e i t i d e p x e e g n a exch
in
len o h c s r o o zuiden ekje vm t o e b h o f t n e i een nwerking same
REDACTIE Els Salembier – BTC Kleur Bekennen COÖRDINATIE Dirk Bocken - BTC Kleur Bekennen - Hoogstraat 147, 1000 Brussel Tel (02) 505 18 20 - Fax (02) 505 18 51 e-mail:
[email protected] website: www.kleurbekennen.be VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Carl Michiels - BTC - Hoogstraat 147, 1000 Brussel FOTO’S: VTI Oostende, BSGO ’t Regenboogje Etterbeek, Freinetschool Klimop Oostkamp (Jan Franco). VORMGEVING Big Bazart DRUK Poot Printers Deze brochure werd gedrukt op gerecycleerd papier September 2007 Kleur Bekennen is een gemeenschappelijk programma van de federale Minister van Ontwikkelingssamenwerking, de Belgische Technische Coöperatie, de Vlaamse provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
colofon
SAMENSTELLING VAN DEZE FOLDER Kleur Bekennen ontwikkelde deze folder in samenwerking met BTC, Volens, De Wereldschool, Provincie West-Vlaanderen, BSGO ’t Regenboogje ( Etterbeek), Freinetschool Klimop (Oostkamp), Gemeente Mol, VTI (Oostende), Gemeente Nijlen.
voorwoord
4
deel 1
EEN UITWISSELING MET EEN SCHOOL OF EEN (ONTWIKKELINGS)PROJECT IN HET ZUIDEN? HOE DOE JE DAT? 1. BLIKOPENER. Een uitwisseling met het Zuiden? Waarom? Wie? Wat? Waar & hoe? A. COMMUNICEREN met een school of project in het Zuiden. Even stilstaan bij jullie doelstellingen. Stap voor stap. B. Op UITWISSELINGSBEZOEK in het Zuiden. Even stilstaan bij jullie doelstellingen. Stap voor stap.
5 6 7 8
2. HOU VOLGENDE AANDACHTSPUNTEN IN HET OOG
10
3. TIPS & TRICKS
11
deel 2
HULP OF SAMENWERKING? HOE KAN JE INSPELEN OP DE NODEN EN KRACHTEN IN HET ZUIDEN?
18
1. BLIKOPENER. Kies je voor een hulpactie? Of streef je een duurzame samenwerking na? 19 Even stilstaan bij de doelstellingen van jou & van jullie partner in het Zuiden. Stap voor stap.
2. HOU VOLGENDE AANDACHTSPUNTEN IN HET OOG
21
3. TIPS & TRICKS
22
deel 3
HOE KAN JE EEN SAMENWERKING MET HET ZUIDEN EEN EDUCATIEVE MEERWAARDE GEVEN IN JE LESSEN, JE KLAS EN DE SCHOOL? 24
1. BLIKOPENER. Een educatief project over het Zuiden in je lessen? Even stilstaan bij jullie doelstellingen. Stap voor stap.
25
2. HOU VOLGENDE AANDACHTSPUNTEN IN HET OOG
28
3. TIPS & TRICKS
29
“Het is waar dat kinderen met elkaar kunnen communiceren zonder elkaars taal te spreken. Het is een uitdaging om kinderen met verschillende achtergronden bij elkaar te brengen zodat ze die gave kunnen gebruiken om elkaar te leren kennen. Pas dan zullen verschillende bevolkingsgroepen opgroeien in de wetenschap dat ze veel met elkaar gemeen hebben en tegelijkertijd inzien wat elk van hen anders en uniek maakt. Alleen als we de ander leren kennen, krijgen we respect voor elkaars overeenkomsten en verschillen om in vrede te kunnen samenleven.” Nelson Mandela
voorwoord Speelt jouw school ook met het idee om een uitwisseling of samenwerking met het Zuiden uit te bouwen? Of om een actie op te zetten ten voordele van een project? Wel, je bent niet alleen. Steeds meer scholen willen zelf de handen uit de mouwen steken om samen met het Zuiden werk te maken van een betere wereld. Sommige scholen werken een project uit in samenwerking met een ngo of overheidsinstantie. Andere scholen kennen zelf contactpersonen in het Zuiden, waarmee ze samen een project uittekenen. “Doe-hetzelvers” worden deze scholen wel eens genoemd. Maar of je nu een “doe-het-zelver” bent of niet … soms kan je wel wat extra hulp en ideeën gebruiken. Daarom ontwikkelde Kleur Bekennen dit infoboekje boordevol tips, schoolvoorbeelden en aandachtspunten. Kleur Bekennen vertrekt in deze brochure vanuit drie waarden: duurzaamheid, wederkerigheid en participatie. - Duurzaamheid: Kleur Bekennen streeft er naar om door middel van schoolprojecten te werken aan blijvende en positieve veranderingen in de wereld. - Wederkerigheid: we willen dit doen door gelijkwaardige uitwisselingen tussen Noord en Zuid. - Participatie: Kleur Bekennen streeft na dat alle betrokken partners een actieve rol spelen. Kleur Bekennen wil jou in deze brochure op weg helpen aan de hand van drie vragen: 1) Een uitwisseling met een school of met een (ontwikkelings)project in het Zuiden? Hoe doe je dat? 2) Hulp of samenwerking? Hoe kan je inspelen op de noden en krachten in het Zuiden? 3) Hoe kan je een samenwerking met het Zuiden een educatieve meerwaarde geven in je lessen, je klas en de school? Elke vraag wordt in een apart hoofdstuk uitgewerkt. Hopelijk vind je in ‘Expeditie Exchange’ heel wat nuttige info om samen met het Zuiden op weg te gaan. We wensen je alvast veel succes met je project!
deel 1 EEN UITWISSELING MEt EEN SCHOOL OF EEN (ONTWIKKELINGS)PROJECT IN HET ZUIDEN? HOE DOE JE DAT?
“Een genuanceerde kijk en een geëngageerde houding aannemen, gebeurt niet van de ene dag op de andere. Het kan groeien door concrete ervaring, door zichzelf in vraag te stellen en door zich in te leven. Ontmoeting met de andere gebaseerd op wederzijds respect kan een houding in de positieve zin beïnvloeden. Het aspect wederzijdse dialoog staat hierin centraal. Via geregelde communicatie tussen Noord en Zuid en Zuid en Noord wordt een venster op de wereld geopend.” De Wereldschool
1. blikopener
Een uitwisseling met het Zuiden? Waarom? Wie? Wat? Waar & hoe? Enkele vragen als houvast. De onderstaande vragen kan je gebruiken om over je uitwisselingsproject na te denken. Overloop ze tijdens een personeels- of teamvergadering over het project. De vragen zullen je helpen om je project af te bakenen en vorm te geven. Je kan de vragen ook gebruiken om je actieplan mee op te bouwen. Veel succes! Vooraf… Hoe ver wil je met de uitwisseling gaan? A. Gaat het om een communicatieproject met het Zuiden via brief, e-mail, of materialenkoffers, … ? B. Gaat het om een uitwisseling waarbij leerkrachten en/of leerlingen op bezoek gaan in het Zuiden, of waarbij het Zuiden op bezoek komt bij jou?
A. COMMUNICEREN met een school of met een (ontwikkelings)project in het Zuiden. Even stilstaan bij jullie doelstellingen: • Wat wil je met dit communicatieproject bereiken? • Wie zal communiceren: leerlingen? leerkrachten? andere betrokkenen? Is het een project van de volledige school, of van één of meerdere klassen? • Wat zijn de doelstellingen van de school of het project waarmee je gaat communiceren? • Lopen de doelstellingen van jouw school en van je partner in het Zuiden parallel of niet? • Hoe lang wil je het project laten lopen? “Sinds vorig jaar hebben we een educatief uitwisselingsproject op touw gezet met een schooltje in Ibi, Congo. Dit project kwam tot stand vanuit gesprekken met Olivier, een papa van drie kinderen op onze school, en oprichter van het schooltje in Congo. Doel van het project is om de leefwereld van onze kinderen en de kinderen ginds bij elkaar te brengen en de kinderen te laten leren van elkaar. Niet zozeer om de verschillen te zoeken en te beseffen hoe goed wij het hier wel hebben, maar voornamelijk om de gelijkenissen tussen de twee leefwerelden te benadrukken en te bekijken hoe ieder, naar zijn eigen mogelijkheden, met bepaalde dingen omgaat.” BSGO ‘t Regenboogje, Etterbeek
Stap voor stap. • Op welke manier zal je communiceren met het Zuiden? • Met welke school of welk project ga je communiceren? Op welke manier ben je met hen in contact gekomen? • Waarover zal je communiceren? • Wordt er samengewerkt met partners (in België of in het Zuiden) om het uitwisselingsproject praktisch uit te werken? Met wie? • Indien je de uitwisseling op lange termijn wilt bestendigen in de school, hoe zal je dit aanpakken? • Wil je de uitwisseling ook een plaats geven in de lessen en in de school? Hoe zal je dit doen?
B. Op UITWISSELINGSBEZOEK in het Zuiden. Even stilstaan bij jullie doelstellingen: • Wat wil je als school met de uitwisseling bereiken? • Welke zijn de doelstellingen van de leerlingen & van de leerkrachten die op uitwisseling gaan? o Wat willen de leerlingen graag leren door de uitwisseling? o Wat hopen de leerkrachten van hun collega’s in het Zuiden te leren? • Wat zijn de doelstellingen van de school of het project waarmee je gaat uitwisselen? • Lopen de doelstellingen van jouw school en van de partner in het Zuiden parallel of niet? • Houdt de uitwisseling ook in dat de leerkrachten, leerlingen of projectmedewerkers uit het partnerland bij jou op school op bezoek komen? Waarom wel? Waarom niet? “We willen communicatie met onze kinderen realiseren over de grenzen van taal, rijkdom en cultuur heen. We hebben persoonlijke contacten in het Gambiaanse dorp Kerr Sering en sommige mensen van onze school helpen mee om het schooltje daar van een nieuw gebouw te voorzien. Het kan een boeiende uitwisseling worden. We willen er een traject van maken zodat we op den duur van een partnerschool kunnen spreken.” Freinetschool Klimop, Oostkamp Stap voor stap. • Hoeveel mensen gaan op uitwisseling? • Weet je hoeveel mensen het project in het Zuiden kan ontvangen? • Wie gaat op uitwisseling? Hoe zal je de leerkrachten en leerlingen selecteren die meegaan op uitwisseling? “We opteren voor leerlingen uit het vijfde middelbaar, die reeds in het vierde jaar gerekruteerd worden en waarmee tot in het zesde middelbaar wordt samengewerkt. Omdat er meer kandidaten dan plaatsen zijn, moet er een selectie gebeuren. Deze selectie moet zo eerlijk mogelijk verlopen. De selectie van de leerlingen gebeurt op basis van: een weekend waar de jongeren beoordeeld worden op hun inzet, betrokkenheid & motivatie, Spaanse lessen waarbij de leerlingen niet beoordeeld worden op hun kennis van Spaans maar wel op hun interesse en houding in de les, een persoonlijk gesprek & een beoordeling door de school.” Gemeente Mol, Stedenband met Santo Tomas
• Hoe wordt het uitwisselingsprogramma samengesteld? Wordt er samengewerkt met partners (in België of in het Zuiden) om het uitwisselingsproject uit te werken? “De mensen die meegaan op uitwisseling worden ingedeeld in verschillende groepen: de bouwers, de leerkrachten, de animatieploeg, de medische ploeg en de cameraploeg. De ‘bouwers’ (dit zijn aannemers, architecten, elektriciens) buigen zich over de bouw van het schooltje. De werkwijze is helemaal anders dan bij ons, ze moeten zich aanpassen aan de Gambiaanse bouwkennis en dat is even wennen. Het Westerse denken moet meteen aangepast worden.” Freinetschool Klimop, Oostkamp • Werd er reeds een (gedetailleerde) begroting opgemaakt? • Wie staat (organisatorisch & financieel) in voor de logies en het vervoer ter plaatse? • Voorzie je dat er zich tijdens het bezoek bepaalde moeilijkheden zullen voordoen? Hoe denk je een antwoord te kunnen bieden op deze moeilijkheden? - Wat gedaan bij ziekte van één of meerdere deelnemers? - Wat gedaan bij negatieve reacties of een cultuurschok bij de deelnemers? • Hoe zal je de leerkrachten en/of leerlingen voorbereiden die deelnemen aan de uitwisseling? Op praktisch, informatief, medisch, cultureel en psychologisch vlak? • Hoe zal je ervoor zorgen dat de uitwisselaars niet enkel kennismaken met de gastschool of het gastproject maar dat ze ook een realistische blik ontwikkelen op de Noord-Zuidverhoudingen in de wereld? • Welke verwerking plan je achteraf met de leerkrachten en leerlingen die aan de uitwisseling deelgenomen hebben? • Hoe zal je de leerlingen/leerkrachten die niet op uitwisseling gaan bij het project betrekken? • Welke activiteiten plan je voor de ouders van de leerlingen die op uitwisseling gaan? • Ben je van plan om de schoolomgeving (ouders, buurt, gemeente, pers…) op de hoogte te brengen van of te betrekken bij de uitwisseling? Hoe wil je dit doen? • Wil je de uitwisseling op lange termijn een plaats geven in de school? Hoe zal je dit aanpakken? • Komt de partner uit het Zuiden ook op bezoek naar jouw school of gemeente?
2. aandachtspunten
Hou volgende aandachtspunten in het oog! • Check vooraf de verwachtingen en doelstellingen van Noord en Zuid. Formuleer bij aanvang van het project duidelijk jullie verwachtingen en doelstellingen en toets die in voldoende mate met jullie partners in het Zuiden. Probeer de verwachtingen realistisch in te schatten, zodat je niet voor ontgoochelingen komt te staan. Informeer je in het bijzonder naar de regelmaat van communicatie, want daarover zijn scholen soms teleurgesteld. Kijk hierbij ook verder dan het huidige schooljaar en tracht de doelstellingen op langere termijn te formuleren. • Maak werk van een evenwichtige en duurzame uitwisseling. Let er bij de uitwisseling op dat je zoveel mogelijk op gelijke voet staat met je partner in het Zuiden. Je komt pas echt tot uitwisseling als zowel Noord als Zuid van elkaar kunnen leren. Zo’n tweerichtingsverkeer zorgt ervoor dat je loskomt van stereotypen. Streef ook zoveel mogelijk een duurzame samenwerking na met blijvende en positieve veranderingen op lange termijn. • Zorg voor een voorbereiding en verwerking van het uitwisselingsbezoek. Een uitwisselingsbezoek vergt een grondige voorbereiding van beide partners, zowel op praktisch, informatief, financieel, medisch, cultureel als op psychologisch vlak. De onderdompeling in een onbekende cultuur en een onbekend land is minder evident dan soms wordt gedacht. Vergeet ook niet om vooraf reeds in te plannen op welke manier je de ervaringen van het bezoek achteraf wilt verwerken. Ook deze verwerking kan zowel praktisch, informatief, (inter)cultureel als eerder psychologisch van aard zijn. • Werk samen met diverse partners. Een samenwerking met gespecialiseerde partnerorganisaties (bijvoorbeeld ngo’s, organisaties of overheidsinstanties) hier of in het Zuiden, zal niet enkel het draagvlak voor je project groter maken, maar ook de uitstraling en wellicht de resultaten verbeteren. Bovendien kunnen deze organisaties je op tal van vlakken bijstaan: financieel, bij de praktische uitwerking, en bij de voorbereiding en verwerking achteraf.
10
3. tips & tricks A. Tips & Tricks voor als je wil COMMUNICEREN met een school in het Zuiden. Waar kan je een school of project vinden waarmee je een uitwisseling kan opzetten? • Via talrijke ngo’s, organisaties en instanties die in het Zuiden actief zijn. Meer info over deze instanties vind je onder andere op www.coprogram.be, www.11.be, www.btcctb.org, … . • ‘De Wereldschool’ heeft in een aantal landen contacten met scholen waarmee in het kader van een wereldburgertraject een uitwisselingsproject opgezet kan worden. Meer info over hun werking vind je op www.dewereldschool.be. • Djapo vzw biedt vanaf het schooljaar 2008 – 2009 in samenwerking met de vzw Umubano een kant-en-klaar briefwisselingsproject met Rwanda aan. Het project is bedoeld voor de derde graad van het basisonderwijs, sluit aan bij de lessen Frans en biedt de nodige educatieve omkadering. Meer info via
[email protected]. • Via een project dat gesteund wordt door de Argentijnse Ambassade in België kan je in een e-twinning stappen met scholen in Argentinië. Meer info via geert.
[email protected] Waarover kan je zoal communiceren? • De leerlingen kunnen zichzelf en hun klas/school voorstellen door middel van foto’s, video, knutselwerken, tekeningen of teksten. • De leerlingen kunnen info opzoeken over een thema naar keuze, deze input verwerken en opsturen naar de uitwisselingspartners met de vraag om hierop te reageren. • De verkregen antwoorden van de uitwisselingspartners kunnen nieuwe vragen oproepen waarrond verder gewerkt kan worden in tal van vakken zoals wereldoriëntatie, wiskunde, aardrijkskunde, geschiedenis, godsdienst, zedenleer,… . • Voorbeelden van mogelijke thema’s: wie ben ik, de school, mijn stad of dorp, mijn gezin, het klimaat, het vervoer, mijn hobby’s, waar ik van droom, eten & drinken,… .
11
“Begin dit schooljaar vertrok een koffer boordevol informatie over onze school en onze dagelijkse werking naar Congo. Ondertussen kregen we een koffer uit Congo terug, met daarin tekeningen, boekjes, foto’s, geluidsfragmenten, … . Momenteel verkennen alle klassen de koffer en leren we heel wat bij over hun dagelijkse gewoonten. Bedoeling is om vanaf nu ieder schooljaar één specifiek thema uit te werken en te linken aan het Congoproject en hierrond dan een themakoffer op te bouwen die uitgewisseld wordt met de school in Ibi. Deze koffer zal door Olivier, de papa van drie leerlingen, steeds van de ene naar de andere school gebracht worden en zal als het ware pendelen tussen de twee scholen. Dit schooljaar opteerden we ervoor om het project “water” uit te werken, omdat dit inhoudelijk zeer mooi kadert binnen het Congo-project en binnen de inspanningen die onze school doet omtrent duurzame ontwikkeling. Ook hier werden door middel van educatieve uitstappen, gastsprekers, workshops en wetenschappelijke proefjes heel wat aspecten omtrent het thema toegelicht.” BSGO ‘t Regenboogje, Etterbeek Enkele praktische tips die je kunnen helpen. • Probeer reeds bij het begin van het schooljaar met de uitwisseling te starten, zodat de contacten kunnen groeien en evolueren in de loop van het schooljaar. Hou er echter rekening mee dat het schooljaar niet in alle landen van september tot juni loopt. • Besteed meerdere lesuren aan de geschiedenis, aardrijkskunde, het klimaat, de bevolking, de gewoonten, de voeding, de taal, het alledaagse leven... van het land waarmee jouw klas of school uitwisselt. Zorg ervoor dat de informatie actueel, objectief en genuanceerd is. • Voorzie momenten waarop de leerlingen individueel met de leerlingen in het Zuiden kunnen communiceren (brief schrijven, e-mail sturen of chatten), maar organiseer daarnaast ook klassikale uitwisselingsactiviteiten (bijvoorbeeld een pakket samenstellen met de ganse klas) die gecoördineerd worden door de leerkracht. • Denk eraan om de ervaringen van de leerlingen en leerkrachten die deelnemen aan de uitwisseling ook te delen met de andere leerlingen en leerkrachten in de school. Laat de leerlingen zelf aan het woord over hun ervaringen. • Het meest efficiënte middel (snel en goedkoop) is e-mail. • Gebruik een taal die zowel jij als de uitwisselingspartner in het Zuiden begrijpt. Ga op zoek naar manieren om de brieven van de leerlingen te vertalen: ouders kunnen hierbij helpen, in de Franse of Engelse les kan eraan gewerkt worden, … .
12
B. Tips & tricks bij het uitwerken van een UITWISSELINGSBEZOEK Ga planmatig te werk. Stort je niet onvoorbereid in grootse avonturen, maar ga planmatig en kritisch te werk. Volgende stappen kunnen je hierbij helpen: 1. Richt een werkgroep op die samen met de partner in het Zuiden nadenkt over noden en ideeën. Nodig eventueel een externe partner uit (bijvoorbeeld een ambtenaar ontwikkelingssamenwerking of een medewerker van een ngo). 2. Formuleer samen met je partner in het Zuiden het doel van de uitwisseling. 3. Organiseer een brainstormsessie om tot originele ideeën te komen. 4. Wees kritisch en ga na of de ideeën duurzaam zijn en een evenwichtige relatie met de partner nastreven. 5. Maak aan de hand van een draaiboek een concrete planning op. 6. Zorg voor een evenwichtige taakverdeling. 7. Evalueer het project op regelmatige tijdstippen, en gebruik deze feedback als basis voor de verdere uitwerking en bijsturing van je planning. 8. Ga op zoek naar partners (in België en in het Zuiden) die je kunnen helpen bij de realisatie van je project.
“Ondertussen wordt er via e-mail contact gehouden met de partnerschool om een zicht te krijgen op hun noden. Het is de bedoeling dat er op school nu een partnership wordt uitgewerkt met de school in Gambia. Daarvoor werd een werkgroep opgestart. Op woensdag 10 mei kwam de werkgroep GAMBIAnce voor de eerste keer bijeen. Enthousiaste leerkrachten én leerlingen stelden samen een planning op met de stedenbandcoördinator van Oostende.” VTI, Oostende
“De leerkrachten die deel uitmaken van de kerngroep nemen ieder een rol op zich. Iedereen bouwt mee de werking uit in de eigen school en is daar de drijvende kracht. Samen bereiden we de studenten die op inleefreis gaan een jaar lang voor en staan we in voor de ontvangst van de Filippino’s in België.” Gemeente Nijlen, Uitwisselingsproject tussen twee middelbare scholen en POMCAT in de Filippijnen
13
Enkele algemene tips. • Betrek de partners in het Zuiden bij de samenstelling van het programma. Voorzie voldoende tijd om de lokale bevolking te ontmoeten. • Voorzie evaluatiemomenten tijdens de reis om: o het programma eventueel bij te sturen. o eventuele cultuurschokken op te vangen. o samen met de partners in het Zuiden te evalueren. • Het makkelijkst werk je met groepen van minder dan 15 personen. Grotere groepen maken het niet enkel organisatorisch ingewikkelder voor de partner in het Zuiden, maar een grote groep maakt het ook moeilijk om met de lokale bevolking in contact te komen. • Verdeel de groep eventueel in kleinere werkgroepen, zoals een technische ploeg, een leerkrachtenploeg, een animatieploeg, een sociale ploeg… Tijdens het bezoek is het interessant om uitwisselingen aan te gaan met gelijkaardige werkgroepen uit de partnerschool. • Het is belangrijk dat de deelnemers, en zeker de begeleiders kennis hebben van een gemeenschappelijke taal, of dat ze beroep kunnen doen op een tolk. “ Ter plaatse is er een evenwicht tussen het bezoek aan het land en het leven in de zusterstad. Ook voorzien we een afwisseling tussen inhoudelijke werking en ontspanning. In Santo Tomas staan drie zaken voorop: contact met het gewone leven van alledag (verblijf in een gastgezin, liefst een gezin met kinderen), bezoeken aan de verzusteringsprogramma’s, en samen met Nicaraguaanse leeftijdsgenoten concrete activiteiten organiseren.” Gemeente Mol, Stedenband met Santo Tomas “Na een jaar voorbereiding, realiseerden de jongens van het Githo hun technische projecten in twee Filippijnse dorpen. In het ene dorp vervaardigden ze een kachel waarop kokosnoten verwerkt kunnen worden, in het andere dorp maakten ze een waterrad om de kracht van de rivier als energiebron te kunnen gebruiken. De meisjes van het St.-Calasanz Instituut richtten zich tijdens de reis vooral op educatie en de jeugdbeweging. In de plaatselijke lagere scholen gingen ze aan de slag met de kinderen.” Gemeente Nijlen, Uitwisselingsproject tussen twee middelbare scholen en POMCAT in de Filippijnen
14
Ideeën voor de voorbereiding: 1 Kennismaking met het land: geografisch, politiek, cultureel, … . • Door middel van films (onder andere via www.bevrijdingsfilms.be of www.jekino.be ) • Via educatief materiaal over thema’s en landen, dat gratis te ontlenen is bij Kleur Bekennen. Bijvoorbeeld: - Centraal-Afrika. Flitslicht. Informatief boek. (2005) - Township Jive. DVD Zuid-Afrika. (2006) - Tof van Commerce. Spelen met eerlijke handel. Spellenboek. (2006) • Door middel van de actualiteit (onder andere op www.cmo.nl, klik op Per Expresse). • Aan de hand van een quiz over het land. • Of via een getuigenis. 2 Praktische voorbereiding: info over paspoorten, visa, verzekering, enzovoort. Hierover vind je meer info op www.diplomatie.be. 3 Informatie over medische voorbereidingen. Meer info vind je bij het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen (www.itg.be). 4 Kennismaking met de taal. 5 Info over het thema ontwikkelingssamenwerking. • Door middel van getuigenissen. • Aan de hand van educatief materiaal dat gratis te ontlenen is bij Kleur Bekennen. Meer info kan je vinden op www.kleurbekennen.be. Bijvoorbeeld: - Spoedige beterschap ... in 2015!? De lange weg naar gezondheid voor allen. 11.11.11. (2006) - Ontwikkelingssamenwerking. Documentatiemap. CMO. (2006) - 2015: de tijd loopt. Noord-Zuid Cahier. (2005) - Click the Globe – Ontwikkelingssamenwerking heeft een wereldtaak. Cd-rom. Ministerie van Buitenlandse zaken, Nederland. (2005) - De kloof en de uitweg. Een dwarse kijk op ontwikkelingssamenwerking. Boek. (2005) 6 Kennismaking met de school of het (ontwikkelings)project. • Via een getuigenis. • Door middel van communicatie met de partner (e-mail, weblog, post, videoboodschap …). 7 Werken aan interculturele vaardigheden, waarden en normen bijvoorbeeld door middel van een informatief spel of rollenspel. Bijvoorbeeld het spel Rafa Rafa (zie www.spelinfo.be) 8 Educatieve voorbereiding: nadenken over wat men tijdens het bezoek wil leren en uitwisselen.
15
Ideeën voor de verwerking achteraf: • Evalueer de uitwisseling met alle betrokken partners. • Koppel je ervaringen terug naar de volledige school. - Door middel van een info- of inleefdag. - Met een zelf gemaakte video of presentatie. • Bedenk hoe je de ervaringen die je opdeed een plaats kan geven in de school, bijvoorbeeld aan de hand van een tentoonstelling, een spel of quiz, video, boek, website, … . • Bespreek hoe je de uitwisseling met het Zuiden ook in de toekomst levendig kunt houden. • Meer tips voor de voorbereiding en verwerking van de uitwisseling kan je vinden in de handleiding ‘Een stapje in de wereld, een wereld van verschil?’. Dit is een praktische handleiding van Globelink vzw voor de voorbereiding en na(ver)werking van inleefreizen met jongeren. De handleiding kan je downloaden op www.globelink.be. “Met de ervaringen die opgedaan worden in Santo Tomas wordt er na de inleefreis steeds een project uitgewerkt. Tijdens de reis worden materialen (video’s, foto’s, voorwerpen, muziek, …) verzameld hiervoor. De projecten kunnen verschillen van inleefreis tot inleefreis. Zo is er reeds een boek uitgegeven, wordt er telkens een semi-professionele video gemaakt, voeren de leerlingen een totaalspektakel op voor hun medeleerlingen… Tijdens een themaweek komen alle scholen in Mol in contact met de inleefreis en krijgen alle scholieren en heel wat leerkrachten het verhaal uit de mond van de jongeren te horen. Op die wijze bereik je ongeveer de helft van de Molse gezinnen.” Gemeente Mol, Stedenband met Santo Tomas
Hoe kan je communiceren over het project? • Zoek een naam en logo voor je uitwisselingsproject. • Blijf tijdens de uitwisseling door middel van een weblog / dagboek in contact met het thuisfront. De dagboekfragmenten kunnen later gebruikt worden bij de verwerking of follow-up van het project. • Zorg voor voldoende beeld- en geluidsmateriaal. • Betrek de (lokale) pers bij je project.
16
En indien het Zuiden op bezoek komt naar jouw school? • Bespreek in detail de verwachtingen en doelstellingen van de partners uit het Zuiden die op bezoek komen, én je eigen doelstellingen. • Werk samen het uitwisselingsprogramma uit zodat je tegemoet komt aan hun verwachtingen en doelstellingen. • Maak het bezoekersprogramma niet te zwaar. Zorg voor voldoende ontspanning. • Het eerste echte contact is best spannend. Ga vooraf op zoek naar een aantal activiteiten om het ijs te breken. • Ga tijdig op zoek naar een onderkomen voor de bezoekers, zeker indien je met gastgezinnen wilt werken. • Denk vooraf ook na over welke dingen er fout zouden kunnen lopen tijdens het bezoek. - Wat kan je doen bij negatieve reacties of een cultuurschok bij de deelnemers? - Hou er rekening mee dat voor sommige mensen uit het Zuiden de verleiding groot kan zijn om in België te willen blijven.
17
deel 2 HULP OF SAMENWERKING? HOE KAN JE INSPELEN OP DE NODEN EN KRACHTEN IN HET ZUIDEN?
18
1. blikopener
Kies je voor een hulpactie? Of streef je een duurzame samenwerking na? Je kan de onderstaande vragen gebruiken om stil te staan bij acties die je binnen je school wil opzetten. De vragen kunnen je helpen om je plannen door een kritische bril te bekijken en om na te gaan of de geplande acties een duurzame verrijking zijn voor alle betrokken partners. Even stilstaan bij de doelstellingen van jou & van jullie partner in het Zuiden. • Heeft je partnerschool of -project laten weten dat zij bepaalde noden, wensen of plannen hebben? • Wat is volgens jou het verschil tussen hulp en samenwerking? Waar gaat jouw voorkeur naar uit? “Voor ons was het vooral belangrijk om af te stappen van de pure geldinzamelacties tijdens de vasten. We wilden een hechte, duurzame band met een groep uit het Zuiden. Voor de leerlingen wordt de Noord-Zuidproblematiek veel concreter en reëler. Het feit dat medeleerlingen de kans krijgen om de concrete realiteit ter plaatste te gaan beleven en daarna komen getuigen, wekt veel meer aandacht en interesse dan wanneer leerkrachten of buitenstaanders komen vertellen. Ook de opvolging van het project gedurende verschillende jaren is erg belangrijk.” Gemeente Nijlen, Uitwisselingsproject tussen twee middelbare scholen en POMCAT in de Filippijnen • Heeft jouw school al ideeën over hulpacties of samenwerking die je zou kunnen opzetten met de partner in het Zuiden? Sluiten de ideeën van jouw school aan bij de noden, wensen en plannen van de partner in het Zuiden? • Hoe formuleer je de doelstellingen die je wil bereiken? Op korte termijn? Op lange termijn? “De leerkrachten die meegaan zullen ook contact leggen met de leerkrachten ter plaatse en in verschillende gesprekken nagaan wat de noden en behoeftes zijn van de school. Het is de bedoeling om met dit verhaal terug te keren naar onze school en daarna in de klas hieraan te werken.” Freinetschool Klimop, Oostkamp
19
Stap voor stap. • Welke actie of samenwerking wil je met je partner in het Zuiden opzetten? Waarom? • Hoe ben je op dit voorstel gekomen? Heb je dit samen met je partner in het Zuiden uitgewerkt? • Heb je reeds een kostenplaatje opgemaakt? Weegt de kost van het project op tegen de baten? • Op welke manier komt de actie/samenwerking de lokale economie in het Zuiden ten goede? • Beoogt de actie capaciteitsopbouw in het Zuiden? Op welke manier? • Werk je samen met partners (in België en in het Zuiden) die je kunnen helpen bij de realisatie? • Hoe ga je de actie/samenwerking educatief een plaats geven in de school?
20
2. aandachtspunten
Hou volgende aandachtspunten in het oog! • Werk samen met je partner in het Zuiden. Samenwerking betekent volgens ons dat je een relatie opbouwt met de partners in het Zuiden. Dat je hen leert kennen, en dat zij ook de kans krijgen om jou te leren kennen. Vooraleer je actie gaat ondernemen, is het belangrijk om te luisteren. Luisteren zonder ‘cadeaus in je zakken’ en zonder een (vooraf ) uitgetekend project in je hoofd. Want samenwerken betekent dat je samen met de partner in het Zuiden plannen uittekent en uitwerkt, afgestemd op hun noden, hun behoeftes en hun ritme. • Kosten en baten? In sommige scholen worden grootse ideeën gelanceerd: schoolbanken die per container naar Centraal-Afrika worden opgestuurd, een oude schoolbus die in België zijn diensten bewezen heeft en die wordt ingescheept richting West-Afrika, koffers vol schoolmateriaal die worden verzonden … Vergeet echter niet om vooraf kosten en baten af te wegen, en ga na of er geen alternatieven bestaan die ook de lokale economie en capaciteitsopbouw in het Zuiden ten goede komen. Ga ook na of men in het Zuiden wel nood heeft aan wat jij wil opsturen. • Verschillende soorten acties zijn mogelijk. Wanneer we het over acties hebben, denken we niet enkel aan financiële acties. Het kan ook anders. Je kan sensibiliseringsacties opzetten binnen de school of schoolomgeving, bijvoorbeeld door middel van een wereldwinkel op school. Daarnaast kan je ook deelnemen aan de ‘schrijf ze vrij-acties’ van Amnesty International of andere drukkingsacties. Of je kan letterlijk de handen uit de mouwen steken in een project, en deelnemen aan een bouwactie.
21
3. tips & tricks Laat de wereld weten wat je doet. Als je erin slaagt om je met de ganse school in te zetten voor een project in het Zuiden, dan mag de hele wereld dat weten. Hier vind je enkele ideeën om naar buiten te treden met wat je doet. • Zoek een groepje leerlingen en leerkrachten dat de publiciteit wil verzorgen. • Schrijf in de lessen Nederlands een persbericht en breng de pers op de hoogte van jullie plannen. • Gebruik de website van de school om de ouders en de schoolomgeving te informeren over jullie partner in het Zuiden. • Plaats een advertentie op je schoolwebsite om vrijwilligers aan te trekken die willen meewerken aan jullie project. • Voorzie op de schoolwebsite een forum waar iedereen zijn impressies over het project kwijt kan. Misschien kan deze feedback ook gebruikt worden om het project naar de toekomst toe nog beter te maken. Op zoek naar inspiratie? • Geef je les in het basisonderwijs en ben je op zoek naar inspiratie? Neem dan even een kijkje op www.debesteschoolacties.nl. Je vindt er heel wat praktische en inhoudelijke tips & ideeën.
• Of raadpleeg voor het secundair onderwijs “The Money Maker”. In dit boekje, dat je gratis kan ontlenen in de documentatiecentra van Kleur Bekennen, vind je ideeën en voorbeelden met betrekking tot financiële acties.
22
Heb je beslist om een financiële actie op poten te zetten? Dan vind je in de volgende voorbeelden misschien wel inspiratie. • Een car- of fietsenwash organiseren, maar uiteraard met zo weinig mogelijk waterverbruik. • Een filmvoorstelling waar de hele schoolbuurt op uitgenodigd wordt. • Een klussenactie: gras maaien, boodschappen doen of schoenen poetsen bij familieleden, buren of vrienden. Voor je aan de slag gaat, onderhandel je over een ‘eerlijke prijs’. • Een kalender maken met foto’s van bekende of onbekende personen uit de school of buurt, en verkopen. • Een rommelmarkt of veiling organiseren. Verzamel oude spullen en organiseer een tweedehandsmarkt. Een veiling per opbod is een alternatief. • Een concert organiseren voor ‘het goede doel’.
“Muziek is een dankbaar aanknopingspunt uit de leefwereld van de jongeren. Serve-Rock, het rockconcert voor het goede doel, vormt voor de leerlingen op het einde van het schooljaar dan ook een apotheose om naar uit te kijken.” VTI, Oostende
• Vergeet niet om de actie of samenwerking ook educatief een plaats te geven in je school en lessen.
Concrete ideeën hiervoor geven we je in deel 3 van dit boekje.
23
deel 3 HOE KAN JE DE SAMENWERKING MET HET ZUIDEN EEN EDUCATIEVE MEERWAARDE GEVEN IN JE LESSEN, JE KLAS EN DE SCHOOL?
24
“In het onderwijs is een onderscheid te maken tussen leren ‘voor‘ wereldburgerschap en leren ‘over‘ wereldburgerschap. Het eerste is meer een kwestie van het ontwikkelen van belangstelling, een mening en betrokkenheid. Het tweede is meer cognitief gericht op het verwerven van kennis en inzicht. Het ene heeft het andere nodig. Leren ‘voor’ en ‘over’ kunnen dus wel onderscheiden, maar niet gescheiden worden. Daarom is het belangrijk dat contact en communicatie met het Zuiden ook een inhoudelijke omkadering krijgt.” NCDO uit: Wereldburgerschap in het onderwijs, visiedocument
1. blikopener
Een educatief project over het Zuiden in je lessen? Enkele vragen als houvast. Even stilstaan bij jullie doelstellingen. • Welke zijn de educatieve doelstellingen die je met dit project wil bereiken? Op korte termijn? En op lange termijn? • Is er een evenwicht tussen het opdoen van kennis, het aanleren van vaardigheden en het werken aan een solidaire houding bij de leerlingen? • Op welke manier streeft het project na dat de leerlingen: o met een kritische blik naar de wereld(verhoudingen) gaan kijken? o een realistisch beeld ontwikkelen op Noord-Zuidverhoudingen in de wereld? o betrokkenheid, respect en verantwoordelijkheid ontwikkelen ten aanzien van de wereld? Stap voor stap. > Het Zuidproject binnen de school. • Wordt het Zuidproject ingeschreven in de schoolvisie of het schoolwerkplan? “Het feit dat een tiental (jeugd)organisaties werkten rond het jaarthema ‘Verdraai De Wereld’ (met duurzame ontwikkeling als centraal thema) maakte het ons gemakkelijk. We kozen hetzelfde jaarthema en werkten een wereldburgertraject uit om er een schooleigen pedagogische invulling aan te geven. (…) Er werd gekozen voor twee inhoudelijke invalshoeken: 1) de ecologische voetafdruk en 2) de millenniumdoelstellingen. Vernieuwend was hoe milieuzorg en mondiale vorming structureel aan elkaar werden gekoppeld. Er werd over gewaakt dat er een mix van ingrediënten in het actieplan werd verwerkt: inhoudelijke vorming, vorming door actie, en sensibilisering door animatie.” VTI, Oostende
25
• Wordt de educatieve uitwerking van het uitwisselingsproject met het volledige leerkrachtenteam besproken en voorbereid? • Voorzie je voor het leerkrachtenteam vorming over het Zuiden of over ontwikkelingssamenwerking? (eventueel via een pedagogische studiedag) • Voorzie je regelmatige evaluaties over hoe het project binnen de school loopt? • Op welke manier zal je de uitwisseling met het Zuiden zichtbaar maken in de school? • Zijn er al plannen over hoe het project op lange termijn bestendigd zou kunnen worden in de school? > Het Zuidproject in je lessen & je klas. • Zal het project doorheen het schooljaar op regelmatige basis aan bod komen in het curriculum van de leerlingen? In welke vakken? Op welke manier? • Aan welke vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen werk je met dit Zuidproject? • Welk educatief materiaal zal je in de klas gebruiken? • Met welke organisaties of ngo’s zal je samenwerken? • Op welke manier zal je het project visueel zichtbaar maken in de klassen? (bijvoorbeeld door middel van foto’s, projecthoek, …) • Op welke manier zal je gebruik maken van de ‘ervaringsdeskundigheid’ van je leerlingen over het Zuiden? “Drie leerlingen uit het laatste jaar vormgevingstechnieken maakten een boomzaagmachine voor Moliba in het kader van hun eindwerk, hun geïntegreerde proef. Zo maakten ze kennis met het project ‘Tache d’ Huile’. Ze werden helemaal ondergedompeld in de Congolese sfeer wanneer ze in het kader van hun meeleefdagen twee dagen optrokken met broeder Camiel Keters, missionaris van Scheut en WestVlaamse gangmaker van Tache d’ Huile. Hoogtepunt van deze tweedaagse was ongetwijfeld wanneer ze Alexis Luengila, stichter en projectleider van Tache d’ Huile, zelf mochten verwelkomen op school en een rondleiding geven tot bij de boomzaagmachine die ze voor het project aan het maken waren.” VTI Oostende
26
> Het creëren van een draagvlak binnen en buiten de school. • Wordt de hele school bij het project betrokken? Leerkrachten, directie, leerlingen, ouders, personeel,…? Op welke manier? • Is er een werkgroep die het project uitwerkt? Wie maakt er deel uit van deze werkgroep? • Wordt er samengewerkt met de stad, de gemeente of met andere organisaties uit de buurt? • Hebben de leerlingen een actieve rol bij de uitwerking van het project? o Sluit het project aan bij wat de leerlingen interesseert? o Krijgen de leerlingen ruimte om zelf ideeën voor te stellen ? o Worden ze actief betrokken bij de uitvoering? o Wordt er rekening gehouden met hun mening bij de evaluatie van het project?
“Een heel intense ervaring voor Bjorn uit het 5de jaar houttechnieken en voor Stefanie uit het 5de jaar schilder- en decoratietechnieken vormde de inleefreis naar Gambia samen met twee begeleidende leerkrachten. Deze inleefreis vormde voor de twee leerlingen een mooie gelegenheid om met fotoboeken en een koffer vol verhalen in enkele klassen over hun ervaringen te komen vertellen.” VTI, Oostende
27
2. aandachtspunten
Hou volgende aandachtspunten in het oog! • Vertrek vanuit het persoonlijk verhaal van je Zuidpartner maar maak ook kennis met theoretische informatie over ontwikkelingssamenwerking. Door middel van de contacten met de partnerschool of het project in het Zuiden kunnen de leerlingen kennismaken met een concreet verhaal van mensen in het Zuiden. Kleur Bekennen wil nastreven dat de leerlingen vanuit deze concrete verhalen verder gaan nadenken over het thema ontwikkelingssamenwerking en de Noord-Zuidverhoudingen in de wereld. Kleur Bekennen kan je hierbij helpen door middel van lesmateriaal en workshops. • Streef een realistische en kritische blik op de wereld na. Vooroordelen, veralgemeningen & stereotypen zijn een menselijk mechanisme waarin we jammer genoeg nog te vaak vervallen. Het is volgens Kleur Bekennen belangrijk dat leerlingen op een realistische en kritische manier naar de wereld leren kijken. Streef daarom als leerkracht steeds correcte info en een neutrale houding na. Want oppervlakkige info leidt tot herbevestiging van clichés en niet tot een leerrijke uitwisseling. • Maak werk van de participatie & betrokkenheid van alle partners om je draagvlak te vergroten. Het educatief project heeft meer kans op slagen als het gesteund wordt door verschillende partners binnen de school. Ook de mate waarin de leerlingen actief aan het project participeren, kan bepalend zijn voor de kwaliteit en de impact ervan. Een school hoeft daarom niet meteen een leerlingenwerkgroep op poten te zetten die de ongelijkheid in de wereld bestudeert, maar er kunnen wel momenten geïntegreerd worden in de dagelijkse klaspraktijk waarbij er ruimte is om meningen te formuleren en acties voor te stellen, te plannen en uit te voeren. • Neem de leefwereld van de leerlingen als vertrekpunt. Wanneer je de leefwereld van de leerlingen als uitgangspunt neemt, werk je volgens Kleur Bekennen niet enkel aan een kwalitatief leerproces, maar ook aan het welbevinden en de betrokkenheid van de leerlingen.
28
3. tips & tricks Breng het project zoveel mogelijk in de gewone lessen aan bod. • Besteed meerdere lesuren aan de geschiedenis, aardrijkskunde, het klimaat, de bevolking, de gewoonten, de voeding, de taal, het alledaagse leven, ... van het land waarmee jouw klas of school uitwisselt. • Laat de leerlingen zelf informatie opzoeken. Ze kunnen de gevonden info doorsturen naar de school of het project in het Zuiden met de vraag hierop te reageren. Verkregen antwoorden kunnen dan weer nieuwe vragen oproepen. Waar vind je educatief materiaal over ontwikkelingssamenwerking? • Via de databank op www.kleurbekennen.be kan je heel wat educatief materiaal opzoeken. Dit materiaal is gratis te ontlenen in de documentatiecentra van Kleur Bekennen.
• Het is belangrijk dat je als leerkracht met goed lesmateriaal aan de slag kan. Daarom wordt al het educatief materiaal in onze documentatiecentra nagekeken op kwaliteit en correcte beeldvorming. De medewerkers van Kleur Bekennen geven je bovendien graag advies, tips en suggesties over hoe je met de lesmaterialen aan de slag kan. Ga na aan welke eindtermen je met het project werkt. Binnen een Zuidproject werk je aan tal van vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen. Voor het basisonderwijs vind je onder andere binnen wereldoriëntatie heel wat aanknopingspunten, maar ook binnen sociale vaardigheden. En ook in het secundair onderwijs kan je op heel wat vlakken aansluiting vinden met de eindtermen (onder andere opvoeden tot burgerzin en sociale vaardigheden).
29
Streef een correcte beeldvorming na. • Neem de verscheidenheid in de klas en in de wereld als uitgangspunt. Het is belangrijk om leerlingen te leren dat mensen gelijkwaardig zijn, ook al verschillen ze in kleur, taal, gender of religie. • Geef een genuanceerd en veelzijdig beeld van andere culturen. Exotische beelden van een andere cultuur zijn te vermijden. Je laat best het gewone en dagelijkse leven aan bod komen. • Vertel over de individuele situatie van mensen uit een andere cultuur. Ga zoveel mogelijk op zoek naar concrete getuigenissen van kinderen en jongeren uit een andere cultuur. • Leg verbanden tussen oorzaken, gevolgen en oplossingen van problemen. Vele wereldproblemen komen voort uit meerdere oorzaken. • Vermijd stereotypen en veralgemeningen. Gebruik neutrale taal. • Wissel eens van perspectief. Probeer bepaalde zaken eens door een andere bril te bekijken. • Laat de leerlingen stilstaan bij hun eigen denkpatronen. Laat ze kritisch kijken naar zichzelf en stilstaan bij hun gedrag en vooroordelen. • Pas op voor volgende valkuilen: - Vermijd zwart-wit en wij-zij voorstellingen. - Benoem een land niet als een continent.
Richt een werkgroep op die het project draagt. Veel handen maken licht werk. Het is daarom aangewezen om een werkgroep op te starten die het project inhoudelijk en educatief vormgeeft. Zorg er bij voorkeur voor dat deze werkgroep niet enkel uit leerkrachten bestaat, maar ook uit leerlingen, schoolpersoneel, en eventueel ouders of externe partners.
30
Waar vind je het kleur bekennen team?
Heb je vragen? Wil je bij jou op school graag een woordje uitleg krijgen over Expeditie Exchange? Of ben je op zoek naar extra begeleiding voor je leerkrachtenteam? Aarzel niet om het Kleur Bekennen team te contacteren! Coördinatie BTC – Kleur Bekennen Hoogstraat 147 1000 Brussel Tel: (02) 505 18 20 - Fax: (02) 505 18 51
[email protected] Kleur Bekennen Antwerpen Dienst Noord-Zuidbeleid (DNZ) Provinciehuis Koningin Elizabethlei 22 2018 Antwerpen Tel: (03) 240 56 53 - Fax: (03) 240 56 56
[email protected] Documentatiecentrum Kleur Bekennen c/o Provinciaal Documentatiecentrum Atlas Carnotstraat 110 2060 Antwerpen Tel: (03) 227 71 66 – Fax: (03) 227 71 68
[email protected] Documentatiecentrum Kleur Bekennen c/o Provinciaal Documentatiecentrum Atlas Koning Albertstraat 13 2300 Turnhout Tel: (014) 72 40 20 - Fax: (014) 41 33 56
[email protected] Kleur Bekennen Brussels Hoofdstedelijk gewest VGC Technologiestraat, 1 1082 Sint-Agatha-Berchem Tel: (02) 482 05 17 - Fax: (02) 482 00 82
[email protected] Documentatiecentrum Kleur Bekennen c/o Nascholingscentrum Brussel Karel Bogaerdstraat 4 1020 Brussel (Laken) Gsm: (0496) 57 15 08 Fax: (02) 219 18 57
[email protected]
Kleur Bekennen Limburg Universiteitslaan 1- 3500 Hasselt Tel: (011) 23 82 45 - Fax: (011) 23 72 90
[email protected] Documentatiecentrum Kleur Bekennen Universiteitslaan 1 - 3500 Hasselt Tel: (011) 23 82 46 – Fax: (011) 23 72 90
[email protected] Kleur Bekennen Oost-Vlaanderen Wereldcentrum vzw Voldersstraat 1 - 9000 Gent Tel: (09) 233 75 46 - Fax: (09) 224 49 14
[email protected] Documentatiecentrum Kleur Bekennen Wereldcentrum vzw Voldersstraat 1 - 9000 Gent Tel: (09) 233 75 46 - Fax: (09) 224 49 14
[email protected] Kleur Bekennen Vlaams-Brabant Provincieplein 1 - 3010 Leuven Tel: (016) 26 73 49 - Fax: (016) 26 73 52
[email protected] Documentatiecentrum Kleur Bekennen Provincieplein 1 - 3010 Leuven Tel: (016) 26 73 53 - Fax: (016) 26 73 52
[email protected] Kleur Bekennen West-Vlaanderen Provinciaal Noord-Zuid Centrum Hugo Verrieststraat 22 - 8800 Roeselare Tel: (051) 26 50 51 - Fax: (051) 20 43 49
[email protected] Documentatiecentrum Kleur Bekennen Provinciaal Noord-Zuid Centrum Hugo Verrieststraat 22 - 8800 Roeselare Tel: (051) 26 50 57 - Fax: (051) 20 43 49
[email protected]
31
e i t i d expe ge n a h exc