnt) 3 Rien van der Vaart 4 Rick van Nunen 5 Gerard Murre 6 Jack van Honschoten (bergkoning: 13 pnt) 7 Frans Blom (Haarlem) (1pnt) 8 Christiaan Koenders (2 pnt) 9 Jacques Kalisvaart (4 pnt) 10 Eric van Steijn (1 pnt) En verder: Natascha Darlang, Klaas Fopma, Frans van Griensven, John Griët, Joost Hartog (3 pnt), Jeroen van Hoek, Peter Hormeijer, Aad Janssen, Wim de Lange, Ton Lemmers, Rob Mantje, Sietse van der Werff (2 pnt) en Wim van der Zande (2 pnt).
Wim van der Zande voert de forcing.
27
FOTO JAN KLEIN
www.fctrappist.nl Na gewonnen koers is het goed uitpuffen langs het parkoers van Beverwijk. Een tevreden Niels Kooij smeert zich nog eens in, met recht rustend op zijn lauweren.
FOTO JAN KLEIN
28