Evaluatie Versterking Allochtoon Ondernemerschap Nijmegen-Kanaalgebied 2001 - 2003
BRN Projecten 2004
Beschikking en opdrachtverlening November 2001 ontvangt de heer H.G. Agassi van de Directie Grondgebied, Afdeling Economische Zaken de beschikking in het kader van doelstelling 2 Nijmegen-Kanaalgebied van voornoemde Directie Strategie & Projecten (20-11-2001 opgesteld, besluitdatum 6-112001, kenmerk 1.53488 onder projectnaam “Versterking allochtoon ondernemerschap” nummer 02.01.NIKA.001). Waarbij de stuurgroep het College van B&W aanvullend adviseert met de opmerking “dat het opzetten van een ondernemersvereniging geen doel op zich is, het project moet breder zijn en leiden tot een inbedding van deze ondernemersgroep in gemeentelijke netwerken”. Eind december 2001 ontvangt BRN Projecten de opdrachtverlening van de heer Agasi hoofd Economisch Zaken (datum 20-12-01/kenmerk G410/eijkhout/1.51391). Startdatum van het project is 1 oktober 2001 einddatum 1 juli 2003 zijn.
Evaluatie De evaluatie is gebaseerd op het Model eindverslag Doestelling 2 Stedelijke Gebieden Nederland. Aan bod komen: de inhoudelijke realisatie van het project en promotie en publiciteit. Administratieve organisatie en financiële realisatie zijn reeds in de kwartaalrapportages verwerkt. Adviesuren zijn gedeclareerd op basis van een urenverantwoording, andere uitgaven op basis van facturen. Per 1 december 2004 zijn alle rekeningen van de projectuitvoerder betaald. De accountantscontrole heeft december 2004 plaatsgevonden, met deze inhoudelijk projectevaluatie wordt het project door de projectuitvoerders (BRN en Erdem adviesbureau) afgesloten. I. Inhoudelijke realisatie van het project Doelstelling van het project is: versterken van allochtoon ondernemerschap en daarmee de wijkeconomie in Nijmegen-Kanaalgebied. Om dit doel te bereiken zijn de volgende acties gepland: 1. vooronderzoek en opbouwen netwerk 2. nulmeting 3. opzetten ondernemersvereniging 4. voorlichting, workshops en excursies 5. opbouwen mentorennetwerk Per actie is een urenbegroting gemaakt en wordt de urenverantwoording bijgehouden. Planning en realisatie algemeen Startdatum van het project is 1 oktober 2001, einddatum 1 juli 2003 (totaal 21 maanden). Gaande het project is de einddatum verzet naar 1 januari 2005 (totaal 39 maanden). Van de 1.195 geplande adviesuren zijn er 1.130 uitgevoerd. De planning en realisatie per activiteit ziet er als volgt uit: Activiteit Vooronderzoek / opbouwen netwerk Nulmeting Opzetten ondernemersvereniging Voorlichting/workshops/excursies Opzetten mentorennetwerk Totaal
planning 140 120 340 225 150 975
realisatie 136 52 704 125 8 1.025
verschil verschil planning planning - realisatie realisatie relatief -4 1% -68 57% +364 107% -100 45% -142 95% 58 6%
De totale realisatie van de urenplanning wijkt slechts 6% af van de planning. Binnen de activiteiten heeft er echter een grote verschuiving plaatsgevonden. Aanzienlijk meer uren zijn gerealiseerd in het opzetten van de ondernemersvereniging. In het mentorennetwerk is nauwelijks geïnvesteerd. Ook bij de nulmeting en het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten, workshops en excursies blijft de realisatie aanzienlijk achter bij de planning.
Financiële planning en realisatie De advieskosten zijn vrijwel conform de planning ondanks het feit dat de projectperiode vrijwel twee maal zo lang is geworden. Kosten voor drukwerk en promotie zijn lager dan begroot. De uitgaven voor vergaderruimte zijn hoger dan gepland, belangrijke kanttekening is dat de ondernemersvereniging voor heel 2005 nog beschikt over vergaderruimte. Ad1 vooronderzoek en opbouwen netwerk Voor het vooronderzoek en het opbouwen van het netwerk zijn circa 3,5 week gepland, planning en realisatie zijn vrijwel identiek. Naast desk research (literatuurstudie) is met een aantal ondernemers gesproken om goed inzicht te verkrijgen in de vragen en behoeften van de ondernemers. Het field research onder de ondernemers is vooral door Erdem adviesbureau uitgevoerd de contacten met het netwerk (MKB-intermediairs, gemeente Nijmegen en andere leden Startersplatform) werden vooral door BRN gelegd. Uitgangspunt is dat de activiteiten van het project moeten aansluiten bij het gemeentelijk beleid en conform de aanbeveling van de stuurgroep moet “leiden tot een inbedding van deze ondernemersgroep in gemeentelijke netwerken”. Vandaar dat eerst onderzoek is gedaan naar het gemeentelijk beleidskader. De belangrijkste aansluitingspunten werden gevonden in het EFRO Programma Nijmegen –Kanaalgebied en het Concept Uitvoeringsprogramma 2000/2001 Multiculturele Samenleving. Beide maken onderdeel uit van het gemeentelijk beleid waaronder het Ontwikkelingsplan Grotestedenbeleid 1999-2004.
Kader en gebiedsafbakening projectaanvraag De gemeente Nijmegen heeft “Nijmegen-Kanaalgebied” aangewezen als Doelstelling 2 (D2gebied). Dit betekent dat vanuit de overheid (gemeente, provincie en rijk) en Europa extra inzet en middelen (kunnen) worden ingezet om achterstanden weg te kunnen werken. Nijmegen-Kanaalgebied omvat de wijken Nijeveld, Hatert, Biezen, Wolfskuil, Hees, Heseveld, Neerbosch, Goffert en het Haven- en industrieterrein Het aantal ingeschreven werkzoekenden ligt in dit gebied 2% hoger dan het stedelijk gemiddelde van 12%. 10% van de werkzoekenden is langer dan een jaar ingeschreven, dit ligt 43% boven het stedelijk gemiddelde (bron: RBA, jaar 1999). Het inkomen van particuliere huishoudens ligt op bijna 1/3 van het Nijmeegs gemiddelde (bron: CBS, jaar 1996). Een relatief groot aantal inwoners heeft weinig of geen opleiding in dit gebeid. Het aantal niet-westerse allochtonen ligt met 17% bijna 1/3 boven het stedelijk gemiddelde van 13% (bron: jaarboek GSB/ISEO, jaar 1999). De wijken Nijeveld, de Biezen en Wolfskuil zijn sociaal-economisch de zwakste wijken.
We vinden hier 1/5 van de bedrijven die in Nijmegen gevestigd zijn, samen goed voor meer dan een kwart van de werkgelegenheid. De meesten zijn werkzaam in de industrie (40%) of de gezondheidszorg- en welzijnszorg (23%). De derde belangrijke sector is reparatie consumentenartikelen en handel. Doelstelling van het EFRO-programma Nijmegen-Kanaalgebied is: “Het realiseren van een zodanige structurele economische ontwikkeling en het scheppen van een zodanig aantal structurele arbeidsplaatsen dat het Kanaalgebied aansluiting kan vinden bij de economische ontwikkeling van de stad als geheel”. Het Pilotproject versterking allochtoon ondernemerschap sluit direct aan bij de volgende maatregelen als genoemd in het EFROprogramma: stimuleren buurteconomie, meer aandacht voor starters (al of niet vanuit een uitkering). Ook het stimuleren van ondernemers-verenigingen wordt expliciet genoemd in het EFRO-programma. Belangrijke items zijn: het voorkomen van problemen bij gevestigde ondernemers, het ondersteunen van etnische ondernemers in samenwerking met belangenorganisaties en versterking van het zelforganiserend vermogen van startende ondernemers. Vooronderzoek Uit onderzoek van de Sociaal Economische Raad (1998) onder allochtone ondernemers blijkt dat er een zwakke basis is, de professionaliteit en de zakelijke netwerken gebrekkig zijn en anderzijds de MKB-dienstverelning niet toegankelijk is. Gevolg is dat het aantal uitvallers onder allochtone ondernemers, met name het eerste jaar, hoger ligt dan het totale gemiddelde onder ondernemers. Respectievelijk 17% en 14%. Anderzijds neemt het aantal allochtone ondernemers gestaag toe. Het aantal eerste generatie allochtone ondernemers is in de periode 1986-2000 meer dan verdrievoudigd van 14.450 tot bijna 44.000. Het totaal aantal ondernemers in Nederland nam met nog geen 60% toe. Tot de tweede generatie allochtone ondernemers worden dan 5.000 ondernemers gerekend. Ongeveer en kwart van de allochtone ondernemers is vrouw (landelijk 30%). De tendens tot branchespreiding zet door: de keuze voor de horeca neemt af ten gunste van met name de zakelijke dienstverlening. De tweede generatie kiest al voor hoogwaardiger diensten als adviesbureau, onderzoeksbureau en public relation bureau. Ook de overlevingskans van de allochtone ondernemer ontwikkelt zich positief: het aantal uitvallers daalt van 27% in 1992 tot 17% in 1999 (landelijk totaal in de jaren negentig tussen rond de 14%). Bron: Monitor etnisch ondernemerschap 2000 (ITS 2001). In het Concept Uitvoeringsprogramma 2000/2001 Multiculturele Samenleving van de gemeente Nijmegen wordt expliciet genoemd dat “Het stimuleren van etnisch ondernemerschap kan een kansrijke manier zijn om met de zwakke arbeidsmarktpositie van allochtonen om te gaan”. Er wordt meer dan €445.000,- gelabeld om (startende) etnische ondernemers te stimuleren, o.a. op het gebied van training, coaching en huisvesting.
Onderzoek ITS, juni 2001 Allochtone ondernemers in Nijmegen en in Nijmegen-Kanaalgebied Nijmegen telt 397 allochtone bedrijven in 1999, waarvan 122 (30%) in het Kanaalgebied. Hier zijn 476 ondernemers werkzaam (146 in het Kanaalgebied). De gemiddelde leeftijd ligt rond de 35 jaar en men heeft gemiddeld 3,5 jaar ervaring als ondernemer. De grootste groep allochtone ondernemer zijn Turken met 29% van het totaal aantal allochtone ondernemers in Nijmegen, gevolgd door Marokkanen 7%, Antillianen, Surinamers en Chinezen, elk 6%, Vietnamezen en ex-Joegoslaven elk 5% en tot slot Grieken, Egyptenaren, en Iranezen met elk 4% van dit totaal. Opvallend is dat de Turken met 41% sterk vertegenwoordigd zijn in het Kanaalgebied. Het aantal allochtone bedrijven neemt in het Kanaalgebied gedurende het decennium 19901999 toe van 38 tot 129 (240%). Voor overig Nijmegen van 111 tot 271 (145%). Het aantal starters in het Kanaalgebied stijgt van vijf in 1990 tot 36 in 1999. Voor overig Nijmegen stijgt het aantal starters van 15 tot 43. In totaal starten in 1999 dus 79 niet-westerse allochtone ondernemers een bedrijf in Nijmegen tegenover 20 in 1990. Van de allochtone bedrijven in Nijmegen is 35% is werkzaam in de horeca, 11% in de detailhandel en 16% in de groothandel. Daarnaast is men vooral werkzaam in de zakelijke en persoonlijke dienstverlening, respectievelijk 13% en 9%.De branchering is redelijk gelijkmatig verspreid over het Kanaalgebied en Nijmegen overig. De belangrijkste verschuivingen in de periode 1990 –1999 zijn dat de horeca afneemt van 62% tot 35%, de zakelijke dienstverlening neemt toe van 3 tot 13%, de persoonlijk dienstverlening stijgt minder maar toch nog van 6 tot 9%. De groothandel stijgt van 7 tot 16%. Ook de bouwnijverheid en handel & reparatie van auto’s stijgen aanzienlijk van rond de 1% tot 4% elk.De detailhandel blijft redelijk stabiel.
Van de allochtone starters uit1992 is in 1999 nog 50% over, voor het Kanaalgebied is dit met 33% aanzienlijk lager dan voor overig Nijmegen waar dit op 58% ligt. Voor de cohorte starters uit 1997 ligt de overlevingsfractie na 3 jaar op 41% voor het Kanaalgebied en 60% voor overig Nijmegen. Drie bedrijven zijn een BV, 31% een VOF of CV en 2/3 van de bedrijven is een eenmanszaak Bij 55% is naast de ondernemer maximaal een werknemer in dienst, bij 41% zijn 2-4 personen werkzaam, bij 3% 5-9 personen. Slechts bij 1% zijn meer dan 9 personen werkzaam.
Onderzoek BRN Projecten Op basis van de gegevens van de Kamer van Koophandel (selectie allochtone ondernemers, 177 bedrijven voor geheel Nijmegen), het bedrijvenregister van de afdeling Economische Zaken (selectie op naam) en fieldresearch is het aantal allochtone bedrijven in NijmegenKanaalgebied ingeschat op rond de 100. Met 75 bedrijven is contact geweest. Het profiel van deze 75 bedrijven ziet er als volgt uit: Branchering De belangrijkste branches zijn de horeca (20 bedrijven) en de detailhandel, 25 bedrijven waarvan 16 in de foodsector (9 supermarkten, 3 bakkers, 3 slagers en een viszaak) en 8 in de non-food (4 wit-en bruingoedzaken, een kleding- huishoudelijke artikelen en een meubelzaak). Er zijn 5 bouwbedrijven (steiger, isolatie, stukadoor en ZZP’er), 4 autobedrijven (autohandel, sloop en wasserij), en 4 groothandelaren (kleding, meubels en snacks). Drie reisbureaus, twee persoonlijke dienstverleners (kapper en kleermaker), twee autorijscholen, en twee arbeidsbemiddelingsbureaus, twee zakelijke dienstverleners (vertaalbureau en intercultureel traningsbureau). Tot slot een dekbeddenfabriek, meubelmaker, onroerend goed handelaar, en een kunstenaar. Concentratie per wijk 90% van deze 75 bedrijven vinden we in de volgende wijken: Willemskwartier (meer dan 1/3 aan de Willemsweg), Wolfskuil (Molenweg/Koninginnelaan), Hatert (Zijpendaalstraat /Couwenbergstraat) en tot slot verspreid in Neerbosch. Etno markt Veel ondernemers richten zich op de “eigen markt”, men kent de eigen taal en cultuur en weet wat de behoeften zijn. De eerste allochtone ondernemers richtten zich met name op de verkoop van voedsel en huishoudelijke artikelen uit het land van herkomst. Nog steeds richten allochtone ondernemers zich te vaak op de eigen doelgroep. Aansluitend bij voornoemde branchering handelt de groothandelaar in “allochtone producten” en levert deze aan allochtone winkels, de reisbureaus verzorgen vooral reizen van Nederland naar het land van herkomst van de eigenaar, de kapper en de autorijschool hebben vooral klanten uit hun eigen geboorteland en het uitzendbureau bemiddelt vooral allochtone uitzendkrachten. De horeca richt zich echter op de gehele Nijmeegse bevolking en ook de markt voor de detailhandelaren is zelfs in de wijken waar relatief veel allochtonen wonen te klein om zich (alleen) op allochtonen te richten.
Samenvatting project Periode oktober 2001 tot oktober 2003 Gebied: Nijmegen Kanaalgebied / D2-gebied Aanleiding: allochtone ondernemers hebben zich vaak niet voldoende voorbereid, er is gebrek aan kennis en kunde, ze maken te weinig deel uit of maken gebruik van formele MKBnetwerken. Marginale bedrijven en zwakkere branches zijn oververtegenwoordigd en er zijn taal- en cultuurproblemen. Gevolg: hogere uitval Doel: versterking allochtoon ondernemerschap door samenwerking binnen de ondernemersvereniging en professionalisering door voorlichting en workshops. Resultaat: kwantitatief meer en kwalitatief betere ondernemers. Diversificering en minder uitval. Activiteiten: - Inventariseren knelpunten en wensen bij de huidige allochtone ondernemers in het Kanaalgebied; - opzetten van een allochtone ondernemersvereniging met als einddoel doorstroom naar reguliere ondernemersverenigingen; - organiseren van voorlichtingsavonden en workshops; - opzetten van mentorennetwerk Aanpassing werkwijze BRN Projecten en Erdem adviesbureau, september 2002 Na het vooronderzoek wordt - door continu contact te onderhouden met allochtone ondernemers in het Kanaalgebied - inzicht verkregen in de vragen en problemen. Individuele problemen worden opgelost door: 1. Eenvoudige vragen beantwoorden we zelf; 2. door goede doorverwijzing naar de juiste afdeling / contactpersoon van de gemeente en instanties/bedrijven als: de Kamer van Koophandel, Syntens, banken, accountants, juristen en fiscalisten. Ook wordt gewezen op de mogelijkheden van specifieke projecten als het EQUAL-project. Voor collectieve problemen en belangen wordt verwezen naar het opzetten van een ondernemersvereniging. Deze zal op den duur ook antwoord kunnen geven op veel individuele vragen en problemen.
De projectuitvoerders (BRN en Erdem) brengen een kleine initiatiefgroep – met vertegenwoordigers uit diverse branches en van diverse nationaliteiten bijeen. Met deze initiatiefgroep wordt de structuur van de organisatie en het plan van aanpak opgesteld, centraal hierin staan: - ledenwerving - planning activiteiten – inclusief (gratis) voorlichting en workshops (KvK, Syntens, BRN, Erdem en anderen) - communicatie, intern en extern, met name richting gemeente en andere ondernemers-/ belangenverenigingen - continuïteit: inbedding van de organisatie / opzetten mentorennetwerk De projectuitvoerders zijn de aanjagers en vervullen de secretariële functie tot het eind van de projectperiode. Belang ondernemersvereniging
Het belang van de ondernemersvereniging is drieledig: 1. collectief belang: samen sterk 2. individueel belang: door krachten te bundelen zijn allerlei voordelen te verkrijgen 3. communicatie/ promotie: de bedrijven krijgen meer bekendheid en de ondernemer is beter op de hoogte van (economische) ontwikkelingen
ad 1. collectief belang Door de krachten te bundelen worden de ondernemers een serieuze gesprekspartner van de gemeente, maar ook van bijvoorbeeld andere belangenverenigingen, scholen, instellingen en de pers. We gaan hier met name in op de gemeente als gesprekspartner. Als ondernemersvereniging is het van groot belang op de hoogte te zijn van het gemeentelijk beleid en regelmatig overleg te hebben met de gemeente. De belangrijkste gesprekspartners bij de gemeente zijn: burgemeester en wethouders, raadscommissies en ambtenaren (hoofden van afdelingen en de bedrijvencontacten functionaris). Met name op het gebied van ruimtelijke ordening en economische zaken. Gemeentelijk beleid dat direct van betekenis kan zijn voor de ondernemer, en waarvan hij dus op de hoogte moet zijn betreffen zaken als: de ruimtelijke ordening ( bestemmingsplannen, bouwvergunningen, bereikbaarheid, parkeren, werk in uitvoering, fysieke her/inrichting van de winkel- of bedrijvenomgeving, de aanleg van nieuwe of revitalisering van oude bedrijfsterreinen/winkelcentra) het economische beleid (detailhandelsnota, vergunningen, heffingen, winkeltijden, koopzondagen, stimulering ondernemerschap). Het gemeentelijk beleid op het gebied van toerisme en recreatie (als trekker van potentiële klanten) en het beleid op het gebied van schoon, heel en veilig waarbij ook de brandweer en politie direct in beeld komen. Kortom het gemeentelijk beleid kan voor de individuele ondernemer van groot belang zijn, het is dan ook noodzakelijk dat de ondernemer hierover meedenkt en hierin stuurt. Als individu is dit ondoenlijk, als collectief - met diverse werkgroepen/commissies – kan dit wel. Door de krachten te bundelen met andere belangenverenigingen / instellingen en de pers wordt de betekenis van de ondernemersvereniging nog pregnanter.
Resultaten: Bij directe collectieve ondernemersbelangen die gerealiseerd kunnen worden (mede) door de ondernemersvereniging moet gedacht worden aan zaken als: - Goede bereikbaarheid, voldoende parkeerplaatsen; - aantrekkelijke inrichting openbare ruimte; - schoon, heel en veilige omgeving; - (in) directe promotie; - aanstellen citymanager; - instellen branchecommissie; - behoud / verbeteren concurrentiepositie door deze regelmatig door te lichten en zonodig acties te ondersteunen.
ad 2. individueel belang Door krachten te bundelen zijn allerlei (financiële) voordelen te verkrijgen, bijvoorbeeld op het gebied van: - Adverteren; - afvalinzameling; - verzekeringen; - leningen; - als vereniging lid van MKB-Nederland; - voorlichting, cursussen, trainingen; - administratie; - incasso; - inkopen. In het Kanaalgebied Nijmegen zijn bijvoorbeeld al concrete ideeën om onderling korting te geven in de non-food sector.
ad 3. communicatie / promotie Door met elkaar te communiceren (interne communicatie) hebben de ondernemers meer zicht op elkaars wel en wee en groeit ook het zakelijk en commercieel inzicht. Door bedrijfsbezoeken kan men veel leren, zowel door aangesloten bedrijven te bezoeken – waarbij de ondernemer zijn bedrijf moet presenteren – als bedrijfsbezoeken in andere steden /landen. De externe communicatie versterkt de positie van de ondernemers als belangrijke partner voor de gemeente en andere instellingen, organisaties, bedrijven en belangengroepen . Ook kan men collectief (of per deelgebied/sector) de bedrijvigheid (markt/braderie) promoten.
Subsidies / leningen Door actief te communiceren is men ook beter op de hoogte van allerlei faciliteiten. Zo heeft de Kamer van Koophandel het Onderzoeksfonds Detailhandel en het Fonds Financiële Deelname. De gemeente heeft diverse faciliteiten om centrummanagement te (co-) financieren. Het EQUAL-project is een extra impuls voor prestarters, vrouwelijke – en allochtone ondernemers.
Concrete resultaten zijn: - Er is een stabiele ondernemersvereniging met voldoende draagvlak die een serieuze onderhandelingspartner voor de gemeente en andere belanghebbenden is; - er is een strategisch beleid, toekomstvisie en een meerjarenplan; - de leden zijn op de hoogte van en hebben invloed op het gemeentelijk beleid; - het ondernemersklimaat wordt gestimuleerd; - het ondernemerschap wordt professioneler; - het aanbod wordt diverser en kwalitatief beter; - de bereikbaarheid – inclusief aanbod parkeerplaatsen - is goed; - er is sprake van een aantrekkelijk winkel - /bedrijvengebied; - het winkel- /ondernemersgebied is schoon, heel en veilig; - de concurrentiepositie verbetert; - de bekendheid van het winkel- / bedrijvengebied neemt – mede dankzij promotionele activiteiten - toe; - er zijn aantrekkelijke collectieve contracten / overeenkomsten.
Structuur organisatie: Vertegenwoordiging leden: 1. Alle leden kunnen in het bestuur deelnemen, geen discriminatie; 2. verdeling op basis van etniciteit; 3. verdeling op basis van wijk / winkel- bedrijvengebied; 4. verdeling op basis van branche (horeca/detailhandel en overig); 5. combi. Commissies / werkgroepen: - Fysieke infrastructuur / ruimtelijke ordening; - economische zaken; - evenementen; - communicatie en promotie; - kwaliteit; - ad hoc
bijlage literatuur Specifiek voor Nijmegen is gebruik gemaakt van de volgende literatuur: - Concept Uitvoeringsprogramma 2000/2001 Multiculturele Samenleving, november 2000 - EFRO Programma Nijmegen - Kanaalgebied, Directie Strategie & Projecten, januari 2000 - Ontwikkelingsplan Grotestedenbeleid 1999 – 2004, november 1999 - Statistisch Jaarbeeld 1999, Directie Strategie & Projecten afdeling O&S, Nijmegen november 1999 - Wijkonderzoek 1998, Directie Strategie & Projecten afdeling O&S, Nijmegen mei 1999 - Sociale Atlas 1998, Directie Strategie & Projecten afdeling O&S, Nijmegen mei 1999 - Koop- en bezoekstromen in de Euregio Rijn-Waal op gemeenteniveau: Nijmegen, januari 1999. - Bedrijvenpeiling Nijmegen 1997, Gemeente Nijmegen april 1998 - Buurt- en Wijkbewinkeling Nijmegen, april 1997 - Wijkplannen aanpakgebieden, 1997 - Structuurplan Het land over de Waal, Gemeente Nijmegen juli/augustus 1996 - Structuurvisie Nijmegen, Dienst SO september 1991 - Bedrijvenatlas Nijmegen, juni 1983 Provincie - Provinciale Economische Verkenning, oktober 2000 - Provinciale Werkgelegenheidsenquête 1999, juli 2000 - Onderzoek ruimte voor bedrijven, maart 2000 - Een atlas van Gelderse gemeenten, april 1999 Etnisch ondernemerschap / Etno marketing - Profiel van het allochtoon MKB, ontwikkelingen en aanzet tot kwaliteitsverbetering in het midden- en kleinbedrijf, SSNT september 2000 - Mentorenproject Delfshaven, december 1999 - Migrantenondernemers, een versterking van de lokale economie, oktober 1999 - Migrantenondernemers Bos en Lommer, december 1998 - Een factor van betekenis, zelfstandig ondernemerschap van allochtonen in Nederland, juni 1998 - Bestedingspatronen van allochtone huishoudens in de vier grote steden, februari 1998 - Buurtgebonden allochtone detailhandel in Nederland, HBD januari 1998 - Over grenzen, immigranten en de informele economie, 1997 - Van vuur tot vuur, ontwikkeling van Turks ondernemerschap in Rotterdam, oktober 1996 - Franchising, een andere manier van succesvol ondernemen voor de allochtone ondernemer, 1996 Detailhandel - Koop- en bezoekstromen in de Euregio Rijn-Waal, januari 1999 - Checklist bereikbaarheid winkelcentra 1999, december 1998 - Produktvorming in de detailhandel, handboek drs. E.J. Bolt, december 1995 - Buurtwinkelcentra zakelijke bekeken en checklist,1991 - Ontwikkeling en opbouw van het Nederlandse detailhandelsapparaat, september 1989 publicaties / onderzoeken drs. C. W.J.M. van Diemen - Lombok Schoon, project door en voor ondernemers, oktober 2001 - Programma Integraal beleid Kanaalstraat e.o., Utrecht mei 2001 - Visieontwikkeling & aankoopbeleid Wijk Ontwikkelings Maatschappij Lombok BV, juni 200 - Buurteconomieversterkende projecten in Lombok, 1999 - Detailhandelsenquête laan van Nieuw Guinea, augustus 1999 - De vraag naar bedrijfsruimte in het Urban-gebied Lombok, mei 1998