AP
het beste uit de internationale pers
in dit nummer
nr. 47 | 7 tot 21 december 2013 | www.360magazine.nl | € 4,99
the new yorker al-jazeera the sunday times iq the economist the new york times the caravan timpul ukrainskyi tyzhden ciel variable izvestia café fuerte la nación shun po chinahush le temps al-monitor think africa press rzeczpospolita nafas art magazine vigousse
Dossier
Excellentie en moed Laureaten uit meerdere continenten bekroond door Prins Claus Fonds
europa
Oost-Europa over het verdrag van Vilnius de amerika’s
Breaking Bad in Argentinië midden-oosten
Gastarbeidersproblematiek revisited horizon
Operation Easter: Klopjacht op eiercollectioneurs
Cover.indd 1
03-12-13 18:35
De zonnepanelen van François liggen op andermans dak. Op het dak van het stadion van FC Groningen om precies te zijn. Want daar hebben we een 100% zonligging. En alle ruimte. Ideaal dus. Zo maken we zonne-energie ineens bereikbaar voor iedereen. Juist ook voor mensen die geen zonnepanelen op hun eigen dak kunnen plaatsen. Zoals François, die als jonge vader niet kon wachten om een duurzame stap te zetten. Samen met de Stichting 1miljoenwatt en FC Groningen hebben we het mogelijk gemaakt dat François toch kan investeren in zonne-energie. Dus krijgt hij nu twee eigen zonnepanelen. Eén voor z’n zoon. En één voor z’n dochter. Zo zetten we samen met François weer een stap richting een écht duurzaam Nederland. Bekijk het verhaal van François op Essent.nl/duurzaam.
Weer een stapje dichter bij écht duurzaam. Zonne-energie
Essent levert.
08601380 Essent Adv 250x335 zonnep.indd 1 Adv.indd 2
14-11-13 10:07 03-12-13 15:53
redactioneel
colofon
Rolmodel
jaargang 2 nr. 47 7 tot 21 december Een uitgave van 360 international media Prinseneiland 24 B II 1013 LR Amsterdam 360magazine.nl 360nl @360nl hoofdredactie Katrien Gottlieb uitgever Margreet Nanning eindredactie Pieter van den Blink medewerkers Lambiek Berends, Laura Weeda courrier international Dalila Bounekta, Raymond Clarinard, Antoine Laporte vertaling Jos den Bekker, Peter Bergsma, Paul Bruijn, Valentijn van Dijk, Tineke Funhoff, Rogier Goetze, Nicolette Hoekmeijer, Frank Lekens, Willem Offenberg, Harriët Peteri, Astrid Staartjes, Martinette Susijn, Tess Visser, Annemie de Vries, Marten de Vries, Dirk Zijlstra correctie Rogier Goetze creative direction Dog and Pony, Amsterdam art direction Uriël Nieuwenburg, Thomas Wansing productiebegeleiding Hans Snitslaar beeldredactie Nicole Robbers webredactie Marie-José Klaver copywriter Jaap Toorenaar advertentieverkoop Antoinette Vrisekoop
[email protected] tel: 06 53124469
360 – Amsterdam Het blad waarvan u net een pagina hebt omgeslagen wil u graag feliciteren. Omdat u ons nu leest. En de abonnees van het eerste uur willen we graag feliciteren, omdat wij dankzij u twee jaar zijn geworden. In die twee jaar hebben we de wereld ongeveer 360 keer voorbij zien komen, uit alle windhoeken en in vele gedaanten. We zagen haar in de diepste spelonken van droefenis en destructie, maar ook de enorme reikwijdte van haar flexibiliteit en de vindingrijkheid van haar onderdanen. En dat was nog maar het begin. Als nieuweling op het toneel naast oude en deskundige rotten in het vak, hebben we onszelf met van alles vergeleken. Vreemd genoeg is het steeds de olifant van Toon Tellegen die langzaam om de hoek komt sloffen (ook al zijn we eerder de mier). ‘Bomen’, schreef de olifant, ‘ik ben nu uit jullie allemaal wel eens gevallen en uit sommigen van jullie wel tien keer. Ik ben helemaal blauw en langzamerhand ook één grote buil. (…) Zouden jullie niet eens uit mij kunnen vallen? Zou dat niet eerlijk zijn?’ Het is misschien een krakkemikkig bruggetje, maar wat wij als teken van adolescente volwassenheid verwelkomen, zijn bijvoorbeeld de samenwerkingsverbanden die ons regelmatig worden aangeboden, door organisaties maar ook door particulieren.
Dat wij in deze editie een dossier wijden aan de laureaten van het Prins Claus Fonds – cadeau van de regering (1997) voor prins Claus, om cultuur en ontwikkeling te bevorderen – is een voorstel van Willem Offenberg, voormalig correspondent in Afrika, India, China, Hongkong en Taiwan, schrijver en – hoe kan het ook anders met zo veel kennis – mediaconsultant. Een rolmodel dus, iemand aan wie je je kunt spiegelen. En dat is precies (weer een bruggetje) de functie van alle elf prijswinnaars die unaniem aantonen dat kunst geen luxe is. Het zijn allemaal kunstenaars die eigenzinnig de samenleving opschudden en voor de troepen uitlopen. Hun gevecht is heroïsch, maar in hun vaderland nauwelijks gewaardeerd. In het gunstigste geval ondervinden ze spaarzaam begrip bij een kleine oppositionele minderheid. Soms belanden ze in de gevangenis, zoals de dichter Ahmed Fouad Negm, die een week voor de prijsuitreiking van de Grote Prins Claus Prijs op 84-jarige leeftijd overleed. Of wordt hun werk verboden of verdonkeremaand. Maar in ons land worden ze geëerd en ondersteund. Mag ons land dan in ieder geval daarmee een bescheiden voorbeeldfunctie bekleden? Katrien Gottlieb
[email protected]
download de mediakit op www.360magazine.nl/adverteren marketing Krista Rosendahl controller Arthur van der Meeren druk Roularta Printing, Roeselare 360 wordt gedrukt op PEFC-papier, afkomstig uit duurzaam bosbeheer partners ANP, BNR Nieuwsradio, NRC Media, VPRO, Cartoon Movement, Getty Images, Hollandse Hoogte, Nyenrode Business Universiteit license partner Courrier international, Groupe Le Monde, Paris
Wereldburger bent u tegenwoordig voor nog geen tientje per maand
beeld voorpagina © Lu Guang abonnementen* € 9,95 p/mnd in Nederland en België Wijziging abonnement www.360magazine.nl/klantenservice *Alle abonnementen continueren automatisch en gelden tot wederopzegging, tenzij anders vermeld. Prijswijzigingen voorbehouden. Cadeauabonnementen eindigen automatisch. Voor bedrijfsabonnementen gelden speciale tarieven. 360 verschijnt tweewekelijks. Oplage: 25.000
verspreiding Nederland: Aldipress | België: AMP
missie Nieuws uit het buitenland is iets anders dan nieuws over het buitenland. We hebben niet de pretentie dat het wereldnieuws zich elke twee weken laat samenvatten, wel de ambitie relevante, originele en mooie verhalen bereikbaar te maken voor een Nederlandstalig publiek.
360 magazine biedt elke twee weken het beste uit de internationale pers. Wilt u kennismaken met 360? Dat kan. Voor het eerste kwartaal betaalt u tijdelijk slechts 18 euro. Daarna 9,95 per maand (maandelijks opzegbaar).
Ga nu naar 360magazine.nl
Redactioneel.indd 3
03-12-13 17:57
MET BON UIT HET AD VAN 19,95 VOOR
17,95
HET AD NIEUWSJAARBOEK NU IN DE WINKEL. De hoogte- en dieptepunten van 2013 overzichtelijk verzameld in een bijna 400 pagina’s tellend jaarboek. Ook te bestellen via www.AD.nl/webwinkel
AD_Nieuwsjaarboek_360Mag.indd 1 Adv.indd 4
26-11-2013 15:30:46 03-12-13 15:54
inhoud 6 Wereldnieuws
Actuele gebeurtenissen wereldwijd, in woord, beeld en citaat.
8 Controverse in Zwitserland
Het voorstel om maximale salarisverschillen tussen werknemer en baas bij wet vast te leggen levert een fel debat op.
9 Bronnen
360 haalt de beste journalistiek uit alle windstreken. De bronnen van dit nummer samengebracht en toegelicht.
10 Dossier: Het rolmodel
Kunst is geen luxe. Dat maken de door het Prins Claus Fonds gelauwerde kunstenaars als geen ander duidelijk. Stuk voor stuk geven zij vorm aan bekommernissen en verlangens van het volk.
de continenten 26 Geopolitiek getouwtrek
europa | Woede en teleurstelling over de mislukte onderhandelingen tussen Oekraïne en de Europese Unie, na grote druk van gasleverancier Rusland.
33 Breaking Bad in Argentinië
amerika’s | Een halve ton cocaïne per maand produceren kan een familie net zo goed als het kartel.
35 China zoekt evenwicht
azië | Er is meer ruimte voor de markt, maar de politieke macht ligt bij de partij. Hervormingen sorteren daardoor weinig of geen effect. Een analyse uit dagblad Shun Po.
36 Altijd de zondebok
midden-oosten | De Saoedi’s lijken te vergeten dat hun economie voor een groot deel draait op de inzet van buitenlandse arbeidskrachten.
37 Het zwarte gat van Afrika
afrika | De Centraal-Afrikaanse Republiek staat bekend als het zwarte gat van Afrika: een instabiel, corrupt en straatarm land. Na de omverwerping van het regime van Bozizé balanceert het land langs de afgrond van een humanitaire crisis.
horizon 38 Bezeten van nestroof
Het is een misdrijf om op grote schaal eieren van zeldzame vogelsoorten te verzamelen. Op het netwerk van volwassen en daaraan verslaafde mannen wordt inmiddels een heuse klopjacht ingezet.
46 Bollywood verwelkomt Byomkesh Bakshi Byomkesh Bakshi is het bekendste personage van de populaire Indiase schrijver Sharadindu Bandyopadhyay (1899-1970). Na 32 boeken en een televisieserie worden zijn avonturen nu ook succesvol verfi lmd.
Inhoud.indd 5
03-12-13 17:41
wereldnieuws kroatië
Zuid-Afrika
Verenigd Koninkrijk
Jeanne d’Arc in Kroatië
De opkomst was minder dan 40 procent, en daardoor slaagde een kwart van het Kroatische electoraat er op 1 december in bij referendum de grondwet zodanig te wijzigen dat het verbod op het homohuwelijk daar voortaan in verankerd ligt. De grote figuur achter deze uitslag is Zeljka Markic, bijgenaamd ‘de Kroatische Jeanne d’Arc’, voorvrouw van de conservatieve katholieke groepering ‘In naam van het gezin’. ‘Markic, politiek voorheen onbeduidend, heeft zich met dit resultaat opgeworpen als de ster van rechts Kroatië’, schrijft de krant Jutarnji List. ‘Ze bedient zich daarbij van de methoden van de rijzende sterren van extreem-rechts in Europa. Strenggelovig als zij zich voordoet, schaamt zij zich er toch niet voor profijtelijk zaken te doen via een van haar ondernemingen, die zich bezighoudt met de controle op de anticonceptiepil. Dankzij haar familiebanden met de kerkelijke overheid heeft zij op zeer schappelijke voorwaarden een stuk grond weten te bemachtigen waarop ze, zonder toestemming van het plaatselijk bestuur, een luxe villa heeft laten bouwen. Met haar Jeanne d’Arc-maniertjes heeft ze het nu ook voor elkaar gekregen dat de Kroatische samenleving gepolariseerd en gedesintegreerd is geraakt.’
© Getty
Het einde van de kater
zich het buitenverblijf Emoya: een luxehotel annex conferentiecentrum met een aangrenzend natuurgebied en alle mogelijke comfort. Met één bijzonderheid. À raison van 60 euro per nacht, het maandsalaris van een Zuid-Afrikaanse dienstbode, kan men er desgewenst verblijven in een sloppenwijk, een shantytown. Maar wel met vloerverwarming en wifi, uiteraard. De nieuwssite Africa is a country ergert zich daaraan. ‘Niemand droomt ervan te moeten leven in een krot. Niemand. Maar het is wel de realiteit voor miljoenen Zuid-Afrikanen.’ Volgens de eigenaar van Emoya is deze speciale attractie weer eens wat anders voor bruiloften en partijen, onder het motto: ‘De ervaring van uw leven!’
David Nutt, farmacoloog, gespecialiseerd in psychofarmaca, was ooit adviseur van de Britse regering op het gebied van verdovende middelen. In 2009 werd hij de laan uitgestuurd nadat hij had gezegd dat alcohol veel gevaarlijker is dan heel wat drugs. Nu heeft hij met zijn medewerkers aan het Imperial College in Londen iets uitgedokterd dat het fameuze ‘houten petje’ voorgoed naar het verleden verwijst: een drankje dat dezelfde effecten heeft als alcohol, maar niet verslavend is. Bovendien kan een pilletje de effecten desgewenst weer opheffen. In The Daily Telegraph vraagt hij de overheid om ‘mijn uitvinding aan te prijzen’. Het product is al zo ver ontwikkeld dat het binnen twee jaar op de markt kan worden gebracht. Hij heeft het zelf getest. ‘Ik voelde me heerlijk ontspannen en lekker dronken. Na een uurtje nam ik het pilletje en een paar minuten later gaf ik al weer college.’
Argentinië
thailand
Getekende vrouwen
Patstelling in Bangkok
© Bidonville
Sloppenwijk als attractie | In de buurt van Bloemfontein (Zuid-Afrika) bevindt
Dit is Sofía, een van de vrouwen die door borstkanker zijn getroffen en hebben geposeerd voor de Argentijnse fotograaf Néstor Díaz. De fotograaf noemde zijn serie Viví. Mujeres con presente. Het portret van Sofía maakt deel uit van de zestig foto’s die door de National Portrait Gallery in Londen (St. Martin’s Place) zijn geselecteerd voor de jaarlijkse Taylor Wessing Photographic Portrait Prize (te zien tot 9 februari). In de Argentijnse krant Clarín zegt de fotograaf: ‘Sofía, zoals alle geportretteerde vrouwen in de serie, opent ons de ogen voor haar omstandigheden, voor haar angsten, haar fantasieën en haar strijd.’
© Néstor Díaz
De aanhoudende betogingen in de Thaise hoofdstad Bangkok tegen de regering van Yingluck Shinawatra, volgens de oppositie geleid door haar broer, lijken tot een patstelling te hebben geleid. Het doel van de onofficiële leider van de oppositie, Suthep Thaugsuban, om een ‘volksvergadering’ te vormen die rechtstreeks onder de koning zou functioneren, wordt door de krant The Nation ‘een verzwakking van het fundament van de Thaise democratie’ genoemd. The Bangkok Post meent dat ontbinding van het parlement ‘als veiligheidsklep kan dienen eer het tot een explosie komt’.
wat zij zeggen
John McCain
Riad Salamé
Joseph Paul Franklin
Abdul Aziz al-Sheikh
Amerikaans senator
Gouverneur Bank van Libanon
Amerikaans seriemoordenaar
Grootmoefti Saoedi-Arabië
Slechte beurt: ‘John Kerry is een goede vriend, maar in de zaak-Iran treedt hij op als een sloopkogel.’ De voormalige kandidaat-president is niet helemaal content met zijn vriend. Fox News, New York
Zetfoutje: ‘Bij mijn bank kent men in elk geval perfect Frans.’ Op in GrootBrittannië gedrukte Libanese bankbiljetten staat ‘independence’ in plaats van ‘indépendance’. L’Orient-Le Jour, Beiroet
Niet zo nauw: ‘Ja, zo ongeveer.’ De strijder voor de blanke overheersing in de VS heeft 22 mensen gedood, of wellicht eentje meer of minder. CNN, Atlanta
Volhardend: ‘Asiel verlenen aan clandestiene buitenlanders is een teken van zwakheid.’ Hij spuwt op mensen die illegalen verborgen tijdens de recente jacht op hen. Arabian Business, Dubai
pagina 6 nr. 47 7 tot 21 december 2013
Wereldnieuws.indd 6
03-12-13 17:51
wereldnieuws Duitsland
Mandela’s engel
Culinaire graffiti
Gedurende het verblijf van Nelson Mandela in het Mediclinic Heart Hospital in Pretoria week zijn echtgenote, Graça Machel, nauwelijks van zijn zijde. De buitenwereld veronderstelde dat zij in het ziekenhuis een kamer naast de zijne had, maar ze bleek in een stoel naast het ziekbed van ‘Madiba’ te slapen. Machel, de vrouw van wijlen president Samora Machel van Mozambique, trouwde in 1998 met de eerste zwarte president van Zuid-Afrika. Volgens emeritus-aartsbisschop Desmond Tutu kent haar toewijding geen grenzen. ‘De Zuid-Afrikanen staan enorm in het krijt bij Graça voor de vreugde die zij Nelson Mandela heeft bezorgd sinds hun huwelijk. Niet alleen heeft zij hem geluk geschonken, ze heeft zich ook altijd ingezet om de familie bijeen te houden.’ Tutu benadrukte ook haar gratie. ‘Ze is een gracieuze echtgenoot, een gracieuze feministe en een gracieus mens.’ Zelda la Grange, jarenlang secretaresse van de oud-president, beaamt in de City Press alle lof over Machel. ‘Madiba wil haar altijd bij zich in de buurt hebben. Zij is een bron van emotionele stabiliteit voor hem, maar ook voor velen van ons uit zijn naaste omgeving.’ Een van Mandela’s oudste vrienden, Denis Goldberg, die in 1964 met hem in het Rivona-proces terechtstond, zegt over een bezoek dat hij aan Mandela bracht in het ziekenhuis: ‘Toen ik tegen hem begon te praten, opende Nelson zijn ogen. “Hij praat tegen je, hij antwoordt”, zei Graça. “Hij kan alleen zijn lippen niet bewegen.” Dat kwam door al die slangetjes in zijn neus en mond. Na tien minuten stuurde ze me de kamer uit. “Zo is het wel genoeg”, zei ze.’
In Keulen heeft een graffitikunstenaar er zijn missie van gemaakt de reclameborden van fastfoodketens te voorzien van instructieve teksten als ‘Risotto: 1 kopje rijst, 300 gram kalfsvlees, 1 courgette, 2 wortelen, 1 rode paprika, 1 ui, zout, peper, kerrie.’ Volgens de Deutsche Welle hebben we hier te maken met ‘een pleidooi voor de echte keuken en tegen het voedsel dat wordt geproduceerd door de voedselmultinationals’. De socioloog Peter Glassen, geciteerd door het radiostation, ziet vooral de positieve kant van deze graffiti: ‘Het is een aansporing om zich te concentreren op wat wezenlijk is in deze roerige tijden: de gemeenschapszin, de momenten om te delen, het samenzijn en het goede leven rond het aanrecht en het fornuis.’
Frankrijk De terugkeer van DSK
Zijn rol in de politiek is uitgespeeld, zijn kans op een officiële functie voorgoed verkeken en zijn huwelijk voorbij. Maar verder maakt de diep gezonken oud-directeur van het IMF, Dominique Strauss-Kahn, het goed. Hij heeft zich in het lezingencircuit gestort, de veilige haven voor wel meer verongelukte politici. En volgens Le Nouvel Observateur levert dat hem twee miljoen per jaar op. Bovendien is hij adviseur van de Servische regering, verstrekt raad aan de regering van Zuid-Soedan en is commissaris van twee Russische banken. En sinds september leidt hij met de Franse zakenbankier Thierry Leyne de nieuwe investeringsmaatschappij Leyne, Strauss-Kahn & Partners, ofwel LSK, gevestigd in Luxemburg.
© Schot – Courrier international
wat zij vinden
Vitaly Klitschko
John Le Carré
Marcin Korolec
Ban Ki-moon
Wereldkampioen boksen (zwaargewicht)
Brits schrijver van spionageromans
Pools oud-minister van Milieu
Secretaris-generaal VN
Niet op de knieën te krijgen: ‘Wij zullen van Oekraïne een Europees land maken.’ Hij is van plan als Oekraïens politicus de Russische president Vladimir Poetin knock-out te slaan. ICTV, Kiev
Kennersblik: ‘Hij verdient een lintje en zijn vrijheid.’ Over Edward Snowden, die volgens Le Carré ‘een beslissing heeft genomen die de rest van zijn leven beslist’. Der Spiegel, Hamburg
Toch tevreden: ‘We hebben in elk geval de weg gewezen naar een akkoord in Parijs in 2015.’ Maar de resultaten van de recente milieutop in Polen waren niet hoopgevend. Gazeta Wyborcza, Warschau
Ongeduldig: ‘De burgeroorlog in Syrië heeft nu wel lang genoeg geduurd.’ De leider van de VN wil alle partijen aan de onderhandelingstafel in Genève. L’Orient-Le Jour, Beiroet
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 7
Wereldnieuws.indd 7
03-12-13 17:51
controverse in zwitserland
Salarisverschillen bij wet vastleggen: een goed idee? Op 24 november spraken de Zwitsers zich in een referendum uit tegen het voorstel van de Jonge Socialisten om in de wet vast te leggen dat een werknemer van een bedrijf in een jaar nooit minder zou mogen verdienen dan zijn baas in een maand. Dit ‘Initiatief 1:12’ haalde het niet, maar had wel een verhit debat tot gevolg. Ik haat die sommetjes van die krentenwegers! © Chappatte
Dessin deChappatte paru dansLe Temps, Genève.
Le Temps – Genève
Vigousse – Lausanne
Het ‘Initiatief 1:12’ van de Jonge Socialisten representeert in beginsel noch een sympathieke, noch een banale utopie. De achterliggende gedachte is dezelfde als die achter het succesvolle ‘Initiatief-Minder’, dat in een referendum op 3 maart 2013 wel werd aangenomen. Het nieuwe initiatief ‘tegen overmatige beloningen’ is bedoeld om het Zwitserse parlement te laten stemmen over de salariëring van directies en raden van bestuur van Zwitserse ondernemingen. Het wil voortaan voorkomen dat een kleine minderheid een salaris ontvangt dat door de gemeenschap als ‘onfatsoenlijk’ of ‘onbillijk’ wordt beschouwd. Dit alles in naam van een discutabel moreel argument. Voor de eerste keer in de wereldgeschiedenis zou de bevolking beslissen dat ‘rijk’ zijn of een hoog inkomen ontvangen onwettig is. Dat is vanuit filosofisch oogpunt absurd en uiterst schokkend, en een fundamentele aanslag op de individuele vrijheid en het recht op ondernemen dat door de grondwet wordt gegarandeerd. Het ‘Initiatief 1:12’ is een illusie, zoals ook het minimumloon dat in sommige landen is ingevoerd de armoede en ongelijkheid niet heeft kunnen bestrijden. Het zal de opmerkelijke solidariteit in het Zwitserse stelsel van sociale zekerheid ondermijnen. Om met het federale parlementslid Hans-Peter Tschudi te spreken: ‘De rijken hebben de AVS [de Zwitserse AOW] niet nodig, maar de AVS heeft de rijken wél nodig.’ Bovendien zullen de multinationals hun directiezetels ongetwijfeld naar het buitenland verplaatsen en zal Zwitserland niet langer profiteren van de indirecte revenuen van hun hoofdvestigingen. In zuiver sociale termen zal ‘1:12’ voor de middenklasse een fiscaal schot in eigen doel betekenen. Het idee dat een beperking van de hoge inkomens ten goede komt aan de lage inkomens, is in werkelijkheid naïef en onjuist. Het tegendeel zal zelfs het geval zijn. Empirische studies tonen aan dat lage salarissen vooral in het midden- en kleinbedrijf voorkomen en zeer zelden bij grote concerns, die voor het merendeel hooggekwalificeerde werknemers en weinig lage inkomens kennen. Het ‘Initiatief 1:12’ heeft eigenlijk maar één bijkomend voordeel. Het zet ons aan het denken over inkomensverschillen die, als ze al te zeer toenemen, schadelijk zijn voor de sociale cohesie, en de grondslagen ondermijnen van een democratie die tot doel heeft de zwaksten te beschermen. Het antwoord van de initiatiefnemers hierop is onjuist en contraproductief. Belastingen, opleiding en gerichte maatregelen bieden een veel belangrijker en beter toegespitst arsenaal aan mogelijkheden om de maatschappelijke veranderingen te begeleiden. We moeten het ‘Initiatief 1:12’ streng afkeuren, omdat het sommigen wil straffen om de frustratie van anderen beter te kunnen beteugelen. Daarmee beantwoordt het aan de criteria van een populistische campagne, die zowel extreem-links als extreemrechts voert voor zijn eigen voortbestaan. Gisteren de buitenlanders, morgen de ‘rijken’? Pierre Veya
Wanneer de kanonnen van stal worden gehaald om op een mug te schieten, is de nood aan de man. Die indruk krijg je een beetje als je de tegenstanders van het ‘Initiatief 1:12’ hoort. Zie de genuanceerde uitlating van Jean-Claude Biver, directeur van horlogefabrikant Hublot: ‘Dit is de Sovjet-Unie!’ De horlogemaker heeft duidelijk geen hoge pet op van de ideeën van de Jonge Socialisten, die aan de wieg van dit initiatief staan. Hij deelt de mening van de huidige hoofdredacteur van het dagblad Le Temps, die met instemming de volgende uitspraak van het voormalige parlementslid Hans-Peter Tschudi citeert: ‘De rijken hebben de AVS niet nodig, maar de AVS heeft de rijken wél nodig.’ En die besluit met de woorden: ‘Dit initiatief beantwoordt aan de criteria van een populistische campagne, die zowel extreem-links als extreem-rechts voert voor zijn eigen voortbestaan. Gisteren de buitenlanders, morgen de “rijken”?’ Arme rijken, uitgebuit en zwartgemaakt als ordinaire asielzoekers. Gezegd moet worden dat de grote bazen niets ondernemen om het populistische complot van die vreselijke linkse lieden te verijdelen. Met zijn gouden handdruk van 60 miljoen euro, getoucheerd toen hij opstapte als directeur van Novartis, was Daniel Vasella de directe aanleiding voor het ‘Initiatief-Minder’. Momenteel lijken de salarissen van de grote bazen van [biotechnologisch bedrijf] Roche (261 keer het salaris van de laagst betaalden in de onderneming), Nestlé (238 keer) en [energie- en automatiseringsbedrijf] ABB (225 keer) de discussie over rechtvaardiger beloningen te legitimeren. Een ernstige misvatting: als het initiatief ongelukkigerwijs zou worden aangenomen, zal de apocalyps een feit zijn. Wanneer het geschut van de tegenstanders er niet in zou slagen de roep om een eerlijker verdeling van inkomsten het zwijgen op te leggen, heeft de USAM, de Zwitserse organisatie voor het midden- en kleinbedrijf, gelukkig nog wel een andere oplossing: de ondernemingen kunnen hun activiteiten in twee of meerdere vennootschappen opsplitsen, volgens het principe van de matroesjka’s. Dan krijgen we Nestlé Schoonmaak, Nestlé Handel en Nestlé Onderzoek en Ontwikkeling, et cetera, met in elk poppetje het geoorloofde salarisverschil van 1:12. De president-directeur van alle Nestlés tezamen zal dan nog altijd 238 keer zo veel blijven verdienen als de ondergeschikte van Nestlé Schoonmaak. Ingenieus, fatsoenlijk, en keurig in overeenstemming met de wens van de voorstanders van ‘1:12’. Maar als je een wet probeert te omzeilen die nog niet eens is aangenomen, dan moet je toch wel behoorlijk in de rats zitten, nietwaar? Jean-Luc Wenger
TEGEN
Pierre Veya studeerde bedrijfseconomie en was achtereenvolgens hoofdredacteur van het financiële dagblad L’Agefi en van Le Temps.
VOOR
Jean-Luc Wenger werkt als redacteur voor Vigousse, waarvoor hij dit stuk als editorial schreef. Tijdens de beurskrach van 1987 werkte hij in Zürich voor de destijds grootste bank ter wereld: Citicorp.
pagina 8 nr. 47 7 tot 21 december 2013
Controverse.indd 8
03-12-13 18:31
bronnen 360 selecteert nieuws en achtergrondverhalen uit vrijwel ieder land ter wereld. De artikelen in dit nummer komen onder meer uit de volgende kranten, tijdschriften en websites.
The Caravan
India, maandblad, oplage 20.000
The Caravan werd in 1940 opgericht als India’s eerste tijdschrift, en het verkondigt met trots nog altijd het enige van het land te zijn dat zich aan de verhalende journalistiek wijdt. Het blad kenmerkt zich door verhalen over de meest uiteenlopende onderwerpen, van kunst en politiek tot reizen, uitgebreide kleurrijke fotoreportages en bombastische maar stijlvolle covers. The Caravan is nadrukkelijk niet gericht op het nieuws van de dag, maar beroept zich juist op
maandenlang onderzoek en lange artikelen van vaak lokaal populaire auteurs, die met hun bijdragen geregeld in de prijzen vallen. Een van de hoofdredacteurs noemde The Caravan ‘een redactioneel succes, niet zozeer een zakelijk succes’. In 1988 werd het omgedoopt tot Alive, maar sinds 2010 is het weer terug onder de oorspronkelijke naam. In dat jaar trad ook de Amerikaanse journalist en factchecker Jonathan Shainin van de The New Yorker toe tot de redactie. Cultuur p. 46
Le Temps
Nafas Art Magazine
Izvestia
Opgericht in 1998, voortgekomen uit een fusie van Nouveau Quotidien, Journal de Genève en Gazette de Lausanne, rechts van het midden, populair bij leidinggevenden, krant voor Franstalige Zwitsers.
Heette voorheen Contemporary Art from the Islamic World, maar die naam werd te stigmatiserend bevonden. Hoewel het tijdschrift zich wijdt aan kunst uit de islamitische wereld – zowel van kunstenaars uit islamitische landen zelf als van kunstenaars die op een andere manier door het geloof beïnvloed zijn – stelt de redactie nadrukkelijk dat Nafas niet over zogenaamde ‘islamitische kunst’ gaat: het is een van haar doelen om clichématige beelden over de islam te doorbreken.
Populaire Russische krant, die de enorme financiële crisis in de jaren negentig beter doorstond dan de grote concurrent Pravda. Afgestoten journalisten uit die tijd richtten tezamen de Novyé Izvestia op, de ‘Nieuwe Izvestia’. De krant staat bekend om zijn sterke cartoons door vaak grote (lokale) namen, en een goed zakenkatern.
Zwitserland, dagblad, oplage 49.000
Controverse p. 8
Vigousse
Zwitserland, weekblad, oplage 10.000
Le petit satirique romand, zoals het blad zichzelf omschrijft, bestaat deze maand vier jaar. Het wil een andere kijk geven op Zwitsers nieuws, met een overheersend komische inslag en een relatief jong team. Controverse p. 8
Duitsland, universes-in-universe.org/eng/nafas
Dossier p. 16
The Sunday Times
Ver. Koninkrijk, zondagskrant, oplage 1.300.000
Chinahush
VS, www.chinahush.com
Chinahush werd opgericht door ‘Key’, een van oorsprong Chinese journalist die naar de VS emigreerde. Hij vond de verslaggeving over China in de westerse media niet toereikend, en streeft ernaar een betere kijk te bieden op de Chinese maatschappij en cultuur, met ‘een buitenlandse blik van binnenuit’. Dossier p. 12
The New York Times VS, dagblad, oplage 1.160.000
De krant der kranten. ‘The Grey Lady’ won meer journalistieke prijzen dan enig ander medium. Het motto ‘All the news that’s fit to print’ wordt sinds 1896 bewaakt door de familie Ochs Sulzberger. De gedrukte oplage is onder de 1 miljoen gedaald, maar de website trekt meer dan 30 miljoen bezoekers per maand. Dossier p. 14
Zondagse kwaliteitskrant, in 1864 opgericht en in 1981 opgekocht door mediamagnaat Rupert Murdoch, die o.a. ook The Times bezit. Staat bekend om zijn goede research, vele bijlagen en bijdragen van populaire auteurs. Schotland en Ierland kennen een eigen editie. Dossier p. 18
Magazine Ciel Variable
Canada, cielvariable.ca
In Montréal gevestigd Frans- en Engelstalig tijdschrift over kunst, fotografie, media en cultuur, voorzien van uitvoerige portfolio’s, diepgravende essays en een breed overzicht van tentoonstellingen en andere culturele evenementen. Op de site zijn alle nummers van 1987 tot nu te bekijken. Dossier p. 22
IQ The Economist
Litouwen, dagblad, oplage 10.000
Al-Jazeera
Qatar, www.al-jazeera.com
Onderdeel van het Qatarese medianetwerk dat vanuit Doha 250 miljoen huishoudens in 130 landen bedient. Dossier p. 15
Bronnen.indd 9
Een samenwerking tussen het Litouwse IQ en het Britse weekblad The Economist, opgericht in 2010. Bevat zowel vertaalde als originele artikelen, van commentaar voorzien door de Litouwse redactie. Europa p. 27
Rusland, dagblad, oplage 250.000
Europa p. 28
Timpul
Moldavië, dagblad, oplage 47.000 ‘De tijd’ werd in 2003 opgericht door
Constantin Tanase, een gerenommeerde Moldavische journalist. Het dagblad gaat prat op zijn liberale, anticommunistische en onafhankelijke positie in de media. Wordt gelezen door Roemeens sprekenden in Roemenië en Moldavië, en door Moldaviërs in het buitenland. Op de site zijn naast een selectie van het nieuws diverse links naar filmpjes, foto’s en radiofragmenten te vinden. Europa p. 29
Rzeczpospolita
Polen, dagblad, oplage 93.920
De ‘Republiek’ is de derde Poolse krant met deze naam. Werd in 1982 opgericht als overheidskrant die als spreekbuis van de regering moest fungeren, maar werd na afloop van de communistische periode onafhankelijk. De liberaal-conservatieve inhoud wordt gedomineerd door zakelijk en financieel nieuws, maar het wekelijkse culturele supplement is tevens van grote kwaliteit. Europa p. 30
Ukrainskyi Tyzhden
Oekraïne, weekblad, oplage 30.700 Europa p. 31
Café Fuerte
VS, cafefuerte.com
Spaanstalig blog dat wordt beheerd vanuit Miami, en waarop schrijvers en journalisten hun ongezouten mening geven over het dagelijks leven in Cuba.
La Nación
Argentinië, dagblad, oplage 185.000
Conservatieve, in 1870 door de toenmalige president opgerichte krant die altijd heeft vastgehouden aan hetzelfde format en dus ietwat verouderd overkomt. Desondanks een van de meest gelezen kranten van het land, en de eerste die ook digitaal nieuws aanbood. Amerika’s p. 33
Shun Po
Hongkong, dagblad, oplage 65.000
Liberale krant met als Engelse ondertitel Hong Kong Economic Journal. De enige krant in het Chinees die zich kan meten met de Financial Times of The Wall Street Journal. Azië p. 35
Al-Monitor
VS, www.al-monitor.com
Website die is opgericht door Jamal Daniel en zijn basis heeft in Washington DC. Nieuws en analyses uit het Midden-Oosten in zowel eigenhandige als vertaalde artikelen. Werkt samen met de grootste nieuwsorganisaties in het Midden-Oosten. Midden-Oosten p. 36
Think Africa Press
Verenigd Koninkrijk, thinkafricapress.com
Onlinetijdschrift, opgericht in 2011 met als doel dieper in te gaan op het nieuws van het Afrikaanse continent dan over het algemeen in het Westen wordt gedaan. Biedt rapportages en analyses van vooraanstaande Afrikaanse intellectuelen over alle onderwerpen die je maar kunt bedenken. Afrika p. 37
The New Yorker
VS, weekblad, oplage 1.043.000 Horizon p. 38
Amerika’s p. 32
03-12-13 18:28
dossier
prins claus laureaten
Deze familie met vijf kinderen tussen de 2 en 9 jaar emigreerde naar Binnen-Mongolië op zoek naar werk in het Heilonggui Industrial District, 2005. – © Lu Guang
pagina 10 nr. 47 7 tot 21 december 2013
DO_PBF.indd 10
09-12-13 12:19
prins claus laureaten
dossier
Het rolmodel bekroond Onbevreesd Woensdag 11 december wordt de Grote Prins Claus Prijs postuum uitgereikt, aan de vorige week overleden Egyptische volksdichter Ahmed Fouad Negm. De tien andere aanwezige laureaten krijgen hun prijs in eigen land uitgereikt. Zonder uitzondering willen deze prijswinnaars verandering teweegbrengen en taboes doorbreken. Soms lopen ze ver voor de massa uit. Allemaal bekleden ze een voorbeeldfunctie en schudden ze de samenleving op. Bijvoorbeeld door zijn poëzie in te zetten (Negm) voor een rechtvaardiger samenleving. Of door de liefde tussen mensen van gelijk geslacht te verbeelden (Activiste en fotograaf Zanele Muholi). Ze wijzen de overheid op kortzichtig en immoreel handelen (Fotograaf Lu Guang). Of maken middels hun beeldende kunst vrouwenrechten in het islamitische Pakistan bespreekbaar (Naiza Khan). Buiten hun landsgrenzen dwingen ze respect en bewondering af. Wie zijn zij volgens de buitenlandse pers?
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 11
DO_PBF.indd 11
09-12-13 12:19
dossier
prins claus laureaten
De rauwe onderlaag van de Chinese samenleving De tijd dringt voor fotograaf Lu Guang (Yongkang, 1961). Eén mensenleven is niet genoeg om de dramatische gevolgen van de industrialisatie te laten zien. Door aangrijpende getuigenissen van menselijke tragedies en verwoeste landschappen zichtbaar te maken, slaagt Guang erin om maatregelen bij de autoriteiten af te dwingen.
Chinahush – Guangzhou
‘M
et behulp van de media, internet en door middel van tentoonstellingen wil ik bij nog meer mensen de waarheid over China’s milieuvervuiling onder de aandacht brengen. Ik hoop plaatselijke en regionale bestuurders en ondernemers te choqueren. Om hen te overtuigen van hun kortzichtigheid. Door de jaren heen ben ik gaan beseffen hoe hachelijk en fragiel de toestand is geworden van deze ene aarde die we met zijn allen delen. Iedere bewoner van deze planeet heeft de verplichting haar te helpen beschermen. Als particulieren en bedrijven industrieel afval en huisvuil in rivieren, meren en in zee blijven storten, komt er een dag waarop de aarde deze last niet langer aankan.’ Dit is een citaat van de Chinese fotograaf Lu Guang. Zijn artistieke en scherpzinnige kunstwerken leggen urgente kwesties bloot. Hij toont de rauwe onderlaag van de samenleving, de kant van China die de wereld gewoonlijk niet te zien krijgt. Hoe komen zijn foto’s tot stand? Wat steekt erachter? En: hoe te leven met vervuiling?
Waar komt het geld voor je project vandaan? ‘Het is mijn eigen spaargeld. Ik verdien zo’n 500.000 yuan [ongeveer 60.000 euro] per jaar en ik vind dat genoeg. Anderen hebben aan een miljoen nog niet genoeg en willen steeds meer verdienen. Ik denk er anders over, ik verkies eenvoudig te leven. Gisteren bijvoorbeeld had ik het vliegtuig kunnen nemen. Dat kost 690 yuan. Maar de trein kost maar 210 yuan voor de hele nacht. Uiteraard neem ik dan de trein, want ik wil zo veel mogelijk geld opzij leggen voor mijn projecten. Ik slaap ook in de goedkoopste hotels.’
Hoe vind je de lokaties voor je foto’s? ‘Meestal komt die informatie van vrienden en bekenden.’ Er zijn zo veel vervuilde plekken, hoe kies je ze uit? ‘Door voortdurend te reizen en te werken. Overal waar ik kom, zijn er mensen die me helpen. We wisselen telefoonnummers uit. Als er iets in hun regio gebeurt, bellen ze me gelijk en kom ik onmiddellijk.’ Je eet en slaapt bij dorpelingen, hoe reageren die? ‘Als je over vervuiling begint, raken ze direct aan de praat. Ze vertellen je bijvoorbeeld over de rivier de Hong die door hun streek loopt. “Twintig jaar geleden was die nog schoon, vissen alom, we zwommen in de rivier en we gebruikten het water om de graanvelden te irrigeren. Dat kan nu niet langer. Jarenlang praten met de regering heeft geen steek geholpen”, hoor je dan.’
Vervuilers nemen de levensbedreigende verontreiniging voor lief. De economische ontwikkeling is blijkbaar van groter belang? ‘Feit is dat de economische ontwikkeling alleen maar ellende heeft gebracht. Ooit hadden de boeren vruchtbare grond. In de jaren zeventig zijn er uitstekende faciliteiten voor irrigatie aangelegd. Maar daarna kwam de vervuiling en kon dit water niet meer voor de gewassen worden gebruikt. Jaren later blijkt het aanleggen van installaties die water moeten conserveren verspilde energie. Het grondwater is zwaar vervuild. De mensen worden ziek van het drinkwater. Omdat ze afhankelijk zijn van bronnen, van rivier- en grondwater dat in watertorens is opgeslagen. Ik heb de bevolking van dorpen drie, vier kilometer verderop ondervraagd, buiten de stroom van de Hong. Ik vroeg of er kanker voorkwam. Niet meer dan één of twee gevallen per jaar, heel weinig dus. Maar
‘Bij de grens van de Ningxiaprovincie met BinnenMongolië zag ik een grote schoorsteen die gouden rook de blauwe lucht in blies, grote delen van het grasland waren verworden tot industriële stortplaats, een ondraaglijke stank deed de mensen naar adem happen, een steeds grotere hoeveelheid industrieel afvalwater stroomde de Gele Rivier in…’ (Lu Guang) – © Lu Guang
in het dorp aan de rivier komen tientallen gevallen per jaar voor. Het verschil is overduidelijk, in hetzelfde district.’ Hoe verklaart het dorpshoofd bij de rivier de vervuiling in zijn dorp? ‘Het probleem ligt verder stroomopwaarts, waar riolen in de rivier uitkomen en vuilnis wordt gedumpt. Dat was het geval bij het dorp Zhang Yu Zhangde aan de Hong. Het dorpshoofd voelde zich hulpeloos, herhaalde malen rapporteerde hij de vervuiling aan de regionale en provinciale overheden. Het probleem is nooit opgelost. Ook de gemeente ondernam geen actie. Het probleem lag niet bij hen, maar bij een gemeente in de buurt. Of bij de stad verderop langs de stroom waar vuil gedumpt werd. Ze konden niets uitrichten.’ En de regionale overheid? ‘Die is inert en verdoofd. Wat er gebeurt, is dat veel jongeren de regio ontvluchten om er nooit meer terug te
Ooit hadden de boeren vruchtbare grond
De rioolzuiveringsinstallatie van de provincie Jiangsu was verantwoordelijk voor het inzamelen en verwerken van industrieel afvalwater. Maar ze bedachten een andere oplossing: het uiteinde van het rioolpijp werd verplaatst naar 1500 meter verderop, onder de Yangtzerivier, alwaar het bedrijf het verontreinigde water de rivier in liet stromen (juni 2011). – © Lu Guang
pagina 12 nr. 47 7 tot 21 december 2013
DO_PBF.indd 12
09-12-13 12:19
dossier
prins claus laureaten
komen. De dorpelingen zelf kunnen het milieu niet beschermen. Zij zijn de dupe, ze drinken elke dag smerig drinkwater. Ze hebben geen keus, ze kunnen zich geen mineraalwater veroorloven, zoals de rijken.’ Wat is de ware oorzaak van de vervuiling? ‘Het feit dat de zakenwereld, bedrijven en managers, almaar meer winst wil maken. Ze hebben geen moraal en vernietigen het milieu. Ze gaan voor de winst en dat is het.’ Is het ook omdat het gewone volk het recht ontbeert om op gelijke voet te onderhandelen? ‘Tegen wie moet je praten? Laten ze je aan het woord? Weet je wel hoe ze tegen boeren aankijken? Ze kijken op landbouwers neer. Die zijn straatarm. Als je naar de frontlinie trekt, zie je ze lijden in armoede. Hun stem telt niet, het recht van spreken is voorbehouden aan de rijken, niet aan de boeren.’
Komt er ooit een oplossing? ‘Als China werkelijk de vervuiling wil oplossen, hangt dat niet af van die paar mensen bij de milieubeschermingsdienst. Ik geloof persoonlijk dat het een zaak is van de wet. Overeenkomstig China’s milieuwetgeving is de maximale boete 500.000 yuan, zonder criminele aansprakelijkheid. Maar wat betekent zo’n bedragje voor een bedrijf met een miljoenenomzet? Het heeft geen nut om alleen die boete op te leggen. De wetgeving is te zwak, je kunt bedrijven beboeten zo veel je wilt, maar het helpt geen zier. Striktere wetgeving en naleving zijn noodzakelijk om het bedrijfsleven aansprakelijk te stellen. De milieudienst en het openbaar toezicht maken weinig klaar zolang de vervuiler niet in de beklaagdenbank belandt en berecht wordt.’ Geloof je dat jouw foto’s iets uitmaken? ‘Wat betreft de impact van mijn werk: ik voel het niet op het moment dat ik mijn foto’s maak. Helemaal niet. Het
zijn de media die het verschil kunnen maken. Wanneer ik mijn foto’s schiet, volg ik mijn eigen idee om zo goed mogelijke afbeeldingen te maken, zodat meer mensen de waarheid onder ogen krijgen. Als je het hebt over impact, dan komt dat omdat bloggers op internet bezorgd raken over de milieuverontreiniging in China. Dat laat zien hoe bezorgd de bevolking is. De milieukwestie raakt het leven van iedereen, de aarde behoort ons immers allen toe.’ Ben jij nu de eerst aangewezene om de vervuiling in dorpen aan de kaak te stellen? ‘Mijn informatie gaat als een lopend vuurtje. Mensen bellen me voor gegevens, ik bel hen. Waar dan ook. Maar ik wil je wel zeggen dat de vervuiling die ik vastleg maar een klein deeltje uitmaakt van een heel groot probleem in China. Ik heb nog heel wat werk te verrichten. Tot dusver heb ik de verontreiniging van drie zwaar vervuilde rivieren gedocumenteerd, de Huai, de
Yangtze en de Gele Rivier. Maar er zijn nog veel meer smerige rivieren waar ik nog niet ben geweest, zoals de Hai, de Liao, de Songhua en de Parelrivier. Wat één mens kan uitrichten is maar beperkt, en de tijd dringt.’
In 2004 en 2011 werd het werk van Lu Guang onderscheiden door World Press Photo.
e hebben geen moraal Z en vernietigen het milieu
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 13
DO_PBF.indd 13
09-12-13 12:19
dossier
prins claus laureaten
‘Ik huil om Egypte’ De dichter Ahmed Fouad
Wie zijn zij en wie zijn wij?
Negm was in Egypte een volksheld. Het waren tijdens de revolutie van 2011 vaak zíjn liederen die werden gezongen en zijn woorden die als graffiti op de muren stonden. Hij overleed vorige week, acht dagen voordat hij uit handen van prins Constantijn de Grote Prins Claus Prijs (100.000 euro) zou krijgen. Negm werd 84 jaar. The New York Times – New York
‘D
it is mijn schatje’, zegt Ahmed Fouad Negm, en hij kust zachtjes het uitgedroogde kopje van een dode schildpad, geeft een teder klopje op het schild en zet het beest voorzichtig neer. Negm staat op het dak van het flatgebouw waar hij woont, hoog boven de uitgestrekte, chaotische, smerige, met vuilnis bezaaide wijk Mokkatam van Caïro, waar hij zichzelf zonder plichtplegingen voorstelt als een man die van een schildpad hield. ‘Hulde aan de gekken / In deze domme wereld.’ De woorden zijn zorgvuldig met gele verf op de muur geschilderd, vlak achter de schildpad. Het zijn Negms woorden, de woorden van een dichter die altijd scherpe kritiek op de machthebbers heeft geuit en die achttien van zijn 83 jaar in de gevangenis heeft doorgebracht, voornamelijk omdat de leiders van Egypte zijn woorden niet op prijs stelden.
Pijlen
Dit is echt Negm: een kus, een opmerking, wat poëzie. Negm (spreek uit: negum) is een van de populairste dichters van Egypte, en dat is hij al veertig jaar. Hij wordt beschouwd als de eerste dichter die in Egyptische spreektaal schrijft en hij richt zijn pijlen op al die hoogge-
plaatsten – van Gamal Abdel Nasser [de inmiddels overleden tweede president van Egypte] tot Gamal Mubarak [de zoon van de recentere ex-president] – die hij ervoor verantwoordelijk houdt dat dit eens zo grote land nu verstrikt is geraakt in armoede en onverschilligheid, zoals het stinkende tafereel onder zijn platte dak laat zien. ‘Proficiat voor onze bruidegom’, schreef hij in een bekend gedicht over het huwelijk van Gamal Mubarak met een vrouw die bijna twintig jaar jonger is dan hij. ‘U van rijkdom en roem voor wie wij allemaal erfenis zijn / Wees vrolijk, wees blij / Ons kan het niets schelen!’ Negm is min of meer een volksheld in Egypte, en is populair gebleven. De veranderingen op straat hebben zijn minachting voor de heersers alleen maar versterkt. Hun onwettige bestuur, zegt hij, heeft de Egyptische identiteit minder duidelijk gemaakt, zodat die nu sterker wordt bepaald door religie.
Zijn minachting voor de heersers is alleen maar versterkt
‘Ons land is altijd geregeerd door farao’s, maar in het verleden waren die eerbaar’, zegt Negm, en daarmee begint hij over een van zijn favoriete onderwerpen. Hij toont zijn minachting voor de machthebbers en verwoordt een diep verlangen naar rechtvaardigheid. Daarom blijft hij populair, blijven zijn boeken verkopen en is onlangs zelfs het geliefde toneelstuk De koning is de koning weer opgevoerd, waarin zijn poëzie klinkt.
Wie zijn zij en wie zijn wij? Zij zijn de prinsen en de sultans Zij zijn de rijken met de macht En wij zijn de armen en berooiden Denk na, raad eens... Raad eens wie wie regeert? Wie zijn zij en wie zijn wij? Wij zijn de bouwers, wij zijn de werkers Wij zijn Al-Sunna, wij zijn Al-Fard Wij zijn de mensen, lang en breed Van onze gezondheid groeit het land Ons zweet geeft de akkers hun groen Denk na, raad eens... Raad eens wie wie dient? Wie zijn zij en wie zijn wij? Zij zijn de prinsen en de sultans Zij zijn de villa’s en de auto’s En de uitgekozen vrouwen Consumerende beesten Zij hoeven zich alleen maar vol te stoppen Denk na, raad eens Raad eens wie wie eet? Wie zijn zij en wie zijn wij? Wij zijn de oorlog, met stenen en vuur Wij zijn het leger dat het land bevrijdt Wij zijn de martelaars Verslagen of succesvol Denk na, raad eens... Raad eens wie wie vermoordt? Wie zijn zij en wie zijn wij? Zij zijn de prinsen en de sultans Zij zijn de beelden bij de muziek Zij zijn de mannen van de politiek Natuurlijk, met lege hersenen Maar met mooie, kleurrijke beelden Denk na, raad eens... Raad eens wie wie verraadt? Wie zijn zij en wie zijn wij? Zij zijn de prinsen en de sultans Zij dragen de laatste mode Wij delen met zeven één kamer Zij eten rund en kip En wij alleen maar bonen Zij reizen per privévliegtuig Wij per propvolle bus Hun leven is fijn en vol bloemen Zij zijn één soort, wij een andere Denk na, raad eens... Raad eens wie wie zal verslaan? Ahmed Fouad Negm
pagina 14 nr. 47 7 tot 21 december 2013
DO_PBF.indd 14
09-12-13 12:19
dossier
prins claus laureaten
‘Ons land is altijd geregeerd door farao’s, maar in het verleden waren die eerbaar’
Lachend, met een Merit Ultra Light in de mond, is hij de gammele houten ladder op geklommen, door een smal luik naar het platte dak van de huurflat waar hij woont. Hij rookt graag. Hij vloekt graag. Hij maakt trots grapjes over het feit dat hij zes keer getrouwd is geweest, dat zijn huidige vrouw pas dertig is en zijn jongste dochter Zeinab, die elf is, zich niet hoeft te houden aan de strenge religieuze regels die het afgelopen jaar in zijn land wijdverbreid zijn geraakt.
Vrij
‘Ik ben vrij’, zegt Negm, terwijl zijn zich op het hoofd krabt met lange, keurig verzorgde nagels. ‘Ik ben voor niemand bang, omdat ik van niemand iets nodig heb.‘ En dan kijkt hij vanuit zijn uitkijkpost op het dak naar een berg rottend afval beneden, waarin kinderen, honden en ezels elkaar verdringen om iets eetbaars te vinden, en hij weeklaagt over wat er van Egypte geworden is. ‘Dit is Egypte niet’, zegt hij. ‘Ik huil om Egypte.’ Om dan weer terug te keren naar luchtigheid. ‘Koffie!’ brult hij over de dakrand naar de stoep zes verdiepingen lager. ‘Breng oom Ahmed eens een kop thee’, roept hij
Ahmed Fouad Negm – © 2013 Ahmed Manawishi
met de hese stem van de kettingroker. Zo kennen de mensen hem. Oom Ahmed. Hij heeft geen officiële opleiding. Als jonge man in Caïro werd hij zelfs tot gevangenisstraf veroordeeld wegens diefstal en oplichting. Maar juist daar, achter de tralies, vond deze tengere man met zijn smalle gezicht en grote neus zijn stem. In 1959 publiceerde hij Beelden van leven en gevangenschap, een verzameling gedichten die hij in de gevangenis had geschreven. Een paar jaar later, toen hij weer vrij was, ging hij samenwerken met een blinde zanger van traditionele liederen, Sheik Imam Essa, en samen ontwikkelden ze een bijtend satirisch
repertoire dat hun grote nationale bekendheid opleverde maar ook de vijandschap van het staatshoofd. ‘De staat Egypte is ten onder gegaan aan leugens’, schreef Negm na de Arabische nederlaag tegen Israël in 1967. ‘En de mensen zijn in de war / Maar alles is oké, zolang onze verdomde meesters blij zijn / Vanwege de dichters die hun maag vullen met gedichten / Lovende gedichten die zelfs verraders tevredenstellen / Met Gods wil zullen zij het land verwoesten.’ Egypte probeerde het pan-Arabisch nationalisme onder Nasser. Het probeerde vrede met Israël onder Sadat. Beiden stuurden Negm naar de gevangenis, omdat hij de spot dreef met hun
leiderschap. Mubarak, die de extreme daden van zijn voorgangers vermeed, heeft Negm nooit gevangengezet, maar ook hem is de minachting van de dichter niet bespaard gebleven. Negm vindt het heerlijk om tegendraads, sarcastisch en hopeloos politiek incorrect te zijn.
Geen heersers maar honden
‘Het zijn geen heersers, het zijn honden’, zegt hij over de Arabische staatshoofden. ‘Ik daag al onze koningen en leiders uit om zich vijf minuten zonder hun bewakers op straat te wagen.’ Een paar tellen later wordt hij bijna uit zijn plastic stoel geblazen als uit vier luidspre-
OP ZOEK NAAR EEN STEM IN DE REVOLUTIE Als telg uit een gezin met zeventien kinderen groeide Ahmed Fouad Negm op in een weeshuis, en hij kwam al op jonge leeftijd in de gevangenis terecht wegens oplichting. Hij moest drie jaar zitten en in die tijd begon hij gedichten te schrijven in de straattaal van de gewone Egyptenaren, waarbij hij typische arbeidersgrapjes vermengde met de harde werkelijkheid van de onderdrukking. Gevangenen begonnen bandrecorders naar zijn cel te smokkelen om illegale opnamen te maken van zijn nieuwste gedichten, en zijn bewakers, die het ook niet breed hadden, hielpen bij het doorgeven van
de gedichten. Hij werd een working class hero en zijn geschriften werden steeds politieker. Toen hij onder president Anwar Sadat tot elf jaar cel werd veroordeeld vanwege een gedicht dat de spot dreef met diens televisietoespraken, verwierf hij roem in de ondergrondse circuits van het hele Midden-Oosten. Meer dan dertig jaar later kwamen zijn gedichten opnieuw tot leven op het Tahrirplein – dit keer gezongen als protest tegen Hosni Mubarak en de Opperste Raad van de Strijdkrachten: ‘De dappere mannen zijn dapper / De lafaards zijn laf / Kom met de dapperen / Samen op het plein’.
Toch heeft hij moeite een stem te vinden in een land dat wordt overspoeld door religiositeit. Veel Egyptenaren vinden dat hij te ver gaat. ‘Laat me dit zeggen,’ vertelt Negm. �Ik heb in de gevangenis veel Moslimbroeders ontmoet. Soms bood ik ze aan om voor te gaan in het gebed. Als zij dan nog met hun hoofd op de vloer lagen, liep ik weg en dan bleven ze daar urenlang liggen piekeren: is dit toegestaan? Of niet? Hoe moeten zij een rijk land als Egypte leiden? De armen van Egypte zijn geniaal, onderschat ze niet.’ May Abdalla, Al-Jazeera sept. 2012 (samengevat)
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 15
DO_PBF.indd 15
09-12-13 12:19
dossier kers op een naburig dak de oproep tot het gebed schalt. Meteen doet hij alsof hij naar de bron van het lawaai spuwt en maakt grappen over de zingende imam. ‘Van zijn vrouw mag hij thuis niets zeggen, dus probeert hij op ons indruk te maken met zijn luide stem’, zegt hij. ‘Daarna gaat hij uit stelen.’ Het wordt allemaal grappend gezegd, en meestal volgt er een uitsmijter of een dubbelzinnigheid waar je om moet lachen. Hij is per slot oom Ahmed, met zijn sjofele kleren, zijn kleine, overbevolkte flatje in een klein, overbevolkt buurtje. Waar je zijn huis vindt? Vraag er gewoon naar op de markt. Iedereen weet het. Voorbij de vrouw die met een oude lap de vliegen van een bak kaas wappert. Voorbij het kind dat vis roostert voor de verkoop. Naar het derde flatgebouw, vijf trappen op en dan de linkerdeur. Maak een afspraak, en misschien zal hij zich daaraan houden. Misschien ook niet. ‘Egypte is een kaars die is overspoeld door de rivier’, zegt hij op de vraag of Egypte nog steeds het wetenschappelijke en culturele centrum van de Arabische wereld is, en zo niet, waarom dan niet. ‘Als de wereld donker is, komt Egypte uit de rivier tevoorschijn en verlicht de wereld.’ Maar tot zijn wanhoop brandt het licht dat hij Egypte noemt in ieder geval op dit moment niet helder. ‘De mensen daar beneden zijn geen Egyptenaren’, zegt hij. ‘Het zijn onderdrukte mensen.’ Michael Slackman
‘Van zijn vrouw mag hij thuis niets zeggen’
prins claus laureaten
Lingerie en middeleeuwse kuisheidsgordels Nafas Art Magazine – Berlijn
In de miljoenenstad Karachi is de cultuur van de massa door kunstenaars aangegrepen als inspiratiebron. In deze stroming is ook Naiza Khan te plaatsen, die de bevolking via kunstwerken wil confronteren met spanningen in het dagelijks leven. Bijvoorbeeld de spanningen rond het vrouwelijk lichaam.
M
et een geschat aantal inwoners van 21 miljoen is de Pakistaanse stad Karachi een van de dichtstbevolkte steden ter wereld. Chaos en commercie bestaan er naast elkaar, evenals armoede en welvaart. In de jaren negentig werd de volkscultuur van Pakistan erkend als lokale en niet-elitaire traditie. Kunstenaars onderzochten de cultuur van de massa, zoals die in de straten van Karachi te vinden was. Het werk van kunstenares Naiza Khan is hier rechtstreeks aan gekoppeld. Door kunstwerken uit de beslotenheid van de galerie te halen, heeft Khan ‘contemporaine’ kunst een nieuw kader en een plaatselijk karakter gegeven. Naiza Khan werkt al meer dan twintig jaar in Karachi als kunstenares, docent, curator en kunstactivist. Ze was oprichter en tevens jarenlang coördinator van het collectief Vasl (Urdu voor ‘ontmoetingsplek’), dat inmiddels al ruim tien jaar lokale en internationale programma’s voor kunstenaars organiseert en is uitgegroeid tot een belangrijk platform voor Pakistaanse kunst. Daarnaast gaf Khan jarenlang les aan de afdeling beeldende kunst van de Indus Valley School of Art and Architecture in Karachi. Ze nam veelvuldig deel aan internationale tentoonstellingen, waaronder de Biënnale van
Spine van Naiza Khan: ‘Het gebruik van kleding in mijn werk begon als een manier om de emotionele inhoud van een lichaam te onderzoeken. (...) Spine bijvoorbeeld draagt grote tegenstellingen in zich: het is tegelijkertijd flirterig en onderdrukkend.’ – © Naiza Khan
Shanghai van 2012. In 2010 was Khan curator van de alom geprezen tentoonstelling The Rising Tide: New Directions in Art from Pakistan 1990-2010 in het Mohatta Palace Museum in Karachi.
Henna Hands
Iets meer dan tien jaar geleden begon Khan zich te concentreren op het vrouwelijk lichaam, dat ze als een metafoor beschouwt van culturele, sociale en persoonlijke onderdrukking. Van groot
belang hierbij is haar serie Henna Hands (2000-2003). Het beschilderen van handen met henna is een wijdverbreid gebruik op het Zuid-Aziatisch subcontinent. In 2000 maakte Khan een compositie van een vrouwenlichaam, opgebouwd uit hennahanden, door hennapasta direct op de galeriemuren aan te brengen, in eerste instantie met behulp van stencils. Wat volgde was een succesvol project waarbij de kunstenares, als reactie op de geringe aanwezigheid van vrouwen
pagina 16 nr. 47 7 tot 21 december 2013
DO_PBF.indd 16
09-12-13 12:19
dossier
prins claus laureaten
in de openbare ruimte, het lef had de muren van openbare gebouwen te beschilderen met dergelijke uit hennahanden samengestelde vrouwenfiguren. In stadsdelen waar de lagere middenklasse woonde, ontstond een ongebruikelijke confrontatie tussen deze kunstwerken en de wijkbewoners, en ze werden daarmee – al was het maar voor even – een onderdeel van het dagelijkse leven van de massa. De spanningen rond het vrouwelijk lichaam bleven nog een aantal jaren in het centrum van haar belangstelling staan. Khan maakte werken op papier waarin ze zaken als lingerie, middeleeuwse kuisheidsgordels, korsetten en dwangbuizen naast elkaar plaatste, en ging daarmee lijnrecht in tegen de verwachtingen waarmee vooral kunstenaars in de islamitische wereld worden geconfronteerd. De kale weergave, zonder lieflijke plantenmotieven, verleende de voorwerpen een welhaast fetisj-achtig karakter.
Manora Archive
De serie Heavenly Ornaments (20052008) kwam direct voort uit dit werk. De kunstenaar vatte de ontwikkeling van haar beelden als volgt samen: ‘De ideeën ontwikkelden zich via mijn tekeningen, totdat ze naar mijn gevoel op objecten begonnen te lijken.
Kunst moet putten uit het verleden en uit de ethische vraagstukken van nu
Ik kreeg zin om afgietsels van lichamen te maken in gips en papier. Daar maakte ik vervolgens latex mallen van (…) en uiteindelijk begon ik met metaal te werken.’ (Interview, 2005) Naiza Khans belangstelling in het onderzoeken en observeren van de openbare en stedelijke ruimte begon met Henna Hands en bracht haar uiteindelijk, via een aantal tussenfasen, naar Manora, een eiland voor de kust van Karachi. Khans interesse in dit kleine eiland met zijn 14.000 inwoners gaat verder dan haar eerdere artistieke engagement met de sociale omgeving. Tijdens haar zoektocht naar de beste manier om de geschiedenis van deze plaats te belichten, maakte ze een serie werken die niet alleen tekeningen,
Drijvende gevangenissen, 2010. Zeefdruk, aquarel and grafiet. – © Naiza Khan
aquarellen, zeefdrukken en computerprints omvatte, maar ook beeldhouwwerken en foto-, video- en geluidsdocumenten. Delen van het Manora Archive, zoals de kunstenaar haar langlopende project heeft genoemd, waren in 2012 op de Biënnale van Shanghai te zien. Vanaf het eiland Manora beschouwt de
kunstenares de situatie in een explosief groeiende regio die zwaar te lijden heeft onder geopolitieke conflicten. Zoals veel schrijvers het – heen en weer geslingerd tussen haat en liefde – er niet over eens konden worden of de miljoenenstad Karachi de prachtigste dan wel de treurigste plek op aarde genoemd moest worden, zo probeert
ook Naiza Khan de talloze metaforen van de stad te vangen. Uit de complexe manier waarop ze geschiedenis en moderniteit benadert, spreekt haar grote toewijding aan het idee dat kunst zowel moet putten uit het verleden als uit de ethische vraagstukken van het hier en nu. Simone Wille
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 17
DO_PBF.indd 17
09-12-13 12:19
dossier
prins claus laureaten
Het visuele activisme van Zanele Muholi Zanele Muholi (Umlazi, 1972) verbeeldt in haar werk de worstelingen van zwarte lesbiennes in Zuid-Afrika. Niet zelden vinden zij de dood door verkrachtingen die ‘corrigerend’ bedoeld zouden zijn.
The Sunday Times – Londen
V
oordat je zelfs maar enig idee hebt waar Zanele Muholi’s expositie met zestig zwartwitfoto’s van zwarte lesbische en transseksuele vrouwen en mannen over gaat, maken twee aspecten van de onderwerpen al een onuitwisbare indruk. Als eerste hun blik. Die is voor ieder van hen hetzelfde: een zachtmoedige, kalme, strakke blik. Een zelfbewust gevoel van eigenheid. Er is geen verlegenheid of een bedeesd terugtrekken voor de lens, elk paar ogen is confronterend, uitdagend, zonder agressief te zijn. Het tweede aspect is hun schoonheid, die fascinerend is, maar ook anachronistisch, in een sociale context waarin mensen zoals zij al eeuwen worden gemeden omdat ze afwijkend zouden zijn. Muholi is naast fotografe namelijk ook voorvechtster van de rechten van
zwarte lesbiennes. Ze kent de achtergrond van deze modellen. Dit zijn net zo goed portretten van de binnenkant als van de buitenkant. Komt het door de combinatie van deze beelden – en de projectie op de muur van de prijswinnende film Difficult Love – dat dit een van de meest verbazingwekkende en ontroerende exposities is van in ieder geval de afgelopen tien jaar? ‘Lesbiennes zijn vrouwen’, zegt de journaliste Gail Smith in de film. ‘Het is hun verantwoordelijkheid om de maatschappij te veranderen, want ze worden door de maatschappij gediscrimineerd.’ De film stelt vragen: Wat betekent het om vrouw te zijn? Gaat het om menstruatie? Gaat het om de kleding die je draagt? Gaat om hoe je beweegt? Gaat het om hoe je lichaam eruitziet of wat erin zit? Gaat het om wie je liefhebt?
Dit zijn net zo goed portretten van de binnenkant als van de buitenkant
CARLA FERNÁNDEZ (MEXICO) Modeontwerpster Carla Fernández (1973) gebruikt de weelderige kleuren, patronen en motieven van de Mexicaanse klederdracht als inspiratiebron. Ze blaast de textieltraditie van Indiaanse minderheden nieuw leven in met haar mobiele ontwerpatelier en workshop Taller Flora. ‘We zijn een groep idealisten’, zegt ze, ‘we willen onze modellen repliceren. Onze creaties worden niet alleen gewaardeerd door de dragers, maar ook voor de makers is het een bron van inspiratie. We maken traditie weer relevant.’ Fernández studeerde cultuurgeschiedenis en heeft onderzoek gedaan naar het conserveren van de Mexicaanse cultuur. Ze werkt nauw samen met handweverijen, borduursters en makers van garnituren om hun eeuwenoude technieken en processen te documenteren en voor het nageslacht te bewaren − het op natuurlijke wijze verven
van stoffen, het tot in detail reproduceren van borduurwerk met unieke geometrische vormen en patronen, tot aan het plooien en zomen toe. Duurzaamheid en eenvoud zijn bij het maken van haar prêt-a-porter kernbegrippen. Haar collecties zijn getoond in Londen, San Francisco, Japan, Los Angeles, Colombia en Mexico. Haar ontwerpen staan aangeprijsd in modebladen als Vogue, Elle en In Fashion. De British Council sponsorde een film over haar werk. Ook schreef ze het handboek The Barefoot Designer. Wie draagt haar kleren? Fernández: ‘Dat is iemand die eenentwintigste-eeuwse elegantie aanvoelt en zich bewust is van de kwetsbaarheid van onze planeet. Iemand die er niet alleen goed wil uitzien, maar ook houdt van de warmte en abstractie van organische stoffen, en van eenvoud die jaren meegaat.’
pagina 18 nr. 47 7 tot 21 december 2013
DO_PBF.indd 18
09-12-13 12:19
prins claus laureaten
dossier
LiTer II, 2012, Zanele Muholi. – © Stevenson, Kaapstad en Johannesburg
TEATER GARASI (INDONESIË) Teater Garasi/Garasi Performance Institute (Jogjakarta, 1993) probeert al twintig jaar lang de visie van Indonesië op theater te moderniseren. Daarvoor worden elementen aangegrepen uit de lokale cultuur, maar ook historische gebeurtenissen en het straatleven vormen een inspiratiebron. Bovendien komt het hele scala aan culturen in Indonesië − van moslims, hindoes en christenen − aan bod, om zo het heterogene karakter van de Indonesische samenleving te symboliseren. Balinese dans wordt bijvoorbeeld gecombineerd met klassieke dansvormen uit Jogja, traditionele maskerdansen en martial arts. Ensceneringen van Endgame (Samuel Beckett ) en Les Paravents (Jean Genet) maakten Indonesiërs bekend met het absurdistisch theater.
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 19
DO_PBF.indd 19
09-12-13 12:19
dossier
Ontroerend verslag
Het is een zeer intelligent, geraffineerd en tegelijkertijd ontroerend verslag van de worstelingen van zwarte lesbiennes in Zuid-Afrika, dat met strenge redactionele hand een taboe ontleedt en de boodschap uitdraagt dat lesbiennes niet alleen vrouwen zijn, maar nog menselijke wezens ook. Als kind van een moeder die haar hele volwassen leven – 42 jaar lang – als contractarbeidster huishoudelijk werk deed, een kind dat opgroeide in Umlazi, in KwaZulu-Natal, had Muholi geen besef van het concept ‘museum’. Maar toen ze ouder werd kwam ze erachter dat haar seksualiteit niet paste binnen de normen van de maatschappij, en realiseerde ze zich dat ‘we geteisterd door de overheersende heteroseksualiteit opgroeiden’. Haar creativiteit bood de mogelijkheid om uiting te geven aan dit gevoel. Volgens Muhali wordt schoonheid niet bereikt door ‘harder je best te doen’. ‘Het gaat gewoon om het zijn. Levens zijn realiteiten. We moeten ons goed door onze betrokkenheid bij de wereld heen zien te slaan.’ Door het werk schemeren hypocrisie en tegenstrijdigheden in sociale waarden, doordat ze vermengd zijn met een postapartheidbewustzijn. Het behandelt algemene principes door te focussen op specifieke verhalen. Maar tegen deze achtergrond van een wereld waarin mensen met seksuele
prins claus laureaten
voorkeuren die afwijken van de heteroseksuele norm zichzelf prijzen, verleent een onheilspellende trend Muholi’s project politieke scherpte. Sinds juni vorig jaar zijn de als ‘corrigerend’ of ‘genezend’ bekend geraakte verkrachtingen van lesbiennes in de townships dramatisch in aantal toegenomen, en deze hadden vaak de gewelddadige dood van de slachtoffers tot gevolg. Op de poster voor de serie Faces and Phases, die onlangs werd geëxposeerd op de dOCUMENTA 13 in Kassel, staan witte, lege plekken tussen de afbeeldingen. ‘Dit zijn de vrouwen die het niet hebben gehaald – degenen die zijn gestorven als gevolg van geweldsdelicten’, zegt Muholi. ‘Mijn tocht van visueel activisme gaat over de zichtbaarheid van zwarte homo’s, het belang om onze visuele geschiedenissen in kaart te brengen en voor ons nageslacht te bewaren.’
Iemands dochter
Ze ziet deze expositie als work in progress, onderdeel van een groter project waarmee Muholi in 2006 is begonnen. ‘Dit project is mijn plicht als visueel geschiedkundige. Zo vertel ik mijn verhaal. In deze expositie word je gedwongen je met deze vrouwen bezig te houden. Sommigen wonen bij jou in de buurt. Misschien kijk je wel naar een collega of een van je studenten. Misschien zit je hulpverlener er wel tussen.’ Inderdaad, je zou ieder van hen zo op straat kunnen tegenkomen, maar misschien wend je dan je blik af. Ieder model heeft haar eigen verhaal. Ieder model is iemands dochter, iemands zus, iemands geliefde, iemands tante. Ze zijn niet zomaar iemand, ze zijn belangrijk. En daar kun je niet omheen. Robyn Sassen
Ayanda Mqakayi, Nyanga East (township), Kaapstad, 2011, Zanele Muholi. © Stevenson, Kaapstad en Johannesburg
Wat betekent het om vrouw te zijn? Gaat het om menstruatie? Gaat het om de kleding die je draagt?
IDRISSOU MORA-KPAÏ (BENIN) Idrissou Mora-Kpaï (1967) woonde in Algerije en Italië voordat hij naar Berlijn vertrok, waar hij amerikanistiek studeerde. In Duitsland bekwaamde hij zich tevens in het regisseren van films. In Keulen werd zijn eerste lange en persoonlijke documentaire, Si-Gueriki, la reinemère (Si-Gueriki, ‘The Queen Mother’, 2002) vertoond, die vele prijzen won. Mora-Kpaï gaat daarin terug naar zijn stam - de Wassangari - en zijn geboortegrond in het noorden van Benin, waar zijn moeder de koningin-moeder is. De Wassangari waren strijders wiens leven bepaald werd door strenge tradities. Vechten doen ze niet meer, maar hun patriarchale systeem bleef intact. Hij is verrast zijn moeder - als kind een vreemde voor hem - zo bevrijd te zien. Ondanks gebrek aan gelijkwaardigheid tussen man en vrouw, weten de vrouwen goed wat er te koop is in de rest van
de wereld. Een recentere film, Indochine. Sur les traces d’une mère (Indochina, Sporen van een moeder, 2010) gaat over de gevolgen van de Franse bezetting van Indochina. Mora-Kpaï interviewt de nabestaanden van Vietnamese vrouwen en Franse soldaten die naar het front zijn gestuurd. Kinderen werden met geweld van hun moeder gescheiden en naar Afrika verscheept, samen met hun vader of als wees. De diepe psychologische schade en identiteitsconflicten blijven bij de huidige generatie voelbaar. Mora-Kpaï wordt gelauwerd om zijn documentairetechnieken en de variatie die hij daarin gebruikt, zijn verfijnde esthetiek en zijn vermogen kwetsbaarheid en waardigheid te tonen. Met zijn rigoureuze spitwerk
pagina 20 nr. 47 7 tot 21 december 2013
DO_PBF.indd 20
09-12-13 12:23
prins claus laureaten
dossier
Miss Lesbian I. Amsterdam, 2009, Zanele Muholi. – © Stevenson, Kaapstad en Johannesburg
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 21
DO_PBF.indd 21
09-12-13 12:23
dossier
prins claus laureaten
Het onvermogen om met onszelf te leven Magazine Ciel Variable – Montréal
In het conceptuele werk van Oscar Muñoz (Popayán, 1951) overheersen twee thema’s: de vergankelijkheid van het bestaan en de gewelddadige Colombiaanse oorlogen. Hij werkt onder het motto dat elke hernieuwde poging om de dodelijke onverschilligheid te bestrijden lonender is dan geweeklaag.
W
e leven in een tijd van verdwijningen, een tijd van verlies en verandering, gemarkeerd door massale vernietiging en ecosystemen die ophouden te bestaan. Deze ingrijpende, sinistere, planetaire transformaties herinneren ons eraan dat onze eigen daden nauw verbonden zijn met de zichtbare wereld. Maar dit snelle uiteenvallen heeft als voornaamste gevolg gehad dat we zijn verlamd door vrees en afgrijzen. Hoe moeten we er een betekenis aan geven? Oscar Muñoz is een kunstenaar die consequent heeft geprobeerd de wrangheid van deze realiteit te doorgronden door Colombia’s gewelddadige burgeroorlog en zijn verdwijningen op een allegorische manier over te brengen. Muñoz werd geboren in de stad Popayán in het zuidwesten van Colombia. Hij studeerde beeldende kunsten in de naburige stad Cali, in de tijd dat fotografie er nog niet onderwezen werd. Wel maakte hij toen al foto’s van archi-
‘De poëtische waarde van een werk kan een individu potentieel veranderen’
tectonische interieurs. Drie decennia lang heeft hij de fotografie als uitgangspunt genomen om conceptuele werken te maken die enigszins verwant zijn aan de processen van leven en dood, door materialen als water en kolenstof te gebruiken en door de toepassing van methoden van vergruizing, reductie, constructie en destructie. In de jaren negentig, op het hoogtepunt van het buitengewoon gewelddadige conflict tussen de Colombiaanse staat en beruchte drugskartels, besloot Muñoz Ambulatorio (Ambulant, 19941995) te maken, dat hij situeerde op verschillende locaties, beginnend met een straat in Cali. Het ontwerp, minimalistisch van stijl maar rijk aan betekenis, is een immense, sombere, zwart-witluchtfoto van de stad Cali – een verbazingwekkend beeld, temeer omdat het bedekt is met versplinterd veiligheidsglas waar de voorbijgangers overheen lopen.
Glassplinters
Zo gaf hij de conflicten in de stad weer in een gebroken beeld dat je een gevoel van grenzeloosheid bezorgt en tegelijkertijd de vraag opwerpt welke relatie er tussen de kijker en de gevoerde strijd in de stad zelf bestaat. De voetstappen van de kijker verbrijzelen het oppervlak steeds verder, tot er slechts kleine glassplinters in de scheuren van het
ALEJANDRO ZAMBRA (CHILI) Alejandro Zambra (1975) is dichter, schrijver van fictie en poëzie, docent en literair criticus. Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste Latijns-Amerikaanse auteurs van zijn generatie. Zijn debuutroman Bonsái, uit 2006, werd bekroond als beste boek van het jaar. Een krant noemde het ‘een soort aderlating in Chileense literatuur, het einde van een tijdperk, of het begin van een nieuw tijdperk’. Zijn minimalisme verbeeldt de dilemma’s van het dagelijks leven in Chili, een land dat is belast met een dictatoriaal verleden. ‘Ons land is een permanente crisisstaat die ons langzaamaan sterk heeft gemaakt. Nu we zelf geen kinderen meer zijn en ouders zijn geworden, raken we doordrongen van het besef dat die precaire onzekerheid onze kracht is.’ In 2007 verscheen zijn tweede novelle, La Vida Privada
de los Arboles (Het verborgen leven van bomen). Net als in Bonsái portretteert hij ook in dit boek de Chileense middenklasse van intellectuelen. Het literaire tijdschrift Granta plaatste Zambra op de lijst van 22 beste Spaanstalige schrijvers. In zijn persoonlijkste boek tot dusver, Formas de Volver a Casa (Manieren om naar huis terug te keren), dat in mei 2011 verscheen, beschrijft hij de gemengde gevoelens van zijn generatie, die opgroeide ná de dictatuur. Zambra: ‘Geschiedenis behoorde toe aan de anderen, wij rebelleerden tegen hun erfenis, of reageerden soms met gelatenheid. Het duurde lang voordat we beseften dat we onze eigen geschiedenis hebben en dat we dingen te melden hebben.’ In Nederland worden zijn boeken uitgegeven door Uitgeverij Karaat, Amsterdam.
pagina 22 nr. 47 7 tot 21 december 2013
DO_PBF.indd 22
09-12-13 12:26
dossier
prins claus laureaten
Línea del destino (‘Lotsbestemming’) / 2006 / video zonder geluid / 2 min. – © Oscar Muñoz
CHRISTOPHER COZIER (TRINIDAD) Wie aan Trinidad denkt, denkt aan cruiseschepen, carnaval en die typische swingende tongval. Misschien wel aan Nobelprijswinnaar V.S. Naipaul, die er is geboren. Weinigen kennen de voormalige Britse kolonie, onafhankelijk sinds 1962, als broedplaats voor kunst en talent. Het is het doel van Cristopher Cozier (54) om hier verandering te brengen: hij wil van Trinidad een internationale kunst-hub maken. ‘In mijn jeugd werd je voor gek verklaard als je kunstenaar wilde worden’, zegt de laureaat van het Prins Claus Fonds, die met zijn multimediale kunst een inspiratiebron vormt voor de hele regio. Zijn toekomstvisie is uit nood geboren, want in het plaatselijke museum is geen hedendaagse kunst te vinden. Daarom haalt hij beeldende kunstenaars naar Trinidad om er te werken en te discussiëren.
Of belegt hij seminars en workshops. Met zijn inbreng heeft hij de afgelopen 25 jaar in de regio de blik op kunst helpen verruimen. Niet alleen door uitwisselingen, exposities en het organiseren van multimediale evenementen, maar ook door experimentele musici een werkplek te verschaffen. Het mede door hem opgerichte kunst- en discussiecentrum Alice Yard is uitgegroeid tot een informele studio voor allerlei artiesten. Zowel in Washington, waar hij 36 kunstenaars uit 14 landen bijeenbracht, als bijvoorbeeld in Havana assisteerde hij als conservator. Hij organiseert exposities en zijn presentaties en werkcolleges in Engeland, Ecuador en Miami halen de media. ‘Waar het op aankomt’, zegt hij, ‘is te leren begrijpen wat kenmerkende kwaliteiten zijn van een kunstenaar die is opgegroeid in het Caribisch gebied.’
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 23
DO_PBF.indd 23
09-12-13 12:26
dossier
prins claus laureaten
Zijn onderwerpen zijn mensen uit overlijdensberichten
Narcisos (Narcissi) / 1995-2011 / houtskooltekening op water in wasbak / 50 cm. x 50 cm. x 10 cm. e/o – © Oscar Muñoz
plaveisel overblijven, als bewijs van de verbondenheid van alle dingen. Op deze manier kon Muñoz openlijk een politiek onderwerp behandelen. Zelf zei hij erover: ‘Ik vind het een mooi idee dat iets wat over het algemeen kortstondig functioneert, wat tijdelijk is, iets van het moment, toch een blijvende indruk kan maken die de feitelijke ervaring van het werk overstijgt. In dat opzicht kan het ons dieper raken dan een politieke dialoog. Door de poëtische waarde van een werk kan een individu potentieel veranderd worden.’ Narciso (2001-2002), vaak gepresenteerd als een video op één scherm, draagt bij aan een poëtische interpretatie van
Muñoz’ werk, maar introduceert ook een ander belangrijk aspect van zijn oeuvre: zijn vrijzinnige referenties aan mythologische liefde, dood, verwoesting en transformatie. De kunstenaar filmde een houtskooltekening van zijn eigen gezicht op het water in een wasbak. De tekening drijft op het wateroppervlak; samen met de schaduw ervan op de bodem van de wasbak weerspiegelt ze een tweevoudig beeld. Terwijl het water langzaam wegloopt, wordt het beeld almaar krachtiger wanneer het portret en zijn schaduw zich tijdelijk lijken te verenigen, waarna het beeld steeds verwrongener wordt. Deze evocatie van de mythe van
Narcissus is door veel kunstenaars gebruikt als een onderzoek naar het eigen ik of als een artistieke zelfreflectie, maar het lijkt of Muñoz heel goed beseft dat onze moderne, tragische zwakke plek niet het gebrek aan zelfkennis is, maar ons onvermogen om met onszelf of de omgeving samen te leven. Als gevolg daarvan treuren we over de onmogelijkheid om betrokken en meelevend te zijn.
Herhaling en strijd
Dat wordt duidelijk gemaakt in Muñoz’ werk Re/trato (2003), waarin het enige beeld een close-up is van de hand van
de kunstenaar die probeert met water een zelfportret vast te leggen op een door de zon verwarmde steen. Het portret van de kunstenaar zie je, als een vluchtige herinnering, nooit in zijn geheel en het is ook nooit precies hetzelfde. Met Re/trato als uitgangspunt presenteerde Muñoz zijn voortdurende exploratie van de herhaling en de strijd in het menselijk leven in Proyecto para un Memorial (Project voor een gedenkteken, 2005). De vijf synchroon lopende video’s laten de hand van de kunstenaar zien die van het ene scherm naar het volgende beweegt en daarop met snelle waterstreken op een warm trottoir portretten van mensen schildert. Zijn penseel herschept de beelden telkens weer, in een vergeefse poging om elk portret te voltooien voor het verdampt. Wie zijn die mensen die verdwijnen in het zonlicht? Zijn onderwerpen zijn geen politieke leiders of leden van vooraanstaande families, maar gewone mensen wier foto’s uit overlijdensberichten in kranten komen en die vaak gestorven zijn door het geweld in Colombia. Muñoz’ benadering van zijn medium is zo zorgvuldig uitgewerkt omdat hij zijn beelden vaak niet alleen maakt met vluchtige substanties, zoals water en houtskool, maar ook met de fysieke
ORQUESTA DE INSTRUMENTOS RECICLADOS CATEURA (PARAGUAY) Cateura is een dorp in Paraguay gebouwd op een afvalstortplaats. Hier werd in 2006 een bijzonder jeugdorkest geformeerd: de muzikanten spelen klassieke en popmuziek op instrumenten die gemaakt zijn van afvalmateriaal en geven hiermee geregeld uitvoeringen, zowel in de regio als internationaal. Hun motto: ‘De wereld zendt ons afval, we sturen muziek terug.’ Dit orkest bestaat uit dertig muzikanten. Orkestleider Favio Chávez biedt jeugdige bewoners van de vuilnisbelt, die anders in aanraking zouden komen met drugs of opgenomen worden in jeugdbendes, nieuwe mogelijkheden. Volgend jaar komt er een film over ze uit: Landfill Harmonic. In augustus speelde het orkest in Washington DC.
pagina 24 nr. 47 7 tot 21 december 2013
DO_PBF.indd 24
09-12-13 12:28
dossier
prins claus laureaten
Cortinas de baño (‘Douchegordijnen’) / 1985-1986 / acryl op plastic / 190 cm. x 140 cm. – © Oscar Muñoz
persoon van de kijkers – hun eigen ogen, adem en aanraking. Voor een tentoonstelling, afgelopen zomer in het Institute of International Visual Arts (Iniva) in Londen, zijn eerste solotentoonstelling in Groot-Brittannië, herschiep Muñoz zijn installatie Eclipse (oorspronkelijk opgezet in Galeria Santa Fe in Bogotá). In Iniva waren kleine gaten, die in de muur van de galerie waren gemaakt om te onthullen wat er buiten te zien was, gedeeltelijk bedekt door een serie ronde, holle spiegels, opgesteld in verschillende invalshoeken, waardoor er donkere en lichte patronen ontstonden, als de verschillende stadia van een maansverduistering, om de onophoudelijke cyclus van de tijd te symboliseren. Straatbeelden werden op de spiegels ondersteboven geprojecteerd, waardoor de bezoekers dichterbij moesten komen om te kunnen zien wat er werkelijk gebeurde buiten de donkere galerie. Deze spiegelwereld schiep ook een gevoel van de vluchtigheid van het bestaan door normale stadsbeelden te laten zien – mensen
die pakjes bij zich hadden en op weg naar hun werk waren. Net zoals de allegorische maaltijden op een barok schilderij leverde dat de onbeduidendste alledaagse momenten op, maar op een diepzinnige manier. Een ander werk, Aliento (Adem, 19962002), bestaat uit een serie glanzende, stalen schijven die zijn opgehangen aan de muur. Als in een spiegel is de reflectie van de kijker in elke schijf te zien, maar het kleinste ademtochtje van de kijker op het oppervlak produceert kortstondig een beeld van iemand die uit de onderwereld opduikt om zich daarna weer terug te trekken. Het feit dat de portretten afkomstig zijn uit overlijdensberichten van Colombianen heeft een onuitgesproken politieke lading, die wordt belichaamd door de oprechte urgentie van hun tijdelijke opstanding. Door die ‘slachtoffers’, die grotendeels onzichtbaar blijven in de economische en sociale context van het land, weer tot leven te brengen, wordt hun menselijkheid onderstreept.
Weggebrand
Samen met Aliento werd Paistempo (2007) tentoongesteld, een verzameling gedrukte versies van twee grote, nationale Colombiaanse kranten, Pais en Tiempo, die Muñoz’ opvatting van la condition humaine misschien wel het meest markant weergeeft. Met een speld heeft de kunstenaar nauwgezet elke tekst en elk beeld weggebrand, als metaforen voor verdwenen levens en momenten die nooit meer teruggehaald kunnen worden. Zo wordt het werk, net als de andere elementen van de tentoonstelling, een hommage aan het voorbije moment, vluchtig en onvervangbaar. Paistempo doet ook denken aan het laatste hoofdstuk van De mythe van Sisyphus van Albert Camus, waarin Camus stilstaat bij Sisyphus’ gedachten als hij de berg weer afloopt om zijn zonderlinge en poëtische inspanningen te hervatten. Het tragische moment waarop Sisyphus zich bewust wordt van zijn situatie, stelt hem, volgens Camus, niet alleen in staat om dat lot te accepteren,
maar ook om de wisselvalligheid en onderlinge verbondenheid van de kosmologische wereld te begrijpen. Door te refereren aan die mythe geeft Muñoz aan dat elke hernieuwde poging om te strijden tegen de dodelijke onverschilligheid lonender is dan geweeklaag. Onze wereld zal zijn koers voortzetten, ongeacht onze hang naar bestendigheid, maar zelfs als onze taak onmogelijk lijkt, zoals het werk van Muñoz’ suggereert, houden we vol en blijven we het rotsblok omhoog rollen. Elizabeth Matheson
Elizabeth Matheson is curator en schrijver over Canadese en internationale hedendaagse kunst en cultuur.
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 25
DO_PBF.indd 25
09-12-13 12:28
europa
oekraïne
Geopolitiek getouwtrek in Vilnius Chronologie
360 – Amsterdam
mei 2009 Oprichting van het Oostelijk Partnerschap met zes voormalige Sovjetlanden, als tegenhanger van de Mediterrane Unie.
De Europese top in Vilnius
april 2013 D e EU bestempelt Joelia Timosjenko, voormalig premier van Oekraïne, tot ‘politiek gevangene’ en eist haar vrijlating.
krachtmeting tussen
is vrijdag 29 november uitgedraaid op een Moskou en Brussel.
I
n de Litouwse hoofdstad Vilnius (Litouwen bekleedt op dit moment het roulerende voorzitterschap van de Europese Unie) zouden Oekraïne, Moldavië en Georgië een associatieverdrag tekenen met de EU, een verdrag dat onder meer politieke samenwerking en handelsakkoorden inhield. Maar voor wat betreft Oekraïne heeft Moskou daar een stokje voor gestoken. Rechtstreekse druk op Kiev vanuit het Krem-
lin bracht de Oekraïense president Viktor Janoekovitsj ertoe wel naar Vilnius te reizen, maar daar, bijna demonstratief, te weigeren zijn handtekening onder het verdrag met Brussel te zetten. De toenadering tussen Oekraïne en de EU zou worden gesymboliseerd door de vrijlating van ex-premier Joelia Timosjenko, de belangrijkste politieke tegenstander van Janoekovitsj. Zij zit in de gevangenis op beschuldiging van
september Armenië kondigt aan dat het kiest voor de douane-unie met Rusland, Wit-Rusland en Kazachstan. november 9 -10 Viktor Janoekovitsj brengt een onverwacht bezoek aan Moskou, dat druk uitoefent op Oekraïne. 12 Oekraïense ondernemers eisen dat de ondertekening van het verdrag met de EU een jaar wordt uitgesteld. 19 Stemming van de Rada [Oekraïense parlement] over de vrijlating van Joelia Timosjenko opgeschort. 28-29 Top in Vilnius. De EU sluit in Vilnius associatieverdragen met Georgië en Moldavië. Oekraïne doet niet mee. Zware protesten in Kiev. Betogers eisen af treden Janoekovitsj.
Joelia Timosjenko tussen Janoekovitsj (links) en Poetin. © Riber – Svenska Dagbladet, Stockholm
pagina 26 nr. 47 7 tot 21 december 2013
Europa.indd 26
03-12-13 15:40
europa
oekraïne
malversaties, maar de Europese Unie beschouwt haar als politiek gevangene. Het Oekraïense parlement, waarin de aanhang van Janoekovitsj de meerderheid heeft, besloot echter al ruim voor de top in Vilnius dat Timosjenko niet zou worden vrijgelaten.
Over één kam geschoren IQ The Economist – Vilnius
In de mislukte onderhandelingen van Rusland
‘Janoekovitsj knipperde te snel’
Maar veel belangrijker is de rol van Rusland. Moskou heeft aangegeven dat het een verdere inmenging van het Westen in zijn politieke invloedssfeer niet duldt en gebruikt daarbij middelen die in West-Europese ogen neerkomen op politieke en economische chantage. Tekenend daarvoor was de uitspraak van Janoekovitsj in Vilnius: ‘We hebben grote problemen met Moskou. Ik bevind me al drieënhalf jaar alleen tegenover Rusland in een zeer ongelijke positie.’ Het mislukken van de top in Vilnius komt in feite neer op een openlijke confrontatie tussen de Europese Unie en Rusland, dat eerder dit jaar Armenië al dwong om de onderhandelingen met de EU af te breken. De voorzitter van de Europese Commissie, Jose Manuel Barroso, zei in Vilnius dat ‘Moskou geen veto mag uitspreken over de betrekkingen van een soeverein Oekraïne met Europa’. De EU-commissaris voor de Uitbreiding van de Unie, Stefan Füle, drukte zich iets plastischer uit. ‘Als je tegenover Rusland met je ogen knippert, raak je onvermijdelijk in de problemen’, zei de Tsjech. ‘En Janoekovitsj knipperde te snel.’ De positie van Janoekovitsj in eigen land is inmiddels zeer omstreden geworden. Voor en na ‘Vilnius’ gingen in Kiev pro-Europese betogers massaal de straat op om tegen de Russische inmenging te protesteren. De situatie die nu is ontstaan lijkt op een herhaling van de sfeer rond de Oranjerevolutie in Kiev van 2004. En zij heeft ook elementen in zich van een reprise van de Koude Oorlog op Europese schaal.
met Oekraïne en de Europese Unie is fair play ver te zoeken. Nietsontziende druk, propaganda en dreigementen zijn de wapens die werden gebruikt.
N
og altijd heeft de term ‘OostEuropa’ in het Westen een negatieve klank. Sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie is de ‘Oost-Europeaan’ synoniem met de ‘armoedzaaier die in ruil voor eten bereid is om elk soort werk in het Westen aan te pakken’ of met de ‘crimineel die het rustige leven van westerlingen komt verstoren’. Vrijwel alle inwoners van het voormalige socialistische Oostblok, Polen en Litouwers, Roemenen en Oekraïners, worden over één kam geschoren. Dat beeld bijstellen is heel wat lastiger dan de strijd aanbinden met de politieke realiteit. Ook al zijn de Baltische staten, de Midden-Europese landen en sommige Balkanlanden inmiddels lid van de Europese Unie, toch werd de hele regio nog jarenlang ‘Oost-Europa’ genoemd en gezien als een tweederangs deel van het continent. Niet in geografische zin, maar wel vanuit het oogpunt van beschaving.
van fair play zoek en vervangen door nietsontziende druk, propaganda en zelfs regelrechte dreigementen. Bij dit geopolitieke getouwtrek draait het niet alleen om de ondertekening van zomaar een internationaal akkoord.
invloed in de rest van de wereld tanende is. De meeste inwoners en zelfs de politici in de EU begrijpen niet waarom de top over het Oostelijk Partnerschap [in Vilnius, op 28 en 29 november jl.] zo veel aandacht krijgt. Zonder de enorme politieke en economische druk van de Russen – via handelsbeperkingen voor Oekraïne en andere buurlanden – zou dit akkoord zonder veel ophef worden gesloten. Formeel gezien zijn de associatieverdragen tussen de EU en derde landen niets nieuws. Het gaat om simpele akkoorden die zijn gericht op nauwere samenwerking op politiek en economisch gebied. Er zijn allerlei factoren die tot de huidige situatie hebben geleid. Ten eerste was de aandacht in de EU een tijdlang vooral gericht op het in goede banen leiden van de uitbreiding van de unie na de gelijktijdige toelating [in 2004] van tien nieuwe leden. De structurele veranderingen binnen de EU zelf en de aanpassing aan de veel grotere interne markt hebben veel energie geëist. Daarnaast hebben de Europese Oostbloklanden er lang over gedaan om democratisch te worden en zich de
Voor Rusland is het de laatste kans om als regionale macht zijn overwicht te handhaven Voor Rusland is het de laatste kans om als regionale macht zijn overwicht te handhaven en in de toekomst een vinger in de pap te houden bij belangrijke kwesties in dit deel van Europa, nu die
principes van de vrije markt eigen te maken. Verder voeren de leiders in deze landen graag een autoritair bewind, zoals in Wit-Rusland en Azerbeidzjan. Pas na de Rozenrevolutie in Georgië
Het Oostelijk Partnerschap De 6 betreffende landen
De 28 lidstaten van de EU
Afgescheiden gebieden
Etiket
De bewoners van de Baltische landen en de Visegrádgroep [Hongarije, Polen, Tsjechië en Slowakije] raken het etiket ‘Oost-Europa’ zo’n tien jaar na hun EU-toetreding steeds meer kwijt. Maar hun buren aan de overkant van de oostelijke EU-grens (Oekraïne, Wit-Rusland, Moldavië, Georgië, Armenië, Azerbeidzjan] zijn nog lang niet van dat etiket verlost, dat vrijwel gelijkstaat met ‘mislukking’. En juist om die ‘mislukkelingen’ is dit jaar de bitterste politieke strijd van het laatste decennium ontbrand. Net als de EU probeert Rusland Oekraïne, Wit-Rusland, Moldavië en Georgië in zijn invloedssfeer te krijgen. In dit gevecht is elke vorm
RUSLAND
Moskou Vilnius WIT-RUSLAND
Brussel
OEKRAÏNE
EUROPESE UNIE
AZERBEIDZJAN
MOLDAVIË
GEORGIË ARMENIË
BEV: Bevolking (in miljoenen) OPP: Oppervlakte (in km2) BNP: Bruto nationaal product per inwoner (in dollars) ARMENIË
BEV: 3,4 OPP: 29.743 BNP: 5.439
AZERBEIDZJAN
BEV: 9,2 OPP: 86.600 BNP: 10.331
WIT-RUSLAND
BEV: 9,3 OPP: 207.600 BNP: 15.242
GEORGIË
600 km
BEV: 4,4 OPP: 69.700 BNP: 5.497
MOLDAVIË
BEV: 3,5 OPP: 33.843 BNP: 3.309
Bron: IMF 2013 OEKRAÏNE
BEV: 45 OPP: 603.700 BNP: 7.591
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 27
Europa.indd 27
03-12-13 15:40
europa [eind 2003] en de Oranjerevolutie in Oekraïne [eind 2004] is de integratie van deze landen in de Euro-Atlantische structuren voor het eerst serieus ter sprake gekomen. In 2009 lanceerde de EU een nieuw initiatief, het Oostelijk Partnerschap, met als doel deze landen te stimuleren tot nauwere samenwerking met de Unie. De voornaamste belemmering hierbij was niet altijd van politieke of economische aard, maar lag meer in kwesties rondom identiteit en in de geopolitieke context. Niet alleen Oekraïne, maar ook de andere landen staan nu in tweestrijd. Moeten ze in de schaduw van Rusland blijven of juist de weg naar democratisering en liberalisering inslaan, op het gevaar af dat zulke politieke hervormingen tot instabiliteit leiden?
De strijd gaat door tot de Oekraïense presidentsverkiezingen in 2015 Tot nu toe is er veel scepsis over het Oostelijk Partnerschap, zelfs binnen de EU, en klagen de betrokken landen dat ze als tweederangs worden gezien. Ten eerste hoeven ze, anders dan de Balkanlanden, niet te hopen op toetreding tot de EU, maar hooguit op afschaffing van de visumplicht. De financiële steun lijkt aanzienlijk: 600 miljoen euro voor zes landen, verspreid over drie jaar. Maar dat is een druppel op een gloeiende plaat als je weet dat Oekraïne in 2012 een begroting had van 45 miljard euro. Regering en parlement van Oekraïne hebben het ontwerpverdrag goedgekeurd. Maar door EU-instituties is vastgesteld dat Rusland een onaanvaardbaar grote politieke druk uitoefent op de landen van het Oostelijk Partnerschap. Want voor Rusland is de strijd nog niet gestreden: die gaat door tot de Oekraïense presidentsverkiezingen in 2015. Onder tekening van het associatieverdrag met Oekraïne, Moldavië en de andere landen van het Oostelijk Partnerschap zal niet per se tot EU-toetreding leiden. Dat kan nog een lang en chaotisch proces worden, vooral als de EU hun pogingen om zich van Rusland los te maken neerbuigend bekijkt en als Rusland doorgaat met het uitoefenen van verregaande druk. Tomas Janeliunas
oekraïne
De muze, haar vlecht en het complot De Russische schrijver en dissident Eduard Limonov geeft zijn visie op het conflict. Het draait volgens hem voornamelijk om de positie van het kindvrouwtjhe Timosjenko, oftewel ‘de Oekraïense Evita Perón’.
Izvestia – Moskou
I
k noem haar Pannotsjka. Niet als verwijzing naar Gogol [Pannotsjka is een figuur uit een novelle van deze Oekraïense schrijver; de naam, van Poolse origine, betekent zoiets als ‘prinsesje’], maar omdat ze voor mij een figuur uit een volkssprookje is – een imago dat ze zelf heel handig heeft gekozen. Zij is het symbool van Oekraïne, dit kindvrouwtje met haar vlecht die als een kroon op haar hoofd ligt. Haar beeltenis kun je zo op postzegels drukken, op theedoeken borduren of op porseleinen bordjes schilderen. Totdat ze de iconen gaat sieren. Ik weet niet of de Oekraïners haar als het symbool van hun land zien. Dat doe ik wel. Maar nu heeft Oekraïne zijn muze in de boeien geslagen.
Evita Perón
Haar verleden als ondernemer en zakenvrouw is vergeten, uitgevlakt door alle gebeurtenissen die haar leven de afgelopen twee jaar op zijn kop hebben gezet… We willen ons vooral niet verdiepen in wat voor zaken ze deed, wat ze precies uitvoerde. Want ze hoort nu bij de folkloristische figuren, bij Taras Boeljba en zijn zonen, bij Mazeppa, de sirenen, de Bosgeest en de Watergeest; ze bevindt zich tussen de grote helden
© Finn Graff
De veronderstelde misdaad die ze heeft begaan is al even folkloristisch uit de Oekraïense geschiedenis – Bogdan Chmelnitski [een zeventiendeeeuwse kozakkenleider], de filosoof Skovoroda en Taras [Sjevtsjenko, nationaal dichter, 1814-1861]. Ze is een soort Oekraïense Evita Perón geworden, die ze misschien wel heeft overvleugeld. De eerste, wat fletse pagina’s van haar geschiedenis in de politiek zijn al lang omgeslagen. Net zoals haar beginjaren in de zakenwereld. Ja, ze heeft de partij Batkivsjtsjina [Vaderland] opgericht. Ja, ze was ook premier en zelfs kandidaat voor de presidentsverkiezingen in 2010, waarbij ze 45,47 procent van de stemmen kreeg, slechts 3 procent minder dan Janoekovitsj. Maar na haar arrestatie in augustus 2011 en de daarop volgende veroor deling tot zeven jaar gevangenisstraf werd ze op slag de verpersoonlijking van Oekraïne. Een symbool dat tegelijk ongekende kracht en broosheid in zich verenigt. Net als Oekraïne, dat tegelijk machtig en zwak is. Ze lijdt enorm.
Bij de fysieke pijn – veroorzaakt door een rugkwaal (over folkloristische figuren geef je geen medische details) – komt nog de onvermijdelijke misère die te maken heeft met de slechte omstandigheden in de gevangenis. Een kwelling voor een vrouw, ze lijkt prinses Tarakanova [zestiende-eeuwse Russische troonpretendente die in gevangenschap sterft; tarakan betekent ‘kakkerlak’] wel op haar beschimmelde matras… De veronderstelde misdaad die ze heeft begaan is al even folkloristisch: ze zou een complot met Rusland hebben gesmeed om een deal te sluiten ten koste van Oekraïne. Maar dat is ook precies waarvan hetman [aanvoerder] Bogdan Chmelnitski een tijdlang werd beschuldigd... Wie haar onderdrukker is, doet er niet echt toe. In het drama van de geschiedenis dient die vluchtige rol enkel en alleen om de heldin met haar goudblonde vlecht beter te laten uitkomen tegenover het louche duister van het Kwaad. Waarbij aangetekend dat de rol
pagina 28 nr. 47 7 tot 21 december 2013
Europa.indd 28
03-12-13 15:40
europa
oekraïne berichten uit moldavië
Hij heeft alles weg van een Romeinse keizer. Hij wasemt geweld
van de onderdrukker hier niet wordt gespeeld door een plaatselijke boef, nee, door het staatshoofd, de tsaar/ president/keizer van dit zuidelijke land waarvan de inwoners soms voor chochol [denigrerende bijnaam van Russen voor Oekraïners] worden uitgemaakt. Zijn naam is niet Cyrus, of Darius, of Titus, en zelfs niet Vespasianus. Toch heeft hij alles weg van een tirannieke Romeinse keizer. Hij wasemt geweld. De Rada [het parlement] moet in de loop van november koste wat kost een manier vinden om Joelia Timosjenko in het buitenland te laten behandelen. Dat hebben ze beloofd. Hoe dan ook, er zijn intussen voorstellen voor andere oplossingen gedaan. Parlementslid Andriy Pavlovsky (Batkivsjtsjina), een aanhanger van Joelia, beroept zich op de uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en stelt voor haar onmiddellijk gratie te verlenen. Volgens de uitspraak die het EHRM in april deed, is de opsluiting van Joelia Timosjenko ‘willekeurig en onrechtmatig’. De Partij van de Regio’s – de partij van de keizer – brengt daartegen in dat Joelia Timosjenko nog maar een miniem deel van haar straf heeft uitgezeten en dat er ‘geen grond is voor haar vrijlating’. Anderen stellen voor haar deels gratie te verlenen, waarbij ze dan een borgsom van 200 miljoen dollar moet betalen (een onvoorstelbaar hoog bedrag, dat helemaal in een sprookje past) en haar drie jaar lang haar burgerrechten worden ontnomen. (Terwijl Pannotsjka Joelia nu juist kandidaat voor de oppositie zou zijn bij de presidentsverkiezingen van 2015). Intussen verklaart Duitsland dat het Charité-ziekenhuis bereid is om de incarnatie van Oekraïne op te nemen. Niet per se uit liefde voor Joelia, maar vooral om Oekraïne definitief van Rusland los te snijden.
Deze novembermaand was dus beslissend voor het lot van Joelia en dat van Oekraïne. Vrijlating van de prinses met de goudblonde vlecht is voor Europa voorwaarde voor onder tekening. Plus: druk uitoefenen op die keizer die allang in het Europese kamp zit. 27 november is ook de dag dat Joelia jarig is. [De Oekraïense regering heeft het verdrag met de EU niet getekend, omdat Rusland had gedreigd met economische represailles. Als Oekraïne zou afzien van een associatieverdrag met de EU, beloofde Poetin financiële steun en kredieten ter waarde van 22 miljard euro.]
Symbool
Voorlopig ligt ze in het Spoorwegziekenhuis van Charkov. Oer politiebewaking natuurlijk. Zelf heb ik toen ik drie was ook in dit ziekenhuis gelegen [Limonov is opgegroeid in Oekraïne]. Ik had de mazelen. Daar was ik zo ziek van dat ik een paar dagen lang mijn gehoor kwijt was. Ik weet nog dat toen mijn moeder me eindelijk kwam halen en me op haar arm naar de uitgang droeg, ik zo schrok van het lawaai van de trein, dat ik het uitschreeuwde van angst en me aan haar vastklampte. Misschien was ik bang voor wat mijn moeder met me ging doen. Zo heb ik dus in dit ziekenhuis hetzelfde ervaren als het nationale symbool van Oekraïne. Eduard Limonov
Volgens de Franse schrijver Emmanuel Carrère, die een boek over Limonov (1943) schreef, was de Rus achtereenvolgens straatschoffie in Oekraïne en dichter in Moskou, daarna eerst zwerver en vervolgens huisbediende in New York, toen hippe schrijver in Parijs en later soldaat in Servië; na terugkeer in Rusland werd hij politiek gevangene, maar richtte later de nationaalbolsjewistische partij Nazbol op, onderdeel van de beweging ‘Het andere Rusland’, een overkoepelende coalitie van tegenstanders van Vladimir Poetin.
De opsluiting van Timosjenko is ‘willekeurig en onrechtmatig’
Niet langer hun achtertuin Timpul – Chisinau
D
e Europese Unie breidt zich onherroepelijk uit in oostelijke richting. Dat is de loop der dingen, het directe gevolg van de ontwikkeling van haar buurlanden, van hun toenadering tot de economie, de financiën, de politiek, de maatschappij en vooral de waarden van Europa. Die uitbreiding zal noch in het voordeel, noch in het nadeel zijn van andere spelers, zoals de Russische Federatie. Het gebeurt simpelweg omdat maatschappijen zich ontwikkelen; niemand kan dat door onderdrukking tegenhouden. Wel beginnen de geloofwaardigheid en het imago van de Russische Federatie ernstige schade op te lopen. Dit dwingt haar Europese partners tot het nemen van unilaterale beslissingen – zoals de recente actie van de Europese Commissaris voor Landbouw, Dacian Ciolos, om Moldavische wijnen op de Europese markt toe te laten ter compensatie van de geleden verliezen op de Russische markt. Anders gezegd, de Russen bevinden zich momenteel in een situatie waarin ze ofwel zullen moeten accepteren dat voormalige Sovjetrepublieken niet langer hun achtertuin vormen, ofwel zullen blijven denken dat dat nog wel het geval is, waardoor de Europese Unie niets anders kan doen dan maatregelen nemen. In de ogen van veel Europese landen begint Rusland nu al de rol van bevoordeelde handelspartner te verliezen, nadat het meerdere malen heeft laten zien niet in de waarden te geloven die het zei te onderschrijven. Het gedroeg zich hypocriet en incorrect, weigerde te erkennen dat de Europese landen een voorsprong hebben van minstens een generatie, en had daarvoor in de plaats niets anders te bieden dan wat goedkoop gas. Begin jaren negentig heeft Rusland het aanbod gekregen om deel uit te maken van de Europese Unie, maar dat wees het van de hand. Het land werd duidelijk gemaakt dat een uitbreiding vooral ten goede zou komen aan de Europese buurlanden van de Unie, vervolgens van de voormalige
Sovjetrepublieken, en dat er niets ten nadele van Rusland zou gebeuren. Toch blijft het land op de meest cynische wijze chantage en onderdrukking inzetten om haar doelen te bereiken. De top van het Oostelijk Partnerschap in Vilnius is zeker geen eindstation. Of Moldavië [en Oekraïne] nu het associatieverdrag tekenen of niet, ze hebben hoe dan ook het zwaarste nog voor de boeg. Een besluit om Europese wetgeving in te voeren brengt een radicale transformatie met zich mee, misschien wel even radicaal als de verschillen tussen de infrastructuur van München en [de Moldavische stad] Balti. Maar als wij ooit op een dag een infrastructuur willen hebben zoals die van München, dan ontkomen we er niet aan eerst dezelfde ontwikkelingsstadia door te maken als de inwoners van Beieren. Wat we ook kiezen, uiteindelijk zullen wij Moldaviërs – Roemenen, Russen, Oekraïners, Gagaoezen, communisten, liberalen, democraten, populisten, socialisten, conservatieven, chauvinisten, eurofielen en anderen – zelf de gevolgen moeten dragen. Wij plukken zelf de vruchten, of het nou is van een Europeanisering als gevolg van een toenadering tot de Europese Unie, of van een hernieuwde sovjetisering na opname in een Euraziatische Unie [een plan van Poetin voor economische integratie van voormalige Sovjetrepublieken]. De Russen of de Europeanen zullen snel genoeg krijgen van ons gedraal. Zij zien wel in dat je niet tegelijkertijd lid kunt zijn van een Europese en een Euraziatische Unie... Tudor Cojocariu
De top van het Oostelijk Partnerschap in Vilnius is geen eindstation
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 29
Europa.indd 29
03-12-13 15:41
europa
oekraïne
Waar Oost en West samenkomen Rzeczpospolita – Warschau
Vanuit Polen bezien staat Oekraïne niet alleen voor een politiek-economische keuze, maar ook voor een keuze tussen twee beschavingen.
O
ekraïne bevindt zich wat haar politieke toekomst betreft op een tweesprong. Het land lijkt zich momenteel op het westen te oriënteren en op het punt te staan het associatieverdrag met de Europese Unie te ondertekenen. Maar Moskou geeft zich niet gewonnen en probeert het buurland nog steeds te integreren in zijn ‘speciale invloedszone’, de douane-unie (waarvan verder nog Wit-Rusland en Kazachstan deel uitmaken). De keuze omtrent de toekomst van Oekraïne gaat echter om meer dan alleen de economische en politieke structuur: ook wat zijn beschaving betreft zal het land moeten kiezen. Oekraïne, waar Oost en West samenkomen, is een etnisch, religieus en cultureel verdeeld land. Daarnaast, oppert de Oekraïense historicus Jaroslav Hrytsak, bestaan er een aantal minder in het oog springende breuklijken, die een nadere beschouwing waard zijn.
Scheidslijn
Volgens een wijdverbreid stereotype loopt er een scheidslijn dwars door Oekraïne, tussen een pro-Europees westelijk deel en een pro-Russisch en pro-Sovjet oostelijk deel. Volgens dit stereotype vormt het oostelijk deel van Oekraïne, van Odessa to Loehansk, van Jalta tot Charkov, de electorale
basis van Viktor Janoekovitsj en zijn Partij van de Regio’s. Als dat zou kloppen, dan zou het oosten de historische politiek van de orangisten [de voorlaatste regering, voortgekomen uit de Oranjerevolutie] hebben verworpen. Daarin staat de herinnering aan de grote hongersnood centraal [begin jaren dertig, volgend op de gedwongen collectivisatie van de landbouw onder de Sovjets]; deze episode wordt beschouwd als een genocide op de Oekraïense bevolking. Hrytsak wijst in dit verband op een opmerking van Alexander Tsypko, ooit adviseur van achtereenvolgens Michail Gorbatsjov en Boris Jeltsin. Deze uit Odessa afkomstige politicoloog kent de mentaliteit van oostelijk Oekraïne als geen ander. Volgens hem is de herinnering aan de hongersnood juist daar, en niet in het westelijk deel, dat zich toen nog buiten de Sovjet-Unie bevond, het sterkst. In de Sovjettijd speelde deze herinnering echter geen rol in het publieke debat en werd ze alleen in de privésfeer doorgegeven.
Kortgeleden publiceerde de website van de Oekraïense Pravda een interview met Andrej Illarionov, een voormalig adviseur van Vladimir Poetin, tegenwoordig lid van de oppositie. Hij herinnerde daarin aan een opmerking van de Russische president van alweer een paar jaar geleden, wellicht een verspreking, maar volgens Illarionov wel degelijk een bewuste boodschap aan de wereld. Poetin zei dat
Oekraïne nog geen lange geschiedenis had als zelfstandige staat; een groot deel van het grondgebied zou bestaan uit Russisch land dat op onrechtmatige wijze aan Kiev was toegevallen. Ook een deel van de mainstream Russische pers praat over Oekraïne als een win-
Geen vriendschap, maar totale onderwerping
Sovjettijd
Tsypko trekt er een politieke conclusie uit: als Rusland de ‘blauwe’ kiezers [de kleur van het kamp van Janoekovitsj] voor zich probeert te winnen door aan nostalgie naar de Sovjettijd te appelleren, kon dat wel eens verkeerd uitpakken. Daar hoort immers ook het Stalintijdperk bij: de vele nazaten van slachtoffers van de grote hongersnood win je daar niet mee. Waar volgens Hrytsak bijvoorbeeld de herinnering aan Stepan Bandera [1909-1959, een anti-Sovjet- (en tijdens de Tweede Wereldoorlog anti-Pools) nationalist] de Oekraïense gemoederen verdeelt, smeedt de slechte herinnering aan het stalinisme juist een eenheid.
De Russische pers praat over Oekraïne als een wingewest in plaats van een autonome staat Een Russisch weesmeisje in Kiev tijdens de hongernood, 1934. Haar ouders zijn omgekomen van de honger, zelf leeft ze van liefdadigheid. – © London Express / Getty
pagina 30 nr. 47 7 tot 21 december 2013
Europa.indd 30
03-12-13 15:41
europa
oekraïne
De vrije val van Janoekovitsj Al vóór het debacle in Vilnius voorzag men in Kiev dat president Janoekovitsj in een penibele positie terecht zou komen.
gewest in plaats van een autonome staat. De douane-unie waarin Rusland Oekraïne graag wil opnemen is dan ook veel meer dan een gemeenschappelijk economisch project van voormalige Sovjetrepublieken. Op termijn moet het uitgroeien tot een door Moskou geleide politieke unie, een Euraziatische tegenhanger van de Europese Unie. De Oekraïense politicologe Mikola Riabtsjoek is van mening dat Rusland van Oekraïne geen vriendschap verlangt, maar totale onderwerping. Het liefst zou het in Kiev een vazal zien regeren, iemand als Ramzan Kadyrov in Tsjetsjenië. Maar Janoekovitsj doet eerder denken aan Alexander Loekasjenko in Wit-Rusland of aan Vladimir Voronin in Moldavië [oud-president, leider van de communistische partij]. Weliswaar zijn beide mannen op de hand van Moskou, maar ze gaan een stevig conflict ook zeker niet uit de weg. Janoekovitsj heeft duidelijk geen zin om zich aan het Kremlin te onderwerpen. Rusland kan de energieleverantie misschien nog als chantagemiddel inzetten, maar de ziel van de Oekraïners zullen ze daar niet mee winnen. Filip Memches
Filip Memches (1969, Leningrad) is schrijver, journalist, essayist, vertaler, blogger en copywriter. Hij verdiept zich in de verhoudingen tussen Rusland en Europa en schreef o.a. ‘Het huwelijk van Oost en West’ (2007, niet in het Nederlands verschenen).
Oekraïne als wingewest in plaats van een autonome staat
Ukrainskyi Tyzhden – Kiev
D
e Oekraïense president Viktor Janoekovitsj lijkt op iemand die uit een vliegtuig springt en tot het laatste moment wacht met het openen van zijn parachute, om ten volle te kunnen genieten van de golf adrenaline. Het hele land wacht met spanning af of de parachute wel opengaat en waar de president zal landen. Maar hoe adembenemend dit spektakel ook is, we moeten het belangrijkste niet vergeten: als hij zijn parachute te laat opent, heeft hij er niets meer aan. Janoekovitsj probeert iedereen te slim af te zijn, maar kan nog wel eens lelijk op zijn neus komen te kijken. Leden van zijn entourage hebben zijn fobie voor Joelia Timosjenko aangewakkerd en hem overgehaald haar niet vrij te laten. Zij hebben hem verzekerd dat de Europese Unie het associatieverdrag met Oekraïne toch wel zal sluiten, ook als de voormalige premier achter de tralies blijft, hoewel haar vrijlating voor Brussel toch absolute prioriteit heeft. De koppigheid van Janoekovitsj in deze kwestie kan ons land nog heel, heel duur komen te staan. Sommige van de 28 lidstaten van de EU zullen het verdrag nooit ondertekenen als er geen oplossing komt voor het probleemTimosjenko, hoe onvolmaakt ook. En hoe langer het duurt voordat Brussel en Kiev overeenstemming bereiken, des te beter het Rusland uitkomt. Officieel blijven de Oekraïense autoriteiten de indruk wekken dat ze willen voldoen aan de voorwaarden die door de Europese Unie zijn gesteld. Op 12 november nog kondigde de minister van Economische Ontwikkeling bijvoorbeeld een programma van 552 maatregelen aan, waarin het associatieverdrag met de Europese Unie gestalte krijgt. Tegelijkertijd hamert premier Mykola Azarov erop dat de hervorming van de economie, die nodig is om te kunnen voldoen aan de Europese normen, het land tussen de 150 en de 160 miljard
© Simanca / Cagle Cartoons
Niemand weet wat ons te wachten staat euro gaat kosten. Hij betreurt de weigering van de Europese Unie om Oekraïne voor het verlies aan potentiële Russische afzetmarkten te compenseren. ‘Wij hebben onze Europese vrienden voorgesteld om samen op zoek te gaan naar alternatieve markten voor onze export’, zei Azarov. ‘Helaas is de Europese Unie daar niet zo voortvarend in als wij zouden wensen.’
Financiële voordelen
zich in elk geval gebonden weten door het verdrag met de Europese Unie, die daardoor op zowel de binnen- als buitenlandse politiek van Oekraïne invloed zal kunnen uitoefenen. Mocht het overleg in Vilnius mislukken, dan gaat die kans voorbij en zal ons land in het kielzog van Rusland worden meegezogen. Op dit moment is het een totale chaos. Niemand weet wat ons te wachten staat, we kunnen er alleen maar naar raden. De Oekraïense autoriteiten gedragen zich zwak en verholen agressief. Ongeacht of het land zich naar het oosten of het westen zal wenden: als het grote spektakel van het verdrag voorbij is, zal de zittend president zijn zwakte aan iedereen hebben getoond. En dan kan geen parachute hem meer redden.
Schijnbaar zien de Oekraïense autoriteiten dus vooral de financiële voordelen van een associatieverdrag, maar zijn ze minder geïnteresseerd in werUkrainskyi Tyzhden Oekraïne, weekblad, oplage 41.500 kelijke integratie en in het hervormen van het land naar Europese maatstaven. ‘De Oekraïense Week’ is een kwaliteitstijdschrift met een openlijk prowesterse koers. Juist daarom moet het Westen het Het werd opgericht in 2007, in de nasleep financiële argument blijven hanteren van de Oranjerevolutie (november-decemom druk op de Oekraïense president ber 2004). Het blad richt zich op hogeruit te oefenen, vooral ook nadat het opgeleiden, studenten en een algemeen akkoord getekend zou zijn. Vanaf dat lezerspubliek ‘van 21 tot 55 jaar’. Het biedt moment kunnen de Europese Unie en onderzoeksjournalistiek, reportages, stukhet IMF alle verdere hulp blokkeren ken over de nationale en internationale zolang Joelia Timosjenko nog niet op vrije voeten is, hetgeen tegelijkertijd de actualiteit evenals vaste rubrieken over positie van de Europese Unie tegenover cultuur en geschiedenis. Oekraïne zal versterken. Het land zal
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 31
Europa.indd 31
03-12-13 15:41
de amerika’s
cuba
Cuba staat voor een riskante krachttoer Café Fuerte – Miami
De Cubaanse regering heeft aangekondigd dat het duale muntstelsel van een ‘zachte’ en een ‘harde’ peso zal verdwijnen, waarbij uiteindelijk de ‘harde’ peso moet prevaleren. En dat is riskant, zowel voor de Cubaanse bevolking als voor de buitenlandse investeerder.
D
e regering van Raúl Castro heeft eindelijk aangekondigd dat zij een begin zal maken met het opheffen van de dubbele munteenheid in het land, het meest complexe onderdeel van de hervormingen van de Cubaanse economie. Daarmee breekt een periode aan van hoge verwachtingen omtrent de toekomst van het eiland, omdat deze broodnodige maatregel van grote invloed zal zijn op de Cubaanse economie en samenleving.
Ontwaarde munt
De ingreep moet een einde maken aan een realiteit waarmee 11,2 miljoen Cubanen bijna twintig jaar lang te maken hebben gehad: salaris ontvangen in een ontwaarde munt en de eerste levensbehoeften betalen in de harde valuta die de toeristen naar het eiland brengen of die de Cubanen toegestuurd krijgen van familieleden in het buitenland.
Voor het welzijn van de gewone man op Cuba hopen we dat de overgang soepel zal gaan
Een markt in Havana waar boeren hun eigen producten verkopen tegen vrijemarktprijzen. Sinds de introductie van Raul Castro’s economische hervormingen is deze directe manier van zakendoen in Cuba enorm toegenomen; vooral in Havana zijn er veel zelfstandig ondernemers bijgekomen. © Flikr Vision
De regering heeft de maatregel aangekondigd als onderdeel van een plan dat stapsgewijs zal worden uitgevoerd en waarmee in het bedrijfsleven zal worden begonnen. In de eerste fase worden de juridische regels uitgewerkt die het proces moeten ondersteunen. Bovendien wordt er een ontwerp gemaakt voor nieuwe informatiesystemen die accountants moeten hanteren en voor de aanpassing van de boekhoudkundige regels. In deze fase moet ook het personeel dat te maken zal krijgen met de veranderingen worden geschoold, zoals boekhouders op alle niveaus van het bedrijfsleven. De regering rept echter met geen woord over de termijn waarop het plan voltooid moet zijn en heeft ook geen details verstrekt over de inhoud ervan. Zij tracht alleen de onrust die de aankondiging heeft veroorzaakt weg te nemen door te stellen dat in het proces van ‘monetaire eenwording’ de spaargelden van de mensen bij Cubaanse banken op rekeningen in de convertibele peso (CUC), andere internationale
deviezen en de Cubaanse peso (CUP) onaangetast zullen blijven. Bovendien verzekert de regering dat zij de huidige politiek van subsidies en van controle op detailhandelsprijzen ‘waar nodig zal handhaven, zolang de economische omstandigheden van het land dat vereisen’. Beide beweringen zijn tegenstrijdig, want monetaire eenwording houdt in dat een van de twee munten zal verdwijnen. De bankrekeningen in de munt die gaat verdwijnen zullen dus wel degelijk een verandering ondergaan. Om een eenheidsmunt te kunnen invoeren moeten tegelijk de subsidies worden opgeheven of tot een minimum worden beperkt, en dat vormt de zwaarste krachtproef binnen het aangekondigde proces. Hoe zal de regering omgaan met het dilemma dat zij het kwetsbaarste deel van de bevolking moet beschermen als deze enorme verandering wordt doorgevoerd? De lijst van subsidies is lang: subsidie op elektriciteit, telefoon, gas en drink-
water, en op de levensmiddelen die nog altijd in het stokoude libreta de abastecimientos – het ‘bonnenboekje’ – staan. Daar komen dan nog het openbaar vervoer, het onderwijssysteem op alle niveaus, de gezondheidszorg en de verstrekking van medicijnen bij. Zijn de voorwaarden geschapen om deze lange lijst van subsidies op te doeken of te minimaliseren? Rechtvaardigen de resultaten van de hervormingen tot nu toe een besluit van een dergelijke omvang en importantie? Zal de regering de meest verregaande maatregelen doorvoeren die de ontwikkeling van de privésector toestaan en de onvermijdelijke gevolgen van deze fase opvangen? Voorlopig is dat allemaal één groot vraagteken, en we zullen op de volgende stappen moeten wachten om de reikwijdte van de geleidelijke afschaffing van de monetaire dualiteit te kunnen peilen. In de regeringsnota wordt evenmin aangeroerd hoe de wisselkoers binnen dit proces zal worden vastgesteld, zodat nu al kan worden voorzien dat
pagina 32 nr. 47 7 tot 21 december 2013
De Amerikaas.indd 32
03-12-13 14:24
de amerika’s
argentinië
Het tempo van de investeringen zal lager worden de bevolking verwoed op dollars zal gaan jagen. Als onmiddellijk gevolg zal de dollar op de zwarte markt twee of drie peso duurder worden dan in de wisselkantoren, in de volksmond cadeca’s (casas de cambio) geheten. Momenteel is die wisselkoers bij de cadeca’s 25 CUP tegen 1 CUC. Het is niet moeilijk te voorspellen dat binnen een paar dagen of weken de regering de eerste aanpassingen van de wisselkoers zal doorvoeren, als onderdeel van de eerste fase. Dit kan een graadmeter zijn voor de invloed die het proces op de markt en op de maatschappij zal hebben, en die informatie kan als leidraad dienen voor de volgende fasen. Een verlaging van de wisselkoers naar 1 CUC tegen 18 CUP in de eerste etappe
van de monetaire eenwording zou bijvoorbeeld het plafond van de koers op de zwarte markt kunnen verlagen en op die manier speculatie kunnen voorkomen. Tegelijkertijd zou de koopkracht van de arbeiders enigszins stijgen, vooral als de staat de prijzen van de producten in de dollarwinkels niet verhoogt. De minimale marge van 240 procent die de regering momenteel oplegt op de prijs van producten die in dollarwinkels worden verkocht zou zijn nut hebben. In het begin zou het de regering een zekere bewegingsruimte geven om wat marge in te leveren en de koopkracht van de bevolking te verhogen.
Kostenplaatje
De invloed op de samenleving zal dus duidelijk voelbaar zijn, maar dat zal ook gelden voor het handelen van de op het eiland gevestigde investeerders. Afgezien van de omvang van de aanpassingen in het proces van monetaire eenwording, zullen buitenlandse bedrijven met investeringen in Cuba
zich hoe dan ook getroffen voelen. Het kostenplaatje van de producten van deze bedrijven zal worden beïnvloed door de daling van de wisselkoers, waardoor de winsten zullen dalen totdat de situatie zich stabiliseert en er een definitieve wisselkoers is vastgesteld. Naar gelang de reactie van de markt zou die wisselkoers tijdens het proces wel eens een aantal bijstellingen kunnen ondergaan. Men hoeft niet lang na te denken om te begrijpen dat het tempo van de investeringen lager zal worden of dat investeringen zullen worden bevroren zolang het proces van monetaire eenwording nog niet door de moeilijke eerste fase heen is. En dat terwijl de investeringen in Cuba de laatste tien jaar al zijn afgenomen na de sluiting van bijna tweehonderd buitenlandse bedrijven, het blokkeren van tegoeden eind 2008 (hetgeen tot begin 2010 heeft geduurd) en de kruistocht die de regering van Raúl Castro de afgelopen vier jaar tegen de corruptie heeft gevoerd. Daardoor zullen de inspanningen van de regering om met de lancering van
de nieuwe vrijhandelszone bij de stad Mariel een massa nieuwe investeerders aan te trekken, een gevoelige slag krijgen. Al met al is het proces van modernisering van het Cubaanse economische systeem in zijn meest gecompliceerde en kwetsbare fase beland. Voor het welzijn van de gewone man op Cuba hopen we dat de overgang soepel zal gaan en geen shocktherapie wordt met onoverzienbare gevolgen. Emilio Morales
De Cubaan Emilio Morales is econoom, voormalig hoofd strategische planning van de marketingafdeling van Corporación CIMEX in Cuba en auteur van de boeken Cuba: geruisloze overgang naar het kapitalisme? en Marketing without Advertising, Brand Preference and Consumer Choice in Cuba. Momenteel is hij voorzitter van de Havana Consulting Group in Miami, Florida.
Cocaïnelab als familiebedrijf La Nación – Buenos Aires
Het zijn niet alleen met elkaar afrekenende kartels die de cocaïnehandel in Latijns-Amerika beheersen. De laboratoria worden soms ook gerund door families in rustige villawijken. Breaking Bad in Argentinië.
D
riemaal per maand stapte Delfín Zacarías in Rosario in zijn Audi TT en tikte op zijn gps een vaste bestemming in: Hotel Conrad in Punta del Este, Uruguay. Daar ging hij naartoe om te pokeren, en altijd won hij van die ‘suffe Braziliaanse gokkers’, zoals hij later zelf tegenover de federale justitie verklaarde. Bijna altijd keerde hij met meer dollars naar Rosario terug dan waarmee hij vertrokken was, maar slechts één keer gaf hij dat aan bij de douane. Pokeren vormde voor hem een vlucht uit het
dagelijks leven, niet alleen uit de sleur van zijn kantoor in het centrum van de stad, maar ook uit die van het cocaïnelaboratorium dat hij met zijn familie runde in een huis in een villawijk van Funes. Deze plaats ligt niet ver van Rosario; de huizenmarkt heeft er het afgelopen decennium een grote ontwikkeling doorgemaakt, vooral in het hogere segment. Begin september nam de federale politie hier 300 kilo cocaïne en basecoke in beslag. In een pastelkleurig landhuis omgeven door bomen, met een zwembad en een
houten hut voor de kinderen, wist de familie Zacarías maandelijks een halve ton cocaïne te produceren. Het spul werd vervolgens door andere netwerken binnen de drugshandel gedistribueerd vanuit ‘bunkers’ – uitgiftepunten van verdovende middelen – in Rosario. Ze bewogen zich in een drugswereld zonder wapens en zonder geweld. Dat was mogelijk omdat ze op bescherming van de politie konden rekenen. Uit de processtukken waartoe La Nación toegang had, leek het alsof de familie een middelgroot familiebedrijf beheerde, dat uit verschillende afdelingen bestond en efficiënt in elkaar zat. Delfín was het ‘hoofd’ van de groep en hield zich bezig met het inkopen van grote voorraden basecoke en van de chemicaliën die nodig zijn om deze base tot cocaïnehydrochloride, ofwel snuifbare cocaïne te bewerken. Een cruciaal punt in het onderzoek, dat werd geleid door de federale aanklager van Rosario en resulteerde in
de aanhouding van twaalf mensen, was het volgen van Zacarías door rechercheurs van de federale politie toen hij – één dag voor zijn gevangenneming – met zijn Volkswagen Amarok Pick-up bij een loods in Don Rocuato 2.000 liter aceton ging halen, waar hij 340.000 dollar voor betaalde. Deze chemische substantie kocht hij van Hugo Silva, diens broer Alfredo en neef Javier, die dit product weer hadden verkregen van de firma Alconar NV in Grand Bourg, in de provincie Buenos Aires.
De familie Zacarías wist maandelijks een halve ton cocaïne te produceren
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 33
De Amerikaas.indd 33
03-12-13 14:24
de amerika’s
argentinië
De feiten
Er werden twaalf personen gearresteerd bij huiszoekingen, onder andere in het landhuis van de familie Zacarías. Het hoofd van de drugsfamilie bezat vierentwintig auto’s en bedrijfswagens, waaronder vier uit het hoogste segment. Er werden in een periode van negen maanden zesendertig panden op naam van Zacarías gezet, terwijl zijn dochter Flavia er twaalf op haar naam had staan. De familie kocht op 29 december 2008 dertien garages tegelijk aan, die op naam kwamen van de zuster van Delfín Zacarías.
Nadat hij de gasoil [stookolie], zoals ze de aceton in afgeluisterde telefoongesprekken noemden, had ingeladen, keerde terug hij naar Rosario en trof zijn vrouw, Sandra Marín, en hun zoon Joel op het parkeerterrein van een benzinestation. Daar wisselden ze van auto. Delfín nam de Toyota RAV4, Sandra stapte in de Amarok met de lading aceton en reed naar hun villa in Funes, op korte afstand gevolgd door de zoon, die in een Ford Ranger reed. Nadat ze de veertig jerrycans hadden uitgeladen, gingen moeder en zoon aan de slag om de cocaïne te ‘koken’. Om 19.35 uur werd Joel gebeld. ‘Een ogenblikje, want ik ben met mijn moeder aan het werk’, antwoordde hij volgens het politierapport. Een paar uur later belde Delfín
Zacarías in de gevangenis – © Jose Granata
zelf naar de leverancier van de aceton om te klagen over de kwaliteit van het product. ‘De motor start niet. Ik kan de klus niet klaren’, zei hij. Flavia, dochter van Delfín Zacarías en Sandra Marín, deed de boekhouding en administratie van het narcolab vanuit haar appartement aan Rodríguez 1065, midden in het centrum van Rosario. Deze jonge vrouw van 24 was degene die de papieren van de organisatie beheerde en de rekeningen betaalde, want veel van de familiebezittingen stonden op haar naam. Daarnaast was zij de contactpersoon tussen haar vader en ‘de ingenieur’, een man ‘met een Boliviaans of noordelijk accent’ die in de stukken voorkomt als leverancier van de basecoke. De organisatie bestond niet alleen uit de kinderen van het echtpaar Zacarías, maar ook uit hun partners. Bij Ruth Castro, ex-vrouw van Joel en moeder van de kleindochter van Delfín, werden bij huiszoeking pakjes cocaïne en weegschalen aangetroffen. Ook is Ruth te horen in een telefoongesprek waarbij twee agenten betrokken zijn, een van de federale politie en een
Zacarías deed er alles aan om te laten zien dat hij het breed liet hangen
van de politie van Santa Fe. Een zekere ‘Diego’ (vermoedelijk een hoge politiefunctionaris in Santa Fe) geeft een boodschap door van ‘He-man’ (vermoedelijk de bijnaam van een agent van de federale politie), namelijk om ‘de luiken van de bunkers in het noorden te sluiten’ omdat er een antidrugsoperatie op touw werd gezet.
Dekmantel
Als dekmantel voor het cocaïnelab gebruikte de familie een autoverhuurbedrijf. Toch deed Zacarías er alles aan om te laten zien dat hij het breed liet hangen. Een paar jaar geleden begon hij aan de bouw van een landhuis aan de rivier, in San Lorenzo, en van een gigantische sportschool die in totaal meer dan 6.500 vierkante meter besloeg. De plek die hij daarvoor had uitgekozen was opmerkelijk: een landelijke omgeving waar weinig geld te verdienen viel en waar dat gebouw van zes verdiepingen enorm in het oog sprong. Zijn manier van doen begon argwaan te wekken. Hoewel de bouwplannen niet overeenkomstig de plaatselijke voorschriften waren, maakte de gemeenteraad een uitzondering. Zacarías beloofde in ruil daarvoor de bouw en het onderhoud van een plein ‘onder zijn hoede te nemen’ en de straatverlichting bij nieuwe huizenblokken te financieren. Bovendien beloofde hij ervoor te zorgen dat er in de buurt vestigingen van
McDonald’s en een internationale bioscoopketen zouden worden gevestigd. In oktober 2012 gaf een voormalige functionaris van de gemeente San Lorenzo Delfín Zacarías aan bij het ministerie van Veiligheid van Santa Fe, waarna zijn plotselinge rijkdom onder de loep werd genomen. De onderafdeling Economische Delicten van de provinciale rechtbank, die in het leven werd geroepen na de arrestatie van de voormalige politiechef Hugo Tognoli, richtte haar blik op het onroerend goed en de voertuigen die Zacarías tussen 29 december 2008 en 23 oktober 2009 had gekocht: 36 panden en 24 auto’s van uiteenlopende merken, waarvan vier uit het duurste segment. Flavia Zacarías had tussen mei en juli 2009 acht woningen gekocht en op haar naam gezet. Daar kwamen later nog vier panden, vijf auto’s en een bedrijfswagen bij. Germán de los Santos
pagina 34 nr. 47 7 tot 21 december 2013
De Amerikaas.indd 34
03-12-13 14:24
azië
china
Gebrek aan democratie zet rem op Chinese economie De communistische partij van China geeft meer ruimte aan de markt, maar houdt de politieke macht geconcentreerd. Hervormingen sorteren daardoor weinig of geen effect, is de conclusie van onderstaande analyse.
Shun Po – Hongkong
H
et doek is gevallen voor de derde plenaire vergadering van het achttiende congres van de Chinese communistische partij. In het slotcommuniqué wordt de hervorming van het economische systeem genoemd als sluitsteen van een algemene verdieping van de hervormingen. De partij onderstreept dat de markt een beslissende rol speelt bij de toewijzing van de middelen, dringt aan op perfectionering van de Chinese variant van het socialisme en benadrukt dat de bestuursmacht van de staat moet worden versterkt. Daarbij geeft zij aan ‘de economische bevoegdheden te willen delegeren en de politieke te concentreren’. Dat gaat de boventoon voeren in de nieuwe lijn die door het Chinese regime zal worden gevolgd.
begrijpelijk dat de centrale overheid deze stuurgroep heeft opgericht om toezicht uit te oefenen op de lokale overheden en zo de ontwikkeling van de regio’s beter te kunnen coördineren. De oprichting van de Nationale Veiligheidsraad moet in een bredere context worden gezien: de Verenigde Staten verplaatsen hun troepen naar de regio Azië-Stille Oceaan, de soevereiniteitsconflicten over de eilanden
staan, en mag er privékapitaal worden geïnvesteerd in sectoren waar staatsondernemingen tot dusverre een monopolie hadden. De besluitvorming wordt gedelegeerd naar lagere niveaus of naar niveaus die dichter bij de informatiebronnen liggen, waardoor de lokale overheden sneller kunnen reageren en doeltreffender kunnen opereren. Dit alles was onvermijdelijk. De snelle economische ontwikkeling
Overheidsinterventies
Nu wil de regering het bestuur vereenvoudigen en meer delegeren. Ze wil minder overheidsinterventies, en sectoren meer blootstellen aan de krachten van de markt. Maar aan de andere kant versterkt en concentreert ze de bevoegdheden van de staat. Het wekt dus geen verbazing dat deze nieuwe ontwikkeling wordt bekritiseerd en wordt gekenschetst als ‘politiek links, economisch rechts’.
In de hervormingen lijkt zich niet een democratische kentering af te tekenen
Veiligheidsraad
In het officiële communiqué is als doelstelling vastgelegd dat de resultaten van de hervormingen in de belangrijkste sectoren, van het fiscale en financiële stelsel tot de verbetering van het functioneren van het rechtsstelsel, in de periode 2013-2020 moeten worden behaald. Om die hervormingen te stimuleren heeft het Centraal Comité een stuurgroep opgericht ‘die belast is met de algehele verdieping van de hervormingen’ en die tot taak heeft de plaatselijke functionarissen van het belang hiervan te doordringen. Een andere nog opvallendere vernieuwing: de oprichting van een Nationale Veiligheidsraad, die moet toezien op de veiligheid van China binnen en buiten de landsgrenzen. Met de (explosieve) toename van de schuldenlast van de plaatselijke overheden in de afgelopen jaren is het
gebonden, met als uiteindelijk gevolg dat de groei werd vertraagd (7,8 procent in het derde kwartaal van 2013 en in 2012, tegen 9,3 procent in 2011).
Een werknemer van een fabriek in Guangzhou voegt de verschillende onderdelen van een pen samen. © Brent Lewin / Getty
in de Zuid- en Oost-Chinese Zee lopen steeds hoger op en de oppositionele krachten en de Oeigoerse separatisten roeren zich in het binnenland. Met dit nieuwe orgaan concentreert het Centraal Comité de tot dusverre verspreide bevoegdheden en creëert het een commandocentrum aan de top, onder leiding van secretaris-generaal Xi Jinping. Op economisch vlak wordt er voortaan meer concurrentie in de markt toege-
Er wordt meer concurrentie in de markt toegestaan
van China heeft namelijk vooral geleid tot een sterke toename van de financiële middelen van de centrale overheid ten gevolge van de belastinghervorming in 1994, waardoor het zogeheten staatskapitalisme is ontstaan. Tussen 1978 en 2003 zijn de bestuursuitgaven van de overheid gestegen van circa 4,7 procent van de totale overheidsuitgaven tot meer dan 37 procent. De jaarlijkse stijging van de belastinginkomsten van de centrale overheid was tweeënhalf keer zo sterk als die van het bruto binnenlands product. De privileges van de overheidssector werden aan zienlijk uitgebreid, terwijl de privésector en de markt aan restricties waren
In de nu aangekondigde hervormingen van het autoritaire Chinese regime lijkt zich nog niet een democratische kentering af te tekenen, en evenmin is er sprake van krachtig ingrijpen op het gebied van de corruptiebestrijding. Het autoritaire regime, dat wordt gekenmerkt door de afwezigheid van transparante verkiezingen met meerdere kandidaten, heeft namelijk meer baat bij de materiële belangen van zijn steunpilaren (de belangengroepen) dan bij de invoering van een democratisch regime. En omdat de hervorming van het politieke regime geen gelijke tred houdt met die van de economie, blijven de algemene hervormingen beperkt en marginaal, waardoor het risico bestaat van een zekere onbalans tussen politiek en economie. Het is duidelijk niet voldoende om de relatie tussen de regering en de markt cruciaal te noemen voor de hervormingen en te hameren op de beslissende rol van de markt. Want wat voor alles telt om de algemene hervormingen in China en een duurzame ontwikkeling te bevorderen, is hoe het efficiënt functioneren van de markt wordt beïnvloed door het onpartijdige karakter van het regime, het eigendomsrecht en het rechtsstelsel.
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 35
Azie.indd 35
03-12-13 16:41
midden-oosten
De ideale zondebok Al-Monitor – Washington
In Saoedi-Arabië neemt het aantal arrestaties van gast arbeiders toe, terwijl de Saoedi’s lijken te vergeten dat hun economie voor een groot deel draait op de inzet van buitenlandse arbeidskrachten. De gastarbeiderproblematiek revisited.
N
iets is bevredigender voor een ontevreden bevolking die te kampen heeft met hoge werkloosheid dan zich af te reageren op illegale immigranten. Overheden moeten in zware tijden getuigen van daadkracht, en de uitzetting van honderden illegalen sorteert dan het meeste effect. Als ‘vreemdelingen’ bij uitstek zijn illegale immigranten de ideale zondebok, de vijand in ons midden die je overal de schuld van kunt geven.
Onzekere situatie
De Saoedische regering heeft besloten tot actie over te gaan. In Riyad en Djedda werden duizenden illegale immigranten uit verschillende landen gearresteerd (er zouden 33.000 illegalen gevangen worden gehouden). Er circuleerden beelden van veldslagen in de armste wijken van Riyad, waar de illegalen hun toevlucht hadden gezocht. Een Saoedi verklaarde zelfs trots dat hij had meegeholpen aan de ‘ontzetting’ van een vervallen pand dat onderdak bood aan illegale Ethiopiërs. Direct na de invallen werd een akkoord bereikt over de noodzaak om het land
landse bedrijven, die gebruikmaken van hun onzekere situatie en hun bescheiden salariseisen. Deze situatie heeft geleid tot een markt waarin goedkope arbeid wordt geleverd door mensen die zich aan de verkeerde kant van de immigratiewetgeving bevinden en zodoende in de illegaliteit belanden. De economie en de welvaart van SaoediArabië blijven afhankelijk van buitenlandse arbeidskrachten, zowel de legale als de clandestiene. In de jaren vijftig maakte een serie stakingen in de olie-industrie de Saoedische overheid bewust van het gevaar dat lokale arbeidskrachten kunnen vormen wanneer zij zich organiseren. Er werd daarom besloten arbeiders uit het buitenland te halen, die vervolgens aan strenge regels werden onderworpen. Zo werd hun het recht ontnomen om te staken of zich te verenigen. Een buitenlander, bijvoorbeeld een gehoorzame Aziaat, die een kortlopende werkvergunning krijgt en makkelijk weer weggestuurd kan worden, leek de ideale oplossing. Dit beleid zorgde voor een duidelijke tweedeling tussen autochtonen en allochtonen. De allochtoon leidt een
saoedi-arabië
beter voelen, aangezien ze invloed hebben op het leven van mensen die minder geluk hebben gehad dan zijzelf. Een dergelijk beleid bood de ideale omstandigheden voor discriminatie en machtsmisbruik en gaf de eigen onderdanen tegelijkertijd meer rechten dan de gastarbeiders. Hierdoor is er een kastensysteem ontstaan, waarbinnen een Saoedi zich – ook al is hij straatarm en beweegt hij zich aan de zelfkant van de samenleving – altijd superieur waant ten opzichte van immigranten uit Afrikaanse en Aziatische landen. Deze hiërarchie is van het grootste belang voor het in toom houden van een bevolking die altijd is voorgehouden dat zij de ‘uitverkorene’ is.
Ontevreden onderdanen
De inzet van buitenlandse arbeidskrachten voedt een diepgaand nationalisme en vormt een voedingsbodem voor racisme, misbruik en pesterijen. De regering kan haar ontevreden onderdanen opzetten tegen de buitenlanders, die hun banen en hun rijkdom zouden afpakken. De Saoedische pers publiceert regelmatig cijfers over de enorme bedragen die immigranten naar het buitenland overmaken voor het onderhoud van hun gezin, dat niet met hen mee mocht naar SaoediArabië. Daarbij wordt overigens niet vermeld dat de Saoedi’s zelf miljarden aan investeringen naar het buitenland sluizen.
Ook in sociaal opzicht kun je buitenlanders beschuldigen van alles wat er niet deugt: georganiseerde misdaad, drugs, prostitutie et cetera. De Saoedische samenleving leeft nog steeds in de waan dat zij zelf vroom is en alleen door toedoen van buitenlanders verdorven kan raken. Veel Saoedi’s blijven volharden in hun strijd tegen de moderniteit, waarvan ze de buitenlanders de schuld geven. Men vergeet alleen dat de afnemer van al deze arbeid niemand anders is dan de Saoedi zelf. Het feit dat alcoholstokerijen zo floreren en dat prostitutie zo wijdverbreid is, komt doordat de Saoedi’s er de klanten van zijn en blijkbaar bereid zijn om flink te betalen voor deze illegale goederen en diensten. Een inval in een bordeel of een pakhuis met alcoholische drank komt in het nieuws, vooral als er buitenlanders werken.
De inzet van buitenlandse arbeidskrachten voedt een diepgaand nationalisme Aan de klanten – Saoedi’s die zijn ‘meegesleurd in de zonde’ – wordt vaak geen aandacht besteed, terwijl de buiten lander ofwel in de gevangenis belandt ofwel het land wordt uitgezet, zodat de bron van het kwaad is uitgeroeid. Madawi Al-Rasheed
Men vergeet alleen dat de afnemer van al deze arbeid niemand anders is dan de Saoedi zelf te ontdoen van de bedreiging die wordt gevormd door deze buitenlanders, die vaak worden beschuldigd van bendevorming en allerlei criminele activiteiten, zoals prostitutie en het stoken van alcohol voor de lokale markt. Uiteraard is niemand bereid te erkennen dat veel van deze illegale immigranten in dienst zijn bij Saoedi’s of bij buiten-
onzeker bestaan: hij is binnengehaald voor een specifieke taak, zijn paspoort wordt afgenomen en hij mag niet van baan veranderen. Hij is overgeleverd aan zijn werkgever, die in naam van de overheid volledige controle heeft over zijn doen en laten, én over zijn rechten. Deze situatie geeft de Saoedi’s bepaalde privileges en zorgt ervoor dat zij zich
‘Het ging prima bij de grens: ze zagen dat ik zwart ben en dachten dat het olie was’ © El Roto – El País, Madrid
pagina 36 nr. 47 7 tot 21 december 2013
MO_SaoudiArab.indd 36
03-12-13 15:49
afrika
centraal-afrikaanse republiek
van de VN, Jan Eliasson. De Afrikaanse
Legering van Fomac*-militairen
Darfur
TSJAAD
SOEDAN
ZUIDSOEDAN CENTRAAL-AFRIKAANSE REPUBLIEK
Bossangoa 250 militairen O U H A M Franse basis in Boali 450 militairen Bangui
Gebied waar het Revolutionaire Leger van de Heer opereert Bangassou 120 militairen DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO
KAMEROEN
CONGO
250 km
* Internationale strijdmacht in Centraal-Afrika (bestaat uit militairen uit Tsjaad en Kameroen)
Bron: OCHA (VN), situatie medio november
de plaatsvervangend secretaris-generaal
Hevige gevechten
gui
voor onze ogen in een complete chaos’, zei
Onrustige gebieden
ban
‘De Centraal-Afrikaanse Republiek vervalt
Ondermijnd door conflicten
Ou
Catastrofale burgeroorlog dreigt in hart van Afrika
troepenmacht moet volgens hem worden omgevormd tot een vredesmissie.
Think Africa Press – Londen
N
aar schatting 400.000 inwoners van de Centraal-Afrikaanse Republiek zoeken, dicht opeengepakt op kerkhoven of diep in het oerwoud verscholen, bescherming tegen het escalerende geweld in het land. In de gevechten staat de rebellenbeweging Seleka (‘Unie’), die in maart president Bozizé afzette en verving door Michel Djotodia, tegenover zogenaamde anti-balaka-groepen.
altijd al verdedigden tegen rovers, veedieven, rebellen en stropers. Qua reikwijdte en omvang is het verzet van de anti-balaka nog grotendeels een regionale aangelegenheid. De gewapende groepen missen de centrale coördinatie en de aanvalskracht om de directe confrontatie met de Seleka aan te kunnen gaan. Het zwaartepunt van het geweld ligt in het noordwesten van de Centraal-Afrikaanse Republiek, het thuisfront van oud-president Bozizé en de leden van zijn voormalige presidentiële garde.
Vaak wordt religie als factor in het geweld genoemd
Na de omverwerping van het regime van Bozizé sloegen de Seleka op grote schaal aan het plunderen. Duizenden Centraal-Afrikanen sloegen op de vlucht, en dat leidde tot een ernstige humanitaire crisis. Een samenraapsel van lokale zelfverdedigingsmilities en gewapende tegenstanders van de Seleka begon weerstand te bieden tegen de plunderaars. Gewapend met machetes, geweren en andere wapens sloegen zij terug, vooral in het noordoosten, waar het boerenverzet begon. De term ‘antibalaka’ betekent in de lokale talen Mandjo en Sango ‘anti-zwaard’ of ‘antimachete’, de naam die de dorpelingen gaven aan de milities waarmee zij zich
Vaak wordt religie als factor in het geweld genoemd. In het conflict zou de overwegend islamitische Seleka tegenover de voornamelijk christelijke antibalaka staan. Hoewel religieuze spanningen inderdaad een rol spelen in sommige van de geweldsoprispingen, is dit toch een te simplistische weergave van de situatie. Onder de Seleka bevinden zich naast Centraal-Afrikaanse en buitenlandse moslims ook niet-religieuze rebellen, gewone bandieten en opportunisten die aan de plunderingen en het vandalisme zijn gaan deelnemen. Weliswaar waren sommige van de tegen christenen gerichte gewelddaden van de rebellen religieus gemotiveerd, maar
ook andere motieven speelden een rol. Er werden af en toe ook moslimgemeenschappen aangevallen. De regering van Djotodia heeft de Seleka niet van hun terreuracties in het noordwesten en de rest van het land kunnen weerhouden. Zij beschikt ook niet over de benodigde zwaarbewapende troepen om de wetteloosheid te lijf te gaan. Het onvermogen van de regering om de Seleka en de antibalaka in het gareel te houden komt voort uit een diepere bestuurlijke crisis: Djotodia heeft duidelijk te weinig gezag als president en als voormalig leider van de Seleka. Zijn pogingen om de opstandelingen te ontwapenen en in de samenleving te integreren hebben op weinig medewerking van hun kant kunnen rekenen. Demobilisatie leidde in de hoofdstad Bangui tot oplaaiend geweld of aanvallen op wijken waar aanhangers van Bozizé wonen. De ontwapening en herintegratie van de minstens 20.000 man sterke Seleka, met bandieten en buitenlandse huurlingen in de gelederen, was des te moeilijker voor de tandeloze regering, omdat zij niet beschikt over een helder nationaal plan. Djotodia ontbond de Seleka officieel in september, maar de opstandelingen legden hun wapens niet neer en bleven amok maken.
Interventie
Regeringswoordvoerders benadrukken dat zij geen buitenlandse interventie nodig hebben, maar alleen ‘militaire steun’. Het nationale leger van de Centraal-Afrikaanse Republiek is echter te zwak en te slecht bewapend om de Seleka partij te bieden. Zo zijn er volop bewijzen dat de rebellen in en rond Bangui regeringssoldaten executeren.
In het verleden was de Centraal-Afrikaanse Republiek herhaaldelijk afhankelijk van internationale steun om burgeroorlogen en staatsgrepen het hoofd te bieden. Ook nu lijkt er weinig kans dat de rust zonder steun van beter bewapende buitenlandse troepen kan worden hersteld. Frankrijk heeft toegezegd het troepenaantal in het land te verhogen van vierhonderd tot meer dan duizend. Tegelijkertijd heeft Parijs echter duidelijk gemaakt dat het niet van plan is ‘de politieagent van de wereld te gaan spelen’ en dat het niet opnieuw bij een militaire interventie betrokken wil raken. De Fransen hebben daarom een oproep gedaan aan de Afrikaanse staten om troepen te leveren voor een missie onder Afrikaanse leiding. De Verenigde Naties besloten in juli de huidige regionale vredesmacht uit te breiden tot een 3.652 man sterke troepenmacht. Financiële en logistieke problemen maken het echter onwaarschijnlijk dat deze voor het einde van het jaar operationeel is. Al is de internationale steun bemoedigend, de crisis in de Centraal-Afrikaanse Republiek vereist een snellere interventie van grotere omvang. Bovendien is het cruciaal dat er in de regio onderhandelingen op gang worden gebracht tussen alle partijen in het conflict. Bijna een half miljoen mensen zijn dakloos geraakt als gevolg van de gevechten in het land. De overgangsregering lijkt niet in staat de eigen onderdanen te beschermen. Een snelle en doorslaggevende interventie is geboden, nu een van de armste en meest kwetsbare landen van de wereld in een burgeroorlog verstrikt dreigt te raken. Dat zou voor de 4,5 miljoen Centraal-Afrikanen een catastrofe betekenen. Tendai Marima
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 37
Afrika.indd 37
03-12-13 16:38
horizon
eieren zoeken
Bezeten van nestroof The New Yorker – New York
Er bestaat een geheim netwerk van volwassen mannen die met elkaar in codes communiceren, nauwkeurig broedschema’s bijhouden en bezeten zijn van vogeleieren. Ze riskeren forse gevangenisstraffen, maar dat weerhoudt hen er niet van de nesten van alpenkraaien, roodkeelduikers, morinelpleviers en bruine kiekendieven leeg te roven. Eerst werden de dieven nog met microfoons in de bomen opgespoord, maar dat veranderde met Operation Easter, in omvang vergelijkbaar met een soort Drug Squad.
Een doos met gestolen eieren van verzamelaar Matthew Gonshaw, de beruchtste eierverzamelaar van het Verenigd Koninkrijk. De eieren zijn door de politie gelabeld en genummerd maar moesten achteraf worden vernietigd. De foto is beschikbaar gesteld door Scotland Yard. © AP, Metropolitan Police HO
pagina 38 nr. 47 7 tot 21 december 2013
Horizon.indd 38
03-12-13 14:52
eieren zoeken
horizon
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 39
Horizon.indd 39
03-12-13 14:52
horizon
O
p 31 mei 2011 kreeg Charlie Everitt, opspo ringsambtenaar bij de National Wildlife Crime Unit in het Schotse Edinburgh, een dringend telefoontje van een politieman uit het noorden van het land. Deze vertelde hem dat een opzichter van een natuurreservaat op het eiland Rum, op 30 kilometer uit de kust, een man had gezien die ‘aan het ronddarren was’ in een meeuwen kolonie. Everitt keek op de klok. Het was vier uur ’s middags, te laat voor de laatste veerboot. Dus reed hij alvast in de richting van Mallaig, een piepklein haventje op vier uur afstand, waar hij de volgende ochtend de eerste boot zou kunnen nemen. Rum, een rots van 106 vierkante kilometer, wordt bewoond door zo’n veertig mensen, van wie de mees ten in dienst zijn van de Scottish Natural Heritage, een milieuorganisatie die is belast met de bescher ming van wilde dieren. Op het eiland leven edel herten en tal van zeldzame vogels, waaronder dwergvalken en zeearenden, en het is een belangrijk broedgebied voor de noordse pijlstormvogel, een zeevogel met een angstaanjagende roep. Dit was de reden, wist Everitt, dat het eiland een belangrijk doelwit was voor eierverzamelaars, een geheim net werk van mannen die bezeten zijn van het rapen en catalogiseren van eieren van zeldzame vogels.
Woelig
De tocht met de veerboot de volgende ochtend was woelig. De wolken hingen bijna tot in het water. Everitt, een man van 46 met een vollemaansgezicht, vroeg zich af wat voor dag hem wachtte. In victori aanse tijden behoorde eieren verzamelen tot het curieuze domein van de natuurhistorici, maar nadat er wetten waren gekomen ter bescherming van bedreigde vogelsoorten, werd het een misdrijf. Verzamelaars gingen ondergronds. Sommigen communiceerden met elkaar door middel van cijfercodes. In de tien jaar dat hij dit werk deed, had Everitt nooit een verzamelaar ontmoet. Halverwege de tocht naar het eiland kreeg Everitt een radiobericht. Het was de politieman uit het noorden: de verdachte stond op de aanlegsteiger. Toen Everitt van boord ging, zag hij een magere, lange man in een camouflagepak tegen een uitpui lende rugzak leunen. Hij was eind veertig, zo te zien, met diepliggende bruine ogen. Everitt ging naar
Eierkunde is ‘een van de opwindendste vakgebieden binnen de ornithologie’
eieren zoeken
hem toe en vroeg naar zijn naam. ‘Zodra hij die zei, wist ik dat we onze man hadden gevonden.’ ‘Onze man’ was Matthew Gonshaw, de beruchtste eierverzamelaar van het Verenigd Koninkrijk. De werkloze Londenaar had al driemaal in de gevan genis gezeten vanwege zijn hobby. De laatste keer dat hij was gepakt, in 2004, hadden de opsporings ambtenaren bijna zeshonderd eieren bij hem aan getroffen, waarvan er 104 in een geheim vak in het onderstel van zijn bed waren verstopt. Er is geen politiebureau op Rum, dus nam Everitt Gonshaw mee naar het kantoor van de Scottish Natural Heritage, waar hij met toestemming van Gonshaw diens rugzak doorzocht. Deze bevatte enkele kleine injectiespuiten, waarmee verzamelaars de eieren leegzuigen, evenals topografische kaarten van het gebied, een rol touw en een militaire overle vingsgids. Everitt had ook flarden krantenpapier uit een paar plastic etensbakjes zien steken. Daarin vond hij twintig eieren, waaronder acht van de noordse pijlstormvogel. Gonshaw weigerde vragen te beantwoordden. Hij wist dat de politie een inval in zijn appartement zou doen en vroeg of ze de sleutel bij de huisbaas wilden opha len in plaats van de deur te forceren. Everitt belde zijn bureau in Edinburgh, dat de politie in Londen informeerde. Binnen enkele uren werd er een speci ale eenheid geformeerd door de Londense politie en de Royal Society for the Protection of Birds (RSPB), de grootste Britse vogelbeschermingsorganisatie, om Gonshaws appartement te doorzoeken. Mark Thomas, opsporingsambtenaar bij de RSPB en in kringen van milieumisdadigers een betrekkelijke beroemdheid vanwege zijn aanpak van eierverzamelaars, zegt dat hij onmiddellijk naar zijn auto rende zodra hij het telefoontje kreeg. De meeste eieren die door belangrijke Britse natuur historici zijn verzameld, bevinden zich in het Natural History Museum in Tring, ten noorden van Londen. Dit museum bevat de grootste zoölogische verzame ling die ooit door één mens is bijeengebracht. Het is gelegen op het voormalige landgoed van zijn stichter, de bankier, politicus en zoöloog Walter Rothschild, die erom bekend stond dat hij in een door zebra’s getrok ken koets naar het parlement reed. Lord Rothschild stierf in 1937. Meer dan tweehonderd diersoorten, waaronder een worm, dragen zijn naam. In het museum dat hij achterliet bevindt zich een collectie van twee miljoen vogeleieren – de grootste ter wereld –, waarmee het voor onderzoekers een van de belangrijkste instellingen ter wereld is.
Opwindend vakgebied
Oölogie, ofwel eierkunde, is ‘een van de opwindend ste vakgebieden binnen de ornithologie en in veel opzichten het onbekendste’, zegt Douglas Russell,
104 eieren waren in een geheim vak in het onderstel van zijn bed verstopt
de curator van de eiercollectie van het museum. Maar deze kleine, ernstige man met zijn rossige sikje staat niet bepaald te trappelen om me de eier collectie te laten zien. Sinds 1979 is die geheel geslo ten voor het publiek, nadat Mervyn Shorthouse, een regelmatige bezoeker die zich voordeed als een aan een rolstoel gekluisterde invalide, in drie jaar tijd tienduizend eieren ontvreemdde. De eieren worden in het museum bewaard in een bijtend koud souterrain met vele rijen stalen kasten met klimaatbeheersing, waarvan sommige op naam van een verzamelaar staan. Russell pakt een sleutel van de ring aan zijn riem en leidt me naar een van de kasten, die zich laat openen als een bankkluis. In een door glas afgedekte la liggen groepjes kleine eieren, als zeldzame juwelen, met blauwe, beige en grijze stippels, alle met een klein rond gaatje erin waardoor de inhoud eruit is gezogen. ‘Dit zijn koekoeken van Stuart Baker’, zegt Russell. ‘Kijk eens wat een vari atie.’ Ik volg hem naar een andere kast, waarin één wit ei ligt van een Samoa-waterhoen, gevonden in 1873. Russell veegt langs zijn ogen. ‘Dat is het enige ei dat er ooit zal zijn’, zegt hij. ‘De soort is uitgestorven. Maar we hebben in elk geval deze ene vitrine.’ Aan het begin van de twintigste eeuw, toen natuur
pagina 40 nr. 47 7 tot 21 december 2013
Horizon.indd 40
03-12-13 14:52
horizon
eieren zoeken
Walter Rothschild en de zebra’s die zijn koets naar het parlement trokken.
beschermers aandacht begonnen te vragen voor bedreigde soorten, kreeg men een andere kijk op het verzamelen van eieren van wilde vogels. In 1922 waarschuwde Earl Buxton, in een toespraak tijdens de jaarvergadering van de RSPB in Londen, voor de ‘onmiskenbare dreiging’ die uitging van de eieren verzamelende leden van de British Ornithologists’ Union, waarvan Lord Rothschild lid was. Verontwaardigd scheidde Rothschild zich destijds af, samen met de weleerwaarde Francis Charles Robert Jourdain, een twistzieke, in Oxford opgeleide ornitholoog met een litteken op zijn voorhoofd, opgelopen bij een val van een rots tijdens een zoektocht naar een adelaarsnest. Samen vormden de heren de British Oological Association. Deze vereniging, die zichzelf na Jourdains dood in 1940 omdoopte tot de Jourdain Society, verklaarde dat ze de enige organisatie in het land was die aan het verzamelen van eieren was toegewijd. Het is de vereniging niet voor de wind gegaan. In 1954 verbood de Vogelbeschermingswet het verzamelen van de meeste vogeleieren in het Verenigd Koninkrijk. In 1981 werd een negental soorten tot ‘Schedule 1’ uitgeroepen, hetgeen impliceert dat het bezit van de eieren van deze vogels, tenzij vóór 1954 verzameld,
een misdrijf is. Bijeenkomsten van de Jourdain Society, waarvan de leden formele kleding droegen en draagbare vitrines vol eieren meebrachten naar de vergadering, werden het doelwit van spectaculaire invallen. Tegen 1990 was meer dan de helft van de leden van de Jourdain Society weleens veroordeeld wegens verboden eierbezit, meldt de RSPB. Eén lid stemde onlangs in met een radio-interview, op voorwaarde dat zijn stem vervormd zou worden. ‘Ongelooflijk veel waardevolle ornithologische kennis is gebaseerd op het werk dat de afgelopen tweehonderd jaar door natuuronderzoekers, zowel amateurs als beroeps, is verricht, en daar zaten heel wat verzamelaars bij’, zegt Russell, als we door een gangpad met ‘Jourdain-eieren’ lopen. ‘Maar de verzamelaars van tegenwoordig zou ik geen ornithologen meer willen noemen. Dat zijn bezetenen die eieren als iets uitzonderlijk aantrekkelijks beschouwen. En die aantrekkingskracht zit hem deels in het feit dat het is verboden.’
Database
Twee mannen die elke serieuze eierverzamelaar kent zijn Mark Thomas en Guy Shorrock. Ze zijn
opsporingsambtenaren van de RSPB. Deze organisatie houdt een database bij van overtreders van natuurbeschermingswetten en heeft justitie bijgestaan in het vervolgen van tientallen eierverzamelaars. Momenteel is de RSPB, die in 1889 werd opgericht door vrouwen die geen lid mochten worden van de British Ornithologists’ Union, een van de belangrijkste milieugroeperingen ter wereld, met meer dan een miljoen leden.
‘Dat is het enige ei dat er ooit zal zijn. De soort is uitgestorven’ Hoewel de Britten natuurbescherming hoog in het vaandel hebben staan, is er geen centrale overheidsdienst, zoals de Fish and Wildlife Service in de VS. De National Wildlife Crime Unit, die in 2006 werd opgericht om milieumisdrijven te bestrijden, heeft maar acht medewerkers in vaste dienst. Daarom is zowel het publiek als justitie afhankelijk van de RSPB bij het helpen voorkomen van ‘vogelmisdrijven’.
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 41
Horizon.indd 41
03-12-13 14:52
horizon
Een kwart van het werk van het opsporingsteam van de RSPB gaat op aan zaken tegen eierverzamelaars. Maar eieren verzamelen is ook het enige milieumisdrijf waartegen de politie landelijk actie onderneemt, via Operation Easter [Operatie Pasen]. Deze actie, die in 1997 werd gelanceerd, heeft de RSPB in staat gesteld om decennia aan informatie over eierverzamelaars te combineren met een nationale politiedatabase. ‘Een nationale politieoperatie als deze is zeer zeldzaam in Groot-Brittannië’, zegt Alan Stewart, de politieman die samen met Shorrock Operation Easter begon. ‘De andere operaties van deze omvang zijn gericht tegen drugshandel, mensenhandel en voetbalvandalisme.’ Het is een druk seizoen geweest voor de opsporingsambtenaren. Naast de arrestatie van een politieman in Suffolk, in wiens huis 650 eieren werden aangetroffen, bewaakte de RSPB 24 uur per dag het nest van een grauwe klauwier in het zuiden van Engeland. In 2010 doken daar twee klauwierparen op; het was de eerste keer dat men de soort in het Verenigd Koninkrijk had zien nestelen sinds halverwege de jaren tachtig. Velen weten de verdwijning van de broedparen aan eierverzamelaars. Toen bekend werd dat de klauwieren waren teruggekomen, boden tientallen vrijwilligers zich aan om de nesten te bewaken. ‘Van alle misdrijven waarmee ik te maken heb gehad, is eieren verzamelen altijd het schokkendst voor het publiek’, zegt Shorrock. Mark Thomas schat dat er rond de vijftig actieve verzamelaars over zijn. ‘We weten wie het zijn’, voegt hij eraan toe. Samen met Guy Shorrock is hij in heel wat huizen van verzamelaars geweest, soms diverse keren. Het lijkt bijna één grote familie. Daniel Lingham, die 3.600 eieren in huis had, barstte in tranen uit toen Thomas en de politie in 2004 arriveerden. ‘Goddank dat jullie gekomen zijn’, zei hij. ‘Ik kan er niet mee stoppen.’ In 2006, toen Colin Watson, een beruchte verzamelaar, omkwam bij een val uit een boom terwijl hij een sperwernest probeerde te bereiken, was een lid van de Jourdain Society zo vriendelijk de RSPB te bellen. Een andere keer, tijdens een inval in het huis van een verzamelaar, vond Shorrock een papiertje met zijn eigen naam en adres erop. Hij is meteen verhuisd.
Broodje ei
Thomas heeft nog niet ontbeten, dus ga ik met hem naar een cafetaria. Hij bestelt een broodje ei. Thomas was, anders dan Shorrock, al een vogelfanaat sinds zijn kinderjaren in Sheffield, waar hij lid was van de jeugdbrigade van de RSPB. Na zijn studie milieukunde ging hij op zijn vijfentwintigste bij de RSPB aan de slag als onderzoeker. ‘Ik wist dat ik geen baan ambieerde die niet rechtstreeks en tastbaar ten goede zou komen aan vogels’, zegt hij. In 1999 versloeg hij zon-
eieren zoeken
Illustratie van twee Hawaïaanse vogels in een boek van Lord Rothschild, door J.G. Keulemans. © The British Library / Robana / Getty
Voor Whitaker ging het vooral om de schoonheid van de eieren en ‘de kunst’ van het bemachtigen der enige opsporingservaring een hele schare sollicitanten naar een baan als opsporingsambtenaar. Toen hij aan zijn baan begon, was Operation Easter net gelanceerd. Na twee weken ging hij naar het graafschap Devon, waar hij deelnam aan een politieinval in het huis van een vermoedelijke eierverzamelaar. Toen ze bij het huis arriveerden, kwam de man meteen met een grote vitrine op de proppen die zo’n vijfhonderd gestolen eieren bevatte. ‘Dat is vreemd, dacht ik’, herinnert Thomas zich. Toen ze vertrokken, rook een agent marihuana, waarop de eenheid terugkeerde naar de deur. ‘We vroegen of hij ons nog iets anders wilde vertellen’, zegt Thomas. ‘De man haalde
Door de RSPB in beslag genomen, geroofde eieren – © RSPB
pagina 42 nr. 47 7 tot 21 december 2013
Horizon.indd 42
03-12-13 15:07
horizon
eieren zoeken
Een door verzamelaars herhaald adagium is dat ze alleen maar tijd van de vogels stelen
een doos tevoorschijn en zei: “Ik weet niet wat ik ermee moet, maar dit is een automatisch wapen.”’ De politie nam een partij cannabis ter waarde van 15.000 dollar in beslag. Die avond, terwijl Thomas de lange autorit terug naar huis maakte, was het nieuws al op BBC Radio. ‘Ik dacht: als het altijd zo gaat, dan zal ik nog wat beleven’, vertelt Thomas. De arrestatie in Devon was mogelijk geweest doordat iemand de broer van de verdachte in een Schotse kroeg over vogeleieren had horen praten. Iemand volgde hem naar buiten, noteerde zijn kenteken en belde de RSPB. Vóór Operation Easter hadden de opsporingsambtenaren van de RSPB moeten volstaan met het ophangen van microfoons in bomen, in de hoop verzamelaars te horen wanneer die naar nesten klommen. Nu konden kentekennummers in een politiedatabase worden ingevoerd. De man bleek betrekkingen met andere bekende verzamelaars te onderhouden, en een rechter ondertekende een huiszoekingsbevel. De RSPB ontving in die tijd ongeveer één melding van nestroof per dag, soms van vrouwen die verbitterd waren geraakt door de tijdverslindende hobby van hun echtgenoot. Alle tips werden geregistreerd. De meeste verzamelaars zijn Engelsen, maar de meeste nesten van zeldzame vogels in het Verenigd Koninkrijk bevinden zich in Schotland. Langs de twee hoofdwegen tussen de landen werden bewakingscamera’s geplaatst om de kentekens van passerende auto’s te registreren. Thomas ontdekte twee patronen: auto’s van vermoedelijke verzamelaars passeerden vaker tussen maart en juni, in het broedseizoen. En veel van die auto’s stonden op naam van leden van de Jourdain Society. In de lente van 2011 kreeg de RSPB een telefoontje van een vogelaar op South Uist, in de Buiten-Hebriden, een onherbergzaam eiland met guur weer, waar Gaelic wordt gesproken en waar enkele bedreigde vogelsoorten voorkomen, waaronder steenarenden. Daarvan zijn nog zo’n 450 paren over in het Verenigd Koninkrijk. De vogelaar meldde een man te hebben gezien die in een hagelbui tegen een rotswand opklauterde. Arenden bouwen hun nesten vaak tussen het soort rotsen dat de man beklom. Het hele eiland werd afgestroopt, totdat de verdachte twee dagen later werd aangetroffen bij zijn tent op de camping van Howmore Hostel. Zijn naam zou synoniem worden met de brutaliteit van de moderne eierverzamelaar: Matthew Gonshaw uit Londen. Thomas en Shorrock stonden voor een raadsel: niet alleen hadden ze nog nooit van Gonshaw gehoord, ze hadden evenmin beseft dat eierverzamelaars ook uit Londen konden komen. Gonshaw had geen eieren bij zich, maar toch werd hij in hechtenis genomen. De volgende dag had Shorrock een ontmoeting met de Londense politie en samen togen ze naar het appartement van Gonshaw, in een naargeestig rijtje woon-
blokken van drie verdiepingen in het Londense East End. De politie forceerde de deur. Binnen vonden ze kaarten, klimuitrusting en vogelboeken. Er lag onder andere een boek van een lid van de Jourdain Society, waarin werd uitgelegd hoe men nestlocaties kan traceren door gegevens uit andere vogelboeken te combineren, plus een foto van een legendarische eierverzamelaar uit het begin van de twintigste eeuw, John Wallpole-Bond. ‘Ter nagedachtenis aan Jock, The Man’, had Gonshaw daarop geschreven. ‘Er is hier iemand anders bij betrokken’, zei Shorrock tegen de East London Advertiser. Hij was er zeker van dat Gonshaw contact had met andere eierverzamelaars.
Dagboek
Maar Gonshaw, die op dat moment 38 was, bleek een buitenbeentje. Hij was niet getrouwd, had geen baan en leefde van de bijstand. Hij had de camera’s langs de weg ontlopen omdat hij niet over een auto beschikte. Anders dan de typische eierverzamelaar was Gonshaw, zoals uit zijn dagboeken bleek, een man die maar nauwelijks genoeg geld had voor de hobby waarvan hij zo bezeten was. Hij zocht zorg vuldig zijn routes uit, kocht bus- en treinkaartjes met vroegboekkorting en berekende de kosten van alles wat hij nodig zou hebben, van boter tot pakjes instantpudding van het merk Bird’s. Hij had in tenten geslapen en was te voet door het binnenland van Schotland en Engeland getrokken. Eenmaal trapte hij onverwacht bijna op een waadvogel. ‘Mijn hart sprong zowat in mijn keel’, schreef hij in zijn dagboek. ‘Het was een paarse strandloper.’ Ook de vogels in Londen hield hij nauwkeurig in de gaten, en hij noteerde op een gegeven moment een toename van het aantal slechtvalken in het centrum tot ‘minstens vijf paren (…) precies zoals ik vele maanden geleden al voorspelde’. Shorrock vond geen eieren in Gonshaws appartement, maar wel dagboeken met nauwkeurige beschrijvingen van de broedschema’s van beschermde vogels en aanwijzingen dat hij hele nesten van alpenkraaien, roodkeelduikers, morinelpleviers en bruine kiekendieven had leeggehaald – allemaal Schedule 1-vogels. De nestlocaties waren opgetekend, met de datum erbij. Shorrock vergeleek deze gegevens met de informatie van de RSPB zelf over de locaties van nesten waaruit eieren werden vermist. Gonshaw kreeg een advocaat toegewezen en ontkende schuldig te zijn. Hoewel er geen eieren bij hem waren aangetroffen, moest hij twee keer voor de rechter komen, in Engeland en in Schotland. Hij werd op acht punten schuldig bevonden, zoals voor het storen van een steenarend (later verworpen), het bezit van verzamelaarsmateriaal, het verzamelen van Schedule 1-eieren en een poging tot verstoring van de rechtsorde door een valse naam op te geven tijdens een arrestatie. ‘In al mijn jaren heb ik nog nooit een zaak verloren’, zegt Shorrock. Erger voor Gonshaw was dat er net een milieuwet was aangenomen waarop de RSPB twintig jaar had aangedrongen. Deze bevatte nieuwe richtlijnen voor de strafmaat, zoals maximaal zes maanden gevangenisstraf voor het verzamelen van Schedule 1-eieren. Gonshaw was een van de eerste verzamelaars die gevangen werd gezet. Toen hij het vonnis hoorde, schreeuwde hij: ‘Zoiets walgelijks heb ik nog nooit in een rechtszaal meegemaakt!’
Gonshaw was geen lid van de Jourdain Society, maar in zijn dagboek stonden namen van mensen die dat wel waren, plus de mogelijke manieren om het lidmaatschap te verkrijgen. Een van de leden met wie Gonshaw contact had, was Jim Whitaker, die lang in het bestuur had gezeten. Whitaker, een man van 78, woont in Yorkshire, vier uur rijden ten noorden van Londen, in een huis op een heuvel van waaruit hij een uitgeverij runt met de naam Peregrine Books. Peregrine heeft 61 titels uitgebracht. Sommige gaan over honden, maar de meeste over zeldzame vogels in het Verenigd Koninkrijk en over de eerste eierverzamelaars aldaar. Toen ik hem opbelde, leek hij nerveus. ‘Hebt u met de RSPB gesproken?’ vroeg hij. Hij zei dat ik hem de volgende dag moest terugbellen. Toen ik dat deed, nam zijn vrouw op, maar die legde prompt weer neer. Toen ik de volgende dag Whitaker zelf weer aan de lijn kreeg, leek hij ontspannener. ‘Het valt niet mee voor de vrouwen’, legde hij uit. ‘Ze steunen je maar tot op zekere hoogte. Ze zijn niet even bezeten als hun man.’ Whitaker begon als kind in Yorkshire eieren te ver zamelen, na afloop van de Tweede Wereldoorlog. ‘Alle stranden waren overdekt met prikkeldraad, dus jongens van mijn leeftijd gingen nesten uithalen.’ Hij maakte carrière als bedrijfsadviseur en verzamelde als hobby. Voor Whitaker ging het vooral om de schoonheid van de eieren en ‘de kunst’ van het bemachtigen ervan. Sommige verzamelaars zijn beroemd om hun klimkunst, maar Whitaker is een gerenommeerde ‘nestvinder’, een werkwijze die zorgvuldig onderzoek en veel geduld vergt. Hij volgde ooit twaalf uur lang een velduil, om te zien waar haar nest was en om zodra ze dat verliet de eieren te kunnen pakken.
Misdadige mensenhanden
Whitaker gelooft niet dat serieuze verzamelaars de vogelstand bedreigen. Zij volgen broedschema’s, zodat ze de nesten al in een vroeg stadium kunnen leeghalen, wanneer de inhoud van de eieren nog vloeibaar is en de schalen dikker zijn en minder snel breken. Ze nemen alle eieren mee. ‘Op die manier zal de vogel vanzelf nieuwe leggen’, zegt Whitaker. Een veelvuldig door verzamelaars herhaald adagium is dat ze alleen maar tijd van de vogels stelen. Shorrock is het daar niet mee eens. ‘Ik wou dat ik een dollar had gekregen voor elke keer dat ik dat heb
‘Het valt niet mee voor de vrouwen. Ze steunen je maar tot op zekere hoogte’
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 43
Horizon.indd 43
03-12-13 15:07
horizon
eieren zoeken
The Guardian vergeleek het misdrijf met een abortus in een laat stadium van een zwangerschap
gehoord’, zegt hij. ‘Als een vogel een legsel verliest, zullen sommige soorten inderdaad opnieuw gaan leggen. Maar dat is bedoeld als remedie tegen het falen van de natuur, niet tegen misdadige mensen handen. Veel soorten, zoals steenarenden en vis arenden, leggen maar zelden een tweede keer, want het broedseizoen voor zulke paren is snel voorbij.’ Whitaker werd in 1974 lid van de Jourdain Society. Deze fungeerde als een gezelligheidsvereniging. Elk kwartaal was er een bijeenkomst waarbij op Jourdain en de koningin werd getoost, gevolgd door presenta ties van eieren door de leden. ‘De leden van Jourdain waren in die tijd zakenlieden en officieren’, zegt Whitaker met trillende stem. ‘Er zaten drie artsen bij. Het was in die dagen geen vergrijp waarvoor je gearresteerd kon worden.’
Inval
Er werd driemaal een inval gedaan in het huis van Whitaker. Eenmaal werden er 2895 eieren aangetrof fen. Hij werd gearresteerd wegens het bezit van 148 daarvan. In 2004 nam Whitaker wraak door een boek te publiceren over de steenarend, met ook enkele hoofdstukken over de zeearend, dat heel belangrijk zou worden voor zowel de RSPB als voor medeverza melaars. Whitaker had gegevens verzameld over arendsnesten en in een appendix had hij de tot zes cijfers nauwkeurige gps-locaties daarvan opgeno men. Hij liet driehonderd exemplaren van het boek drukken en verkocht die uitsluitend vanuit huis. Een van de kopers was Gonshaw. ‘Hij belde me geregeld’, zegt Whitaker. ‘En hij kwam bij me langs.’ Whitaker wil niet zeggen waarom hij Gonshaw niet heeft geholpen lid van de Jourdain Society te worden, maar hij werd vermoedelijk als een veiligheidsrisico beschouwd. In 2004 belandde Gonshaw opnieuw in de gevangenis, nadat hij was betrapt bij het leeg halen van een nest op het Schotse eiland Tiree. En in de ochtend van 2 juni 2011, de dag nadat Gonshaw was gearresteerd op het eiland Rum, werd zijn appartement binnengevallen door acht Londense politiemannen in overvaltenue. Toen Thomas bij Gonshaws appartement op de tweede verdieping arriveerde, lag de deur aan splinters op de vloer en was de commandant van het team, Stephen Rogers, aan de telefoon met de huismeester. ‘Nu is het wel letjes’, had de huismeester gezegd. ‘Dit is de laatste keer dat ik die deur repareer.’ Thomas haalde zijn videocamera tevoorschijn en begon te filmen, terwijl Rogers plechtig vertelde hoe hij via een ladder door een klein luik in het plafond van Gonshaw was geklommen. Hij trof daar honder den eieren aan, keurig op soort gesorteerd in drie met de hand gemaakte houten kasten, waarvan de afmetingen en potloodschetsen in Gonshaws dag boeken stonden. Gonshaw had zijn verzameling na
zijn laatste arrestatie systematisch verplaatst. Hij bezat 697 eieren, waaronder die van de zeldzame visarend en de geliefde kluut, de langpotige waad vogel die het logo van de RSPB opsiert. Thomas was een maand bezig met het catalogiseren van de eieren. Uiteindelijk stuitte hij op het bewijs dat de zaak zou openbreken. Het was een legsel van drie eieren van de steenarend, op zichzelf al een zeldzaamheid omdat arenden er gewoonlijk maar twee leggen. De schalen waren zwaar beschadigd door grote gaten in de zijkanten. Gonshaw moest het nest half april hebben bereikt, toen de nestel cyclus van de vogels al flink gevorderd was. Hij bleek levende kuikens te hebben weggehaald. Thomas fotografeerde de eieren en speelde de foto’s later door aan de media. The Guardian vergeleek het misdrijf van Gonshaw met een abortus in een laat stadium van een zwangerschap, en schreef over ‘bijna volgroeide kuikens’.
Wet op asociaal gedrag
Thomas verdiepte zich in de ‘wet op asociaal gedrag’ (ASBO), die nogal omstreden is. Niemand was nog ooit op grond van deze wet veroordeeld wegens een milieumisdrijf. Om hem met succes te kunnen ver volgen, moest justitie aantonen dat Gonshaw zich schuldig had gemaakt aan ‘treiteren’ of het veroor zaken van ‘schrik of verdriet’. Thomas ondervroeg vrijwilligers en werknemers van natuurreservaten. ‘Toen we ze vertelden dat hun nesten waren leeg gehaald door Gonshaw en vroegen of ze geschrokken en verdrietig waren, antwoordde de meerderheid bevestigend’, zegt Stephen Rogers, die Thomas hielp bij het ondervragen. Gonshaw bekende schuld aan tien aanklachten wegens het verzamelen en bezit van eieren. De rech ter gaf hem zes maanden en accepteerde de eis van justitie dat de eieren vernietigd zouden worden om
Eenmaal werden er 2895 eieren aangetroffen Gonshaw niet het genoegen te gunnen dat ze naar een museum zouden gaan. Terwijl Gonshaw in de gevangenis zat, eerst in Engeland en daarna in Schot land, leidden hoorzittingen in beide landen ertoe dat de ASBO-wet op hem van toepassing werd verklaard. Gonshaw mag zijn leven lang niet meer in Schotland komen tijdens het broedseizoen. Gonshaws advocaat noemde het vonnis ‘draconisch’. Gonshaw ging onmiddellijk in beroep. In augustus dit jaar werd hij vrijgelaten, juist op het
moment dat de hele gemeenschap van vogelaars zich naar de vogelbeurs in Rutland begaf. Dit evenement trekt jaarlijks 25.000 bezoekers. Zes witte tenten ter grootte van voetbalvelden herbergen honderden stands met uitrusting en kleding voor vogelaars, vogelaarsvakanties, vogelboeken en vertegenwoordi gers van natuurbeschermingsorganisaties. Thomas verwachtte niet dat Gonshaw erheen zou gaan. ‘Dat is niets voor hem’, meende hij. Als ik Thomas op de beurs bij de stand van de RSPB tref, is hij in het gezelschap van Phil Beard, timmer man en lid van de Jourdain Society. Beard, een man van in de vijftig, zegt dat hij is gestopt met verzame len. ‘Begrijp me niet verkeerd, ik fotografeer nog wel af en toe een nest’, zegt hij. Ook gaat hij nog naar bijeenkomsten van de Jourdain Society, maar daar komen nog maar hooguit twintig leden. ‘Ik ben waarschijnlijk een van de jongsten daar’, zegt hij, en corrigeert zichzelf meteen: officieel zijn er geen leden meer. Uit vrees voor strafrechtelijke vervolging heeft de Jourdain Society al haar leden op non-actief gesteld en opnieuw ingeschreven als ‘ereleden’. ‘We wilden de vereniging opschonen’, zegt Beard. Zijn mening over Gonshaw is simpel: ‘Wat hij doet is krankzinnig.’ Maar het echte gevaar voor bedreigde vogelsoorten wordt volgens hem niet gevormd door verzamelaars. ‘Mensen als Shorrock zijn in het hele land op zoek naar eierverzamelaars’, zegt hij, terwijl hij zijn stem verheft en met een in verband gewik kelde vinger naar me wijst. ‘Lui als hij denken aan niets anders. Het zijn extremisten. Maar zij krijgen er tenminste voor betaald.’ Als ik Shorrock later om een reactie vraag, heft hij zijn handen ten hemel. ‘Het parlement van dit land heeft besloten dat we niet willen dat volwassen mannen het platteland afstropen om vogelnesten leeg te halen’, zegt hij. ‘Zo is het nu eenmaal.’
Kwaad
Gonshaw woont in de achterste helft van het laatste appartementengebouw aan het eind van een lange, L-vormige doodlopende straat. Tijdens mijn laatste dag in Londen besluit ik er poolshoogte te gaan nemen. Het is een multiculturele arbeidersbuurt die geleidelijk wordt opgeknapt. De huren zijn verhoogd
pagina 44 nr. 47 7 tot 21 december 2013
Horizon.indd 44
03-12-13 15:08
horizon
eieren zoeken
Camusdarach Beach, Schotland, in de lente; met uitzicht op o.a. het eiland Rum – © Getty
‘Zeevogels worden schaars omdat Schotse vissers de zee leegplunderen’ en er zijn een paar nieuwe cafés gekomen. Ik zit een tijdje op het trottoir aan het begin van de straat en kijk of ik mensen zie die op Gonshaw lijken. Eenmaal druk ik op zijn deurbel, die is overdekt met een spinnenweb. Ten slotte ga ik naar een van de cafés, van waaruit ik nog drie uitstapjes naar Gonshaws deur onderneem en aanbel. De derde keer blaft er een stem door de intercom: ‘Ja?’ Ik had Gonshaw een brief geschreven toen hij in de gevangenis zat, en ik vraag of hij die heeft ontvangen. De verbinding wordt verbroken. Net als ik weg wil gaan, zie ik door de glazen deur een man de trap af komen. Hij draagt alleen een strakke zwarte onderbroek. Als hij in de hal aankomt, trekt hij een helblauw T-shirt over zijn hoofd, doet de voordeur open en kijkt me kwaad aan. Op foto’s uit zijn jonge jaren lijkt Gonshaw een knappe man, maar zijn gezicht is inmiddels sterk vermagerd en zijn haargrens teruggeweken. Hij ziet er slank, fit en onvoorspelbaar uit, zijn ogen schieten nerveus heen en weer. ‘Mijn reputatie zal me worst wezen’, zegt hij.
Twintig jaar lang heeft hij veeleisende expedities voorbereid en ondernomen om een opzienbarende eierverzameling aan te leggen. Het verlies daarvan lijkt hij nog steeds niet helemaal te hebben verwerkt. ‘Die gevangenis maakt me niet zoveel uit’, zegt hij. ‘Maar ik had echt een paar zeldzame eieren. Die zijn nu allemaal weg. Het doet er niet meer toe, begrijpt u?’ Hij pauzeert, alsof hij de eieren in gedachten voor zich ziet. ‘Als ik mijn gang had kunnen gaan, had ik nu een grote kamer vol eiervitrines en vogelboeken. Dat zou mijn studeerkamer zijn.’ Ik had Gonshaws eieren net gezien: ze lagen op wattenbollen in een afgesloten kamer in het hoofdkwartier van de RSPB, waar Thomas ze weldra kapot zou slaan met een hamer. Als ik dat tegen Gonshaw zeg, ontsteekt hij in woede. ‘Dieven zijn het’, zegt hij over de RSPB. ‘Ordinaire rotdieven!’ Hij begint te tieren over grote landbouwprojecten – het verwijderen van heggen, het droogleggen van moerassen, verlies van habitat. ‘Daarom worden vogels schaars’, zegt hij. ‘Alle zeevogels worden schaars omdat alle Schotse vissers de hele zee leegplunderen.’ Hij wordt overstemd door een luidruchtige forenzentrein die op maar vijftig meter van het flatgebouw passeert. Ik vraag Gonshaw of hij van plan is door te gaan met verzamelen, maar daar wil hij niet rechtstreeks antwoord op geven. ‘Het is iets wat gewoon zit ingebakken bij sommige mensen’, zegt hij later.
Aan ons gesprek komt een einde als ik zeg dat ik een paar leden van de Jourdain Society heb gesproken. ‘Wat?’ zegt hij, terwijl hij de deur verder opent en agressief een stap in mijn richting doet. ‘Probeer je me soms gek te maken?’ Hij smijt de deur dicht en loopt weer naar boven. Op 7 september 2012 neemt Thomas de trein naar Londen om het hoger beroep in de zaak tegen Gonshaw bij te wonen. De zaak schept een precedent, wat er ook besloten zal worden. Wordt justitie in het gelijk gesteld, dan kan Gonshaw vijf jaar gevangenisstraf tegemoet zien en een boete tot 20.000 pond als hij ooit weer in Schotland betrapt zou worden. ‘Ik denk niet dat het hem zal tegenhouden’, zegt Thomas. Hij wacht de hele dag in de rechtszaal, maar de zaak gaat uiteindelijk niet door: Gonshaw is niet komen opdagen. Julian Rubinstein
The New Yorker
VS, weekblad, oplage 1.043.000
Hét New Yorkse tijdschrift met als handelsmerk de satirische cartoons en geïllustreerde covers. Is met zijn lange reportages, scherpe politieke analyses, rigoureuze factchecking en brede belangstelling voor cultuur de favoriet onder Amerikaanse intellectuelen.
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 45
Horizon.indd 45
03-12-13 15:08
horizon
cultuur
Populaire privédetective met eigen moraal
Bengaalse speurneus The Caravan – New Delhi
Byomkesh Bakshi is de Sherlock Holmes van Calcutta, een wereldse en verdorven stad vol geheimen. Na 32 boeken en een televisieserie worden zijn avonturen nu ook verfilmd.
E
en schrijver vergaapt zich aan alle weelde om hem heen, duidelijk diep onder de indruk, en grijnst van achter zijn baard naar een imposante koning. Het is een stille, drukkende middag, en de drie mannen – de schrijver verkeert in het gezelschap van een in het wit geklede man met bril, die er voornamelijk het zwijgen toe doet – zitten op schitterend bewerkte houten stoelen in een oud maar vorstelijk paleis. De heren, die hebben gehoord dat er veel groot wild rondloopt, verwachten elk moment een tijger te horen brullen.
De jonge koning, in een zorgvuldig geplooide dhoti [een soort pofbroek] en met een sjaal over zijn schouders gedrapeerd, krult zijn mond in een vermoeide maar vriendelijke glimlach. ‘Zeg maar Himangshu’, zegt hij, in een poging zijn bezoekers op hun gemak te stellen. ‘Ik vermink je met mijn schoen!’ klinkt het plotseling. Het is misschien niet de kreet die ze hadden verwacht, een kreet die de stilte verscheurt. Plotseling worden de lichten feller, de soft focus van begin twintigste eeuw maakt plaats voor een harde, hedendaagse verblinding, en iedereen in de buurt van de regisseursstoel doet instinctief een stapje naar achteren. ‘Langzaam! Langzaam! Langzaam!’ gromt een ongedurige Rituparno Ghosh, niet langer vriendelijk, maar autoritair nu. ‘Dit zijn de jaren veertig! De mensen hadden weinig anders te doen dan praten, en daar namen ze dan ook uitgebreid de tijd voor. Langzamer praten dus!’ De acteurs proberen te doen wat hij wil, maar Ghosh is niet tevreden en vraagt Indraneil Sengupta, de acteur die de koning speelt, om hem na te zeggen, voor de camera. Sengupta zucht, sputtert wat, maar vermant zich dan en herhaalt elke zin die Rituparno buiten beeld voorzegt.
Gelaten glimlach
Het is mei van dit jaar, en ik ben in Calcutta, op de set van Rituparno Ghosh’ Satyanweshi – zijn verfilming van Sharadindu Banerjees boek Chorabali (Drijfzand) – en de acteurs lijken gewend aan dergelijke uitbarstingen van de regisseur. Anindya Chatterjee, die de rol speelt van de eerdergenoemde schrijver, wacht met een gelaten glimlach op het commentaar dat hij zal krijgen. Sengupta is niet de enige die steun zoekt bij de andere acteurs – al lijken de dreigementen met de schoen alleen voor hem te gelden, omdat hij al lang met Rituparno werkt. De regisseur is net een schoolfrik, met zijn commentaar op de manier waarop de jongens hun dhoti vasthouden, op de manier waarop ze kijken. Niet veel later in de scène komt hij zelfs
‘Ik vermink je met mijn schoen!’
Abar Byomkesh (2012) filmposter, van l naar r Ushasie Chakraborty als Satyabati/Satyaboti, Abir Chatterjee als Byomkesh Bakshi en Saswata Chatterjee als Ajit.
pagina 46 nr. 47 7 tot 21 december 2013
Horizon.indd 46
03-12-13 15:08
horizon
cultuur
parmantig de kamer binnen lopen om zijn hoofdrolspeelster, Arpita Chatterjee, voor te doen hoe ze naar binnen moet schrijden. De vaak gehoorde kritiek dat de personages in de films van Rituparno Ghosh allemaal op hem lijken, ligt dan ook nogal voor de hand. Op papier leiden ze misschien een eigen leven, maar op het witte doek wordt alles wat ze doen gekleurd door Rituparno’s unieke persoonlijkheid. Dat is dan ook een van de redenen dat Satyanweshi, de laatste film van de gelauwerde regisseur, die onlangs overleed, in niets lijkt op de doorsnee Byomkesh Bakshifilm. En daar zijn er nogal wat van. Byomkesh Bakshi, het geesteskind van de schrijver Sharadindu Banerjee, is al sinds 1932 een van de meest tot de verbeelding sprekende personages uit de Bengaalse literatuur. Bakshi is een opmerkelijke privé detective die er een geheel eigen moraal op nahoudt, maar die bovenal een echte heer is. Het wekt geen verbazing dat de verhalen nog altijd populair zijn in Bangladesh, maar nu blijkt de privédetective ook nog eens een succes op het witte doek, tachtig jaar na zijn eerste literaire optreden. Dat is opmerkelijk, en het is voor het eerst in India dat een verzonnen personage zoiets heeft weten klaar te spelen. Omdat de filmrechten op de 32 avonturen van Byomkesh stukje bij beetje zijn verkocht, zijn er verschillende versies van het iconische personage in omloop. Tegen de tijd dat u dit leest, zal Ghosh’ zwanenzang zijn uitgekomen en zal in Calcutta het derde deel in de Byomkesh-trilogie van popzanger en regisseur Anjan Dutt in roulatie gaan. In Mumbai heeft weer een andere regisseur, Dibikar Banerjee, de rechten gekocht op alle 32 verhalen in alle talen behalve het Bengaals. Hij heeft laten weten met zijn eigen Byomkesh Bakshi-film te zullen komen. Ondertussen is ook de televisieserie over Byomkesh uit 1993 nog altijd populair bij het grote publiek – men kijkt ernaar op YouTube, of gewoon bij de zoveelste herhaling op de televisie. Waarom spreekt de speurneus uit Bangladesh zo veel filmmakers en kijkers aan? Het verhaal van Byomkesh gaat maar door.
Realistisch
De Bengaalse literatuur kent vele privédetectives, maar die waren meestal geënt op Arthur Canon Doyles creatie Sherlock Holmes – weliswaar gesitueerd in Calcutta, maar dan wel een Calcutta waar Londen of Parijs duidelijk doorheen schemerde. Maar het Calcutta waar Sharadindu Banerjee – een auteur die werd geprezen om zijn literaire fictie – zijn Bengaalse privédetective situeerde was veel realistischer. Het feit dat Byomkesh Bakshi in hart en nieren een Bengaal was, maakte hem anders dan alle andere speurneuzen in de literatuur. In de boeken waarin Byomkesh de hoofdrol speelt, wordt een heel realistisch en historisch beeld neergezet van Calcutta, het Calcutta van voor de onafhankelijkheid, een wereldse en verdorven stad vol geheimen. De mensen in Banerjees boeken zijn heel gewone mensen, maar ze hebben wel allemaal iets te verbergen. ‘Ik denk dat je wel kunt stellen dat Byomkesh een typische Bengaal is’, zegt Sujoy Ghosh, die Byomkesh speelt in Rituparno’s Satyanweshi. ‘Hij representeert
Bakshi houdt er een eigen moraal op na, maar hij is bovenal een echte heer
Kaderkop onze cultuur, ons wezen. Hij zet iemand neer met wie we ons moeiteloos kunnen identificeren.’ Byomkesh’ analytische vermogen is misschien geïnspireerd door Edgar Allan Poe – of de Franse politieman en vernieuwer Alphonse Bertillon, die echt heeft bestaan en naar wie in verschillende Byomkesh-verhalen terloops wordt verwezen – maar zijn deducties verwijzen direct naar Indiase teksten. ‘Ik wilde duidelijk maken hoe in India misdaden aan het licht komen, en hoe ze worden opgelost’, zei Rituparno tijdens het maken van wat zijn laatste film zou worden. ‘Dat heeft alles te maken met verwijzingen naar Indiase epische verhalen en de Indiase literatuur van die tijd. Hij citeert in het Sanskriet, en zelfs in zijn manier van deduceren zit iets onmiskenbaar Indiaas. De analyses en de conclusies zijn doordrongen van Indiase zegswijzen. Voor mij was dat heel belangrijk: waarom zou India niet zijn eigen psychologische thrillers mogen hebben? Waar ik naar streef is een Indiase detective met verwijzingen naar Indiase tradities. Dat is voor mij van wezenlijk belang.’ In een film is ook de hoofdrolspeler van cruciaal belang. Rituparno’s Byomkesh, Sujoy Ghosh, lijkt in niets op de Byomkesh die we tot nog toe kenden. Hij is bepaald niet groot en hij gaat eeuwig en altijd gekleed in iets wat het midden houdt tussen een onderhemd en een korte kurta – met een wijde broek tot net boven de knie. ‘Ik zat er wel mee in mijn maag hoe Byomkesh zou moeten praten’, zegt Sujoy, die niet alleen Bengaals slang gebruikt, maar ook stevig en inventief vloekt in het Bengaals. ‘Ik vroeg me af hoe anders men sprak in de jaren veertig, in hoeverre dat zou verschillen van de taal die ik gebruik.’
Aantrekkingskracht
Het feit dat Byomkesh Bakshi zo duidelijk een Bengaal is, en een Indiër, is misschien wel de belangrijkste verklaring voor de tijdloze aantrekkingskracht die hij uitoefent op zowel kijkers als regisseurs. Maar daarnaast had deze privédetective nog iets wat hem onderscheidde: een echtgenote. Het feit dat hij was getrouwd, was echt een breuk met de bestaande detectives. En Byomkesh was niet alleen getrouwd, hij was ook nog eens getrouwd met ‘een bijzondere vrouw die zelfs onder spanning nog heel gracieus
De schrijver Sharadindu Bandyopadhyay (1899-1970) was een bekend literair figuur in India. Hij schreef romans, korte verhalen, scenario’s, liedjes en gedichten en had een grote interesse in zowel de Bengaalse cinema als in Bollywood. Byomkesh Bakshi is zijn bekendste personage. De regisseurs Anjan Dutt (1953) is een populaire singer-songwriter uit de alternatieve muziekscene. Ook is hij bekend acteur, regisseur en scenarioschrijver en won hij een prijs op het Venetiaanse filmfestival. Rituparno Ghosh (1963–2013) begon zijn carrière als econoom en marketeer. Vanaf 1992 weidde hij zich aan de film. Hij won vele prijzen, ook internationaal. In mei dit jaar stierf hij aan een hartaanval. Dibakar Banerjee (1969) is regisseur en scenarioschrijver. Detective Byomkesh Bakshy! (DBB) is zijn meest ambitieuze en omvangrijke project tot nu toe.
blijft, terwijl de meeste Bengaalse vrouwen dan een soort houten poppen worden’, om zijn eigen woorden te gebruiken. Deze vrouw, Satyawati, schuwde de discussie met haar vermaarde echtgenoot niet. Het stel had zo nu en dan pittige woordenwisselingen over buitenechtelijke verhoudingen, waar veel van Byomkesh’ zaken om draaiden. ‘Als ze ruzie hebben, als er zich een discussie over de zaak ontspint’, zegt Anjan Dutt, ‘dan verklaart Byomkesh zich in theorie voorstander van overspel, terwijl zij er faliekant tegen is, en dat is echt geweldig. Dat maakt het zo ruimdenkend, zo prachtig en fascinerend, en dat zet aan het denken. Dat Byomkesh zelf volkomen trouw is aan zijn vrouw, maar dat hij zich er sterk voor maakt dat
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 47
Horizon.indd 47
03-12-13 15:08
horizon
cultuur
niet tot elkaar veroordeeld zouden moeten zijn als hun huwelijk ten einde is. Dialogen als: “Ik zie niet wat erop tegen is dat de docent verliefd wordt op dat meisje, als zijn vrouw hem niet geeft waar hij behoefte aan heeft.” “Hoe durf je dat te zeggen?” Het is briljant.’
De voorwaarde was dat hij er goed en beschaafd uit zou zien, netjes en sexy
Hartstocht en geflirt
Een goed misdaadverhaal heeft weinig van doen met al te voor de hand liggende motieven, en de stuwende kracht achter de avonturen van Byomkesh is dan ook vaak overspelige hartstocht en verboden geflirt. Voor Sharadindu Banerjee bestond de samenleving duidelijk uit wolven in maatkleding. Zijn verhalen gaan vaak over schandalen, perverse en zelfs incestueuze verhoudingen. ‘In elk van die verhalen duikt Byomkesh in zeer “volwassen” relaties’, zegt Anjan Dutt. ‘Een vader en een zoon die een verhouding hebben met dezelfde vrouw, iemand die een meeslepende affaire heeft met het dienstmeisje. Bij Byomkesh wordt er niet gemoord om geld alleen. De slechteriken zijn geen gewone dieven of inbrekers. Het zijn mensen met heftige gevoelens, sterke mensen met heel wezenlijke motieven. En daaronder spelen seksuele elementen.’ Maar hoewel Satyawati op intellectueel vlak aan Byomkesh gewaagd is, speelt haar leven zich goeddeels thuis af. Rajit Kapur, de acteur die Byomkesh heeft vereeuwigd in de televisieserie, typeert hun relatie als volgt: ‘Ze is er gewoon, en ze staat achter hem.’ Hij herinnert zich de frustraties van de actrice die de echtgenote speelde. ‘Ze zei: “Ik heb niks te doen in die verhalen. Ik zet thee, ik breng thee, vraag me af waar je naartoe gaat, waar je blijft, wanneer je terugkomt.”’ Ze verveelde zich, zegt hij lachend.
‘Iedereen in India weet nu wie hij is’
In tegenstelling tot Byomkesh is Ajit Bandyopadhyay, zijn strijdmakker en tevens schrijver, die bestsellers schrijft over de avonturen die ze samen beleven, overtuigd vrijgezel. In een van de late Byomkesh-verhalen vraagt de speurneus aan Ajit waarom hij nooit is getrouwd. ‘Als ik zou trouwen, wie moet zich dan over jouw huwelijk ontfermen? Ik ben je lijfwacht’, antwoordt Ajit met een droog lachje. Het woord ‘lijfwacht’ zet Byomkesh op het spoor om de zaak op te lossen waar ze op dat moment aan werken, maar het is ook niet ondenkbaar dat Banerjee met dit voorval de boodschap wil overbrengen dat er meerdere mensen voor nodig zijn om een huwelijk te doen slagen. Voor de meesten van ons – of in ieder geval voor hen die buiten Calcutta woonden – was de eerste kennismaking met Ajit en Byomkesh de televisieserie van Basu Chatterjee, in 1993. Een groot deel van de Indiase kijkers zal zich Basu Chatterjee altijd blijven herinneren als degene die Byomkesh Bakshi op de televisie tot leven heeft gewekt. ‘Ik heb lang in de clinch gelegen met de omroep’, herinnert Chatterjee zich, die inmiddels 83 is. We zitten in zijn appartement in Santacruz, in Mumbai, en hij draagt een jadegroene dhoti. Hij had de verha-
len gelezen en was onmiddellijk verkocht – ‘ze waren stuk voor stuk interessant’ – en hij besloot, zonder er al te lang over na te denken, om er een serie van te maken. Maar daar was een ander format voor nodig. ‘Het heeft me een maand of zes tot acht gekost om de mensen van de televisie ervan te overtuigen dat de verhalen niet in afleveringen van een half uur konden worden geperst. Ze wilden elk verhaal in tweeën knippen, maar dat heb ik geweigerd. Zo zag ik het, en volgens mij had ik daar gelijk in.’ Uiteindelijk gaf de omroep zich gewonnen en werd er speciaal voor Byomkesh een format van 45 minuten in het leven geroepen. Dankzij die beslissing konden de afleveringen allemaal op zichzelf staan (op twee afleveringen na, die ieder in twee delen moesten worden uitgezonden). Chatterjee dacht aan de theateracteurs Rajit Kapur en KK Raina voor de rollen van Byomkesh en Ajit, al had hij geen eerder werk van hen gezien. Kapur was een uitstekende keuze – een lange acteur met scherpe gelaatstrekken en een innemende glimlach. Zijn Byomkesh hield het perfecte midden tussen vriendelijk en ogenschijnlijk meegaand, maar ondertussen dwingend en vasthoudend. Hij wist de rol een dynamische charme te verlenen, en wat minstens zo belangrijk is: hij droeg de dhoti op vorstelijke wijze. ‘Ik ben Basu heel dankbaar dat hij Byomkesh Bakshi zo’n grote bekendheid heeft gegeven’, zegt Anjan Dutt. ‘Iedereen in India weet nu wie hij is. En toen kwamen de Engelse vertalingen, na de serie. Als er één Bengaals personage is dat landelijke bekendheid geniet, waar het lezerspubliek mee vertrouwd is, dan is het Byomkesh. En dat is te danken aan de serie van Basu.’
Bombay Talkies
De avonturen van Byomkesh Bakshi slaan minder aan in de bioscoop, en dat zou wijlen zijn geestelijk vader zou hebben betreurd. Sharadindu Banerjee was eind jaren dertig naar Bombay verhuisd en als scenarioschrijver in dienst getreden bij studio Bombay Talkies. Zijn zoon Shantanu weet me te vertellen dat Banerjee opgetogen was toen in 1967 niemand minder dan de beroemde filmmaker Satyajit Ray zich aan een van de populairste Byomkesh-verhalen ging wagen: Chiriyakhana (De dierentuin). Maar de auteur vond het resultaat teleurstellend.
Na Rays Chiyakhana zijn er nog meer pogingen gedaan om een bioscoopbewerking te maken van Byomkesh. Maar ook die versies hadden weinig om het lijf en konden het publiek in Calcutta niet echt bekoren – men gaf de voorkeur aan de in het Bengaals nagesynchroniseerde versie van de klassieke televisieserie van Doordarshan. Maar dat veranderde allemaal in 2010, toen pop zanger Anjan Dutt, een populaire singer-songwriter, die door sommigen de Bob Dylan van Bangladesh wordt genoemd, het even voor gezien hield met de vele arthousefilms over angst onder Bengaalse jongeren in de grote steden – zijn grootste hit was Bong Connection – en besloot een Byomkesh Bakhsifilm te gaan maken. Hij begon met een bewerking van Adim Ripu, een verhaal over moord, incest en ontelbare leugens. Dit verhaal, met een sterk seksuele ondertoon, raakte een snaar bij de bioscoopgangers in Bangladesh, ook al werd zijn Byomkesh gespeeld door een relatief onbekende televisieacteur. ‘Toen de film in roulatie ging werd hij enorm enthousiast ontvangen. Dit was Byomkesh, leek men te denken’, volgens Rituparno Ghosh.
Rustig en waardig
De dertigjarige Abir Chatterjee liep in de film uit 2010 niet over van emoties, maar had de rustige en waardige uitstraling van Byomkesh. Dutt gaf de rol van zijn tegenspeelster, Ajit, aan Saswata Chatterjee. Deze acteur was de perfecte tegenhanger van de protagonist. Saswata is inmiddels een van de meest gevierde en gelauwerde acteurs van Bangladesh, en hij heeft een belangrijke rol gespeeld in het welslagen van de hele onderneming. ‘Ik wist niet hoe ik aan een goede Byomkesh moest komen’, erkent Dutt onder het genot van een broodje ei bij Flury’s, misschien wel de bekendste bakker van Calcutta, en volgens velen in het vak tevens Dutts kantoor. ‘Ik zocht een Bengaal, maar tegelijkertijd iemand die scherp was, die modern én traditioneel tegelijk was. Ik wilde een nieuw gezicht – iemand die er goed uit zou zien in een dhoti. De meeste Bengaalse sterren van dit moment staat het niet, een dhoti. Dat was de allerbelangrijkste voorwaarde, dat hij er goed en beschaafd uit zou zien in een dhotikurta, netjes en sexy. Voor mij was dat het criterium.’ Voor Dutt was het belangrijk om een jonge acteur te
pagina 48 nr. 47 7 tot 21 december 2013
Horizon.indd 48
03-12-13 15:14
September 1937. Zware regenval tijdens de moesson veranderde de straten van Calcutta in rivieren – © Getty
vinden, want hij had de rechten gekocht op zes verhalen – ‘de zes sappigste verhalen’ – en was van plan er een langlopende reeks van te maken. Dutts bewerkingen zijn zeer getrouw, maar vanwege het beperkte budget zag hij zich gedwongen de verhalen, die in de jaren veertig spelen, te situeren in de jaren zestig en zeventig: de rellen rond de opdeling van BritsIndië werden de opstanden van 1962 in Calcutta. Abir – die zelfs nog beter is in Dutts tweede film, Abar Byomkesh – heeft een ingetogen uitstraling, een echte heer met een bril, die zich niet gek laat maken. ‘De nieuwe Byomkesh, die Anjan heeft geschapen, is een fascinerende creatie’, zo vond Rituparno. ‘Abir is met elke volgende film nog meer in zijn rol gegroeid.’ Dutt ziet weinig overeenkomsten tussen zijn kijk op Byomkesh en die van Rituparno. ‘Ik denk dat Ritu’s production design fantastisch wordt, dat zijn Byomkesh overdadig zal zijn, dat de Britse periode mooi wordt neergezet, met koetsen met paarden ervoor… Mijn Byomkesh zal minder glad zijn, met veel taxi’s, ambassadeursauto’s, vuurwapens en schaduwen. Het wordt een beetje noir. In dhoti’s, maar noir. Volgens mij hoeft dat niet te botsen.’ Arghakamal Mitra, een van de meest bejubelde regisseurs van Calcutta, staat voor de lastige taak om deze
beide Byomkesh-films te gaan editen. ‘Voor mijn gevoel is het verschil zo persoonlijk dat het me geen goed idee lijkt om dat op papier te zetten’, zegt hij. ‘Ik denk dat beide versies het publiek kunnen bekoren. Ik vind het interessant om te zien hoe de twee regisseurs elk een geheel eigen interpretatie hebben van dit personage. Als ik Anjans Byomkesh edit, dan voelt dat totaal anders dan wanneer ik Ritu’s Byomkesh edit, terwijl ik de een niet beter vind dan de ander. Nee, ik vind niet dat Ritu’s interpretatie te letterlijk is. En vooralsnog blijft de versie van Anjan, als ik hem zelf mag geloven, dichter bij het origineel.’
Uitroepteken
In Mumbai heeft de regisseur die de rechten kocht op alle 32 verhalen, Dibakar Banerjee, ondertussen de mouwen opgestroopt en is voor het eerst de samenwerking aangegaan met de gigant Yash Raj Films. Hij is van plan zijn eigen Sharadindu-verhaal te verfilmen, met een wel heel opmerkelijke titel. ‘Het wordt niet alleen privédetective Byomkesh Bakshy met een y’, zegt Banerjee, ‘maar ook nog eens Bakshy! met een uitroepteken. Dat uitroepteken staat voor jong, voor actie.’
Banerjee begint in januari met de opnamen, die zullen doorlopen tot eind 2014. De film is gebaseerd op twee oorspronkelijke verhalen waarin Byomkesh nog maar net klaar is met zijn studie. Het is het tot nog toe meest ambitieuze project van deze regisseur, een film die een beeld geeft van een bepaalde periode, een film waarvoor hij ook een componist heeft aangetrokken. De Byomkesh van Banerjee zal nog altijd een echte Bengaal zijn, al zal hij geen ‘raar Bengaals accent’ meer hebben in een Hindi-film. ‘Mijn
‘Mijn Byomkesh zal minder glad zijn, met veel taxi’s, vuurwapens en schaduwen’
7 tot 21 december 2013 nr. 47 pagina 49
Horizon.indd 49
03-12-13 15:15
horizon Byomkesh is jong en scherp, een speurneus die men overal in India in het hart zal sluiten. Byomkesh zal ergens in de twintig zijn en een gezonde belangstelling hebben voor de geneugten van het leven, iemand die dol is op vrouwen. We mikken zelfs op
Als je je eenmaal in Byomkesh verdiept, kom je er maar moeilijk weer van los
cultuur
een internationaal publiek’, zo zei Banerjee eerder. En de acteur die de held gaat vertolken, Sushant Singh Rajput, lijkt zich maar al te zeer bewust van zijn verantwoordelijkheid als de eerste Hindi-Byomkesh. ‘In Calcutta heb ik veel tijd doorgebracht bij verschillende families die hun eigen beeld van Byomkesh lijken te hebben’, zegt Rajput in een telefoongesprek. ‘Ze hebben zich Byomkesh toegeëigend en ik voel een zware verantwoordelijkheid om hen niet teleur te stellen. Hij is tenslotte de eerste privédetective in de Indiase literatuur.’
Rajput lijkt er alles aan te doen. Hij heeft hij drie maanden vrij genomen om zich te verdiepen in de Byomkesh-boeken en de Bengaalse cultuur. Dibakar heeft hem een enorme leeslijst opgegeven, waar alle boeken van Sharadindu Banerjee op staan, maar ook andere Bengaalse boeken en werken over de geschiedenis van Calcutta. ‘Om te beginnen wil ik een beeld krijgen van het India van voor de onafhankelijkheid’, zegt Rajpur. De acteur zet zijn werkwijze uiteen: ‘Ik vorm een beeld van het personage door eerste alle overeenkomsten en verschillen tussen Byomkesh en mijzelf te analyseren. Daardoor ontstaat een binaire verhouding tussen jezelf en je personage, en als de lichten aan gaan en de camera begint te lopen dan reageer je – in die toestand – op alles wat de regisseur zegt.’ Een binaire verhouding? Byomkesh zelf zou zeer tevreden zijn. Als je je eenmaal in Byomkesh verdiept, kom je er maar moeilijk weer van los – zoals een echte speurneus ook het spoor blijft volgen. Toen Sharadindu Banerjee in 1970 na een lichte beroerte naar het ziekenhuis ging, was zijn drieëndertigste Byomkeshverhaal nog niet voltooid. Hij had het verhaal wel, zoals altijd, volledig uitgewerkt in zijn hoofd zitten voordat hij de eerste zin op papier zette. ‘Ik ging naar het ziekenhuis en hij wilde me de climax vertellen, het deel dat hij nog niet had opgeschreven’, herinnert zijn zoon Shantanu zich. ‘Maar ik weigerde te luisteren, zei alleen maar dat hij weer beter zou worden en hij het dan zelf zou kunnen opschrijven.
Het laatste verhaal is nooit voltooid
Ik weigerde te geloven dat hij het ziekenhuis niet meer uit zou komen. “Goed”, zei hij uiteindelijk. “Dan schrijf je het niet op. Maar luister dan in ieder geval wel.” Maar ik wilde er niets van horen. Zodoende is het laatste verhaal nooit voltooid.’ In mei van dit jaar, drie weken nadat hij over een trilogie sprak, overleed Rituparno Ghosh aan een hartstilstand, waarmee nog een Byomkesh-verhaal onvoltooid bleef. Zijn vaste team van medewerkers heeft de film afgemaakt en in roulatie gebracht, maar afgaande op de reacties is het eerder een uitglijder dan een zwanenzang. We zullen ons dan ook altijd blijven afvragen of Satyanweshi wel echt Ritu-
parno’s Satyanweshi is. Raja Sen
Filmposter Satyanweshi (2013) met Arpita Chatterjee als Aloka
pagina 50 nr. 47 7 tot 21 december 2013
Horizon.indd 50
03-12-13 15:15
Verras een vriend of vriendin met 360! Geef ers m m u n 6 ! cadeau
€ 18
Bent u net als Jelle Brandt Corstius, Adriaan van Dis, Arnon Grunberg, Sophie Hilbrand, Jan Mulder en Maarten van Rossem fan van 360?
Geef dan een vriend of vriendin, collega, broer, zus of zomaar iemand een kwartaalabonnement cadeau.
Een kwartaal (6 nummers) 360 magazine voor maar € 18 360 magazine haalt uit alle uithoeken van de wereld de mooiste verhalen en vertaalt die in het Nederlands.
Ga naar www.360magazine.nl en geef uw cadeau-abonnement op.
IN Paper.indd 69
03-12-13 18:01
cartoon 360 selecteert cartoons van tekenaars wereldwijd
‘De effecten van het politiegeweld zijn groter dan verwacht.’ – © Faruk Sorayat / Cartoon Movement
pagina 52 nr.47 7 tot 21 december 2013
Cartoon.indd 52
03-12-13 17:54
Luister via mobile app, dab+, kabel, 90.7FM, of www.SublimeFM.nl Adv.indd 53
03-12-13 15:54
media Een selectie uit de buitenlandberichtgeving op televisie, radio en internet.
Bijschrift xxx – © Fotograaf / Agent xxx
DOOR DE WOESTIJN
ent xxx
O’Hanlon klautert op een kameel, in navolging van Alexine Tinne. In de eerste aflevering van O’Hanlons Helden was te zien hoe Redmond O’Hanlon in een woestijndorp de nazaten ontmoette van krijgsheer El Zoubier, die goudgeld verdiende met de handel in slaven. Ook de Haagse Alexine Tinne bekostigde haar reislust met geld dat verdiend werd over de ruggen van slaven die op de plantages van haar vader werkten. Bovendien maakte ze gedurende haar reizen gebruik van een leger aan slaven die haar en haar moeder vaak letterlijk door Afrika droegen. Haar moderne evenknie Arita Baaijens trekt liever in haar eentje door de woestijn, zoals deel twee van de aflevering ‘Haagsche dames in Afrika’ laat zien. Redmond, die een hekel heeft aan die hete zandbak genaamd Sahara, overwint zijn weerzin, klautert op een kameel en benadert de ervaring die Alexine Tinne anderhalve eeuw eerder gehad moet hebben. Katja de Bruin
O’Hanlons helden: Haagsche dames in Afrika (2) Zondag 8 december, Nederland 2, 20.25-21.20 uur
Schuld inlossen Fotograaf Oleg Klimov keert terug naar oorlogsgebied. Oleg Klimov werd beroemd met de manier waarop hij zijn ‘verdoemde land’ Rusland portretteerde: twee verveelde deelneemsters aan een missverkiezing, een soldaat met geweer die naar een voetbalwedstrijd kijkt, de legendarische foto van een groepje soldaten rond een piano – eentje speelt, een ander maakt zijn geweer schoon. Klimov legde het einde van de Sovjet-Unie en het begin van de nieuwe tijd vast, waarbij de vrijheid vaak minder rooskleurig uitpakte dan gehoopt. Nu, in een documentaire van Masha Novikova, is te zien hoe Klimov, die jaren later alsnog last kreeg van een oorlogstrauma, terugkeert naar een aantal oorlogsgebieden waar hij ooit werkte: NagornoKarabach, Abchazië en Tsjetsjenië. Hij fotografeerde daar vaak mensen zonder zich voor hun verhaal te interesseren. Die ‘schuld’ wil hij nu afkopen door die mensen op te zoeken en naar hun verhalen te
luisteren. Klimov: ‘Een fotograaf is altijd op zoek naar één enkel beeld. Een symbool van de oorlog, van vluchtelingen... Na een tijd wordt die symboolfunctie voor mij minder belangrijk.’ Colin van Heezik
Holland Doc: Oleg Klimov, brieven aan jezelf Woensdag 11 december, Nederland 2, 23.00-23.55 uur
Intussen in Hongarije Tijn Sadée maakt de balans op van het regime-Orbán. ‘Dictator’, zeggen de felste criticasters. ‘Autocraat’ is de milde variant. De Hongaarse premier Viktor Orbán ligt onder vuur sinds de invoering van zijn omstreden mediawet die journalisten aan banden legt. In januari 2011 stelde radiocorrespondent Tijn Sadée vast dat die mediawet slechts het topje van de ijsberg is. ‘De premier heeft controle over alle democratische instituten’, zei destijds András Bozóki, hoogleraar Politieke Wetenschappen aan de Central European University in Boedapest. ‘Wie zijn regering bekritiseert, is een vijand die de mond moet worden gesnoerd. Ik vrees dat Hongarije afglijdt naar een autoritaire eenpartijstaat.’ Alleen in het Europees Parlement werd stevige kritiek geuit, door Guy Verhofstadt, die vindt dat Hongarije binnen de EU het stemrecht zou moeten worden ontnomen. Maar de Europese regeringsleiders tolereren Orbán aan hun dis tijdens Europees overleg in
Brussel. Dit najaar reisde Sadée opnieuw naar Boedapest en maakte de balans op. ‘Mijn vrees is helaas uitgekomen’, zegt Bozóki. ‘De staat is bezet door een kleine groep politici. Bij de publieke omroep, het grondwettelijk hof, in theaters en bij kranten zwaaien nu Orbán-getrouwen de scepter. Het moderne repertoire van Nationaal Theater-directeur Robert Alföldi is de nek om gedraaid. Alföldi, door ultranationalisten uitgemaakt voor ‘vuile homo, smerige Jood’, heeft zijn heil gezocht in een kleiner theater elders in de stad. ‘Dit is niet alleen gevaarlijk voor Hongarije, maar voor heel Europa’, zegt Bozóki. ‘Het Hongaarse virus kan overslaan naar Bulgarije, Roemenië, Griekenland of Tsjechië.’ Maarten van Bracht
Bureau Buitenland Zondag 15 december, Radio 1, 19.02-20.02 uur
agenda Bureau Buitenland
Holland Doc: Congo Brasiliens Weg zur Business Case Weltmacht
Metropolis
Afl. 2: Roemenië
Geliebte Feinde – Die Deutschen und die Franzosen
Daniel Knoop start een bedrijf in
Gevolgen van economische groei
Donderdag 12 december,
Zondag 8 december,
Frans-Duitse betrekkingen.
Congo
in Brazilië
Nederland 3, 21.00-21.35 uur
Radio 1, 19.04-20.04 uur
Afl. 6 t/m 10
Maandag 9 december,
Dinsdag 10 december,
Maandag 9 t/m vr. 13 december,
Nederland 2, 23.00-0.25 uur
Arte, 23.20-0.15 uur
Oost-Europa na 1989.
De badcultuur wereldwijd
Arte, 19.30-20.15 uur
pagina 54 nr. 47 7 tot 21 december 2013
VPRO.indd 54
03-12-13 17:20
HET CADEAU VOOR DE FEESTDAGEN Beste lezer van 360 Magazine, Harvard-filosoof Michael Sandel daagt je uit om na te denken over filosofische vraagstukken en morele dillema’s over marktwerking. Mag je zwangere drugsverslaafden betalen om zich na hun bevalling te later steriliseren? Mogen landen met elkaar handelen over vluchtelingenquota? Tijdens de Filosofie Nacht 2013 gaf hij een interactief college aan 600 gasten in de Beurs van Berlage. Eerder deed hij dat ook met 14.000(!) Zuid-Koreanen tegelijk. Michael J. Sandel (1953) is hoogleraar Politieke wetenschappen aan de Harvard University. Van zijn boek Rechtvaardigheid (2010) werden wereldwijd meer dan 2 miljoen exemplaren verkocht. Ook Niet alles is te koop (2012) is een internationale bestseller. ‘NIET ALLES IS TE KOOP GEEFT VOLOP STOF TOT NADENKEN. EEN BELANGRIJK BOEK DAT OVERTUIGT IN ZIJN STELLINGNAME TEGEN ONGEBREIDELDE MARKTWERKING.’ - TROUW
DVD Niet alles is te koop De morele grenzen van marktwerking Michael J. Sandel Speelduur ca. 90 minuten Artikelnummer 9789025903503 Prijs € 16,95 De DVD is een samenwerking tussen: Bekijk de trailer van Niet alles is te koop BOEK Niet alles is te koop De morele grenzen van marktwerking Michael J. Sandel € 19,95 | ISBN 9789025901806 Ook verkrijgbaar als e-book € 13.99 ZOWEL DE DVD ALS HET BOEK ZIJN VERKRIJGBAAR IN DE (ONLINE) BOEKHANDEL
Adv 250x335 Niet alles is te koop V2.indd 1 Adv.indd 55
28-11-13 15:31 03-12-13 15:56
! R R R R R R G
M
NV
Ja. Uw belangen beschermen doet de NVM óók. U denkt wellicht dat de Nederlandse Vereniging van Makelaars er alleen is voor makelaars. Maar dat is niet zo. De NVM is er namelijk óók voor u. Want juist in deze tijd heeft u een makelaar nodig die u kunt vertrouwen. Daarom worden alleen makelaars aangesloten die aan de strenge eisen voldoen, zoals de NVM Erecode of het verplichte jaarlijkse opleidingsprogramma. Makelaars die zich niet aan de regels houden, zijn bij ons niet welkom. Daar treden we zelfs tegen op. Kortom, een makelaar die is aangesloten bij de NVM, is een makelaar waar u op kunt rekenen. Kijk voor meer informatie op nvm.nl. Goed gevoel. NVM.
NVM13-0885 adv Hond 11-2013 265x350.indd 1 Adv.indd 56
26-11-13 09:06 03-12-13 15:56