HOOFT-JANSSEN-CLARIE & Partners Nieuwsbrief – actualiteit Editie 19 jaargang 6 Afgifte kantoor: BRUGGE 1 – 2e Afdeling Stationsplein 7 Driemaandelijks Uitgiftedatum: 30/04/1999 Verantwoordelijke uitgever: Clarie Noël, Diksmuidse Heerweg 47, 8200 Sint Andries. E-mail:
[email protected]
FAKTURATIE VAN ONZE ERELONEN Op verzoek van heel wat klanten zijn we ingegaan op maandelijkse facturatie van onze erelonen in de plaats van trimesteriele facturatie. We zijn gestart vanaf de maand april 1999. Ondertussen heeft u waarschijnlijk uw factuur over de maand april ontvangen. We zijn ervan overtuigd dat deze nieuwe manier van werken zal tegemoetkomen aan Uw wensen.
VLAMIVORM, DE OPVOLGER VAN VLAMINOV Vorig jaar konden de bedrijven die aan een aantal voorwaarden voldeden genieten van een Vlaminov-premie. Deze maatregel wordt dit jaar vervangen door een mogelijke Vlamivorm tegemoetkoming. De aanvraag daartoe dient ten laatste 31 mei e.k. toekomen op volgend adres: Ministerie van Vlaamse Gemeenschap Departement EWBL Administratie economie Afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid Markiesstraat, 1 1000 Brussel Het aanvraagformulier kan op ons kantoor, op bovenstaand adres of via de internetsite van de Vlaamse gemeenschap: www.Vlaanderen.be/ned/sites/economie/econ_f.htm bekomen worden. Voorwaarden voor het verkrijgen van de premie: -behoren tot de voorbehouden bedrijfssectoren: Om in aanmerking te komen dient de bedrijvigheid van de onderneming zich te situeren in de be- en verwerkende nijverheid, de bouwnijverheid, de transport op de weg of te water, de arbeidsbemiddeling, de reiniging van gebouwen of de informatica. Voldoende is dat 50% van het personeel in een van bovenvermelde activiteiten actief is of minstens 50% van de omzet in een van die activiteiten wordt gerealiseerd. -tewerkstellingsniveau hebben behouden: Het tewerkstellingniveau van 1997 moet in 1998 minimum behouden blijven. Daartoe wordt het totaal van het aantal arbeidsdagen en de gelijkgestelde dagen aangegeven bij de RSZ, gedeeld door 251 (5-dagenweek) of door 303 (6-dagenweek), van beide jaren met elkaar vergeleken. Indien het aldus bekomen bedrag voor 1998 kleiner is dan dit bekomen voor 1997 is geen tegemoetkoming mogelijk. -vormingsintenties opstellen: De tegemoetkoming wordt toegekend in de mate dat er bijkomende middelen besteed worden voor vorming van personeel ten opzichte van 1998, en dit gedurende een jaar, te rekenen vanaf de datum van definitieve toekenning van de Vlamivorm tegemoetkoming. Indien de onderneming in 1998 echter 1,9% of meer van de totale personeelskosten aan vorming besteed heeft moet ze enkel kunnen
Verantwoordelijke uitgever: Clarie Noël, Diksmuidse Heerweg 47, 8200 Sint Andries
Pagina 1
aantonen dat ze het jaar volgend op de toekenning weer minimum 1,9% van de personeelskosten aan vorming zal besteden. Zowel interne als externe opleiding komen in aanmerking. Worden beschouwd als interne opleidingskosten: -bezoldigingen (bruto en sociale lasten) van het personeel dat instaat voor de opleiding. -de bedrijfskosten zoals uitgaven verbonden aan het onderhoud en afschrijving van lokalen, de uitrusting en het meubilair bestemd voor opleiding, aankoop of aanmaak pedagogische werken. -bezoldiging (bruto en sociale lasten) van de werknemers die de opleiding volgen. -verplaatsing- en verblijfkosten m.b.t. de opleiding. Worden beschouwd als externe opleidingskosten: -de door derden aangerekende kost van de cursus. -de uitsluitend voor de opleiding gebruikte benodigdheden speciaal aangekocht voor de opleiding -bezoldiging (inclusief sociale lasten) van de werknemers die de opleiding volgen. -verplaatsings- en verblijfskosten m.b.t. de opleiding. Wat betreft de vennootschappen ligt de referentieperiode (1998) vast in de sociale balans. Voor de eenmanszaken zal het Ministerie van Vlaamse Gemeenschap m.b.t. het bedrag van de referteperiode (1998) moeten voortgaan op de verklaring van de aanvrager. Controle lijkt ons daar moeilijk. De opleidingsbesteding zal moeten verantwoord worden met verantwoordingsstukken (facturen cursussen, berekening van personeelskosten, kilometervergoeding…) Bij de aanvraag (dus voor 31 mei) dient de onderneming de vormingsintenties voegen. Heeft de onderneming een ondernemingsraad op syndicale afgevaardigde dienen de vormingsintenties goedgekeurd te zijn door deze laatste. Voor deze bedrijven kan de aanvraag met betrekking tot Vlamivorm tot 10 juli 1999 aangevuld worden met de goedgekeurde vormingsintenties. Plafonnering van de premie: De premie wordt beperkt tot: -1° beperking: onroerende voorheffing die in 1999 ten laste van de onderneming wordt ingecohierd of de onroerende voorheffing van de gebouwen die ze huren of leasen. In deze laatste gevallen dient de verhuurder of leasinggever de aanvraag mee te ondertekenen. Zoals bij Vlaminov dient het aanslagbiljet in de onroerende voorheffing te worden nagestuurd binnen de 60 dagen na ontvangst ervan vanwege de fiscus. -2° beperking: aantal behouden arbeidsplaatsen x 25.000 BF voor een KMO (1) en x 10.000 BF voor een grote onderneming, verhoogd met het aantal bijkomende arbeidsplaatsen x 30.000 BF voor een KMO en x 15.000 BF voor een grote onderneming., verhoogd met het aantal gecreëerde arbeidsplaatsen voor laaggeschoolde werklozen x 35.000 BF voor een KMO en x 20.000 BF voor een grote onderneming. -3° beperking: bijkomende vorming: De tegemoetkoming moet worden besteed aan bijkomende vorming (gedurende een jaar te rekenen vanaf de toekenning) t.o.v. het bedrag aan vorming besteed gedurende 1998, tenzij de onderneming in 1998 minimaal 1,9% van de totale loonkosten aan vorming heeft besteed (zie hoger) Ons kantoor staat tot Uw dienst om de aanvraag te doen tot het bekomen van deze toekenning. Gelieve ons te contacteren indien U denkt van deze maatregelen te kunnen genieten. Vooral m.b.t. de 3° beperking dienen wij voort te gaan op Uw informatie. Belangrijk is dat ook vorming m.b.t. softwaregebruik, boekhoudprogramma’s en programma’s zoals Office in aanmerking komen. Eenmaal uw dossier op punt staat kan je nog een dossier indienen om steun te krijgen via de “doelstelling 4 in het kader van het Europees Sociaal Fonds”. De voorwaarden om deze steun te bekomen zijn heel wat strikter dan de voorwaarden van Vlamivorm maar zeker niet onhaalbaar. Vormingsacties die erop gericht zijn de werknemers, die veranderende functies moeten uitvoeren, bij te scholen zodat zij aan deze nieuwe kwalificaties beantwoorden, komen in aanmerking voor deze steun. De steun bedraagt 45/55sten van de Vlamivormsteun.
Verantwoordelijke uitgever: Clarie Noël, Diksmuidse Heerweg 47, 8200 Sint Andries
Pagina 2
Fiches 281.50 - vergoedingen betaald aan de buitenlanders Commissies, makelaarslonen, restorno's, erelonen, vergoedingen of voordelen van alle aard betaald of toegekend aan personen die geen werknemers zijn, zijn slechts als beroepskost aftrekbaar voor zover ze "verantwoord worden door individuele fiches en samenvattende opgaven". In casu betreft het de individuele fiches 281.50 en de samenvattende opgaven 325.50. Belangrijk is wel dat deze fiches alleen moeten opgemaakt worden voor zover die vergoedingen in hoofde van de verkrijgers het karakter hebben van "belastbare beroepsinkomsten" (versus divers inkomen). In de praktijk echter, zal dit meestal het geval zijn en zullen er dus fiches moeten worden opgemaakt. Deze verplichting geldt niet wanneer de genieter van het inkomen onderworpen is aan de Boekhoudwet en krachtens de BTW-wetgeving een factuur moet uitreiken. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat voor de erelonen betaald aan een advocaat steeds een fiche moet opgemaakt worden, ongeacht of de advocaat zijn beroepsactiviteit uitoefent in eigen naam of onder de vorm van een vennootschap (geen factuur). Voor een architect daarentegen, die wel een factuur moet uitreiken, hoeft er slechts een fiche opgemaakt te worden als hij zijn activiteit uitoefent in persoonlijke naam (niet onderworpen aan de Boekhoudwetgeving). Als hij daarentegen werkt onder de vorm van een vennootschap (wel onderworpen aan de Boekhoudwetgeving) moet er geen fiche opgemaakt. Deze fiches moeten opgemaakt worden per kalenderjaar ongeacht wanneer de boekhouding van de uitkerende onderneming afsluit. Tevens moet sinds een aantal jaren ook aangegeven worden of de geboekte commissies, erelonen, e.d. ook werkelijk betaald werden in dat jaar. Dit omwille van het feit dat bepaalde genieters slechts belastbaar zijn op vergoedingen bij effectieve ontvangst ervan (advocaten, notarissen, architecten, e.d. althans voor zover zij optreden als natuurlijk persoon). De bedragen die op de fiches moeten worden vermeld zijn steeds exclusief BTW (uitzondering: voordelen alle aard), ongeacht of de uitkerende onderneming de BTW al dan niet in aftrek kan brengen. Een verzekeringsmakelaar die een ereloon betaalt aan een boekhouder-natuurlijke persoon zal deze vergoeding, inclusief BTW, opnemen in zijn boekhouding als kost, maar moet op de fiche het bedrag exclusief BTW vermelden. Naast de bovenvermelde uitzondering voor het opmaken van fiches (Boekhoudwetgeving – BTW: factuur), stelt de administratie ook dat er geen fiches moeten opgemaakt worden wanneer de vergoeding per genieter en per (kalender)jaar niet hoger is dan 5.000 BEF (excl. BTW). Tevens moeten er geen fiches opgemaakt worden wanneer de vergoedingen worden toegekend aan niet-verblijfhouders t.t.z. buitenlanders voor prestaties geleverd in het buitenland. Maar! Deze laatste uitzondering geldt echter niet en er moeten dus wel fiches opgemaakt worden wanneer de vergoedingen worden toegekend of betaald aan personen (natuurlijke of rechtspersonen) die hun woonplaats of maatschappelijke zetel hebben in een land waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft afgesloten. De lijst van deze landen is de laatste jaren sterk uitgebreid. O.a. behoren tot deze lijst: Australië, Canada, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Japan, Luxemburg, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Groot-Brittannië, Noord -Ierland, De Verenigde Staten, Zweden... Voor inkomsten die als “baten” omschreven worden moet voor iedere niet-inwoner een fiche opgemaakt worden, ongeacht hun woonplaats of maatschappelijke zetel. Het niet opmaken van dergelijke fiches brengt in de personenbelasting met zich mee dat de vergoedingen als beroepskost niet aftrekbaar zijn. In de vennootschapsbelasting blijven de vergoedingen weliswaar aftrekbaar, maar wordt de bijzondere aanslag wegens geheime commissielonen opgelegd, thans 309%. Concreet betekent dit in het laatste geval dat wanneer de vennootschap 100.000 BEF commissie heeft betaald en "vergeet" een fiche 281.50 op te maken, zij hierop 309.000 BEF belastingen zal betalen. De praktijk leert dat in het verleden de administratie bij het niet-opmaken van dergelijke fiches voor vergoedingen toegekend of betaald aan niet-inwoners in een land met een verdrag slechts zelden de voorziene sancties toepaste. In het kader van de "grondige" A.O.I.F.-controles zou men echter wel eens het geweer van schouder kunnen veranderen (en de sancties toch toepassen) of de voorziene sancties als drukkingmiddel gebruiken om andere supplementen te kunnen vestigen.
Verantwoordelijke uitgever: Clarie Noël, Diksmuidse Heerweg 47, 8200 Sint Andries
Pagina 3
EVOLUTIE WETGEVING INKOMSTENBELASTING Tijdens de laatste maanden van haar bestaan heeft de huidige regering niet stil gezeten wat betreft de wetgeving inzake inkomstenbelasting. Vooreerst is er de grondige hervorming inzake procedure die recent door Kamer en Senaat werden goedgekeurd. Een uitgebreide bespreking van deze hervorming zal U kunnen terugvinden in onze volgende nieuwsbrief. Voordien hebben we ook reeds de Wet van 22 december 1998 houdende fiscale en andere bepalingen (B.S. 15 januari 1999). Deze wet is in hoofdzaak een "reparatiewet", wat inhoudt dat die vooral correcties aanbrengt aan de bestaande wetgeving. Sommige van deze "correcties" hebben echter wel een terugwerkende kracht tot en met het aanslagjaar 1992. Daarnaast komt in deze wet ook de verlaging van de registratierechten tot 3% aan bod bij schenking van ondernemingen. Ook zijn er ingrijpende wijzigingen aangebracht aan de "registratie" van de overdracht van een handelsfonds. Deze registratie is nu o.a. vervangen door een meldingsplicht. Naast de reeds doorgevoerde wetswijzigingen doen nogal wat geruchten de ronde over wat de belastingplichtige te wachten staat na de komende parlementsverkiezingen. Nogmaals, het zijn enkel geruchten en veel zal weliswaar afhangen van de samenstelling van de komende regering. Worden o.a. vernoemd: - De verschuldigdheid van roerende voorheffing (25%) bij inkoop eigen aandelen; - De verschuldigdheid van roerende voorheffing (25%) op de uitkering van reserves naar aanleiding van de gehele of gedeeltelijke verdeling van het maatschappelijk vermogen van een vennootschap. Dit betekent o.a. dat bij de liquidatie van een vennootschap op de reserves, die voordien belastingvrij konden uitgekeerd worden, nu 25% roerende voorheffing zou moeten ingehouden worden; - De vrijstelling van meerwaarden op aandelen, verwezenlijkt door vennootschappen, afhankelijk maken van een minimumparticipatie.Wanneer een vennootschap vandaag bijvoorbeeld Tractebel aandelen koopt en ze later met winst verkoopt, is deze winst op vandaag belastingvrij. In de toekomst zou dit echter nog slechts het geval zijn wanneer de participatie een bepaalde drempel overschrijdt (5% van het kapitaal van Tractebel of 50 miljoen aanschaffingswaarde ???); - Belastbaarheid van de meerwaarde op aandelen verwezenlijkt door private personen naar aanleiding van de inbreng of verkoop van deze aandelen aan een (buitenlandse?) vennootschap (belastbaarheid als divers inkomen (16,5%) ???).
DE GROEPSVERZEKERING – ONBEKEND IS ONBEMIND Veel ondernemers (KMO’s) zijn hun leven lang actief in dienst van hun eigen vennootschap. Gedurende hun loopbaan wordt hard gewerkt en wordt het familiekapitaal belegd in de vennootschap (opstapeling van reserves). Wie het geluk heeft in zijn eigen familie opvolgers te hebben, wordt op het einde van zijn loopbaan, geconfronteerd met de overdracht van de handelszaak. Het is niet altijd evident om aan je eigen kinderen een vergoeding te vragen voor de overdracht van de aandelen van de vennootschap. Meestal beschikken de kinderen niet over de nodige fondsen. Bankleningen in hoofde van de overnemende kinderen zijn meestal niet haalbaar. De overdrager (bvb vader) valt na de stopzetting terug op een karig pensioen, het familiekapitaal blijft belegd in de handelszaak. Een dergelijke situatie kan sterk verbeterd worden met het aangaan van een groepsverzekeringscontract. De groepsverzekering is een levensverzekeringscontract die zich onder meer richt tot bestuurders, vennotenzaakvoerders en werkende vennoten. Het contract voorziet in een extralegale pensioenvoorziening gefinancierd door de onderneming. De onderneming fungeert daarbij als verzekeringsnemer (lees: betaalt de premies), de bedrijfsleider is de verzekerde en de begunstigde. De door de vennootschap betaalde premies zijn fiscaal aftrekbaar in verhouding tot het uitgekeerd loon van de bedrijfsleider. Die verhouding wordt gedefinieerd in de zogenaamde “80 % regel”. Alle premies die door de vennootschap werden gestort zijn definitief verworven door de begunstigde (ook in geval van faling van de onderneming). Bij de uitbetaling van het pensioenkapitaal (ten vroegste op 60 jaar) wordt de verschuldigde belasting van circa 17 % door de maatschappij afgehouden. Het resultaat van een dergelijk groepsverzekeringscontract is dat onze bedrijfsleider nu met een volwaardig pensioenkapitaal van zijn oude dag kan genieten. Verdere informatie kunt u steeds via ons kantoor verkrijgen.
Verantwoordelijke uitgever: Clarie Noël, Diksmuidse Heerweg 47, 8200 Sint Andries
Pagina 4
Verantwoordelijke uitgever: Clarie Noël, Diksmuidse Heerweg 47, 8200 Sint Andries
Pagina 5