Factsheets & notities Monitoring Pilotprojecten 2008 Bijlage bij hoofdrapport
Uitgevoerd in opdracht van: Platform Agrologistiek. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Den Haag, december 2008
Buck Consultants International
1
Inhoudsopgave Blz.
Hoofdstuk 1 Introductie Factsheets 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12 1.13 1.14
Bedrijvencluster Zuid-Groningen Zuivelpark Hoogeveen (DOC Kaas) Flora-Holland Eelde Eiwitcorridor A1 Agriport A7 Gezinsbedrijf plus Greenport Venlo/ Klavertje vier Kuijpers Kip Nieuw Gemengd Bedrijf Groene Hoed/ Mijnboer UnitNet ACT, Amsterdam Connecting Trade Florilog Greenport Betuwse Bloem
Buck Consultants International
3 5 7 9 11 13 15 17 20 23 26 28 30 33 36
2
Hoofdstuk 1
Introductie Factsheets
In de factsheets is naast een beschrijving van de huidige situatie deels gebruik gemaakt van beschikbare gegevens van het monitoringstraject dat heeft plaatsgevonden in 2006. De factsheets bestaan uit factsheets aangevuld met projectinformatie en notities op basis van de gesprekken met projectleiders. Tabel 1.1
Korte projectomschrijving
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
13 14
Projectnaam Bedrijvencluster Zuid Groningen Zuivelpark Hoogeveen
Korte beschrijving project gericht op ontwikkeling van een industrieel ecosysteem waarin bedrijven gebruik maken van elkaars reststromen. clustering van verschillende stappen uit de productieketen op 1 locatie. Flora Holland Eelde optimalisatie van aan- en afvoer van florastromen rondom het complex in Eelde. Eiwitcorridor A1 koepelproject gericht op optimalisatie van eiwitketens rond de A1. Agriport A7 clustering van groenteketen in de Wieringermeer. Gezinsbedrijf plus clustering van 6 varkensbedrijven op 1 locatie in Overijssel. Greenport Venlo/ Klaver- ruimtelijke ontwikkeling van agro-activiteiten op vier verbonden terreitje vier nen in Venlo. Kuijpers Kip clustering van schakels uit de pluimveeketen op 1 locatie. Nieuw Gemengd bedrijf opzet van een cluster van verschillende agrobedrijven die middels een kringloop van stofstromen met elkaar verbonden zijn. Groene Hoed/Mijnboer project gericht op het opzetten van een korte regionale voedselketen waarin regionale agroproducten “direct van het land de keuken/winkel in gaan”. UnitNet Initiatief gericht op samenwerking tussen modaliteiten, specifiek gericht op de distributie van fruitproducten op het traject van Spanje naar Nederland en verder. Amsterdam Connecting ACT is een gebiedsvisie met daaraan gekoppeld een uitvoeringsorgaTrade nisatie gericht op het verbeteren van de efficiëntie in en van de multimodale logistieke knoop in de Schipholregio waarbij een koppeling gelegd wordt met Greenports (o.a. Aalsmeer) Florilog Florilog is een programma gericht op het verbeteren van sierteeltlogistiek door o.a. bevorderen van transparantie, standaardisering en verbeteren van infrastructuur en systemen bij verschillende ketenpartijen. Greenport Betuwse Ondernemersplatform en een kernteam die voor vijf tuinbouwclusters Bloem projecten en samenwerking in regio Betuwe/ Arnhem faciliteren op verschillende schaalniveaus met daarbij specifieke aandacht voor agrologistiek, energie, scholing.
Buck Consultants International
3
Figuur 1.1
Pilotprojecten in kaart
Landelijk/Europees Florilog UnitNet Pilot
Flora Holland Eelde Bedrijvencluster Zuid-Groningen Agriport A7
Zuivelpark Hoogeveen
Groene Hoed/Mijn Boer Amsterdam Connecting Trade
Gezinsbedrijven plus Eiwit corridor A1
Betuwse Bloem
Greenport Venlo/ Klavertje Vier
Buck Consultants International
Kuijpers Kip Nieuw gemengd bedrijf
4
1.1 Bedrijvencluster Zuid-Groningen Omschrijving, Wat is de essentie van het project? Op het Bedrijvencluster Zuid-Groningen is Ten Kate gevestigd, een bedrijf dat slachtbijproducten van de varkenshouderij met een hoog vetgehalte verwerkt tot ingrediënten voor bijvoorbeeld de veevoeder industrie. Ten Kate heeft zich met andere bedrijven uit de keten gevestigd op bedrijventerrein Zuid-Groningen. Daarnaast zijn de bedrijven een samenwerking aangegaan met Avebe en tussen de verschillende bedrijven is er een complexe uitwisseling van stofstromen. Door uitwisseling van product, energie en warmte op één bedrijventerrein worden aanzienlijke besparingen gerealiseerd tijdens het productieproces en op transport. Deelnemende Partijen en projecttrekker • Ten Kate (producent van hoogwaardige dierlijke vetten, vetspecialiteiten en vleeseiwitten). • Avebe (Dobbestroom warmtekrachtcentrale). • Gelita Nederland BV (gelatineproducent). • Applied Food Biotechnology. Oude keten versus nieuwe keten Oude Keten
1 Clusteren/ synergie tussen verschillende bedrijven op een bedrijventerrein 2 Verbinden (verticale ketenintegratie) 3 Regionale ontwikkeling
Nieuwe Keten
Vocht Afnemers vetten
Energie Stoom Afnemers vetten
Varkenshouder
Slachterij
Verwerker Dierlijke vetten
Energie Stoom
Gelatineproducent
Vocht
Varkenshouder
Slachterij
Verwerker Dierlijke vetten
Gelatineproducent Avebe Dobbestroom
Bedrijvenpark Zuid-Groningen
Kwalitatieve effecten Het bedrijvencluster levert onder meer de volgende voordelen op: • Besparing door producten op procestemperatuur uit te wisselen. • Transport besparing doordat verwerker van gelatine bij de productielocatie is gevestigd waardoor gedurende de productieprocessen geen vervoer noodzakelijk is en er alleen eindproduct vervoerd moet worden. • Brandstof besparing door gebruik van stoom en energie van de nabij gelegen Dobbestroom/Avebe. • Verbetering van kwaliteit door kortere doorlooptijd en minder temperatuurschommelingen tijdens het productieproces. Kwantitatieve effecten: Besparing van 300.000 liter brandstof. Dit zou ongeveer overeenkomen met 1.2 miljoen ritkilometers bij een gemiddeld verbruik van 1 op 4. (bron Ten Kate) Besparing per ton verwerkte grondstof op elektriciteitsgebruik van 35%, stoomgebruik van 52% en C02 gebruik van 55%. C02 jaarlijkse besparing op transport van 780 ton. Bij omrekening van 1.2 m ritkilometer komt men uit op een kostenbesparing van +- 1.2 miljoen euro. Agenda/ Fasering Het project is afgerond. Idee x
Plan x
Organisatie x
Business Plan x
Pilot
Effecten x
-
Opschaling x
Brede Implementatie -
Toekomstige Plannen Geen specifieke plannen. Bio-energiecentrale heeft naar verwachting te hoge kosten Contactgegevens Gerard van Eerden Ten Kate Holding BV Sluisstraat 56 9580 AA Musselkanaal 0599-412605
[email protected]
Buck Consultants International
5
Opmerkingen Adviseur Algemeen In feite was het project bedrijvencluster Zuid-Groningen al in 2006 afgerond. Een mogelijke investering voor een bio-energiecentrale is door te hoge kosten stilgelegd. Op dit moment is men vooral actief met het uitbreiden van productie en producten. ( bijvoorbeeld geur en smaakstoffen en productie-uitbreiding), varkensolie. Men produceert/verwerkt varkensolie (1 Jan 2009) zoals gepland. Het project is positief ervaren. Voor afnemers speelt het geen rol qua prijzen maar het schept vertrouwen bij klanten etc. De samenwerking op de cluster is goed maar bij de onderhandelingen met naastliggende bedrijven rondom uitwisseling van energie, warmt etc. staat bedrijfsbelang voorop. Het project toont aan dat economie en duurzaamheid samen gaan. Dat je geld kan verdienen met iets dat duurzaam is. Er zijn geen specifieke knelpunten of obstakels te benoemen. Niet echt bekend met obstakels bij de bouw en vergunningen. Gemeente staat welwillend tegenover ontwikkelingen. Als de wil er is komt men er wel uit. Verder heeft men weinig contact met het platform of specifieke ideeën om op korte termijn te pakken.
Buck Consultants International
6
1.2 Zuivelpark Hoogeveen (DOC Kaas) Omschrijving, Wat is de essentie van het project? Coöperatie DOC kaas is een zuivelcoöperatie in Hoogeveen die zich sterk richt op export van kaas. Naast kaas wordt met ultrafiltratietechnieken de wei (restproduct) verwerkt tot onder andere eiwitconcentraat voor o.a. sportdranken en permeaatpoeder. Het project Zuivelpark Hoogeveen is gericht op het ontwikkelen van een zuivelpark in Hoogeveen waar verschillende bedrijfsonderdelen van DOC kaas samengevoegd worden op één geheel nieuwe productie locatie. Door combineren van activiteiten op één locatie en het toepassen van nieuwe productieprocessen wordt het productieproces duurzamer. Daarnaast worden nieuwe activiteiten ontwikkeld en zullen op het zuivelpark meerdere bedrijven aangetrokken worden. Deelnemende Partijen en projecttrekker • Projecttrekker is de coöperatie DOC kaas • Daarnaast is de investering in DV Nutrition een investering met VOLAC international. • Betrokken partijen zijn: Gemeente, Subsidieverstrekkers, Volac
1 2 3
Clusteren Verbinden (verticale ketenintegratie) Regionale ontwikkeling
Oude keten versus nieuwe keten Oude Keten
Nieuwe Keten
Zuivelpark
Toekomst
Energie & Water
Verwerking weipoeder DV Nutrition Warmtekrachtcentrale
DOCKaas
Rijpingspakhuis Waterrecycling
Melkveehouders
DOCKaas1
Snijderij Verpakking
Verwerking weipoeder
DOCKaas2 Rijpingspakhuis
Snijderij
Kwalitatieve effecten Met het zuivelpark worden de volgende voordelen behaald: • Het verhogen van de productie • Verminderde kosten per product door schaalvergroting en clustering bedrijfsonderdelen. • Verbetering van kwaliteit door vernieuwing en stroomlijnen van de keten. • Duurzaam productieproces met verminderde belasting op het milieu (waterhuishouding, energie etc.). • Transportbesparing. • Parkmanagement, aantrekken van gerelateerde bedrijven. Verbreding in de keten naar activiteiten die grotendeels door derden worden uitgevoerd zoals rijpen en snijden van kaas. Kwantitatieve effecten: Het zuivelpark is ontwikkeld in Hoogeveen op een terrein van 18 hectare. Met meer dan 1000 aangesloten leden heeft de coöperatie een bereik van heel Nederland en een deel van Duitsland. Agenda/ Fasering Het project is afgerond. Wel zal het bedrijventerrein ( zuivelpark) zich naar verwachting verder ontwikkelen en zal de volledige verhuizing naar de nieuwe locatie komende jaren worden afgerond. Idee x
Plan x
Organisatie x
Business Plan x
Pilot -
Effecten x
Opschaling x
Brede Implementatie -
Toekomstige Plannen • Continueren verplaatsen activiteiten naar nieuwe locatie • Uitbreiden nieuwe activiteiten (folieverpakking) • Verkennende fase biogasinstallatie Contactgegevens Jannes Oosterveld DOC Kaas Alteveerstraat 70 7907 AB Hoogeveen 0528-280440
[email protected] www.dockaas.nl
Buck Consultants International
7
Opmerkingen Adviseur Algemeen In 2006 is een pakhuis in gebruik genomen voor natuurgerijpte kaas. Met de projecten heeft DOC kaas haar capaciteit voor productie en rijping fors uitgebreid. In 2007 is ook een foliepakhuis in gebruik genomen. Hierdoor heeft DOC kaas een vestiging elders kunnen sluiten. De transporten over de weg vinden nu intern plaats wat een aanzienlijke transportbesparing oplevert. Ongeveer 60 tot 70% van de productie vindt nu plaats in de nieuwe fabriek op het zuivelpark en 30% op een oude locatie. Terugkijkend op de ontwikkeling is het bedrijf veel sterker geworden. De omzet is gegroeid en men heeft zowel door schaalvergroting (volume), nieuwe activiteiten en efficiency maatregelen het bedrijf versterkt. Een volgende stap is een nieuwe kaaslijn. Zowel voor leden van de coöperatie als afnemers zijn enthousiast over het project. Het nieuwe zuivelpark straalt toekomstbestendigheid van het bedrijf en daarmee vertrouwen uit naar leden en afnemers. “men heeft aan DOC kaas een betrouwbare toekomstgerichte partner”. Met het park heeft schaalvergroting gerealiseerd, ketenintegratie en besparingen. DOC kaas klimt op in toegevoegde waarde met kaas en wei producten voor bijvoorbeeld sportdranken. Daarnaast is er in tegenstelling tot de oude locaties veel uitbreidingsruimte op de locatie en zijn er goede verbindingen naar bijvoorbeeld Duitsland. De nieuwe locatie is veel meer gemechaniseerd dan de oude locatie waardoor er veel minder handwerk plaats vindt. Dit is wennen voor werknemers maar met goede begeleiding en sturing staat men er positief tegenover. Het project levert nu veel energiebesparing en waterbesparing op in het proces waardoor het bedrijf ook een stuk duurzamer is geworden. Ook dit draagt bij aan de toekomstbestendigheid van het bedrijf. Afnemers zien deze toekomstbestendigheid ook. Enkele klanten hebben zich gevestigd op steenworp afstand van DOC kaas. Het is niet te zeggen dat dit komt door de nieuwe locatie maar dit kan zeker een bijdrage geleverd hebben. De goede locatie en de verbinding (A37) naar Duitsland zal daar ook een rol in spelen In november vindt er een verhuizing plaats van een aantal corporatieactiviteiten naar de nieuwe vestiging. In de omgeving is men in een verkennende fase voor een biogasinstallatie/WKK. Rol Platform agrologistiek Met subsidieverstrekkers en vergunningverlening heeft men slechte ervaring. Dit is een zeer bureaucratisch en juridisch proces. Zo moet na 7 jaar de bestemmingsplannen nog steeds definitief aangepast worden. Ook zijn eerder toegezegde subsidies voor agrologistieke projecten niet (volledig) nagekomen (bijvoorbeeld Co2 besparing en investeringssubsidies) of conflicteerden deze. Hier zou het platform wel een rol in kunnen spelen. Kansen voor opschaling of kopiëren van project De opschaling van dit project ligt hem in het aantrekken van bedrijven op het zuivelpark en het ontwikkelen van nieuwe activiteiten (bijvoorbeeld verpakking). Het kopiëren van het concept vergt een aanzienlijke investering en is een strategische beslissing die enkel te kopiëren is wanneer het bij vergelijkbare bedrijven noodzakelijk is en past binnen de bedrijfsstrategie. Ondernemen Dit project is geleid vanuit de coöperatie DOC kaas. Er is dan ook geen sprake van individueel ondernemerschap. Knelpunten De uitvoering van het project heeft geen onverwachte knelpunten opgeleverd. De bestemmingsplanprocedure duurt wel zeer lang en met subsidieregelingen heeft men slechte ervaringen (langdurig proces, papierwerk).
Buck Consultants International
8
1.3 Flora-Holland Eelde Omschrijving, Wat is de essentie van het project? Kwekers en telers van sierteeltproducten zetten hun producten af via meerdere marktkanalen om risico te spreiden en om specifieke markten te bedienen. Zo leveren veel telers in de noordelijke provincies aan veilingen in het westen van Nederland. Dit zorgt voor een onbalans in geconditioneerde ladingstromen tussen Noord-Nederland en West-Nederland. In het project Flora Holland Eelde is onderzocht op welke manier de sierteeltlogistiek van, naar, en binnen Noord-Nederland efficiënter plaats kan vinden. Het project is een initiatief vanuit Flora Holland Eelde (een coöperatieve bloemenveiling) om transport van en naar de regio te verbeteren. Binnen het project is een pilot gestart om sierteelt te bundelen richting west Nederland. Deelnemende Partijen en projecttrekker • Flora Holland Eelde • Agrologistiek Productions (Dhr. Broens) • Telers en logistiek dienstverleners in Noord Nederland • A&F, TNO, Deloitte, Has Kennistransfer Oude keten versus nieuwe keten Oude Keten
Handelaar
2 3
Clusteren/ synergie tussen verschillende bedrijven op een bedrijventerrein Verbinden (verticale ketenintegratie) Regionale ontwikkeling
Nieuwe Keten
Veiling Eelde Veiling westen
1
Veiling westen
Handelaar
Export
Export
Kwekers Kwekers
Kwalitatieve effecten Kwantitatieve effecten: Bij opschaling van samenwerking van 50 hectare in Groningen/Drenthe is er een potentiële besparing van 1,3 miljoen km, 868 ton C02 7142 bewegingen en € 1,3 miljoen besparing op transportkosten Agenda/ Fasering Het project is afgerond. Idee x
Plan x
Organisatie x
Business Plan x
Pilot x
Effecten x
Opschaling -
Brede Implementatie -
Toekomstige Plannen De pilot is afgerond. Voor opschaling is op dit moment te weinig draagvlak doordat prioriteiten van kwekers nu niet bij samenwerkingsprojecten liggen en omdat er binnen de sector al integratie plaats vindt van teeltstromen. Contactgegevens Cees Hoekstra, Flora Holland Eelde Burg. J.G. Legroweg 80 9761 TD Eelde 050-3097205
[email protected] www.agribusinesspark.nl
Buck Consultants International
9
Opmerkingen Adviseur Algemeen In 2006 was net een pilot gestart. Deze heeft een korte periode geduurd en van opschaling is nu geen sprake door verschillende oorzaken. Allereerst is 2008 is een lastig jaar voor kwekers. Men werkt minder collectief samen. Een bijdrage aan collectieve projecten is niet meer zo vanzelfsprekend. Prioriteiten liggen nu bij eigen bedrijf en niet bij nieuwe projecten. Verder vindt op dit moment in de sector integratie plaats (o.a. fusie Aalsmeer en Flora-Holland) Dit zorgt voor meer samenhang in de logistiek, fuststromen en retourstromen. Vanuit de markt vindt er ook steeds meer verbeteringen plaats. Voorbeeld RFID. Op dit moment zijn er geen nieuwe agrologistieke projecten binnen Flora-Holland Eelde of een bepaalde rol voor het platform.
Buck Consultants International
10
1.4 Eiwitcorridor A1 Omschrijving, Wat is de essentie van het project? Eiwitcorridor-A1 is een continu overkoepelend platform waarin verschillende projecten worden ontwikkeld en uitgevoerd rondom verschillende eiwitketens in Gelderland en Overijssel. Binnen het platform worden ideeën gevormd en ontwikkeld tot projecten waarbij het netwerk en de partners ondersteuning bieden in onder andere projectbegeleiding, financiering, kennisontwikkeling en juridische/vergunningtechnische ondersteuning. Belangrijke deelprojecten zijn: • Ruraal park Twente: clustering verschillende schakels uit de keten op 1 locatie. • Gezinsbedrijf +: clustering van 4-6 verschillende varkensbedrijven. • Mengvoederproject: transportbesparing door samenwerking mengvoederbedrijven. • Valorisatie slachtbijproducten: vergisting van slachtbijproducten voor de winning van energie. • Keratine: onderzoek naar gebruik van Keratine als bioplastic. • Vleeskalveren project: benutten van mogelijkheden binnen het hoogwaardige vleeskalveren cluster in de Veluwe-regio. • Dutch Poultry Centre: ontwikkeling van concepten voor het pluimvee cluster rondom Barneveld op gebied van marketing, verpakking en logistiek. • Vito Mega project: project rondom een nieuwe specialistisch varkenshouderij concept dat gericht is op productie en het vermarkten van hoogwaardig varkensvlees met speciale vetzuurketens Deelnemende Partijen en projecttrekker • Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland (Oost NV). • Kennisinstellingen als Wageningen Universiteit en Researchcentrum, Universiteit Twente, TNO. • Bedrijven uit de ketens (veehouders, mengvoederproducenten, slachterijen, vleesverwerkers etc.) • Brancheorganisaties (bijvoorbeeld LTO). • Overheden (Provincie Overijssel, Provincie Gelderland, Gemeenten). • Intermediairs zoals consultants en ingenieursbureaus bijvoorbeeld Arcadis, BCI. Oude keten versus nieuwe keten Oude Keten
3
4 5
Paraplu van projecten Horizontal en verticale samenwerking Clusteren/ synergie tussen verschillende bedrijven op een bedrijventerrein Regionale ontwikkeling Technische innovatie
Nieuwe Keten Bio Energie Centrale
Energieproducent
Mest
Verwerker Mest slachtafval
Energie
slachtafval
Verwerker slachtafval
Energie Mest
Vee
Vee
Veehouder
1 2
Slachterij
Veehouder
Groothandel
Vlees
Vlees
Vlees
Vlees
Slachterij
Groothandel
Supermarkt
Supermarkt
Kwalitatieve effecten Kwantitatieve effecten: Agenda/ Fasering Doorlopende deelprojecten, projectbegeleiding zal wellicht worden geoutsourced Idee Plan Organisatie Business Plan Pilot x x X x x
Effecten x
Opschaling x
Brede Implementatie -
Toekomstige Plannen Diverse projecten waaronder: Productontwikkeling en innovaties met Dutch Poultry Centre Contactgegevens Jans Hoekman Ontwikkelings Maatschappij Oost Nederland BV Keulenstraat 11a, 7418 ET Deventer 053-4849649
[email protected] www.oostnv.nl
Buck Consultants International
11
Opmerkingen Adviseur Algemeen A1 eiwitcorridor heeft haar aandacht geconcentreerd op huidige projecten. Ook personele bezetting en mogelijkheden hebben geleid tot minder nieuwe initiatieven. Juist nieuwe initiatieven vergen extra menskracht. Vanuit aandeelhouders van ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland is het takenpakket veranderd waardoor er minder ruimte is voor dit type project. Project zal waarschijnlijk worden geoutsourced. Deelprojecten leiden tot innovaties Voortgang bestaande Projecten: A Ruraal park loopt in samenwerking met Groene Hoed/Mijnboer. B Valorisatie slachtbijproducten: Deze pilot loopt goed maar omgeving klaagt onder andere over geuroverlast. C Het Keratine project: Dit onderzoek loopt. D Mengvoedertranspor:t Samenwerking mengvoederbedrijven is niet van start gegaan. E Vleeskalvercluster: De samenwerking loopt moeizaam door een aantal factoren: prioriteit, risicomijdende partijen. Minder gericht op innovatie, gebrek aan interesse voor samenwerking van andere partijen. F Vito mega project: Loopt en wordt verkocht aan keurslagers, moeilijk om gezondheid te claimen van deze producten.Je ziet dat grote merken daar ook moeite mee hebben. Nieuwe projecten: Pluimvee organisatie. Dutch Poultry Center heft zich heel goed ontwikkeld. Het is nu een landelijke organisatie met veel deelnemers en enthousiasme. Binnen het programma vindt veel innovatie plaat zoals de ontwikkeling van een biologische kipnugget en overige baanbrekende vertrouwelijke innovaties. Er is een succesvol beurs bezoek georganiseerd naar Moskou. Er vindt kennisuitwisseling plaats van het Dutch met andere sectoren, export georiënteerd. Men heeft een marktcafé elke maand. Er zijn ook enkele geheel nieuwe initiatieven gestrand, zo is er een plan geïnitieerd rondom de vraag: Hoe kan je veeteelt inpassen in landelijk gebied? Ook met oog op negatieve effecten als stank, stikstof en emissie eisen. Men had een interessant plan en het idee om een programma te starten “Boer zoekt Stal” en was ver met samenwerking met o.a. provincie. Uiteindelijk is dit stuk gelopen. Deels ook omdat het onderwerp gevoelig was. Project Gezinsbedrijven Plus van Johan Pegge geeft aan dat bestemmingsplannen samenhangen met agrologistiek. De status van de LOG’s zijn in praktijk niet of nauwelijks anders dan die van een niet LOG. Belangrijk voor succes is • Projectmatige ondersteuning. • Goede partijen (bijvoorbeeld in Dutch Poultry Centre zijn veel toeleveranciers en verwerkers actief die echt ook gericht zijn op innovatie). • Financiering en voldoende marges (partijen die het moeilijk hebben staan soms minder open voor nieuwe ideeën). • Dierenwelzijn in projecten. Van het platform agrologistiek is beperkt gebruik gemaakt. Suggesties: 1 Suggestie vanuit ervaring om een andere modaliteit te stimuleren namelijk breedband. 2 Ze hebben zelf ervaring met het project “Fiber to the farm”, nodigt Platform Agrologistiek van harte uit en zou ook wel iets zien in landelijke opschaling. 3 Concrete ondersteuning voor agro industriegebieden rondom Poultry Centre Barneveld. Er is weerstand tegen vee op agro-industrieterreinen. Dit zou bestemmingsplantechnisch en juridisch ondersteund kunnen worden.
Buck Consultants International
12
1.5 Agriport A7 Omschrijving, Wat is de essentie van het project? Het project Agriport-A7 is ontstaan vanuit de strategie van Hiemstra BV, een teelt, opslag en overslagbedrijf van vollegrondsgroente om meerdere vestigingen van het Hiemstra BV te verplaatsen naar één nieuwe locatie, centraal gelegen aan de A7. Na de vestiging van Hiemstra BV is men gestart met de ontwikkeling van een nieuw glastuinbouwgebied dat zou voldoen aan de vraag naar grootschalige glastuinbouw in Noord-Holland.
1 2 3 4 5
regionale ontwikkeling innovatie schaalvergroting horizontale en verticale ketenintegratie duurzame teelt
De ontwikkeling van het gebied is gericht op meerdere stappen in de agroketen, waaronder grootschalige glastuinbouw, verwerking en tevens distributie van agroproducten. Vooral glastuinbouwbedrijven van groente profiteren optimaal van de unieke schaalgrootte en kunnen hierdoor beter concurreren. Agriport-A7 is een samenwerking aangegaan met Veiling Zon om zo producten van Agriport-A7 en het nabij gelegen glastuinbouwgebied het Grootslag gebundeld te vervoeren naar Veiling Zon (Venlo). De locatie heeft een aantal voordelen voor glastuinbouw: • Gunstige locatie voor tuinbouw door het “extreme” zeeklimaat als gevolg van invloed van Waddenzee, Noordzee en IJsselmeer. Juist een vlak klimaat is gunstig voor de glastuinbouw i.p.v. hete zomers koude winters. • Hoge lichtopbrengst (+8%) • Aanbod van grootschalige percelen (>50 ha) • Goed arbeidsaanbod • Welwillende (regionale) overheid Deelnemende Partijen en projecttrekker • Projecttrekker was oorspronkelijk Hiemstra BV (telen en vermarkten van vollegrondsgroente, logistiek dienstverlener) • Projectleiding ligt nu bij Agriport-A7 • Betrokken partijen zijn Provincie Noord-Holland, Gemeenten, Glaskwekers • Grontmij • Veiling Zon • Glastuinbouwgebied Het Grootslag • Toeleveranciers Oude keten versus nieuwe keten Oude Keten
Nieuwe Keten Agriport A7
Groentesnijderij
Groentesnijderij
Hiemstra BV
Voedingstuinbouw
Groothandel
Supermarkten
Voedingstuinbouw
Verpakking, Opslag En Transport
Supermarkten
Kwalitatieve effecten Uitstraling naar sector Kwantitatieve effecten: Het bedrijf Hiemstra BV realiseert een besparing op transport van 10 tot 15%, 256.815 ritkilometer en Besparing 222 ton C02 Agriport-A7 als geheel heeft een aanzienlijk economisch effect, realiseert werkgelegenheid. Tevens vindt aanzienlijke energiebesparing plaats door schaalvergroting, nieuwe kassen en warmtepompen Transportbesparing vindt plaats door clustering. Wel is de afstand tot afzetmarkten iets groter dan in het Westland. Agenda/ Fasering Doorlopende deelprojecten, projectbegeleiding zal wellicht worden geoutsourced Idee Plan Organisatie Business Plan Pilot Effecten Opschaling Brede x x x x x x x Implementatie Toekomstige Plannen Fase 2
Buck Consultants International
13
Contactgegevens Anton Hiemstra, Jack Kranenburg Agriport-A7 BV Koggenrandweg 8F 1775 RG Middenmeer T +31 227 656 184
[email protected] www.agriporta7.nl
Opmerkingen Adviseur Algemeen De factsheet rondom agriport a7 is gebaseerd op deskresearch en het monitoringsverslag van 2006. De projectleider was niet beschikbaar voor aanvullende informatie. In november 2008 is het plangebied van Agriport-a7 rondom Middenmeer geopend. In zomer van 2008 zijn de eerste bedrijven volledig in gebruik genomen. Agriport-A7 zal naar verwachting 3880 directe en 1000 indirecte banen opleveren. Fase 2 Fase 2 is van start gegaan waarbij in de Wieringermeer enkele honderden hectare nieuwe grond wordt uitgegeven.
Buck Consultants International
14
1.6 Gezinsbedrijf plus Omschrijving, Wat is de essentie van het project? De Stichting Gezinsbedrijf Plus, een samenwerkingsverband van For Farmers, LTO noord, Vion en Rabobank is een project gestart om vier tot zes gezinsbedrijven in de varkenshouderij te clusteren op één locatie. Hiermee worden zes bedrijven van 2500 vleesvarkenplaatsen geclusterd op één locatie met 15.000 vleesvarkenplaatsen. Door vestiging van meerdere bedrijven op één terrein worden besparingen gerealiseerd op gebied van transport, energie, investering in werktuigen en arbeid.
1 2
3
Varkenscluster Clusteren/ synergie tussen verschillende bedrijven op een bedrijventerrein Regionale ontwikkeling
Het project levert daarmee een bijdrage aan de concurrentiekracht en continuïteit van de varkenshouderij in de regio. Het heeft tevens een positief effect op toeleverende bedrijven (mengvoeder, slachterij) in de regio. Naast clustering van gezinsbedrijven is men actief om een vergistinginstallatie te ontwikkelen voor verwerking van de mest ter plekke. Met de vergistinginstallatie worden kosten, energie en transportbesparingen gerealiseerd. Het project wordt ontwikkeld in Hof van Twente, op korte afstand van de veevoederproducent For Farmers en van een slachterij van Vion. Deelnemende Partijen en projecttrekker • De Stichting Gezinsbedijf Plus, een samenwerkingsverband van For Farmers, LTO noord, Vion en Rabobank. • Varkenshouders in de regio. • Provincie Overijssel en gemeente Hof van Twente. • Het platform Eiwitcorridor-A1 en ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland. Oude keten versus nieuwe keten Oude Keten
Nieuwe Keten
Mengvoeder
Mengvoeder
Slachterij
Supermarkt (DC)
Varkenshouderij
Varkenshouderij
Slachterij
Supermarkt (DC)
Vereenvoudigde keten: (T)opfok is niet meegenomen.
Vereenvoudigde keten: (T)opfok is niet meegenomen.
Kwalitatieve effecten Uitstraling naar sector Kwantitatieve effecten: Het project leidt tot een besparking van 76.733 ritkilometer op jaarbasis of 1.950.188 tonkilometer besparing. Dit komt overeen met 60% besparing op tonkilometer en 58% op ritkilometer. Het levert een besparing op van 1334 ritten of 14%. Naast transportbesparing zijn er bedrijfseconomische effecten. Door gezamenlijke inkoop van machines en meerdere bedrijven op een enkele locatie is personeel professioneel en flexibel in te zetten. Agenda/ Fasering De bouw zal naar verwachting komend jaar van start gaan. Idee Plan Organisatie Business Plan x x x x
Pilot -
Effecten -
Opschaling -
Brede Implementatie -
Toekomstige Plannen In eerste instantie wordt dit project gerealiseerd. Contactgegevens Johan Pegge Stichting Gezinsbedrijf Plus Knibbeldijk 6 7245 NG Laren 0573-256292
[email protected]
Buck Consultants International
15
Opmerking Adviseur Algemeen Qua kenmerken is het nog steeds een zelfde ontwerp( 350 zeugen gesloten systeem).Wel is door de architect een kenmerkende constructie ontworpen met de middelen die beschikbaar zijn. Afgelopen juni was een belangrijk moment in de raad. Deze laatste stap van de inrichtingsplannen Men is verdergegaan met het inrichtingsplan. • Met de voorwaarden van gemeente. • Architect. • Welstand, gemeente en initiatiefnemers. In juni in raad Inrichtingsplan met architectonische uitgangspunten( groen, water etc.) Nu is men in de fase van het in beeld brengen van bestemmingsplannen. Vervolgens volgt de MER en een bestemmingsplanwijziging. Terugkijkend had men in eerste instantie verwacht dat het sneller zou gaan. Door ruimte van politiek is het een jaar opgeschoven. Dit had wel consequenties omdat o.a. de deadlines rondom varkensrechten en aankoop grond afliepen. Gelukkig zijn deze verlengd. In de omgeving was er veel weerstand tegen het project. Met directe omgeving is wel een goed contact. Er is onder meer een actiecomité van boeren en burgers in de buurt (straal van 3 km) Het politieke proces was wel spannend en deze weerstand heeft er mede voor gezorgd dat het langer duurde. In de sector is men argwanend en heeft men geen correct beeld van alle aspecten. Het imago zou iets anders moeten. Zo denkt men dat het een gezamenlijke exploitatie is terwijl het gewoon 5 heel onafhankelijke bedrijven/ondernemingen worden. Op gebied van mineralenbalans zal wel samengewerkt worden. Reactie omgeving De aanpak van het project is uniek. Zo werkt de overheid mee aan het zoeken van een geschikte locatie in plaats van enkel het wel/niet goedkeuren van plannen. Hierdoor is veel beter en opener een geschikte locatie te vinden. In praktijk kopen veel partijen nu grond, dienen een aanvraag in (niet openlijk) en vervolgens starten ze een bedrijf. Door samenwerking is veel beter een geschikte locatie te vinden en dit project zou als voorbeeld kunnen dienen. Op dit moment heeft LNV niet een zeer heldere positie ingenomen rondom milieu/ruimte en grootschalige intensieve veehouderij. Plaatsen voor intensieve veehouderij worden nu gezocht o.a. met DLG. Om weerstand te voorkomen zouden geschikte plekken gezocht kunnen worden in plaats van het enkel goed/afkeuren van locaties die door ondernemers zelf worden aangekocht. 3 hectare per locatie is genoeg. De ondernemers van de bedrijven komen uit het Hof van Twente. In overeenkomst met de provincie is afgesproken dat ondernemers waar mogelijk uit bepaalde gebieden komen. Het project zal nog twee kavels over houden voor mogelijk toekomstige invulling. Het platform heeft onder andere financiële, juridische en netwerk ondersteuning geboden. O.a. juridische en technische mogelijkheden rondom het verpompen van mest met een pijpleiding. Erg tevreden over de rol van Platform Agrologistiek als o.a. ingang in Den Haag. Persoonlijke motivatie: • Creëren van plekken waar intensieve veehouderij mee vooruit kan. • Investeren en op korte termijn ermee aan de slag. Met Radbout Vorage is het een goed koppel. Trots om dit te bereiken en enthousiasme is steeds volop aanwezig. Met bestuurders en ambtenaren in de regio zijn goede contacten. Men is ( helder en eerlijk) prettig om mee samen te werken en komt tot oplossingen. Verder valt op dat externe omstandigheden veranderen negatief en positief. Vijf jaar geleden was fijnstof geen onderwerp nu wel. Financiering van biovergisting is veranderd. Maar het biedt bij nieuwe ontwikkelingen ook kansen zoals rondom het gebruik van vloeibare fractie. De regelgeving veranderd en je moet daarom flexibel blijven. Achteraf zou met de wetenschap van nu aan aantal zakken sneller kunnen maar in de aanpak zijn er geen zaken die heel anders kunnen. Het is een apart fenomeen om politiek te bewandelen (bijv. lobby). Op veel zaken is wel invloed uit te oefenen. Wel is men natuurlijk verplicht om regelgeving op te volgen zoals verplichte onderzoeken uit te voeren etc. dat kan men niet veranderen. Als het bestemmingsplan rond is zal er veel aandacht zijn ( succes kent vele vaders) het platform is wel een partij die echt heeft geholpen. De sector moet er kennis van nemen. Het project zal via agrarische media vanzelf al aandacht krijgen.
Buck Consultants International
16
1.7 Greenport Venlo/ Klavertje vier Omschrijving, Wat is de essentie van het project? Greenport Venlo / Klavertje Vier is een project gericht op een duurzame lange termijn ontwikkeling van het agro- en food-complex in de regio Venlo door samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en de overheid. Het project is gericht op het regionaal coördineren en integreren van verschillende gebiedsontwikkelingsprojecten in de regio Venlo. Het beslaat: • Projectvestiging Californië (glastuinbouwgebied). • Projectvestiging Siberië (glastuinbouwgebied). • Businesspark Venlo. • Tradeport Venlo Noord.
1
2 3
Clusteren/ synergie tussen verschillende bedrijven op een bedrijventerrein Verbinden (verticale ketenintegratie) Regionale ontwikkeling
Bij de ontwikkeling van de gebieden staan verschillende onderwerpen centraal en wordt door middel van deelprojecten gezocht naar regionale oplossingen op gebied van: • Water • Energie • CO2 • Afval • Landschapsinrichting • Verkeer en vervoer Daar bij gebruik makend van mogelijkheden als: • Meerjarenprogramma • Publiek programmabureau • Vereveningfonds • Grondhandelsbank • Coördinatoren op gebied van de thema’s Deelnemende Partijen en projecttrekker • Provincie Limburg en Greenport Venlo (projecttrekker) • Gemeenten: Venlo, Horst aan de Maas, Maasbree en Sevenum • Bedrijfsleven (Veiling Zon, Flora-Holland, groothandel etc.) • glastuinbouwondernemers Oude keten versus nieuwe keten Oude Keten
Nieuwe Keten Productie locatie
Handelslocatie1
Handelslocatie 2
Afzet via knooppunt
Niet van toepassing Californie Siberië
Veiling Zon/ FH
Tradeport Noord
Logistieke dienstverlener Binnenvaart Terminal Niederrhein
Kwalitatieve effecten • Het project heeft zeker ook door communicatie een bijdrage geleverd aan de dynamiek van het agro-complex Venlo. Wel is niet precies aan te geven in hoeverre het project Greenport Venlo / Klavertje Vier een rol gespeeld heeft. • Project zorgt voor een gestructureerde regionale aanpak veel aandacht te schenken aan thema’s als energie, water, CO2 landschappelijke inpassing, verkeer en vervoer. • Cradle to Cradle concept wordt toegepast bijvoorbeeld door recycling/zuivering afvalwater, lokale energieopwekking etc. Kwantitatieve effecten: Greenport Venlo heeft een belangrijk economisch effect op de regio. In totaal gaat het in klavertje vier om het realiseren van 1000 hectare werklandschap voor teelt en bedrijventerreinen. Agenda/ Fasering Goedkeuring masterplan en businessplan in deelraden Oprichting uitvoeringsorganisatie Idee x
Plan x
Organisatie x
Business Plan x
Pilot -
Effecten -
Opschaling -
Brede Implementatie -
Toekomstige Plannen Het gehele project kent een lange termijn en heeft een termijn tot 2040.
Buck Consultants International
17
Ze is ontwikkeld om mogelijkheden te bieden voor • Groei • Schaalvergroting en concentratie • Gefaseerde ontwikkeling met ruimte voor invulling van concept afhankelijk van marktontwikkelingen Contactgegevens Tom Mineur Provincie Limburg Postbus 5600 6202 MA Maastricht 043-3897019
[email protected]
Opmerkingen Adviseur Algemeen Ontwikkelingen die plaats hebben gevonden zijn o.a.: • Cradle to Cradle workshops met grondleggers van deze thematiek. • Verdere Inpassing Kwaliteit & duurzaamheid. Vanuit de gebiedsvisie heeft men nu een ruimtelijk ontwerp ontwikkeld op lager schaalniveau, Dit wordt op alle aspecten uitgewerkt naar een masterplan en bijpassend businessplan. De typologie van Klavertje vier staat daarbij overeind. Een onderdeel van het programma is financiering van groen door een ruimtelijk vereveningsfonds. Het ruimtelijk masterplan en businessplan staan nu ter goedkeuring van 4 gemeenteraden en provinciale state. Daarnaast is men actief met het oprichten van een NV die het project zal uitvoeren. Deze NV is onder andere verantwoordelijk voor uitgifte van grond. Ze zal naast gemeenten en provincie ook het rijk als financier en aandeelhouder krijgen. De NV is een uitvoeringsorganisatie en onder andere verantwoordelijk voor: • Gronduitgifte • Parkmanagement • Vastgoed • Advies • Uitvoering van deelthema’s en samenwerking met derden Het ontwerp kent in praktijk de volgende speerpunten • Inhoudelijk plan • Financieel • (uitvoering)Organisatie • Draagkracht Klavertje vier, met Californië en Siberië nu benoemd als hart van greenport Venlo is centraal gesitueerd ten opzichte van de gehele greenport Venlo. In feite wordt deze typologie verder uitgebreid. In Limburg is greenport Venlo de enige locatie waar een dergelijke schaalgrootte kan worden gefaciliteerd. Echte knelpunten of problemen zijn nu niet aan de orde. Grote partijen als ZON (via directeur)zijn vertegenwoordigd in de stuurgroep waardoor eventuele eigen belangen goed kunnen worden ingepast in het project. Besluitvorming is een kwestie van over een langere termijn samenwerken. Op korte termijn is dit niet te realiseren maar over een periode van bijvoorbeeld twee jaar wel. “als je echt iets met meerdere partijen wil is het een kwestie van lange adem, het eigene loslaten en gezamenlijk oppakken maar niet te lang” Nu de uitwerking concreter wordt en duidelijker spelen lokale belangen wel meer. Het traject ondervangt dit. Als je echt iets wil moet je soms ook lokale belangen laten gaan. Ambities hebben daarmee ook consequenties op lokaal niveau. Qua planologie zijn er enkele innovatieve uitwerkingen van het ruimtelijk ontwerp. • • •
Zo is een eenrichtingsverkeerssysteem ontworpen dat daardoor laden/lossen aan alle kanten toelaat en zorgt voor meer verkeersveiligheid en efficiënte doorstroming. De rijksarchitect was zeer enthousiast over de typologie en gaf aan dat dit eigenlijk overal toegepast zou moeten worden. Het projectplan is ingericht op toekomstige inpassing van OV.
Buck Consultants International
18
• •
Veel aandacht voor synergie tussen bepaalde functies op het gebied ( bijvoorbeeld energie en glastuinbouw met andere bestemmingen). Greenportlane en binnen het ruimtelijk ontwerp is een railterminal en een binnenvaart terminal opgenomen.
Landelijk versus regio Er zijn voorbeelden van landelijke ontwikkelingen die invloed hebben op de ontsluiting van dit Plan. “Je kunt het regionaal nog zo op orde hebben maar landelijke moeten belangrijke corridors ook ontsloten worden”. Nu kan er al geanticipeerd worden op toekomstige ontwikkelingen.
Voorbeeld zijn • Brabantroute. • Ontsluiting landelijk wegennet tot aan Eindhoven. Hoe is Cradle to Cradle ingepast zoals aangegeven in het ruimtelijk ontwerp? Het Cradle to Cradle concept kent meerdere niveaus. Volgens de grondleggers zijn er meer dan 19.000 punten. Binnen GVK4 is het ingepast in voorbeelden als: • Riolering ( minimale uitwisseling met overige regio’s. Zorg voor goede oplossingen binnen gebied). • Recycling van bijvoorbeeld water. • Er is geen sprake van zeer strakke eisen maar er wordt gestreefd naar best mogelijke. Welke ontwikkelingen vallen buiten invloedssfeer? • Marktontwikkelingen en investeringen zijn niet te beïnvloeden en zeker niet op een termijn tot 2040. Daarbij zorgt GV voor flexibele inpassing van gebieden. Gebieden staan vast maar de keuze voor glastuinbouw of een andere functie is niet per definitie vastgesteld. • Wet en regelgeving sluiten niet altijd aan op nieuwe ideeën (vb provisorisch voorbeeld winning van aardwarmte). • Voorbeeld 2 men werkt nu samen met meerdere gemeenten en het blijkt dat sommige afspraken ( op provinciaal niveau - Men vertegenwoordigd meerdere overheden- kunnen worden teruggedraaid. Op gemeenteniveau zijn afspraken wel bindend. Het zou wellicht goed zijn om kennisuitwisseling te realiseren tussen bijv. ACT en greenport Venlo.
Buck Consultants International
19
1.8 Kuijpers Kip Omschrijving, Wat is de essentie van het project? Het Kuijpers Kip Project is een project gericht op het combineren van verschillende bedrijfsonderdelen van Kuijpers Kip en het vestigen van een slachterij en verkoop/bezoekerslocatie om zo ketenonderdelen (broederij, vleeskuikens, slachterij, verkoop) van de vleeskuikenhouderij samen te brengen en in de markt te zetten als nieuw kwaliteitsproduct. Hiermee wordt een korte pluimveeketen gerealiseerd. Deze korte, gesloten keten zorgt ondermeer voor betere kwaliteitscontrole over de keten en voorkomt transport van levende dieren. Ook wordt het ruimtebeslag van de verschillende ketenonderdelen aanzienlijk verminderd. De kipproducten worden dagelijks vers regionaal afgezet.
1
2 3
Clusteren/ synergie tussen verschillende bedrijven op een bedrijventerrein Verbinden (verticale ketenintegratie) Combineren landelijke en stedelijke functies
Het project heeft een aantal uitgangspunten: • Elke dag verse kip. • Gesloten korte keten (geen transport van levende dieren en slachting op locatie). • Concurrerend op kostprijs met grote slachterij (economisch duurzaam). Deelnemende Partijen en projecttrekker • Projecttrekker is Kuijpers Kip. • Knowhouse is met Nieuw Gemengd Bedrijf trekker van overkoepelend project. • Verschillende instanties hebben onderzoek verricht naar het project (zoals de ketenstudie van WUR/AKK). • In de toekomst zullen ook afnemers en toeleveranciers sterk worden betrokken in het project. Oude keten versus nieuwe keten Oude Keten
Nieuwe Keten verwerker verwerker
Kuijpers kip
Kipdelen
Ouderdieren
Kuikens
Vleeskuikens
Verwerkte kipdelen
Ouderdieren
Kipdelen
Kuikens Vleeskuikens
Kipdelen
Vermeerderaar
Broederij
Vleeskuikenstallen
Slachterij
Distributie Centrum
Verse kip
Supermarkt
Vermeerdering Broederij Vleeskuikenstallen Slachterij
Regionale supermarkt
Kwalitatieve effecten Duurzamere productie Combineren van stedelijke en landelijke functies Project roept tevens weerstand op van omgeving Er vindt veel minder diertransport plaats met een positief effect op dierwelzijn. Wel is het aantal dieren op locatie groter. Kwantitatieve effecten: Het project zal naar verwachting leiden tot een besparing van: 543.743 ritkm of 69% 471 ton CO2of 69% 1427 voertuigbewegingen of 34% besparing Besparing op directe logistieke kosten van 891 duizend euro. Agenda/ Fasering Men is bezig met vergunningaanvraag en bestemmingsplannen. Idee x
Plan x
Organisatie x
Business Plan x
Pilot -
Effecten -
Opschaling -
Brede Implementatie -
Toekomstige Plannen In principe richt men zich komend half jaar op goedkeuring van vergunningen en bestemmingsplannen. Contactgegevens Marcel Kuijpers, Kuijpers Kip Jan van den Boomstraat 6 5473 VZ Heeswijk-Dinther www.kuijperskip.com 0413-229967
[email protected]
Buck Consultants International
20
Opmerkingen Adviseur Algemeen Marcel Kuijpers geeft aan dat er sinds 2006 een behoorlijke verandering heeft plaats gevonden in het verloop van het project, in het proces. In eerste instantie was men vooral bezig met technische aspecten, en communicatie op een niveau waarbij feiten en het technisch aspect centraal stonden. In eerste instantie leek veel technische regelgeving onmogelijk maar er zijn oplossingen gezocht en gevonden waardoor het project binnen regelgeving valt. Eigenlijk vanaf de startnotitie MER is de meer feitelijke en technische discussie sterk veranderd. Bij deze startnotitie was een zeer grote groep personen aanwezig, waar normaal ongeveer vier personen aanwezig waren. Deze groep was zeker in grote mate gemobiliseerd door actiegroep(en) Media en de actiegroepen voeren de discussie veelal op een emotioneel niveau. Met de media heeft Marcel Kuijpers voornamelijk negatieve ervaringen gehad. Vaak werden onwaarheden uitvergroot of knipte men in interviews om een bepaald beeld naar buiten te brengen. Helaas is er geen partij die echt die een tegengeluid geeft op de onwaarheden. Het zou goed zijn als een meer onafhankelijke partij kan zorgen dat de discussie feitelijk blijft. Ook al is het beeld dat veel geschetst wordt niet gebaseerd op feiten, de negatieve effecten van deze beeldvorming wordt wel degelijk ondervonden. Nu het project zeer ver gevorderd is en procedures doorlopen zijn zullen de afspraken ook waar gemaakt moeten worden ( bijvoorbeeld rondom uitgifte grond, quota rechten etc.). Het is een zeer innovatief project en het belang daarvoor is al eerder erkend en er zijn ook vóór de meer emotionele discussie toezeggingen hiervoor gedaan in lijn met de visie op Landbouw Ontwikkeling Gebieden. Op politiek niveau ( regionaal maar ook landelijk) zal men haar rug recht moeten houden en dit vraagt om stevige bestuurders. Bestuurlijk vraagt dit wel onderscheid tussen het project en de meer emotionele discussie en politieke achterban. Vanuit andere ondernemers komt steeds meer het besef dat dit een goed project is dat antwoorden biedt voor het huidig ondernemerschap. Naast de logistieke, energie en dierwelzijn-effecten biedt het een toekomstmogelijkheid voor professionalisering van de sector. Een mogelijkheid om als pluimveehouder je beroep economisch, sociaal en duurzaam uit te voeren. De huidige pluimveehouderij/ varkenshouderij kan niet zo doorgaan. Boeren raken sociaal geïsoleerd en worden door de bedrijfsgrootte slaaf van hun bedrijf doordat ze bijna alle werkzaamheden moeten uitvoeren en bijna continu op het bedrijf aanwezig moeten zijn. Het huidige bedrijf biedt verder weinig mogelijkheden voor inzet van bijvoorbeeld personeel. Het project biedt meer ruimte om het bedrijf als ondernemer te managen en men kan ook personeel inzetten ( specialisatie, meer ruimte voor innovatie) Het pluimvee vangen is op huidige bedrijven ook een bijna onwerkbare situatie zowel voor mens als dier. Het project is ook door de A-status in de belangstelling gekomen. Als men had gekozen voor een alternatieve stille aanpak was de discussie nooit zo fel geweest. Die stille aanpak wordt regelmatig door andere bedrijven toegepast: zoek een locatie met ruimte of juridische mogelijkheden rondom bestemmingsplannen, dien vrij ongemerkt een aanvraag in en klaar. Men heeft dan een grote stal op veelal een minder geschikte locatie. Dit is natuurlijk geen oplossing voor de landbouw en omgeving. De effecten en de kilometerberekening blijven hetzelfde als in het oorspronkelijke plan. Met het Blonk Rapport en een duurzaamheidanalyse is aangetoond dat het project duurzaam is. Ondernemer • De motivatie voor het project is heel goed. • De binding tussen ondernemers en het vertrouwen is geweldig. • Het vertrouwen tussen ondernemers is groter geworden. Samenwerking met bureau Knowhouse is positief. Zonder steun van Knowhouse en Transforum zou het project niet van de grond komen. Trudy van Megen is als woordvoerder/ voorlichter erg belangrijk in dit project. Marcel Kuijpers staat zeer open voor meningen van anderen Hij vindt het heel belangrijk dat het hek open blijft en de discussie ook gevoerd wordt. Hij laat zich ook inspireren door mensen met andere inzichten en mensen die het niet zien zitten. Relativeren is van groot belang. Hij beseft dat het project een grote stap is, ver vooruit en zelf was hij ook in eerste instantie verbaasd over aspecten van het project. Bij het oordelen en discussiëren met anderen is het goed om dat ook goed te blijven beseffen. Hij houdt ook wel workshops met algemene voorbeelden ( niet pluimveehouderij) waarbij anderen moeten kiezen tussen verschillende alternatieven. Opvallend is dat vaak niet voor het duurzaamste alternatief wordt gekozen. Een duurzame samenleving met beperkte fossiele
Buck Consultants International
21
energie vraagt om nieuwe bedrijfsvormen maar er wordt niet naar gehandeld en men wil vaak de consequenties niet zien. Platform Agrologistiek Met Frans Tielrooij en Lucy Wassink is er goed contact. Suggestie: • Marcel Kuijpers wil graag een keer met vergelijkbare projecten en initiatieven bijeenkomen (zoals bijvoorbeeld gezinsbedrijf plus) om gedachten en ervaringen uit te wisselen met thema’s als maatschappelijke relevantie en hoe creëer je draagvlak voor dit type projecten. Daarbij of vervolgens zou ook een visie kunnen worden ontwikkeld en kan ook met tegenstanders een discussie worden aangegaan. Een visie vraagt misschien ook heel andere partijen bijvoorbeeld een meer filosofische benadering om net die stap verder te kunnen kijken. Opmerkingen Het project laat landelijk/regionaal een vooruitgang zien op de meetbare effecten ten opzichte van de huidige situatie ( energie, logistiek, sociaal, economisch). Dit geldt ook voor dierenwelzijn (geen vervoer/vangen van dieren)terwijl dit laatste juist vaak als tegenargument wordt gebruikt. Door clustering zal ook op nationaal niveau meer landelijk aantrekkelijk gebied zijn te realiseren. Op de locatie zelf zal het leiden tot negatieve effecten maar deze effecten kunnen deels ondervangen worden. De positieve landelijke effecten door concentratie kunnen beter naar voren gebracht worden. De discussie vanuit omgeving en bijvoorbeeld milieudefensie komt heel helder naar voren en gaat veel meer over schaalvergroting in de landbouw en economie/ maatschappij en intensieve veehouderij. Deze discussie moet goed erkend worden maar wordt vaak niet objectief gevoerd. Binnen intensieve veehouderij komen tegenargumenten voor schaalvergroting zichtbaarder naar voren dan in andere segmenten maar ook daar is deze vraag heel relevant( zoals bij grootschalige glastuinbouw) De maatschappelijke visie op intensieve veehouderij en schaalvergroting is een veel bredere vraag en de vraag is of deze discussie niet veel meer buiten dit innovatieve voorbeeld project moet plaats vinden. De visie van het platform en reconstructie bieden enerzijds ruimte voor clustering, schaalvergroting maar de consequenties worden nu pas zichtbaar en moeten nu op lokaal niveau worden verdedigd. De vraag is of lokale bestuurders een objectieve beslissing kunnen nemen daarbij de landelijke belangen meewegend. Veel tegenargumenten voor schaalvergroting zijn moeilijk rationeel te maken en objectief te beoordelen maar daar zou wel (buiten dit project) naar gekeken kunnen worden met andere voorbeelden en mogelijke oplossingen uit andere projecten en sectoren die een vorm van schaalvergroting kennen. Dit project en vergelijkbare projecten kunnen een rol hierin spelen maar zouden niet het speerpunt van de discussie moeten zijn of uitvergroot moeten worden.
Buck Consultants International
22
1.9 Nieuw Gemengd Bedrijf Omschrijving, Wat is de essentie van het project? Het project Nieuw Gemengd Bedrijf is gericht op een intensieve samenwerking van verschillende agrarische bedrijven op gebied van energie en reststromen. Centrale punt in het project is de bioenergiecentrale waar energie wordt opgewekt vanuit mest en Biomassa Dit kan groenafval zijn maar bijvoorbeeld ook energiemaïs of restproducten van de levensmiddelen industrie. Het project werkt op basis van dezelfde principes waarop in het verleden het gemengde bedrijf is gestoeld (gebruik van mest voor de groentetuin en gebruik van plantaardig afval voor het vee). Reststromen van bedrijven kunnen door de bio-energiecentrale verwerkt worden tot warmte, energie en compost en dit kan weer door de bedrijven benut worden waardoor minder grondstof en energie aangevoerd hoeft te worden.
1
2 3
Clusteren/ synergie tussen verschillende bedrijven op een bedrijventerrein Verbinden (verticale ketenintegratie) Regionale ontwikkeling
Naast kostenbesparingen voor de bedrijven levert dit ook een positieve bijdrage aan de omgeving. Zo zal de uitstoot aan C02 sterk verminderd worden door gebruik van biomassa voor energieopwekking. In deze fase van het project vormen een pluimveebedrijf, een champignonbedrijf en een varkenshouderij de startgroep. Naast waar mogelijk onderlinge uitwisseling van stofstromen leveren ze reststoffen aan de bio-energiecentrale voor verwerking. Deze levert vervolgens energie in de vorm van elektriciteit of warmte aan tuinders in de omgeving. Vrijkomende C02 kan gebruikt worden door tuinders om de teelt te bevorderen waarbij de CO2 weer omgezet wordt in zuurstof en gewas. De structuur van Nieuw Gemengd Bedrijf is opener dan in eerste instantie voorzien. Zodoende ondervangt men het risico van afhankelijkheid van enkele partijen. Meerdere bedrijven kunnen zich aansluiten bij dit initiatief. Deelnemende Partijen en projecttrekker • Knowhouse (projecttrekker) • Kuijpers Kip • Christiaens Engineering en Development BV • Houbensteyn Holding BV • Provincie Limburg en Gemeente Horst aan de Maas • Kennissinstellingen (Wageningen UR, ECN, Leaf, Quijntrix) • LNV-Zuid Oude keten versus nieuwe keten Oude Keten
Nieuwe Keten
Co2
Plantaardig afval
Warmte
Pluimveehouderij
Warmte
Bio Energie Centrale
Energie
mest Energie
Mest Energieleverancier
Champignon-bedrijf
Co2
Mest Warmte
Warmte
Energie
Varkenshouderij
mest
Glastuinbouw
Toekomstige bedrijven
Uitrijden/verwerking mest Champignon-bedrijf
Warmte
Energie
Energie Pluimveehouderij
Glastuinbouw
Varkenshouderij
Kwalitatieve effecten Kwantitatieve effecten:
Agenda/ Fasering Het project is technisch uitgewerkt en de bio-energiecentrale is ontworpen. Op dit moment vindt vergunningaanvraag plaats. Idee x
Plan x
Organisatie x
Business Plan x
Pilot -
Effecten -
Opschaling -
Brede Implementatie -
Toekomstige Plannen Men is actief met een nieuwe pilot Groen Gas in samenwerking met Senter-Novem. Met een biogasleiding wordt getransporteerd naar bijvoorbeeld glastuinbouw. Gebruik van dit groene gas wordt getoetst (zoals kwaliteitseisen)
Buck Consultants International
23
Contactgegevens Trudy van Megen Knowhouse Dr Droesenweg 11 5964 NC Horst 077-3981221
[email protected]
Het project is nu vier jaar bezig. Op dit moment is het project in de vergunningsfase. Technisch is het uitgewerkt en de bio-energiecentrale is ontworpen. 1 Milieueffectrapportage is in concept klaar. 2 In december is er een milieuvergunningaanvraag. 3 Bouwvergunning Provincie en gemeenten gaan over deze vergunningen en kijken of ze voldoen aan de eisen. Uiteindelijk kan raad van state erover beslissen. Er vanuit gaand dat de aanvragen aan de eisen voldoen zal bij bezwaar (vanuit omgeving) gekeken worden welk belang zwaarder weegt. Het project heeft tegenstander bij actiegroep de Parel, gesteund door milieudefensie en SP. Men is tegen “megastallen”. Intensieve veehouderij kent felle tegenstand terwijl een glastuingebied minstens zoveel effect op de omgeving heeft. Knelpunten Achteraf had Trudy van Megen niet verwacht dat de tegenstand zo fanatiek zou zijn en lokaal zo actief zou worden. Het project ligt tussen Grubbenvorst en Horst in en ligt in een Landbouw ontwikkelingsgebied op ongeveer drie kilometer van de kernen Grubbenvorst en Horst. Men heeft zich bestuurlijk niet gerealiseerd wat een landbouw ontwikkelingsgebied betekent en dit is ook niet gecommuniceerd naar de landbouwontwikkelingsgebieden. Pas nu dit project zich vestigt wordt duidelijk wat LOG’s inhouden. Tegenstand komt vooral van de dorpskernen en niet of in mindere mate van omwonenden terwijl men in de kernen eigenlijk geen directe effecten heeft. Milieudefensie zorgt ervoor dat het veel groter wordt gespeeld. De boeren zelf hadden wel weerstand verwacht maar niet een actiegroep. Glastuinbouw is op dit moment afgehaakt mede doordat men niet verbonden wilde worden met intensieve veehouderij. Wellicht zal een compostbedrijf in de toekomst meedoen om door restwarmte of groen gas compost te drogen om zo een besparing te realiseren op transport ( gewicht). Reactie sector In de sector is het voor de meesten een stap te ver, te innovatief. Men heeft veelal een afwachtende houding. Natuurlijk speelt ook concurrentie een rol. LTB is vanuit een meer afwachtende houding positief achter het project gaan staan. In Nederland passen marktwensen van consumenten niet goed bij elkaar ( bio en goedkoop, betaalbaar en een romantisch beeld van veehouderijbedrijven) Wensen rondom energie en logistieke voordelen gaan gelijk op met schaalgrootte. LOG gebieden De grote vraag is nu wat LOG gebieden inhouden. Eigenlijk zijn de LOG gebieden half werk of nog minder dan half werk. Bestemmingsplannen zijn bijvoorbeeld niet aangepast. Een gebiedsvisie was er nog niet. Nu is het zo dat alle procedures door dit soort projecten moeten worden uitgevonden. En dit wordt gedragen door ondernemers. Deze voelen zich in de status van LOG gebieden in de steek gelaten. Het zou veel beter zijn om met strenge voorwaarden te werken maar als daar aan wordt voldaan groen licht. Het project scoort landelijk goed t.o.v. een situatie van bestaande bedrijven op diverse thema’s. Lokaal levert het echter o.a. meer verkeersbewegingen op. Lokale politici/bestuurders moeten hun bevolking vertegenwoordigen. Daarnaast spelen voor hen korte termijn belangen (verkiezingen). Er is een lange termijn visie voor nodig om op een dergelijk project te ondersteunen. Lokale politici zullen moeilijker voor een dergelijk project kunnen kiezen als het een negatief effect heeft op het kiesdistrict ondanks dat het een positief effect heeft op Nederland of provincie. Dat deze taak dan ook bij gemeenten ligt is tegenstrijdig met landelijke belangen. Verder spelen provinciegrenzen ook want er is sprake van een verplaatsing van ritten van Brabant naar Limburg. Opvallend is dat bestaande bedrijven rustig kunnen uitbreiden en dat alle aandacht gaat naar een dergelijk nieuwe vestiging.
Buck Consultants International
24
Platform Het platform heeft als smeerolie gefunctioneerd mede in de stuurgroep NGB. Zonder projecten als Transforum en het platform was het nooit van de grond gekomen. Financieel ( projectmatige ondersteuning), politiek. Frans Tielrooij heeft goede contacten. • Transforum heeft ondersteund met partners, technische kennis en financiële ondersteuning • Platform in bijzonder door communicatie Er is een top stuurgroep samengesteld met LNV, Transforum, Wageningen, Milieufederatie, Platform agrologistiek. Milieufederatie is overigens akkoord met het project mits er voldaan wordt aan randvoorwaarden. Wel is men niet direct vertegenwoordigd. Dierenwelzijn is belangrijker geworden de laatste jaren. Het project zorgt o.a. voor minder levend transport van dieren. Discussie met partijen met “extreme” standpunten is desondanks moeilijk, zo niet onmogelijk.
Nieuwe ontwikkelingen Men is actief met een nieuwe pilot Groen gas in samenwerking met Senter-Novem. Met een biogasleiding wordt getransporteerd naar bijvoorbeeld glastuinbouw. Gebruik van dit groene gas wordt getoetst ( zoals kwaliteitseisen) Situatie 1 Kleine WKK (Warmte kracht koppeling en biogas/groen gasleiding naar bijvoorbeeld tuinbouwgebieden. Weinig verlies van warmte. 80% meer benutting van warmte. Situatie 2 Grotere WKK op terrein, opwekking van elektriciteit met verlies van warmte. Project is eigenlijk veel meer dan alleen agrologistiek. Ook op gebied van energie zou het platform wellicht haar horizon kunnen verbreden. In het project is gekozen voor een Opener structuur dan in eerste instantie voorzien. De reden hiervoor is dat men zo flexibeler is en minder afhankelijk van één partij. Als een partij wegvalt, heeft men in een gesloten systeem een probleem. Door het stopzetten van de MEP subsidie is het project economisch minder gunstig dan oorspronkelijk voorzien.. Persoonlijke motivatie Trudy van Megen en ondernemers 1 2 3
Geloof in agribusinessparken, voor een sterke duurzamere landbouw in NL. Ondernemerschap en economisch ( sector behoud)(Kuipers Kip). Koploper willen zijn en overtuiging dat er ook winst mee te behalen is. Leidend zijn wereldwijd (Houbensteyn).
Buck Consultants International
25
1.10 Groene Hoed/ Mijnboer Omschrijving, Wat is de essentie van het project? Groene hoed /Mijn Boer is een pilot-project van een landelijk netwerk van ruraal park winkels en source regio’s. Dit ruraalpark netwerk zal de producten van nieuwe en bestaande aanbieders van streekproducten verbinden door een nieuw verkoopformule zo het te gefragmenteerde aanbod van streekproducten te doorbreken. Een landelijk netwerk vergroot de mogelijkheden van de kleine producent om een compleet assortiment aan te bieden aan de koper.
1 2 3
Clusteren/ synergie tussen verschillende bedrijven op een bedrijventerrein Verbinden (verticale ketenintegratie) Regionale ontwikkeling
In Noord-Holland vormt Mijnboer de onderneming en service organisatie voor de afzet van producten in retail en de horeca. De pilot richt zich op de ontwikkeling van het regionale versproduct en versbeleving door: • Afzet bij verswinkels van een nieuwe Marqt supermarktformule in Amsterdam en Haarlem met regionale ambachtelijke producten en ambachtelijke specialiteiten uit andere Nederlandse regio’s. • Directe levering van vers en duurzaam product aan horeca en versmarkt. • Het creëren van een “Merk” en kwaliteitssysteem voor het regionale product. • Het verbinden van streekproduct en Amsterdamse gastronomie door het in gebruik nemen van een culinair paviljoen waar consumenten en streekproducten worden verbonden en diverse culinaire activiteiten worden aangeboden. Voorbeelden productenpakket zijn • Streekkazen/Zuivel/ Boeren yoghurt etc. • Bijzonder rundvlees/varkensvlees • Poelier • Regionale groenten en fruit Deelnemende Partijen en projecttrekker Landelijk netwerk ruraal park • Wageningen Universiteit AFSG • Buck Consultants International • Walas the Maverick, • Ontwikkelingsmaatschappij Oost NV • LTO Groene hoed / Ruraal Park • Programmabureau voor Noord-Holland Midden (De Groene Long) • LEI, Stichting DOEN, provinciaal bestuur Noord-Holland • Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier • Koninklijk Instituut voor de Tropen (namens het ministerie van VROM) • Stichting Nationaal Groenfonds • Stichting Streekeigen Producten Nederland (SPN • Amsterdams Natuur en Milieu Educatie Centrum • Innovatienetwerk Groene Ruimte en Agrocluster (KING) • Stichting Landschap Noord-Holland, Castricum • Agrarische ondernemers Oude keten versus nieuwe keten Oude Keten
Nieuwe Keten Ambachtelijke Verwerker (vb Slager)
Producent in China
Ambachtelijke Streek Producent
Verwerker DC
Vlees
Supermarkt
Producent in Nederland
Assortiment Verwerker
Teelt Productie
Producent in Frankrijk
Verwerking
Yoghurt Kaas Melk Groenten
Ruraal park winkel
Verwerker
Kwalitatieve effecten Verbetering aanbod regionaal assortiment Het bieden van afzetkanalen voor ambachtelijke producten uit regio Het ontwikkelen van een nieuw businessmodel voor producenten en retailers Versbeleving
Buck Consultants International
26
Kwantitatieve effecten: De Groene Hoed/ruraal park keten levert een tonkilometer besparing op van gemiddeld 60% op in vergelijking met Nederlandse producten uit de oude keten. Het project levert een tonkilometer besparing op van 80 tot 99% op in vergelijking met importproducten. Agenda/ Fasering Concept is succesvol in praktijk gebracht. Mijnboer zal zich als operatoneel commercieel bedrijf moeten bewijzen. Idee x
Plan x
Organisatie x
Business Plan x
Pilot x
Effecten x
Opschaling x
Brede Implementatie -
Toekomstige Plannen Uitbreiding afzetkanalen Verminderen risico Verbeteren assortiment, kwaliteit Professionaliseren van onderneming ( zoals ICT, marketing etc.) Contactgegevens Paul Bleumink BCI Kerkenbos 10-31 6546 BB Nijmegen
Opmerkingen Adviseur Algemeen Het project Groene hoed/Ruraal park is doorontwikkeld naar een commerciële service organisatie Mijnboer. Deze organisatie richt zich op verkoop van regionale kwaliteitsproducten van boeren in Noord-Holland. Naast levering aan Horeca kanalen is Mijnboer verantwoordelijk voor het AGF assortiment in de nieuwe Marqt supermarkten. Inmiddels heeft men een uitgebreid assortiment en klantengroep. Mijn Boer is afgelopen jaar goed neergezet als merk en heeft nu al meerdere afzetmarkten en wil dit uitbreiden. Dit moet zowel uitgebreid worden aan de retail kant als aan de out/of home kant (o.a. Horeca). Mijnboer is als organisatie nog sterk in ontwikkeling. Het concept is succesvol neergezet en wordt daadwerkelijk in praktijk uitgevoerd. Nieuwe mensen ( uitvoering/ operationeel) nemen inmiddels de plaats innemen van de oorspronkelijke bedenkers. Mijn Boer is niet zozeer ontstaan vanuit een bestaande organisatie. Dit vergt een omschakeling van bedenkers naar operationele mensen. Opvallend is dat een aantal zaken veel eenvoudiger ging dan oorspronkelijk gedacht. Logistiek is veel eenvoudiger gebleken dan oorspronkelijk gedacht. Op dit moment moet Mijnboer verder professionaliseren van een startende organisatie naar een operationeel bedrijf. Doel op dit moment is/ toekomstplanning: • Meerdere afzetkanalen voor mijnboer bedrijf en professionaliseren. • In de stad projecten. • Dienstencentrum. • Innovatie en product en verpakkingsvernieuwing. • Binden van klanten door communicatie ( hiervoor zijn mensen aangetrokken). • Op dit moment moet het mijn boer bedrijf rendabel worden. Risicomanagement is belangrijk want daar waar mijnboer risico draagt voor uitval is het moeilijk renderend. Oorspronkelijk concept staat en er zijn een paar nieuwe ideeën ( wereldselecties) dit zijn niet de hoofddoelstellingen. Ideeën voor platform: Paul Bleumink staat positief tegenover het platform. Op kritische momenten was het platform van grote hulp en dit wordt erg gewaardeerd. Het platform zou zich verder meer kunnen richten op: • Meer projecten gericht op toegevoegde waarde in de keten niet gebiedsvisie maar strategisch project waar men zich op moet richten. • Implementatie van technologie in ketens (containers, verstransport) meer brug zijn van bijvoorbeeld Wageningen naar bedrijfsleven.
Buck Consultants International
27
1.11 UnitNet Omschrijving, Wat is de essentie van het project? UnitNet is een platform gericht op samenwerking tussen modaliteiten. Binnen het platform UnitNet wordt kennis ontwikkeld en worden pilotprojecten uitgevoerd. UnitNet staat voor: United en Netwerken: • United: alle modaliteiten samen. • Netwerken: denkend in logistieke ketens en netwerken.
1
2 3
De onderliggende gedachte is dat op lange termijn een duurzaam transportsysteem alleen kan bestaan door integratie van en samenwerking tussen de verschillende transportmodaliteiten. De bedrijven in de keten opereren niet als concurrenten maar als samenwerkingspartners die samen de groei van het goederenvervoer opvangen door zowel verticale als horizontale samenwerking. Binnen het netwerksysteem wordt gestreefd naar de ideale afstemming tussen verschillende transportmodaliteiten. Alle stakeholders zullen hier voordelen van ondervinden (efficiëntere ketens, kostenverlaging, reductie uitstoot, ontlasten wegennet, etc.).
Clusteren/ synergie tussen verschillende bedrijven op een bedrijventerrein Verbinden (verticale ketenintegratie) Regionale ontwikkeling
Binnen UnitNet zijn verschillende pilots uitgevoerd in de afgelopen jaren zoals bijv. Oost-Nederland, InlandLink, Venlo Freight Village, etc. Het UnitNet project dat centraal staat als A-status project bij het Platform Agrologistiek is UnitNet Short Sea Shipping Hierbij gaat het om het opzetten van een intermodaal logistiek netwerk voor vervoer van fruit (in eerste instantie sinaasappelen) vanaf Spanje naar Noordwest Europa. Dit netwerk omvat de hele keten. Deelnemende Partijen en projecttrekker • Projecttrekker is VERN (Verenigde Eigen Rijders Nederland). • Secretariaat: GOVERA (Goederenvervoer Randstad). • Betrokken partijen zijn: KBN, EVO, BCI, Boer & Croon, Ridderhaven, Logistiek dienstverleners/verladers als Van Bon Ridderhaven, Seabrex, Zwaardfruit Oude keten versus nieuwe keten Nieuwe Keten Oude Keten Wegvervoer
DC West-Europa
Wegvervoer Shortsea
Teler Spanje
Groothandel Barendrecht
DC West- Europa
Teler Spanje
Haven Spanje
Wegvervoer
Haven van Rotterdam/ Vlissingen
Binnenvaart
Binnenvaart Terminal
Kwalitatieve effecten Ontlasting wegennet van Spanje naar Nederland Kwantitatieve effecten: Het project leidt tot een verwachte besparing van 55.872.500 ritkilometers en 33.750 voertuigbewegingen Agenda/ Fasering Het project/concept is deels in praktijk gebracht in 2003/2004 maar abrupt gestopt. Na 2006 is de voortgang beperkt. Op dit moment worden wel delen van het concept uitgevoerd door de markt. Idee x
Plan x
Organisatie x
Business Plan x
Pilot x
Effecten x
Opschaling -
Brede Implementatie -
Toekomstige Plannen Project wordt deels uitgevoerd binnen Fresh corridor (binnenvaart aspect). Van het internationale concept. Het vervoer van Spanje naar Nederland, wordt kritisch beoordeeld of dit door UnitNet zal worden voortgezet. Overcapaciteit in de scheepvaart biedt mogelijkheden. Contactgegevens Klaas de Waardt Stichting V.E.R.N 0180-646464
[email protected]
Buck Consultants International
28
Opmerkingen Adviseur: Algemeen In 2003/2004 is het Unitnet Shortsea Shipping concept in praktijk gebracht na goedkeuring van de Marco polo aanvraag. Verschillende schepen hebben vanaf Zuid-Europa naar Nederland gevaren. Daarbij werd nog geen gebruik gemaakt van verdere vervoer per binnenvaart. In 2005 viel het consortium en daarmee de subsidie uit elkaar door faillissement van een van de bedrijven. In 2006 is wederom met een nieuw consortium subsidie aangevraagd om de aanloopkosten deels te financieren. Deze subsidieregeling is niet goedgekeurd door de EU waarna het project stillag. In 2007/2008 zijn met verschillende partijen gesprekken gevoerd om tot een nieuw consortium te komen. OP dit moment is er nog geen concreet businessplan. Wel wordt er binnen Fresh corridor gewerkt aan het ontwikkelen van intermodale diensten van Rotterdam naar Barendrecht en Venlo. Daarmee wordt een deel van het concept ontwikkeld. Door Unitnet wordt gekeken of men het internationale deel zal voortzetten. Het is positief dat het project deels in praktijk gebracht. Consortium problemen en aanloopkosten zorgen ervoor dat het multimodale concept moeilijk in praktijk te brengen is. Kosten voor scheepvaart zijn sterk teruggedrongen en waar er gedurende de pilot sprake was van een tekort aan capaciteit dreigt er nu overcapaciteit in de scheepvaart te ontstaan. Wellicht biedt dit kansen voor dit concept.
Buck Consultants International
29
1.12 ACT, Amsterdam Connecting Trade Omschrijving, Wat is de essentie van het project? Amsterdam Connecting Trade (ACT) is een gebiedsvisie en programmabureau voor infrastructuur en terreinontwikkeling ten zuiden van de luchthaven Schiphol. ACT richt zich vooral op een integrale aanpak van gebiedsontwikkeling en ontwikkeling van een logistiek knooppunt. Kernpunten zijn : • Inpassing van o.a. infrastructuur en multimodaal vervoer in gebiedsontwikkeling van meerdere bedrijventerreinen en functies • Publiekprivate ontwikkeling, voorkomen van trage ontwikkeling door betrekken van o.a. gemeenten, hoogheemraadschap, marktpartijen, inpassing greenportvisie • Ontwikkeling synergie voordelen van verschillende terreinen op verschillende thema’s o.a. mobiliteit, energie etc.
1
2 3
Clusteren/ synergie tussen verschillende functies op een bedrijventerrein Verbinden (verticale ketenintegratie) Regionale ontwikkeling
Binnen ACT worden greenportvisies gekoppeld aan de ontwikkeling van luchtvrachtafhandeling en de ontwikkeling van een logistiek knooppunt rondom Schiphol. Agrologistieke componenten van ACT zijn: • Ontwikkeling multimodale oplossing voor luchtvrachtafhandeling en het verlengen daarvan naar daarvan tuinbouwgebieden met: - HST Cargo, een aansluiting van o.a. Aalsmeer op HDT netwerk - Binnenvaartverbinding - Ongestoord logistieke wegverbinding tussen verschillende luchtvracht gebieden en mogelijk toekomstige koppeling met tuinbouwgebieden (Primavera, Aalsmeer). • Synergievoordelen tussen verschillende functies (zoals energie door opwekking in tuinbouwgebied en gebruik daarvan bedrijventerreinen) • Afstemming met Ontwikkeling Primavera, 220 hectare tuinbouwgebied, Greenpark Aalsmeer ste (180 ha bedrijventerrein)en Park van de 21 eeuw Deelnemende Partijen en projecttrekker • SADC Schiphol Area Development Company • Provincie Noord Holland • Gemeente Haarlemmermeer • Schiphol Group • AM Oude keten versus nieuwe keten Oude Keten
Nieuwe Keten OLV: Ongestoord logistieke verbinding
Niet Van toepassing Teler of Regio
Groothandel Logistiek Dienstverlener
Export via Schiphol
Vb Primavera Regio Aalsmeer
Import via Schiphol
Import via wegvervoer of binnenvaart
Export via HDT netwerk
Export via wegvervoer of binnenvaart
* keten/draaischijffunctie Kwalitatieve effecten • Snellere afhandeling van luchtvracht • Efficiënter transport op luchtvrachtcluster en aangesloten tuinbouwgebieden en handelsclusters • Integreren van multimodale (toekomstige) transportwijzen in gebied. • Energiebesparing en kostenbesparingen door synergieaanpak op duurzame thema’s • Aantrekken van bedrijvigheid ( zoals value adding parties) • Onderbouwing van belang luchtvracht voor sierteelt en belang clusters Kwantitatieve effecten: ACT omvat drie terreinen met de volgende omvang en realisatietermijnen: A4 Zone West Schiphol Logistics Park Schiphol Zuidoost
141 ha 45 ha 35 ha
Buck Consultants International
2010-2030 2008-2014 2008- ~~~
30
De agrologistieke effecten zijn in deze fase onbekend. Act legt een koppeling met Greenports maar is niet direct gericht op agrologistiek. Te verwachten is dat ACT met name bijdraagt aan de economische ontwikkeling van het sierteeltcluster en concurrentiekracht. Op korte termijn is niet te verwachten dat het leidt tot minder voertuigbewegingen of uitstoot. De belangrijkste effecten zijn te verwachten op: • Effecten HST cargo voor sierteeltcluster • Effecten aansluiting binnenvaart voor sierteeltcluster (vb toekomstige ontwikkeling reefertechniek) • Synergievoordelen Aalsmeer, en de ontwikkeling van bedrijventerreinen (Vb op gebied van energie) Agenda/ Fasering Het Masterplan ACT is in de zomer van 2008 afgerond. Nu vind in de planvormingsfase invulling van themamanagement en synergievoordelen plaats. Idee x
Plan x
Organisatie x
Business Plan x
Pilot -
Effecten -
Opschaling -
Brede Implementatie -
Toekomstige Plannen In 2005 is ACT van start gegaan. Realisatie zal plaats vinden in 2012/2013/2014 In de volgende fase, planvormingsfase zal met name gekeken worden naar synergievoordelen en themamanagement Contactgegevens ACT Programmamanager Sandra Minnesma Postbus 75700 1118 ZT Luchthaven Schiphol T +31 (0)20 - 654 40 20 www.actbeyondlogistics.nl
Opmerkingen adviseur Algemeen In vergelijking met andere pilot projecten is ACT net als bijvoorbeeld greenport Venlo een groot project. Op Schiphol vindt veel afhandeling van versstromen plaats en het belang van Schiphol als draaischijf voor Nederlandse de Nederlandse sierteeltexport is groot. Op en rondom Schiphol vindt bundeling plaats van import en Nederlandse teelt waardoor een zeer breed assortiment kan worden aangeboden. Binnen ACT worden Greenportvisies gekoppeld aan de ontwikkeling van luchtvrachtafhandelingterreinen en de ontwikkeling van een logistiek knooppunt rondom Schiphol. Naast het ontwikkelen van nieuwe bedrijvigheid en het verbeteren van wegverbindingen en biedt ACT door het integreren van multimodale oplossingen ruimte voor toekomstige ontwikkelingen op gebied van verstransport. Te denken valt aan afhandeling van sierteelt stromen per HST spoor, binnenvaart. De agrologistieke componenten liggen met name in: •
• • •
Ontwikkeling multimodale oplossing voor luchtvrachtafhandeling en in het verlengde daarvan Aalsmeer en een nieuw tuinbouw gebied Primavera met: - HST Cargo, een aansluiting van o.a. Aalsmeer op HDT netwerk. - Binnenvaartverbinding. Ongestoord logistieke verbinding tussen verschillende luchtvracht gebieden en (mogelijk) toekomstige koppeling met tuinbouwgebieden en Aalsmeer. Synergievoordelen tussen verschillende functies (vb Energie opwekking tuinbouwgebied en bedrijventerreinen). Ontwikkeling Primavera, 800 hectare tuinbouwgebied.
Knelpunten: De grootste uitdaging ligt in de samenwerking tussen partijen. Verschillende grote partijen hebben elk eigen belangen. De schaal maakt het project complex. Door samenwerking met meerdere partijen (overheden) is er geen sprake van enorme tegenwerking van partijen of overheden. Er zijn enkele woningen in het te ontwikkelen gebied maar het sluit aan op bestemmingsplannen.
Buck Consultants International
31
Effecten/ cijfers Voor het berekenen van effecten en het gebruiken van aanwezig materiaal rondom effecten zal een keuze gemaakt moeten worden van effecten op een aantal agrologistieke deelthema’s. Dit kan uitgewerkt worden op thema’s als: • Effecten HST cargo voor sierteeltcluster ( één element uitlichten). • Effecten aansluiting binnenvaart voor sierteeltcluster (zoals toekomstige ontwikkeling reefertechniek). • Synergievoordelen Aalsmeer, en de ontwikkeling van bedrijventerreinen (zoals voor energie). • Onderbouwing van economisch belang luchtvracht voor sierteelt en belang clusters. De rol van het platform ligt niet direct in het ondersteunen van het ACT programma omdat ACT al een programmabureau kent. Wel kan het platform op deelterreinen mogelijk ondersteuning bieden. Het ACT programma kan functioneren als voorbeeld voor integrale gebiedsontwikkeling en koppeling met Greenports.
Buck Consultants International
32
1.13 Florilog Omschrijving, Wat is de essentie van het project? Het programma Ketentransparantie van Florilog richt zich zowel op snijbloemen als op potplanten. Het programma zal in eerste instantie worden ingezet voor stromen in ketens waarin leden van de deelnemende partijen binnen Florilog actief zijn. Dat wil zeggen, kwekers die via FloraHolland producten afzetten, kopers die aangesloten zijn bij de VGB en transporteurs die aangesloten zijn bij de VSV. Dit beslaat een groot deel van de sierteeltsector. Er wordt geen exclusiviteit nagestreefd (patent) waardoor de voordelen van deze projecten ten goede kopen aan alle sierteeltpartijen in Nederland.
1 2
Verbinden (verticale ketenintegratie) Regisseren
Doel van Florilog ketentransparantie is: A Standaardisering van onder meer: • Nummersystematiek • Berichtensytematiek • Één netwerkstandaard. • Één tag B Aanpassing benodigde infrastructuur en systemen • Draadloze netwerken voor gebruik met oa scanners etc (UMTS) • Readers (lussen/poortjes) voor registratie van stapelwagens en Deense containers • RFID tags op ladingdragers waarmee op eenvoudige wijze en deels geautomatiseerd gegevens kunnen worden geregistreerd. Doelstelling is om in 2010 alle Deense containers te voorzien van RFID tags. Binnen ketentransparantie wordt nummersystematiek van producten en registratie van ladingdragers door lussen/ RFID gekoppeld om zo een sluitend systeem te krijgen. Deelnemende Partijen en projecttrekker • Flora-Holland • Vereniging Grootbloemenhandelaren in Bloemisterijartikelen (VGB) • Baardse Flowers and Plants (namens VGB) • Vereniging van SierteeltVervoerders (VSV), deelmarkt Transport Logistiek Nederland • Hamiplant (namens VGB) • De Winter Logistics, namens de vereniging van SierteeltVervoerders (VSV) • Te Baerts Internationale expeditie en transporten, namens de vereniging van SierteeltVervoerders (VSV) • Transportbedrijf Stet Heemskerk BV, namens de vereniging van SierteeltVervoerders (VSV) • Stichting FlorEcom • Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandelaren bloemen en planten • Transforum Agro & Groen • Productschap Tuinbouw • Waterdrinker (namens VGB) • Koninklijk Tuinbouwbedrijf Lemkes (namens VGB) • Landbouw Economisch Instituut (LEI) • Agrotechnology & Food Sciences Group (AFSG) • Rijnconsult Oude keten versus nieuwe keten Oude Keten Niet specifiek van toepassing
Nieuwe Keten Niet specifiek van toepassing
Kwalitatieve effecten De grootte van de sierteeltsector en de belangrijke positie van Flora-Holland en haar toeleveranciers en afnemers zorgen ervoor dat wanneer het programma succesvol is afgerond veel winst te behalen is op gebied van onder meer: • Transport: Het volume (sierteelt is een van de belangrijkste GV segmenten in Nederland) en het karakter van de zendingen (daghandel) zorgt voor grote besparingsmogelijkheden zowel op de veilingen zelf, regionaal, nationaal als Europees • Concurrentiekracht: Het programma heeft een positief effect op de Nederlandse sierteeltsector door meer controle over informatiestromen, lagere kosten en een mogelijk kortere doorlooptijd van zendingen. De grootte van de sector en het belang van sierteelt voor Nederlandse export zorgt het voor een positief effect op de regionale en Nederlandse economie als geheel. • Verbetering van traceability en kwaliteitscontrole. Op zendingen kan als gevolg van kortere doorlooptijden en een verbeterde informatievoorziening een kwaliteitsverbetering worden gerealiseerd (zoals verbetering van shelflife) • Kennis • Innovatie
Buck Consultants International
33
Kwantitatieve effecten: Met meer dan 8,16 miljoen(2007) verwerkte stapelwagens en Deense containers waarop dit project gefaseerd betrekking heeft zijn de volumes en is het potentieel aan besparing zeer groot. Voorbeeld Kissit Agenda/ Fasering Het programma wordt gefaseerd uitgevoerd. Men is begonnen met vestiging Naaldwijk en voor andere veilingen wordt de aanpak onderzocht. Idee x
Plan x
Organisatie x
Business Plan x
Pilot x/-
Effecten x/-
Opschaling x/-
Brede Implementatie -
Toekomstige Plannen Het programma zal naar verwachting tussen 2008 en 2010 worden uitgevoerd. Zo wordt als doelstelling gesteld voor 2010 alle Deense containers te voorzien van RFID tags Contactgegevens J.G. (Johan) Star, Adviseur Ketenlogistiek FloraHolland FloraHolland Jupiter 462 (Trade Park Westland) 2675 LX Honselersdijk T 0174-63 2201
[email protected] www.Florilog.nl ww.tenkate.nl
Opmerkingen Adviseur Algemeen Florilog is een programma met als doel om logistiek in de sierteeltsector te verbeteren Binnen Florilog investeren de verschillende deelnemers gezamenlijk in logistieke ketenprojecten en logistieke keteninitiatieven. In alle lagen van de stichting (bestuur, management, project- en werkgroepen) zijn alle verschillende partijen betrokken. Op dit moment zijn er twee hoofdprogramma’s: • Programma Ketentransparantie • Programma Regie op internationale stromen Ketentransparantie richt zich onder meer op: A Standaardisering van onder meer: • Nummersystematiek • Berichtensytematiek • Één netwerkstandaard. • Één tag Bij deze nummersystematiek wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn GS1 standaarden toe te passen. Een belangrijk onderdeel is het toepassen en verfijnen van locatiecodering zodat bijvoorbeeld een transporteur precies weet waar een product afgehaald moet worden bijvoorbeeld door GPS- coördinaten. Op dit moment wordt gekeken op welke wijze de gegevens rondom locatiecodering het beste kunnen worden geïnventariseerd, intern of extern en hoe deze kunnen worden bijgehouden. Berichtensystematiek is gericht op het standaardiseren en optimaliseren van dataoverdracht tussen bedrijven. Veel opdrachten vinden nu telefonisch en per fax plaats. Met een standaard berichtensystematiek kunnen transportopdrachten digitaal worden toegewezen. Dit kan leiden tot meer bundeling en een kortere doorlooptijd van zendingen. Één netwerkstandaard heeft als doel om een landelijk en ketenbreed draadloos netwerk te faciliteren. Dit houdt in dat er gebruik gemaakt zal worden van publieke netwerken (zoals bijvoorbeeld UMTS). Het is de ambitie om in samenwerking met telecomproviders er zorg voor te dragen ook binnen de veilinggebouwen dekking te realiseren, zodat alle ketenpartners op alle Greenports gebruik kunnen maken van één ketenbreed landelijk draad-
Buck Consultants International
34
loos netwerk. Momenteel zijn er veel draadloze (wifi) netwerken binnen de gebouwen. Het opschonen van deze aparte netwerken en het kunnen gebruiken van een publiek netwerk voorkomt veel onderhoud en beheerskosten. Daarnaast bespaart het in de aanschaf van verschillende apparatuur, omdat gebruik gemaakt kan worden van één en dezelfde standaard. Één tag (één informatiedrager) heeft als doelstelling om in de sierteelt supply chain één informatiedrager/tag als standaard te introduceren. Binnen de sierteelt sector worden de Flora-Holland stapelwagen en de CC container het meeste gebruikt voor aanvoer en transport van bloemen en planten. De CC organisatie heeft als doelstelling om in 2010 een standaard UHF gen2 RFID tag op hun rolcontainers te introduceren. Deze standaard komt overeen met de door Metro Group en andere grote retailbedrijven gehanteerde standaarden. Om te bewaken dat er in de sector slechts één RFID standaard voor supply chain stromen wordt geïntroduceerd is FloraHolland samen met de andere Florilog partners aan het onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om dezelfde standaard op de Flora-Holland stapelwagen te introduceren. Hiervoor worden verschillende veldtesten, proefopstellingen, pilots en projecten ingericht. B Aanpassing benodigde infrastructuur en systemen • Draadloze netwerken voor gebruik met onder andere scanners etc (UMTS). • Readers (lussen/poortjes) voor registratie van stapelwagens en Deense containers. • RFID tags op ladingdragers waarmee op eenvoudige wijze en deels geautomatiseerd gegevens kunnen worden geregistreerd. Doelstelling is om in 2010 alle Deense containers te voorzien van RFID tags. Binnen ketentransparantie wordt nummersystematiek van producten en registratie van ladingdragers door lussen/ RFID gekoppeld om zo een sluitend systeem te krijgen. Fasering Beschrijving Acties Berichtensystematiek Beeldbuis UMTS Naaldwijk UMTS Veiling Aalsmeer, Bleiswijk, Eelde, Rijnsburg, Venlo Scannen Onderzoek bij veilingen naar projecten die bijdragen aan ketentransparantie Plant Tot Klant RFID deense containers RFID stapelwagens Locatiecoderingen Aalsmeer Locatiecoderingen overige veilingen
Fase In opstartfase Uitgevoerd, Kissit wordt doorontwikkeld binnen Florilog Gereed In opstartfase Onderzoeksfase In opstartfase 2010 Investering voorbereiden In uitvoering Aanvraag pieken in de delta subsidie
Tabel 2 Fasering Florilog Belangrijke factoren • Goed projectmanagement. • Vasthouden van “momentum”. • Veiligheid van informatie. Geen marktinformatie en informatie alleen beschikbaar voor de partijen die daartoe gemachtigd zijn. • Openstaan van partijen voor ketentransparantie. Het platform agrologistiek kan bijdragen door: •
•
Het ondersteunen in subsidie aanvragen en een ingang in Den Haag. De snelheid waarmee subsidieaanvragen worden toegewezen vormt een probleem. Wanneer dit te lang duurt bestaat het risico “momentum” kwijt te raken. Een subsidie kan partijen er toe bewegen actief deel te nemen in het programma en zorgt voor het opvangen van aanloopkosten. De grootte van het project zorgt voor forse investeringen. Positieve publiciteit extern maar zeker ook intern. Het is belangrijk dat het project ook intern wordt gezien als vooruitstrevend en belangrijk om zo partijen mee te krijgen en enthousiast te houden.
Buck Consultants International
35
1.14 Greenport Betuwse Bloem Omschrijving, Wat is de essentie van het project? Het Gelders rivierengebied kenmerkt zich door aanwezigheid van veel verschillende land en tuinbouwclusters. De clusters zijn individueel minder groot dan clusters in bijvoorbeeld Aalsmeer of Naaldwijk en bestaan soms uit één of meer grote partijen. Gezamenlijk vormen de clusters een belangrijke economische kracht of Greenport met bijna 1600 bedrijven, 7070 hectare en een netto toegevoegde waarde van 795 miljoen euro. De individuele clusters hebben middels “pacts” plannen en afspraken gemaakt om zichzelf te versterken. Binnen de regio bestaat behoefte de krachten te bundelen, de greenport te ontwikkelen en uit te dragen.
1
2 3
Clusteren/ synergie tussen verschillende bedrijven op een bedrijventerrein Verbinden (verticale ketenintegratie) Regionale ontwikkeling
Doel van Greenport Betuwse Bloem Betuwse Bloem is gericht op het stimuleren van ondernemerschap en innovatie op en tussen clusters in de regio, het profileren van de regio en het daadkrachtig realiseren van een gezamenlijke visie/planning voor de ontwikkeling van logistieke knooppunten, infra en bedrijventerreinen. Binnen Betuwse Bloem zijn de volgende kernclusters benoemd: • • • • •
Fruitteelt (Betuwe, Geldermalsen) Glastuinbouw Bommelerwaard Glastuinbouw Lingewaard-Overbetuwe (oa Bergerden) Laanboomteelt (Opheusden) Paddestoelenteelt ( Kerkdriel/Maasdriel)
Deelnemende Partijen en projecttrekker Voorbeelden betrokken partijen: • Gemeenten en Provincies • Veiling Oost Nederland • Koninklijke Fruit Masters Groep • Banken Champignons • Heuveltrans • H&S transport • Zelman Oude keten versus nieuwe keten Oude Keten Kwekers
Nieuwe Keten Afnemers
Kwekers
Agribusiness Centre
Afnemers
Kwalitatieve effecten • - versterking (inter)nationale logistieke positie • - gebiedsbranding en positionering • - verbetering kennisinfrastructuur (onderwijs en scholing) • - verbetering innovatie-infrastructuur Als voorbeeld van de deelprojecten is het laanboomcluster in Opheusden. Door ontwikkeling van een Agribusiness Centre wil men het laanboomcluster versterken. Tevens kunnen met dit ABC goederen gebundeld worden vervoerd richting bijvoorbeeld boskoop of internationale afzetmarkten. Daarnaast zou dit ABC kunnen dienen als consolidatiecentrum voor export naar Duitsland van telers in West Nederland. Effecten van dit voorbeeld zijn: • Minder voertuigbewegingen in dorpskernen • Bundeling van zendingen naar Boskoop, Westland en exportmarkten • Professionalisering en specialisatie van laanboomsector door ontwikkeling van bedrijventerrein Kwantitatieve effecten: Effecten zijn wel kwalitatief te beschrijven maar nog niet kwantitatief. Projecten op bijvoorbeeld bedrijfsniveau zijn op dit moment niet volledig uitgewerkt. Wel zien ondernemers in de regio en de clustermogelijkheden om gezamenlijk transportbesparing op te pakken.
Buck Consultants International
36
Agenda/ Fasering De organisatie, visie en plan van aanpak zijn ontwikkeld. Diverse plannen worden verder uitgewerkt. Op clusterniveau moeten veel projecten nog van start gaan. Idee x
Plan x
Organisatie x
Business Plan -/x
Pilot
Effecten -
Opschaling -
-
Brede Implementatie -
Toekomstige Plannen Het project zal zich gaan richten op de praktische uitvoering van projecten in de verschillende clusters. Contactgegevens Ferry Hollinger Voorzitter Ondernemersplatform Greenport Betuwse Bloem Roelf de Boer Kernteam Greenport Betuwse Bloem (
[email protected]) Postbus 9090 6800 GX Arnhem tel. (026) 359 8027
[email protected]
Opmerkingen Adviseur Algemeen Door een duidelijke stem kunnen thema’s efficiënter worden opgepakt en met het ondernemersplatform kan meer dynamiek en innovatie worden gerealiseerd. Veel bedrijvigheid bevind zich bij dorpskernen en het onderliggend wegennet is vaak ontoereikend voor toenemende bedrijvigheid en zware voertuigen. Individuele gemeenten kunnen vaak niet beschikken over voldoende mogelijkheden om bedrijvigheid en vervoersstromen optimaal te faciliteren en te ontwikkelen. Benoemde thema’s zijn: 1 Marktpositie 2 Ruimtelijke inrichting 3 Infrastructuur 4 Ondernemerschap en scholing 5 Duurzaam ondernemen 6 Innovatie regie en samenwerking Greenport Betuwse Bloem bestaat uit een ondernemersplatform en een kernteam die voor vijf tuinbouwclusters projecten en samenwerking faciliteren op verschillende schaalniveaus. Met een logistieke plan van aanpak richt het zich platform op agrologistieke vernieuwing in de regio. Activiteiten • Financiering organiseren en opstarten projecten waar nodig • Organiseren van bijeenkomsten • Visie ontwikkeling • Branding van regio • Bijeenkomsten Kernteam (1x per maand) • Bijeenkomsten bedrijfsleven (1x per twee maanden) • Bijeenkomst alle partijen ( 1 x per half jaar) Wenselijke ondersteuning vanuit platform 1 voorkomen van verkokering. 2 ondersteuning in het verbinden van individuele clusters (methodes). 3 ondersteuning in het theoretisch onderbouwen van de toegevoegde waarde ten opzichte van het westen en voor Nederland als geheel (het ligt bijvoorbeeld dichter bij afzetmarkt Duitsland,er is ruimte en minder congestie). 4 waar leg je de verantwoordelijkheid voor onderliggend wegennet (gemeenten, provincie, rijk). 5 druk op de ketel om ontwikkelingen te realiseren.
Buck Consultants International
37
Opmerkingen adviseur • Brede aanpak. Wel het risico om teveel in één keer uit te werken, immers 7 speerpunten, in minimaal 5 clusters en op meerdere schaalniveaus is erg veel. Juiste timing en hoeveelheid informatie per doelgroep zal daarom belangrijk zijn. • Juist doordat de regio niet één dominante speler kent zijn er veel kansen voor samenwerking en dynamiek ( zie Venlo). • Regio kan juist kleine en middelgrote bedrijven meer ruimte (letterlijk en figuurlijk) en onderscheidend vermogen bieden dan traditionele gebieden in bijvoorbeeld de Randstad. • Regio kan goed inspelen op verschuiving van logistieke centra naar het oosten en vanuit werknemersperspectief naar een aantrekkelijke woon- en leef- omgeving. • Schaalgrootte kan een bedreiging vormen voor het ontwikkelen van logistieke Hub.
Buck Consultants International
38
Tabel 1.2
Greenport Betuwse Bloem
Schaalniveau Landelijk Internationaal
Regionaal
Voorbeelden van Kansen Knelpunten aanpak • versterken corridor • corridor/aansluiting A15 • visie ontwikkeling Randstad-Duitsland • ruimtegebrek en conges- • meerwaarde en tie in traditionele greensynergie regio én • bieden van ruimte ports Randstad voor ondernemen/ontlasting Randstad
•
• • • • •
Clusters
• •
•
•
Bedrijfsniveau
• •
positionering regio, aantrekken bedrijvigheid verbeteren onderliggend wegennet integrale gebiedsontwikkeling multimodale ontwikkeling verbinden Clusters synergievoordelen tussen functies
•
clusterontwikkeling kruisbestuiving tussen bedrijven in clusters verbinden bedrijvigheid met kenniscentra versterken draaischijf( combineren import en lokale productie)
•
•
• •
•
• • •
• samenwerking op transport & logistiek innovatie
behoud belangrijke spe- • lers ontwikkeling van gefrag- • menteerde bedrijventerreinen • ontsluiting dorpskernen slagkracht individuele clusters is minder groot dan van andere greenports beperkt ontwikkeld multimodaal netwerk
Belangrijke partijen Mogelijke effecten Rijksoverheid, • toename 10% Provincie bedrijvigheid • ontlasting Randstad • ruimte Randstad • bieden van ruimte voor ondernemen (relocatie) masterplan Bedrijven-Provincie, • realisatie Gemeenten, terreinen sterke bedrijventerreinen regionale positione- Bedrijfsleven ring en branding • synergievoordelen clusters ontwikkeling multi(Energiebemodale knooppunten sparing) • relocatie bedrijven
enkele belangrijke maar • solitaire bedrijven gefragmenteerde clusters behoefte scholing en aantrekken personeel beperkte samenwerking • tussen bedrijven in de re- • gio
samenwerking met Bedrijfsleven kennisinstellingen bijv. WUR op gebied van kennis en innovatie scholingsprojecten aantrekken bedrijvigheid
•
transportbesparings- Bedrijfsleven projecten (collectief en individueel) bundeling inzet bedrijfsvoertuigen multimodaal vervoer
bedrijven zijn intern gericht
• • •
• • • •
•
innovatie kennisontwikkeling aantrekken bedrijvigheid ketenoptimalisatie
10-30% transportbesparing, energiebesparing
Bron: BCI
08-173
Buck Consultants International
39