OneWorld 4 / mei 2013
NUMMER 4 MEI 2013
de gUlle HAnd VAn de eMir VAn qATAr
Hulp is een vorm van jihad cHiKA Unigwe
Patatten eten als inburgering de lAATSTe roePingen
Tijd van de missionaris is voorbij
FaBriCeer Je eigeN UToPie In Argentinië gebeurt het
ARE YOU READY FOR TAKE-OFF? Heb jij plannen om in Afrika, Azië of Latijns-Amerika een bedrijf met sociale impact te beginnen? Doe dan mee met de businessplancompetitie Ondernemen Zonder Grenzen. Wie vóór 16 juni een ideeomschrijving indient dat overtuigt van winstgevendheid én duurzaamheid, krijgt een intensief coaching traject aangeboden. De ondernemers die zich daar vervolgens het beste doorheen slaan, maken kans op een investering van €100.000,- van De Investeerdersclub. Meer willen weten? Kom naar het inspirerende Take-Off event op 6 juni. Schrijf je nu in via:
WWW.ONDERNEMENZONDERGRENZEN.NL
oneworld INHOUD
Beeld sTudIo de leIJer
REDACTIONEEL
bill & Melinda
Z
haNs ariëNs
TiJd Voor een nieUwe UToPie?
OneWorld ontdekt het antwoord op de crisis
12
AcTie Ragbag Calcutta 22 qATAr Met de hulp gaat ook de islam naar Afrika 36
cHiKA Unigwe
Migreren is als je stem verliezen
24
recTificATie Het Ethiopische biermerk waarin Bavaria investeert heet Habesha, niet Abecha (OneWorld 3, pag. 34). NUMMER MEI
OneWorld/mei
ijn wij te onbaatzuchtig als we hulp geven? Chinezen leggen wegen aan in Afrika, in ruil voor olie. De emir van Qatar, sjeik Hamad bin Khalifa al Thani, spant zich tot het uiterste in voor vrede in Darfur, een gebied in Sudan dat wij al láng waren vergeten. En hij geeft gul aan arme landen in Afrika – op voorwaarde dat ze zich bekeren tot de islam, zo lezen we in deze OneWorld. Zie daar maar eens weerstand aan te bieden als je geen cent te makken hebt. De missionarissen die Nynke Sietsma voor ons interviewde, hadden meer scrupules dan de Qatarezen. Het ging ze om ‘verbinden’, zeggen ze, niet om zieltjes winnen. Zo zijn er ook velen die gruwen van de combinatie van hulp en handel in één bewindspersoon. Hulp geven doe je voor de ander, handel drijven om er zelf beter van te worden. Hulp is PvdA, handel is VVD: twee geloven waar de duivel tussen slaapt. Maar de voorstanders zullen blijven vragen: zijn wij niet te onbaatzuchtig? Onbaatzuchtig kun je Bill Gates niet noemen. Hij heeft goed voor zijn bedrijf en voor zichzelf gezorgd. Maar nu hij samen met zijn vrouw de Bill & Melinda Gates Foundation (BMGF) runt, kun je hem niet meer op plat eigenbelang betrappen. De stichting steunt mondiale gezondheidsinitiatieven, zoals vaccinaties, gezinsplanning en de strijd tegen hiv-aids en is een van de belangrijkste partijen in de ontwikkelingshulp geworden. Het dossier over de toekomst van de hulp bij deze OneWorld is een uitvloeisel van een onderzoek verricht door NCDO, met steun van BMGF. En daarvoor hoeft Gates niet eens op de stoel van de hoofdredacteur te zitten. Thanks a lot, Bill.
DE GULLE HAND VAN DE EMIR VAN QATAR
Hulp is een vorm van jihad CHIKA UNIGWE
Patatten eten als inburgering DE LAATSTE ROEPINGEN
Tijd van de missionaris is voorbij
FABRICEERJE EIGENUTOPIE In Argentinië gebeurt het
UToPiScHe ATLaS
Ontwerpers verbeelden hun ideale land
30
coVer Ivana, partner in de coöperatie die de Grissinopoli-fabriek in Buenos Aires heeft overgenomen. coVerFoto IrINA WerNING
ONEWORLD 3
ontvang je oneWorld magazine nog niet thuis? ga dan naar www.oneworld.nl/magazine en meld je aan. abonnementen in Nederland zijn gratis. Woon je in het buitenland, dan betaal je € 30,- (europa) of € 40,- (buiten europa) per 10 nummers. NUMMER MAART
NUMMER MEI
NUMMER DECEMBER
3js in cambodja
KERSTDIN ER MET
LOUISE FRESCO
Het nut van de hamburger
Fietsen tegen uitbuiting lokaal varkensvoer
GOED VOORNEM
EN
Kies de groenste energieleverancier
Knor loopt op lupine
2013
2700 liter voor een shirtje
Kwartetten met de armsten
NUMMER 3 APRIL 2013
Win wellnessdag op de veluwe WATERVOETAFDRU
VAN RUTTE-II
WIN TAS VAN INDIASE BILLBOARDS
OneWorld/mei
t
EXTRA DOSSIER GEZONDHEID
OneWorld 3 / april
OneWorld/maar
OneWorld 1 / februari 2013
DE SPELREGELS
NUMMER 1 fEbRUaRi 2013
Win TwEEpERSOONS HANGmAT
K
GEVLUCHTE SYRISCHE
VROUWEN
Wachten op de val van Assad COLUMN
Grunbergs testosteron
vette vangst
Bangladesh drijft op tijgergarnaal
DE GULLE HAND VAN DE EMIR VAN
hulp en handel
Volgens lilianne
Minister met twee petten tristraM stuart
geniet Van kliekjes
Eten uit de vuilnisbak de herkoMst Van
plouMen
onze Modepo
Indonesische Barbie
QATAR
Hulp is een vorm van jihad CHIKA UNIGWE
Patatten eten als inburgering DE LAATSTE ROEPINGEN
p
Tijd van de missionaris is voorbij
FABRICEERJE
! AN BeM LAst ALTILES E VOORLEVEDE ingPArAEIG ENUTOPIE ALTIJDVAKAN in De PoLDer DiJs DE KINDEREN de crisis Verre reis overleeft
Moeders over hun baby’s
eging Mannelijkheid in bew In Argentinië gebeurt het Ook goede doelen omz eilen de fiscus
volg oneWorld ook via : facebook: www.facebook.com/oneworldnl twitter: www.twitter.com/oneworldnl www.twitter.com/owvacatures: de grootste vacaturebank met jobs voor een betere wereld
oneWorld heeft nu ook een eigen app! Download de gratis app Where does my aid go (voor android en iPhone)
ACTIe
oneworld COLOFON
INHOUD
OneWorld is een gratis uitgave van NCDO. NCDO staat voor Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling. NCDO betrekt mensen in Nederland bij internationale samenwerking. www.ncdo.nl Meningen en standpunten die te lezen zijn in dit blad, worden niet noodzakelijkerwijs door NCDO onderschreven. OneWorld werkt samen met lokaalmondiaal en Vice Versa in het Wereldmediahuis. www.wereldmediahuis.nl OneWorld verschijnt tien keer per jaar. Het volgende nummer verschijnt op 4 juni. Hoofdredacteur Hans Ariëns Adjunct-hoofdredacteur Lonneke van Genugten Redactie Annemiek Huijerman, Ellen de Lange, Sanne Terlingen, Martijn van Tol Redactiecoördinator Trisha Goossens Stage Joanne de Jager, Iris Segers, Evelien Veldboom Aan dit nummer werkten mee Gerbert van der Aa, Abdelkader Benali, Christian Bobst, Peter Boer, Kees Broere, Jan-Dirk van der Burg, Stijn Cornelissen, Theo Deutinger, Ton Dietz, Nils Elzenga, Esther Gaarlandt, David Hecker, Joachim Heyvaert, Hollandse Hoogte, Marcus Koppen, Studio de Leijer, Peter van Lieshout, Anaïs López, Michel Maas, Daisy Mohr, Mark Nozeman, Loethe Olthuis, David Ortiz, Isabelle Pateer, Panos, Mike Roelofs, Marcel van Roosmalen, Ruerd Ruben, Mark Schalekamp, Monique Samuel, Mark Schenkel, Vamba Sherif, Nynke Sietsma, Judith Spiegel, Jan-Joseph Stok, Remko Tanis, Babah Tarawally, Wies Ubags, Annelys de Vet, Irina Werning, Matty van Wijnbergen, Marianne Wilschut, Femke van Zeijl Marketing & sales Gaby Hafkenscheid (marketing), Alicia van Vliet (advertentieverkoop),
[email protected] Basisontwerp Bruno Heemskerk Vormgeving Bouwe van der Molen, Barbara Pilipp Beeldredactie Anja Koelstra Media-concept Suzanne Weusten Lithografie MediaTraffic Press, Amsterdam Druk Habo DaCosta, Vianen
KENIAANSE OUdERS PIKKEN HET NIET MEER Kwaliteit daalt door gratis onderwijs
42
Redactieraad Amma Asante, Pieter Broertjes (voorzitter), Tineke Ceelen, Anna Chojnacka, René Grotenhuis, Kitty van der Heijden, Aad van den Heuvel, Arie de Ruijter, Mette te Velde Abonnementen OneWorld is gratis voor abonnees in Nederland. Abonneren, opzeggen, wijzigingen doorgeven of vragen stellen kan via www.oneworld.nl/magazine Abonnees in het buitenland betalen vanaf januari 2012 € 30,- in Europa, en € 40,- buiten Europa per tien nummers. Voor aanmelden: www.oneworld.nl/magazine/abonnement-het-buitenland Voor abonnees in het buitenland geldt: voor het beëindigen van een abonnement geldt een opzegtermijn van een maand vóór afloop van de abonnementsperiode. Zonder wederopzegging worden abonnementen na de eerste abonnementsperiode omgezet in een abonnement voor onbepaalde tijd. Inning van het abonnementsgeld blijft gelijk aan de periode waarvoor het abonnement is aangegaan. Na omzetting van het abonnement naar onbepaalde tijd geldt een opzegtermijn van 3 maanden vanaf de dag dat de opzegging ons heeft bereikt. Oxfam Novib Wereld- en Totaalabonnees kunnen zich richten tot: Oxfam Novib, Mauritskade 9, 2514 HD Den Haag. Tel. 070 342 17 77
Marcel & Jan-Dirk Eten voor Afghaans water 48 De Inspecteur Hulp passé? 54
Verbinding, geen BEKERING Missionarissen kijken terug
50
Wij nemen uw gegevens op in een gegevensbestand. Deze gegevens worden gebruikt voor de uitvoering van met u gesloten overeenkomsten, zoals de abonnementenadministratie. Daarnaast kunnen de gegevens door OneWorld, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante informatie en/of speciale aanbiedingen van producten en diensten. Mocht u hier bezwaar tegen hebben dan kunt u ons hiervan per post (NCDO, afd. marketing OneWorld, Postbus 94020, 1090 GA Amsterdam) op de hoogte stellen. OneWorld magazine is gedrukt op PEFC gecertificeerd papier. PEFC-certificaatnummer ch11/0646 De redactie van OneWorld heeft datgene gedaan wat redelijkerwijs van haar kan worden gevergd om de rechten van de auteursrechthebbende op de beelden te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die menen rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich binnen twee maanden na verschijnen wenden tot de redactie van OneWorld.
Special De toekomst van de hulp
RUBRIEKEN Entree 6 De toestand in de wereld 10 Rondje wereld 28 Open keuken 39 Aan de slag 40 Op de kop getikt 55 Cultuur en media 56 Mijn oplossing 58 COLUMNS Kees Broere 8 Abdelkader Benali 23 Babah Tarawally 27 Loethe Olthuis 38 Mark Schalekamp 41
Spoedig einde of nieuw begin?
59
ONEWORLD 5
ENTREE BERICHTEN VAN HIER EN DAAR
Apetrots Iran Dat onlangs een aap de ruimte in ging, was voor veel Iraniërs een opsteker.
Een aap uit het Iraanse ruimteprogramma (niet Pionier). kritiek meteen weer op”, zegt Ibrahimi. “Wij willen technologie zelf kunnen ontwikkelen en niet afhankelijk zijn van de kennis van anderen.” In deze barre economische en politieke tijden is de
‘Wat kunnen mannen doen om vrouwen te stimuleren een leidende functie te nemen? De was.’ Sheryl Sandberg, operationeel directeur Facebook en moeder van twee kinderen, de Volkskrant, 12 maart 2013
oneworld.nl
Jutterskunst
Dag in dag uit schuimen de Amerikaanse Richard en Judith Lang de stranden van Kehoe Beach in Noord-Californië af. Ze zoeken naar aangespoeld plastic en maken daar kleurrijke kunst van. Mooie bijkomstigheid: in één jaar haalden ze 2000 kilo afval van het strand. Lees en zie meer over het stel en hun kunst op oneworld.nl/plastickunst 6 ONEWORLD
recente lancering een kleine opsteker voor de bevolking. “Ik had niet verwacht dat wij dit zouden kunnen. Ik was blij toen ik het op televisie zag”, zegt studente Farnaz uit Teheran. Daisy mohr
59 procent van de ‘tonijn’ uit Amerika is geen tonijn, maar een andere vissoort
Bron: Oceana.org
Beeld hh
O
nderzoekers in Teheran stralen als de aap Pionier, die begin dit jaar met een raket de ruimte in werd geschoten, bij terugkomst uit zijn kooi wordt gehaald. Meteen krijgt het verschrikte dier een bonbon. “We hebben hiermee een grote sprong voorwaarts gemaakt”, stelt Mohammed Ibrahimi, directeur van het Iraanse ruimtevaartprogramma. Volgens westerse waarnemers zou dit programma een dekmantel kunnen zijn om langeafstandsraketten te ontwikkelen uitgerust met kernwapens. “Het is nogal vermoeiend. Altijd als wij een mijlpaal bereiken, laait de internationale
Zwarte knarren China Eerbied voor grijze haren? President Jinping en zijn gevolg staan liever strak in de zwarte verf. Hij bestudeert een recente groepsfoto van de zeven machtigste mannen van het land. “Ze houden het wel goed bij, zie ik. Allemaal strak in de verf.’’ De leiders stralen met hun uniforme pak eenheid uit en willen met hun zwarte haar laten zien dat ze jong, gezond en daadkrachtig zijn. Maar Qu zelf heeft nog nooit een leider binnen gehad voor een verfbeurt. Zijn verfklanten zijn juist jong. “Alle Chinezen hebben zwart, steil haar. Jongeren verven het blond of roodbruin, juist om anders te zijn dan de massa.” Remko Tanis
Happy Apps
Bericht uit thailand
Vedergewichtjes Thailand Duizenden kinderen vechten zich een weg naar de top om hun familie te onderhouden. Kinderboksen is een hit in Thailand.
Beeld uit de documentaire Buffalo Girls
Beeld remko tanis
D
e net afgetreden Chinese leider Hu Jintao is zeventig, maar op zijn hoofd is geen grijze haar te bekennen. Zijn opvolger Xi Jinping is zestig en heeft ook nog een volle, zwarte bos. Sterker: alle bijna drieduizend leiders die in maart in de Chinese hoofdstad Beijing bijeen waren voor het jaarlijks Volkscongres hebben ravenzwarte haren. Ook dragen ze allemaal eenzelfde donker pak met wit overhemd en rode stropdas, en op de linkerrevers draagt iedereen hetzelfde rode pasje met hun foto. Kapper Qu Xiao Zheng (25) kan wel lachen om de identieke haardracht van de Chinese leiders. “Zo saai!”
R
egisseur Todd Kellstein volgde voor de documentaire Buffalo Girls de twee boksmeisjes Stam en Pet. “Ik vecht om mijn ouders blij te maken”, zegt de achtjarige Stam vrolijk. Voor Thaise kinderen en hun familie is geld verdienen in de bokswereld een aantrekkelijk alternatief voor de seksindustrie, zegt Kellstein. “In het Westen hebben we sterke meningen over wat goed is voor kinderen, maar of we daar altijd gelijk in hebben?” Bekijk de documentaire op oneworld.nl/buffalogirls
Drie apps om duurzaam van A naar B te gaan. ANWB brandstofverbruik Je brandstofverbruik bijhouden, tips om duurzamer te rijden en meer. Voor iPhone en Androïd Greenwheels Met de Greenwheels app voor je iPhone kun je tot een minuut voor vertrek een auto reserveren en de autodeur met je telefoon openen. Voor iPhone Fietsen.123 Liever fietsen? Zoek naar fietsenmakers in de buurt, horeca gelegen aan fietspaden en oplaadpunten voor elektrische fietsen. Voor iPhone en Androïd ONEWORLD 7
ENTREE
Voel de liefde
small solution
“Heb jij gisteren liefde gevoeld?”, vroeg de Amerikaanse denktank Brookings aan mensen over de hele wereld. Bij de Filippino’s liep het hart ervan over, terwijl in Armenië de liefde hoogstens onderkoeld werd beleefd. geen data 30
40
50
60
70
80
90
100
Bron: Brookings Institution
Column
Plaatsverwisseling
D
e weg naar het kantoor is zesbaans. Bij de receptie werken twee zeer attente dames. Als ik uit de lift op de verkeerde verdieping uitstap, zie ik precies dezelfde, geavanceerde kantoortuin als op de verdieping erboven, waar ik moet zijn. De mannen gaan in pak. De vrouwen lopen op hoge hakken. Een zacht zoemen van laptops klinkt in de ruimte. Verder is het er tamelijk stil, opvallend stil zelfs voor een plek waar zo veel mensen werken. De man met wie ik een afspraak heb, is verlaat. Zijn collega aan het bureau ernaast vraagt of ik iets wil drinken. Zij komt van de automaat terug met koffie in een stenen beker. Of ik iets te lezen wil. Een krant? Ik sla het vriendelijke aanbod af, log in op de
8 ONEWORLD
wifi en check op de telefoon mijn mail en Twitter. Zij gaat verder met een videoconferentie. Als ik mijn hoofd iets naar links buig, hoor ik haar praten over de jongste reclamecampagne van de concurrent en over een nieuwe ‘sales’-benadering in het eigen bedrijf. Door de ramen kijk ik naar andere kantoorgebouwen en naar een grijze hemel. Het regent nog steeds. Echt zo’n grauwe Hollandse dag. Als de temperatuur nóg verder daalt, wordt het weer eens tijd voor boerenkool met… Oh, wacht. Daar is de man van mijn afspraak. “Habari? Hoe gaat het met je?” Journalist Kees Broere woont en werkt sinds 1998 in Nairobi, Kenia
Water uit de lucht ‘Haal hier schoon water!’ Een billboard in de Peruaanse hoofdstad Lima schreeuwt je niet toe dat je spullen moet kopen, maar biedt je een glas schoon water aan. De technische universiteit in Lima (UTEC) bedacht enkele maanden geleden een stunt om nieuwe studenten aan te trekken, en ontwierp een billboard dat vocht uit de lucht omzet in schoon drinkwater. Alejandro Aponte, creatief brein achter het bord: “We willen aankomende studenten laten zien hoe je met techniek échte problemen aanpakt, zoals het gebrek aan drinkwater in Peru.” Lima ligt in een gebied waar nauwelijks regen valt, maar waar de luchtvochtigheid wél erg hoog is: de ideale plek om water uit de lucht te halen. Het billboard heeft intussen al duizenden liters water geproduceerd, dat aan de voet van het bord door Peruanen kan worden getapt. Iris Segers
Beeld esTher GAArlANdT
goed beZig
Wellness voor de wagen kenia Weekendritueel: vrouwen naar de kapper, mannen (met dure auto’s) naar de carwash.
E
en groepje gezette mannen kijkt verlekkerd naar de rij al even dikke auto’s voor hen. Hun bolides krijgen een wasbeurt, compleet met wax coating. Het is een nieuw weekendritueel in verschillende dure wijken van Nairobi: een bezoek aan de schoonheidssalon voor auto’s, met een hapje njama choma, geroosterd vlees, voor tijdens het wachten. In Carzspa, car’s beauty clinic, omzeilt manager Mary Wairimu op haar hakken het wegstromende waswater. Resoluut gebaart ze haar personeel – in geel uniform – aan de slag te gaan met de zojuist naar binnen gereden Prado.
“Meer auto’s op de weg betekent meer vraag naar de verzorging ervan”, merkt Mary. Van het Indiase moederbedrijf Carzspa kreeg ze vergunning om een filiaal in Kenia te openen. Na Kenia volgt de rest van Oost-Afrika, hoopt Mary. “Vrouwen hun kapsalon, wij eentje voor de auto”, vertelt vaste klant Roy. Met de laptop op schoot werkt hij in de lounge zijn e-mails weg. Zijn auto krijgt vandaag speciale aandacht, Roy zelf wordt verzorgd met wifi en snacks. Uitgerust en met een glanzende auto kan hij twee uur later weer naar huis. esTher gaarLaNDT
8000
Jaap (27) en Bas (30) Pronk zoeken in afrika naar ‘omgekeerde’ ontwikkelingshulp. hoe kunnen afrikanen óns helpen in de bestrijding van prestatiedrang of stress? afrika doorkruisen om antistresstips te vinden, geeft dat geen ‘westerse’ prestatiedrang? “Ja, we hebben best een beetje stress, maar die hebben we onszelf op de hals gehaald. We willen ons bewijzen tegenover vrienden en particulieren die ons project financieel steunen.” Wat hebben jullie geleerd van afrikanen? “Mensen zijn minder individualistisch en meer gericht op samenzijn. in Mozambique bijvoorbeeld kun je, waar of bij wie je ook komt, aanschuiven voor het eten. in nederland zie je dat niet.” hoe leg je omgekeerde ontwikkelingshulp uit aan afrikanen? “lastig. Met depressies wordt bijvoorbeeld heel anders omgegaan. de Masaï gaan niet zoals wij naar een vreemde psycholoog. iedereen kent elkaar door en door, en iedereen is elkaars therapeut.” iris segers
pagina’s print een kantoormedewerker gemiddeld per jaar: het equivalent van één boom
Bron: greentiMes.nl
Voor video’s, blogs of doneren: nieuwspost.nl/projecten/ the-african-dream
ONEWORLD 9
DE toestand in de wereld commentaar
Ierland
Birma
Kennis aftappen
Geweld tegen broeders
Hulp en handel Help arme landen om kennis af te tappen van investeerders, adviseert Peter van Lieshout.
Afrekening Boeddhisten vallen moslims aan in Birma. Maar het is geen godsdienstoorlog, zegt Michel Maas. Nog niet.
E
W
Psycholoog en filosoof Peter van Lieshout is lid van de WRR. Hij leidde het onderzoek naar de toekomst van ontwikkelingssamenwerking, dat resulteerde in het rapport Minder pretentie, meer ambitie.
Michel Maas is correspondent voor de NOS en de Volkskrant. Zijn standplaats is Jakarta in Indonesië.
en mooi voorbeeld voor het nieuwe Nederlandse beleid voor ontwikkelingshulp is Ierland. Enkele decennia geleden was het nog een arm land waar mensen vooral leefden van landbouw. Net voor de financiële crisis was het bruto binnenlands product per inwoner er echter hoger dan hier. Het geheim achter dit succes was tweeërlei. Allereerst had de Europese Unie na de toetreding van Ierland in 1973 veel middelen ter beschikking gesteld voor de aanleg van infrastructuur. Daarnaast voerde Ierland een ingenieus beleid rond buitenlandse investeerders. Het land organiseerde een campagne waarbij het mensen in de VS wier naam begint met Mc – die hadden Ierse voorouders – benaderde om te investeren. Goedkope grond en een prettig lage vennootschapsbelasting werden in het vooruitzicht gesteld. Er was wel één voorwaarde: bedrijven die naar Ierland kwamen, moesten een belangrijk deel van de benodigde producten en diensten afnemen van het lokale mkb. Bedrijven als Dell gingen op het aanbod in. In het kielzog van de grote multinationals ontwikkelde zich een verzameling kleinere Ierse bedrijven die profiteerden van de kennis en internationale vertakkingen van de grote bedrijven. Na enige tijd werden deze kleine bedrijven zelf de motor van nieuwe economische bedrijvigheid. Modern ontwikkelingsbeleid zou er ook zo uit kunnen zien. Laat de Chinezen de infrastructuur in ontwikkelingslanden aanleggen. Laat Europa vervolgens helpen om te zorgen dat als buitenlandse investeerders komen, voorzien is in een manier om hun kennis en contacten af te tappen en een eigen economie op te bouwen. Dat is ook wat China deed toen het Siemens alleen toestond hogesnelheidstreinen te leveren als het ook een centrum voor de overdracht van technologie zou openen – inmiddels proberen de Chinezen hun eigen hogesnelheidstreinen aan Californië te verkopen. Als het werkt in Ierland en China, waarom dan niet in Ethiopië?
10 ONEWORLD
as de wereld net blij dat het Birmese leger zich terugtrok in zijn kazernes, jaagt de noodtoestand de militairen de straat weer op. Ironisch genoeg strijdt het leger ditmaal om de democratie te redden. Want boeddhisten steken, aangevuurd door monniken, moslimwijken in brand, knuppelen moslims dood, en verwoesten moskeeën. Die boeddhisten doen dat niet omdat zij iets tegen de islam hebben. Het is ingewikkelder. De boeddhisten zijn etnische Birmezen, en in hun ogen zijn de moslims dat niet. De meeste moslims zijn van origine Bengali, die honderd jaar geleden door de Britten naar Birma zijn gehaald om voor ze te werken. De ‘echte’ Birmezen kijken op hen neer. Zij vinden hen minderwaardig, dom, lui, en ook nog eens héél erg vruchtbaar. Ze kunnen maar beter uit Birma vertrekken. Tijdens de junta was dit geen probleem. Iederéén was toen een outcast, en niemand had rechten. Niemand haalde het ook in zijn hoofd om een moskee in brand te gaan steken. Maar nu heeft het wegvallen van de junta de ruimte geschapen voor een lang uitgestelde afrekening. Dat is niet uniek: in Indonesië maakte de val van Suharto de weg vrij voor de opkomst van radicale moslims, die nu religieuze minderheden intimideren. Een belangrijk verschil: de Indonesische hardliners vallen andersdenkenden aan omdat zij anders denken. De Birmese boeddhisten voeren geen godsdienstoorlog. Maar dat kan snel veranderen. Moslims in de rest van de wereld spreken al over ‘moslimbroeders’ die worden belaagd. Moslimjongeren in de Indonesische stad Makassar hebben al Chinezen aangevallen om hun ‘Rohingya-broeders’ te wreken. Daar ligt het grootste gevaar van het geweld in Birma: dat het niet in Birma blijft.
Groot-Brittannië
Kenia
Londonistan
Vrouwen in het parlement
Uitlevering Als veroordeeld terrorist zit je in Londen veilig, concludeert Monique Samuel.
Stammenstrijd De vrouwen in het Keniaanse parlement kunnen volken verenigen, hoopt Ton Dietz.
A
bu Qatada al-Filistini werd in 1998 door het Jordaanse gerechtshof veroordeeld voor terrorisme. In Jordanië staan daar zware gevangenisstraffen op, zo niet de dood. Omdat hij gelinkt wordt aan Al-Qaida, vaardigde de VNVeiligheidsraad een wereldwijd embargo tegen hem uit. Ondertussen zit Abu Qatada, zoals zoveel radicale sjeiks en terrorismeverdachten, veilig in Londen. Daar vluchtte hij in 1993 met zijn vrouw en vijf kinderen naartoe. Hij kreeg er asiel dankzij de Geneefse Conventie en het Europees recht, bedoeld voor politieke vluchtelingen die in eigen land afschuwelijk worden vervolgd en gemarteld, en hun ‘religieuze opvattingen’ niet in vrijheid kunnen beleven. Ironisch genoeg gaat Abu Qatada in het wilde vrije westen ongestoord door met het plannen van aanslagen. Nu tegen het huis dat hem bescherming biedt. Sommigen linken hem zelfs aan de bomexplosies in de Londense metro in 2005. Sinds 2002 belandde Qatada meermaals in de Britse gevangenis. Jordanië eist zijn uitlevering. Het Europese Hof van Mensenrechten blokkeerde Qatada’s uitlevering zonder opgaaf van redenen. De Britse Speciale Immigratie Beroepscommissie (SIAC) vecht de deportatie steeds met succes aan door erop te wijzen dat de bewijzen tegen Qatada zijn verkregen door marteling. Op 27 maart nam het Britse Hooggerechtshof deze claim over. Het Openbaar Ministerie loopt al veertien jaar tegen juridische muren op. ‘This is not the end of the road. Government remains determined to deport Abu Qatada ... In the meantime we continue to work with the Jordanians to address the outstanding legal issues preventing Abu Qatada’s deportation’, twitterde het OM dreigend. Het is voor iedereen duidelijk dat Qatada buitengewoon gevaarlijk is. Ondertussen zit hij op kosten van de Britse belastingbetaler in de bak. Lang leve Londonistan.
Monique Samuel is politicoloog, auteur en student International Relations and Diplomacy aan de Universiteit Leiden. Ze heeft een Egyptische achtergrond. Zij schreef het boek Mozaïek van de revolutie.
I
n februari verschenen er in Nairobi pamfletten van een groep die zich de Mungiki-veteranen noemt. Keniaanse rechters werd verteld dat ze maar vast hun doodskist moesten bestellen. Hun hoofden zouden worden gevoerd aan de wilde beesten van Nairobi’s nationale park. Het hoofd van de rechterlijke macht moest zijn witte bazen gaan vertellen dat de buitenlandse boerderijen zouden worden veroverd en dat Kenia zou veranderen in een groot massagraf. ‘Touch Uhuru and we burn Kenya down. Bloody racists. To hell they go.’ Inmiddels is de held van de Mungiki, Uhuru Kenyatta, gekozen tot president. Net iets meer dan de helft van alle Keniaanse stemmers koos de verdachte van de moordpartijen na de vorige verkiezingen tot president. De tweede verdachte werd vicepresident. Vijf jaar geleden waren Kenyatta (behorend tot de etnische Kikuyu-groep) en de vicepresident (een Kalenjin) elkaars tegenstanders op het scherpst van de panga. Nu keren de Kikuyu en de Kalenjin zich gezamenlijk tegen de Luo en de Kamba. Voor zo lang het duurt. Levensgevaarlijk. De verkiezingen hebben er ook toe geleid dat in alle provincies (47 in totaal) vrouwen zijn gekozen. Een van de vrouwen in het parlement is een oud-promovenda van me, Susan Chebet. Ze vertegenwoordigt de Keiyo-vrouwen, een kleine subgroep van de Kalenjin. Ik heb haar gefeliciteerd, maar ook gevraagd om alle parlementsvrouwen te verenigen in de strijd tegen etnisch geweld en doldrieste politieke avonturiers. Kenia kan zich geen geweld meer veroorloven, alleen al omdat het de bevolking niet meer zelf kan voeden. Geweld en isolement kunnen leiden tot een enorme hongersnood. De Mungiki laten zich daardoor niet afschrikken. In hun ogen zijn er van de andere volkeren in Kenia sowieso veel te veel. To hell they go.
Ton Dietz is hoogleraar Ontwikkeling in Afrika aan de Universiteit Leiden en directeur van het Afrika Studiecentrum in Leiden. Hij was een van de initiatiefnemers van de Worldconnectors, een denktank voor mondiale vraagstukken. ONEWORLD 11
THEmA
UToPie
Welkom in utopia Voor de een is het de vrije markt, voor de ander het samen delen in de ecogemeenschap. Maar we kunnen niet zonder een beeld van de ideale wereld, de utopie. oneWorld dook in de utopische traditie, werkte mee in de argentijnse fasinpat – fabriek zonder baas – en zocht de ideale wereld online.
Welke utopieën worden er wereldwijd begeerd? oneWorld gooide die vraag als een fles in de zee. de creatieve oogst is te bewonderen op pagina’s 30 tot en met 35.
BEELD Theo DeUTiNger
2000 v.C.
jaar 0
Utopie als ontsnapping aan de werkelijkheid
ca. 1100 v.C. Aztlan (Azteken)
ca. 2000 v.C. Hof van Eden (christendom & jodendom)
ca. 500 v.C. Deva Loka (Jaïnisme)
ca. 700 Djannah (islam) ca. 1300 v.C. Manna (christendom & jodendom)
Ranginui (Maori)
1330 De goddelijke komedie (Dante) ca. 1550 v.C. Aaloe (Egypte) ca. 360 v.C. Atlantis
12 ONEWORLD
THEmA
UToPie
alsjeblieft geen blauWdRuk In tijden van crisis gedijen de alternatieven. Maar wat gebeurt er als je droom, de utopie, werkelijkheid wordt? TEKST LoNNeKe vaN geNUgTeN eN marTiJN vaN ToL
E
de ArMen AAn de MAcHT
Het woord utopie stamt uit het Grieks, waarin de betekenis tweeledig is: het kan zowel een niet-bestaande plaats als een gelukkige samenleving zijn. In de klassieke utopische traditie waren utopieën vaak dromen en fantasieën die men fel begeerde, maar waarvan men wist dat ze buiten handbereik
1500
en huis van stro, aarde, leisteen, lege flessen en hergebruikte ramen staat in het Brabantse Boxtel. Het is het prototype van wat ooit een heel ecodorp moet worden, een woon- en werkplek waar ‘gemeenschapszin, ecologie en spiritualiteit centraal staan’. Wat nog geen vijf jaar geleden begon als utopische droom in de vorm van wat schetsen en plattegronden, is uitgegroeid tot een beweging met honderden leden en geplande ecodorpen in Boekel, Nijmegen en Oss. Zo’n ecohuis, compleet met composttoilet en een kamerindeling die rekening houdt met ‘onze oerenergie’, is niet aan iedereen besteed, maar ook op minder rigoureuze manier zijn mensen bezig met het creëren van een nieuwe samenleving. We wekken samen met onze buren stroom op, we verbouwen
groente in leegstaande kantoorgebouwen en kopen met gelijkgezinden een bouwkavel aan de rafelranden van de stad om onze eigen versie van een betere wereld te realiseren. Na de eerste klappen van de crisis komt er ruimte voor creativiteit om na te denken over een nieuwe, ideale staat. Zo pleit oud-Rabobanktopman en duurzaamheidsdenker Herman Wijffels voor een circulaire economie, waarbij we de natuur niet uitputten, maar beschermen. “Mensen hebben het gevoel dat ze geen contact meer hebben met alles wat kwaliteit aan leven geeft”, zegt Wijffels. “Dit kan zo niet verdergaan, we moeten werken aan een andere manier van leven.” Hoe levensvatbaar zijn deze utopieën van een andere, crisisbestendige maatschappij en wat kunnen de nieuwe utopisten leren van de utopische traditie?
oudheid/16e eeuw Arcadië
2000
2001 World of Warcra
2003 SimCity 4
1954 In de Ban van de Ring (J.R.R. Tolkien)
Alladin en de wonderlamp 1978/2009 Het regent gehaktballen (J. Barre) 15e eeuw Luilekkerland
2009 The Sims 3 1865 Alice in Wonderland (L. Carroll)
1999 The Matrix
THEmA
UToPie
bleven, tenzij god of een natuurverschijnsel anders besloot. De utopie werd vaak geprojecteerd op onbewoonde eilanden of in de toekomst. In de vorm van een stad, zoals het verzonken Atlantis, of als een hooggelegen koninkrijk, zoals het boeddhistische Shambala. Utopieën vertellen ons dat er een beter leven mogelijk is dan in het hier en nu. Zij dienen ter inspiratie en ter oriëntatie (het maken van belangrijke keuzes) richting een betere wereld. geVAAr De utopie verleidt ons met de hoop op een betere wereld, maar daarop volgt bijna tegelijk de teleurstelling dat die betere wereld buiten ons bereik ligt. Pas rond het begin van de vorige eeuw, tijdens een periode van snelle wetenschappelijke vooruitgang en een groot geloof in de maakbare samenleving, rees de idee dat utopieën daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden. Het was aan de overheid om haar burgers aan de hand richting de ideale samenleving te leiden. Het verwezenlijken van een utopie brengt echter een gevaar met zich mee. De gefantaseerde ideale wereld kan in de praktijk veranderen in een dystopie, de allerslechtste wereld. Excessen in de twintigste eeuw, van de goelags na de Russische revolutie tot aan de mystieke goeroe Bhagwan Sri Rajneesh (‘Osho’) die soberheid predikte maar zelf in een Rolls Royce reed, hebben de utopie in diskrediet gebracht. Toch, met de pijnlijke lessen van het verleden in het achterhoofd, is het tijd voor een rehabilitatie van de utopie als uitweg uit de crisis. Na het mislukken van de allergrootste utopische ambities en het afbrokkelen van het geloof in de maakbare samenleving kan de ware utopische geest weer uit de fles komen. Door het falen van de grote utopieën van achtereenvolgens het communisme en de vrije markt – eveneens een utopie - ontstaat er
ruimte voor kleinere, meer pragmatische utopieën. Er is de eco-utopie, waar de natuurdorpen een voorbeeld van zijn, en ook minder radicale, maar niet minder idealistische bewegingen zoals Nudge. Nudge betekent niet alleen ‘zetje’, maar staat ook voor New Union for the Development of a Green Economy. Het initiatief van Jan van Betten, voormalig CEO van Reed Elsevier in Duitsland, groeide in nog geen anderhalf jaar tijd uit tot een beweging van bijna dertigduizend leden, burgers en bedrijven, die met elkaar willen werken aan een duurzame economie. Te Mooi oM wAAr Te ZiJn Daarnaast is er de techno-utopie, waarin design en techniek de sleutel vormen tot een esthetische wereld waarin kanker te genezen is en er water wordt gewonnen in de woestijn. Wijlen Apple-goeroe Steve Jobs is misschien wel de grootste techno-utopische denker. Hij geloofde niet alleen in de iPad, maar ook in op maat gemaakt onderwijs voor elke scholier, met een e-reader vol aangepast lesmateriaal en directe, interactieve feedback. Bovendien zonder rugpijn van het sjouwen met een rugtas vol boeken. Of neem de Amerikaanse ingenieur en ondernemer Peter Diamandis, die in zijn boek Abundance (Overvloed) een toekomst schetst die bijna te mooi is om waar te zijn; dankzij technologie zullen we de komende decennia in staat zijn om alle, ja alle, wereldproblemen op te lossen. Voor wie dat te veel op een sprookje lijkt, is er de coöperatieve utopie waarin geluk voor geld gaat, mensen als gelijken samen werken en samen delen. In Argentinië namen arbeiders na de crisis van begin deze eeuw het heft in eigen hand: ze zwengelden de failliete fabrieken aan en schiepen een werkorde zonder hiërarchie (zie reportage vanaf pagina 16). Dichter bij huis is er Buurtzorg, een netwerk van verpleegkundigen door heel Nederland. Een wereld waarin vakmensen zelf de regie hebben, zonder management of overheadkosten, aldus wijkverpleegkundige en oprichter Jos de Blok.
ZonlicHT
Louter goede bedoelingen, die utopieën anno 2013. Toch blijft het oppassen met de utopie. De Amerikaanse antropoloog James Scott wijst in zijn boek Seeing like a state (1998)
1500
jaar 0
Utopie als paradijs op aarde
1784 Cenotaaf voor Newton (Boullée) 14e eeuw v.C. Beloofde Land
Shangri-La (Tibet)
1510 De school van Athene (Renaissance)
1602 De Zonnestad (T. Campanella)
1516 Utopia (T. More) 15e eeuw Hortus conclusus
412-323 v.C. Diogenes van Sinope (Cynisme)
12e eeuw Heilige graal
1804 Huis van de Tuinman (Ledoux) Heremieten
THEmA
UToPie
‘Dit is de tijd van transitie. Het zijn de dwarsdenkers, de friskijkers en de kantelaars’ op het gevaar van een eenzijdige ‘utopische’ kijk op de mens en de complexe werkelijkheid, én op de overmoed te denken dat die complexe werkelijkheid maakbaar is naar het evenbeeld van de utopie. In Brazilië werd megastad Brasilia gebouwd die er van boven prettig overzichtelijk uitzag maar waarin je menselijkerwijs niet kon wonen. In Amsterdam werden in de Bijlmer huizen gebouwd waarvan de grootte van het raamoppervlak werd bepaald door wetenschappers die hadden uitgerekend met hoeveel uur zonlicht per dag de mens het gelukkigst zou zijn. Er had alleen niemand becijferd dat de beoogde bewoners misschien helemaal niet in de wijk wilden wonen. Aan hen was niets gevraagd.
olieVleK
KAnTeLaArS
In tegenstelling tot het theoretische en esthetische perfectionisme van de twintigste-eeuwse utopieën, heeft de utopie van nu wél de aantrekkingskracht van een ideale wereld die begeerd kan worden. Zonder de pretentie dat deze eentwee-drie werkelijkheid zal worden. Om de simpele reden dat de utopie, noch de mens eenzijdig en perfect is. Dat realiseerde zich al de Griekse filosoof Plato, die in De Republiek schreef dat er geen perfecte maatschappij of mens kon bestaan op aarde. “Op z’n best komen we in de buurt, om dan toch ook weer te falen.” Plato kon zich geen grote allesomvattende utopie voorstellen, maar eerder kleine gemeenschappen waar iedereen met elkaar in gesprek kon gaan. “Alleen al in Nederland schat ik dat er tienduizenden mensen zijn die een totaal andere richting zijn ingeslagen”, zegt professor Jan Rotmans in een aflevering van het tv-programma Tegenlicht. “Dit is de tijd van transitie. Het zijn de dwarsdenkers, de friskijkers en de kantelaars.” Die kantelaars delen elkaars elektrische auto en betalen elkaar daarvoor in Noppes of de munteenheid van een zelfverzonnen ander ruilsysteem. Een polderutopie dus eigenlijk, passend bij onze aard. Hans Achterhuis: “Nederlanders hebben niet zoveel met de utopie, wij zijn een pragmatisch volkje.” En misschien is Utopia wel veel dichterbij dan we denken, zegt de Britse filosoof John Gray. Misschien is de wereld met al haar verschillende zoektochten naar volmaaktheid, met zoveel naast elkaar bestaande, conflicterende utopieën wel volmaakt genoeg. En is het zoeken het einddoel. Of, zoals Gray het uitdrukt: “Het nastreven van dé utopie is de utopie zélf.”
1937-1943 Wereldhoofdstad Germania (Hitler & Speer)
2000
1900
De crux van de succesvolle utopie anno 2013 is dat er niet één grote leidende, maatschappelijke gedachte is, maar een veelzijdige lappendeken van verschillende soorten utopieën, voor elk wat wils. De nieuwe utopische gemeenschappen manifesteren zich van onderop. Hun startpunt is geen totaalplan voor een nieuwe maatschappij, maar een groep gelijkgestemden met een gezamenlijk ideaal dat zich uitbreidt als een olievlek. Of het nu 1% CLUB is die op een nieuwe manier jongeren betrekt bij ontwikkelingssamenwerking of de Youth Food Movement die bewust eten hip maakt: mensen sluiten zich erbij aan omdat het leuk is, niet omdat het moet. We kiezen vanuit onze eigen, individuele overwegingen hoe
een antwoord te vinden op de problemen die de crisis met zich meebrengt. “Mensen hebben nu eenmaal utopieën nodig”, zegt filosoof Hans Achterhuis, auteur van De utopie van de vrije markt. Eind jaren negentig schreef hij dat het met het instorten van het Sovjetcommunisme was afgelopen met het utopisch denken. “Maar ik had mijn pen nog niet van het papier gehaald of daar kwam de anti-globaliseringsbeweging op met allerlei mooie en utopische visies.”
1967 Montreal Biosphère
1902 Tuinstad (E. Howard)
20e eeuw Naturisme 1955 Disneyland
1991 Biosphere 2
18e eeuw Amish 1847 Liberia
1960’s Hippiecultuur
ONEWORLD 15
THEmA
UToPie
Een fabriek zonder managers, waar iedereen mee mag beslissen, evenveel betaald krijgt en niemand ontslagen wordt. Klinkt als een arbeidersutopie, maar het is de realiteit in Argentinië. En crisisbestendig bovendien. Het fenomeen duikt nu ook op in Europa. TEKST marTiJN vaN ToL
“G
aan we nieuwe mensen aannemen om schoon te maken?” De vergadering in de chocoladefabriek is al even bezig als een van de veertig, in groene overall gehulde, arbeiders hoopvol het voorstel in de groep gooit. “Kunnen we het niet gewoon zelf doen?”, riposteert een jongere collega met zwarte stekeltjes. “Of de nachtwakers”, vult een ander aan. “Die werken toch al minder hard, ik sta de hele dag in de herrie te werken.” Een gezette chocoladearbeider met op zijn hoofd een groen hygienemutsje: “Laten we eerst kijken of er familieleden zijn die werk nodig hebben voordat we mensen van buiten halen.” Er ontstaat rumoer: “Dan moeten we wel lootjes trekken, en collega’s die al familie in de fabriek hebben, mogen niet meeloten.”, “Kunnen we het niet gewoon zelf doen? Het gaat wel van onze inkomsten af.”, “Moet het directe familie zijn, of mogen neefjes ook?”, “Wie gaat ze controleren?”, “Stemmen
we met papiertjes of lucifers?” Dan vraagt een wat oudere collega, met dun grijzend haar: “Hebben we niet gewoon een baas nodig?”
bUrgerbeleid
De Ghelco-chocoladefabriek in een buitenwijk van Buenos Aires functioneert al tien jaar als fabrica sin patron (fabriek zonder baas), kortweg fasinpat. De arbeiders heten partners (compañeros) en beslissen bij algemene stemming over alle bedrijfsmatige en personele kwesties. De opbrengst wordt na aftrek van de kosten in tweeën gedeeld: een deel gaat terug in de fabriek, de rest wordt gelijk verdeeld over de compañeros. In Argentinië zijn sinds de eeuwwisseling zo’n 250 bedrijven omgetoverd tot fasinpats. Het begon met fabrieken, maar al snel kwamen ook uitgeverijen, transportbedrijven, benzinepompen, restaurants en onderwijsinstellingen onder arbeidersbestuur. De fasinpat is geen overheids-, maar burgerbeleid. De Argentijnse economie was in 2001 onder het gewicht van corruptie, schuldenlast en kapitaalvlucht bankroet verklaard. Een slordige vijfduizend bedrijven gingen over de kop, miljoenen Argentijnen verloren hun baan. Tegelijkertijd bevroor de overheid de spaartegoeden waardoor er geen geld meer uit de pinautomaten kwam. Het spook dat op dit moment half Europa en de VS de stuipen op het lijf jaagt, is voor de Argentijnen een oude bekende. “Mensen waren woedend”, legt onderzoeksjournalist Esteban Magnani (40) uit tijdens een lunch in een typisch Argentijns grillrestaurant, een parilla. “Veel fabriekseigena-
De maakbare maatschappij
ca. 19e eeuw Kapitalisme
1900
jaar 0
5e eeuw v.C. Democratie (Griekenland)
1917 Leninisme (Russische revolutie)
19e eeuw Anarchisme
15e eeuw Kolonialisme
1848 Socialisme 1923 Kemalisme (M. K. Atatürk) 1919 Drooglegging (alcoholverbod)
5e eeuw v.C. Mohisme (China)
17e eeuw Goudkoorts 15e eeuw Humanisme
20e eeuw Olympische Beweging 20e eeuw Feminisme
1922 Stalinisme (Sovjet-Unie)
THEmA
UToPie
Beeld ChrIsTIAN BoBsT
‘Onze vijanden zijn egoïsme en individualisme’
Arbeiders in de aluminiumfabriek IMPA, die samen het beleid bepalen.
dekkingsreizigers die zonder kaart nieuw terrein probeerden te verkennen. Gedreven door de moed der wanhoop.” Dat bleek een mooie basis voor het in het socialisme zo vurig gewilde arbeiderszelfbestuur. Fasinpats blijken een succes. “De economische crisis die in 2009 Argentinië trof was de lakmoesproef. Veel reguliere bedrijven stootten personeel af, terwijl de compañeros een deel van hun loon inleverden opdat iedereen zijn baan behield.” De Universiteit van Buenos Aires berekende dat 90 procent van de fasinpats die in 2004 in kaart zijn gebracht, in 2010 nog steeds actief zijn.
feeSTdAgen
In textielfabriek Brukman aan de Avenida Jujuy in Buenos Aires is naaister Mathilde Adorno druk bezig met het opmeten van een kostuum. De kleine Argentijnse, met kortgeknipt grijzend haar, vertelt hoe zij in 2001 vreesde voor haar baan. Een week voor Kerstmis had haar baas Jacobo Brukman het
1950
1958 Europese Unie
2000
ren lieten hun fabriek failliet verklaren, verkochten snel de inventaris en wandelden de poort uit. Een aantal fabrieken stond daarna jarenlang stof te vangen. Wat er toen gebeurde, ontstond uit pure wanhoop: arbeiders verzamelden zich voor de fabriekspoort, braken de deur open, maakten de boel schoon en brachten de fabriek langzaam weer op gang.” Het ging hier dus niet om de droom van een gezelschap idealisten, maar om een uit nood geboren utopie. Schoonmakers en baliepersoneel namen een leegstaand viersterrenhotel over, piloten en stewardessen probeerden een vliegtuigmaatschappij weer aan de praat te krijgen en het joodse ziekenhuis van Buenos Aires kwam in handen van verplegers. “Politici, maar ook ik zelf, dachten: ‘dat houden ze nooit lang vol’.” Magnani schudt zijn hoofd alsof hij het tien jaar later nog amper kan geloven. “Deze arbeiders waren als ont-
2012 Arabische Lente
21e eeuw Democratisch socialisme (L.-Amerika) ca. 1950 Maoïsme 20e eeuw Autonome gemeenschappen ca. 1950 Geweldloos verzet (M. Gandhi & M.L. King jr.)
1994 Regenboognatie
1968 Black Power
ca. 1920 Fascisme
1959 Beweging van de 26ste Juli (F. Castro & C. Guevara)
2008 Yes we can 1967 Pacifisme (Vietnamoorlog)
1948 Universele verklaring van de rechten van de mens
ONEWORLD 17
THEmA
UToPie Dan klinkt klassieke tangomuziek door de fabriekshal, het is de ringtone van Adorno’s telefoon. Het interview is voorbij, er moet gewerkt worden. Hier geen machteloze nederigheid die zo kenmerkend is voor het personeel in textielfabrieken. De naaisters van Brukman zijn nu zelfverzekerde ondernemers.
Beeld ChrIsTIAN BoBsT
TeleViSieZender
Roberto Bellinghiri werkt al veertig jaar aan dezelfde machine waarmee hij munten maakt.
114-koppige personeel verteld dat hij geen geld had om de lonen uit te betalen. “Binnen vijf maanden was ons loon gedaald van 100 tot 2 peso per week, niet eens genoeg voor een buskaartje.” De naaisters vroegen Brukman om een reiskostenvergoeding. “Hij werd boos, gooide zijn sleutelbos op tafel en zei: ‘Als jullie denken dat jullie de fabriek beter kunnen runnen, dan zijn hier de sleutels!’, en beende de zaak uit.” Adorno besloot met 24 andere vrouwen in de fabriek te blijven. “We hadden geen flauw idee wat we moesten doen. Sommige vrouwen kregen paniekaanvallen, anderen huilden. We bleven met Kerst en Nieuwjaar in de fabriek, onze families kwamen hier met ons de feestdagen vieren.” Toen kwam er een order binnen voor een paar honderd broeken. “We maakten ze en ontvingen het geld. Het voelde fantastisch.” De naaisters kwamen erachter dat het runnen van een fabriek best eenvoudig is. “Het is als een huishouden”, zegt Adorno vrolijk. “Nu zingen we tijdens het werk en drinken mate (sterke Argentijnse thee), dat mocht vroeger niet van de baas.”
Niet ver van de Ghelco chocoladefabriek in Buenos Aires trekt advocaat Luis Caro een lade open en haalt een handgeschreven tekst tevoorschijn. Het is het wetsvoorstel dat hij op het hoogtepunt van de crisis in 2001 onder de neus van Argentijnse parlementariërs duwde: recht op werk (artikel 14 uit de grondwet) zou zwaarder moeten wegen dan het recht op privéeigendom (artikel 17). Als een fabriek failliet is verklaard, en de schulden van de eigenaar zijn kwijtgescholden, zou de weg vrij moeten worden gemaakt voor arbeiderszelfbestuur. De onteigeningswet werd door het parlement aangenomen. De juridische basis voor de arbeidersutopie was gelegd. Sinds 2001 hielp Caro zo’n tachtig arbeidersgroepen op weg. “Onze vijanden zijn egoïsme en individualisme”, zegt de advocaat vastberaden. “Daartegenover stellen wij eenheid en solidariteit.” Voor de compañeros van aluminiumfabriek IMPA is zelfbestuur slechts het vertrekpunt van de strijd voor een betere wereld. Naast de aluminiumpersen is er ook een gratis middelbare school in de fabriek waar drop-outs uit de buurt en volwassen arbeiders in drie jaar hun diploma kunnen halen. Zo deed Julia Taborda (54), die op haar 21ste als metaalwerker bij IMPA begon, vorig jaar succesvol eindexamen en is ze nu financieel administrateur. IMPA-coördinator Eduardo Murua wil de utopie zoals die binnen de fabrieksmuren is gerealiseerd ook daarbuiten verspreiden. “Wij zijn onze baas hier dan wel kwijt, maar buiten lopen er nog veel meer en grotere
247-182 v.C. Hannibal
5e eeuw v.C. Leonidas van Sparta
ca. 13e eeuw v.C. Hercules
Thor
100-44 v.C. Julius Caesar
356–323 v.C. Alexander de Grote
11e eeuw v.C. Odysseus 11e eeuw v.C. Achilles
jaar 0
1000 v.C.
geloof in het bovenmenselijk vermogen
10e eeuw v.C. Goliath
ca. 100 v.C. Asterix (1959)
THEmA
UToPie fabrikanten van elektrische auto’s) al meer dan vijftig jaar economisch succes met een jaarlijkse omzet van 25 miljard dollar. Tijdens de recente crisis in Spanje verloor geen van de 85.000 leden zijn baan.
‘Wij zijn onze baas dan wel kwijt, maar buiten lopen er nog veel meer en grotere bazen rond’
nieUwe AUTo nodig
bazen rond”, zegt de 61-jarige activist. Via scholing, televisie en debatten proberen zij het ideaal van een baasloze utopie te verspreiden. In de fabriek zijn daarom ook een cultureel discussieplatform en een onafhankelijke televisiezender actief. Het IMPA-netwerk strekt zich uit over heel Latijns-Amerika. Vooral in linkse landen als Brazilië, Venezuela, Bolivia, Ecuador en Uruguay komt de fasinpat op of worden er arbeiderscoöperaties opgericht. In Mexico kregen arbeiders het in 2005 voor elkaar, na drie jaar campagnevoeren, om een failliete bandenfabriek over te nemen. Vandaag de dag werken de 1050 compañeros van TRADOC voor het hoogste loon van alle bandenfabrieken in Mexico, en een stevig pensioen. Ook in het door economisch ontij getroffen Europa steekt de fasinpat de kop op. Afgelopen februari werd in het Griekse Thessaloníki in aanwezigheid van duizenden sympathisanten de bankroete bouwmaterialenfabriek Vio Me overgenomen door veertig ontslagen werknemers.
geen bAAnVerlieS
Zou de arbeidersutopie ook kunnen aanslaan in Nederland? Sinds socialistenvoorman Domela Nieuwenhuis (1846-1919) lijken we niet verder gekomen dan de medezeggenschaps- en de ondernemingsraad, nu niet direct de stoottroepen van het arbeiderszelfbestuur. “Het kwam wel voor, maar ideologisch is de Nederlandse arbeidersbeweging niet zo tot zelfbestuur geneigd als de Argentijnse”, zegt Lex Heerma van Voss van het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis. En dat terwijl de utopie van arbeiderszelfbestuur wel degelijk mogelijk is in een moderne West-Europese economie, zowel voor lager- als hogeropgeleiden. Dat bewijst men in Spaans Baskenland. Daar boekt een arbeiderscoöperatienetwerk van 120 bedrijven (onder andere supermarkten en
Terug naar chocoladebriek Ghelco in Buenos Aires, waar in de lange vergadering nu toch enige consensus lijkt te ontstaan. Niet over de schoonmaak, maar wel over het feit dat iemand de voorraad en financiën moet gaan bijhouden. En dat het niet handig is als elke dag opnieuw moet worden besloten wie de vrachtwagen met bezorgingen gaat rijden. En dat er een coördinator nodig is die minder ijverige collega’s aanpakt. Ook in een utopie moeten er af en toe vermanende woorden gesproken worden. Voor de post van coördinator worden namen gesuggereerd, veelal van mensen die niet aanwezig zijn. Het enthousiasme voor de leidinggevende functie lijkt nihil. “Het moet iemand zijn zonder vrienden”, zegt een man. “Anders gaat hij mensen voortrekken.” “Niemand wil de boeman zijn”, komt een aantal keer voorbij. Uiteindelijk werpt een man met glanzend, zwart haar en een hoekig gezicht zich op: “Nou vooruit, ik wil het wel een tijdje proberen. Maar ik doe het alleen omdat ik wil dat de fabriek beter gaat draaien, zodat ik een nieuwe auto kan kopen.” Na de vergadering schuiven Nestor en Margarita, een stel dat vanuit de provincie naar Buenos Aires is verhuisd, aan voor de lunch in de bedrijfskantine. Ze zeggen gelukkig te zijn in de chocoladefabriek, waar ze nu acht jaar werken. Zouden ze ooit weer, buiten hun arbeidersutopie, voor een baas kunnen werken? Nestor denkt na, prikt in zijn gepaneerde stuk vlees, en zegt: “Alleen als het écht niet anders kan.” Met dank aan Adriana Perewozki, tolk in Buenos Aires
1769-1821 Napoleon
1500
1043-1099 El Cid
1941 Captain America
1137-1193 Saladin
0-33 Jezus Christus
1938 Superman
1962 Spider-Man
2000
1945 Pippi Langkous
1982 / 2005 V for Vendea 1947 Superwoman
434-453 Aila de Hun
ca. 13e eeuw Robin Hood
13e eeuw Siegfried (Nibelungenlied)
14e eeuw Willem Tell
1939 Batman
ONEWORLD 19 2004 The Incredibles
THEmA
UToPie
online idealisten In crisistijd biedt de virtuele wereld nog ruimte voor idealen, ontdekt OneWorld-stagiaire Iris Segers tijdens een zoektocht door Second Life. En goede bedoelingen blijken soms zelfs geld op te leveren. TEKST iris segers
m
ijn debuut in de online wereld Second Life (opgericht in 2003) begint met verwondering: vampiers, bimbo’s met knalroze jarretels, een lapjeskat in bikini: in deze wereld kun je je avatar, je alter ego, in elke vorm gieten die je maar wilt. Ik doe een graai in het assortiment en besluit dat een leeuwenpakje mij het beste staat. Kort daarna zie ik mezelf, vanachter de pc op de redactie, wandelen door een nieuwe wereld. Er zijn bestaande locaties nagebouwd in Second Life, zoals de Dam in Amsterdam, maar er zijn ook veel fantasieplekken: van een groen kabouterland tot futuristische eilanden. Even later sta ik in een disco wild te dansen tussen schaars geklede dames en een robot. Best grappig, maar ik voel me als het
KeUVelen MeT een olifAnT
In de geest van OneWorld besluit ik een wereldreisje te maken, en ik teleporteer mezelf naar Afrika. Tussen de waterbuffels en giraffes voel ik mij in mijn leeuwenpak wel thuis. Hier kom ik de eerste virtuele idealist tegen: de pratende olifant Bafana Beaumont uit Benin. Samen met zo’n duizend anderen heeft hij in Second Life de mooiste stukjes Afrika nagebouwd: “Op het westerse nieuws zie je alleen oorlog, armoede en corruptie. Mijn doel is om mensen te laten zien hoe mooi Afrika kan zijn.” Ik vervolg mijn zoektocht richting Azië. In de stad Virtual Asia vind ik de Surinaams-Javaanse Maarten Kasanmoerawi, in het echte leven ICT-specialist, én eigenaar van deze stad. Hij is naar eigen zeggen een van de pioniers op het gebied van ontwikkelingshulp in Second Life. Virtuele ontwikkelingshulp dus?
Icarus
1500
jaar 0
500 v.C.
Technologie als sleutel tot de nieuwe werkelijkheid
kind dat de regels van het spelletje niet snapt. Gelukkig word ik opgepikt door ene Ze Moo, met lang zwart haar en een zwart ooglapje. Hij leert me de basisprincipes van Second Life. Wat mij verbaast is dat de Second Life-economie, in tegenstelling tot de onze, op volle toeren lijkt te draaien. Je kunt er Linden-dollars, genoemd naar de Amerikaanse bedenker van Second Life, verdienen door bijvoorbeeld aan de slag te gaan als taxichauffeur of advocaat. Met dit geld kun je van alles doen, van kleding kopen tot een appartementje huren. De virtuele dollars zijn écht geld waard, omdat je ze online kunt verkopen aan andere gebruikers, die harde valuta naar je overmaken.
Ark van Noach
1452-1519 Technologie (L. da Vinci)
6e eeuw v.C. Hangende tuinen van Babylon Toren van Babel
Golem
Alchemie
20 ONEWORLD
1e eeuw De opstanding van Lazarus
16e eeuw Fontein van de Eeuwige Jeugd
THEmA
UToPie
Beeld IrIs seGers
‘een groepje vrouwen werkt vanuit een aantal Aziatische landen als virtuele gastvrouw in mijn stad’
Iris Segers zweeft als leeuw door de straten van Second Life.
Maarten legt uit: “Een groepje vrouwen werkt vanuit een aantal Aziatische landen als virtuele gastvrouw in mijn stad. Door vier uur per dag online te werken verdienen ze zo’n 750 Linden-dollar, ongeveer drie Amerikaanse dollar.” Deze vrouwen mogen volgens Maarten normaal gesproken niet buitenshuis werken van hun man, maar zo kunnen ze wel wat bijverdienen. Het blijkt niet mogelijk om deze dames te spreken, omdat ze bang zijn in de problemen te komen met hun man wanneer ze praten met een journalist. Maarten vond zijn werkneemsters op Second Life. Ze behoren tot de wat rijkere middenklasse, en op hen test hij of zijn uiteindelijke idee haalbaar is: een bedrijfje opstarten in Zuidoost-Azië met een stuk of vijf computers, waar de allerarmsten als virtuele arbeider in Second Life aan de slag kunnen: als gastvrouw, maar ook bijvoorbeeld als dj of taxichauffeur.
Deze Tunesische doet voor haar proefschrift onderzoek naar virtuele kunst in Second Life: “De vrijheid van meningsuiting in Tunesië is beperkt, waardoor ik soms moeilijk onderzoek kan doen. In Second Life kan ik vrij reizen en met iedereen praten.” Het wordt me steeds duidelijker dat virtuele werelden zoals Second Life, met een miljoen bezoekers per maand niet alleen speelterrein zijn voor hobbyisten, maar ook mensen de kans bieden op een betaalde baan of het behalen van een doctorstitel. In tijden van crisis biedt de virtuele wereld speelruimte voor utopische denkers. Wil je een stad bouwen? Dan bouw je een stad. Wil je de wereld over vliegen? Dan doe je dat lekker. Ik vlieg nog een laatste rondje over een groene heuvel met kabouters en regenbogen, en ik klik mezelf Second Life uit.
VriJ reiZen
Iets dichter bij huis vind ik Wafa Bourkhis: een statige dame in een lange witte rok, die een eindje boven de grond zweeft.
1870 Nautilus (J. Verne)
2000
1950
1900
2009 UP
1998 Internationaal ruimtestation ISS
Perpetuum mobile 1902 De reis naar de maan (G. Méliès)
1818 Frankenstein (M. Shelley)
1929 ‘Wolkenbügel’ (El Lissitzky)
Kunstmatig leven? 1977 Star Wars 1990 Jurassic Park (M. Crichton)
1895 De Tijdmachine (H.G. Wells)
1927 Metropolis (F. Lang)
1982 E.T. (S. Spielberg)
1984 The Terminator (J. Cameron)
OneWorld geeft 10 RagBag Calcutta schoudertassen weg t.w.v. € 56,- per stuk! De ragBag Calcutta is een schoudertas gemaakt van gebruikte sari’s, katoenafval en andere ‘rags’. speciale ragpickers verzamelen het materiaal en kleine, lokale familiebedrijven verwerken het op handweefgetouwen tot nieuwe stof. in naaiateliers worden de stoffen vermaakt tot hippe en kleurrijke tassen. De ragBag Calcutta is een ontwerp van de Nederlandse vera Winthagen van de Design academy. ragBag-tassen zijn een voorbeeld van sociaal ondernemen, en zorgen voor werk en inkomen voor zo’n twintig indiase gezinnen. ragBag heeft al diverse prijzen gewonnen zoals de BiD Challenge, het ei van Columbus en de european Business award for the environment. De ragBag Calcutta: ■ is 35 x 30 x 50 cm ■ is gemaakt van gerecycled katoen en sari’s ■ is er in twee modellen: sunset in de zomerse kleuren rood en geel, oasis in de stoere kleuren groen en oranje. Wil je kans maken op één van deze schoudertassen? Ga naar www.oneworld.nl/magazine/actie en vul je gegevens vóór 31 mei in! Winnaars krijgen uiterlijk 2 juni bericht. Niet gewonnen? Met de code ‘oneworld’ krijg je als lezer van OneWorld €10,– korting op alle tassen die je tot en met 31 juni 2013 besteld in de webshop van www.ragbag.eu
ACTIe
22 ONEWORLD
AbdelKAder
Beeld PeTer Boer
COLUmN
Politieke praatstoel
O Het Nederlandse paspoort is een kogelvrij vest
f het aan de Afrikaanse vertelcultuur ligt of niet, de Somalisch-Nederlandse auteur Yasmine Allas, de Sierra Leonese schrijver en columnist van OneWorld Babah Tarawally en Congolese politicoloog Alphonse Muambi zitten deze avond in filmmuseum EYE op hun politieke praatstoel tijdens het Intercultureel Café. Wat een verademing met de Afrikadagen in de Amsterdamse Stadsschouwburg van een paar weken ervoor, waar de openingsavond vol werd gebabbeld door niet-Afrikanen, met slechts vrijblijvendheid als gevolg. Tarawally en Muambi putten uit hun persoonlijke ervaringen om de politieke kracht van Afrikanen in de diaspora te laten zien. De aanwezigheid van Afrikaanse intellectuelen en schrijvers in Europa breekt de elitaire macht, rijkelijk gesponsord door donorlanden, in Afrika. De Afrikaanse diaspora als koevoet op het ingeroeste denken in Sierra Leone en Congo. De taal van het gesprek is Nederlands, de tongval Afrikaans, de toon helder en geanimeerd. Tarawally leerde Nederlands door tijdens zijn vluchtelingschap de ondertiteling van Amerikaanse films over te schrijven. Hij schrijft erover in zijn debuutroman De god met de blauwe ogen. “Ik kom terug in Sierra Leone waar ik me manifesteer als schrijver. Een roman geeft status. De middenklasse kan niet om me heen. We zijn een wig geworden tussen de macht en het volk.” De Afrikaanse schrijver brengt een andere invalshoek mee. Omdat hij onafhankelijk is van hulporganisaties, ministeries of machtige families kan hij scherper, doortastender en kritischer opereren. Niemand die je in de bak kan gooien, niemand die je in een hoek kan drijven. Het
Nederlandse paspoort als kogelvrij vest in de loopgraven van het Afrikaanse machtsspel. Iets soortgelijks geldt ook voor Alphonse Muambi. “Bij het verlaten van Congo zeiden de douanebeambten dat ze me zagen als ambassadeur van hun land.” Alphonse voelde zich na jarenlang vechten voor zijn Nederlanderschap geroepen om het democratisch proces in zijn vaderland Congo te begeleiden. Hij werd verkiezingswaarnemer; een ideale positie om het Afrikaanse democratische spel te observeren. Het mes van het engagement snijdt hier aan twee kanten: enerzijds je land willen helpen in de lange weg naar democratie en anderzijds de spelers uit het Westen erop wijzen dat ze hun eigen democratische normen en waarden met voeten treden. Optimistisch is Muambi over het streven naar Afrikaanse democratie, pessimistisch over het geopolitieke gekonkel. “Er zijn stemlokalen en politieke partijen in Congo. Er staan lange rijen om te stemmen in de kleine dorpen, maar als Washington belt met het verzoek de democratie zo en zo aan te pakken, dan is dat ook meteen het einde van die zogenaamde democratie.” De reis naar Afrika wordt een lesje ontnuchtering en Muambi steekt dat niet onder stoelen of banken. Deze generatie auteurs hoef je niks te vertellen over engagement. Het is hun dagelijks brood. Abdelkader Benali is auteur, tv-presentator en marathonloper.
ONEWORLD 23
interview
Chika Unigwe
Tussen Turnhout en Lagos Een geslaagde migrant eet ‘patatten’, dat ondervond de bekroonde auteur Chika Unigwe toen zij twintig jaar geleden Nigeria voor België verruilde. Met journalist Femke van Zeijl, sinds vorig jaar gevestigd als correspondent in Nigeria, filosofeert ze via Skype over het migrantenbestaan. “In een dure winkel word ik niet eens geholpen.” Tekst Femke van Zeijl Foto’s isabelle pateer
V
oor een roodbakstenen tweeonder-één-kapwoning sta ik op de stoep van een stille straat in Turnhout. Een doorsnee huis in een doorsnee straat in een doorsnee Vlaamse stad. Achter deze voordeur woont Chika Unigwe met haar Belgische echtgenoot en vier zoons. Het is 2008. Op dat moment bekleedt het Vlaams Belang één op de vijf zetels in de gemeenteraad. Ik vraag me af hoe het moet zijn voor een Nigeriaanse schrijfster om in deze stad te leven. De bordeauxrode deur zwaait open. De schelpen in haar dreadlocks dansen om haar hoofd als Chika me welkom heet. Ik interview haar over haar tweede boek, Fata Morgana, dat eerder dat jaar verscheen. Vijf jaar later, een doordeweekse avond. Ik lees een boek in mijn huiskamer in Lagos, de grootste stad van Nigeria. Mijn mobiel gaat. Ik herken meteen de stem die vraagt wanneer ik de kaas kom ophalen die ze voor me heeft meegenomen. Het is Chika Unigwe, met wie ik de afgelopen jaren contact heb gehouden. De inmiddels internationaal gelauwerde schrijfster is zojuist geland op het vliegveld. Ik spring in mijn auto, krijg onderweg een klapband en ontdek dat mijn automonteur bij de laatste controle de krik uit mijn Toyota heeft ‘geleend’. Het is 2013 en ik ben vorig jaar
24 ONEWORLD
CV Chika Chika Unigwe (1974) groeide op in Enugu, een stad in het zuiden van Nigeria. Daar ontmoette ze haar Belgische echtgenoot, met wie ze in 1995 emigreerde. Ze studeerde Engels aan de Universiteit van Nigeria en is doctor in de literatuurwetenschap aan de Universiteit Leiden. Vorig jaar verscheen haar derde roman Nachtdanser. Voor de tweede, Fata Morgana (On Black Sister’s Street), die zich afspeelt in de Antwerpse rosse buurt, ontving ze de Nigeria Prize for Literature. Chika woont met haar man en vier zoons in het Vlaamse Turnhout.
naar Nigeria verhuisd. Twee maanden later verschijnt Losing my voice, een artikel waarin Chika beschrijft hoe eenzaam ze zich voelde toen ze achttien jaar eerder met haar Vlaamse man naar België verhuisde. Een goede aanleiding om via Skype onze bevindingen als vreemdeling naast elkaar te leggen. Het is april. In Turnhout is het 5 graden Celsius, in Lagos 35. Je beschrijft naar België migreren als ‘je stem verliezen, met onmerkbare kleine beetjes’. Hoe bedoel je dat? “Alles leek ik opnieuw te moeten leren. Etiquette en beleefdheidsvormen, alsof ik weer kind was. Het begon al bij het eerste ontbijt bij mijn schoonouders. Ik lag nog in bed toen ik werd opgetrommeld: iedereen zat aan tafel op mij te wachten. Mijn Vlaamse familie ontbeet gezamenlijk aan de eettafel, en daar moest ik bij aanzitten. Terwijl ik me van bij mij thuis in Enugu niet kan herinneren dat we ooit samen aan tafel hebben gegeten. Bij ons at je als je honger had. Met je bord op schoot, waar je maar wilde.” Ik wachtte hier in Lagos juist altijd met eten totdat iedereen iets op zijn bord had, zoals ik van mijn ouders had geleerd. Maar dan was er steevast een Nigeriaan die bezorgd informeerde of ik het misschien niet lustte. “Jij hebt
ONEWORLD 25
INTERVIEw
cHiKA Unigwe
‘Als je zwart bent, ben je niemand’
Journaliste Femke van Zeijl woont als Nederlandse in Nigeria, het vaderland van de schrijfster Chika Unigwe.
nog het voordeel dat je Engels spreekt, een taal die de mensen in je nieuwe land begrijpen. Ik sprak nog geen Nederlands. Dat eerste jaar in België was heel moeilijk voor mij. Ik denk daar niet graag aan terug. Mensen behandelen je anders als je de taal niet kent. Neerbuigend, een beetje kinds. Een tante van de Vlaamse kant van mijn familie zei zelfs eens ‘Ik vergeet altijd dat jij een universitair diploma hebt’.” ik merk dat ik met meer wegkom omdat ik een vreemdeling ben. Nigerianen gaan ervan uit dat ik niet alle gebruiken en gevoeligheden ken, en zijn daarom toegeeflijk als ik een misstap bega. ervaar jij dat ook? “Nee, daarin verschilt Afrika enorm van Europa. In België moet je integreren, assimileren liefst. Je eigen cultuur zoveel mogelijk wegmoffelen. Alles wordt een test van hoezeer je daarin bent geslaagd. Dat je als buitenlander patatten eet, vinden ze vanzelfsprekend. Bij voorkeur willen mensen van je horen dat je liever patatten hebt dan het eten van thuis. Dan ben je een geslaagde migrant. Als een Europeaan naar Afrika komt, verwacht niemand van hem dat hij integreert of assimileert. De grootste getto’s zijn de compounds waar de blanken wonen. Jij bent een uitzondering, Femke, jij wilt de mensen leren kennen, je bent er middenin gaan wonen.” 26 ONEWORLD
cV feMKe Femke van zeijl (1971) groeide op in Berkelenschot, een noordBrabants dorp op zo’n veertig kilometer van turnhout. de afgelopen elf jaar reisde ze als freelance journalist door afrika bezuiden de sahara. Ze schreef daarover twee boeken. Het tweede, Gin-Tonic & Cholera, gaat over het afrikaanse stadsleven. Vorige zomer vestigde ze zich als freelance correspondent in lagos, de nigeriaanse metropool die meer inwoners telt dan nederland.
het klinkt alsof ik het in Lagos makkelijker heb. als ik hier in een eettentje amala eet (brei van gestampte maniok, red.), dan komt de hele buurt kijken, zo bijzonder vinden ze het. en dan de voordeeltjes die ik als blanke in de schoot geworpen krijg. Laatst wilde bankpersoneel me laten voorgaan in een lange vrijdagmiddagrij. ik schaamde me dood. “Als een blanke naar Afrika migreert, gaat hij van macht naar macht. Een Afrikaan die naar Europa komt, belandt van macht in onmacht. Wij Afrikanen kunnen niets met onze diploma’s hier. Als je zwart bent, ben je niemand. Toen ik eenmaal Nederlands had geleerd en naar het arbeidsbureau ging, boden ze me een baan aan als poetsvrouw. En in de winkel loopt er geregeld iemand achter me aan om te kijken of ik niets steel. In een dure winkel word ik niet eens geholpen. Het personeel gaat ervan uit dat ik het me niet kan veroorloven iets te kopen. Terwijl een blanke in Nigeria, ook al kan hij niets, altijd kansen krijgt. Geen Nigeriaan zou jou een baan als poetsvrouw aanbieden.” hoe heb jij je aan die onmacht ontworsteld? “Door de taal te leren. Hoe beter ik de taal sprak, hoe minder ik mijn eenzaamheid voelde. Ik werd zelfverzekerder en dat leverde me meer respect op. Taal maakt je mondig. Zo kun je mensen tot andere inzichten brengen, want een vreemdeling leert je naar jezelf kijken op een andere manier. Laatst werd ik voor de Belgische radio geïnterviewd over klassieke muziek. Thuis luisterden we daar niet naar, en de eerste opmerking van de presentatrice was: ‘Dus er was bij jullie thuis geen muziekcultuur?’ Toen vroeg ik haar: kent u highlife muziek? Nee? Mijn vader luisterde daar altijd naar, en hij zou u een barbaar vinden omdat u er nog nooit van gehoord hebt. Daar had zij niet bij stilgestaan. Er is geen absolute maat-
bAbAH COLUmN
Cassettebandje of iPod
H
staf voor beschaving, die verschilt per cultuur.” ik heb in Nigeria geleerd met twee woorden te spreken. Beleefdheidsvormen worden hier veel meer in acht genomen. Wat heb jij geleerd in je nieuwe land? “Toen een nonkel van mijn echtgenoot op sterven lag, werd de hele familie gebeld om afscheid te komen nemen. Heel mooi. Dat zou in Nigeria nooit gebeuren. Ook al ben je negentig, iedereen blijft bidden om een wonder. De dood is in België veel minder een taboe. Dat vind ik plezant.”
Aan mijn kant valt de stroom uit, en overal rondom mijn tweekamerappartement beginnen generatoren te brullen. Ik beken Chika dat de herrie van Lagos me soms doet snakken naar stilte. Ze lacht. Chika houdt juist van de drukte die ze van thuis gewend is. Ze schrijft bij voorkeur in een vol café. Heel even verlang ik naar een half uur in de rust van haar Turnhoutse straat.
lees losing my voice: bit.ly/148anqp
Wat doet de minister tegen illegaal downloaden?
Beeld mArCus koPPeN
Zie je je inburgering terug in je boeken? “Mijn eerste roman speelde zich af in Turnhout, dichtbij huis. De tweede ging over Nigeriaanse vrouwen in Antwerpen, en in de derde keerde ik terug naar Nigeria. Toen had ik mijn stem definitief teruggevonden. Het boek waar ik nu mee bezig ben, gaat over iets totaal anders: een ex-slaaf in de achttiende eeuw.”
et gebruik van een iPod is een kwestie van smaak. Vergelijkbaar met het dragen van een string. Mijn vriendin draagt liever een mooie kanten boxer waarmee ze er ook modern, sexy en hip uitziet. Ik luister nog steeds graag naar mijn oude cassettebandjes met traditionele Afrikaanse muziek. Zij herinneren mij aan de fijne tijd toen auto’s nog op vierkante wielen reden. In de auto luister ik naar cd’s. Af en toe op de loopband in de fitness luister ik muziek op mijn iPod. Ik voelde me dan ook enorm aangesproken toen minister Ploumen mensen zoals ik tijdens een conferentie in Den Haag betitelde als ouderwetse geitenwollensokkendragers, die nostalgische muziek luisteren via cassettebandjes en cd’s. “Waarom niet de iPod voor internationale samenwerking gebruiken die de cassettebandjes van ontwikkelingshulp snel doet vergeten?”, vroeg ze haar toehoorders. De combinatie van handel en ontwikkelings– samenwerking is goed. Net als het afwisselend luisteren naar een cassettebandje of iPod. Ze bestaan prima naast elkaar, maar de minister vindt cassettebandjes niet meer van deze tijd. De overstap van het cassettebandje naar de iPod heeft het voor muzikanten niet beter gemaakt. Illegaal downloaden gaat makkelijk en snel, maar maakt de muziekindustrie kapot. In het verhaal van de minister zijn de muzikanten de ontwikkelingslanden. Maar neemt ze ook maatregelen tegen het illegaal downloaden van grondstoffen uit ontwikkelingslanden? En wie definieert zij als de producenten? Ik hoop niet dat die op grote schaal over de rug van de muzikanten muziek en films gaan aanbieden zonder auteursrechten te betalen.
Babah Tarawally is journalist, verhalenverteller. Hij schreef het boek De god met de blauwe ogen. ONEWORLD 27
rondJe wereld ERgENS ANDERS DOEN ZE HET ZO
It’s a man’s world Maar waar zouden we zijn zonder de vrouwen? Ze hebben het soms zwaar te verduren met hun baan in de mannenwereld. Toch willen deze drie vrouwen nooit meer ander werk doen.
coloMbiA
‘Ik rijd niet ’s avonds’ marta Acero (47), taxichauffeur in Barranquilla, krijgt altijd hulp bij een lekke band. “Achttien jaar was ik communicatiemedewerkster bij de Colombiaanse overheid. Toen er tien jaar geleden een nieuwe gouverneur kwam, moest ik weg. Dertig jaar is hier al oud voor werknemers, dus ik vond geen andere baan. Ik exploiteerde al een taxi en daar reed een chauffeur in. Toen ik zelf een ritje voor een klant maakte, waarvoor ik ook nog betaald kreeg, dacht ik: dat kan ik zelf ook. De taxi heb ik later verkocht wegens geldproblemen en ik ben gaan rijden in een taxi van een man die er 180 heeft. Ik draag daarvoor elke dag 75.000 pesos (32 euro) aan hem af. 28 ONEWORLD
Marta Acero heeft vooral mannelijke collega’s in de Colombiaanse stad Barranquilla.
Tel daar 30 of 35 duizend bij op aan gas en de dagelijkse wasbeurt. Dan zit ik op ruim 105.000 pesos (een kleine 45 euro) aan kosten. Daarboven begin ik pas te verdienen. Hier in Barranquilla werken we met zestien vrouwen op honderden mannelijke taxichauffeurs. Ik heb geen vervelende ervaringen met collega’s of klanten. Als ik een lekke band heb, stopt er gelukkig altijd een man om me te helpen. Ik werk alleen niet ’s avonds. Barranquilla is dan te gevaarlijk. Eén keer pikte ik overdag een groepje mensen op bij wie ik meteen een vervelend gevoel had. Ik ben toen plankgas naar het dichtstbijzijnde tankstation gereden, ben daar de auto uitgesprongen en heb het personeel ingelicht. Zij waarschuwden de politie. Ondertussen gingen die lui ervandoor, maar de politie was er snel en kon ze alsnog aanhouden. Eén had een pistool bij zich. Dat was een minder prettige ervaring.” Wies UBags
JeMen
‘De salarissen heb ik verhoogd’ Nada Al shaibah (25), general manager bij olieservicebedrijf sanäa, kan niet zelf de olievelden bezoeken. “Ik was 21 jaar toen ik hier als manager begon, en ik was de enige vrouw. Dat was moeilijk; mijn voorganger was een zwaar religieuze man die het personeel verplichtte te bidden in de moskee. Bijna iedereen droeg een baard, en zelfs de schoonmaker was een man. Toen ik net begon, weigerden collega’s naar me te luisteren. In Jemen nemen mannen geen bevelen aan van vrouwen. Ze waren dus boos, waarom was een vrouw aangesteld als manager en niet gewoon een van hen? Er werden
Shova Pariyar is een van de weinige vrouwelijke berggidsen in Nepal.
plannen gesmeed om mij eruit te werken. Ik werd er heel gestrest van, ik zag er moe en oud uit. Er zat maar één ding op: ik moest zorgen dat ik vrienden met ze werd. Ik heb de salarissen verhoogd en ben lunches gaan verstrekken. Het is geen omkoping, zoals normaal vaak het geval is in Jemen, maar het lijkt er wel een beetje op, hè? Toen ging het beter. Nou ja, de meesten zijn vertrokken, dat wel. Ik heb ze vervangen door vrouwen. Toch blijft de omgang met mijn mannen die in de olievelden werken, lastig. Ik kan daar als vrouw niet heen, dat kan echt niet in Jemen, ik zou worden lastig gevallen. Ik communiceer nu met ze per e-mail en telefoon en heb een man aangesteld om daar de boel te inspecteren. Mijn baan is niet wat ze in Jemen van een vrouw verwachten. Maar als je in dit land leeft zoals je omgeving wil, dan heb je geen leven.” Judith Spiegel
nepal
‘Ik voel me pionier in de Himalaya’ Shova Pariyar (20), gids-assistent in Pokhara, wil een voorbeeld zijn voor meisjes. “In Nepal wordt van een meisje verwacht dat ze het huishouden doet en voor de kinderen zorgt. Ik wil meer doen dan dat. Een man uit Europa vertelde me over de organisatie Three Sisters Adventure Trekking, die vrouwen opleidt tot berggidsen en tassendragers in de Himalaya’s. Nu begeleid ik als een van de weinige vrouwen in Nepal toeristen door de bergen. Tijdens de bergtochten schelden mannelijke gidsen soms op ons. Ze roepen dat we hun banen afpakken. Maar het is niet per se mannenwerk, wij zijn
De Jemense Nada Al Shaibah startte als enige vrouw in een mannenbedrijf.
sterk genoeg om de tassen te dragen. Three Sisters Adventure Trekking leert ons over de cultuur, het milieu, vrouwenrechten en we krijgen les in Engels. Ik kom uit een lage kaste en vroeger vertelde iedereen mij altijd wat ik wel en niet mocht. Bij onze organisatie wordt geen onderscheid gemaakt tussen kasten of religies. Dankzij mijn baan hoef ik niet meer te bedelen of wc’s schoon te maken. Mijn familie is blij dat ik dit werk doe. Met het geld dat ik verdien, betaal ik de medicijnen voor mijn moeder die diabetes heeft en de school voor mijn neefje en nichtjes. Ik ben dankbaar dat ik hier terecht ben gekomen. Ik durf mijn stem nu te laten horen. En vrouwelijke toeristen die alleen reizen, hebben er ook wat aan: zij hoeven niet meer met een vreemde man de bergen in. Ik hoop dat ik een voorbeeld kan zijn voor andere meisjes.” Evelien Veldboom ONEWORLD 29
inTernATionAle drooMwerelden SAMENSTELLING aNNeLys De veT i.s.m. DaviD orTiZ
Land in ZicHT
onTwArd
Jordanië door Jumana abdel aziz en Lina abdul hadi (1980) Jordanië is als een verstrikte zwarte draad, vol met knopen. Het Arabische woord voor ‘knoop’ betekent ook ‘ingewikkeld’. De term wordt ook gebruikt voor discriminatie op basis van klasse, leeftijd, geslacht, herkomst of levensstijl. In de utopische wereld zijn de knopen ontward, en vieren en integreren we de rijk gekleurde maatschappelijke diversiteit. 30 ONEWORLD
cHAoS en ProdUcTiViTeiT
China door mu Xue (1979) China wordt gezien als de fabriek van de wereld. Denk aan de bekende Made in China-labels. Deze kaart ontstond door met productstickers te spelen. De kaart verbeeldt de culturele waarden die China verloren heeft en reageert op de worsteling met en dynamiek van de economische vooruitgang.
Hoe ziet jouw land eruit als je het zelf zou mogen vormgeven? OneWorld verzamelde utopieën uit alle windstreken.
A
an zeventien grafisch ontwerpers uit de hele wereld, van Angola tot Zuid-Korea, werd gevraagd om een visionaire kaart te maken. Zij verbeelden een ideaalbeeld van hun land. “Het zijn ontwapenende dromen over gouden straten en fabrieken, over menselijke warmte en collectieve kracht”,
aldus initiator Annelys de Vet, zelf ook ontwerper. “Het gaat over complexe en simpele landsgrenzen, over zon, regen en vrijheid.” Wat een utopie is, blijkt voor iedereen verschillend. “De kaarten zijn stuk voor stuk verrassend”, vindt De Vet. “Ze zeggen niet alleen iets over de ideale maatschappij, maar vooral ook over de complexe realiteit waarin we leven. De ideale maatschappij bestaat niet. Maar de verbeelding ervan is noodzakelijk om de realiteit de juiste kant op te krijgen.” www.subjectiveatlas.info ONEWORLD 31
oMArM HeT wATer
Nederland door mark Jan van Tellingen (1990) Het klimaat verandert en de zeespiegel stijgt. Nederland verdedigt zich al eeuwenlang tegen het water. Laten we als nieuwe nomaden de onbegrensde wateren ontdekken en omarmen, in plaats van dat we ons laten beperken door de grenzen van het vasteland.
reToUcHeerKwAST
verenigde staten door Julia Warner (1989) Hoe groter de ecologische variëteit, hoe groter de biodiversiteit. Er is Photoshop gebruikt om de grenzen op te zoeken, daar waar twee verschillende regio’s elkaar ontmoeten.
ieDereeN ZieT WaT hiJ WiL ZieN Colombia door hugo herrera Tobón (1982) De utopie van de maker is dat de tien landen die hij bewoonde in Colombia passen. Deze kaart toont meteen de onmogelijkheid daarvan. Wie in Colombia woont is vaak verdoofd voor de realiteit van het dagelijkse bestaan. Net zoals de migrant soms wegstopt waar hij vandaan komt. 32 ONEWORLD
where the sun always shines
federATie wAAr de Zon AlTiJd ScHiJnT moskou door Polina medvedeva (1989) Moskou is het nieuwe Rusland. Een eiland waar al het geld en de macht zijn geconcentreerd. Het utopische Westen in het klein.
Volgende SToP UToPiA
melbourne door sunny haynes (1970) uit engeland en Kate mcmahon (1972) uit australië Wat voor de ene persoon een utopie is, is voor de ander een dystopie. Deze kaart vertelt enkele van de verhalen van Melbourne. In het hart van de stad branden de lichten, aan de rand kun je naar de sterren staren.
AngoToPiA
angola door Daniela Castelbranco (1973) en hindhyra mateta (1985) Angolezen bouwen hun eigen utopie. Van mens tot mens, van hand tot hand, baksteen op baksteen. Hoewel er trauma’s en spanningen zijn, wordt er in verbondenheid gewerkt aan de toekomst. De Angolese glimlach, het eeuwige optimisme, de flexibiliteit en het improvisatievermogen vormen het fundament voor utopische experimenten.
SiMPele STAAnde geliJKZiJdige drieHoeK
geveChT voor De ToeKomsT servië door Dimitar vuksanov (1985) Oorlog is zo diep geworteld in de Servische geschiedenis dat het onderdeel van de cultuur is geworden. Nu het vrede is, vechten Serviërs voor gelijkheid, onderwijs, stabiliteit, een beter milieu en vrijheid van meningsuiting. Ze vechten voor hun toekomst.
Palestina door yazan Khalili (1981) Als kind tekende de ontwerper Palestina als een driehoek met drie gelijke zijden. Nu weet hij dat er ook een Westelijke Jordaanoever is, een Gaza-Strook, Osloakkoorden, de gebieden A, B, C,- H1 én H2, checkpoints, De Muur, vestigingen, en wat al niet meer. Was Palestina maar een simpele gelijkzijdige driehoek. ONEWORLD 33
goeD georgaNiseerDe gemeeNsChaPPeN De Balkan door miroslav milovic (1982) uit servië Stel je voor: geen landen, geen grenzen. Gratis groene energie. Voor een gezond mondiaal bewustzijn is het cruciaal om ook de lokale cultuur te koesteren.
verBLiNDeNDe morgeNs slowakije door Lenka hamosova (1988) Al jarenlang wordt de Slowaken verteld dat hen een betere toekomst wacht. Brighter tomorrows werd de slogan van die utopie. Maar steeds minder mensen hebben een concrete voorstelling van een utopisch Slowakije, en zij die er verlangend naar kijken worden verblind. 34 ONEWORLD
meXiCaaNse DromeN mexico door Christian Cañibe (1978) De meeste Mexicanen dromen ervan om een mooie vrouw te hebben, op tv te komen, de loterij te winnen, niet te werken. Ze willen aan de zee wonen in een eerlijk land. Dat is verbeeld op deze kaart die geïnspireerd is door de humanistische stijl van Thomas More’s boek Utopia Island.
KLimaaTveraNDeriNg De wereld volgens Chaz maviyaneDavies (1952) uit Zimbabwe De opwarming van de aarde komt vanuit de mens. Het vuur is ontstoken door onverantwoordelijkheid en egoïsme, en wordt gevoed door onwetendheid.
groeTeN UiT ZoNNig sPaNJe spanje door Javier Jaén (1983) Viva España! Spanje is meer dan alleen het land van zon, strand, stierenvechters en señorita’s. Het zou mooi zijn als Spanje eens niet gezien wordt als het land van flirtende mannen en feesten. De utopie is bewolkt met hier en daar een bui.
LaND vaN KaNseN verenigde staten door rachel Fishman (1987) Amerika was altijd ‘het land van kansen’ waar iedereen gelukkig en succesvol kan worden. De straten lijken geplaveid met goud. Maar hoe weten we of de schittering ons niet verblindt? Als we niet oppassen verdrinken we, als bij een olieramp, in onze eigen verlangens.
2020 MASS protests against security industry DISARMING OF THE PUBLIC SPACE BEGINS MOST Physical FENCES DISAPPEAR excessive protection becomes ‘uncool’
SÃO PAULO
21 MARCH 2013, lunchtime LUNCHTIME A YOUNG, PREGNANT WOMAN LIES unconscious ON THE SIDEWALK 2007
homeless CRACK ADDICTS are STILL a COMMON sight
CITY-wide BAN ON Public advertisinG 13.000 bilLboards are removed
1966 ICONIC BLACK & WHITE SIDEWALK PATTERN IS CREATED designer Mirthes dos Santos Pinto remains virtually unknown
1554 SÃO PAULO IS FOUNDED BY JESUIT MISSIONARIES
riZoMATiScHe KAArT VAn KoreA
Zuid-Korea door seungyong moon (1982) Weg met de enorme hiërarchie. De Koreaanse samenleving zou meer organisch moeten zijn. Vrijer, minder homogeen, open minded met ruimte voor het onvoorspelbare. Deze kaart geeft een stem aan hen die zijn vergeten.
willeKeUrige roUTe nAAr UToPiA
Brazilië door rogério Lira (1966) São Paulo is als een enorm organisme dat onverwacht van vorm verandert. Zo werden in 2007 alle billboards met advertenties verboden. Welke grote stappen zullen de 20 miljoen inwoners nog gaan nemen? ONEWORLD 35
reportage
hulp uit qatar
Land met een missie Oliestaat Qatar heeft zendingsdrang. Met tv-station Al-Jazeera, maar ook met ontwikkelingshulp, zelfs aan Europa. Tekst Gerbert van der Aa
“D
e profeet Mohammed is ons voorbeeld”, zegt Ishrat Ullah (30), coördinator bij Qatar Charity. We zijn op het hoofdkantoor. Een flatscreen-tv toont beelden van de hadj, de jaarlijkse pelgrimstocht naar Saudi-Arabië. “Het prediken van de islam is een vast onderdeel van onze hulp.” Op Ullahs bureau ligt een artikel over twee Qatari die in Tanzania de Kilimanjaro beklommen, om geld in te zamelen voor het goede doel. Qatar Charity is de grootste hulporganisatie in Qatar, een steenrijke oliestaat in de Perzische Golf. In elk winkelcentrum in de hoofdstad Doha staan hun collectebussen. Volgens hun website hebben ze in het Afrikaanse Niger behalve voedsel en ziekenzorg ook 280 moskeeën en 23 islamitische predikanten gefinancierd. In andere landen, zoals Syrië en Indonesië, werkt Qatar Charity op dezelfde manier, legt Ullah uit. “Alleen van materiële zaken kan een mens niet leven”, zegt hij. “Geestelijke zorg is zeker zo belangrijk.”
36 ONEWORLD
Deur naar de wereld
De leider van Qatar, emir Hamad bin Khalifa, profileert zich als een progressief leider. Officieel geldt de sharia, het islamitisch rechtssysteem, maar de verkoop van alcohol is toegestaan en een hoofddoek voor vrouwen is niet verplicht. Sheikha Moza, een van de drie echtgenotes van de emir, zet zich in voor emancipatie van de vrouw. De deur naar de wereld staat wijd open. Westerse kunstenaars, zoals Jeff Koons en Damien Hirst, worden voor veel geld naar Doha gehaald. In 2022 organiseert Qatar als eerste Arabische land het WK voetbal. Maar Qatar heeft ook een ander gezicht. De overheid steekt veel energie in de bekering van gastarbeiders, die ongeveer 85 procent van de bevolking vormen. Christenen uit Ghana en boeddhisten uit Nepal, die vooral in de bouw werken, worden actief benaderd. De emir, die regeert als een absoluut vorst, heeft warme banden met de Moslimbroederschap. In Mali en Syrië levert
Qatar volgens onbevestigde berichten wapens aan rebellen die heulen met Al-Qaida.
Journalistieke vrijheid
“De missiedrang van Qatar is goed zichtbaar op Al-Jazeera”, zegt Omar Elkeddi (54), een Libische journalist die al een paar jaar in Qatar woont. Het tvstation, in 1996 als nieuwszender opgericht door de emir, heeft zich volgens Elkeddi ontwikkeld tot een spreekbuis van de Moslimbroederschap. “Vertrouwelingen van de emir bemoeien zich met de inhoud”, zegt hij in een restaurant in Doha. “De redactie wordt beperkt in haar journalistieke vrijheid.” De Egyptische sjeik Yusuf al-Qaradawi, een van de belangrijkste ideologen van de Moslimbroederschap, heeft een wekelijks programma op Al-Jazeera. Meermalen noemde hij Palestijnse zelfmoordaanslagen een gerechtvaardigd middel in de oorlog tegen Israël. Het Franse ingrijpen in Mali keurt Al-Qaradawi af. “Al-Jazeera stond voor-
De foyer van nieuwszender Al-Jazeera in Doha.
aan toen de Libiërs in opstand kwamen tegen Khaddafi”, zegt Elkeddi. “Maar nu de Moslimbroederschap vrouwen rechten wil beperken en smerig spel speelt om haar macht te vergroten, is Al-Jazeera veel minder luidruchtig.”
Champignonkwekerij
Qatar geeft ook ontwikkelingshulp aan Europa. Het land wil 150 miljoen euro investeren in sociale projecten in de Franse banlieues. In Griekenland en Italië financiert Qatar al hulp in arme volkswijken. Ook richtte Qatar in meerdere Europese landen fondsen op om kleine ondernemers te subsidiëren. Over ontwikkelingshulp aan Nederland is weinig bekend. Hulporganisaties in Qatar zeggen desgevraagd geen projecten te kennen. De Nederlandse ambassade in Qatar kan hulp bevestigen noch ontkennen, omdat Qatar weigert informatie te verstrekken. Wel is uit de Nederlandse media bekend dat het emiraat de afgelopen jaren in Nederland onder meer investeerde in
een champignonkwekerij in Limburg en de bank Theodoor Gilissen.
Heilige oorlog
Islamitische hulporganisaties timmeren overal ter wereld aan de weg. Qatar is daarbij een van meest actieve landen. Nu Saudi-Arabië en Egypte, de twee traditionele leiders van de Arabische wereld, kampen met interne problemen, ontpopt Qatar zich tot de nieuwe regionale grootmacht. Alleen al het budget van de Rode Halve Maan in Qatar, de lokale afdeling van het Rode Kruis, is de afgelopen jaren twintig keer over de kop gegaan. De koppeling van ontwikkelingshulp en islamitische p rediking staat niet ter discussie. Vrijwel niemand in Qatar probeert de missiedrang te verdoezelen. “Helaas bestaat er in Europa en Amerika twijfel over onze intenties”, zegt Mohamed al-Maadid (54), voorzitter van de Rode Halve Maan in Qatar. Maadid, in wit gewaad en met witte tulband, reageert op beschuldigingen dat Qatar humani-
Beeld Tom Pilston / HH
‘Alleen van materiële zaken kan een mens niet leven’
taire hulp gebruikt om de fundamentalistische islam te verspreiden. “De islam is belangrijk in ons werk”, zegt hij. “Maar wij geven hulp aan iedereen. Ongeacht geloof of nationaliteit. Onze kernwaarde is naastenliefde.” Maadid beweert dat critici de essentie van de islam niet goed begrijpen. “Neem een begrip als jihad. Veel mensen vertalen dat als ‘heilige oorlog’. In werkelijkheid betekent het ‘inspanning voor God’. Hulp aan de armen is dus een vorm van jihad.”
Qatar helpt De regering van Qatar besteedde volgens officiële cijfers in 2011 zo’n 500 miljoen euro aan ontwikkelingshulp, ongeveer 0,5 procent van het Bruto Nationaal Product. Daarnaast geven particulieren veel geld aan de armen. Gemeten naar het gemiddeld inkomen per inwoner, ruim 70.000 euro, is de Arabische oliestaat het rijkste land ter wereld. ONEWORLD 37
loeTHe
Beeld mArCus koPPeN
COLUmN
Veel dood beest
G Dokter Frank of Sonja? Zó 2012!
38 ONEWORLD
ezond eten blijft hip, al doet in de praktijk bijna niemand het. Ik ook niet: oké, als je een moestuin hebt móet je groenten wel lekker vinden. Ik houd erg van fruit, peulvruchten en volkorenbrood. Ik heb niks met hamburgers en frietjes; die eet ik alleen in een restaurant. Maar voordat u nu een romantisch beeld krijgt van mijn voedingspatroon: ik ben een koekjesmonster. Hoe meer deadlines, hoe meer bokkepootjes, chocolade wafels en – pure verslaving! – bastognekoeken. Dat ik niet rol in plaats van loop, is te danken aan dagelijkse lichaamsbeweging in de vorm van wieden en dansen, niet tegelijkertijd overigens. Maar wat eet je als je niet veel wilt bewegen en toch fit en dun wilt zijn? De Weightwatchers, dokter Frank of Sonja? Zó 2012! Nee, anno 2013 kies je het oer- of paleodieet. Héél trendy. Veel vis, vlees, groenten, fruit, wortels en noten. En geen granen, peulvruchten, zuivel, zout, suiker of verwerkte oliën. Of, als je koolhydraten als De Vijand ziet: vooral vlees, vis, ei en kaas en verder wat groenten en vitaminepillen. Valt je iets op? Juist: enorme hoeveelheden dood beest. Vreemd, want volgens de Gezondheidsraad is het eten van veel dierlijke eiwitten en vetten niet bepaald gezond. Was het ook niet zo dat we minder vlees, vis en kaas moesten eten, omdat onze consumptiedieren zielig, klimaatbelastend en/of bedreigd zijn? En veeteelt landbouwgrond opslokt en broeikasgas uitstoot? Wat verrassend duurzaam is: ongezond eten! In ‘slechte’ voedingsmiddelen zitten vaak weinig dierlijke bestanddelen, want vlees en vis zijn duur. Plantaardige ingrediënten zoals zetmeel, suiker en vet zijn goedkoop en dus te vinden in patat, pizza, snoep, frisdrank, koek en chips & co. Kroketten en frikandellen: wat daar aan vlees
in zit, is meestal verwaarloosbaar en bovendien, heel duurzaam, restvlees. Zo kom je zonder veel extra klimaatbelasting in een mum van tijd aan je calorieën – maar gezond is anders. Wat dan als je gezónd en duurzaam wilt eten? In 2011 heeft de Gezondheidsraad het rapport Richtlijnen goede voeding ecologisch belicht uitgebracht. De conclusie: voeding met meer plantaardige producten is inderdaad duurzamer, maar de meeste milieu- en gezondheidswinst is te behalen door minder veel én minder calorierijk te eten. En van al dat gesnoep en gesnack worden we niet alleen dik. De productie van deze bewerkte voedingsmiddelen kost veel energie, ook al zijn ze plantaardig. Onderzoeksbureau Blonk Milieu Advies heeft gekeken naar de milieuaspecten, het dierenwelzijn en de gezondheid van een aantal voedingspatronen. Wat bleek? Eten volgens die oude, saaie, on-hippe Schijf van Vijf levert ongelooflijk veel méér milieu-, lijn- en gezondheidswinst op dan alle modediëten, voedingsgoeroes en vitaminepillen bij elkaar. Zo is de aanbevolen hoeveelheid vlees(vervanger) van 100 gram per dag ongeveer de helft van wat de meeste mensen dagelijks eten. En de koekjes? De schijf geeft ongeveer 400 kilocalorieën per dag aan snoepruimte. Dat is dus toch nog mooi acht bastognekoeken. Daar moet zelfs ik het mee kunnen redden. loethe olthuis is culinair journalist en columnist bij onder meer de Volkskrant.
beeld Mark Nozeman
oPEN keuken GEHEIMEN VAN DE THUISKOK
Theresa maakt tamales Waar San Marcos la Luguna, een dorpje in de provincie Solona, Guatemala Wie Theresa (39, huisvrouw) Maakt tamales Guetamaltecos colorados con pollo: in bananenschil gekookte of gestoomde maïsmeelpuree met kip en tomatensalsa Wie eet mee Theresa’s man Daniel, de kinderen Pablo, Daniel, Nicolas en Theresita, de hulp Carina en de buren Hector en Vanessa Wat kost het ongeveer 150 quetzal (circa 15 euro). Per maand geeft Theresa zo’n 100 euro uit aan eten, dat is ongeveer 40 procent van het maandinkomen van man Daniel, die als dagloner op ’t land of in de bouw werkt Altijd in huis rijst, zwarte en rode bonen en maïsmeel Wie doet de afwas Carina, de hulp Kijk op www.oneworld.nl voor Theresa’s recept ONEWORLD 39
AAn de SlAg VERANTwOORD wERKEN EN ONDERNEmEN
Op de koffie bij donateurs esther martens (42) werkt sinds februari als relatiemanager nalatenschappen bij Artsen zonder Grenzen. Wat doe je precies? “Er zijn donateurs die ervoor kiezen hun nalatenschap te schenken aan Artsen zonder Grenzen. Ik onderhoud de relaties met deze mensen. Meestal zijn het ouderen. Ik heb hen inmiddels bijna allemaal een keer gebeld en ben net begonnen met de huisbezoeken. Tijdens deze bezoeken geef ik informatie over Artsen zonder Grenzen, zodat degenen die hun geld willen nalaten weten waar we mee bezig zijn.”
hebben zo veel levenservaring. Vaak zijn dat mensen met een sobere levensstijl en een volle spaarrekening. Het is hartverwarmend om te horen dat zij Artsen zonder Grenzen willen steunen. Bij mijn eerste bezoek werd ik gastvrij ontvangen door een vrouw die zelf arts is geweest. Ze had geen familie om zich heen en koos er resoluut voor om al haar bezit aan AzG na te laten. Ik had nog nooit zoiets gehoord.”
Ik sta achter de doelstelling dat iedereen ter wereld in nood medische hulp moet kunnen krijgen. Daarom zit ik hier goed. Toen mijn collega laatst terugkwam van veldwerk, zei ze: ‘Het is daar zo verschrikkelijk. Er wordt gemoord, er wordt verkracht. Het is zo goed dat wij daar zijn.’ Als ik zoiets hoor ben ik blij dat ik daar een bijdrage aan lever.”
hoe ervaar je deze contacten? “Als een verrijking. Ik heb affiniteit met ouderen, ze
Koos je bewust voor een goed doel? “Ja, ik wil maatschappelijk betrokken zijn.
op oneworld.nl vind je elke dag nieuwe vacatures voor verantwoorde banen.
3x
zoveel nieuwe medicijnen worden getest in ontwikkelingslanden. Testen is daar goedkoper en de veiligheidseisen zijn er lager
Bron: tHe guardian
40 ONEWORLD
JoaNNe De Jager
VrAAg + AnTwoord
Wil jij jouw vraag laten beantwoorden door een expert? Laat het ons weten:
[email protected] “Als zzP’er wil ik ook in mijn professionele leven graag bijdragen aan een betere wereld. Ik heb geen werknemers en ook geen vast kantoor. hoe draag ik mijn steentje bij?” emma (27), Amsterdam Petra van der horst, zelfstandig consultant: “Er zijn veel mogelijkheden om als zelfstandige duidelijk te maken dat je je inzet voor een betere wereld. Je kunt in je ‘leveringsvoorwaarden’ melden vanuit welke waarden je werkt en hoe je met je klanten wilt
omgaan. Als je een afspraak hebt met een klant kun je daarvoor een mens- en milieuvriendelijke ontmoetingsplaats kiezen. Ook kun je een deel van je jaarwinst schenken aan een goed doel, of je professionele expertise en vaardigheden beschikbaar stellen aan een maatschappelijke organisatie die weinig geld heeft en je na aan het hart ligt. En natuurlijk kun je de dagelijkse dingen duurzaam maken: gebruik alleen FSC-gekeurd papier en reis met de trein.”
bedriJVendoKTer
Actie in de taxi Steeds meer bedrijven kiezen een duurzame koers. OneWorlds bedrijvendokter Mark Schalekamp licht ze door. Deze maand: Taxi-E.
Trend
boerTube indiase boeren delen hun beroepsgeheimen via filmpjes op de website Digital green met collega’s elders. op kleine dorpsbijeenkomsten kijken de boeren samen hoe ze bijvoorbeeld een varen verwerken tot veevoer of effectiever rijst verbouwen. Zo verhogen ze hun landopbrengst, en dat is belangrijk in een land waar 60 procent van de bevolking van landbouw moet rondkomen. voor de website bestond, bereikten publieke landbouwvoorlichters slechts 6 procent van alle boeren. inmiddels zijn er via de site 157.865 boeren bereikt. Bron: digitalgreen.org
De klacht Denk aan een Amsterdamse taxi en je ziet een onbeschofte chauffeur voor je in een vieze Mercedes. Hij kent de weg niet en vraagt te veel geld – als hij je tenminste niet weigert omdat hij het ritje te kort vindt. Het in 2011 opgerichte Taxi-E moet het allemaal beter doen. De taxidienst rijdt met elektrische auto’s, op dit moment twintig Nissan Leafs. Dat moeten er honderd worden. Prettig voor de gemeente Amsterdam, die wil dat er over twee jaar 450 rondrijden. De chauffeurs zijn netjes geklede, herintredende vijftigplussers. Ze houden de deur voor je open en brengen je voor 25 euro naar Schiphol (in plaats van de gebruikelijke 45 euro). Taxi-E poetst niet alleen het belabberde imago van de taxibranche op, maar ook dat van de elektrische auto. Klanten ervaren dat de taxi sneller optrekt dan andere wagens en op de snelweg makkelijk 130 kilometer per uur haalt. De chauffeur kan uitleggen hoeveel kilometer zijn auto rijdt op een volle accu, dat de oplaadtijd minder is dan 30 minuten en dat-ie ook oplaadt bij het remmen. Wat zegt de patiënt? Edvard Hendriksen, directeur: “We werken met een vaste prijs, zodat mensen niet ongerust naar de meter kijken en genieten van de reis. Het imago van de branche verbetert, waardoor ook vrouwen ’s nachts weer een taxi in durven.” second opinion Sanne Takman, woordvoerder TCA: “Onze ervaring met Taxi-E is positief, we staan op goede voet met elkaar en hebben geregeld contact. Ze spelen goed in op een niche en op het mvo-verhaal. TCA heeft overigens ook tien elektrische taxi’s.” Diagnose Taxi-E is zeer energiek en gaat hopelijk nog hard groeien. mark schalekamp is schrijver van De Parvenu. In een vorig leven was hij duurzaam ondernemer en advocaat.
Beeld mArCus koPPeN
Beeld mATTY VAN WIJNBerGeN
De check-up Taxi-E noemt zichzelf een vriendelijke taxiservice. Vriendelijk voor het milieu met vriendelijke chauffeurs. Snel, goedkoop, in Amsterdam.
ONEWORLD 41
reportage
onderwijs in kenia
Leergeld betaald Ruim tien jaar gratis onderwijs in Kenia heeft vooral veel volle klassen opgeleverd. Ouders trekken nu zelf aan de (school)bel. “Iets wat gratis is, leidt tot desinteresse.” Tekst Mark Schenkel beeld Jan-Joseph Stok
E
lema Molu (37) geeft de jongste van haar zeven kinderen de borst terwijl ze water aan de kook brengt in haar hut van klei, riet en koeienstront. Molu hoort tot het veehoudende Boranvolk in de omgeving van Marsabit, een kleine stad in het noorden van Kenia. Molu’s man is overleden. Haar oudste dochter van zestien houdt de wacht over tien geiten. “Ik zit in het oudercomité van de basisschool waar drie van mijn kinderen naartoe gaan”, vertelt Molu, terwijl rook van haar houtskooloventje omhoog kringelt in haar hut. “Sinds vorig jaar. Als ouders ontdekten we dat het niveau van de school te laag was. We besloten actie te ondernemen. Nu praat ik elke week met de leraren en leerlingen om te zien wat er nodig is. Wij ouders hebben vier extra leerkrachten ingehuurd, dat verkleint de klassen waardoor het lesniveau hopelijk omhooggaat. Ik wil dat mijn kinderen later een baan krijgen zodat ze voor zichzelf kunnen zorgen. En voor mij.”
42 ONEWORLD
De school, Manyatta Jillo, waar Elema Molu haar kinderen naartoe stuurt, is vernoemd naar een dorpsoudste. De verf op de muren bladdert af; het gietijzeren dak is verweerd. “Ik ben blij dat de ouders tegenwoordig betalen voor vier extra leraren”, vertelt schoolhoofd William Dadacha. “Al verdienen die leraren veel te weinig, per maand 2000 shilling (18 euro).” Officieel heeft een leraar in Kenia recht op zo’n 17.000 tot 20.000 shilling (153 tot 180 euro). Dadacha: “We hebben nog altijd behoefte aan méér leraren. Dit jaar hebben we er in totaal vijftien, op 817 leerlingen. Eén klas telt 54 leerlingen – veel te veel.”
Gratis onderwijs
Het verhaal van Manyatta Jillo is een van de vele voorbeelden van basisscholen in Kenia waar ouders, directeuren en leraren proberen op eigen initiatief het onderwijspeil op te krikken. Dat gebeurt elf jaar nadat de regering in Nairobi het lager onderwijs voor alle
leerlingen ‘gratis’ maakte. Scholing, betoogde toenmalig president Mwai Kibaki in 2002, is niet alleen een universeel recht, het vergroot ook de kansen van onze jeugd op de arbeidsmarkt. Dat is essentieel, willen we als Afrikanen meegaan in de vaart der volkeren, aldus Kibaki. De regering zou voortaan, met steun van westerse donoren, de schoolgelden betalen. Voor ouders bleef alleen nog maar het school uniform over om te betalen. Veel Kenianen prijzen Kibaki, die in maart werd opgevolgd door Uhuru Kenyatta, nog steeds om de invoering van ‘gratis’ lager onderwijs. Maar het systeem blijkt, net als in buurlanden Uganda en Tanzania, ook nadelige effecten te hebben. Ja, op papier gaat nu bijna ieder kind naar school, maar in de praktijk leren ze te weinig. De overheidsuitgaven aan leraren, klaslokalen en andere faciliteiten hielden nooit pas met het exploderende aantal leerlingen. Corruptie, tribalisme en
De Keniaanse overheid steekt niet genoeg geld in de kwaliteit van het lager onderwijs. Schoolgeld kan helpen, maar stuit op bezwaren. ONEWORLD 43
Door het gratis onderwijs zitten de klassen in Kenia vol, maar veel ouders maken zich zorgen over het lage lesniveau.
een gebrekkig bestuur speelden hierbij mee. Het resultaat: overvolle klassen en een onderwijsniveau dat op veel plaatsen omláág gaat.
Oudercomité
‘Hoewel kinderen tegenwoordig in ongeëvenaarde aantallen naar school gaan, leren ze niet de essentiële vaardigheden die verwacht mogen worden op hun leeftijd en in hun klas’, concludeerde maatschappelijke organisatie Uwezo in 2011 na onderzoek onder 350.000 kinderen in Kenia, Uganda en Tanzania. ‘De daadwerkelijke geletterdheid en gecijferdheid blijven in de regio duidelijk ontoereikend.’ Uwezo (Swahili voor ‘capaciteit’) krijgt subsidie van onder andere ontwikkelingsorganisaties Hivos, SNV en de Wereldbank. De onderzoeksresultaten zijn verspreid via lokale radiostations en kranten, en via scholen zelf. In Marsabit berichtte radiostation Marsabit FM over het onderzoek in het Swahili en het Boran, de taal van 44 ONEWORLD
Elema Molu, de moeder van zeven. Zij nam vervolgens zitting in een plaatselijk oudercomité. Molu: “Ik hoorde ook over het onderzoek via een vrijwilliger van Uwezo. Die gaf de resultaten aan een van mijn kinderen en zei: ‘neem dit mee naar huis en lees het’.” Joseph Karuga is directeur van Nairoby Primary School, in de hoofdstad, en voorzitter van Kenia’s vereniging van schoolhoofden (23.000 leden). “Leraren waren boos, ze voelden zich aangevallen. Later gingen ze inzien dat het onderzoek juist nuttig was”, vertelt Karuga in zijn royale kantoor uit 1927, tussen zwartwitfoto’s uit de koloniale tijd. “Uwezo deed wat onze regering zou moeten doen: ons onderwijs evalueren en ouders en scholen informatie geven waarmee we ons niveau kunnen verbeteren.”
Hout verkopen
Kithunguriri Primary School, op ruim honderd kilometer van Nairobi, telt twaalf leraren. Drie worden er betaald
door de ouders van de 602 leerlingen. Net als op de Manyatta Jillo-school bij Marsabit was het initiatief van de ouders een gevolg van het onderzoek van Uwezo. “Onze leraren werken nu door tot vier uur ’s middags in plaats van tot één uur”, legt schoolhoofd Rosemary Njeru uit. “We houden nu ook inspraakdagen met de ouders. We betrekken daar de lokale chiefs bij. Ons onderwijs wordt steeds beter. De klaslokalen moeten nog wel gerenoveerd worden, maar dat kunnen de ouders niet ook nog opbrengen.” Rosemary Njeru is behalve schoolhoofd ook houthandelaar. De school verdient bij met de verkoop van hout. “Onze regering geeft ons te weinig geld. Vorig jaar 241.000 shilling (2175 euro) en dat bedrag is ook voor water, wc’s, bewakers.” Als ouders besluiten zelf extra leraren in te huren, is dat natuurlijk goed voor het onderwijspeil, maar is dit niet eigenlijk een taak van de overheid? Díe belooft immers ‘gratis’ onderwijs. Njeru: “Het punt is
reportage
onderwijs in kenia
Een van de twaalf leraren van de Kithunguriri Primary School, met ruim 600 leerlingen.
‘Betalen? Dan haal ik mijn kinderen van school’ dat de regering haar taak tóch niet vervult. Dan kunnen we beter zelf het initiatief nemen.”
gedeelde mening. Het nadeel van een gedeeltelijke herinvoering van schoolgeld blijkt ook in Marsabit, in de hut van moeder Elema Molu. “Ik zou graag schoolgeld betalen als dat het lesniveau verhoogt”, vertelt ze. “Maar ik kan dat nooit betalen.” Molu heeft per maand zo’n 2000 shilling te besteden (18 euro). Wat Molu doet als schoolgeld heringevoerd wordt? “Mijn kinderen van school halen.”
Schoolgeld
“In de eerste plaats willen we informeren”, reageert John Mugo, landencoördinator van Uwezo in Kenia. “Van daaruit kunnen we verder werken. Officieel geven we als organisatie geen advies over hoe ouders ons onderzoek moeten gebruiken.” Sommige leraren zien als oplossing een gedeeltelijke herinvoering van schoolgelden. Zo krijgen scholen meer geld en raken ouders meer betrokken bij het wel en wee, is de gedachte. “Iets wat gratis is, leidt tot desinteresse”, vertolkt William Dadacha een breder
Grootschalige fraude
David Siele was ambtenaar toen in 2002 het ‘gratis’ lager onderwijs werd ingevoerd. In zijn kantoor in Nairobi zegt hij: “Ik was er destijds al niet voor. We zien nu dat het onderwijs de afgelopen tien jaar niet verbeterd is. Toch noem ik gratis lager onderwijs geen complete mislukking. In elk geval gaan onze kinderen nu naar school. Zaak is nu om het niveau te verbeteren.” Siele pleit voor een tussenweg: een herinvoering van schoolgeld voor ouders van rijkere kinderen. De inkom-
sten daaruit zouden herverdeeld moeten worden onder scholen in armere regio’s. “Een inkomensafhankelijk systeem, dus.” Joseph Karuga ziet hier ook wel wat in. Zijn Nairobi Primary School geldt als een van de beste en welvarendste openbare scholen in Kenia. “De ouders van mijn leerlingen kunnen best de 1020 shilling (9 euro) betalen die de overheid nu officieel besteedt per leerling.” De rol van de overheid, die het huidige systeem ook niet optimaal laat functioneren, vormt daarbij echter een struikelblok. Karuga: “Het geld zal gestolen worden.” Siele: “De mensen in de regering zullen hun eigen tribale regio voortrekken.” Het bestaande onderwijssysteem op lokaal niveau verbeteren, is dus voorlopig het devies in Kenia. Betrokkenen denken dat het belang hiervan alleen maar toeneemt als gevolg van afnemende donorgelden voor de centrale regering. In 2010 werd grootschalige fraude geconstateerd in Kenia’s onderwijsdepartement. Nederland stapte mede als gevolg van fraude al eerder uit Kenia’s onderwijssector. De agenda van minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen (Pvd A) focust sowieso niet meer op onderwijs. Overigens niet vanwege tegenvallende resultaten, maar omdat er genoeg andere donorlanden geld geven. Uwezo probeert intussen de betrokkenheid van ouders te vergroten door ze duidelijk te maken dat gratis onderwijs niet echt gratis is. “Kenianen betalen indirect al mee, via belastingen”, zegt William Dadacha van de Manyatta Jillo-school in Marsabit. “Ouders beginnen dat te snappen.” ONEWORLD 45
THE mAKINg OF
PAngASiUSfileT
ROTTE VIS? Waar en onder welke omstandigheden wordt ons eten gemaakt? deze keer: pangasius uit Vietnam.
Een volgroeide panga (12 maanden oud) meet ruim een halve meter van kop tot staart
TEKST LoeThe oLThUis
1
46 ONEWORLD
VIETNAM DE FABRIEK Met speciale ‘welboten’ met een ruim vol water worden de volgroeide panga’s overgebracht naar visfabrieken aan de overkant van de rivier. daar werken duizend jonge werknemers met mondkapjes en beschermende kleding. Mannen- en vrouwenwerk is strikt gescheiden. de mannen doden de vissen – door elektroshocks of onderkoeling – en maken ze schoon, vrouwen fileren en ontgraten. Zo’n anderhalf uur na binnenkomst zijn de panga’s verpakt en diepgevroren. klaar om per boot naar europa te gaan.
2
Beeld dAVId heCker
VIETNAM DE KWEEKVIJVER al onze pangasius wordt gekweekt in Vietnam. twee grote kwekerijen aan de Vietnamese Mekongrivier namen het initiatief om binnen een jaar duurzaam te produceren en het asc-keurmerk te verdienen. Ze werden hierbij gesteund door de regering, asc, het Wereld natuurfonds en het visverwerkingsbedrijf Queens. sindsdien zwemmen er veertig panga’s per vierkante meter in bassins van vier meter diep, voorheen waren dit er zestig tot zeventig. de vissen krijgen grotendeels plantaardig voer op basis van soja en cassave. antibiotica is nauwelijks nodig omdat de panga’s in gescheiden bassins zitten. Het water wordt elke paar dagen ververst met schoon rivierwater. Het afvalwater gaat naar speciale vijvers met waterhyacinten, die het water natuurlijk zuiveren. Het slib en de vissenpoepresten dienen als gratis mest voor chiliboeren uit de omgeving. inmiddels zijn er meer kwekerijen verduurzaamd en beloond met het asc-keurmerk.
De panga heeft weinig graten en smaakt niet zo vissig: perfect voor niet-zulke-visliefhebbers
Pangasiusfilet was in 2011 de meest gegeten vis in Nederland. We eten jaarlijks 5,5 miljoen kilo
NEDERLAND DE SUPERMARKT Panga wordt het hele jaar door gekweekt en is dus altijd verkrijgbaar. Pangasiusfilet is relatief goedkoop en blijft lekker stevig bij het roerbakken. de panga is een zoetwatervis. Hoewel hij ook verkocht wordt onder de namen ‘zoetwatertong’, ‘Vietnamese tong’ en ‘aziatische tong’, is de panga familie van de meerval en niet van de (dure) zeetong. op dit moment is ongeveer 15 procent van de Vietnamese panga’s asc-gecertificeerd. de meeste kans op een goedgekeurd visje maak je bij de supermarkt. Viskramen en -winkels zijn minder duidelijk over de herkomst.
3
WaT wilde vis. ASC-kwekerijen moeten waterverontreiniis asC? ging voorkomen. Er zijn Het ASC-keurmerk (Aquaculture Stewardship Council) is er voor duurzaam gekweekte vis. Het is het broertje van het MSC-keurmerk (Marine Stewardship Council) voor duurzame
richtlijnen voor medicijngebruik, dierwelzijn, eerlijk loon en sociale omstandigheden. Het lukt alleen grote kwekerijen om aan deze eisen te voldoen. Viskooien en kleine vijvers blijven bestaan voor eigen gebruik.
#2 Panga
Beeld JoAChIm heYVAerT
Pangasiusvoer bestaat uit soja (30%), cassave, rijstzemelen, tapioca en vismeel (8%, afkomstig van visafval)
Een panga is ‘slachtrijp’ na 9 tot 10 maanden
OP DE WERKVLOER “Het werk is niet heel zwaar, en het is schoon en koel in de fabriek”, zegt nguyen thi Minh dang (27). de medewerkers werken drie tot zeven dagen per week in de visfabriek. de werkdag start om 6 uur ’s ochtends en eindigt om 3 uur ’s middags. Ze heeft twee keer een half uur pauze en heeft na het werk genoeg tijd voor haar kinderen. “ik verdien 200 tot 300 euro per maand, een heel behoorlijk salaris. en de baan is vast! Belangrijk, want mijn man is werkloos”, zegt ze. ervaren fileersters kunnen de rest van hun leven in de fabriek blijven werken. “dat vind ik geen afschrikwekkend idee. Het is een garantie voor een zekere toekomst.”
VIEZE VIS? de afgelopen jaren was de panga niet zo populair. Het zou een antibioticavretende moddervis zijn. dat beeld was deels terecht: de kleine kwekerijen die de panga’s leverden, werkten zonder veel kennis en hielden veel te veel vissen in de kweekkooien. Bijna de helft van de panga’s legde het loodje. de antibiotica, voedselresten en uitwerpselen stroomden uit de kooien de rivier in en zorgden voor grote vervuiling. omdat de panga’s eerst wilde vis uit de Mekong aten, had dat invloed op de visstand van de rivier. schone kweek omdat de kweek van panga heel belangrijk is voor Vietnam (er zijn zo’n 8 miljoen mensen van afhankelijk), startte de Vietnamese regering een grootscheeps ‘schone panga’initiatief. in 2015 moet de helft van de Vietnamese panga het gloednieuwe asc-keurmerk voor verantwoorde kweekvis hebben.
ONEWORLD 47
MArcel & JAn-dirK wAREN ERBIJ
een bord vol naastenliefde
H Schrijver Marcel van Roosmalen en fotograaf Jan-Dirk van der Burg bezoeken bijeenkomsten van mondiale Nederlanders. Deze maand waren ze bij goededoelenrestaurant Happietaria in Leiden.
48 ONEWORLD
et fenomeen Happietaria bestaat al sinds de vorige eeuw. Fractievoorzitter Arie Slob van de ChristenUnie kwam speciaal naar Leiden voor de opening van een filiaal in deze studentenstad. Het tijdelijke restaurant wordt vrijwillig gerund door de leden van christelijke studentenverenigingen. Een kleine drie weken kun je voor schappelijke prijzen uit eten vlakbij het centrum van Leiden. De opbrengst gaat naar ZOA, een stichting die in het droge en door oorlog verscheurde Afghanistan helpt met het verbeteren van de waterkwaliteit en de beschikbaarheid van water.
Zijn vrouw heeft het belangrijk leren vinden dat de kinderen schoenen dragen. Zo komen er geen bacteriën meer in de open wondjes.” En zo ratelde ze nog even door. Ondertussen gingen studenten rond met blokjes kaas en bitterballetjes.
Marie-Elise Heijboer sprak namens de studenten. Ze droeg een witte plooirok en las voor van een papier. Ze vond Afghanistan ‘een mooi doel’ waar de studenten zich ‘met hart en ziel’ voor gingen inzetten. “Ik hoop dat veel mensen hier komen smullen.” Ze begon over ‘het belang van water’ en las brieven voor van dankbare Afghanen die in contact waren gekomen met de hulpverleners. “Said zegt dat hij sindsdien zijn handen wast.
Twee hulpverleensters interviewden elkaar over hun ervaringen in Afghanistan. De ene had twee keer met het gezin in Afghanistan gewoond. Ze vond de mensen er ‘erg gastvrij’. “Het kwam voor dat ik op een middag een paar liter groene thee dronk”, een opmerking waarmee ze ongewild een deel van het watertekort in het land verklaarde. Ze ging er – in burka – op de vouwfiets naar het werk. We probeerden ons er een voorstelling
Wethouder De Haan uit Leiden droeg een roze stropdas op een krijtstreeppak en greep de mogelijkheid met beide handen aan om een keer te spreken in het openbaar. Hij had ‘een christelijk verhaal over naastenliefde’. “Voedsel verkopen voor schoon drinkwater, mooier kan het niet. Wie goed doet, goed ontmoet.”
van te maken. “Mijn enige probleem was dat ze op de lokale marktjes nergens maat XL hadden. Ik loste het op met een wijde broek of laarzen.”
De demonstratie met de burka had diepe indruk gemaakt
In de keuken van Happietaria viel precies op dat moment de stroom uit. Het ging niet ten koste van de feestvreugde.
Het maakte diepe indruk. “Ik ben toch wel heel blij dat ik een christenmeisje ben.”
Colinda Aarnoutse, een studente met een kapsel uit de jaren ’50 sprak onder het genot van een bitterballetje inhoudelijk over het project. Ze hoopte ‘vurig’ dat het tijdelijke restaurant zou aanslaan bij de Leidenaren. “Met de opbrengst wordt zoveel mooi werk gedaan. Het uitdiepen van oude waterputten bijvoorbeeld.” Ze was nog nooit in Afghanistan geweest, maar had wel een idee hoe het er ongeveer aan toe ging. De demonstratie met de burka had diepe indruk gemaakt. “Dingen die wij hier vanzelfsprekend vinden zijn daar schaars. En andersom.”
Arie Slob knipte een lint door en hief het glas – met water – op de goede afloop. “Ook als jullie het doel van 30.000 euro niet halen, hoop ik dat jullie met voldoening op deze bijzondere periode in jullie leven terug denken. Het goede doel is al jullie energie dubbel en dwars waard. Proost!”
Er kwamen die eerste avond 25 eters, die gemiddeld 20 euro de man uitgaven. Voor het eten werd gebeden. Arie Slob vroeg de Heer om water voor Afghanistan. “Wilt u echt niet meesmullen?”, vroeg een student bij het weggaan. Jammer genoeg hadden we daarvoor geen tijd.
Voor de mannen in de zaal had ze nog een praktische tip. “Geef als je een vrouw leuk vindt nooit zomaar een hand.” Het eindigde met een demonstratie van een burka. Een van de meiden uit het publiek – een kleintje, want geen maatje XL – mocht een blauwe burka passen.
ONEWORLD 49
portret
MissionariSsen
De laatste
gezant Tekst Nynke Sietsma beeld Mike Roelofs
Zeeziek op de boot naar Afrika, in no-time nieuwe talen leren, maar ook vluchten voor religieus geweld. Met de laatste missionaris verdwijnen straks ook de verhalen. OneWorld tekende er drie op.
Ooit was missiewerk bedoeld om mensen in ‘derdewereldlanden’ te bekeren en te dopen. Maar eigenlijk, zeggen oudmissionarissen, kwam bekeren niet aan de orde. Het was ontwikkelingswerk. Wás, want Nederlandse religieuzen uit ordes, congregaties en bisdommen bouwen geen scholen en ziekenhuizen meer. Tegenwoordig komen niet-westerse
50 ONEWORLD
issionarissen juist naar óns land. In topjaar 1963 vertrokken m er nog 1029 broeders en zusters naar Afrika, Latijns-Amerika en Azië. In dat jaar waren er in totaal bijna tienduizend Nederlandse missionarissen overzee. In 2003 waren het nog maar 1800. Die gaan door tot de laatste snik. Verknocht aan het land en de mensen. “Het is samen op weg zijn.”
‘We hielpen mensen’ Broeder Gerard van de Laar (91) Werkte 61 jaar als missionaris in Kenia. Sinds vijf jaar woont hij weer in Nederland, in het verzorgingstehuis van de Mill Hill-broeders.
V
lak na de Tweede Wereldoorlog, in 1947, vertrok de 24-jarige priester Gerard van de Laar met nog zeventien andere missionarissen per boot naar Kenia. Na drie weken varen arriveerden ze in havenstad Mombasa. “Die hele drie weken lang was ik zeeziek. Maar, de zee was spiegelglad! Pure inbeelding.” Broeder Gerard kwam in Kisumu terecht, aan het Victoriameer. “Ik begon met parochiaal werk. Sommige mensen betitelden dat als ‘zieltjes winnen’, maar daar heb ik
altijd tegen gesputterd. We hielpen mensen.” Van de Laar moest eerst de lokale taal leren. “Kort daarna werd ik overgeplaatst en moest ik weer een andere taal leren, het Kiswahili. Gelukkig zijn Kenianen enorme praters, dus ik leerde snel. Nu ik terug ben, krijg ik ook nooit brieven; ze schrijven niet, maar praten.” Broeder Gerard bouwde mee aan scholen en kapelletjes. “Na de onafhankelijkheid in 1963 veranderde er niet veel, behalve dat de regering Afrikaans werd. De Engelsen hebben geweldig
veel voor het land gedaan. Voor het onderwijs bijvoorbeeld. Daar wordt wel eens wat aan voorbij gepraat.” In 2008 kwam ‘Father’ Gerard na ruim zestig jaar weer terug naar Nederland. Ineens zat hij tussen vijftig andere paters in een rusthuis. “Ik miste Kenia vreselijk, maar heb me toen voorgenomen nooit meer terug te gaan. Er moet een punt achter, anders blijf je versplinterd.” De ervaring blijft toch altijd bij je, vindt hij. Eigenlijk had hij als jonge priester naar India gewild. Achteraf is hij blij dat het Afrika werd. “Kenia is een prachtig land.”
ONEWORLD 51
‘Samen op zoek naar een God’ Broeder Jan Heuft (73) Woont als missiebroeder tussen moslims. Hij zet zich in voor vluchtelingen in Algerije en probeert christenen en moslims te verbinden.
Z
ijn Nederlands is niet meer zo goed, zegt Jan Heuft. Dat is ook niet zo gek, broeder Jan zit al meer dan 44 jaar in Algerije. Hij maakte als missionaris heftige dingen mee. Zoals de terroristische aanslagen in de jaren ’90. Er vielen meer dan 150 duizend doden, waaronder 23 religieuzen. Broeder Jan kende alle zeven trappistenmonniken die werden ontvoerd en vermoord goed. “Bij de begrafenis liep de hele stad uit. Mensen hadden – óndanks hun verschillende religieuze over-
52 ONEWORLD
tuiging – deze monniken lief.” Dat moedigde hem aan om door te gaan met het missiewerk. Broeder Jan zette zich jarenlang in voor dove en slechthorende kinderen, hij bouwde zorgcentra, scholen en een bibliotheek. Sinds zijn pensioen, tien jaar geleden, ontfermt hij zich over mensen die door de Sahara naar Algiers vluchten, op zoek naar een beter leven. “Deze vluchtelingen zijn misschien wel de diepste breuklijn van onze samenleving. Op dit moment krijg ik het trieste nieuws dat een jonge asielzoeker
uit Kameroen is vermoord.” Missiewerk is volgens Heuft interreligieus. “Het is samen op weg zijn. Op zoek naar een God die zich niet laat opsluiten in een religie, maar zich openbaart aan ieder van ons op eigen wijze.” Broeder Jan wil pas stoppen als hij het werk fysiek niet meer aankan. “Maar niemand is onvervangbaar.” Zijn werk wordt alom geprezen. Vorig jaar werd hij benoemd tot commandeur in de Ordre national du Mérite van de Franse Republiek. “Een hart onder de riem”, vindt broeder Jan.
‘De leegte hier trof me’ Zuster Claudia Theinert (50) Werkte in de jaren ’90 als missiezuster in krottenwijken op de Filippijnen. Nu organiseert ze retraites vanuit het Arnold Janssen Klooster in het Limburgse Wahlwiller.
Z
e kreeg pas een cultuurschok toen ze in 1997 vanuit de Filippijnen weer op Schiphol arriveerde. Waarom rennen die mensen, dacht ze. Zou er iets gebeurd zijn? Ze voelde lichte paniek om zich heen. Maar er bleek niets aan de hand. “Zo gaat het dus hier”, bedacht zuster Claudia toen ze in de trein zat. “De haast trof me. En het trof me nog meer hoe bedroefd iedereen keek. Ook de jongeren. Hoeveel leegte ik in de ogen zag.” Vanaf dat moment begon haar nieuwe missie.
Op de Filippijnen had zuster Claudia zich als net afgestudeerde verpleegkundige ontfermd over vrouwen in krottenwijken. Ze ontfermden zich ook over haar. Ze leerden haar de taal Tagalog en vertelden haar hun verhalen. “Dit is wat missionaris-zijn voor mij betekende. Niet komen met een plan of een project. Maar met niets. En zeggen: goedemorgen, hier ben ik. Help mij. Leer mij de taal en leer mij hoe ik mij in moet zetten.” Dat gebeurde. “Ik heb van hen geleerd wat leven betekent. Als je niets hebt, in materiële zin moet
lijden, is er altijd nog de levensvreugde die het leven de moeite waard maakt. Wat die vrouwen ook overkomt, ze staan altijd weer op. Ik wil het niet romantiseren, er is wanhoop. Maar ze weten de schoonheid altijd een plaats te geven in hun leven. Dat raakte me enorm.” Ze had heel graag willen blijven, maar de congregatie riep haar na zes jaar terug naar Nederland. “Gaandeweg besefte ik dat ik hier ook kan doen wat ik in Manilla deed. Luisteren en mensen in geestelijke nood begeleiden.”
ONEWORLD 53
De inspecteur Ruerd Ruben
Al is de leugen nog zo snel, Ruerd Ruben achterhaalt hem wel. De directeur van de inspectiedienst Ontwikkelingssamenwerking scheidt voor OneWorld maandelijks feit van fictie.
Het einde van de hulp is nabij Ja, Inderdaad Van de geldstromen die naar arme landen gaan, maakt ontwikkelingshulp een steeds kleiner deel uit. Overboekingen van migranten en directe investeringen van bedrijven vertegenwoordigen inmiddels ruim 80 procent van de externe financiële middelen. Nog belangrijker: een groot deel van de armen leeft in landen met snel groeiende economieën waar het gemiddelde inkomen toeneemt. We mogen van deze middeninkomenslanden verwachten dat zij verantwoordelijkheid nemen voor armoedebestrijding. Zij zijn ook steeds beter in staat om hiervoor geld vrij te maken via lokale belastingheffing. Gemiddeld 30 procent van het nationaal inkomen van deze landen wordt opgehaald door de belastingdienst. Op termijn vervangen binnenlandse belastingen de buitenlandse hulp.
Nee De hiervoor genoemde cijfers gaan niet op voor de allerarmste landen. Chroni54 ONEWORLD
sche armoede, ondervoeding en kindersterfte raken steeds meer geconcentreerd in fragiele staten en postconflictsamenlevingen. Naar verwachting woont in 2025 zo’n driekwart van de armen in een twintigtal fragiele staten, bijna allemaal in sub-Sahara Afrika. In deze landen blijft ontwikkelingshulp van vitaal belang voor het verbeteren van de infrastructuur (wegen, elektriciteit, water), de opbouw van publieke voorzieningen (onderwijs, gezondheidszorg) en de versterking van de democratie. Zonder hulp komen deze staten er niet bovenop en bestaat de dreiging van uitwaaierende conflicten.
Nu Komt het… Hulp bestaat niet alleen uit geld overmaken. Het gaat ook om samenwerking in bredere zin. Zoals lokale organisaties ondersteunen, particuliere investeringen bevorderen of het versterken van sociale en economische structuren. Steeds vaker worden eerlijke handelsvoorwaarden en het herzien van belastingverdragen ingezet om de ontwikke-
“Op termijn zal het begrip ontwikkelingshulp helemaal verdwijnen.” Minister Lilianne Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de Volkskrant, 2 maart 2013
“Hulp blijft tot in lengte van jaren nodig om arme landen over een drempel te helpen, zodat ze op eigen kracht verder kunnen.” Minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken, vragenuurtje Tweede Kamer, 5 maart 2013
lingsmogelijkheden van landen te ondersteunen. Uiteindelijk is het voor arme landen van belang dat zij voldoende eigen belastinginkomsten genereren. Daar ligt een belangrijke opdracht voor Nederland. Veel bedrijven die in ontwikkelingslanden opereren, staan in Nederland geregistreerd en betalen daarmee minder lokale belastingen.
Het oordeel Het einde van de traditionele ontwikkelingshulp lijkt inderdaad nabij, maar er is grote behoefte aan vernieuwing van de samenwerkingsrelaties. Directe financiële hulp zal zich richten op een beperkt aantal (post-)conflictlanden. In andere landen komt de nadruk te liggen op economische samenwerking en versterking van lokale instituties, zoals de belastingdienst, het juridische systeem en het kadaster. Ruerd Ruben is directeur van IOB, de inspectiedienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Tevens is hij hoogleraar ontwikkelingssamenwerking aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
oP de KoP geTiKT HIp EN HANDIg
sTiJN CheCKT
KooPJes
Meegroeifles
Bak ze groen! oneWorld wijst je de weg in het woud van keurmerken, greenwashing en ecoclaims. Deze maand: bakken in een milieuvriendelijke anti-aanbakpan. Claim De anti-aanbakpannen van GreenPan worden milieuvriendelijk geproduceerd en bakken als de beste. analyse Heb je een anti-aanbakpan in de kast staan? Dikke kans dat het er een is met een laagje PTFE, oftewel Teflon. De hulpstof die bij de productie van dit supergladde materiaal wordt gebruikt, ligt flink onder vuur omdat het bijna niet afbreekbaar is en giftig zou kunnen zijn voor dieren. Vandaar dat GreenPan het anders doet: hun pannen hebben een keramische anti-aanbaklaag gemaakt van minerale materialen, zoals zand. De pannen zijn daarnaast gemaakt van ‘upcycled’ aluminium en roestvrijstaal. Bij navraag blijkt dat GreenPan daarmee bedoelt: zoveel mogelijk hergebruikt materiaal gemengd met een beetje nieuw om de kwaliteit hoog te houden. Een prima werkwijze, maar niet ongebruikelijk in de metaalindustrie waar vaker ‘hoogwaardige’ producten worden gemaakt van ‘laagwaardig’
Fabrikant greenPan Prijs vanaf € 50,oordeel restmateriaal. Het aanbrengen van de keramische laag kost minder energie dan bij een PTFE-laag, wat 60 procent CO2-uitstoot scheelt. Deze forse besparing geldt echter alleen voor het aanbrengen van de laag, niet voor de hele ecologische voetafdruk van de pan. Op de Engelse website is dat glashelder, op de Nederlandse kan dat scherper. Tot slot, ook niet onbelangrijk: hoe bakt de pan en hoe lang gaat hij mee? Volgens GreenPan doen hun pannen het minstens even goed als een Teflon-pan. Mijn moeder kan het weten, zij heeft al anderhalf jaar twee GreenPanpannen. Ervaring? Ze bakken uitstekend, maar zijn net zo gevoelig voor beschadiging met metalen voorwerpen als een Teflon-pan.
oordeel De daden van GreenPan zijn helemaal goed, de woorden kunnen soms beter.
Op de roestvrijstalen, vaatwasbestendige drinkbeker van Klean Kanteen kan zowel een speen als een gewone dop. Daar kun je op school mee aankomen, als peuter, maar ook als (bijna)puber. rvs schoolbeker Klean Kanteen, vanaf € 17,99 greenjump.nl
Vrouwvriendelijk
Weesmeisjes, aidspatiënten en weduwen uit Phnom Penh, Cambodja, maken sjaals van 100 procent zijde in de mooiste kleuren, waardoor zij eten, kleding en medicijnen kunnen kopen. Zijden sjaal van € 49,- tot € 69,veratouchofturquoise.com
Sound system
Deze plastic houder versterkt het geluid van je iPhone zonder batterij of elektriciteit, door gebruik te maken van akoestiek. Handig als je ’s ochtends een stevige wekker kunt gebruiken. griffin airCurve Play voor iPhone 4, € 19,95 gsmpunt.nl
stijn Cornelissen is journalist en schrijft kritisch over maatschappelijke projecten en duurzame producten. ONEWORLD 55
MediA & cUlTUUr LEZEN
DOEN WiN WiN WiN Doe de quiz op oneworld.nl/rueDarwin en maak kans op een exemplaar van Terug naar de rue Darwin
UiTgeLiChT
Geheimen ontrafeld
B
oualem Sansal (1949) is een van de weinige intellectuelen die de afgelopen decennia in Algerije zijn gebleven. Na een universitaire studie en een carrière als hoge ambtenaar schrijft Sansal sinds 1996 over zijn door oorlog en chaos verscheurde vaderland. Hij ontving voor zijn eerdere werk de Duitse Vredesprijs (2011) en zei daarover in een interview met omroep Deutsche Welle: “Ik vind het gek erkenning te krijgen voor het feit dat ik in mijn geboorteland blijf. Dat is toch alleen maar normaal? Als een land in gevaar is, is dat juist een reden om te blijven en te helpen de problemen op te lossen.” In 2012 stond hij op het punt
de Franse Prix du Roman Arabe in ontvangst te nemen, maar vanwege zijn bezoek aan Israël kort daarvoor, trok de raad van Arabische ambassades (initiatiefnemers van de prijs) de onderscheiding in. Zijn nieuwste boek, Terug naar de rue Darwin, is nauw verbonden met Sansals eigen leven. Ook hoofdpersoon Yazid is achtergebleven in zijn vaderland, als oudste broer uit een gezin met kinderen die allemaal hun geluk buiten Algerije hebben gezocht. Yazid zorgt trouw voor zijn zieke moeder, die in coma raakt, overlijdt, en hem achterlaat met een reeks onbeantwoorde vragen. Yazid heeft van jongs af aan twijfels over zijn afkomst.
NoN-FiCTie
Hij groeit op als erfgenaam van een rijke clan, maar vermoedt al gauw dat hij in het bordeel naast zijn ouderlijk huis is verwekt. Het goedlopende bordeel notabene wat zijn grootmoeder haar fortuin en macht bezorgde. Gedurende zijn jeugd werd hij heen en weer geslingerd tussen zijn plichtsgevoel voor zijn – vermoedelijke – moeder, die in een sloppenwijk woont, en het grote paleis van grootmoeder Djéda. Tegen een decor van oorlog en geweld wordt Yazids verleden langzaam compleet, een proces dat Sansal in poëtische taal beschrijft. iris segers Terug naar de rue Darwin Boualem sansal / De geus / 315 pagina’s / € 19,95
romaN
Rond de Zwarte Zee
Mijd idealisten
Olaf Tempelman, voormalig correspondent Oost-Europa, en fotograaf Marco van Duyvendijk trokken langs de Zwarte Zee, ooit het hart van de antieke wereld. Hun reis voerde langs Istanbul, Batoemi, Jalta en Odessa, waar ze de geschiedenis blootlegden die Europa sterk heeft beïnvloed.
Een anonieme hoofdpersoon verdient kapitalen in een metropool in Azië met een steeds schaarser wordend goed: water. In hoofdstukken met titels als Mijd idealisten en Word niet verliefd ontrolt zich een verhaal waarin de naamloze held uiteindelijk liefde vindt.
omweg naar istanbul olaf Tempelman / atlas-Contact / € 24,95 56 ONEWORLD
hoe word je stinkend rijk in het nieuwe azië? / mohsin hamid, vertaling ronald vlek / De Bezige Bij / € 18,50
CoNCerT vuurwerk De vijfmansband Negritos gaat in Mix & Mingle… goes live! knallen met Argentijns-Spaanse muziek. Wo 8 mei muziekgieterij maastricht maastrichtuniversity.nl/ studiumgenerale
FiLm arabië op film Ruim 30 speelfilms en documentaires uit landen als Egypte, Tunesië, Algerije en Libanon, van filmmakers met een Arabische achtergrond. 8 t/m 15 mei Filmtheater rialto, amsterdam www.rialtofilm.nl
eXPo Unieke stukken Een huis vol Indonesië toont het mooiste uit de collectie van Frits Liefkes, verzamelaar van juwelen, meubels en andere kunst uit de Indonesische archipel. 9 mei t/m 21 juli rijksmuseum volkenkunde, Leiden www.volkenkunde.nl
FesTivaL iedereen te eten Het Future of Food Festival belicht de toekomst van ons eten, en gaat over trends, smaken, en de vraag of we in 2050 alle 9 miljard wereldburgers kunnen voeden. Di 21 t/m zo 26 mei Wereldpodium Tilburg www.wereldpodium.nu
LUISTEREN
KIJKEN
seNegaL LUisTerT Naar
FoToBLog
Pape Diouf – selfmade ster
O
veral in Dakar hoor je Casse Casse van Pape Diouf (39). De monsterhit onderstreept wat iedereen allang wist: Diouf is dé nieuwe ster aan het Senegalese muziekfirmament. Wereldster Youssou N’Dour noemde hem zelfs de toekomst van de Senegalese muziek. Dioufs levensverhaal leest als een jongensboek. Zijn wieg stond in Pikine, een buitenwijk van Dakar vol uitzichtloze armoede. Als tiener leerde Diouf voor loodgieter, maar wijdde al zijn vrije tijd aan de muziek. Dankzij zijn fluwelen stemgeluid, mooie kop en ijzeren doorzettingsvermogen brak
hij na jarenlang anoniem ploeteren langzaam maar zeker glorieus door. Als kers op de taart trouwde Diouf vorig jaar met de bekende miljonairsdochter Bébé Basse. Diouf maakt mbalach, een muziekstijl die is uitgevonden door Youssou N’Dour. Mbalach mengt Afrikaanse ritmes en zang met rock en jazz, en is veruit Senegals populairste muziekstroming. Toen Youssou N’Dour na de verkiezingen van vorig jaar de muziek verliet en minister werd, wist Senegal meteen wie zijn plaats ging innemen: Pape Diouf. En zo geschiedde. NiLs eLZeNga oneworld.nl/diouf
gehoorD
Klanken van overal Family Atlantica is een wel heel veelkleurige band. Alleen al de harde kern van de groep komt van drie continenten: de Venezolaanse Luzmira Zerpa, de Nigeriaans-Ghanese Kwame Crentsil en de Londense Jack Yglesias. Hoe kan het anders dan dat hun muziek een bont palet is van Cubaanse rumba, Venezolaanse tambor en tonade, Ghanese highlife, blues, calypso en spirituele jazz. De muziek waaiert alle kanten op, ga er dansend in mee. Family atlantica / Family atlantica / soundway / ca. € 11,75
alledaags met een twist Ongeposeerde beelden uit Holland. Caspar Claasen kijkt met een scherp oog naar mensen in hun omgeving. flickr.com/casparclaasen
FiLm
Iedereen vindt het schandalig: een meisje op een fiets. Het meisje heet Wadjda en zij woont in SaudiArabië, waar meisjes en vrouwen niet mogen fietsen. De speelfilm Wadjda, van de eerste Saudische vrouwelijke filmmaker Haifaa Al-Mansour, vertelt het verhaal van een aardig maar tegendraads én dapper meisje; ze gaat naar school op gympen terwijl haar schoolgenoten keurige schoenen dragen en bemiddelt tegen de regels in tussen een oudere schoolgenote en haar geliefde. Na een ruzie met buurjongen Abdullah over zijn fiets wil Wadjda er ook een, om tegen hem te racen. Daarom doet ze mee aan een Koran-voordrachtwedstrijd en wint de hoofdprijs. Op de vraag wat ze met het geld wil doen, antwoordt ze: ‘Ik wil een fiets.’ Een onfatsoenlijke gedachte, daarom krijgt ze de geldprijs niet. De strijd om haar droom te verwezenlijken is de rode draad van het verhaal. Ook is de film, gemaakt met beperkte middelen, een ode aan de vrouwen van Saudi-Arabië, die anders willen zijn dan wat de samenleving van hen verwacht. vamBa sheriF www.filmladder.nl ONEWORLD 57
MIJN OPLOSSING
tekst Marianne Wilschut
WERELDVERBETERAAR PRESENTEERT PLAN
Bel-me-wel-register voor Afrika Wie Floor Montanus (33), consultant business development Idee Research Africa, marktonderzoek via de mobiele telefoon Won Een finaleplek in de businessplancompetitie Ondernemen Zonder Grenzen 2012 Met telefonische enquêtes de wereld verbeteren? Leg uit. “Wij zijn een van de eersten die in Afrika echt marktonderzoek doen. Research Africa is ontstaan uit de stichting Text to Change, die in opdracht van organisaties en bedrijven als Unicef, US Aid en Unilever, per sms voorlichtingscampagnes organiseert. Zij wilden graag weten hoe effectief de campagnes over bijvoorbeeld duurzame energie, hygiëne en aidspreventie zijn. Wij bevragen de doelgroep in Uganda daarover via sms en in telefoongesprekken.” En wat levert de finaleplek jullie op? “We krijgen hulp bij het vinden van investeerders. We hebben geld nodig om uit te breiden naar onder andere Zuid-Sudan en Congo.” En al die onderzoekers en veldwerkers die evaluaties maken dan? “Die doen nuttig werk, maar via de mobiele telefoon gaat het sneller. In Afrika hebben 48 miljoen mensen geen stroom maar wel een mobieltje. In ruil voor deelname bieden wij 40 dollarcent beltegoed. Voor wie rond moet komen van 2 dollar per dag is dat een aardige bijverdienste. Het loopt dan ook storm en daarom zetten we nu het eerste opiniepanel van Uganda op. Ugandezen kunnen straks via hun eigen Maurice de Hond hun stem laten horen.”
Beeld Anaïs López
Is er geen bel-me-niet-register? “Nee, onze medewerkers in het callcenter worden niet snel afgepoeierd zoals hier, maar voeren vaak lange, gezellige gesprekken met de respondenten. Dat kan natuurlijk veranderen. Het bedrijfsleven krijgt deze consumenten ook meer in het vizier.”
58 ONEWORLD
En die bedrijven kunnen jullie ook inschakelen? “Absoluut, maar alleen als ze een positieve, maatschappelijke insteek hebben. Wapen- of sigarettenfabrikanten hoeven niet bij ons aan te kloppen.” www.researchafrica.com
MEI 2013
ONEWORLD DOSSIER 5
Toekomst van de hulp
hulp: doodlopend of springlevend? hoe het met minder geld beter kan...of niet 4
'werkloosheid is een sociale tijdbom' René Grotenhuis, directeur cordaid 6
een betere wereld kost 1000 miljard dollar 12
minister, schaf die partnerlanden af 14
onenigheid bij de VN 15
HUlP HiSTorie
‘natuurlijk is hulp nog nodig, maar op lange termijn hebben ontWikkelingslanden meer aan investeerders’ lIlIANNe PloumeN, Minister Voor Buitenlandse Handel en ontWikkelingssaMenWerking
VaaRWel 0,7% Bijna veertig jaar lang gaf Nederland minstens 0,7% van het nationaal inkomen uit aan hulp. Met de bezuiniging van 1 miljard euro laat Nederland deze internationale norm los.
1949
President Truman van de VS roept de rijke landen op om hun kennis te delen voor de ontwikkeling van arme landen. In de jaren daarna wordt ontwikkelingshulp in diverse westerse landen onderdeel van het regeringsbeleid. Duidelijke afspraken of ideeën over de hoeveelheid hulp zijn er nog niet.
1958
De Wereldraad van Kerken pleit ervoor dat de rijke landen 1% van hun inkomen aan hulp besteden. Het duurt nog tien jaar voordat vrijwel alle leden van de OESO, de club van rijke landen, aan de oproep gehoor geven.
2 ONEWORLD Dossier
1969
De Nederlandse econoom Jan Tinbergen komt met een onderbouwing voor een internationale hulpnorm en wint de Nobelprijs voor zijn economische ontwikkelingsmodel. Volgens Tinbergen zorgt een bijdrage van 0,75% van het nationaal inkomen van rijke landen voor een eerlijkere mondiale welvaartsverdeling.
1970
De internationale 0,7%norm is geboren als de resolutie van Tinbergen wordt aangenomen tijdens de Algemene Vergadering van de VN. Het Ontwikkelingshulp Comité (DAC) van de OESO bepaalt sinds eind jaren ’70 wat landen wel
en niet onder officiële ontwikkelingshulp (ODA) mogen rekenen: dit zijn de ODA-criteria.
het nationaal inkomen aan hulp te besteden: de ‘Monterey Consensus’ om die doelen te kunnen halen.
1975
2005
Minister voor Ontwikkelingssamenwerking Jan Pronk hoogt het hulpbudget op om aan de norm van 0,7% te voldoen. In de decennia daarna is onze bijdrage 0,7% tot 0,8% van het nationaal inkomen. Ook tijdens de economische crisis in de jaren ’80. Slechts een handvol andere Europese landen houden zich aan de norm.
2002
Een jaar nadat 189 wereldleiders zich achter de millenniumdoelen (de belangrijkste internationale afspraken voor armoedebestrijding) schaarden, spreken de westerse landen opnieuw af om 0,7% van
Alleen Nederland, Noorwegen, Zweden, Denemarken en Luxemburg houden zich aan de afspraak. De Europese lidstaten beloven om in 2010 tenminste 0,56% van het nationaal inkomen te besteden aan hulp en dit op te bouwen naar 0,7% in 2015.
2012
Staatssecretaris Ben Knapen verlaagt het Nederlandse hulpbudget van 0,8% van het nationaal inkomen naar 0,7%.
2013-2014
Kabinet-Rutte II maakt korte metten met de 0,7%. In 2013 is het hulpbudget 0,68% en in 2014 0,59% van het nationaal inkomen.
hulp als percentage van het nationaal inkomen
Bron: center For gloBal deVeloPMent, tWeede kaMer der staten generaal (2012)
Nederland
1,1 1
OESO-landen
0,9 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0
1960
1966
1972
1978
1984
1990
1996
2002 2008 2014
VooraF
0,29% Dit is het percentage van het nationaal inkomen dat de rijke landen in 2012 gemiddeld aan ontwikkelingshulp uitgaven. Dat is minder dan de helft van de afgesproken norm van 0,7%.
‘Wij zijn de ‘generatie eigenwijs’ en voor ons is politiek onderdeel van het oude systeem, waar praten, praten, praten geen significant verschil maakt. De politiek en grote organisaties staan voor traagheid en een vergadercultuur. Steeds minder mensen geloven daarin. De burgerbetrokkenheid is er, maar wordt nog niet optimaal benut.’ Anna Chojnacka, directeur 1%-club
COLOFON De OneWorld dossiers zijn een initiatief van NCDO en verschijnen vier keer per jaar als bijlage bij OneWorld. Redactie Hans Ariëns, Lonneke van Genugten, Roeland Muskens, Gabi Spitz Basisontwerp Bruno Heemskerk Vormgeving Barbara Pilipp Medewerkers Trisha Goossens, Frederieke Hegger, Céline Hoeks, Anja Koelstra. Deze uitgave kwam tot stand met steun van de Bill & Melinda Gates Foundation.
Dilemma’s Ontwikkelingssamenwerking moet in vier jaar tijd zo’n 1 miljard inleveren. Dit is de grootste bezuiniging uit de Nederlandse geschiedenis van de hulp. Het heilige huisje van de 0,7 procent van het Bruto Nationaal Product dat we uittrekken voor ontwikkelingssamenwerking, is hiermee gesloopt. Voor minister Lilianne Ploumen vormt de koppeling tussen Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de kern van haar beleid. Ploumen stelt dat ze deze inhoudelijke koerswijziging ook zou hebben ingezet als ze niet had moeten bezuinigen. Zij meent dat de mogelijkheid om hulp en handel te combineren zich nog niet eerder zo nadrukkelijk heeft voorgedaan. Haar ‘nieuwe agenda’ is dus niet zozeer een gevolg van een stagnerende economie en van andere binnenlandse politieke verhoudingen en prioriteiten, maar hangt vooral samen met het besef dat we in een snel veranderende wereld leven. We moeten ons rekenschap geven van een nieuwe wereldorde. Het is een wereld waarin andere verhoudingen zijn gegroeid tussen wat vroeger overzichtelijk ‘rijk’ en ‘arm’ was. Waarin andere inzichten zijn opgekomen over hoe je tot ontwikkeling komt (niet zozeer via de staat, maar via de private sector) en nieuwe actoren zoals bedrijven en (vermogende) burgers hun intrede hebben gedaan. Bestaande grenzen vervagen hierdoor. We zien een toenemende verdichting van relaties en onderlinge afhankelijkheid, maar ook van een blijvende, zo niet groeiende behoefte zich te onderscheiden – dat geldt ook voor het Nederlandse ontwikkelingsbeleid. Het denken en werken in ketens, netwerken en tijdelijke allianties leidt tot groeiende complexiteit. Deze context maakt het aanpakken van vraagstukken van internationale samenwerking uiterst lastig. Als minister heb je te maken met de eis van consistentie, coherentie en coördinatie in beleid en uitvoering. Anderzijds vraagt deze tijd om flexibiliteit, variatie en veerkracht. Het leidt tot heuse dilemma’s. Zoals: als vertrouwen, flexibiliteit, variatie en netwerken zo’n dominante rol spelen, hoe kun je dan tot echte vernieuwing komen? Hoe kunnen belemmeringen als gevestigde belangen, ingesleten gewoonten, bestaande institutionele arrangementen, gebrek aan vertrouwen en gebrek aan capaciteit of creativiteit worden overwonnen? Wellicht moeten we nog meer inzetten op kennisoverdracht, kennisontsluiting en ontwikkeling van leermaterialen om iedereen meer besef van de verstrengeling en daarmee wederzijdse afhankelijkheid en verbondenheid op wereldschaal bij te brengen. Bij NCDO zijn we er klaar voor… Arie de Ruijter directeur-bestuurder a.i. NCDO
ONEWORLD DOSSIER 3
essay
Meer doen met minder geld is het adagium van minister Ploumen. Begin april presenteerde zij haar nieuwe beleid. Het geheim van de nieuwe aanpak is: samenhang. De essentie van ontwikkelingssamenwerking is wat je doet met het geld dat je niet aan hulp besteedt.
Dakar, Senegal
President Abdoulaye Wade ontmoet de Chinese vicepremier Hui Liangyu (2011).
Tekst Roeland Muskens en GABI SPITZ
N
eem een flinke pizza. Snij er een punt af van precies 0,7%. Let op, dit vergt de precisie van een hersenchirurg: 0,7% is echt maar een flintertje pizza. Dat flintertje staat voor onze hulp aan het stimuleren van ontwikkeling en welvaart in de wereld. Het is het internationaal afgesproken percentage dat rijke landen dienen bij te dragen aan de ontwikkeling van de armste landen. Het ‘beschavingsminimum’ is de 0,7%-norm wel eens genoemd. De rest van de pizza (99,3%) gebruiken we voor onze eigen ontwikkeling. Omdat Nederland als een van de weinige landen al sinds 1974 dit flintertje bijdraagt staan wij bekend als morele koplopers. Maar dat gaat veranderen. Voor de eerste keer sinds 1975 komt het budget voor de Nederlandse hulp aan arme landen onder de internationaal afgesproken grens. En niet zomaar een beetje. In de nota die minister Ploumen voor Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking begin april presenteerde staat dat de Nederlandse Official Development Assistance (ODA), in 2017 daalt tot 0,55% van het BNP. Ruim een miljard minder.
Ongelijkheid
Ploumen heeft aangekondigd dat ze met minder budget evenveel resultaat gaat halen: less is more, zogezegd. Dat is nog niet zo’n gekke gedachte, want niemand zal ontkennen dat de ontwikkelingshulp hoognodig aan herziening toe is. De wereld is rap veranderd. Arme mensen leven in meerderheid niet meer in de armste landen. Driekwart van hen woont in opkomende landen als India en China. Ongelijkheid is daarmee een minstens zo grote uitdaging geworden als abso4 ONEWORLD DOSSIER
Beeld hollandse hoogte
Less is more … of eh … minder
lute armoede. Ten tweede: hulpgeld valt tegenwoordig in het niet vergeleken bij investeringsgeld en het geld van migranten. Een derde verandering is het toenemende besef dat de wereld voor een aantal urgente uitdagingen staat die mensen overal ter wereld bedreigen, zoals klimaatverandering, schaarste van grondstoffen en instabiliteit. Dat zijn zaken die ráken aan het oude probleem van armoede en onderontwikkeling, maar er niet volledig mee samenvallen. Hoewel traditionele ontwikkelingshulp in de nieuwe werkelijkheid aan belang heeft verloren, is internationale samenwerking juist méér dan ooit nodig om voor alle wereldbewoners een veilige, duurzame toekomst te garanderen. De ‘agenda’ van internationale samenwerking is verbreed. In plaats van armoedebestrijding is de uitdaging nu om te werken aan een mondiale, duurzame en rechtvaardige samenleving. Het probleem met de oude hulpnorm is dat de inspanningen voor de nieuwe uitdagingen niet meetellen als officiële hulp. Een beleid dat aangepast is op de nieuwe werkelijkheid, ‘scoort’ dus al snel lager binnen de enge definitie van hulp, terwijl het resultaat toch groter kan zijn.
99,3% gebruiken we voor onze eigen ontwikkeling
Krachtige motor
De vraag is of Ploumen dat voor elkaar krijgt: minder ODA, méér ontwikkeling. Het toverwoord waarmee de minister het verschil denkt te maken is samenhang; ofwel in jargon, beleidscoherentie. In pizza-termen: een kleiner puntje
Beeld Sven Torfinn / HH
Khartoum, Sudan
DAF bus in het stadscentrum, gedoneerd door Nederlandse busmaatschappij.
pizza om armoede te bestrijden, maar méér en beter gebruik van Goede groei de rest van de pizza om samen Een paradepaardje van Ploumen is het Dutch hangende problemen te bestrijden. Good Growth Fund. Een In dat licht is het goed nieuws dat fonds van 750 miljoen Ploumen voor ’t eerst zowel hulp euro voor ondernemers als buitenlandse handel in haar die investeren in arme landen. Er is behoorlijk portefeuille heeft. Dat maakt het gehakketakt over de mogelijk het handels- en het vraag voor wie dat fonds o ntwikkelingsbeleid beter op zou zijn: voor Nederlandse ondernemers of juist elkaar af te stemmen. Handels voor ondernemers uit beleid kan een enorm krachtige de arme landen zelf. motor zijn om ontwikkeling te Ploumen heeft die knoop doorgehakt stimuleren. door... geen keuze te Het principe van samenhang maken. Het gaat om het wordt sterk aangezet in het rijtje creëren van duurzame landen waarmee Nederland de werkgelegenheid. Wie daar precies voor zorgt, handelsrelaties wil versterken. is van minder belang. Daarin zitten naast de traditionele Maar drie keer raden grote handelspartners van Neder- wie zo'n Nederlands land als Duitsland, België, Frank- fonds beter weet te vinden. Hier ligt een mooie rijk en de Verenigde Staten, ook taak voor ontwikkelingslanden als Nigeria, India, Vietnam organisaties om onderen Colombia, landen die we van- nemers in de ontwikkelingslanden de weg te ouds associëren met traditionele wijzen naar het fonds. ontwikkelingshulp. Het is voor mensen die thuis zijn in ‘Den Haag’ absoluut even wennen om Nigeria in dezelfde categorie geplaatst te zien als de VS. Op zich is dat verfrissend. Maar wat daar vervolgens mee gebeurt valt een tikje tegen. Op geen enkele plaats lezen we
hoe Nederland het handelsbeleid met, zeg, de VS gaat inzetten om de ‘grote internationale uitdagingen’ het hoofd te bieden. Er komt meer handel in de Nederlandse ontwikkelingshulp, maar er komt niet meer ontwikkeling in het Nederlandse handelsbeleid. Wat dat betreft heeft Ploumen twee visitekaartjes: één van Ontwikkelingssamenwerking en één van Handel. Precies zoals de Nederlandse werkgeversvoorzitter Bernard Wientjes dat wenste.
Over de schutting
Internationale handel is slechts één van de beleidsterreinen waarop samenhang nodig is. Het gaat ook om milieu, infrastructuur, onderwijs, defensie, innovatie, belastingen, sociale zekerheid, migratie, energie, landbouw et cetera. Dat zijn natuurlijk veel te veel onderwerpen voor mevrouw Ploumen alleen. Zo’n dikke portefeuille kan niemand aan. Daarom is het van belang dat het principe van samenhang een zaak wordt van nagenoeg alle ministeries. De portefeuille van Ploumen moet niet worden uitgebouwd, maar afgebouwd. Om een krimpend budget te compenseren zou Ploumen niet extra taken moeten krijgen, maar haar taken moeten onderbrengen in het beleid van haar collega-ministers. En die stap wordt niet gemaakt. Integendeel. In plaats van dat andere ministeries zich actief gaan inzetten in het internationaliseren van hun beleid, gooien ze de onderwerpen die direct raken aan de belangen van arme en opkomende landen ‘hup’ bij collega Ploumen over de schutting. Die vervolgens die extra taken kan verkopen als coherent beleid. En omdat het zo coherent en dus effectief is, kan het nieuwe beleid ook wel met minder geld toe. ONEWORLD DOSSIER 5
INTERVIEW RenÉ Grotenhuis
‘Er zullen altijd mensen zijn die hun mond opendoen’ 'Never waste a good crisis' , stelt Cordaid-directeur René Grotenhuis. Hij ziet de huidige onrust binnen ontwikkelingssamenwerking ook als een kans: nodig om vooruit te komen. De grote sociale kwesties van dit moment, ongelijkheid en gebrek aan werk, laten zich niet oplossen met de huidige hulpvormen. En nieuwe partijen zullen het werk van ontwikkelings organisaties overnemen. Is dat erg? 'Het is pijnlijk, maar het is niet anders.' Tekst Roeland Muskens
D
e minster zegt het, u zegt het in uw recente boek: ontwikkelingshulp is aan het eind van z’n levenscyclus. Hoe nu verder? “Allereerst moeten we scherp krijgen wat ontwikkelingshulp eigenlijk is. Het is een containerbegrip. We hebben er de afgelopen decennia steeds meer ingestopt. Ontwikkelingshulp is zowel de steun aan een klein lokaal ziekenhuisje als de aanleg van een grote stuwdam. Daarmee is het ook amorf geworden. Straks zullen we ons werk weer definiëren in termen van wat we daadwerkelijk doen. Een medewerker van Cordaid zal in de toekomst niet meer zeggen: ‘ik zit in de ontwikkelingshulp’, maar: ‘ik financier gezondheidszorg in Sudan’. Of zoiets. Bijdragen aan een betere wereld gaat door, daar ben ik van overtuigd, maar dat zal niet meer onder de noemer van ontwikkelingshulp zijn. Dat is méér dan 6 ONEWORLD DOSSIER
een naamsverandering. De essentie van de hulp was het schema: wij zijn rijk en zij zijn arm. Dat schema is steeds minder bruikbaar. Onze partners zeggen niet meer op alles ja en amen. Ze zijn kritisch, en als ze met ons geen goede afspraken kunnen maken, gaan ze naar de Chinezen of sluiten deals met het bedrijfsleven.”
‘Onze partners gaan naar de Chinezen als ze met ons geen goede afspraken kunnen maken’ Zit er ook achter dat wij in het Noorden de hulp gewoon zat zijn: het is moeizaam, duur en werkt averechts, horen we steeds vaker. “Daar ben ik het niet mee eens. Er is zoveel bereikt. Bij mijn eerste reis als Cordaid-directeur naar
Zuid-Afrika bezocht ik een aids-hospice met kinderen. Die gingen allemaal dood, wisten we. Iedere week was er wel een begrafenis. Dat is niet meer zo. De kinderen blijven nu vrijwel allemaal leven. Achter die verandering zit ontwikkelingsgeld.” Hulp helpt dus. “Ja.” Hoe kan dan de conclusie zijn dat we e rmee moeten stoppen? “Klassieke hulp zal voor steeds minder landen relevant worden. Weliswaar blijft hulp nodig voor de armste landen en voor landen in conflict: Afghanistan, Congo, de Centraal Afrikaanse Republiek, dat soort landen. Maar de opkomende landen – zeg Kenia, Ghana, Bangladesh – die moeten hun eigen armoede probleem op gaan lossen. Wij kunnen ze helpen om eigen inkomsten in te zetten om de armoede daar te bestrijden. Onze bijdrage richt zich op onderwer-
pen als mensenrechten, maatschappelijk verantwoord ondernemen, milieuvraagstukken.” Ongelijkheid is het thema waar iedereen het tegenwoordig over heeft. Vooral in de opkomende landen gaat het niet zozeer om het bestrijden van absolute armoede, maar om het bestrijden van ongelijkheid. Daarmee betreden we bij uitstek het domein van de nationale politiek. “Dat is waar. Problemen van ongelijkheid kunnen niet van buitenaf worden opgelost. Het primaat ligt bij lokale actoren. Die moeten druk uitoefenen op hun overheden voor ander beleid. Organisaties als Cordaid kunnen wel een rol spelen in het creëren van internationale netwerken. Zulke netwerken maken lokale groepen sterker, slimmer en doeltreffender. Internationale verbondenheid helpt ook als groepen in conflict komen met hun overheid, zoals in Rusland waar kriti-
sche organisaties de duimschroeven aangedraaid krijgen. Maar in algemene zin is ongelijkheid geen onderwerp van ontwikkelingssamenwerking. Het is een wereldwijd sociaal vraagstuk dat, terecht, steeds meer op de agenda komt te staan. Ongelijkheid is nauw verbonden met een andere, levensgrote sociale kwestie: werk. Werkloosheid is een
‘Problemen van ongelijkheid kunnen niet van buitenaf worden opgelost’ immens probleem. Kijk naar het enorme aantal werklozen in landen als Spanje en Tunesië. De helft van de mensen in Afrika is jonger dan twintig jaar. Als voor die mensen geen werk komt, is dat een sociale tijdbom.”
CV
RenÉ Grotenhuis René Grotenhuis (Arnhem, 1951) is sinds 2003 algemeen directeur van Cordaid, de grootste, katholieke ontwikkelings organisatie van Nederland. Daarnaast is Grotenhuis onder andere voorzitter van de Nederlandse afdeling van de Society of International Development (SID), een denktank over ontwikkelingssamenwerking, en hij is lid van de Worldconnectors. In april verscheen zijn boek ‘Grenzeloos eigenbelang – armoede uitbannen in een veranderende wereld’ (KIT Publishers) over de toekomst van ontwikkelings samenwerking. In 2008 schreef hij ‘Geloven dat het kan’ (Uitgeverij Ten Have) over nieuwe perspectieven voor ontwikkelingssamenwerking. Onlangs heeft René Grotenhuis aangekondigd dat hij binnenkort, na tien jaar, Cordaid zal verlaten.
ONEWORLD ONEWORLD DOSSIER 7
INTERVIEW RenÉ Grotenhuis
Dat raakt aan de andere portefeuille van minister Ploumen: buitenlandse handel. “Als er iets is waar Ploumen de nadruk op moet leggen als onderdeel van haar dubbele portefeuille zijn het de werkgelegenheidseffecten van investeringen. Maar het zit ook dieper. Het probleem is dat iedereen arbeid overbodig wil maken. Het bedrijfsleven wil af van arbeid: arbeid is lastig. De essentie van huidige businessmodellen is arbeid terugdringen.” Dat zie je ook in het denken over ontwikkeling: ontwikkeling is automatisering, mechanisering en het vervangen van arbeid door kapitaal. “Klopt. Er is een vanzelfsprekendheid dat de uitstoot van arbeid geabsorbeerd kan worden door nieuwe sectoren, door groei. Dat model wordt steeds minder houdbaar. In Europa kraakt het al aan alle kanten. In India is recent een regeling van kracht geworden waarin werklozen op het platteland honderd dagen per jaar werk gegarandeerd wordt. Dat is interessant. Geen bijstand, maar werk.” Die Indiase regeling is afgedwongen door organisaties van landloze boeren gesteund door, onder andere, de Nederlandse vakbeweging met ontwikkelingsgeld.“Ontwikkelingssamenwerking kan de problemen van werkloosheid en ongelijkheid niet oplossen, maar wel meehelpen om modellen te ontwikkelen en financiering te zoeken. De ‘vakministeries’ worden ook veel interessanter. Op het departement van Ontwikkelingssamenwerking zit hooguit een handjevol mensen die iets weten van onderwijs, of van werkgele8 ONEWORLD DOSSIER
genheid. Maar een paar honderd meter verderop zitten de ministeries van Sociale Zaken en van Onderwijs: daar zijn honderden experts te vinden op die onderwerpen. Die kennis zouden we moeten inzetten. Ik heb wel eens gepleit voor een ‘netwerkministerie’: een ministerie dat de lijnen uitzet van de Nederlandse internationale samenwerking, maar niet noodzakelijk over het geld gaat. De uitvoering wordt de verantwoordelijkheid van andere ministeries. Dat is tegen de Haagse logica, want daar bepaalt het budget je positie. Om toch gebruik te kunnen maken van de kennis van andere ministeries zou
‘Er ligt een enorme toekomst voor mensen die internationaal bezig willen zijn’ Ploumen kunnen experimenteren met een soort van ‘trekkingsrechten’. Ze kan zeggen: ‘Ik heb 200 miljoen euro voor plannen om de sociale zekerheid in arme landen te verbeteren’. Het ministerie van Sociale Zaken kan die 200 miljoen binnenhalen door zijn deskundigen dat soort plannen te laten ontwikkelen.” Het onderbrengen van specifieke belangen binnen het algemene beleid, wordt mainstreaming genoemd. De angst is dan gelijk dat het specifieke belang ondergesneeuwd raakt. “Je kunt het vergelijken met het vroegere welzijnswerk. De dingen die de welzijns-
sector deed zijn in de jaren ’90 overgenomen door nieuwe spelers: bedrijven gingen kinderopvang doen, sportclubs werden actief in naschoolse opvang, woningbouwverenigingen gingen buurtbeheer verzorgen. Welzijnsorganisaties zijn voor een deel opgedoekt. Is dat erg? Tja, je loopt het risico dat je waardevolle dingen kwijtraakt. Dat is niet anders. Soms zijn overgangen pijnlijk. Het is een proces van ‘creatieve destructie’. Nieuwe partijen worden niet gehinderd door geschiedenis: ze kunnen ongehinderd innoveren. Die creatieve destructie zal ook in de sector ontwikkelingssamenwerking een enorme gedaantewisseling betekenen. Op het gebied van voedsel, gezondheid, sociale voorzieningen et cetera zullen gespecialiseerde organisaties de internationale rol van ontwikkelingsorganisaties overnemen. Het grappige is dat er een enorme toekomst ligt voor mensen die internationaal bezig willen zijn. Alle onderwerpen internationaliseren. De valkuil is om dat allemaal onder de paraplu van ontwikkelingssamenwerking te willen stoppen.” Het risico is dat aandacht voor ontwikkeling en armoedebestrijding tussen wal en schip terecht komt. Mainstreaming wordt dan een verdwijntruc. “Voor een deel is dat ook zo. Er zullen dingen verdwijnen. Vanuit het standpunt van de huidige betrokkenen is dat een groot verlies. Maar ik ben optimistisch: ik verwacht dat er altijd mensen zullen zijn die hun mond opendoen als de belangen van gemarginaliseerden in het gedrang komen.”
tekst Gabi Spitz
Toekomst Millenniumdoelen
SToppen of doorgaan?
D
e millenniumdoelen (MDGs), bekrachtigd door 189 wereldleiders, zijn internationaal uitgegroeid tot de belangrijkste afspraken voor armoedebestrijding. De deadline is over minder dan duizend dagen. Hoewel de doelen voor het halveren van armoede, het verbeteren van de toegang tot drinkwater en van de leefomstandigheden in sloppenwijken behaald zijn, lopen de doelen op het gebied van de bestrijding van honger en moeder- en kindersterfte achter, net als voor de toegang
tot sanitaire voorzieningen en voor het verbeteren van gelijkheid t ussen mannen en vrouwen. Sommige experts en politici pleiten daarom voor het voortzetten van de doelen, maar er vinden overal ter wereld al heftige discussies plaats over nieuwe internationale afspraken. Wetenschappers Andy Sumner en Meera Tiwari van het gerenommeerde Britse Overseas Development Institute ontwikkelden scenario’s voor de toekomst van de millenniumdoelen. Welk scenario heeft jouw voorkeur?
Moeten er na 2015 nieuwe afspraken komen om samen de wereldwijde armoede aan te pakken?
Ja
Nee
Moet armoedebestrijding het hoofddoel blijven, dus zonder aandacht voor andere mondiale problemen?
Moeten de huidige doelen dan worden voortgezet?
Ja Scenario A: MDG Plus uitbreiding en verbetering van millenniumdoelen (MDGs) op basis van drie tot vier hoofddoelen en drie nieuwe doelen over onderwerpen die nu nog niet in de MDGs zitten.
Nee Scenario B: Duurzame ontwikkelingsdoelen volledig nieuwe afspraken waarbij naast armoede ook andere mondiale problemen, zoals klimaat en sociale zekerheid centraal staan.
Ja Scenario C: Doorgaan dezelfde millenniumdoelen met een nieuwe deadline in 2020 0f 2025.
Nee Scenario D: Stoppen geen internationale afspraken meer voor armoedebestrijding, voortaan trekt iedereen zijn eigen plan.
ONEWORLD DOSSIER 9
INTERVIEW Amma Asante
‘oude dogma’s van arm en rijk bestaan niet meer’ Handel op basis van westerse spelregels brengt nog geen economische groei, stelt politicoloog Amma Asante. De markten moeten open, en het potentieel van migranten moet daarbij benut worden. 'Ontwikkelingslanden moeten hun eigen geld kunnen verdienen.' Tekst GABI SPITZ
A
sante was de drijvende kracht achter het debat ‘De stem van de Afrikaanse diaspora in ontwikkeling ’ afgelopen maart in De Balie in Amsterdam. Ze werkt ook samen met journaliste Alberta Opoku aan een boek over de visie van tien migranten op de toekomst van ontwikkelingslanden. “Zo dragen we vanuit de diaspora bij aan de discussie over de toekomst van hulp.” Er gaan steeds meer stemmen op dat ontwikkelingshulp op zijn einde loopt. Is dit een geluid dat u ook binnen migrantengemeenschappen hoort terug komen? “Ja, zeker. Binnen de diaspora hebben mensen er genoeg van dat ontwikkelingslanden steeds worden neergezet als zielig en hulpbehoevend en afhankelijk van het Westen. Zeker als je bedenkt dat er daar juist een enorme rijkdom is aan menselijk kapitaal en aan grondstoffen. De diaspora hoopt daarom dat we over tien jaar niet meer spreken over ontwikkelingshulp, maar over samenwerking tussen het Noorden
10 ONEWORLD DOSSIER
en Zuiden op een gelijkwaardige basis. Laten we met elkaar zaken doen met alle kaarten op tafel: wat heb jij van mij nodig, wat heb ik van jou nodig? Dat is nu gewoon niet het geval. Er zijn zo veel initiatieven die bijdragen aan ontwikkeling, maar die niet per se met ontwikkelingshulp van de grond zijn gekomen.” Wat voor bijdrage leveren migranten dan aan ontwikkeling? Migranten zijn natuurlijk niet per definitie ontwikkelingswerkers. Kijk naar de remittances,
‘Als je de disbalans echt wil aanpakken, gaat het over grondstoffen’ het geld dat we sturen naar onze familieleden voor bijvoorbeeld hun huur en hun schoolgeld. Het totaalbedrag daarvan is wereldwijd veel hoger dan de 0,7 procent van het nationaal inkomen die overheden zouden moeten bijdragen aan ontwikkelingssamenwerking. Sommige migranten zetten met eigen kapi-
taal bedrijven op in hun herkomstlanden. Dat levert banen op. Investeren kan ook met opgedane kennis en contacten. Nigeriaanse artsen in de Verenigde Staten behandelen vanuit daar patiënten in Nigeria met behulp van een computer en een webcam. Ik merk wel dat migranten er een ontzettende behoefte aan hebben dat overheden hen serieus nemen en kijken hoe ze daar een stimulans aan kunnen geven. Ze hebben zo veel kennis, zo veel ervaring die nu nog maar voor een heel klein deel wordt benut.” Op 5 april heeft minister Ploumen haar nieuwe beleid voor ontwikkelingssamenwerking gepresenteerd, hoe is dit binnen de diaspora ontvangen? “Men is blij dat minister Ploumen zich niet blindstaart op hulp, maar dat ze ook handel een eerlijke kans wil bieden. Veel migranten zijn het gewoon zat dat hun herkomstland elke keer wordt neer gezet als zielig en hulpbehoevend. In zo veel landen in Zuid-Amerika, Azië en Afrika blijft de economie de komende jaren groeien, dus je kunt niet met je bril van vijftig jaar geleden hulp blijven
CV
amma asante Amma Asante (1972) is geboren in Ghana en kwam in 1978 met haar ouders naar Nederland. Ze groeide op in Amsterdam, studeerde politicologie en streeft nu naar een samenleving vrij van discriminatie en uitsluiting.
g even. Die oude dogma’s van arm en rijk bestaan niet meer. Dat geldt ook voor de internationale norm om 0,7 procent van het nationaal inkomen aan hulp te besteden. Die norm heeft geen zin als je met je andere hand minstens zoveel rijkdom uit ontwikkelingslanden wegneemt.” Dus u bent blij met die combinatie van hulp en handel? “Ja, alleen is het niet gestoeld op de juiste basis. Handel tussen ontwikkelingslanden en Europese landen is nog steeds gebaseerd op de spelregels die door het Westen zijn bepaald, dus dan is het een beetje utopisch om te denken dat je dat wel kunt rechttrekken met een stukje handel binnen ontwikkelingssamenwerking. Duitsland bepaalt bijvoorbeeld dat er geen koffiepoeder uit Congo ingevoerd mag worden in Duitsland, maar alleen maar koffiebonen. Als je de disbalans echt wilt aanpakken, gaat het over grondstoffenbeleid en eerlijke handel. Wat krijgen cacao- of koffieboeren voor hun cacaobonen en hun koffiebonen? Wat is de waarde die aan die bonen wordt toe
Beeld Hilz & Verhoeff / HH
Vanaf 2009 werkt zij als zelfstandig adviseur en manager voor overheden en maatschappelijke organisaties. Op dit moment fulltime voor de Hulpverleningsorganisatie voor Brandweer en Volks gezondheid (VGGM). Ook is zij kandidaatlid voor de Tweede Kamer voor de PvdA. Daarnaast doet ze veel vrijwilligerswerk, zoals voor Roots for Development.
gevoegd voordat ze bij ons in de winkel belanden als pak Douwe Egberts-koffie of een chocoladereep van Verkade? Wat verdienen de bedrijven in Zaandam die de cacaomassa verwerken eraan? Wat kost het in de winkel en wat verdient Albert Heijn daaraan? Daar moet je over praten als je het hebt over handel en ontwikkeling.” Kan Nederland daar wat aan veranderen? “Ik heb heus niet de illusie dat minister Ploumen dit zomaar in haar eentje recht kan trekken, want veel wordt bepaald op internationaal niveau. Ik hoop wel dat ze waar ze ook komt, bijvoorbeeld bij internationale handelsbesprekingen, zegt: ‘Kom op, laten we de markt meer opengooien en kansen bieden voor de import van eindproducten uit ontwikkelingslanden’. We moeten
ontwikkelingslanden in staat stellen om op basis van gelijkwaardige spelregels hun eigen geld te verdienen met de grondstoffen die ze in huis hebben: zoals goud, hun cacao, hun diamanten, koffie en thee. Het zijn uiteindelijk de producten die de consument in handen krijgt waar het geld mee wordt verdiend.” Kan de diaspora daaraan bijdragen? “Ja zeker, maar dat moet nog wel groeien. De tweede en derde generatie migranten is veel mondiger dan hun ouders w aren. Uit ervaring weet ik dat migranten met hun kennis en contacten deuren kunnen openen en echt verschil kunnen maken, ook als het gaat om het uitoefenen van politieke druk. Ik heb er vertrouwen in dat we in de toekomst nog meer van de diaspora horen in de discussie over ontwikkelingssamenwerking.” ONEWORLD ONEWORLD DOSSIER 11
wie zal dat betalen
Gezocht: duizend miljard dollar Eén ding is zeker: internationale samenwerking die zich richt op de grote wereldwijde problemen (klimaat, grondstoffen, biodiversiteit, armoede) zal meer kosten dan de huidige ontwikkelingshulp van 100 miljard dollar. Duurzame ontwikkeling is mogelijk, maar dat kost jaarlijks zo’n duizend miljard dollar extra, aldus de Verenigde Naties. Waar moet dat geld vandaan komen? Eitje!
opbrengst
SolidariteitsHeffingen
Belastingen
Belasting op financiële transacties Hoe: Een kleine belasting op internationaal betalingsverkeer zoals ooit voorgesteld door de Amerikaanse Nobelprijswinnaar Tobin. Voordeel: Dat levert geld op en het stabiliseert het financiële systeem. Nadeel: Mogelijk treedt verstoring op van het internationale financiële systeem. En wie gaat deze belastingen heffen? Hoeveel: Een belasting van 0,005% zou jaarlijks meer dan 30 miljard dollar opleveren.
$ 30 miljard
Grote bedrijven en superrijken belasten Hoe: Volgens het Tax Justice Network sluizen bedrijven en rijke individuen in totaal zo’n 21 biljoen dollar weg naar belastingparadijzen. Andere regelgeving moet dit voorkomen. Voordeel: Het verkleint de inkomensverschillen. Nadeel: Er zijn altijd nieuwe methodes te vinden om belasting te ontduiken. Hoeveel: Belastingheffing over 21 biljoen dollar kan 500 miljard dollar opleveren.
$ 500 miljard
Corruptie en fraude bestrijden Hoe: Door corruptie, slecht bestuur, fraude en belastingontduiking lekt volgens schattingen jaarlijks zo’n 1700 miljard dollar weg. Het opsporen ervan is in veel landen problematisch. Voor een deel is dat een technisch probleem (ontbreken van goede administratie, kadaster, eigendomsregisters, Kamers van Koophandel et cetera). Voordeel: Belastinginning verkleint de kloof tussen arm en rijk. Nadeel: Veel betrokkenen hebben voordeel bij het voortzetten van de huidige situatie. Opbrengst: Een belasting van 25% op 1.700 miljard dollar levert 425 miljard dollar op.
$ 425 miljard
Tabaksheffing Hoe: De ‘Solidarity Tobacco Contribution’ is recent voorgesteld door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). De opbrengst is voor het bevorderen van wereldwijde gezondheid. Voordeel: Zo’n heffing ontmoedigt het roken. Nadeel: Onduidelijk is wie deze heffing moet innen. En: hoe minder er wordt gerookt, hoe minder opbrengst. Hoeveel: Geschatte opbrengst 5,5 miljard dollar.
$ 5,5 miljard
Heffing op vliegtickets Hoe: Elf landen hebben, onder leiding van Frankrijk, een vliegtaks ingesteld. Het geld wordt ingezet in de bestrijding van hiv/aids. Voordeel: Ontmoedigt vliegverkeer. Relatief welvarende mensen betalen het meest. Nadeel: Steun voor zo’n heffing is problematisch, want er is geen link tussen de bron van de financiering en de besteding. Opbrengst: Geschat op 300 miljoen dollar. Beprijzing publieke goederen Hoe: Kosten voor het gebruik (en misbruik) van publieke goederen zoals lucht en water (global public goods) drukken op de gemeenschap. Hang er een prijskaartje aan. Voordeel: Het is helder en ‘eerlijk’: de gebruiker/vervuiler betaalt. Nadeel: Wie moet deze heffingen gaan innen? Opbrengst: Onduidelijk, maar aanzienlijk. Potentieel zeker 100 miljard dollar.
12 ONEWORLD DOSSIER
$ 300 miljoen
$ 100 miljard
Geld van de armen & de rijken
Uit het publiek
De vervuiler betaalt
opbrengst CO2 veilingen Hoe: Tijdens de klimaattop in Kyoto is besloten tot (internationale) handel van ‘emissierechten’. Op Europees niveau bestaat zo’n handelssysteem al. Voordeel: De vervuiler betaalt. Leidt mogelijk tot minder uitstoot. Nadeel: De hoeveelheid CO2 die bedrijven ‘gratis’ mogen uitstoten is te hoog. Grote vervuilers zoals de VS doen niet mee. Opbrengst: Mogelijk 70 miljard dollar. Schadeloosstelling voor ‘klimaatdiensten’ Hoe: Landen kunnen betaald worden voor het (be)sparen van grondstoffen. Bijvoorbeeld het niet kappen van bossen of het niet winnen van minerale grondstoffen. Voordeel: Arme landen krijgen geld en natuur wordt gespaard. Nadeel: Het systeem bevoordeelt landen met natuurlijke hulpbronnen. Opbrengst: Potentieel honderden miljarden dollars. Extra betalen voor producten Hoe: Consumenten bestemmen vrijwillig een klein percentage van het aankoopbedrag van producten voor een ‘goed doel’. Denk aan Product RED, opgezet door Bono. Met de RED card van American Express gaat van elke aankoop 1% naar het Global Fund tegen Aids. Voordeel: Iedereen kan meedoen. Nadeel: Weinig stabiele financieringsbron. Hoeveel: Product RED leverde tot nu toe 200 miljoen dollar op. Een verbreding van de actie zou zomaar het tienvoudige kunnen opleveren.
$ 70 miljard
$ 200 miljard
$ 2 miljard
Loterijen Hoe: In Nederland is de Nationale Postcode Loterij (NPL) de bekendste goededoelenloterij. Voordeel: Financiering is breed inzetbaar. Beperkingen: Wie bepaalt waar het geld aan wordt besteed? Hoeveel: In 2012 doneerde de NPL bijna 300 miljoen euro aan goede doelen. Als alle EU- landen zo'n loterij zouden hebben, zou dat jaarlijks zo’n 10 miljard euro opleveren. Een mondiale loterij met goedkope krasloten zou ongeveer 400 miljoen euro kunnen opleveren.
$ 10 miljard $ 400 miljoen
Crowd funding Hoe: Kleine bijdragen zoeken van een groot aantal individuen, vaak via social media. Voordeel: Grote betrokkenheid. Nadeel: Vaak beperkt tot ‘aaibare’ initiatieven. Hoeveel: De grootste crowd funding organisatie, het Amerikaanse KIVA, heeft al ruim 400 miljoen dollar opgehaald.
$ 400 miljoen
Private stichtingen Hoe: Veel filmsterren, sporters en business tycoons zoals Bill Gates hebben een eigen foundation. Voordeel: Het kan ‘vrij geld’ opleveren voor thema’s die politiek en maatschappelijk lastig zijn te ‘verkopen’. Nadeel: Ze kunnen hun stempel drukken op het beleid, zonder ‘democratische’ controle. Hoeveel: De veertig rijkste mensen ter wereld bezitten samen zo’n 1000 miljard dollar. Als zij 10% van hun rijkdom schenken, levert dat 100 miljard dollar op.
$ 100 miljard
Ontwikkelingshulp door opkomende landen Hoe: China, Brazilië, Zuid-Afrika en India geven al hulp. Voordeel: Terecht dat de rijken in arme landen via belasting meedoen met de traditionele donorlanden. Nadeel: Het is de oude manier van ontwikkelingsfinanciering. Hoeveel: Als de tien grootste opkomende landen gemiddeld 0,3% (het gemiddelde van de OESO) van hun inkomen besteden aan hulp, levert dat 53 miljard dollar op.
$ 53 miljard
Eigen bijdrage van armen zelf Hoe: Ontwikkelingshulp is meestal gratis. Gratis is lang niet altijd goed. De ervaring leert dat arme mensen bereid en in staat zijn te betalen voor diensten. Voordeel: Recht op zeggenschap. Nadeel: Soms lastig en duur om geld te innen. Hoeveel: Onduidelijk. Als de helft van de huidige hulp wordt meebetaald door de ontvanger, levert dat 50 miljard dollar op.
$ 50 miljard
opbrengst totaal
$ 1.546.600.000.000 13
bezuinigen volgens oneworld
1 Miljard bezuinigen, da’s niet misselijk. Bestuurders willen dat meestal aangrijpen om ‘scherpe keuzes’ te maken. Is dat minister Ploumen ook gelukt? Tekst Hans Ariëns
H
alf november riep minister Ploumen voor Ontwikkelingssamenwerking en Buitenlandse Handel stoer dat ze 1 miljard ging bezuinigen ‘zonder kaasschaaf’. Harde keuzes kwamen er, een beperkt aantal speerpunten zou de dans ontspringen, de rest kwam flink aan de beurt. Een half jaar later ligt er het met een fraaie woordspeling getooide beleidsplan ‘Wat de wereld verdient’. Waar voorganger Ben Knapen voorzichtig inzette met een paginaatje of tien, pakt Lilianne Ploumen uit met vijftig-plus pagina’s. Daarvoor krijgen we veel mooie woorden, treffende analyses en ook wel goede voornemens om de armoede de wereld uit te helpen in één generatie, en tegelijkertijd de Nederlandse (handels)vlag overal fier in top te laten wapperen. En we zien veel, heel veel speerpunten voorbij komen. Vrouwenrechten, seksuele en reproductieve rechten, voedselzekerheid, water, veiligheid en rechtsorde, ‘inclusieve’ groei. En eigenlijk ook noodhulp, want dat is de enige post waarop, samen met vrouwen- en seksuele rechten, niet wordt bezuinigd. Het gekke is dus dat er op andere speerpunten wel, en soms zelfs fors wordt bezuinigd. Als je je speerpunten niet ontziet, ben je dan niet stiekem aan het kaasschaven?
Hier een alternatief plannetje van de OneWorld-redactie. Het luidt doodsimpel: schaf de hulp van land tot land, in jargon bilaterale hulp, af. Een paar van de argumenten voor die ingreep: • Hulp loopt sowieso op z’n eind en een aantal landen die nu nog Nederlandse hulp ontvangen, zoals Indonesië, Ghana en Kenia, hebben genoeg eigen middelen. Hallo, Indonesië is lid van de G20! Ook andere landen als Ethiopië of Mozambique, 14 ONEWORLD DOSSIER
Ethiopië
Minister Ploumen met Nederlandse rozenkweker.
Beeld Hans Ariëns
Scherpe keuzes
zegt de minister steevast, hebben liever onze investeringen dan onze hulp. • Ouderwetse hulp van het type waterputten slaan en schooltjes bouwen is nog nodig in fragiele staten. Maar daar bereik je niet zo veel van overheid tot overheid, omdat er nauwelijks een overheid is. Beter kun je daar via hulporganisaties of internationale instituten als de VN en de Wereldbank werken. • Ongelijkheid binnen landen is een groot probleem, vindt ook de minister, maar die los je niet met hulp tussen landen op. Daar moet de eigen bevolking in India of Brazilië wat aan doen, mogelijk met hulp van westerse maatschappelijke organisaties. • ‘Coherentie van beleid’ is een sleutelbegrip voor de minister. Terecht. Maar voor de echt belangrijke zaken moet je in Brussel zijn (Europees landbouwbeleid en handelsverdragen met arme landen, EPA’s), niet in Den Haag. • Wat straks werkelijk belangrijk wordt: schaarse schone lucht, schaars water en voedsel, schaarse grondstoffen, het voortbestaan van de aarde. Wat de minister Internationale Publieke Goederen noemt. Maar ook daarop heb je vanuit Den Haag in je eentje weinig greep. De kern is dat die hulp van land tot land achterhaald is en eigenlijk snel afgebouwd moet worden. Dat kan tamelijk geruisloos. Ben Knapen haalde in één beweging al 18 van de 33 landen van de lijst af. Voor zover bekend zijn daar geen volksopstanden, rituele verbrandingen van de Nederlandse driekleur, bedreigingen aan Nederlandse ambtsdragers of ander ongerief voor de Nederlandse belangen uit gevolgd. Ze vonden het misschien wel lekker rustig, in Lusaka, Dodoma of La Paz.
Onderhandelen over de wereld ná 2015
Wat komt er na de millenniumdoelen? Hoe moet het verder met de wereld na 2015? Maresa Oosterman, diplomate bij de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Verenigde Naties, schetst de hete hangijzers aan de New Yorkse onderhandelingstafels.
I
n september 2013 gaan we bij de VN kijken hoe ver we zijn met de millenniumdoelen. Des te beter het daarmee gaat, des te meer vertrouwen er zal zijn dat we met z’n allen een goed nieuw raamwerk kunnen maken voor na 2015. Dat armoede, voedsel en water daar in voor zullen komen durf ik wel te voorspellen, maar er zijn inmiddels meer dan honderd andere doelen voorgesteld. De uitdaging is om met een kort maar compleet lijstje van prioriteiten te komen, dat zal werken in een veranderende wereld. Nu wonen de meeste armen nog in middeninkomenslanden, maar over een jaar of tien in landen in conflict. We moeten zorgen dat mensen die ontsnapt zijn aan armoede niet terugvallen. Vrede en veiligheid zullen daarbij een grotere rol moeten spelen dan nu. Veel landen in conflict vragen daar om, maar hun stem is vaak zwak in de VN-onderhandelingen. Nederland werkt samen met deze landen om te zorgen dat hun prioriteiten meegenomen worden.
innovatie
Verder zijn goed bestuur, mensenrechten en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voorwaarden voor ontwikkeling. Externe factoren zoals handel, de financiële crisis en klimaatverandering zijn ook van invloed. Dit zijn allemaal gevoelige onderwerpen bij VN-onderhandelingen. Het is de vraag of en hoe ze een plek krijgen in het Post 2015-raamwerk. De Secretaris-Generaal van de VN heeft 27 eminente personen gevraagd om in mei 2013 een voorzet te doen voor het Post 2015-raamwerk. Paul Polman, CEO van Unilever, is hier een van. Zijn boodschap is dat je alleen goede zaken kunt blijven doen en sociale doelen kunt halen als je natuurlijke hulpbron-
Beeld Stuart Freedman / HH
Dobbelen om de doelen
INDIA
Ouderenopvangdorp Tanaraikulum.
nen goed beheert. Een welkom geluid, want de stem van de allerarmsten, die in hun dagelijks leven en werken afhankelijk zijn van schoon water, vruchtbare aarde en een stabiel klimaat, komt niet vaak luid door in New York. De millenniumdoelen zijn vooral gericht op sociale sectoren en minder op milieu en economie. Toch heb je alle drie nodig voor duurzame ontwikkeling. Veel landen vinden dat armoedebestrijding, millenniumdoel 1, de hoogste prioriteit moet blijven houden, maar ook dat het zonder duurzaamheid niet gaat. Bij de duurzaamheidsconferentie in Rio in 2012 is een werkgroep in het leven geroepen om duurzaamheidsdoelen te formuleren. De Nederlandse ambassadeur voor duurzame ontwikkeling, Kitty van der Heijden, is hier lid van. Ook zij zet zich in voor het samenbrengen van de armoede- en duurzaamheidsagenda en de verschillende processen die hierover lopen. Dit samenbrengen leidt bij de VN tot ingewikkelde discussies over wat prioriteit heeft voor wie, wie wat moet doen en wie wat moet betalen. Millenniumdoel 8 gaat over een wereldwijd partnerschap voor de uitvoering van het Post 2015-raamwerk. Hopelijk kunnen bedrijven daarin een grotere rol spelen, want hun investeringen en innovatie zijn nodig. Maar in de armste landen en landen in conflict blijft hulp nodig voor de opbouw van overheden en van basisvoorzieningen. Dat zijn dingen die het bedrijfsleven niet kan doen, maar wel nodig heeft om meer te kunnen investeren. Iedereen is door de VN uitgenodigd om mee te denken, via worldwewant2015.org ! ONEWORLD DOSSIER 15
na2015
What’s next? OneWorld nodigde experts, wereldverbeteraars en journalisten uit om na te denken over een nieuw masterplan om armoede te bestrijden. Ruim zestig blogs op www.oneworld.nl later kunnen we concluderen dat hulp geen heilig huisje meer is. Het geld komt niet goed terecht en het opgeheven vingertje is er nog steeds. Gelukkig zijn er ook positieve ontwikkelingen: internet, sociaal ondernemerschap en transparante geldstromen. De combinatie van hulp en handel wordt goed ontvangen. Het wordt tijd dat ontwikkelingslanden gelijke partners worden. Maar, zo stellen een aantal bloggers, handel is zeker niet heilig. Net als ontwikkelingshulp. “Ik geloof steeds meer in mensen met laptops. Als je nu in een derdewereldland reist heeft iedereen een mobiele telefoon. Dus ik hoop altijd maar dat arme mensen door alle technische ontwikkelingen slimmer worden en meer kansen krijgen.” Youp van ’t Hek, cabaretier
“Mijn vraag aan de ontwikkelingssector is niet: waarom houden jullie niet op? Ik dank de God in wie ik niet kan geloven op mijn blote knieën dat ik ben geboren in een welvarende rechtsstaat. Van die dankbaarheid loopt een rechte lijn naar de morele plicht anderen te helpen die zo stuitend veel minder hebben. Mijn vraag is: waarom focussen jullie niet?” Joris Luyendijk, journalist
“Hoe ga je om met een groeiende groep mensen met een stijgend consumptiepatroon op een eindige bron?” Ernst van Weperen, Deloitte
16 ONEWORLD DOSSIER
“De toekomst die wij willen komt alleen dichterbij als wij als betrokken burgers onze stem laten horen.” Jan Gruiters, IKV Pax Christi
“En de wereldverbeteraars in ons midden? Blijf maar even thuis, zou ik zeggen. We hebben de afgelopen eeuw al genoeg lieden in actie gezien, die meenden te weten wat goed was voor de wereld of een stuk daarvan.” Theo Ruyter, schrijver
“Ook dit kabinet denkt dat het bedrijfsleven een katalysator voor ontwikkeling is. Echter, landroof, olievervuiling, kinderarbeid, belastingvlucht en voedselspeculatie worden veroorzaakt door onverantwoordelijke ondernemingen." Gisela ten Kate, SOMO
“Hou op met die verschilligheid. Doe iets.” Jan Bennink, columnist de Volkskrant en reclameman
straatpanel
Hoe zie je de toekomst van ontwikkelingssamen werking? “Het is misschien een liberale opvatting, maar als regel kan de overheid niet superefficiënt hulp verlenen. Het meeste bereik je als je het bedrijfsleven geïnteresseerd krijgt in een project met een maatschappelijke waarde.” Ton Schutte, advocaat bij de Brauw Blackstone Westbroek
Hoe kunnen we bedrijven stimuleren om te investeren in arme landen? “Maak het juridische klimaat daar overzichtelijker. Ook een idee: stuur consultants langs bedrijven om ze warm te maken. Een soort marketing voor ontwikkelingslanden dus.” Niels Pierson, student Bedrijfskunde
Mag je hulp ook geven uit eigenbelang? “Zolang je mensen helpt, zou dat voor het resultaat niet mogen uitmaken. Als het maar gebeurt. Ik vind het heel belangrijk dat de kinderen in mijn klas beseffen dat mensen het lang niet overal zo goed hebben zoals wij hier in Nederland. Daar hoort bij dat kinderen niet zeuren als zij hun eten niet lekker vinden of niet de kraan laten lopen als zij hun handen wassen.” Miriam Spitz, lerares basisschool Wat vind je van de bezuinigingen op hulp? “Net zo slecht als de ezuinigingen op cultuur. Ik besef dat b er bezuinigd moet worden, maar dit had nooit zo drastisch mogen gebeuren. Het lastige is dat we niet op basis van cijfers kunnen zeggen welk orkest of hulpprogramma we moeten behouden vanwege de kwaliteit.” Sarah Wijzenbeek, cellist en freelance fotograaf
AMBASSADEURSDAG 2013
ACT FOR PEACE
22 mei 2013 van 16:00 uur - 21:00 uur Meeting Plaza, Utrecht
Vredesambassadeurs, opgelet! Kom op 22 mei naar de Ambassadeursdag van IKV Pax Christi, met Jörgen Raymann, Minister van Vrede. Wil jij weten hoe jij vredesactivisten in o.a. Syrië, Colombia en Kosovo kunt steunen? Wil je zelf een bijdrage leveren aan een vreedzame samenleving? Act for Peace! Check het programma van de Ambassadeursdag op de website of op FACEBOOK.COM/MINISTERIEVANVREDE en meld je aan voor de workshops van jouw keuze.
www.ministerievanvrede.nl
Het Ministerie van Vrede wordt mede mogelijk gemaakt door het vfonds.
Werken voor €9 per dag en rijker terugkomen? Je bent een goed opgeleide professional met ruime praktijkervaring. Je wilt jouw kennis delen met vakgenoten in Afrika of Azië. Door een jaar of langer met ze samen te werken. Niet voor het geld, maar wel om ervaringen rijker te worden. Je bent tevreden met een vergoeding die gelijk is aan het salaris van je lokale collega’s. Herken je jezelf en wil je meewerken aan een wereld zonder armoede? Kom dan naar Meet VSO op 18 mei in Utrecht. Meld je aan op www.vso.nl
Werk aan de wereld