Exploitatieplan
‘Uden Noord I – 1e herziening 2014’
Opdrachtgever
Gemeente Uden Kenmerk
1036.429-EP1/gs/s Adviseurs
ir. R.A.K.M. Bouten G. Schol BBA Datum
6 november 2013 Status
Definitief
Blad 2.
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
Heusden
e
Titel
: Exploitatieplan ‘Uden Noord I – 1 herziening 2014’
Opdrachtgever
: Gemeente Uden
Kenmerk
: 1036.429-EP1
Adviseurs
: ir. R.A.K.M. Bouten G. Schol BBA
Datum
: 6 november 2013
Status
: Definitief
Gloudemans Hintham 117c 5246 AE Rosmalen Postbus 455 5240 AL Rosmalen T 073 641 33 12 F 073 643 03 98 I gloudemans.nl
1036.429-EP1
Blad 3.
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
INHOUDSOPGAVE
DEEL A: TOELICHTING ........................................................................................................................... 4 1.
Inleiding ....................................................................................................................................... 4 1.1. Aanleiding Exploitatieplan .................................................................................................. 4 1.2. Koppeling met bestemmingsplan ‘Uden Noord I’ ............................................................... 4 1.3. Leeswijzer .......................................................................................................................... 5
Deel A: TOELICHTING ............................................................................................................................. 6 2.
Exploitatiegebied ........................................................................................................................ 6 2.1. Omschrijving van het Exploitatiegebied ............................................................................. 6 2.2. Grondgebruik ...................................................................................................................... 7
3.
Eigendomssituatie ...................................................................................................................... 8 3.1. Te verwerven gronden ....................................................................................................... 8
4.
Omschrijving werken en werkzaamheden ............................................................................... 9 4.1. Bouwrijp maken .................................................................................................................. 9 4.2. Nutsvoorzieningen .............................................................................................................. 9 4.3. Woonrijp maken ................................................................................................................. 9
5.
Eisen en regels exploitatieplan ............................................................................................... 11 5.1. Fasering en koppelingen .................................................................................................. 11 5.2. Voorgenomen grondgebruik ............................................................................................. 11 5.3. Werken en werkzaamheden............................................................................................. 11 5.4. Afwijken van de regels van het exploitatieplan ................................................................ 12
DEEL B: EXPLOITATIEOPZET ............................................................................................................. 13 1.
Exploitatieopzet ........................................................................................................................ 13 1.1. Aanduiding van het tijdvak ............................................................................................... 13 1.2. Aanduiding van de fasering .............................................................................................. 13 1.3. Raming van de inbrengwaarde van de gronden .............................................................. 14 1.4. Raming van de andere kosten in verband met de exploitatie .......................................... 15 1.5. Raming van de opbrengsten van de exploitatie ............................................................... 16
2.
Wijze van toerekening van de te verhalen kosten aan de uit te geven gronden ............... 18
3.
Gerealiseerde kosten en opbrengsten ................................................................................... 21
4.
Herziening en afrekening exploitatieplan .............................................................................. 22 4.1. Herziening van het Exploitatieplan (artikel 6.15 Wro) ...................................................... 22 4.2. Afrekening van het Exploitatieplan (artikel 6.20 Wro) ...................................................... 22
DEEL C: REGELS .................................................................................................................................. 23 1.
Begrippen .................................................................................................................................. 23
2.
Werken en werkzaamheden..................................................................................................... 25
3.
Slotregel .................................................................................................................................... 27
DEEL D: BIJLAGEN ............................................................................................................................... 28
1036.429-EP1
Blad 4.
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
DEEL A: TOELICHTING 1.
Inleiding
1.1.
Aanleiding Exploitatieplan Op grond van artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening (hierna te noemen: “Wro”) is een exploitatieplan vastgesteld bij het Bestemmingsplan ‘Uden Noord I’. Dit bestemmingsplan biedt de planologisch juridische basis voor de realisatie van het streekziekenhuis Bernhoven met bijbehorende voorzieningen. Daarnaast faciliteert dit bestemmingsplan de realisatie van (zorg)woningen en –appartementen en dienstverlening, inclusief de ontsluiting van het gebied. De gemeenteraad van de gemeente Uden heeft het bestemmingsplan en gelijknamig exploitatieplan Uden Noord I op 25 juni 2009 vastgesteld. Het bestemmingsplan bestaat uit twee fasen: • Fase 1 – plandeel ten behoeve van het ziekenhuis en bijbehorende gronden (met name ten behoeve van ziekenhuisvoorzieningen); • Fase 2 – plandeel met een uitwerkingsplicht.
De gemeente is voornemens een deel van fase 2 van het bestemmingsplan nader uit te werken. Fase 2 wordt hierbij opgesplitst in een uitgewerkt deel (fase 2A) en een plandeel met een uitwerkingsplicht (fase 2B). Derhalve ontstaat op basis van artikel 6.15 lid 2 Wro de verplichting om gelijktijdig met het uitwerkingsplan een herzien exploitatieplan vast te stellen. Artikel 6.12 lid 2 Wro en artikel 6.2.1a Besluit ruimtelijke ordening (hierna te noemen: “Bro”) bepalen dat de verplichting om een exploitatieplan op te stellen vervalt, indien het kostenverhaal anderszins is verzekerd (anterieure overeenkomst met grondeigenaar of gemeentelijk grondeigendom), de noodzaak tot het vastleggen van nadere locatie eisen ontbreekt (fasering, sociale woningbouw, particulier opdrachtgeverschap of eisen en regels voor het inrichten van de openbare ruimte) of sprake is van financiële kruimelgevallen. De gronden in het exploitatiegebied Uden Noord I, hierna te noemen het Exploitatiegebied, zijn grotendeels in eigendom van de gemeente. Eén perceel is in eigendom van een particulier eigenaar. Met deze laatste heeft de gemeente (nog) geen overeenkomst gesloten, met als gevolg dat de gemeente gehouden is om gelijktijdig met het uitwerkingsplan ‘Uden Noord I’ een herzien exploitatieplan ‘Uden Noord I’ vast te stellen.
1.2.
Koppeling met bestemmingsplan ‘Uden Noord I’ e
Het onderhavige Exploitatieplan ‘Uden Noord I – 1 herziening 2014’, hierna te noemen het Herziene Exploitatieplan, behoort bij het Bestemmingsplan ‘Uden Noord I – Uitwerkingsplan fase 2a’. Het bestemmingsplan is herzien, omdat fase 2 gedeeltelijk is uitgewerkt. Het Bestemmingsplan maakt het juridisch-planologisch mogelijk het Exploitatiegebied te ontwikkelen tot woongebied en gebied voor maatschappelijke doeleinden, inclusief openbare ruimte met bijbehorende groenvoorzieningen. De vaststelling van een exploitatieplan dient ertoe om: de noodzakelijke juridische basis te leggen voor het kostenverhaal; het tijdvak en fasering te bepalen; eisen, regels en een uitwerking van regels te stellen.
1036.429-EP1
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
Blad 5.
Met inachtneming van het uitgewerkte plan en het onderhavige Herziene Exploitatieplan kunnen particuliere eigenaren de aan hun eigendom toegekende bestemming zelf realiseren. De gemeente zal alsdan de te verhalen kosten in rekening brengen aan de eigenaren op basis van een posterieure overeenkomst of bij het verlenen van een omgevingsvergunning. De percelen in het Exploitatiegebied, die in eigendom zijn van de gemeente, worden door de gemeente bouwrijp gemaakt en als zodanig door de gemeente verkocht, waardoor het kostenverhaal middels de gronduitgifte is verzekerd.
1.3.
Leeswijzer Het Herziene Exploitatieplan bestaat uit een toelichting met bijlagen (deel A), de exploitatieopzet met bijlagen (deel B) en de regels met bijlagen (deel C). Conform artikel 6.13 lid 1 Wro (verplichte onderdelen) en artikel 6.13 lid 2 Wro (niet verplichte onderdelen) zijn de verschillende verplichte en niet-verplichte onderdelen in dit Herziene Exploitatieplan verwerkt. In deel A Toelichting worden in de hoofdstukken 2 en 3 achtereenvolgens de omschrijving van het Exploitatiegebied, het grondgebruik en de te verwerven gronden gegeven. Hoofdstuk 4 geeft een omschrijving van de werken, werkzaamheden en voorzieningen. Ten slotte wordt in hoofdstuk 5 een toelichting gegeven op de zogenoemde locatie eisen van dit Herziene Exploitatieplan. In deel B Exploitatieopzet is de exploitatieopzet opgenomen, die een raming van de inbrengwaarden van de gronden, van de andere kosten in verband met de exploitatie en van de opbrengsten bevat. Daarnaast is opgenomen binnen welk tijdvak en met welke fasering de exploitatie van de gronden in het Exploitatiegebied zal plaatsvinden. Voorts is in hoofdstuk 2 de wijze van toerekening van de te verhalen kosten aan de uit te geven gronden in het Exploitatiegebied opgenomen. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 een overzicht gegeven van de reeds gerealiseerde kosten en opbrengsten van de Exploitatieopzet. In hoofdstuk 4 komen ten slotte de wettelijke herziening en afrekening van het Herziene Exploitatieplan aan de orde. In deel C Regels zijn in hoofdstuk 1 de in de regels gebruikte begrippen opgenomen. Hoofdstuk 2 bevat de eisen en regels omtrent het uitvoeren van werken en werkzaamheden. In hoofdstuk 3 is aangegeven hoe het Exploitatieplan wordt geciteerd.
1036.429-EP1
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
Blad 6.
Deel A: TOELICHTING 2.
Exploitatiegebied
Een exploitatiegebied heeft niet vanzelfsprekend dezelfde grenzen als het bestemmingsplangebied. Het exploitatiegebied kan niet groter zijn, maar wel kleiner. Dit laatste is ook het geval bij dit Herziene Exploitatieplan. Dit hoofdstuk beschrijft het Exploitatiegebied en de onderbouwing voor de gehanteerde begrenzing. Daarnaast wordt aangegeven hoe het voorgenomen grondgebruik van het Exploitatiegebied eruit ziet. Dit grondgebruik komt voort uit het de gebiedsvisie en het stedenbouwkundigplan welke ten grondslag lagen aan het bestemmingsplan Uden Noord I uit 2009. Voor het grondgebruik van het uitgewerkte deel van fase 2 ligt een verkavelingsschets van BuRo ten grondslag dat is opgesteld voor het uitwerkingsdeel van het bestemmingsplan ‘Uden Noord I’. Het grondgebruik vormt het uitgangspunt voor de Exploitatieopzet, die aan de orde komt in deel B.
2.1.
Omschrijving van het Exploitatiegebied Het Exploitatiegebied ter grootte van circa 27 hectare, ligt aan de noordkant van Uden bij de afslag Uden-Noord van de A50. Het plangebied vormt als het ware een overgangsgebied tussen de bebouwde kom van Uden, die fysiek scherp begrensd wordt door de RondwegNoord en het natuurgebied de Maashorst. De plangrenzen worden grofweg gevormd door bestaande wegen en door een watergang. Met de klok mee vanaf het zuiden gerekend zijn dit de Rondweg, de Nistelrodeseweg, de Lagerbosweg, de Hengstheuvelweg en een watergang die de oostgrens van het plangebied vormt. De bestaande woningen aan de Erphoevenweg 8 en de Slabroekseweg 14 worden ingepast en zijn derhalve buiten het exploitatiegebied gelaten. Een deel van de bestaande woningbouw aan de zuidkant van de Hengstheuvelweg is buiten het plangebied gelaten. In het exploitatieplan uit 2009 was erin voorzien om de kruising van de Rondweg en de Nistelrodeseweg te vervangen door een rotonde. Dit is inmiddels gebeurd. Op de als bijlage 1 bij deel C van dit Exploitatieplan gevoegde kaart ‘Exploitatiegebied’ zijn zowel de bestemmingsplangrens als de grens van het Exploitatiegebied ‘Uden Noord I’ weergegeven. Ter indicatie is in onderstaande afbeelding de globale begrenzing van het plangebied weergegeven.
Bron: Google Maps, 2009
1036.429-EP1
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
2.2.
Blad 7.
Grondgebruik Voor het grondgebruik in het Exploitatiegebied is een stedenbouwkundig plan opgesteld. Uit het stedenbouwkundig plan kan het (toekomstig) grondgebruik van dit gebied worden afgeleid, onderverdeeld in de volgende categorieën: -
Nieuwbouw ziekenhuis tot circa 70.000 m2 bvo; Aanvullende zorg-, sport-, wellness- en maatschappelijke voorzieningen circa 20.000 m2; Maatschappelijke voorzieningen en kleinschalige dienstverlening met maximum oppervlak van 3.000 m2 bvo; 4 kavels t.b.v. vrijstaande woningen (gem. kavel oppervlak van 2.000 m2); Maximaal 200 (zorg)woningen en dienstverlening van 8.000 m2 bvo; Circa 50 kavels voor woningbouw (diverse typologieën) met een oppervlak van minimaal 500 m2; Openbaar gebied / Openbare ruimte (bijv. wegen en bijbehorende groenvoorzieningen).
De bovenstaande onderverdeling van het grondgebruik vormt de basis voor de Exploitatieopzet, als beschreven in deel B van dit Exploitatieplan. Voor het uitgewerkte deel is een indicatief ruimtegebruik opgesteld. Het aantal m² uitgeefbaar staat vast, de precieze situering is nog flexibel. Derhalve is een indicatief ruimtegebruik gehanteerd op basis waarvan de inrichtingskosten zijn geraamd. Het voorgenomen ruimtegebruik is tevens weergegeven op de kaart ‘Exploitatiegebied’, die als bijlage 1 van deel A van dit Exploitatieplan is gevoegd. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de kaart ‘Exploitatiegebied’ aan de hand van het stedenbouwkundig plan wordt opgesteld. De oppervlakten van het ruimtegebruik kunnen daardoor soms enigszins afwijken van in het kadaster opgenomen perceeloppervlakten. Voor de ramingen die in het Exploitatieplan worden opgenomen zijn echter altijd de kadastrale oppervlakten gebruikt.
1036.429-EP1
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
3.
Blad 8.
Eigendomssituatie De eigendomssituatie in het Exploitatiegebied is weergegeven op de ‘Eigendommenkaart’, die als bijlage 2 van deel A van dit Exploitatieplan is opgenomen.
3.1.
Te verwerven gronden In het Exploitatiegebied is nog één perceel in eigendom van een particulier eigenaar. Al de overige gronden heeft de gemeente reeds verworven en/of in haar bezit. De gemeente beoogt dit eigendom minnelijk te verwerven of het kostenverhaal anderszins te verzekeren, teneinde de realisatie van het herziene Bestemmings- en Exploitatieplan te kunnen garanderen. In het geval geen minnelijke overeenstemming kan worden bereikt met de eigenaren van de betrokken gronden in het Exploitatiegebied, zal de gemeente, indien noodzakelijk, overgaan tot het gebruik van het instrument onteigening. Mocht een eigenaar een succesvol beroep op zelfrealisatie doen, waardoor onteigening van het betreffende particuliere eigendom niet aan de orde is, dan moeten de eisen en regels, zoals opgenomen in dit Exploitatieplan, eveneens in acht worden genomen. Hiermee blijft het gewenste kwaliteitsniveau van het Bestemmingsplan gewaarborgd.
1036.429-EP1
Blad 9.
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
4.
Omschrijving werken en werkzaamheden Als onderdeel van het Bestemmingsplan moeten voor de realisatie van het Exploitatiegebied werken en werkzaamheden worden uitgevoerd. In dit hoofdstuk worden de benodigde werken, werkzaamheden en voorzieningen omschreven, die betrekking hebben op het bouwen woonrijp maken van de uitgeefbare gronden, de aanleg van de nutsvoorzieningen en de inrichting van de openbare ruimte.
4.1.
Bouwrijp maken In het Exploitatiegebied zijn de volgende werken en werkzaamheden voor het bouwrijp maken voorzien: -
4.2.
het ontdoen van bebouwing, bouwresten en andere boven- en ondergrondse obstakels; het ontgraven, ophogen en egaliseren van het terrein; het verwijderen van struiken, bomen en boomstronken; het dempen van sloten en watergangen; het treffen van grondwaterregulerende maatregelen; het afvoeren van grondwater; het aanleggen van duikers, rioleringen en gemalen, persleidingen; het aanleggen van bouwwegen; en overige voorkomende werkzaamheden.
Nutsvoorzieningen In het Exploitatiegebied zijn de volgende werken en werkzaamheden voor de aanleg van nutsvoorzieningen, inclusief bijbehorende bovengrondse voorzieningen, voorzien: -
4.3.
aanleg van en, indien van toepassing, verplaatsing of aanpassing van onder andere leidingen voor gas, water, elektra, telefoon, centraal antenne systeem, inclusief de nodige bovengrondse voorzieningen, zoals transformatorhuisjes, verdeelkasten en installaties/gebouwen voor duurzame energievoorzieningen.
Woonrijp maken In en ten behoeve van het Exploitatiegebied zijn de volgende werken en werkzaamheden voor het (her)inrichten van de openbare ruimte voorzien: het aanleggen en aanpassen van wegen en pleinen, zowel met een open verharding als asfalt, met bijbehorende (verkeers- en verkeersregulerende) voorzieningen; het aanleggen van trottoirs, voet- en rijwielpaden en parkeerplaatsen; het aanleggen van openbare verlichting en brandkranen met aansluitingen; het plaatsen van straatmeubilair, speelvoorzieningen, hondentoiletten, sierende elementen en afrasteringen in de openbare ruimte; het aanleggen van groenvoorzieningen; het aanleggen van waterbergingsvoorzieningen; het aanleggen van geluidwerende voorzieningen; aanleg rotonde Bitswijk en ongelijkvloerse fietserstunnel; herprofilering Nistelrodeseweg; afslag Uden Noord op de rondweg t.b.v. bevoorrading ziekenhuis en ontsluiting achterliggend te bebouwen gebied.
1036.429-EP1
Blad 10.
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
De aanleg van de rotonde Bitswijk, inclusief de aanleg van een ongelijkvloerse fietsverbinding (twee richtingen fietstunnel) tussen de Bitswijk en de Nistelrodeseweg maakt onderdeel uit van dit plan. De civieltechnische kosten van de gerealiseerde rotonde bedragen € 3.887.572,00. Rijkswaterstaat en de provincie Noord-Brabant hebben een bijdrage verstrekt van respectievelijke € 815.128,00 en € 143.931,00, waardoor de netto-investering voor de gemeente € 2.928.513,00 bedraagt. Dit werk omvatte de volgende onderdelen: - Een ingrijpende reconstructie van het kruispunt Rondweg Uden Noord Nistelrodeseweg tot een zogenaamde turborotonde; - Aansluiting van de rotonde op het bestaande wegennet; - Verleggen en vernieuwen van de ondergrondse infrastructuur (persriool, water en overige nutsvoorzieningen); - De aanleg van een fietserstunnel onder de rotonde ten behoeve van een veilige fietspassage en een vlotte doorstroming van het overige verkeer. Criteria voor toetsing toerekening aanlegkosten rotonde Bitswijk Toetsingscriterium
Afweging en beoordeling
Profijt
Ja, er is sprake van nut voor de locatie. De nieuwe turborotonde en fietstunnel vormen de belangrijkste route vanaf de A50 en centrum Uden naar de hoofdingang van het Exploitatiegebied.
Toerekenbaarheid
De gemeente Uden heeft dit kruispunt op deze wijze gereconstrueerd mede ten behoeve van de bestemmingsmogelijkheden in het Bestemmingsplan.
Proportionaliteit
De aanleiding voor de realisatie van deze turborotonde met fietstunnel was ook de wens voor een veilige afwikkeling van het verkeer en in het bijzonder het fietsverkeer richting de noordkant van Uden en Nistelrode (en vice versa). Daarnaast heeft de ontwikkeling van Uden Noord en de komst van het ziekenhuis, de aanleg en het ontwerp beïnvloed. De reden voor reconstructie is de wens om het verkeersaanbod verantwoord af te wikkelen. Met name het autoverkeer tussen Uden Centrum en Uden Noord en achterliggende woon/ werkgebieden. Op basis van de beschikbare verkeersgegevens vindt de toerekening aan dit plan plaats. Hieruit is gebleken, dat 13,33 % van de netto-investering (ad. € 2.928.513,00), zijnde € 371.921,00 aan het Exploitatiegebied kan worden toegerekend. De berekening is als bijlage 3 toegevoegd.
Criteria voor toetsing toerekening herprofilering Nistelrodeseweg en afslag Uden Noord Toetsingscriterium
Afweging en beoordeling
Profijt
Ja, er is sprake van nut voor de locatie. De herprofilering van de Nistelrodeseweg en de aanleg van de afslag Uden Noord op de rondweg is noodzakelijk om de verkeersstromen van de bevoorrading van het ziekenhuis en de ontsluiting van het achterliggende te bebouwen gebied af te wikkelen.
Toerekenbaarheid
De gemeente Uden heeft de Nistelrodeseweg geherprofileerd en de afslag Uden Noord op de rondweg gerealiseerd ten behoeve van de bestemmingsmogelijkheden in het Bestemmingsplan.
Proportionaliteit
De aanpassingen aan de Nistelrodeseweg en de afslag op de rondweg zijn noodzakelijk om de verkeersbewegingen van het ziekenhuis af te handelen. Op het moment dat het ziekenhuis niet was gerealiseerd hadden de verkeersbewegingen op de Nistelrodeseweg niet gezorgd voor een aanpassing van de weg. Ook nu nog heeft het doorgaande verkeer op de Nistelrodeseweg geen belang bij de herprofilering en de gerealiseerde afslag. Slechts de verkeersbewegingen richting het ziekenhuis hebben hier baat bij. Derhalve kan 100% van deze kosten worden toegerekend.
1036.429-EP1
Blad 11.
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
5.
Eisen en regels exploitatieplan e
In het Exploitatieplan ‘Uden Noord I – 1 herziening 2014’ moeten, voor zover nodig, en kunnen nadere eisen en regels worden gesteld in het kader van de uitvoering van het Bestemmingsplan ‘Uden Noord I – Uitwerkingsplan fase 2a’. Deze zogenoemde locatie-eisen kunnen betrekking hebben op: 1. voor zover nodig een fasering en zo nodig koppelingen (artikel 6.12 lid 1 onder c Wro), 2. het voorgenomen grondgebruik (artikel 6.13 lid 2 onder a Wro), 3. eisen voor en regels omtrent het uitvoeren van de werken en werkzaamheden (artikel 6.13 lid 2 onder b en c Wro), 4. de uitwerking van de regels voor uitvoerbaarheid sociale woningbouw (artikel 6.13 lid 2 onder d Wro), 5. de uitwerking van de regels voor uitvoerbaarheid particulier opdrachtgeverschap (artikel 6.13 lid 2 onder d Wro), 6. regels voor het afwijken bij een omgevingsvergunning van bij het exploitatieplan aangegeven regels (artikel 6.13 lid 2 onder e Wro). De van bovengenoemde van toepassing zijnde locatie-eisen worden onderstaand nader toegelicht.
5.1.
Fasering en koppelingen De Exploitatieopzet moet, voor zover nodig een fasering van de uitvoering van werken, werkzaamheden, maatregelen en bouwplannen, en zo nodig koppelingen hiertussen, bevatten. Deze fasering en koppelingen geven inzicht in tijdsaspecten voor de uitvoering van het Bestemmingsplan. In hoofdstuk 1.2 van deel B van dit Exploitatieplan is weergegeven op welke wijze de fasering van werken, werkzaamheden, maatregelen en bouwplannen in de Exploitatieopzet is opgenomen.
5.2.
Voorgenomen grondgebruik Een exploitatieplan maakt het mogelijk om het voorgenomen grondgebruik, ten behoeve van een zorgvuldige ruimtelijke en functionele uitvoering van het Bestemmingsplan, bindend voor te schrijven. Dit voorgenomen grondgebruik geeft inzicht in de Uitgeefbare gronden en in de gronden voor de toekomstige Openbare ruimte in het Exploitatiegebied. In hoofdstuk 2.2 van deel A van dit Exploitatieplan is het voorgenomen ruimtegebruik van het Exploitatiegebied toegelicht.
5.3.
Werken en werkzaamheden Een exploitatieplan kan tevens eisen stellen voor de werken en werkzaamheden voor het bouwrijp maken van het Exploitatiegebied, de aanleg van nutsvoorzieningen, en het inrichten van de openbare ruimte in het Exploitatiegebied. Ook kan het exploitatieplan regels stellen omtrent het uitvoeren van deze bedoelde werken en werkzaamheden.
1036.429-EP1
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
Blad 12.
Deze eisen en regels geven de kwalitatieve voorschriften weer voor de inrichting van het Exploitatiegebied, waardoor in het gehele Exploitatiegebied eenzelfde kwaliteit en uitvoering van de werken en werkzaamheden wordt bewerkstelligd. In hoofdstuk 4 van deel A van dit Exploitatieplan worden de voorziene werken en werkzaamheden omschreven. In hoofdstuk 2 van deel C van dit Exploitatieplan zijn de eisen en regels voor de voornoemde werken en werkzaamheden van het onderhavige Exploitatieplan opgenomen.
5.4.
Afwijken van de regels van het exploitatieplan Ten slotte maakt een exploitatieplan het mogelijk om regels te stellen, bij de in het exploitatieplan aangegeven eisen en regels, met inachtneming waarvan bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken. Deze regels zijn bij de desbetreffende eisen en regels in hoofdstuk 2 van deel C van dit Exploitatieplan opgenomen.
1036.429-EP1
Blad 13.
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
DEEL B: EXPLOITATIEOPZET 1.
Exploitatieopzet De Wro (artikel 6.13) en het Bro (artikel 6.2.3 tot en met 6.2.6) geven limitatief aan welke kosten in het Exploitatieplan mogen worden opgenomen. Daarnaast geeft het Bro (artikel 6.2.7) aan welke tot opbrengsten van de exploitatie worden gerekend. Onderstaand volgt een toelichting van de exploitatieopzet en haar (verplichte) onderdelen ter zake van het Herziene Exploitatieplan. In bijlage 1en bijlage 2 van deel B van dit Herziene Exploitatieplan is in detail de exploitatieopzet opgenomen.
1.1.
Aanduiding van het tijdvak De werkzaamheden in het Exploitatiegebied - het bouwrijp maken van de gronden - zullen aanvangen, nadat het Uitwerkingsplan onherroepelijk is geworden. Dit is naar verwachting medio 2014. Het tijdvak waarbinnen de exploitatie van de gronden plaatsvindt (de exploitatieperiode) bedraagt 14 jaar en loopt van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2022. Dit betekent dat de gemeentelijke exploitatie per 1 januari 2023 zal worden beëindigd en afgesloten.
1.2.
Aanduiding van de fasering In de exploitatieopzet is voor de nog niet uitgegeven gronden een indicatieve uitgifte van bouwrijpe gronden (verlening van omgevingsvergunningen, activiteit bouwen) voorzien in 12 jaar, te weten: 2010 tot en met 2021. In onderstaande tabel 1 is de fasering van de kosten en opbrengsten, zoals gehanteerd in de exploitatieopzet procentueel opgenomen. Fasering van de kosten en opbrengsten Boekwaarde Kosten Waarde van de gronden Waarde van de opstallen Kosten vrijmaken grond van rechten e.d. Kosten sloop, verwijderen, verplaatsen Kosten onderzoeken Kosten bodemsanering en grondwerken Kosten aanleg voorzieningen in het gebied Kosten van maatregelen Kosten buiten het exploitatiegebied Kosten voor toekomstige exploitaties Kosten van voorbereiding, ontwikkeling, beheer en toezicht Kosten opstellen ruimtelijke plannen Kosten ontwerpcompetities Gemeentelijke apparaatskosten Kosten tijdelijk beheer (netto) Planschadekosten Niet terugvorderbare belastingen Rentekosten / -opbrengsten Opbrengsten Uitgifte gronden Bijdragen en subsidies van derden Bijdrage andere exploitaties
98%
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
15% 22% 8% 20% 5%
11% 5% 20% 5%
9% 5% 20% 13%
9% 19%
9% 20%
2%
8%
2020
2021
2022
5%
5%
12%
5% 20% 15%
7%
5%
4%
4%
8% 20%
8% 20%
8% 20%
6%
6%
2%
2%
9%
11%
10%
5%
8%
5%
2%
85% 58% 66% 20% 30% 100%
100% 43% 1% 100%
42% 100%
Tabel 1: fasering van de kosten en opbrengsten
Op basis van deze fasering worden alle kosten en opbrengsten, met inachtneming van indexeringen, naar één en hetzelfde moment (peildatum Exploitatieplan en Bestemmingsplan) “teruggerekend”, waarbij de totale kosten en totale opbrengsten contant worden gemaakt.
1036.429-EP1
Blad 14.
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
In onderstaande tabel 2 zijn de parameters voor indexeringen en het contant maken van de totale kosten en totale opbrengsten opgenomen. Parameters dynamische eindwaardeberekening
Startdatum exploitatie Einddatum exploitatie
1-1-2009 1-1-2023
Prijspeildatum
1-1-2013
Kostenstijging Opbrengstenstijging Rentekosten Rente baten Rente contante waarde
1,5% 0,5% 4,0% 4,0% 4,0%
per jaar per jaar per jaar per jaar per jaar
Tabel 2: parameters exploitatieopzet
1.3.
Raming van de inbrengwaarde van de gronden Om de inbrengwaarde van de gronden in het Exploitatiegebied te ramen, worden, conform artikel 6.2.3 Bro, tot de kosten gerekend, voor zover deze redelijkerwijs zijn toe te rekenen aan de inbrengwaarde van de gronden, de ramingen van: 1. 2. 3. 4.
de waarde van de gronden in het exploitatiegebied; de waarde van de opstallen die in verband met de exploitatie van de gronden moeten worden gesloopt; de kosten van het vrijmaken van de gronden in het exploitatiegebied van persoonlijke rechten en lasten, eigendom, bezit of beperkt recht en zakelijke lasten; de kosten van sloop, verwijdering en verplaatsing van opstallen, obstakels, funderingen, kabels en leidingen in het exploitatiegebied.
Ad 1 en 2 Alle eigendommen gronden en opstallen voor zover redelijkerwijs toe te rekenen aan de inbrengwaarde en de gronden, voor zover nog niet daadwerkelijk verworven of in exploitatie gebracht, in het Exploitatiegebied, zijn per peildatum 1 januari 2013 getaxeerd conform artikel 40b tot en met 40f Onteigeningswet door een gecertificeerd en onafhankelijk taxateur. Op basis van deze taxatie is de waarde van deze gronden geraamd op € 619.000,00. De inbrengwaarde van de reeds verworven en in exploitatie genomen gronden bedraagt € 24.396.575,00. De totale inbrengwaarden van de gronden en opstallen bedraagt derhalve circa € 25.015.575,00. Ad 3 In de Exploitatieopzet zijn de kosten voor het vrijmaken van gronden in het Exploitatiegebied van persoonlijke rechten en lasten, eigendom, bezit of beperkt recht en zakelijke lasten geraamd op € 753.193,00 inclusief kostenstijging. Ad 4 De kosten voor sloop, verwijdering en verplaatsing van opstallen, obstakels, funderingen, kabels en leidingen in het Exploitatiegebied worden geraamd op circa € 464.430,00 inclusief kostenstijging. De kosten voor sloop zijn conform raming van de gemeente Uden opgenomen en hebben prijspeil 1 januari 2013. In tabel 3 zijn de bovenstaande kostensoorten inclusief kostenstijging opgenomen, die in dit Exploitatieplan voorzien zijn (al dan niet deels gerealiseerd). 1036.429-EP1
Blad 15.
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’ Inbrengwaarde gronden Nominaal
Kostenstijging Totaal
6.2.3.a 6.2.3.b 6.2.3.c
Waarde van de gronden Waarde van de opstallen Kosten vrijmaken grond van rechten e.d.
€ 25.015.575 € € - € € 751.546 €
- € 25.015.575 - € 1.647 € 753.193
6.2.3.d
Kosten sloop, verwijderen, verplaatsen opstallen, obstakels, funderingen en kabels & leidingen
€
459.458 €
4.972 €
464.430
€ 26.226.579 €
6.618 €
26.233.197
Totaal inbrengwaarde gronden Tabel 3: raming van de inbrengwaarde van de gronden
1.4.
Raming van de andere kosten in verband met de exploitatie
Naast een raming van de inbrengwaarde van de gronden, zijn de andere kosten in verband met de exploitatie geraamd. De raming heeft plaatsgevonden op grond van artikel 6.2.4 Bro tot en met artikel 6.2.6 Bro. Daarbij is uitgegaan van objectief vastgestelde prijzen en waarden, die in het vrij maatschappelijk verkeer door een redelijk handelende partij zouden worden gehanteerd per prijspeil 1 januari 2013. Op grond van artikel 6.13 lid 6 Wro moeten de kosten in verband met werken, werkzaamheden en maatregelen waarvan het Exploitatiegebied of een gedeelte daarvan profijt heeft, en welke toerekenbaar zijn aan het Exploitatieplan, naar evenredigheid worden opgenomen in de exploitatieopzet. In deze bepaling zijn de onderstaande drie criteria terug te vinden: Profijt: het Exploitatiegebied of een gedeelte daarvan moet baat hebben bij de betreffende werken, werkzaamheden en maatregelen. Te denken valt aan fysiek nut (bij wegen of riolering bijvoorbeeld) of aan het feit dat door de voorzieningen en maatregelen een groter gebied kan worden ontwikkeld. Toerekenbaarheid: de kosten zouden zonder het plan niet gemaakt worden of worden mede ten behoeve van het plan gemaakt. Proportionaliteit: als meerdere percelen profijt hebben van een voorziening, werk of maatregel, worden de kosten naar rato verdeeld. In onderstaande tabel 4 zijn de kostensoorten inclusief kostenstijging opgenomen, die in dit Exploitatieplan voorzien zijn (al dan niet deels gerealiseerd). Andere kosten in verband met de exploitatie Nominaal
6.2.4.a 6.2.4.b 6.2.4.c 6.2.4.d 6.2.4.e 6.2.4.f 6.2.4.g 6.2.4.h 6.2.4.i 6.2.4.j 6.2.4.k 6.2.4.l 6.2.4.m 6.2.4.n
Kosten onderzoeken Kosten bodemsanering en grondwerken Kosten aanleg voorzieningen in het gebied Kosten van maatregelen Kosten buiten het exploitatiegebied (ook compensatiemaatregelen) Kosten voor toekomstige exploitaties (die in naaste toekomst voor bebouwing in aanmerking komen) Kosten van voorbereiding, ontwikkeling, beheer en toezicht Kosten opstellen ruimtelijke plannen Kosten ontwerpcompetities Gemeentelijke apparaatskosten Kosten tijdelijk beheer (netto) Planschadekosten Niet terugvorderbare belastingen Rentekosten / -opbrengsten
Totaal andere kosten in verband met de exploitatie
Kostenstijging Totaal
€ 979.000 € € 124.702 € € 5.362.869 € € - € €
16.578 4.205 267.413 -
€ € € €
995.578 128.907 5.630.282 -
371.921
€
-
€
371.921
€ € € € € 4.689.644 € 160.000 € 466.000 € € 3.117.781
€ € € € € € € € €
5.726 21.324 -
€ € € € € € € € €
4.689.644 165.726 487.324 3.117.781
315.245 €
15.587.162
€ 15.271.917 €
Tabel 4: raming van de andere kosten in verband met de exploitatie
1036.429-EP1
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
Blad 16.
De raming van de kosten voor de aanleg van voorzieningen in en buiten het Exploitatiegebied, als opgenomen in tabel 4, zijn door de gemeente geraamd en als zodanig in de exploitatieopzet opgenomen. Voor een nadere specificatie en technische omschrijvingen van werken, werkzaamheden en maatregelen wordt verwezen naar bijlage 1 (Algemene Randvoorwaarden Gemeente Uden) behorende bij deel C van dit Exploitatieplan. De raming van de kosten van voorbereiding, ontwikkeling, beheer en toezicht, kosten opstellen ruimtelijke plannen en gemeentelijke apparaatskosten zijn conform het ontwerp van de ministeriële regeling plankosten Exploitatieplan (Plankostenscan) opgenomen, zoals opgenomen in bijlage 2, behorende bij deel B van dit Exploitatieplan. De kosten voor tegemoetkoming in planschade zijn recent geraamd in opdracht van de gemeente Uden. De raming van de kosten buiten het Exploitatiegebied heeft betrekking op de reeds gerealiseerde rotonde Bitswijk. De totale kosten op eindwaarde van de in tabel 3 en 4 opgenomen kosten bedragen € 60.724.351,00. Aan de hand van de in tabel 2 genoemde parameters komt de contante waarde van de totale kosten uit op € 41.023.195,00.
1.5.
Raming van de opbrengsten van de exploitatie
Op grond van artikel 6.2.7 Bro worden tot de opbrengsten van de exploitatie, bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, ten derde Wro, gerekend de ramingen van de volgende opbrengsten: • • •
van uitgifte van de gronden in het exploitatiegebied; van bijdrage en subsidies van derden; welke worden verkregen of toegekend in verband met het in exploitatie brengen van gronden die in de naaste toekomst voor bebouwing in aanmerking komen.
Het Exploitatiegebied omvat het navolgende bouwprogramma: -
Nieuwbouw ziekenhuis tot circa 70.000 m2 bvo; Aanvullende zorg-, sport-, wellness- en maatschappelijke voorzieningen circa 20.000 m2; Maatschappelijke voorzieningen en kleinschalige dienstverlening met maximum oppervlak van 3.000 m2 bvo; 4 kavels t.b.v. vrijstaande woningen (gem. kavel oppervlak van 2.300 m2); Maximaal 200 (zorg)woningen en dienstverlening van 8.000 m2 bvo; Ca. 50 kavels voor woningbouw (diverse typologieën) met een oppervlak van minimaal 500 m2;
In de exploitatieopzet zijn tevens opbrengsten uit het tijdelijk beheer van de gronden in het plangebied opgenomen. Ook is een ontvangen subsidie ten behoeve van de ontwikkeling Zorgpark Uden als opbrengst opgenomen. In onderstaande tabel 5 wordt aangegeven welke opbrengsten, incl. opbrengstenstijging, worden verkregen uit de uitgifte van gronden in het Exploitatiegebied. Daarbij is aansluiting gezocht bij het advies Uitgifteprijzen Park Maashorst kamer 1 en de stedelijke strip, d.d. 23 augustus 2013 en bij recente gerealiseerde verkoopcijfers met betrekking tot maatschappelijke doeleinden, en is voor de reeds gerealiseerde opbrengsten aangesloten bij de daadwerkelijk behaalde opbrengsten.
1036.429-EP1
Blad 17.
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’ Opbrengsten van de exploitatie Eenheidsprijs Hoeveelheid
Eenheid
6.2.7.a Uitgifte gronden Woningen vs ggb grote k avels k l 1 Woningen vs ggb grote k avels k l 2 Woningen vs ggb k l 3 Maatschappelijk e dienstverlening 1 Maatschappelijk e dienstverlening 2 Ziek enhuis bouwterrein Ziek enhuis park eerterrein Overige terreinen
€ € € € € € € € €
204,80 275,00 275,00 250,00 250,00 148,11 152,00 150,00
Verk oop bestaand vastgoed
€
310,94
8.065,00 46.695,00 22.500,00 3.000,00 8.000,00 48.000,00 52.000,00 150,00
m2 m2 m2 m2 bvo m2 m2 bvo m2 bvo m2 bvo m2
1.600,00 m2 / won
6.2.7.b Bijdragen en subsidies van derden
Nominaal
Opbrengstenstijging
€ 38.963.543 €
518.052
€ 1.651.675 € € 12.841.125 € € 6.187.500 € € 750.000 € € 2.000.000 € € 7.109.243 € € 7.904.000 € € - € € 22.500 €
4.347 € 1.656.022 259.868 € 13.100.993 188.119 € 6.375.619 15.113 € 765.113 50.605 € 2.050.605 - € 7.109.243 - € 7.904.000 - € - € 22.500
497.500
€
-
€
497.500
€
79.584
€
- €
79.584
€
-
€ 39.043.127 €
518.052
€
-
1,00 post
€
-
* Subsidie provincie
€
-
1,00 post
€
-
* Bijdrage waterschap
€
-
1,00 post
€
-
* Exploitatiebijdrage
€
-
1,00 post
€
-
* Bijdrage overig
€ 79.584,00
1,00 post
€
79.584
€
-
€
-
* Bijdrage toek omstige grondexploitaties
€
-
TOTAAL OPBRENGSTENRAMING
1,00 post
€ 39.481.595
€
* Subsidie rijk soverheid
6.2.7.c Bijdrage andere exploitaties
Totaal
€
-
€ 39.561.179
Tabel 5: raming van de opbrengsten van de exploitatie
Voor een gedetailleerde onderbouwing van de uitgifteprijzen per categorie wordt verwezen naar bijlage 1, behorende bij deel B van dit Exploitatieplan. De totale opbrengsten op eindwaarde van de in tabel 5 opgenomen opbrengsten bedragen € 53.046.657,00. Aan de hand van de genoemde parameters in tabel 2, bedragen de totale opbrengsten op contante waarde € 35.836.421,00.
1036.429-EP1
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
2.
Blad 18.
Wijze van toerekening van de te verhalen kosten aan de uit te geven gronden De kosten en opbrengsten van de exploitatieopzet, zoals genoemd in paragraaf 1.4 en 1.5 van deel B van dit Herziene Exploitatieplan, worden gefaseerd opgenomen in het tijdvak van de exploitatie, waardoor de kosten en opbrengsten onderhevig worden aan de gevolgen van inflatie en van rentekosten/-baten (dynamische eindwaardeberekening). Rekening houdend met deze fasering worden alle kosten en opbrengsten naar één en hetzelfde moment “teruggerekend”. Hierbij worden de totale kosten en totale opbrengsten contant gemaakt. Op grond van artikel 6.16 Wro mogen de contante kosten verhaald worden tot de som van de opbrengsten in de exploitatieopzet, de zogenaamde macro-aftopping. De totale contante kosten worden vervolgens verdeeld (omgeslagen) over alle percelen waarop een bouwplan mogelijk is. Onder een bouwplan wordt op grond van artikel 6.2.1 Bro verstaan: • • •
•
•
de bouw van één of meer woningen of hoofdgebouwen; de uitbreiding van een gebouw met minimaal 1.000 m² brutovloeroppervlakte of één of meer woningen; de verbouwing van één of meer aaneengesloten gebouwen, die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor woondoeleinden mits tenminste 10 woningen worden gerealiseerd; de verbouwing van één of meer aaneengesloten gebouwen, die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor detailhandel/dienstverlening/kantoor of horecadoeleinden mits de cumulatieve oppervlakte van de nieuwe functies minimaal 1.500 m² brutovloeroppervlakte bedraagt; de bouw van kassen met een oppervlakte van minimaal 1.000 m² brutovloeroppervlakte.
De totale contante kosten, de contante waarde van de ramingen in paragraaf 1.3 en paragraaf 1.4 van deel B van dit Exploitatieplan, bedragen voor het Exploitatieplan € 41.023.195,00. Hierop dient de contante waarde van de (gerealiseerde) bijdrage van derden in mindering te worden gebracht, zijnde € 79.584,00. Dit resulteert in een totaal aan contante kosten van € 40.943.611,00. De bruto exploitatiebijdrage, die bij het verlenen van de omgevingsvergunning moet worden betaald, wordt op grond van artikel 6.18 Wro als volgt berekend: 1.
2.
3. 4. 5.
Ten eerste worden in het exploitatieplan uitgiftecategorieën vastgesteld (paragraaf 1.5 van deel B van dit exploitatieplan). Zo nodig wordt daarbinnen een verder onderscheid aangebracht. Vervolgens wordt per onderscheiden categorie een basiseenheid vastgesteld in een hoeveelheid vierkante meters grondoppervlakte, een hoeveelheid vierkante meters vloeroppervlakte of een andere hiermee vergelijkbare maatstaf. Daarna worden, door elke basiseenheid te vermenigvuldigen met een per categorie vastgestelde gewichtsfactor, gewogen eenheden vastgesteld. Vervolgens worden de gewogen eenheden in het exploitatiegebied bij elkaar opgeteld tot een totaal van gewogen eenheden van het exploitatieplan. Ten slotte is het verhaalbare bedrag per gewogen eenheid dan het ten hoogste verhaalbare bedrag, bedoeld in artikel 6.16 Wro, gedeeld door het overeenkomstig het totaal berekende aantal gewogen eenheden.
De totale contante opbrengsten, de contante waarde van de raming in paragraaf 1.5 van deel B van dit Exploitatieplan, bedragen € 35.836.421,00. 1036.429-EP1
Blad 19.
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
De totaalsom van de contante kosten is derhalve hoger dan de totaalsom van de contante opbrengsten. Aldus kunnen niet alle kosten worden verhaald. In onderstaande tabel 6 is de berekening van het verhaalbare bedrag per gewogen eenheid weergegeven. Verhaalbaar bedrag per gewogen eenheid
Eenheidsprijs Programma (per m²)
Gewichts-
Gewogen
factor
eenheden nominaal
contant
Woningen vs ggb grote kavels kl 1
8.065,00
€
204,80
1,00
8.065
7.913
Woningen vs ggb grote kavels kl 2
46.695,00
€
275,00
1,34
62.702
54.754
Woningen vs ggb kl 3
22.500,00
€
275,00
1,34
30.213
24.632
Maatschappelijke dienstverlening 1
3.000,00
€
250,00
1,22
3.662
3.194
Maatschappelijke dienstverlening 2
8.000,00
€
250,00
1,22
9.766
8.813
Ziekenhuis bouwterrein
48.000,00
€
148,11
0,72
34.714
34.714
Ziekenhuis parkeerterrein
52.000,00
€
152,00
0,74
38.595
38.595
-
€
-
-
150,00
€
150,00
0,73
110
110
1.600,00
€
310,94
1,52
2.429
2.429
190.256
175.153
Overige terreinen Verkoop bestaand vastgoed
-
Totaal gewogen eenheden
Maximaal contant verhaalbare kosten
35.836.421
Maximaal te verhalen kosten per gewogen eenheid
€
205
Tabel 6: voorbeeldberekening exploitatiebijdrage individuele eigenaar
Op basis van het in de omgevingsvergunningaanvraag opgenomen bouwprogramma kan de bruto exploitatiebijdrage worden bepaald. De bruto exploitatiebijdrage wordt bepaald door het verhaalbare bedrag per gewogen eenheid te vermenigvuldigen met de uitgiftecategorieën die in de aanvraag voor de omgevingsvergunning zijn opgenomen. De bepaalde bruto exploitatiebijdrage wordt vervolgens met de navolgende kosten verminderd (artikel 6.19 Wro): 1. 2.
De inbrengwaarde van de in de vergunningaanvraag bedoelde gronden, voor zover deze niet volgens het exploitatieplan buiten het kostenverhaal blijven; De eventuele kosten die in verband met de exploitatie van de betreffende gronden door de aanvrager zijn gemaakt, welke kosten voor de berekening van het te verhalen bedrag niet hoger kunnen zijn dan de raming van die kosten in het exploitatieplan.
Na aftrek van bovenstaande kosten resteert de netto exploitatiebijdrage die de exploitant binnen de daartoe in de omgevingsvergunning gestelde termijn dient te voldoen. De bovengenoemde netto exploitatiebijdrage is berekend op contante waardedatum 1 januari 2013. De netto exploitatiebijdrage wordt vanaf de contante waardedatum tot aan het moment van verlening omgevingsvergunning, activiteit bouwen, geïndexeerd met de in tabel 2 opgenomen parameter rente.
1036.429-EP1
Blad 20.
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
Tot slot dient te worden opgemerkt dat uit de berekeningssystematiek van de netto exploitatiebijdrage volgt dat bij particuliere grondexploitatie de percelen waarop hoge kosten drukken en lage of geen opbrengsten, een nettobijdrage ontvangen uit de exploitatie, terwijl de percelen, waarop lage kosten en hoge opbrengsten rusten, een nettobijdrage leveren. Het kan voorkomen dat de in een Exploitatieplan geraamde grondexploitatiekosten voor het treffen van voorzieningen op een bepaald perceel de opbrengsten zullen overtreffen. In dat geval heeft degene die de kosten voor zijn rekening neemt, recht op een vergoeding op basis van het Exploitatieplan. De vergunninghouder kan echter pas een beroep doen op deze vergoeding als de met het perceel verband houdende in het Exploitatieplan opgenomen prestaties zijn verricht. Die prestaties kunnen niet alleen bestaan uit de uitvoering van de in het Exploitatieplan voorziene werken en werkzaamheden, maar ook uit de overdracht aan de gemeente van gronden, bestemd voor openbare ruimte. Wanneer een vergunninghouder weigert dergelijke gronden over te dragen, terwijl dit wel in het Exploitatieplan voorzien was, kan de gemeente op haar beurt weigeren de bijdrage te verstrekken. In onderstaande tabel 7 is de voorbeeldberekening van de netto exploitatiebijdrage per 1 eigenaar weergegeven, indien deze exploitant een succesvol beroep op zelfrealisatie doet . Voorbeeldberekening exploitatiebijdrage te betalen per omgevingsvergunning
Stap 1: gegevens ingediende omgevingsvergunning
A Inbrengwaarde perceel B C D E
Uitgeefbaar gebied perceel Openbaar gebied perceel Totaal aantal gewogen eenheden omgevingsvergunning Zelfverrichte werkzaamheden
€
€
1.000.000 60% 40% 20.000 -
Stap 2: berekening exploitatiebijdrage per omgevingsvergunning
F Totaal contante kosten G Totaal contante opbrengsten
€ 40.943.611 € 35.836.421
H Maximaal verhaalbare kosten ( = minimum van F en G)
€ 35.836.421
I Totaal aantal gewogen eenheden exploitatieplan J Maximaal verhaalbare kosten per gewogen eenheid D Totaal aantal gewogen eenheden omgevingsvergunning
€
175.153 204,60 20.000
K Maximaal te verhalen kosten op omgevingsvergunning ( = J x D / bruto exploitatiebijdrage )
€
4.092.014
A Inbrengwaarde perceel B Uitgeefbaar gebied perceel L Inbrengwaarde zelf te bebouwen deel perceel ( = A x B )
€
1.000.000 60% 600.000
E Zelfverrichte werkzaamheden aanvrager omgevingsvergunning
€
M Netto exploitatiebijdrage omgevingsvergunning ( = K - L - E ) te verbinden aan verlening van de omgevingsvergunning indien gemeente openbaar deel niet aankoopt
€
3.492.014
Inbrengwaarde perceel Openbaar gebied perceel Inbrengwaarde openbaar deel perceel ( = A x C ) Openbaar gebied perceel
€
1.000.000 40% 400.000
N Inbrengwaarde openbaar deel perceel ( = A x C )
€
€
-
Stap 3: mogelijke afrekening exploitatiebijdrage per omgevingsvergunning A C N C
€
-
O Saldo afrekening omgevingsvergunning bij aankoop openbaar deel ( = M - N ) € 3.092.014 te verbinden aan verlening omgevingsvergunning indien gemeente openbaar deel aankoopt tegen inbrengwaarde
Tabel 7: netto exploitatiebijdrage individuele eigenaar
1
In de berekening is uitgegaan van een fictieve toekomstige situatie van een grondeigenaar met een fictieve inbrengwaarde en fictieve gewogen eenheden. De contante kosten en opbrengsten zijn op het Exploitatieplan gebaseerd. 1036.429-EP1
Blad 21.
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
3.
Gerealiseerde kosten en opbrengsten De in de exploitatieopzet opgenomen begroting van kosten en opbrengsten is voor een groot deel gebaseerd op ramingen. In de huidige situatie zijn reeds onderzoeken en (voorbereidende) werkzaamheden uitgevoerd. Op dit moment zijn tevens opbrengsten uit gronduitgifte of anderszins in het kader van dit Exploitatieplan gerealiseerd. Een overzicht van de gerealiseerde kosten en opbrengsten zijn op grond van artikel 6.2.8 Bro in onderstaande tabel 8 weergegeven. Percentage gerealiseerde kosten Begroot
Gerealiseerd per 31/12/2012
%
Kostensoort 6.2.3.a Waarde van de gronden 6.2.3.b Waarde van de opstallen 6.2.3.c Kosten vrijmaken grond van rechten e.d. 6.2.3.d Kosten sloop, verwijderen, verplaatsen 6.2.4.a Kosten onderzoeken 6.2.4.b Kosten bodemsanering en grondwerken 6.2.4.c Kosten aanleg voorzieningen in het gebied 6.2.4.d Kosten van maatregelen 6.2.4.e Kosten buiten het exploitatiegebied (ook compensatiemaatregelen) 6.2.4.f Kosten voor toekomstige exploitaties (die in naaste toekomst voor bebouwing in aanmerking komen)
€ 25.015.575 € € € € 751.546 € € 459.458 € € 979.000 € € 124.702 € € 5.362.869 € € € € 371.921 € € €
24.396.575 641.761 265.203 650.450 24.702 1.596.094 371.921 -
6.2.4.g 6.2.4.h 6.2.4.i 6.2.4.j 6.2.4.k 6.2.4.l 6.2.4.m 6.2.4.n
€ € € € € € € 4.689.644 € € 160.000 € € 466.000 € € € € 3.117.781 €
68.485 4.700 3.117.781
100,0%
Kosten van voorbereiding, ontwikkeling, beheer en toezicht Kosten opstellen ruimtelijke plannen Kosten ontwerpcompetities Gemeentelijke apparaatskosten Kosten tijdelijk beheer (netto) Planschadekosten Niet terugvorderbare belastingen Rentekosten / -opbrengsten
98% 85% 58% 66% 20% 30% 100%
43% 1%
Totaal kosten
€ 41.498.496
€
31.137.672
75%
Opbrengstensoort 6.2.7.a Uitgifte van gronden in het exploitatiegebied 6.2.7.b Bijdragen en subsidies van derden 6.2.7.c Bijdrage andere exploitaties
€ 38.443.543 € € 79.584 € € €
16.315.453 79.584 -
42% 100%
Totaal opbrengsten
€ 38.523.127
16.395.037
43%
€
Tabel 8: percentage gerealiseerde kosten en opbrengsten
1036.429-EP1
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
4.
Herziening en afrekening exploitatieplan
4.1.
Herziening van het Exploitatieplan (artikel 6.15 Wro)
Blad 22.
Bij een herziening van een exploitatieplan is artikel 6.15, eerste lid Wro, niet van toepassing en kan de mededeling, bedoeld in artikel 6.15, tweede lid Wro, achterwege blijven voor zover de herziening uitsluitend betrekking heeft op: • • • •
een uitwerking en detaillering van de ramingen van kosten en opbrengsten; een aanpassing van deze ramingen met inachtneming van de in het exploitatieplan aangegeven methoden van indexering; een vervanging van de ramingen van de kosten door gerealiseerde kosten, of andere niet-structurele onderdelen.
Deze herziening kan ertoe leiden dat eigenaren die nog geen omgevingsvergunning hebben aangevraagd, een hogere of een lagere exploitatiebijdrage moeten betalen dan in het geval de eigenaren voor de herziening hun omgevingsvergunningaanvraag hadden ingediend. De daadwerkelijk te betalen exploitatiebijdrage bij de verlening van de omgevingsvergunning is af te leiden uit de laatst vastgestelde herziening van het exploitatieplan.
4.2.
Afrekening van het Exploitatieplan (artikel 6.20 Wro) Binnen drie maanden na uitvoering van de in een exploitatieplan voorziene werken, werkzaamheden en maatregelen stellen burgemeester en wethouders een afrekening van het Exploitatieplan vast. Bij de afrekening worden de betaalde exploitatiebijdragen herberekend op grond van de totale kosten en het totale aantal gewogen eenheden in het Exploitatiegebied. De basiseenheden en gewichtsfactoren die zijn toegepast bij de berekening van een betaalde exploitatiebijdrage, worden ook toegepast bij de herberekening. Indien een herberekende exploitatiebijdrage meer dan vijf procent lager is dan een betaalde exploitatiebijdrage, betaalt de gemeente binnen een maand na vaststelling van de afrekening het verschil, voor zover het groter is dan vijf procent, naar evenredigheid terug met rente aan degene die ten tijde van de betaling van de bijdrage, of een gedeelte daarvan, houder was van de desbetreffende omgevingsvergunning, of diens rechtsopvolger. Indien ten minste negentig procent van de in het Exploitatieplan begrote kosten is gerealiseerd, wordt op verzoek met betrekking tot de desbetreffende exploitatiebijdrage een afrekening opgesteld. Tegen een besluit omtrent de afrekening en de herberekende exploitatiebijdrage kan beroep worden ingesteld.
1036.429-EP1
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
Blad 23.
DEEL C: REGELS 1.
Begrippen
Bestemmingsplan
: Het bestemmingsplan ‘Uden Noord I’.
Uitwerkingsplan
: Het uitwerkingsplan behorende bij het Bestemmingsplan
Uitgeefbare gronden
: De gronden waarop één of meer bouwplannen mogelijk zijn.
Exploitatiebijdrage
: De door een particuliere exploitant via de omgevingsvergunning aan de gemeente verschuldigde betaling in de kosten van de grondexploitatie op grond van artikel 6.18 Wro en artikel 6.19 Wro. De exploitatiebijdrage wordt berekend op de contante waardedatum, te weten 1 januari 2013. De exploitatiebijdrage wordt vanaf de contante waardedatum tot aan het moment verlening omgevingsvergunning, activiteit bouwen, geïndexeerd met de in paragraaf 1.2 van deel B van dit Exploitatieplan opgenomen parameter.
Exploitatieplan
: Het exploitatieplan ‘Uden Noord I’ als bedoeld in artikel 6.12 Wro en artikel 6.13 Wro.
Exploitatiegebied
: Het exploitatiegebied ‘Uden Noord I’ waarop dit Exploitatieplan van toepassing is, zoals weergegeven in bijlage 1 van deel A van dit Exploitatieplan.
Exploitatieopzet
: De exploitatieopzet als bedoeld in artikel 6.13 lid 1 onder c Wro en als bedoeld in hoofdstuk 1 van deel B van dit Exploitatieplan.
Openbare ruimte
: De gronden in en ten behoeve van het Exploitatiegebied waarop de openbare voorzieningen worden gereconstrueerd of gerealiseerd, waaronder openbare wegen, waterwegen en groenvoorzieningen.
Bouwrijp maken
: In het Exploitatiegebied zijn de volgende werken en werkzaamheden voor het bouwrijp maken voorzien: • het ontdoen van bebouwing, bouwresten en andere boven- en ondergrondse obstakels; • het ontgraven, ophogen en egaliseren van het terrein; • het verwijderen van struiken, bomen en boomstronken; • het dempen van sloten en watergangen; • het treffen van grondwaterregulerende maatregelen; • het afvoeren van grondwater; • het aanleggen van duikers, rioleringen en gemalen, persleidingen; • het aanleggen van bouwwegen; • overige voorkomende werkzaamheden.
Nutsvoorzieningen
: In het Exploitatiegebied zijn de volgende werken en werkzaamheden voor de aanleg van nutsvoorzieningen, inclusief bijbehorende bovengrondse voorzieningen, voorzien conform de Algemene Randvoorwaarden Gemeente Uden, bijlage 1 van deel C:
1036.429-EP1
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
•
Woonrijp maken
Blad 24.
aanleg van en, indien van toepassing, verplaatsing of aanpassing van onder andere leidingen voor gas, water, elektra, telefoon, centraal antenne systeem, inclusief de nodige bovengrondse voorzieningen, zoals transformatorhuisjes, verdeelkasten en installaties/gebouwen voor duurzame energievoorzieningen.
: In en ten behoeve van het Exploitatiegebied zijn de volgende werken en werkzaamheden voor het (her)inrichten van de openbare ruimte voorzien: • Het aanleggen en aanpassen van wegen en pleinen, zowel met een open verharding als asfalt, met bijbehorende (verkeers- en verkeersregulerende) voorzieningen; • Het aanleggen van openbare verlichting en brandkranen met aansluitingen; • Het plaatsen van straatmeubilair, speelvoorzieningen, hondentoiletten, sierende elementen en afrastering in de openbare ruimte; • Het aanleggen van groenvoorzieningen; • Het aanleggen van waterbergingsvoorzieningen; • aanleg rotonde Bitswijk en ongelijkvloerse fietserstunnel; • herprofilering Nistelrodeseweg; • afslag Uden Noord op de rondweg t.b.v. bevoorrading ziekenhuis en ontsluiting achterliggend te bebouwen gebied.
1036.429-EP1
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
Blad 25.
2.
Werken en werkzaamheden
2.1.
De bestekken en tekeningen voor de uitvoering van werken en werkzaamheden voor het Bouwrijp maken, de aanleg van Nutsvoorzieningen en het inrichten van de Openbare ruimte, dienen te voldoen aan (I) de technische eisen zoals opgenomen in de Algemene Randvoorwaarden Gemeente Uden, dat als bijlage 1 van deel C van dit Exploitatieplan is gevoegd.
2.2.
Het is verboden te starten met de uitvoering van werken en werkzaamheden voor het Bouwrijp maken van het Exploitatiegebied, de aanleg van Nutsvoorzieningen en de inrichting van de Openbare ruimte, voordat het bestek ter goedkeuring is voorgelegd aan en is goedgekeurd door burgemeester en wethouders.
2.3.
De bestekken en tekeningen zullen worden getoetst aan de gestelde eisen in de in lid 2.1 genoemde stukken. Burgemeester en wethouders beslissen binnen zes weken na ontvangst van de bestekken en tekeningen omtrent de goedkeuring van deze stukken.
2.4.
De werken en werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd in overeenstemming met de door de gemeente goedgekeurde bestekken en tekeningen voor het Bouw- en Woonrijp maken, de aanleg van Nutsvoorzieningen en het inrichten van de Openbare ruimte en overeenkomstig de eisen zoals opgenomen in de in lid 2.1 genoemde stukken. De partij die uitvoert, is aansprakelijk voor schade die zijn bouwactiviteiten veroorzaken.
2.5.
De uitvoering van werken en werkzaamheden voor het Bouwrijp maken, de aanleg van Nutsvoorzieningen en het inrichten van de Openbare ruimte vinden plaats onder toezicht van een door burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouder. De toezichthouder geeft aanwijzingen over de route van het bouwverkeer. Na de start van de uitvoering van de werkzaamheden heeft de toezichthouder te allen tijde toegang tot de gronden van het Exploitatiegebied, waarop de uitvoering plaatsvindt. De aanwijzingen van de toezichthouder dienen te worden opgevolgd.
2.6.
Partijen die de werken en werkzaamheden uitvoeren, zijn verplicht tot het onderhouden van de bouwwegen, totdat deze wegen als onderdeel van de Openbare ruimte Woonrijp zijn gemaakt.
2.7.
Zodra de werken en werkzaamheden zijn voltooid, wordt hiervan door partijen schriftelijk melding gedaan aan burgemeester en wethouders. Bij die melding wordt een voltooiingverslag gevoegd, dat een aanduiding van de werken en werkzaamheden inhoudt, waarop de melding betrekking heeft.
2.8.
Een voltooiingverslag behoeft de schriftelijke instemming van burgemeester en wethouders. Uiterlijk 8 weken na ontvangst van dat verslag wordt omtrent de instemming besloten.
1036.429-EP1
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
Blad 26.
2.9.
Burgemeester en wethouders onthouden zich van instemming met een voltooiingverslag, indien daarin naar hun oordeel niet aannemelijk is gemaakt, dat de daarin begrepen werken en werkzaamheden zijn uitgevoerd in overeenstemming met de goedgekeurde bestekken en tekeningen voor het Bouw- en Woonrijp maken, de aanleg van Nutsvoorzieningen en het inrichten van de Openbare ruimte en overeenkomstig de eisen, zoals opgenomen in de in lid 2.1 genoemde stukken.
2.10.
Voor exploitant geldt na overdracht van de openbare ruimte aan de gemeente een garantieperiode van 12 maanden, waarin hij eventuele gebreken voor zijn rekening herstelt.
2.11.
Het is verplicht de diensten, werken en werkzaamheden namens de gemeente openbaar aan te besteden volgens de richtlijnen 2004/18/EG van het Europees Parlement en de raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, zoals gepubliceerd in PbEG 2004, L 134/114 d.d. 30 april 2004, alsmede volgens de interpretatieve mededeling van de Europese Commissie over de Gemeenschapswetgeving die van toepassing is op het plaatsen van opdrachten die niet of slechts gedeeltelijk onder de richtlijnen inzake overheidsopdrachten vallen, zoals gepubliceerd in PbEG 2006, C 179/02. Wat betreft opdrachten met een opdrachtsom onder het betreffende drempelbedrag uit de voornoemde richtlijnen, dient het gemeentelijk inkoopbeleid te worden gevolgd waarvan de relevante delen zijn opgenomen als bijlage 2 bij deel C van dit Exploitatieplan.
2.12.
Om te garanderen dat aan het in lid 2.11 bepaalde wordt voldaan, dient exploitant de raming van de door deze exploitant aan te leggen openbare voorzieningen 13 weken voorafgaand aan de geplande aanleg ter controle aan de gemeente voor te leggen. Daarbij dient de exploitant tevens een aanbestedingsprotocol op te stellen in overleg met het cluster centrale inkoop van de gemeente Uden, waarin is aangegeven op welke wijze de opdracht voor de uitvoering van werken en werkzaamheden wordt gegund. Dit aanbestedingsprotocol dient aan burgemeester en wethouders te worden voorgelegd. Burgemeester en wethouders beslissen uiterlijk 8 weken na ontvangst van de raming en het protocol omtrent de instemming met het protocol.
2.13.
De gunning van opdrachten voor de uitvoering van werken en werkzaamheden vindt plaats in overeenstemming met het aanbestedingsprotocol waarmee door burgemeester en wethouders is ingestemd.
2.14.
Het is verboden werken, werkzaamheden en bouwwerken, zoals omschreven in hoofdstuk 4 van deel A van dit Exploitatieplan, uit te voeren in strijd met de eisen zoals opgenomen in de regels 2.1 tot en met 2.13 van hoofdstuk 2 van deel C van dit Exploitatieplan.
1036.429-EP1
Blad 27.
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
3.
Slotregel e
Dit Exploitatieplan wordt geciteerd als: “Exploitatieplan ‘Uden Noord I’ – 1 herziening 2014”.
1036.429-EP1
Blad 28.
Uden | Exploitatieplan ‘Uden Noord I’
DEEL D: BIJLAGEN Bijlagen bij de toelichting (deel A) 1. 2.
Kaart ‘Exploitatiegebied’, de datum 12 november 2013 (kenmerk:D13-009) Kaart ‘Eigendommenkaart’, de datum 4 oktober 2013 (kenmerk:D13-008)
Bijlage bij de exploitatieopzet (deel B) 1. 2. 3.
Exploitatieopzet Plankostenscan Berekening toerekening kosten Rotonde Bitswijk
Bijlage bij de regels (deel C) 1. 2.
Algemene Randvoorwaarden Gemeente Uden Inkoopbeleid, gemeente Uden
1036.429-EP1
DEEL A
BIJLAGE 1
R 448
R 256 R 465 R 268 R 720
R 721
R 800 R 187 R1 76
R 715 R 466 R7 97
R 623
R 451 R 795
R 796
R 762
R2 52
3 1 R5
R 245
R 175
R 761
R 452
R 255
R 799
R 167
R 449
R 784
R 809
R 246 R 672
R 798
R 269
R 804
R 247
R 808
R 732 R 673
50 R7
R 157
R 748
R 166
R 752 R 165 R
R 805
R 250
27 5
R 605 R 249
60 4
R 783
R 164
R
R 531 R 529 R 149
R 163
R 781
Q 1625
R 782
62 R1
R 161
R 160
R 601
R 242 R 248
R 530
R 600
R 477 R 158
88 Q3
R 630
R 151
Q 387
276
R 241
R
R 478
Q 1670 R 778
Q 1671
R 790
9 1 Q8
R 771
R 475 R 786
R 277
R 788 R 476
Q 820
R 787 R 792
83 Q3
Q 1299 Q 1628
Q 1653
R 785 Q 1629
Groen R 789
Q 378 Q 381
Verkeer/verblijf/Parkeren
R
22 4
R 772
R 793
Q 1300
R 794
Q 1337
Wonen R 776
Grondgebonden woningen uit te werken Zakelijk - uit te werken
R 706
Bestemmingsplangrens
R 485 Q 377
Maatschappelijk - uit te werken R 773 R 791 Q 1092
Exploitatiegrens
Q 379 R 775 R 233
Q 380 Q 1275
Q 1091 Q 1638 R 705
Vrije kavels - uit te werken R 774 Q 1639
Q 1090
R 482
R 607
Maatschappelijke doeleinden
B 4551 B 3403
Q 1228 Q 1229
B 3503
Openbaar Groen
GEMEENTE UDEN
395 B4 396 B4
397 B4 372 B4
398 B4
B 4400
B 4371 373 B4
Exploitatieplan Uden-Noord 1- 1e herziening 2014
8 61 B4
374 B4 375 B4
Q 362
Bestaande inpassing
4 41 B4 3 41 B4 2 41 B4 1 41 B4 0 41 B4 409 B4 408 B4
36 1 B3
37 1 B3
35 1 B3
84 1 B3
32 1 B3
B 3126
34 1 B3
85 1 B3 86 1 B3
488 B3
487 B3
427 B3
B 3125
489 B3 490 B3
B 2483
87 1 B3
B 4617
428 B3 88 1 B3
Q 361
25 B 34
B 2812
23 B 34
B 3128
B 4550
Q 1255
486 B3
B 4338
30 1 B3
B 4538
424 B3 395 B3 485 B3
8 1 Q8
Q 1087
31 1 B3
Q 365
38 B 31
R 484
Q 367
408 B3
47 Q7
Q 1302
39 1 B3
Q 748
B 3411 B 3412
407 B3
0 41 B3
4 41 B3
Q 1231
3 41 B3
Q 371
Q 1675
409 B3
Q 1230
06 B 34
Q 1640
404 B3 405 B3
B 3557
R 481
Q 1089
N
9 61 B4
B 4376 B 4426
B 4596
Q 1589 B 3491
B 3810 B
6 1 Q8
B 4616
L 3564
383 B4 B 4381
379 B4
B 3058
L 3489
B 388 B4
390 B4
B 4593
389 B4
394 B4
B 3808
392 B4
3509 L L3509
393 B4
Q 1588
391 B4
B 3807
4 438
387 B4
380 B4
B 3492 Q 1580 Q 1256
Bijlage 1: Exploitatiegebied
B 4382 B 2890
8 437
B 3493 Q 1579 Q 1423
Schaal
B 4592 L 3563
Datum
B 3430 B 3494
Q 1416
B 3431 B 3495 B 4427 B 3432 B 3806
Q 1422
12-11-2013
B 3496
H:\Vakinhoudelijk\09CADgeodata\Afdelingen\PZ\Tekeningen\PlotTekeningen\2013\PLTD13-009_BLD1.dgn
PLTD13-009_BLD1.dgn 12-11-2013 15:50:49
1:2000
12-11-2013
31102013
B
7 437
Wi j zdat a
7 1 Q8
Get.
Gez.
Form.
Blad
Tekening nummer
H.S.
--
A2
1
D13-009
BIJLAGE 2
R 536
R 447 R 88 1
R 179 R 448
R 256 R 465 R 268 R 720
R 721
R 800 R 187 R1 76
R 715 R 466
R7 97
R 623
R 451
R 795
R 796
R 762
R2 52
3 1 R5
R 245
R 175
R 761
R 452
R 255
R 799
R 714 R 167
R 449
R 784
R 246 R 798
R 672
R 244
R 269
R 473
R 247 R 732 R 673
50 R7
R 157
R 748
R 166
R 752 R 165 R
R 250
27 5
R 605 R 249 Q 391
60 4
R 783
R 164
R
R 531 R 529 R 149
R 163
Q 1624 R 781
Q 1625
R 782
62 R1
R 161
R 160
R 601
R 242 R 248
R 530
R 600
R 477 R 158
Q 1166 88 Q3
R 630
R 151
Q 387
276
R 241
R
R 478
Q 1670 R 778
Q 1671
Q 1335
R 790
9 1 Q8
10735 m2
R 475
R 771
R 786
Q 1652 R 277
R 788 R 476
Q 820
R 787 R 792
83 Q3
Q 1299 Q 1628
Q 1653
R 785 Q 1629
R 789
Q 378 Q 381
R
22 4
R 772
R 793
Q 1300
R 794
Q 1337
R 776
R 485 Q 377
R 773 R 791 Q 1092
B 3588
B 3587
Q 379 R 775 R 233
Q 380
B 4341 Q 1091 B 4308
Q 1638
929 B3
930 B3
R 774
871 B3
Q 1639
Q 1090
933 B3
B 3589 931 B3
B 4519
B 3568
932 B3
R 705
935 B3
Q 1275
R 482
R 607 B 4551
Q 1228 Q 1229
R 481
Q 1089
GEMEENTE UDEN
Q 1640
Q 1230
Q 371
Q 1675
Q 1231
Q 748
47 Q7
R 484
Exploitatieplan Uden-Noord 1-1e herziening 2014
Q 367 Q 1302
Bijlage 2: Eigendommenkaart
Q 365
8 1 Q8
Q 1087 B 4550
Q 1255
In eigendom/reeds door de Gemeente Uden uit te geven gronden.
Q 361
N
B 4617
Q 362
Grens exploitatieplan
Q 1589 7 1 Q8
Bestemmingsplangrens
B 3810
6 1 Q8
B 4616
L 3564 L 3489
Particulier eigendom
Q 1580 Q 1256
L 3509
Schaal
Datum
Q 1579 Q 1423
L 3563
1: 2000 Q 1416
12-11-2013
H:\Vakinhoudelijk\09CADgeodata\Afdelingen\PZ\Tekeningen\PlotTekeningen\2013\PLTD13-008_BLD1.dgn
PLTD13-008_BLD1.dgn 12-11-2013 15:52:23
04-10-2013
Wi j zdat a
Q 1588
Get.
GM
Gez.
Form.
--
A2
Blad
1
Tekening nummer
D13-008
DEEL B
BIJLAGE 1
Exploitatieopzet 1036.429-G1
Opdrachtgever:
Gemeente Uden
Project:
Uden-Noord I
Dossier:
1036.429
printdatum:
5 november 2013
1036.429-G1
Samenvatting exploitatieopzet Algemeen Opdrachtgever: Project: Dossier: Datum:
Gemeente Uden Uden-Noord I 1036.429 05-nov-13
Datum start exploitatie Datum contante waarde Datum einde exploitatie Prijspeil Looptijd exploitatie Kostenstijging Opbrengstenstijging
1 januari 2009 1 januari 2013 1 januari 2023 1 januari 2013 14,0 1,5% 0,5%
Renteverlies Rentewinst Rente contant
4,0% 4,0% 4,0%
Versie: Status:
1036.429-G1 Definitief
Berekening Wro 6.13.1.c.1
Bro 6.2.3.a 6.2.3.b 6.2.3.c 6.2.3.d
6.13.1.c.2 6.2.4.a 6.2.4.b 6.2.4.c 6.2.4.d 6.2.4.e 6.2.4.f 6.2.4.g 6.2.4.h 6.2.4.i 6.2.4.j 6.2.4.k 6.2.4.l 6.2.4.m 6.2.4.n
Wro 6.13.1.c.3
Nominaal € 26.226.579 € 25.015.575 € € 751.546 € 459.458
Inbrengwaarde gronden Waarde van de gronden Waarde van de opstallen Kosten vrijmaken grond van rechten e.d. Kosten sloop, verwijderen, verplaatsen
€ € € € €
Kostenstijging 6.618 1.647 4.972
€ € € € €
Totaal 26.233.197 25.015.575 753.193 464.430 21.005.676 995.578 128.907 5.630.282 371.921 4.689.644 165.726 487.324 3.117.781 5.418.514
Andere kosten ivm de exploitatie Kosten onderzoeken Kosten bodemsanering en grondwerken Kosten aanleg voorzieningen in het gebied Kosten van maatregelen in het gebied Kosten buiten het exploitatiegebied Kosten voor toekomstige exploitaties Kosten van voorbereiding en toezicht Kosten opstellen ruimtelijke plannen Kosten ontwerpcompetities Gemeentelijke apparaatskosten Kosten tijdelijk beheer Planschadekosten Niet terugvorderbare belastingen Rentekosten / -opbrengsten (gerealiseerd) Rentekosten / -opbrengsten (exploitatie)
€ 15.271.917 € 979.000 € 124.702 € 5.362.869 € € 371.921 € € € € € 4.689.644 € 160.000 € 466.000 € € 3.117.781
€ € € € € € € € € € € € € €
315.245 16.578 4.205 267.413 5.726 21.324 -
€ € € € € € € € € € € € € € € €
TOTAAL KOSTEN
€ 41.498.496
€
321.863
Bro € € € €
Opbrengsten van de exploitatie 6.2.7.a Uitgifte van gronden 6.2.7.b Bijdragen en subsidies van derden 6.2.7.c Bijdrage andere exploitaties
Nominaal 39.043.127 38.963.543 79.584 -
€ 39.043.127
TOTAAL OPBRENGSTEN
€
47.238.873
Opbrengstenstijging € 518.052 € 518.052 € € -
€ € € €
Totaal 39.561.179 39.481.595 79.584 -
€
€
39.561.179
518.052
Resultaat op einddatum € Resultaat op startdatum € Resultaat op contante waarde €
Pagina: 2 van 11
7.677.6944.433.6775.186.775-
printdatum: 5-11-2013
1036.429-G1
Ruimtegebruik
Opdrachtgever: Project: Dossier: Datum: Versie: Status:
Gemeente Uden Uden-Noord I 1036.429 05-nov-13 1036.429-G1 Definitief
Ruimtegebruik Omschrijving A 95,9% 4,1%
Bruto plangebied Gemeente Uden Langenhuizen, Uden R 786
Oppervlakte
Eenheid Opmerkingen
260.707 m2 249.972 m2 10.735 m2
B
Te handhaven elementen Bebouwing / groen
-
m2 m2
C
Bovenwijkse voorzieningen
-
m2
D = A - B - C Netto exploitatiegebied 74% 3% 18% 9% 4% 1% 18% 20% 0% 1% 26%
Uitgeefbaar gebied Woningen vs ggb grote kavels kl 1 Woningen vs ggb grote kavels kl 2 Woningen vs ggb kl 3 Maatschappelijke dienstverlening 1 Maatschappelijke dienstverlening 2 Ziekenhuis bouwterrein Ziekenhuis parkeerterrein Overige terreinen Verkoop bestaand vastgoed
Openbaar gebied 26% Totaal Totaal openbaar gebied (verharding, groen, water)
260.707 m2 191.745 8.065 46.695 22.500 10.735 2.000 48.000 52.000 150 1.600
m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2
68.962 m2 68.962 m2 68.962 m2
Pagina: 3 van 11
printdatum: 5-11-2013
1036.429-G1
Opbrengstenraming
Opdrachtgever: Project: Dossier: Datum: Versie: Status:
Gemeente Uden Uden-Noord I 1036.429 05-nov-13 1036.429-G1 Definitief
Berekening Wro 6.13.1.c.3
Bro 6.2.7.a
6.2.7.b
6.2.7.c
Eenheidsprijs
Hoeveelheid
Eenheid
Subtotaal
Opbrengsten van de exploitatie Uitgifte van gronden in het exploitatiegebied
Exploitatieplan Gewichtsfactoren Programma
Gewogen eenheden
Woningen vs ggb grote kavels kl 1
4 won
€
204,80
8.065 m2
1.651.675
1,00
8.065,00
8.065
Woningen vs ggb grote kavels kl 2 Woningen vs ggb kl 3
50 won 150 won
€ €
275,00 275,00
46.695 m2 22.500 m2
€ 12.841.125 € 6.187.500
1,34 1,34
46.695,00 22.500,00
62.702 30.213
€ € € €
250,00 250,00 148,11 152,00
3.000 8.000 48.000 52.000
€ € € €
750.000 2.000.000 7.109.243 7.904.000
1,22 1,22 0,72 0,74
3.000,00 8.000,00 48.000,00 52.000,00
3.662 9.766 34.714 38.595
st st st pst
m2 bvo m2 bvo m2 m2
€
Nominaal € 39.043.127 € 38.963.543
Maatschappelijke dienstverlening 1 Maatschappelijke dienstverlening 2 Ziekenhuis bouwterrein Ziekenhuis parkeerterrein
3 2 1 2
Overige terreinen
1 st
€
150,00
150 m2
€
22.500
0,73
150,00
110
Verkoop bestaand vastgoed Afronding
1 won
€
310,94
1.600 m2
€ €
497.500 -
1,52
1.600,00
2.429
€ €
52.080,00 27.504,00
€ € €
79.584 52.080 27.504
€
79.584
Bijdrage andere exploitaties
€
-
TOTAAL OPBRENGSTENRAMING
€ 39.043.127
Bijdragen en subsidies van derden * Bijdrage overig Bijdragen Ontvangen huren en pachten Afronding
1 post 1 post
Pagina: 4 van 11
190.256
printdatum: 5-11-2013
1036.429-G1
Kostenraming
Opdrachtgever: Project: Dossier: Datum: Versie: Status:
Gemeente Uden Uden-Noord I 1036.429 05-nov-13 1036.429-G1 Definitief
Berekening Wro 6.13.1.c.1
Bro 6.2.3.a
6.2.3.b
6.2.3.c
6.2.3.d
6.13.1.c.2 6.2.4.a
6.2.4.b
Eenheidsprijs
Hoeveelheid
Eenheid
Subtotaal
Nominaal € 26.226.579 € 25.015.575
Inbrengwaarde gronden Waarde van de gronden * Inbrengwaarde gronden Aankopen opstallen 1 Aankopen opstallen 2 Aankopen opstallen 3 Aankopen opstallen 4 Aankopen opstallen 5 Aankopen opstallen 6 Aankopen opstallen 7 Aankopen opstallen 8 Aankopen opstallen 9 Aankopen opstallen 10 Aankopen opstallen 11 Aankopen opstallen 12 Aankopen 1 Aankopen 2 Aankopen 3 Aankopen 4 Aankopen 5 Aankopen 6 Aankopen 7 Aankopen 8 Aankopen 9, nog te realiseren, Langenhuizen, Uden R 786 Aankopen 10 Aankopen 11 Aankopen 12 Aankopen 13 Aankopen 14 Aankopen 15 Aankopen 16 Aankopen 17 Aankopen 18 Aankopen 19 Aankopen 20 Aankopen 21 Aankopen 22 Aankopen 23 Aankopen 24 Aankopen 25 Aankopen 26 Aankopen 27 Aankopen 28 Aankopen 29 Aankopen 30 Aankopen 31 Aankopen 32 Aankopen 34, nog te realiseren Aankopen 35 Aankopen 36 Aankopen 37 Aankopen 38 Aankopen 41 * Afronding
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
Waarde van de opstallen * Inbrengwaarde opstallen die in verband met de exploitatie moeten worden gesloopt
€
* Afronding
€
Kosten vrijmaken grond van rechten e.d. * Bijkomende kosten verwerving, boekwaarde * Bijkomende kosten verwerving, nog te maken * Afronding
€ € €
641.761,00 109.784,81 -
€ €
Kosten sloop, verwijderen, verplaatsen * Opstallen, boekwaarde * Opstallen, nog te maken * Projectonvoorzien * Afronding
post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post post
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
226.500 275.000 515.000 131.000 165.000 255.000 275.000 962.000 280.000 320.000 500.000 630.000 33.500 850.000 1.060.000 980.000 418.500 500.000 47.500 128.400 349.000 80.500 590.000 115.000 1.000.000 945.000 1.000.000 566.500 610.000 718.000 1.200.000 197.400 850.000 1.175.000 1.043.000 682.500 420.000 7.325 143.000 730.000 975.000 1.120.000 540.000 800.000 270.000 197.500 35.200 3.250 100.000 -
-
1 post
€
-
-
1 post
€
-
1 post 1 post 1 post
€ € €
641.761 109.785 -
€
265.203,00 1 st 194.255,00 1 st 0% van subtotaal 6.2.3.d 1 post
€ € € €
265.203 194.255 -
€ €
650.450,00 328.550,00
1 post 1 post
€ €
650.450 328.550
€ €
24.702,00 1 post 100.000,00 1 post 0% van subtotaal 6.2.4.b 1 post
€ € € €
24.702 100.000 -
€ € € €
50.000 1.596.094 3.716.775 -
226.500,00 275.000,00 515.000,00 131.000,00 165.000,00 255.000,00 275.000,00 962.000,00 280.000,00 320.000,00 500.000,00 630.000,00 33.500,00 850.000,00 1.060.000,00 980.000,00 418.500,00 500.000,00 47.500,00 128.400,00 349.000,00 80.500,00 590.000,00 115.000,00 1.000.000,00 945.000,00 1.000.000,00 566.500,00 610.000,00 718.000,00 1.200.000,00 197.400,00 850.000,00 1.175.000,00 1.043.000,00 682.500,00 420.000,00 7.325,00 143.000,00 730.000,00 975.000,00 1.120.000,00 540.000,00 800.000,00 270.000,00 197.500,00 35.200,00 3.250,00 100.000,00 -
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
€
-
€
751.546
€
459.458
€ 15.271.917 € 979.000
Andere kosten i.v.m. de exploitatie Kosten onderzoeken * Archeologisch onderzoek en werkzaamheden, boekwaarde * Archeologisch onderzoek en werkzaamheden, nog te maken Kosten bodemsanering en grondwerken * Bodemsanering, boekwaarde * Bodemsanering, nog te maken * Projectonvoorzien * Afronding
€
€
124.702
€
5.362.869
6.2.4.c 6.2.5.a 6.2.5.c 6.2.5.c
Kosten aanleg voorzieningen in het gebied * Nutsvoorzieningen (deel dat niet uit gebruikstarieven kan worden gedekt) * Wegen (bouw en woonrijp maken), boekwaarde * Wegen (bouw en woonrijp maken), nog te maken * Afronding
6.2.4.d
Kosten van maatregelen in het gebied
€
-
6.2.4.e
Kosten buiten het exploitatiegebied * Fondsafdracht bovenwijkse voorzieningen * Afronding
€
371.921
€ 50.000,00 € 1.596.094,00 € 3.716.775,00 € -
€ €
371.921,00 -
1 1 1 1
post post post post
1 post 1 post
€ €
371.921 -
6.2.4.f
Kosten voor toekomstige exploitaties
€
-
6.2.4.g
Kosten van voorbereiding en toezicht
€
-
6.2.4.h
Kosten opstellen ruimtelijke plannen
€
-
6.2.4.i
Kosten ontwerpcompetities
€
-
Pagina: 5 van 11
printdatum: 5-11-2013
1036.429-G1
Kostenraming
Opdrachtgever: Project: Dossier: Datum: Versie: Status:
Gemeente Uden Uden-Noord I 1036.429 05-nov-13 1036.429-G1 Definitief
Berekening Wro
Bro 6.2.4.j
6.2.4.k
6.2.4.l
Eenheidsprijs
Hoeveelheid
Eenheid
Subtotaal
Gemeentelijke apparaatskosten * Gemeentelijke apparaatskosten (o.b.v. totaalbedrag), * Afronding
€ 4.689.644,00 € -
1 post 1 post
€ €
4.689.644 -
Kosten tijdelijk beheer * Beheers- en administratiekosten, boekwaarde * Beheers- en administratiekosten, nog te maken * Afronding
€ € €
68.485,00 91.515,00 -
1 post 1 post 1 post
€ € €
68.485 91.515 -
Planschadekosten * Planschade (exclusief planschadeonderzoek en procedurekosten) * Afronding
€ €
466.000,00 -
1 post 1 post
€ €
466.000 -
Nominaal €
4.689.644
€
160.000
€
466.000
6.2.4.m
Niet terugvorderbare belastingen
€
-
6.2.4.n
Rentekosten / -opbrengsten (gerealiseerd) * Rente over geïnvesteerde kapitalen en renteopbrengsten * Afronding
€
3.117.781
€ 3.117.781,00 € -
1 post 1 post
€ €
3.117.781 -
€ 41.498.496
TOTAAL KOSTENRAMING
Pagina: 6 van 11
printdatum: 5-11-2013
1036.429-G1
Fasering
Opdrachtgever: Project: Dossier: Datum: Versie: Status:
Gemeente Uden Uden-Noord I 1036.429 05-nov-13 1036.429-G1 Definitief
Fasering Kosten 6.2.3.a Waarde van de gronden 6.2.3.b Waarde van de opstallen 6.2.3.c Kosten vrijmaken grond van rechten e.d. 6.2.3.d Kosten sloop, verwijderen, verplaatsen 6.2.4.a Kosten onderzoeken 6.2.4.b Kosten bodemsanering en grondwerken 6.2.4.c Kosten aanleg voorzieningen in het gebied 6.2.4.d Kosten van maatregelen 6.2.4.e Kosten buiten het exploitatiegebied 6.2.4.f Kosten voor toekomstige exploitaties 6.2.4.g Kosten van voorbereiding, ontwikkeling, beheer en toezicht 6.2.4.h Kosten opstellen ruimtelijke plannen 6.2.4.i Kosten ontwerpcompetities 6.2.4.j Gemeentelijke apparaatskosten 6.2.4.k Kosten tijdelijk beheer (netto) 6.2.4.l Planschadekosten 6.2.4.m Niet terugvorderbare belastingen 6.2.4.n Rentekosten / -opbrengsten Kosten per jaar
Totaal Verschil € 25.015.575 € € 751.546 € 459.458 € 979.000 € 124.702 € 5.362.869 € € 371.921 € € € € € 4.689.644 € 160.000 € 466.000 € € 3.117.781 € 41.498.496
Boekwaarde € 24.396.575 € € 641.761 € 265.203 € 650.450 € 24.702 € 1.596.094 € € 371.921 € € € € € 68.485 € 4.700 € € 3.117.781 € 31.137.672
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € €
Opbrengsten 6.2.7.a Uitgifte van gronden in het exploitatiegebied Woningen vs ggb grote kavels kl 1 Woningen vs ggb grote kavels kl 2 Woningen vs ggb kl 3 Maatschappelijke dienstverlening 1 Maatschappelijke dienstverlening 2 Ziekenhuis bouwterrein Ziekenhuis parkeerterrein Overige terreinen Verkoop bestaand vastgoed 6.2.7.b Bijdragen en subsidies van derden 6.2.7.c Bijdrage andere exploitaties Opbrengsten per jaar
Totaal Verschil € 38.963.543 € 1.651.675 € 12.841.125 € 6.187.500 € 750.000 € 2.000.000 € 7.109.243 € 7.904.000 € 22.500 € 497.500 € 79.584 € € 39.043.127
Boekwaarde € 16.315.453 € 782.210 € € € € € 7.109.243 € 7.904.000 € 22.500 € 497.500 € 79.584 € € 16.395.037
€ € € € € € € € € € € € €
Programma 6.2.7.a Uitgifte van gronden in het exploitatiegebied Woningen vs ggb grote kavels kl 1 Woningen vs ggb grote kavels kl 2 Woningen vs ggb kl 3 Maatschappelijke dienstverlening 1 Maatschappelijke dienstverlening 2 Ziekenhuis bouwterrein Ziekenhuis parkeerterrein Overige terreinen Verkoop bestaand vastgoed Programma per jaar
Totaal 8.065 46.695 22.500 3.000 8.000 48.000 52.000 150 1.600 190.010
Verschil
Boekwaarde
1-1-2013 619.000 4.689.644 5.308.644
1-1-2014
1-1-2013
3.560
1-1-2016
1-1-2017
50.000 637.500 -
€ € € € € € € € € € € € €
1-1-2018 50.000 25.000 825.401 -
€ € € € € € € € € € € € €
1-1-2019 50.000 375.000 -
€ € € € € € € € € € € € €
270.133 -
€ € € € € € € € € € € € €
220.000 -
1-1-2022 € € € € € € € 188.505 € € € € € € -
€ € € € €
12.000 93.200 792.700
€ 12.000 € 93.200 € € € 1.005.601
€
10.000
€ € €
435.000
€ € € € €
9.000 279.133
€ € € € €
3.713 223.713
€ 3.000 € € € € 191.505
€ € € € € € € € € € € € €
1-1-2017 4.279.075 2.291.575 1.237.500 750.000 4.279.075
1-1-2019 € 2.006.125 € € 768.625 € 1.237.500 € € € € € € € € € 2.006.125
€ € € € € € € € € € € € €
1-1-2020 3.006.125 768.625 1.237.500 1.000.000 3.006.125
1-1-2021 € 1.876.325 € € 638.825 € 1.237.500 € € € € € € € € € 1.876.325
1-1-2022 € € € € € € € € € € € € € -
1-1-2020
1-1-2021
1-1-2022
2.795 4.500
2.323 4.500
109.785 101.995 78.550 25.000 263.969 -
€ €
-
€ €
-
€ €
-
€ € € € € € € € € €
50.000 50.000 25.000 263.969 -
€ € € € € € € € € €
42.260 50.000 25.000 722.298 -
€ € € € € € € € € €
€ € € € €
14.802 88.500 682.601
€ € € € €
14.000 93.200 496.169
€ € € € €
13.000 93.200 945.758
€ € € € € € € € €
1-1-2014 869.465 869.465 -
1-1-2015 € 3.135.000 € € 3.135.000 € € € € € € -
1-1-2016 € 3.621.575 € € 2.621.575 € € € 1.000.000 € € € -
€ € €
869.465
€ € € 3.135.000
€ € € 3.621.575
1-1-2015
1-1-2016
1-1-2017
1-1-2018
1-1-2019
11.400
9.533
8.333 4.500 3.000
9.516 4.500
2.795 4.500
1-1-2013 -
1-1-2015
€ € € € € € € € € € € € €
1-1-2014
€ € € € € € € € € € € € €
1-1-2018 3.854.400 2.616.900 1.237.500 3.854.400
1-1-2021
4.505
4.000 48.000 52.000 150 1.600 105.310
1-1-2020
0
Pagina: 7 van 11
4.505
11.400
13.533
4.000
15.833
14.016
7.295
11.295
6.823
0
printdatum: 5-11-2013
1036.429-G1
Exploitatieplan, kostenverhaal
Opdrachtgever: Project: Dossier: Datum: Versie: Status:
GEEN MACRO-AFTOPPING: GEEN MACRO-AFTOPPING: MACRO-AFTOPPING: ALLE CONTANTE ALLENIET CONTANTE KOSTEN ALLE CONTANTE VERHAALBAAR KOSTEN VERHAALBAAR KOSTEN VERHAALBAAR
Gemeente Uden Uden-Noord I 1036.429 05-nov-13 1036.429-G1 Definitief
Uitgangspunten Datum start exploitatie Datum start exploitatie Datum einde exploitatie Looptijd (jaren) Kostenstijging Opbrengstenstijging Renteparamater kosten Renteparameter opbrengsten Renteparameter contant
1 januari 2009 1 januari 2013 1 januari 2023 10,00 1,5% 0,5% 4,0% 4,0% 4,0%
BEOORDELING MACRO-AFTOPPING / VERHAALBARE CONTANTE KOSTEN Totaal Inflatie Rente
Boekwaarde 0,0 10,0
Restant
€ 10.360.824 € 321.863 € 3.950.302 € 14.632.990
€ € € €
5.308.644 2.549.446 7.858.090
€ € € €
682.601 10.239 293.287 986.127
€ € € €
496.169 14.997 188.400 699.565
€ € € €
€ 22.648.090 € 518.052 € 5.611.855 € 28.777.997
€ € € €
-
€ € € €
869.465 4.347 369.895 1.243.707
€ € € €
3.135.000 31.428 1.167.047 4.333.476
€ 22.648.090 € 518.052 € 5.611.855 € 28.777.997
€ € € €
-
€ € € €
869.465 4.347 369.895 1.243.707
€ € € €
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
-
Kosten nominaal Kostenstijging Rentelasten Kosten op eindwaarde Kosten contant
€ € € € €
41.498.496 321.863 18.903.992 60.724.351 41.023.195
€ 31.137.672
Opbrengsten Opbrengstenstijging Rentebaten Opbrengsten op eindwaarde Opbrengsten contant
€ € € € €
39.043.127 518.052 13.485.478 53.046.657 35.836.421
€ 16.395.037
€ € € € €
38.963.543 518.052 13.447.258 52.928.853 35.756.837
€ 16.315.453
€ € € € €
79.584 38.220 117.804 79.584
€
79.584
€ €
38.220 117.804
€ € € € €
-
€
-
€ €
-
Detailberekeningen contante opbrengsten 6.2.7.a - Uitgifte van gronden nominaal opbrengstenstijging rentebaten eindwaarde contante waarde 6.2.7.b - Bijdragen en subsidies van derden nominaal opbrengstenstijging rentebaten eindwaarde contante waarde 6.2.7.c - Bijdrage andere exploitaties nominaal opbrengstenstijging rentebaten eindwaarde contante waarde
€ 14.953.689 € 46.091.361
€ 7.873.623 € 24.268.660
€ 7.835.403 € 24.150.856
1-1-2013 0,0 10,0
1-1-2014 1,0 9,0
1-1-2015 2,0 8,0
1-1-2016 3,0 7,0
1-1-2017 4,0 6,0
1-1-2018 5,0 5,0
1-1-2019 6,0 4,0
1-1-2020 7,0 3,0
1-1-2021 8,0 2,0
945.758 43.201 312.444 1.301.402
€ 792.700 € 48.643 € 223.224 € 1.064.567
€ 1.005.601 € 77.717 € 234.704 € 1.318.022
€ € € €
435.000 40.648 80.793 556.441
€ € € €
279.133 30.661 38.682 348.477
€ € € €
223.713 28.298 20.564 272.575
€ € € €
3.621.575 54.596 1.161.419 4.837.590
€ 4.279.075 € 86.226 € 1.158.197 € 5.523.498
€ 3.854.400 € 97.328 € 856.153 € 4.807.882
€ 2.006.125 € 60.941 € 351.109 € 2.418.175
€ € € €
3.006.125 106.806 388.693 3.501.624
€ € € €
1.876.325 76.380 159.341 2.112.045
3.135.000 31.428 1.167.047 4.333.476
€ € € €
3.621.575 54.596 1.161.419 4.837.590
€ 4.279.075 € 86.226 € 1.158.197 € 5.523.498
€ 3.854.400 € 97.328 € 856.153 € 4.807.882
€ 2.006.125 € 60.941 € 351.109 € 2.418.175
€ € € €
3.006.125 106.806 388.693 3.501.624
€ € € €
1.876.325 76.380 159.341 2.112.045
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
-
Maximaal te verhalen kosten exploitatieplan Totaal contante kosten Totaal contante bijdragen Totaal contant te verhalen kosten
€ € €
41.023.195 79.584 40.943.611
Totaal contante opbrengsten (netto)
€
35.836.421
Maximaal te verhalen kosten
€
35.836.421
Pagina: 8 van 11
printdatum: 5-11-2013
1036.429-G1
Exploitatieplan, bijdragen
Opdrachtgever: Project: Dossier: Datum: Versie: Status:
Gemeente Uden Uden-Noord I 1036.429 05-nov-13 1036.429-G1 Definitief
Totaal plangebied Ruimtegebruik Bruto oppervlakte te handhaven Netto oppervlakte Uitgeefbaar Woningen vs ggb grote kavels kl 1 Woningen vs ggb grote kavels kl 2 Woningen vs ggb kl 3 Maatschappelijke dienstverlening 1 Maatschappelijke dienstverlening 2 Ziekenhuis bouwterrein Ziekenhuis parkeerterrein Overige terreinen Verkoop bestaand vastgoed Geschakelde woningen 2^1 kapwoningen Patiowoningen vrije sector Bungalows Vrijstaande woningen Particulier opdrachtgeverschap Bedrijven Commerciële voorzieningen Kantoren Gronden Gronduitgifte overig Openbaar Controle
Gewogen eenheden nominaal 260.707 260.707 191.745 8.065 46.695 22.500 10.735 2.000 48.000 52.000 150 1.600 -
100% 74%
26%
m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2
190.256
175.153
8.065 62.702 30.213 3.662 9.766 34.714 38.595 110 2.429 -
7.913 54.754 24.632 3.194 8.813 34.714 38.595 110 2.429 -
68.962 m2 m2
Exploitatiebijdragen / te verhalen kosten Totaal contant te verhalen kosten Totaal contante opbrengsten Maximaal te verhalen kosten
contant
Per gewogen eenheid € € €
40.943.611 35.836.421 35.836.421
€
Pagina: 9 van 11
204,60
printdatum: 5-11-2013
1036.429-G1
Exploitatieplan, bijdragen
Opdrachtgever: Project: Dossier: Datum: Versie: Status:
Gemeente Uden Uden-Noord I 1036.429 05-nov-13 1036.429-G1 Definitief
Gemeente Uden
Volledig
Ruimtegebruik Bruto oppervlakte te handhaven Netto oppervlakte Uitgeefbaar Woningen vs ggb grote kavels kl 1 Woningen vs ggb grote kavels kl 2 Woningen vs ggb kl 3 Maatschappelijke dienstverlening 1 Maatschappelijke dienstverlening 2 Ziekenhuis bouwterrein Ziekenhuis parkeerterrein Overige terreinen Verkoop bestaand vastgoed Openbaar Controle
Gewogen eenheden contant 249.972 m2 m2 249.972 m2 181.010 m2 8.065 m2 46.695 m2 22.500 m2 m2 2.000 m2 48.000 m2 52.000 m2 150 m2 1.600 m2
100% 72,41%
27,59%
171.959 7.913 54.754 24.632 8.813 34.714 38.595 110 2.429
68.962 m2 m2
Inbrengwaarde Inbrengwaarde Schadeloosstelling Totale inbrengwaarde
€ € €
24.666.575 24.666.575
€ € € €
40.943.611 35.836.421 35.836.421 175.153 204,60
€
171.959 35.183.021
Exploitatiebijdrage Totaal contant te verhalen kosten Totaal contante opbrengsten Maximaal te verhalen kosten Totaal gewogen eenheden contant Maximaal te verhalen kosten per gewogen eenheid Gewogen eenheden eigendom Bruto exploitatiebijdrage
contant
Zelf te bebouwen deel Zelfverrichte werkzaamheden Netto exploitatiebijdrage
72,41% € €
17.861.587 17.321.433
Aankoopsom openbare ruimte Saldo gemeente
27,59% € €
6.804.988 10.516.446
Pagina: 10 van 11
printdatum: 5-11-2013
1036.429-G1
Exploitatieplan, bijdragen
Opdrachtgever: Project: Dossier: Datum: Versie: Status:
Gemeente Uden Uden-Noord I 1036.429 05-nov-13 1036.429-G1 Definitief
Langenhuizen, Uden R 786
Volledig
Ruimtegebruik Bruto oppervlakte te handhaven Netto oppervlakte Uitgeefbaar Woningen vs ggb grote kavels kl 1 Woningen vs ggb grote kavels kl 2 Woningen vs ggb kl 3 Maatschappelijke dienstverlening 1 Maatschappelijke dienstverlening 2 Ziekenhuis bouwterrein Ziekenhuis parkeerterrein Overige terreinen Verkoop bestaand vastgoed Openbaar Controle
Gewogen eenheden contant 10.735 10.735 10.735
m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 10.735 m2 m2 m2 m2 m2 m2
100% 100,00%
0,00% -
3.194 3.194 -
m2 m2
Inbrengwaarde Inbrengwaarde Schadeloosstelling Totale inbrengwaarde
€ € €
349.000 349.000
€ € € €
40.943.611 35.836.421 35.836.421 175.153 204,60
€
3.194 653.400
Exploitatiebijdrage Totaal contant te verhalen kosten Totaal contante opbrengsten Maximaal te verhalen kosten Totaal gewogen eenheden contant Maximaal te verhalen kosten per gewogen eenheid Gewogen eenheden eigendom Bruto exploitatiebijdrage
contant
Zelf te bebouwen deel Zelfverrichte werkzaamheden Netto exploitatiebijdrage
100,00% € €
349.000 304.400
Aankoopsom openbare ruimte Saldo gemeente
0,00% € €
304.400
Pagina: 11 van 11
printdatum: 5-11-2013
BIJLAGE 2
Vragenlijst ontwerp regeling plankosten exploitatieplan Datum Gemeente Projectnaam Projectnummer Datum prijspeil Looptijd project in jaren Aantal werkweken per jaar
31-10-2013 Uden Uden-Noord I 48.306.750 1-1-2010 16 42
A
Algemeen
1
Wat is de looptijd van het project vanaf het moment van vaststellen van het ruimtelijk besluit ?
2
Wat is de grootte van het exploitatiegebied (netto) ?
3
Waar ligt het exploitatiegebied ?
4
Betreft het een herstructureringsopgave ?
print
14 0 26
jaren ha
historisch gebied binnenstedelijke locatie inbreidingslocatie uitleglocatie
B
Eigendomsituatie
5
Hoeveel onroerende zaken dienen verworven te worden ? waarvan percelen (onbebouwd) waarvan woningen waarvan (agrarische) bedrijven/winkels/kantoren waarvan bijzondere objecten
30 9 11 10 0
totaal stuks stuks stuks stuks
Van hoeveel huur(pacht)ontbindingen is sprake ?
0
stuks
15 1
stuks stuks
a b c d 6 7
Wordt er met een onteigeningsplan gewerkt (administratieve procedure) ? a zo ja voor hoeveel onroerende zaken ? b in hoeveel van die gevallen komt het tot een gerechtelijke procedure ?
8
Wordt of is een voorkeursrecht gevestigd ?
C
Beoogde programma
9
Wat is het beoogde programma volgens het ruimtelijk besluit ?
D
Onderzoeken
10 a b c d
Is een Milieu Effect Rapportage (MER) benodigd ? Is nader onderzoek nodig naar luchtkwaliteit ? Is aanvullend archeologisch onderzoek nodig ? Is saneringsonderzoek nodig naar bodemverontreiniging ?
E 11
woningen bedrijvigheid commercieel/retail maatschappelijk recreatie
aantal m2 uitgeefbaar m2 bvo m2 bvo m2
Ruimtelijke ordeningsprocedures Wordt het ruimtelijk besluit opgesteld: a middels een globaal uit te werken plan of projectbesluit of projectafwijkingsbesluit ? Indien sprake is van een globaal uit te werken plan, hoeveel uitwerkingsplannen verwacht u? b of middels een gedetailleerd bestemmingsplan ?
?
204 0 0 101.000 0
Aantal
5
12 Of kan gebruik gemaakt worden van een wijziging van het bestemmingsplan ?
?
13
Maakt dit exploitatieplan deel uit van een groter bestemmingsplan ? zo ja, wat is de verhouding in oppervlakte ten opzichte van dit bestemmingsplan ?
F
Civiele en cultuurtechniek
14
Wat is de (te verwachten) bodemgesteldheid in het gebied?
15
Wat zijn de (te verwachten) sloopkosten?
16
Is sprake van ophoging danwel voorbelasting? Indien er opgehoogd/voorbelast wordt, de volgende vragen invullen: a Wordt er integraal of partieel opgehoogd?
0,00
Slecht Normaal Goed €
460.000
vraag 16 a t/m d NIET invullen integraal
fout
partieel b In hoeveel deelplannen/fasen wordt er opgehoogd/voorbelast? c Wat is de te verwachten zettingstijd? d Wat is de hoogte van de voorbelasting? 17
Wat zijn de (te verwachten) kosten voor bouw en woonrijpmaken ?
G
Gronduitgifte
18 a b c d e f
hoeveel vrije kavels worden uitgegeven ? hoeveel uitgiftecontracten woningbouw verwacht u ? hoeveel uitgiftecontracten bedrijvigheid verwacht u ? hoeveel uitgiftecontracten commercieel vastgoed verwacht u ? hoeveel uitgiftecontracten maatschappelijke voorzieningen verwacht u ? hoeveel uitgiftecontracten met gemengde uitgiften verwacht u ?
0 0 0 €
K:\WORD\DOCUMENTEN\1036 UDEN\Actueel\1036.429 Uden Noord 1\Informatie\Nieuw EP 2013\UN I plankostenscan 2013
deelplan/fase jaar m1
5.362.869
55 10 0 0 5 0
stuks stuks stuks stuks stuks stuks Vragenlijst 31-10-2013
informatie tonen
informatie verbergen
Produkten/activiteitenlijst ontwerp regeling plankosten exploitatieplan
invullen!
Datum Gemeente Projectnaam Projectnummer
31-10-2013 Uden Uden-Noord I 48306750
Datum prijspeil Looptijd project in jaren Produkt/activiteit
1-1-2010 16
print
Verwerving 1.1 Taxatie en aankoop onroerende zaak uur per onbebouwde perceel uur per woning (ook huur/pachtontbinding) uur per agrarisch/bedrijf/winkel/kantoor uur per agrarisch/bedrijf/winkel/kantoor in herstructurering uur per byzonder object uur per byzonder object in herstructurering 1.2 Onteigenen van onroerende zaken uur per administratieve procedure uur per gerechtelijke procedure vast bedrag advocaatkosten per onteigening 1.3 Toepassen Wet voorkeursrecht gemeente uur voor vestiging voorkeursrecht
Stedenbouw 2.1 Programma van Eisen uur voor opstellen pve uur bij maatschappelijk programa 2.2 Prijsvraag
uur voor organiseren
2.3 Masterplan uur per woning uur per 100 m2 uitgeefbaar niet woningbouw 2.4 Beeldkwaliteitsplan uur per woning uur per 100 m2 uitgeefbaar niet woningbouw 2.5 Stedenbouwkundig plan uur per woning uur per 100 m2 uitgeefbaar niet woningbouw uur bij maatschappelijk programa 2.6 Inrichtingsplan Openbare ruimte uur per woning uur per 100 m2 uitgeefbaar niet woningbouw
Ruimtelijke ordening 3.1 Opstellen en procedure bestemmingsplan of project (afwijkings) besluit uur per globaal uit te werken plan of project (afwijkings)besluit uur per uitwerkingsplan uur per gedetailleerd bestemmingsplan 3.2 Opstellen en procedure wijziging
uur per wijziging
3.3 Opstellen en procedure exploitatieplan
uur per plan
Civiele en cultuur techniek 4.1 Planontwikkeling
uur per week
4.2 Voorbereiding, toezicht en directievoering % over sloopkosten uren en bedragen per activiteit ophogen/voorbelasten % over bouw en woonrijpmaken
Landmeten/vastgoedinformatie 5.1 Kaartmateriaal
uur per week
Communicatie 6.1 Omgevingsmanagement Uur per week kosten gemid per jaar woningbouw kosten gemid per jaar bedrijvigheid/commercieel
Gronduitgifte 7.1 Gronduitgiftecontracten uur per contract vrije kavel uur per contract overige woningbouw uur per contract bedrijvigheid uur per contract commercieel vastgoed uur per contract maatschappelijke voorzieningen uur per contract gemengde uitgiften
Management 8.1 Projectmanagement
uur per week
8.2 Projectmanagementassistentie
uur per week
Planeconomie 9.1 Planeconomie
uur per week
K:\WORD\DOCUMENTEN\1036 UDEN\Actueel\1036.429 Uden Noord 1\Informatie\Nieuw EP 2013\UN I plankostenscan 2013
Productenlijst 31-10-2013
Resultaatsheet ontwerp regeling plankosten exploitatieplan Datum Gemeente Projectnaam Projectnummer Datum prijspeil Looptijd project in jaren
31-10-2013 Uden Uden-Noord I 48306750 1-1-2010 16 Produkt/activiteit
Verwerving 1.1 Taxatie en aankoop onroerende zaak 1.2 Onteigenen van onroerende zaken 1.3 Toepassen Wet voorkeursrecht gemeente
Stedenbouw 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Programma van Eisen Prijsvraag Masterplan Beeldkwaliteitsplan Stedenbouwkundig plan Inrichtingsplan Openbare ruimte
Ruimtelijke Ordening 3.1 Opstellen en procedure bestemmingsplan of project (afwijkings) besluit 3.2 Opstellen en procedure wijziging 3.3 Opstellen en procedure exploitatieplan
Civiele en cultuur techniek 4.1 Planontwikkeling 4.2 Voorbereiding, toezicht en directievoering
Landmeten/vastgoedinformatie 5.1 Kaartmateriaal
Communicatie 6.1 Omgevingsmanagement
Gronduitgifte 7.1 Gronduitgiftecontracten
Management 8.1 Projectmanagement 8.2 Projectmanagementassistentie
Planeconomie 9.1 Planeconomie
totaal
K:\WORD\DOCUMENTEN\1036 UDEN\Actueel\1036.429 Uden Noord 1\Informatie\Nieuw EP 2013\UN I plankostenscan 2013
Complexiteit
115%
print
€ € € €
euro's 472.800 231.600 234.000 7.200
euro's in % 10% 5% 5% 0%
3.291 141 643 457 1.240 811
€ € € € € € €
394.939 16.920 77.164 54.780 148.755 97.320
8% 0% 0% 2% 1% 3% 2%
1.322 1.031 291
€ € € €
158.625 123.750 34.875
3% 3% 0% 1%
1.547 1.547
€ € €
988.320 156.290 832.030
21% 3% 18%
896 896
€ €
81.542 81.542
2% 2%
774 774
€ €
170.253 170.253
4% 4%
4.100 4.100
€ €
500.200 500.200
11% 11%
12.545 7.169 5.376
€ € €
1.485.682 996.429 489.254
32% 21% 10%
3.584 3.584
€ €
437.282 437.282
9% 9%
uren 3.640 1.930 1.650 60
31.699
€
4.689.644
resultaat31-10-2013
100%
BIJLAGE 3
Toerekening kosten rotonde Bitswijk A50 RW Noord Bitswijk Nist.r.weg totaal Uden Nrd Frank model Frank model Frank model Frank model Frank model Frank best.plan 14100 39340 8420 14160 9570 9490 5950 5710 38040 68700 3060 16400 39820 8510 15130 11230 10510 5400 6280 41540 71740 3050 30500 79160 16930 29290 20800 20000 11350 11990 79580 140440 6110 16520 Model is prognose 2020 met ontwikkelingen UN
totaal Verkeer UN totaal ex Uden Noord
79580 6110 73470
totaal verkeer UN totaal ex Uden Noord
140440 16520 123920
percentage U N 8,31632 is 8,32% percentage U N 13,33118 is 13,33% bedragminus RWS-bijdrage € 3.121.872 bedrag - RWS / prov. bijdrage= € 2.928.513 toerekening plangebied UN € 259.740 toerekening plangebied UN € 371.921 bestemm.plan Uden Noord verk.bew/dag norm CROW 256 en 272 vaststelling 2009 70000m2 ziekenhuis 5110 7,3 150 appartem/woningen 930 (390) 6,2 normaal (2,6 zorg)* 20000 m2 comm / maatschapp. 8000 40 0 stadswoningen 0 8,7 8000m2 kantoren 1360 17 met baliefunctie 50 vrijst.woningen 430 8,6 3000m2 maatsch.dienstverl. 690 23,1 totaal verkeersbewegingen UN 16520
DEEL C
BIJLAGE 1
A.R.G.U. Algemene Randvoorwaarden Gemeente Uden Afdeling: Openbare Werken Status: definitief Versie: 1.0 Datum: 19-01-2012
Inleiding _________________________________________________________________ 3 Doelstelling ______________________________________________________________ 3 Kader ____________________________________________________________________ 3 1. Algemeen ____________________________________________________________ 4 1.1
Fasering van werken____________________________________________________4
1.2
Vergunningen __________________________________________________________4
1.3
Verkeersmaatregelen ___________________________________________________4
1.4
Bereikbaarheid tijdens werkzaamheden __________________________________5
1.5
Materiaalgebruik________________________________________________________5
1.6
Overdracht naar beheerders_____________________________________________5
2. Wegen en verkeer _____________________________________________________ 6 2.1
Algemeen ______________________________________________________________6
2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5
2.2
Ontwerp _______________________________________________________________9
2.2.1 2.2.2
2.3
Overige algemene wensen en eisen wegontwerp ______________________________ 12 Parkeervoorzieningen______________________________________________________ 13
Uitvoering_____________________________________________________________13
2.3.1 2.3.2
2.4
Maatvoering _______________________________________________________________ 6 Bereikbaarheid/Toegankelijkheid hulpdiensten _________________________________ 7 Afsluiten van wegen/paden __________________________________________________ 7 Gladheidbestrijding, machinaal vegen en onkruidbeheersing _____________________ 7 Inritten en inritconstructies ___________________________________________________ 8
Verharding _______________________________________________________________ 13 Materialen ________________________________________________________________ 13
Standaard constructies ________________________________________________14
2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.4.5 2.4.6 2.4.7 2.4.8 2.4.9 2.4.10 2.4.11 2.4.12
Ondergrond (draagkracht) __________________________________________________ 14 Funderingen ______________________________________________________________ 14 Hergebruik asfalt __________________________________________________________ 14 Deklaagtype ______________________________________________________________ 14 Rotondes ________________________________________________________________ 15 Rode fietsstroken__________________________________________________________ 15 Geluidreducerend asfalt ____________________________________________________ 15 Elementenverharding ______________________________________________________ 15 Kantopsluitingen __________________________________________________________ 16 Straatlaag ________________________________________________________________ 16 Afwatering verhardingen ___________________________________________________ 16 Verkeersremmende maatregelen ____________________________________________ 17
3. Riolering ____________________________________________________________ 19 3.1
Wettelijke kaders ______________________________________________________19
3.2
Rioolstelsels __________________________________________________________19
3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5
3.3
Ontwerprichtlijnen _________________________________________________________ 19 HWA stelsel ______________________________________________________________ 20 Kolken ___________________________________________________________________ 20 DWA Stelsel ______________________________________________________________ 22 Drukriool _________________________________________________________________ 22
Materialen_____________________________________________________________22
3.3.1 3.3.2 3.3.3
Buizen ___________________________________________________________________ 22 Putten ___________________________________________________________________ 23 Persleidingen / drukriool____________________________________________________ 23 1
3.4
Rioolgemalen _________________________________________________________25
3.4.1 3.4.2 3.4.3
3.5
Afkoppelen____________________________________________________________29
3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4 3.5.5
3.6
Afkoppelvoorzieningen _____________________________________________________ 29 Wadi ____________________________________________________________________ 29 Ondergrondse infiltratievoorzieningen van kunststofmaterialen (kratten, blocks) ____ 30 Ontwerpuitgangspunten bij infiltratieriolen_____________________________________ 30 Zwevende stofafscheiders __________________________________________________ 30
Oppervlaktewater______________________________________________________30
3.6.1 3.6.2
3.7
Algemene ontwerprichtlijnen ________________________________________________ 25 Bovenbouw_______________________________________________________________ 26 Pompput _________________________________________________________________ 28
Duikers __________________________________________________________________ 30 Watergangen _____________________________________________________________ 31
Relining_______________________________________________________________31
3.7.1
Materiaaleisen / aanleg relining _____________________________________________ 31
4. Openbare verlichting _________________________________________________ 33 4.1
Ontwerp ______________________________________________________________33
4.2
Uitvoering_____________________________________________________________34
4.3
Duurzaamheidscriterium _______________________________________________35
5. Openbaar groen______________________________________________________ 36 5.1
Inventarisatie bestaande situatie________________________________________36
5.1.1 5.1.2
5.2
Ontwerp ______________________________________________________________36
5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4
5.3
Algemene uitgangspunten keuze beplanting __________________________________ 37 Algemene uitgangspunten standplaats bomen_________________________________ 37 Principe profielen boombeplantingen _________________________________________ 37 Terreininrichting ___________________________________________________________ 38
Aanleg ________________________________________________________________38
5.3.1 5.3.2. 5.3.3
5.4
Boominventarisatie ________________________________________________________ 36 Kabels en leidingen en overige obstakels _____________________________________ 36
Groeiplaatsverbetering bomen ______________________________________________ 38 Voorwaarden voor bouwwerkzaamheden in de nabijheid van bomen _____________ 40 Plantmateriaal ____________________________________________________________ 40
Beheer________________________________________________________________41
5.4.1 5.4.2
Onderhoud groen _________________________________________________________ 41 Gegevens beheer _________________________________________________________ 41
6. Afvalvoorzieningen___________________________________________________ 42 6.1
Clusterplaatsen minicontainers_________________________________________42
Clusterplaatsen minicontainers _____________________________________________________ 42
6.2
Ondergrondse containers ______________________________________________42
6.2.1 6.2.2
6.3
Kenmerken: ______________________________________________________________ 42 Randvoorwaarden en belangrijke aspecten ___________________________________ 42
Afvalbakken___________________________________________________________43
BIJLAGE 1: BIJLAGE 2: BIJLAGE 3: BIJLAGE 4: BIJLAGE 5: BIJLAGE 6:
Overdracht naar beheer Dwarsprofiel kabels&leidingen Standaard bedrijfsinrit Invaliden inritten Verkeersremmers Standaard revisietekening 2
Inleiding Deze randvoorwaarden zijn opgesteld voor ontwerp- en uitvoeringswerkzaamheden binnen de gemeente Uden. Door middel van dit handboek zal de kwaliteit van de openbare ruimte gewaarborgd worden en zal een eenduidige manier van werken en ontwerpen ontstaan. De randvoorwaarden dienen waar mogelijk aangehouden te worden. Afwijken van deze randvoorwaarden is slechts als uitzondering en met weloverwogen argumenten mogelijk. De ARGU randvoorwaarden bestaan uit wensen en eisen. Er dient derhalve van uitgegaan te worden dat het allen eisen betreffen, tenzij expliciet is aangegeven dat het wensen betreffen. De wensen zijn een streven van de gemeente om de openbare ruimte op een bepaalde manier in te richten, van de wensen kan afgeweken worden, doch eveneens met weloverwogen argumenten. De gemeente Uden voert nagenoeg alle werken uit volgens de RAW 2010 en de UAV 1989. Ingeval van twijfel gaat de ARGU boven de RAW 2010. Indien er conflicten ontstaan (in het ontwerp of in de uitvoering) als gevolg van deze randvoorwaarden, dient er altijd overleg plaats te vinden met de betrokken partijen van de afdeling Openbare Werken van de gemeente Uden.
Doelstelling Het doel dat met deze randvoorwaarden gediend moet worden is dat de gebruikte materialen, inrichting en ontwerp, duurzaam in beheer en onderhoud zijn. Dat wil zeggen dat niet alleen tijdens ontwerp en uitvoering wordt gekozen voor goedkope doch duurzame oplossingen, maar dat deze oplossingen na de ontwerp- en uitvoeringsfase een gewaarborgde kwaliteit blijven behouden over een groot tijdsbestek.
Kader De ARGU is van toepassing op de voorbereiding en uitvoering van civieltechnische en cultuurtechnische werken in de openbare ruimte van de gemeente Uden. Dit geldt zowel voor de medewerkers van de gemeente, als voor ingenieurs- / adviesbureaus die namens de gemeente projecten voorbereiden of uitvoeren.
3
1.
Algemeen
1.1
Fasering van werken
In het kader van uitbreidingsplannen moet de fasering en uitvoering zodanig gepland zijn dat er zo min mogelijk hinder ontstaat voor bewoners en aanwonenden. Het woonrijpmaken van een locatie moet zo snel mogelijk, na de bouwwerkzaamheden plaatsvinden. Werk- en bouwverkeer liefst zo min mogelijk gebruik laten maken van wegen in woonrijp staat. De fasering en daarbij behorende omleidingroutes (tekeningen) moeten voorgelegd worden aan het cluster “Verkeer”. Na toestemming van het cluster Verkeer, moet eventueel afstemming plaatsvinden met onderstaande partijen (kan in bepaalde gevallen afwijken): • Cluster Afval • Brandweer, GGD, Ambulance dienst en Politie • Openbaar vervoerders (Arriva) • Provincie Noord-Brabant (indien noodzakelijk) • Rijkswaterstaat (indien noodzakelijk)
1.2
Vergunningen
De opdrachtgever (gemeente) zorgt voor de vergunningen en ontheffingen die voor de opzet van het werk volgens het bestek vereist zijn. Voorbeelden hiervan zijn onder andere: • Graafvergunning Kabels- en leidingwerkzaamheden (zie Handboek Kabels en Leidingen); • Omgevingsvergunning; • Watervergunning t.b.v. bronbemaling (Waterschap Aa en Maas). • Toestemming Enexis i.v.m. werkzaamheden aan openbare verlichting; De opdrachtgever dient er tevens voor te zorgen dat het werkterrein beschikbaar is en dat indien noodzakelijk een terrein beschikbaar is voor een tijdelijk depot. De opdrachtnemer (aannemer) zorgt voor de overige vergunningen die nodig zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden.
1.3
Verkeersmaatregelen
Alle te nemen verkeersmaatregelen en omleidingen moeten voldoen aan Publicatie 96b van het CROW “Werk in uitvoering”. De aannemer dient een verkeersplan (volgens deel 3 van het moederbestek) in bij de directie UAV, de directie legt het verkeersplan na controle voor aan de verkeerskundige. De aannemer zorgt dat het verkeersplan uiterlijk 2 weken na de dag waarop het werk is opgedragen bij de directie UAV is ingediend. De toezichthouder die is aangesteld om de directie bij te staan, zal het verkeersplan verspreiden naar: • Brandweer, GGD, Ambulance dienst en Politie; • Openbaar vervoerders; • Provincie Noord-Brabant (indien noodzakelijk); • Rijkswaterstaat (indien noodzakelijk).
4
Daarnaast dienen de omwonenden ingelicht te worden over de te verwachten duur en mogelijke consequenties van de werkzaamheden. Hiervoor dient een bewonersbrief (door de gemeente) gestuurd te worden. Minimaal 2 weken voor de start van de werkzaamheden. Hierna dient de communicatie met omwonenden door de aannemer overgenomen te worden. Voor ingrijpende projecten of langdurige projecten is het raadzaam een publicatie te doen op de internetsite van de gemeente en op de infopagina van het UdensWeekblad.
1.4
Bereikbaarheid tijdens werkzaamheden
Bij werkzaamheden aan wegen die zijn aangemerkt als uitrukroutes voor hulpdiensten, dient ten allen tijden nauw overleg plaats te vinden met de hulpdiensten over de planning en de alternatieve routes (omleidingen). De aannemer dient de bereikbaarheid van parkeerterreinen, aanliggende woningen, bedrijven en openbare gebouwen tijdens de werkzaamheden daar waar mogelijk te waarborgen. Indien de toegang door de uitvoering van de werkzaamheden zal worden gehinderd, dient de aannemer de betrokkenen tijdig te informeren over tijdstip waarop en de mate waarin deze hinder zal optreden. De aannemer dient er tevens voor te zorgen dat op vuilnisophaaldagen, het huisvuil bereikbaar is voor de vuilniswagen. Desnoods dient deze de vuilnisbakken te collecteren en op een bereikbare plaats neer te zetten.
1.5
Materiaalgebruik
Tenzij anders vermeld in het bestek, moeten alle toe te passen materialen worden geleverd met: • KOMO-(attest-met-)productcertificaat; • KIWA-keur voor bouwstoffen ten behoeve van waterleidingen; • KEMA-keur voor bouwstoffen ten behoeve van kabelwerk; • GASTEC QA-merk voor bouwstoffen ten behoeve van gasleidingen
1.6
Overdracht naar beheerders
Nog vóór de betaling van de laatste termijn dienen de rioolrevisie en rioolinspectiegegevens gecontroleerd te worden door de directie UAV en vervolgens door de rioolbeheerder van het cluster Civiele Techniek. Na goedkeuring van de aangeleverde gegevens kan pas worden overgegaan tot de eindoplevering van het werk. Na de oplevering van het werk dient een overdracht plaats te vinden naar de wegbeheerder, beheerder civiele techniek en bovenwijkbeheer, groenbeheerder, beheerder riolering en water en de OVL-beheerder (Openbare Verlichting). De (revisie)gegevens die door de projectleider overgedragen moeten worden naar de afzonderlijke beheerders, zijn beschreven in bijlage 1 van deze ARGU.
5
2.
Wegen en verkeer
De wegen die in beheer zijn van de gemeente Uden, zijn onder te verdelen in de volgende drietal categorieën: • Gebiedsontsluitingsweg (Bibeko 50 km/u, Bubeko 80 km/u); • Erftoegangsweg type 1 (Bibeko 30 km/u, aangewezen volgens GVVP); • Erftoegangsweg type 2 (Bibeko 30 km/u, Bubeko 60 km/u). Erftoegangswegen type I zijn in de praktijk binnen verblijfsgebieden verzamelwegen waarop zich meer verkeer concentreert, waarvan de bus gebruik kan maken en via welke de bevoorradingsroutes (vrachtverkeer) lopen. Erftoegangswegen type II zijn de verblijfsstraten, waar alleen het gebiedseigen verkeer komt. Deze wegen worden vervolgens ingedeeld in 6 verschillende wegtypen, volgens publicatie 147 “Wegbeheer” van het CROW. Deze zijn: Indeling in wegtypen
2
Zwaar belaste weg
3 4
Gemiddeld belaste weg Licht belaste weg
5
Weg in woongebied
6 7
Weg in verblijfsgebied Fietspaden
2.1
Industrielaan en Noordelijke rondweg (zwaar belaste gebiedsontsluitingswegen 80 of 50 km/u) Gebiedsontsluitingswegen (50 km/u) aangewezen volgens het GVVP, Industrieterrein (30km/u) Erftoegangswegen type 1, aangewezen volgens het GVVP (zwaar belaste erftoegangswegen) Erftoegangswegen type 2, en Erftoegangswegen buiten bebouwde kom (alle overige wegen) Winkelerf, plein, voetgangersgebieden Vrijliggende fietspaden
Algemeen
2.1.1 Maatvoering • Alle genoemde maten zijn exclusief opsluitbanden, trottoirbanden en dergelijke; • Molgoten mogen in het geval van rijstroken niet meegerekend worden als bruikbare ruimte, streklagen langs de kantopsluiting daarentegen wel; • Bij parkeervakken, -havens en –plaatsen, mogen molgoten wel meegenomen worden als bruikbare ruimte in de maatvoering van de parkeervoorzieningen; • Als ontwerpvoertuig wordt normaal gesproken de “vrachtauto” gebruikt. Bij gebiedsontsluitingswegen of andere bijzondere gevallen (bevoorradingsroutes van winkel e.d.) dient uitgegaan te worden van een “trekker-opleggercombinatie”. • De drooglegging moet ten minste 0,70 m zijn boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand, gemeten vanaf bovenkant verharding; • Er dient rekening gehouden te worden met de dorpelhoogte van de woningen en de hoogteligging van het openbaar gebied ter voorkoming van afwatering richting woningen; • Ten behoeve van kabels en leidingen moet de minimale breedte voor kabelstroken 1,50 m bedragen. Voor de indeling van de kabels en leidingenstrook en eisen wat betreft de dekking e.d. (zie bijlage 2). Voor meer informatie betreffende kabels en leidingen, zie het Handboek Kabels en Leidingen.
6
2.1.2 Bereikbaarheid/Toegankelijkheid hulpdiensten • Bij werkzaamheden aan wegen die zijn aangemerkt als uitrukroutes voor hulpdiensten, dient ten allen tijden nauw overleg plaats te vinden met de hulpdiensten over de planning en de alternatieve routes (omleidingen); • Ook de ontwerpen en andere veranderingen, zoals verkeersremmende maatregelen, dienen ter goedkeuring te worden voorgelegd; • Tijdens de uitvoering van een werk, dient men bedacht te zijn op de bereikbaarheid van eventueel te blussen objecten door de brandweer. Ook dient rekening gehouden te worden met ambulances; • Straatpotten/brandkranen dienen te allen tijde zichtbaar en toegankelijk te zijn. 2.1.3 Afsluiten van wegen/paden Om een goede bereikbaarheid voor hulpdiensten te waarborgen zijn bij het afsluiten van wegen, fietspaden, bospaden e.d. slechts de onderstaande fysieke afsluitingen toegestaan: • Uitneembare palen met standaard driehoeksleutel VelopA (minimale doorgangsbreedte voor een brandweerauto); • Palen die op het fietspad worden geplaatst (i.v.m. afsluiten voor motorvoertuigen) dienen tijdig en duidelijk zichtbaar te zijn. Hierbij kan gedacht worden aan puntmarkering op het fietspad, of het aanbrengen van een middeneiland waar de paal op staat. • Dynamische afsluiting met een transponder-systeem of kentekenherkenning (met back-up systeem) met een minimale doorgangsbreedte van 3,50 meter. Kort bij een bocht dient daarnaast rekening gehouden te worden met een bochtverbreding; • Afsluitingen dienen met de hulpdiensten besproken te worden. 2.1.4 Gladheidbestrijding, machinaal vegen en onkruidbeheersing Tijdens het ontwerp van wegen en paden dient in sommige gevallen rekening gehouden te worden met het machinaal vegen en de gladheidbestrijding. Gladheidbestrijding kan plaatsvinden op de rijbaan, maar soms ook op het fietspad/-strook. • Werkbreedte veegmachine: minimaal 1,80 m Werkhoogte: 3,0 m Draaicirkel: minimaal 6,0 m Toelaatbaar gewicht ca. 11 ton over twee assen • Enkel uitneembare palen met standaard driehoeksleutel VelopA gebruiken ter afsluiting; • Verkeersdrempels beperken; • Daar waar geveegd wordt, hoekstukken van trottoirbanden zoveel mogelijk vermijden en bochtbanden gebruiken; • Constructie van de fietspaden in strooi- en veegroutes aanpassen op de te verwachten belasting. • Binnen de gemeente Uden worden geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt tegen onkruid. Indien mogelijk verhardingen toepassen die minder onkruidgevoelig zijn. Er kan ook in sommige gevallen gedacht worden aan voegvullingen (zie hiervoor ook publicatie 119 van het CROW “Ontwerpvoorbeelden onkruidwerende verhardingen”).
7
2.1.5 Inritten en inritconstructies Particuliere inritten: Ter plaatse van trottoirs bij voorkeur aanleggen met inritblokken, in plaats van verlaagde trottoirbanden. Hierdoor blijft het trottoir vlak. Bij een onvoldoende breedte van het trottoir, kan een verlaagde band gebruikt worden (zie ook paragraaf 2.4.9). Bedrijfsinritten: Hebben een standaard uitstraling en materialiseren (zie hiervoor bijlage 3). Overige inritconstructies: • Voor inritconstructies (bijvoorbeeld van 50 naar 30 km zone) grootst mogelijke inritblokken toepassen (75 cm diep bij 13/15 trottoirband of 80 cm diep bij 18/20 trottoirband), zodat de hellingen het minst stijl zijn (zie ook paragraaf 2.4.9). • Het ontwerp van verlaagde inritten t.b.v. invaliden dient te gebeuren volgens de standaarddetails van bijlage 4. • De aansluitingen van fietspaden op de rijbaan moet vlak zijn, daar waar mogelijk.
8
2.2
Ontwerp
De randvoorwaarden met betrekking tot het ontwerp wegen en verkeer wordt in de onderstaande paragraaf toegelicht. Gebiedsontsluitingsweg (Bibeko 50 km/u) Ontwerpprofiel: Een gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom bestaat bij voorkeur uit 2 rijbanen voorzien van 1 rijstrook met of zonder fietsstrook, waarbij scheiding van rijstroken door middel van een middenberm is toegepast. In geval van ruimtegebrek kan gekozen worden voor een profiel met 1 rijbaan en 2 rijstroken met een overrijdbare scheiding of dubbele doorgetrokken as-streep. Element Wegindeling
Parameter Rijbaanindeling Wegmarkering
Rijbaanscheiding Rijbaanbreedte (tussen markering) Inhalen Fietsstrook breedte* Positie bromfiets Positie fiets Positie voetganger Halte openbaarvervoer Parkeren
Inrichting
Mast
Armatuur Lamp
Kruispuntprincipe
Verharding Gebiedsontsluitingsweg Erftoegangsweg Fietspaden Voetgangers
Waarde Bij voorkeur 2 rijbanen van elk 1 rijstrook Dubbele doorgetrokken asstreep 10cm Kantstreep 3-3 15 cm (indien geen trottoirband), doorgetrokken (10 cm) bij fietsstroken, 1-1 (10 cm) bij fietssuggestiestroken Ja door middenberm, desnoods met overrijdbare scheiding of markering 2,75 tot 3,50 m
Eis / Wens W
Niet toegestaan ≥ 1,50 m Op rijbaan Op fietsstrook of vrijliggend fietspad Op verhoogd trottoir of vrijliggend voetpad Sterke voorkeur voor een haltehaven, desnoods op de rijbaan Niet op rijbaan (E). Terughoudend zijn parkeren op een GOW, anders bij voorkeur in havens evenwijdig aan rijbaan Thermisch verzinkte en gepoedercoate mast RAL 7021. Bij toegangswegen naar het centrum, gebogen masten toepassen. Bij overige GOW bibeko masten met uithouder toepassen. Hoogte 8,0m. SGS 253
E E E E E
MASTER CosmoWhite CPO-TW lamp wattage wordt berekend per project. (toeganswegen naar het centrum en de kleine centrumring), bij overige wegen SON-T lamp Asfaltverharding Gelijkwaardig, of met voorrangsregeling GOW voorrang, inritconstructie ETW GOW voorrang, inritconstructie GOW voorrang of zebrapad
E
E E
W W
E
E E
E E E E E
*Voor een vrijliggend fietspad van 2,00 tot 2,50 m (eenrichtingsverkeer) en 3,00 tot 3,50 m (tweerichtingsverkeer)
9
Gebiedsontsluitingsweg (Bubeko 80 km/u) Ontwerpprofiel: Een gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom bestaat uit tenminste 1 rijbaan voorzien van 2 rijstroken zonder fietsstroken. De scheiding van rijstroken is door middel van markering aangebracht. Element Wegindeling
Parameter Rijbaanindeling Wegmarkering
Rijbaanscheiding Rijbaanbreedte (tussen markering)
Inhalen Positie bromfiets Positie fiets Positie voetganger Halte openbaarvervoer Parkeren Inrichting
Mast
Kruispuntprincipe
Armatuur Lamp Verharding Gebiedsontsluitingsweg Erftoegangsweg Fietspaden Voetgangers
Waarde Bij voorkeur 1 rijbaan met 2 rijstroken Dubbele doorgetrokken asstreep 15cm (indien volledige geslotenverklaring voor langzaam verkeer), anders 9-3 of 9-1 15cm. Kantstreep 3-3 15 cm Ja door markering 2,75 m (rijrichtingscheiding min. 0,60 m, gewenst 1,10 m incl. scheidingsstrepen) (redresseerstrook excl. markering 0,30 m) Niet toegestaan Verboden, of op parallelvoorziening Verboden, of op parallelvoorziening Verboden, of op parallelvoorziening Als haltehaven Niet op de rijbaan, enkel in de berm, parkeerhavens, -terreinen Thermisch verzinkte en gepoedercoate mast RAL 7021. Hoogte 8,0 m Innolumis Lumis-LED Moonlight Gesloten verharding (asfalt/beton) Rotonde of voorrangskruispunt (evt. met VRI) Rotonde of voorrangskruispunt Ongelijkvloers of bij een kruispunt Ongelijkvloers of bij een kruispunt
Eis / Wens W E
E W
W E E E E W E E E E E E E E
10
Erftoegangsweg type 1 en 2 (Bibeko 30 km/u) Ontwerpprofiel: Een erftoegangsweg binnen de bebouwde kom bestaat uit 1 rijbaan, waarbij bij voorkeur alle verkeer gemengd is. In uitzonderlijke gevallen kunnen fiets(suggestie)stroken gebruikt worden. Er vindt geen scheiding van rijstroken plaats. Element Wegindeling
Parameter Rijbaanindeling Wegmarkering Rijbaanscheiding Rijbaanbreedte
Inhalen Fietsstrook breedte* Positie bromfiets Positie fiets Positie voetganger Positie voetganger Halte openbaarvervoer Parkeren Inrichting
Kruispuntprincipe
Mast Armatuur Lamp Verharding Gebiedsontsluitingsweg Erftoegangsweg Fietspaden Voetgangers
Waarde 1 rijbaan Geen Nee 4,60 tot 5,40 m (tweerichtingsverkeer personenauto’s) 5,50 tot 6,60 m (tweerichtingsverkeer vrachtauto’s) Inhalen van fietsers toegestaan ≥ 1,50 m Op rijbaan Op rijbaan, bij uitzondering fiets(suggestie)stroken gebruiken Op verhoogd trottoir (bij ETW type 1) Op rijbaan (bij ETW type 2) Op de rijbaan Mag op rijbaan, of in parkeerhavens (1,80 tot 2,00 m breed) Thermisch verzinkte en gepoedercoate mast RAL 7021. Hoogte 6,0 tot 8,0 m Philips Residium FGS 224 PL-L X Polar 36 W dim kleur 830 Elementenverharding GOW voorrang, inritconstructie ETW Gelijkwaardig, eventueel met snelheidsverlagende maatregelen Gelijkwaardig, eventueel met snelheidsverlagende maatregelen Geen aparte oversteekvoorzieningen
Eis / Wens E W E W
E W E E E W W W E E E W E E W W
*Bij voorkeur fietsers op de rijbaan, bij uitzondering fiets(suggestie)stroken toepassen.
11
Erftoegangsweg (Bubeko 60 km/u) Ontwerpprofiel: Een erftoegangsweg buiten de bebouwde kom bestaat uit 1 rijbaan, waarbij bij voorkeur alle verkeer gemengd is. Op de rijbaan kan kantmarkering (1-3 streep, 15 cm) aangebracht worden (wegtype I), zodat deze optisch smaller lijkt. In uitzonderlijke gevallen kunnen fiets(suggestie)stroken gebruikt worden (1-1 streep, 10 cm). Er vindt geen scheiding van rijstroken plaats. Element Wegindeling
Parameter Rijbaanindeling Wegmarkering
Rijbaanscheiding Rijbaanbreedte
Inhalen Fietsstrook breedte* Positie bromfiets Positie fiets** Positie voetganger Halte openbaarvervoer Parkeren Inrichting
Mast
Kruispuntprincipe
Armatuur Lamp Verharding Gebiedsontsluitingsweg Erftoegangsweg Fietspaden Voetgangers
Waarde 1 rijbaan Asstreep: geen Kantstreep: eventueel 1-3 (15 cm), 1-1 (10 cm) bij fiets(suggestie)stroken Nee - Verhardingsbreedte 4,50 – 6,20 m (type 1), < 4,50 (type 2) - Rijloper 3,00 m tot 4,50 m tussen kantmarkering, met uitwijkstroken van 0,25 tot 0,40m daarnaast (type 1) - Tot max. 4,50 m i.g.v. gehele verharding zonder kantmarkering (type 2) Inhalen van fietsers toegestaan ≥ 1,50 m Op rijbaan, of op fietsstrook /-pad Op rijbaan, fiets(suggestie)stroken of vrijliggend fietspad Op rijbaan of vrijliggend voetpad Op de rijbaan Mag op rijbaan, i.g.v. een voorrangsweg alleen in de berm Thermisch verzinkte en gepoedercoate mast RAL 7021 met uithouder. Hoogte 6,0 m Innolumis Lumis-LED Moonlight 16W Gesloten verharding (asfalt/beton) Rotonde of voorrangskruispunt eventueel met VRI Gelijkwaardig, eventueel met snelheidsverlagende voorzieningen Gelijkwaardig met snelheidsverlagende voorzieningen, of voorrangsregeling Geen aparte oversteekvoorzieningen
Eis / Wens E W
E W
E E E E E E W E
E E W E E W W
* Bij voorkeur fietsers op de rijbaan, bij uitzondering fiets(suggestie)stroken toepassen. ** Een éénzijdig in twee richtingen bereden fietspad is 2,50 m breed (1,50 m bij brommers op rijbaan), een tweezijdig in één richting bereden fietspad is 2,50 m breed (1,50 m bij brommers op rijbaan). Tussenberm in beide gevallen 1,50 m.
2.2.1 Overige algemene wensen en eisen wegontwerp • De vrije doorrijhoogte moet normaal 4,50 m bedragen. Is de doorrijhoogte kleiner dan dat, dan moet er een bord bijgeplaatst worden met de gemeten doorrijhoogte minus 10 tot 20 cm. • Doorgaans wordt een minimale binnenbochtstraal van 6,00 m toegepast, de buitenbochtstraal is normaal gesproken gelijk aan de binnenbochtstraal verhoogt met de wegbreedte. 12
2.2.2 Parkeervoorzieningen De eisen met betrekking tot het parkeren worden in onderstaande paragraaf toegelicht. In de navolgende tabel zijn de afmetingen weergegeven. Type parkeervoorzieningen Langs parkeren Voor invaliden
Lengte (excl. opsluitingen, incl. eventuele molgoot) 6,00 m > 6,00m
Haaks parkeren Voor invaliden
5,00m 5,00m
• •
Breedte (excl. opsluitingen, incl. eventuele molgoot) Minimaal 1,80m, normaal 2,00m 3,50m (voor nieuwe aanleg, anders bestaande breedte) 2,50m 3,50m
Denk bij langsparkeren met aanliggende groenstroken aan een uitstapvoorziening van minimaal 30cm breed. Bij haaksparkeren terughoudend zijn met het plaatsen van stootbanden, i.v.m. het machinaal vegen. Bij haaks parkeren tegen gevels (niet aan te bevelen) bieden stootbanden vaak de enige mogelijkheid.
Parkeernormen Gemeente Uden hanteert bepaalde parkeernormen, deze zijn afhankelijk van de locatie en de omstandigheden. Deze worden eens in de zoveel tijd herzien. Vandaar dat men altijd de verkeerskundige van de gemeente moet raadplegen voor de vigerende parkeernorm.
2.3
Uitvoering
De randvoorwaarden met betrekking tot de uitvoering wegen en verkeer worden in onderstaande paragrafen toegelicht. 2.3.1 Verharding • Bij het aanbrengen van asfaltverhardingen langslassen zoveel mogelijk vermijden; • Dwarslassen altijd getrapt aanbrengen; • Daar waar langslassen noodzakelijk zijn i.v.m. de beperkte breedte van de afwerkmachines, langslassen warm in warm met meerdere afwerkmachines over de gehele wegbreedte aanbrengen. Hierdoor zal veelal een volledige afsluiting noodzakelijk zijn; • Indien langslassen niet warm in warm kunnen worden aangebracht, moeten de langslassen tenminste buiten de rijsporen worden aangebracht; • De hoofdrijbaan uitgevoerd in gebakken steen of betonstraatstenen moet worden uitgevoerd in keperverband; • Daar waar geveegd wordt, hoekstukken van trottoirbanden zoveel mogelijk vermijden en bochtbanden gebruiken. 2.3.2 Materialen • Alle toe te passen materialen moeten voldoen aan de kwaliteitseisen zoals deze bekend zijn bij de SBK (Stichting Bouwkwaliteit). Dit betekent dat alle toe te passen materialen moeten zijn voorzien van een KOMO-keur; • Kleurstelling van de materialen ten behoeve van elementenverhardingen is vrij. In verband met vervuiling bij voorkeur geen lichte materialen toepassen; • Voor een hoogwaardig eindresultaat dat lang in goede staat blijft is het aan te bevelen om kleurvaste materialen te gebruiken. Dit zijn materialen waarin een hoog percentage kleurechte materialen verwerkt zijn;
13
• •
•
• •
2.4
Elementenverhardingen altijd op een straatlaag van brekerzand straten, met uitzondering van waterpasserende bestrating; De volgende materialen dienen te worden gebruikt als voegvulling bij bestratingmaterialen: Betonstraatstenen: invegen met brekerzand of straatzand; Gebakken straatstenen invegen met brekerzand; Betontegels invegen met straatzand; Waterpasserende bestrating invegen met grove split. Alle te plaatsen betonbanden en goten bij ontsluitingswegen buiten en binnen de bebouwde kom, moeten gesteld worden in cementspecie. De betonbanden dienen te worden voorzien van een steunrug van stampbeton (zie ook paragraaf 2.4.9); Inritten ter plaatse van trottoirs bij voorkeur aanleggen met inritblokken, in plaats van verlaagde trottoirbanden, hierdoor blijft het trottoir vlak (zie ook paragraaf 2.4.9); Voor inritconstructies grootst mogelijke inritblokken (750 of 800mm diep) toepassen, zodat de hellingen het minst stijl zijn (zie ook paragraaf 2.4.9).
Standaard constructies
2.4.1 Ondergrond (draagkracht) Een belangrijke parameter voor het bepalen van de juiste verhardingsconstructie is de draagkracht van de ondergrond. Van de ondergrond kan de draagkracht worden bepaald uit (in het verleden uitgevoerde) sonderingen of deflectiemetingen. Indien geen draagkracht van de ondergrond bekend is, kan deze op basis van de grondsoort worden ingeschat. Binnen de gemeente Uden bestaat de ondergrond voornamelijk uit zand. 2.4.2 Funderingen Alle asfaltverhardingsconstructies worden uitgevoerd met een fundering (normaal gesproken menggranulaat, sortering 0/31,5). Voor elementenverhardingen worden alleen funderingen toegepast als een constructie zonder fundering onvoldoende draagkracht heeft. Waterpasserende of -doorlatende bestratingen hebben een aparte funderingsconstructie, die geschikt is om water door te laten en/of te bergen. 2.4.3 Hergebruik asfalt Vrijkomend asfalt moet hergebruikt worden door de asfaltmolen in een nieuw asfaltmengsel, mits deze asfalt de maximaal toelaatbare PAK’s waarden niet overschrijdt. Dit moet aangetoond worden met een DLC onderzoek. Met teer verontreinigd asfalt moet worden afgevoerd naar een erkende verwerkingsinstallatie. 2.4.4 Deklaagtype Voor alle asfaltverhardingen binnen de bebouwde kom wordt een deklaag van dichtasfaltbeton (AC-Surf), steenmastiekasfalt (SMA) of een geluidsreducerende asfaltlaag voorgeschreven. Buiten de bebouwde kom liggen nog asfaltwegen met een oppervlaktebehandeling, deze kunnen voor onderhoud eventueel nog voorzien worden van een nieuwe oppervlaktebehandeling. Bij landbouwwegen kan het ook een goede optie zijn om oppervlaktebehandeling toe te passen, i.v.m. vuil op de rijbaan. Andere wegen bij vervanging van de totale asfaltconstructie, uitvoeren met een deklaag van dichtasfaltbeton (AC-Surf), 14
een steenmastiekasfalt (SMA) of een geluidsreducerende asfaltlaag. Dit verhoogt het comfort, daarnaast is minder onderhoud nodig en het aantal schade gevallen (door losliggende steenslag) is lager. In geval van zwaar belaste opstelstroken, bijvoorbeeld op of nabij industrieterreinen of in busroutes, kan een combinatiedeklaag (zeer open asfaltbeton gevuld met kunststofcementslurry) worden toegepast. 2.4.5 Kruispunten en rotondes Voor de verharding van kruispunten en rotondes hoeft de totale constructiedikte niet te worden gewijzigd. Wel dient gebruik gemaakt te worden van zogenaamde stabiele asfaltmengsels (SMA of combinatiedeklagen). 2.4.6 Rode fiets(suggestie)stroken Voor fietsstroken/-paden bij voorkeur een rode asfaltdeklaag gebruiken, dus geen rode oppervlaktebehandeling of rode coating. Hiervoor staan de volgende methoden ter beschikking: • Asfalt met rode steen, blanke bitumen en rode kleurstof; • Asfalt met rode steen, normale bitumen en (extra) rode kleurstof; Uit het oogpunt van duurzaamheid en comfort verdient rood asfalt de voorkeur. Een asfaltmengsel met normale bitumen en extra rode kleurstof geeft direct na aanleg een minder felle kleur dan een asfaltmengsel met blanke bitumen. De kleur blijft echter gedurende de gehele levensduur behouden, terwijl het mengsel met blanke bitumen gedurende de levensduur zijn kleur verliest. Door de rode fietsstroken in één werkgang (warm in warm) te draaien met het naastliggende (zwarte) asfalt wordt een optimale uitvoering van de langslas verkregen. 2.4.7 Geluidreducerend asfalt Geadviseerd wordt alleen gebruik te maken van een stil wegdek als dit om geluidsredenen noodzakelijk is. Volgens de Wet Geluidshinder mag bij wijziging van de wegconstructie, geen verhoging van de geluidsbelasting optreden. Dat houdt in dat een stil wegdek later niet zonder meer kan worden vervangen door een minder stil wegdek. De meest in aanmerking komende deklaag is in dit geval een fijne open asfaltbeton. Deze wegdekken zijn niet beschreven in de Standaard RAW-bepalingen en worden veelal geleverd onder een merk- of productnaam van een aannemer. In dat geval moet een prestatie-eis in het bestek ten aanzien van de minimale geluidsreductie worden opgenomen. De levensduur in een stuk korter dan bijvoorbeeld een deklaag van steenmastiekasfalt en door de open structuur is geluidsreducerend asfalt niet geschikt voor toepassing op rotondes of kruisingen. Daarnaast heeft een geluidreducerende asfaltlaag alleen nut als de snelheden 50 km/u of meer bedragen. 2.4.8 Elementenverharding De hoofdrijbaan dient bij voorkeur uitgevoerd te worden in keiformaten. Dit kan zowel met gebakken stenen als met betonstraatstenen. Het verband dat hierbij aan te bevelen is, is keperverband. Dit is namelijk het sterkste verband, rekening gehouden met de rijrichting. Andere formaten van stenen die toegepast kunnen worden zijn dubbelklinkers, dikformaten en in mindere mate waalformaten e.a. 15
Overige verbanden die toegepast kunnen worden zijn: elleboogverband, halfsteensverband en blokverband. Ter plaatse van voetpaden en trottoirs, worden vaak betontegels toegepast. Deze zijn verkrijgbaar in verschillende diktes. Voor tegels die enkel door voetgangers betreden worden volstaat een dikte van 45mm. Voor tegels die incidenteel bereden kunnen worden door voertuigen is een dikte van 60 mm aan te bevelen. Tegels die intensief gebruik worden door voertuigen dienen 80 mm dik te zijn. 2.4.9 Kantopsluitingen Een elementverharding ontleent zijn sterkte voor een groot deel aan de lastoverdracht van de voegen. Om een optimale lastoverdracht te krijgen, is het noodzakelijk dat de voegwijdte niet kan toenemen. Dit betekent dat een goede kantopsluiting is vereist. In de onderstaande tabel zijn de toe te passen afmetingen van opsluit- en trottoirbanden weergegeven. Toepassing Gebiedsontsluitingswegen met verhoogde band Erftoegangswegen met verhoogde band Wegen met opsluitbanden Rotonde Fietspaden met opsluitband Voetpaden met opsluitband Inritconstructie naar zijstraat of parkeerterrein en aansluitingen van voet- en fietspaden Particuliere inritten¹ 1)
Aanbevolen kantopsluiting 180/200 x 250 mm 130/150 x 250 mm Minimaal 120 x 250 mm In het werk gestorte band 100 x 200 mm (120x250 mm bij strooiroutes) 80 x 200 mm Inritband 750x200x500mm (130/150x250 band) Inritband 800x200x500mm (180/200x250 band) Inritband 600x200x500mm (130/150x250 band) Inritband 650x200x500mm (180/200x250 band)
Het trottoir ter hoogte van de inritten dient minimaal 1,20m breed te blijven. Is de ruimte ontoereikend dan kunnen inritblokken van 450x200x500mm (bij 130/150x250 band) of 500x200x500mm (bij 180/200x250 band) of een verlaagde trottoirband toegepast worden.
Alle te plaatsen betonbanden en goten bij ontsluitingswegen buiten en binnen de bebouwde kom, moeten gesteld worden in cementspecie. De betonbanden dienen te worden voorzien van een steunrug van stampbeton. Inritbanden ook altijd aanbrengen in schraalbeton. Daar waar geveegd wordt, hoekstukken van trottoirbanden zoveel mogelijk vermijden en bochtbanden gebruiken. 2.4.10 Straatlaag De fundering dient reeds onder profiel aangebracht te worden, zodat de straatlaag een gelijke dikte heeft. Daardoor zijn de zettingen zoveel mogelijk gelijk en ontstaan minder snel oneffenheden. Elementenverhardingen altijd op een straatlaag van brekerzand straten, met uitzondering van waterpasserende bestrating. De dikte van de straatlaag dient gekozen te worden tussen de 45 en 55 mm. De gemiddelde straatlaag dikte betreft dan 50 mm. 2.4.11 Afwatering verhardingen • Hoofdrijbaan asfaltbetonverharding met verhoogde band: en 2 streklagen van keiformaten in cementspecie; 16
• •
•
Hoofdrijbaan elementenverharding met verhoogde band: 1 of 2 strekken van hetzelfde materiaal als hoofdrijbaan; Molgoten hebben de volgende opbouw: 5 strekken met standaard keiformaat, of 7 strekken met standaard dikformaat, indien een fundering noodzakelijk wordt geacht, verdient het de voorkeur om de molgoot in cementspecie te stellen op de fundering; Eén of twee strekken (ligt aan de gekozen optie voor de hoofdrijbaan) van de molgoot lopen door voor de kantopsluiting, deze strekken dienen dan ook dezelfde kleur te hebben als de hoofdrijbaan.
2.4.12 Verkeersremmende maatregelen In het ideale geval moet het wegontwerp, door inrichting, karakter en omgeving, de gewenste maximumsnelheid op de weg afdwingen. In veel situaties blijkt dit echter niet voldoende en moeten plaatselijk aanvullende snelheidsremmende maatregelen worden getroffen. Bij gebiedsontsluitingswegen heeft een maatregel in het horizontale vlak (as-verschuiving e.d.) de voorkeur boven een maatregel in het verticale vlak (drempel/plateau). Zeker als het aandeel zwaar verkeer in de verkeersstroom meer dan 5% bedraagt. De snelheidsremmende werking van een drempel is gebaseerd op het feit dat de bestuurder van een motorvoertuig een te onaangename schok ervaart wanneer hij te snel passeert. Verkeersdrempels zijn primair ontworpen om bij bestuurders van personenauto’s een gewenste snelheid af te dwingen. Er zijn echter ook andere weggebruikers die met de drempel worden geconfronteerd: vrachtauto’s, autobussen, hulpdiensten, landbouwvoertuigen, auto’s met aanhanger/caravan, fietsers etc. Ook kunnen drempels leiden tot klachten van geluids- en vooral trillingsoverlast. Hierdoor dienen verkeersdrempels goed overwogen en selectief worden toegepast. Met name bij busroutes en uitrukroutes van hulpdiensten dient extra aandacht ten aanzien van het wel of niet toepassen en de uitvoering van drempels te zijn. Drempels van 8 cm hoog verdienen hier de voorkeur. Ook andere snelheidsremmende maatregelen dienen overwogen te worden. Speciaal voor busroutes is de ‘30 plus’ drempel ontworpen Voorwaarde bij het toepassen van alle drempels is, dat de vooraf heersende snelheid op de weg (V-85 snelheid) niet meer dan 20 – 25 km/u hoger is dan de passeersnelheid van de geplande drempel. Een groter snelheidsverschil is onveilig. De drempel moet in een rechtstand liggen en niet in een bocht. Ook moet een drempel ten minste op 8 tot 15 m afstand uit een straathoek liggen (15 m bij bussen en vrachtwagens). Het ontwerp van drempels en plateaus dient te gebeuren volgens de standaarddetails van bijlage 5 en CROW publicatie 172 “Richtlijn verkeersdrempels”. Voor de hoogte van de drempel kan een hoogte worden gekozen van 8 cm en van 12 cm. Gebleken is echter dat de hoogte van 12 cm voor het toenemende aantal grote voertuigen met lage bodemvrijheid (lagevloerbussen en diepladers e.d.) passeerproblemen kan opleveren. Ook in het buitenland is dit probleem onderkend en worden drempels meestal niet hoger dan 10 cm gemaakt. Dit heeft een drempelhoogte van 8 cm opgeleverd, die in de praktijk goed lijkt te voldoen. Deze hoogte verdient over het algemeen de voorkeur. Veel klachten over schampen op drempels door personenauto’s of auto’s met aanhangers zullen daardoor verdwijnen. • Drempel 20 De drempel met een passeersnelheid van 20 km/u is bestemd voor erfachtige situaties waar de verkeersveiligheid een extra maatregel verlangt. In dergelijke situaties, met de
17
nadruk op de verblijfsfunctie, verlangen de omstandigheden stapvoets rijden. Door de Hoge Raad is bepaald dat stapvoets rijden een snelheid van maximaal 15 km/u inhoudt. • Drempel 30 De drempel met passeersnelheid van 30 km/u is met name bedoeld voor de 30 km/u gebieden en waar de situatie dit vereist, bijvoorbeeld bij scholen. Speciaal voor busroutes is de “30 plus” drempel ontworpen. • Drempel 50 De drempel met passeersnelheid van 50 km/u is bestemd voor situaties binnen de bebouwde waar 50 km/u acceptabel is, maar niet mag worden overschreden. • Drempel 60 De drempel met passeersnelheid van 60 km/u is bestemd voor toepassing in 60 km/u gebieden, vooral buiten de bebouwde kom. Indicatieve minimumafstand (m) tussen bouwwerk en drempel i.v.m. trillingshinder Drempel Minimum afstand (m) 20 10 30 10 50 15 60 15
18
3.
Riolering
3.1
Wettelijke kaders http://wetten.overheid.nl http://www.uden.nl
3.2
Rioolstelsels
3.2.1 Ontwerprichtlijnen Stelselkeuze • Het rioleringsplan moet passen binnen de omliggende rioleringsstructuur; • Uitgangspunt is een gescheiden stelsel (GS) waarbij het hemelwater infiltreert op eigen terrein; • Voor inbreidingsplannen kleiner dan 2,0 ha dient het type van het aanliggende stelsel te worden gehanteerd als uitgangspunt; • Verbindingen tussen stelsels zijn niet toegestaan. Stelseltracé • Neem voor de afstand tussen bomen en de hoofdriolering minimaal ½ maal de kroondiameter in volgroeide toestand; • Vrijvervalleidingen liggen in de as van de rijbaan (1/4 van de wegbreedte) en minimaal h.o.h 1,00 m uit elkaar; • De afstand tussen twee putten in een stelsel bedraagt maximaal 70 m; • Putten toepassen bij iedere hoekverdraaiing, diameter wijziging, samenkomst leidingen en wijziging buismateriaal, hoekverdraaiing inwendig; • Dekking hoofdriool minimaal 1,20 m t.o.v. as rijbaan; • Voorkom sprongen in de maatvoering van de binnen-onderkantbuis (b.o.b.); • De minimale afstand tussen twee kruisende leidingen is 0,10 m; • Bijzondere constructies dienen goed bereikbaar te zijn voor inspectie en onderhoud; Perceelsaansluiting / huisaansluiting • Perceelsaansluitingen hebben een minimale diameter van 125 mm; • Hemelwater en vuilwater dient op de perceelsgrens gescheiden worden aangeboden; • Op 1,0 meter binnen de perceelsgrens dient een ontstoppingsstuk met klemdeksel worden geplaatst; • Aansluiten van percelen op een hoofdriool uitgevoerd in beton, moet gebeuren met behulp van ingestorte moffen; • Aansluitingen van percelen met een diameter groter dan 160 mm mogen niet worden aangesloten op het hoofdriool. Deze aansluitingen moeten direct in een inspectieput worden aangesloten. Het direct aansluiten in de inspectieput met behulp van een ingestorte mof; • Riolen op bedrijventerreinen voorzien van uitleggers om de ca.20 m¹ voor zowel het HWA-stelsel als het DWA-stelsel. Met een minimale diameter van 160 mm; • Perceelsaansluitingen op bedrijventerreinen moeten worden voorzien van een toegankelijke erfscheidingsput, gesitueerd 1,00 meter binnen het perceel. (afstand hart ontstoppingsstuk tot perceelsgrens) Dit geldt zowel voor de DWA als de HWA aansluiting;
19
•
• • • • • •
Per huisaansluiting moet een inmeting plaatsvinden. Hierbij dient het ontstoppingsstuk of de erfscheidingsput bij voorkeur m.b.v. maatvoering aan de bebouwing te worden vastgelegd. Indien de bebouwing ontbreekt dient het ontstoppingsstuk of de erfscheidingsput aan de rioolstreng te worden vastgelegd. Hierbij dient de lengte van de loodlijn en de afstand van deze loodlijn vanuit het midden van de laagst gelegen put te worden vastgelegd. Verder dient ook de afstand van de benutte inlaat vanuit het midden van de laagstgelegen put te worden vermeld; Verhang perceelsaansluiting 1:300; Dekking perceelaansluiting op perceelsgrens 0,70m; Kleur huis/perceelsaansluitingen: HWA bruin en DWA grijs; Per inlaat 1 huisaansluiting (1 gebouw per inlaat); aansluiting dmv 2x45° pvc bocht. Dit geldt zowel voor HWA als DWA aansluitingen; Kolkaansluitingen mogen zonodig gecombineerd worden d.m.v. stroom T stukken; Bij niet-fabrieksmatig aangebrachte inlaten minimale onderlinge afstand van 1,0 m. Deze inlaten dienen d.m.v. boring te worden aangebracht.
3.2.2 HWA stelsel Bij een HWA stelsel dient rekening te worden gehouden met onderstaande uitgangspunten: • HWA-stelsel volgens een maasstructuur; • Kleurstelling hoofdriool buitenzijde bruin RAL8023 indien pvc van toepassing is; • Minimale dekking 0,80m; • Gietijzeren putafdekkingen t.p.v. de putrand en putdeksel voorzien van het opschrift “RW” (schoonwater), “VW” (vuilwater) en IW (infiltratiewater) Dimensionering: • Bereken overeenkomstig de Leidraad riolering module C2100 (dynamische berekening); • Minimaal bodemverhang in HWA stelsel: 1:1000; • Neerslaggebeurtenis 08 (T= 2 jr en V=19,8 mm) uit de Leidraad is maatgevend; • Controleberekeningen uitvoeren met als belasting neerslaggebeurtenis 09 (T=5 jr en V=29,4 mm) en 10 (T=10jr en V=35,7mm) uit de Leidraad; • De ledigingtijd van een HWA- stelsel is 10 tot 24 uur; • Minimale waakhoogte van 0,0 m in het stelsel. (geen water op straat) bij neerslaggebeurtenis 08 uit de Leidraad.
3.2.3 Kolken De volgende typen kolken worden toegepast, of gelijkwaardig: • Straatkolk (in molgoot): o Nering Bögel, eendelig (gietijzer/beton); o Type D 1300 DR, afmeting uitwendig 300x450x900 mm; o Of type D 1302 DR, afmeting uitwendig 320x450x800 mm. •
Infiltratie straatkolk (in molgoot): o Nering Bögel, eendelig (gietijzer/beton); o Type D 1300 DR WADI met waaiermotief deksel, afmeting uitwendig 300x450x900 mm.
20
•
Trottoirkolk in 13/15 of 18/20 trottoirband: o Nering Bögel, eendelig (gietijzer/beton); o Type G 127 LD, afmeting uitwendig 350x450x940 mm; o Of type G 128 LD, afmeting uitwendig 450x450x900 mm.
•
Infiltratie trottoirkolk in 13/15 of 18/20 trottoirband: o Nering Bögel, eendelig (gietijzer/beton); o Type G 127 LD WADI met waaiermotief deksel, afmeting uitwendig 350x450x940 mm; o Of type G 128 LD WADI met waaiermotief deksel, afmeting uitwendig 450x450x900 mm.
•
Trottoirkolk in 5/20 trottoirband: o Nering Bögel, eendelig (gietijzer/beton); o Type G 169 DRD, afmeting uitwendig 350x450x940 mm.
•
Infiltratie trottoirkolk in 5/20 trottoirband: o Nering Bögel, eendelig (gietijzer/beton); o Type G 169 DRD WADI, afmeting uitwendig 350x450x940 mm.
•
Trottoirkolk in 11/22 trottoirband: o Nering Bögel, eendelig (gietijzer/beton); o Type G 153 DD, afmeting uitwendig 450x450x900 mm.
•
Infiltratie trottoirkolk in 11/22 trottoirband: o Nering Bögel, eendelig (gietijzer/beton); o Type G 153 DD WADI met waaiermotief deksel, afmeting uitwendig 450x450x900 mm.
• • • • •
Enkel achter- of zijaansluitingen toepassen; Situeer een kolk in de nabijheid van elk tangentpunt om plasvorming te voorkomen; Houd minimaal 3 m afstand tussen kolken en snelheidsremmende drempels; Plaats geen kolken ter plaatse van inritten; De onderbak van de kolk dient zodanig geplaatst te worden dat de aansluiting richting; achterkant (langs asfaltwegen) of zijkant wijst; diameter 125 mm; Pas een kolk toe die geschikt is voor het toepassingsgebied en voldoet aan de normen NEN 7067 (kolken algemeen); De NEN normen zijn de bestellen via www.nen.nl de website van het Nederlands Normalisatie-instituut: Vlinderweg 6, 2623 AX Delft , Telefoon (015) 2 690 390, Fax (015) 2 690 190; Toepassen van gietijzeren kolkkoppen klasse Y, zonder vergrendeling; Afmeting deksel passend in (maat) bestratingsmateriaal van aansluitende (mol)goot of bestrating; Bij kolken die aangesloten zijn op een infiltratievoorziening ook een deksel met waaiermotief toepassen; In kolken geen bladroosters toepassen; Waaiermotief toepassen bij infiltratiekolk c.q. infiltratieriool.
• •
• • • • •
21
3.2.4 DWA Stelsel Bij een DWA stelsel dient rekening te worden gehouden met onderstaande uitgangspunten. • Ontwerp het DWA stelsel volgens een maasstructuur; • Kleurstelling hoofdriool buitenzijde grijs; • DWA-putten op bedrijventerreinen voorzien van uitleggers ø250 mm naar beide zijden tot de perceelsgrens; • Bereken overeenkomstig de Leidraad riolering module C2100; • Bij nieuwe bedrijventerreinen rekenen met 50 % vulling; • Bij nieuwe bedrijventerreinen rekenen met 0,5 m3/h/ha bruto-oppervlak voor droge bedrijfstakken als kantoren (zie B2100) of 0,5 tot 2,5 l/s/ha bruto-oppervlak voor industrie; • Bodemverhang 1:diameter met een minimum van 3‰ en een maximum van 4‰; • Reken met een gemiddelde woningbezetting van 2,5 inwoner; • De dagelijkse afvalwaterproductie is 120 l/inw/etmaal; maximale lozing 12 l/u; • DWA afvoer op bedrijventerrein: 0,5 l/s/ha betrokken op bruto oppervlak; • Minimale waakhoogte van 0,30 m in het stelsel; • De aansluitende streng van het instroompunt van drukriolering in het vrijvervalstelsel dient van kunststof te zijn. Wanneer er sprake is van een bestaand betonriool dient deze leiding gerelined te worden. 3.2.5 Drukriool • • • • • • • • • •
3.3
HDPE ontvangput (diameter min. 1,00 m) bij het lozingspunt; Putsamenstelling altijd in overleg met gemeente Uden; B.o.b. uitmonding persleiding gelijk aan bodem ontvangstput; Tussen ontvangstput en lozingsput een kunststof leiding van minimaal 20 meter lengte toepassen met diameter 160 mm; De aansluitende streng in het vrijvervalstelsel dient van kunststof te zijn; Dekking minimaal 0,80 m, ook op de vrijvervalleiding tussen lozingspunt en ontvangstput; Aansluitingen op doorgaande persleidingen d.m.v. Y-stuk 45 graden; Bij toepassen van zinker moet deze 1 m onder de bodem van de watergang liggen; T.p.v. van wegkruisingen persleiding in mantelbuis aanleggen; Tot een diameter van 50 mm koppelingen van het type Plasson toepassen (zie afbeelding).
Materialen
3.3.1 Buizen • In het kader van duurzaam bouwen (dubo) “niet uitlogende materialen” gebruiken; • Diameter hoofdriool minimaal 250 mm; • Stijfheidsklasse minimaal SN 8 (kunststof); CE markering (kunststof en beton); KOMO gecertificeerd (kunststof en beton); • PVC gerecyclede drie lagen buis (bestaande uit minimaal 60% gerecycled PVC of bestaande uit PVC dat aantoonbaar deel uitmaakt van een retour- of recyclingsysteem); • Een boveninlaat bij voorkeur aanbrengen op “12 uur”, nooit in de onderste helft van de leiding; • Zettingsmoffen toepassen; 22
• • • •
•
Aansluiting van uitlegger op een nieuw betonnen riool d.m.v. ingestorte PVC inlaat; Aansluiting van uitlegger op een bestaand betonnen riool geschiedt op een nog vrije boveninlaat of door middel van een boring; Aansluiting van een uitlegger op een kunststof riool d.m.v. knevelinlaat cq. keilinlaat; Alle betonbuizen voorzien van prefab ingestorte inlaat in zadelstuk (verdikking in wand betonbuis) t.b.v. aansluitingen PVC riolering diameter 125 mm. Ongebruikte inlaten dichtzetten met een PVC afsluitkap; Poreuze betonnen buizen (Permeo) t.b.v. IT-stelsel minimaal ø 250mm.
3.3.2 Putten • Materiaal putten: beton; • De afmetingen van de putten zijn afhankelijk van de diameter van de aansluitende buizen: o Inspectieputten met aansluitingen tot 400 mm, minimaal 1000 mm breed; o Inspectieputten met aansluitingen van 400 tot 800 mm, minimaal 1250 mm breed; o Inspectieputten met aansluitingen van 800 tot 1000 mm, minimaal 1500 mm breed; o Inspectieputten met aansluitingen groter dan 1000 mm, minimaal 2000 mm breed; • Inspectieputten uitvoeren met ingestorte mof-aansluitingen; • Conform NEN 7126, NEN 7035 en KOMO-keur en CE-markering; • Voorzien van prefab stroomprofiel met een minimale helling van 1:1; • Hoekverdraaiingen mogen alleen inwendig aangebracht worden; • Verbinding prefab elementen d.m.v. prefab rubberring; • Gewapend betonnen putrand met gietijzeren deksel (rond, dagmaat 520 mm); • Type: Nering Bögel type N 352 NB-R “Centerfix” dagmaat 520mm; • Bij infiltratieriool: Nering Bögel type N 352 NB-R “Centerfix” WADI dagmaat 520mm • Hoogte bij voorkeur 240 mm; • Gietijzeren putafdekkingen t.p.v. de putrand en putdeksel voorzien van het opschrift “SW” (schoonwater), “VW” (vuilwater) en IW (infiltratiewater); • Geschikt voor verkeersklasse D-400 kN; • Geknevelde putdeksels instorten met beton; • Inspectieputten tbv een infiltratiestelsel uitvoeren met een zandvang (verdiepte bodem) van min. 0,30m; • Bij kruisingsputten een minimale maat van 0,50 m tussen de wand van de doorgaande buis aanhouden. Deze afstand vergroten wanneer dit i.v.m. de hydraulische capaciteit (beschikbare doorlaat, weerstand e.d.) benodigd is. De hydraulische capaciteit dient middels berekeningen aangetoond te worden.
3.3.3 Persleidingen / drukriool • Leidingen HDPE Persleiding uitvoeren in klasse PN10 en hulpstukken klasse PN16, tenzij anders aangegeven; • Verbindingen d.m.v. electrolasmoffen; • Pompen fabrikaat Flygt, specificaties afstemmen per situatie; • Voedingskasten (moederkasten): type Staka RL 1200 met demontabele onderdorpel: o Kleur : RAL 6005 o Hoogte : 770mm o Breedte : 1.200mm o Diepte : 350mm 23
Materiaal : roestvast staal kwaliteit AISI 304 Materiaaldikte : volledig uitgevoerd in 2,0mm Compartiment : één stuks Deur : twee stuks indekdeur, voorzien van omega aan de binnenzijde o Scharnieren : RVS binnenliggend, type 1032SU40 o Uitzetter : twee stuks uitgevoerd in RVS o Tekeninghouder : één stuks op de deur en op stiften gemonteerd o Espagnolet : één stuks driepuntsluiting met zamac hevel, geschikt voor halve eurocilinder o Cilinder : ZELE 319 o Montagepaneel : één stuks betonplex, dik 15mm o Dak : afgeschuinde voorzijde onder hoek van 45 graden o Ventilatie : onder het dak o Aardstift : deuren/romp o Lakbehandeling : in- en uitwendig poedercoating RAL kleur laagdikte 60 tot 80mm o Storingslamp : kleur rood, klein model midden op dak. Besturingskasten (dochterkasten): type Staka RL 600 met demontabele onderdorpel: o Kleur : RAL 6005 o Hoogte : 770mm o Breedte : 600mm o Diepte : 350mm o Materiaal : roestvast staal kwaliteit AISI 304 o Materiaaldikte : volledig uitgevoerd in 2,0mm o Compartiment : één stuks o Deur : één stuks indekdeur, voorzien van omega aan de binnenzijde o Scharnieren : RVS binnenliggend, type 1032SU40 o Uitzetter : één stuks uitgevoerd in RVS o Tekeninghouder : één stuks op de deur en op stiften gemonteerd o Espagnolet : één stuks driepuntsluiting met zamac hevel, geschikt voor halve eurocilinder o Cilinder : ANKER 342 o Montagepaneel : één stuks betonplex, dik 15mm o Dak : afgeschuinde voorzijde onder hoek van 45 graden o Ventilatie : onder het dak o Aardstift : deuren/romp o Lakbehandeling : in- en uitwendig poedercoating RAL kleur laagdikte 60 tot 80mm o Storingslamp : kleur rood, klein model midden op dak. Combikast (gecombineerde voedings/besturingskast) type Staka RL 1200, kleur: RAL6005, sloten ZELE 319; Leidingwerk / voorzieningen in put: o Koppelingsvoet Flygt NW50 haaks; o MF geg. Verloopnippel 2” x 1 ½” bu; o Balkeerklep NW40 binnendraad 1 ½” gecoat; o PVC. Draadeind 50/40x 1 ½” bu 16 Bar; o PVC. Buis 50x3,7mm 16 Bar; o PVC. Knie 90 grad. 50x50 16 Bar; o o o o
•
• •
24
•
•
•
3.4
o PVC. Kogelkraan 50x1 ½” bi; o RVS doorsteekanker M10x80 A4; o RVS-304 muurdoorvoer 1 ½” bu lengte 500mm; o RVS-304 ronde buis 26,9 mm (geleidestang); o RVS-304 geleidestangbeugel incl. ophanghaak; o Aardpen slaan incl. rapportage Inhoud besturingskast: o Flygt FGC 313 1 pomp lucht 0-2,5m/bel/wippers; o Flygt FGC open bel. beugel; o Verdeelinrichting compleet; o WCD met randaarde opbouw 1P44 230 O Volt enkel(in besturings- en combikast) o Aardpen slaan incl. rapportage; o Aardverbindingsklem 1 x 25mm², 4x 10 mm² (alleen moederkast); o Lamp (incl. diffuserkap) 800FP-P4 rood (alleen moederkast); o Lampelement frontmontage 800F-D0 OC; o Koppelelement 800F-ALP 3 elementen breed; o Signaallamp 28Volt 1,1W 40mA BA9S 10x28; o Incl. demontabele RVS-sokkel t.b.v. buitenopstellingskast (bodem opvullen met geëxpandeerde kleikorrels in laagdikten van minimaal 10 cm). Pompen en toebehoren: o Flygt MP3068.170 HT 212 1,7 kW met geleideklauw; o Flygt MP3068.170 HT 210 2,4 kW met geleideklauw; o RVS-316 hijsketting 6x42mm met overnameogen o RVS-316 harpsluiting 8mm; o Kabel beschermingsslang 40 mm inw./50 mm uitw. Verdeelinrichting: o Sarel modulenkasttype 82011; o Aardlekschakelaar 4-pol. 40/0,03; o A&B install. Automaat C-kar. 3 pol. 16 Amp; o A&B install. Automaat C-kar. 1 pol.+Nul 16 Amp.
Rioolgemalen
3.4.1 Algemene ontwerprichtlijnen •
•
•
• •
Locatie buiten de openbare weg, de locatie dient altijd buiten de rijweg te liggen, i.o.m. gemeente kan besloten worden tot een locatie in het fietspad, voetpad of tussenberm; Locatie bereikbaar voor vrachtwagens, vrachtwagen moet naast gemaal kunnen parkeren t.b.v. laden en lossen van materialen m.b.v. een op de wagen gemonteerde kraan en bereikbaar voor reinigingsauto, met een minimale dagmaat van 3,00 meter; Naast het gemaal bestrating aan brengen op een wijze dat naast het gemaal geparkeerde wagens geheel op de bestrating staan, langs de overige zijden van het gemaal bestrating aanbrengen over een breedte van min. 1,00 m (steenmaat) ten behoeve van voldoende werkruimte; Op een minimale afstand van 10 meter van de perceelsgrens (i.v.m. stank, renovatie of nieuwbouw van het gemaal en bomen( i.v.m. het plaatsen van regenmeters); Pompkelder ontwerpen conform principe ‘natte pompopstelling’;
25
• • • • •
Aantal aansluitingen in pompkelder beperken, meerdere toevoerriolen bij voorkeur voor het gemaal aansluiten op een verzamelput; De bodem van de put ligt minimaal 1,00 m beneden de b.o.k. van de laagste binnenkomende buis; De hoek tussen bodem en wand dient met beton te zijn afgeschuind in verhouding 1:1; Inschakelpeil: 5 cm onder laagste b.o.b; Schakelberging: Berging in vuilwaterkelder, tussen in- en uitslagpeil. Niet in stelsel.
3.4.2 Bovenbouw Algemeen: • Toepassen bovenbouw in overleg met gemeente; • Afmetingen station ca. 3,0 x 2,3 x 2,6 meter (lxbxh) (zie bijlage); • Deur: één dubbelwandige stalen deur; • Standaard kleur RAL 6005 (mosgroen); • Dagmaat 112 x 210 cm. (bxh); • Incl. oplegslot geschikt voor een europrofielcilinder 17 mm type "Zele 319"; • De deur dient zo ver geopend kunnen worden zodat er een vrije doorgang van de dagmaat is; • Op de buitenwand van de bovenbouw een deurvastzetter monteren; • Ventilatiemogelijkheid via de dakrand; • Afwerking buitenwanden: Kunstharsemulsie met gebroken steentjes, standaard kleur (RAL 7032 kiezel-grijs); • Afwerking binnenwanden: Veegvaste verf, ivoorgrijs, wit/antraciet gesprenkeld; • Overhangend dak uit één stuk vervaardigd, op eenvoudige wijze uitneembaar; • De afwerking van het dak bestaat uit een antracietkleurige elastische waterdichte epoxycoating; • Incl. een HWA afvoer aan een zijde; • Dak vooraf voorzien van inserts, waaraan de hijsbalk kan worden bevestigd. • Antenne aan buitenzijde plaatsen voor de GPRS ontvangst; • Voor definitieve plaatsing dient t.b.v. een optimale bereik vooraf metingen verricht te worden. Voorzieningen in vloer van de bovenbouw: • Straatpotten voor bediening afsluiters en spindelschuif (zonder opschrift); • Tekst platen, materiaal rvs, met opschrift "PERSLEIDING"; • 1 tekst plaat, materiaal rvs, met opschrift "RIOOL"; • 6 stuks mantelbuizen met diameter 75 mm. ten behoeve van de pompkabels, sensorkabels, voedingskabel en aarding; • 1 Aluminium vlak instortluik, fabrikaat Zutphense Lasindustrie; • Dagmaat minimaal 1300x1000 mm; • Deksel uit aluminium tranenplaat 5/6,5 mm. voorzien van celrubber 5 mm. dik, breed 50 mm; • Verstevigingsstrippen uit plat 50x5 mm; • Omranding uit aluminium. L-80x125x8 mm, met opgelaste strip L-80x50x8 mm. lang 120 mm. (2 stuks); • Opliggende aluminium laspaumelles Ø 16 mm, lang 100 mm. als scharnieren; • Deksel voorzien van verzonken kom voor handgreep;
26
• • • • •
De deksel voorzien van 2 verzonken knevels met rvs cilinderkopschroef met binnenzeskant M12x60 DIN 912; Omranding is voorzien van aangelaste ankerlippen; Onder het luik een 2 delig RVS-veiligheidsrooster, scharnierend, overloopbaar (maaswijdte conform tekening 09/5169/2) van de Zutphense Las Industrie BV; Inclusief uitzetstang, gasveer en slotlippen; E.e.a. conform pompopstellings tekening pompleverancier.
Electrische installatie in bovenbouw: • Elektrische installatie dient te voldoen aan NEN3140 en NEN1010 en voorzien zijn van CE keur; • Schakelautomaat voorzien APP700 besturing geschikt voor inschakeling van 2 pompen, samengebouwd in een stalen kast (afm 800x600x210 = hxbxd). Voorzien van: o hoofdschakelaar 4 p, 40Amp; o installatie-automaat t.b.v. stuurstroom; o lichtgroep met aardlekbeveiliging 1p. 16/0,03 A; o motorbeveiligingsschakelaar met thermische en magnetische beveiliging voor de pompen; o magneetschakelaars; o trafo 230/24 V; o hoogwater noodcircuit via watch-dog; o 2 keuzeschakelaars Uit-Automatisch-Hand, handstand terugverend naar automatisch; o voeding voor de gemaalcomputer inclusief: installatie-automaat, noodvoedingsaccu's, stroomtrafo's voor stroommeting van de pompen. • 1 Modem, GPRS, voor datacommunicatie en alarmering; • 1 Antenne voor het GPRS ontvangst. De antennekabel wordt in een buis tegen de wand binnenin de bovenbouw gemonteerd; • 1 Flygt gemaalcomputer type APP700, aangebracht achter een doorzichtig bedieningsvenster in het front van de schakelautomaat. De gemaalcomputer leveren inclusief standaardsoftware en omschrijving van de functionaliteiten. Overige algemene voorzieningen in bovenbouw • Ruimte voor kWh meter van het stroomleverend bedrijf; • 1 wandcontactdoos, dubbel, 230 V, 2p+ra, spatwaterdicht; • 1 wandcontactdoos, CEE-norm, 400 V, 4polig, 16 A. ten behoeve van de takel; • Ruimteverlichting, bestaande uit 1 TL-armatuur, 36 W, compleet met starter en TL-buis. De verlichting wordt bediend d.m.v een wandschakelaar welke in de nabijheid van de toegangsdeur gemonteerd is; • Wandcontactdoos op aparte groep/aardlekschakelaar aansluiten; • 1 looplamp, 40 W, 24 V, met 20 meter kabel en steker. De spanning voor deze looplamp wordt verkregen uit een veiligheidstrafo 24 Volt, met netsnoer en 2-polige contactdoos 24V; • 1 brandblusser, type FRT 10, schuimblusser, met keuring/certificaat; • 1 ribbenbuis verwarming, Sinus Bobe, 1000 W, 230 V; • 1 hygro-thermostaat, fabrikaat Ebele, 230 V; 27
•
• • • •
In de ruimte wordt een houten plank gemonteerd waar ruimte is gereserveerd voor een meterbordvoorziening welke door het plaatselijk energiebedrijf dient te worden geleverd en aangebracht; 1 Hijsbalk, lengte ca. 2,9 meter, hijsvermogen 250 kg. Met certificaat; 1 Loopkat, type minitrolly ER, ten behoeve van de takel; 1 Kettingtakel elektrisch, fabrikaat Kito, 400 V-50Hz, + certificaat voorzien van ketting, lang 6 meter; Kabeldoorvoeren d.m.v. Stopac afdichten.
3.4.3 Pompput Algemeen: • Materiaal Beton; • Inwendige afmeting: minimaal 2250x2250 mm. Altijd in overleg gemeente; • Inclusief voetrand rondom minimaal 50 mm, bij kans op opdrijven vergroten; • Put voorzien van KOMO certificering; • Opdrijfberekening bijsluiten; • Put bij voorkeur uit 1 deel vervaardigen; • Bij meerdere delen dienen de verbindingen door de civiel aannemer waterdicht afgewerkt te worden. Algemene voorzieningen in de put: • Ankersets voor montage pompen; • Fabrieksmatig vervaardigd stroomprofiel; • PVC manchetmof t.b.v. toevoerleiding; • Spindelschuif, materiaal gietijzer; • Spindelverlenging, L=1500/2000 mm. voorzien van een tapse kop (verloop 27/32 mm); • T-sleutel L=1500 mm. passend op de tapse kop (verloop 27/32 mm); • Sparing voor de persleiding, waterdicht afsluiten dmv een afsluitschakel. Mechanische installatie: • Toepassen pompen van fabrikaat ITT Flygt v.v. N-waaier; • Bij vermogen tot 3 kW frequentie geregeld met directe start; • Bij vermogen boven 3 kW v.v. ster/driehoek aansturing; • Inclusief 10 meter motorkabel Subcab 4x1,5+2x1,5 mm² en gecertificeerde roestvaststalen hijsketting (AISI316), met overnameogen; • Koppelingsvoet van gietijzer; • Pomp dient voorzien te zijn van mechanische afdichting met spiraalgroef; • Pomp dient voorzien te zijn van een aansluiting waar een automatische spoelklep op gemonteerd kan worden; • Geleidebuizen per pomp 60,3x2,0 mm, roestvaststaal, inclusief geleidebuisbevestigingen met rubber nokken en kabelophanghaken; • Balkeerkleppen, gietijzer; • Persleidingen van HDPE. Sensoren in de put: • 1 Niveausensor, type Vegawell 52, 4 -20 mA, meetbereik 0-5 meter, met 15 meter kabel. De niveausensor in de put bevestigen aan een RVS geleidedraad welke wordt gemonteerd aan een op de bodem te plaatsen afspangewicht; • Hoogwater wipper. 28
3.5
Afkoppelen
3.5.1 Afkoppelvoorzieningen Infiltratievoorzieningen als volgt dimensioneren: • Bij nieuwe plannen het HNO tool van Waterschap Aa en Maas hanteren (zie ook par. 3.1); • De infiltratievoorzieningen moeten gedimensioneerd worden door middel van de regenduurlijnen (Buishand en Velds) met de volgende maatgevende belastingen: T=10 jaar + 10%; • Ledigingstijd max. 10h; • Veiligheidsfactor gemeten doorlatendheid (K-waarde): 2; • Er dient altijd uitgegaan te worden van een gemeten doorlatendheid van de bodem ter plaatse van de geplande voorziening, conform volgende uitgangspunten: • Minimaal 2 boorprofielen per locatie; • Minimaal 2 K-waarde bepalingen ter plaatse; • Infiltratieproeven d.m.v. omgekeerde boorgat methode (Hooghoudt-proef): onverzadigde zone (dus boven de actuele grondwaterstand) tbv horizontale stroming; • Indien de GHG niet bekend is dient bepaling van de GHG plaats te vinden; • Bij verschillende waardes dient gerekend te worden met de laagst gemeten waarde; • Vóór de infiltratievoorziening een zandvang plaatsen; • Infiltratievoorzieningen voorzien van een overstortvoorziening op openbaar gebied. 3.5.2 Wadi Ontwerpuitgangspunten: • Er dient voldaan te worden aan de aanbevelingen uit de rapportage “Wadi’s: aanbevelingen voor ontwerp, aanleg en beheer” uit 2006 van Rioned; de belangrijkste aspecten uit de rapportage staan hieronder vermeld; • Onderzocht moet worden of het water af kan stromen richting de wadi; daarbij dient met name te worden gekeken naar de bestaande hoogteligging van het gehele terrein; • Bodem van de wadi hoger dan 0,5m boven de GHG; • Taluds 1:3 of flauwer; • Doorlatendheid toplaag minimaal 0,5 m/d (bij aanleg); • Bij voorkeur graszoden toepassen in Wadi; • Peilstijging in wadi maximaal 0,35m; • Slokopniveau op 0,25m boven wadibodem; • Zoveel mogelijk wegverharding direct laten afwateren naar de wadi (aangrenzende wegen op één oor leggen); • Oppervlakte WADI t.o.v. verharding ca. 5 à 10 %; • Minimale bodembreedte 1,0 m. • Zorg dat eventuele kabels & leidingen voldoende dekking houden, na aanleg wadi; • Materiaaleisen: o De toplaag is 0,30 tot 0,50 m dik en bestaat uit een mengsel van 3 delen drainzand en 1 deel teelaarde, of teelaarde voor bomen in verharding. o Samenstelling drainzand en teelaarde conform Standaard RAW bepalingen. o Totaal samenstelling toplaag: humus 3-5%, Lutum <1%, M50 getal 200-300.
29
3.5.3 Ondergrondse infiltratievoorzieningen van kunststofmaterialen (kratten, blocks) Er mogen geen systemen geplaatst worden waarbij Geotextiel van toepassing is.
3.5.4 Ontwerpuitgangspunten bij infiltratieriolen Ontwerprichtlijnen: • IT stelsel vlak leggen; • Indicatie minimale doorlatendheid ondergrond (rekenwaarde) 0,3 m/d; • Indicatie minimale GHG 0,30 m onder b.o.b. gelet op de minimale dekking; • Aan onderzijde, zijkanten en bovenzijde van de infiltratieleiding drainagezand ter dikte van minimaal 0,30 m aanbrengen; • Verdere ontwerpuitgangspunten conform paragraaf 3.2 en 3.3 rioleringen. Materiaaleisen betonnen IT riolen: • Waterdoorlatendheid minimaal 21,6 m/dag; • Geperforeerde betonnen buizen fabrieksmatig met doorlatendheid van minimaal 84 l / m2; • Mof- en spie einden van buizen van poreus beton dienen van gewoon beton vervaardigd te zijn; • Sterkte eigenschappen, dekkingseisen e.d. kortsluiten met de leverancier; • Putten uitvoeren met verdiepte bodem (0,30 m). 3.5.5 Zwevende stofafscheiders Ontwerpuitgangspunten: • Minimaliseer het aantal afscheiders t.b.v. een overzichtelijk en beheerbaar systeem; • Toepassing bij: o rechtstreekse afvoer hemelwater van (relatief) schone oppervlakken naar oppervlaktewater; o afvoer hemelwater van ‘vuile’ oppervlakken (bijv. vrachtwagenparkeerplaatsen op bedrijventerreinen) naar riolering / infiltratievoorzieningen; o Type afscheider afstemmen op situatie en aard verontreiniging (olie/slib/beiden). • Ontwerp piekdebiet 14 l/(s.ha).
3.6
Oppervlaktewater
3.6.1 Duikers • • • • •
•
De doorsnede en hoogte van de duikers bepalen in overleg met gemeente en Waterschap Aa en Maas; Voor A en B watergangen geldt een doorsnede van ≥500 mm in landelijk gebied; In stedelijk gebied geldt voor dergelijke watergangen een minimale doorsnede van 800 mm; Bij een overbrugging van meer dan 4 meter geldt een doorsnede van 1000 mm; De duikers moeten aan beide einden voorzien zijn van een uitstroombak. De schuine bovenzijden van de vleugels van de uitstroombakken in overeenstemming maken met de aansluitende taluds; In de duikers langer dan 30 m tenminste 1 inspectieput aanbrengen; 30
•
Materiaaleisen conform de eisen in dit rapport t.b.v. betonbuizen.
3.6.2 Watergangen • Het dimensioneren van watergangen overleggen met gemeente en waterschap Aa en Maas; • De diepte van de watergang bedraagt minimaal 1,00 m. De watergang waar mogelijk om ecologische redenen (afhankelijk van de breedte van de watergang) dieper maken (tenzij de ondergrond dit niet mogelijk maakt); • De onderwatertaluds mogen niet steiler dan 1 : 3 zijn; • Terughoudend omgaan met het planten van bosbeplanting langs water(gangen) i.v.m. schaduwwerking (i.v.m. beperking aanwas van slib en optimaliseren lichttoevoer). Indien bomen worden geplant, plaats ze indien mogelijk aan de noordzijde van de watergang; • Het ontwerp van profiel en de omgeving van watergangen moet voldoen aan het Handboek Veiligheid van oppervlaktewater van de Stichting Consument en Veiligheid; • Indien beschoeiing c.q. damwanden c.q. keermuren worden aangebracht hierlangs op ca. 0,20 m onder het normale waterpeil een onderwaterbanket aanbrengen, breed ca. 1,00 m; • Beschoeiingen van beton toepassen; • Op en boven de waterlijn dient hout toegepast te worden met duurzaamheidklasse 1; • Onderdelen van beschoeiingen die permanent onder water staan, mogen in naaldhout worden uitgevoerd; • Bodem minimaal 1,00 m; • Talud minimaal 1:2 of flauwer; • Bij natuurvriendelijke oevers taluds minimaal 1:4.
3.7
Relining
3.7.1 Materiaaleisen / aanleg relining • •
• • • • • •
Afweging voor toepassing relining vs. vervanging dient per project gemaakt te worden in overleg met rioolbeheerder; Renovatie d.m.v. relining dient aan de volgende eisen te voldoen: o Levensduur van minimaal 50 jaar; o Verkeersklasse: SLW 60; o Afname berging maximaal 10%; o Uitgangspunt lozingen (regulier DWA, particulier). Huishoudelijk afvalwater; Temperatuur: < 30 graden; Bij aansluitingen kortstondig lozingen tot 60 graden; Chemicaliën: geen; Bij industriële lozingen per situatie de eigenschapen van de lozing bekijken en materiaalkeuze hierop afstemmen; Materiaal: o Naaldvilt of gelijkwaardig, fabrieksmatig geïmpregneerd met polyesterhars met een coating van PE; o Een deelkous op locatie impregneren; o Harssoort: styreenvrij, conform DIN 16946/2-type 1140 en DIN 18820-1 groep 3. 31
•
• • •
• • • • • • •
Fysische eigenschappen: o Elasticiteitsmodulus korte termijn: 2200 N/mm2; o Elasticiteitsmodulus lange termijn: 1100 N/mm2; o Buigsterkte korte termijn: 30 N/mm2; o Buigsterkte lange termijn: 15 N/mm2. Chemische resistentie: de gebruikte materialen moeten chemisch resistent zijn tegen H2S. Een en ander aan te tonen met chemische resistentietabellen van de hars; Waterdichtheid conform de eisen die zijn opgenomen in NEN EN 1610; De toe te passen mechanische sterkte (dikte) van de kous bepalen m.b.v. een statische berekening volgens ATV-DVWK-M 127-2. Voor de berekening vooraf ter goedkeuring aan de rioolbeheerder ter beschikking stellen; In het algemeen uitgaan van Altrohrzustand III volgens de ATV richtlijnen met een veiligheidscoëfficiënt 1,5; De rioolbeheerder geeft de grondwaterstand van de locatie aan; De aansluiting van de kous op de put voorzien van een zwelrubber; Een testcertificaat van de 10.000 urenproef van de gebruikte kous-/ harssoort overleggen aan de rioolbeheerder; Bij kans op geuroverlast door styreen, minimaal 2 weken voor start werkzaamheden rooktest uitvoeren en evt. maatregelen treffen; Voor- en na inspectie van toepassing; Na het aanbrengen van de kous inlaten openen en afwerking inspectieputten.
32
4.
Openbare verlichting
In de onderstaande paragrafen worden de randvoorwaarden betreffende openbare verlichting nader toegelicht.
4.1
Ontwerp
Naast de vergroting van de verkeersveiligheid, dient de openbare verlichting ook tot vergroting van de sociale veiligheid. Door het plaatsen van de juiste verlichting kan het gevoel van onveiligheid worden teruggebracht of zelfs helemaal worden weggenomen. Openbare verlichting kan ook een esthetische functie hebben, denk bijvoorbeeld aan grondspots en lichtlijnen. Hieronder zijn de eisen voor openbare verlichting aangegeven, deze gelden naast het gestelde in paragraag 2.2: • Het ontwerp van openbare verlichting moet voldoen aan de normen gesteld in de ROVL-2011; • De eisen die gesteld worden aan gelijkmatigheid en veiligheid in de ROVL-2011 moeten in geval van inritten en beplanting te allen tijde worden gehaald; • De plaatsing van lichtmasten afstemmen op aanwezige en/of te planten bomen in het kader van een beplantingsplan; • Langs de toegangswegen naar het centrum binnen de bebouwde kom van Uden, gebogen thermisch verzinkte en gepoedercoate masten in RAL-kleur 7021 toepassen. Deze bij voorkeur in portaal opstelling plaatsen. Masten met een lichtpunthoogte van 8 meter hoog toepassen, type mast zie tekening 1 (KAAL Masten BV). Deze masten voorzien van een Philips SGS 253 armatuur met telemanagementsysteem, lamp kleur wit, lampsoort en wattages wordt per project berekend. • Langs de kleine centrumring van Uden thermisch verzinkte en gepoedercoate masten in RAL-kleur 7021 met uithouder toepassen. De masten dienen 8,0 meter hoog te zijn. Deze masten voorzien van een Philips SGS 253 armatuur met voorzien van een telemanagemant systeem. Lamp en wattage wordt per project berekend. • Bij de overige gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom: thermisch verzinkte en gepoedercoate masten in RAL-kleur 7021 met uithouder toepassen. De masten dienen 8,0 meter hoog te zijn. Deze masten voorzien van een Philips SGS 253 armatuur met een telemanagement systeem. De wattage en het lamp type worden per project berekend.. • Bij erftoegangswegen binnen de bebouwde kom: thermisch verzinkte en gepoedercoate masten in RAL-kleur 7021 toepassen. De masten dienen tussen de 6 tot 8 meter hoog te zijn. Deze masten voorzien van een Philips Residium FGS 224 armatuur met een PL-L X lamp 36 Watt dim; • Bij gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom: thermisch verzinkte en gepoedercoate masten in RAL-kleur 7021 toepassen. De masten dienen 6,0 tot 8,0 meter hoog te zijn. Deze masten voorzien van een Innolumis armatuur, met daarin een Lumis-LED Moonlight 16 W; • Bij erftoegangswegen buiten de bebouwde kom: thermisch verzinkte en gepoedercoate masten in RAL-kleur 7021 met uithouder toepassen. De masten dienen 6 meter hoog te zijn met uithouder. Masten voorzien van armatuur Innolumis, met daarin een lamp Lumis-LED Moonlight 16 Watt; • Alle nieuwe masten dienen voorzien te zijn van RAL-Kleur 7021; • Verlichtingsplannen moeten altijd getoetst worden door en/of namens het cluster Civiele techniek van de afdeling Openbare Werken;
33
•
Keuze van te plaatsen lichtmasten en armaturen dienen afgestemd te worden op al bestaande lichtmasten en armaturen in de directe omgeving. Is de keuze hiervan niet afhankelijk dan kiezen voor de standaarden, zoals hierboven beschreven.
In de volgende tabel zijn nog enkele randvoorwaarden opgenomen betreffende de openbare verlichting. Parameter Ligging
Materiaal
4.2
Waarde Paden en groenstroken niet voorzien van verlichting. Plaatsen van lichtmasten in woonwijken zig-zag opstelling. Plaatsen van lichtmasten op gebiedontsluitingswegen in portaal Plaats van lichtmasten bij gebouwen zodanig bepalen, dat door hoeken en uitbouwen van gebouwen geen donkere plekken ontstaan. Indien bomen aanwezig zijn, dan lichtmasten zoveel mogelijk in het midden, tussen stammen plaatsen. Met een minimum hoogte van 4,0m. Lichtmasten niet te dicht bij een inrit of in een bocht zetten i.v.m. de ruimte die nodig is voor de draaibeweging. Met het bepalen van de locatie van de lichtmast, rekening houden met het openen van portieren van geparkeerde auto’s Lichtmasten niet te dichtbij de rijbaan plaatsen, i.v.m. uitstekende carrosseriedelen en spiegels. In verblijfsgebieden toepassen van wit licht, i.v.m. sociale veiligheid Indien wit licht wordt toegepast dan PLL-lampen toepassen met hoogfrequent schakelapparaat Bij stroom- en ontsluitingswegen toepassen van Cosmopolislampen Thermisch verzinkte, gepoedercoate masten toepassen met RALkleur 7021
Eis/Wens W W W E
E
E E E E E W E
Uitvoering
In het kader van de uitvoering voor werken met openbare verlichting zijn de volgende randvoorwaarden van toepassing: • De lichtmasten nummeren op aanwijzing van de OVL beheerder; • De lichtmasten aansluiten op speciale ov-kabels, of laagspanningskabels voorzien van OV-aders van het Enexis-netwerk. Overleg met Enexis voor aanvang van de werkzaamheden is hierin een vereiste. Gekozen kan worden voor het aansluiten op een gemeentelijk OV-net, zowel bij nieuwbouw als (grote) renovatie; • De volgende leveranciers komen in aanmerking voor levering van lichtmasten: - Kaal mastenfabriek - Valmont (staal) - Iedere andere mastenfabriek die voldoet aan onze gestelde bestekseisen. • De volgende leveranciers komen in aanmerking voor levering van armaturen: - Philips - Indal - Hellux - Bega (beperken tot Volkel centrum) - Innolumis - Schreder • Indien de keuze voor een bepaalde lichtmast en/of armatuur niet conform voorgenoemde leveranciers wordt aangeboden, moet overleg met het cluster Civiele Techniek van de afdeling Openbare Werken plaatsvinden;
34
•
4.3
Belangrijk is dat zowel tijdens de ontwerpfase als tijdens de uitvoeringsfase een raakvlak dient te zijn met het openbaar groen.
Duurzaamheidscriterium
Energielabel: De openbare verlichtingsinstallatie moet ten minste voldoen aan de energieprestatie van het Label C van de Handleiding Energielabeling Openbare Verlichting, versie maart 2009 van Agentschapnl en de NSVV. Dimbare verlichting langs verkeerswegen: Bij nieuwbouw van een openbare verlichtingsinstallatie, of bij complete vervanging van lampen en armaturen van een bestaande openbare verlichtingsinstallatie, dient de installatie dimbaar te zijn. Dimbare verlichting in woon- en verblijfgebieden: Bij nieuwbouw van een openbare verlichtingsinstallatie, of bij complete vervanging van lampen en armaturen van een openbare verlichtingsinstallatie, dient de installatie technisch geschikt te zijn om gedimd te worden. Lichtmastreclame en commerciële bewegwijzering: Bij nieuwbouw of bij complete vervanging van armaturen en lampen met voorschakelapparatuur voor lichtmastreclame of commerciële bewegwijzering mag het vermogen niet hoger zijn dan het aangegeven ambitievermogen in onderstaande tabel. afmeting lichtbak oppervlakte ambitie vermogen 70 x 100 cm 80 x 96 cm 90 x 108 cm 100 x 120 cm 120 x 120 cm
0,700 m2 0,768 m2 0,972 m2 1,200 m2 1,440 m2
30 W 36 W 39 W 45 W 60 W
35
5.
Openbaar groen
In de onderstaande paragrafen worden de randvoorwaarden betreffende openbaar groen nader toegelicht. De algemene richtlijnen zoals omschreven in de ‘Nota Openbare Ruimte’ zijn van toepassing. Tevens verwijzen we naar het Bomenbeleidsplan, Speelruimteplan en het Hondenuitlaatbeleid indien deze onderwerpen van toepassing zijn.
5.1
Inventarisatie bestaande situatie
In de oriëntatie- of voorbereidingsfase van planprocessen is een inventarisatie van aanwezige bomen verplicht! De voordelen hiervan zijn: • Indien gewenst kan rekening worden gehouden met inpassing van aanwezige bomen; • In vroeg stadium is bekend voor welke bomen een kapvergunning nodig is; • Er is voldoende tijd om maatregelen te nemen voor bescherming van in te passen bomen; 5.1.1 Boominventarisatie De boominventarisatie moet de volgende informatie bevatten: • Eigenaren van bomen binnen het plangebied en overhangende bomen; • Boomsoorten; • Omtrek op 1.30 m hoogte en afmeting wortelvoet; • Bodemprofiel tot 1,20 m en grondwaterstand (per projectlocatie per 250 m1, 1 boring); • Conditie en toekomstverwachting; • Kwaliteit en stabiliteit; • Verplantbaarheid (indien van toepassing); • Waarde van de bomen volgens richtlijnen NVTB (bij herplantverplichting of beschadiging). 5.1.2 Kabels en leidingen en overige obstakels Er dient een klicmelding te worden gedaan t.b.v. ondergrondse inventarisatie. In principe worden bomen niet op een kabels en leidingen strook geplaatst. Indien dit onvermijdbaar is altijd overleggen met de Kabels&Leidingen coördinator.
5.2
Ontwerp
Er worden diverse beplantingstypen in het openbaar groen onderscheiden: • Bomen; • Heesters; • Bodembedekkende heesters; • Vaste planten; • Bloembollen; • Hagen; • Grastypen (gazon, bloemrijke berm, graslanden); • Bosplantsoen en struwelen.
36
Van alle beplantingen zijn bomen het meest belangrijk. In Uden weerspiegelen bomen onder andere de historische structuur. Bovendien vervullen ze verschillende functies op het gebied van ecologie, cultuur en leefbaarheid. De gemeente streeft naar een duurzaam, gezond en veilig bomenbestand. Om dit bereiken heeft de gemeente een bomenbeleidsplan. Dit document ligt ter inzage bij Openbare Werken, cluster groen en cultuurtechniek. 5.2.1 Algemene uitgangspunten keuze beplanting • De keuze voor beplanting is afhankelijk van de bestaande beplanting in de buurt van nieuwe beplantingsplannen; • Variatie in soorten is belangrijk ter voorkoming van monocultuur. Biodiversiteit wordt door variatie bevorderd; • Toe te passen beplantingsmaterialen dienen geschikt te zijn voor aanwezige (natuurlijke) bodemgesteldheid, grondwaterstand en beschikbare ruimte; • Toe te passen beplantingsmaterialen zijn bestand tegen ziektes, vervuiling, droogte en zout (indien geplant wordt langs een strooiroute). Informatie over de strooiroutes kunt u krijgen bij de cluster Uitvoering. 5.2.2 Algemene uitgangspunten standplaats bomen In onderstaande tabel staat de relatie weergegeven tussen de grootte van de bomen, onderlinge plantafstand en afstand tot gebouwen. Boomgrootte
Klasse indeling
< 8,00 m1 8,00 – 15,00 m1 > 15,00 m1
3e grootte e 2 grootte e 1 grootte
Minimale plantafstand 8,00 m1 8,00 – 10,00 m1 > 12,00m1
Min. Afstand tot gebouwen 6,00 m1 7,00 m1 8,00 m1
Indien bomen nabij ( afstand < 2,00 m ) kabelstroken zijn gesitueerd, moet wortelgeleiding of wortelwering toegepast worden. E.e.a. afhankelijk van de diepte van de kabels en leidingen. Raadpleeg hiervoor groeiplaatsinrichting van Greenmax te Heeswijk-Dinther. Ook als bomen op < 1,00 m afstand van verharding worden aangeplant dient wortelgeleiding te worden toegepast. 5.2.3 Principe profielen boombeplantingen De principe profielen zijn wensbeelden. Bij onvoldoende ruimte kan worden gekozen voor minder rijen bomen of een kleinere soort. In het Bomenbeleidsplan worden alleen de principe profielen genoemd voor bomen binnen de bebouwde kom (Bibeko). Boomstructuur per straattype Categorie Hoofdbomenstructuur A (Bibeko) Hoofdbomenstructuur B (Bibeko) Nevenstructuur (Bibeko) Historische wegen (Bibeko)
Type weg Voornaamste invalswegen Overige 50 km wegen 30 km wegen profiel geschikt voor grote boom 50 en 30 km met historische boombeplanting
Principeprofiel e 4, 3 of 2 rijen 1 grootte bomen e 2 of 1 rijen 1 grootte bomen e e 1 of 2 rijen 1 of 2 grootte bomen 2 of 1 rijen (knot)lindes of eiken
37
5.2.4 Terreininrichting Standaard keuze straatmeubilair: • Houten banken met rugleuning: leverancier Velopa, type bank Timberstyle. • Afvalbak: zie paragraaf 6.3.
5.3
Aanleg
5.3.1 Groeiplaatsverbetering bomen Nr.
Onderwerp:
Omschrijving:
Besproken en overleg Leverancier
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Zwaar belast straatwerk zoals pleinen e.d. Bereden met auto’s en vrachtauto’s
Minder belast straatwerk zoals fietspaden en voetpaden. Niet bereden met auto’s of vrachtauto’s Plantvak (bij uitwisselen)
Plantvak (bij verdichting en goede kwaliteit)
Plantvak (bij renovatie)
Inboet van bomen
Oppervlakte - bijzonderheden: Groeiplaats 16m2. 4x4 m of 3x5 m en 120 cm diep Grauwacke Met beluchting op 80cm - 90cm diepte Op 20cm onder maaiveld scheidings- / drukverdelingsdoek Groeiplaats 16m2. 4x4 m of 3x5 m en 120 cm diep Basalt-lava. Met beluchting op 80cm - 90cm diepte Op 20cm onder maaiveld scheidings / drukverdelingsdoek. Plantvak grote ± 16m2 (bewortelbare ruimte). Compleet uitwisselen tot 1 m diep, met teelaarde of bomengrond en deze opmengen met ½ m3 of 500l schimmeldominante humusrijke compost of uitgecomposteerde groencompost (max 10%). Plantvak verdicht. ± 16m2 bewortelbaar, deze goed los maken tot een diepte van 1m, dan ¼ m3 of 250 l schimmeldominante humusrijke compost of uitgecomposteerde groencompost en deze goed mengen, nabij boom. Standaard wordt de plantplaats per boom verbeterd met 10% schimmeldominante humusrijke compost met een maximum van 0,5 m3 per boom Plantvak los maken bij eventuele verdichting, tot een max van 16m2 (bewortelbaar) los maken en opmengen met 250 liter schimmeldominante humusrijke compost, of uitgecomposteerde groencompost Plantvak losmaken !!! 1,5x1,5 m losmaken en tijdens het planten 80-100 liter schimmeldominante humusrijke compost of uitgecomposteerde
BSI, Dhr. Zoontjes. BSI of Vos & Co
Legro
Van Iersel
Van Iersel
Van Iersel / legro
Van Iersel / Legro
38
Aandachtspunt
Gietrand
Boompalen . Boomband
Bemesting heestervakken
Haag van Fagus sylvatica
groencompost toevoegen, goed mengen. Beplanting oprooien 3x3 i.v.m. vochtconcurrentie en eventueel later hergebruik bij planten van de boom. Vooral bomen in blokhaag. Zorg ervoor dat de schimmeldominante humusrijke compost goed droog is, dan is deze goed te mengen door de grond. Altijd goed mengen, anders een (storende) bufferwerking. In plantvak: op scheiding van de kluit, een wal zand van 20cm hoog aanbrengen, hierdoor droogt de kluit minder uit. Niet buiten de kluit, kans is dan groot op uitdrogen van de kluit en verdichting naast de kluit, daardoor zuurstofgebrek. In talud of verharding: gietrand van kunststof 25m1 / rol groen of zwart 3 of 2 mm dik en 30cm breed. Voorkeur zwart 17 tot 20 cm boven maaiveld. Plaatsen op rand van de kluit, daar piketten voor plaatsen (i.v.m. stabiliteit) Op locaties zoals een talud en in verharding (i.v.m. wegspoelen). Boompalen onbehandeld, wit geschild, gepunt 250cm en 8cm dik. Plaatsen 160-170cm boven maaiveld. 2 per boom (west en oost). Boomband van recycling canvas 4cm breed en schuifmof. Plaatsen 5cm onder kroon paal. Groeiplaatsverbetering met een teellaag van 60cm dikte. -Bodembedekkers, bloemkleur o.a. Rozen, Caryopteris Ceanothus, Lavandula Hypericum, Hydrangea, vaste planten enz Hoeveelheid 2,5 – 3m3 per 100m2 - Bodembedekkers, bladkleur o.a. Hedera, Pachysandra enz, Hoeveelheid 2,5 – 3m3 per 100m2
Maximum 18% vocht. Bij opslag goed afdekken
Vos Cappelle bv
Vos Cappelle bv Vos Cappelle bv
Dit in overleg met cluster: Groen en cultuurtechniek ‘Legro bodemverbeteraar Optima’ Legro
Groeiplaatsverbetering met schimmeldominante humuscompost
39
5.3.2. Voorwaarden voor bouwwerkzaamheden in de nabijheid van bomen Voor alle bouwwerkzaamheden in de omgeving van bomen zijn de maatregelen van toepassing zoals omschreven op de poster ’Boombescherming op bouwlocaties’. Deze is te verkrijgen bij de Vereniging Stadswerk Nederland, vakgroep Groen, Natuur en Landschap. Telefoon: 0318-692721 of via
[email protected]. Bijzondere vergunningsvoorwaarden graafwerkzaamheden kabels en leidingen 1. Maatvoering:
Tracé aangeven volgens een opgegeven tekening in samenspraak met de gemeente, waar kabels en leidingen komen liggen.
2. Toezicht:
Tijdens de uitvoering kunt u overleg plegen met Kabels &Leidingen coördinator.
3. Veiligheid werkgebied:
Afzetten volgens de richtlijnen ‘Werk in uitvoering’ conform C.R.O.W. artikel 96B.
4. Bespreek van te voren, wat wordt er per dag aan graafwerk open / dicht gemaakt. In principe blijven er geen sleuven open liggen. Oorzaak veiligheid (obstakels ) en bescherming - uitdrogen grond ( i.v.m. uitdrogen wortels - haarwortels afsterven ). Altijd afspraken maken voor dicht gooien, voor eventuele inspectie, wortels, kabels en leidingen. Het niet nakomen van bovenstaande voorwaarden of welke een beschadiging van een boom tot gevolg hebben, leidt tot aansprakelijkheidsstelling op basis van de richtlijnen uitgegeven door de N.V.T.B. ( Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen). 5.3.3 Plantmateriaal Het benodigde plantmateriaal wordt altijd ter beschikking gesteld door de gemeente. De kosten van het benodigde materiaal komen altijd ten laste van het project. De kwaliteit van het plantmateriaal wordt beoordeeld door een deskundige van de afdeling Openbare Werken, cluster groen en cultuurtechniek. Keuring van het plantmateriaal vindt plaats op de kwekerij en bij levering. Bosplantsoen In Uden gebruiken we het volgende mengsel (of een deel hiervan) voor bosplantsoen en struwelen: • Amelanchier lamarckii (Amerikaans krentenboompje); • Cornus mas (gele cornoelje); • Crataegus (meidoorn); • Euonymus europaeus (wilde kardinaalsmuts); • Prunus spinosa (sleedoorn); • Rhamnus cathartica (wegedoorn); • Rosa canina (hondsroos); • Viburnum opulus (Gelderse roos). Gazon / speelweide Voor gazon en speelweide wordt grasmengsel SV 5 gebruikt. Te gebruiken hoeveelheid is 2 kg / 100m2.
40
Hagen Aanplant haagplantsoen 11 st. / m1. Blokhagen 17 st. / m2. Graslanden / bloemrijke berm Voor bloemrijke bermen wordt zaadmengsel Margriet I gebruikt. Leverancier Biodivers te Reeuwijk. Bij voorkeur zaaien eind augustus, eerste helft september.
5.4
Beheer
5.4.1 Onderhoud groen Indien sprake is van uitbreiding van het areaal groen dient men rekening te houden met 2 jaar nazorg. Bij aanplant van bomen ook het water geven van bomen regelen. Dit regelen in samenspraak met de cluster uitvoering. In afwijking van de Standaard 2005, wordt artikel 51.02.22 - lid 05, Kwaliteitsniveau B vervangen door Kwaliteitsniveau B+. Voor kwaliteitsniveau B+ geldt: a) in het aangegeven oppervlak mag de bedekking door onkruidbegroeiing ten hoogste 30% bedragen; b) in het aangegeven oppervlak mag de hoogte van de onkruidbegroeiing ten hoogste 0,20 m bedragen; c) in het aangegeven oppervlak mag de bedekking door verspreid voorkomende resten van onkruidbegroeiing ten hoogste 15% bedragen; d) verzamelde resten van onkruidbegroeiing (hopen en dergelijke) mogen niet voorkomen. 5.4.2 Gegevens beheer Voor de overdracht van de benodigde gegevens voor de groenbeheerder wordt verwezen naar bijlage 1 van de ARGU.
41
6.
Afvalvoorzieningen
6.1
Clusterplaatsen minicontainers
Clusterplaatsen minicontainers: Plaatsen waar gebruikers hun minicontainer kunnen aanbieden voor lediging en waar de afvalinzamelaar komt om ze te legen. In overleg met de vakambtenaar afval wordt de locatie en benodigd materiaal bepaald. De volgende aspecten zijn van belang: • rekening houden met een goede bereikbaarheid voor inzamelvoertuig en gebruikers; • indien clusterplaats normaal gesproken wordt gebruikt als parkeervoorzieningen, via bebording aangeven op welke dag een parkeerverbod geldt; • Verkeersremmende maatregelen (drempels, versmallingen) kunnen invloed hebben op de bereikbaarheid voor het inzamelvoertuig. Reden voor aanleg clusterplaats: Wanneer de doelmatigheid van inzameling in het geding komt, kan de gemeente gebruik maken van het instrument clusterplaatsen. Zo kunnen verkeersremmende maatregelen, drempels of versmallingen en doodlopende straten invloed hebben op de bereikbaarheid van straten. Daardoor komen inzamelvoertuigen moeilijk of helemaal niet ter plaatse bij de woningen of er ontstaan onveilige situaties. Zowel particulieren als ondernemers, mogen geen containers permanent in de openbare ruimte hebben staan.
6.2
Ondergrondse containers
Het ondergrondse inzamelsysteem is een systeem dat grotendeels ondergronds wordt aangebracht en bedoeld is voor huishoudelijke restafval bij gelaagde bouw. In overleg met de vakambtenaar afval wordt de locatie en benodigd materiaal bepaald. 6.2.1 Kenmerken: • Ondergronds: uitneembare binnencontainer met inhoud van 5 m3 die in een betonput ligt en een veiligheidsplatform dat gelijkvloers met bestrating komt als binnencontainer opgetild wordt; • Bovengronds: inwerpzuil en voetgangersplatform; • Toegang alleen voor daartoe aangewezen groep van huishoudens via een toegangspas of chiplabel; • Voordeel voor openbare ruimte: esthetisch door een beperkte omvang en vormgeving en efficiënt ruimtegebruik door grote opslagcapaciteit container. 6.2.2 Randvoorwaarden en belangrijke aspecten Ten aanzien van locatiebepaling: • Loopafstand tussen ondergrondse container en perceelsgrens is zo klein mogelijk, liefst binnen 75m en met een maximum van 125m; • De ondergrondse container staat in gemeentegrond (of anders recht van overpad en/of opstal, etc.); • Geen kabels en leidingen in de ondergrond, ongeveer 2.5 x 2.5 meter; • Niet onder raam of balkon plaatsen of dicht tegen gevel; 42
•
•
•
Rekening houden met een goede bereikbaarheid voor inzamelvoertuig: - afstand tussen inzamelvoertuig en ondergrondse container is max. 5m zonder obstakels; - het inzamelvoertuig voor ondergrondse afvalsystemen is breder, zwaarder en hoger dan de overige in gebruik zijnde inzamelvoertuigen; - het inzamelvoertuig heeft een iets grotere draaicirkel dan een gemiddelde vrachtwagen; - Rekening houden met afstand ondergrondse container tot bomen en openbare verlichting (hoogte inzamelvoertuig en kraan bij lediging, zwenkruimte kraan); Rekening houden met goede bereikbaarheid gebruikers: - goed bereikbaar voor gebruikers, ook voor rolstoelgebruikers (op/afrit) - de inworpzuilen versperren niet de doorgang van de voetgangers Veiligheid: - het inzamelvoertuig moet tijdens lediging de doorstroming van het verkeer zo min mogelijk blokkeren; - het inzamelvoertuig tilt ondergrondse container niet over fietspaden of parkeerplaatsen; - Het inzamelvoertuig hoeft niet achteruit te rijden.
Ten aanzien van plaatsing: • De container moet min. 2 cm boven het maaiveld uitsteken om inwateren te voorkomen; • Bij het plaatsen tussen parkeervakken moeten paaltjes, varkensruggen, of anderzins geplaatst worden op 1 meter afstand van de tranenplaat, om te voorkomen dat een auto over het voetgangersplatform steekt. • Rondom voetgangersplatform moet een hele stoeptegel (30 x 30cm) geplaatst kunnen worden, 1 witte tegel aan zijde van inworpopening; • Rekening houden met bestemmingsplannen, bouwvergunningen en bronnering (Levertijd ondergrondse container varieert tussen 4 tot 5 maanden); • Bestelling en begeleiding tot aan moment ingebruikname/nazorg ligt als taak bij afdeling Openbare Werken gemeente Uden. In overleg kan ook bepaald worden dat projectontwikkelaar/aannemer de bestelling en plaatsing verzorgd. Ten aanzien van gebruik: • Max. 40 woningen op 1 ondergrondse container, exact aantal wordt in overleg met vakambtenaar afval bepaald; • Gebruikers van het ondergrondse inzamelsysteem scheiden GFT niet; • Bewoners die aangeven dat zij het GFT willen scheiden, kunnen in aanmerking komen voor een inzamelmiddel voor eigen gebruik die zij op eigen terrein moeten stallen; Ten aanzien van kosten: • Eenmalige kosten (betonput, binnencontainer, zuil, voetgangersplatform, veiligheidsplatform, plaatsing, montage) te betalen door projectontwikkelaar (ca. € 10.000,- prijspeil 2010); • Na oplevering draagt de projectontwikkelaar het eigendom van de container over aan de gemeente, die vervolgens zorgt voor lediging, onderhoud, reiniging en reparatie en in een later stadium voor vervanging.
6.3
Afvalbakken
In de openbare ruimte worden op daarvoor strategische locaties, afvalbakken neergezet. Dit zijn vaak locaties als: bij bankjes, speelterreinen, ontmoetingsruimtes, bushaltes, pleinen en winkelcentra enzovoorts. Hiervoor wordt normaal gesproken de volgende afvalbak gebruikt: 43
• • • • •
Afvalbak type: Capitole Prestige (met versterkte romp en deur); Thermisch verzinkte staander (RVS voor hoogwaardigere uitstraling); Buitenbak gepoedercoat in RAL kleur 7021 Slot: driekant klikslot in zijkant deur Fabrikant: Bammens
Hiervan enkel afwijken op aanwijzing van de woonomgevingsontwerper.
44
Bijlage 1: Overdracht naar beheer
Bijlage 1: Overdracht van een afgerond project naar de beheerders Benodigde gegevens m.b.t. wegen: Algemeen: De tekening moet voorzien zijn van een ingevuld tekenhoofd: - locatie van de werkzaamheden; - inhoud van de werkzaamheden; - de schaal; - datum van de revisie; - naam van de tekenaar; - papierformaat; - tekennummer; LET OP: het hokje op het tekenhoofd “gezien” moet door de projectleider zijn afgevinkt; inhoud “revisie”tekening: De tekening moet de volgende inhoud bevatten: Situatie: - situatie in een schaal van 1:200, 1:500 of 1:1000; - deze situatie moet voorzien van arceringen en symbolen; - deze arceringen en symbolen zijn terug te vinden in een legenda; - deze legenda moet bij het tekenhoofd staan; - een noordpijl; - indien van toepassing: hoogtematen / puthoogtes; Details: - details van toegepaste bestratingen en kantopsluitingen; - details getekend in een schaal van 1:25 of 1:50; - indien van toepassing: maatvoering; - beschrijving van de toegepaste materialen aangewezen met een leader; Dwarsprofielen: - dwarsdoorsnede van de nieuw toegepaste bestratingen (verhardingsopbouw*) en kantopsluitingen; - dwarsprofielen in een schaal van 1:50 of 1:100; - maatvoering; - beschrijving van de toegepaste materialen aangewezen met een leader; * verhardingsopbouw asfalt:
- type en dikte van funderingsmateriaal; - type en dikte van onderlaag; - type en dikte tussenlaag; - type en dikte deklaag; - datum van aanleg;
* verhardingsopbouw elementen:
- type en dikte van funderingsmateriaal; - type en dikte van straat-/betonklinkers; - leverancier van deze straat-/betonklinkers; - datum van aanleg;
Overigen gegevens: - asfalt en fundatieboringen en bijbehorende onderzoeken en rapportages; - foto’s van deze boringen; - foto’s van de toegepaste verhardingen in de eindsituering;
Benodigde gegevens civiele techniek en bovenwijkbeheer: Verkeersborden: - Locatie; - Type; - Merk; - Leverancier; - Garantievoorwaarden. Straatnaamborden: - Locatie; - Kleur; - Type: - Merk; - Leverancier; - Garantie voorwaarden. Fietsenrekken/nietjes: - Locaties; - Kleur; - Type: - Merk; - Leverancier; - Garantie voorwaarden. Bankjes: - Locaties; - Kleur; - Type: - Merk; - Leverancier; - Garantie voorwaarden. Prullenbakken: - Locaties; - Kleur; - Type: - Merk; - Leverancier; - Garantie voorwaarden. Paaltjes: - Locaties; - Kleur; - Type: - Merk; - Leverancier; - Garantie voorwaarden.
Benodigde gegevens m.b.t. groen: De volgende gegevens overdragen naar de betreffende groenbeheerder, middels duidelijke en overzichtelijke revisietekeningen: Puntsymbolen: - Bomen: Volledige Latijnse benaming; Standplaatsbeschrijving: in verharding, in gazon, in extensief gras, in beplanting. - Terreinmeubilair: Banken; Papierbakken; Speeltoestellen; Obstakels in gras. Lijnen: - Graskanten; - Hagen met volledige benaming; - Perkoenenopsluiting (rondom zandbakken/plantvakken); - Greppels/sloten. Groenvlakken: Heesters met volledige benaming; Bodembedekkers met volledige benaming; Vaste planten met volledige benaming; Bosplantsoen; Gazon, extensief gras, berm; Water.
Benodigde gegevens m.b.t. riolering en water:
Vrijverval stelsels: Gecontroleerde en goedgekeurde “Revisie tekeningen”. • Ingemeten en getekend aan het RD-stelsel; • Tekeningen aanleveren in DGN-formaat (MicroStation); • Op tekening tevens altijd een renvooi, noordpijl, schaal en aangeven; • Nauwkeurigheid meetgegevens; x,y,z coördinaat 2 cm; • Bij aanpassingen aan de riolering, duidelijk vermelden welk gedeelte is verwijderd en welk gedeelte buiten werking is gesteld. Hierop dienen de volgende gegevens te zijn vastgelegd: • Straatnamen; • NAP-hoogtes B.O.B. ‘s; • NAP-hoogtes putdeksels; • Onderscheid in maaiveldhoogtes, puthoogtes en b.o.b.’s per stelseltype in lettertype en laagnaam; • Materiaal putten en buizen; • Materiaal buizen tekstueel aanduiden en met verschillende lijntypes; • Vorm putsymbool afstemmen op werkelijke vorm put. (vierkant-rond); • Strenglengtes vermelden (gemeten van hart put tot hart put); • Locatie putten en buizen; • Diameters buizen aan streng plaatsen; • Puttenstaat, goedgekeurd voor productie; • Lijst van putcoördinaten (RD coördinaten in Excel formaat); • Huis- en kolkaansluitingen; • Per huisaansluiting moet een inmeting plaatsvinden. Hierbij dient het ontstoppingsstuk of de erfscheidingsput bij voorkeur m.b.v. maatvoering aan de bebouwing te worden vastgelegd. Indien de bebouwing ontbreekt dient het ontstoppingsstuk of de erfscheidingsput aan de rioolstreng te worden vastgelegd. Hierbij dient de lengte van de loodlijn en de afstand van deze loodlijn vanuit het midden van de laagst gelegen put te worden vastgelegd. Verder dient ook de afstand van de benutte inlaat vanuit het midden van de laagstgelegen put te worden vermeld; • Ingemeten locatie (boven)inlaten (ook de ongebruikte); • Ingemeten locatie ontstoppingsputten (hartmaat o.s). vermelden; • Loodlijn + voetmaat uitleggers; • Leidinglengte per inlaat; • Materiaal infiltratievoorzieningen; • Diepteligging infiltratievoorzieningen; • Verder conform NEN 3219; • Indien in een bestaande rioolstreng een nieuwe controleput is geplaatst, moet van de twee ontstane”nieuwe”strengen de B.O.B. ’s en strenglengtes (hart put - hart putmaat) op de tekening worden vermeld. Gecontroleerde en goedgekeurde “Visuele inspectie”: Video inspectie conform NEN 3399:2004 met schademetingen, hellingshoekmetingen en detailfoto’s van toestandsaspecten. Video-opnamen aanleveren op CD-ROM of DVD, rapportage in PDF-formaat.
Daarnaast: rapportage in RIB-bestand met foto’s (JPEG-bestand) en hellingsbestand (RMBbestand). Drukriool / persleidingen Gecontroleerde en goedgekeurde “Revisie tekeningen”. Na aanleg dient de persleiding ingemeten te worden aan het RD-stelsel: • Tekeningen aanleveren in DGN formaat (Microstation); • Inmeting dient op revisietekening aangegeven te worden; • Maaiveldhoogtes; • NAP-hoogtes B.O.B.; • NAP-hoogtes putten; • Positie besturings-/voedingskasten; • Materiaal putten en buizen; • Locatie putten, buizen, voedingskabels, koppelingen, T-stukken, Y-stukken, afsluiters en besturingskasten; • Gestuurde boringen inmeten in horizontaal en verticaal alignement. Per boring een detailtekening bijvoegen; • Diameters buizen. Checklijst aan te leveren revisiegegevens GEMAAL: OK Energievoorziening: Gegevens verbruiksadres (adres en postcode) EAN-code aanvraag energieleverantie Gegevens aansluitwaarde (A) Meternummer elektriciteitsmeter Opleveringsrapport aardingsinstallatie Maatvoeringschets locatie aardpen Data-communicatie: Gegevens aanvrager abonnement: Gegevens Provider: Klantnummer: Telefoonnummer: Simkaartnummer: Type abonnement: Opzegtermijn abonnement: Gegevens ITT water en Wastewater: Digitale bedieningsmap met daarin opgenomen: Revisietekening mechanische pompinstallatie compleet met maatvoering voor de toegepaste onderdelen (ook maatvoering t.o.v. NAP en de naams- en typevermelding van de afzonderlijke onderdelen) Elektrisch schema (revisie) voorzien van typevermeldingen en artikelnummers van de toegepaste onderdelen Gegevens gemeten signaalsterkte t.b.v. GPRS Projectinfo Pompinfo: Pompberekening Eu-verklaring per pomp
Onderdelenlijst Technische specificaties: Pompen: Niveausensoren: Niveauregeling: Balkeerklep: Hijsbalk: Loopkat: Elektrische kettingtakel: Voetbocht: GPRS modem: GPRS antenne: Ribbenbuis verwarming: Veiligheidstrafo 24V: Afsluiter aanvoerleiding: Afsluiter persleiding: Eventueel spoelklep: Eventueel regenmeter: Overzicht instelwaarden Handleidingen: Schakelautomaat: Gemaalcomputer: Installatie en onderhoud: Gegevens betreffende garantie: Flygt onderhoudscontracten: Aandachtspunten voor veiligheid, gezondheid & milieu: Bovenbouw gemaal: Prefab betonnen gebouw: Gegevens leverancier: Merk + type: Ral kleur: Materiaal toegangsdeur: Ral kleur toegangsdeur: Tekening prefab betonnen gebouw: RVS Apparatuurkast (incl. opbergruimte voor hijsdavit, spindelsleutel): Gegevens leverancier: Merk + type apparatuurkast: Gecoat in Ral kleur 6005 Toegangsluik(en) pompkelder (incl. valbescherming): Gegevens leverancier toegangsluik(en): Merk + type toegangsluik(en): Tekening toegangsluik: Tekening valbescherming: Sensoren: Niveaumeting (intern): Gegevens leverancier sensor: Merk + type sensor: Meetbereik sensor: Kabellengte sensor: Niveaumeting (extern): Gegevens leverancier sensor: Merk + type sensor: Meetbereik sensor: Kabellengte sensor: Overstortmeting (intern):
Gegevens leverancier sensor: Merk + type sensor: Meetbereik sensor: Kabellengte sensor: Overstortmeting (extern): Gegevens leverancier sensor: Merk + type sensor: Meetbereik sensor: Kabellengte sensor: HW-wipper: Gegevens leverancier sensor: Merk + type HW-wipper: Kabellengte HW-wipper: Afsluiter(s) aanvoerleiding(en): Gegevens leverancier afsluiter(s): Merk + type afsluiter(s): Diameter afsluiter(s): Materiaal afsluiter(s): B.o.b.-hoogte(n) aanvoerleiding(en): Vermelding type spindelkop(pen) op tekening aanwezig: Gegevens leverancier ronde gietijzeren straatpot(ten): Merk + type ronde gietijzeren straatpot(ten): Diameter ronde gietijzeren straatpot(ten): Maatvoering locatie(s) straatpot(ten) op tekening aanwezig: Persleiding: Leidingberekening persleiding: Materiaal persleiding: Diameter persleiding: Lengte persleiding: Gegevens leverancier afsluiter: Merk + type afsluiter: Diameter afsluiter: Materiaal afsluiter: Vermelding type spindelkop: Gegevens leverancier ronde gietijzeren straatpot: Merk + type ronde gietijzeren straatpot: Diameter ronde gietijzeren straatpot: Maatvoering locatie straatpot op tekening aanwezig (door aannemer aan te leveren): Maatvoering tracé persleiding op tekening aanwezig (door aannemer aan te leveren): Regenmeter: Gegevens leverancier regenmeter: Merk + type regenmeter: Locatie regenmeter op tekening aanwezig: Datum plaatsing regenmeter: Brandblusser: Gegevens leverancier brandblusser: Merk + type brandblusser: Locatie brandblusser op tekening aanwezig : Datum plaatsing brandblusser: Hijsinrichting: Hijsbalk: Gegevens leverancier hijsbalk : Merk + type hijsbalk:
Locatie hijsbalk op tekening aanwezig: Datum plaatsing hijsbalk: Is de sticker van de keuring op de hijsbalk aanwezig: Certificaat hijsbalk: Elektrische kettingtakel: Gegevens leverancier elektrische kettingtakel: Merk + type elektrische kettingtakel: Locatie wandcontactdoos op tekening aanwezig: Datum plaatsing elektrische kettingtakel: Certificaat elektrische kettingtakel: Hijsketting: Certificaat hijsketting + toebehoren:
straatnaam
……...Projectnr.: ………………
Netwerkaansluiting mnr verw. verpl. uitw. aft.m. bl.m. l.mof her.a m.bor.
BESTAANDE LICHTMAST
Project:………………………………………
dd
straatnaam
mnr
x-y coord.
NIEUWE AANSLUITING
Aannemer:………………………………….
lichtmastgegevens armatuurgegevens srt type lph. a.u. fabr. dd RAL a. fabr. type dd
lampgegevens a. soort verm. kleur
...… e inlevering Contactpersoon:………………………………….. wel / niet gereed
gemeente ……………………………………………..
Inleverstaat mutaties Openbare Verlichting
S
Reg.
afkorting
omschrijving
voorbeeld
straatnaam mnr verw. verpl. uitw.
Straatnaam mastnummer lichtmast verwijderen lichtmast verplaatsen lichtmast uitwisselen
stuks stuks stuks
aft.m. bl.m. l.mof her. m.bor. dd straatnaam mnr x-y coord
aftakmof (netbeheerder) blindmof (netbeheerder) lengtemof (netbeheerder) heraansluiting (netbeheerder) meter boring (netbeheerder) datum moffenwerk (netbeheerder) straatnaam mastnummer x- y-coordinaten
stuks stuks stuks stuks meter
srt type lph. a.u. fabr. dd RAL
soort lichtmast type lichtmast lichtpunthoogte aantal uihouders fabrikant lichtmasten plaatsingsdatum lichtmast RAL kleur
TV-thermisch verzinkt, ST-staal, AL-aluminium, etc CO-conisch, VE-verloop, etc
a. fabr. type dd
aantal armaturen fabrikant armatuur type armatuur plaatsingsdatum armatuur
stuks
a. soort verm. kleur S Reg.
aantal lampen soort lamp lamp vermogen lamp kleur schakeling schakel regime
stuks PLL, SONT. Etc
stuks
A-avond, N-nacht, D-dim, etc W501, W701, etc
Bijlage 2: Dwarsprofiel K&L
0.10
l
0.25
I
'"'
wi
~
1.00
0.25
-
1.00
0.25
f
..,e
1.30
.
1.30
1 1
"'"I
1.60
0.40
1.60,
OAD
f"
2.00
"iI I
1.95
•
030
0.30
_
I.. . -
-
-
-
-
-
-
I
I I
.~..
11
-I·
30
I
I
1I 1 I
e-__ ___
O.3S~It
-
' _
ff ff" - "ft-- - -
II"
II "
-
~
A,
\j :!
I
1
,'.
_ _ ,1.
1 I
1 1 1
.
.- "
L 1- .- ---
17-:
i:f ~ ~lli \
I
I
1
~
-
-
0030 _.,v n 1./\
. _ - ~ --
I
I
I
I
1:'\'
I I
_1:4
- ~- " I
1- ' - - - ' - -
I
"'t 4 I 1
O ,~O
..-
...
nil
I I
"
u"
=II
"
~
_
0.25
0.10
1.00
IJ.60 _
, _
..,
I
~t--I
_
/
....,"
-:
I
W3
--- ._ -
- - -- - - -- -- - -
VOORSTEL PROFIEL BU EERSTE AANLEG BOUWRIJP MAKEN NIEUWBOUWPLANNEN
W2
.)
A3
~ FORMAAT
BEHEER STROOK LB.V. GAS
BEHEtR smOOK LB.V. LAAG-.HIDDEtlSPAtlNlliG
W1
BEHEER smOOK T.B.V. WATER
BEHEER STROOK T.B.V. KPri
BEHEERSTROKEN NODIG VOOR ONDERHOUD NA EERSTE LEIDING AANLEG NIET I'£ER BESCHIKBAAR VOOR UITBEREIOING DERDEN
GEZAMENL IJKE NUTSBEDR IJVEN
GEC: GEZ:
~I'
~-_l __, ~~
0.25
I1~-
I I
-I'
OPMERKING: BIJ BREDE WEGEN MET GROEN- EN OF PARKEERSTROOK IS EEN VOLLEOIGE TWEEZIJOIGE LEIOINGENSTROOK VEREIST
' ~AR. ,
0.40
WIJZ, I WO I GET: I 06-03-00 lHolzken
OWARSPROFIEL OISTRIBUTIELEIOINGEN BIJ EERSTE AANLEG WOONGEBIEDEN
""i
1
I 1 I
1
•
-I-" 1
-- - J -
O.
O\·fARSPROFIEL WIJKONTSLUI TtNGSWEG
. _--- - ~_.. -
r- - - - -- - - - =.:::.. .- -·
0.60
-
__
.
nIP'
r- '"
I
r 1
1
I ~·
1
I
_
.
-~ ~ ~. :
/~ ~I
~ ~ /1
~
~
~: :
,..... I •
-;:;.
u .
; 1,20 N.V,T. PROJ . NR , N.V.I. DOSS. NR ;
SCHAAL
BEHEER smOOK LB.V. (AI
BEHEER STROOK LB.V. TRAtlSPOIH DOELEltmEN ALL!: BEDRIJVEN
Bijlage 3: Standaard bedrijfsinrit
Bijlage 4: Invaliden inritten
Bijlage 5: Verkeersremmers
Drempel 20 km/u hoogte 8 CM X (cm)
10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180 190200
Y (cm) 0,0
0,8
2,8
0,2
5,2
1,6
4,0
7,2 6,4
8,0 7,8
7,2
5,2
7,8
6,4
2,8
0,8
4,0
0,0
1,6
0,2
BSS grijs kleurvast BSS antraciet kleurvast BSS verkeerssteen wit kleurvast BSS grijs kleurvast
Drempel 20 km/u hoogte 12 CM X (cm)
17
Y (cm) 0,0
34 0,3
51 1,1
68 2,5
85
102
4,1
6,0
119
7,9
136
9,5
153
10,9
170
11,7
187
12,0
204
11,7
221
10,9
238
9,5
255
7,9
272
6,0
289
4,1
306
2,5
323 1,1
340
0,3
0,0
BSS grijs kleurvast BSS antraciet kleurvast BSS verkeerssteen wit kleurvast BSS grijs kleurvast
Drempel 30 plus hoogte 8 CM X (cm)
24
48
Y (cm) 0,0
0,16
72 0,8
96 1,6
120
144
2,8
168
4,0
5,2
192
216
6,4
7,2
240 7,9
264 8,0
288 7,9
312
336
7,2
6,4
360
384
5,2
4,0
408 2,8
432 1,6
456 0,8
480 0,16
0,0
BSS grijs kleurvast BSS antraciet kleurvast BSS verkeerssteen wit kleurvast BSS grijs kleurvast
Drempel 30 km/u hoogte 8 CM X (cm)
17,5
Y (cm) 0,0
35
0,2
52,5 0,8
70
1,6
87,5 2,8
105
4,0
122,5
5,2
140
6,4
157,5
7,2
175
7,8
192,5
8,0
210 227,5 245 262,5 280 297,5 315 332,5 350
7,8
7,2
6,4
5,2
4,0
2,8
1,6
0,8
0,2
0,0
BSS grijs kleurvast BSS antraciet kleurvast BSS verkeerssteen wit kleurvast BSS grijs kleurvast
Drempel 30 km/u hoogte 12 CM X (cm)
24
48
Y (cm) 0,0
0,3
72 1,1
96 2,5
120
144
4,1
6,0
168 7,9
192 9,5
216 10,9
240 11,7
264 12,0
288 11,7
312 10,9
336 9,5
360
384
7,9
6,0
408 4,1
432 2,5
456 1,1
480 0,3
0,0
BSS grijs kleurvast BSS antraciet kleurvast BSS verkeerssteen wit kleurvast BSS grijs kleurvast
Drempel 50 km/u hoogte 8 CM X (cm)
30
60
Y (cm) 0,0
0,2
90
120
0,8
1,6
150 2,8
180
210
4,0
BSS grijs kleurvast
5,2
240 6,4
270 7,2
300 7,8
330 8,0
360 7,8
390 7,2
420
450
6,4
5,2
480 4,0
510 2,8
540 1,6
570 0,8
600 0,2
0,0
BSS grijs kleurvast
BSS antraciet kleurvast BSS verkeerssteen wit kleurvast
Drempel 50 km/u hoogte 12 CM X (cm)
48
Y (cm) 0,0
96 1,2
144 2,4
192
240
3,6
288
4,8
6,0
BSS grijs kleurvast
336
384
7,2
432
8,4
480
9,6
10,8
528 12
576
624
12
12
672
720
12
12
768 12
816
864
10,8
9,6
912
960
8,4
7,2
1008 6,0
1056 4,8
1104 3,6
Zoals overige rijbaan
BSS verkeerssteen wit kleurvast
BSS antraciet kleurvast BSS grijs kleurvast
Drempel 60 km/u hoogte 8 CM X (cm)
40
Y (cm) 0,0
80
120
0,2
0,8
160 1,6
BSS grijs kleurvast
200 2,8
240 4,0
280
320
5,2
6,4
360 7,2
400 7,8
440 8,0
480 7,8
520
560
7,2
6,4
600 5,2
640 4,0
680 2,8
720 1,6
760 0,8
800 0,2
0,0
BSS verkeerssteen wit kleurvast
BSS antraciet kleurvast
BSS grijs kleurvast
Drempel 60 km/u hoogte 12 CM X (cm)
60
120 0,3
Y (cm) 0,0
180 1,1
BSS grijs kleurvast BSS antraciet kleurvast
240 2,5
300 4,1
360 6,0
420 7,9
480 9,5
540 10,9
BSS verkeerssteen wit kleurvast BSS grijs kleurvast
600 11,7
660 12,0
720 11,7
780 10,9
840 9,5
900 7,9
960 6,0
1020 4,1
1080 2,5
1140 1,1
1200 0,3
1152 2,4
0,0
1200 1,2
0,0
Bijlage 6: Standaard revisietekening
BIJLAGE 2
Inkoopbeleid Gemeente Uden 2013
28-08-2013
INKOOPBELEID GEMEENTE UDEN 2013
PAGINA 1
28-08-2013
INKOOPBELEID GEMEENTE UDEN 2013
PAGINA 2
Inhoudsopgave Inhoud Inhoudsopgave ...................................................................................................................... 3 Inleiding................................................................................................................................. 4 1.
Doelstellingen gemeentelijk inkoopbeleid ................................................................... 5
2.
Beleidsuitgangspunten ................................................................................................ 6 2.1
Doelmatig en rechtmatig inkopen ............................................................................ 6
2.2
Innovatie .................................................................................................................. 6
2.3
Maatschappelijk verantwoord inkopen ..................................................................... 6
De gemeente heeft oog voor het midden- en kleinbedrijf (MKB). .................................... 6 Duurzaamheid ................................................................................................................. 6 Social return .................................................................................................................... 6 2.4
Integriteit ................................................................................................................. 7
2.5
Lokale en regionale economie .................................................................................. 7
2.6
Regionale samenwerking ......................................................................................... 7
3.
4.
Bepalen van de procedure ........................................................................................... 8 3.1
Opdrachtwaarde / aanbestedingsprocedure ............................................................ 8
3.2
Afwijken van de tabel............................................................................................... 8 In werking treden en vervolg ....................................................................................... 9
28-08-2013
INKOOPBELEID GEMEENTE UDEN 2013
PAGINA 3
Inleiding Zowel binnen de gemeente Uden als daarbuiten is inkoop en aanbesteden de laatste en de komende jaren flink in beweging. De aanbestedingswet, veranderende Europese wet- en regelgeving en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen zijn externe zaken die invloed hebben op hoe wij om gaan met inkopen en aanbesteden. Dit inkoopbeleid verenigt daarom, samen met het handboek inkoop een aantal zaken: Wet- en regelgeving, van zowel Europees als nationaal niveau; Aanbevelingen vanuit de accountant; Een optimalisatie van de werkprocessen; De wensen van het plaatselijk bedrijfsleven vertegenwoordigt door “UOV de Kring” De aanbestedingswet stelt bijvoorbeeld regels over niet onnodig samenvoegen van opdrachten, beperking van administratieve lasten (papieren rompslomp), proportionaliteit (staan eisen, voorwaarden en criteria aan inschrijvers en inschrijvingen in redelijke verhouding tot de opdracht) of keuzes in procedures of ondernemers. Vanuit verdere professionalisering maakt dit inkoopbeleid meer maatwerk mogelijk. Het inkoopbeleid geeft de kaders weer voor het inkopen en aanbesteden van leveringen, diensten en werken van de gemeente Uden. In het inkoopbeleid is aangegeven wat de doelstellingen en uitgangspunten van de inkoopfunctie van de gemeente zijn. Dit zijn afgeleiden van de organisatiedoelstellingen van de gemeente.
28-08-2013
INKOOPBELEID GEMEENTE UDEN 2013
PAGINA 4
1.
Doelstellingen gemeentelijk inkoopbeleid
Het inkoopbeleid geeft richting aan de opdrachtgeversrol van de gemeente Uden, waarbij rekening is gehouden met de inhoud van de aanbestedingswet en verdere Europese en nationale wetgeving. Het inkoopbeleid gaat uit van: rechtmatig en doelmatigheid. Hierbij wordt de volgende hoofddoelstelling gehanteerd: Het juridisch en inkoop technisch verantwoord verwerven van
noodzakelijke en kwalitatief gewenste leveringen, diensten en werken tegen lage integrale kosten op langere termijn. Hierbij worden de volgende doelen nagestreefd (deze uitgangspunten worden in het volgende hoofdstuk toegelicht): Doelmatig en rechtmatig inkopen; Innovatie; Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (duurzaam, sociaal en met oog voor het MKB); Integriteit van de gemeente, haar medewerkers en (te contracteren) leveranciers; Een eenduidige en transparante werkwijze. Naast de doelen heeft de gemeente Uden oog voor de navolgende gewenste effecten: Het stimuleren van de regionale economie; Het bevorderen van de samenwerking met partnerorganisaties, zoals het gemeentelijke SWbedrijf; Het stimuleren van deelname van inwoners van de gemeente aan de arbeidsmarkt cq. arbeidsparticipatie; Het stimuleren van marktwerking en het voorkomen van afhankelijkheid van leveranciers
28-08-2013
INKOOPBELEID GEMEENTE UDEN 2013
PAGINA 5
2.
Beleidsuitgangspunten
2.1
Doelmatig en rechtmatig inkopen
De werkwijze van de gemeente voldoet aan geldende wet- en regelgeving (waaronder maar niet uitsluitend de Aanbestedingswet 2012, Europese wet- en regelgeving en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur). De rechtmatigheid toetst de gemeente Uden (steekproefsgewijs) door het houden van interne controle en de externe accountant. Inkoop biedt een meerwaarde aan de gemeentelijke processen en doelstellingen en zijn hierop afgestemd. De doelmatigheid is gewaarborgd door samenwerking tussen de vakinhoudelijke deskundige en de inkoopdeskundige. 2.2
Innovatie
De gemeente Uden heeft oog heeft innovatie. Het kernbegrip van innovatie is het woord “anders”. Andere diensten, producten, klantgroepen, businessmodellen of markten. 2.3
Maatschappelijk verantwoord inkopen
Voor de gemeente Uden betekent Maatschappelijk Verantwoord Inkopen dat zij naast de financiële aspecten ook rekening houdt met de maatschappelijke gevolgen: de sociale-, milieu gerelateerde en economische gevolgen. Het gemeentelijk beleid is hierbij leidend.
De gemeente heeft oog voor het midden- en kleinbedrijf (MKB). Bij de gemeente Uden krijgen alle ondernemers gelijke kansen krijgen. De mogelijkheden voor het midden- en kleinbedrijf houdt de gemeente Uden echter scherp in het oog. De gemeente Uden geeft hieraan invulling door gebruik te maken van percelen in aanbestedingen, het toestaan van combinaties en onderaanneming, het verminderen van de administratieve lasten en het voorkomen van het hanteren van onnodig zware selectie- en gunningscriteria. De gemeente Uden biedt aan ondernemers de mogelijkheid zich te registreren als geïnteresseerde in het verrichten van werken, diensten of leveringen voor de gemeente via haar website www.uden.nl. Op deze wijze kan een ondernemer zichzelf prominenter in beeld plaatsen.
Duurzaamheid De gemeente Uden heeft zich verbonden aan het landelijk programma Duurzaam Inkopen. Bij het inkoopproces neemt zij sociale en milieuaspecten mee in het inkoopproces en de gemeente Uden heeft oog voor “Total Cost of Ownership (TCO)”. De gemeente Uden streeft naar 100% duurzaam inkopen in 2015. De gemeente Uden past op haar inkopen toe minimaal de criteria, die zijn opgesteld door Agentschap.NL en zijn gepubliceerd op de website van Pianoo.nl.
Social return De gemeente Uden verplicht of stimuleert bij het verstrekken van inkoopopdrachten de opdrachtnemer bij de uitvoer ook kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt te betrekken. Niet iedereen neemt gemakkelijk deel aan het arbeidsproces. Zo krijgen langdurig werklozen en gedeeltelijk arbeidsgeschikten een kans werkervaring op te doen. Dit versterkt hun positie op de arbeidsmarkt. De
gemeente
Uden
stimuleert
-
waar
mogelijk
en
doelmatig
–
de
participatie
arbeidsgehandicapten in het arbeidsproces. 28-08-2013
INKOOPBELEID GEMEENTE UDEN 2013
PAGINA 6
van
Daarnaast
weert
de
gemeente
Uden
leveringen,
die
onder
niet
aanvaardbare
arbeidsomstandigheden (zoals kinderarbeid, dwangarbeid, discriminatie van werknemers, nietbetaling van leefbaar loon) tot stand komen of zijn gekomen. De gemeente Uden kan gebruik maken van de mogelijkheden opdrachten voor te behouden aan de uitvoerders van de wet sociale werkvoorziening op grond van de verordening uitsluitend recht. 2.4
Integriteit
De gemeente Uden vindt het van belang dat zowel bestuurders en medewerkers van de gemeente als leveranciers integer handelen. De bestuurders en de medewerkers van de gemeente houden zich aan de vastgestelde gedragscodes. De integriteit is gewaarborgd door een adequate functiescheiding
toe
te
passen,
waarbij
de
rol
van
de
budgetverantwoordelijke,
materiedeskundige en de inkoopfunctie van elkaar zijn gescheiden. De gemeente Uden hecht belang aan de integriteit van de door haar gecontracteerde leveranciers. De gemeente doet enkel zaken met leveranciers die zich niet bezig houden met criminele of illegale praktijken. Daarom toetst de gemeente de integriteit van de leveranciers bij aanbestedingen aan de hand van uitsluitingsgronden. Indien daar aanleiding voor is kan hierbij tevens gebruik worden gemaakt van de wettelijke mogelijkheden (waaronder BIBOB). 2.5
Lokale en regionale economie
De gemeente Uden heeft oog voor de lokale en regionale economie, zonder dat dit tot enigerlei vorm van discriminatie of voorkeursbehandeling van ondernemers leidt. Bij enkelvoudig onderhandse en meervoudig onderhandse offerteaanvragen houdt de gemeente Uden zoveel mogelijk rekening met de lokale/regionale economie en lokale/regionale ondernemers. De gemeente Uden voorkomt discriminatie en laat niet onnodig regionale, nationale of Europese kansen liggen. Lokale inkoop kan bijdragen aan de doelmatigheid van inkoop. 2.6
Regionale samenwerking
De gemeente Uden streeft naar, met behoud van de eigen zelfstandigheid, gezamenlijke inkoopprojecten te realiseren met andere (omringende) gemeenten of overheden. Bij elke aanbesteding kijkt de gemeente Uden naar de optimale mix van financiële, maatschappelijke en bestuurlijke eisen en wensen. Per inkooptraject maakt de gemeente Uden een afweging of en in welke vorm samenwerking is gewenst. Hierbij vermijdt de gemeente Uden onnodig clusteren. Samenwerkingsverbanden waarmee trajecten worden doorlopen hebben bijvoorbeeld betrekking op inkoop, milieuactiviteiten, werkvoorzieningsschappen, belastingen en sociale regelgeving.
28-08-2013
INKOOPBELEID GEMEENTE UDEN 2013
PAGINA 7
3.
Bepalen van de procedure
3.1
Opdrachtwaarde / aanbestedingsprocedure
Bij het ramen van de opdrachtwaarde gaat de gemeente Uden uit van de waarde van de opdracht voor het totale bedrag, exclusief omzetbelasting, voor de totale duur van de opdracht. Bij deze berekening houdt de gemeente Uden rekening met het geraamde totaalbedrag met inbegrip van de eventuele opties en eventuele verlengingen in de opdracht. Voor een opdracht bestaande uit zowel werken, diensten en/of leveringen bepaalt het deel, dat in waarde het grootste is of sprake is van een werk, dienst dan wel levering. Op
basis
van
de
berekende
opdrachtwaarde
bepaald
de
gemeente
Uden
een
aanbestedingsprocedure aan de hand van de onderstaande tabel. De bedragen met bijbehorende procedures zijn conform de Gids Proportionaliteit. De drempelbedragen voor Europees aanbesteden worden iedere 2 jaar bijgesteld en zijn te vinden via www.minez.nl Inkoopvorm
Leveringen
/
Werken
Diensten A.
Enkelvoudig inkoopprocedure
Tot €30.000
B.
Onderhandse
€30.000
C.
inkoopprocedure
(meervoudig)
€100.000
Openbaar aanbesteden
€100.000
Tot €50.000
tot
€50.000 tot €1.500.000
tot
€1.500.000 tot Europees
Europees
drempelbedrag
drempelbedrag
D.
Europees aanbesteden
Vanaf
Europees
drempelbedrag
3.2
Vanaf
Europees
drempelbedrag
Afwijken van de tabel
Als blijkt, dat de procedure volgens de hierboven genoemde bedragen niet aansluit bij de specifieke inkoop en het karakter van de markt waarin de ondernemers opereren (zie hiervoor ook de Gids Proportionaliteit, hoofdstuk 3.4), kan de gemeente kiezen voor een andere procedure.
In
deze
situatie
onderbouwt
de
gemeente
de
inkoopprocedure
met
een
inkoopstrategie. De inkoopstrategie leidt in deze situatie tot een bewuste keuze voor een procedure. Ook alle andere relevante beslissingen legt de gemeente Uden vast in een inkoopstrategie voor zowel trajecten conform als afwijkend van bovenstaande procedurekeuze.
28-08-2013
INKOOPBELEID GEMEENTE UDEN 2013
PAGINA 8
4.
In werking treden en vervolg
Dit beleid treedt per 3 oktober 2013 in werking. De gemeente Uden evalueert samen met externe partijen jaarlijks het beleid en de uitwerking.
28-08-2013
INKOOPBELEID GEMEENTE UDEN 2013
PAGINA 9