H. Familie Ieper Excursie 5T – 6T Schooljaar 2003 - 2004
Excursie Provence Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
J. Callemeyn N. Deceuninck
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
1
Bedoeling De excursie beoogt vooral het onderzoeken van de omgeving waarin we vertoeven. Via de opdrachten leer je op een bepaalde manier naar het landschap en andere verschijnselen kijken. De naverwerking achteraf heeft als doel om de waarnemingen beter te leren begrijpen en om er algemene conclusies uit te trekken. We proberen relaties te zien tussen elementen in het landschap en verklaren van hieruit het toerisme in deze regio. Het werken in groepjes heeft als doel om van elkaar te leren. Met meerdere zie je meer en kun je ook overleggen om verklaringen voor de landschappelijke verschijnselen te vinden. Bij de beoordeling zal vooral gelet worden op de nauwkeurigheid waarmee de opdrachten werden uitgevoerd, de verwerking achteraf en de samenwerking onder de teamleden.
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
2
Opdracht 1: route volgen op de kaart 1.1
Tijdens alle verplaatsingen let je op de route die de chauffeur volgt. Met een fluostift duid je de gevolgde route op de kaart aan. Op deze wijze kun je je beter oriënteren en heb je een duidelijker zicht van de ligging van de bezochte plaatsen in de Provence.
1.2
Gedurende 1 dag (dag wordt door de begeleidende leraren bepaald) duid je de gevolgde route/afstanden op de tabellen aan. Op de tabellen vermeld je ook de pauzes en de bedoeling van die pauzes. (sanitaire stop, middagmaal, bezoek, rondleiding,…). Ook belangrijke bezienswaardigheden onderweg worden genoteerd. Zoek zelf de belangrijkste kenmerken ervan op. Let onderweg ook op aanduidingen, wegwijzers, alternatieve wegen, afstanden tussen tolhuizen, stopplaatsen,…. Schrijf belangrijke elementen op, maak indien mogelijk een vergelijking tussen België en Frankrijk.
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
3
Opdracht 2: typering van de toerist in Avignon. Deze opdracht heeft als doel het profiel van de toerist in Avignon te achterhalen aan de hand van een enquête. Er wordt gewerkt in 5 groepjes. Via het stadsplan van Avignon deel je de stad in 5, zodat elke groep een bepaald stadsdeel voor zijn rekening kan nemen. Ieder groepje neemt een 10-tal enquêtes af! Denk erom dat je altijd eerst jezelf voorstelt aan de mensen, navraagt of ze eventjes tijd hebben en leg ook de bedoeling van de enquête uit. Het spreekt voor zich dat je enkel verder doet met de enquête als blijkt dat je met toeristen te maken hebt. Van inwoners van Avignon hoef je dus geen enquête af te nemen! s’Avonds leg je alle resultaten samen en tracht je een besluit te formuleren. Dit doe je via staaf- en cirkeldiagrammen. Staafdiagram: Nationaliteit (1) Leeftijd (2) Transportmiddel naar Avignon (4) Cirkeldiagram: Doel van het bezoek aan Avignon (3) Logiesvorm (5) Aantal nachten die toeristen in Avignon verblijven
(6)
Maak tevens een ‘Top 5’ van de meest toeristische plaatsen/bezienswaardigheden van Avignon. (7) Ga ook na hoeveel toeristen de DVT opzoeken en voor welke redenen. (8) Ook dit verwerk je in een staaf- of cirkeldiagram.
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
4
ENQUETE 1. Êtes-vous ici en tant que touriste ou est-ce que vous habitez à Avignon ? Touriste : nationalité :........................................................................... ................. Habitant 2. Quel âge avez-vous ? > 20 ans 20-40 ans 40-60 ans < 60 ans 3. Vous êtes ici pour quelle raison ? Vacances culturelles Pour votre travail Visite à la famille Autre :.................................................................................. ...................................... 4. Quel type de transport avez-vous choisi pour arriver à Avignon ? Train Voiture Avion Autre :.................................................................................. ......................................
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
5
5. Quel type de logement avez-vous choisi ? Hôtel Camping Appartement Autre :.................................................................................. ...................................... 6. Combien de temps restez-vous à Avignon ? (nombre de nuits ?) 1 jour 2 jours / 1 nuit 2 – 4 nuits plus de 5 nuits 7. Quel est le lieu / l’ endroit le plus touristique à Avignon d’après vous ? ....................................................................................................... ....................................................................................................... ................................................................................................ 8. Êtes-vous passé chez l’office de tourisme ? oui -
pour quels types de renseignements ?
....................................................................................................... ....................................................................................................... ................................................................................................ non
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
6
Opdracht 3: beoordeling van de logies 1
Tracht een folder of beschrijving van jullie verblijfplaats te bemachtigen en beantwoord onderstaande vraagjes. Parkeerfaciliteiten:
Bewaakt? Gratis? Aantal? In de omgeving?
Buitenkant?
Binnenin:
Aantal kamers? Kamerindeling? Aantal pax/kamer Faciliteiten?
Inrichting?
Sfeer? Keuken: Ontbijt: (Aanbod? Buffet? Bediening aan tafel? Dranken?Variatie?...) Avondmaal? (Idem) Doelgroep?
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
7
2
Geef je eigen oordeel over de logies. Welke zijn de positieve punten? Wat zou jij veranderen? Kloppen de gegevens van de folder met de werkelijkheid?
3
Ga volgende zaken na in verband met de camping: Inplanting in de omgeving? (bereikbaarheid, aanduidingen langs de weg, vanaf waar?) Welke aantrekkingselementen? (natuur, man-made,…) Inplanting van het domein: maak een schets of misschien krijg je wel een plannetje. (plannetje: is dit duidelijk genoeg? Kritisch bekijken!) Let op: Het centraal gebouw (wat is hier aanwezig?) Ontspanningsmogelijkheden? Gratis of te betalen? Sanitair blok? Doelgroep? Prijs/kwaliteit? Tewerkstelling? (hele jaar, seizoensgebonden,…)
Vergeet zeker niet uw eigen mening te geven over dit soort vakanties en argumenteer je stelling.
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
8
Opdracht 4: Mont Ventoux De bedoeling van de opdracht is om aan de hand van kaart en kompas de juiste eindbestemming van de tocht te vinden. Tijdens de tocht wordt de vegetatie in kaart gebracht en wordt onderzocht vanaf welk hoogte bepaalde vegetatievormen voorkomen. We typeren het landschap. 1. Oriëntatie aan de hand van een kompas. De 2 groepen bepalen aan de hand van het kompas de route naar Ste-Colombe. Groep 1: route via Combe Fiole Groep 2: route via Combe Sourne 2. Afbakenen van verschillende vegetatiezones op de kaart De route vanaf de top tot Ste-Colombe geeft een mooi overzicht van de verschillende plantenzones (Middellandse Zeezone, heuvelzone, voorgebergte, bergwoudzone, subalpiene zone, alpiene zone, kale rotsen). Hieronder staan per zone een aantal foto’s of omschrijvingen. Duid op de kaart de grenzen tussen de zones aan, langs het traject dat je volgt, met een stift en noteer in elke zone het juiste nummer. Duid op de kaart eveneens volgende grenzen aan: - de bosgrens: dit is de plaats waar het bos geen aangesloten geheel meer vormt. - de boomgrens: geeft het einde aan van de groei van geïsoleerde bomen meteen hoogte van 5-8 m. - de grens van de niet volgroeide bomen: tot hier komen we de laatste dwergboompjes en misvormde soorten tegen. Je maakt achteraf een lengteprofiel van de tocht en duid er de verschillende zones en grenzen op aan.
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
9
zone 1 Kale rotsen 2 Alpiene zone
Foto of omschrijving Kale rotsen met hier en daar sterke plantjes Bedekt met grasachtige planten en kruipheesters, aan het begin van deze zone groeien dwergbomen zoals de bergden
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
10
3
Subalpiene zone
Zone van de naaldbomen: den, spar, lariks en niet volgroeide loofbomen
spar
lariks 4
Bergwoudzone Vooral naaldbossen die vaak goed behouden zijn gebleven op de steile hellingen; ook gemengde bossen
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
11
5
Voorgebergte
Vooral beukenbos
6
Heuvelzone
Vooral eikenbos en haagbeuken
groene eik
groene eik in bloei (mei) Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
12
7
Middellandse Zeezone
Druiven, lavendel, olijfbomen, jeneverbes
olijfboom
lavendel
druiven
jeneverbes Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
13
3. Typering van het landschap omcirkel de juiste typeringen 1. Volgens de inbreng van de mens - natuurlandschap: bevat overwegend elementen van natuurlijke oorsprong, zonder menselijke tussenkomst (heuvel, vallei, rivier, kreek, duin, gesteente, natuurlijke begroeiing, …) - cultuurlandschap: vertoont een sterke inbreng van menselijke elementen: * niet-levende (= abiotische) elementen (dijk, weg, gebouw, …) * levende (= biotische) elementen (gewassen, bosaanplant, houtkanten, …) er ontstaat een landelijk landschap: landbouwelementen overwegen (agrarisch) stedelijk landschap: dichte bebouwing en veel straten industrieel landschap: veel fabrieken en verkeerswegen transportlandschap: veel transportinfrastructuur (zoals in een haven) recreatielandschap: veel elementen voor recreatief (of toeristisch) verblijf en ontspanning 2. Volgens de schikking van de landschapselementen De schikking van de landschapselementen bepaalt de RUIMTELIJKE SAMENSTELLING van een landschap (bewoningspatroon, perceleringspatroon, gebruikspatroon, ...). - open landschap: weidse panoramische (beeldhoek > 180 ) en vergezichten (kijkafstand > 1200 m) in de meeste richtingen bedijkinglandschap: dijken, soms met bomenrijen, en sloten vormen essentiële elementen - gesloten landschap: beperkte kijkafstand (< 250 m) in alle richtingen als gevolg van rijen bomen of struiken, hagen en/of gebouwen; zo’n landschap kan min of meer transparant zijn. bocagelandschap: perceelsrandbegroeiing bestaat uit lage struiken en hagen, soms met knotbomen coulisselandschap: perceelsrandbegroeiing bestaat uit rijen opgaande bomen of knotbomen Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
14
- compartimentenlandschap: een mozaïek van open en gesloten landschappen, waarbij de verdeling van de ruimte gebeurt door een massa opgaande begroeiing (bossen) of bebouwing (vooral lintbebouwing) 3. Volgens de afmetingen van de landschapselementen - grootschalige landschapsindeling: grote percelen, ruime gebouwen, weinig begroeiing op de perceelsranden - kleinschalige landschapsindeling: kleine percelen, kleine gebouwen, veel begroeiing op de perceelsranden 4. Volgens het ontstaan van het reliëf - erosielandschap: huidig oppervlak en reliëfvormen zijn vooral het resultaat van erosieprocessen, zoals hellingsprocessen, erosie door stromend water van rivieren of de zee, erosie door de wind, … - accumulatielandschap: huidig oppervlak en reliëfvormen zijn vooral het resultaat van accumulatieprocessen, zoals afzetting door de wind, de zee, de rivieren, …
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
15
Opdracht 5: rivieronderzoek Beoogd wordt om het debiet van een rivier te bepalen en te zoeken naar verklaring voor het sedimenteren of eroderen van een rivier.
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
16
opdracht 6: Camargue Tijdens de tocht door de Camargue hebben we aandacht voor de verscheidenheid in het landschap. We vergelijken de hoge Camargue met de lage Camargue op landschappelijk vlak. 1. Noteer op de kaart van de Camargue je standplaats van waaruit je de waarnemingen doet. 2. oefeningen
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
17
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
18
EIGEN BELEVING METEN
Waarnemingsplaats:
Vind je dit landschap ... ? vul hier
je score in -3
-2
-1
0
+1
+2
lelijk
+3 mooi
kleurloos
kleurrijk
eentonig
afwisselend
vervelend
boeiend
onaangenaam
aangenaam
verwaarloosd
verzorgd
benauwend
bevrijdend
onrustig
rustgevend
onnatuurlijk niet naar terugkeren aantal criteria = 10
natuurlijk wel naar terugkeren totaalscore S = BELEVINGSINDEX S/10 =
Wat vind je in het landschap van deze omgeving vooral positief? Wat vind je in het landschap van deze omgeving vooral negatief? Wat wil je in dit landschap zeker behouden? Wat wil je in dit landschap zeker veranderen?
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
19
WAARDERING BEPALEN Welke waarde ken je toe aan volgende landschapskenmerken van deze omgeving? OORDEEL ZELF: 5 = zeer groot / 4 = groot / 3 = matig / 2 = klein / 1 = zeer klein sterkte in het lijnenpatroon afwisseling van de vormen harmonie in de kleuren esthetische waardering
/5
tonen van landschapsvormende processen ruimtelijke transparantie eigen landschapsidentiteit geografische waardering
/5
rijkdom aan milieutypes tonen van relaties in specifieke ecosystemen natuurlijke dynamiek biologische waardering
/5
tonen van het verleden oproepen van herinneringen belang als erfgoed
historische waardering
aangenaam als woonomgeving aantrekkingskracht voor vrijetijdsbesteding verschaffing van werkgelegenheid
sociale waardering
/5
/5
leveren van productie uit de landbouw leveren van productie uit de nijverheid mogelijkheid tot verwerven van inkomen in diverse activiteitssectoren economische waardering /5 gezamenlijke waardering WAARDERINGSINDEX
S=
S / 30 x 100 =
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
/ 30 %
20
Wat beschouw je als het meest waardevolle van deze omgeving? Verklaar je nader. Welke waarde ontbreekt naar jouw mening al te veel in deze omgeving? Verklaar je nader. EIGEN BEOORDELING VAN NATUURLIJKHEID METEN De mate waarin een landschap je natuurlijk overkomt kun je meten door bijvoorbeeld volgende criteria te quoteren op een schaal van 0 tot 10. Daarvan maak je dan het gemiddelde. Dit levert een natuurlijkheidsindex op, die bij iedere waarnemer verschillend kan zijn (analoog met een belevingsindex).
0 7
1
2 8
3 9
4 10
5
6
Plaats 1
Plaats 2
Rechtlijnig kromlijnig Effen oneffen Geordend ongeordend Bewerkt onbewerkt Bebouwd onbebouwd Aantal criteria = 5 totaalscore S =
NATUURLIJKHEIDSINDEX S/5 = Vergelijk de uitkomsten voor de 2 gebieden met elkaar en verantwoord de (eventuele) verschillen!
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
21
LANDSCHAP TYPEREN 1. Volgens de inbreng van de mens - natuurlandschap: bevat overwegend elementen van natuurlijke oorsprong, zonder menselijke tussenkomst (heuvel, vallei, rivier, kreek, duin, gesteente, natuurlijke begroeiing, …) - cultuurlandschap: vertoont een sterke inbreng van menselijke elementen: * niet-levende (= abiotische) elementen (dijk, weg, gebouw, …) * levende (= biotische) elementen (gewassen, bosaanplant, houtkanten, …) er ontstaat een landelijk landschap: landbouwelementen overwegen (agrarisch) stedelijk landschap: dichte bebouwing en veel straten industrieel landschap: veel fabrieken en verkeerswegen transportlandschap: veel transportinfrastructuur (zoals in een haven) recreatielandschap: veel elementen voor recreatief (of toeristisch) verblijf en ontspanning 2. Volgens de schikking van de landschapselementen De schikking van de landschapselementen bepaalt de RUIMTELIJKE SAMENSTELLING van een landschap (bewoningspatroon, perceleringspatroon, gebruikspatroon, ...). - open landschap: weidse panoramische (beeldhoek > 180 ) en vergezichten (kijkafstand > 1200 m) in de meeste richtingen bedijkinglandschap: dijken, soms met bomenrijen, en sloten vormen essentiële elementen - gesloten landschap: beperkte kijkafstand (< 250 m) in alle richtingen als gevolg van rijen bomen of struiken, hagen en/of gebouwen; zo’n landschap kan min of meer transparant zijn. bocagelandschap: perceelsrandbegroeiing bestaat uit lage struiken en hagen, soms met knotbomen coulisselandschap: perceelsrandbegroeiing bestaat uit rijen opgaande bomen of knotbomen
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
22
- compartimentenlandschap: een mozaïek van open en gesloten landschappen, waarbij de verdeling van de ruimte gebeurt door een massa opgaande begroeiing (bossen) of bebouwing (vooral lintbebouwing) 3. Volgens de afmetingen van de landschapselementen - grootschalige landschapsindeling: grote percelen, ruime gebouwen, weinig begroeiing op de perceelsranden - kleinschalige landschapsindeling: kleine percelen, kleine gebouwen, veel begroeiing op de perceelsranden 4. Volgens het ontstaan van het reliëf - erosielandschap: huidig oppervlak en reliëfvormen zijn vooral het resultaat van erosieprocessen, zoals hellingsprocessen, erosie door stromend water van rivieren of de zee, erosie door de wind, … - accumulatielandschap: huidig oppervlak en reliëfvormen zijn vooral het resultaat van accumulatieprocessen, zoals afzetting door de wind, de zee, de rivieren, …
BODEMSOORT BEPALEN
Je hebt een pipetfles nodig. Neem een goed vochtige hoeveelheid grond, eventueel met de pipetfles vochtiger maken. Probeer één van de vormen hiernaast te maken. De bekomen vorm is een indicatie van de bodemsoort.
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
23
Vergelijking van de 2 plaatsen Plaats 1
Plaats 2
Belevingsindex Waarderingsindex Natuurlijkheidsindex Typering van het landschap - volgens inbreng van de mens - volgens de schikking van de landschapselemen ten - volgens de afmetingen van de landschapselemen ten - volgens het ontstaan van het reliëf Bodemsoort Bewoningsvormen Bodemgebruik Kenmerken van fauna en flora
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
24
Opdracht 7: La Grande Motte 1. Onderzoek van de toeristische uitrustingsgraad van La Grande Motte. Maak met je groep een voorstelling van de bestaande ruimtelijke structuur van het gebied. De diverse elementen en structuren mogen schematisch weergegeven worden en moeten dus niet noodzakelijk tot in het kleinste detail worden voorgesteld. Als basis neem je de plattegrond van het gebied. Je maakt gebruik van onderstaande legende om de ruimtelijke structuur aan te geven.
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
25
2. Onderzoek naar knelpunten. Welke knelpunten (conflicten) komen er voor tussen de toeristische uitrusting van het gebied en de natuurlijke elementen? Noteer ze hier en duid ze met eigen symbolen aan op de kaart. Neem er eventueel foto’s van.
3. Onderzoek naar mogelijkheden. Welke mogelijkheden heeft het gebied volgens jou om nog meer toeristische voorzieningen uit te bouwen? Duid op de kaart met eigen symbolen aan waar je bepaalde voorzieningen zou uitbouwen. 4. Onderzoek van de toeristische ontwikkelingsgraad. In welk stadium bevindt zich dit gebied? Motiveer je antwoord.
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
26
5. Maak een vergelijking tussen 2 straten die je zelf uitkiest en waarvan je een groot contrast in uitzicht vaststelt. Duid de 2 straten aan op de kaart. Bepaal de milieu-index van beide straten. Milieu-index voor steden en dorpen Optie: Aan de hand van een aantal criteria is het mogelijk een oordeel te vellen over de toestand, leefbaarheid van steden en dorpen. Je kan hun plaats in de rangorde terugvinden. De criteria zijn: Toestand van de straat – vuilnis – verlaten en bouwvallige panden – straatmeubilair – antennes en elektrische bedrading – publiciteit – luchtvervuiling – geluid – groenvoorziening – parking – verkeersveiligheid – toestand van de gebouwen toestand van de omheiningen – algemeen onderhoud van de woningen. Uitwerking: Wandel door twee straten van het dorp / de stad (een belangrijke winkelstraat en een kleinere zijstraat) en vul het steekproefformulier in m.b.v. volgende criteria.
waarde Toestand van de straat: geen beschadigd wegdek, geen oneffen voetpad wegdek hier en daar beschadigd, enkele voetpadtegels zijn aan vervanging toe meer dan 50 % van de straat zou hersteld moeten worden Vuilnis geen vuilnis, zeer netjes een beetje vuilnis, niet echt storend vuilnis langs meer dan 10 % van de straat vuilnis langs meer dan 25 % van de straat Verlaten en bouwvallige panden geen verlaten en bouwvallige huizen meerdere bouwvallige huizen zeer veel bouwvallige huizen (met gevaar voor spelende kinderen, voertuigen enz.) Straatmeubilair (paaltjes, telefooncellen, zitbanken, straatlantaarns, vuilnisbakjes, verkeerstekens en brievenbussen) allemaal in goede staat en onderhouden sommige zaken moeten beter onderhouden worden heel wat moet dringend onderhouden worden alles in zeer lamentabele toestand Antennes en elektrische bedrading geen TV-antennes of schotelantennes een gemiddelde van 1 antenne per 2 woningen alle woningen hebben een TV-antenne of schotelantenne (trek van de score 2 punten af indien in de straat elektrische bedrading te zien is) Publiciteit geen publiciteit in de straat meer dan 15 advertenties per 100 m straat (ook kleine aan winkelramen) Luchtvervuiling geen pollutie soms pollutie wanneer de wind uit een bepaalde richting waait (indien zo: welke richting?) meestal pollutie altijd pollutie, schadelijk voor de gezondheid Geluid geen geluidsoverlast soms geluidsoverlast op bepaalde tijdstippen groot probleem van geluidsoverlast zeer veel geluid – onuitstaanbaar Groenvoorziening 1 grote boom of 3 struiken per 20 m straat
10 5 0 10 8 5 0 5 2 0
10 5 3 0 10 5 0
5 0 5 4 1 0 5 4 1 0 10
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
27
1 grote boom of 3 struiken per 40 m straat 1 grote boom of 3 struiken per 80 m straat minder dan 1 boom per 100 m straat Parking geen geparkeerde wagens max. 4 geparkeerde wagens per 100 m straat meer dan 10 geparkeerde wagens per 100 m straat (bestelwagen = 1,5 wagens, vrachtwagen = 2 wagens) Verkeersveiligheid (voetgangers en wagens) volledige scheiding tussen voetgangers en verkeer, geen gevaar een woonerf – een speelstraat weinig verkeer in beide richtingen tamelijk veel verkeer druk verkeer zeer druk verkeer – gevaarlijke toestanden Toestand van de gebouwen (muren en daken) alle gebouwen zijn goed onderhouden de helft van de woningen in de straat zijn goed onderhouden meer dan 20 % van de woningen in de straat zijn halfvervallen Toestand van de omheiningen alle goed onderhouden 20 % is aan onderhoud toe meer dan de helft moet dringend een opknapbeurt krijgen Algemeen onderhoud van de woningen (toestand van de tuinen; netheid van het schilderwerk, de ramen en de gordijnen) alles goed onderhouden en netjes in redelijke toestand 25 % slecht onderhouden meer dan 50 % slecht onderhouden
Milieu-index
8 4 0 5 3 0
10 8 6 4 2 0 5 3 0 5 3 0
5 4 2 0
STEEKPROEFFORMULIER
Straatnaam: ………………………… …. milieufactor
………………………… …..
Toestand van de straat
Max. Score op basis van de actuele toestand score 10
Vuilnis
10
Verlaten en bouwvallige panden Straatmeubilair
5
Antennes en elektrische bedrading Publiciteit
10
Luchtvervuiling
5
Geluid
5
Groenvoorziening
10
10
5
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
28
Parking
5
Verkeersveiligheid
10
Toestand van de gebouwen 5 (muren en daken) Toestand van de omheiningen 5 Algemeen onderhoud van de woningen
5
TOTAAL
100
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
29
Opdracht 8: Gorges du Verdon Langs de rivier vind je heel wat sporen die op actieve erosie wijzen. Duid op de kaart volgende zaken aan(gebruik onderstaande legende).
Zoek ook een verklaring voor de verschijnselen die je langs de rivier waarneemt.
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
30
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
31
opdracht 9: beoordeling Graag hadden we van jullie een beoordeling gekregen van de verschillende onderdelen van de studiereis. Maak hiervoor gebruik van het schema op de volgende bladzijde. Plaats een kruisje bij het cijfer dat van toepassing is, eventuele opmerkingen zijn welkom. Beoordeling: -2 zeer slecht, -1 slecht, 0 voldoende, 1 goed, 2 zeer goed.
Evaluatie van…
-2 -1 0 1 2 Opmerkingen
logies transport naar de bestemming transport ter plaatse ontbijt middagmaal avondmaal programma dag 1 NM programma dag 2 VM programma dag 2 NM programma dag 3 VM programma dag 3 NM programma dag 4 VM programma dag 4 NM programma dag 5 VM programma dag 5 NM programma dag 6 VM programma dag 6 NM programma dag 7 VM programma dag 7 NM programma dag 8 VM
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
32
opdrachten TRR/ GEO opdrachten TOR volledig aanbod
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
33
Opdrachten toeristische ruimten – toeristische organisatie – geografie van toerisme
34