Evolutie statinegebruik in België 2003-2013 Koen Cornelis, stafmedewerker, R&D Met dank aan de medische directie en de cel geneesmiddelen, LCM
Samenvatting Statines zijn cholesterolverlagende geneesmiddelen en zijn al jaren de meest gebruikte geneesmiddelen in België. Bijna 1,5 miljoen Belgen, of 13% van de populatie, gebruiken statines. In de leeftijdscategorie van 7079 jaar is dat zelfs bijna een op twee. Dankzij de introductie van goedkopere geneesmiddelen bleven de uitgaven enigszins onder controle. Het vervallen van het patent van Lipitor® (atorvastatine) in 2012 had een grote impact op de uitgaven, die op twee jaar tijd met een derde daalden. Desondanks blijven er tussen de statines nog grote prijsverschillen en is er in 2013 voor de ziekteverzekering nog steeds een besparing van 77 miljoen EURO mogelijk indien enkel het goedkopere simvastatine zou worden voorgeschreven. Voor de patiënt zou dit een besparing van 11 miljoen EURO betekenen. Ondanks het feit dat atorvastatine in 2013 nog steeds twee keer zo duur is als simvastatine, stellen we vast dat atorvastatine vooral bij de startende patiënten zijn marktaandeel sterk heeft weten uit te bouwen. CM pleit voor nieuwe maatregelen om de markt te doen evolueren naar optimale prijsniveaus. Daarbij stelt de CM een ‘sluismodel’ voor waarbij voor een groep geneesmiddelen (ATC4), via aanbesteding en onderlinge concurrentie, enkel nog die specialiteiten worden vergoed die zich aansluiten bij de ‘onderhandelde’ prijs. In ruil krijgen de betrokken firma’s een aantal garanties omtrent vergoedbaarheid en prijs. Sleutelwoorden: Cholesterolverlagers, Generieken, Goedkopere geneesmiddelen, Starters, Statines, Sluismodel
1. Inleiding Statines zijn cholesterolverlagende geneesmiddelen. Ze zijn al jaren de meest voorgeschreven geneesmiddelen. Tot en met 2011 vertegenwoordigden zij jaarlijks bijna 10% van het globale ambulante geneesmiddelenbudget. In juni 2012 verviel evenwel het patent op Lipitor® (stofnaam: atorvastatine), de cholesterolverlager die gedurende meer dan een decennium de eerste plaats bekleedde inzake geneesmiddelenuitgaven (ZIV). Bij het uit patent gaan van Lipitor® kwamen er goedkopere alternatieven op de markt, en daalde Lipitor® zelf ook sterk in prijs, waardoor deze cholesterolverlager in twee jaar tijd van een eerste plaats in 2011 naar een 14de plaats in 2013 tuimelde inzake geneesmiddelenuitgaven (ZIV).
16
Op de Belgische markt zijn er vijf verschillende statines aanwezig, namelijk: simvastatine (Zocor® en generieken), pravastatine (Pravasine®, Prareduct® en generieken), fluvastatine (Lescol® en generieken), rosuvastatine (Crestor®) en atorvastatine (Lipitor® en generieken). In 2013 is enkel rosuvastatine (Crestor®) nog in patent, voor de overige statines zijn er goedkopere alternatieven op de markt. In dit artikel wordt de evolutie van het statinegebruik beschreven inzake uitgaven, volume, kostprijs en aantal patiënten. Daarnaast wordt er ook gekeken naar beginnende statinegebruikers (‘starters’). We zullen aantonen dat atorvastatine in deze groep patiënten zijn marktaandeel sterk heeft weten uit te bouwen,
CM-Informatie 257 • september 2014
ondanks het feit dat het twee keer zo duur is als simvastatine, en zullen daarbij pleiten voor een nieuw prijsmodel als centraal element in een innovatief geneesmiddelenbeleid.
Vanaf 2007 kenden de ZIV-uitgaven evenwel terug een stijging, omdat enerzijds de volumes bleven toenemen, terwijl anderzijds de prijzen van de goedkopere geneesmiddelen niet verder daalden (figuur 3). Tegelijkertijd zagen we een verdere aangroei van de duurdere statines rosuvastatine (Crestor®) en atorvastatine (Lipitor®).
2. Volume, kostprijs en uitgaven
In 2012 kenden we opnieuw een daling van de ZIV-uitgaven ten gevolge van het uit patent gaan van Lipitor®. De kostprijs (ZIV) per DDD voor atorvastatine daalde met maar liefst 70% tussen 2011 en 2013 (figuur 3), met als gevolgd dat de totale ZIVuitgaven voor statines over dezelfde periode daalden met een derde (figuur 2).
2.1. Evolutie 2003-2013 Op tien jaar tijd (2003-2013) is het aantal gebruikte dagdosissen (DDD) verdrievoudigd (figuur 1), ten gevolge van een analoge aangroei van het aantal patiënten (cfr. infra). Dankzij de introductie van goedkopere geneesmiddelen binnen de subgroepen simvastatine (in 2003) en pravastatine (in 2005) en de daarmee gepaard gaande prijsdalingen bleven de ZIVuitgaven (figuur 2) echter onder controle.
Figuur 1: Evolutie aantal dagdosissen (DDD) statines (nationaal) Cijfers gebaseerd op verbruik CM-leden, maar geëxtrapoleerd op nationaal niveau (België) 500.000.000
479.228.304 462.755.349 434.586.911 413.517.298
400.000.000
385.082.074 350.522.556 317.269.722
300.000.000
284.170.833
ROSUVASTATINE ATORVASTATINE FLUVASTATINE PRAVASTATINE SIMVASTATINE
DDD
250.666.024 200.000.000
207.904.638
147.477.987 100.000.000
0
2003
2004
2005
2006
2007
2008 Jaar
2009
2010
CM-Informatie 257 • september 2014
2011
2012
2013
17
Figuur 2: Evolutie ZIV-uitgaven voor statines (nationaal) Cijfers gebaseerd op verbruik CM-leden, maar geëxtrapoleerd op nationaal niveau (België) 250.000.000
237.832.529 231.163.096 219.056.141 197.967.193 197.646.192
202.313.276 193.149.608
200.000.000
201.873.799
179.023.914
174.144.714
ZIV-uitgaven in EURO
160.171.566
150.000.000 ROSUVASTATINE ATORVASTATINE FLUVASTATINE PRAVASTATINE SIMVASTATINE
100.000.000
50.000.000
0
2003
2004
2005
2006
2007
2008 Jaar
2009
2010
2011
2012
2013
Figuur 3: Evolutie ZIV-uitgaven per dagdosis (DDD) 1,40
ZIV-uitgaven per DDD in EURO
1,20
1,00
0,80
0,60
0,40
0,20
0,00 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Jaar
18
SIMVASTATINE
PRAVASTATINE
FLUVASTATINE
ATORVASTATINE
ROSUVASTATINE
GEMIDDELD
CM-Informatie 257 • september 2014
2010
2011
2012
2013
2.2. Besparing met simvastatine Tussen de verschillende soorten cholesterolverlagers zijn er nog steeds aanzienlijke prijsverschillen (figuur 3). In 2013 is rosuvastatine (Crestor®) ruimschoots de duurste, en bijna vier maal duurder dan de goedkoopste variant, simvastatine. Crestor® is de enige statine die momenteel nog in patent is, maar ook tussen de statines uit patent zijn er grote prijsverschillen. Zo is atorvastatine twee keer zo duur als simvastatine in 2013.
Indien artsen enkel nog het goedkopere simvastatine zouden voorschrijven, zou dit voor de ziekteverzekering een besparing betekenen van 77 miljoen euro in 2013. Dat is een halvering van de uitgaven voor cholesterolverlagers (figuur 4). De patiënten zouden 11,4 miljoen euro besparen, of 31% van de totale remgelden voor statines (figuur 5).
Figuur 4: Simulatie: vervang alle statines door de goedkoopste, nl simvastatine, bij gelijk volume in 2013, en bereken de besparing voor de ziekteverzekering (ZIV) 180.000.000
Totale besparing 2013: 77 miljoen Euro
ZIV-uitgaven (EURO) (Nationaal)
160.000.000 140.000.000 120.000.000 100.000.000 80.000.000 60.000.000 40.000.000 20.000.000 0 Reële ZIV-uitgaven 2013 nationaal Simulatie ZIV-uitgaven 2013 nationaal Besparing ZIV-uitgaven 2013 nationaal
SIMVASTATINE 31.054.423 31.054.423 0
PRAVASTATINE SIMVASTATINE 9.829.285 1.035.343 6.032.004 832.760 3.797.281 202.583
FLUVASTTATINE ROSUVASTATINE 44.825.962 73.426.552 24.565.911 20.552.867 20.260.051 52.873.686
TOTAAL 160.171.566 83.037.964 77.133.601
Figuur 5: Simulatie: vervang alle statines door de goedkoopste, nl simvastatine, bij gelijk volume in 2013, en bereken de besparing voor de patiënt 40.000.000
Totale besparing 2013: 11,4 miljoen EURO
Remgelden (EURO) (Nationaal)
35.000.000 30.000.000 25.000.000 20.000.000 15.000.000 10.000.000 5.000.000 0 Reële Remgelden 2013 nationaal Simulatie Remgelden 2013 nationaal Besparing Remgelden 2013 nationaal
SIMVASTATINE 9.479.068 9.479.068 0
PRAVASTATINE SIMVASTATINE 3.437.614 330.777 1.841.212 254.192 1.596.402 76.585
FLUVASTTATINE ROSUVASTATINE 11.555.894 11.959.722 7.498.511 6.273.567 4.057.383 5.686.154
CM-Informatie 257 • september 2014
TOTAAL 36.763.074 25.346.550 11.416.524
19
3. Gebruikers 3.1. Evolutie 2003-2013 Op 10 jaar tijd (2003-2013) is het aantal statinegebruikers verdrievoudigd (figuur 6). In 2013 zijn er bijna anderhalf miljoen Belgen die statines gebruiken. Dit komt neer op 13% van de bevolking (figuur 7). Figuur 6: Evolutie aantal statinegebruikers (nationaal) Cijfers gebaseerd op verbruik CM-leden, maar geëxtrapoleerd op nationaal niveau (België) 1.600.000
1.442.364 1.439.562 1.371.883 1.324.485 1.262.006 1.177.510
Aantal statinegebruikers (nationaal)
1.400.000 1.200.000
1.090.545 992.662
1.000.000
888.909 752.827
800.000 600.000
ROSUVASTATINE ATORVASTATINE FLUVASTATINE PRAVASTATINE SIMVASTATINE
527.848
400.000 200.000 0
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
13%
13%
Jaar
Figuur 7: Evolutie % statinegebruikers in de populatie (België)
14% % statinegebruikers in de populatie (België)
12%
13%
11%
12%
10% 9%
10%
9% ROSUVASTATINE ATORVASTATINE FLUVASTATINE PRAVASTATINE SIMVASTATINE
7%
8% 6%
12%
5%
4% 2% 0
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Jaar
20
CM-Informatie 257 • september 2014
2012
2013
3.2. Per leeftijd in 2013 In 2013 bedroeg het aantal gebruikers 13% van de globale populatie. Het gebruik stijgt evenwel sterk met de leeftijd (figuur 8). Absolute uitschieter is de leeftijdscategorie 70-79 jaar waar
46% van de bevolking statines gebruikt. Onder de leeftijd van 30 jaar worden geen statines gebruikt. Globaal gebruiken evenveel mannen als vrouwen statines.
Figuur 8: % statinegebruikers per leeftijdsklasse in 2013
50%
46%
40%
43%
35%
35% 30%
23%
25%
18%
20%
13%
15% 6%
totale populatie
30-39
Leeftijdsklasse
90-99
20-29
80-89
10-19
70-79
0%
60-69
0%
0%
6%
40-49
0%
1%
0-9
5%
100+
10%
50-59
% statinegebruikers
45%
Figuur 9: Procentuele verdeling van het aantal gebruikers per cholesterolverlager, met onderscheid tussen starters versus alle gebruikers samen -evolutie 2003-2013
100%
0% 5%
90% 80% 70%
48%
60% 50% 40%
0% 10% 12% 14%
35% 29% 26%
25%
16%
11% 11% 18% 18% 19% 19%
31% 17%
24% 23% 22% 21% 23%
25%
15%
13% 15% 14% 17% 16% 17% 48%
48% 48%
12% 12%
48% 48% 48%
0% 48% 0% 0% 48% 1% 1% 8% 10% 10% 7% 7% 10% 9% 8% 8% 0% 2%
3% 2% 2% 2% 1% 1% 1% 1% 1% 13% 12% 11% 10% 9% 9% 8% 19% 8% 14% 7%
1% 1%
3%
5% 19%
43%
30% 20%
8%
6% 66% 63% 63% 60% 62% 62% 60% 60%
6% 56%
47% 50% 50% 50% 51% 51% 51% 50% 47%
28%
0%
47%
40%
ROSUVASTATINE ATORVASTATINE FLUVASTATINE PRAVASTATINE SIMVASTATINE
0%
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
10%
Alle patiënten
Starters CM-Informatie 257 • september 2014
21
4. Starters
hebben gedaan, waarbij Eurogenerics (EG) alleen de helft voor zijn rekening neemt (figuur 10).
In figuur 9 zien we dat tot en met 2011 het merendeel van de nieuwe gebruikers1 startten met de goedkoopste molecule, simvastatine. In 2011 was dit zelfs voor 2 op 3 startende gebruikers het geval. In 2012 echter, het jaar waarin Lipitor® uit patent is gegaan en de eerste generieken voor atorvastatine op de markt kwamen, verdubbelde het aantal starters met atorvastatine, en in 2013 was het zelfs drie keer zo hoog als in 2011. Deze stijging ging quasi volledig ten koste van het aantal starters simvastatine, dat in 2013 nog slechts 47% bedroeg. Nochtans is atorvastatine in 2013 nog steeds twee keer zo duur als simvastatine. Pfizer, de fabrikant van Lipitor®, is er in geslaagd om, dankzij de introductie van een eigen generische variant van atorvastatine, Totalip® genaamd, zijn volume te bestendigen. In 2013 is bijna 70% van het volume van alle atorvastatines voor rekening van Pfizer (Lipitor® en Totalip® samen). Maar het globale volume (in DDD) van atorvastatine in het totaal van de statines is ook gestegen, van 25% in 2011 naar 30% in 2013, zodat Pfizer zelf nauwelijks aan (absoluut) volume heeft ingeboet sedert het verstrijken van het patent van Lipitor®. De volumestijging van atorvastatine is ook op conto te schrijven van de overige generische varianten die in 2012 hun intrede
MYLAN APOTEX 1% 3DDD PHARMA SANDOZ 2% 5% 0%
PFIZER TOTALIP® 37% EUROGENERICS 10%
PFIZER LIPITOR® 31%
5. Besluit Statines blijven ook in 2013 de meest gebruikte geneesmiddelen in België. Door het uit patent gaan van Lipitor® en de introductie van goedkopere varianten daalden de uitgaven sterk, maar CM becijferde dat desondanks een bijkomende besparing voor de ziekteverzekering van 77 miljoen EURO in 2013 mogelijk is indien enkel simvastatine zou worden voorgeschreven. De vraag kan dus gesteld worden in hoeverre we bij de statines kunnen spreken van optimale prijsniveaus, gezien – nog steeds de grote onderlinge prijsverschillen. En is de aanwezigheid van vijf verschillende molecules voor dezelfde aandoening een echte meerwaarde, of gaat het hier eerder om ‘me too’s’: gelijkaardige geneesmiddelen zonder echte meerwaarde? Ook kunnen vragen gesteld worden bij de definitie van ‘goedkope voorschriften’.
Figuur 10: Procentuele verdeling van het volume (DDD) atorvastatine volgens fabrikant in 2013
TEVA 8%
De reden waarom atorvastatine zo vaak wordt voorgeschreven, zowel aan bestaande, maar ook aan nieuwe patiënten, is enerzijds te wijten aan de sterke marketingcampagnes die bij de introductie in 2012 zowel voor de generische varianten als voor Totalip® werden gevoerd2. Anderzijds tellen sedert 2012 alle voorschriften atorvastatine (inclusief Lipitor®) mee in het aandeel ‘goedkope’ voorschriften, waarvan artsen bepaalde vooropgestelde minimumpercentages dienen te behalen, en in dat opzicht is de incentive om simvastatine voor te schrijven ongetwijfeld minder groot geworden. Er kunnen dus vragen gesteld worden bij de huidige definitie3 van ‘goedkope voorschriften’ als we zien dat zowel simvastatine als het tweemaal duurdere atorvastatine daar beide toe gerekend worden.
Het is duidelijk dat nieuwe maatregelen nodig zijn om de markt sneller te doen evolueren naar optimale prijsniveaus. Daarbij stelt de CM een ‘sluismodel’ voor waarbij voor een groep geneesmiddelen (ATC4), via aanbesteding en onderlinge concurrentie, enkel nog die specialiteiten worden vergoed die zich aansluiten bij de ‘onderhandelde’ prijs. In ruil krijgen de betrokken firma’s een aantal garanties omtrent vergoedbaarheid en prijs. Het is een centraal element in een nota over innovatief geneesmiddelenbeleid, waarover onlangs uitvoerig werd gecommuniceerd4, en waarmee CM de lijnen uitzet voor de komende legislatuur.
1
Een nieuwe gebruiker of ‘starter’ werd gedefinieerd als een patiënt die twee jaar voordien geen statines kreeg voorgeschreven.
2
Zowel Pfizer als EG hebben bij het verstrijken van het patent in het voorjaar van 2012 intensieve marketingcampagnes gevoerd, o.a. in de Artsenkrant. (http://www.internationallawoffice.com/newsletters/detail.aspx?g=466b84e8-fb66-4f8a-afb5-f9f3c87c29af)
3
Generische varianten dienen verplicht een introductieprijs te hanteren die minimaal 32,5% lager ligt dan het originele merkgeneesmiddel. Voor een merkgeneesmiddel volstaat het dan om, op het moment dat er generische varianten op de markt komen, de prijs eveneens te laten zakken met 32,5% om als ‘goedkoop’ geneesmiddel te worden beschouwd.
4 http://www.cm.be/b2b/pers/persberichten-2014/geneesmiddelen-goedkoper-dankzij-sluismodel.jsp 22
CM-Informatie 257 • september 2014