Expertmeeting CMV-Kunstvakonderwijs, 31 oktober 2011 - Verslag en notities door Ingrid Docter - Bijlage 1. Aftrap door Paul de Vries - Bijlage 2. Inleiding door Eugene van Erven ‘De Creative Producer’
1
Verslag en notities Door Ingrid Docter Aanwezig: Eugene van Erven UU hoofddocent theaterwetenschappen, ICAF, CAL Utrecht, Paul de Vries HKU, Mieke Klaver CMV Den Haag, Guido Severien Codarts, Jet Vos HKU, Marjon Goossens HvA, Nelly van der Geest HKU, Dominique Romeney Music Academy InHolland Frits de Dreu CMV HU, Ramon Dekkers CMV HvA Jonna masterstudent Kunsteducatie, Wietske de Man docenten opleiding beeldende kunst HKA, Corin Smaal CMV Nijmegen, Karin Bevers Formaat, Lidewij Bijvank masterstudent kunsteducatie, Ingrid Docter CAL XL. Inhoud 1. Aftrap Paul de Vries (bijlage 1.) 2. 2. Inleiding Eugene van Erven ‘Creative Producer’ (bijlage 2.) 3. Presentaties (met onder andere beste praktijken, wat gebeurt er in kunstvak, wat bij cmv en waar raken zij elkaar al) 4. a. Inventarisatie van aantal kernvoorwaarden voor praktijken vanuit de groep benoemt (in willekeurige volgorde genoemd) b. Belangrijke opmerkingen (in willekeurige volgorde) 5. Stappenplan 6. En hoe nu verder 3. Presentaties (met onder andere beste praktijken, wat gebeurt er in kunstvak, wat bij cmv en waar raken zij elkaar al?) Guido Severien van Codarts Kunstvak Hij is verbonden aan zowel de dans als de muziek afdeling. Er is een verschil tussen het muziekonderwijs en dansonderwijs dat heeft te maken met binnenschools, buitenschools. De docent muziek opleiding van Codarts is in transformatie. Buitenschoolse benadering, zijn opzoek naar minder traditionele zettingen. Docent dans opleiding wordt ook nieuw leven ingeblazen. Internationaal werken van belang. Stages in buitenland. Een project in Zuid Afrika, daarmee wil Codarts verder om community arts te vormgeven. Het is vooral zoekend. Ervaring met cmv nauwelijks. Heel traditionele benadering. Hoop is om tot duurzame samenwerking te komen in Zuid Afrika maatschappelijke organisaties die zich bezig houden met townships Jet Vos/ Nelly van der Geest van HKU Kunstvak Zij geven aan dat de aftrap van Paul veel van de werkwijze van HKU vertelt. Wel een vraag aan de vergadering: wat mist de HKU door niet met mensen cmv te werken. (de vraag zouden we in de laatste ronde meenemen, maar is niet meer zo expliciet teruggekomen. De HKU werkt we samen met studenten theatermanagment. Marjon Goossens/ Ramon Dekkers HvA CMV Voor HVA is er een dwingende noodzaak om de wijken in te gaan en vooral weten dat er nieuwe allianties gevormd moeten worden vanuit vraagstukken in de wijken. De relatie opzoeken met stedelijke vernieuwing. Kansen op gebied van leegstand met nieuwe partners als woningbouwcoöperaties.
2
De opleiding van Marjon is betrokken geweest bij het lectoraat van Sandra Trienekens. Dat was in Bos en Lommer waar Rochedale woningbouwcooperatie Pigalmee woningen heeft vrijgegeven voor een project. De woningen zijn cultureel erfgoed van de Kolenkitbuurt is. Het project is uitgegroeid tot een grote onderneming met een multidisciplinaire team met cmv, kunstenaars, woningbouw, onderzoek. Een nieuwe manier van werken waar de opleiding verder op wil doorborduren. Allemaal vanuit de gedachte dat opdrachtgevers veranderen. De woningbouwcoöperaties zagen de cmv opleiding en kunstenaars als gelijkwaardige partners. Door culturele interventies nieuwe bestemming voor huisjes, waardoor er een versterkt thuisgevoel zou komen. Kunstenaars hebben zich gepresenteerd en uiteindelijk is Casco Land het geworden. Ze beginnen van onderop. Prototype van creatieve producers. De taak van de studenten cmv was bv de opdracht ga je vervelen op straat. Observeren. Beeldende methodieken. Alles visualiseren. Verhalen verzamelen. En onderzoek. Studenten mochten ook in de huisjes wonen. Belangrijk ingrediënt in het kader van aantrekkelijkheid. Marjon heeft pamflet meegenomen: Culturele interventies, juist nu! Iedereen krijgt een exemplaar. Dominique Romeney- Inholland/Music in society Kunstvak Er is in deze veranderende wereld een dilemma met de opleiding docent muziek. Inholland heeft een opleiding muziek docent opgeheven. En zijn daarna met een nieuwe opleiding gestart met vooral aandacht voor buitenschools werken. 60 procent muzikantschap 20 procent educatie 20 procent ondernemerschap. 3 werkvelden kunsteducatie wijken/community arts, zorg welzijn. Drie stromingen Muzikant/muzikaal leider, Coach begeleider/docent, Organisator en onderneming. De opleiding zoekt nadrukkelijk de verbinding met de praktijk. Studenten begeven zich 2 dagen per week de praktijk in dit geval veel bij het 5e kwartier. Dat is dan ook gelijk een van de partners. De studenten leren expertise van overdracht binnenschools. Daarna hebben ze een eigen project buitenschools hebben gedaan. Dat deden ze voor een deel bij de scholen waar Kantine Oost van het 5e kwartier al betrokken was. Het 5e kwartier probeert buurtbewoners mede-eigenaar te maken van de bomen. Een mobiel bos zolang het bestaande park verbouwd wordt. Ieder seizoen is er een bomenoptocht. Buurtbewoners komen samen met elkaar bij de bomen. Er zijn wat kritische kanten: de studenten zeggen waarom community arts. Hoe krijg je studenten voor zo’n opleiding. Geen Sexappeal. Inholland doet niets met cmv. Binnen Inholland nu contact met studierichting sociale works. . Frits de Dreu HU-CMV. Frits heeft een aantal inspirerende voorbeelden meegenomen. Ook uit het buitenland omdat Frits vindt dat vanuit de Nederlandse situatie soms slordig wordt omgegaan met projecten. Ze krijgen niet de tijd om te rijpen en te landen in iets duurzaams. Frits zocht naar goede ingrediënten van community arts. Belfast Wiel. Het Rad is daar vanuit de cultuur een groot symbool. De community arts start vanuit een traditie. Sluit aan bij de cultuur die bestaat. Ook van groot belang: er moet een noodzaak zijn. Dat was in Belfast: Iedere wijk werkte aan dat wat op het moment speelde. Sociale uitsluiten door gehandicapten, protestanten, katholieken. Het resultaat van een community arts project moet iets opleveren voor de gemeenschap. Een product als blijvende herinnering. In Belfast het Rad.
3
De Zwanenvecht wijk. Er is onderzoek geweest in een aantal flats met schotelantennes, die heeft een kunstenaar verfraaid. Daar is kunst middel geworden om mensen met elkaar te laten praten. De onderzoeksgegevens van de mensen van de wijk in de buurt is van belang. Facti in Liverpool en Tate modern doen aan community arts projecten zetten kunstenaars in als Rineke Dijkstra. Fact foundation of art and technologie. Meerdere instellingen die meewerken. Nieuwe verbindingen. Aansluiten bij wat er visueel al is.
Corin Smaal HAN CMV Corin geeft als best practice twee voorbeelden van innovatieve afgestudeerde cmv studenten. Doeko Pinxt in vier dagen tijd haalt hij enorm veel subsidies binnen. Je moet de regels van het spel begrijpen, dat is zijn boodschap. Puur door zich op internet in te lezen in beleidslijnen van instellingen. Hij doet niet alles zelf. Een van zijn projecten was Nijmegen exposeert. Heeft een beeldende kunst route gereorganiseerd. Door kunstenaar en bewoners. Een cmv die heel goed doorheeft hoe hij cultureel ondernemer is. Hij gebruikt daarvoor veel stagiaires van de opleiding. Een ander interessant persoon is Nils Roemen. Heeft als creatief therapeut drama. Hij stelt vragen aan de mensen. Legt iets neer op sociale media. Hij organiseert nu Nijmegen in dialoog. En krijgt de Albert Heijn zo ver om een reclame zin onderaan de bon te plaatsen. Waarmakerij. Hij kan netwerken. Karin Bevers Formaat- Toegepast drama Formaat werkt met de door Augusto Boal ontwikkelde methodiek Theater van de Onderdrukten. Formaat geeft een module (Jokeropleiding) aan studenten cmv Hogeschool van Rotterdam . Participatief drama als basisgereedschap dat niet voorbehouden is aan kunstenaars. Maar ook aan cmv studenten. De toepasbaarheid van de methode is in te zetten bij vele doelgroepen. Ze krijgen als het ware een toolkit die ze zelf in kunnen zetten. Mieke Klaver – HHS CMV Mieke wil goede mensen opleiden en is erg voor methodisch werken. Mieke laat de blauwdruk van de minor Kunst in de Samenleving rondgaan. In de minor werken cmv en kunstvak samen. Er is een groot verschil in inzet wat betreft tijd in de minor. Studenten cmv werken 10 weken full time aan de minor. Die van het kunstvak slechts voor 1 punt. Mieke’s ambitie is om bij het fenomeen community arts de mensen van kunstvak en cmv te laten samenwerken door elkaar te leren kennen en elkaars taal leren spreken. Docenten en studenten van de kunstacademie vinden CA soms niet sexy en interessant. CMV studenten ontwikkelen een project, doen onderzoek in de wijk, leren hoe je dingen naar boven moet brengen. Krijgen theoriecollege’s en werkcolleges met kunstenaars. Ingewikkeld: Er is een cultuur verschil tussen curriculum van cmv en kunstvakopleidingen. Meest in het oog springende verschil is binnen kunstopleidingen en cmv is dat de organisatie van het onderwijs anders is. Wietske de Man HvKA- Kunstvak
4
Ze heeft een projectbureau bij beeldend. Samenwerking cmv kunstvak is ingewikkeld . Ze werkt nu niet samen met verschillende docentopleidingen. Ze richt zich vooral op de kwaliteit van beeldende kunst om projecten waardevoller te maken. De studenten moeten solliciteren. Als er geen goede studenten zijn waar ze iets mee kan dan gaat het project niet door. Projecten kern is kunsteducatie. Ze is nu bezig met het organiseren van een rondleiding voor een bedrijf. Ze kan zich voorstellen dat cmv binnen structuur heel goed mee zouden kunnen praten. Een rondleiding programma. Programma opstelen waar waardevolle input. Veel van onze studenten gaan richting Creatieve producer. 4.a. Inventarisatie van aantal kernvoorwaarden voor praktijken vanuit de groep benoemt (in willekeurige volgorde genoemd) 1. Er is noodzaakom in de wijk (gemeenschap) neer te strijken 2. Onderzoek door kunstenaars/cmv levert gegevens op. Die gegevens moeten bewaard worden, moeten benut worden er moet van geleerd worden. Het kan meegenomen worden voor de zorg op lange termijn. Bv mensen vinden een wijk lelijk. Wat ligt daarachter. Op eerste gezicht lijkt er een diversiteit probleem, maar het blijkt onveiligheid te zijn. 3. Goed project heeft betekenis op langere termijn. 4. De kunstenaar levert iets af wat intrinsieke waarde blijft houden. Belangrijk dat er iets overblijft van een herinnering. Er moet iets overdraagbaar zijn. 5. Proces en product zijn beiden heel erg belangrijk. 6. Creëer gevoelens van co-eigenaarschap. 4.b. Belangrijke opmerkingen (in willekeurige volgorde) 1. Bewustzijn van spanningsveld verschillend actoren(opdrachtgever-bewonersorganisaties). 2. Een vraag vanuit de gemeenschap is een proces, dat je moet trainen. 3. De lerende student is iets anders dan de community arts kunstenaar 4. Succesfactor cmv Amsterdam werkt competentie gericht. Weinig met vakken De studenten verantwoorden zich over de stappen die ze nemen. Reflecteren op hoe zij in het proces staan. 5. Minoren vinden soms pas plaats in het laatste jaar. Kan je eerder stadium studenten laten reflecteren binnen het onderwijs? 6. Werk met sterkere partners.
5. Wat zijn de vervolgstappen die we moeten maken om tot verdere samenwerking cmv kunstvak te komen (in willekeurige volgorde) stap 1 iedereen is het erover eens dat er een meerwaarde voelbaar is, alleen die meerwaarde moet verder worden uitgewerkt in concreet benoemde meerwaardes of facetten stap 2 Studenten en docenten (?) moeten kennismaken met elkaar, opleidingen (als geheel) moeten kennis maken met elkaar. Daar ligt het raakvlak op het gebied van engagement. Hoe kan je dat engagement vanuit verschillende krachten vormgeven met elkaar. Denk bv
5
aan beeldtaal- communicatie- taal. Er moet onderzocht worden in hoeverre de talen verschillen en proberen daar waar nodig overbrugging zoeken stap 3 Verzamelen van goede praktijken waar kunstvak en cmv samenwerken stap 4 Curriculum van cmv en kunstvak naast elkaar leggen. Analyseren waar de kansen liggen. De struikelblokken. En kijken of het nodig is om specifieke competenteis te ontwikkelen? stap 5 Proberen te formuleren wat goede leerpraktijken zijn waar de ontmoeting tussen cmv en kunstvak kunnen plaatsvinden. En partners benoemen en verleiden. 6. vanaf hier en nu verder in te vullen door Paul, Mieke, Ingrid
6
Bijlage 1. Aftrap door Paul de Vries Hartelijk welkom hier op de faculteit theater in Utrecht Het is goed om jullie hier te hebben. Het bruist hier van de community. Community, duurzaamheid leeft vooral onder de docenten, studenten zijn wat afwachtender, ze missen de grote eigentijdse voorbeelden. Docenten dromen van de mogelijke nieuwe werkvelden nu de kunst in de komende jaren door allerlei bezuinigingen zich opnieuw zal moeten profileren. Werkvelden waar er samenwerkingsverbanden ontstaan tussen wetenschappers, kunstenaars en veldwerkers. Arts toegepast en of autonoom om de community te verrijken leeft op de HKU. Eind september waren we met een delegatie studenten en docenten vanuit Theater en Kunst en Economie in Coimbra, Portugal met Nelly als trotse projectleider. Een conferentie over duurzaamheid georganiseerd door de plaatselijke universiteit. Vanuit de gehele aardkloot waren ze er de universiteiten, de architecten, de kunstenaars, de planologen, de onderzoekers. Allen in het teken van de duurzaamheid. Veel voorbeelden van innovatieve projecten werden er gepresenteerd. Soms over duurzaamheid en ook nog al veel community-arts. Het gaf mij enerzijds het beeld van wat we vroeger het opbouwwerk noemden of cultureel werk, maar ook projecten aangestuurd door kunst en politiek, kunst en milieu, stedenbouwkundige innovaties onder andere in het kader van renovatie, bijzondere plekken zichtbaar maken en of verdraagzaamheid. De opdrachtgevers waren onder andere ministeries, gemeentes, provincies, deelraden en fondsen. In die zin was Coimbra een prachtig podium, grote delen van de oude stad waren op sterven na dood, een gigantische leegstand. Het zwaard van Damocles nadert met rasse schreden. Opvallend was ook dat men vooral aan elkaar presenteerde zoals wetenschappers aan wetenschappers, kunstenaars aan kunstenaars, planologen aan… Er waren geen studenten aan wie de verhalen en resultaten konden worden getoetst. In deze periode van september tot kerst werken 33 studenten vanuit 12 verschillende HKU opleidingen in de wijk Overvecht. In vijf groepen aan 5 verschillende opdrachten voor onder andere theatergroep Stut en het wijkburo Overvecht. Op dit moment boven ons presenteren de masterstudenten Performance Design de uitkomsten van hun analyse van het interdisciplinaire maakproces. Op basis van hun ervaringen in het community traject. Ter voorbereiding op deze meeting heb ik de afgelopen weken meerdere gesprekken gevoerd met opdrachtgevers, studenten en coaches die betrokken zijn bij het community project dat momenteel wordt uitgevoerd. Een tiental dagen geleden was er een gesprek en debat waar de studenten elkaar informeerden over aanpak, voortgang, noem het stand van zaken. Om enig beeld te schetsen; er zijn studenten die de randprogrammering voor een achttal diners in het kader van het 35 jarig bestaan van Stut verzorgen, een ander team maakt een interactieve installatie waarin omwonenden meer te weten komen over wat er in woonzorgcentrum Huis aan de Vecht gebeurt, er is ook een team dat de opdracht heeft 7
aangenomen om de zichtbaarheid van bijzondere en onbekende plekken in Overvecht vergroten. Het gaat hier vooral om studenten die komen vanuit een autonome opleiding richting Kunst, Media en Technologie, Theater en Kunst en Economie. Bij de start van het project en kijkend naar de al behaalde competenties; Studenten zijn gewend om een weg te bewandelen onder leiding van regisseur, vormgever of gerespecteerd kunstenaar. Binnen deze kaders hun eigen opdracht formuleren en zo te komen tot een unieke eigen prestatie. Anderzijds hebben ze al eigen bedrijfjes waar ze klussen uitvoeren. Het ontwerpen en realiseren van een eigen opdracht onder eigen verantwoordelijkheid. Maar buiten de deur werken op basis van een vraag van een opdrachtgever die niet direct vanuit de kunsten komt stuit op veel weerstand. Opeens lijkt men heel erg van slag. Hoe kan ik nu werken vanuit mijn eigen fascinatie. Welke onderwerpen spelen er in de laatste weken? Ik zal er een paar uitlichten. Het begrip, wie is leidend, werken in een team en de opdrachtgever. 1. Wat is nu eigenlijk community arts vraagt een student zich af. Ze vragen om meer houvast bij het begrip. Willen een heldere omschrijving. Is een community alleen een bepaalde afgebakende omgeving? Of ga je binnen die omgeving altijd uit van mensen? Moet je iets met die mensen. 2. Vraag van Student 2; we spraken met een lid van de bewonerscommissie, die zei we hebben jullie niet nodig. Op jullie zitten we niet te wachten. En dan wat moeten we nu….. Kunnen we de opdracht ook doen zonder de bewoners er in te betrekken? Wat kan je, wat wil je, waar sta je voor, wat fascineert je? Gaat het om vormen van kunst die betekenis creëren die verder gaan dan het persoonlijk belang van de kunstenaar? Een artistiek concept realiseren in context is geen gemakkelijke opgave. 3. Werken in een team Elkaars taal leren begrijpen; het zijn studenten vanuit verschillende opleidingen met heel diverse curricula, welke rollen zijn er nodig in een team? Wie doet wat, kijk je over de schouders van een teamgenoot mee? De kunstenaar is in dit geval een ontwerper, een didacticus, een begeleider en een maker. En dat niet alleen. Vaak ook nog ondernemer, organisator en producent. Hoe verdeel je al deze taken? 4.Werken op basis van een vraag van een opdrachtgever Je krijgt een opdracht. Kan je ook met de opdrachtgever in dialoog? Wat doe je dan, wat wordt je onderzoek? Hoe wil je je verhouden tot de opdrachtgever? Wat zijn jouw verwachtingen en wat zijn de verwachtingen van een opdrachtgever? 8
Nazorg. Denkt men bij het formuleren van het concept al na wat men wil achterlaten? Tja, er is nog een lange weg te gaan, ik gun Eugene als volgende spreker om een duit in het zakje te doen.
9
Bijlage 2. DE CREATIEVE PRODUCER Eugene van Erven Dit zijn woelige, verwarrende tijden voor de Nederlandse cultuursector, voor de Eurozone, voor de wereld in haar totaliteit en voor ons als mens. Het voelt als angstaanjagend gerommel voor een op handen zijnde existentiële aardbeving. Politieke leiders, ongeacht of je er wel of niet op gestemd hebt, blijken niet in staat buiten bestaande kaders te denken om de oplossingen voor de huidige problemen te zien die alleen daar te vinden zijn. Want dan moeten ze letterlijk van hun geloof vallen waar ze de afgelopen decennia mee opgevoed zijn: zoals het idée fixe dat als je de markt maar onbelemmerd haar gang laat gaat, iedereen er van meeprofiteert, armoede automatisch verdwijnt, mensenrechten plotsklaps overal volgens westerse normen gerespecteerd worden en de hele wereld onvermijdelijk democratisch wordt. Alsof de democratie waarin wij hier in Europa leven werkelijk zo'n ideaal systeem is, als je daar als burger niet dagelijks, maar slechts eens in de vier jaar gedurende een paar seconden met een rood potlood in je hand actief in participeert. De consequenties van dat denken - en van die apathie - zijn een belangrijke oorzaak van de bezuinigingen waar we nu mee te kampen hebben. Je kunt daar behoorlijk gestrest van raken. Of je kunt het beschouwen als wat het mogelijkerwijs óók is: één van de om de zoveel tijd altijd weer terugkerende historisch breekpunten waaruit nieuwe kansen, nieuwe paradigma's ontstaan. De huidige turbulentie doet in een aantal opzichten denken aan de jaren '60 en '70, toen de wereld ook in rep en roer was: min of meer succesvolle Marxistische revoluties waren net achter de rug in China en Cuba en dreigden zich ook elders in Azië en Latijns Amerika te gaan verspreiden - met o.a. de Vietnamoorlog als gevolg en dictaturen in Cambodia, de Filipijnen, Indonesië, de Korea's, Chili, Brazilië, Paraguay, Argentinië en zo'n beetje heel Midden Amerika; om nog maar te zwijgen van de heftige dekolonisatieprocessen die op dat moment Afrika en de Cariben op hun kop zetten. Kunstenaars lieten zich bij al die conflicten allesbehalve onbetuigd. Ze pleitten, zoals de Keniaanse schrijver Ngugi wa Thiongo, voor nieuwe, relevante kunst in lokale talen, geïnspireerd door onder koloniale regimes verboden eeuwenoude volksculturen. Of hun vingers werden verbrijzeld door militairen, zoals de populaire Chileense volkszanger Victor Jara overkwam in de catacomben van het nationale voetbalstadion in Santiago de Chile. Vlak voor zijn executie. Kunstenaars die zo overtuigd waren van de maatschappelijke waarde van hun werk, dat ze bereid waren er voor te sterven. En politieke machtshebbers die zich zo bewust waren van de kracht van kunst, dat ze bereid waren de meest populaire kunstenaars om zeep te brengen. (In landen als Guatemala gebeurt dat overigens vandaag de dag nog steeds, terwijl Ngugi wa Thiongo een duurbetaalde hoogleraar literatuurwetenschap is aan de University of California te Irvine. Zo gaan die dingen. De wereld wordt opgeschud en consolideert zich vervolgens. Een nieuw systeem vestigt zich, gedragen door mensen die er na verloop van tijd van afhankelijk worden.) Al die heftige ontwikkelingen in de jaren '60 en '70 hadden in dat pre-digitale tijdperk dankzij analoge media (kranten, radio en twee nationale televisiekanalen) ook een behoorlijke impact op studenten en docenten van sommige Nederlandse theaterscholen en sociale academies. Deze werden in de jaren '80 en '90 na een aantal schaal vergrotende fusies in de huidige kunstvak- en HBO-instellingen geïntegreerd en vandaag de dag worden er CMV-ers en kunstenaars klaargestoomd voor een professionele carrière in diezelfde woelige, complexe, onvoorspelbare samenleving die ook nu weer op een breekpunt schijnt te zijn aanbeland. De vraag welt dan op: zijn die instellingen, geleid als ze soms worden 10
door vaak uit de politiek afkomstige, marktdenkende, conjunctuurgevoelige, ja zelf soms wat megalomane bestuurders, daartoe wel in staat? Zijn ze, net als die eerder genoemde politici en de ooit radicale babyboomers die nu net als ik inmiddels gezapige middenklassers geworden zijn, niet vastgeroest? Wordt het geen tijd om ook daar - of waarom ook niet hier - de boel weer eens flink op te schudden? We hebben in onze zelfgenoegzaamheid te weinig de tijd genomen om de dynamieken te analyseren die gedurende de afgelopen 30, 40 jaar onze huidige cultuursector hebben gevormd en waarin kunstvak- en CMV-opleidingen (en wat daaraan vooraf ging) ook een belangrijke rol spelen. Die exercitie zou ons wellichtbeter in staat stellen om op de komende dertig jaar te anticiperen in plaats van zoals nu al klagend achter de feiten aan te hollen. Dit is zoals ik dit systeem, waarin u en ik ook min of meer meedraaien, momenteel zie. Ik geef het toe: het is wat gechargeerd. Het systeem waar ik op doel is wat je de kunst en cultuursector kunt noemen. Het is na de openingen in de jaren ’60 en ’70 in de loop van de jaren '80 weer behoorlijk hermetisch afgesloten geraakt. Het is een systeem dat begint bij kunstvakopleidingen, waar ik vermoed dat er nog steeds veel mensen doceren die er - net als ik op de universiteit - al zo'n 25 jaar werken (en waarvan we de wilde ideeën en risico’s niet meer moeten verwachten). En waar de studentenpopulatie nog steeds overwegend wit is en die nog steeds regelmatig met een ideaalbeeld van de geniale, autonome kunstenaar wordt opgezadeld. Zij die zich het beste verhouden tot de internationaal gangbare smaken en stijlen in de westerse wereld, gaan vervolgens meedraaien in dat systeem, dat deels bepaald wordt door marktdynamiek: naam, faam, uniek product, distributie, recensie, kunstkritiek, publiek. Gemeentelijke of landelijke kunstcommissieleden, die in hun studies of van huis uit vergelijkbare smaken en stijlen hebben leren waarderen, houden ook dat systeem in stand. kunst- en cultuurwetenschappers, die deze kunstproducten met behulp van voor leken niet te doorgronden concepten uit de postmoderne cultuurfilosofie proberen te duiden en waaraan de sluwste onder de kunstenaars in hun nieuwe werk vervolgens ook weer refereren, dragen ook hun steentje bij aan het opstuwen van het denken over cultuur naar een steeds hoger abstractieniveau. Buiten het systeem vinden hun inzichten weinig weerklank. Het systeem sluit namelijk het merendeel van de samenleving uit, zodat zelfs progressieve, maatschappijkritische kunstwerken hoofdzakelijk het reeds meedraaiende hoger opgeleide publiek bereiken. En er een vluchtige, zelfgenoegzame, morele en esthetische voldoening aan ontlenen. Om zich vervolgens aan het eind van de avond weer terug te trekken in wijken die misschien niet hemelsbreed, maar wel existentieel ver verwijderd zijn van de plekken waar in Nederland de komende jaren de echte politieke strijd gevoerd gaat worden. En waar kunst en cultuur niet als doekje voor het bloeden, maar als waardevolle dagelijkse activiteit zichtbaar zou moeten zijn. Het bestaande systeem moet daartoe opengebroken worden. Er moeten collectiever denkende kunstenaars met grotere sociale vaardigheden opgeleid worden door wellicht nieuw van de grond op te bouwen trainingsinstituten. Bestaande kunstvakopleidingen zouden op zijn minst dependances in volkswijken moeten inrichten en daar allianties met maatschappelijke partners aan gaan. Daarnaast zouden er niet alleen stadsgezelschappen en een handjevol iconische kunstorganisaties met een internationale faam door de overheid gefinancierd moeten worden, maar even zo royaal uitgeruste multidisciplinaire community artsondernemingen. Zichtbaar en duurzaam gevestigd in aandachtswijken, 11
maar ook op het platteland, zouden die gestaag samen met de mensen die daar wonen moeten werken aan krachtige, relevante kunst. Alleen dan ontstaan op de plaatsen waar het in Nederland het meeste rommelt de gesprekken die moeten ontstaan, zodat terechte frustraties geuit kunnen worden, maar ook aandacht gegeven wordt aan de mooie dingen die er op deze plekken net zo goed in overvloed zijn en zelden zichtbaar worden. In die toekomstige ontwikkeling voorzie ik een belangrijke rol voor wat in de Angelsaksische wereld wel een CREATIVE PRODUCER genoemd wordt. In Nederland zien wij de in een bepaalde kunstdiscipline gespecialiseerde kunstenaar nog steeds als de voornaamste aanjager van een kunstproject in de wijk. Bij het Rotterdams Wijktheater of bij Stut doen ze aan toneel, hoewel daar in de loop der jaren video, dans en muziek als ondersteunende elementen bijgekomen zijn. CMV-ers die daar werken, mensen als Samuela en Anamaria, houden zich vooral bezig met publiekswerving en acquisitie - maar ook productieleiding. Het ritme is echter nog steeds dat van een bijna conventioneel opererend theatergezelschap: twee of drie nieuwe producties per jaar, try-outje, première en dan de boer op. Bij kunstdisciplines als muziek en beeldende kunst is dat niet anders. De regisseur, de kunstschilder, de vormgever in de openbare ruimte is leidend. Wat is dan een creative producer? Het is in ieder geval iemand die groot kan denken en een lange adem heeft - een adem die verder reikt dan een project en een blik die een complete samenleving - en alle krachten die daarin botsen - kan overzien. Veel meer nog dan de kunstenaar is de creative producer dé spil in een meerjarig kunstproject. Hij of zij is de vooruitgeschoven post, analyseert de lokale situatie en het grotere omliggende geheel, ontwerpt een lange termijnstrategie, werft partners binnen en buiten de kunsten, bouwt een ad-hoc organisatie die groeit naarmate het project groeit. Dat team kan bestaan uit onderzoekers, welzijnswerkers, lokale adviseurs, journalisten, filmmakers en kunstenaars uit disciplines die voor een specifiek doel het meest geschikt zijn. Dat is een volstrekt ander uitgangspunt dan te doen gebruikelijk in de Nederlandse community artspraktijk. En ik heb het ook niet over cultuurscouts of - makelaars, want dat zijn toch vooral intermediairs. De creative producer is de absolute trekker van een project, de ontwikkelaar en uitvoerder. In 2009 kwam er voor het eerst een op mijn pad. Niet geheel toevallig kwam ze uit Australië. Eind twintig, dochter van Griekse immigrantenouders. Ze had het vak geleerd door met een andere creative producer mee te lopen, ook een vrouw, Alex genaamd. Die was in 2009 al zo'n vier jaar bezig met een project dat vanuit een Aboriginal gemeenschap nabij Alice Springs was ontstaan. Zij ging daar eerst in haar eentje naartoe, kreeg allengs een steeds beter contact met een groep oudere vrouwen en ontdekte dat hun grootste zorg was de verdwijning van de lokale Aboriginal taal. Na maanden ontstonden de contouren van een project, dat nog steeds voortduurt en waar wij afgelopen maart op het international community arts festival in Rotterdam een van de vele manifestaties konden zien. In het dorpje Arnabella, waar dit project ontstond, werden workshops gehouden om lokale verhalen en cultuuruitingen los te weken, maar ook zodat de betrokken Anglo's zich konden onderdompelen in een volledig andere cultuur. Er werd een lokaal vrouwenkoor gevormd gedirigeerd door een Anglo muzikante. Zo ontstond er een maandenlange wisselwerking tussen twee culturen, die uitmondde in een serie indrukwekkende kunst- en mediaproducten die in beide culturen tot hun recht kwamen. Er kwam een interactieve website, een effectieve lobby in het nationale parlament in de hoofdstad Canberra, een prachtige, aangrijpende documentaire die eerder dit jaar op de nationale TV zender ABC werd uitgezonden, en een uiterst succesvolle theaterproductie, die zowel in Sydney, Perth, Melbourne, Brisbane en Caberra volle zalen trok - als in de openlucht in de woestijn buiten Arnabella een grote impact maakte. En die nog steeds voortduurt. Voortgestuwd door een 12
creative producer, die de eerste contacten legde, vertrouwen won, geld vond, lokale contacten onderhield en andere partners wist te overtuigen, een korte en een lange termin strategie ontwierp (inclusief verduurzaming en nazorg voor de lokale participanten), workshops organiseerde en in sommige gevallen zelf faciliteerde, de meest geschikte Anglo en Aboriginal kunstenaars vond, de supervisie hield over documentatie, onderzoek en publiciteit – alsmede de internet en lobbycampagne, en als volwaardige partner met de theaterregisseur en toneelschrijver optrok tot en met het landelijk toernee. En tot slot had ze de eindredactie over een indrukwekkend, professioneel geproduceerd informatiepakket. Alex woont nu nog steeds in Alice Springs, waar ze manager is van een openlucht bioscoop en lid van een roller derby team – dat zijn van die heftig boksende rolschaatsers in een arena. Het werken met zo'n figuur lijkt mij in ieder geval de moeite van het uitproberen waard in de realiteit waar ons land de komende jaren mee te maken krijgt.
13
14