juni/juli 2013
Geachte lezer, Met deze nieuwsbrief informeren wij u over actualiteiten en ontwik-
voor de Ondernemer
Extra controle op openstaande btw-schulden
kelingen die voor u van belang kunnen zijn. Wilt u hierover meer informatie of wilt u een ander onderwerp bespreken, neem dan contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst. Veel leesplezier en goede zaken toegewenst! Met ondernemende groet, Peter van den Boogaard en Henk Smulders
De fiscus heeft aangegeven openstaande btw-schulden over vorige jaren extra te controleren. De fiscus doet dit door de btw-aangiften en de aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting met elkaar te vergelijken. U hebt een verplichting Hebt u te veel of te weinig btw aangegeven? Dan bent u sinds 1 januari 2012 verplicht dit te melden aan de Belastingdienst. De verplichting is er sinds 1 januari maar vanaf 1 april 2012 moeten deze correcties door middel van het verplichte formulier suppletie omzetbelasting worden aangeven. Let op! De verplichting geldt niet voor kleine correcties. Kleine correcties, dat wil zeggen dat de correctie per saldo
€ 1000 te betalen of € 1000 terug te ontvangen bedraagt, moeten worden verwerkt in de eerstvolgende aangifte omzetbelasting. •
voor de Ondernemer
Let op beperking btw-vrijstelling verzekeringen Verzekeringen en diensten van tussenpersonen bij verzekeringen zijn vrijgesteld van btw. Maar wat is nu precies vrijgesteld? De vrijstelling geldt voor de volgende vergoedingen: - De premie of kapitaalstorting die de klant betaalt voor de verzekering;
- De vergoeding voor het afsluiten van de verzekering. Gerechtshof Den Haag heeft onlangs besloten dat dienstverlening die niet bijdraagt aan de totstandkoming van de verzekering zelf, niet vrijgesteld is van btw. (Lees verder op pagina 2)
voor de Ondernemer
Belang van de factuur Facturen moeten altijd worden uitgereikt wanneer een ondernemer goederen levert of diensten verricht voor een andere ondernemer of voor een rechtspersoon, andere dan ondernemer. Daarnaast moet steeds een factuur worden uitgereikt voor de zogenaamde afstandverkopen en voor intracommunautaire leveringen van goederen. Voorts moet in de meeste gevallen een factuur worden uitgereikt als een vooruitbetaling wordt gedaan voor de desbetreffende goederenleveringen en dienstverrichtingen. Wat moet er op een reguliere factuur staan? 1. Factuurdatum 2. Opeenvolgend factuurnummer (meerdere reeksen zijn toegestaan) 3. Naam, adresgegevens en btw identificatienummer van de ondernemer 4. Naam en adresgegevens van de klant 5. Btw-identificatienummer van de afnemer indien een verleggings regeling van toepassing is (de btw wordt geheven van de afnemer) of het een buitenlandse transactie betreft 6. De hoeveelheid geleverde goede ren en/of diensten en een duidelijke omschrijving hiervan 7. De datum of periode waarop de levering of dienst heeft plaats-
gevonden 8. De maatstaf van heffing voor elk btw-tarief of elke btw-vrijstelling, de eenheidsprijs exclusief btw en eventuele kortingen 9. Het toegepaste btw-tarief (bij verschillende prestaties telkens het btw-tarief vermelden): 0, 6 of 21% of indien van toepassing een ver wijzing naar de vrijstelling die geldt 10. Het te betalen btw-bedrag 11. Eventueel een verwijzing naar vorige facturen, bijvoorbeeld in het geval van creditnota’s of voorschotten 12. Indien de afnemer de factuur uitreikt in plaats van de leverancier of dienstverrichter moet er op de factuur staan: ‘factuur uitgereikt door de afnemer’ 13. Indien een verleggingsregeling
voor de Ondernemer
Let op beperking btw-vrijstelling verzekeringen (Vervolg) In het onderhavige geval ging het om het behandelen en afwikkelen van schadeclaims. Volgens het hof heeft de communautaire en daarmee de nationale verzekeringsvrijstelling specifiek het oog op de handelingen bestaande in het sluiten van verzekeringsovereenkomsten, te weten diensten die bij uitstek door verzekeraars worden verricht. Het is juist vanwege die bedoeling, dat de vrijstelling zich niet verder uitstrekt dan tot bepaalde door tussenpersonen of dergelijke beroepsbeoefenaren verrichte diensten die zijn aan te merken als het tot stand
(trachten te) brengen van verzekeringen dan wel die in elk geval die handeling mede omvatten. Welke omzet valt nog meer buiten de vrijstelling? U kunt denken aan: - Onderhoudscontracten; - Delcrederebedingen; - Factoorovereenkomsten; - Het aanbrengen van klanten bij een verzekeringsmaatschappij zonder zelf de verzekering af te sluiten; - Provisie die een verzekeringsagent aan een reisorganisatie betaalt voor het aanbrengen van een nieuwe klant; - Schade-expertisediensten. •
van toepassing is, dan moet er op de factuur staan: ‘btw verlegd’ 14. Indien van toepassing de vermel ding: ‘Bijzondere regeling reis bureaus’ 15. Indien van toepassing de vermel ding: ‘Bijzondere regeling – ge bruikte goederen’, ‘Bijzondere regeling – kunstvoorwerpen’, ‘Bijzondere regeling – voorwerpen voor verzamelingen of antiquiteiten’ 16. Voldoet een fiscaal vertegen woordiger de btw, vermeld dan ook zijn naw-gegevens en het btw-identificatienummer 17. Bij een verkoop van een vervoer middel moeten de gegevens over het vervoermiddel (nieuw of gebruikt) worden opgenomen Vereenvoudigde factuur ook mogelijk Het is ondernemers wettelijk toegestaan in bepaalde gevallen waarin de kans op fraude minder groot is, een zogenoemde vereenvoudigde factuur uit te reiken. Op deze facturen zijn veel minder vermeldingen verplicht dan op de hiervoor bedoelde volledige factuur. Het gaat bij de vereenvoudigde factuur in de eerste plaats om situaties waarin het bedrag van de factuur niet hoger is dan € 100. Daarnaast mag ook een vereenvoudigde factuur worden uitgereikt wanneer het gaat om een document dat betrekking heeft op de oorspronkelijke factuur en dat daarnaar ook duidelijk verwijst, zoals bijvoorbeeld een creditnota. Let op! Een vereenvoudigde factuur is niet toegestaan ingeval van de zogenoemde grensoverschrijdende afstandverkopen en ingeval van intracommunautaire leveringen tegen het nultarief. In genoemde gevallen moet altijd een volledige factuur worden uitgereikt om de belastingdiensten van de bij die transacties betrokken lidstaten in staat te stellen een efficiënte controle uit te oefenen. Gevolgen onjuiste factuur Indien u een onjuiste factuur uitreikt kan de Belastingdienst een boete opleggen tot € 4.920. Zorg dat uw factuur aan bovengenoemde eisen voldoet. •
www.boogaardsmulders.nl
voor de Ondernemer
Verkeerd btwbedrag op de factuur Klopt de btw niet welke op een factuur vermeld staat? Dan kan de Belastingdienst de btw corrigeren bij de ondernemer of bij diens afnemer. De Belastingdienst maakt hier zelf een keuze in. De Belastingdienst is niet verplicht om de btw bij de ondernemer te corrigeren ondanks dat de ondernemer wel de verplichting heeft om een juiste factuur te versturen. De Belastingdienst kan er bijvoorbeeld voor kiezen om naar de afnemer te gaan omdat de ondernemer door financiële omstandigheden de correctie niet zal betalen. Let op! De fout wordt eenmaal gecorrigeerd. De Belastingdienst kan niet zowel bij de ondernemer als bij de afnemer een correctie toepassen. Hoe wordt de correctie uitgevoerd? De ondernemer ontvangt een naheffingsaanslag en zal alsnog de verschuldigde btw moeten betalen. Bij de afnemer kan de Belastingdienst deze fout corrigeren door de vooraftrek te weigeren. Let op! Als afnemer loopt u dus een bepaald risico terwijl de verplichting voor een juiste btw-bedrag op de factuur bij de leverancier ligt. Check daarom goed op de ontvangen facturen of het juiste tarief is toegepast of dat er een vrijstelling geldt. Bent u niet zeker over een factuur? Neem dan contact op met uw leverancier voor een gewijzigde factuur of met ons kantoor. •
voor Werkgever en werknemer
Geen gunstiger btw-berekening privégebruik voor niet-milieuvriendelijke auto De Hoge Raad spreekt zich uit over de btw-regeling betreffende het privégebruik van een auto van de zaak zoals die gold tot 1 juli 2011. De Hoge Raad neemt het standpunt in dat u voor de berekening van de btw over het privégebruik van een niet-milieuvriendelijke auto van de zaak geen beroep kunt doen op de gunstigere regeling voor milieuvriendelijke auto's. De Hoge Raad stelt voorop dat een regeling die bedoeld is om het milieu te beschermen niet toegepast mag worden om het privégebruik van een auto vast te stellen. Immers, de mate van CO2-uitstoot is daarvoor niet relevant. Wat dat betreft is het gelijk aan de belastingplichtige. Echter, de Hoge Raad verbindt daar niet de conclusie aan dat belanghebbende in deze zaak eveneens recht heeft op de gunstige btw-correctie. Integendeel, omdat de
begunstiging van milieuvriendelijke auto's in strijd is met Europees recht, zou een verdere uitbreiding van de begunstiging een nog omvangrijkere inbreuk op de btw-regelgeving betekenen. Bovendien zou zo'n uitbreiding in strijd zijn met de op zich aanvaardbare milieudoelstelling. Het voorgaande brengt mee dat de ongeoorloofde begunstiging van de bevoordeelde groep (berijders van 'schone' auto’s) moet worden gestaakt. Dit is ook gebeurd middels een wetswijziging per 1 juli 2011. Gevolgen voor u? Indien u bezwaar had gemaakt, betekent het bovenstaande voor u dat u geconfronteerd zult worden met een afwijzing door de fiscus met als gevolg dat u over de periode van vóór 1 juli 2011 alsnog de van toepassing zijnde bijtelling moet aangeven voor zover dat nog niet was gebeurd. •
U kunt zich als mkb-ondernemer aansluiten door te kiezen voor een Topsector en de instrumenten die daarbij horen. Hoeveel bedraagt de subsidie? De hoogte van de subsidie varieert per type instrument. U kunt per Topsector vinden welke instrumenten men heeft gekozen en wat de maximale subsidie is. Naar verwachting is een kennisvoucher € 3.750 waard. Voor deelname in een R&D-samenwerkingsproject is de subsidie maximaal € 75.000. Bij alle mkb-instrumenten moet de mkb-ondernemer 50% tot 60% zelf betalen. Let op! U kunt maar één aanvraag indienen per openstellingsperiode. U moet dus vooraf bepalen voor welke Topsector en welk instrument u een aanvraag indient. U kunt niet voor verschillende Topsectoren of instrumenten een aanvraag indienen. •
overig
Gulle gever geniet nog een extra jaar belastingvoordeel
voor de Ondernemer
Vraag subsidie voor innovatie binnen Topsector aan Vanaf 15 mei tot en met 1 juli 2013 krijgt u als mkb-ondernemer de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor innovatieve activiteiten binnen de zogenoemde Topsectoren.
- Energie - Water - Logistiek - Creatieve Industrie - Life Sciences & Health
Hoe werkt het? Het ministerie van Economische Zaken biedt zogenaamde instrumenten aan de Topsectoren. De volgende Topsectoren worden onderscheiden voor de aanvraag voor subsidie bij innovatieve activiteiten: - HighTech Systemen & Materialen incl. ICT - Tuinbouw & Uitgangsmaterialen - Chemie - BioBased
Iedere Topsector kiest welke instrumenten zullen worden ingezet om het mkb te betrekken. De Topsectoren kunnen kiezen uit vijf instrumenten: - Haalbaarheidsstudies - R&D-samenwerkingsprojecten - InnovatiePrestatieContracten (IPC’s) - Kennisvouchers - Mkb kan hooggekwalificeerd personeel inhuren van onderzoeks organisaties of grote bedrijven
Doet u giften aan culturele instellingen? Dan kunt u een jaar langer gebruik maken van een extra belastingvoordeel. Hoe hoog is het extra belastingvoordeel? Particulieren mogen voor de inkomstenbelasting 25% meer aftrekken dan ze geven. Voor hen kan het extra belastingvoordeel oplopen tot € 650. Bedrijven mogen voor de vennootschapsbelasting de aftrek van hun gift met 50% verhogen. Voor hen kan het extra voordeel oplopen tot € 625. Let op! Door de verlenging van een jaar kunt u tot en met 2017 gebruik maken van een extra aftrek in de belastingaangiften. •
www.boogaardsmulders.nl
voor werkgever en werknemer
Nieuw ontslagsysteem in 2016 Op 11 april 2013 hebben de sociale partners en het kabinet een sociaal akkoord bereikt onder andere over het ontslagrecht. Zij hebben het volgende besloten: De preventieve ontslagtoets blijft gehandhaafd De zogenaamde preventieve ontslagtoets dient werknemers tot zekere hoogte te beschermen tegen eenzijdige beëindigingen van arbeidsovereenkomsten door werkgevers. Deze toets wordt ofwel uitgevoerd door UWV WERKbedrijf ofwel door de kantonrechter. De bedoeling is om onredelijke beëindigingen zoveel mogelijk te vermijden en redelijke belangen van werknemersbescherming te waarborgen. In het Regeerakkoord was nog afgesproken dat de preventieve ontslagtoets via de kantonrechter zou worden afgeschaft. Hier is het kabinet op teruggekomen. De preventieve ontslagtoets blijft dus gehandhaafd. Aanleiding voor ontslag beslissend Nu kunt u als werkgever bij ontslag zelf kiezen van welke ontslagroute
u gebruik maakt. Per 1 januari 2016 bepaalt de aanleiding van het ontslag welke instantie bevoegd is. Bij ontslag om bedrijfseconomische redenen en langdurige arbeidsongeschiktheid is het UWV bevoegd. Voor andere redenen, zoals disfunctioneren, wangedrag en bij een verstoorde arbeidsrelatie dient u zich te wenden tot de kantonrechter. De Kantonrechter en UWV krijgen ieder een eigen rol, waardoor de huidige keuzevrijheid komt te vervallen. Tegen een afwijzing van een ontslagaanvraag om bedrijfseconomische redenen van het UWV kunt u in beroep bij de kantonrechter. Hoger beroep na een ontbindingszaak bij de kantonrechter wordt ook mogelijk. Let op! Dit is weliswaar een verruiming ten opzichte van de huidige procesmogelijkheden, maar bijkomend effect is dat er wel meer tijd in gaat zitten waardoor het langer duurt voordat een ontslag definitief is afgerond. •
overig
Snellere afhandeling aangiften U krijgt straks sneller zekerheid over uw inkomstenbelasting, schenkbelasting en erfbelasting. Er is namelijk een wetsvoorstel waarin is geregeld dat de aangiften sneller worden afgehandeld. Nu heeft de Belastingdienst een termijn van drie jaar om een aangifte definitief af te handelen. In het wetsvoorstel krijgt de Belastingdienst nog maar 15 maanden de tijd om de aangifte af te handelen. Deze termijn loopt vanaf het moment dat u de aangifte heeft ingediend. Terugkomen op de definitieve aanslag Indien na de definitieve aanslag blijkt dat er een onjuistheid in de aangifte zit, dan kan de Belastingdienst onder voorwaarden gedurende een periode van vijf jaar terugkomen op de definitieve aanslag door middel van een zogenoemde navorderingsaanslag. In het wetvoorstel is geregeld dat deze navorderingstermijn verkort wordt tot drie jaar na ontvangst van de aangifte indien u te goeder trouw bent geweest. U hebt dus eerder zekerheid dat er niet meer op de aanslag wordt terug gekomen. Bent u echter te kwader trouw geweest, dan zal op grond van het wetsvoorstel in uw geval een navorderingstermijn gelden van 12 jaar. Let op! U krijgt wel meer ruimte om alsnog wijzigingen aan te brengen in uw ingediende aangifte. Tot 18 maanden na het indienen van de aangifte kunt u nog correcties aanbrengen. •
voor de DGA
Er komt een bestuursverbod voor frauderende bestuurders De aanpak van frauderende bestuurders zal worden versterkt. Er is een wetsvoorstel ingediend om een civiel bestuursverbod te laten gelden voor frauderende bestuurders. Zo krijgen rechters meer mogelijkheden bestuurders die zich met faillissementsfraude bezighouden buiten spel te zetten. Zowel de officier van justitie als de curator kunnen de rechter vragen een civiel bestuursverbod uit te spreken. Wat houdt het bestuursverbod in? Het civiel bestuursverbod houdt in dat de betrokkene niet langer als bestuurder kan aanblijven bij het failliete bedrijf en bij eventuele andere rechtspersonen. Daarnaast mag betrokkene maximaal vijf jaar geen rechtspersoon besturen. Het betreft alle rechtspersonen - verenigingen, stichtingen, NV's, BV's, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. Wanneer is een civiel bestuursverbod aan de orde? Vereiste voor het opleggen van een civiel bestuursverbod is dat het onbehoorlijk bestuur zich in de drie jaar voorafgaand aan het faillissement van het bedrijf heeft voorgedaan. Een be-
stuurder moet 'in ernstige mate' tekort zijn geschoten in zijn verplichtingen. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als zaken vlak voor een faillissement zijn weggesluisd om schuldeisers te benadelen. Ook geeft het wetsvoorstel ruimte om het bestuursverbod op te leggen als sprake is van kort op elkaar volgende faillissementen met dezelfde bestuurder. De grens ligt bij drie faillissementen in drie jaar. Uitzondering hierop is als de faillissementen te wijten zijn aan een ongelukkige samenloop van omstandigheden zoals een betalingsweigering van een grote debiteur. Verder biedt het wetsvoorstel de mogelijkheid bestuurders aan te pakken die achter een web van rechtspersonen zitten om fraude te maskeren. Let op! Er komt een openbaar register waarin kan worden nagegaan wie een bestuursverbod heeft. Zo wordt voorkomen dat de notaris en de Kamer van Koophandel meewerken aan de oprichting en inschrijving van een vennootschap waarin een bestuurder wordt benoemd die een bestuursverbod opgelegd heeft gekregen. •
overig
Sluiproute fiscus afgesloten bij naheffing loonbelasting De fiscus kan de te weinig geheven belasting dan wel de ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende heffingskorting navorderen door middel van een navorderingsaanslag inkomstenbelasting. In beginsel is daarvoor een nieuw feit vereist. De fiscus kan de belasting ook innen in de loonbelastingsfeer. Voor het opleggen van een naheffingsaanslag loonbelasting is geen nieuw feit vereist. Nu zou u kunnen stellen dat de fiscus hierin een keuze heeft en uiteraard de makkelijkste weg kan nemen. Indien er geen nieuw feit aanwezig is om tot navordering over te gaan in de inkomstenbelasting, dan zou de inspecteur namelijk – voor zover het looninkomen betreft – de ten onrechte niet geheven belasting alsnog kunnen naheffen via de loonbelasting. Maar de Hoge Raad heeft deze sluiproute afgesloten. Dit betekent dat indien de fiscus geen navorderingsaanslag kan opleggen wegens het ontbreken van een nieuw feit, dan ook niet mag naheffen in de loonbelasting. Let op! Heeft de fiscus een naheffingsaanslag loonbelasting opgelegd? Controleer dan eerst of de fiscus niet zijn rechten heeft verspeeld bij het opleggen van de navorderingsaanslag. •
www.boogaardsmulders.nl
voor de Ondernemer
Eerder ontheffing van administratieve verplichtingen Indien u gebruik maakt van de kleine ondernemersregeling (KOR), kunt u als startende ondernemer voor de btw ontheven worden van uw administratieve verplichtingen die voortvloeien uit het belaste ondernemerschap. Indien u in aanmerking komt voor ontheffing van de administratieve verplichtingen, moet u bij de inspecteur een verzoek indienen. Als de inspecteur het verzoek inwilligt, gaat de ontheffing in met ingang van 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin het verzoek is ingediend. Dit betekent dat u tot aan dat tijdstip nog moet voldoen aan de administratieve verplichtingen voor de btw. Het kabinet komt u hierin tegemoet. Om de administratieve lasten voor startende (kleine) ondernemers te verminderen keurt Staatssecretaris Weekers van Financiën namelijk goed dat een verzoek om ontheffing van administratieve verplichtingen onder voorwaarden met terugwerkende kracht wordt verleend tot de dag waarop het verzoek is ingediend. De voorwaarden luiden als volgt: - Na toepassing van de KOR hoeft u over het jaar waarin het verzoek wordt ingediend geen btw meer te voldoen;
- U hebt over het jaar waarin het verzoek wordt ingediend geen melding gemaakt van btw op de door u uitgereikte facturen; - U maakt over het jaar waarin het verzoek wordt ingediend geen aanspraak op teruggaaf van btw.
bedrag aan BTW in een jaar lager is dan € 1.345. Let op! De staatssecretaris heeft zijn goedkeuring voor het verlenen van terugwerkende kracht inzake het verzoek om ontheffing van administratieve verplichtingen ook uitgesproken voor commissarissen en niet-uitvoerende bestuurders. •
Wanneer valt u onder de KOR? De KOR houdt in dat u, indien u in een kalenderjaar minder dan € 1.883 btw verschuldigd bent, in aanmerking komt voor een vermindering van btw. U krijgt zelfs een vermindering voor het gehele bedrag als het te betalen
voor de Ondernemer
Een voorziening of kostenegalisatiereserve op uw balans? U kunt als ondernemer nu al rekening houden met uitgaven die u in de toekomst verwacht. Dit kunt u doen door een fiscale voorziening of een kostenegalisatiereserve (KER) te vormen. Een voordeel hiervan is dat u de kosten kunt spreiden over verschillende jaren. De winst in die jaren zal dalen en zodoende betaalt u minder belasting in die jaren. Voor het vormen van een fiscale voorziening en een KER gelden verschillende criteria. Wat is een fiscale voorziening? Een fiscale voorziening is een passief post op de balans en kan worden gevormd voor toekomstige uitgaven indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: - De toekomstige uitgaven vinden hun oorsprong in feiten of omstandig heden die zich in de periode voor-
afgaand aan de balansdatum hebben voorgedaan (oorsprongseis); en - Die uitgaven kunnen aan die periode worden toegerekend (toerekenings eis); en - Er bestaat een redelijke mate van zekerheid dat de uitgaven zich zullen voordoen (zekerheidseis).
- De toekomstige kosten leiden tot een piek in de uitgaven; en - Er bestaat een redelijke mate van zekerheid dat die uitgaven zullen worden gedaan; en - Deze worden opgeroepen door de bedrijfsuitoefening van het jaar van dotatie.
Let op! U dient aannemelijk te maken dat aan de hiervoor genoemde drie voorwaarden voldaan is. Dit wordt getoetst aan de hand van feiten en omstandigheden zoals die per balansdatum zijn.
Verschil fiscale voorziening en KER Uit de bovenstaande voorwaarden blijkt dat een KER beperkt blijft tot de kosten die aan het jaar van de dotatie kunnen worden toegerekend terwijl een voorziening ziet op alle jaren tot en met balansdatum waaraan de kosten kunnen worden toegerekend. Hierdoor is bij de KER geen inhaal mogelijk. Dat wil zeggen dat kosten die toe te rekenen zijn aan oude boekjaren niet meegerekend mogen worden. Bij het vormen van een voorziening kan dit wel. •
Wat is een KER? De KER is een fiscale reserve die ten laste van de winst kan worden gevormd voor toekomstige uitgaven indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
voor Werkgever en werknemer
Recht op ontslagvergoeding Volgens het sociaal akkoord heeft iedere werknemer met een dienstverband vanaf twee jaar of langer, ook bij tijdelijke contracten, recht op een ontslagvergoeding en/of transitievergoeding bij onvrijwillig einde van het dienstverband. De vergoeding bedraagt maximaal € 75.000 of een jaarsalaris als dat hoger is. De opbouw bedraagt over de eerste 10 dienstjaren een derde van een maandsalaris per dienstjaar en vanaf het 10e dienstjaar een half maandsalaris voor elk jaar dat het dienstverband langer heeft geduurd dan 10 jaar. Voor werknemers ouder dan 50 jaar geldt tot 2020 overgangsrecht waarbij de transitievergoeding met 10 dienstjaren wordt gesteld op één maand per dienstjaar boven de 50 jaar, met een uitzondering voor mkb-bedrijven met minder dan 25 werknemers. Het bovenstaande zal nog nader worden uitgewerkt. Let op! Een aanvullende ontslagvergoeding door de kantonrechter is mogelijk. Dit betekent dat de kantonrechter een hogere of lagere vergoeding kan toekennen bij ernstige verwijtbaarheid van werkgever of werknemer. Indien bijvoorbeeld het ontslag ernstig aan de werknemer te wijten is, hoeft de werk-
gever hem geen transitiebudget mee te geven. Als het ontslag echter ernstig aan de werkgever is te wijten, kan de kantonrechter bepalen dat de werkgever de werknemer een aanvullende ontslagvergoeding moet meegeven. Aan de correctiemogelijkheid wordt geen grens gesteld. •
voor de Ondernemer
Wat is de status van de verhuurdersheffing? De Tweede Kamer heeft op 16 april 2013 ingestemd met de novelle verhuurdersheffing. Deze novelle wijzigt het bij de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstel verhuurdersheffing. De status van de verhuurdersheffing is nu dat er inhoudelijk geen wijzigingen zijn voorgesteld maar dat de wet verhuurdersheffing uitsluitend geldt voor het jaar 2013. Voor de jaren 2014 en volgende zal een nieuw wetsvoorstel worden ingediend. •
voor Werkgever en werknemer
Beperking tijdelijke contracten Het aantal opeenvolgende contracten voor bepaalde tijd zal, volgens het sociaal akkoord, worden beperkt. Vanaf 1 januari 2015 mogen er drie contracten voor bepaalde tijd binnen een periode van twee jaar worden overeengekomen. Nu is dat drie jaar. Ook als tussen twee tijdelijke contracten een periode van zes maanden verstrijkt tellen beide contracten nog mee in deze reeks. Nu geldt er een periode van drie maanden. Bij tijdelijke contracten van zes maanden of korter kan geen proeftijd worden overeengekomen, en ook kan in een tijdelijk contract in beginsel geen concurrentiebeding meer worden opgenomen. Ook zullen flexwerkers beter beschermd worden. Er komt een verbod op nul-urencontracten in de zorg. Verder wil het kabinet een einde maken aan constructies waarbij werknemers met buitenlandse sociale lasten en belastingen goedkoop in Nederland kunnen werken. •
Kantoor Adres
Heeze Pastoor Spieringslaan 11a 5591 CT Heeze
Telefoon
Kantoor Adres Postadres
040 - 844 33 44
Gemert Molenakkerstraat 94, 5421 BP Postbus 191 5420 AD Gemert
www.boogaardsmulders.nl
Telefoon
0492 - 36 13 41
Fax
0492 - 36 14 15
[email protected]