Excursie Ruimtevolk 18, 19 en 20 mei 2011
‘Bevolkingskrimp in Oost-Duitsland’
1
Inhoudsopgave Woensdag 18 mei 2011 .............................................................................................................. 3 Prinzessinnengarten: Sociaal, mobiel en biologisch .............................................................. 3 Rummelsburger Bucht: ‘landschap in de stad’ ...................................................................... 6 Donderdag 19 mei 2011 ............................................................................................................. 8 Kompetenzzentrum Großsiedlungen ...................................................................................... 8 Presentatie Herr Ralf Protz, directeur Kompetenzzentrum over bevolkingskrimp in Hellersdorf ............................................................................................................................ 10 Hellersdorfer Promenade...................................................................................................... 12 Europaviertel Hellersdorf ..................................................................................................... 14 Project Neuland in Marzahn-Hellersdorf ............................................................................. 16 Ahrensfelder Terrassen ........................................................................................................ 17 Vrijdag 20 mei 2011 ................................................................................................................. 19 Bauhaus ................................................................................................................................ 19 Bevolkingskrimp in Dessau, rondleiding door de stad ........................................................ 20 Bevolkingskrimp in Halle .................................................................................................... 22
2
Op 18, 19 en 20 mei 2011 heeft de excursie van Ruimtevolk met als thema ‘Bevolkingskrimp’ plaatsgevonden. Een groep van 10 professionals ging op reis naar Berlijn, Dessau en Halle om te ervaren hoe er wordt omgegaan met de bevolkingskrimp die na de Wende in 1989 heeft toegeslagen. De migratie naar West-Duitsland en omringende landen met meer werkgelegenheid en welvaart, de de-industrialisatie, de suburbanisatie naar betere woningen buiten de stad en de ontgroening en vergrijzing waren mede de oorzaak van de bevolkingskrimp. Om de bevolkingskrimp aan te pakken zijn er diverse rijksprogramma’s, o.a. Stadtumbau geïntroduceerd.
Tijdens de excursie zijn de bovengenoemde wijken en steden bezocht om te kijken op welke manier programma’s zijn uitgevoerd om de bevolkingskrimp tegen te gaan en of deze een positief effect hebben gehad. Er kan van de ervaringen van de Oosterburen geleerd worden en projecten kunnen als voorbeeld en inspiratie worden genomen voor de situatie in Nederland.
Woensdag 18 mei 2011 Prinzessinnengarten: Sociaal, mobiel en biologisch Sinds de zomer van 2009 bevindt zich naast U-bahnstation Moritzplatz in BerlinKreuzberg de ‘Prinzessinnengarten’. Dit is een openbare groente- en kruidentuin die gelegen is op een kavel die 60 jaar braak heeft gelegen. De Prinzessinnengarten is ontstaan door twee initiatiefnemers (een historicus en een filmmaker) die geïnspireerd zijn door soortgelijke gemeenschappelijke tuinen op Cuba. Braakliggend terrein waar nu de Prinzessinnengarten is.
In juni 2009 zijn de initiatiefnemers begonnen met het opruimen van het 6000 vierkante meter braakliggende kavel. Hierbij hebben ze de hulp gevraagd van omwonenden. De opkomst was onverwacht hoog: er kwamen 150 mensen langs om mee te helpen met opruimen. Dit hadden de initiatiefnemers, gezien de vele sociale problemen en het gebrek aan sociale cohesie in de wijk, niet verwacht. Blijkbaar interesseert het de mensen in deze wijk wat er in hun buurt gebeurd en zijn ze ook bereid om mee te helpen. Prinzessinnengarten in september 2010
3
Doel Prinzessinnengarten Doel van de Prinzessinnengarten is naast het omzetten van vrije kavels in productief groen het bevorderen van de sociale cohesie in de wijk. Het is de bedoeling dat mensen van verschillende nationaliteiten en leeftijden met elkaar samenwerken en van elkaar kunnen leren hoe op een biologische manier groenten en kruiden gekweekt kunnen worden. Het motto van de Prinzessinnengarten is: ‘Sociaal, ecologisch en mobiel’. Een sociale tuin In de tuin kan iedereen, van jong tot oud en van ervaren tuinders tot onervaren tuinders gezamenlijk groente en kruiden kweken. De activiteiten zijn openbaar toegankelijk en lopen uiteen van zaaien, planten, oogsten tot aan zaadwinning, verwerken van producten, conserveren van groente, het houden van bijen en de opbouw van een wormencompost tot aan de ontwikkeling van nieuwe teeltmethoden. Bij dit alles zijn de initiatiefnemers van de tuin zelf geen profis of experts. Alleen door het gemeenschappelijk uitproberen en het uitwisselen van ervaringen en kennis leert men veel van elkaar over biodiversiteit, stadsecologie, klimaataanpassing, recycling, duurzaam gebruik en toekomstgeschikte vormen van stedelijk leven. De Prinzessinnengarten vormt daarmee een sociale en ecologische ontmoetingsplek waar men elkaar beter leert kennen maar waar men ook kennis kan uitwisselen hoe lokaal levensmiddelen te produceren. Niemand heeft in de Prinzessinnengarten zijn eigen perk/bed. Iedereen kan meedoen en allen dragen gemeenschappelijk bij aan het ontwikkelen en in stand houden van deze groene plek in de stad. Een mobiele tuin De kavel wordt gehuurd van het Liegenschaftsfonds van de stad Berlijn. Dat fonds beheert de lege kavels in de stad en heeft tot doel kavels aan de hoogste bieder te slijten. Het probleem kan zich echter voordoen dat bij de ontwikkeling en uitvoering van nieuwe plannen voor deze kavel de Prinzessinnengarten per direct van de kavel weg moet. Om hierop adequaat te kunnen reageren moest er een tuin ontwikkeld worden die snel ontruimd en verhuisd kan worden; een zogenaamde mobiele tuin. Deze is gerealiseerd doordat de gebouwen bestaan uit stalen zeecontainers en de planten en 4
kruiden gekweekt worden in kratten en rijstzakken en zo snel verplaatst kunnen worden. In de winter worden de mobiele boxen in een markthal geplaatst. Biologische teelt De groenten worden biologisch verbouwd. Er worden geen chemische middelen gebruikt. Door het biologische groen en de bijenfamilies levert de tuin een belangrijke bijdrage aan het lokale ecosysteem en microklimaat. Daarnaast worden in de tuin oude en zeldzame soorten gekweekt. Dit in overleg met een kunstenares die zich heeft gespecialiseerd in het kweken van ‘vergeten’ aardappelrassen. Inkomsten en subsidies De organisatie van de tuin bestaat uit een kerngroep van 10 mensen die aanwezig zijn op de wekelijkse meetings. Deze mensen verdienen geen geld aan de tuin en zetten zich vrijwillig in voor het behoud en onderhoud. Doordat de Prinzessinnengarten geen subsidies ontvangt is het onderhoud van de tuin volledig afhankelijk van de hulp en betrokkenheid van bewoners, helpers, donoren en andere mensen die zich betrokken voelen. Doordat de kavel vanaf de straat ontsloten is ontkomt de Prinzessinnengarten er niet aan om het Straßenreinigungsgebühr (reinigingskosten) te betalen. Deze zijn hoog, (800€ per maand). Om deze op te kunnen brengen zijn er enige inkomsten nodig om het behoud van de Prinzessinnengarten te verzekeren. Deze inkomsten worden behaald uit het tuincafé waar groenten en kruiden direct uit de tuin verwerkt worden en waar biologische en uit de regio afkomstige producten verkocht worden. In het tuincafé worden regelmatig activiteiten voor kinderen en jongeren georganiseerd zodat zij zich betrokken voelen bij de Prinzessinnengarten. Daarnaast kunnen mensen zelf hun groenten en kruiden oogsten en dit vervolgens kopen. De inkomsten van het tuincafé en de verkoop van groenten en kruiden stromen direct terug in het project. Het is mogelijk om een klein stukje grond te pachten. Deze grondstukken zijn de zogenaamde ‘Beetpaten-Schaften’. Mensen kunnen een vierkante meter stedelijke akker voor één seizoen pachten. Zo financieren zij het project mee. Gebruikers van de tuin De mensen die actief zijn in de Prinzessinnengarten zijn te onderscheiden in vier groepen. De eerste groep bestaat voornamelijk uit Turken en Russen die een sterke binding hebben met het platteland. Zijzelf of hun ouders komen van het platteland en voelen zich er nog sterk mee verbonden. Vooral de vrouwen uit deze groep zijn actief in de tuin. Zij hebben veel kennis van het kweken van planten en kruiden en brengen deze over op de andere deelnemers in de tuin. Vaak neemt deze groep groenten en kruiden uit het land van herkomst mee wat leidt tot een grote verscheidenheid aan planten in de tuin. De zelfgeplante import roept voor deze groep ook gevoelens op aan het thuisland; planten fungeren als herinnering aan de Heimat. De tweede groep zijn diegene die vooral geïnteresseerd zijn in de biologische aspecten. Zij willen zelf op biologische wijze hun groente en kruiden kweken. De derde groep is de grootste groep: mensen die geen ervaring hebben met tuinieren, maar dat graag op deze manier willen leren. Dit zijn vaak mensen met kinderen. 5
Groep vier is de groep academici. Door hun wetenschappelijk kennis zijn zij de professionals in het tuinieren hoewel ook deze mensen juist de praktische kennis op kunnen doen van groep een. Door de aanwezigheid van deze verschillende groepen is de uitwisseling van kennis en het samenwerken tussen verschillende culturen en leeftijden mogelijk en als het succes van de Prinzessinnengarten te beschouwen Gebruik van de groente en kruiden en andere activiteiten in de tuin De groente en kruiden uit de tuin dienen verschillende doeleinden. Door het zelf kweken ontstaan er kwalitatief goede groenten. Deze kunnen worden verkocht of worden gebruikt in het tuincafé. In de tuin kan ervaring worden opgedaan bij het kweken van verschillende groenten- en kruidensoorten. Daarnaast worden er workshops gegeven hoe groenten en kruiden geconserveerd kunnen worden. Een deel van de groenten en kruiden wordt afgenomen door toprestaurants in Berlijn, omdat zij 100% weten dat wat in de Prinzessinnengarten gekweekt is, vrij is van pesticiden en daarnaast uitstekend van smaak is. Contactgegevens Spreker bij rondleiding Prinzessinnengarten: Robert Shaw
[email protected], +49(0)1797313995 Prinzessinnengarten Prinzenstrasse 35 – 38 10969 Berlin 0176 24332297
[email protected] www.prinzessinnengarten.net
Rummelsburger Bucht: ‘landschap in de stad’ Alt-Stralau is een schiereiland in het stadsdeel Treptow en ligt tussen de Spree en de Rummelsburger See. De Rummelsburger Bucht; het industriegebied tegenover het schiereiland Alt-Stralau en Alt-Stralau waren rond 1990 bestemd als Olympisch dorp voor de Spelen van 2000. De fabrieksterreinen zouden plaats moeten maken voor 5000 bewoners. De Spelen van 2000 gingen niet naar Berlijn, maar naar Sydney. Toen rond 1999 de woningmarkt instortte stokte de bouw op het eiland. De toenmalige herontwikkelingsplannen van Rummelsburg en Alt-Stralau hadden als thema ‘Landschap in de stad, stad in het landschap’. Dit diende tot uiting te komen in de hoge kwaliteit van de openbare ruimte en de inrichting van het schiereiland als auto-arm gebied. Door het instorten van de woningmarkt moest er worden gezocht naar een ander bouwprogramma, aangepast aan de behoeften van dat moment. Uiteindelijk is er gekozen
6
voor de bouw van atelierhuizen (‘artists villages’) in plaats van de geplande gestapelde meergezinswoningen. Eén van deze Atelierhuizen is tijdens de excursie bezocht. Atelierhuizen Zo’n vijf jaar geleden zijn op het schiereiland 16 atelierhuizen gebouwd. Het ontwerp voor deze ArtistsVillage van Beyer Schubert Architekten is het resultaat van een prijsvraag onder architecten naar een nieuwe typologie die zowel bij de woonwensen alsmede bij de locale situatie op het eiland pasten. De Atelierhuizen variëren in breedte tussen de vijf en zeven meter. De hoogte bedraagt tussen de vijf en zeven bouwlagen. Daarnaast heeft elk aterlierhuis een dakterras met een wijds uitzicht over Berlijn. De atelierhuizen hebben ruime vertrekken met hoge plafonds. Speciaal aan de atelierhuizen zijn de ateliers, gelegen op de derde en vierde verdieping. Deze ateliers variëren in hoogte tussen de drie en zes meter. Door deze hoogte is over de bomen heen het water van de Rummelsburger See te zien. Doel ArtistsVillage Het concept voor de atelierhuizen is gebaseerd op het thema ‘wonen en werken’. Het idee was om aan kunstenaars, fotografen, schilders, beeldhouwers aantrekkelijke woonruimte tebieden. Zij zouden op deze manier wonen en werken kunnen combineren. Het ‘artist village’ concept is tussen architecten en opdrachtgevers bedacht: http://www.beyerschubert.de/artistsvillage/start.html De Atelierhuizen zijn in twee rijen van acht huizen gebouwd. Het Nederlandse idee van rijwoningen met weinig ruimte geldt hier niet. De ruimte tussen de woningen, die ongeveer 30 meter breed is, is in gemeenschappelijk eigendom. Dat betekent: bij de ontwikkeling dienden de kopers mee te denken over de inrichting, en nu betalen zij het onderhoud aan deze privéruimte, die wel openbaar toegankelijk is. Daarnaast is er veel openbaar groen aanwezig waardoor de buurt een landschappelijk karakter krijgt. De huizen zijn gebouwd vanuit het principe van een Baugruppe. Dit houdt in dat er collectief beslissingen worden genomen over verschillende werkzaamheden en andere zaken met betrekking tot de gemeenschappelijke woonomgeving. Er werd tijdens de ontwerpfase en de bouw wekelijks overleg gehouden, dit kost erg veel tijd maar het leidde er eveneens toe dat je je buren al goed leert kennen voor je goed en wel in je huis woont. Hoewel bij het principe van een Baugruppe vaak veel zelf bepaald kan worden door de toekomstige bewoners stond in dit geval al wel een aantal dingen vast zoals de façade en de afmetingen van de kavel en het huis. Er bleef echter genoeg over wat de mensen zelf konden beslissen. Onder andere de indeling van het huis kon door iedereen individueel bepaald worden. Resultaat ‘ArtistsVillage’ De huizen zijn een groot succes geworden door de lage kosten en de veelheid aan flexibele en grootte van ruimten die het atelierhuis biedt. De huizen zijn gelegen in een prachtige groene omgeving. De openbare ruimten in het gebied zijn erg groen en ruim opgezet en worden goed onderhouden. De kwaliteit sluit hierbij aan aan het thema stadslandschap. Rond het 7
schiereiland is de oever van zes kilometer al bij de start van de herontwikkeling van het gebied aangelegd en
openbaargemaakt. Dat maakt de oever bij uitstek geschikt om te wandelen, fietsen of joggen. Minpunt is het lage voorzieningenaanbod. Voor de meeste voorzieningen moet men naar het ‘vasteland’. Het project laat zien dat in tijden van krimp (teruggang woningmarkt) invenieve oplossingen en nieuwe concepten wel degelijk werken. Belangrijk is de betrokkenheid van de (toekomstig) bewoners, die zich verder uitstrekt dat de keuze voor de kleur van de badkamertegel; door bewoners vanaf het begin te betrekken is de verbondenheid bij de buurt en het project groot. Dat uit zich in de verhuisgeneigdheid: die is bijkans nihil.
Contactgegevens Spreker rondleiding atelierhuis: Tessa Verder http://www.tessaverder.com/ Concept Atelierhuzen/Artist Village: http://www.beyer-schubert.de/artistsvillage/start2.html
Donderdag 19 mei 2011 Kompetenzzentrum Großsiedlungen Op donderdagochtend is een bezoek gebracht aan Kompetenzzentrum Großsiedlungen in Plattenbauwijk Hellersdorf. Hier gaf Ralf Protz een presentatie over de bevolkingskrimp in Hellersdorf en hoe hiermee is omgegaan. Doel Kompetenzzentrum Het Kompetenzzentrum is in 2001 opgericht, met als doel de ervaringen en onderzoeken van de stad Berlijn bij de vernieuwing van Plattenbauwijken te bundelen en deze informatie en ervaringen aan geïnteresseerden over te brengen. Op deze manier kunnen geïnteresseerden uit andere delen van Duitsland of uit andere landen in Europa zien hoe men in Berlijn is
8
omgegaan met de bevolkingskrimp en dit als voorbeeld nemen in hun eigen Bundesland of land. Competentiegebieden Kompetenzzentrum De zes competentiegebieden van het Kompetenzzentrum zijn: 1. Verdergaande stedenbouwkundige ontwikkeling; het open stadslandschap van de plattenbauwijken biedt veel sterke punten waarop ingespeeld kan worden: er is veel groen aanwezig, een goede sociale infrastructuur en er is ruimschoots plaats. Het Kompetenzzentrum kan partijen ondersteunen bij het overleg welke maatregelen nodig en effectief zijn om de multifunctionaliteit en de integratie van de wijk in de stad als geheel te verbeteren. Belangrijk is dat de verschillende buurten in de wijk een eigen ‘gezicht’ krijgen waar de bewoners zich mee kunnen identificeren en zich thuis voelen. 2. Bouwtechnische vernieuwing; door de snelle bouw en het gebruik van slechte materialen in de laatste jaren van de DDR, zijn de huidige gebouwen in Plattenbauwijken in slechte staat en voldoen niet meer aan de bouweisen van deze tijd. Moderniseren is dus hard nodig. Het Kompetenzzentrum heeft kennis over kostenbesparend moderniseren in bewoonde toestand, waarbij bewoners in hun woning kunnen blijven tijdens de sanering. 3. Energiebesparende technieken en klimaatbescherming; het besparen van energieverbruik is mogelijk bij het vernieuwen en verbeteren van de bouwtechnische toestand van het gebouw. 4. Sociale stabilisatie en burgerparticipatie; een succesfactor van de herontwikkeling van Großsiedlungen is de participatie van bewoners geweest. Voor uiteenlopende fasen van de planning en de doorvoering van de vernieuwingsmaatregelen heeft het Kompetenzzentrum ondertussen veel ervaringen met burgerparticipatie. Van belang is ook het uitwisselen van ervaringen over huurpolitiek en sociale betrokkenheid in de wijk om sociale cohesie te stimuleren en sociale scheidingen tegen te gaan. Een sociaal gemixte bevolkingsstructuur kan ook bereikt worden door het aanbieden van verschillende woningtypes evenals door het aanbieden van dienstverlening die verschillende bevolkingsgroepen aanspreekt. 5. Woningbeheer en financiering; voor duurzame en marktstabiele woningvoorraad is een efficiënt, servicegericht en ondernemingsgericht bestuur nodig. Om sociaal acceptabele huren te kunnen garanderen krijgt de woningmarkt in veel gevallen overheidssteun in de vorm van een juridische achtervang en financiële hulp. Het Kompetenzzentrum ondersteunt de ervaringsuitwisseling over welke bestuurstechnische, financiële en juridische handelingsmogelijkheden voor welke locatie geschikt zijn.
9
6. Processturing en – management; de duurzame ontwikkeling van Großsiedlungen gaat daar door waar burgers, vastgoedeigenaren en locale economie, gemeentelijke politiek en bestuur met elkaar samenwerken. Om alle actoren samen te brengen, conflicten uit te praten en tot oplossingen te komen hebben zich verschillende werkwijzen van procesorganisatie bewezen die het Kompetenzzenturm aan geïnteresseerden ter beschikking stelt.
Presentatie Ralf Protz, directeur Kompetenzzentrum over bevolkingskrimp in Hellersdorf Woningbestand Voor de bouw van de muur zijn er in Oost-Duitsland drie miljoen woningen gebouwd waarvan twee en een half miljoen in 86 zogenaamde Großsiedlungen. Dat zijn wijken waar naast woningen ook een volledig voorzieningenpakket met scholen, winkels, gezondheidszorg werden gebouwd. In Berlijn zijn er circa 1,85 miljoen woningen voor 3,5 miljoen inwoners. 350.000 van deze woningen zijn in Großsiedlungen gebouwd. In deze Großsiedlungen leven 700.000 mensen. In Oost-Berlijn zijn 273.000 woningen in industriële bouwwijze verrezen. Werkgelegenheid Na de val van de muur in 1989 nam het aantal werkplekken in Oost-Berlijn met 50% af. In West-Berlijn was de daling 30%. Deze daling komt vooral door het wegtrekken van ondernemingen naar West-Duitsland of de omgeving van Berlijn waar de grondprijzen een stuk lager waren. Was er vroeger in West-Berlijn veel belastingvoordeel voor ondernemingen; na de val van de muur viel ook dit belastingvoordeel weg en was het voor de ondernemingen aantrekkelijker om of naar het westen te gaan of om in de omgeving van Berlijn een onderneming op te zetten. Huurkosten Over het algemeen maken de huurkosten 25% deel uit van de inkomsten van een huishouden. In Berlijn is 70% van het woningbestand huur en 30% in privébezit. In Berlijn en in de rest van Duitsland heerst nog steeds een ‘huurmentaliteit’ vanwege het idee dat men zo het werk achterna kan reizen. In Nederland zijn de afstanden dermate klein dat er eventueel in een andere stad gewerkt kan worden dan waar men woont. In Duitsland zijn de afstanden een stuk groter en moet er vaak bij het veranderen van baan verhuisd worden. In de toekomst wil de woningcorporatie ‘Stadt und Land’, waar Protz aan verbonden is, eigendom gaan stimuleren om de verhuizingen tegen te gaan. Bouwtechnische toestand Het probleem van de Plattenbau is de bouwtechnische toestand. Aan het einde van de DDR (jaren ’80) was er nog weinig geld beschikbaar voor de bouw van woningen en werden er vaak slechte materialen gebruikt. Daarnaast hebben de Plattenbauwijken een slecht imago en bestaan er veel vooroordelen over deze wijken. Door het slechte imago verhuizen er weinig mensen naar deze wijken toe en trekken steeds meer mensen weg. Daarnaast is er sprake van een dramatische daling van het geboortecijfer; rond 1993 was er maar één land in Europa waar het geboortecijfer lager lag dan in Hellersdorf/Marzahn: dat was Vaticaanstad. Deze factoren hebben tot een sterke inwonerafname geleid waardoor er veel leegstand is ontstaan.
10
Aanpak Na 1990 is begonnen met de aanpak. Naast de negatieve punten lagen er ook kansen in de wijken die verbeterd en gebruikt moesten worden. Zo zijn de Plattenbauwijken vaak groen en ruim van opzet, ook is de sociale infrastructuur vaak erg goed. Bij de aanpak zijn verschillende vragen onderzocht om tot een juiste aanpak te komen: 1. Hoe is het bouwbestand? Kosten van sanering zijn lager dan nieuwbouw, hoe is de participatie van de huurders, is het mogelijk om in bewoonde toestand te saneren? 2. Welke huurders hebben welke wensen? Het bleek dat een gemixte buurt gewenst was evenals de aanwezigheid van voldoende voorzieningen, telefoon en internet (in DDR hadden slechts 10% van de inwoners telefoon/internet). Veel mensen wilden in de wijk blijven en wensten een veilige woonomgeving. Nu wensen de inwoners vaak een balkon, lift en een flexibele woningindeling. 3. Wat zijn de stedenbouwkundige potenties? In een Plattenbauwijk liggen de kansen bij het vele openbare groen, een goede infrastructuur, ruimschoots woonoppervlakte. Zwakten zijn het tekort aan voorzieningen en werkplekken. Door de invoering van de minimumhuur in 1992 zijn de huren in Hellersdorf enorm gestegen, Was in 1991 de huur nog 0,61€/m2 bruto nu is die 5€/m2 bruto. Eigen identiteit In 1990 waren er slechts drie eigenaren die het woningbestand in het gebied in handen hadden: de drie staatswoningbouwverenigingen. Nu zijn er 18 eigenaren in het gebied, wat de overeenstemming over de saneringswerkzaamheden lastiger maakt. De 18 eigenaren zijn overigens via contracten verplicht om de huren laag te houden en de flats te saneren. Hellersdorf is opgedeeld in verschillende deelgebieden met een eigen thema. In DDR-tijd leken alle gebouwen op elkaar en hadden de buurten geen eigen identiteit, dit moest veranderd worden. Om de buurten een eigen ‘gezicht’ te geven hebben ze allemaal een van de volgende thema’s gekregen: stad, natuur, tuin en kunst. Door het creëren van buurten met een eigen identiteit moet zo het wonen in deze wijk weer aantrekkelijker gemaakt worden. Saneringswerkzaamheden In 2002 werd er gestart met het programma ‘Stadtumbau-Ost’. Hierbij werden gebouwen van 11 etages hoog teruggebouwd naar 5-6 etages. Door de bevolkingsdaling werd er ook minder gebruik gemaakt van voorzieningen zoals scholen en kinderdagverblijven. Deze werden daarom gesloopt, voor de bouwkavels werd en wordt er naar ander functies gezocht. Er zijn in Marzahn-Hellersdorf meer dan 60 Kita’s (kinderdagverblijven) en 30 scholen gesloopt. Voordat de saneringswerkzaamheden daadwerkelijk grootschalig uitgevoerd werden is er eerst gestart met een pilotproject om zo ervaring op te doen en om te kijken wat de resultaten zouden zijn. Het bleek dat door de sanering 70% bespaard kon worden op energieverbruik. In leegstaande gebouwen zijn de woningindelingen veranderd zodat er verschillende woontypologieën zijn ontstaan, er zijn bijvoorbeeld maisonnettewoningen ontstaan en er zijn dakterrassen aangelegd. Daarnaast zijn er nieuwe balkons gerealiseerd en zijn er liften geplaatst in gebouwen van zes etages en hoger. Bij de saneringswerkzaamheden is burgerparticipatie erg belangrijk, alleen dan kun je burgers winnen voor je ideeën en ze het idee laten krijgen dat er naar hun mening geluisterd wordt.
11
Resultaat en toekomstverwachtingen De gemiddelde grootte van een huishouden is van 2,9 naar 2 gedaald. Er is sprake van vergrijzing maar het gemiddelde inkomen is wel gestegen. Na de sanering is er in Hellersdorf sprake van meer tevredenheid en minder drang tot verhuizing. In Hellersdorf zijn slechts 6% van de inwoners van buitenlandse afkomst, er is weinig criminaliteit. Door de saneringswerkzaamheden is het woningbestand in Hellersdorf met 4% verkleind en is het inwoneraantal met 20% gedaald ten opzichte van de DDR-tijd. Terwijl in 2002 15% van de woningen in Hellersdorf niet verhuurd was, is dit percentage in 2010 gedaald tot slechts 5%. Op dit moment is 90% van de gebouwen in Berlijn-Oost gesaneerd, men begint nu de aandacht te verleggen naar wijken in het westen van Berlijn waar het verval zijn intrede doet; wijken als Märkisches Viertel en Gropiusstadt zijn nu aan de beurt. Toekomst De verwachting is dat er vanaf 2020 veel gepensioneerden zijn met weinig geld. Protz ziet dit als een toekomstige tijdbom, waar nu nog maar weinig aandacht voor is. Deze tijdbom ontstaat doordat veel werklozen nu geen premies voor pensioen afdragen. Het moment dat deze groep werklozen met pensioen gaat daalt hun inkomen met wel 30%. Deze tijdbom begint vanaf 2025 af te gaan. Contactgegevens Kompetenzzentrum Großsiedlungen e.V. Riesaer Straße 2 12627 Berlin Telefon: +49 30 9940 1242 E-Mail:
[email protected] www.gross-siedlungen.de Spreker in Kompetenzzentrum: Ralf Protz
Hellersdorfer Promenade Door het wegtrekken van de bevolking uit Hellersdorf en door een daling van het geboortecijfer nam de bevolkingsgrootte in Hellersdorf steeds meer af, minder inwoners betekent ook minder gebruik van voorzieningen. Dit had als gevolg dat veel kleine winkels failliet gingen en de deuren sloten. Met als gevolg dat de Hellersdorfer Promenade wat eigenlijk een ‘shoppingmeile’ hoorde te zijn er nu als een spookpromenade uitziet. Leegstand vormt hier het straatbeeld. Sterk bepalend is dat de eigenaar van de woningen en winkels via een hedgefonds geprobeerd heeft de woningen als totaalpakket te verkopen. Dit is mislukt. De eigenaar laat nu vooral bewoners die Hartz 4 ontvangen (dat is de uitkering in Duitsland) toe. Daartoe is de eigenaar verzekerd van vaste inkomsten, want de staat betaalt de huur voor diegene die Hartz 4 ontvangen. Gevolg van dit beleid is ghettoisering van de buurt.
12
13
Europaviertel Hellersdorf In de herfst van 2006 zijn zes woonblokken aan de Hellersdorfer Promenade verkocht aan de Oostenrijkse investeerder Holding Level One. Kort na de koop van het gebouwenbestand van 1.130 woningen en meer als 70 bedrijfsruimten werd er in 2008 gestart met het façadekunstproject ´Europaviertel Berlin´. Doel façadekunstproject ´Europaviertel Berlin´ Doel van het project was het veranderen van zes woonblokken, grenzend aan de voetgangerszone van de Hellersdorfer Promenade, in het ´Europaviertel Berlin´ om op deze manier de gebouwen op te waarderen. De Franse kunstenaarsgroep „Cité de la Création“ wilde op de ca. 64.000m2 gevel tussen de Stendaler en de Tangermünder Straße de façaden beschilderen met historische afbeeldingen van Europese steden. Voor de voetgangerszone in de wijk ontstond het idee van ‚boulevard des naties’ waar niet alleen de beschilderingen maar ook restaurants en winkels op de begane grond en de plantsoenen betrekking zouden hebben op Europese buurlanden. Naast het kunstaspect dachten zowel de investeerders als ook de Franse kunstenaars aan de sociale componenten van hun plannen. Er zouden bij dit project ongeveer 300 werkplekken ontstaan. Investeringen In totaal 15 miljoen euro wilde de Level One voor het ontstaan van het ‘Europaviertel’ inzetten. Tweederde daarvan voor saneringswerkzaamheden (warmte-isolatie, badkamers, ingangen) in de zes woonblokken, een derde voor de kunstvorming op de façaden. Men hoopte zo op 20.000 bezoekers per dag, die deze bijzondere beschilderingen zouden gaan bekijken en vervolgens een bezoek zouden brengen aan de gastronomie en winkels in de buurt van deze gebouwen. Zo zou er een levendige wijk ontstaan en het gebouwenbestand weer aantrekkelijk worden. Maar hoe mooi deze ideeën ook waren, men kwam niet verder dan slechts de beschilderingen van één woonblok in de Stendaler Straße. De investeerder, Immobilienholding Level One, raakte in financiële moeilijkheden en ging failliet waardoor de rest van het project niet meer werd uitgevoerd.
14
Adresgegevens Europaviertel Stendalerstraße, Berlin-Hellersdorf
15
Project Neuland in Marzahn-Hellersdorf Op 8 juni 2006 is het project Neuland in Marzahn-Hellersdorf gestart. Neuland is een project dat vrije kavels in de wijk Marzahn-Hellersdorf voor een lage prijs voor nieuwe gebruiksvormen ter beschikking stelt. Doordat er sinds 2003 alleen al in de wijk Marzahn-Hellersdorf ongeveer 100 kinderdagverblijven en scholen in het kader van het programma ‘Stadtumbau Ost’ gesloopt zijn, zijn er vele binnenstedelijke bouwkavels vrijgekomen. Het slopen en ombouwen was nodig door het de bevolkingsafname en het dalende geboortecijfer waarvan sinds de Wende sprake is in Marzahn-Hellersdorf. Was dit stadsdeel in de DDR nog erg populair om te wonen, na de val van de muur trokken steeds meer mensen uit de wijk weg. De totale grootte van de vrijgekomen kavels, verdeeld over 150 locaties, bedraagt tot ver over de 100 hectare. Dat zijn ongeveer 156 voetbalvelden. Door de actuele marktsituatie kunnen vele plannen voor deze vrije bouwkavels niet gerealiseerd worden. Ze dreigen daarmee in verval te raken, want vraag naar bouwkavels ontbreekt. Doel project Neuland Het project Neuland wil voorkomen dat deze braakliggende terreinen de omgeving ontsieren en wil de kavels reactiveren door ze een nieuwe tijdelijke bestemming te geven. Gezocht werd naar initiatiefnemers, verenigingen, particulieren en bewoners die plaats nodig hebben voor goede ideeën, of die iets bijzonders op deze kavels wilden uitproberen. De vrijliggende kavels die voor het project Neuland beschikbaar zijn, worden herkenbaar gemaakt door middel van Neulandpijlen; gekleurde markeringen op voetpaden, boomstammen, hekwerken en Neulandvlaggen. Resultaat project Tussen 2006-2008 zijn op ten minste 13 braakliggende terreinen ‘tijdelijke functies’ gevestigd. Het gaat hierbij vooral om ‘tuinprojecten’. Onder andere een interculturele tuin, een bruiloftspark, een ontmoetingstuin, huurtuinen, het project ‘Berliner Baumzauber’, twee boomgaarden, tijdelijke sportvelden, minigolf en een ‘groen huis’ met een kruidentuin. Burgerinitiatieven en -participatie In de buurt Schorfheideviertel hebben bewoners, experts en bestuur gezamenlijk gebrainstormd over de nieuwe functie voor de braakliggende terreinen aan de Schorfheidestraße. Uiteindelijk zijn er van april tot juni 2008 tot drie meter hoge heuvels opgespoten en zijn verschillende grassen en bomen geplant. Hier zijn de burgers actief betrokken bij de plannen. Helaas was deze samenwerking een uitzondering. Terwijl op andere plekken in Berlijn het vaak de burgers zelf zijn die met ideeën en initiatieven komen zo is dat in Marzahn niet het geval. Volgens de stadsontwikkelingdienst kon geen enkel van de genoemde projecten volledig door burgerinitiatief ontwikkeld worden. Betrokkenheid van de kant van de bewoners ontbrak. Wellicht is jarenlange overheidsbemoeienis in de DDR de reden voor de passiviteit van de bewoners. Wegens te weinig betrokkenheid en financiële middelen is het moeilijk om nieuwe bestemmingen voor de kavels te realiseren. De stadsontwikkelingsdienst van Marzahn16
Hellersdorf zal in de toekomst nog een nieuw instrumentarium moeten bedenken om nieuwe functies voor deze braakliggende terreinen te ontwikkelen.
Contactgegevens project Neuland Alten Rathaus Marzahn Helene-Weigel-Platz 8, Raum 419 12591 Berlin Tel. 030/ 90293- 5666 http://www.neuland-berlin.org/
Ahrensfelder Terrassen De Ahrensfelder Terrassen zijn ontstaan uit een herbouwproject in Marzahn-Noord. In deze wijk zijn 1670 Plattenbauwoningen omgebouwd tot terrasflats en grondontsloten woningen. Het betreft hier 409 huur- en 38 koopwoningen. Doel herbouwproject Ahrensfelder Terrassen Doel van het project was om de gebouwen weer bewoonbaar en aantrekkelijk te maken. Dit werd bereikt door gebouwen ‘af te toppen’ en door nieuwe woningtypologieën te creëren. Aanpak De gebouwen in deze wijk zijn ten tijde van de DDR gebouwd en telden 11 verdiepingen. Door de grote leegstand waren er niet meer zoveel woningen nodig en werden de gebouwen afgetopt tot 3-6 verdiepingen. Dit wordt Rückbau genoemd; dit betekent: gedeeltelijke afbraak of ombouw van gebouwen.Naast vermindering van aantal etages zijn ook meer woningtypes ontstaan zodat er aan verschillende woonbehoeften van verschillende groepen mensen kon worden voldaan. Vroeger waren er slechts tien woningtypen, nu zijn het er 39. De grootte varieert van 48 vierkante meter voor een tweekamerwoning tot 102 vierkante meter voor een vierkamerwoning. Daarnaast zijn er balkons aangebracht, dakterrassen gemaakt, nieuwe keukens en badkamers gebouwd, de entrees zijn verbeterd en de vernieuwde gevels zijn geverfd en geïsoleerd. Ook zijn 18 woningen geschikt gemaakt voor gehandicapten. Kortom er is veel moeite, kosten en tijd ingestoken om de wijk weer bewoonbaar en aantrekkelijk te maken. Door de hoge kosten van deze aanpak is het bij dit incident gebleven.
17
18
Vrijdag 20 mei 2011 Bauhaus Kort verslag van het bezoek aan de Bauhaus-school in Dessau: In Dessau vestigde in 1926 het Bauhaus. Dat is een opleiding voor beeldende kunstenaars, ambachtslieden en architecten. Directeur van het Bauhaus was de Duitse architect Walter Gropius. De komst van Bauhaus in Dessau was een bijzonderheid aangezien Dessau van oorsprong een barokke stad is en het Bauhaus er een moderne stijl op nahoudt. Het Bauhaus is een complex bestaande uit verschillende gebouwen, het zogenaamde Baukastensysteem. Er was een gebouw met leslokalen, een gebouw met werkplaatsen en een gebouw met daarin de aula, een podium en een mensa. Een bruggebouw moest de twee grote gebouwen met elkaar verbinden. In dit bruggebouw bevonden zich de administratie en de kantoren van Walter Gropius en zijn architectenbureau. In het gebouw is er overal sprake van transparantie. Vanuit elke ruimte kan er door andere ruimten van het gebouw heen gekeken worden. Er is veel gewerkt met glas en dit zorgt naast de transparantie ook voor een lichte omgeving. Daarnaast is er in het gebouw zowel sprake van contrasten als van symmetrie. Daarnaast staat er los van het hoofdgebouw nog een studiegebouw, ook wel het Prellerhaus genoemd, hier konden de studenten wonen en werken. Er bevinden zich hier 28 studentenwoningen die nu gebruikt kunnen worden als overnachtingsplek voor toeristen. Het motto van Bauhaus is ‘minder is meer’. Er werd met zo min mogelijk materiaal en kleur iets groots en indrukwekkends gebouwd. In de tweede wereldoorlog is 80% van Dessau weggebombardeerd, het Bauhaus was ook zwaar beschadigd. Dit is door de jaren heen wel weer nieuwe opgebouwd. Sinds 1996 staat het Bauhaus op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Het gebouw is tot in de jaren ’90 door verschillende scholen gebruikt. Nu zijn de Bauhausstichting, het Bauhaus-archiv en het Bauhauscollege er gevestigd. In het Bauhauscollege worden allerlei kwesties zoals bijvoorbeeld bevolkingskrimp behandeld. Ook het theater wat zich in de laagbouw bevindt wordt veelvuldig gebruikt. Internationale Bauaustellung, Dessau In 2002 volgde de eerste Internationale Bouwtentoonstelling (IBA) die niet is gericht op bouwen, maar op “ontbouwen”: ‘Die Internationale Bauaustellung Stadtumbau SachsenAnhalt 2002-2010’. Onder het mom van ‘Minder is de toekomst’ deden 19 steden uit SaksenAnhalt mee met elk een eigen aanpak van de krimp. Aanleiding voor het IBA-programma 2002-2010 was de leegstand van ruim 1 miljoen flats in Oost-Duitsland. Dit resulteerde in het rijksprogramma ‘Stadtumbau-Ost’. Contactgegevens Gropiusallee 38 06846 Dessau-Roßlau Tel. +49-340-6508-250 E-Mail:
[email protected] http://www.bauhaus-dessau.de/index.php?de
19
Bevolkingskrimp in Dessau, rondleiding door de stad De stad Dessau bestaat voor het grootste gedeelte uit Plattenbau gebouwd in de DDR. In de tweede wereldoorlog is 85% van de bebouwing in Dessau gebombardeerd, onder meer doordat de vliegtuigfabriek van Juncker er gevestigd was. Dessau heeft te maken met drastische bevolkingskrimp: had Dessau in 1990 nog 100.000 inwoners; in 2010 woonden er nog maar 76.000 mensen in Dessau. De verwachting is een verdere afname naar 52.000 inwoners in 2015. Dit betekent dat de bevolkingskrimp in Dessau nog steeds plaatsvindt en dat hier een effectieve aanpak nodig is om deze krimp te verminderen. In 20 jaar tijd is Dessau veranderd van een grote in een middelgrote stad. Veel gebouwen zijn hierdoor leeg komen te staan en raken in verval; dit geeft een beeld van een spookstad waar niemand graag zou willen wonen. Om het verval van de gebouwen aan te pakken en om de bevolkingskrimp tegen te gaan is er gestart met een ontbouwingsplan in het kader van het programma ‘Stadtumbau-Ost’. Doel project ‘Stadtumbau-Ost’ Het programma in Dessau is erop gericht om Rückbau vorm te geven en om landschap in de stad te brengen. Dit zou moeten plaatsvinden door het ‘verinselen’ van de stad (het ‘vereilanden’ van de stad). Door veel groene eilanden te creëren en deze met elkaar te verbinden ontstaat een groen lint in de stad. Deze groene eilanden moeten ontstaan door op bepaalde plekken de bebouwing te slopen en hier groen aan te brengen. Daarnaast wordt het centrum verdicht om hier stedelijkheid de kans te geven. Hier worden leegstaande gebouwen gesloopt en worden kavels vrijgegeven om nieuwe gebouwen te bouwen. Voor het creëren van deze groene eilanden is een goed management en goed contact met de vele verschillende eigenaren in het gebied nodig. Het plan vanuit de gemeente is om de eigenaren van lege gebouwen in gebieden die bestemd zijn voor groene eilanden te vragen of ze hun gebouw willen overdragen aan de gemeenten. Hiervoor krijgen zij een kavel in een ‘urbaan gebied’ terug, er is hier dus sprake van kavelruil. Zo kan de gemeente de lege gebouwen slopen en hier de groene eilanden creëren. Een aantal eigenaren wilden hun gebouw echter niet afgeven aan de gemeenten omdat ze nog altijd de hoop hebben dat er investeerders komen. In andere gevallen hebben de eigenaren opeens de gebouwen toch nog gerenoveerd waardoor de gemeente het nakijken had en hier dus geen ruimte gegeven kon worden aan groen. Hierdoor komt het voor dat je nog wel eens een leegstaand of gerenoveerd gebouw midden in een ‘groen eiland’ ziet staan.
20
In Dessau staan veel bewoonde gebouwen naast onbewoonde gebouwen. Dit versterkt het unheimische gevoel en doet denken aan een spookstad. Door de drastische bevolkingskrimp wordt er minder gebruik gemaakt van voorzieningen en infrastructuur. Het komt dus voor dat er wegen afgebroken worden omdat die niet meer nodig zijn. Fietspaden nemen de plek van autowegen in. De groene eilanden worden aangeduid met rode vlaggetjes, er is ook informatie aanwezig over het project. Daarnaast richt Dessau zich op een fiets- en voetverkeersnet. In Dessau zijn verschillende grote plakkaten op gebouwen te vinden waar spreuken opstaan als: “Wo Gebäude fallen entsteht Landschaft” of „Wo Gebäude fallen entstehen Garten“. Deze spreuken moet de gedachtegang en de instelling van mensen veranderen en hen bewust maken van de kansen van de leegstand en kavels. Stadsclaims Op andere groene plekken biedt de gemeente de mogelijkheid tot stadsclaims (pixeling). De gemeente biedt 400 vierkante meter kavel aan waar een bewoner of een groep bewoners een claim kunnen indienen. Zij mogen deze kavel voor niets gebruiken, mits het niet voor commerciële doeleinden wordt bestemd. Dit wordt ook wel ‘Umpixeln’ genoemd. De gemeente zorgt soms voor de financiering van de inrichting. Bewoners moeten de stadsclaim zelf onderhouden. Indien de bewoner de stadsclaim verwaarloost neemt de gemeente de grond terug. Op verschillende plekken zijn stadsclaims gekomen met een zeer wisselende invulling: een medicijnentuin, een moestuin, een beeldentuin, een bijen- en honingtuin, een basketbalveld, een bambootuin, een populierenplantage als grondstof voor biobrandstof en een BMXcrossbaan.
Spreker rondleiding Dessau: Frau Bruckner
21
Bevolkingskrimp in Halle In Halle is een bezoek gebracht aan de wijk Halle-Glaucha. Hier gaf Alexander Hempel een rondleiding. Hempel is een actief lid van de Standordgemeinschaft Glaucha e.V. Deze vereniging bestaat uit een aantal actieve en betrokken inwoners die zich gezamenlijk willen inzetten voor het leefbaarder maken van de wijk. Halle is na de Wende in tien jaar tijd met meer dan 100.000 inwoners gekrompen (van 330.000 inwoners naar 220.000inwoners). De bevolkingsafname zal ook de komende jaren doorgaan, dan wel in een mindere mate aangezien Halle als studentenstad nieuwe inwoners aantrekt. Halle wordt in tweeën gesplitst door een doorgaande snelweg die grotendeels verhoogd door de stad is aangelegd. Deze snelweg scheidt de stad in de oude binnenstad en het zuidelijke deel. Daarnaast is er nog stadsdeel Neustadt, aan de overkant van de rivier de Saale gelegen. Neulandt is in 1990 als voormalige arbeidersstad met chemische industrie samengegaan met Halle. In Halle is veel vervuiling doordat Halle in de DDR dé standplaats van de petroleumindustrie was. Zij voorzagen heel Oost-Duitsland van petroleum. Eerste concept ‘Halle Doppelstadt’ Het eerste concept om bevolkingskrimp tegen te gaan en had de naam ‘Halle Doppelstadt’. De visie bij dit concept was om Halle en Halle Neustadt als gelijkwaardige centra te behouden, een soort van tweeling. Dit concept is vooral door de inbreng van de lokale corporaties tot stand gekomen. Hun woningbezit is voor een groot deel in Neustadt gelegen, dus zij hadden belang bij een functionerende Neustadt. Hier was sprake van het ‘Tellerrand-denken’ van de corporaties. Dus niet verder kijken dan waar je je bezit hebt en alleen hiervoor je willen inzetten. Dit concept bleek uiteindelijk niet te werken. Veel bewoners verlaten vooral de plattenbau van Neustadt terwijl het historische Halle nauwelijks krimpt. ‘Halle Doppelstadt’ was in feite het IBA-project van Halle en hier is dus veel geld naar toe gegaan maar het beoogde effect is hier uitgebleven. Een andere aanpak is dus nodig, maar welke dan? Standortgemeinschaft Glaucha e.V. Krimp wordt vaak gerelateerd aan sociale woningbouw, maar in Halle zijn wijken waar juist het particuliere bezit te maken krijgt met krimp. De wijk Glaucha waaraan een bezoek is gebracht ligt dicht bij het centrum van Halle en kent veel oude Duitse appartementgebouwen, gebouwd rond 1900 met meerdere appartementen in één gebouw. Halle-Glaucha is een arbeiderswijk waar op dit moment 6000 mensen wonen. In 1990 gingen alle investeerders naar de binnenstad en werd er in Halle-Glaucha niet gesaneerd waardoor veel particulier bezit leegstaat en verpaupert. Door inzet van actieve bewoners wordt getracht het imago van de wijk te verbeteren. Een aantal actieve bewoners uit de wijk hebben de Standortgemeinschaft Glaucha e.V. opgericht. Deze vereniging bestaat uit particulieren, maatschappelijke organisaties, VVE’s en huurders, en hebben als doel het verbeteren van de wijk. Sinds 2008 is de Standordgemeinschaft Glaucha e.V. bezig met vernieuwingen.
22
Als eerste moest er contact worden opgenomen met de verschillende eigenaren in het gebied wat zeer moeilijk is aangezien veel eigenaren in het buitenland wonen en zelf niet eens weten dat ze een pand in Halle bezitten. In totaal ging het om in 50 in verval geraakte gebouwen in deze wijk waar er ondertussen 42 van de ondergang zijn gered. Er zijn zeven gebouwen die gesloopt moeten worden maar hieraan willen of de eigenaren niet meewerken, of het is niet eens bekend wie de eigenaar is. Kleine acties zorgen voor successen Het beeld dat mensen van de wijk Halle-Glaucha hebben is vaak verkeerd. Zo denken veel mensen dat Glaucha verder van het centrum afligt dan Neustadt, maar dit is juist niet zo. Door deze verkeerde beeldvorming heeft Glaucha een slecht imago wat slechts moeizaam aan het veranderen is. Door de inzet van de vereniging zijn er sinds 2008 door kleine acties een aantal kleine successen geboekt. Juist door deze kleine acties moet Glaucha weer een betere wijk worden. Albert Schimdt Straße Deze straat kende 89% leegstand. Niemand wilde hierin investeren totdat er in 2010 feesten en activiteiten in de straat werden georganiseerd. Doordat er veel aandacht op deze straat gevestigd werd meldde zich een investeerder uit België die alle 12 gebouwen wilde kopen. Dit is een voorbeeld van een actie van de Standordgemeinschaft Glaucha e.V. waarmee groot succes is geboekt. Voorzieningen voor studenten Om studenten naar Halle te trekken en om ervoor te zorgen dat deze zouden blijven, moesten er meer voorzieningen voor deze doelgroep komen. De Standordgemeinschaft Glaucha e.V. heeft hierop ingespeeld door in een leegstaand gebouw een bioscoop, een theater, een café en een speelhal te bouwen. Umsonstladen In een ander leegstaand gebouw is een Umsonstladen (weggeefwinkel) ontstaan. Dit is een winkel waar mensen voor niets oude spullen heen kunnen brengen en ook voor niets weer iets zelf kunnen uitzoeken om mee te nemen. Ook het bieden van plaats aan zulke activiteiten zorgt voor het tegengaan van verval van leegstaande gebouwen. Onderhoud van semi-openbaar groen Om de inwoners zelf te betrekken en te laten deelnemen aan het verbeteren van de wijk blijkt zij vooral een voorbeeld nodig hebben van een succesvol project. Een voorbeeld is het onderhoud door de bewoners van het semi-openbare groen in de hoven tussen gebouwen. Vaak bekommert niemand van de bewoners zich om het semi-openbare groen, omdat iedereen denkt dat de gemeente dit onderhoudt. Juist bewoners moeten dit in handen nemen om de leefomgeving te verbeteren. Om de bewoners daartoe te stimuleren hebben de leden van de vereniging zelf het goede voorbeeld gegeven. Zij hebben bij hun eigen flat het openbare hof onder handen genomen en na veel geduld en tijd zagen de mensen wat voor positief effect dit had en beginnen ze nu langzaamaan ook te helpen met het onderhouden van de hoven. Concluderend kan men zeggen dat voor het opknappen van een vervallen wijk elke helpende hand nodig is, of dit nu van een gemeente, van een vereniging of van de bewoners is. Zonder samenwerking van verschillende partijen kom je nergens. Sociale cohesie is één van de factoren die hierbij een grote rol speelt. Wanneer er geen sociale cohesie in de wijk is heeft 23
een plan om de wijk op te knappen weinig kans van slagen. Daarnaast is het belangrijk dat bewoners een stimulans en voorbeeld hebben van hoe succesvol een project kan zijn.
Tijdelijk gebruik van een onbebouwde kavel
Contactgegevens Standortgemeinschaft Glaucha Schwetschke Straße 17 06110 Halle (Saale) Tel: 0160 99187754 www.standortgemeinschaft-glaucha.de Spreker rondleiding Halle: Alexander Hempel
Organisatie excursie Leren krimpen in Duitsland: Ruimtevolk, Sjors de Vries, Judith Lekkerkerker Berlijn: Vincent Kompier Verslag: Margit Cevaal 24
25