EVALUATIE VLAAMSE HUURSUBSIDIE
Evaluatie van het Besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 2007 tot instelling van een tegemoetkoming in de huurprijs van woonbehoeftige huurders.
Met deze nota willen we vanuit de ervaringen van enerzijds de OCMW’s, anderzijds de gemeenten, beschouwingen geven bij volgende elementen uit het huursubsidiebesluit: -
de uitgangspunten van de Vlaamse huursubsidie de voorwaarden waaraan de huurder moet voldoen de voorwaarden waaraan de nieuwe woning moet voldoen de procedure varia
Tenslotte vind je een samenvattend overzichtje van onze bemerkingen en voorstellen.
Lut Verbeeck Stafmedewerker sociale huisvesting VVSG 4 juni 2008
evaluatie vlaams huursubsidie - S - 1 juli 2008 - 1/9
1. Bemerkingen bij verschillende onderdelen van het Vlaamse huursubsidiebesluit 1.1. De uitgangspunten van de Vlaamse huursubsidie De algemene uitgangspunten van de Vlaamse huursubsidie zijn: - Het is een verhuissubsidie nl. gekoppeld aan de verhuis van een slechte naar een goede woning - De subsidie is in tijd beperkt : 6 jaar + 3 jaar overgangsperiode - De subsidie is degressief: iedere 24 maanden daalt het basisbedrag en de daarmee samenhangende verhoging die afhankelijk is van de omvang van het inkomen. - De installatiepremie = maandelijkse huursubsidie x3 en wordt gelijk met de eerste maand huursubsidie uitbetaald. De Vlaamse installatiepremie is niet cumuleerbaar met de federale installatiepremie voor daklozen. Opmerkingen: Er van uit gaande dat er ook in de toekomst onvoldoende sociale huurwoningen zullen zijn en het ook niet in de verwachting ligt dat de prijzen op de private huurmarkt zullen dalen, kan het recht op degelijk en betaalbaar wonen enkel gerealiseerd worden als de Vlaamse toelage zich niet beperkt tot (een in tijd beperkte en degressieve) verhuissubsidie, maar wordt uitgebreid tot een volwaardige huursubsidie voor iedereen die onder een bepaald inkomensniveau zit. Het koppelen van de Vlaamse huursubsidie aan een verhuis sluit teveel mensen uit. Zo is het bijv.momenteel uitgesloten dat huurders die plots zonder partner vallen , daardoor hun inkomen zien dalen maar wel dezelfde huur moeten betalen, Vlaamse huursubsidie krijgen. Dergelijke situaties zijn niet uitzonderlijk. Het probleem stelt zich vaak bij echtscheiding. Het tijdelijke en degressieve karakter van de Vlaamse huursubsidie leidt in de toekomst ongetwijfeld tot problemen voor heel wat huurders. Als de huursubsidie afloopt of betekenisvol vermindert, moet de huur wel verder betaald worden…Het is een illusie te denken dat alle huurders tijdens de periode dat er een huursubsidie werd verleend, hun inkomen zodanig hebben kunnen doen toenemen dat ze zonder hulp die huur kunnen betalen of dat ze een sociale woning hebben kunnen huren.
1.2. De voorwaarden waaraan de huurder moet voldoen
-
Een woning verlaten die wegens bezetting onaangepast is (te kleine woning dus) voor zover de huurder minstens 1 jaar ingeschreven was in de betrokken woning en alle medebewoners mee verhuizen naar de huursubsidiewoning
Opmerkingen: Mensen moeten gedurende een jaar ingeschreven zijn in een overbewoonde woning, willen ze beroep kunnen doen op een huursubsidie. Deze termijn is wel zeer lang. Ons voorstel is om die te beperken tot 6 maanden. Bovendien komen deze mensen vaak in een vicieuze cirkel terecht evaluatie vlaams huursubsidie - S - 1 juli 2008 - 2/9
Als de wijkagent weigert om deze mensen in te schrijven op het adres van de onaangepaste woonst, wat in de praktijk wel eens voorkomt, kunnen zij ook geen aanvraag voor een huursubsidie indienen. We kregen het signaal dat de criteria voor overbevolking heel streng zijn waardoor grote gezinnen die effectief te klein wonen toch niet in aanmerking kunnen komen voor een Vlaamse huursubsidie. Enkele voorbeelden: een gezin met 4 kinderen dat maar over 2 slaapkamers beschikt, wordt niet als overbevolking beschouwd omdat er in totaal 4 woonlokalen zijn in het huis; wanneer men woont in een gemeubelde kamer met gemeenschappelijk sanitair per 2 bewoners is dat geen overbevolking meer want er is pas sprake van overbevolking als er min. 7 bewoners het gemeenschappelijk sanitair moeten delen….. In geval er sprake is van een geplande gezinshereniging zouden de Vlaamse inspecteurs de huidige woning moeten evalueren op basis van het aantal te verwachten gezinsleden. Zonder effectieve gezinshereniging is de huidige woning nog niet te klein, maar toch is de onaangepastheid van deze woning (met zicht op de gezinshereniging) de reden waarom er moet uitgekeken worden naar een grotere woning.
-
Zijn hoedanigheid als dakloze verliezen en een installatiepremie van het OCMW krijgen omdat hij verhuist naar een conforme woning.
Opmerkingen: Een dakloze kan enkel op basis van zijn dakloosheid een Vlaamse huursubsidie krijgen als hij van het OCMW een federale installatiepremie krijgt. Wat de definiëring van ‘dakloze’ betreft, is het in vergelijking met het vorige huursubsidiebesluit alvast een hele verbetering dat men de officiële definiëring van dakloze, zoals ze ook in de RMIwet wordt gebruikt, heeft overgenomen. De koppeling met de federale installatiepremie heeft als voordeel dat de OCMW’s moeten beoordelen of iemand als dakloos kan worden beschouwd. De OCMW’s hebben daar ervaring mee, dus ook dat is een goede zaak. De koppeling met de federale installatiepremie voor daklozen heeft echter ook als belangrijk nadeel dat een aantal mensen o.i. onterecht worden uitgesloten van de mogelijkheid om een Vlaamse huursubsidie te krijgen. Enkele voorbeelden: -
een dakloze krijgt slechts éénmaal in z’n leven een federale installatiepremie voor daklozen. Al de daklozen die ooit voor de inwerkingtreding van dit Vlaams huursubsidiebesluit een federale installatiepremie kregen, maar nooit een Vlaamse huursubsidie hebben ontvangen omdat ze toen bijv. niet aan de voorwaarden voor deze huursubsidie voldeden, kunnen nu ook geen aanvraag meer indienen voor een Vlaamse huursubsidie ook als zij nu op zich wel aan de voorwaarden voor de Vlaamse huursubsidie voldoen.
-
Om een federale installatiepremie voor daklozen te krijgen, moet men voldoen aan een inkomensvoorwaarde. Ofwel moet men leefloon genieten ofwel beschikt men enkel over een vervangingsinkomen of sociale zekerheidsuitkering, ofwel beschikt men over een ander inkomen maar dan mag dit niet meer bedragen dan leefloon+10%. Deze grens ligt dus heel laag, alleszins veel lager dan de inkomensgrens voorzien in het huursubsidiebesluit. Gevolg is dat mensen die effectief dakloos zijn maar een inkomen hebben dat boven dat van de federale installatiepremie ligt, maar wel onder dat van de Vlaamse huursubsidie niet in aanmerking kunnen komen voor een Vlaamse huursubsidie. Dit klopt uiteraard niet. evaluatie vlaams huursubsidie - S - 1 juli 2008 - 3/9
Vanuit de VVSG zijn wij er voorstander van om de huidige definiëring van ‘dakloze’ te behouden. We weten dat er vanuit instellingen (beschut wonen, opvangcentra daklozen,…) soms gepleit wordt om terug te keren naar de vroegere definitie. In het vorige huursubsidiebesluit was het zo dat men voldeed aan het criterium ‘dakloosheid’ als men reeds 6 maanden in een instelling : opvangtehuis verbleef . Deze definitie had dan wel het voordeel van de duidelijkheid, maar sloot ook heel wat mensen uit en had bovendien als gevolg dat de doorstroming vanuit opvangcentra, doorgangswoningen van OCMW’s e.d. nog bemoeilijkt werd. Wanneer men de huidige definitie behoudt, zullen defacto de mensen die in een opvangstructuur verblijven, beschouwd worden als dakloze , zelfs als ze er minder dan 6 maanden verblijven. Teruggaan naar de situatie waarbij men 6 maanden dakloos moet zijn, levert o.i. geen enkele meerwaarde op. Integendeel, dan sluiten we opnieuw onterecht een heel pak mensen uit. Wel is het heel belangrijk om voor daklozen de toegang tot de Vlaamse huursubsidie niet langer te koppelen aan de federale installatiepremie voor daklozen. Alle daklozen moeten immers in aanmerking komen voor een Vlaamse huursubsidie, dit mag niet beperkt worden door de specifieke regelingen die bestaan voor de uitkering van een federale installatiepremie. De eerder gegeven voorbeelden tonen immers aan dat dit leidt tot onterechte uitsluiting. Praktisch zou men de zaken zo kunnen organiseren dat mensen die op basis van ‘dakloosheid’ in aanmerking kunnen komen voor een Vlaamse huursubsidie en installatiepremie naar het OCMW worden doorverwezen. Het OCMW beoordeelt of ze inderdaad als dakloze kunnen worden beschouwd en levert een verklaring van dakloosheid af aan de betrokken persoon. Als de Vlaamse overheid verder de cumul tussen de federale installatiepremie en de Vlaamse installatiepremie onmogelijk wil maken, kan desgevallend aan deze verklaring toegevoegd worden of de betrokken persoon al dan niet een federale installatiepremie uitgekeerd krijgt. -
Een woning verlaten die niet aangepast is aan de fysieke toestand van de huurder of een inwonend gezinslid om te verhuizen naar een conforme woning aangepast aan de fysieke mogelijkheden. Het gaat hier om de groep van bejaarden (minstens 65 jaar op de datum van de aanvraag) en mensen met een handicap
Opmerkingen: We kregen het signaal dat iemand wiens inkomen bestond uit een invaliditeitsuitkering, geen huursubsidie kreeg omdat de woning niet aangepast was voor personen met een handicap. De betrokken persoon had echter geen invaliditeitsuitkering omwille van een fysieke handicap wel omwille van een psychische problematiek en dan zijn uiteraard geen fysieke aanpassingen in de woning nodig. De vraag dus om bij de beoordeling van aanvragen daarmee rekening te houden. In de praktijk komen situaties voor die niet éénduidig te vatten zijn in deze regel en ontlopen mensen o.i. onterecht de huursubsidie. Een voorbeeld: iemand verhuisde naar een kamerwoning zonder sanitair en heeft geen recht op een huursubsidie. Nadien verhuisde hij naar een woning met sanitair maar omdat de eerste woning waarvan hij kwam groot genoeg was, kreeg hij opnieuw geen Vlaamse huursubsidie, met de kamerwoning werd geen rekening gehouden. De logica lijkt ons in deze situatie zoek. -
Een woning in huur nemen van een erkend sociaal verhuurkantoor . (Nieuwe huurder van een sociaal verhuurkantoor moet dus niet aantonen dat de vroegere woning onaangepast of niet-conform was)
Opmerkingen: evaluatie vlaams huursubsidie - S - 1 juli 2008 - 4/9
Het is een goede zaak dat de mensen die naar een woning van een sociaal verhuurkantoor verhuizen, automatisch een huursubsidie krijgen. Kan dit automatisme ook niet voorzien worden voor mensen die een woning huren van een OCMW (een woning die niet onder het toepassingsgebied van het sociaal huurbesluit valt omdat voor huurders van sociale woningen de Vlaamse huursubsidie niet toegankelijk is). Wat is het verschil tussen een huurder die naar een SVK-woning gaat en een huurder die in een OCMW-woning gaat wonen? Noot: de te verlaten woning moet in het Vlaamse gewest liggen. Opmerking: Op het eerste zicht lijkt dit een vanzelfsprekende voorwaarde. In de praktijk echter zijn er situaties waarin de vraag kan gesteld worden of er toch soms geen uitzondering op deze regel moeten voorzien worden. Voorbeeld: Een Kandidaat Politiek Vluchteling werd toegewezen aan een opvangcentrum in Wallonië. Hij wordt ontvankelijk verklaard en vervolgens toegewezen aan een Vlaams OCMW met als gevolg dat hij zich in die gemeente moet vestigen. Vlaamse huursubsidie wordt geweigerd omdat de betrokken persoon uit Wallonië komt. In vergelijking met andere asielzoekers die wel het geluk hadden om van in het begin in Vlaanderen opgevangen te zijn geweest, wordt deze persoon dus gestraft .De opvang in Wallonië was nochtans niet zijn keuze. Daarnaast zijn er nog enkele algemene voorwaarden waaraan iedere aanvrager moet voldoen nl: -
In het verleden nog niet hebben genoten van de Vlaamse huursubsidie
Opmerking: Waarom wordt er zo sterk vastgehouden aan het principe dat je maar één keer in je leven een Vlaamse huursubsidie mag krijgen? Mensen kunnen toch meermaals in hun leven terecht komen in een situatie dat ze hulp nodig hebben bij het betalen van hun huur. Zelfs als de huidige verhuissubsidie niet wordt uitgebreid tot een volwaardige huursubsidie is het denkbaar dat mensen meerder keren in hun leven in een slechte woning terecht komen en vandaaruit uiteindelijk toch kunnen verhuizen naar een goede woning. Ons ontgaat de reden waarom zij maar één keer in hun leven recht zouden hebben op de huursubsidie en installatiepremie.
-
Meerderjarig zijn
Opmerking: Voor minderjarigen die in Begeleid Zelfstandig Wonen zitten zou er o.i. een uitzondering moeten voorzien worden op deze meerderjarigheidsvoorwaarde zoals dat ook in het sociaal huurbesluit is voorzien. Het gaat hier immers om minderjarigen die door de omstandigheden gedwongen zijn om zelfstandig te wonen en het financieel niet breed hebben. Waarom zouden zij moeten uitgesloten worden van een Vlaamse huursubsidie enkel en alleen op basis van het feit dat ze niet meerderjarig zijn?
-
Geen woning in volle eigendom of vruchtgebruik hebben tot 3 jaar voor de aanvraag (uitzondering mogelijk wanneer die woning niet geschikt is, ongezond is, of wanneer de eigeevaluatie vlaams huursubsidie - S - 1 juli 2008 - 5/9
naar of vruchtgebruiker niet kan beschikken over de woning omwille van een wettelijke regeling of een rechterlijk vonnis Opmerking: Voor zelfstandigen die in faling zijn, blijkt deze voorwaarde een probleem te zijn als de curator na 3 jaar de woning nog niet heeft verkocht. -
Voldoen aan de inkomensvoorwaarde
Opmerkingen: Vanuit OCMW’s en gemeenten kregen we zeer regelmatig de opmerking dat deze inkomensgrenzen eigenlijk te laag liggen. De inkomensgrenzen zouden moeten opgetrokken worden. Verder vinden we het absoluut noodzakelijk om ook de mogelijkheid in te bouwen rekening te houden met het actueel besteedbaar inkomen indien de huurder met zijn belastbaar inkomen boven de grenzen zit maar geconfronteerd wordt met een schuldenproblematiek waarvoor hij/zij in schuldhulpverlening zit conform de bepalingen in het sociaal huurbesluit. De schuldenproblematiek neemt alsmaar toe, bij de toekenning van een Vlaamse huursubsidie kan men daar niet aan voorbijgaan. De wetgeving houdt geen rekening met inkomensdalingen in het jaar voorafgaand aan de aanvraag. Een huurder die drie jaar voor de aanvraagdatum van een huursubsidie een inkomen heeft dat boven de toegelaten grens ligt, maar het jaar voorafgaand aan de aanvraag werkloos wordt, ziek wordt e.d. en daardoor met zijn inkomen onder het toegelaten plafond komt, kan toch geen toegang krijgen tot de huursubsidie. Vb 1 een gezin bestaande uit een alleenstaande vader (55 jaar ) en een dochter van 14 jaar, heeft een inkomen van 1047 euro per maand en huurt een woning van 400 euro per maand. Huursubsidie wordt niet toegestaan omdat het inkomen van 2005 (toen de man nog samenwonend was) te hoog lag, VB2: een gezin dat momenteel leefloon krijgt als voorschot op stempelvergoeding maar 3 jaar geleden nog een inkomen uit werk had, kan eveneens niet in aanmerking komen. Nochtans is de huidige inkomenssituatie heel duidelijk ontoereikend en voldoet die ook aan de gestelde voorwaarden. Een essentiële wijziging is o.i. dat er bij de toekenning van een Vlaamse huursubsidie rekening kan gehouden worden met het actueel besteedbare inkomen op het moment van de aanvraag.
1.3. De voorwaarden waaraan de nieuwe woning moet voldoen -
De woning moet conform zijn dus, namelijk: voldoen aan de elementaire veiligheids- gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten en aan de oppervlakte en bezettingsnormen van de Vlaamse wooncode. Dit wordt vastgesteld op basis van het technisch verslag dat wordt gebruikt voor de uitreiking van conformiteitsattesten.
In het werkveld wordt regelmatig als opmerking gegeven dat de oppervlaktenormen niet altijd zo duidelijk zijn waardoor huurders onvoldoende zicht hebben op het feit of de woning die ze willen huren al dan niet groot genoeg is rekeninghoudend met de gezinssamenstelling. -
De huurprijs van de woning ligt onder een bepaald maximum
Opmerking: evaluatie vlaams huursubsidie - S - 1 juli 2008 - 6/9
Uit een bevraging bij 1/3de van de OCMW’s blijkt dat deze maxima in heel wat regio’s nog te laag liggen in vergelijking met de gangbare huurprijzen op de huurmarkt. Er is een algemene vraag om de grenzen van de maximale huurprijs , die al verhoogd zijn in vergelijking met het vroegere huursubsidiebesluit, nog verder op te trekken. -
Uitgesloten van een Vlaamse huursubsidie zijn: °De huurders die verhuizen naar een sociale huurwoning
Opmerking Bij het herhuisvesten van sociale huurders nav. renovatieprojecten kon vroeger een huursubsidie de meerkost opvangen (de nieuwe huurprijs is vaak hoger dan de huurprijs van de te renoveren woning), dat is nu weggevallen Er zijn OCMW’s die ons melden dan nieuwgebouwde sociale huurwoningen soms te duur zijn voor de betrokken huurders en enkel kunnen gehuurd worden omdat het OCMW bijpast in de huur. Het is principieel te begrijpen dat sociale huurders (die al in een gesubsidieerde woning wonen) geen Vlaamse huursubsidie krijgen. Als het echter in de praktijk geregeld zou voor komen dat kandidaat sociale huurders sociale huurwoningen aan zich moeten laten voorbij gaan omdat de huur en de kosten te hoog zijn , moet dit principe misschien toch herbekeken of genuanceerd worden.
1.4. De procedure -
Uitbetaling van de huursubsidie gebeurt minstens per kartaal. De eerste uitbetaling gebeurt binnen de vier maanden na goedkeuring van een aanvraag. Tijdens de laatste periode van 3 jaar wordt de maandelijkse tussenkomst van 30 euro één keer per jaar utibetaald (360 euro in totaal dus)
Opmerking: Het is bijzonder moeilijk te verstaan dat de uitbetaling van de huursubsidie niet maandelijks kan georganiseerd worden, temeer daar de rechthebbenden dat geld ook effectief nodig hebben om hun huur te kunnen betalen. OCMW’s meldden ons ook al situaties waarin de eerste uitbetaling veel langer uitbleef dan de voorziene vier maanden na goedkeuring van de aanvraag. Dat gaf problemen en discussies tussen OCMW en huurder. In deze gevallen was het namelijk zo dat het OCMW het bedrag van de huursubsidie voorschoot zodat de huurder zijn huur kon betalen. De betrokken huurders echter vonden dat het OCMW ook de installatiepremie moest voorschieten. De OCMW’s wensten dit echter niet te doen omdat de betrokken huurders reeds geïnstalleerd waren en dit geld niet onmiddellijk nodig hadden. Vanuit het OCMW was er uiteraard ook de bekommernis om niet teveel precedenten te scheppen. Als alle huurders op het grondgebied van de gemeente die een Vlaamse huursubsidie toegezegd gekregen hebben maar nog moeten wachten op de eerste uitbetaling, aan het OCMW komen vragen om ook de installatiepremie uit te betalen, kan dat in sommige steden/gemeenten behoorlijk oplopen. Als de Vlaamse overheid zicht echter kan houden aan de termijn van 4 maanden en bovendien ook maandelijks aan de huurder zou kunnen betalen, hoeven dergelijke discussies zich niet te stellen.
1.5. Andere opmerkingen evaluatie vlaams huursubsidie - S - 1 juli 2008 - 7/9
-
De Vlaamse huursubsidie is nog veel te weinig gekend, zowel bij huurders als bij welzijnsinstanties! Ex-psychiatrische patiënten, maar ook senioren met een onaangepaste woning in eigendom zijn voorbeelden van groepen die niet goed geïnformeerd zijn.
-
Het zou nuttig zijn dat de lokale besturen (gemeente en OCMW) systematisch op de hoogte zouden gebracht worden van de inwoners van hun gemeente die een Vlaamse huursubsidie krijgen. Deze informatie is interessant in kader van het lokaal sociaal beleid, geeft ook een zicht op de mate waarin de burgers op de hoogte zijn van het bestaan van de huursubsidie, ….
2. Samenvattend overzicht van onze bemerkingen De meest fundamentele opmerkingen /voorstellen zijn: -
We hebben in Vlaanderen nood aan een volwaardige huursubsidie: niet gekoppeld aan de verhuisbeweging van een slechte naar een goede woning en niet tijdelijk en degressief van aard. Bovendien moet men meer dan één keer in z’n leven kunnen genieten van een Vlaamse huursubsidie.
-
Bij het beoordelen of de huurder voldoet aan de inkomensvoorwaarde moet er rekening gehouden worden met het actueel besteedbaar inkomen op het moment van/in het jaar van de aanvraag. Door enkel rekening te houden met het netto-belastbaar inkomen van drie jaar voor de aanvraag worden teveel mensen uitgesloten. Verhoging van de inkomensgrens zou bovendien moeten onderwogen worden.
-
De maximaal toegelaten huurprijs voor de nieuwe woning ligt nog steeds te laag en zou dus verder moeten opgetrokken worden.
-
Alle daklozen moeten toegang kunnen krijgen tot een Vlaamse huursubsidie en installatiepremie , niet enkel degenen die een federale installatiepremie kregen van het OCMW. De koppeling met de federale installatiepremie sluit teveel mensen onrechtmatig uit. De huidige definitie van ‘dakloze’ wordt best behouden alsook de bevoegdheid van het OCMW om te beoordelen of iemand al dan niet als ‘dakloze’ kan worden beschouwd.
-
We pleiten voor een automatische toekenning van de Vlaamse huursubsidie aan huurders die van een OCMW een woning huren , net zoals dat ook gebeurt voor huurders die van een SVK een woning huren.
-
De voorwaarden die opgelegd worden aan de ongeschikt verklaarde woning (min 50 strafpunten en min 2 gebreken uit categorie III) moeten herbekeken worden. Hetzelfde geldt voor de situaties van overbevolking.
-
Huurders die op basis van het vroegere huursubsidiesysteem een huursubsidie krijgen, en voor wie moet bekeken worden of zij bij verhuis nog recht blijven hebben op de huursubsidie moeten zouden moeten beoordeeld worden op basis van de criteria van het nieuwe huursubsidiesysteem . evaluatie vlaams huursubsidie - S - 1 juli 2008 - 8/9
-
De Vlaamse overheid moet kunnen waarborgen dat de eerste huursubsidie sneller wordt uitbetaald en de volgende schijven maandelijks worden uitbetaald i.p.v. één keer per kwartaal.
-
Extra inspanningen ter bekendmaking van de Vlaamse huursubsidie zijn nodig.
Verder lijken ook volgende aanpassingen ons nodig: -
Op de meerderjarigheidsvoorwaarde wordt best een uitzondering gemaakt voor de jongeren die in Begeleid Zelfstandig Wonen zijn.
-
In geval van gezinshereniging dient de geschiktheid van de te verlaten woning beoordeeld te worden op basis van de gezinssamenstelling zoals ze er zal uitzien nà de gezinshereniging.
-
Uitzonderingen op de eigendomsvoorwaarde moeten in uitzonderlijke omstandigheden mogelijk zijn. (vb. zelfstandigen in faling)
-
Wanneer een aanvrager een invaliditeitsuitkering krijgt, dient bij de beoordeling van de geschiktheid van de woning onderscheid gemaakt tussen fysieke en psychische problematieken die aanleiding gaven tot de invaliditeitsuitkering.
-
Wanneer asielzoekers vanuit een opvang in Wallonië komen maar toegekend zijn aan een Vlaams OCMW en bijgevolg daar ook een woning moeten zoeken, moet er kunnen afgeweken worden van de voorwaarde dat de te verlaten woning moet liggen in het Vlaamse gewest, tenzij voortaan deze mensen op basis van de hoedanigheid van dakloosheid een vraag kunnen indienen voor de Vlaamse huursubsidie (wat kan als de koppeling met de federale installatiepremie wordt opgeheven)
-
Huurders van sociale huurwoningen uitsluiten van de Vlaamse huursubsidie is correct als de sociale huurwoningen verhuurd worden aan voorwaarden die ook financieel haalbaar zijn voor mensen met een laag inkomen. In het verleden was dit voor ondermeer nieuwe sociale huurwoningen een probleem. Als de nieuwe huurprijsberekening (sociaal huurbesluit) deze betaalproblemen niet oplost, dient o.i. overwogen te worden om de Vlaamse huursubsidie in een aantal situaties ook combineerbaar te maken met het huren van een sociale huurwoning.
-
Gemeente en OCMW zijn vragende partij om door Vlaanderen op de hoogte gebracht te worden van de huurders die een Vlaamse huursubsidie ontvangen.
___________________________________
evaluatie vlaams huursubsidie - S - 1 juli 2008 - 9/9