Evaluatieverslag pilot onderwijs 'Praktische managementvaardigheden voor aios'
H.B.M. van de Wiel (1) P.L.P. Brand (2) A.S.P.M. Breed (3) J. C. Wouda (1) (1) Wenckebach Instituut, UMCG (2) Afd. Kindergeneeskunde, Isala Klinieken, Zwolle (3) Academische Huisartsenpraktijk, UMCG
december 2012
Inhoud Samenvatting
3
1. Inleiding
4
2. Onderwijsopzet 2.1 Deelnemers 2.2 Onderwijsaanbod
4 4 5
3. Evaluatie van het pilot onderwijs 3.1 Uitvoering 3.2 Deelname 3.3 Evaluatie na de bijeenkomst 3.4 Evaluatie na vier maanden
5 5 6 7 8
4. Conclusies
9
5. Literatuur
10
Bijlage 1: Evaluatie na de bijeenkomst
11
Bijlage 2: Evaluatie na vier maanden
13
Bijlage 3: Bloemlezing van leerpunten/tegeltjeswijsheden en hun belemmeringen
15
2
Samenvatting Dit verslag beschrijft de evaluatie van pilot onderwijs over managementvaardigheden voor aios. Aios hebben veel te maken met tijdsdruk en dat belemmert hen ook enigszins in hun functioneren. Om in te spelen op de behoefte van aios aan onderwijs over tijd- en werkmanagement is het pilot onderwijs voor aios in de noordoostelijk opleidingsregio (OOR) opgezet. Het onderwijs had tot doel om de aios enkele praktische vaardigheden voor tijd- en werkmanagement te bieden en bestond uit een bijeenkomst van ongeveer 3 uur. Aan het pilot onderwijs hebben 19 aios in de Isala Kliniek (twee groepen) en 11 aios in het UMCG (één groep) meegedaan. In het onderwijs in de Isala Kliniek is gewerkt volgens het 'Masterclass' principe. Dit principe houdt in dat de aios aan de hand van enkele presentaties door deskundigen voor zichzelf richtlijnen en tips formuleren over tijd- en werkmanagement in de klinische praktijk. In het UMCG onderwijs is gekozen voor een meer 'traditionele' workshop aanpak met interactieve presentaties en opdrachten. Het pilot onderwijs is geëvalueerd direct na de bijeenkomsten en ongeveer vier maanden na de bijeenkomsten. Uit de evaluaties direct na de bijeenkomsten bleek dat het werken volgens het masterclass principe leidde tot een hogere waardering voor het onderwijs dan de meer traditionele workshop aanpak. Na vier maanden was de waardering voor beide vormen van onderwijs echter vrijwel gelijk. Op de lange(re) termijn wordt onderwijs volgens het masterclass principe dus niet hoger gewaardeerd dan meer traditioneel workshop onderwijs. De deelnemers aan het masterclass onderwijs schreven aan het einde van de bijeenkomst hun leerpunten op. Het onderwijs in het UMCG resulteerde in een aantal 'tegeltjeswijsheden' voor de praktijk. De deelnemers aan het masterclass onderwijs konden na vier maanden iets meer leer/werkpunten formuleren. Het lijkt er dus op dat het onderwijs volgens het masterclass principe het geleerde iets beter doet beklijven. De leerpunten en tegeltjeswijsheden worden in de praktijk beperkt toegepast. De hectiek van het dagelijks werk belemmert de deelnemers om met de verworven inzichten te oefenen en ze te integreren in hun gedragsrepertoire. Sommige deelnemers gaven dan ook aan dat ze behoefte hebben aan een regelmatige 'opfrisser'. Een website waarop alle informatie en de zelf gemaakte presentaties staan, is onvoldoende als steuntje in de rug. Zo'n website wordt nauwelijks bekeken.
3
1. Inleiding Sinds 2005 kennen de Nederlandse vervolgopleidingen tot één van de medisch specialismen een competentiegericht curriculum. Het CanMEDS model ligt hieraan ten grondslag met als centraal competentiegebied het vakspecifieke medisch handelen, ondersteund door zes vakoverstijgende competentiegebieden. Organisatie is één van de vakoverstijgende competenties en betreft het functioneren als manager in het kader van de individuele patiëntenzorg, de praktijkorganisatie en het werken binnen het gezondheidszorgsysteem [Bleker, 2004]. Aan het competentiegebied 'Organisatie' wordt in de vervolgopleidingen tot nu toe relatief weinig aandacht besteed. Aios ervaren ook een tekort aan kennis en kunde op een aantal essentiële managementgebieden. Onderwijs in managementvaardigheden moet daarom een verplicht onderdeel zijn van de specialistenopleiding [Berkenbosch, 2011]. Als aanzet hiertoe is een samenwerkingsverband opgezet tussen het Wenckebach Instituut van het UMCG en de Isala Klinieken te Zwolle om onderwijs over praktische managementvaardigheden voor aios in de noordoostelijk opleidingsregio (OOR) te ontwikkelen, organiseren, uitvoeren en evalueren. De OOR heeft subsidie toegekend om dit project mogelijk te maken. De projectgroep bestaat uit: - Prof. dr. H.B.M. van de Wiel, Wenckebach Instituut, UMCG - Prof. dr. P.L.P. Brand, Kindergeneeskunde, Isala Klinieken, Zwolle - Dr. A.S.P.M. Breed, Academische Huisartsenpraktijk, UMCG De projectgroep heeft een programma van 3 uur ontwikkeld over praktische managementvaardigheden voor aios. In paragraaf 2 van dit verslag wordt beschreven hoe het onderwijs is opgezet en als pilot voor drie groepen van arts-assistenten is uitgevoerd. Paragraaf 3 doet verslag van de evaluatie van dit pilot onderwijs. Paragraaf 4 bevat de conclusies en aanbevelingen. 2. Onderwijsopzet 2.1
Deelnemers
Het onderwijs staat open voor alle aios die in opleiding zijn binnen de regio Noord-Oost (OOR). In februari 2012 hebben alle arts-assistenten van de Isala Klinieken per e-mail het verzoek gekregen om een vragenlijst op een internetsite te beantwoorden over hun wensen voor onderwijs in managementvaardigheden. 55 arts-assistenten hebben de vragenlijst beantwoord. 52 van de respondenten bleek geïnteresseerd in deelname aan het onderwijs. Tabel 1 geeft een overzicht van de thema's die men behandeld zou willen zien. :
*
Tabel 1: Gewenste thema's
Aantal
Perc.
Samenwerken
25
21%
Conflict hanteren
23
19%
Omgaan met agressie
7
6%
Vergaderen
19
16%
Tijd- en werkmanagement
43
36%
Andere thema's
4
3%
Totaal
121*
100%
Aangezien men meer dan één thema kon noemen is het totaal aantal genoemde thema's groter dan 4
het aantal belangstellenden (N = 52). Tabel 1 laat zien dat tijd- en werkmanagement het vaakst als thema werd genoemd. Dit thema is dan ook gekozen als onderwerp voor het pilot onderwijs. 2.2
Onderwijsaanbod
De onderwijsbijeenkomst duurt drie uur. Het doel van het onderwijs is dat de arts-assistenten praktische vaardigheden opdoen om efficiënter te kunnen werken en minder last te ervaren van tijdsdruk (versterken van self-efficacy). De thema's die aan bod komen zijn: - "uitstel en afstel" gedrag - factoren die bepalend zijn voor motivatie en uitstelgedrag - plannen van een drukke dag De belangrijkste werkvorm is het "Masterclass" principe [Wiel, 2009]. Dit principe houdt in dat door middel van gerichte opdrachten de 'state of the arts' kennis, gepresenteerd door een expert, wordt vertaald naar de eigen werksituatie. In het eerste gedeelte van de bijeenkomst verzorgt één van de docenten korte presentaties over de bovengenoemde thema's. Voorafgaande aan en/of in aansluiting op iedere presentatie zijn er individuele opdrachten, zoals het inventariseren van knelpunten rond tijdsmanagement en het invullen van een vragenlijst over uitstelgedrag. Daarnaast zijn er groepsdiscussies waarin de resultaten van de inventarisaties worden besproken. De masterclass opdracht beslaat het tweede deel van de bijeenkomst en houdt in dat de deelnemers in subgroepen een Powerpoint presentatie maken van de belangrijkste dingen die ze inmiddels hebben geleerd om uitstelgedrag tegen te gaan. Deze presentaties worden achteraf op een internetsite gezet zodat de deelnemers hun verworven inzichten, maar ook die van de andere deelnemers, kunnen terugzien. 3. Evaluatie van het pilot onderwijs De evaluatie heeft zich gericht op de volgende aspecten [Wiel, 2008]: - de uitvoering; - de deelname aan het onderwijs; - oordeel van de deelnemers over het onderwijs; - nut van het onderwijs voor de dagelijkse praktijk. Aan het einde van de onderwijsdag hebben de deelnemers een evaluatielijst beantwoord. In de evaluatielijst werd een oordeel gevraagd over de diverse aspecten van het onderwijs. Deze beoordeling was telkens op een 10-puntsschaal (rapportcijfer). Bijlage 1 bevat de evaluatielijst. Ongeveer vier maanden na het onderwijs hebben de deelnemers per e-mail het verzoek gekregen om een vragenlijst te beantwoorden in hoeverre ze de aanwijzingen en tips over tijdmanagement gebruiken in de klinische praktijk. Bijlage 2 bevat deze vragenlijst. Gezien de beperkte opzet van het onderwijs en van de evaluatie was een verdergaand onderzoek naar veranderingen in kennis en gedrag van de deelnemers ten gevolge van het onderwijs niet mogelijk. 3.1
Uitvoering
De opzet was om één onderwijsbijeenkomst voor arts-assistenten van de Isala Kliniek en één bijeenkomst voor arts-assistenten van het UMC Groningen te organiseren. Gezien de grote belangstelling binnen de Isala Kliniek zijn er in Zwolle echter twee bijeenkomsten op een woensdagavond (30-5-2012 en 13-6-2012) georganiseerd. De bijeenkomst voor de UMCG assistenten was op een zaterdagochtend (2-6-2012). De drie bijeenkomsten zijn verzorgd door de leden van de 5
projectgroep. In de Isala Kliniek zijn twee van hen in de beide bijeenkomsten als inhoudelijk expert en als procesbegeleidend docent opgetreden. De bijeenkomst in het UMCG is door één docent verzorgd. In de Isala Kliniek is gewerkt volgens het bovenbeschreven Masterclass principe. De Powerpoint presentaties die zijn gemaakt door de subgroepen, zijn op de internetsite www.ahmas.nl gezet. De bijeenkomst in het UMCG had een meer 'traditioneel' workshop karakter waarbij de docent een interactieve presentatie heeft verzorgd en de deelnemers vervolgens in subgroepen hebben gewerkt aan een opdracht om 'tegeltjeswijsheden' te bedenken over time management. 3.2
Deelname
Tabel 2: Kenmerken van de deelnemers
Isala, Zwolle
Aantal deelnemers Specialisme
UMCG
19
11
Snijdend
4
Niet snijdend
9
Ondersteunend
3
Overig
1
man
6
1
vrouw
11
10
Aantal jaren in opleiding NB
Gemiddelde
2.4
2.1
0.51 (0-5)
0.51 (0-5)
Aantal maanden klinisch werkzaam voor start opleiding
Gemiddelde
20.8
24.2
4.50 (0-48)
2.99 (12-39)
Geslacht
SEM (range)
SEM (range)
11 (KG)
Aanvullend onderwijs ja 3 6 over management nee 14 5 gehad ? NB Aan het Isala onderwijs namen ook 6 anios deel. Zij zijn bij deze vraag niet meegeteld. In totaal hebben 30 arts-assistenten aan het pilotonderwijs deelgenomen. Tabel 2 geeft een overzicht van enkele kenmerken van deze deelnemers. De groepen in de Isala Kliniek en de groep in het UMCG verschilden weinig van elkaar wat betreft hun klinische ervaring en het aantal jaren in opleiding (indien van toepassing). Het belangrijkste verschil betrof de samenstelling van de groepen. In de Isala Kliniek deden arts-assistenten mee van diverse specialismen, waaronder 6 assistenten-niet-inopleiding (anios), en betrof het een open inschrijving. In het UMCG deden alleen aios van de Kindergeneeskunde mee en was de onderwijsbijeenkomst een vervolg op eerder gevolgd onderwijs over Communicatie & Samenwerking. Voorafgaande aan iedere bijeenkomst is aan de deelnemers gevraagd in hoeverre ze in hun werk te maken hebben met tijdsdruk, welke factoren deze tijdsdruk bepalen, hoe ze deze tijdsdruk ervaren en hoe ze in het algemeen omgaan met de tijdsdruk. Tevens is hen gevraagd naar hun verwachtingen over het onderwijs. Tabel 3 geeft een overzicht van de antwoorden.
6
Tabel 3: Ervaringen met tijdsdruk
Gemiddelde (SEM) N = 28
1. In hoeverre te maken met tijdsdruk (schaal 1 - 10)
8.1 (0.20)
2. Hoe belemmerend is de tijdsdruk (schaal 1 - 10)
5.6 (0.29)
3. Factoren die tijdsdruk bepalen (aantal genoemd)
4.6 (0.27)
4. Manieren om met tijdsdruk om te gaan (aantal genoemd)
3.9 (0.27)
5. Verwachtingen over het onderwijs (schaal 1 - 10)
6.4 (0.20)
De antwoorden laten zien dat de a(n)ios vrij veel te maken hebben met tijdsdruk (8.1) en in zekere mate worden belemmerd door tijdsdruk (5.6). Uit de antwoorden over de factoren die de tijdsdruk bepalen, komen vooral naar voren de hoge patiëntenlast, de vele niet direct aan patiëntenzorg gebonden taken en de onvoorspelbaarheid en daarmee ook onbeheersbaarheid van veel taken. Prioritering is verreweg de meest genoemde manier om deze werkdruk beheersbaar te houden. De verwachtingen over de het onderwijs bleken matig positief (6.4). 3.3
Evaluatie na de bijeenkomst
Tabel 4 geeft het oordeel van de deelnemers over het onderwijs weer. Aangezien de werkvormen van het onderwijs in de Isala Kliniek en in het UMCG van elkaar verschilden, zijn de oordelen van de deelnemers van de twee locaties apart weergegeven. De significantie van het verschil in gemiddeld oordeel tussen de groepen van de Isala Kliniek en de groep van het UMCG zijn weergeven met * p < .05 en *** p < .001 Tabel 4: Oordeel na de bijeenkomst (schaal 1 - 10)
Isala Kliniek Gemiddelde (SEM, N)
UMCG Gemiddelde (SEM, N)
1. Doel bereikt
7.8 (0.20, 17)
5.6 (0.19, 10)***
2. Oefening "Drukke dag plannen"
7.5 (0.15, 16)
6.8 (0.31, 8)*
3. Inventariseren en bespreken "Uitstelgedrag"
7.6 (0.12, 19)
6.2 (.41, 11)***
4. Presentatie maken van leerpunten
7.7 (0.19, 19)
niet gedaan
5. Inspanning de moeite waard?
8.1 (0.16, 18)
6.8 (0.23, 11)***
6. Onderwijs aanraden aan collega
8.4 (0.20, 19)
6.7 (.30, 11)***
Uit tabel 4 blijkt dat het onderwijs in de Isala Kliniek op alle punten hoger werd gewaardeerd dan het onderwijs in het UMCG. Het werken volgens het masterclass principe in de Isala Kliniek werd dus 7
positiever gewaardeerd. Vergelijking van het oordeel in hoeverre de doelen van het onderwijs zijn bereikt met de verwachtingen die men hierover vooraf had, laat ook zien dat voor de deelnemers in de Isala Kliniek de doelen meer zijn bereikt dan men vooraf had verwacht (gem. oordeel = 7.8 v.s. gem. verwachting = 6.7, p = .001). Het oordeel van de deelnemers in het UMCG over het bereiken van de doelen was daarentegen gelijk aan hun verwachting (gem. oordeel = 5.6 v.s. gem. verwachting = 6.1, p = .195). Het grootste verschil tussen beide groepen blijkt evenwel uit de vraag of men dit onderwijs zou aanbevelen aan een collega. De a(n)ios van de Isala Kliniek zullen dit vrijwel zeker doen (gem. 8.4), terwijl de aios Kindergeneeskunde in het UMCG daar veel minder positief over zijn (gem. 6.7). De evaluatie bevatte ook enkele open vragen. De vraag over wat men had opgestoken van de bijeenkomst was voor de aios in de Isala Kliniek en de aios in het UMCG echter niet dezelfde. Aan de aios in de Isala Kliniek is gevraagd om maximaal drie leerpunten van de onderwijsbijeenkomst op te schrijven. De meest genoemde leerpunten waren: - maak je keuzes en bepaal zelf wat belangrijk en/of urgent is (Eisenhowerschema) - tijdmanagement kost tijd - pak uitstelgedrag aan: leer jezelf motiveren, visualiseer je doelen, let op afleiders Deze leerpunten weerspiegelen hetgeen in het onderwijs aan bod is gekomen. Aan de aios van het UMCG is gevraagd welke gedeelte van het onderwijs ze zich zullen blijven herinneren. Bij hen is vooral het maken van 'tegeltjeswijsheden' blijven hangen. Op de inhoud van deze tegeltjeswijsheden werd niet verder ingegaan in de antwoorden. Daarnaast is aan de aios gevraagd wat ze gemist hebben in het onderwijs en welke suggesties ze hebben om het onderwijs te verbeteren. Hieruit kwamen vooral naar voren: - te kort/te beknopt/te oppervlakkig c.q. graag meer (diepgang) - graag concreter/praktischer en meer toegesneden op de individuele situatie - (rollenspel)oefeningen in onderhandelen (over onmogelijke eisen) - maken van een concrete drukke dag planning - meer voorbereiding (huiswerk) zodat er efficiënter kan worden gewerkt - vervolgbijeenkomst om bruikbaarheid in de praktijk te bespreken - onderwijs niet op een vrije zaterdag inroosteren (UMCG) 3.4
Evaluatie na vier maanden
Tabel 5: Oordeel na 4 maanden (schaal 1 - 10)
Isala Kliniek
UMCG
Gemiddelde (SEM, N)
Gemiddelde (SEM, N)
1. In hoeverre te maken met tijdsdruk
8.4 (0.31, 12)
8.0 (0.45, 6)
2. Hoe belemmerend is de tijdsdruk
6.3 (0.35, 12)
6.2 (0.75, 6)
3. Hoe leerzaam was de workshop
7.3 (0.35, 12)
6.8 (0.40, 6)
4. In hoeverre is je time-management veranderd
6.3 (0.22, 12)
6.2 (0.31, 6)
5. Aantal leerpunten/tegeltjeswijsheden die men zich kan herinneren
2.0 (0.27, 11)
1.3 (0.33, 6)
18 van de 30 (60%) deelnemers hebben de evaluatie na vier maanden beantwoord (zie bijlage 2). Het percentage respondenten van beide locaties was min of meer gelijk. Uit een vergelijking van de tabellen 3 en 5 blijkt dat het oordeel over de ervaren tijdsdruk (vraag 1) en 8
de mate waarin met de tijdsdruk belemmerend vindt (vraag 2), in de vier maanden na het onderwijs niet is veranderd. Tabel 5 laat tevens zien dat het oordeel op de langere termijn over (het effect van) het onderwijs voor beide locaties vrijwel identiek is. Na vier maanden is ook het oordeel over het onderwijs voor beide locaties vrijwel gelijk (7.3 vs 6.8). Uit een vergelijking van tabel 4 (vraag 5 en 6) en tabel 5 (vraag 3) blijkt dat het enthousiasme over het masterclass onderwijs in de Isala Kliniek in vier maanden is afgenomen (t = 2.98, p < .01), terwijl het oordeel over het UMCG onderwijs niet is veranderd. In de nameting is aan de deelnemers gevraagd welke leerpunten/tegeltjeswijsheden ze zich konden herinneren (zie bijlage 2). Vrijwel alle respondenten (17) konden zich nog tenminste één leerpunt herinneren, acht respondenten wisten er nog tenminste twee en vijf wisten er nog drie te noemen. De deelnemers van de Isala Kliniek konden zich iets meer leerpunten herinneren (gem. = 2.0) dan de deelnemers van het UMCG onderwijs zich tegeltjeswijsheden konden herinneren (gem = 1.3). Van ieder genoemd leerpunt werd tevens gevraagd om aan te geven in hoeverre dit punt in de praktijk wordt toegepast (1 = doe ik nooit iets mee...10 = gebruik ik altijd als 't kan). Het gemiddelde 'toepassingscijfer' was 7.4 (0.27, 30). Ook is gevraagd om aan te geven wat de toepassing van de leerpunten belemmert. Een bloemlezing van de genoemde leerpunten/tegeltjeswijsheden en hun belemmeringen staat in bijlage 3. Aan de deelnemers van de Isala Kliniek is tevens gevraagd of ze nog hadden gekeken naar de Powerpoint presentaties op de website (score: 1 = niet meer gezien en ook niet geïnteresseerd ....5 = enkele malen bestudeerd). Drie deelnemers hadden de website bekeken. De overige deelnemers waren er nog niet aan toe gekomen (8) of waren niet geïnteresseerd (1). 4. Conclusies Aios hebben veel te maken met tijdsdruk en dat belemmert hen ook enigszins in hun functioneren. Om in te spelen op de behoefte van aios aan onderwijs over tijd- en werkmanagement is het pilot onderwijs dat in dit verslag wordt beschreven, opgezet. Het onderwijs had tot doel om de aios enkele praktische vaardigheden voor tijd- en werkmanagement te bieden en bestond uit een bijeenkomst van ongeveer 3 uur. Aan het pilot onderwijs hebben 19 aios in de Isala Kliniek (twee groepen) en 11 aios in het UMCG (één groep) meegedaan. In het onderwijs in de Isala Kliniek is gewerkt volgens het 'Masterclass' principe. In het UMCG onderwijs is gekozen voor een meer 'traditionele' workshop aanpak met interactieve presentaties en opdrachten. Het werken volgens het masterclass principe leidde in eerste instantie tot een hogere waardering voor het onderwijs dan de meer traditionele workshop aanpak. De twee bijeenkomsten in de Isala Kliniek leverden een groot aantal concrete leerpunten op; de bijeenkomst in het UMCG resulteerde in 'tegeltjeswijsheden'. Een aantal hiervan zijn duidelijk blijven hangen bij de aios. Na vier maanden konden de deelnemers aan het masterclass onderwijs zich iets meer leerpunten herinneren, maar was de waardering voor beide vormen van onderwijs vrijwel gelijk. Het lijkt er dus op dat door het masterclass principe het geleerde iets beter beklijft, maar dat op de lange(re) termijn de waardering voor dit onderwijs niet veel anders is dan de waardering voor meer traditioneel workshop onderwijs. De leerpunten en tegeltjeswijsheden worden in de praktijk beperkt toegepast. De deelnemers gaven aan dat ze ze in de hectiek van het dagelijkse werk gauw vergeten. Sommige deelnemers gaven ook aan dat ze behoefte hebben aan een regelmatige 'opfrisser'. Een website waarop alle informatie en de zelf gemaakte presentaties staan, is onvoldoende als steuntje in de rug. Zo'n website wordt nauwelijks bekeken. Uit de opmerkingen over de toepassing in de praktijk kan worden geconcludeerd dat de aios weinig speelruimte ervaren om in de praktijk met de timemanagement vaardigheden te oefenen en dat deze vaardigheden (mede) daardoor geen onderdeel worden van hun gedragsrepertoire. Ook voor 9
timemanagement vaardigheden geldt immers dat er in de praktijk een leerklimaat moet bestaan waarin 'deliberate practice' mogelijk is, zodat de transfer vanuit de onderwijssituatie naar de klinische praktijk tot stand kan komen [Wouda, 2013]. Voor het aanleren van de timemanagement vaardigheden is er bovendien sprake van een paradoxale situatie. De tijd die nodig is om met deze vaardigheden te kunnen oefenen, zal vooral moeten worden gecreëerd door goed tijdmanagement. Gezien de beperkte opzet van het onderwijs en van de evaluatie hebben we geen verdergaand onderzoek kunnen doen naar de mogelijkheden om in de praktijk de leervoorwaarden te scheppen die het gebruik van de timemanagement vaardigheden stimuleren. 5. Literatuur -
Berkenbosch L, Busari JO. De managementcompetenties van Nederlandse arts-assistenten. Tijdschrift Medisch Onderwijs 2011;30:302-14 Bleker OP, Cate ThJ ten, Holdrinet RSG. De algemene competenties van de medisch specialist in de toekomst. Tijdschrift Medisch Onderwijs 2004;23 (1): 4-14 Wiel HBM van de, Goris J. Innovation in medical postgraduate education: a pilot study. J Psychosom Obst Gynec 2009;30: 1-4 Wiel HBM van de, Wouda JC. Evaluative studies in (medical) education. J Psychosom Obst Gynecol 2008;29: 1-2 Wouda JC, Wiel HBM van de. Education in patient-physician communication: how to improve effectiveness? Pat Educ Couns 2013;90:46-53
10
Bijlage 1: Evaluatie na de bijeenkomst 1. Het onderwijs had tot doel om u praktische vaardigheden te leren om efficiënter te kunnen werken en om minder last te hebben van tijdsdruk. In hoeverre is dit doel voor u gerealiseerd ? Graag uw (rapport)cijfer (1 = volstrekt niet bereikt, 5 = wel wat bereikt, maar ook veel blijven liggen, 10 = volledig bereikt). Cijfer: 2. Geef s.v.p. uw waardering voor de diverse onderdelen van deze onderwijsbijeenkomst d.m.v. een (rapport)cijfer (1 = volstrekt nutteloos... 10 = absoluut onmisbaar) Onderdeel: 2.1
Cijfer:
Oefening "Drukke dag plannen", bespreken van principes van time
management 2.2
Invullen vragenlijsten Uitstelgedrag en type uitstellers; theorie "The
procrastination equation" 2.3
Oefening: presentatie maken over time management en uitstelgedrag
3. Terugkijkend op deze onderwijsdag en alles wat u daarvoor moest doen, in hoeverre vond u de inspanning dan de moeite waard? Graag uw (rapport)cijfer: (1 = volstrekte tijdverspilling/heeft niets opgeleverd, 5 = wel resultaat, maar ook wel veel inspanning, 10 = optimaal resultaat, gezien de inspanning). Cijfer: 4a Isala Kliniek Wat is/zijn voor u de belangrijkste leerpunt(en) van deze workshop? Noem er maximaal 3 UMCG 4b Welk gedeelte of welke gebeurtenis van deze onderwijsdag zult u zich blijven herinneren?
5. In hoeverre zou u een collega aanraden om aan deze onderwijsdag deel te nemen? Graag uw (rapport)cijfer: (1 = absoluut afraden, 5 = niet bijzonder, maar ook niet vervelend, 10 = absolute aanrader) Cijfer: Zie Ommezijde 11
6. Hoe zou de effectiviteit van deze onderwijsdag kunnen worden vergroot?
7. Hoe zou de efficiëntie van deze onderwijsdag (= hetzelfde of nog meer bereiken met minder inspanning) kunnen worden vergroot?
8. Graag ook eventuele andere suggesties voor verbetering van deze manier onderwijsdag
Bedankt voor uw medewerking !
12
Bijlage 2: Evaluatie na vier maanden Vier maanden geleden heb je deelgenomen aan een workshop over timemanagement voor aios. Wij willen graag weten in hoeverre deze workshop je inzichten en vaardigheden heeft opgeleverd die je kunt gebruiken of wellicht al hebt gebruikt. Daarom verzoeken we je om de onderstaande vragen te beantwoorden en de ingevulde vragenlijst via de e-mail terug te sturen. Alvast onze hartelijke dank voor je medewerking, Naam: De antwoorden die je geeft worden uiteraard anoniem verwerkt, maar we willen deze antwoorden graag vergelijken met de antwoorden die je hebt gegeven op de voormeting vragenlijst. Daarom het verzoek je naam te vermelden.
1. In hoeverre heb je in je werk te maken met tijdsdruk? Rapportcijfer: 1 = absoluut nooit ... 10 = voortdurend mee te maken Cijfer: 2. Hoe belemmerend en/of demotiverend ervaar je de tijdsdruk in uw werk? Rapportcijfer: 1 = absoluut geen last van ... 10 = ondraaglijk belemmerend/demotiverend Cijfer: 3. Hoe leerzaam vond je de workshop? Rapportcijfer: 1 = volstrekt niet leerzaam ... 10 = absoluut onmisbaar voor mijn werk Cijfer: 3b (alleen Isala Kliniek) Heb je na de workshop nog gekeken naar de website waarop alle informatie staat over de workshop en de Powerpoint presentaties die jullie zelf hebben gemaakt? Cijfer: 1 = niet meer naar gekeken en ik ben ook niet geïnteresseerd, 2 = nog niet naar gekeken, maar dat ben ik wel van plan, 3 = oppervlakkig naar gekeken, 4 = grondig bestudeerd, 5 = enkele malen bestudeerd) Cijfer: 4. In hoeverre is je timemanagement veranderd sinds het volgen van de workshop? Rapportcijfer: 1 = desastreus verslechterd ... 5 = min of meer hetzelfde gebleven ... 10 = perfect geworden Cijfer: Ga naar de volgende bladzijde
13
5. In de evaluatie van de workshop heb je enkele leerpunten opgeschreven. a. Welke waren deze leerpunten? b. Zet s.v.p. achter elk van de leerpunten een rapportcijfer dat aangeeft in hoeverre je dit leerpunt ook daadwerkelijk toepast Rapportcijfer: 1 = doe ik nooit iets mee ... 5 = pas ik soms wel, soms niet toe ... 10 = gebruik ik altijd als het nuttig/nodig is Leerpunten
Cijfer:
1. 2. 3.
6. Indien je geen 10 als rapportcijfer heeft gegeven voor één of meer van de leerpunten, wat weerhoud je dan van de toepassing van deze leerpunten?
14
Bijlage 3: Bloemlezing van leerpunten/tegeltjeswijsheden en hun belemmeringen -
Beter prioriteiten stellen, wat moet nu en moet ik zelf doen (belangrijk/ urgent). Leer nee te zeggen. Ik wilde wel leren prioriteiten stellen. En dat lukt me nu beter na het schema wat is laten zien. Ik delegeer meer. Uitbesteden wat niet acuut en niet belangrijk is. Nadenken over mijn tijd, planning maken. Time management kost tijd. To-do lijst indelen in 4 groepen, Eisenhower schema. Er was iets met urgent/niet urgent en belangrijk/onbelangrijk, maar ik weet even niet meer hoe het rijmpje ging? Lummelen moet. Als je de lat te hoog legt, beland je in de hemel (of zoiets) Een rotklus in de morgen, een dag zonder zorgen. Hebben we vandaag al niets gedaan? Je kiest zelf hoe je je tijd indeelt. Moet ik dat nu doen? Papierwerk is geduldig, verpleegkundigen zijn dat niet. Voel je je slachtoffer, redder of ?, dan overtrek je de boel Wat weerhoudt je om je leerpunten toe te passen
-
-
In de opleiding zijn veel dingen verplicht en heb je vaak weinig te kiezen in hoe je je dag indeelt en of je `s avonds wel of niet naar die verplichtingen gaat. Tja, als ik altijd de prioriteit zet bij de belangrijke, urgente dingen, kom ik dus erg slecht aan het voorbereiden van minder urgente dingen toe. Het mapje DELLE in Outlook werkt wel fantastisch! Niet altijd nodig om te doen. Perfectionisme Ik ben ze nog verder aan het inpassen in mijn dagelijks werk/privé leven Ik vergeet ze soms: geen tijd om over planning na te denken? (ik weet het; slecht excuus) Belangrijkste is dat ik minder schuldgevoel heb als ik lummel, wat mij weerhoudt is het idee dat ik toch productiever ben met minder lummelen (hoewel dat de vraag is). Ik vind de stelling (over de lat hoog leggen) niet helemaal waar, want een beetje ambitie hebben helpt je ook je werk leuk te vinden en het beste er uit te halen. Dus de lat hoog leggen is niet per definitie een slecht idee (ook al is het soms spannend), maar TE hoog wel. Helaas is vaak pas achteraf vast te stellen of iets TE hoog was, of gewoon hoog. Ik kan me helaas nog maar één tegeltjeswijsheid echt goed herinneren. Deze wijsheid is eigenlijk altijd nuttig, maar als ik terugkijk, lijkt het alsof ik 'vervallen' ben in m'n oude patroon en er niet dagelijks bewust bij stil sta. Met deze herinnering eraan ga ik het opnieuw proberen! Belangrijkste bijdrage van de cursus was een verdere bewustwording van time management, wat onder andere heeft geresulteerd in enkele weken strikt bijhouden wat ik met mijn tijd doe, tot op de minuut! Dat heeft me doen realiseren hoe beperkt het aantal uur is dat ik werkelijk effectief werk. Dit heeft nog niet geleid tot enorme gedragsveranderingen, maar ik heb het idee dat de eerste stappen gezet zijn. Deze mail is waarschijnlijk ook bedoelt als zo'n nuttige herhaling, voor mij zou het nuttig zijn als de tegeltjeswijsheden nog een keer zouden worden rondgestuurd.
15