EXTRA DIK NUMMER
IN DIT NUMMER: Op astrocursussen bij Lansbergen Expeditie naar (Noord)-Ierland William Parsons’ 180cm telescoop Cygnus, de Zwaan Neutrinotelescopen Reisverslag Lofoten Gratis voor donateurs
No: 2011-2
(advertenties)
2
Observator Jaargang: 30 Nummer: 2 Oplage: 800 Juni 2011 Lay-out en eindredactie: Marijn de Pagter en Rijk-Jan Koppejan. De OBSERVATOR is een uitgave van Stichting Volkssterrenwacht “Philippus Lansbergen”. Mocht u zich willen abonneren op dit blad, dan kan dat door donateur te worden van de volkssterrenwacht. De minimale donatie bedraagt 15,00 euro per jaar. U steunt dan meteen de sterrenwacht. Bij voorbaat hartelijk dank! Colofon: Volkssterrenwacht Philippus Lansbergen, Herengracht 52, 4331 PX Middelburg. Telefoon: 0118-640315 Rabobank nr. 38. 53.80.453 t.n.v. S.V.P.L., Middelburg Geopend voor bezoekers: Iedere vrijdagavond van 19:30 uur tot 22:00 uur. Internet: Homepage: www.lansbergen.net E-mail:
[email protected] Redactie Observator:
[email protected] Bij de voorplaat: Dit jaar organiseerden wij voor het eerst een cursus astrofotografie. Alle aspecten van deze tak van de sterrenkunde kwamen voorbij. Jan Koeman legt hier uit hoe je een telescoop moet collimeren. Foto: Alwin de Bruijn (cursist) Inhoud: Adressen
3
Van de voorzitter door Rijk-Jan Koppejan
4
Op astrocursussen bij Flipje Lansbergen door Hans Pollemans
8
Expeditie naar (Noord)-Ierland door Jan Koeman
10
Lord Rosse en zijn “Leviathan Telescope” door Rijk-Jan Koppejan
19
Cygnus, de Zwaan door Jan Minderhout
25
Neutrinotelescopen, te land, ter zee en in Antarctica door Henk Ton
27
Reisverslag Lofoten door Michiel Boltjes
31
Foto van ‘t kwartaal
36
3
Van de voorzitter Door Rijk-Jan Koppejan Het belangrijkste dat ik in dit voorwoord moet schrijven is een heel groot woord van dank aan al die donateurs die zo snel en zo royaal hun jaarlijkse bijdrage aan de sterrenwacht hebben voldaan! In ons jaarlijkse verzoek tot betaling van uw donateursbijdrage verzochten wij u dit jaar iets extra’s te doneren, omdat wij zo enorm veel geïnvesteerd hebben. Dat was niet tegen dovemansoren gezegd! Massaal doneerde u (veel) meer dan de minimale bijdrage van vijftien euro. Ongelooflijk! Een teken dat u ons werk waardeert. “De sterrenhemel voor iedereen” Onder die noemer presenteerden wij een paar jaar geleden onze plannen om in de tuin van de sterrenwacht een publieksobservatorium te bouwen. Een observatorium dus om mensen bekend te maken met de sterrenhemel en met de technieken om die sterrenhemel beter te kunnen observeren, danwel fotograferen. In twee fasen konden wij het project realiseren. De eerste fase, een koepel met daarin een professionele computergestuurde telescoop, werd in 2009 gerealiseerd. De tweede fase, een observatorium met daarin twee handbediende telescopen en een computergestuurde telescoop, kwam dit voorjaar gereed. Dit gebouwtje werd op 28 mei j.l. geopend door de commissaris van de Koningin, mevr. Karla Peijs. Het observatorium kreeg de naam van de Middelburgse stadsarchitect én astronoom Jan de Munck (1687-1768).
Hoofdsponsors van het project: “De sterrenhemel voor iedereen”
In de vorige Observator heeft u kunnen lezen dat de nutteloze en ontsierende container die in onze tuin stond eindelijk is weggehaald en op die plek is nu een groot terras gekomen. Vanaf dit terras, dat we een zonne-observatieplatform noemen, kunnen we ’s zomers tijdens de Zeeuwse Zonnige Zomeravonden de zon observeren.
4
Lennart onthult de naam van het platform. Foto: Erwin Meerman
Het zonneobservatieplatform kreeg de naam van de Middelburgse zilversmid én astronoom Cornelis Tevel (1763-1838) en werd eveneens op 28 mei geopend. Lennart van Sluijs, de jongste waarnemer van de sterrenwacht, kreeg de eer het platform officieel in gebruik te stellen. Lennart is een actieve observeerder en net als Cornelis Tevel ruim tweehonderd jaar geleden maakt hij fraaie schetsen van zonnevlekken. Het hele project kwam tot stand dankzij de financiële bijdragen van diverse overheden en bedrijven: -Provincie Zeeland -Gemeente Middelburg -Rabobank Walcheren/Noord-Beveland -Delta Zeelandfonds -VSB fonds Onze trouwe schare donateurs (600) zorgde er voor dat wij dankzij hun extra giften geen tekorten kregen op de begroting. Het hele plan was financieel goed ingedekt. Een prachtige zonnetelescoop konden we eerder al aanschaffen dankzij een gift van Stichting Maritieme Activiteiten De Ruyter. Zo zijn we nu helemaal compleet wat betreft onze waarneemapparatuur.
Zijn er dan geen wensen meer? Natuurlijk wel! De grootste wens is meer ruimte. In Twee observatoria. Foto: Rijk-Jan Koppejan die ruimte kunnen we bijvoorbeeld meer aandacht besteden aan de ruimtevaart. Of wat te denken van de aanschaf van een planetarium? Of een ruimte met historische telescopen en verrekijkers? Ook willen we onze tuin nog verder uitbreiden met een echt weerstation en een mooie zonnewijzer.
5
Kortom: er zijn nog wensen genoeg, maar Aken en Keulen zijn ook niet in een dag gebouwd, dus het hoeft allemaal niet in korte tijd. Radio JOVE Vier jonge medewerkers van de sterrenwacht gaan een heel leuk project opstarten. Ze hebben zich via de sterrenwacht aangemeld om deel te nemen aan het project Radio JOVE. Kortweg houdt dat in dat met behulp van antennes stormen op de planeet Jupiter en op de zon kunnen worden waargenomen; radio-astronomie dus. Bij de NASA is er een pakket besteld waarmee het complete systeem kan worden gebouwd. In onze tuin zullen de komende tijd een aantal antennes worden geplaatst en met de juiste ontvangers kunnen dan bijzondere waarnemingen worden gedaan. Het bestuur van de sterrenwacht juicht dit initiatief van haar jongste medewerkers uiteraard toe en onze penningmeester, Willem Dekker, die in het dagelijks leven leraar elektrotechniek is, zal het project begeleiden.
Karla Peijs tijdens haar toespraak bij de opening van het observatorium. Foto: Erwin Meerman
Cursus astrofotografie Voor het eerst organiseerden we dit jaar een cursus astrofotografie. Aan de hand van vier lessen werden alle aspecten van de astrofotografie uitgelegd. Er komt namelijk heel wat kijken bij het waarnemen van allerlei hemelobjecten. Een cursist verwoordde het als volgt: “het is een kennishobby” (zie bladzijde 8 en verder). Hij heeft Onthulling naambord. Foto: Erwin Meerman
6
gelijk. Wil je mooie opnames kunnen maken van de sterrenhemel, dan heb je een degelijke portie kennis nodig. Die kennis is op te doen bij ons. Ook komend najaar geven wij weer een dergelijke cursus en wij hopen dat dat nieuwe waarnemers oplevert die nog meer gebruik gaan maken van alle apparatuur die de sterrenwacht heeft. Gift Lions Van de stichting Lions Walcheren ontvingen wij vlak voor het verschijnen van dit blad een mooi bedrag: € 1.700,--. Natuurlijk zullen wij ook dit geld op verantwoorde wijze besteden. Zoals u dat van ons gewend bent. Lions, heel erg bedankt! Tot slot De zon bekijken met een h-alphatelescoop. Foto: RijkOok dit jaar organiseren wij weer de Jan Koppejan Zeeuwse Zonnige Zomer-avonden. Elke vrijdagavond in juli en augustus zijn we geopend vanaf 19:00 uur! Kom van alles te weten over onze zon. U kunt zelf zonnevlekken en zonnevlammen zien. Tevens krijgen kinderen de gelegenheid om eens een tekening te maken van een zonnevlek. Leuk en leerzaam. Tot ziens op de sterrenwacht! Op zaterdag 19 maart was het volle maan en deze stond ook nog eens het dichtst bij de aarde. Jan Koeman maakte deze geweldige opname. Hij stond met zijn camera en telescoop opgesteld op het eiland Neeltje Jans. De vijf kilometer lange brug lijkt de maan te dragen.
7
Op astrocursussen bij Flipje Lansbergen Door Hans Pollemans, cursist Als je de natuur induikt en van trekkings door eenzame hoogvlakten overstapt naar bergsport en alpinisme, kom je vroeg of laat voor een aangename verrassing te staan, die meestal plaatsvindt als je ’s nachts uit je tentje kruipt, of even de stank in het Matrazzenlager van een berghut kwijt wil. Je staat buiten en er dondert pardoes een overweldigende hemel op je neer. Nooit eerder hier gezien, omdat we zoveel lichtvervuiling hebben. Niet één maar duizenden sterren. Sommige schitteren nog ook. Religieus of niet, iedereen krijgt even een bangelijk besef van eigen nietigheid door zo’n grootse aanblik. En zoals een Belg onlangs zei: “Dat draait daar letterlijk beter zonder regering dan hier”. De stap is dan ook niet zo verwonderlijk, om wat dieper in het glaasje te willen kijken. Iets waar ze honderden jaren geleden in Middelburg al de aanzet toe gaven door de uitvinding van de verrekijker. Dat dieper in het glaasje kijken vereist geen dorstige keel, maar wel heel wat kennis, inzicht, begrip en doorzettingsvermogen. De Zeeuwen mogen zich dan ook zeer rijk prijzen, dat de Volkssterrenwacht Philippus Lansbergen niet alleen over enthousiaste gangmakers beschikt, maar ook over zeer Hier krijg ik uitleg bij een parallactische montering. Foto: Jan Koeman deskundige. En dat zorgt tevens voor de eerste ontnuchtering. Al bij de eerste kennismakingscursus wordt duidelijk dat het menens is en de hobby geen hobby is in de zin van dom verpozen, maar een kennishobby is, waar dan ook de uitdaging ligt. Van haast filosofische overwegingen over het ontstaan van het heelal en het mogelijk bestaan van parallelle universa achter ‘zwarte gaten’, tot de harde wetenschap dat het heelal uitdijt. Van roodverschuiving en Dopplereffect tot de ruwe werkelijkheid dat de zon ooit als een kaars zal uit gaan. Maar wat ga je met die kennis doen? Want het aantal mogelijkheden om omhoog te ‘kieken’, varieert van een goede verrekijker tot computer gestuurde telescopen. Er is één fundamentele overkomst tussen al de naar boven
8
kijkende amateurs: ‘De ontdekking van de Hemel’, en dat heeft niets met Mulisch te maken. Iedereen mag dat invullen, hoe hij of zij dat zelf wil en met welk budget. Want dat valt me op tijdens de beginnerscursus en de vervolgcursus astrofotografie. Of je gewoon een goedkoop digi-cameraatje voor je oculair houdt, een dure EOS met behulp van een telelens op het firmament richt of een webcam met laptop aan een automatische objectvolgende telescoop koppelt: dat maakt niets uit voor de intensiteit van de beleving. Er is veel wederzijds respect voor de gekozen wijze van werken en een heel zinvolle uitwisseling van ervaringen. Dat moet ook wel, want de hoeveelheid kennis die speels gedoseerd over je wordt uitgestort, smeekt om samenwerking met anderen. Daar raken we meteen een belangrijk punt voor een starter. Zonder cursus en zonder hulp, had ik mijn telescoop al lang teleurgesteld de Schelde in geflikkerd, of op Marktplaats.nl Medecursist Alwin de Bruijn maakte tijdens de cursus zijn gezet. Waar je ze dan ook in eerste astrofoto van de maan. Een mooi resultaat. redelijke getale tegenkomt. Zonder inzicht in het heelal, zonder begrip voor de rotatie binnen ons zonnestelsel met tal van wetmatigheden, zonder basiskennis van de werking en het waarom van de montering waarop je kijker staat, kom je letterlijk en figuurlijk niet los van de aarde. En zul je nooit het genoegen smaken zelf ‘echt live’ naar de ring rond Saturnus te kijken. Er is nog een reden om je met astrokennis te verrijken. In onze jacht op een dynamisch materieel bestaan, krijg je bij de cursus gratis een dosis bescheidenheid en relativeringsvermogen cadeau. Dat kan ook niet anders. Want hoe meer je leert, hoe meer je jezelf intrapoleert tot nietig sterrenstofje.
9
“No troubled skies expedition” naar Ierland 25 maart – 3 april 2011 Door Jan Koeman Ierland is nu niet direct het eerste land waar je aan denkt wanneer je met een enthousiast groepje medewerkers van de Middelburgse sterrenwacht op reis wilt gaan om tijdens heldere nachten astronomische waarnemingen te gaan doen. Toch is dit land beroemd om enkele historische observatoria en was het 70 jaar lang de plek waar ’s werelds grootste telescoop stond. Het bezoeken van deze historische plaatsen is dan ook een belangrijk doel van onze reis. Het expeditieteam bestaat uit Koen de Bruine, Jan Koeman, Rijk-Jan Koppejan en Theo Korsuize. Met een aanhangwagen vol telescopen achter Koens solide VW Vento, vertrekken we op vrijdagavond 25 maart met de P&O ferry ‘ Pride of Rotterdam’ naar Hull in Engeland. Omdat Rijk-Jans broer Adrie stuurman is op dit schip, krijgen we, zoals het echte expeditieweten- Koen in de rol van kapitein van de “Pride of Rotterdam”. Foto: Jan schappers betaamt, een Koeman VIP-ontvangst aan boord. Allereerst wordt onze auto met kostbare lading dusdanig op het autodek geparkeerd, dat we de volgende morgen als eersten van boord kunnen gaan. We hebben namelijk maar weinig tijd om de volgende ferry over de Ierse Zee te halen. Nadat onze hut is goedgekeurd krijgen we een rondleiding door het hele schip: van de machinekamer met een drietal kolossale motoren tot en met de maar liefst 35 meter brede brug, op 30 meter hoogte boven de waterlijn. Hier hebben we een magnifiek zicht over ’s werelds grootste haven! Tevergeefs zoek ik naar het stuurrad van dit kolossale schip en schrik toch wel een beetje als ik zie dat de besturing gebeurt met een computermuis en een Playstation-joystickje. Hoe nu verder als door een zonnewinduitbarsting de elektronica aan boord wordt uitgeschakeld? Gelukkig staat er wel een degelijk kompas en op de Spaceweather-site heb ik gezien dat er tijdens de overtocht weinig kans is op een geomagnetische storm. Nu de zon in een actieve fase is aangekomen wordt de komende jaren de kans op storingen in elektronische navigatie steeds groter. Tot Koens verdriet staat er zelfs geen zuchtje gewóne wind. Hij hoopte op een echte storm zodat z’n auto eens flink met staalkabels kan worden gezekerd. Nadat
10
we hebben gezien dat er maar liefst vier deskundigen in de controleruimte van de machinekamer, ter grootte van een flinke elektriciteitscentrale, geconcentreerd aan het werk zijn, kan ik met een gerust gevoel in m’n kooi kruipen. Via de intercom worden we de volgende morgen om 7 uur door de kapitein gewekt en kunnen kort daarna, terwijl het schip de rivier de Humber opstoomt, genieten van ons eerste Engelse ontbijt; een stevige bodem in onze maag voor de doorsteek naar Holyhead in Wales. Dit geschiedt vlekkeloos en vrijwel non-stop over de perfecte Engelse Motorway met uitsluitend beschaafde weggebruikers. Het is daarna nog drie uurtjes varen naar Dublin. Van deze stad zien we weinig, want een kilometerslange tunnel verbindt de haven met de ringweg rond de stad. Al gauw zitten we op de snelweg richting Belfast. Het huisje dat we huren staat bij een boerderij even buiten Armagh in Noord-Ierland en op deze plek arriveren we precies 24 uur na vertrek uit Nederland. In no time worden al onze spullen uitgeladen en staat de woonkamer vol telescopen. Theo, onze expeditiekok, bereidt een voortreffelijke maaltijd uit vrijwel niets! Met een breed armgebaar geeft de boer/beheerder van ons Theo aan het werk met de ‘expeditie-Dobson’. Foto: Theo Korsuize huisje aan, dat we onze telescopen neer kunnen zetten op de tot aan de horizon golvende groene schapenweiden. Een rustige avond om bij te komen van de lange reis zit er niet in, want het blijkt zowaar helder. Meteen aan de slag dus met camera’s en telescopen. De fraaie oude eiken rond de boerderij lenen zich goed voor sfeervolle sterspoorfoto’s. Optimale deepskyopnames is wat moeilijker, want er blijkt wat lichtvervuiling uit het nabije Armagh afkomstig en op het boerenerf is een hinderlijke buitenlamp waarvan onze Ierse boer niet weet waar de schakelaar zit. Totdat er rond een uur of 2 mist komt opzetten, vermaken we ons prima met de Dobson-telescoop en andere apparatuur.
11
Zondag is een prima dag om het stadje Armagh te verkennen. Maar eerst hangen we enkele solargraphy-blikjes op, die we gevuld met fotopapier uit Nederland hebben meegenomen. We willen aantonen dat Ierland ook zonnige dagen kent. Armagh is gebouwd met een mooie groene Mall en cricketclub als stadshart. In de jaren van de ‘Troubles’ was Armagh de ‘place to be’ waar veel IRA-activiteiten plaatsvonden. Na het aanschouwen van het als een vesting gebouwde politiebureau hebben we ook het idee dat de Engelsen hier bezig zijn met een permanente bezetting van dit deel van Ierland. Dit wordt nog verder versterkt als we bij het pinnen ontdekken dat er Ierse en Ulster-ponden uit de flappentap komen. Is dit echt geld? Een week lang zijn we bezig om dit monopolygeld weer zo gauw mogelijk uit onze portemonnee te verwijderen. Maar de hoofdreden om Armagh te bezoeken is toch wel het beroemde observatorium dat hier al in 1789 werd gebouwd en waar tot op de dag van vandaag wetenschappers aan het werk zijn. Armagh Observatory werd gesticht door aartsbisschop Robinson, als opmaat voor een echte universiteit. Van dit laatste is het nooit meer gekomen. De
Armagh Observatory. Onder elke koepel staat een prachtige historische telescoop. Foto: Rijk-Jan Koppejan
meteorologische gegevens en waarnemingen van zonnevlekken die hier tot op de dag van vandaag worden opgetekend vormen een waardevolle referentiebron met het oog op onderzoek naar klimaatverandering. Via de website http://www.arm.ac.uk/ is dit alles direct in te zien. Met de aanwezige telescopen hebben beroemdheden als Dreyer de basis gelegd voor de New General Catalog van astronomische objecten, die we tot op de dag van vandaag raadplegen. Omdat we ervan uit gingen dat het observatorium gesloten was (onze e-mails vanuit Nederland werden nooit beantwoord), bezoeken we eerst het interessante Astro-park in de omgeving. Bij het beklimmen van de ‘Hill of Inifinity’ hebben we hier zelfs een stap buiten ons heelal kunnen zetten en weten we nu ook hoe de grens van ons heelal er uit ziet. Nog duizelig van al deze indrukken bezoeken we snel een Ierse pub. Dat is wel even zoeken in dit stadje, waar op zondag alle rolluiken naar beneden zijn. Gelukkig is het niet tevergeefs en worden we door de gastvrije Ieren ontvangen alsof we dagelijkse stamgasten zijn. Natuurlijk drinken we
12
een heerlijk lokaal brouwsel en niet het standaard ‘turfwater’ dat onder de naam Guinness naar het continent wordt geëxporteerd. De tweede nacht in Ierland is opnieuw helder! Zelfs beter dan de eerste nacht. De sterrenbeelden Orion, Stier en de Pleiaden zijn nog goed waarneembaar aan het begin van de nacht. Daarna richten we de telescopen op het sterrenbeeld Leeuw. Het Leo-triplet, drie prachtige melkwegstelsels dicht bijeen is een van de mooiste objecten om te fotograferen. Vlak Aan het werk met een telescoop. Foto: Jan Koeman bij Leeuw staat de Virgo-cluster. Hier is een gebied waar je echt kunt ‘Galaxyhoppen’. In de zoeker van je camera kan je hier bijvoorbeeld bij de Markarian Chain minstens een dozijn melkwegstelsels tegelijk fotograferen. Met de Dobson wordt visueel waargenomen, met de andere telescopen wordt gefotografeerd.
Langbelichte opname van de Pleiaden. Foto: Jan Koeman
Drie sterrenstelsels in Leeuw. Foto: Rijk-Jan Koppejan
Ierland wordt ook wel de groene rots in de Atlantische Oceaan genoemd. Op onze tweede dag trekken we de groene Ierse natuur in en gaan we de steencirkels van Beaghmore bezoeken. Eerst echter bij de plaatselijke garage tanken. We worden hartelijk ontvangen door de pomphouder die met een stralende blik in z’n ogen recht op Koen z’n Volkswagen afloopt en er een liefkozende aai over geeft. “This is the best car ever made!” roept hij uit, nog voordat we iets tegen hem hebben kunnen zeggen. Koen weet
13
dat natuurlijk al langer, maar het is fijn dat dit nog eens door een vakman wordt herhaald. Er zijn opvallend weinig Engelse auto’s in Ierland. Men houdt niet zo van de Engelsen en in de Tweede Wereldoorlog waren er ook veel Ieren met Duitse sympathieën. Hitler vocht immers ook tegen de Engelsen en het is altijd prettig om een gezamenlijke vijand te Beaghmore Stonecircles. Foto: Jan Koeman hebben. Als onze pomphouder in de gaten krijgt dat we allemaal een fototoestel hebben, komt hij tevoorschijn met het meesterwerk van zijn fotograferende dochter; een prachtige poster met koeienkoppen. Op het gevaar af dat zij aan een van ons wordt uitgehuwelijkt overstelpen we hem met complimenten en vervolgen snel onze reis naar de mythische steencirkels. Ierland staat vol met prehistorische restanten zoals grafheuvels en hunebedden en deze steencirkels hebben natuurlijk alles met astronomie en tijdsbepaling te maken. Vroeger had men geen pen en papier, maar wel volop stenen in het landschap. Deze stenen gebruikte men om lijnen en cirkels neer te zetten om zo de opkomst van zon en maan gedurende de seizoenen vast te leggen. Het is heerlijk om in alle rust op deze historische plek rond te lopen en we fantaseren volop over de theorie achter deze lijnen en cirkels. In de buurt van het grote Noord-Ierse meer Lough Neagh zien we ons eerste Keltische High Cross. We zijn getuige van een bijzonder natuurverschijnsel, een haften-eclips. Enkele miljoenen haften, een zoetwatervliegje, niet te verwarren met muskieten, hebben bezit genomen van een begraafplaats en ruïne en de zon wordt er bijna door verduisterd. Geen expeditie zonder een aanval van insecten moet je maar denken. We moeten heel voorzichtig ademhalen om te Keltisch kruis. Foto: Rijk-Jan Koppejan
14
voorkomen dat onze longen verstopt raken met haften en we ter plekke op de begraafplaats het loodje leggen. Intussen zijn we wel hongerig geworden en gaan we terug naar ons huisje, waar we in volle verwachting zijn van de culinaire verrichtingen van Theo. De zon blijft intussen maar schijnen en we maken ons op voor een derde observatienacht. Het ziet er in het begin goed uit en het hoofdthema voor de Dobson vanavond is de Eskimonevel, een ontplofte ster die nu als een mooi blauw oog aan de hemel is te zien. Met de camera is dit object snel gevonden omdat de blauwe kleur van het De expeditiegroep bij de 180cm telescoop van Lord Rosse lcd-scherm afknalt. Visueel is de blauwe kleur minder duidelijk en het kost toch wel een half uurtje speurwerk. De mooie sterspoorfoto’s die Theo de eerste nacht maakte hebben ons allen verder geïnspireerd om dit kunstje te herhalen. Helaas komt er kort na middernacht bewolking opzetten. Niet erg, want we hebben de nachtrust hard nodig voor de lange rit morgen naar Birr en de reuzentelescoop van Lord Rosse (zie het verslag hiervan op bladzijde 19 en verder in deze Observator). De dag na ons bezoek aan Birr heeft onze huisbaas, die via een kennis van z’n broer de directeur van Armagh Observatory kent, ervoor gezorgd dat we daar een bezoek kunnen afleggen. Geen flauw idee wat we kunnen verwachten, maar het blijkt dat er flink is opgeschept over onze astronomische activiteiten in de schapenwei, want we worden als echte wetenschappers ontvangen en krijgen een onvergetelijke rondleiding van een halve dag langs alle historische telescopen en ruimten in dit gebouw. Iedere waarneemkoepel wordt door ons betreden en we hebben echt het gevoel dat we in de voetsporen treden van beroemde astronomen uit het verleden die in Armagh baanbrekend werk hebben verricht. Er is nog zeker een twintigtal astronomen aan het werk in Armagh Observatory en we ontmoeten zelfs een Nederlandse astronoom, Jorick
15
Vink van de Universiteit Utrecht, die hier onderzoek doet aan massaverlies bij zware sterren. Indrukwekkend is de oudste observatiekoepel ter wereld, waar nog de originele telescoop in staat. Bijzonder is ook dat alles in perfecte staat van onderhoud is en zo gebruikt kan worden. De sympathieke en zelf ook historisch ogende bibliothecaris John toont ons al dit moois, waarna directeur professor Mark Bailey MBE de rondleiding overneemt en met ons naar buiten gaat om het ‘Human Orery’ te demonstreren. Dit is een model van ons zonnestelsel, uitgelegd op een groot plein. We mogen in de ‘huid’ van de planeten kruipen en in no time spoeden we ons, elk met een eigen specifieke Bibliothecaris John geeft uitleg bij een historische kijker. Foto: Jan snelheid, rond de zon. Ook de Koeman banen van de kometen Halley en Encke zijn aanwezig en we kunnen uitrekenen wanneer deze weer aan de hemel zullen verschijnen. Professor Bailey vuurt voortdurend vragen op ons af en onze hersens hebben het heel zwaar. Gelukkig weet Rijk-Jan regelmatig een glimlach op Bailey’s gezicht te toveren en is hij uiteindelijk niet ontevreden over onze kennis. Het zal je toch maar gebeuren dat je in Armagh Observatory te licht wordt bevonden. Dan wordt het zeker de hoogste tijd voor een andere hobby en zal onze We krijgen een pittige les van de directeur van Armagh sterrenwacht er goed aan doen Observatory, Mark Bailey. Foto: Jan Koeman een nieuwe naam te kiezen. Wanneer we ooit kans zien om dit Human Orery in Middelburg te realiseren (het zou niet misstaan op de Markt) kunnen we het ontwerp direct krijgen, zegt Mark ons toe.
16
Vol indrukken besluiten we ons bezoek met een groepsfoto voor het hoofdgebouw en gaan we naar ons huisje, waar de Irish stew op ons wacht. Er resten ons nu nog 2 dagen en het is goed dat het weer is omgeslagen, zodat ook andere kwaliteiten van de expeditiegangers naar voren kunnen komen. Zo heeft Rijk-Jan z’n gitaar meegenomen en worden de laatste (bewolkte) avonden gevuld met prachtige livemuziek, vocaal ondersteund door Koen en Theo. Op ons expeditielogo prijkt de Giants Causeway, na de Westkappelse zeedijk de plaats met de grootste concentratie zeskantige granietblokken. Een reusachtige vulkaaneruptie heeft hier miljoenen jaren geleden flink huisgehouden aan de Noord-Ierse kust en dat willen we met eigen ogen zien. Onderweg stuiten we op Bushmills, de oudste Wiskey-destilleerderij ter wereld, uit 1608. Dit jaartal stond al op ons netvlies gebrand, omdat dit het jaar is waarin Hans Lipperhey in Middelburg de telescoop heeft uitgevonden. Dat kan gewoon geen toeval zijn! De Giants Causeway moet gezien de enorme parkeerplaats in de zomer een fantastische Tourist Trap zijn. Nu is het nog heerlijk rustig en we maken een mooie wandeling langs de kust. We fotograferen zelfs de Noordse Stormvogel die hier op de steile kliffen nestelt en acrobatische vliegkunsten vertoont. Onze laatste expeditiedag gaan we naar Newgrange, een Unesco World Heritage Giant’s causeway. Foto: Jan Koeman Site van 3200 jaar voor Christus. Het is een enorme grafheuvel in een bijzonder interessant gebied rond de Boyne River, waar meer resten uit de late steentijd (Neolithicum) zijn te vinden (onder andere Knowth en Dowth). Dit bouwwerk is 1000 jaar ouder dan Stonehenge en 600 jaar ouder dan de piramide van Gizeh. De centrale gang in de enorme grafheuvel fungeert als een midwinter markeringspunt, omdat alleen rond 21 december de zon haar stralen tot achterin de grafkamer kan werpen. Dit moet een indrukwekkend schouwspel zijn
17
waarvan weinig mensen getuige kunnen zijn. Voor ons wordt het ter plekke nagebootst met een schijnwerper, ook heel indrukwekkend. Overal in en rond het bouwwerk zijn gegraveerde stenen te vinden met spiraalstructuren. Wist de steentijdmens al iets over de spiraalstructuur die wij zien in melkwegstelsels? De draaikolk van sterren als oervorm waar al het leven in het heelal uit ontstaat en weer in verdwijnt? Who knows! Op de terugweg trakteren we onszelf nog een keer op de traditionele Fish&Chips, het hoogtepunt van de Britse kookkunst. Daarna is het spullen inpakken en ons klaarmaken voor de terugreis naar Nederland. De start hiervan begint slecht. Doordat we alle vierzitten te suffen op weg naar Dublin, onze reisinfo diverse namen hanteert voor de vertrekhaven en er in werkelijkheid ook twee verschillende veerboothavens zijn, komen we bij de verkeerde haven aan voor een gesloten hek. Onmiddellijk worden we overvallen door een zeer onaangenaam gevoel dat dit wel eens slecht af kan lopen, want we hebben nog maar een half uurtje voor vertrek en de andere haven is helemaal aan de andere kant van de Baai van Dublin. Koen geeft de VW de sporen en de aanhangwagen vliegt meer boven dan op de weg achter ons aan. We verdwalen zowat in het chaotische havengebied en zien bij aankomst de boot voor onze neus wegvaren. Gelukkig raken we als echte expeditiegangers/overlevers niet in paniek en lukt het ons om de eerstvolgende snelboot te nemen, zodat we niet tot het einde der tijden op deze groene rots hoeven te blijven. Het is dan nog even spannend of we onze ferry in Hull nog wel kunnen halen, maar ook dat gaat lukken met Koen z’n stuurmanskunst. Helaas geen VIPbehandeling op deze ‘Pride of Hull’. Het is de ferry waar de Spanjolen de dienst uitmaken, nazaten van de door de Engelsen verslagen Newgrange, ouder dan de Piramides van Egypte. Foto: Jan Koeman Armada. Dat is duidelijk te merken, want de sfeer aan boord haalt het niet bij die van de ‘Pride of Rotterdam’. Wij vinden het wel best zo. Moe en vol unieke ervaringen meren we af in Rotterdam en zijn dan weer snel thuis in ons mooie Zeeland. We dromen al weer van de volgende expeditie. Een stukje zuidelijke sterrenhemel in Marokko? Volgend voorjaar zullen we het weten.
18
William Parsons, de “3rd Earl of Rosse”, en zijn Leviathan Telescope Door Rijk-Jan Koppejan Tussen 1845 en het begin van de 20e eeuw stond de allergrootste telescoop ter wereld in Parsonstown in Ierland; niet direct een land waar je aan denkt als het om een grote telescoop gaat. Het aantal heldere nachten per jaar is daar bij wijze van spreken op één hand te tellen. Niet voor niets staan de grootste telescopen tegenwoordig hoog in de bergen op plaatsen waar het (bijna) altijd helder is. Toch speelde de Ierse telescoop destijds een belangrijke rol in de sterrenkundige wereld. De kijker, die de bijnaam “Leviathan of Parsonstown” kreeg, was van het type “Newton” en had een spiegel van 1,80 meter doorsnede en een lengte van 16,5 meter. Het totale gewicht van de telescoop bedroeg maar liefst 12.000 kg. De spiegel alleen al woog 3.000 kg. Een enorme kolos. Vandaar dat de kijker de bijnaam kreeg van het bijbelse mythische Zesvoets telescoop van Lord Rosse monster Leviathan. Het bouwen van de telescoop was een enorme klus. Er moest een perfecte spiegel geslepen worden. William beheerste de techniek om van speculum (spiegelend metaal van een legering van koper en tin) een goed reflecterende holle spiegel te maken. William Parsons bouwde verschillende kijkers, waaronder een telescoop met een metalen spiegel met een doorsnede van 90cm. Deze spiegel was samengesteld uit diverse kleinere gegoten metalen onderdelen die
Principe van een “Newton” telescoop. Illustratie: Wikipedia
19
aan elkaar waren gehecht. Daarna werd de hele metalen spiegel geslepen en gepolijst. Met deze kijker maakte hij ondermeer een schets van Messier nr. 1. Hij gaf het object de naam “Krabnevel”, omdat het object hem aan een krab deed denken (zie illustratie hiernaast). Overigens schaamde hij zich later enigszins voor deze tekening, want toen hij met een betere telescoop het object waarnam zag het er compleet anders uit. De naam “Krabnevel” bleef echter in gebruik. William, de derde “Earl of Rosse” wilde meer. Hij wilde een grotere telescoop. Tussen 1842 en 1845 bouwde hij spiegels uit één stuk gegoten metaal van 1,80 meter doorsnede. Eenvoudig was dat niet. Het kostte hem vijf keer gieten voordat hij twee bruikbare objectieven had. Hij moest er twee hebben, omdat spiegels van speculum snel verweerden. Als de ene in gebruik was, kon de ander ondertussen weer opnieuw gepolijst worden. Zo kon hij optimaal zijn kijker gebruiken tijdens de schaarse Ierse heldere nachten. M1, de Krabnevel, door Lord Rosse
De ophanging van de kijker was ook knap gedaan. Een bewonderaar, Thomas Langlois Lefroy, schreef: “The telescope weighs sixteen tons, and yet Lord Rosse raised it single-handed off its resting place, and two men with ease raised it to any height." Tussen twee muren van twaalf meter hoogte en 21,5 meter lengte die zeven meter uit elkaar stonden kon de telescoop in elke gewenste hoogte gezet worden. Horizontaal was de beweging beperkt tot één uur (= 15 graden).
William Parsons, 3rd Earl of Rosse (1800-1867)
De telescopen van Lord Rosse: -15 inch (38cm) -24 inch (61cm) -36 inch (91cm)-Rosse 3-voets telescoop -72 inch (180cm) – Rosse 6-voets telescoop of Leviathan
Zijn doel was om te bewijzen dat de theorie van de zonnenevel onjuist was. Die theorie luidt dat planeten en sterren onder invloed van zwaartekracht ontstaan in gasnevels. William aanvaarde die theorie niet en daarom wilde hij alle hemelobjecten die in de catalogi (zie kader op pagina 23 ) van Charles
20
Messier en William Herschel waren opgenomen nog eens allemaal bestuderen. Messier en Herschel hadden in hun catalogi zowel sterrenhopen en dubbelsterren als nevels opgenomen. De kwestie was nu of deze nevels echte nevels waren of sterrenhopen die vanwege de beperkte techniek (nog) niet opgelost konden worden in afzonderlijke sterren. William ging er van uit dat alle nevels aan de hemel wel zouden oplossen in losse sterren als de vergroting maar groot genoeg was. Vandaar de bouw van de grote telescoop. Vanwege de grote Ierse hongersnood die tussen 1845 en 1850 optrad en meer dan één miljoen Ieren het leven kostte, had William wel iets anders aan zijn hoofd en lag het werk grotendeels stil. William was betrokken bij hulpprogramma’s om de grote hongersnood aan te pakken. Die hongersnood werd enerzijds veroorzaakt door mislukte aardappeloogsten en anderzijds door uitbuiting door de (Engelse) adel. Pas vanaf 1850 kon hij met de nieuwe, grootste telescoop ter wereld, echt aan de slag gaan. Hij verrichtte waarnemingen aan tal van hemelobjecten en loste een aantal nevels op in losse sterren. Hij zag in sommige nevels ook spiraalstructuren. In feite identificeerde hij zo de eerste sterrenstelsels, maar in zijn tijd wist men van het bestaan van andere sterrenstelsels buiten onze Melkweg nog niet af. Doordat hij een flink aantal nevelvlekken met zijn grote telescoop kon oplossen in losse sterren raakte hij er nog meer van overtuigd dat de zonneneveltheorie niet klopte. Dit in tegenstelling tot tijdgenoot John Herschel, die juist wél aannam dat veel nevels gasvormig van aard waren. Toen William beweerde dat hij met de Leviathan de Orionnevel
Originele schets uit 1845 van Lord Rosse van M51 (Draaikolknevel). Feitelijk de eerste schets van de spiraalstructuur in een sterrenstelsel. Foto: Rijk-Jan Koppejan
Foto van M51, gemaakt door de auteur op 3 maart 2011. Zie hoezeer de getekende waarneming van Lord Rosse overeenkomt.
21
had opgelost in losse sterren reageerde John met de opmerking dat de kijker(s) van William gebrekkig waren. John Herschel’s vader was de beroemde William Herschel, de bouwer van kwalitatief goede kijkers. William Herschell was destijds een zeer vooraanstaand en gerespecteerd astronoom die vele ontdekkingen op zijn naam had staan, waaronder de ontdekking van De auteur bij het uiteinde van de buis met oculair. Foto de planeet Uranus. Helaas heeft gemaakt op 29 maart 2011 door Jan Koeman. Herschel nooit beschreven hoe hij zijn spiegels maakte. William Parsons beweerde overigens hetzelfde over de zelfbouwkijkers van John. Helaas voor William bleek later (dankzij spectroscopie) dat opponent John gelijk had: de Orionnevel is een echte gasnevel waarin stervorming plaatsvindt. Na de dood van de derde “Earl of Rosse” in 1867 verrichtte zijn zoon, Laurence Parsons, nog waarnemingen met de Leviathan. Tussen 1874 en 1878 gebruikte John Louis Emil Dreyer de telescoop om zijn New General Catalogue of Nebulae and Clusters of Stars samen te stellen. Dreyer had als twintigjarige zijn geboorteland Denemarken verlaten om de assistent te worden van Laurence Parsons. De catalogus van Dreyer wordt heden ten dage nog steeds gebruikt en omvat duizenden hemelobjecten. Vanwege de locatie en de weersomstandigheden kon de kijker niet vaak op de sterrenhemel gericht worden. Parsonstown (dat nu Birr heet) is een Tijdens de bouw van de Leviathan. vochtige en winderige plek in het vaak bewolkte Foto: Mary,” Countess of Rosse” Ierland. Ongeveer zestig nachten (of delen van nachten) per jaar kon de kijker gebruikt worden. Voor het eerst gingen astronomen eind 19e eeuw nadenken over de plek waar je het beste telescopen kunt bouwen. Het is natuurlijk erg spijtig als je een grote investering doet en daar geen rendement uit kunt halen. De opvolgers van de Leviathan verschenen daarom op plaatsen waar het bijna 365 dagen per jaar helder is: hoog in de bergen, boven de wolken. De eerste telescoop die groter was dan de kijker
22
van Rosse werd pas in 1917 in gebruik genomen. Dat was de 254-centimetertelescoop op Mount Wilson in de VS. De Leviathan bleef in gebruik tot 1890. Daarna trad helaas het verval in, vooral na de dood van Laurence, de vierde “Earl of Rosse”, in 1908. De telescoop werd in 1914 deels ontmanteld en één van de spiegels kreeg een plaatsje in het Science Museum in Londen. De buis bleef grotendeels bewaard, evenals de muren van de hele opstelling. Pas aan het eind van de twintigste eeuw kwam de telescoop weer in de belangstelling en werd deze gerestaureerd. Geen gemakkelijke opgave, want de originele bouwtekeningen waren verloren gegaan. Er moest echt detectivewerk aan te pas komen om de hele telescoop weer in volle glorie te kunnen restaureren. Mede dankzij een aantal foto’s (zie vorige bladzijde) die de vrouw van William Parsons, Mary, tijdens de bouw maakte kon de klus tussen begin 1996 en begin 1997 worden geklaard. Mary was een getalenteerd fotografe en dat al in het jaar 1850! De restauratie van de spiegel volgde later, in 1999. Geen spiegel van speculum of een spiegel van glas met een spiegelende coating, maar, als compromis tussen authenticiteit en gebruiksvriendelijkheid, een spiegel van aluminium. Amateursterrenkundigen konden na de restauratie zo nu en dan gebruik maken van deze unieke historische kijker. Onze donateur en bekende telescopenverzamelaar uit Wassenaar, Peter Louwman, bracht enige jaren terug een bezoek aan Birr Castle, samen met andere leden van de
Catalogi: De bekendste is de Catalogus van Messier. Hierin zitten 110 objecten. Messier maakte een lijst van objecten die hij aan de hemel vond op zijn speurtocht naar kometen. Hij had meer belangstelling voor kometen dan die nevelige vlekken die hij tegenkwam. Er zitten allerlei objecten in: sterrenstelsels, sterrenhopen en nevels. We duiden deze objecten aan met de letter “M”: M1 (Krabnevel), M42 (Grote Orionnevel), M51 (Draaikolknevel) en zo verder. Catalogue of One Thousand New Nebulae and Clusters of Stars. Lijst samengesteld door William Herschel en zijn zus Caroline. Eerste publicatie in 1786, de tweede (met aanvulling) in 1789 en de laatste aanvulling vond plaats in 1802. General Catalogue of Nebulae and Clusters. Deze lijst is samengesteld door John Herschel op basis van eigen waarnemingen en waarnemingen van zijn beroemde vader William Herschel. De lijst bevat 2500 hemelobjecten en is gepubliceerd in 1864. New General Catalogue (bijna 8000 objecten) verzameld tussen 1874-1878 door J.L.E. Dreyer op basis van waarnemingen van William Herschel en John Herschel. De aanduiding voor deze objecten is NGC. Dus bijvoorbeeld: NGC 891 (een sterrenstelsel in sterrenbeeld Andromeda). Verder is er nog IC Indexcatalogi (aanvulling door J.L.E. Dreyer op NGC met 5000 objecten) gepubliceerd in 1895.
23
Antique Telescope Society en hij kreeg vanwege het heldere weer de kans om door de Leviathan te kijken. Peter schrijft: “Eén voor één mochten we door het oculair kijken en we zagen zwakke sterren heel langzaam door het blikveld gaan. De vergroting was toen 167x, wat héél laag is bij een brandpuntsafstand van 17 meter. Lord Rosse gebruiktegeen aparte zoeker,maar zocht zijn waar te nemen objecten op bij deze lage vergroting. Hij kon visueel sterren van tot zelfs de 18e magnitude waarnemen en optekenen.” “Maar”, vervolgt hij, “de kijkerbuis stond onbeweegbaar in een vrij lage stand. Het mechaniek om hem in hoogte te verstellen zat vast.” . Helaas is dat laatste nog steeds het geval. Onlangs was ik bij de telescoop (samen met een groepje medewerkers van de sterrenwacht, zie het verslag van deze reis op Originele aantekenboekjes van William Parsons, de bladzijde tien en verder) en de gids vertelde me dat de telescoop weer derde “Earl of Rosse”. Foto: Rijk-Jan Koppejan hoognodig onderhoud nodig had. De muren brokkelen langzaam maar zeker af en de hele bediening van de kijker wordt steeds problematischer. De huidige Lord Rosse wilde aanvankelijk de exploitatie en het onderhoud niet uit handen geven aan het Ierse Heritage Trust, maar nu hij het wel wil is er ook bij de Heritage Trust geen geld (meer) voor fatsoenlijk onderhoud van dit stuk werelderfgoed (want dat is het!). Snel onderhoud nodig! Foto: Rijk-Jan Koppejan Triest om te zien dat slechts vijftien jaar ná de restauratie de telescoop al weer aan het vervallen is. Laten we hopen dat de telescoop weer snel in gebruik kan worden genomen. Een dergelijke historische telescoop waar zelfs amateursterrenkundigen gebruik van kunnen maken is natuurlijk bijzonder uniek. Bronnen: Zenit 2007 nummer juli/augustus: “ De reuzentelescoop van Lord Rosse” door P. Louwman en Jan Gerritsen. Bezoek aan Birr Castle op 29 maart 2011 met speciale rondleiding Internet: Wikipedia Met dank aan: Peter Louwman
24
Cygnus, de Zwaan Door Jan Minderhout Verlangen naar wat komt hoort bij de mens. De medewerkers van de sterrenwacht zijn niet anders. In de nazomer turen ze naar de oostelijke horizon of ze de Pleiaden en de eerste sterren van de Orion kunnen waarnemen als voorboden voor de mooie wintersterrenhemel. In de vroege lente juichen ze als ze het sterrenbeeld “de Zwaan” verschijnt als voorbode van alles wat prettig is in de zomer. Bij zomerse pret hoort ook de mooie zomeravond voor de tent, de caravan of de barbecue in de tuin; momenten dat mensen naar de hemelkoepel kijken en in gedachten gaan dwalen als blinden in de woestijn. De kennis over datgene dat ze zien ontbreekt terwijl men zich die kennis gemakkelijk eigen kan maken. Daarom als opstapje een verhaal over het zomersterrenbeeld de Zwaan wat in de vakantietijd ’s avonds boven onze hoofden te bewonderen is. De Zwaan kwam aan de hemelkoepel te staan door toedoen van Zeus, de Griekse oppergod. In het Griekse godenrijk waren twee vrienden. De ene heette Cygnus en de andere Phaeton. Op een dag wilde Phaeton, de zoon van de zonnegod Helios, een ritje met de zonnewagen maken met de zon als lading. Onervaren als hij was kwam hij, via een modderig pad - de Melkweg - met zijn zonnewagen plus lading op ramkoers met de aarde. Zeus schoot zijn Sterrenbeeld Zwaan bliksems tegen de wagen en voorkwam een botsing met de aarde. Phaeton kwam echter, door deze ingreep van Zeus, in de rivier de Eridanus terecht. Cygnus zocht erg lang naar zijn verdronken vriend. Dit ging Zeus, die het voorval wou vergeten, erg vervelen zodat hij Cygnus in een Zwaan veranderde en ver verwijderd van Phaeton* aan de hemelkoepel bevroor. De Zwaan is een sterrenbeeld dat zijn naam eer aan doet, omdat de toevallige samenstand van de sterren die het sterrenbeeld vormen de vorm van een zwaan heeft. De Zwaan vliegt in de Melkweg met de zon mee dus zijn kop is naar het westen gericht. Ziet men de contouren van het sterrenbeeld dan ziet men ook daar, afhankelijk van de lichtvervuiling, de Melkweg. Dit alles kan men thuis leren, waarbij een sterrenschijf** een grote hulp kan zijn.
25
Indien u zover bent, dan kunt u kijken naar één van de mooiste plekken van de zomersterrenhemel, een plaats die gevuld is met alle wonderbaarlijkheden die het heelal te bieden heeft. Als we de lange hals van de Zwaan volgen dan komen we bij de bek van de Zwaan, de dubbelster Albireo. Albireo bestaat uit twee sterren die zo dicht bij elkaar staan dat het één ster lijkt. Komt u naar de sterrenwacht dan kunt u twee sterren onderscheiden: de roodbruine Albireo A en de blauwe Albireo B. In 1976 ontdekte men dat Albireo A ook nog eens uit twee sterren bestaat die één systeem vormen. Helemaal aan de andere zijde van het zwanenlijf vinden we de heldere ster Deneb, een blauwe superreus die waarschijnlijk 3200 lichtjaar van ons afstaat. U ziet Deneb zoals deze ster van de zomerdriehoek er 3200 jaar geleden uitzag. Het licht van deze ster had deze tijd nodig, met een snelheid van 300.000 km/s. om onze ogen te bereiken! De zomerdriehoek, uitgaande van Deneb, met de heldere sterren Wega en Altaïr kunt u moeiteloos ontdekken. Lukt dit, dan kunt u als bonus het sterrenbeeld de Lier met als hoofdster Wega en het sterrenbeeld de Arend met als hoofdster Altaïr leren herkennen.
De zomerdriehoek wordt gevormd door de heldere sterren Deneb, Wega en Altaïr.
In het sterrenbeeld Zwaan vinden we vele mooie objecten, onder meer de Sluiernevel en de Noord-Amerikanevel en vele open sterrenhopen***. Laat, tijdens de zomermaanden, uw kans niet voor bij gaan om al dit moois te bewonderen. De Sluiernevel Foto is gemaakt door onze Plaatsen genoeg: vanaf uw terrasje tot op de medewerker Piet Neels sterrenwacht. De telescopen van de sterrenwacht staan elke heldere vrijdagavond klaar om u al dit moois te laten zien en u wegwijs te maken aan de hemelkoepel. * Phaëton was ook de naam van de planeet waarvan de brokstukken (als het waar is) nu ronddraaien in de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter. ** Sterrenschijf te koop op sterrenwacht, plus gratis instructie. *** Sterrenhopen zijn groepen sterren die in één tijdsperiode ontstaan zijn uit een gaswolk. Bekend voorbeeld: De Pleiaden, het Zevengesternte, vormt aan de winterhemel een goed waarneembare sterrenhoop.
26
Neutrinotelescopen te land, ter zee en in Antarctica Door dr. Henk Ton In de vorige Observator is beschreven wat neutrino’s zijn (vreemde, zeer kleine, ongeladen deeltjes met een extreem doordringend vermogen) en waar ze in ons heelal geproduceerd worden (zon, kosmische straling, supernovaexplosies, kosmische versnellers en oerknal). In dit artikel wordt beschreven hoe je neutrino’s op aarde kunt waarnemen, welke grote neutrinotelescopen er de afgelopen jaren zijn gebouwd en wat men er mee wil bereiken 1. Detectie van neutrino’s Vanwege het extreem doordringend vermogen van de neutrino’s (een neutrino vliegt in het algemeen met groot gemak door een loodplaat van vele miljoenen kilometers dikte) is het van belang om het volume van de detector zo groot mogelijk te kiezen. Er is dan een hele kleine kans dat heel af en toe één van de vele neutrino’s botst met een deeltje in de detector. Daarbij ontstaan dan andere deeltjes of lichtflitsjes, die waargenomen kunnen worden. Als detectiemateriaal zijn in de loop van de tijd gebruikt: - Chloorhoudende verbindingen (bijvoorbeeld Homestake experiment) - Water (KamiokaNDE, ANTARES) - Zwaar water (Sudbury) - IJs (AMANDA, ICECUBE) De experimenten worden in het algemeen zo ver mogelijk beneden het aard- c.q. zeeoppervlak gedaan om de storende invloeden ten gevolge van kosmische straling zo klein mogelijk te houden. 2. Homestake experiment (Davis, Bahcall) Dit experiment werd gedaan door de Amerikaanse astrofysici Raymond Davis en Homestake experiment John Bahcall in de jaren zestig. Het doel was de (elektron) neutrino’s van de zon te meten. Het experiment vond 1500 meter onder de grond plaats in de Homestake-goudmijn in Zuid-Dakota, waarin een tank met 450.000 liter perchloorethyleen was geplaatst. Het detectieprincipe is simpel: bij botsing met een neutrino kan een chlooratoom overgaan in een radioactieve isotoop van argon, die gemeten kan worden:
νe + 37Cl
37
Ar + e27
Bij de experimenten vond men minder neutrino’s dan verwacht. Later zou dit verklaard worden door neutrino-oscillaties: de elektronneutrino’s van de zon worden op hun weg naar de aarde gedeeltelijk omgezet in andere neutrino’s, die niet gemeten worden. Davis ontving voor zijn werk in 2002 de Nobelprijs natuurkunde. 3. KamiokaNDE (Kamioka Nucleon Decay Experiment) KamiokaNDE is een grote neutrinotelescoop in een verlaten zinkmijn, 1000 meter onder de grond onder Mount Kamioka in Japan. De detector, die in april 1983 in gebruik werd genomen, bestond aanvankelijk uit een grote tank (16 m hoog en 15,6 meter breed) met 3000 ton water, omgeven door circa 1000 photomultiplierbuizen (elektronenbuizen waarmee zeer zwakke lichtsignalen gemeten kunnen worden). Met deze KamiokaNDE detector werden in 1987 neutrino’s waargenomen, afkomstig van de supernova 1987A in de Grote Magelhaense Wolk. Een jaar later werd ondubbelzinnig aangetoond dat er uit het binnenste van de zon echt neutrino’s komen. In 1996 werd er op dezelfde plaats een grotere neutrinodetector gebouwd, de Super-KamiokaNDE. Deze bevatte circa vijftien keer zo veel water (50.000 ton) en tien keer zo veel photomultiplierbuizen (11.146 stuks). Met deze nieuwe detector vond men in 1998 de eerste duidelijke aanwijzingen voor neutrino-oscillaties (het overgaan van de ene neutrinosoort in de andere). Op 12 november 2001 vond een kleine ramp plaats: door een kettingreactie implodeerden 6600 photomultiplierbuizen. Via herdistributie van de overgebleven buizen Onderhoud aan de Super-KamiokaNDE werden de experimenten aanvankelijk voortgezet (Super-KamiokaNDE II), maar in 2005 werd het aantal buizen weer compleet gemaakt (Super-KamiokaNDE III). Een zekere Osama Bin Laden zei over de ramp in 2001: “neutrino’s zijn een gruwel voor het oog van God”, en “het zoeken naar neutrino-oscillaties is afgoderij, die zal worden verpletterd onder de vuist van rechtschapenheid”.
28
4. Sudbury Neutrino Observatory (SNO) Dit observatorium bevindt zich in Sudbury (Ontario, Canada) in een oude nikkelmijn, 2000 meter onder de grond, en is operationeel sinds 1998. De detector heeft de vorm van een bal van vijf cm dik plexiglas, twaalf meter diameter, gevuld met 1000 ton zwaar water (hierin is waterstof vervangen door deuterium). Om de bal zitten 9600 photomultiplierbuizen. Het zwaar water heeft een waarde van 300 miljoen dollar en is geleend van Atomic Energy of Canada Limited. Het onderzoek richt zich vooral op zonneneutrino’s en neutrino-oscillaties. Het voordeel van zwaar water is, dat daarmee alle drie de soorten neutrino’s gedetecteerd kunnen worden, terwijl in andere experimenten alleen elektronneutrino’s worden gemeten 5. ANTARES Antares is een neutrinotelescoop op de bodem van Project Antares de Middellandse Zee, zo’n veertig km uit de kust van Toulon (Frankrijk). Antares bestaat uit twaalf verticale kabels, ieder 150 meter lang en voorzien van 75 photomultiplierbuizen. De kabels hebben een onderlinge afstand van zestig meter en zijn verankerd in de bodem van de Middellandse Zee. De signalen van de 900 photomultiplierbuizen worden via veertig km lange glasvezelkabels gestuurd naar het het controle station in La Seyne sur Mer. De bedoeling van Antares is om hoogenergetische neutrinobronnen in het heelal in kaart te brengen. Tevens wil men een poging doen om donkere materie te onderzoeken via de zogenaamde neutralinoannihilatie (verdwijnen van donkere-materiedeeltjes onder uitzending van neutrino’s op plaatsen in het heelal met grote materiedichtheid, bijvoorbeeld het centrum van de zon). Ook Nederland levert een bijdrage aan het Antaresproject via het NIKHEF. Verder bestaan er plannen voor een veel grotere neutrinotelescoop in de Middellandse Zee (Km3Net).
29
6. ICECUBE De IceCube neutrinodetector is opgebouwd in het ijs van Antarctica bij het Amundsen-Scott South Pole Station. Over een gebied van een vierkante kilometer zijn op een diepte van 1400-2450 meter 86 kabels geplaatst, ieder met zestig photomultiplierbuizen; in totaal dus 5160 sensoren. De kabels zijn neergelaten in een schacht van 2,5 km (doorsnede 0,5 meter), die gemaakt is met een speciale boortechniek: koud smeltwater wordt naar het oppervlak gepompt, waar het verhit wordt en weer teruggevoerd naar de voorkant van de boor. IceCube is in gebruik genomen in december 2010. Een gedeelte van IceCube was al eerder operationeel onder de naam AMANDA (Antarctic Muon and Neutrino Detector Array).
Project Icecube
De doelstellingen van het Ice Cube project betreffen o.a. het opsporen en/of onderzoeken van: - bronnen van hoogenergetische neutrino’s in het heelal; - neutrino-oscillaties; Schacht voor sensoren - neutrino’s van supernovae; - neutrino’s van Gammaflitsers (Gamma Ray Bursts); - donkere materie in het centrum van de zon; - aanwijzingen die op het bestaan van de snaartheorie wijzen.
30
Reisverslag Lofoten/Poollichtcentrum Door Michiel Boltjes Afgelopen winter maakte onze medewerker Michiel Boltjes een reis per trein naar de Lofoten in het uiterste noorden van Noorwegen. Naast genieten van een schitterende eilandengroep was het zien van het poollicht het reisdoel. Lees hier zijn verslag. Vrijdag 27 februari vertrokken we 's avonds van Amsterdam CS met de trein richting Narvik. Na wat overstappen in Kopenhagen, Lund en Stockholm kwamen we zondagmiddag 1 maart aan in Narvik. Twee keer slapen in de trein dus! Het laatste stukje met lichte slaapdeprivatie wakker geworden en nog net het bordje 'poolcirkel' voorbij zien flitsen. Vanaf Narvik de vier uur durende busreis ondernomen naar Svolvær. Na daar wat gegeten te hebben de taxi genomen naar het Polarlightcenter. Het viel eigenlijk gelijk op dat het helemaal niet zo koud was (3 graden) en er amper sneeuw lag. Zelfs in Narvik, dat toch een stuk verder landinwaarts ligt, was het niet echt koud. Bij het polarlightcenter aangekomen wachtte ons een warme ontvangst van Rob en Threes. Wat een mooie locatie en verblijfplaats. Eindelijk een fatsoenlijk bed dat niet beweegt. De verblijfruimten en voorzieningen zijn comfortabel. Rob zal ons maandag wat vertellen over de theorie achter het noorderlicht (er zitten ook complete leken in het reisgezelschap). Buiten is het toch bewolkt en er is weinig Het poollichtcentrum in Laukvik. Foto: auteur poollichtactiviteit. Het praatje duurt de hele avond en is erg gezellig en informatief. Rob vertelt ook dat er momenteel een groot coronaal gat aanwezig is op de zon en verwacht voor deze week dat er toch spannende dingen kunnen gaan gebeuren. Over het weer is hij wel wat bezorgd. Dat wijkt namelijk sterk af van wat normaal is in deze tijd: harde wind en veel bewolking. Eind van de week wordt zelfs windkracht 8 voorspeld, wat uitzonderlijk is voor de Laukvik-omgeving. Dat geeft niet zoveel hoop, maar Rob vertelt daar gelijk bij dat het weer op de Lofoten eigenlijk moeilijk te voorspellen is en de twee lokale weerstations elkaar bijna altijd tegenspreken. Als de thee en koffie op is nemen we daarom toch een kijkje buiten en wat blijkt: er zijn wat heldere sterren zichtbaar en naar het noordwesten wat bescheiden poollicht! Wel wat flauwtjes vanwege de dunne sluierbewolking die er nog voor zit, maar als je het voor het eerst ziet is dit al een spektakel! De groene kleur is flets aanwezig. De flarden komen vanaf het NW naar ons
31
toe en schuilen af en toe weer achter dikkere wolken. Werkelijk een prachtig fenomeen. Helaas is deze eerste kennismaking maar van korte duur. Wolken pakken samen, maar we zijn al zeer onder de indruk, ook al zijn Rob en Threes dat niet echt. Volgens hun is dit niet het "echte werk", maar wij hebben al het idee dat de missie geslaagd is. De rest van de nacht blijft het bewolkt. De volgende dag maken we een lange wandeling langs de voet van de berg Matmora. De wind is al zeker kracht 5/6 met af en toe wat hagelachtige sneeuw die later overgaat in regen. Eigenlijk is het gewoon lekker uitwaaiweer. Slecht weer bestaat toch niet en onze De Haaievinberg Foto: auteur kleding voldoet. Verder houden we het luchtruim goed in de gaten om hopelijk wat zeearenden te zien. Maar we vermoeden dat ze liever niet gaan vliegen met deze wind. Later leren we dat ze zich daar eigenlijk niets van aantrekken, maar voorlopig laten ze zich niet zien. Weer thuisgekomen komt Rob ons heerlijke vissoep brengen en vertelt hij gelijk dat er een geomagnetische storm gaande is. Volgens de wolkenradar komt er rond middernacht mogelijk een gat in de wolken! Dat is goed nieuws want voor de woensdag en donderdag wordt er veel neerslag afgegeven en een dicht wolkendek. Zodra het donker wordt, houden we koortsachtig om beurten de hemel in de gaten. Rob heeft de monitor in de grote 'huiskamer' aangezet. Daarop is een berglandschap te zien met bergen steiler dan die op de Lofoten! Het is bijna een kwelling om de grafiek alle kanten op te zien slingeren. De ene noodgier na de andere. Boven de wolken moet een oorlog woeden. We wachten gespannen af tot middernacht nadert. Volgens de wolkenradar is het gat in aantocht. Rond middernacht trekt het inderdaad open! Eerst worden de helderste sterren zichtbaar. Wat staat de grote beer hier hoog, in het zenit! Gelijk zijn ook de groene vlekken achter de wegtrekkende dunne wolken zichtbaar. Na een kwartier zijn er alleen nog aan de horizon wat cumuluswolken. Een bijkomend geluk is dat de openbare verlichting het begeven heeft in Laukvik! De show kan beginnen. Het wordt al gauw duidelijk dat de show van gisteren inderdaad wat mager was. Wat nu zichtbaar is, is vele malen spectaculairder. Het te omschrijven is erg moeilijk. Een aantal fragmenten
32
staat nog op m'n netvlies gebrand. Dat was de 'kroon', een dichte cirkel precies in het Zenit met allemaal zwakke parallelle uitlopers naar het midden toe. Vooral mooi is als je dit langzaam ziet ontstaan en het effect ziet aanhouden. Alsof de natuur aan het pronken is en laat zien waar ze toe in staat is. In het donkere centrum van de kroon stond precies de Grote Beer. Wat een mooi gezicht! Verder was er nog een lange rechte sliert met daarin her en der ook paars licht, met over de hele lengte kaarsrechte uitlopers naar boven toe. De uitlopers boven de paarse gebieden waren ook lichtpaars gekleurd en pulseerden een beetje. Het deed denken aan een piano waarvan de toetsen ingedrukt werden. Verder waren er tijdens het hoogtepunt ook hele hevige momenten met felle kleuren en snelle bewegingen recht boven ons. De uitlopers waren dan korter en feller omdat je meer in het verlengde ervan staat. Het is haast of iemand met kwast groene verf een grillige streek maakt over de hemelkoepel. De kunst is om niet op één plek te kijken, maar met meer overzicht te kijken. Je focust vaak op één plek, maar ziet in je ooghoeken dat er op andere plekken ook weer Uitbarsting van poollicht. Foto: Threes van Nieuwenhoven heel veel gebeurt. Rob en Threes waren zelf ook onder de indruk. De show duurde anderhalf uur. Het geeft een beetje een onwerkelijk gevoel en onze verwachting is ruimschoots overtroffen. De lange reis is niet voor niets geweest. Nadat het wolkendek weer is gesloten, praten we nog lang na met thee en broodjes. Om drie uur gaan we voldaan naar bed. Mochten we geen poollicht gezien hebben, dan was de reis eigenlijk toch ook de moeite waard geweest. Threes heeft ons wat tips gegeven over plekken in de buurt die de moeite waard zijn te bekijken. We hebben geen huurauto dus doen alles lopend. Er is toch zat te zien. De woeste zee, die door de harde wind mooie golven geeft. Vooral de kleur van het water is opmerkelijk. Niet te vergelijken met het troebele noordzeewater. Woensdag komen we ook de eerste zeearend tegen. Op de terugweg van de lokale supermarkt vliegt er één op enkele meters hoog dwars over de weg. Wat een grote vogel is dit zeg. Uit de trage vleugelslag blijkt ook dat de spanwijdte enorm is. Later
33
zien we ze ook van onderaf en wordt duidelijk hoe groot de vleugels zijn ten opzichte van het lijf. Fascinerend. Verder veel Geelgorsen gehoord en gezien. Na wat geblader door een vogelidentificatieboek leren we dat er ook 'Schreeuwarenden' en 'Zanghaviken' bestaan. Een idee voor een volgende missie! Of gaan we toch op zoek naar de niet geclassificeerde Hegge-arend, de schrik van menig hovenier? Verder bezoeken we een houtbewerker, een galerie van een Nederlandse vrouw met spiritueel getinte kunst, een oud vervallen huis waarvan de bewoonster recentelijk is overleden en waarvan alles intact gelaten is. Daarnaast blijken er veel geëmigreerde Nederlanders in Laukvik te wonen die ons 'toevallig' tegenkomen tijdens onze wandelingen. Zodoende komen we veel te weten van de omgeving. De donderdag is onstuimig qua weer. We raken doorweekt en de 'schoendroogblazer' draait overuren. Er valt later op de dag ook veel sneeuw. Dan is het alweer vrijdag en tijd om afscheid te nemen. De laatste avond brengen we door met Rob en Threes en is erg gezellig. De taxi is besteld. Door miscommunicatie komt er geen minibus, maar een personenauto. Dus proppen we ons vijven daar maar in. Ondanks de slechte weersomstandigheden en gladheid komen we nog op tijd in Svolvær aan om op de boot te stappen. De bootreis is weer een hele aparte ervaring. De wind is stevig genoeg om eraan te gaan twijfelen of de boot überhaupt wel vaart. Het betreft een catamaran van circa 30 meter, een notendopje dus. Buitengaats zijn we een speelbal van de golven. De sterke zuidwesten wind in combinatie met de bergketens zorgt voor extra hoge golven. Na tien minuten is er al een zeeziek. De paar uurtjes slaap ervoor maakt je nog minder weerbaar tegen zeeziekte. De boot maakt ook flinke klappen. En dan te bedenken dat de tocht nog drie en een half uur duurt. Als we in de luwte van eilandjes varen kunnen we bijkomen. Het laatste stuk naar Bodø is over open zee en duurt drie kwartier. Er wordt omgeroepen dat er een ruwe zee aankomt en de instructiefilm van de reddingsvesten wordt getoond. Meer mensen zijn ondertussen ziek geworden. Omdat de boot zijdelings over de golven moet, varen we in een zigzagpatroon, wat de reis ook nog langer maakt. Brak komen we aan in Bodø en de vaste grond voelt nu juist vreemd aan. Je zou er haast ziek van worden. Na een paar uur bijkomen vertrekt de trein van Bodø naar Trondheim. Dat was een hele mooie reis door een prachtig winterlandschap. Er is zelfs een zwak zonnetje bij gekomen dat mooi strijklicht veroorzaakt over de bevroren meren. We nemen vervolgens de nachttrein naar Oslo. De volgende ochtend in Oslo hebben we een stralend blauwe hemel die eigenlijk tot in Nederland zo blijft. Het was een bijzondere ervaring.
34
Advertenties)
Zeeuws Vlegelbrood, het lekkerste brood op aarde
www.zeeuwsevlegel.nl
35
Foto van ’t kwartaal
Onze medewerker Theo Korsuize maakte deze opname van de Dobson telescoop met stersporen. De foto is gemaakt in de nacht van 27 op 28 maart vanuit Armagh in Noord-Ierland.. Op deze foto is de Poolster de ster precies in het midden. De andere sterren lijken er omheen te draaien.
36