Gert Dewaelheyns
Retourtje naar het zuiden: met een groep op reis in een niet-westers land
Meer dan ooit is het toerisme in beweging. Door steeds goedkoper wordende vluchttarieven, maar ook door de toenemende concurrentiestrijd in de reissector, komen verre bestemmingen binnen het bereik van meer mensen. In zijn drang naar avontuur is de moderne toerist op zoek naar steeds nieuwe uitdagingen en wil hij zijn vakantie doorbrengen op exotische locaties, bij voorkeur in die landen waar weinigen vóór hem zijn geweest. Als vanzelfsprekend passen touroperators zich aan aan deze trend. Niet zelden gaat het hierbij om reizen naar landen in ontwikkeling. De bestaande infrastructuur in deze landen is meestal ontoereikend voor de wensen van de hedendaagse toerist. Tegenover de nieuwe inkomsten die het toerisme voor een land kan genereren staan in veel gevallen aanzienlijke investeringen. Dit alles heeft ontegensprekelijk een impact op de lokale economie, maar heeft dikwijls ook gevolgen voor autochtonen die niet of slechts indirect bij de toerisme-industrie betrokken zijn. Aan dit aspect van het "exotische" toerisme wordt in de kleurrijke brochures over het algemeen veel minder aandacht besteed. Het gevaar voor teleurstellingen en confrontaties is niet denkbeeldig, zowel bij de toerist als bij de gastheer. Pik-nik vzw is een vereniging van niet-professionele reisbegeleiders. Zij begeleiden expedities en avontuurlijke reizen voor groepen van ca. 10 personen. Voor heel wat deelnemers is een dergelijke reis hun eerste contact met een niet-westerse cultuur. Of de 'bezoekers' zich hierbij bescheiden opstellen, en in welke mate ze zichzelf een houding van respect en openheid aanmeten, wordt mede bepaald door de duidende rol van de begeleider. Dit onderzoek gaat na hoe een Pik-nikreisbegeleider zich hierop voorbereidt en welke de vaardigheden zijn waarover hij dient te beschikken. Wij illustreren dit met voorbeelden van 'cultuurgebonden' moeilijkheden waarmee hij op reis te maken krijgt.
Pik-nikreisbegeleiding Pik-nik vzw is een organisatie van nietprofessionele reisbegeleiders. Zij leggen de klemtoon op reizen als middel om nauwer contact aan te knopen met andere mensen en culturen. De filosofie1 van Pik-nik stelt dat "… Hoe meer je je openstelt voor de andere, hoe meer je hem gaat begrijpen en waarderen. Zo kom je gaandeweg los van vastgeroeste denkpatronen en vooringenomen standpunten en krijg je een ruimere kijk op de wereld."
De Pik-nikbegeleider De begeleiders geven natuurlijk hun persoonlijke invulling aan die filosofie. De kernwoorden die daarbij centraal staan, zijn openheid en respect. Onder verwondering wordt dan weer verstaan: een zekere nieuwsgierigheid over de dingen die men ziet, daarmee bezig te raken en toe te laten dat die dingen iets in je veranderen. Anton2 voegt hier nog een eigen element aan toe. Hij vindt ook verdieping belangrijk: hij bedoelt hiermee dat hij zich wil specialiseren in één continent - Afrika in zijn geval. Hij vindt dat hij het respect waarvan sprake meer kan onderbouwen door de kennis van het continent
waar hij naartoe gaat. En dat hij dit niet op eenzelfde manier kan doen wanneer hij reizen op alle continenten zou begeleiden. Hiermee legt hij een ander accent dan andere begeleiders die wel meer op verschillende continenten tegelijkertijd begeleiden. Ook voor zijn deelnemers denkt Anton hiermee een belangrijke meerwaarde te kunnen geven: net door die kennis, en door zichzelf goed te voelen in een bepaalde cultuur/continent, kan hij de elementen respect, verwondering en openheid gemakkelijker en vooral oprechter overbrengen. Zoals hij zelf verwoordt: "... respect hebben voor de lokale bevolking, is gemakkelijk gezegd. Maar als je die lokale bevolking ook kent, als je er meer over weet dan de doorsnee-toeristen, dan kan je dat ook beter tonen..."
Duurzaam toerisme Joker toerisme3 probeert zijn visie op duurzaam toerisme4 bekend te maken bij potentiële deelnemers. Dit lukt ten dele. Wat zij hier effectief van onthouden zou een 'vereenvoudiging van het origineel' kunnen genoemd worden. Men onthoudt blijkbaar vooral "... niet zomaar naar het land gaan voor de toeristische dingen, maar ook aandacht
Ethnographica 1:26-32. Copyright ©, Department of Social and Cultural Anthropology, KU-Leuven
DEWAELHEYNS / Retourtje naar het zuiden / 27 hebben voor de mensen en de cultuur. Tonen dat je daar respect voor hebt en je niet gedragen zoals de meeste toeristen dat eigenlijk doen..." of "… dat je als bezoeker laat merken dat jij het bent die zich moet aanpassen." Deelnemers staan hier niet kritiekloos tegenover. Zo vindt men dat Joker niet hoeft te ontkennen dat ook zij toeristen zijn. Als bezoeker ben en blijf je per definitie een toerist.
Wie gaat er op reis naar een niet-westers land? Over het algemeen menen begeleiders een verschil in profiel vast te stellen tussen de deelnemer op een Afrikareis en "de Jokerdeelnemer" in het algemeen. Meer dan andere deelnemers weten de mensen die naar Afrika reizen beter waar ze naartoe gaan. Het zijn zeker geen "shoppingtoeristen" die op elk continent eens geweest moeten zijn. Door begeleiders wordt dit als een groot voordeel ervaren. Voor de meeste Jokerdeelnemers geldt dat zij zich – naast het treffen van de praktische schikkingen slechts weinig voorbereiden op hun reis. Bij wijze van spreken beperken zij zich tot het lezen van de brochuretekst en misschien even opzoeken in een reisgids. Dit is niet toevallig. Het is natuurlijk net daarom dat mensen op een begeleide groepsreis intekenen. De voorbereiding laten ze aan de begeleider over. Op zijn aanwijzen willen ze vóór het vertrek nog wel een goed boek lezen, maar de meesten gaan niet zelf actief op zoek naar informatie. Ze betalen deels voor het feit dat hun eigen voorbereiding beperkt kan blijven. Voor (West-)Afrikaanse bestemmingen staat daar tegenover dat de typische deelnemer niet direct op populair toerisme gericht is en dus wel bereid is om open en zonder veel vooroordelen - maar ook zonder veel kennis - te vertrekken. Het andere uiterste doet zich ook voor. Er zijn klanten – dit komt vooral voor bij mensen die voor het eerst naar Afrika reizen - die vooraf wél veel gelezen hebben, maar die tijdens de reis te zeer op zoek gaan naar de bevestiging van de opgedane "kennis". Als dit dan niet blijkt te stroken met de realiteit krijg je ontevreden deelnemers of mensen die ronduit teleurgesteld zijn in Afrika. Het spreekt vanzelf dat begeleiders dit willen vermijden. Daarom begeleiden zij liever groepen waarvan de leden bereid zijn zich te laten "onderdompelen", dit wil zeggen: bereid zijn om op veel impulsen in te gaan en gewoon af te wachten wat er gebeurt.
Hoe goed zijn deelnemers voorbereid? Twee tot drie weken voor vertrek vindt de zogenaamde vertrekvergadering plaats. Hier ontmoeten de deelnemers hun begeleider en hun reisgenoten. Op deze bijeenkomst wordt hen de praktische informatie verschaft en krijgen zij een kort overzicht van wat tijdens de reis zal bezocht worden. De begeleider zal hen bij deze gelegenheid
bewust wijzen op mogelijke cultuurverschillen. Deelnemers vertelden achteraf dat dit hen voor het eerst aan het denken had gezet over cultuur en gedragsregels, bijvoorbeeld in verband met het nemen van foto's. Dikwijls blijkt dat mensen hier vooraf niet bij stil staan. Zij zijn initieel vooral bezig met praktische vragen als "Wat moet ik meenemen?" en "Wanneer worden we op de luchthaven verwacht?"
Is Joker anders? Waarom kiezen klanten dan specifiek voor Joker? Gebeurt dit bewust, en zo ja, op basis waarvan? Volgens begeleiders gebeurt dat, omdat Joker de illusie creëert anders dan de anderen te zijn. Ze haasten zich om eraan toe te voegen "dat ze ook in werkelijkheid wel een beetje anders zijn." Toch geeft men toe dat Joker in een bepaald land grotendeels dezelfde trips maakt en dezelfde routes volgt als de concurrentie. De deelnemers blijken wel bewust te kiezen voor "… een touroperator die voor duurzaam toerisme staat". Eenmaal dit vastligt, spelen in de volgende beslissingsfase - namelijk de keuze tussen Joker of andere organisaties die gelijkaardige reizen verkopen – heel andere argumenten een rol: vertrekdata, grootte van de groep, spreiding van de verkoopkantoren, … Eén deelneemster gaf aan dat de samenwerking5 tussen Joker en Vredeseilanden Coopibo bij haar in het voordeel van Joker had gespeeld.
De rol van de begeleider De begeleider op een Jokerreis is geen 'gids' in de klassieke betekenis van het woord. De begeleider heeft als taak de reis in goede banen te leiden op organisatorisch vlak. Zonder dat dit een formele verantwoordelijkheid is, zal de Pik-nikbegeleider ook zorg dragen voor groepsdynamische aspecten tijdens de reis. Het spreekt vanzelf dat er tijdens een twee- of drieweekse groepsreis geregeld spanningen opduiken tussen individuen of subgroepen. De begeleider probeert in dergelijke gevallen de plooien op een diplomatische manier glad te strijken. Hoewel van de begeleider verwacht wordt dat hij zich ook op cultureel-inhoudelijk vlak grondig voorbereidt, wordt niet van hem gevraagd op te treden als 'gids' en, bijvoorbeeld, geschiedkundige uitleg te verschaffen tijdens een museumbezoek. Bij deze gelegenheden zal de begeleider een beroep doen op een lokale gids6. De deelnemers hopen echter toch een houvast te vinden in de persoon van de begeleider. Zijn aanwezigheid geeft hen een subjectief gevoel van zekerheid en/of veiligheid, en creëert voor hen de ruimte om tijdens de reis actief ontdekkingen te doen. Van de begeleider vraagt dit de nodige flexibiliteit en een groot stuk inlevingsvermogen. Om de ruimte voor ontdekking voor de deelnemers zo groot mogelijk te maken moet de begeleider
DEWAELHEYNS / Retourtje naar het zuiden / 28 bereid zijn telkens 'opnieuw' te beginnen. Ik bedoel hiermee dat hij zich ervan bewust moet zijn dat de groepsleden niet de achtergrondkennis hebben die hij zelf heeft. En dus: aanvaarden dat deelnemers met verwondering of onbegrip reageren op een realiteit die door hem al langer gekend is. Pas in een volgende fase zal de begeleider zijn deelnemers stilaan 'loslaten'. In het begin organiseert hij alles en geeft hij hun ook duidelijke structuur. Groepsleden verwachten initieel niet dat zij veel bij de besluitvorming betrokken worden. Meer nog, zij willen - zeker in het begin - niet meebeslissen. Bij de aanvang van de reis hebben ze dikwijls het beeld dat het programma zo goed als vastligt, en dat de begeleider alles perfect in de hand heeft. Naarmate de reis vordert krijgen ze echter een duidelijker zicht op hoe in de groep beslissingen genomen worden. Anton vertelde dat hij daar zo zijn eigen methode voor heeft: "... Ik neem ook altijd verschillende mensen mee, als ik een hotel of een chauffeur moet regelen. Ik ben daar nooit alleen mee bezig. Ik heb altijd wel wat deelnemers rond mij om daaraan mee te doen. Om ook niet het beeld te geven, ten eerste dat ik de enige ben die dat kan, dat al zeker niet. En ten tweede ook niet het beeld te geven dat dat moeilijk is. Dat je daar echt het land voor moet kennen. Neen, als je een beetje mensenkennis hebt, en een beetje organisatietalent, dan gaat dat. Dus dat is het zo'n beetje. Mijn evolutie zit in het betrekken van de deelnemers. Stilletjesaan meer..."
De durf om niet te weten Een belangrijke vaardigheid voor iemand die naar Afrika reist, is het vermogen zijn onwetendheid te aanvaarden. Je weet vooraf dat je een realiteit zal ontmoeten die je slechts deels begrijpt, en je moet dat aanvaarden. Wie dat kan, kan goed reizen in Afrika. Dit is natuurlijk net in tegenspraak met een bepaald soort denkpatroon in het Westen, dat juist wel gericht is op wiskundige zekerheden. Het is een gave om deze ideeën even opzij te zetten, en meer nog, dit over te brengen naar de deelnemers.
Snelheid is een westers begrip En een tweede belangrijke vaardigheid is het vermogen om het tempo van het bezochte land te volgen. Anton, die naast begeleider ook bestemmingsverantwoordelijke7 voor Mali is, verwoordt dit als volgt: "... Vandaag heb ik nog aan begeleiders gezegd: ja, voor Mali, het lastigste wat je gaat tegenkomen, dat is jouw groep. Kijk, je moet in Mali per definitie traag reizen. Probeer het onderweg-zijn ook belangrijk te vinden. De enigen die daar tegen in zullen gaan, dat is de groep die achter je loopt..." Om dit voor de groep aanvaardbaar te maken moet de begeleider sterk in zijn schoenen staan. Wat is daarvoor nodig? Het is gemakkelijk als je - door je Afrikakennis - een beetje status hebt. Dat is dan
mooi meegenomen. Maar het belangrijkste is: door je eigen manier van reizen het juiste tempo tonen.
Alwetend orakel of zwijgende sfinx? Hoeveel uitleg moet een begeleider geven aan de groep? Bestaat er zoiets als te veel of te weinig uitleggen? En wat verwachten de deelnemers? De deelnemers ruimte gunnen om te ontdekken, impliceert dat de begeleider hen niet alles vooraf vertelt, maar dat hij hen de gelegenheid geeft om hun eigen ervaringen op te bouwen. Dit is niet vanzelfsprekend, want de groepsleden hebben al snel het gevoel dat de begeleider informatie achterhoudt. De informant-begeleider zei: "... Wat ik dan ook merk, is dat mensen dat toch niet altijd gemakkelijk vinden want ze hebben dan het gevoel... dat je niet alles vertelt of dat je hen, bij wijze van spreken, met de kop tegen de muur laat lopen terwijl jij wist dat er een muur stond. … Wanneer je meer weet dan zij, in alle bescheidenheid, dan komt dat wel wat over als 'hij is het beu om dat te vertellen' of 'hij wil het allemaal voor zichzelf houden'. Aan de andere kant, door meer in dezelfde regio te begeleiden heb je schrik om de verwondering een beetje te ontkrachten. En dan bedoel ik ook de kracht van het 'in verwondering staan' en de invloed die dat heeft op je. Wanneer je de eerste keer iets ziet, die kracht wil ik wel wat bewaren. En door alles te vertellen op voorhand … ontkracht je dat een beetje. Dus daarom ben ik daar nogal voorzichtig in." Begeleiders moeten dus het juiste evenwicht zoeken: voldoende uitleg verschaffen om deelnemers de nodige veiligheid en bewegingsruimte te geven, echter zonder overdrijven. Door een overdaad aan uiteenzetting hypothekeert men de kansen op ervaring en persoonlijke inbreng. Dit is echter niet in tegenspraak met het feit dat de begeleider toch zo veel mogelijk kennis moet hebben over het land dat hij bereist. Het is namelijk de opvatting van Pik-nik dat de lokale bevolking er meer aan heeft wanneer de begeleider goed ingelicht is. Want door zijn kennis kan hij delicate situaties beter aanvoelen. En dus: bepaalde reisonderdelen niet in het programma opnemen omdat hij bijvoorbeeld weet dat dit gevoelig ligt voor de autochtonen. Of deze opvatting ook klopt heb ik in dit onderzoek niet kunnen aantonen. Verder veldwerk, bijvoorbeeld bij (contacten van) de lokale partners waarmee Joker samenwerkt, zou kunnen onderzoeken of zij inderdaad beter overweg kunnen met Pik-nikbegeleiders dan met tourleaders van de gemiddelde reisorganisatie. In elk geval blijkt uit de reacties van de deelnemers dat zij het wel degelijk merken als de begeleider bewust dingen niet vertelt: "… Van de begeleider mochten we denken wat we wilden. Als
DEWAELHEYNS / Retourtje naar het zuiden / 29 we erover wilden praten, dan konden we altijd wel naar hem gaan of zo … Ik denk dat hij ook zoiets had van 'laat ze maar eens ondervinden wat dat is', niet echt zo van 'nu gaan we dit te zien krijgen, bereid je voor want...' Nee, dat was echt zo van 'Je zult wel zien wat er komt hé. Je reageert hoe dat je wil reageren'. Kijk, ik denk niet dat hij daar altijd zo content mee was hoe dat wij reageerden. …" Of nog: "De begeleider gaf niet altijd verklaringen, alleen als je er zelf mee afkwam, van 'wat betekent dat nu?' of 'waarom doen ze dat nu?' Maar alles is anders, je kan niet bij alles vragen stellen … Ik denk dat hij het af en toe ook wel grappig vond, omdat wij er zo mee bezig waren, van 'wat gebeurt hier allemaal?' Maar hij liet ons gewoon doen. Hij hield zich een beetje op de achtergrond."
Relatie met deelnemers Een veel voorkomend gedrag bij klanten die voor het eerst naar Afrika reizen is ontevredenheid over het beschikbare comfort. Hoe moet een begeleider reageren wanneer deelnemers lucht geven aan hun ongenoegen over pakweg het sanitair? Veel begeleiders reageren door hier niet te veel op in te gaan en er zelf weinig drukte over te maken. Zij geven het groepslid wel de gelegenheid om zijn verhaal te doen. Doel is de deelnemer het gevoel te geven dat hij gehoord wordt, m.a.w. dat zijn boodschap geregistreerd wordt. De omstandigheden bieden meestal echter niet de mogelijkheid om de aangeklaagde situatie te verbeteren. Wanneer de oorzaak van de klacht werkelijk het goed functioneren belemmert, dan kan hij eventueel voorstellen om tegen een hogere prijs bijvoorbeeld een hotel van een hogere klasse op te zoeken. Al druist dit soms in tegen de Pik-nik- filosofie: de duurdere hotels zijn in veel gevallen eigendom van westerse investeerders. Joker probeert dit soort faciliteiten zoveel mogelijk te vermijden, ten voordele van lokale overnachtingsplaatsen uitgebaat door autochtonen. Ook deze handelwijze wordt snel opgemerkt door de deelnemers. Een van de informant-deelneemsters illustreerde wat ze zelf had waargenomen tijdens haar reis naar Senegal: "Ik weet niet, maar hij liet altijd merken dat hij daar niet mee akkoord ging. En hij had dan ook zoiets van: 'Oké, ik kan u ook niet verbieden dit te doen of niet te doen'. Ik denk dat hij zich soms wel wat machteloos moet gevoeld hebben, maar hij liet dat zeker wel merken." Toch wordt dit de begeleider meestal niet kwalijk genomen. De deelnemers erkennen de delicate rol van de begeleider, en zij tonen begrip voor de dikwijls onmogelijke situatie waarin hij zich bevindt. Een deelneemster vertelde tijdens een interview: "… God, ik denk dat dat iets heel moeilijk is. Ik bedoel: ik denk dat Anton zich dikwijls heel ongemakkelijk gevoeld heeft, omdat
dat wat de groep deed, misschien niet altijd datgene was wat hij zou doen. Dus: dan sta je zo een beetje tussen twee vuren hé. Ja, welke vaardigheden moet je daarvoor hebben? Ik vind dat hij dat altijd wel goed opgelost heeft. Hij heeft het nooit zover laten komen dat er serieuze conflicten waren of zo, maar volgens mij wist iedereen wel goed genoeg wat hij verwachtte. Ik kan daar niet zo direct een vaardigheid op plakken. Je moet een beetje communiceren, maar dat kon hij, tenminste, dat deed hij wel." Een ander probleem is het eeuwige dilemma in verband met fotografie op reis. Vakantiefoto's kunnen een mooie herinnering zijn, maar gaan nogal eens ten koste van de privacy van de bewoners van het fotogenieke lokale dorp. Vinden deelnemers dat de begeleider het recht heeft in te grijpen wanneer medereizigers de regels van de hoffelijkheid overtreden door op ongepaste of opvallend ingrijpende wijze autochtonen of hun bezittingen op de gevoelige plaat vast te leggen? De informant-deelneemster getuigt: "Ik vond het ook wel heel storend als andere mensen dat wél deden en zich gewoon daar niets van aan trokken. Anton had wel gezegd dat foto's nemen storend kan zijn, en er zijn dan toch mensen die zeiden 'Ja, foert, Anton kan zeggen wat hij wil, ik wil hier die foto's nemen.’ Ik vond dat ook heel moeilijk. Ja, wat kan je doen? Je kan zijn fototoestel niet afnemen, we zijn toch ook volwassen mensen hé; ze moeten maar weten wat ze doen. En ik denk dat hij het daar ook wel moeilijk mee had. Dan zag je zo stoom uit zijn oren komen (lacht) en ik denk dat hij zich dan gewoon wat ingehouden heeft."
De plaats van de bezoeker Pik-nikbegeleiders proberen in naam van zichzelf en hun groep de rol van bezoeker op te nemen. Met 'bezoekersrol' bedoelen ze: zich bescheiden opstellen, dankbaarheid tonen voor de gastvrijheid die hen geboden wordt, genoegen nemen met het comfort dat voorhanden is, etc… Dit is niet steeds makkelijk, en een dergelijke onderdanige ingesteldheid wordt door lokale mensen niet zelden verkeerd begrepen en soms zelfs niet op prijs gesteld. Dit heeft veel te maken met verwachtingen. Elk gedrag dat afwijkt van bestaande rollenpatronen kan aanleiding geven tot onwennigheid of onzekerheid bij de 'gastheren'. In deze paragraaf probeer ik na te gaan hoe een Pik-nikbegeleider zich wil profileren en wat de perceptie van de lokale mensen is.
Afstand doen van controle Een eerste gedragsregel die het onderzoekssubject aanhaalde betreft de bereidheid om controle te laten varen. In Afrika moet men als bezoeker niet te veel initiatief nemen. Men moet de dingen gewoon laten gebeuren. Dat op zich is voor een westerling niet gemakkelijk, geneigd als we zijn om de situatie in
DEWAELHEYNS / Retourtje naar het zuiden / 30 handen te nemen, te sturen en controle uit te oefenen. Een belangrijk gevolg van deze keuze is dan ook dat de mogelijkheid om een vooraf gepland reisprogramma rigoureus te volgen vrij beperkt is. Het geeft zowel begeleider als deelnemers minder houvast dan een reis waarvan het routeschema volledig uitgewerkt is. Hierdoor sluipt een stuk onzekerheid binnen, maar tegelijk wordt dit ook ervaren als één van de sterke punten van Jokerreizen.
Een dorpsbezoek: pitsstop of theevisite? Op een aantal bestemmingen vindt gewoonlijk een bezoek aan een plaatselijk dorp plaats. Om hier meer van te maken dan een vluchtige stop van de tourbus, het nemen van enkele foto's en een stel nieuwsgierige blikken door de openstaande deur van een woning, moet de toerist bereid zijn tijd te maken voor een dergelijk bezoek. Pik-nik stelt dat een bezoek van minder dan een etmaal geen mogelijkheid biedt tot goed contact en dus best vermeden wordt. Idealiter zijn één of twee overnachtingen ter plaatse een absoluut minimum. Dit is meer dan eens tegenstrijdig met de verwachtingen van de gemiddelde deelnemer, die op een beperkte tijd toch zoveel mogelijk wil 'gezien hebben'. Bovendien lijkt het niet evident voor de begeleider om uit te leggen dat men twee dagen in een dorp zal verblijven waar eigenlijk geen enkele toeristische bezienswaardigheid in de klassieke zin van het woord te bespeuren valt. Toch vindt Pik-nik dat een minimumduur – uiteraard na afspraak met dorpschef en –bewoners - een meerwaarde kan betekenen. Zonder dit noodzakelijkerwijze in materiële termen te vertalen, zorgt het er bijvoorbeeld voor dat ook de dorpsbewoners er iets aan hebben. Het gaat hierbij niet alleen om hoeveel tijd men spendeert in een dorp. Het gaat vooral om wat je doét. En nog meer: wat je sámen doet. Zit je te kijken naar die mensen, of doe je mee? Daar zit het verschil. De activiteiten op een andere manier invullen. Pik-nik wil naar eigen zeggen niet alleen bewéren dat ze "andere" toeristen zijn, men wil vooral andere dingen doén. Zeer concreet wordt dit dan vertaald naar een aantal gedragsregels die voor iedereen begrijpelijk en haalbaar zijn. Een afspraak kan bijvoorbeeld zijn dat er de eerste drie uur van het bezoek geen foto's worden genomen. Dit is een zeer concrete, haalbare actie die meetbaar is. Volgens Pik-nik creëert het een voelbaar andere sfeer. Het toont iets anders dan met de camera in de aanslag het dorp binnen te wandelen. Een informant-deelneemster beaamt dit ten dele: "… Ja, in dat dorp, je verblijft daar dan een paar dagen, je weet niet wat er van je verwacht wordt. We zaten daar ook niet constant met de hele groep. … Je wil ergens contact zoeken met de mensen die
daar wonen, maar ja, die spraken alleen Wolof. We kennen enkele woordjes en dikwijls vraag je je dan ook af: 'Wat kan ik hier nu doen?' of 'Wat wordt er verwacht dat ik doe?' Tenminste, dat was altijd zoeken naar een evenwicht en het gevoel van 'Oké, dit kan hier nu wel'. Anderzijds, bijvoorbeeld bij het maken van een wandelingetje door dat dorp, dacht ik soms 'Ja, vinden zij nu niet dat we pottenkijkers zijn of zo?' …" Een ander element waar de Pik-nikbegeleider belang aan hecht is zichzelf en de groep voorstellen. In een Afrikaans dorp vinden ze het belangrijk eerst de chef te gaan groeten. Tegelijk maakt men kenbaar wie men is, hoeveel leden de groep telt en wat het doel van het bezoek is. Dit zal ongetwijfeld de nodige tijd in beslag nemen, maar men wil hiermee aantonen zijn plaats te kennen.
Evolutie Uit de interviews blijkt dat zowel begeleider als deelnemers vinden dat reizen in Afrika een invloed heeft gehad op hun doen en laten. Uit wat hieronder zal blijken verschilt de evolutie die zich in hoofde van de begeleider afspeelt enigszins van de verandering die deelnemers vaststellen bij zichzelf.
Evolutie als begeleider De evolutie die de begeleider beschrijft betreft eerder een ontwikkeling in zijn wijze van begeleiden. Deze evolutie vindt plaats over zijn verschillende Afrikareizen heen. Anton beweert nu andere klemtonen te leggen in zijn begeleidershouding dan ten tijde van zijn eerste reis naar het zuiden. Een eerste verschil met vroeger dat hij aanhaalt is het feit dat hij – ondanks zijn toenemende 'kennis' – minder geneigd is om aan de groep te veel verklaringen te geven bij de realiteit die ze te zien krijgt (zie supra). De begeleider: "… een van de evoluties die ik bij mezelf zie, is dat ik veel minder babbel. Vroeger, vier jaar geleden, probeerde ik veel uit te leggen. … Je probeert aan mensen te zeggen: dit zou hier misschien wel zus of zo in mekaar kunnen zitten. Nu doe ik dat veel minder." Een ander verschil zit hem in de voorbereiding van de reis, die zich op een ander vlak begint te situeren. Waar onervaren begeleiders vooral bezig zijn met praktische vragen als "Hoe gaan we daar eten, drinken en slapen?" besteden oudere begeleiders veel meer tijd aan "Wat gaan we daar doen? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de mensen die meegaan er iets aan hebben?" De vraag "Hoe kunnen ook lokale mensen er iets aan hebben?" is evenzeer een thema dat vooral de meer ervaren begeleiders bezighoudt. Hierboven verwees ik al naar de mogelijkheid tot bijkomend veldwerk in die richting. De informant-begeleider zegt hierover, niet zonder ironie: "Wel, je zou hen moeten vragen of het nu
DEWAELHEYNS / Retourtje naar het zuiden / 31 leuker is om met onze groep op stap te gaan dan met Neckermann of wat dan ook. Nu, meer eraan verdienen, daar vrees ik voor. Ze gaan meer verdienen aan een Neckermanngroep dan aan ons. Dus als je het op die manier gaat meten dan zal de beslissing rap genomen zijn. Maar als je het op een andere manier meet, is het voor mij echt een open vraag. Wat is het nut voor de bevolking? Ik vind, ten eerste, het nut mag ook zijn dat ze er iets aan verdienen. Eerst en vooral. Dat is een compensatie die er zeker... (aarzelt)... mag zijn; ten tweede, ze moeten het plezant gevonden hebben dat wij daar geweest zijn. … Ja, ze moeten daar plezier aan gehad hebben. Maar dat plezier zit ook in het feit dat ze zich kunnen tonen zoals ze zich willen tonen. Dat ze de gelegenheid - en dat wil dus meestal ook zeggen: de tijd - gekregen hebben om dat te doen. Dus wat ik nu zit te zoeken is: 'Hoe kan ik ervoor zorgen dat zij daar lol aan hebben, dat ze dat plezant gevonden hebben?' Ik denk dat al de rest... als het al niet plezant was dan hoef je aan niks anders te beginnen."
Evolutie bij deelnemers De meeste deelnemers beweren dat ze door hun reis naar Afrika nu een andere kijk hebben op bepaalde dingen. De Pik-nikbegeleider heeft zijn aandeel in dit proces. Anton gaat zelf op zoek naar evoluties bij de mensen die hij meeneemt op reis: "… Je merkt een evolutie. Bij mensen die de eerste keer in Afrika komen is die evolutie wel gemakkelijker te merken. Ze zijn er nooit geweest en tegen het einde van de reis voelen ze zich daar ofwel goed ofwel slecht. Ik ben voor het eerste, maar dat heb ik natuurlijk niet in de hand. En ik ben blij als ze zich goed voelen, en als ze het ook een beetje kunnen benoemen: waarom en wat ze daar leuk aan vinden. En vooral, wat mij het meeste boeit, is het besef dat de wereld er niet draait zoals hij bij ons draait. Dat wij niet de wereld zijn. Dat het niet de bedoeling kan zijn om de wereld overal te doen draaien zoals hier. En dat hij in Afrika ook wel draait, maar op een andere manier. Dat zou een mooie evolutie zijn. Tot nu toe ben ik niet dusdanig bedrogen in mijn inspanningen, dat ik er zou mee stoppen …" Wat vertellen de deelnemers hier zelf over? Een eerste aanleiding die hen stof tot nadenken geeft is de vertrekvergadering8. Hier worden zij er voor het eerst op gewezen dat ze een reis naar een land in ontwikkeling zullen ondernemen. Tijdens de reis zelf worden deelnemers zich naar eigen zeggen beter bewust van hun gedrag op reis. Een citaat uit een van de interviews: "... Ik heb me ook wel slecht gevoeld tijdens die reis, zo van 'Wat zijn we hier eigenlijk aan het doen?' We horen hier gewoon niet thuis. We hebben toevallig het geld om te komen kijken naar wat de mensen hier aan het doen zijn, dat is toch gewoon absurd …"
Andere wijzigingen die men tijdens de interviews aanhaalde waren: het feit dat deelnemers door wat ze meemaakten in Afrika er nu beter in slagen om even hun eigen waarden en ideeën opzij te zetten. Een andere opmerkelijke uitspraak gaat over de aanvaarding van het niet-begrijpen van een bepaalde realiteit: "... Ik zag daar heel veel dingen waarover je je vragen stelt zonder er eigenlijk antwoorden op te krijgen. Uiteindelijk moet je dan gewoon zeggen van 'wel ja, dat is gewoon een verschil'...”
Besluit Meer dan ooit is het toerisme in beweging. Als vanzelfsprekend passen touroperators zich aan aan de trend naar nieuwe uitdagingen op exotische locaties, dikwijls landen in ontwikkeling. Deze evolutie heeft ontegensprekelijk een impact op de lokale economie, maar heeft dikwijls ook gevolgen voor autochtonen. De begeleiders van Pik-nik vzw beweren hun deelnemers aan te sporen om zich als bezoekers bescheiden op te stellen, en zichzelf een houding van respect en openheid aan te meten. Deelnemers die zich in deze filosofie herkennen schijnen bewust voor dit soort reizen te kiezen. Over het algemeen zijn zij echter niet beter voorbereid dan de gemiddelde toerist. De begeleider op een Jokerreis is geen 'gids' in de klassieke betekenis van het woord. Zijn taken situeren zich op organisatorisch en groepsdynamisch vlak. Belangrijke pijlers van de Pik-nikbegeleidersstijl zijn: het aanvaarden dat je als westerling niet alles kan begrijpen van de Afrikaanse realiteit, het aanpassingsvermogen aan het tempo van het gastland, evenwicht zoeken tussen voldoende duiding verschaffen enerzijds en tegelijk het effect van de verwondering niet verliezen door overinformatie anderzijds. Zowel begeleider als deelnemers stellen door het reizen een zekere evolutie vast bij henzelf. Bij begeleiders situeert deze verandering zich vooral in hun begeleidersstijl over de jaren heen. Deelnemers spreken eerder over een bewustwording van het eigen gedrag op reis. Duurzaam toerisme betekent volgens Pik-nik eveneens: er zorg voor dragen dat autochtonen een graantje meepikken van de 'nieuwe' toeristen. Of dit inderdaad het geval is, kon in dit werk niet onderzocht worden en zou voorwerp kunnen uitmaken van bijkomend veldwerk.
Noten Dankwoord. Allereerst wens ik een woord van dank te richten tot de informanten die hun medewerking aan dit onderzoek verleenden. Het gaat om Anton Van Assche, reisbegeleider bij Pik-nik vzw; Leen
DEWAELHEYNS / Retourtje naar het zuiden / 32 Nackaerts en Maite Grugeon die als deelnemers met Anton meereisden naar Senegal. Ik dank ook Ann Mennens voor haar kritische opmerkingen en het grondig nalezen. Tenslotte dank ik medestudente Liesbet Dewallef die mij op weg hielp bij de start van het onderzoek. 1. Dit citaat over de Pik-nikfilosofie staat in alle Jokerreisbrochures. 2. Anton is de Pik-nikbegeleider die ik als informant interviewde tijdens de voorbereiding van dit onderzoek. 3. Joker toerisme NV is de touroperator die het meest gebruikt maakt van de diensten van Piknikbegeleiders. 90% van zijn reizen wordt begeleid door Pik-nik. 4. Ik hanteer het begrip duurzaam toerisme zoals door Joker gebruikt in zijn publicaties. 5. In samenwerking met Vredeseilanden Coopibo organiseert Joker zogenaamde inleefreizen naar landen in ontwikkeling. Het programma van deze reizen verschilt van de andere Jokerprodukten door nadruk op het bezoeken van lokale projecten van partnerorganisaties. In de praktijk schrijven op deze reizen mensen in die - subjectief - 'geëngageerder' kunnen worden genoemd. 6. Het feit dat met lokale gidsen wordt gewerkt, maakt trouwens ook deel uit van de Pik-nikfilosofie, vanuit de overweging dat autochtone bevolking ook zijn voordeel moet halen uit het toerisme. 7. Per bestemming die Joker aanbiedt is er één bestemmingsverantwoordelijke die optreedt als coach voor alle begeleiders die met een groep naar deze bestemming zullen reizen.
8. De vertrekvergadering vindt een tweetal weken voor vertrek plaats. Hier ontmoeten de deelnemers hun begeleider en hun reisgenoten. Op deze bijeenkomst wordt hen praktische informatie verschaft en krijgen zij een kort overzicht van wat tijdens de reis zal bezocht worden.
Referenties Boissevain, Jeremy, ed. 1996 Coping with Tourists: European Reactions to Mass Tourism. Oxford: Berghahn Books. Butler, R.W. 1975 Tourism as a Factor in National and Regional Development. Ontario: Peterborough. Chambers, Erve. 2000 Native Tours: The Anthropology of Travel and Tourism. Illinois: Waveland Press Prospect Heights. Pi-Sunyer, O. 1973 The Cultural Costs of Tourism. Cultural Survival Quarterly 6(3): 7-10. Ryan, Chris 1991 Recreational Tourism: A social science perspective. New York: Routledge. Shivji, I.G. 1973 Tourism and socialist development. Tanzanian Studies (3), Dar Es Salaam: Tanzania Publishing House. Smith, Valene L., ed. 1989 Hosts and Guests: The Anthropology of tourism. Philadelphia: University of Pennsylvania Press.